AANBEVELING over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010

1.2.2012 - (09771/2011 – C7‑ 0206/2011– 2010/0343(NLE)) - ***

Commissie internationale handel
Rapporteur: Vital Moreira

Procedure : 2010/0343(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0024/2012
Ingediende teksten :
A7-0024/2012
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010

(09771/2011 – C7‑ 0206/2011– 2010/0343(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–   gezien het ontwerpbesluit van de Raad (09771/2011),

–   gezien de ontwerptekst van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (08134/2011),

–   gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 207, leden 3 en 4, en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a) v), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C7-0206/2011),

–   gezien artikel 81 en artikel 90, lid 7, van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel (A7-0024/2012),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

TOELICHTING

Inleiding

De Internationale Cacao-overeenkomst 2010[1] zal de bestaande overeenkomst van 2001, waarbij de EU partij is, vervangen[2]. Met de nieuwe overeenkomst worden de volgende doelstellingen nagestreefd: bevorderen van de internationale samenwerking in de mondiale cacao-economie; tot stand brengen van een passend kader voor besprekingen over alle aangelegenheden in verband met cacao tussen overheden en met de particuliere sector; bijdragen tot de versterking van de nationale cacao-economieën van de lidlanden; streven naar rechtvaardige prijzen, die voor producenten en consumenten tot eerlijke opbrengsten leiden; bevorderen van een economisch, sociaal en ecologisch duurzame cacao-economie; bevorderen van transparantie in de mondiale cacao-economie door het verzamelen, analyseren en verspreiden van statistieken op dit gebied en het uitvoeren van passende studies; streven naar het wegnemen van hindernissen voor de handel; stimuleren en aanmoedigen van het verbruik van chocolade en cacaoproducten; aanmoedigen van de leden om de kwaliteit van de cacao te bevorderen.

Met de overeenkomst wordt in algemene zin beoogd om een sector waar 50 miljoen inkomens in heel de wereld van afhankelijk zijn[3], doorzichtiger en duurzamer te maken. De Internationale Cacao-organisatie (ICCO), opgericht in 1973 en gevestigd in Londen (VK), zal worden belast met de uitvoering van de bepalingen van de overeenkomst en het toezicht op de werking ervan. Alle partijen bij de overeenkomst zijn aangesloten bij de ICCO.

De Internationale Cacao-overeenkomst 2010 staat tot 30 september 2012 open voor ondertekening en voor nederlegging van de akten van aanvaarding, sluiting en bekrachtiging. De EU moet derhalve vóór die datum haar bekrachtigingsprocedure overeenkomstig de vereisten van het Verdrag van Lissabon voltooien.

Sinds de toepassing van het Verdrag van de Lissabon zijn alle overeenkomsten waaronder gebieden vallen waarop de gewone wetgevingsprocedure van toepassing is, onderworpen aan de goedkeuring van het Europees Parlement. Een van die gebieden is het gemeenschappelijk handelsbeleid van de EU, waar de Cacao-overeenkomst 2010 deel van uitmaakt. Voordat de Cacao-overeenkomst 2010 kan worden gesloten moet het Parlement dus eerst zijn goedkeuring verlenen. De goedkeuring van het Parlement is de formele stap die volgt op de ondertekening van de overeenkomst door de Raad van de EU en die voorafgaat aan de formele sluiting van de overeenkomst door de Raad.

De Cacao-overeenkomst 2010 is op 10 juni 2011 door de EU ondertekend en wordt vanaf die datum voorlopig toegepast. Tegen eind oktober 2011 was de Cacao-overeenkomst 2010 eveneens ondertekend door de drie grootste exporteurs van cacao (Ivoorkust, Ghana en Indonesië) en Zwitserland.

