VERSLAG over een nieuwe strategie voor consumentenbeleid

21.10.2011 - (2011/2149(INI))

Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Kyriacos Triantaphyllides


Procedure : 2011/2149(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0369/2011
Ingediende teksten :
A7-0369/2011
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over een nieuwe strategie voor consumentenbeleid

(2011/2149(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zoals geïntegreerd in de Verdragen middels artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

–   gezien artikel 26 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin het navolgende is bepaald:"De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen",

–   gezien artikel 3, lid 3 VEU, waarin wordt bepaald dat de Unie zich inzet voor"een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang" en voor "een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu",

–   gezien artikel 9 VWEU, waarin staat dat de Unie "bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden" rekening houdt "met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting, alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid",

–   gezien artikel 11 VWEU, waarin het navolgende is bepaald: "De eisen inzake milieubescherming moeten worden geïntegreerd in de omschrijving en uitvoering van het beleid en het optreden van de Unie, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame ontwikkeling",

–   gezien artikel 12 VWEU, waarin het volgende is bepaald: "Met de eisen terzake van consumentenbescherming wordt rekening gehouden bij het bepalen en uitvoeren van het beleid en het optreden van de Unie op andere gebieden",

–   gezien artikel 14 VWEU en het daaraan gehechte Protocol nr. 26 over diensten van algemeen (economisch) belang,

–   gezien de mededeling van de Commissie aan de Europese Raad over Europa 2020, een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei (COM(2010)2020),

–   gezien zijn wetgevingsresolutie van 6 juli 2011 over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 en tot intrekking van Richtlijnen 87/250/EEG, 90/496/EEG, 1999/10/EG, 2000/13/EG, 2002/67/EG, 2008/5/EG en Verordening (EG) nr. 608/2004[1],

–   gezien zijn wetgevingsresolutie van 23 juni 2011 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende consumentenrechten[2],

–   gezien het Jaarverslag 2010 van het Europees netwerk van centra voor de consument, Bureau voor Officiële Publicaties van de Europese Unie, 2011,

–   gezien het werkdocument van de Commissiediensten van 7 april 2011 getiteld "Consumer Empowerment in the EU" (SEC(2011)0469),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 11 maart 2011 getiteld "Consumenten thuis op de interne markt", vijfde editie van het scorebord consumentenvoorwaarden (SEC(2011)0299),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 22 oktober 2010 getiteld "Markten voor de consument laten werken", vierde editie van het scorebord consumentenmarkten (SEC(2010)1257),

–   gezien zijn resolutie van 20 oktober 2010 over de financiële, economische en sociale crisis: aanbevelingen voor maatregelen en initiatieven op EU-niveau (tussentijds verslag)[3],

–   gezien zijn resolutie van 21 september 2010 over de voltooiing van de interne markt voor e‑handel[4],

–   gezien zijn resolutie van 5 juli 2011 over een efficiëntere en eerlijkere interne handels- en distributiemarkt[5],

–   gezien het verslag van prof. Mario Monti van 9 mei 2010 aan de Commissie over het opnieuw tot leven brengen van de interne markt getiteld "A New Strategy For The Single Market",

–   gezien zijn resolutie van 20 mei 2010 over het verwezenlijken van een interne markt voor consumenten en burgers[6],

–   gezien zijn resolutie van 9 maart 2010 over consumentenbescherming[7],

–   gezien het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 2 juli 2004 over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 oktober 2004 betreffende de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming) (COM(2009)0336),

–   gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de grensoverschrijdende elektronische handel tussen ondernemingen en consumenten in de EU (COM(2009)0557),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 7 juli 2009 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's inzake een geharmoniseerde methode voor de indeling en rapportage van klachten en vragen van consumenten (COM(2009)0346) en de begeleidende ontwerpaanbeveling van de Commissie (SEC(2009)0949),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 2 juli 2009 betreffende de handhaving van de consumentenwetgeving (COM(2009)0330) en het verslag van de Commissie van 2 juli 2009 over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming) (COM(2009)0336),

–   gezien de aanbeveling van de Commissie van 29 juni 2009 over maatregelen ter verbetering van de werking van de interne markt[8] en de aanbeveling van de Commissie van 12 juli 2004 betreffende de omzetting in nationaal recht van internemarktrichtlijnen[9],

–   gezien Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (speelgoedrichtlijn)[10],

–   gezien Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten, welke verordening bedoeld is om een algemeen kader van regels en beginselen te creëren met betrekking tot accreditatie en markttoezicht[11],

–   gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité getiteld "EU-strategie voor het consumentenbeleid 2007-2013 – Consumenten mondig maken, hun welzijn verbeteren en hun effectief bescherming bieden" en de resolutie van het Parlement van 20 mei 2008 over de EU-strategie voor het consumentenbeleid 2007‑2013[12],

–   gezien het verslag van de afdeling interne markt, productie en consumptie van het Europees Economisch en Sociaal Comité getiteld "Obstakels voor de Europese interne markt 2008"[13],

–   gezien Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming)[14],

–   gezien zijn resolutie van 12 december 2006 over het gemeenschappelijke standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007‑2013)[15],

–   gezien Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (richtlijn oneerlijke handelspraktijken)[16],

–   gezien Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten[17],

–   gezien artikel 48 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A7‑0369/2011),

A. overwegende dat EU-burgers een essentiële rol vervullen als consumenten bij het verwezenlijken van de Europa 2020-doelstellingen van slimme, inclusieve en duurzame groei, aangezien consumentenuitgaven meer dan de helft van het bbp van de EU genereren;

B.  overwegende dat volgens de materiële-deprivatie-index 16,3% van de bevolking van de EU het risico loopt in armoede te vervallen en dat dit percentage voor vrouwen hoger ligt (17,1%);

C. overwegende dat blijkens Speciale Eurobarometer 342 van april 2011 over Consumer Empowerment een ruime meerderheid van de consumenten zelfvertrouwen heeft en over voldoende kennis meent te beschikken, maar dat er ook veel consumenten zijn die onvoldoende op de hoogte zijn van de elementaire consumentenwetgeving;

D. overwegende dat consumenten niet één homogene groep vormen, aangezien er aanzienlijke verschillen bestaan tussen consumenten, of het nu gaat om consumentenvaardigheden, bekendheid met wetgeving, assertiviteit of de bereidheid verhaal te zoeken;

E.  overwegende dat blijkens Speciale Eurobarometer 342 van april 2011 over Consumer Empowerment vrouwen meer tijd spenderen aan winkelen (gemiddeld 3,7 uur per week) dan mannen (2,8 uur)[18];

F.  overwegende dat, volgens de vijfde editie van het scorebord consumentenvoorwaarden van maart 2011, consumenten in de EU nog steeds te maken hebben met sterk uiteenlopende voorwaarden;

G. overwegende dat de ontevredenheid van de consumenten over het functioneren van financiële diensten ten dele te wijten is aan de slechte adviezen die zij krijgen, en het feit dat volgens het scorebord consumentenmarkten de meeste consumenten hun rechten op het gebied van financiële diensten niet kennen en 98% niet de meest geschikte beleggingsoptie kiest, waarmee geraamde kosten van 0,4% van het bbp van de EU gemoeid zijn;

