VERSLAG over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012‑2013)
17.10.2011 - (COM(2011)0072 – C7‑0077/2011 – 2011/0046(NLE)) - *
Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Jan Březina
PR_NLE-CN_art55am
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012‑2013)
(COM(2011)0072 – C7‑0077/2011 – 2011/0046(NLE))
(Raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0072),
– gezien artikel 7 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0077/2011),
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en het advies van de Begrotingscommissie (A7-0360/2011),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. acht het bedrag dat in het voorstel is vastgesteld als voornaamst referentiepunt niet verenigbaar met het plafond van rubriek 1a van het huidige meerjarig financieel kader (MFK) 2007-2013; neemt kennis van het Commissievoorstel[1] het huidige MFK te herzien op de grondslag van de punten 21 t.m. 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IA) om de onvoorziene extra uitgaven ten behoeve van ITER voor de jaren 2012 en 2013 op te vangen; is bereid, op de grondslag van alle middelen waarin het IA voorziet, onderhandelingen aan te knopen met de andere arm van de begrotingsautoriteit, om uiterlijk eind 2011 snel tot overeenstemming te komen over de financiering van het onderzoeksprogramma van Euratom; wijst er andermaal op dat het gekant is tegen iedere vorm van omleiding van kredieten uit het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratiewerkzaamheden (2007-2013)[2], zoals in voornoemd Commissievoorstel wordt voorgesteld;
3. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie dienovereenkomstig te wijzigen;
4. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
5. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(4 bis) opzet en tenuitvoerlegging van het kaderprogramma (2012-2013) moeten gebaseerd zijn op de beginselen eenvoud, stabiliteit, doorzichtigheid, rechtszekerheid, logische opbouw, uitmuntendheid en vertrouwen overeenkomstig de aanbevelingen die het Europees Parlement heeft uitgesproken in zijn verslag inzake het vereenvoudigen van de tenuitvoerlegging van de kaderprogramma's voor onderzoek; |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) aan verbetering van de veiligheid van kerninstallaties en, indien van toepassing, aan veiligheidsaspecten moet voorrang worden gegeven daar ongevallen in kerninstallaties grensoverschrijdende gevolgen kunnen hebben; |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 bis) Doel van het Europees initiatief voor duurzame kernenergie (ESNII) is dat er tussen 2035 en 2040 snelle neutronenreactoren van de vierde generatie met gesloten brandstofcycli worden ingezet. Het volgt drie technische ontwikkelingslijnen en omvat vier hoofdprojecten: het (natriumgekoelde) prototype ASTRID, de (gasgekoelde) demonstratie-eenheid ALLEGRO, het (loodgekoelde) demonstratiemodel ALFREDO en als ondersteunende infrastructuur voor laatstgenoemde techniek de (lood-bismutgekoelde) snelle neutronenbestralingsinstallatie MYRRHA. |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 6 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 ter) Binnen het zevende kaderprogramma van Euratom (2007 – 2011) zijn drie grote Europese samenwerkingsinitiatieven gestart op het gebied van nucleaire wetenschap en technologie: het Technologieplatform inzake duurzame kernenergie (SNETP), het Technologieplatform Implementatie van eindberging (IGDTP) en het Multidisciplinair Europees Lage Dosis Initiatief (MELODI). SNETP en IGDTP sluiten beide nauw aan op de doelen van het SET-plan. |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 6 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(6 quater) gezien het ongeval in de kernenergiecentrale te Fukushima in Japan als gevolg van de aardbeving en de vloedgolf van 11 maart 2011 is aanvullend onderzoek noodzakelijk op het gebied van de veiligheid van kernsplijting, om te burgers van de Unie ervan te overtuigen dat de veiligheid van kerninstallaties in de Unie nog steeds voldoet aan de strengste internationale normen; voor deze aanvullende werkzaamheden moeten de kredieten die zijn uitgetrokken voor kernsplijting worden opgetrokken; |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Overweging 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) een overeenkomst over aanvullende financiering van ITER uitsluitend via overdracht van in 2011 niet gebruikte restbedragen uit het meerjarig financieel kader (MFK) en zonder bedragen uit het zevende kaderprogramma van de EU (2007-2013) om te leiden naar het kaderprogramma (2012-2013) zou het mogelijk maken het programma in 2011 snel goed te keuren; |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Volgens de conclusies van de Raad over de behoefte aan competenties op nucleair gebied, vastgesteld tijdens zijn vergadering van 1 en 2 december 2008, is het van essentieel belang binnen de Gemeenschap een hoog opleidingsniveau op nucleair gebied te handhaven. |
(11) Volgens de conclusies van de Raad over de behoefte aan competenties op nucleair gebied, vastgesteld tijdens zijn vergadering van 1 en 2 december 2008, is het van essentieel belang binnen de Gemeenschap een hoog opleidingsniveau en adequate arbeidsomstandigheden op nucleair gebied te handhaven. |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14bis) de Commissie, de Europese Raad , de Raad en de lidstaten moeten een procedure op gang brengen tot wijziging van het Euratom-Verdrag, ter consolidering van de Verdragsbepalingen over voorlichting aan en medewetgevingsbevoegdheden van het Europees Parlement in verband met Euratomonderzoek en milieubescherming, ten einde o.m. toekomstige begrotingsprocedures te versoepelen; |
