VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad inzake het Europees Visserijfonds, wat betreft sommige bepalingen betreffende het financiële beheer voor bepaalde lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit

21.12.2011 - (COM(2011)0484 – C7‑0219/2011 – 2011/0212(COD)) - ***I

Commissie visserij
Rapporteur: João Ferreira


Procedure : 2011/0212(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0447/2011
Ingediende teksten :
A7-0447/2011
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad inzake het Europees Visserijfonds, wat betreft sommige bepalingen betreffende het financiële beheer voor bepaalde lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit

(COM(2011)0484 – C7‑0219/2011 – 2011/0212(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0484),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0219/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 27 oktober 2011[1],

–   gezien het advies van het Comité van de Regio's[2],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement;

–   gezien het verslag van de Commissie visserij (A7-0447/2011),

1.  stelt zijn standpunt in eerste lezing vast en neemt het voorstel van de Commissie over;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Bij Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2009, Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 en Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 26 juni 2009 is dergelijke financiële bijstand verleend aan Hongarije, Letland en Roemenië.

(8) Bij Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2009, Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 en Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 26 mei 2009 is dergelijke financiële bijstand verleend aan Hongarije, Letland en Roemenië.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) De periode waarin de bijstand op grond van de Verordeningen (EG) nr. 407/2010 en (EG) nr. 332/2002 beschikbaar is, is vastgesteld in de respectieve uitvoeringsbesluiten van de Raad. De beschikking van de Raad waarbij bijstand is verleend aan Hongarije, is op 4 november 2010 verstreken.

De periode waarin Ierland, Hongarije, Letland, Portugal en Roemenië over bijstand kunnen beschikken, is vastgesteld in de respectieve uitvoeringsbesluiten van de Raad. De periode waarin bijstand aan Hongarije beschikbaar werd gesteld, is op 4 november 2010 verstreken.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) De periode waarin Griekenland over de financiële bijstand in het kader van het akkoord tussen de kredietverstrekkers en de leningsovereenkomst kan beschikken, verschilt naargelang de lidstaat die aan deze instrumenten deelneemt. Voor de toepassing van deze verordening moeten lidstaten die om een afwijking uit hoofde van deze verordening verzoeken, in hun verzoek duidelijk preciseren vanaf welke datum zij de toepassing op die lidstaat van de afwijking overeenkomstig deze verordening gerechtvaardigd achten.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Op 11 juli 2011 hebben de ministers van Financiën van de 17 lidstaten van de eurozone het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) ondertekend. Daarin is bepaald dat het ESM tegen 2013 de taken op zich zal nemen die momenteel worden uitgevoerd door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) en het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM).

(10) Op 11 juli 2011 hebben de ministers van Financiën van de 17 lidstaten van de eurozone het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) ondertekend. Overeenkomstig dat verdrag, dat volgt op het besluit van de Europese Raad van 25 maart 2011, zal het ESM tegen 2013 de taken op zich nemen die momenteel worden uitgevoerd door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) en het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM). Derhalve dient in deze verordening reeds met dit toekomstige mechanisme rekening te worden gehouden.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) In zijn conclusies juicht de Europese Raad van 23 en 24 juni 2011 het voornemen van de Commissie toe om te zorgen voor sterkere synergieën tussen het kredietprogramma voor Griekenland en de fondsen van de Unie, en ondersteunt hij de inspanningen om Griekenland meer in staat te stellen de middelen van de Unie aan te spreken teneinde de groei en de werkgelegenheid te stimuleren door zich opnieuw te richten op het verbeteren van het concurrentievermogen en het scheppen van werkgelegenheid. Bovendien verwelkomt en ondersteunt de Raad dat de Commissie samen met de lidstaten een veelomvattend programma van technische bijstand voor Griekenland uitwerkt. Deze verordening draagt bij tot die synergie-inspanningen.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Om het beheer van de financiering van de Unie te vergemakkelijken, om bij te dragen tot snellere investeringen in de lidstaten en in de regio’s en om de beschikbaarheid van financiering voor de economie te verbeteren, moet worden toegestaan dat tussentijdse betalingen van het Europese Visserijfonds worden verhoogd met een bedrag dat overeenkomt met tien procentpunten bovenop het bestaande medefinancieringspercentage voor elk prioritair zwaartepunt voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden wat hun financiële stabiliteit betreft.

