AANBEVELING over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
26.5.2011 - (05371/2011 – C7‑0119/2011 – 2010/0355(NLE)) - ***
Commissie visserij
Rapporteur: Luis Manuel Capoulas Santos
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
(05371/2011 – C7-0119/2011 – 2010/0355(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerpbesluit van de Raad (05371/2011),
– gezien het ontwerpprotocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe (05370/2011),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 43, lid 2, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7-0119/2011),
– gezien artikel 81 en artikel 90, lid 8, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie visserij en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Begrotingscommissie (A7-0194/2011),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt de Commissie het Parlement de conclusies te doen toekomen van de vergaderingen en de werkzaamheden van de gemengde commissie als bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst, het meerjarige sectorale programma als vermeld in artikel 3 van het protocol en de resultaten van de respectievelijke jaarlijkse evaluaties; om de deelneming van vertegenwoordigers van het Parlement als waarnemers op de bijeenkomsten van de gemengde commissie te vergemakkelijken; en om in het laatste jaar waarin het protocol geldt en vóór het openen van de onderhandelingen met het oog op de verlenging van de overeenkomst, het Parlement en de Raad een volledig verslag over de uitvoering ervan voor te leggen, zonder onnodige beperkingen op de toegang tot dit document;
3. verzoekt de Commissie en de Raad om het Parlement binnen de grenzen van hun bevoegdheden onmiddellijk en volledig te informeren over alle fasen van de procedures betreffende het protocol en de verlenging ervan, overeenkomstig artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Democratische Republiek São Tomé e Príncipe.
TOELICHTING
Inleiding
De onderhandelingen over en de sluiting van partnerschapsovereenkomsten met derde landen inzake de visserij sluiten aan bij de algemene doelstelling om de visserijactiviteiten van de vloot van de Europese Unie (EU), inclusief de verre vloot, in stand te houden en te beschermen en de betrekkingen in het kader van partnerschap en samenwerking te ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de EU-wateren te stimuleren, rekening houdend met ecologische, sociale en economische aspecten.
Met dat doel voor ogen heeft de Europese Raad op 23 juli 2007 zijn goedkeuring gehecht aan de Verordening (EG) nr. 894/2007 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Democratische Republiek São Tomé en Principe en de Europese Gemeenschap (EG)[1]. Deze overeenkomst, die geldt voor perioden van vier jaar die stilzwijgend worden verlengd, tenzij een van de partijen de overeenkomst opzegt, komt in de plaats van de eerste, nu afgelopen visserijovereenkomst, die in 1984 tussen de EG en São Tomé en Principe is gesloten.
Aan de sinds 2006 van kracht zijnde overeenkomst was een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie voor de periode tussen 1 juni 2006 en 31 mei 2010 gehecht, waarvan de looptijd op deze laatste datum is verstreken. Ondertussen is onderhandeld over een nieuw protocol, dat op 15 juli 2010 is geparafeerd en nog door het Europees Parlement goedgekeurd moet worden overeenkomstig artikel 43, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Naast het onderhavige voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het nieuwe protocol heeft de Commissie de aanzet gegeven tot twee andere procedures: een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol[2], overeenkomstig de artikelen 43 en 218, lid 5, VWEU, en een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de betrokken EU-lidstaten[3], overeenkomstig artikel 43, lid 3, VWEU. Beide voorstellen zijn op 24 februari 2011 door de Raad aangenomen. Op grond van artikel 13 van het nieuwe protocol is dit voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening.
Het nieuwe protocol is op 13 mei 2011 ondertekend en dezelfde dag nog heeft de Raad het verzoek om goedkeuring toegezonden aan het Parlement.
Analyse van het nieuwe protocol
De belangrijkste punten van het nieuwe protocol zijn:
- Jaarlijkse financiële tegenprestatie: 682 500 euro (op een totaal van 2 047 500 euro over de hele periode), een bedrag dat de som is van:
a) een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de exclusieve economische zone (EEZ) van São Tomé en Principe van 455 000 euro, hetgeen overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 7 000 ton per jaar;
b) een specifiek bedrag van 227 500 euro per jaar ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van São Tomé en Principe.