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Dit besluit dient voor de gehele duur van het kaderprogramma (2012-2013) de financiële middelen vast te stellen die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer. |
(16) Dit besluit dient voor de gehele duur van het kaderprogramma (2012‑2013) de financiële middelen vast te stellen die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IA). Om in het MFK voor de jaren 2012 en 2013 te voldoen aan de behoeften van het Kaderprogramma (2012-2013) moet het MFK worden aangepast door het plafond van rubriek 1a te verhogen; Indien er geen andere MFK-restbedragen uit 2011 beschikbaar zijn voor overdracht naar 2012 en 2013, moet het flexibiliteitsinstrument overeenkomstig punt 27 van het IA worden ingezet; |
Amendement 10 Voorstel voor een besluit Overweging 16 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(16bis) Voor het MFK 2014-2020 moeten de voor het ITER-project bestemde kredieten voor de gehele programmaperiode worden vastgesteld, zodat alle meerkosten boven het EU-aandeel van EUR 6,6 mia. ten behoeve van de bouw van ITER, die volgens de huidige planning in 2020 voltooid dient te zijn, buiten de EU-begroting moeten worden gefinancierd (“afscherming”); |
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) De internationale en wereldwijde dimensie van de Europese onderzoeksactiviteiten is belangrijk met het oog op het verkrijgen van wederzijdse voordelen. Het kaderprogramma (2012-2013) dient open te staan voor deelname door landen die hiertoe de nodige overeenkomsten hebben gesloten, en, op het niveau van projecten en op basis van wederzijds voordeel, door entiteiten van derde landen en door internationale organisaties voor wetenschappelijke samenwerking. |
(18) De internationale en wereldwijde dimensie van de Europese onderzoeksactiviteiten is belangrijk met het oog op het verkrijgen van wederzijdse voordelen. Het kaderprogramma (2012-2013) dient enerzijds dan ook open te staan voor deelname door landen die hiertoe de nodige overeenkomsten hebben gesloten, en, op het niveau van projecten en op basis van wederzijds voordeel, door entiteiten van derde landen en door internationale organisaties voor wetenschappelijke samenwerking. Anderzijds houdt dit ook in dat de internationale partners, met name in verband met het ITER-project, hun financiële verplichtingen ten volle moeten nakomen. |
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het kaderprogramma (2012-2013) draagt bij tot de verwezenlijking van de algemene doelstellingen die zijn genoemd in artikel 1 en artikel 2, sub a), van het Verdrag en draagt bovendien, voortbouwend op een Europese Onderzoeksruimte, bij tot de realisatie van de Innovatie-Unie. |
1. Het kaderprogramma (2012-2013) draagt bij tot de verwezenlijking van de algemene doelstellingen die worden genoemd in artikel 1 en artikel 2, letter a), van het Verdrag, met bijzondere aandacht voor nucleaire veiligheid, beveiliging en stralingsbescherming en draagt voorts, voortbouwend aan een Europese Onderzoeksruimte, bij tot de realisatie van de Innovatie-Unie. |
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Via het kaderprogramma (2012-2013) wordt een bijdrage geleverd tot tenuitvoerlegging van het SET-plan. In verband met de daaruit voortvloeiende maatregelen moet rekening worden gehouden met de strategische onderzoeksagenda van de drie bestaande Europese technologieplatformen voor kernenergie: SNETP, IGDTP en MELODI. |
Motivering | |
Er moet meer nadruk worden gelegd op de noodzaak van samenhang tussen de in 2012-2013 uit te voeren onderzoeks- en opleidingsactiviteiten en de drie strategische onderzoeksagenda’s van drie belangrijke Europese samenwerkingsinitiatieven die binnen het zevende kaderprogramma van Euratom op gang zijn gebracht: het Europees initiatief voor duurzame kernenergie in het kader van het SET-plan (dat het Technologieplatform inzake duurzame kernenergie (SNETP) en het Technologieplatform Implementatie van eindberging (IGDTP) omvat) en het Multidisciplinair Europees Lage Dosis Initiatief (MELODI). | |
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het maximumbedrag voor de tenuitvoerlegging van het kaderprogramma (2012-2013) is 2 560 270 000 euro. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld (in euro): |
Het maximumbedrag voor de tenuitvoerlegging van het kaderprogramma (2012-2013) is 2.100.270.000 euro. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld (in euro): |
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – letter a – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– onderzoek inzake fusie-energie 2 208 809 000; |
– onderzoek inzake fusie-energie 1.748.809.000; |
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – letter a – streepje 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– kernsplijting en stralingsbescherming 118 245 000; |
- kernsplijting, met name veiligheid, beter beheer van kernafval en stralingsbescherming 118 245 000; |
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – letter b – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– nucleaire activiteiten van het GCO 233 216 000 |
– nucleaire activiteiten van het GCO in verband met veiligheid van kerninstallaties, milieubescherming en buitenbedrijfstelling 233 216 000 |
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bijzondere aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van regelingen in overeenkomsten die het gevaar van niet-nakoming beperken en die gevaren en kosten herverdelen over de tijd; |
