VERSLAG over de sluiting van een interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie over een gemeenschappelijk transparantieregister

26.4.2011 - (2010/2291(ACI))

Commissie constitutionele zaken
Rapporteur Carlo Casini


Procedure : 2010/2291(ACI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0174/2011
Ingediende teksten :
A7-0174/2011
Aangenomen teksten :

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de sluiting van een interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie over een gemeenschappelijk transparantieregister

(2010/2291(ACI))

Het Europees Parlement,

–   gezien het besluit van de Conferentie van voorzitters van 18 november 2010,

–   gezien het ontwerpakkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over de invoering van een transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid (hierna "het akkoord" genoemd),

–   gezien zijn resolutie van 8 mei 2008 over de ontwikkeling van het kader voor de activiteiten van de belangenvertegenwoordigers (lobbyisten) bij de instellingen van de Europese Unie[1],

–   gezien op artikel 127, lid 1, van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A7-0174/2011),

A.  overwegende dat artikel 11, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie als volgt luidt: "De instellingen voeren een open, transparante en regelmatige dialoog met representatieve organisaties en met het maatschappelijk middenveld",

B.   overwegende dat de transparantie van die dialoog door een gemeenschappelijk register van de organisaties en personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid, wordt vergroot,

C.  overwegende dat in voornoemde resolutie van het Parlement van 8 mei 2008 de beginselen zijn vastgelegd op grond waarvan het Parlement de onderhandelingen met de Commissie over het gemeenschappelijk register is gestart,

D.  overwegende dat de noodzakelijke wijzigingen in het Reglement van het Parlement zijn aangebracht bij zijn besluit van …… 2011 over de wijziging van het Reglement van het Parlement ingevolge de invoering van een gemeenschappelijk transparantieregister voor het Europees Parlement en de Commissie[2],

1.  beschouwt het akkoord als een belangrijke stap op de weg naar meer transparantie en is voornemens te gelegener tijd voorstellen te doen voor aanscherping van de eisen om een consequente integriteit van de bestuurslichamen van de Europese Unie alsook de versterking van haar institutionele regelgeving te waarborgen;

2.   wijst erop dat met een gemeenschappelijk register alle informatie op één plaats kan worden gevonden, waardoor de burger gemakkelijker kan nagaan welke actoren met de instellingen in contact zijn; merkt op dat het ook de taken van de belangenvertegenwoordigers vergemakkelijkt, aangezien zij zich maar eenmaal behoeven te registreren;

3.   onderstreept evenwel opnieuw dat het Parlement zich zijn onvervreemdbaar recht voorbehoudt te bepalen wie toegang tot zijn gebouwen krijgt;

4.   is van oordeel dat het akkoord een sterke stimulans voor inschrijving in het register is, aangezien het onmogelijk wordt zich een toegangspasje te verschaffen zonder voorafgaande inschrijving;

5.  herhaalt evenwel opnieuw zijn eis van verplichte inschrijving in het transparantieregister voor alle belangenvertegenwoordigers en dringt erop aan dat in het kader van het komende herzieningsproces de noodzakelijke stappen worden ondernomen ter voorbereiding van de overgang naar verplichte inschrijving;

6.  betreurt dat de Raad nog geen partij is bij het akkoord, ofschoon dit van cruciaal belang is om de transparantie in alle stadia van het wetgevingsproces op EU-niveau te waarborgen; verzoekt de Raad zich zo spoedig mogelijk bij het gemeenschappelijk register aan te sluiten;

7.   is met name verheugd over de volgende aspecten van het akkoord:

a) de wijziging van de naam van het register in "transparantieregister";

b) het toepassingsgebied van het register, dat weliswaar alle relevante actoren omvat, doch onder meer sociale partners als deelnemers aan de sociale dialoog, alsook kerken, politieke partijen en lokale, regionale en gemeentelijke autoriteiten,- inclusief hun officiële vertegenwoordigingen - uitsluit; gezien de hun bij de Verdragen toegewezen institutionele rol alsook punt 10, letter b) en punten 11, 12 en 13 van het akkoord, vallen laatstgenoemden niet onder het toepassingsgebied van het register; een en ander moet nader worden verduidelijkt bij de eerste herziening van het akkoord; het Parlement wenst dat de Commissie nu reeds mededeelt hiermee akkoord te gaan;

c) het feit dat het register transparantie creëert in de zeer uiteenlopende contacten van de Europese instellingen en met name onder afzonderlijke afdelingen vertegenwoordigers van private belangen, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en vertegenwoordigers van overheidsinstanties groepeert en aldus een onderscheid maakt tussen de verschillende rollen van de lobbyisten en de officiële gesprekspartners van de instellingen van de Unie;

d) het verzoek om relevante financiële informatie;

e) bindende maatregelen bij niet-naleving van de als bijlage bij het akkoord opgenomen gedragscode;

8.   is van oordeel dat de regelgeving die van toepassing is op de vertegenwoordigers van overheidsinstanties en organisaties die in het kader van hun activiteiten openbare belangen dienen en gebonden zijn door constitutionele voorschriften en fundamentele rechten, niet identiek mag zijn aan die welke van toepassing is op de vertegenwoordigers van private belangen; is met name van mening dat de uitnodiging tot inschrijving aan instanties met een overheidsstatus slechts betrekking mag hebben op instanties met een zelfstandige status, doch niet op de overheidsinstanties zelf;

9.  wenst dat het Bureau van het Parlement een systeem uitwerkt in het kader waarvan belangenvertegenwoordigers die onder het toepassingsgebied van het register vallen en die een ontmoeting hebben gehad met een bij een specifiek wetgevingsdossier betrokken parlementslid, in een toelichting bij het verslag of de aanbeveling over de desbetreffende ontwerpwetgevingshandeling worden genoemd;

10. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van onderstaand akkoord, met inachtneming van de in dit verslag naar voren gebrachte aspecten, en besluit het als bijlage in zijn Reglement op te nemen;

11. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB C 271 E van 12.11.2009, blz. 48.
  • [2]  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0000.