Indien de vaartuigen van de EU in totaal meer dan 7000 ton per jaar vangen, wordt het totale bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 65 euro per extra ton verhoogd.
- Vangstmogelijkheden: 28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 12 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug zullen een vismachtiging krijgen. Deze vangstmogelijkheden kunnen naar boven of naar beneden worden bijgesteld naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van de toestand van de visbestanden, hetgeen tot een overeenkomstige herziening van de financiële tegenprestatie leidt.
De toewijzing van de vangstmogelijkheden aan de betrokken lidstaten, waarvoor een specifieke verordening van de Raad wordt ingediend, is als volgt: voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: Spanje - 16 vaartuigen; Frankrijk - 12 vaartuigen; voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: Spanje - 9 vaartuigen; Portugal - 3 vaartuigen.
- Door de reders te betalen voorschotten en rechten: 35 euro per ton in de visserijzone van São Tomé en Principe gevangen tonijn. De jaarlijkse voorschotten bedragen 6.125 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, wat overeenkomt met visrechten voor een vangst van 175 ton per jaar, en 2.275 euro per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug, wat overeenkomt met visrechten voor een vangst van 65 ton per jaar.
In de volgende tabel worden het oude en het nieuwe protocol alsook de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten met elkaar vergeleken:
Duur van het protocol |
4 jaar 1.06.2006- 31.05.2010 |
3 jaar 2011- 2014 |
|
Geparafeerd op |
25 mei 2006 |
15 juli 2010 |
|
Jaarlijkse financiële tegenprestatie
|
663 000€, waarvan 110 500 € voor steun aan het sectorale visserijbeleid van São Tomé en Principe, waarbij de partijen overeenkomen dit bedrag te verhogen tot 50% van de totale tegenprestatie (331 500€) |
682 500€, waarvan 227 500€ voor steun aan het sectorale visserijbeleid van São Tomé en Principe |
|
Visrecht ten laste van scheepseigenaren |
35 € per gevangen ton |
35 € per gevangen ton |
|
Voorschotten |
- Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: 5250 €/jaar (referentievangst: 150 t.) - Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 1295 €/jaar (referentievangst: 55 t.)
|
- Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: 6125 €/jaar (referentievangst: 175 t.) - Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 2275 €/jaar (referentievangst: 65 t.)
|
|
Referentietonnage 6 000 ton/jaar |
8500 ton/jaar |
7000 ton/jaar |
|
Vangstmogelijkheden |
|||||
|
Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen (2006/2010) |
Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen (2011/2014) |
Vaartuigen drijv. beug (2006/2010) |
Vaartuigen drijv. beug (2011/2014) |
|
SPANJE |
13 |
16 |
13 |
9 |
|
FRANKRIJK |
12 |
12 |
0 |
0 |
|
PORTUGAL |
0 |
0 |
5 |
3 |
|
TOTAAL |
25 vaartuigen |
28 vaartuigen |
18 vaartuigen |
12 vaartuigen |
|
Uit een door externe deskundigen opgesteld evaluatieverslag [4], blijkt dat tijdens de looptijd van het eerdere protocol beter gebruik is gemaakt van de vangstmogelijkheden door vaartuigen voor de visserij met de zegen (gemiddeld 79%) dan door vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug (gemiddeld 42%). Ten opzichte van het vorige protocol zijn de vangstmogelijkheden voor de visserij met de drijvende beug van 18 op 12 gebracht, rekening houdend met de benutting in de afgelopen jaren. Voorts is het aantal beschikbare vergunningen voor de visserij met de zegen licht verhoogd om de recente migratie van bepaalde marktdeelnemers van de Indische Oceaan naar de Atlantische Oceaan als gevolg van piraterij te ondervangen.
De gemiddelde jaarlijkse vangsten waren tussen 2006 en 2009 1.252 ton, wat beduidend minder is dan de referentiehoeveelheid. In het nieuwe protocol is dan ook sprake van een verlaging van de referentiehoeveelheid (van 8 500 tot 7 000 ton/jaar) om in te spelen op de trends van de afgelopen jaren.
