AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid
27.1.2012 - (16226/1/2011 – C7‑0012/2012 – 2010/0252(COD)) - ***II
Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Gunnar Hökmark
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid
(16226/1/2011 – C7-0012/2012 – 2010/0252(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (16226/1/2011 – C7‑0012/2012),
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[1],
– na raadpleging van het Comité van de Regio's,
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[2] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0471),
– gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 72 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A7‑0019/2012),
1. hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing;
2. constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;
3. verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;
4. verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
TOELICHTING
Op 20 september 2010 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een besluit tot vaststelling van het eerste radiospectrumbeleidsprogramma, met als rechtsgrondslag artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en op basis van artikel 8 bis, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002, waarin is bepaald dat de Commissie een wetgevingsvoorstel kan indienen tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid
In dit voorstel zijn de beleidslijnen en doelstellingen vastgesteld voor de strategische planning en harmonisatie van het radiospectrumgebruik tot 2015.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing
Het Europees Parlement heeft op 11 mei 2011 in eerste lezing advies uitgebracht, waarbij het met 615 stemmen voor, 26 tegen en 16 onthoudingen 88 amendementen op het Commissievoorstel goedkeurde.
De voornaamste veranderingen die het Europees Parlement in het programma wilde aanbrengen beoogden:
· de 800 MHz-band tegen 1 januari 2013 beschikbaar te stellen voor elektronische communicatiediensten in alle EU-lidstaten, waarbij alleen in uitzonderlijke, op technische en historische gronden gerechtvaardigde gevallen een uitzondering wordt toegestaan;
· te bewerkstelligen dat er voldoende geschikt spectrum wordt toegewezen voor draadloze diensten, namelijk minimaal 1200 MHz tegen 2015;
· het gebruik van de 1,5 GHz-band en de 2,3 GHz-band te harmoniseren en open te stellen voor draadloze breedbanddiensten, en de Commissie te verzoeken om uiterlijk tegen 1 januari 2015 te bepalen in hoeverre er behoefte is aan maatregelen om ook andere spectrumbanden zoals de 700MHz-band (694-790 MHz) te harmoniseren;
· de bestaande vergunningsvrije spectrumtoewijzingen uit te breiden om meer ruimte te creëren voor het gebruik van WiFi-diensten;
· de doelstellingen van de Digitale Agenda voor Europa te verwezenlijken door ervoor te zorgen dat alle burgers van de Unie tegen 2020 toegang hebben tot breedbandverbindingen met een snelheid van minstens 30 Mbps;
· de regelgevingsbeginselen in de gehele Unie aan te scherpen door te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden op pan-Europees niveau en door de introductie van nieuwe pan-Europese diensten te stimuleren;
· marktverstoringen te voorkomen door voorafgaand aan geplande spectrumtoewijzingen zorgvuldig te onderzoeken of de voorgenomen toewijzing, rekening houdend met bestaande spectrumrechten van de desbetreffende marktdeelnemers, de mededinging wellicht zou beperken of verstoren;
· de inventaris van het gehele bestaande radiospectrum uit te breiden met frequenties tussen 300 MHz en 6 GHz, en vervolgens ook met frequenties van 6 GHz tot 70 GHz;.
· erop toe te zien dat de Unie bij internationale onderhandelingen over spectrumaangelegenheden een gezamenlijk standpunt inneemt.
Tweede lezing Europees Parlement
Op 24 oktober 2011 bereikten het Europees Parlement en de Raad van de EU na vijf informele trialogen een politiek akkoord over het wetgevingsvoorstel.
De hoofdpunten van dit akkoord waren dat:
· de 800 MHz-frequentieband tegen 1 januari 2013 in alle lidstaten wordt vrijgemaakt voor draadloze breedbandinternetdiensten;
· de snelheid van mobiele breedbandverbindingen tegen 2020 voor alle EU-burgers wordt opgevoerd tot minstens 30 Mbps, om aldus optimaal te kunnen profiteren van het digitaal dividend en bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Digitale Agenda voor Europa;
· tegen 2015 minimaal 1200 MHz van het spectrum wordt gereserveerd voor mobiel dataverkeer;
· er een inventaris wordt gecreëerd met een zeer breed benutbaar spectrumgamma van 400MHz tot 6 GHz, zodat er een flexibel en gecoördineerd Europees spectrumbeleid kan worden gevoerd;
· de Commissie tegen uiterlijk 1 januari 2015 beoordeelt of er behoefte is aan maatregelen om meer spectrumbanden te harmoniseren en daarover verslag uitbrengt;
· de Commissie in samenwerking met de lidstaten nagaat in hoeverre er in de praktijk meer vergunningsvrij spectrum voor draadloze toegangssystemen, met inbegrip van Radio Local Area Networks, moet en kan worden toegewezen, zodat er meer gebruiksmogelijkheden kunnen worden gecreëerd voor bijvoorbeeld WiFi-toepassingen;
· de Unie de lidstaten op hun verzoek juridische, beleidsmatige en technische bijstand verleent om spectrumcoördinatiegeschillen met buurlanden van de Unie, met inbegrip van kandidaat-lidstaten en toetredingslanden, op te lossen.