BIJLAGE: AKKOORD tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over de invoering van een "transparantieregister" voor organisaties en als zelfstandige werkende personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid

Het Europees Parlement en de Europese Commissie (hierna "partijen" genoemd),

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), met name artikel 11, leden 1 en 2, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), met name artikel 295, en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna samen "de Verdragen" genoemd),

Overwegende dat Europese beleidsmakers niet geïsoleerd van de maatschappij functioneren, maar een open, transparante en regelmatige dialoog voeren met vertegenwoordigende organisaties en met het maatschappelijk middenveld,

BESLUITEN ALS VOLGT:

I. Invoering van het transparantieregister

1. Overeenkomstig hun streven naar transparantie komen partijen overeen een gemeenschappelijk "transparantieregister" (hierna "het register" genoemd) - in te voeren en te beheren voor de registratie van en het toezicht op de organisaties en als zelfstandige werkende personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid.

II. Beginselen van het register

2. Bij de invoering en het beheer van het register wordt voortgebouwd op de bestaande registratiesystemen die door het Europees Parlement in 1996 en de Europese Commissie in juni 2008 ingesteld en op touw werden gezet, en die een aanvulling hebben gekregen door de inspanningen van de gezamenlijke werkgroep van het Europees Parlement en de Europese Commissie en door de aanpassingen die zijn gemaakt ingevolge de opgedane ervaring en de verzamelde informatie van belanghebbenden, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie "Europees transparantie-initiatief: het register van belangenvertegenwoordigers, een jaar later" van 28 oktober 2009[1]. Deze benadering is niet van invloed en loopt niet vooruit op de doelstellingen van het Europees Parlement, zoals die in zijn resolutie van 8 mei 2008 over de ontwikkeling van het kader voor de activiteiten van belangenvertegenwoordigers (lobbyisten) bij de instellingen van de Europese Unie[2] worden uiteengezet.

3. Bij de invoering en het beheer van het register worden de algemene rechtsbeginselen van de EU, waaronder het evenredigheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel, in acht genomen.

4. De invoering en het beheer van het register eerbiedigt het recht van de leden van het Europees Parlement om hun parlementair mandaat zonder beperkingen uit te oefenen en vormt geen belemmering voor de achterban van de leden om toegang te krijgen tot de gebouwen van het Parlement.

5. De invoering en het beheer van het register doet geen afbreuk aan de bevoegdheden of prerogatieven van partijen en heeft geen invloed op hun organisatorische bevoegdheden.

6. Partijen streven ernaar alle actoren die soortgelijke activiteiten verrichten, op dezelfde manier te behandelen, en voor de registratie van organisaties en als zelfstandige werkende personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid gelijke voorwaarden te scheppen.

III. Structuur van het register

7. Het register omvat het volgende:

a) een aantal richtsnoeren voor het register:

-          het toepassingsgebied van het register, in aanmerking komende activiteiten en uitzonderingen;

-          afdelingen open voor registratie (bijlage 1);

-          door registranten te verstrekken informatie, waaronder vereisten inzake financiële informatie (bijlage 2);

           b) een gedragscode (bijlage 3);

c) een klachtensysteem en maatregelen die moeten worden genomen ingeval van niet-naleving van de gedragscode, inclusief de procedure voor het onderzoek naar en de behandeling van klachten (bijlage 4).

IV. Toepassingsgebied van het register

Omvatte activiteiten

8. Het toepassingsgebied van het register omvat alle activiteiten, met uitzondering van de in dit deel IV uitgesloten activiteiten, die erop gericht zijn de beleidsvorming, uitvoering van het beleid of de besluitvorming van de EU-instellingen direct of indirect te beïnvloeden, ongeacht het communicatiemiddel of -medium dat daarvoor wordt gebruikt, zoals uitbesteding, media, overeenkomsten met professionele tussenpersonen, denktanks, "platformen", fora, campagnes of burgerinitiatieven. Deze activiteiten omvatten onder meer het contacteren van leden van het Parlement, ambtenaren of andere medewerkers van de EU-instellingen, het voorbereiden, laten circuleren of versturen van brieven, informatiemateriaal of discussiestukken en standpuntnota's, en het organiseren van evenementen, vergaderingen of promotionele activiteiten en sociale evenementen of conferenties door middel van uitnodigingen aan leden van het Parlement, ambtenaren of andere medewerkers van de EU-instellingen. Hieronder vallen ook vrijwillige bijdragen en deelname aan formele raadplegingen inzake voorgenomen EU-wet- of regelgeving en andere openbare raadplegingen.

9. Alle organisaties en als zelfstandige werkende personen, ongeacht hun wettelijke status, die deelnemen aan activiteiten die onder het toepassingsgebied van het register vallen, worden geacht zich te registreren[3].