H  overwegende dat de openbaarmaking van informatie in alle sectoren van de financiële dienstverlening noodzakelijk en belangrijk is voor de consumenten; overwegende dat in de strategie moet worden erkend dat het op zichzelf niet voldoende is om voor concurrerende markten te zorgen waarop de consumenten beslissingen kunnen nemen die hun belang het best dienen; overwegende dat het met het oog op een efficiëntere openbaarmaking van belang is dat de informatie in officiële EU- en streektalen wordt verstrekt;

I.   overwegende dat categorieën van personen die bijzonder kwetsbaar zijn als gevolg van een mentale, lichamelijke of psychologische handicap, hun leeftijd of hun goedgelovigheid, zoals kinderen, teenagers en ouderen, of kwetsbaar zijn geworden als gevolg van hun sociale en financiële situatie (bijvoorbeeld mensen met zeer grote schulden) bijzondere bescherming moeten krijgen;

J.   overwegende dat de EU doelstellingen heeft vastgesteld voor de terugdringing van CO2‑emissies en heeft opgeroepen tot meer duurzame consumptiepatronen;

K. overwegende dat een goed functionerende interne markt consumenten meer keus zou moeten bieden aan hoogwaardige producten en diensten tegen concurrerende prijzen en tegelijkertijd een hoge mate van consumenten- en milieubescherming zou moeten verzekeren;

L.  overwegende dat de interne markt moet groeien zonder afbreuk te doen aan de consumentenbescherming, en tegelijkertijd het vrije verkeer van diensten behoort te garanderen en moet waarborgen dat de bescherming van de werknemers voldoende aandacht krijgt;

M. overwegende dat mondige consumenten beter in staat zijn een oordeel omtrent kwaliteit te vormen en vast te stellen wat de beste prijzen en voorwaarden zijn, en op die manier mededinging en innovatie stimuleren;

N. overwegende dat voor de Europese consument vele voordelen, zoals lagere prijzen en een breder aanbod aan producten en diensten, zouden voortvloeien uit een volledig geïntegreerde interne markt;

O. overwegende dat detailhandelaren volgens het scorebord consumentenvoorwaarden van maart 2011 onvoldoende bekend zijn met de elementaire consumentenrechten in de EU, wat de consumenten schade kan berokkenen, en bovendien gevolgen kan hebben voor de bereidheid van deze detailhandelaren om grensoverschrijdend zaken te doen;

P.  overwegende dat alle stakeholders (waaronder de Commissie, nationale rechtshandhavingsinstanties, consumentenorganisaties en de particuliere sector) zich harder moeten inspannen om de doelstelling van een hoog niveau aan consumentenbescherming en empowerment te verwezenlijken, aangezien de doeltreffendheid van het toezicht op de openbare markt en rechtshandhaving van doorslaggevend belang zijn om te verhinderen dat illegale of onveilige producten op de Europese markt komen c.q. om deze producten van de markt te nemen;

Q. overwegende dat, gezien de huidige teruggang van de economie, strenge en consequente rechtshandhaving des te belangrijker is, aangezien de crisis gevolgen heeft voor de keuzevrijheid van de consument;

R.  overwegende dat het Europees Parlement en nationale parlementen een bijdrage moeten leveren tot een effectievere omzetting en handhaving van wetgeving inzake consumentenbescherming door nauw met elkaar te blijven samenwerken;

S.  overwegende dat het Europees Parlement en de nationale parlementen gehouden zijn de gezondheid en het welzijn van de EU-burgers te beschermen;

I.   Belangrijkste doelstellingen

1.  verwelkomt het initiatief van de Commissie om een consumentenagenda te starten, en benadrukt dat de Commissie een proactief beleid moet voorstellen voor het vaststellen van slimme regelgeving, met de bedoeling om zo een samenhangend juridisch kader tot stand te brengen; doet voorts de oproep om alle toekomstige maatregelen inzake consumentenbeleid te baseren op een holistische aanpak en de consument centraal te stellen in de eengemaakte markt;

2.  benadrukt dat beleidsprioriteiten moeten worden gekoppeld aan en ondersteund door statistieken van het consumentenscorebord; roept de Commissie op in haar beleidsstrategie ten aanzien van consumenten rekening te houden met de onlangs gepubliceerde twintig belangrijkste zorgpunten van burgers en bedrijven met betrekking tot de eengemaakte markt;

3.  verwelkomt de voorstellen van de Commissie in haar werkprogramma voor 2012 met het oog op de herziening van het consumentenbeleid en de wetgevingsstrategie, waarin initiatieven van alle bevoegde diensten van de Commissie zijn samengevoegd; merkt met name op dat het nodig is ervoor te zorgen dat consumenten in de hele EU kunnen rekenen op de volledige bescherming die wordt geboden door belangrijke wetgeving, zoals de richtlijnen betreffende oneerlijke handelspraktijken en consumentenkrediet;

4.  is verheugd over de strategische benadering van de consumentenbescherming, waarbij geput wordt uit de ervaringen die met de strategie voor de periode 2007-2013 zijn opgedaan; onderstreept dat in het kader van de Europa 2020-strategie voor een betere aansluiting moet worden gezorgd tussen het consumentenbeleid en sociale en milieudoelstellingen;

5.  benadrukt de noodzaak van de juiste tenuitvoerlegging en handhaving van bestaande wetgeving (in het bijzonder de nieuwste richtlijn inzake consumentenrechten), samen met de verspreiding van adequate informatie over de rechten en plichten van alle partijen; benadrukt verder dat het huidige acquis na de aanneming van de richtlijn consumentenrechten en andere geplande nieuwe initiatieven opnieuw moet worden onderzocht;

6.  benadrukt de noodzaak van een samenhangende uitvoering van het beleid op het gebied van consumentenbescherming en stelt in dat verband voor opnieuw de gedachten te laten gaan over de manier waarop deze portefeuille binnen de Commissie is verdeeld;

7.  verzoekt de Commissie voor een betere coördinatie te zorgen tussen haar beleidsmaatregelen die gevolgen hebben voor de consument;

8.  verzoekt de Commissie en de lidstaten de internationale samenwerking en de uitwisseling van informatie over consumentenbescherming met landen buiten de EU te intensiveren;

9.  benadrukt de talloze uitdagingen waarmee de consumentenagenda wordt geconfronteerd, waaronder het mondiger maken van de consument en vermindering van de ongelijkheid, het stimuleren van duurzame consumptie, het terugdringen van de blootstelling van consumenten aan gevaarlijke producten en het beschermen van consumenten, met name kinderen, tegen rechtstreekse misleidende reclame; roept beleidsmakers op grondig na te denken over manieren om slimmere strategieën te ontwerpen die consumenten de informatie verschaffen die ze nodig hebben en die ze werkelijk kunnen gebruiken, zonder daarbij ondernemingen extra lasten op te leggen;