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Bijzondere aandacht gaat uit naar initiatieven die het eigenlijke nucleair onderzoek steunen, met name voor wat betreft de investering in personeel en adequate arbeidsomstandigheden en werkzaamheden die gericht zijn op het aanpakken van het gevaar dat er de komende jaren een gebrek aan vaardigheden ontstaat; |
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten en de Commissie moeten een overzicht opstellen van beroepskwalificaties, opleiding en vaardigheden in de nucleaire sector in de Unie, waarin een algemeen beeld wordt gegeven van de huidige toestand en waardoor het mogelijk wordt de juiste oplossingen te bepalen en ten uitvoer te leggen; |
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Bijlage I – deel I.A – punt 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Met een speciaal programma op het gebied van fysica en technologie worden de JET-faciliteit (Joint European Torus) en andere voor ITER relevante installaties voor magnetische opsluiting geëxploiteerd. Daarbij worden specifieke cruciale ITER-technologieën beoordeeld, ITER-projectkeuzen geconsolideerd en wordt de inwerkingstelling van ITER voorbereid. |
Met een speciaal programma op het gebied van fysica en technologie worden de JET-faciliteit (Joint European Torus) en andere voor ITER relevante installaties voor magnetische opsluiting geëxploiteerd eventueel (o.m. door middel van nieuwe experimenten die ten uitvoer moeten worden gelegd en die tegelijk met ITER moeten worden uitgevoerd). Daarbij worden specifieke cruciale ITER-technologieën beoordeeld, ITER-projectkeuzen geconsolideerd en wordt de inwerkingstelling van ITER voorbereid. |
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Bijlage I – deel I.B. – Doelstelling | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Totstandbrenging van een hechte wetenschappelijke en technische basis ter bespoediging van de praktische ontwikkelingen voor een veiliger beheer van radioactieve afvalstoffen met een lange levensduur, ter verbetering van met name de veiligheid, de grondstoffenefficiëntie en de kosteneffectiviteit van kernenergie en de verzekering van een robuust en maatschappelijk aanvaardbaar systeem voor de bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling. |
Totstandbrenging van een hechte wetenschappelijke en technische basis ter bespoediging van de praktische ontwikkelingen voor een veiliger beheer van radioactieve afvalstoffen met een lange levensduur, ter verbetering van met name de veiligheid, de grondstoffenefficiëntie en de kosteneffectiviteit van kernenergie en de verzekering van een robuust en maatschappelijk aanvaardbaar systeem voor de bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling. Bij het buiten bedrijf stellen van verouderde systemen moet bijzondere aandacht worden geschonken aan langlevend kernafval. |
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Bijlage I – deel I.B – afdeling 3 – punt 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Steun voor het behoud en de verdere ontwikkeling van wetenschappelijke deskundigheid en menselijke capaciteit teneinde op langere termijn de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde onderzoekers, ingenieurs en medewerkers in de nucleaire sector te waarborgen. |
Aanhoudende steun voor het behoud en de ontwikkeling van het bevoegde personeel dat nodig is om de onafhankelijkheid van de Unie op nucleair gebied te behouden, en het niveau van nucleaire veiligheid consequent te waarborgen en te verbeteren. Het is van wezenlijke betekenis nucleaire deskundigheid met betrekking tot stralingsbescherming en ontmanteling van kerninstallaties in de Unie te houden, daar kernenergie een sleutelrol zal blijven spelen in het energiepakket van de Unie, met inbegrip van ontmanteling en werkzaamheden in verband met het beheer van langlevend afval. |
Amendement 24 Voorstel voor een besluit Bijlage I – deel II – afdeling 2 – paragraaf 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Om dit doel te bereiken bestaat er een duidelijke behoefte aan de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties teneinde de vereiste wetenschappelijke, onafhankelijke en betrouwbare geavanceerde expertise te bieden ter ondersteuning van het beleid van de Unie op de terreinen van veiligheid van kerninstallaties en de splijtstofcyclus, nucleaire veiligheidscontrole en beveiliging. De door de klant aangestuurde steun voor het beleid van de Unie zoals in de opdracht van het GCO opgenomen, wordt aangevuld met een proactieve rol binnen de Europese onderzoeksruimte bij het ondernemen van kwalitatief hoogwaardige onderzoeksactiviteiten in nauw contact met het bedrijfsleven en andere organen en het ontwikkelen van netwerken met openbare en particuliere instellingen in de lidstaten. |
Om dit doel te bereiken bestaat er een duidelijke behoefte aan de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties teneinde de vereiste wetenschappelijke, onafhankelijke en betrouwbare geavanceerde expertise te bieden ter ondersteuning van het beleid van de Unie op de terreinen nucleaire waarborgen en veiligheid. De opdracht van het GCO wordt aangevuld met een proactieve rol binnen de Europese onderzoeksruimte bij het ondernemen van kwalitatief hoogwaardige onderzoeksactiviteiten in nauw contact met het bedrijfsleven en andere organen en het ontwikkelen van netwerken met openbare en particuliere instellingen in de lidstaten. Zijn rol als algemeen verspreider van gegevens wordt uitgebreid. |