Uitgesloten activiteiten

10. De volgende activiteiten zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het register:

a)  activiteiten op het gebied van juridisch en ander professioneel advies, voor zover deze betrekking hebben op het uitoefenen van het fundamenteel recht van een cliënt op een eerlijk proces, met inbegrip van het recht op verdediging in administratieve procedures, zoals gevoerd door advocaten of andere personen die zich hier beroepshalve mee bezighouden. De volgende activiteiten vallen niet onder het toepassingsgebied van het register (ongeacht welke partijen daaraan deelnemen): adviserende werkzaamheden en contacten met openbare instanties bedoeld om een cliënt beter te informeren over een algemene rechtstoestand, over zijn of haar specifieke rechtspositie, of te adviseren over de vraag of bepaalde juridische of administratieve stappen al dan niet passend of toegestaan zijn onder het vigerende recht; advies aan een cliënt om hem of haar te helpen ervoor te zorgen dat zijn of haar activiteiten het recht eerbiedigen; vertegenwoordiging in het kader van een verzoenings- of bemiddelingsprocedure die erop gericht is te voorkomen dat een geschil wordt voorgelegd aan een rechterlijke of administratieve instantie. Dit is van toepassing op alle bedrijfssectoren in de Europese Unie, en beperkt zich niet tot bepaalde specifieke procedures (mededinging). Activiteiten die een onderneming en haar adviseurs verrichten als betrokken partij bij een specifieke juridische of administratieve zaak, die rechtstreeks verband houden met die zaak en die er niet op gericht zijn het bestaande juridisch kader te wijzigen, vallen niet onder het toepassingsgebied van het register.

b)  activiteiten van de sociale partners als deelnemers aan de sociale dialoog (vakbonden, werkgeversverenigingen, enz.) bij het vervullen van de hun bij de Verdragen toegewezen taken. Dit is mutatis mutandis van toepassing op iedere entiteit die krachtens de Verdragen een institutionele rol heeft;

c)  activiteiten als antwoord op een direct en persoonlijk verzoek van een Europese instelling of lid van het Europees Parlement, zoals incidentele of reguliere verzoeken om feitelijke informatie, data of expertise, en/of persoonlijke uitnodigingen voor openbare hoorzittingen of voor deelname aan de werkzaamheden van raadgevende comités of vergelijkbare fora.

Bijzondere bepalingen

11. Kerken en religieuze gemeenschappen vallen niet onder het register. De vertegenwoordigende instanties of juridische lichamen, kantoren en netwerken bedoeld om hen bij contacten met de EU-instellingen te vertegenwoordigen, alsmede hun verenigingen worden evenwel geacht zich te registreren.

12. Politieke partijen vallen niet onder het register. Door politieke partijen opgerichte of ondersteunde organisaties die zich bezighouden met activiteiten die onder het toepassingsgebied van het register vallen worden evenwel geacht zich te registreren.

13. Lokale, regionale en gemeentelijke autoriteiten vallen niet onder het register. Vertegenwoordigende instanties of juridische lichamen, kantoren en netwerken van deze autoriteiten, bedoeld om hen bij contacten met de EU-instellingen te vertegenwoordigen, alsmede hun verenigingen, worden evenwel geacht zich te registreren.

14. Netwerken, platformen of andere vormen van collectieve activiteit zonder juridische status of rechtspersoonlijkheid die de facto een georganiseerde invloed uitoefenen en die zich bezighouden met activiteiten die onder het toepassingsgebied van het register vallen, worden geacht zich te registreren. De leden ervan dienen in deze gevallen één van hen aan te wijzen als contactpersoon voor de contacten met de administratie van het register.

15. De financiële verklaring in het register heeft betrekking op activiteiten gericht op alle EU-instellingen, -agentschappen en -organen, en hun leden, ambtenaren en andere personeelsleden. Daaronder vallen ook activiteiten gericht op organen van de lidstaten die op EU niveau betrokken zijn bij de besluitvorming van de EU.

16. Europese netwerken, samenwerkingen van organisaties, verenigingen of platforms worden aangemoedigd gemeenschappelijke, transparante richtsnoeren voor hun leden op te stellen, waarin wordt aangegeven welke activiteiten onder het toepassingsgebied van het register vallen. Deze richtsnoeren dienen zij openbaar te maken.

V. Toepasselijke regels voor registranten

17. Bij registratie

- stemmen de betrokken organisaties en personen ermee in dat de door hen verstrekte en in het register op te nemen informatie openbaar is;

- zeggen de betrokken organisaties en personen toe de gedragscode na te leven, en in voorkomend geval de tekst van de professionele gedragscode waaraan zij gebonden zijn, te verstrekken;

- verklaren de betrokken organisaties en personen dat de verstrekte en in het register op te nemen informatie juist is;

- aanvaarden de betrokken organisaties en personen dat klachten tegen hen behandeld zullen worden op grond van de bepalingen in de gedragscode die het register ondersteunt;

- gaan de betrokken organisaties en personen ermee akkoord dat bij niet-naleving van de gedragscode maatregelen tegen hen kunnen worden genomen en erkennen zij dat bij niet-naleving van de bepalingen van de gedragscode de maatregelen genoemd in bijlage 4 jegens hen kunnen worden getroffen;

- nemen de betrokken organisaties en personen kennis van het feit dat de partijen naar aanleiding van een verzoek op grond van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie[4], genoodzaakt kan zijn de briefwisseling en andere documenten met betrekking tot de activiteiten van de registranten openbaar te maken.