10. roept de Commissie op te zorgen voor speciale bescherming voor groepen consumenten die kampen met mentale, fysieke of psychologische problemen of die door hun leeftijd gemakkelijk te beïnvloeden zijn en hierdoor extra kwetsbaar zijn, of die als gevolg van hun sociale en financiële situatie kwetsbaar zijn geworden; steunt het werk van de Commissie op het gebied van de gedragseconomie, omdat dit essentieel is om te bereiken dat maatregelen ter bescherming van de consument in de praktijk effect sorteren;

11. dringt bij de Commissie aan op betere criteria en afspraken met het oog op de uitvoering van meer effectbeoordelingen en, waar nodig, op herziening van EU-wetgeving die gevolgen heeft voor het consumentenbeleid, en op de vaststelling van goede praktijken aan de hand waarvan de lidstaten de bestaande wetgeving correct ten uitvoer kunnen leggen;

II. Naar een mondige consument

12. neemt kennis van de aanzienlijke toename van de e‑handel, die inmiddels van groot belang is voor de consument (40% van de EU-burgers koopt online); wijst erop dat het vertrouwen van consumenten en detailhandelaren moet worden versterkt, met name ten aanzien van grensoverschrijdende onlineaankopen en ‑handel, door hun respectieve rechten en verplichtingen duidelijk af te bakenen;

13. betreurt het dat er een grote kloof bestaat tussen binnenlandse en grensoverschrijdende onlineaankopen; stelt vast dat volgens het consumentenscorebord 44% van de consumenten aangeeft dat onzekerheid met betrekking tot hun rechten hen ontmoedigt om goederen uit andere lidstaten te kopen, en dat het niet of te laat leveren en fraude de belangrijkste obstakels voor grensoverschrijdende transacties zijn; roept daarom op tot het formuleren van een EU-consumentenstrategie die groei en innovatie in de sector detailhandel steunt, met bijzondere aandacht voor de voltooiing van de eengemaakte digitale markt , om de EU-consumenten op die manier te helpen grensoverschrijdende aankopen te doen;

14. wijst erop dat het vertrouwen van de consument een belangrijk economisch potentieel vertegenwoordigt, zowel voor wat betreft de binnenlandse handel als voor wat betreft de grensoverschrijdende (online)handel;

15. benadrukt dat de consumenten moeten worden geïnformeerd over hun rechten en plichten en dat volledige eerbiediging van de rechten van de consument moet worden gegarandeerd als het gaat om het gebruik van internet en intellectuele-eigendomsrechten, met gelijktijdige bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer;

16. benadrukt dat persoonlijke gegevens van consumenten een substantiële economische waarde vertegenwoordigen, bijvoorbeeld databanken met consumentenprofielen voor gerichte reclame; wijst erop dat gebruikers zich meestal niet bewust zijn van de waarde van de gegevens die ze vrijwillig beschikbaar stellen aan ondernemingen; vraagt de Commissie een toereikende mate van concurrentie te waarborgen op de markt voor onlinereclame en zoekmachines, en overeenkomstig de bestaande wetgeving inzake gegevensbescherming toezicht uit te oefenen op het gebruik van de gegevens door de betrokken bedrijven;

17. benadrukt de noodzaak om consumenten en handelaren te voorzien van meer transparante en vergelijkbare informatie (bijvoorbeeld door opgave van de prijs per eenheid en nauwkeurige, transparante websites voor prijsvergelijking) alsmede betekenisvolle en effectieve etikettering van producten;

18. onderstreept het belang van etikettering en verzoekt de Commissie in dat verband rekening te houden met de groeiende vraag bij consumenten naar informatie over bijvoorbeeld eerlijke handel, de CO2-voetafdruk, recyclingmogelijkheden en -varianten en oorsprongsaanduiding;

19. onderstreept de noodzaak om te zorgen voor algemene toegang tot snelle breedband- en telecommunicatienetwerken en ruime onlinetoegang tot goederen en diensten, door onder meer distributiebeperkingen weg te nemen, de geografische versnippering aan te pakken en elektronische betaaldiensten te ontwikkelen;

20. benadrukt dat in de consumentenagenda de markt voor inhoud voor digitale producten, bijvoorbeeld e‑boeken, moet worden belicht;

21. onderstreept dat de consument mondiger moet worden gemaakt door hem nuttige, gerichte en begrijpelijke informatie te verstrekken; stelt dat de EU en de nationale autoriteiten alsmede consumentenorganisaties en ondernemingen meer moeten doen om de voorlichting aan consumenten te verbeteren; verzoekt de Commissie met voorstellen te komen voor "consumentvriendelijke" wetgeving voor de interne markt, om te garanderen dat in het kader van de werking van de interne markt ten volle rekening wordt gehouden met de belangen van de consument;

22. roept de Commissie en de lidstaten op om adequate ondersteuning en capaciteitsontwikkeling te bieden aan consumentenorganisaties in elke lidstaat, zodat zij een grotere rol krijgen en over meer middelen beschikken en de mogelijkheden van de consument daardoor worden vergroot;

23. benadrukt de noodzaak consumenten al heel jong te leren hoe de informatie die op producten is aangebracht, moet worden geïnterpreteerd en hoe daarmee moet worden omgegaan; verzoekt de Commissie de Europese logo's (in het bijzonder de CE‑markering van overeenstemming, het Europese milieukeurmerk, de Möbiusband voor recycling en risicoaanduidingen) beter herkenbaar en meer voor de hand liggend te maken, aangezien de herkenningsgraad van deze logo's kennelijk nog steeds onbevredigend is;

24. verzoekt de Commissie in alle lidstaten voorlichtingscampagnes over de CE‑markering van overeenstemming en haar betekenis te organiseren, om ervoor te zorgen dat consumenten goed begrijpen wat dit symbool inhoudt (of niet inhoudt), hun informatievoorziening te verbeteren en professionals zo goed mogelijk voor te lichten over de veiligheid van producten;

25. is van mening dat het maatschappelijk middenveld, samen met consumentenorganisaties en ondernemingen met meer innovatieve oplossingen moet komen voor de verspreiding van informatie over de interne markt, zodat burgers ten volle kunnen profiteren van de bestaande mogelijkheden; benadrukt de belangrijke rol die het maatschappelijk middenveld speelt voor kmo's en consumenten, met name degenen in de meest kwetsbare posities, zoals jongeren of mensen zonder toegang tot internet, bij het slechten van de bestaande taalkundige, technologische en administratieve barrières en beperkingen in de lidstaten;

26. betreurt het dat verandering van provider of tarief nog steeds lastig is in bepaalde sectoren, waardoor de keuzevrijheid van consumenten wordt belemmerd en de concurrentie wordt verstoord; roept de Commissie op om deze kwestie nader te bekijken en ervoor te zorgen dat consumenten van alle voordelen van de interne markt kunnen profiteren;

27. verzoekt de Commissie om de overgebleven belemmeringen voor het overstappen van consumenten naar een andere bank te bekijken en na te gaan hoe deze kunnen worden weggenomen, bijvoorbeeld door de invoering van een communautair systeem voor de portabiliteit van bankrekeningnummers;