Rekening houdend met de behoeften van de visserijsector van de Democratische Republiek São Tomé en Principe zijn de middelen voor sectorale steun verhoogd ten opzichte van het bedrag dat oorspronkelijk was voorzien in het vorige protocol. Voorts valt op dat de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 19.500 euro is verhoogd (+ 2,94%) ten opzichte van het vorige protocol (2006-2010), terwijl ook de door de reders te betalen voorschotten aanzienlijk zijn verhoogd.
Het nieuwe protocol bevat ook een exclusiviteitsclausule, net als de overeenkomst, alsmede een betere aanduiding van de inhoud van de clausules inzake opschorting en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie en van de opschorting van de toepassing van het protocol in bepaalde omstandigheden, met name in geval van ernstige schending van de mensenrechten, overeenkomstig artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou (artikelen 8 en 9 van het nieuwe protocol).
Net als in het eerdere protocol zijn de visserijzones gelegen in de wateren buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen.
Verder is de bepaling opgenomen dat ten minste 20% van de zeelieden aan boord van communautaire schepen afkomstig moeten zijn uit São Tomé en Príncipe of eventueel een ACS-land en dat op verzoek van de bevoegde instanties van São Tomé en Príncipe een door het ministerie voor visserij benoemde waarnemer aan boord moet zijn.
Opmerkingen en commentaar van de rapporteur
De evaluatie vooraf bevatte de conclusie dat de visserijovereenkomst met São Tomé en Principe inspeelt op de behoeften van de Europese vloten en kan bijdragen tot de levensvatbaarheid van de EU-sector van de tonijnvisserij in de Atlantische Oceaan, en dat de overeenkomst de vaartuigen en visserijsectoren van de Europese Unie die van dat protocol afhankelijk zijn, een stabiel juridisch kader op middellange termijn biedt en bijdraagt tot de handhaving van de continuïteit van de visserijzones die worden bestreken door alle overeenkomsten in de Golf van Guinee.
São Tomé en Príncipe is een eilandstaat met rond 160 800 inwoners (in 2009), dat bestaat uit twee kleine hoofdeilanden (met een oppervlakte van 1001 km2), en gelegen is in de Golf van Guinee. São Tomé en Príncipe behoort tot de minst ontwikkelde landen en een aanzienlijk deel van het BBP is afkomstig uit de landbouw, de verwerking van landbouwproducten en de visserij. Dit en het feit dat het land levensmiddelen moet invoeren, zorgt ervoor dat de handelsbalans een tekort vertoont en het land afhankelijk is van buitenlandse hulp.
De visserij van São Tomé en Príncipe is geconcentreerd in de kustwateren en produceert ongeveer 4000 ton vis per jaar. Rond 15% van de bevolking is voor haar bestaan afhankelijk van de visserij en vis maakt 74% van het verbruik van dierlijke eiwitten van de bevolking van de eilandengroep uit.
Volgens de evaluatie achteraf is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de controle en het toezicht op de visserij (er is een begin gemaakt met de plaatsing van een systeem voor satellietcontrole op vaartuigen, er is een nieuwe rechtsgrondslag gekomen voor het in het leven roepen van een vlootregister en het beheer daarvan) en de deelneming en zichtbaarheid van São Tomé en Príncipe in regionale en subregionale visserijorganisaties, in de Internationale Commissie voor de Instandhouding van Tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en in het COREP (Regionaal Comité voor de visserij in de Golf van Guinee) is sterk verbeterd. De evaluatie concludeert ook dat de financiële bijdrage van de Unie voor meer dan 50% ten goede is gekomen aan de begroting van de dienst visserijsector van São Tomé en Príncipe, wat strookt met de toezeggingen die in het vorige protocol door de autoriteiten van het land zijn gedaan.