VI. Maatregelen in geval van niet-naleving van de gedragscode

18. Niet-naleving van de gedragscode door registranten of hun vertegenwoordigers kan aanleiding zijn tot het nemen van maatregelen neergelegd in bijlage 4, zoals tijdelijke verwijdering of permanente schrapping uit het register en, in voorkomend geval, tot intrekking van de aan de betroffen persoon of zijn organisatie uitgereikte toegangspasjes voor het Europees Parlement, als gevolg van het instellen van een onderzoek, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het evenredigheidsbeginsel en het recht van verweer. Een besluit tot het nemen van dergelijke maatregelen kan op de website van het register worden gepubliceerd.

19. Eenieder kan, conform de in bijlage 4 neergelegde procedure, een klacht indienen over vermeende niet-nakoming van de gedragscode, ondersteund met materiële feiten.

VII. Uitvoering

20. De secretarissen-generaal van het Europees Parlement en de Europese Commissie dragen zorg voor het toezicht op het systeem en de belangrijkste operationele aspecten en nemen in onderlinge overeenstemming de nodige maatregelen voor de uitvoering van dit akkoord.

21. Voor de uitvoering van het systeem voeren de diensten van het Europees Parlement en de Europese Commissie een onderlinge operationele structuur in genaamd "Het gezamenlijk secretariaat van het register". Dit wordt op basis van een afspraak tussen de bevoegde diensten samengesteld uit ambtenaren van het Europees Parlement en de Europese Commissie. Het gezamenlijk secretariaat van het register wordt gecoördineerd door een afdelingshoofd binnen het secretariaat-generaal van de Europese Commissie. Het secretariaat heeft onder andere tot taak maatregelen uit te voeren waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van de inhoud van het register.

22. De afgifte van en de controle op toegangspasjes voor de gebouwen van het Europees Parlement met een lange geldigheidsduur blijven onder de bevoegdheid van het Europees Parlement vallen. Aan personen die optreden namens of werken voor organisaties die onder het toepassingsgebied van het register vallen, worden dergelijke pasjes slechts verstrekt als zij of de organisatie waarvoor zij werken zich hebben laten registreren. Registratie geeft echter geen automatisch recht op een dergelijk toegangspasje.

23. Hoewel er sprake is van een gezamenlijk te beheren systeem, kunnen de partijen het register vrij en onafhankelijk voor hun eigen doeleinden gebruiken, bijvoorbeeld het aanbieden van stimulansen voor de registratie, zoals het verstrekken van informatie aan registranten bij een openbare raadpleging of bij het organiseren van een evenement.

24. Partijen organiseren passende projecten voor opleiding en interne communicatie om bij de leden en het personeel de bewustwording over het register en de klachtenprocedure te vergroten.

25. Partijen nemen passende externe maatregelen om de bewustwording over het register te vergroten en het gebruik ervan te bevorderen.

26. Op de Europa-website wordt met behulp van een gebruikersvriendelijke zoekmachine een aantal uit de database van het register afkomstige basisstatistieken met tussenpozen gepubliceerd. De openbare inhoud van deze databank is op verzoek toegankelijk in elektronische machineleesbare vorm.

27. De secretarissen-generaal van het Europees Parlement en de Europese Commissie dienen, na overleg met de belanghebbenden, een jaarverslag over de werking van het register in bij de verantwoordelijke ondervoorzitters van het Europees Parlement , respectievelijk vicevoorzitters van de Europese Commissie.

VIII. Betrokkenheid van andere instellingen en organen

28. De Europese Raad en de Raad van Ministers worden uitgenodigd zich bij het register aan te sluiten. Andere EU-instellingen, -organen en -agentschappen worden aangemoedigd het systeem te gebruiken als referentie-instrument voor hun eigen interactie met organisaties en personen die betrokken zijn bij het maken en uitvoeren van EU-beleid.

IX. Slotbepalingen

29. De overgang van de bestaande registers van de partijen naar het nieuwe gemeenschappelijke register vindt plaats gedurende een overgangsperiode van twaalf maanden vanaf de datum waarop het register in werking treedt. De organisaties en personen die nu in een van beide bestaande systemen zijn geregistreerd, worden uitgenodigd zich in het gemeenschappelijke systeem opnieuw te registreren.

Als het gemeenschappelijk register operationeel is geworden:

· kunnen registranten hun bestaande registratie op iedere gewenste datum wijzigen in een inschrijving in het nieuwe register, doch uiterlijk op de dag waarop zij hun registratie bij de Europese Commissie dienen te verlengen, dan wel, indien zij uitsluitend zijn geregistreerd bij het Europees Parlement, aan het einde van een periode van twaalf maanden nadat het register operationeel is geworden;

· is elke nieuwe registratie of bijwerking van bestaande gegevens uitsluitend mogelijk door middel van het gemeenschappelijke register.

30. Het gemeenschappelijk register wordt uiterlijk twee jaar nadat het voor het eerst in gebruik is genomen herzien.

Bijlage 1

"Transparantieregister"

Organisaties en als zelfstandige werkende personen die betrokken zijn bij het maken en uitvoeren van het EU-beleid

Afdelingen

Bijzonderheden/opmerkingen

I - Professionele adviesbureaus/advocatenkantoren/als zelfstandige werkende raadgevers

 

onderafdeling

Professionele adviesbureaus

Ondernemingen die op contractbasis lobbyen of zich bezighouden met belangenbehartiging, overheidszaken of betrekkingen met de overheid.

onderafdeling

Advocatenkantoren

Advocatenkantoren die op contractbasis lobbyen of zich bezighouden met belangenbehartiging, overheidszaken of betrekkingen met de overheid.

onderafdeling

Als zelfstandige werkende raadgevers

Als zelfstandige werkende raadgevers of advocaten die op contractbasis lobbyen of zich bezighouden met belangenbehartiging, overheidszaken of betrekkingen met de overheid.