Amendement 25 Voorstel voor een besluit Bijlage I – deel II – afdeling 3 – punt 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Nucleaire beveiliging biedt verdere ondersteuning met het oog op het verwezenlijken van de verbintenissen van de Gemeenschap, met name ontwikkeling van methoden voor het toezicht op de splijtstofkringloopfaciliteiten, de uitvoering van het aanvullende protocol inclusief milieubemonstering en geïntegreerde veiligheidscontrole en het voorkomen van onttrekking van nucleair en radioactief materiaal ten behoeve van de illegale handel in dergelijk materiaal, inbegrepen nucleair forensisch onderzoek. |
3. Nucleaire beveiliging biedt verdere ondersteuning met het oog op het verwezenlijken van de verbintenissen van de Gemeenschap, met name ontwikkeling van methoden voor het toezicht op de splijtstofkringloopfaciliteiten, de uitvoering van het aanvullende protocol inclusief milieubemonstering en geïntegreerde veiligheidscontrole en het voorkomen van onttrekking van nucleair en radioactief materiaal ten behoeve van de illegale handel in dergelijk materiaal, inbegrepen nucleair forensisch onderzoek. Er moet gebruik worden gemaakt van zo goed mogelijke instrumenten voor het toezicht op alle civiele nucleaire activiteiten, met inbegrip van vervoerswerkzaamheden of plaats van opslag van radioactief materiaal. |
Amendement 26 Voorstel voor een besluit Bijlage II – punt 2 – letter a – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Projecten in samenwerkingsverband |
1. Projecten in samenwerkingsverband |
Ondersteuning van onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd door consortia met deelnemers uit verschillende landen, gericht op het ontwikkelen van nieuwe kennis, nieuwe technologie, producten of gemeenschappelijke middelen voor onderzoek. De omvang, het bereik en de interne organisatie van de projecten kan variëren per gebied en per onderwerp. De projecten kunnen uiteenlopen van gerichte onderzoeksacties van kleine of middelgrote omvang tot grootschalige integrerende projecten waarbij voor het bereiken van een bepaalde doelstelling omvangrijke middelen worden ingezet. Ondersteuning van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers wordt in de projectwerkplannen opgenomen. |
Ondersteuning van onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd door consortia met deelnemers uit verschillende landen, gericht op het ontwikkelen van nieuwe kennis, nieuwe technologie, producten of gemeenschappelijke middelen voor onderzoek. De omvang, het bereik en de interne organisatie van de projecten kan variëren per gebied en per onderwerp. De projecten kunnen uiteenlopen van gerichte onderzoeksacties van kleine of middelgrote omvang tot grootschalige integrerende projecten waarbij voor het bereiken van een bepaalde doelstelling omvangrijke middelen worden ingezet. Ondersteuning van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers wordt in de projectwerkplannen opgenomen. Van het ontwerpwerkprogramma zullen normeringswerkzaamheden deel vormen. |
Amendement 27 Voorstel voor een besluit Bijlage II – punt 2 – letter a – punt 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Coördinatie- en ondersteuningsacties |
3. Coördinatie- en ondersteuningsacties |
Steun voor activiteiten voor de coördinatie van coördinerende of ondersteunende onderzoeksactiviteiten (netwerken, uitwisselingen, transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuren, studies, conferenties, bijdragen tijdens het opzetten van een nieuwe infrastructuur, enz.) of ter bevordering van de ontwikkeling van personele middelen (bijv. netwerken en ontwikkelen van opleidingstrajecten). Deze acties kunnen ook op een andere wijze dan via uitnodigingen tot het indienen van voorstellen worden uitgevoerd. |
Steun voor activiteiten ten behoeve van de coördinatie van coördinerend of ondersteunend onderzoek (netwerken, uitwisselingen, transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuren, studies, conferenties, deelname aan normeringsorganen, bijdragen tijdens het opzetten van een nieuwe infrastructuur, enz.) of ter bevordering van de ontwikkeling van personele middelen (bijv. netwerken en ontwikkelen van opleidingstrajecten). Deze acties kunnen ook op een andere wijze dan via uitnodigingen tot het indienen van voorstellen worden uitgevoerd. |
Amendement 28 Voorstel voor een besluit Bijlage II – inleiding – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het beheer van de Europese financiering van onderzoek moet in iedere fase van projecten meer op vertrouwen gebaseerd en risicotolerant zijn ten opzichte van deelnemers, en tegelijkertijd verantwoordingsplicht waarborgen via soepele EU-voorschriften om zo mogelijk de aansluiting op bestaande uiteenlopende nationale regelgevingen en erkende boekhoudmethoden te verbeteren; |
Amendement 29 Voorstel voor een besluit Bijlage II – inleiding – paragraaf 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Er moet bij de waarborging van een gezond financieel beheer van de onderzoekkredieten van de Unie evenwicht worden gevonden tussen vertrouwen en toezicht – tussen het nemen van risico’s en de gevaren die risico’s met zich meebrengen; |
TOELICHTING
Op 7 maart 2011 heeft de Commissie het pakket wetsvoorstellen bekend gemaakt om de onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie in de jaren 2012 en 2013 voort te zetten.
Het wetgevingspakket bestaat uit de ontwerpbesluiten van de Raad voor het Kaderprogramma, specifieke programma’s voor al dan niet rechtstreeks optreden, en voorschriften voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties binnen het kaderprogramma en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten.