Internationale Cacao-overeenkomst 2010

Op 25 juni 2010 werd op de Cacaoconferentie van de Verenigde Naties[4], waar de wereldwijd toonaangevende cacaoproducerende en -consumerende landen bijeenkomen, overeenstemming bereikt over de Internationale Cacao-overeenkomst 2010, die de cacao-overeenkomst van 2001 zal vervangen. De nieuwe overeenkomst kent een looptijd van tien jaar die tweemaal met twee jaar kan worden verlengd.

Met de overeenkomst van 2010 wordt beoogd de voorwaarden te scheppen om de wereldhandel in cacao eerlijker en duurzamer te maken door de internationale samenwerking tussen producenten en consumenten binnen het ICCO-kader te versterken. De overeenkomst zal de bestuurlijke structuur van de ICCO, waarvan de lidlanden bijna 85 % van de mondiale cacaoproductie en meer dan 60 % van de mondiale cacaoconsumptie voor hun rekening nemen, doeltreffender en inclusiever maken. De Internationale Cocao Raad (ICC), het hoogste bestuursorgaan van de ICCO, kent een gelijke stemverhouding tussen importerende en exporterende leden. Het stemgewicht staat in verhouding tot het gemiddelde import- en exportvolume in de voorafgaande drie cacaojaren. De EU is een enkele verdragsluitende partij die meer dan de helft van de stemmen van de importerende leden vertegenwoordigt.

De overeenkomst van 2010 zal de markttransparantie verbeteren door de rol van de ICCO bij het verzamelen, verwerken en verspreiden van gegevens en haar samenwerking met de industrie en ngo's te versterken. De overeenkomst verstevigt het mandaat van de ICCO ten aanzien van projecten die bedoeld zijn om de capaciteit van de nationale cacao-economieën te versterken alsook hun vermogen om in te spelen op de veranderende vraag. In de nieuwe overeenkomst zijn duidelijke doelstellingen uitgewerkt voor een duurzame cacao-economie, waarbij het belang wordt erkend van economische levensvatbaarheid en van sociale en milieuverantwoordelijkheid in alle stadia van de waardeketen. Zij onderkent de noodzaak om te zorgen voor rechtvaardige cacaoprijzen en eerlijke opbrengsten, en om de kwaliteit van cacao te bevorderen en voedselveiligheidsprocedures te ontwikkelen.

De productie en wereldwijde toeleveringsketen van cacao

De cacao-oogst is een inkomstenbron voor landen die cacao telen, verwerken en verbruiken. In veertig landen rond de evenaar op meer dan 8 miljoen hectare grond wordt cacao geteeld, die reist door een lange en complexe wereldomspannende toeleveringsketen, die loopt van de producenten via handelaars, exporteurs, verwerkers en chocoladefabrikanten ("chocolatiers") tot aan de kleinhandel en de consument.

Afrika, waaronder met name Ivoorkust en Ghana, produceert de meeste cacao en neemt 70% van de wereldwijde productie voor zijn rekening. Latijns Amerika en Oceanië zorgen elk voor 13% van de cacao-oogst[5]. De EU importeert meer dan 80 % van haar cacao uit West-Afrika. Europa heeft de grootste chocolade-industrie ter wereld.

Meer dan 90% van de wereldwijd geteelde cacao komt van 5,5 miljoen kleine boeren[6] en nog eens 14 miljoen in de landbouw werkzame personen zijn rechtstreeks van de cacaoproductie afhankelijk[7]. Armoede, verouderde landbouwtechnieken en kinderarbeid komen veelvuldig voor in de cacaoteelt. Als 's werelds grootste importeur en verbruiker van cacao en als thuisbasis van de belangrijkste verwerkers en chocoladefabrikanten draagt de EU een groot deel van de verantwoordelijkheid om de cacaosector duurzamer te maken[8].