II - "In house"- lobbyisten en bedrijfs-/beroepsverenigingen.

 

onderafdeling

Ondernemingen & groepen ondernemingen

Ondernemingen of groepen ondernemingen (met of zonder rechtspersoonlijkheid) die zich, voor eigen rekening, bezighouden met "in house"-activiteiten als lobbying, belangenbehartiging, overheidszaken of betrekkingen met de overheid.

onderafdeling

Bedrijfs-, branche- & beroepsverenigingen

 

onderafdeling

Vakbonden

 

onderafdeling

Overige gelijkaardige organisaties

 

III - Niet-gouvernementele organisaties

 

onderafdeling

niet-gouvernementele organisaties, platformen & netwerken e.d.

Organisaties zonder winstoogmerk, met of zonder rechtspersoonlijkheid, onafhankelijk van de overheid, politieke partijen of commerciële organisaties. Met inbegrip van stichtingen, liefdadigheidsorganisaties, enz.

IV – Denktanks, universitaire & onderzoeksinstellingen

 

onderafdeling

Denktanks en onderzoeksinstellingen

Gespecialiseerde denktanks en onderzoeksinstellingen op het gebied van de activiteiten en het beleid van de Europese Unie.

onderafdeling

Universitaire instellingen

Instellingen met als hoofddoel onderwijs, die zich tevens bezighouden met de activiteiten en het beleid van de Europese Unie.

V – Organisaties die kerken of religieuze gemeenschappen vertegenwoordigen

NB: Kerken zelf vallen niet onder het register

onderafdeling

Organisaties die kerken of religieuze gemeenschappen vertegenwoordigen

Rechtspersonen, kantoren of netwerken die zijn opgezet met het oog op representatiewerkzaamheden

VI – Vertegenwoordigende organisaties van lokale, regionale en gemeentelijke autoriteiten, andere publieke of gemengde entiteiten, enz.

NB: Overheidsinstanties zelf vallen niet onder het register

onderafdeling

Lokale, regionale en gemeentelijke autoriteiten (op subnationaal niveau)

Rechtspersonen, vertegenwoordigingen, verenigingen of netwerken, opgezet om lokale, regionale en gemeentelijke autoriteiten te vertegenwoordigen (op subnationaal niveau)

onderafdeling

Andere publieke of gemengde entiteiten, enz.

Omvat andere organisaties met een publieke of gemengde (publiek/private) status.

Bijlage 2

Door de registranten te verstrekken informatie

ALGEMENE & BASISGEGEVENS

-    Naam/namen, adres, telefoon, e-mailadres, website van de organisatie.

-    (a) De identiteit van de voor de organisatie juridisch verantwoordelijke persoon, alsmede (b) de naam van de directeur of leidinggevende vennoot van de organisatie, of, indien van toepassing, het belangrijkste aanspreekpunt voor de activiteiten die onder het register vallen; namen van personen voor wie een toegangspasje voor de gebouwen van het EP wordt gevraagd[5];

-    Aantal personen (leden, personeel, enz.) die zich bezighouden met activiteiten die onder het toepassingsgebied van het register vallen.

-    Doelstellingen/taken – interessegebied – activiteiten – landen waar men actief is – lidmaatschap van netwerken - algemene informatie die onder het register valt.

-    Indien van toepassing: Aantal leden (personen of organisaties).

SPECIFIEKE INFORMATIE

A. ACTIVITEIT

Belangrijkste wetgevingsvoorstellen waarop het afgelopen jaar activiteiten van de registrant, die onder het transparantieregister vallen van toepassing waren

B. FINANCIËLE INFORMATIE

Alle verstrekte financiële gegevens dienen een volledig jaar te omvatten en dienen betrekking te hebben op het jongste afgesloten boekjaar, gerekend vanaf de datum van registratie of verlenging.

Dubbeltelling wordt niet uitgesloten: Het feit dat professionele adviesbureaus en advocatenkantoren ten aanzien van hun cliënten een financiële verklaring opstellen (lijst en schema) ontslaat deze cliënten niet van de verplichting deze contractuele activiteiten ook zelf in hun eigen verklaring op te nemen. Dit voorkomt onderschatting van hun aangegeven financiële inspanningen.

- Professionele adviesbureaus/ advocatenkantoren/als zelfstandige wekende raadgevers (Afdeling I van bijlage I): Nadere gegevens dienen te worden verstrekt over de omzet die kan worden toegerekend aan de activiteiten die onder het register vallen, alsmede over het relatieve gewicht van hun klanten conform onderstaand schema:

Omzet in €

Omvang van de schijf in €

0 – 500 000

50 000

500 000 – 1 000 000

100 000

> 1 000 000

250 000

- "In house"- lobbyisten en bedrijfs-/beroepsverenigingen (Afdeling II van bijlage II): Een kostenraming van de activiteiten die onder het toepassingsgebied van het register vallen, moet gegeven worden.

- Niet-gouvernementele organisaties, denktanks, universitaire & onderzoeksinstellingen – Organisaties die kerken of religieuze gemeenschappen vertegenwoordigen-– Vertegenwoordigende organisaties van lokale, regionale en gemeentelijke autoriteiten, andere publieke of gemengde entiteiten, enz (Afdelingen III, IV, V en VI van bijlage I): : Totale begroting moet aangegeven worden met een verdeling over de belangrijkste financieringsbronnen.