(11) Om het beheer van de financiering van de Unie te vergemakkelijken, om bij te dragen tot snellere investeringen in de lidstaten en in de regio’s en om de beschikbaarheid van financiering voor de economie te verbeteren, moet wanneer zulks gerechtvaardigd is worden toegestaan dat tussentijdse betalingen van het Europese Visserijfonds tijdelijk en zonder gevolgen voor de programmeringsperiode 2014-2020 worden verhoogd met een bedrag gelijk aan tien procentpunten meer dan het werkelijke medefinancieringspercentage voor elke prioritaire as voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden wat hun financiële stabiliteit betreft en die hebben verzocht om voor deze maatregel in aanmerking te komen; de vereiste nationale bijdrage zal dienovereenkomstig worden verlaagd. Gelet op de tijdelijke aard van de verhoging en teneinde de oorspronkelijke medefinancieringspercentages te handhaven als referentiepunt voor de berekening van de tijdelijk verhoogde bedragen, zullen de uit het mechanisme voortvloeiende wijzigingen niet worden meegenomen in het in de operationele programma's opgenomen financieel plan. Wel moet het mogelijk zijn operationele programma's te actualiseren teneinde de middelen vooral aan te wenden ten bate van het concurrentievermogen, de groei en de werkgelegenheid en om de doelstellingen van die programma's af te stemmen op het lagere totaalbedrag aan beschikbare middelen.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Lidstaten die de Commissie om een afwijking uit hoofde van deze verordening verzoeken, moeten in hun verzoek duidelijk preciseren vanaf welke datum zij de afwijking gerechtvaardigd achten. De betreffende lidstaat dient in zijn verzoek alle gegevens over zijn macro-economische en begrotingssituatie ter beschikking te stellen die de Commissie nodig heeft om aan te tonen dat er geen middelen voor de nationale bijdrage beschikbaar zijn; dat een verhoging van de betalingen uit hoofde van de afwijking noodzakelijk is om de verdere uitvoering van de operationele programma's te garanderen, en dat de absorptiecapaciteit problematisch blijft, zelfs wanneer de in artikel 53, lid 3, vastgestelde maxima voor medefinancieringspercentages worden gebruikt. Voorts deelt de verzoekende lidstaat mee op basis van welk besluit of welke beschikking van de Raad of op basis van welke andere wetgevingshandeling hij voor de afwijking in aanmerking komt. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken, vanaf de datum van indiening van het verzoek, om na te gaan of de gegevens correct zijn en om bezwaar te maken. Teneinde afwijkingen effectief en operationeel te maken, dient tevens te worden bepaald dat, bij het uitblijven van bezwaren van de Commissie, het verzoek van de lidstaat gerechtvaardigd moet worden geacht. Indien de Commissie bezwaren heeft tegen het verzoek van de lidstaat, dient zij hierover een met redenen omkleed besluit te nemen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Wanneer de tussentijdse betalingen aan lidstaten uit hoofde van deze verordening tijdelijk worden verhoogd, dient adequate verslaglegging over de aanwending van deze hogere bedragen te worden gegarandeerd.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Na het einde van de periode waarin financiële bijstand beschikbaar is gesteld, kan de uitkomst van overeenkomstig artikel 18, lid 2, uitgevoerde evaluaties zijn dat onder meer moet worden beoordeeld of de vermindering van de nationale medefinanciering niet tot een aanzienlijke afwijking van de aanvankelijk vastgestelde doelstellingen leidt. Een dergelijke evaluatie zou tot de herziening van het operationele programma kunnen leiden.