Alle soorten waarop door communautaire vaartuigen wordt gevist zijn migrerend. In totaal draagt de overeenkomst ongeveer 0,36% bij aan de totale vangsten van visbestanden van de doelsoorten en geen van de vangsten door communautaire vaartuigen in het kader van de overeenkomst maakt meer dan 0,55% uit van de totale exploitatie van de betreffende visbestanden. Het evaluatieverslag concludeert dat de exploitatie van soorten als geelvintonijn, gestreepte tonijn en zwaardvis binnen de grenzen van de duurzaamheid blijft. Hoewel er nog enige onzekerheid is over de mogelijke negatieve gevolgen voor enkele soorten, is de uitwerking van de overeenkomst in het algemeen minimaal, zodat zij beschouwd kan worden als duurzaam en strokend met de aanbevelingen van de ICCAT.
Wel is de rapporteur bezorgd over het feit dat de gemengde commissie gedurende de looptijd van het voorgaande protocol slechts één keer bijeen is gekomen, in februari 2007, en hoopt hij dat hierin voortaan verbetering zal komen, zodat beide partijen de toepassing en de uitvoering van het protocol terdege kunnen controleren en begeleiden.
Wat de procedure betreft wijst de rapporteur op een minpunt, namelijk dat alle voorstellen van de Commissie inzake het nieuwe protocol pas op 13 december 2010 zijn goedgekeurd, ongeveer zes maanden na parafering ervan, wat heeft bijgedragen tot langdurige vertraging bij de sluiting en de voorlopige toepassing van het protocol, met als gevolg dat de visserijactiviteit van de communautaire vloot in deze zone langdurig onderbroken is geweest, ook al vanwege het verstrijken van de termijn van zes maanden die is voorzien in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008[5].
Conclusies
Dit voorstel dient in grote lijnen het belang van beide partijen en de rapporteur beveelt dan ook aan het goed te keuren.
De Commissie wordt verzocht het Parlement de conclusies te doen toekomen van de vergaderingen en de werkzaamheden van de gemengde commissie die is voorzien in de overeenkomst, het sectorale programma voor de visserij waarvan sprake is in het protocol en de resultaten van de respectievelijke jaarlijkse evaluaties. Ook wordt de Commissie verzocht het Parlement en de Raad vóór het openen van de onderhandelingen over de overeenkomst een volledig verslag over de uitvoering ervan voor te leggen, zonder onnodige beperkingen op de toegang tot dit document. Wenselijk is ook dat de deelneming van vertegenwoordigers van het Parlement als waarnemers op de bijeenkomsten van de gemengde commissie wordt vergemakkelijkt. De Commissie en de Raad dienen het Parlement binnen de grenzen van hun bevoegdheden onmiddellijk en volledig te informeren over alle fasen van de procedures betreffende het protocol en de verlenging ervan, overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (12.5.2011)
aan de Commissie visserij
inzake het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
(COM(2010)0735 – C7-0000/2011 – 2010/0355(NLE))
Rapporteur voor advies: Isabella Lövin
BEKNOPTE MOTIVERING
De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe is verstreken op 31 mei 2010. Het nieuwe protocol, dat reeds voorlopig wordt toegepast in afwachting van de goedkeuringsprocedure in het Europees Parlement, zal een geldigheidsduur hebben van drie jaar.
Overeenkomstig artikel 43, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, kan het Europees Parlement hetzij zijn goedkeuring geven, hetzij weigeren zijn goedkeuring te geven. De mogelijkheid om de goedkeuring te weigeren moet worden gezien als een laatste uitweg ingeval onomstotelijk vast zou komen te staan dat het toepassingsbereik van de overeenkomst niet naar behoren wordt gerespecteerd, tenzij het Parlement het om andere redenen niet eens is met de sluiting van een protocol.
Volgens de ontwerpovereenkomst committeren de partijen zich aan een partnerschapskader om de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in het visserijgebied in de Democratische Republiek São Tomé en Principe te faciliteren, in het belang van beide partijen.
Beide partijen hebben het nieuwe protocol nodig geacht om het partnerschap en de samenwerking in de visserijsector te versterken met gebruikmaking van alle beschikbare financieringsinstrumenten.
De financiële bijdrage bedraagt EUR 2 047 500, verdeeld over de driejarige looptijd van dit protocol. Dit bedrag stemt overeen met:
· EUR 455 000 per jaar, wat overeenkomt met een jaarlijkse referentiehoeveelheid van 7 000 ton per jaar voor 40 vaartuigen, en
· EUR 227 500 per jaar, wat overeenkomt met het door de EU betaalde aanvullende bedrag ter ondersteuning van het visserijbeleid van de Democratische Republiek São Tomé en Principe.