28. merkt op dat de consument met bankrekeningen belang hecht aan transparante banktarieven, kortere transactietermijnen en eenvoudiger procedures voor het verplaatsen van bankrekeningen;

29. constateert dan ongeveer 30 miljoen EU-burgers geen toegang hebben tot basisbankdiensten en verzoekt de Commissie een voorstel in te dienen, zoals aangekondigd in de Single Market Act en in haar werkprogramma voor 2011;

III. Consumentenbescherming en productveiligheid

30. benadrukt de noodzaak om consumentenbeleid te ontwerpen waarin rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van kwetsbare groepen consumenten;

31. dringt aan op een duidelijke koppeling tussen de strategie en het programma voor het mededingingsbeleid en vraagt om een geïntegreerd optreden om dit te bewerkstelligen, zodat de consumenten kunnen profiteren van diensten die beter op hun behoeften zijn toegesneden en tegen betere voorwaarden worden verleend;

32. benadrukt dat het algemene veiligheidsniveau van consumentenproducten in the EU dringend moet worden verhoogd, met name in het kader van de komende herziening van de richtlijn algemene productveiligheid; verzoekt de Commissie in samenwerking met de bevoegde EU-agentschappen nader onderzoek te doen naar de gevolgen van chemische stoffen voor de gezondheid van de consument, antibioticaresistentie en nanotechnologie, uitgaande van de bestaande EU-wetgeving ter zake;

33. benadrukt voorts de noodzaak om de veiligheidsnormen voor speelgoed te verhogen, en spoort de lidstaten aan om de nieuwe speelgoedrichtlijn snel in eigen wetgeving om te zetten en volledig ten uitvoer te leggen;

34. verzoekt de Commissie een gemeenschappelijk beoordelings- en etiketteringssysteem, zoals aangegeven in zijn resolutie over een interne markt voor ondernemingen en groei, te ontwikkelen op basis van de volledige levenscyclus van het product, met name om de systemen te vereenvoudigen en te harmoniseren, de kosten van versnippering voor het bedrijfsleven en consumenten te bezweren en misleidende reclame te vermijden;

35. verlangt betere garanties voor productveiligheid, vooral bij e‑handel in de interne markt;

36. roept ertoe op om het RAPEX-kennisgevingssysteem te versterken en effectiever en transparanter te maken voor consumenten, om te zorgen voor een beter algemeen bewustzijn van de risico's die specifieke consumentenproducten met zich meebrengen en bedrijven en douaneautoriteiten in staat te stellen snel de juiste maatregelen te treffen;

37. wijst in dit verband op het belang van transparante, betrouwbare markten, de verbetering van de professionele normen en de voorkoming van belangenconflicten bij de verlening van financiële diensten aan consumenten, alsmede op de essentiële rol van financieel onderwijs;

38. onderstreept het belang van toegang tot financieel onderwijs en financiële advisering en dringt aan op betere regelgeving inzake diensten van financieel adviseurs;

39. wijst erop dat de nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) uitdrukkelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben ten aanzien van de consumentenbescherming op het gebied van de financiële diensten, en verwacht dat dit in de strategie tot uiting komt en dat de mogelijkheden van de ETA's op het gebied van de consumentenbescherming worden versterkt, uitgaande van de bestaande goede praktijken bij nationale instanties en met een adequate inbreng van belanghebbenden, met name consumentenvertegenwoordigers;

40. dringt aan op de totstandbrenging van een hoog niveau van consumentenbescherming in de hele EU om de interne markt voor financiële dienstverlening verder te kunnen uitbouwen en protectionistische praktijken tegen te gaan;

41. verzoekt om toewijzing van gerichte financiering aan consumentspecifieke onderzoeksprojecten, met name op het gebied van consumentengedrag en gegevensverzameling, die moeten helpen beleid op te zetten dat beantwoordt aan de behoeften van consumenten;

42. stelt voor uitgebreidere steun te verlenen aan Europees onderzoek in sectoren van de toekomst, zoals groene en ethisch verantwoorde consumptie, maar ook het gezamenlijk gebruik van consumptiegoederen voor dagelijks gebruik (auto's, fietsen, huishoudelijke apparaten, etc.);

43. roept de Commissie op te blijven werken aan de verkoop van goederen en oneerlijke contractvoorwaarden, een herziening van de regels voor oneerlijke handelspraktijken, de richtlijn consumentenkrediet, de richtlijn misleidende reclame en de algemenere vraag of de regels voor oneerlijke handelspraktijken ook moeten gelden voor de onderlinge relaties tussen bedrijven; verzoekt de lidstaten met klem de regels en wetgeving voor de interne markt, met name de richtlijn consumentenrechten, de richtlijn elektronische handel en de verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten, volledig en op de juiste wijze ten uitvoer te leggen;

44. roept de Commissie op om in de consumentenagenda te belichten hoe belangrijk normalisatie is om, bijvoorbeeld op het gebied van diensten, complexe processen en complexe informatie voor consumenten te vereenvoudigen; roept de Commissie op om te garanderen dat zowel consumentenorganisaties als nationale autoriteiten bij deze belangrijke taak worden betrokken;

IV. Naar een socialer en duurzamer consumentenbeleid in Europa

45. verzoekt de Commissie in de consumentenagenda ook een onderdeel "toegankelijkheid voor de consument" op te nemen om ervoor te zorgen dat kwetsbare groepen toegang hebben tot de essentiële producten en diensten die ze nodig hebben;

46. wijst erop dat ouderen en personen met een handicap zich nog altijd voor veiligheids- en toegankelijkheidsproblemen gesteld zien voor wat betreft mainstreamproducten en ‑diensten: wijst er in dit verband op dat normen met succes gebruikt kunnen worden om producten en diensten voor zoveel mogelijk consumenten toegankelijk te maken, ongeacht leeftijd of fysieke gesteldheid;

47. verzoekt de Commissie in de consumentenagenda rekening te houden met het genderperspectief, aansluitend bij haar toezegging om gendermainstreaming als integraal onderdeel van de beleidsvorming te gaan toepassen; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de consumentenagenda alle discriminatie op basis van geslacht bij de toegang tot en levering van goederen en diensten uitsluit;

48. roept de Commissie op om aandacht te besteden aan de vraag hoe de particuliere consumptie duurzamer kan worden teneinde innovatie, economische groei en een koolstofarme economie te bevorderen overeenkomstig de doelstelling die is vastgelegd in de Europa 2020-strategie; is van mening dat er speciale aandacht moet worden besteed aan slimme energiesystemen: het gebruik van nieuwe technologieën moet alle gebruikers van het netwerk in staat stellen deel te nemen aan de interne markt voor energie, teneinde energie te besparen en de kosten van energie te verminderen of te verlichten, en tegelijkertijd de levering van energie aan kwetsbare consumenten zeker te stellen;

49. verzoekt de Commissie, de lidstaten en belanghebbenden om hun inspanningen onderling af te stemmen om consumenten beter te informeren over efficiëntere manieren om voedsel te kopen en te consumeren, teneinde verspilling van voedsel te voorkomen en te bestrijden;

