AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Federale Republiek Brazilië betreffende de veiligheid van de burgerluchtvaart

27.6.2011 - (13989/1/2010 – C7‑0336/2010 – 2010/0143(NLE)) - ***

Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Silvia-Adriana Ţicău
PR_NLE-AP_art90

Procedure : 2010/0143(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0259/2011
Ingediende teksten :
A7-0259/2011
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Federale Republiek Brazilië betreffende de veiligheid van de burgerluchtvaart

(13989/1/2010 – C7‑0336/2010 – 2010/0143(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–   gezien het ontwerp van besluit van de Raad (13989/1/2010),

–   gezien de ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Federale Republiek Brazilië betreffende de veiligheid van de burgerluchtvaart (11282/2010),

–   gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 100, lid 2, artikel 207, lid 4, eerste alinea, artikel 218, lid 8, eerste alinea, artikel 281, lid 7 en artikel 218, lid 6, tweede alinea, letter a, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7‑0336/2010),

–   gelet op artikel 81 en artikel 90, lid 8, van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0259/2011),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter om het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Federale Republiek Brazilië.

TOELICHTING

Inleiding

De aanbeveling betreft een ontwerp van besluit van de Raad tot afsluiting van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Brazilië over de veiligheid in de burgerluchtvaart. De overeenkomst is op 14 juli van dit jaar (2010) namens de Europese Unie ondertekend en wordt voorlopig nog niet uitgevoerd. Omdat de opheffing van technische belemmeringen voor de goederenhandel uitsluitend tot de bevoegdheid van de Europese Unie behoort, kan de overeenkomst met een besluit van de Raad afgesloten worden.

Op het ogenblik hebben er maar 6 lidstaten bilaterale overeenkomsten met Brazilië die de certificatie van producten omvatten. De bilaterale overeenkomsten lopen op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst af, die voor de Europese Unie louter voordeel betekent omdat ze wederzijdse aanvaarding van de bevindingen van de certificatieprocedure voor de luchtwaardigheid in al haar onderdelen, voor alle lidstaten vastlegt. Brazilië is overigens niet alleen de 10de grootste staatshuishouding ter wereld, maar ook de 10de grootste handelspartner van de Europese Unie.

Verdrag van Lissabon

Het verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 van kracht geworden is, brengt een uitbreiding van de omstandigheden waarbij het Europees Parlement voor het afsluiten van een internationale overeenkomst zijn instemming moet geven. Overeenkomsten over de luchtvaart vallen onder die regeling omdat ze een beleidsonderdeel betreffen waar de gewone wetgevende procedure van toepassing is[1].

Aan de uitgebreide functie van het Europees Parlement volgens het nieuw verdrag beantwoordt de overeenkomstige verantwoordelijkheid om van dichtbij op het verloop van de onderhandelingen toe te zien en de mogelijkheden van art. 90 van zijn eigen reglement volledig aan te wenden. Het is duidelijk in het voordeel van alle partijen dat alle aangelegenheden die voldoende gewicht vertegenwoordigen om de bereidheid van het Europees Parlement om zijn instemming met de overeenkomst te geven, in het gedrang te kunnen brengen, aangewezen en in een vroegtijdig stadium behandeld worden, liever dan na het afsluiten van de onderhandelingen. Ook toe te juichen is de flexibiliteit, dat de overeenkomst namelijk gewijzigd kan worden door haar bijlagen aan te passen, maar er moet ook over nagedacht worden, hoe het Europees Parlement van de belangrijkste veranderingen op de hoogte kan blijven.

Doelstellingen van de overeenkomst

De overeenkomst heeft als eerste bedoeling om de handel in goederen en diensten die er het voorwerp van uitmaken, te vergemakkelijken, en de verdubbeling van keuringen, onderzoeken en controles zo veel mogelijk te beperken tot betekenisvolle verschillen in de regelgeving, en verder het certificatiesysteem van elke partij te vertrouwen om na te gaan in hoever de betreffende goederen en diensten aan de vereisten van de andere partijen voldoen.