1. De rapporteur begroet en steunt de algemene opzet van het voorstel:
Het wetgevingspakket beoogt voortzetting van de steun aan O&O-werkzaamheden in de nucleaire sector die worden uitgevoerd binnen het zevende kaderprogramma van Euratom (2007-2011). De voorstellen dekken slechts twee jaren (2012 en 2013) overeenkomstig de huidige financiële vooruitzichten (2007 tot 2013) en overeenkomstig het tijdschema van het zevende Kaderprogramma van de EU (2007‑2013).
Daarnaast speelt door Euratom medegefinancierd onderzoek een belangrijke rol bij het vergroten van de veiligheid, grondstoffenefficiëntie en kosteneffectiviteit van kernsplijting en andere toepassingen van straling in de industrie en de geneeskunst, en een aantal onderzoeksprojecten speelt een belangrijke voortrekkersrol bij het onlangs gestarte Europees initiatief voor duurzame kernenergie (ESNII), een van de zes Europese industriële initiatieven die in 2010 zijn gestart in het kader van het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan).
De voorstellen voor het kaderprogramma van Euratom houden duidelijk verband met de doelen van de Europa 2020- en Energie 2020-strategieën. Het programma draagt bij tot het kerninitiatief 'Innovatie-Unie' door ondersteuning van precommercieel onderzoek en het vergemakkelijken van technologieoverdracht tussen wetenschappers en het bedrijfsleven, en tot het kerninitiatief 'Efficiënt gebruik van hulpbronnen', doordat het de algemene duurzaamheid van kernenergie aanzienlijk vergroot. Door in al zijn activiteiten de nadruk te leggen op opleiding, de concurrentie in de huidige kernindustrie te stimuleren en een hoogwaardige technologische sector voor met name fusie-energie te creëren, zal het Euratomprogramma leiden tot groei en nieuwe banen in een groot aantal uiteenlopende disciplines.
2. Uw rapporteur wil op deze plaats wijzen op onderstaande contouren van zijn hoofdprioriteiten:
Ø Nasleep van Fukusjima
Uw rapporteur is van mening dat Europa in de nasleep van de ramp in Foekoesjima behoefte heeft aan meer onderzoek en ontwikkeling op nucleair gebied, niet aan minder. Hoewel sommige lidstaten hebben besloten geleidelijk een eind te maken aan het gebruik van kernenergie, is het van belang de O&O op nucleair gebied op Europees niveau te handhaven ter vergroting van de veiligheid van kernsplijting, voor het in bedrijf houden van bestaande faciliteiten, afvalbeheer, ontmantelings- en buitenbedrijfstellingsprocessen en andere toepassingen van straling in industrie en geneeskunst, alsook om de nucleaire veiligheid op te voeren (nucleaire veiligheidscontrole, niet‑verspreiding, bestrijding van illegale handel en nucleaire forensische wetenschap).
Gezamenlijk Europees onderzoek en opleiding op nucleair gebied zijn van wezenlijke betekenis ter bevordering van mededingingsvermogen , economische groei en een hoog wetenschappelijk niveau in Europa. Via een behoorlijke coördinatie en kennisdeling zou de doelmatige tenuitvoerlegging van O&O-resultaten in de kernenergiecentrales kunnen worden aangetoond in aansluiting op beter inzicht in de fenomenologie van de ongevallen. Daarom zou het EURATOM-programma met de nadruk op veiligheid een waardevolle voorziening kunnen zijn voor nucleaire programma's in Europa, Rusland en de VS, in combinatie met de aanhoudende snelle ontwikkelingen in de opkomende economieën (met name in Azië). Hierdoor zou uiteindelijk een omvangrijke markt voor nucleaire industrieën tot stand kunnen worden gebracht, waarbij de Europese nucleaire industrie zal profiteren van de steun door EURATOM-werkzaamheden en –programma’s om het vertrouwen in het veiligheidsniveau van de installaties te herstellen.
Ø Splijtingsonderzoek
Kernenergie moet een belangrijke rol spelen in de verwezenlijking van de doelen die zijn uiteengezet in het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan), te weten minder koolstofuitworp, betere garantie van de aanvoer, minder afhankelijkheid van leveranties uit energiebronnen in onstabiele regio’s van de wereld en meer mededingingsvermogen van de sector. Bijna een derde van de Europese elektriciteit is momenteel afkomstig uit kernsplijting.
Uw rapporteur wijst op het belang van de nucleaire werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) op het gebied van veiligheidscontrole en non‑proliferatie, afvalbeheer, veiligheid van kerninstallaties en de splijtstofcyclus, radioactiviteit in het milieu en stralingsbescherming. Om dit doel te bereiken, moeten kennis, vaardigheden en bekwaamheid voortdurend worden bijgesteld om de vereiste ultramoderne wetenschappelijke deskundigheid te verschaffen op het gebied van veiligheid van nucleaire reactoren en nucleaire beveiliging. Alle voor het GCO voorziene werkzaamheden moeten op het hoogste niveau worden gehouden.
In aansluiting op het Europees initiatief voor duurzame kernenergie (ESNII) acht uw rapporteur de ontwikkeling van nieuwe technieken zoals de snelle-neutronenreactortechnologie van de vierde generatie van wezenlijk belang. Hedendaagse nucleaire systemen gebruiken minder dan 1% van de energie die de uraniumvoorraden zouden kunnen leveren. Als er systemen van de vierde generatie worden gebruikt, die gericht zijn op meer veiligheid en hogere doelmatigheid, zouden de uraniumbestanden ongeveer 50 maal doelmatiger worden gebruikt en voor duizenden jaren toereikend zijn, waardoor de hoeveelheid radioactief afval beperkt zou worden, en de bijdrage van kernenergie tot een koolstofarme economie op lange termijn zou worden verduurzaamd.