(13) Na het einde van de periode waarin financiële bijstand beschikbaar is gesteld, moet in de overeenkomstig artikel 18, lid 2, uitgevoerde evaluaties mogelijk onder meer worden beoordeeld of de vermindering van de nationale medefinanciering niet tot een aanzienlijke afwijking van de aanvankelijk vastgestelde doelstellingen leidt. Een dergelijke evaluatie zou tot de herziening van het operationele programma kunnen leiden.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Schrappen

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Aangezien de ongekende crisis die de internationale financiële markten treft en de economische neergang die daarvan het gevolg is, de financiële stabiliteit van verscheidene lidstaten hebben geschaad en dus een snelle reactie nodig maken om de effecten op de economie als geheel tegen te gaan, moet deze verordening zo snel mogelijk in werking treden en met terugwerkende kracht van toepassing worden verklaard voor de periodes waarin de lidstaten financiële bijstand hebben gekregen van de Unie of van andere lidstaten uit de eurozone om ernstige moeilijkheden ten aanzien van hun financiële stabiliteit aan te pakken,

(15) Aangezien de ongekende crisis die de internationale financiële markten treft en de economische neergang die daarvan het gevolg is, de financiële stabiliteit van verscheidene lidstaten hebben geschaad en dus een snelle reactie nodig maken om de effecten op de economie als geheel tegen te gaan, moet deze verordening zo snel mogelijk in werking treden. Rekening houdend met de uitzonderlijke situatie waarin de betrokken lidstaten verkeren, moet zij met terugwerkende kracht van toepassing worden verklaard met ingang van hetzij het begrotingsjaar 2010, hetzij de datum waarop de financiële steun beschikbaar is gesteld, afhankelijk van de status van de verzoekende lidstaat, voor de periodes waarin de lidstaten financiële bijstand hebben gekregen van de Unie of van andere lidstaten uit de eurozone om ernstige moeilijkheden ten aanzien van hun financiële stabiliteit aan te pakken,

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 bis) Wanneer een tijdelijke verhoging van de tussentijdse betalingen wordt beoogd, moet deze tevens worden gezien in het kader van de budgettaire beperkingen waarmee alle lidstaten kampen; deze budgettaire beperkingen moeten naar behoren in aanmerking worden genomen in de algemene begroting van de Europese Unie. Voorts dient de toepassing van dit mechanisme, dat in de eerste plaats is bedoeld om specifieke actuele problemen aan te pakken, beperkt te worden in de tijd. Dit mechanisme dient derhalve met ingang van 1 januari 2010 te worden toegepast en uiterlijk 31 december 2013 te verstrijken.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 ter) Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds1 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

______________

 

1 PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 76 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De overeenkomstig lid 3 verhoogde tussentijdse betalingen worden zo spoedig mogelijk ter beschikking van de beheersautoriteit gesteld en worden uitsluitend gebruikt voor betalingen ter uitvoering van het operationele programma.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 76 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter. In het kader van de jaarlijkse rapportage overeenkomstig artikel 67, lid 1, verstrekken de lidstaten de Commissie de nodige informatie over de manier waarop de in artikel 76, lid 3, bedoelde afwijking wordt benut, waarbij wordt aangetoond dat het hogere steunbedrag in de betrokken lidstaat het concurrentievermogen, de groei en de werkgelegenheid ten goede is gekomen. De Commissie houdt bij het opstellen van de in artikel 68, lid 1, voorziene jaarlijkse rapportage rekening met deze informatie.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 77 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In afwijking van artikel 53, lid 3, kunnen op verzoek van een lidstaat de saldobetalingen worden verhoogd met een bedrag dat overeenkomt met tien procentpunten bovenop het medefinancieringspercentage voor elk prioritair zwaartepunt, toe te passen op het bedrag van de voor steun in aanmerking komende overheidsuitgaven die voor het eerst zijn aangegeven in elke gecertificeerde uitgavenstaat die wordt ingediend in de periode waarin die lidstaat aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