50. benadrukt hoe belangrijk het is om het effect van de liberalisering op de tevredenheid van de consument te evalueren, en dringt in dit verband aan op een beoordeling van de werking van de energiemarkt;

V. Handhaving van consumentenrechten en verhaal

51. moedigt de Commissie aan om verdere ondersteuning en meer ruchtbaarheid te geven aan het werk van de Europese consumentencentra (ECC-net), die een centrale rol moeten spelen bij het informeren van consumenten over hun rechten en het bieden van ondersteuning wanneer zij een klacht indienen; benadrukt de onmisbare bijdrage die het grensoverschrijdende handhavings- en samenwerkingsnetwerk (SCB-netwerk) levert met het oog op de juiste handhaving van wetgeving inzake consumentenbescherming en de verbetering van de samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten;

52. verzoekt de Commissie al haar bevoegdheden uit hoofde van de Verdragen aan te wenden voor het verbeteren van de omzetting, toepassing en handhaving van alle consumentgerelateerde EU-wetgeving; verzoekt de lidstaten hun inspanningen te verhogen om deze wetgeving volledig en goed ten uitvoer te leggen;

53. vraagt om meer toegankelijke en effectievere verhaalmechanismen, zoals alternatieve geschillenbeslechting, collectieve vorderingen of geschillenbeslechting online, om consumenten in de gehele EU mondiger te maken; spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat het huidige ontbreken van mogelijkheden om een schadevergoeding af te dwingen een groot hiaat is in het rechtsstelsel, aangezien dit handelaren de mogelijkheid geeft illegaal gegenereerde winst te behouden;

54. vraagt om toegankelijke en effectieve verhaalmechanismen voor de Europese consument, die essentieel zijn voor het wegnemen van hindernissen op de interne markt, met name voor de e‑handel, en verzoekt de Commissie met een of meer voorstellen te komen die volgens de gewone wetgevingsprocedure moeten worden behandeld om het Parlement van een behoorlijke inbreng te verzekeren;

55. is verheugd over de lopende werkzaamheden met het oog op de ontwikkeling van een Europees systeem van alternatieve geschillenbeslechting, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande nationale en door ondernemingen gehanteerde systemen;teneinde een hoog niveau van consumentenbescherming te combineren met eerlijke handelsvoorwaarden voor ondernemers;

56. verzoekt de Commissie haar voordeel te doen met de goede praktijken uit de lidstaten, zoals het ombudsmanmodel uit de Noordse landen, en te overwegen aan ECC-net rechtsbevoegdheid te verlenen op het gebied van beslechting van consumentengeschillen;

57. is van mening dat een dergelijk systeem de interne markt ten goede zal komen en een eerlijk stelsel zal opleveren voor verhaal door de consument in grensoverschrijdende geschillen, waardoor het vertrouwen tussen consument en bedrijfsleven zal toenemen en kostbare geschillen voor zowel het bedrijfsleven als de consument worden vermeden;

58. verzoekt de Commissie een interinstitutioneel debat te starten over de juiste weg voorwaarts als het gaat om de verbetering van de juridische bescherming van consumenten bij hun markttransacties, met inachtneming van de in de richtlijn consumentenrechten vastgestelde benadering;

59. benadrukt dat het komende meerjarig financieel kader voor de periode na 2013 toereikende middelen moet bevatten voor maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen die zijn geformuleerd in dit verslag en in de nieuwe consumentenagenda; wijst erop dat consumentenorganisaties de consumenten alleen in alle lidstaten van de EU kunnen vertegenwoordigen als de garantie wordt gegeven dat zij daartoe voldoende middelen krijgen van de EU;

o

o   o

60. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

TOELICHTING

De rapporteur wil allereerst mevrouw Eva Britta Svensson, die tijdens de voorbereiding van het ontwerpverslag helaas haar lidmaatschap van het Europees Parlement om gezondheidsredenen heeft moeten opgeven, zijn dank uitspreken voor haar uitstekende bijdrage.

In mei 2012 komt de Europese Commissie met een consumentenagenda, als vervolg op de consumentenstrategie voor de periode 2007-2013 (COM(2007) 99 definitief). Deze agenda zal worden gepubliceerd als mededeling van de Commissie en zal alle initiatieven voor consumenten vanaf 2012 bevatten, maar niet verdergaan dan de reikwijdte van de consumentenstrategie voor de periode 2007-2013. Wij verwelkomen deze ambitieuze aanpak en dringen er bij de Commissie op aan om ook een groenboek te publiceren, zodat er een reële basis voor discussie ontstaat voor consumentenrechtenorganisaties, burgers, nationale parlementen en regeringen.

De consumentenagenda zou als een paraplu moeten fungeren voor alle belangrijke onderwerpen en uitdagingen waarvoor wij op het gebied van consumentenbeleid worden gesteld. De agenda zou een mijlpaal moeten zijn in het Europese consumentenbeleid en geeft voor het eerst concrete invulling aan het beginsel in het EU-Verdrag dat zegt dat op alle andere relevante Europese beleidsterreinen rekening moet worden gehouden met de belangen van consumenten.

In de consumentenagenda zou de hoogste prioriteit moeten worden gegeven aan veilig voedsel, gezondheid en productveiligheid. Maar we moeten ook een consumentenagenda krijgen die zorgt dat de ongelijkheid tussen consumenten in Europa kleiner wordt, bijdraagt aan een koolstofarme economie (zoals is vastgelegd in de EU 2020-strategie) en kinderen beschermt tegen reclame. Meer algemeen genomen moeten de nieuwe uitdagingen waarvoor moderne samenlevingen zich gesteld zien worden aangepakt, zoals de globalisering van onze markten, de digitalisering van de economie en de vergrijzing van de bevolking, evenals het belang van instrumenten voor rechtshandhaving en verhaal en steun voor consumentenorganisaties.

De Consumentenscoreborden en de agenda voor mondigheid van de consument

Uit recente studies van de Commissie komt naar voren dat consumenten mondiger moeten worden. Mondigheid van de consument is afhankelijk van de kennis van consumentenrechten en informatie, algemeen bekende en effectieve ngo's en overheidsinstanties, actieve media en eenvoudige en toegankelijke mogelijkheden voor verhaal.

De kwaliteit van de consumentenvoorwaarden in de lidstaten wordt gemonitord in het scorebord consumentenvoorwaarden maart 2011 (SEC (2011)). Het vijfde consumentenscorebord, dat op 11 maart door de Europese Commissie is gepubliceerd, laat een duidelijk herstel zien in de consumentenvoorwaarden in vrijwel alle EU-lidstaten, na de scherpe daling in 2009. Het scorebord bevestigt ook dat er sprake is van een groeiende kloof tussen binnenlandse en grensoverschrijdende e‑handel, veelvoorkomende armoede en slechte toegang tot basisgoederen en -diensten voor veel Europese burgers en een enorme bezorgdheid onder consumenten over de veiligheid van hun voedsel.