Ø Onderzoek naar kernversmelting
Uw rapporteur acht ITER (Internationale Thermonucleaire Experimentele Reactor) een project met een duidelijke Europese toegevoegde waarde en met belangrijke afgeleide vooruitzichten op het gebied van onderzoek en innovatie. Het ITER onderzoeksproject is waardevol als een van de eventuele toekomstige veilige, duurzame, milieuvriendelijke en economisch rendabele energiebronnen voor Europa en de financiering ervan mag niet worden beëindigd.
Het is van belang dat financiële zekerheid wordt geboden aan ITER en de begeleidende O&O-programma’s, met inbegrip van de JET-faciliteit, momenteel de grootste Tokamak ter wereld die zich bevindt in het Wetenschapscentrum te Culham, Verenigd Koninkrijk. JET is onlosmakelijk verbonden met het welslagen van ITER en waarborgt dat ITER op economisch verantwoorde wijze wordt afgehandeld (tal van materialen en onderdelen voor ITER worden in de JET getest). Het huidige JET-contract loopt eind dit jaar af en een nieuw contract kan pas ingaan als het Euratom-KP 2012‑2013 wordt aangenomen. Dit in overweging genomen is het uiteraard van belang dat ervoor wordt gezorgd dat de JET in 2012 over financiële middelen kan beschikken, en dat dit zo spoedig mogelijk bekend wordt gemaakt.
Ø Evenwicht versmelting/splijting
Uw rapporteur is van mening dat uiteraard moet worden gepleit voor voortzetting van het onderzoek naar versmeltingsenergie, maar dat de commerciële fase wellicht niet vóór het eind van deze eeuw zal worden bereikt. Systemen van kernsplijting zijn daarentegen op commerciële schaal reeds betrouwbaar gebleken, en nieuwe systemen zoals de vierde generatie, stellen veiliger systemen in het vooruitzicht die minder grondstoffen vergen en minder afval produceren, om te voldoen aan de energiebehoeften in de periode tot 2050 resp. 2100.
De splijtingsgezinden kunnen op een aantal terreinen belangrijke prikkels bieden aan versmelting, terwijl de ontwikkeling van splijtingssystemen van de vierde generatie op haar beurt veronderstelt dat technische problemen worden opgelost die lijken op die in verband met ITER of van een energiecentrale op basis van versmelting. Dit bedenkend moet ook in de toekomst worden gestreefd naar de elkaar onderling versterkende effecten van splijtings- en versmeltingsonderzoek en er moeten adequate programma’s worden opgezet om in de toekomstige kaderprogramma’s gezamenlijk onderzoek door de splijtings- en versmeltingsvoorstanders te ontdekken en aan te moedigen.
ADVIES van de Begrotingscommissie (22.9.2011)
aan de Commissie industrie, onderzoek en energie
over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013)
(COM(2011)0072 – C7‑0077/2011 – 2011/0046(NLE))
Rapporteur voor advies: Carl Haglund
BEKNOPTE MOTIVERING
De rapporteur van de Begrotingscommissie
- acht het ITER-onderzoekproject waardevol als één van de mogelijke toekomstige energiebronnen voor Europa en is van mening dat de financiering ervan niet mag worden gestaakt;
- acht ITER een project met een duidelijke Europese toegevoegde waarde en is van mening dat het Europese bestanddeel ervan op de Gemeenschap gebaseerd moet blijven, met belangrijke afgeleide vooruitzichten op het gebied van onderzoek en innovatie;
- stelt vast dat het project thans loopt; spreekt zijn waardering uit voor de ingrijpende veranderingen in sturing, toezicht en boekhoudkundige opzet die de afgelopen 12 maanden zijn aangebracht in ITER en F4E; gaat ervan uit dat de leiding van ITER en F4E te zijner tijd de toezeggingen zal nakomen die zij aan het Parlement heeft gedaan; gaat ervan uit dat alle processen voortdurend worden herzien om een stabiel besluitvormingsklimaat van een rendabele leiding tot stand te brengen;
- spreekt de aanbeveling uit dat de financiering, op de grondslag van de totale kosten van de contouren van het ITER-project (EUR 6,6 mia.) voor de opbouwfase, wordt afgeschermd om de financiering van ITER te waarborgen zonder andere EU-prioriteiten zoals het Kaderprogramma voor Onderzoek in gevaar te brengen;
- spreekt de aanbeveling uit dat de kredieten worden vrijgegeven zodra is voldaan aan onderstaande criteria:
• regelmatige voorlichting aan het Parlement en solide waarborgen inzake openbaarheid,
• een duidelijk stappenplan van het project met doelen en mijlpalen, o.m. beoordeling vooraf en conformiteitscontroles achteraf,
• regelmatige verslagen over de financiële behoeften van het project, met name tegen de achtergrond van aanpassingen van de opzet, stijgingen van de kosten van grondstoffen, wijzigingen van het ITER-tijdpad ten gevolge van de aardbeving in Japan en de gevolgen daarvan voor een aantal Japanse installaties die aan het ITER-project gekoppeld zijn en problemen waarop andere ITER-deelnemers zijn gestuit,
• aanpassing van de financiële regelgeving inzake F4E aan het standpunt dat het Europees Parlement heeft ingenomen in het kwijtingsverslag en aan de aanbevelingen die de Rekenkamer heeft gedaan in haar advies nr. 4/2008,
• volledige openbaarheid en toegang voor het Europees Parlement tot interne boekhoudkundige gegevens;