Bezorgdheid in verband met kinderarbeid

Een van de hoofdpunten die tijdens de toetsing van deze overeenkomst door leden van het Europees Parlement aan de orde zijn gesteld, was kinderarbeid in de cacaovelden. De winning van cacaozaden is nog steeds een arbeidsintensief karwei omdat bij mechanisch snijden de zaden vaak worden beschadigd. Uit tal van rapporten is gebleken dat cacaoboeren nog steeds gebruik maken van kinderarbeid op de cacaoplantages. Hoewel veel kinderarbeid in gezinsverband wordt verricht, is de situatie zorgwekkend. De ergste vormen van kinderarbeid zijn een probleem dat dringend moet worden aangepakt.

De Commissie internationale handel heeft in dit verband op 16 maart 2011 een hoorzitting gehouden in het Europees Parlement met vertegenwoordigers van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), de ICCO en de World Cocoa Foundation. In het algemeen was men het erover eens dat de doelstellingen van de Cacao-overeenkomst 2010 stroken met de beginselen van de IAB en dat de artikelen 42 en 43 van de overeenkomst de uitgangspunten vormen bij de aanpak van het vraagstuk van de kinderarbeid.

De leden van het Europees Parlement hebben in talrijke resoluties en vragen aan de Commissie hun grote bezorgdheid uitgedrukt over kinderarbeid in het algemeen en uitbuiting en handel in minderjarigen in de cacaosector in het bijzonder, en verzocht om een verbod op kinderarbeid in de handel en om de eventuele invoering van productetiketten met de vermelding "zonder kinderarbeid gemaakt"[9].

Uw rapporteur is van mening dat dit vraagstuk afzonderlijk moet worden behandeld in een resolutie van de Commissie internationale handel, die in samenhang met dit verslag moet worden aangenomen teneinde de bewustwording omtrent de problematiek van kinderarbeid op cacaovelden te vergroten.

Conclusie

Uw rapporteur is er stellig van overtuigd dat de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 positieve gevolgen zal hebben voor alle deelnemers aan de cacao-economie en hoopt dat een en ander zich zal vertalen in tastbare voordelen op de lange termijn voor kleinschalige boeren en hun gemeenschappen. Als zodanig beveelt uw rapporteur het Parlement aan deze overeenkomst goed te keuren.UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

26.1.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

William (The Earl of) Dartmouth, Laima Liucija Andrikienė, María Auxiliadora Correa Zamora, Marielle De Sarnez, Christofer Fjellner, Carmen Fraga Estévez, Yannick Jadot, Metin Kazak, Bernd Lange, Emilio Menéndez del Valle, Vital Moreira, Paul Murphy, Cristiana Muscardini, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Gianluca Susta, Keith Taylor, Jan Zahradil, Paweł Zalewski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, José Bové, George Sabin Cutaş, Mário David, Syed Kamall, Silvana Koch-Mehrin, Inese Vaidere, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Véronique De Keyser, Jutta Haug, Pier Antonio Panzeri, Traian Ungureanu

  • [1]  http://www.icco.org/pdf/agree10english.pdf.
  • [2]  Eerdere internationale cacao-overeenkomsten dateren van 1972, 1975, 1980, 1986, 1993 en 2001.
  • [3]  Gegevens van de ICCO en de World Cocoa Foundation.
  • [4]  Georganiseerd onder auspiciën van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD).
  • [5]  The Future of the World Cocoa economy: Boom and Bust? Dr. Jean-Marc Anga, ICCO (http://www.icco.org/pdf/Boom_and_Bust.pdf).
  • [6]  Grootschalige teelt vindt plaats in Brazilië, Ecuador, Indonesië en Maleisië.
  • [7]  Ramingen van de World Cocoa Foundation en Tropical Commodity Coalition, Cacaobarometer 2010 (http:// www.koffiecoalitie.nl/tcc/content/download/416/2948/file/TCC_COCOA_Barometer%202010%20(final).pdf).
  • [8]  Volgens de ICCO vermaalt en verbruikt de EU circa 40 % van het wereldwijde cacaoaanbod.
  • [9]  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0272.