Het pakket ter bevordering van de mondigheid van de consument dat op 11 april door de Commissie is gepubliceerd heeft duidelijk laten zien dat consumenten zich te weinig bewust zijn van hun rechten en dat de mondigheid van de consument moet worden verbeterd. Consumenten moeten begrijpen wat de beste instrumenten zijn in dit internettijdperk, zodat zij zich bewuster worden van hun rechten in een steeds ingewikkelder markt, betere keuzen kunnen maken en optimaal van hun rechten kunnen profiteren. Zowel overheden als consumentenorganisaties spelen op dit punt een essentiële rol; daarom moet hun financiering gegarandeerd zijn. Het opbouwen en ondersteunen van krachtige en vaardige consumentenorganisaties kan consumenten daadwerkelijk helpen bij het verhogen van hun bewustzijn en het vertegenwoordigen van hun belangen, zowel op het gebied van beleidvorming als in het echte leven.

In oktober 2011 zal de 6e editie van het scorebord een overzicht geven van de 50 belangrijkste consumentenmarkten in de ogen van consumenten op gebieden als transparantie, vergelijkbaarheid, vertrouwen, problemen, klachten, overstappen en algehele tevredenheid.

De bovengenoemde studies moeten voor de Europese Unie een duidelijke stimulans vormen om concrete actie te ondernemen teneinde de mondigheid en de bescherming van consumenten te verbeteren.

Sociale en ecologische duurzaamheid

De omstandigheden van consumenten lopen in Europa sterk uiteen. Voor alle 499 miljoen inwoners – burgers én mensen – zijn de omstandigheden anders. Ongeveer 80 miljoen mensen, waaronder 19 miljoen kinderen, kunnen zich geen elementaire zaken veroorloven als een verwarmd huis, het betalen van de huur of een zomervakantie buitenshuis. Deze ongelijke situaties voor consumenten moeten worden aangepakt, en in de consumentenagenda moet aandacht worden besteed aan de kwestie van betaalbaarheid voor consumenten. Essentieel voor het reduceren van de ongelijkheden tussen consumenten en burgers is dat de zorg op een solidaire manier moet worden gefinancierd en voor iedereen toegankelijk is.

Volgens de EU 2020-strategie streeft Europa naar een slimme, duurzame en inclusieve groei. De EU heeft ambitieuze doelen vastgesteld voor het terugdringen van CO2-emissies, en als we deze doelen willen halen en in de Europese Unie een koolstofarme economie willen creëren, moeten we ervoor zorgen dat de particuliere consumptie duurzamer wordt: deze is immers goed voor 56% van het bbp van de EU.

In de consumentenagenda moet worden aangegeven hoe de particuliere consumptie een koolstofarme economie kan bevorderen. De snelstgroeiende bron van CO2-emissies in de EU is transport en energie. De interne markt creëert ook externe effecten als het gaat om CO2-emissies. De consumentenagenda moet de overgang naar een koolstofarme economie bevorderen, en dit impliceert meer lokale consumptie om de CO2-emissies van transport in de EU terug te dringen. Verder moeten recycling en het gebruik van tweedehands goederen worden bevorderd, maar recycling alleen is niet genoeg: de producten die aan de consument worden aangeboden moeten de meest energiezuinige zijn.

Een ander probleem waaraan in de consumentenagenda aandacht moet worden besteed is de verspilling van voedsel: er wordt jaarlijks in de EU ongeveer 90 miljoen voedsel verspild. De wereldbevolking zal in 2050 gegroeid zijn tot 9 miljard en de vraag naar voedsel zal met 70% toenemen. Dit zal grote uitdagingen met zich meebrengen voor de wereldwijde landbouwsystemen, evenals voor consumenten in Europa. Ook dit is een reden om een meer lokale en ecologisch verantwoorde productie van voedsel te bevorderen.

De consumentenagenda moet visionair en holistisch zijn, en moet een weerspiegeling zijn van wat er in de wereld gebeurt. We worden momenteel geconfronteerd met een mogelijk desastreuze ontwikkeling als gevolg van de klimaatverandering en daarom moet de consumptiemaatschappij ingrijpend veranderen. De consumentenagenda moet het doel van duurzame groei van de EU 2020-strategie bevorderen, en daarmee ook de groei van duurzame overheidsconsumptie van diensten als onderwijs, gezondheidszorg en zorg voor ouderen. Dat is waar het in het leven werkelijk om gaat: het creëren van gemeenschapszin, niet van CO2-emissies.

Bij het bevorderen van duurzame consumptie spelen overheidsopdrachten ook een cruciale rol. Het zou bij overheidsopdrachten niet alleen toegestaan maar ook verplicht moeten zijn om hoge eisen te stellen aan bescherming van het milieu, evenals arbeidsrechten en collectieve overeenkomsten.

Veiligheid van voedsel en producten

Volgens een enquête onder de organisaties die lid zijn van het BEUC, zijn de twee belangrijkste prioriteiten voor consumenten betere bescherming op het gebied van financiële diensten en voedsel, inclusief de recente stijging van voedselprijzen. Als consumenten geven we een groot deel van ons inkomen uit aan voedsel, daarom is het essentieel dat de veiligheid, etikettering en andere aspecten van voedsel in de consumentenagenda worden opgenomen.

Om zwaarlijvigheid te bestrijden en gezonde keuzen te stimuleren, hebben consumenten duidelijker informatie nodig dan ze momenteel krijgen. Voedselinformatie moet volledig en eenvoudig te begrijpen zijn. Verder is er behoefte aan strengere normen voor voedselveiligheid en een visie voor duurzame etikettering van voedsel, zodat consumenten beter geïnformeerde keuzen kunnen maken. Voedseletikettering komt aan de orde in de verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten, maar zou ook deel moeten uitmaken van de consumentenagenda, aangezien voedsel essentieel is voor consumenten.

Etikettering is echter niet voldoende om zwaarlijvigheid, pesticiden en andere gevaarlijke chemicaliën te bestrijden. We moeten meer stoffen verbieden en van de markt weren, zoals kunstmatige transvetten die in de meeste bewerkte levensmiddelen worden gebruikt en een rol spelen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten en enorme kosten voor onze gezondheidszorg met zich meebrengen.

Met betrekking tot voedsel, gezondheid en veiligheid moet de consumentenagenda ook aandacht besteden aan de dreiging van bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. Als we nu niets doen, zal dit enorme problemen gaan veroorzaken voor onze gezondheid en de kosten voor gezondheidszorg. De consumentenagenda moet aandacht besteden aan deze enorme dreiging door te beginnen met de geleidelijke vermindering van het wijdverspreide en medisch ongemotiveerde gebruik van antibiotica in de vleesindustrie, dat grote problemen voor de volksgezondheid veroorzaakt.

De Commissie moet ook concrete actie ondernemen in de consumentenagenda om de blootstelling van consumenten en het milieu aan gevaarlijke chemicaliën en stoffen te verlagen. Consumenten worden dagelijks geconfronteerd met cocktails van chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker veroorzaken en het hormonale systeem verstoren, zoals parabenen, die als conserveringsmiddelen worden gebruikt in vrijwel alle cosmetica, crèmes en shampoos. Bij zulke gevaarlijke en algemeen gebruikte chemicaliën in consumentenproducten is etikettering alleen niet voldoende. De Commissie zou ervoor moeten zorgen dat er uitgebreider onderzoek wordt gedaan naar de gezondheidsrisico's van parabenen. Daarnaast moet goed worden gekeken naar het voorbeeld van Denemarken, waar parabenen verboden zijn in producten die bedoeld zijn voor jonge kinderen.