- geeft andermaal blijk van zijn verontrusting over de ondoorzichtige procedures die zijn gevolgd bij de herberekening van de kosten van het ITER-project waarbij de Commissie, de Raad en de lidstaten betrokken waren die alle in de ITER-Raad vertegenwoordigd zijn, terwijl het Europees Parlement niet werd geraadpleegd, hoewel diens deelname als deel van de begrotingsautoriteit noodzakelijk is voor besluitvormingsprocessen over de financiering van ITER;
- verzoekt de Commissie, de Europese Raad , de Raad en de lidstaten een procedure op gang te brengen tot wijziging van het Euratom-Verdrag, ter consolidering van de Verdragsbepalingen over voorlichting aan en medewetgevingsbevoegdheden van het Parlement, en over Euratomonderzoek o.m. om toekomstige begrotingsprocedures te vergemakkelijken;
- wijst er andermaal op dat de Commissie op 20 april 2011 een voorstel heeft ingediend op de grondslag van de punten 21 tot 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IA) dat zal dienen als onderhandelingsgrondslag; bevestigt dat een overeenkomst inzake de financiering van ITER via aanvullende overdrachten naar rubriek 1a van het MFK het mogelijk zou maken het Euratom-onderzoekprogramma in 2011 snel aan te nemen;
- is er ten stelligste van overtuigd dat de aanvullende financiering van ITER niet kan worden opgelost door binnen rubriek 1a met kredieten te schuiven en de KP7-kredieten met EUR 100 mio. te korten in 2012 en met EUR 360 mio. in 2013, daar hierdoor de bijdragen van KP7 ter verwezenlijking van hoofddoelen en tenuitvoerlegging van kerninitiatieven van de strategie Europa 2020 ingrijpend zouden worden beperkt;
- tracht de vastbeslotenheid de KP7-financiering te beschermen zichtbaar te maken; ziet hiervoor geen andere mogelijkheid dan de ITER-financiering in 2012 en 2013 voorlopig met EUR 460 mio. te korten om het standpunt van het Parlement duidelijk te maken en aldus interinstitutionele onderhandelingen te bevorderen om zo spoedig mogelijk tot een onderling aanvaardbare overeenkomst te komen over volledige financiering van ITER in 2012 en 2013;
- geeft aan bereid te zijn met de Commissie en de Raad te onderhandelen over een aanvullende wijziging van het MFK voor de jaren 2012 en 2013, waardoor het plafond van rubriek 1a in 2012 en 2013 op de grondslag van het Commissievoorstel van 20 april 2011 op basis van de punten 21 t.m. 23 van het huidige IA wordt opgetrokken met het oog op de financiering van ITER;
- wijst erop dat het met name belangrijk is belangenconflicten te voorkomen tussen personen die betrokken zijn bij de leidinggevende structuren van ITER en F4E en ondernemingen die het project uitvoeren;
- is het niet eens met het standpunt van de Commissie af te zien van een effectbeoordeling, zelfs wanneer wordt voorgesteld de totale jaarlijkse kredieten van het programma te verdubbelen in vergelijking met het programma voor de periode 2007-2011, hetgeen als een ingrijpende wijziging dient te worden beschouwd;
- wijst erop dat er meer aandacht dient uit te gaan naar nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, met het gevolg dat een herverdeling van kredieten dient te worden geëist ten behoeve van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, terwijl het door de Commissie voorgestelde totale plafond van het programma moet worden gehandhaafd;
- wijst erop dat het eveneens belangrijk is dat de internationale partners van het ITER-project financieel en in natura volledig aan het project bijdragen om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van de internationale ITER-overeenkomst;
- benadrukt dat elk besluit van de wetgevingsautoriteit ten gunste van het Kaderprogramma van Euratom geen afbreuk mag doen aan de besluiten van de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. is van mening dat het voornaamste referentiebedrag dat in het wetgevingsvoorstel is aangegeven, niet verenigbaar is met het plafond van rubriek 1 a van het huidige meerjarig financieel kader 2007-13; neemt kennis van het voorstel van de Commissie van 20.04.2011 (COM (2011)0226) om het huidige MFK te herzien aan de hand van de punten 21 t/m 23 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 17 mei 2006 over begrotingsdiscipline en goed financieel beheer (IIA) om in de onvoorziene extra financieringsbehoeften van het ITER-project voor de jaren 2012-2013 te voorzien; is bereid tot onderhandelen met de andere tak van de begrotingsautoriteit, op basis van alle middelen die het IIA biedt, teneinde tegen het eind van 2011 tot snelle overeenstemming te komen over de financiering van het Euratom onderzoeksprogramma ; verklaart zich nogmaals gekant tegen elke vorm van herschikking van middelen uit het Zevende kaderprogramma voor onderzoek zoals in voornoemd voorstel van de Commissie wordt voorgesteld ; |
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) verzoekt de Commissie, de Europese Raad , de Raad en de lidstaten een procedure op gang te brengen tot wijziging van het Euratom-Verdrag, ter consolidering van de Verdragsbepalingen over voorlichting aan en medewetgevingsbevoegdheden van het Europees Parlement, en over Euratomonderzoek o.m. om toekomstige begrotingsprocedures te vergemakkelijken; |
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Dit besluit dient voor de gehele duur van het kaderprogramma (2012-2013) de financiële middelen vast te stellen die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer; |