Dit politieke akkoord zal de weg effenen voor een ontwikkeling waardoor de EU in de gelegenheid wordt gesteld mondiaal het voortouw te nemen op het gebied van breedbandsnelheden, mobiliteit, bereik en capaciteit. Hiermee wordt een essentieel fundament gelegd voor het creëren van een flexibel en gecoördineerd Europees spectrumbeleid, zodat aan de exponentiële groeivereisten van het mobiele dataverkeer kan worden voldaan door hertoewijzing van spectrumruimte en inefficiënt spectrumgebruik tot het verleden behoort. De steun van de lidstaten voor het voorstel van het Europees Parlement en de Commissie om de 800MHz-band tegen 1 januari 2013 open te stellen voor elektronische communicatiediensten zal bijdragen tot het creëren van een pan-Europese telecommunicatiemarkt waar nieuwe diensten kansen en groeimogelijkheden kunnen bieden voor een markt met 500 miljoen consumenten.
Het besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Tenzij anders bepaald in dit besluit, passen de lidstaten de daarin neergelegde beleidsrichtsnoeren en -doelstellingen uiterlijk op 1 juli 2015 toe.
Uiterlijk 31 december 2015 maakt de Commissie een evaluatie op van de toepassing van dit besluit. Tevens brengt de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de overeenkomstig dit besluit uitgevoerde activiteiten en vastgestelde maatregelen.
Conclusie
Het op 13 december 2011 vastgestelde en op 19 januari 2012 officieel aan het Europees Parlement toegezonden gemeenschappelijk standpunt van de Raad is gebaseerd op het akkoord dat op 24 oktober 2011 tussen het Europees Parlement en de Raad is bereikt.
PROCEDURE
Titel |
Radiospectrumbeleid |
||||
Document- en procedurenummers |
16226/1/2011 – C7-0012/2012 – 2010/0252(COD) |
||||
Datum eerste lezing EP – P-nummer |
11.5.2011 T7-0220/2011 |
||||
Voorstel van de Commissie |
COM(2010)0471 - C7-0270/2010 |
||||
Datum bekendmaking ontvangst standpunt van de Raad in eerste lezing |
19.1.2012 |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ITRE 19.1.2012 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
25.1.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
52 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Gabriele Albertini, Amelia Andersdotter, Zigmantas Balčytis, Ivo Belet, Bendt Bendtsen, Jan Březina, Reinhard Bütikofer, Maria Da Graça Carvalho, Giles Chichester, Jürgen Creutzmann, Pilar del Castillo Vera, Dimitrios Droutsas, Christian Ehler, Vicky Ford, Gaston Franco, Adam Gierek, Norbert Glante, Robert Goebbels, András Gyürk, Fiona Hall, Jacky Hénin, Kent Johansson, Krišjānis Kariņš, Lena Kolarska-Bobińska, Philippe Lamberts, Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz, Angelika Niebler, Jaroslav Paška, Vittorio Prodi, Miloslav Ransdorf, Herbert Reul, Teresa Riera Madurell, Jens Rohde, Paul Rübig, Amalia Sartori, Salvador Sedó i Alabart, Francisco Sosa Wagner, Konrad Szymański, Britta Thomsen, Evžen Tošenovský, Ioannis A. Tsoukalas, Claude Turmes, Vladimir Urutchev, Adina-Ioana Vălean, Alejo Vidal-Quadras |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Francesco De Angelis, Gunnar Hökmark, Seán Kelly, Vladko Todorov Panayotov, Mario Pirillo, Vladimír Remek, Silvia-Adriana Ţicău |
||||
Datum indiening |
27.1.2012 |
||||