Het RAPEX-kennisgevingssysteem moet transparanter en effectiever worden voor wetgevers, zodat zij zich bewuster worden van de risico's die bepaalde consumentenproducten met zich meebrengen. Regels voor algemene productveiligheid moeten worden versterkt en correct worden uitgevoerd, en er moeten specifieke regels voor gevaarlijke producten worden ontwikkeld of verbeterd. De nanotechnologie moet adequaat worden gereguleerd en producten die nanomaterialen bevatten, moeten worden geëtiketteerd. Daarnaast moet de veiligheid van speelgoed in specifieke gevallen worden getest door een onafhankelijke derde partij.

Kinderen en reclame

Kinderen behoren tot de kwetsbaarste groep consumenten. Maar hoewel kinderen geen "consumenten" zijn zoals volwassen consumenten – aangezien ze geen geïnformeerde keuzen kunnen maken – worden ze wel uitgebreid blootgesteld aan reclame. Dit probleem moet worden aangepakt in de consumentenagenda.

Het is vooral dringend noodzakelijk om kinderen te beschermen tegen reclame voor ongezond voedsel. In de wereld lijden 177 miljoen kinderen aan zwaarlijvigheid, en een van de redenen hiervoor is volgens consumentenorganisaties de massale hoeveelheid reclame waaraan kinderen worden blootgesteld.

De Europese Unie moet dit probleem aanpakken en er in de consumentenagenda voor zorgen dat kinderen tegen reclame worden beschermd. In Zweden is een dergelijk verbod sinds 1991 van kracht: alle tv-reclame en rechtstreekse reclame gericht op kinderen jonger dan twaalf jaar is verboden. Kinderen zijn kinderen, geen consumenten. Het zou daarom een topprioriteit voor de consumentenagenda moeten zijn om expliciet aandacht te besteden aan kinderen en om een verbod voor te stellen op reclame, zowel via de tv als rechtstreeks, gericht op kinderen jonger dan twaalf jaar.

Digitale omgeving

Het behartigen van de belangen van de "digitale consument" vormt een belangrijke uitdaging voor het consumentenbeleid van de toekomst. Op dit gebied moeten verschillende problemen worden aangepakt, zoals het bieden van een veilige digitale omgeving voor de consument en gegarandeerde toegang tot telecommunicatienetwerken als middel voor sociale en economische insluiting. De grondrechten van consumenten moeten worden gerespecteerd, in het bijzonder de bescherming van hun persoonsgegevens. Bovendien moet de concurrentie op de Europese markt voor telecommunicatie gericht zijn op keuzemogelijkheden voor de consument en op kwaliteit.

Handhaving en verhaal

Systemen voor collectieve vorderingen en alternatieve geschillenbeslechting (Alternative Dispute Resolution, ADR) zijn beide belangrijke elementen van een strategie voor een sterk consumentenbeleid. Wij verwelkomen het feit dat ADR is geïntegreerd in de Single Market Act van de Commissie, maar alternatieve oplossingen werken niet als de systemen waarvoor ze een alternatief vormen niet ook op orde zijn: we roepen de Commissie dan ook op om snel met een wetgevingsvoorstel te komen voor een rechtsmiddel dat ervoor zorgt dat collectieve vorderingen voor de consument overal in de EU mogelijk zijn. Er moet nu iets worden gedaan om dit opvallende gat in het instrumentarium van de consument te dichten, zodat deze zijn rechten kan afdwingen.

Tot slot vormt het belang van een sterke vertegenwoordiging van de belangen van consumenten een cruciaal onderdeel van een gezonde samenleving. Een dergelijke vertegenwoordiging moet mogelijk worden gemaakt en worden bevorderd, niet alleen op EU‑niveau, maar ook op nationaal niveau en in alle lidstaten. Vele jaren na toetreding tot de EU is dit nog steeds niet het geval in al onze landen, en maatregelen ter ondersteuning van capaciteitsontwikkeling voor de consumentenbeweging in deze landen zijn dringend noodzakelijk.

ADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken (12.10.2011)

aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming

inzake een nieuwe strategie voor consumentenbeleid
(2011/2149(INI))

Rapporteur voor advies: Alfredo Pallone

SUGGESTIES

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  merkt op dat het de bedoeling is dat ook de consumenten profiteren van het mededingingsbeleid en de regelgeving inzake financiële diensten; onderstreept dat rekening moet worden gehouden met de bijzondere behoeften van kwetsbare consumenten; herinnert eraan dat de consumenten het als gevolg van de economische crisis bijzonder moeilijk hebben;

2.  is verheugd over de strategische benadering van de consumentenbescherming, waarbij geput wordt uit de ervaringen die met de strategie voor de periode 2007-2013 zijn opgedaan; onderstreept dat in het kader van de Europa 2020-strategie voor een betere aansluiting moet worden gezorgd tussen het consumentenbeleid en sociale en milieudoelstellingen;

3.  steunt het werk van de Commissie op het gebied van de gedragseconomie, omdat dit essentieel is om te bereiken dat maatregelen ter bescherming van de consument in de praktijk effect sorteren;

4.  neemt kennis van de ontevredenheid van de consumenten over het functioneren van financiële diensten, die o.a. wordt ingegeven door slechte adviezen en het feit dat volgens het scorebord consumentenmarkten de meeste consumenten hun rechten op het gebied van financiële diensten niet kennen en 98% niet in staat is de meest geschikte beleggingsoptie te kiezen, waarmee geraamde kosten van 0,4% van het bbp van de EU gemoeid zijn;

5.  onderstreept dat de openbaarmaking van informatie in alle sectoren van de financiële dienstverlening noodzakelijk en belangrijk is voor de consumenten, maar wenst dat in de strategie wordt erkend dat het op zichzelf niet voldoende is om voor concurrerende markten te zorgen waarop de consumenten beslissingen kunnen nemen die hun belang het best dienen; wijst erop dat het met het oog op een efficiëntere openbaarmaking van belang is dat de informatie in officiële EU- en streektalen wordt verstrekt;

6.  wijst in dit verband op het belang van transparante, betrouwbare markten, de verbetering van de professionele normen en de voorkoming van belangenconflicten bij de verlening van financiële diensten aan consumenten, alsmede op de essentiële rol van financieel onderwijs;

7.  wenst dat er, gezien de aard en de complexiteit van financiële diensten en de omvang van hun impact op de consument, in de strategie van wordt uitgegaan dat nieuwe wetgeving specifiek voor de sector moet gelden en dat financiële diensten niet moeten worden samengevoegd met andere sectoren, waar de behoeften en het gedragspatroon van de consument anders zijn, en dat het beschermingsniveau ten minste even hoog moet zijn als in andere sectoren;