2. In afwijking van artikel 53, lid 3, worden op verzoek van een lidstaat de saldobetalingen verhoogd met een bedrag dat overeenkomt met tien procentpunten bovenop het medefinancieringspercentage voor elk prioritair zwaartepunt tot een maximum van honderd procent, toe te passen op het bedrag van de voor steun in aanmerking komende overheidsuitgaven die voor het eerst zijn aangegeven in elke gecertificeerde uitgavenstaat die wordt ingediend in de periode waarin die lidstaat aan een van de voorwaarden uit de punten a), b) en c) van artikel 76, lid 3, voldoet.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 77 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) aan dat land wordt financiële bijstand beschikbaar gesteld op grond van Verordening (EG) nr. 407/2010 van de Raad houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme of is vóór de inwerkingtreding van die verordening financiële bijstand beschikbaar gesteld door andere lidstaten uit de eurozone;

Schrappen

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 77– lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) aan dat land wordt financiële bijstand voor de middellange termijn beschikbaar gesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad;

Schrappen

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 77 – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) aan dat land wordt financiële bijstand beschikbaar gesteld overeenkomstig het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme, dat op 11 juli 2011 is ondertekend.

Schrappen

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 77 bis (nieuw) – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, is de bijdrage van de Unie in de vorm van tussentijdse betalingen en saldobetalingen niet hoger dan de overheidsbijdrage en het maximale bedrag aan bijstand uit de fondsen voor elk prioritair zwaartepunt en elke doelstelling zoals vastgesteld in het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het operationele programma.

1. Onverminderd artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, is de bijdrage van de Unie in de vorm van tussentijdse betalingen en saldobetalingen niet hoger dan de overheidsbijdrage en het maximale bedrag aan bijstand uit de fondsen voor elk prioritair zwaartepunt en elke doelstelling zoals vastgesteld in het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het operationele programma.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 1198/2006.

Artikel 77 bis (nieuw) – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De in artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, genoemde afwijking wordt door de Commissie toegekend op schriftelijk verzoek van een lidstaat die aan een van de hierboven in artikel 76, lid 3, onder a), b) en c), genoemde voorwaarden voldoet. Het verzoek wordt uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ingediend, dan wel uiterlijk twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop de lidstaat aan een van de in artikel 76, lid 3, onder a), b) en c), vastgelegde voorwaarden voldoet.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 1198/2006.

Artikel 77 bis (nieuw) – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. In zijn verzoek aan de Commissie zet de lidstaat uiteen waarom een afwijking als bedoeld in artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, noodzakelijk is, en verstrekt hij de nodige gegevens om aan te tonen dat:

 

a) de middelen voor het nationale bedrag niet beschikbaar zijn, ter staving waarvan gegevens over de macro-economische en de begrotingssituatie worden overgelegd;

 

b) een verhoging van de in artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, bedoelde betalingen noodzakelijk is om de verdere uitvoering van de operationele programma's te garanderen;

 

c) de problemen aanhouden, zelfs wanneer de in artikel 53, lid 3, vastgestelde maxima voor de medefinancieringspercentages worden gebruikt;

 

d) een besluit van de Raad dan wel een andere rechtshandeling voorhanden is op grond waarvan de lidstaat aan een van de in artikel 76, lid 3, onder a), b) en c) genoemde voorwaarden voldoet; de precieze datum met ingang waarvan de financiële steun ter beschikking van de lidstaat is gesteld, wordt daarbij vermeld.

 

De Commissie gaat na of zij een afwijking op grond van de overgelegde gegevens gerechtvaardigd acht. De Commissie beschikt, vanaf de datum van indiening van het verzoek, over een termijn van 30 dagen om bezwaar te maken tegen de overgelegde informatie. Indien de Commissie bezwaar maakt tegen het verzoek van de lidstaat, neemt zij ter zake een besluit dat zij met redenen omkleedt.