(16) Dit besluit dient voor de gehele duur van het kaderprogramma (2012-2013) de financiële middelen vast te stellen die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IA). Op 20 april 2011 kwam de Commissie met het voorstel (COM (2011)0206) om het huidige MFK 2007-13 te herzien aan de hand van de punten 21 t/m 23 van het IA, om in de onvoorziene extra financieringsbehoeften van het ITER-project voor de jaren 2012-2013 te voorzien door verhoging van het plafond van rubriek 1a. Dat voorstel moet dienen als grondslag voor overeenstemming tussen beide takken van de begrotingsautoriteit, die tot stand moet komen op basis van alle middelen die het IA biedt en zonder dat kredieten uit het Zevende Kaderprogramma voor onderzoek worden ingezet ten behoeve van het Euratom-kaderprogramma ; |
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 16 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(16 bis) Voor het MFK 2014-2020 moeten de voor het ITER-project bestemde kredieten voor de gehele programmaperiode worden vastgesteld, zodat alle meerkosten boven het EU-aandeel van EUR 6,6 mia. ten behoeve van de bouw van ITER, die volgens de huidige planning in 2020 voltooid dient te zijn, buiten de MFK-plafonds moeten worden gefinancierd (“afscherming”); |
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) De internationale en wereldwijde dimensie van de Europese onderzoeksactiviteiten is belangrijk met het oog op het verkrijgen van wederzijdse voordelen. Het kaderprogramma (2012-2013) dient open te staan voor deelname door landen die hiertoe de nodige overeenkomsten hebben gesloten, en, op het niveau van projecten en op basis van wederzijds voordeel, door entiteiten van derde landen en door internationale organisaties voor wetenschappelijke samenwerking. |
(18) De internationale en wereldwijde dimensie van de Europese onderzoeksactiviteiten is belangrijk met het oog op het verkrijgen van wederzijdse voordelen. Het kaderprogramma (2012-2013) dient enerzijds dan ook open te staan voor deelname door landen die hiertoe de nodige overeenkomsten hebben gesloten, en, op het niveau van projecten en op basis van wederzijds voordeel, door entiteiten van derde landen en door internationale organisaties voor wetenschappelijke samenwerking. Anderzijds houdt dit ook in dat de internationale partners, met name in verband met het ITER-project, hun financiële verplichtingen ten volle moeten nakomen. |
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het maximumbedrag voor de tenuitvoerlegging van het kaderprogramma (2012-2013) is 2.560.270.000 euro. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld (in euro): |
Het maximumbedrag voor de tenuitvoerlegging van het kaderprogramma (2012-2013) is EUR 2.100.270.000. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld (in euro): |
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – letter a – streepje 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– onderzoek inzake fusie-energie 2.208.809.000; |
- onderzoek inzake fusie-energie 1.748.809.000; dit bedrag omvat de kredieten die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het JET-programma in Culham; |
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Artikel 3 – lid 1 – letter a – streepje 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– kernsplijting en stralingsbescherming 118.245.000; |
- kernsplijting, met name veiligheid, beter beheer van kernafval en stralingsbescherming 118.245.000; |
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
22.9.2011 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 0 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Francesca Balzani, Reimer Böge, James Elles, Göran Färm, Eider Gardiazábal Rubial, Ivars Godmanis, Carl Haglund, Lucas Hartong, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Sergej Kozlík, Jan Kozłowski, Giovanni La Via, Vladimír Maňka, Barbara Matera, Angelika Werthmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Jan Mulder |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Kinga Gál |
||||
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
6.10.2011 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
41 6 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jean-Pierre Audy, Ivo Belet, Bendt Bendtsen, Jan Březina, Maria Da Graça Carvalho, Giles Chichester, Christian Ehler, Ioan Enciu, Vicky Ford, Gaston Franco, Adam Gierek, Norbert Glante, Fiona Hall, Jacky Hénin, Edit Herczog, Romana Jordan Cizelj, Krišjānis Kariņš, Lena Kolarska-Bobińska, Béla Kovács, Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz, Marisa Matias, Judith A. Merkies, Jaroslav Paška, Miloslav Ransdorf, Herbert Reul, Jens Rohde, Paul Rübig, Amalia Sartori, Francisco Sosa Wagner, Konrad Szymański, Michael Theurer, Evžen Tošenovský, Ioannis A. Tsoukalas, Claude Turmes, Niki Tzavela, Marita Ulvskog, Vladimir Urutchev, Alejo Vidal-Quadras, Henri Weber |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Antonio Cancian, Jolanta Emilia Hibner, Yannick Jadot, Werner Langen, Vladko Todorov Panayotov, Mario Pirillo, Catherine Trautmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Werner Schulz |
||||