Hierbij moeten de bedragen die de reders betalen worden opgeteld – vergunningskosten ter hoogte van EUR 6 125 per vaartuig voor de visserij met de zegen en EUR 2 275 per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug, plus EUR 35 per ton tonijn die wordt gevangen in de EEZ van São Tomé en Principe.
São Tomé en Principe ontvangt dus EUR 100 per ton gevangen tonijn, met een gegarandeerde betaling voor minimaal 7 000 ton per jaar, plus aanvullende middelen voor de ontwikkeling van de nationale visserijsector.
Wanneer de totale vangsten van EU-vaartuigen in de wateren van São Tomé en Principe groter uitvallen dan 7 000 ton per jaar, zal de financiële bijdrage worden verhoogd met EUR 65 per ton, te betalen door de EU, en EUR 35 per ton, te betalen door de reders.
Als de EU-vaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald. Voor ontwikkelingslanden kan dit om uiteenlopende redenen problematisch zijn.
Op grond van de evaluatie van de overeenkomst zou het raadzaam zijn bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst rekening te houden met de volgende punten:
· São Tomé en Principe behoort tot de minst ontwikkelde landen en staat tevens te boek als een land met een hoge schuldenlast. De bevolking van São Tomé en Principe is voor haar dagelijkse behoefte aan dierlijke eiwitten voor 74 procent afhankelijk van vis.
· De visserijdienst, het visserijbeheer en de ontwikkeling van de visserij in São Tomé en Principe zijn nog altijd zwak te noemen, ondanks de ontvangen financiële steun uit hoofde van de vorige partnerschapsovereenkomst inzake visserij, zoals beschreven in de evaluatie van de overeenkomst.
· Vaartuigen die varen onder de vlaggen van Equatoriaal-Guinea en Gabon en in het bezit zijn van Europese exploitanten hebben voor de wateren van São Tomé en Principe een particuliere vergunning. Dit moet worden onderzocht door de Commissie aangezien dit de exclusiviteitsclausule ondermijnt.
· De voordelen van de overeenkomst zijn voor São Tomé en Principe beperkt tot de financiële bijdrage aangezien er, afgaande op de evaluatie, geen sprake is van ontschepingen, aanlopen, lokale werkgelegenheid of andere economische voordelen.
· Er zijn op de EU-vaartuigen geen waarnemers ingezet en er leeft bezorgdheid over de naleving van de rapportageverplichtingen door vaartuigen van de Europese Gemeenschap.
· Sommige van de vissoorten die worden gevangen zijn kwetsbaar, met name de grootoogtonijn en de kortvinmakreelhaai. Ook bestaan er zorgen over de beuglijnvisserij, die grote bijvangsten van zeevogels en schildpadden met zich meebrengt.
De overeenkomst heeft de visserijdienst van São Tomé en Principe evenwel voorzien van een aanzienlijke budgettaire ondersteuning. Er is een vlootregister in het leven geroepen en de controle is verbeterd. De eerste stappen in de richting van een VMS-satellietsysteem zijn gezet. Zoals in de evaluatie wordt opgemerkt “verloopt de vooruitgang over het algemeen traag en is op vele gebieden actie geboden, maar mag de bijdrage die de overeenkomst middels budgettaire ondersteuning heeft geleverd aan de geboekte resultaten niet worden onderschat”.
******
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie visserij voor te stellen dat het Parlement zijn goedkeuring aan de sluiting van het protocol hecht.