8.  dringt erop aan dat de Commissie toewerkt naar een Europees handvest van consumentenrechten op het gebied van financiële diensten, waarin de bestaande rechten worden weergegeven en vereenvoudigd en goede praktijken uit de lidstaten worden opgenomen, waarin de verantwoordelijkheden van aanbieders van financiële diensten worden verduidelijkt en waarin moet staan dat de consument adequaat en tijdig wordt geïnformeerd en in alle sectoren van de financiële dienstverlening een hoge mate van bescherming geniet;

9.  onderstreept het belang van toegang tot financieel onderwijs en financiële advisering en dringt aan op betere regelgeving inzake adviesdiensten;

10. wijst erop dat de nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) uitdrukkelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben ten aanzien van de consumentenbescherming op het gebied van de financiële diensten, en verwacht dat dit in de strategie tot uiting komt en dat de mogelijkheden van de ETA's op het gebied van de consumentenbescherming worden versterkt, uitgaande van de bestaande goede praktijken bij nationale instanties en met een adequate inbreng van belanghebbenden, met name consumentenvertegenwoordigers;

11. onderstreept dat, teneinde in de sector financiële dienstverlening een hoog niveau van consumentenbescherming te realiseren, doeltreffend toezicht op en transparant optreden van de financiële instellingen verzekerd moeten worden;

12. dringt aan op een duidelijke koppeling tussen de strategie en het programma voor het mededingingsbeleid en vraagt om een geïntegreerd optreden om dit te bewerkstelligen, zodat de consumenten kunnen profiteren van diensten die beter op hun behoeften zijn toegesneden en tegen betere voorwaarden worden verleend;

13. benadrukt hoe belangrijk het is om het effect van de liberalisering op de tevredenheid van de consument te evalueren, en dringt in dit verband aan op een beoordeling van de werking van de energiemarkt;

14. verzoekt om een grotere mate van bescherming van de consument bij grensoverschrijdende transacties, met name voor online bestelde producten en diensten, en om maatregelen die moeten voorkomen dat een consument de toegang tot onlineproducten en ‑diensten wordt geweigerd omdat hij zich in een andere lidstaat bevindt;

15. onderstreept dat de persoonsgegevens van consumenten, bijvoorbeeld databanken ten behoeve van gerichte reclame, een aanzienlijke economische waarde vertegenwoordigen waarvan de consumenten zich meestal niet bewust zijn; verzoekt de Commissie zorg te dragen voor een voldoende mate van concurrentie op de markt voor onlinereclame en zoekmachines;

16. dringt aan op een hoog niveau van consumentenbescherming in de hele EU om de interne markt voor financiële dienstverlening verder te kunnen uitbouwen en protectionistische praktijken tegen te gaan;

17. herinnert aan de vele voordelen, zoals lagere prijzen en een breder aanbod aan producten en diensten, die voor Europese consumenten zouden voortvloeien uit een volledig geïntegreerde interne markt;

18. vraagt om toegankelijke en effectieve verhaalmechanismen voor de Europese consument, die essentieel zijn voor het wegnemen van hindernissen op de interne markt, met name voor de e‑handel, en verzoekt de Commissie met een of meer voorstellen te komen die volgens de gewone wetgevingsprocedure moeten worden behandeld om het Parlement van een behoorlijke inbreng te verzekeren;

19. verzoekt de Commissie voor een betere coördinatie binnen haar consumentenbeleid te zorgen;

20. verzoekt de Commissie en de lidstaten de internationale samenwerking en de uitwisseling van informatie over consumentenbescherming met landen buiten de EU te intensiveren;

21. onderstreept dat de financiële inclusie moet worden ondersteund, bijvoorbeeld door voor productdiversiteit en een verbod op willekeurige beslissingen en discriminatie te zorgen, de financiële alfabetisering van de consumenten te versterken, hen van hun rechten op de hoogte te brengen en hun toegang tot de digitale omgeving en tot behoorlijk gereguleerde basisbankdiensten te verzekeren;

22. verzoekt de Commissie onderzoek te doen naar de resterende hindernissen voor de mobiliteit van de consument die van bank wil veranderen, en na te gaan hoe deze uit de weg kunnen worden geruimd, bijvoorbeeld door voor de gehele EU een systeem op te zetten voor de overdraagbaarheid van bankrekeningnummers;

23. merkt op dat de consument met bankrekeningen belang hecht aan transparante banktarieven, kortere transactietermijnen en eenvoudiger procedures voor het verplaatsen van bankrekeningen;

24. constateert dan ongeveer 30 miljoen Europeanen geen toegang hebben tot basisbankdiensten en verzoekt de Commissie een voorstel in te dienen, zoals aangekondigd in de Single Market Act en in het werkprogramma van de Commissie voor 2011;

25. onderstreept het belang van een snelle en volledige omzetting, toepassing en handhaving van de bestaande nationale en EU-wetgeving, inclusief de richtlijn consumentenrechten;

26. is verheugd over de lopende werkzaamheden met het oog op de ontwikkeling van een Europees systeem van alternatieve geschillenbeslechting, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande nationale en door ondernemingen gehanteerde systemen;teneinde een hoog niveau van consumentenbescherming te combineren met eerlijke handelsvoorwaarden voor ondernemers;

27. verzoekt de Commissie haar voordeel te doen met de goede praktijken uit de lidstaten, zoals het ombudsmanmodel uit de Noordse landen, en te overwegen aan het Europees netwerk van consumentencentra rechtsbevoegdheid te verlenen op het gebied van beslechting van consumentengeschillen;

28. is van mening dat een dergelijk systeem de interne markt ten goede zal komen en een eerlijk stelsel zal opleveren voor verhaal door de consument in grensoverschrijdende geschillen, waardoor het vertrouwen tussen consument en bedrijfsleven zal toenemen en kostbare geschillen voor zowel het bedrijfsleven als de consument worden vermeden.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

11.10.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

36

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Pascal Canfin, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Diogo Feio, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Othmar Karas, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Werner Langen, Astrid Lulling, Arlene McCarthy, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Theodor Dumitru Stolojan, Ivo Strejček, Kay Swinburne, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Corien Wortmann-Kool

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Elena Băsescu, Sari Essayah, Ashley Fox, Sophia in 't Veld, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Sirpa Pietikäinen, Gianni Pittella

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

17.10.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

0

10

Bij de eindstemming aanwezige leden

Cristian Silviu Buşoi, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, António Fernando Correia De Campos, Jürgen Creutzmann, Cornelis de Jong, Christian Engström, Evelyne Gebhardt, Malcolm Harbour, Iliana Ivanova, Sandra Kalniete, Kurt Lechner, Hans-Peter Mayer, Gianni Pittella, Mitro Repo, Robert Rochefort, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Barbara Weiler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Ashley Fox, Anna Hedh, Liem Hoang Ngoc, María Irigoyen Pérez, Othmar Karas, Constance Le Grip, Emma McClarkin, Antonyia Parvanova, Konstantinos Poupakis, Olga Sehnalová, Kyriacos Triantaphyllides, Anja Weisgerber