 

Bij het uitblijven van bezwaren van de Commissie wordt het verzoek van de lidstaat gerechtvaardigd geacht.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 1198/2006

Artikel 77 bis (nieuw) – lid 1 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quater. De verzoekende lidstaat deelt tevens mee hoe hij de in artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, bedoelde afwijking zal benutten en welke aanvullende maatregelen worden voorzien om de middelen vooral aan te wenden ten bate van het concurrentievermogen, de groei en de werkgelegenheid, hetgeen, zo nodig, een wijziging van de operationele programma's kan omvatten.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 1198/2006.

Artikel 77 bis (nieuw) – lid 1 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quinquies. De geldigheid van de in artikel 76, lid 3, en artikel 77, lid 2, bedoelde afwijking is niet van toepassing voor uitgavenstaten die worden ingediend na 31 december 2013."

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de volgende lidstaten zal zij echter met terugwerkende kracht gelden vanaf het moment dat aan deze lidstaten financiële bijstand ter beschikking was gesteld:

Voor de volgende lidstaten zal zij echter met terugwerkende kracht gelden: voor Ierland, Griekenland en Portugal met ingang van de datum waarop de in artikel 76, lid 3, genoemde financiële bijstand ter beschikking van deze lidstaten is gesteld, en voor Hongarije, Letland en Roemenië met ingang van 1 januari 2010.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) voor Ierland vanaf 10 december 2010;

Schrappen

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) voor Griekenland vanaf 11 mei 2010;

Schrappen

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) voor Letland vanaf 23 januari 2009;

Schrappen

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) voor Hongarije vanaf 5 november 2008;

Schrappen

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) voor Portugal vanaf 24 mei 2011;

Schrappen

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 2 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) voor Roemenië vanaf 11 mei 2009;

Schrappen

  • [1]  PB C ... van ..., blz..
  • [2]  PB C ... van ..., blz..

TOELICHTING

Commissievoorstel

De Europese Commissie erkent dat het voortduren van de financiële en economische crisis de druk op de nationale financiële middelen verhoogt. Zij is van mening dat het in deze situatie van bijzonder belang is voor de soepele tenuitvoerlegging van cohesieprogramma's te zorgen als middel om de economie financieel te stimuleren. De liquiditeitsproblemen die uit de budgettaire beperkingen voortvloeien, bemoeilijken de uitvoering van de programma's, in het bijzonder in de lidstaten die het zwaarst getroffen worden door de crisis.

Om ervoor te zorgen dat deze lidstaten verder gaan met de concrete uitvoering van de programma's van het Europees Visserijfonds (EVF) en middelen uitkeren ten behoeve van projecten, bevat het voorstel van de Commissie bepalingen waarmee de betalingen aan deze landen opgevoerd kunnen worden voor de periode waarin zij onder de ondersteuningsmechanismen vallen. Er wordt concreet voorgesteld om een bedrag dat overeenkomt met tien procentpunten bovenop de cofinancieringspercentages voor het prioritaire zwaartepunt van de programma's en voor de nieuwe gecertificeerde uitgaven die in de betrokken periode zijn ingediend, te hanteren.

Wanneer het extra percentage wordt toegepast, mag het cofinancieringspercentage van het programma niet meer dan tien procentpunten hoger uitkomen dan de maxima van artikel 53, lid 3, van de EVF-verordening (respectievelijk 75% en 50% voor de regio's die wel en diegene die niet onder de convergentiedoelstelling vallen).

Hiermee worden geen aanvullende financiële eisen gesteld aan de gehele begroting, aangezien de totale financiële toewijzing uit het EVF voor de betrokken periode voor de betrokken landen en programma's niet zal veranderen.