Ter aanvulling voor alle registranten: bedrag en bronnen van de financiële middelen afkomstig van de EU-instellingen in het meest recente afgesloten boekjaar, vanaf datum van registratie of verlenging.

Bijlage 3

Gedragscode

In het kader van hun betrekkingen met de EU-instellingen en hun leden, ambtenaren en ander personeel nemen de registranten de volgende regels in acht:

a) zij geven te allen tijde hun naam op en die van de instantie(s) waarvoor zij werken of die zij vertegenwoordigen; zij geven op welke belangen, doelen of doelstellingen zij nastreven , en indien van toepassing welke cliënten of leden, zij vertegenwoordigen;

b) zij onthouden zich van oneerlijke handelingen, van het uitoefenen van ongepaste druk of ongepast gedrag om informatie of een beslissing te verkrijgen of pogingen daartoe;

c) zij beroepen zich in hun betrekkingen met derden niet op enigerlei officiële relatie met de EU of een van haar instellingen en geven geen verkeerd beeld van de gevolgen van de registratie om zo derden en/of ambtenaren of ander personeel van de EU te misleiden;

d) zij zorgen ervoor dat de gegevens die zij bij de registratie en vervolgens in het kader van de onder het register vallende activiteiten naar eer en geweten verstrekken, volledig, actueel en niet misleidend zijn;

e) zij verkopen geen kopieën van documenten aan derden die zijn verkregen van enige EU-instelling;

f) zij zetten leden van de EU-instellingen, ambtenaren of andere personeelsleden van de EU, dan wel medewerkers of stagiairs van die leden er niet toe aan inbreuk te plegen op de voor hen geldende gedragsregels en -normen;

g) indien zij voormalige ambtenaren of ander personeel van de EU, dan wel medewerkers of stagiairs van leden van de EU-instellingen in dienst hebben, respecteren zij de verplichting van deze werknemers om zich te houden aan de voor hen geldende regels en vertrouwelijkheidsvereisten;

h)  zij leven alle regels met betrekking tot de rechten en verantwoordelijkheden van oud-leden van het Europees Parlement en de Europese Commissie na;

i)   zij informeren iedere partij die zij vertegenwoordigen over hun verplichtingen jegens de instellingen van de EU;

Personen die instanties die zich bij het Europees Parlement laten registreren om een persoonlijk, niet-overdraagbaar toegangspasje voor de gebouwen van het Parlement te verkrijgen, vertegenwoordigen of daarvoor werkzaam zijn, nemen de volgende regels in acht:

j)   zij houden zich strikt aan de bepalingen van artikel 9 en bijlage X, alsmede aan de tweede alinea van artikel 2 van bijlage I van het Reglement van het Europees Parlement;

k)  zij vergewissen zich ervan dat van elke assistentie die in het kader van artikel 2 van bijlage I van het Reglement van het Europees Parlement wordt geboden, opgave wordt gedaan in het desbetreffende register;

l)   om mogelijke belangenconflicten te voorkomen zorgen zij voor voorafgaande toestemming van het betrokken lid of de betrokken leden van het Europees Parlement voor elke contractuele verbintenis met of indienstneming van een medewerker en doen hiervan opgave in het register.

Bijlage 4

Procedure voor het onderzoek naar en de behandeling van klachten

Fase 1: Indiening van een klacht

1. Klachten kunnen worden ingediend op de website van het gemeenschappelijk register door een standaardformulier in te vullen. Dat formulier bevat informatie over de registrant waarop de klacht betrekking heeft, de naam en contactgegevens van de klager, bijzonderheden over de klacht, inclusief in beginsel documenten of ander materiaal ter onderbouwing van de klacht. Anonieme klachten worden niet behandeld.

2. In de klacht geeft de klager aan welke bepaling of bepalingen van de gedragscode naar zijn mening is of zijn geschonden. Klachten met betrekking tot in het register opgenomen informatie worden behandeld als veronderstelde schendingen van letter d) van de gedragscode[6].

3. De klager verstrekt in beginsel documenten en/of andere materiële elementen ter staving van zijn klacht.

Fase 2: Beslissing over de ontvankelijkheid

4. Het gezamenlijk secretariaat van het register

(a)  gaat na of de klacht door voldoende elementen wordt gestaafd, zoals documenten, andere schriftelijke stukken of persoonlijke verklaringen; om ontvankelijk te zijn moeten deze materiële elementen in beginsel afkomstig zijn van de organisatie waartegen de klacht zich richt of van een derde partij.

(b)  beslist op grondslag van deze verificatie over de ontvankelijkheid van de klacht;

(c)  registreert de klacht, indien het deze ontvankelijk acht, en stelt de termijn vast (20 werkdagen) waarbinnen wordt beslist of de klacht al dan niet gegrond is.

5. Als de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt de klager hierover per brief ingelicht, onder opgave van redenen voor dit besluit. Als de klacht ontvankelijk wordt geacht, volgt een onderzoek overeenkomstig de hieronder uiteengezette procedure .

Fase 3: Onderzoek

6. Na registratie van de klacht informeert het gezamenlijk secretariaat van het register de registrant tegen wie een klacht is ingediend schriftelijk over deze klacht en de inhoud daarvan en biedt de registrant de mogelijkheid binnen tien werkdagen een uitleg, argumenten of andere elementen ter verdediging over te leggen.

7. Alle tijdens het onderzoek verzamelde informatie wordt door het gezamenlijk secretariaat van het register onderzocht.

8. Het gezamenlijk secretariaat van het register kan besluiten de registrant tegen wie een klacht is ingediend of de klager te horen.