De Commissie ontwikkelingssamenwerking is van mening dat de Commissie bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst rekening moet houden met de volgende punten:
a) de transparantie van de procedures om de totale vangsten vast te stellen moet worden verbeterd en de maatregelen ter bestrijding van illegale, niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij (IOO) moeten worden verbeterd, in het bijzonder door de verbetering van de infrastructuur voor toezicht en controle op de visserijactiviteiten in zijn exclusieve economische zone van São Tomé en Principe, ten einde een verantwoorde en duurzame visserij te ontwikkelen;
b) de toegang voor de schepen van de EU tot het overschot van visbestanden moet worden beperkt aan de hand van de maximale duurzame vangst (MDV) nadat voorzien is in de voedingsbehoeften van de lokale bevolking;
c) een duurzame visserij moet worden bevorderd door ervoor te zorgen dat alle visserijactiviteiten die onder de partnerschapsovereenkomst op visserijgebied vallen, aan dezelfde duurzaamheidscriteria voldoen als de visserijactiviteiten in EU-wateren;
d) de integriteit van de hele regeling van de overeenkomst, met betrekking tot corruptieproblemen, moet boven elke twijfel verheven zijn;
e) het lokale bestuur moet meer verantwoordelijkheid krijgen en daarnaast zorgen voor betere leefomstandigheden voor lokale vissers en voor de ontwikkeling van lokale, duurzame ambachtelijke visserij en visverwerkende industrieën;
f) minimumnormen en voorwaarden die op regionaal niveau zijn afgesproken, zoals waarnemers en rapportageverplichtingen, moeten in acht worden genomen;
g) om de transparantie te vergroten en ervoor te zorgen dat het aanvullend budget voor de ondersteuning van het sectorale visserijbeleid daadwerkelijk voor dit doel wordt gebruikt, moet er jaarlijks een verslag worden opgesteld over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en naar het Parlement en de Raad worden gezonden;
h) zowel de letter als de geest van de exclusiviteitsclausule moet worden gerespecteerd.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
2.5.2011 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
23 0 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Thijs Berman, Corina Creţu, Leonidas Donskis, Charles Goerens, Catherine Grèze, Eva Joly, Miguel Angel Martínez Martínez, Gay Mitchell, Norbert Neuser, Bill Newton Dunn, Maurice Ponga, Birgit Schnieber-Jastram, Alf Svensson, Eleni Theocharous, Ivo Vajgl |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Kriton Arsenis, Proinsias De Rossa, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Enrique Guerrero Salom, Martin Kastler, Krzysztof Lisek, Csaba Őry, Bart Staes |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Edit Bauer |
|||||
ADVIES van de Begrotingscommissie (2.5.2011)
aan de Commissie visserij
over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
(COM(2010)0735 – C7-0000/2011 – 2010/0355(NLE))
Rapporteur voor advies: François Alfonsi
BEKNOPTE MOTIVERING
De visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Sao Tomé en Principe loopt op 31 mei 2010 af, na een looptijd van 3 jaar. De looptijd van de overeenkomst kan met 3 jaar verlengd worden; een dergelijke verlenging geldt momenteel en zal voorlopig van toepassing zijn in afwachting van de goedkeuringsprocedure in het Europees Parlement.
Overeenkomstig artikel 43, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan het Europees Parlement hetzij zijn goedkeuring geven, hetzij weigeren zijn goedkeuring te geven.
Wat de inhoud betreft, ziet de overeenkomst er als volgt uit:
Soort uitgave |
2011 |
2012 |
2013 |
TOTAAL |
|
referentiehoeveelheid 7000 ton/jaar à 65 EUR/ton |
455 000 € |
455 000 € |
455 000 € |
1 365 000€ |
|
tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Sao Tomé en Principe |
227 500€ |
227 500€ |
227 500€ |
682 500€ |
|
subtotaal |
682 500€ |
682 500€ |
682 500€ |
2 047 500€ |
|
Administratieve uitgaven |
|
206 000€ |
|||
TOTAAL incl. administratieve uitgaven |
682 500€ |
682 500€ |
682 500€ |
2 253 500€ |
|
Na een gezamenlijke evaluatie van de situatie van de bestanden kunnen aanpassingen aan de visserijquota worden doorgevoerd, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
De financiële tegenprestatie van de EU bestaat uit de volgende elementen:
- een jaarlijkse bijdrage van 455 000 EUR voor vangstrechten van 7000 ton per jaar (65 EUR per ton);
- een jaarlijks bedrag van 227.500 EUR voor de ondersteuning en uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Sao Tomé en Principe;
- een bedrag van 206 000 EUR voor de periode 2011 tot 2013 voor administratieve uitgaven;
in totaal een bedrag van 682 500 EUR per jaar, exclusief administratieve uitgaven.