Het standpunt van de rapporteur

De economische en financiële crisis in de EU komt in elke lidstaat anders tot uiting.

De belangrijkste beleidslijnen en richtsnoeren die het integratieproces aanstuurden, hebben, in het bijzonder tijdens het afgelopen decennium, de verschillen en de onevenwichtigheden binnen de EU aangescherpt. De bestaande ongelijkheden komen op verschillende vlakken tot uiting. Een van die vlakken waarop zij tot uiting komen, is de toegang tot en het gebruik van de communautaire fondsen.

De inspanningen die van de lidstaten vereist worden en de beperkingen op overheidsinvesteringen die opgelegd werden krachtens het stabiliteitspact, staan een volledige benutting van de communautaire fondsen door precies die landen die het op economisch vlak het moeilijkst hebben en die de fondsen het meest nodig hebben, al geruime tijd in de weg. Op die manier komt de cohesiedoelstelling in het gedrang.

De zogenaamde programma's voor financiële bijstand, in het bijzonder de meest recente programma's die onder de verantwoordelijkheid van het IMF, de ECB en de Europese Commissie vallen, hebben die situatie aanzienlijk verergerd. De beleidsopties die in die programma's worden aangedragen doen de landen waarin wordt ingegrepen en hun bevolking in een dramatische, diepe economische recessie verzinken, waarbij een groot deel van het economische en sociale weefsel wordt vernietigd, wat negatieve gevolgen heeft voor zowel de capaciteit voor private investeringen (in het bijzonder door het mkb) als voor overheidsinvesteringen, die in sommige gevallen ongezien lage niveaus bereikt.

De kustgemeenschappen die het sterkst afhankelijk zijn van de visserij ontsnappen niet aan deze algemene situatie. In dit concrete geval wordt de context echter nog problematischer door jaren van achteruitgang en herstructureringen ten gevolge van de specifieke evoluties die zich in de sector hebben voltrokken.

Het voorstel van de Commissie om de cofinanciering door de EU voor die lidstaten die met de grootste moeilijkheden kampen, te verhogen en de inspanningen van de lidstaten voor het gebruik van de fondsen te verminderen, was dus al lang nodig en komt, jammer genoeg, te laat.

In het concrete geval van het EVF "legden nationale bezuinigingsmaatregelen beperkingen voor cofinanciering door de staten op" en "werden de particuliere begunstigden het zwaarst getroffen door de kredietschaarste", zoals in het derde jaarverslag over de uitvoering van het Europees Visserijfonds (2009) vermeld wordt. In datzelfde verdrag stelt de Commissie dat zij "de lidstaten zal bijstaan door de programma-uitvoering aan te zwengelen via een betere vormgeving van de maatregelen", waarbij zij ook nog verwijst naar de mogelijkheid om facilitatoren in te schakelen met het oog op een beter gebruik van het EVF. Bovendien moet er gewezen worden op het ongewenste feit dat het grootste deel van de middelen aangewend werd voor de sloop van vissersvaartuigen en dus op geen enkele manier heeft bijgedragen tot de groei van de economische activiteit, integendeel zelfs.

Het voorstel van de Commissie is, ondanks het feit dat het te laat komt, erg welkom. Aangezien dit voorstel dringend moet worden aangenomen, stelt de rapporteur voor om het in eerste lezing aan te nemen zoals de Commissie het heeft ingediend, ondanks het feit dat het een aantal beperkingen met zich meebrengt. De rapporteur wil echter wel een aantal opmerkingen maken en aanbevelingen doen, in de hoop dat de Commissie daar rekening mee zal houden:

- De Commissie moet nagaan in welke mate deze wijziging "de betrokken lidstaten inderdaad van de middelen zal voorzien die nodig zijn om projecten en het herstel van de economie te ondersteunen". Er dient opgemerkt te worden dat de beperkingen voor investeringen die opgelegd werden door de zogenaamde bijstandsprogramma's zelfs onder de nieuwe voorwaarden moeilijkheden kunnen opleveren op het vlak van de inspanningen die de lidstaten moeten leveren (respectievelijk 15% en 40% voor de regio's die wel en diegene die niet onder de convergentiedoelstelling vallen). De Commissie dient daarom na te denken over de behoefte om de vermelde beperkingen voor investeringen weg te werken of over de mogelijkheid om de cofinanciering door de lidstaten verder te verlagen;

- Ik wil erop wijzen dat het voorstel van de Commissie de begroting die ter beschikking gesteld wordt van de lidstaten in moeilijkheden niet verhoogt. Dat zal er in de praktijk toe leiden dat er in het totaal minder middelen voor investering naar de sector zullen stromen, vanwege de verlaging van de nationale inspanningen. De gedane investeringen zullen bijgevolg ook minder groeiperspectieven openen. Zo komt het cohesiebeginsel opnieuw op de helling te staan, en de Commissie moet dan ook overwegen of er meer middelen kunnen worden vrijgemaakt voor deze landen. Bovendien moet er in de voorschriften voor het vaststellen van begrotingstekorten een onderscheid gemaakt worden tussen uitgaven voor investeringen en andere overheidsuitgaven. Uitgaven voor investeringen mogen immers niet in meegenomen worden in de beoordeling, om te vermijden dat de begrotingsconsolidatie negatieve gevolgen krijgt voor de economische groei, want zonder die groei wordt de begrotingsconsolidatie op middellange termijn onleefbaar;

- Naast maatregelen die de opname van middelen uit het EVF door de lidstaten bevorderen, moeten ook de prioriteiten van het EVF zelf herbekeken worden en voornamelijk afgestemd worden op het ondersteunen van de productieactiviteiten (vernieuwing en modernisering van de vloten, verhogen van de duurzaamheid van de vloten, verbeteren van de selectiviteit van vistuig, vervangen van motoren, enz.) en op de ontwikkeling van de kustgemeenschappen;

- Verordening (EG) nr. 861/2006, waarin communautaire financieringsmaatregelen worden vastgelegd voor de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid en het zeerecht, een ander belangrijk financieringsinstrument van de EU op het vlak van visserij, wordt niet opgenomen in dit voorstel van de Commissie. Deze verordening voorziet in financiering op belangrijke gebieden – internationale betrekkingen, governance, gegevensvergaring en wetenschappelijke adviezen en het toezicht op en de uitvoering van het GVB – waarop de moeilijkheden met betrekking tot de cofinanciering door de lidstaten eveneens voelbaar zijn. Enkele van deze gebieden spelen een bepalende rol voor het duurzame, op kennis gebaseerde beheer van de visserij. Aangezien de percentages voor cofinanciering in het algemeen vrij laag liggen (gewoonlijk maximaal 50%), is onbegrijpelijk waarom deze verordening niet bekeken wordt in het voorstel dat de Commissie nu heeft ingediend.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 inzake het Europees Visserijfonds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0484 – C7-0219/2011 – 2011/0212(COD)

Datum indiening bij EP

1.8.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

PECH

13.9.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

BUDG

13.9.2011

CONT

13.9.2011

 

 

Geen advies

       Datum besluit

BUDG

8.9.2011

CONT

22.9.2011

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

João Ferreira

26.9.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

10.10.2011

23.11.2011

 

 

Datum goedkeuring

20.12.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

19

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Antonello Antinoro, Kriton Arsenis, Alain Cadec, João Ferreira, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Dolores García-Hierro Caraballo, Carl Haglund, Werner Kuhn, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Guido Milana, Crescenzio Rivellini, Ulrike Rodust, Struan Stevenson, Catherine Trautmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jean-Paul Besset, Chris Davies, Raül Romeva i Rueda, Antolín Sánchez Presedo

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Giovanni La Via

Datum indiening

21.12.2011