Fase 4: Besluit over de klacht

9. Als na onderzoek wordt vastgesteld dat de klacht ongegrond is, stelt het gezamenlijk secretariaat van het register beide partijen in kennis van dit besluit. Als de klacht gegrond wordt verklaard kan de registratie tijdelijk opgeschort worden in afwachting van het verhelpen van het probleem (zie punten 11 t/m 14 hieronder) of kunnen de registrant maatregelen worden opgelegd, variërend van langdurige opschorting van de registratie tot permanente schrapping uit het register en, in voorkomend geval, tot intrekking van de toegangspasjes voor het Europees Parlement (zie fase 6 en 7 hieronder).

Fase 5: Maatregelen in geval van niet-naleving van de gedragscode

10. Bij niet-naleving van de gedragscode kunnen maatregelen worden opgelegd, variërend van tijdelijke opschorting van de registratie tot schrapping uit het register (zie schema hieronder).

11. Als wordt vastgesteld dat het register foutieve of onvolledige informatie bevat, wordt de registrant uitgenodigd om een en ander binnen acht weken recht te zetten. Gedurende deze periode wordt de registratie van de registrant opgeschort. Eventuele toegangspasjes voor het EP worden tijdens deze opschortingsperiode niet ingetrokken.

12. Als de registrant de gegevens binnen de in punt 11 vermelde termijn van acht dagen rechtzet, wordt zijn registratie gereactiveerd. Gaat de organisatie hiertoe binnen de in punt 11 vermelde termijn van acht dagen niet over, dan kan een maatregel worden opgelegd.

13. De opschortingsperiode kan worden verlengd als de registrant om uitstel verzoekt om de informatie overeenkomstig punt 11 recht te zetten, en voor dit uitstel voldoende redenen aanvoert.

14. Bij niet-naleving van de gedragscode om andere redenen, wordt de registratie van de betrokken registrant gedurende acht weken opgeschort. In deze periode nemen de Europese Commissie en het Europees Parlement de uiteindelijke beslissing over het al dan niet nemen van een of meer maatregelen.

15. Het besluit om een entiteit uit het register te schrappen omvat tevens het verbod om deze entiteit binnen een periode van één of twee jaar opnieuw te registreren.

Fase 6: Besluit over de op te leggen maatregel

16. De bevoegde diensten van het Europees Parlement en de Commissie stellen gezamenlijk een ontwerpbesluit betreffende de op te leggen maatregel op, dat vervolgens voor een definitief besluit wordt toegezonden aan de secretarissen-generaal van die instellingen. De verantwoordelijke ondervoorzitters van het Europees Parlement, respectievelijk vicevoorzitters van de Europese Commissie worden daarvan in kennis gesteld.

17. Het gezamenlijk secretariaat van het register stelt beide partijen (de klager en de registrant tegen wie de klacht was ingediend ) onverwijld in kennis van de maatregel waartoe werd besloten en voert deze uit.

Fase 7: Intrekking (indien van toepassing) van het toegangspasje voor het Europees Parlement

18. Heeft een besluit tot schrapping uit het register intrekking van een of meerdere toegangspasjes voor het Europees Parlement tot gevolg, dan doet de secretaris-generaal van het Europees Parlement hiervan mededeling aan de verantwoordelijke quaestor, die wordt verzocht zijn toestemming te verlenen voor de intrekking van eventuele toegangspasjes voor het Europees Parlement waarover de desbetreffende organisatie of persoon beschikt.

19. De registrant wordt verzocht alle of enkele van de toegangspasjes voor het Europees Parlement die hij in zijn bezit heeft, binnen 15 dagen in te leveren.

Schema van mogelijke maatregelen in geval van niet-naleving van de gedragscode

 

Aard van de niet-naleving

Maatregel

Opname van de maatregel in het register

Toegangspasje EP ingetrokken

1

Onopzettelijke niet-naleving die onverwijld wordt rechtgezet

Schriftelijke kennisgeving waarin de feiten worden erkend en gecorrigeerd

Nee

Nee

2

Opzettelijke niet-naleving van de gedragscode waarbij gedragswijziging of rechtzetting van gegevens in het register binnen de vastgelegde termijn noodzakelijk is

Tijdelijke opschorting gedurende maximaal zes maanden, of totdat de gewenste correctie is aangebracht binnen de daarvoor gestelde termijn

Ja, gedurende de opschortingsperiode

Nee

3

Blijvende niet-naleving van de gedragscode

- geen gedragswijziging

- achterwege blijven van correctie van gegevens binnen de gestelde termijn

Schrapping uit het register gedurende één jaar

Ja

Ja

4

Ernstige, opzettelijke niet-naleving van de gedragscode

 

Schrapping uit het register gedurende 2 jaar

Ja

Ja

  • [1]  COM(2009)0612.
  • [2]  PB C 271 E van 12.11.2009, blz. 48.
  • [3] 3 Regeringen van lidstaten, regeringen van derde landen, internationale intergouvernementele organisaties, alsmede hun diplomatieke posten worden niet geacht zich te registreren.
  • [4]  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
  • [5]  Deze aan het einde van de registratie door de registranten over te leggen gegevens zullen aan de autoriteiten van het Europees Parlement worden doorgegeven. De namen van personen die een toegangspasje krijgen, worden vervolgens automatisch opgeslagen in het systeem op basis van door het Europees Parlement ingevoerde updates en informatie, zodral de beslissing van het Europees Parlement tot verstrekking van de toegangspasjes is genomen. Registratie geeft geen automatisch recht op een toegangspasje voor het EP.
  • [6]  Letter d) verplicht t registranten in hun betrekkingen met de EU-instellingen en de leden, ambtenaren en ander personeel ertoe ervoor te zorgen dat de gegevens die zij bij de registratie en vervolgens in het kader van de onder het register vallende activiteiten naar eer en geweten verstrekken,- volledig, actueel en niet misleidend zijn.