Dit komt neer op een totaalbedrag van 2 253 500 EUR voor de drie jaren van de overeenkomst, inclusief administratieve uitgaven.
Er geldt geen bovengrens voor aanvullende tonijnvangsten door schepen uit de Gemeenschap. Elke ton extra kost 65 EUR. Als de door schepen uit de Gemeenschap gevangen hoeveelheid meer dan het dubbele bedraagt van de totale jaarlijkse hoeveelheid, zal het bedrag dat voor de meervangsten verschuldigd is, pas het volgende jaar worden betaald.
In de corruptierangschikking van Transparency International van 2010 staat Sao Tomé en Principe op de 101e plaats van 178 landen. De Commissie moet controleren in hoeverre het geld is en zal worden besteed zoals met Sao Tomé en Principe is overeengekomen.
De Begrotingscommissie is daarom van mening dat bij de uitvoering van de overeenkomst met onderstaande kwesties rekening moet worden gehouden:
· elk jaar evalueren of de lidstaten waarvan vaartuigen in het kader van het aan de overeenkomst gehechte protocol visserijactiviteiten ontplooien, aan de rapportageverplichtingen hebben voldaan. Indien dit niet het geval is, moet de Commissie hun vismachtigingsaanvragen voor het volgende jaar afwijzen;
· jaarlijks moet bij het Parlement en de Raad een verslag worden ingediend over de resultaten van het in artikel 7 van het protocol beschreven meerjarige sectorale programma en over de wijze waarop de lidstaten voldaan hebben aan de rapportagevereisten;
· vóór het verstrijken van het protocol of vóór het begin van de onderhandelingen over een eventuele vernieuwing ervan moet aan het Parlement en de Raad een ex-post evaluatie van het protocol worden voorgelegd, die ook een kosten-batenanalyse omvat.
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie visserij aan het Parlement voor te stellen zijn goedkeuring te verlenen aan de sluiting van de overeenkomst, en wenst dat de Europese Commissie en Sao Tomé en Principe bij de uitvoering van de overeenkomst terdege rekening houden met de volgende punten:
a) elk jaar evalueren of de lidstaten waarvan vaartuigen in het kader van het aan de overeenkomst gehechte protocol visserijactiviteiten ontplooien, aan de rapportageverplichtingen hebben voldaan. Indien dit niet het geval is, moet de Commissie hun vismachtigingsaanvragen voor het volgende jaar afwijzen;
b) jaarlijks moet bij het Parlement en de Raad een verslag worden ingediend over de resultaten van het in artikel 7 van het protocol beschreven meerjarige sectorale programma en over de wijze waarop de lidstaten voldaan hebben aan de rapportagevereisten;
c) vóór het verstrijken van het protocol of vóór het begin van de onderhandelingen over een eventuele vernieuwing ervan moet aan het Parlement en de Raad een ex-post evaluatie van het protocol worden voorgelegd, die ook een kosten-batenanalyse omvat.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
2.5.2011 |
|
|
|
||
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
21 1 0 |
||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Reimer Böge, Lajos Bokros, Isabelle Durant, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Estelle Grelier, Carl Haglund, Jutta Haug, Anne E. Jensen, Ivailo Kalfin, Jan Kozłowski, Giovanni La Via, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Dominique Riquet, László Surján, Helga Trüpel, Angelika Werthmann |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Jürgen Klute |
|||||
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
24.5.2011 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
17 1 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Josefa Andrés Barea, Kriton Arsenis, Alain Cadec, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Marek Józef Gróbarczyk, Iliana Malinova Iotova, Isabella Lövin, Guido Milana, Maria do Céu Patrão Neves, Crescenzio Rivellini, Ulrike Rodust, Struan Stevenson, Catherine Trautmann, Jarosław Leszek Wałęsa |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Jean-Paul Besset, Izaskun Bilbao Barandica, Ole Christensen, Chris Davies |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Pablo Arias Echeverría |
||||