Inhoud van de overeenkomst

De overeenkomst stemt in grote lijnen met de structuur van de bestaande bilaterale overeenkomsten over de veiligheid van de luchtvaart (“Basa”) tussen de lidstaten en derde landen overeen. Zoals die bilaterale overeenkomsten gaat ze van vertrouwen in de systemen van de andere partijen en vergelijking van de verschillen in de regelgeving uit. Ze brengt dus verplichtingen met zich mee en legt samenwerkingsmethoden vast zodat de invoerende partij haar eigen certificaat over uitrusting en gereedschap, onderdelen of instrumenten voor de luchtvaart kan opstellen zonder alle keuringen te moeten herhalen die door de exporterende partij al uitgevoerd zijn.

De bijlagen bij de overeenkomst leggen vast hoe de samenwerking en wederzijdse overname van de certificatiebevindingen voor luchtwaardigheid en onderhoud juist in hun werk gaan. De overeenkomst gaat niet verder dan wat volgens de wet van elk van beide partijen toelaatbaar is. Voor de Europese Unie gaat het om verordening (EG) nr. 216/2008 en haar uitvoeringsmaatregelen, met alle wijzigingen die ze ondergaan hebben. Het EU-systeem is in de ontwerptekst volledig terug te vinden, die een taakverdeling in de certificatie vastlegt, van de ene kant voor uitrusting en onderdelen voor de luchtvaart, en van de andere kant voor organisaties die zich met ontwerp en vervaardiging van die uitrusting en onderdelen bezig houden.

De overeenkomst richt een gezamenlijke commissie en subcommissies voor deelwerkzaamheden als certificatie van luchtwaardigheid en onderhoud op. Haar tekst is zo ontworpen dat de partijen over de nodige flexibiliteit beschikken om onmiddellijk op veiligheidsproblemen in te grijpen of strengere beschermingsregels in te voeren die ze om veiligheidsredenen noodzakelijk achten. Om de beide zijden in staat te stellen om dergelijke situaties meester te worden zonder de geldigheid van de overeenkomst in gevaar te brengen, zijn er specifieke procedures voorzien.

Conclusies

Europese en Braziliaanse maatschappijen zullen uit de toepassing van de overeenkomst veel voordeel halen door kortere en eenvoudiger, en dus goedkoper procedures voor de goedkeuring van materiaal, en wederzijdse overname van de bevindingen van de certificatieprocedures. De overeenkomst betekent ook zuiver voordeel voor de Europese Unie omdat ze voor wederzijdse overname van de bevindingen van de certificatieprocedures voor de luchtwaardigheid in al haar onderdelen voor alle lidstaten zorgt.

Met die opmerkingen stel ik als rapporteur het Europees Parlement voor om zijn instemming met de afsluiting van de overeenkomst te geven. Aangezien ze niet van kracht kan worden voordat ze afgesloten is, is het ook ten zeerste gewenst dat de Raad, zodra het Europees Parlement zijn besluit genomen heeft, niet blijft talmen om de procedures af te handelen.

  • [1]  Artikel 218, § 6, letter a, cijfer v, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

21.6.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

33

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Georges Bach, Izaskun Bilbao Barandica, Michael Cramer, Luis de Grandes Pascual, Saïd El Khadraoui, Ismail Ertug, Knut Fleckenstein, Jacqueline Foster, Jim Higgins, Dieter-Lebrecht Koch, Georgios Koumoutsakos, Werner Kuhn, Jörg Leichtfried, Bogusław Liberadzki, Marian-Jean Marinescu, Gesine Meissner, Mike Nattrass, Hubert Pirker, David-Maria Sassoli, Vilja Savisaar-Toomast, Olga Sehnalová, Brian Simpson, Keith Taylor, Silvia-Adriana Ţicău, Thomas Ulmer, Peter van Dalen, Artur Zasada, Roberts Zīle

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Philip Bradbourn, Spyros Danellis, Tanja Fajon, Markus Ferber, Dominique Riquet, Laurence J.A.J. Stassen, Ramon Tremosa i Balcells