TOELICHTING

Transparantie van politieke instellingen is een eerste vereiste voor hun legitimiteit. Gemakkelijk moet kunnen worden nagegaan hoe besluitvorming tot stand komt, welke invloed hierop is uitgeoefend en op welke wijze de financiële middelen, i.e. het geld van de belastingbetaler, wordt besteed. Regelgeving voor lobbyen is uiteindelijk dan ook een kwestie van legitimiteit.

Het Parlement is de eerste Europese instelling die zich heeft beziggehouden met het verschijnsel van het groeiend aantal belangengroepen op Europees niveau en in het bijzonder met de gevolgen van deze ontwikkeling voor het wetgevingsproces. Na diverse verslagen en uitgebreide discussies heeft het Parlement in 1996 een register voor belangengroepen ingesteld.

Verslag-Stubb-Friedrich

In 2006 kwam de Commissie met een Europees transparantie-initiatief en stelde voor een gemeenschappelijk centraal register voor lobbyisten bij de Commissie en het Parlement in te voeren.

De reactie van het Parlement op dit initiatief van de Commissie was het verslag van de Commissie constitutionele zaken over de ontwikkeling van het kader voor de activiteiten van belangenvertegenwoordigers (lobbyisten) bij de instellingen van de Europese Unie. De rapporteur was Alexander Stubb (PPE, FI), maar na diens benoeming tot minister van buitenlandse zaken van Finland, werd het verslag overgenomen door Ingo Friedrich (PPE, DE). De resolutie werd aangenomen in de plenaire vergadering van 8 mei 2008.

In de resolutie werd het voorstel van de Commissie toegejuicht en werd aangedrongen op een interinstitutioneel akkoord tussen Parlement, Commissie en Raad over een gemeenschappelijk register. De Commissie werd verzocht met het Parlement te onderhandelen over een gezamenlijke gedragscode voor lobbyisten; onderstreept werd dat bij overtreding van de gedragscode door de lobbyisten sancties zouden worden getroffen (in ernstige gevallen zelfs schrapping uit het register). In de resolutie werd voorgesteld een werkgroep op hoog niveau van de drie instellingen op te richten met het oog op de instelling van een gemeenschappelijk register.

De gezamenlijke werkgroep op hoog niveau

In november 2008 werd een werkgroep ingesteld van het Parlement en de Commissie - de Raad achtte het niet nodig hieraan deel te nemen. De werkgroep nam in april 2009 een gezamenlijke verklaring en een voorstel voor een gemeenschappelijke gedragscode aan. Na de Europese verkiezingen werd een nieuwe werkgroep van het Parlement en de Commissie ingesteld. De EP-delegatie werd voorgezeten door ondervoorzitter Diana Wallis; de EP-delegatieleden waren Carlo Casini, Isabelle Durant en Jo Leinen.

De werkgroep keurde in november 2010 een ontwerpakkoord over de invoering van een "transparantieregister" goed.

Het Parlement heeft zijn belangrijkste doelstellingen bereikt

De bereikte resultaten komen overeen met de doelstellingen die het Parlement zich op de belangrijkste punten had gesteld:

1. Ofschoon registratie in tegenstelling tot de oorspronkelijke doelstelling van het Parlement niet verplicht is, kan registratie als een de facto verplichting worden gezien, daar de gebouwen van het Parlement alleen voor geregistreerde belangenvertegenwoordigers permanent toegankelijk zijn.

2. Met het gemeenschappelijk register wordt ingestaan voor een zo breed mogelijke deelneming van alle categorieën actoren en worden hun uiteenlopende of specifieke identiteiten geëerbiedigd. De nieuwe benaming "Transparantieregister" maakt het voor niet-commerciële organisaties gemakkelijker zich bij het register te laten registreren.

3. Het nieuwe mechanisme verstrekt aanvullende informatie, bijvoorbeeld het aantal bij de activiteiten van het register betrokken personen of de hoogte van het door de registrant aan EU-middelen ontvangen bedrag. Het zal ook meer duidelijkheid scheppen in de activiteiten die onder het toepassingsgebied van het register vallen en in de procedures voor de afhandeling van klachten.

Conclusie

De rapporteur beveelt dan ook aan het ontwerpakkoord over de instelling van een transparantieregister aan te nemen. Het gemeenschappelijk register zal een stap voorwaarts zijn in de richting van meer transparantie bij de Europese instellingen, hetgeen hopelijk tot een grotere legitimiteit van het project Europa onder de burgers zal bijdragen.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

19.4.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

22

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Andrew Henry William Brons, Carlo Casini, Andrew Duff, Ashley Fox, Matthias Groote, Roberto Gualtieri, Enrique Guerrero Salom, Zita Gurmai, Gerald Häfner, Daniel Hannan, Constance Le Grip, David Martin, Morten Messerschmidt, Algirdas Saudargas, György Schöpflin, József Szájer, Søren Bo Søndergaard, Indrek Tarand, Rafał Trzaskowski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

John Stuart Agnew, Elmar Brok, Zuzana Brzobohatá, Marietta Giannakou, Íñigo Méndez de Vigo, Helmut Scholz, Rainer Wieland