VERSLAG met aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden inzake de onderhandelingen over de associatieovereenkomst EU-Armenië
28.3.2012 - (2011/2315(INI))
Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Tomasz Piotr Poręba
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
met aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden inzake de onderhandelingen over de associatieovereenkomst EU-Armenië
Het Europees Parlement,
– gezien de lopende onderhandelingen tussen de EU en Armenië over de associatieovereenkomst,
– gezien de conclusies van de Raad over Armenië van 10 mei 2010 waarin de onderhandelingsrichtsnoeren worden goedgekeurd,
– gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen Armenië en de Europese Unie die op 1 juli 1999 in werking is getreden,
– gezien de gezamenlijke verklaring inzake een mobiliteitspartnerschap tussen de EU en Armenië van 27 oktober 2011,
– gezien het gemeenschappelijk actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) dat op 14 november 2006 is goedgekeurd en de gezamenlijke mededeling over "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden" van 25 mei 2011,
– gezien de gezamenlijke verklaring op de top van het Oostelijk Partnerschap die op 7 mei 2009 in Praag werd gehouden,
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken over het Oostelijk Partnerschap van 25 oktober 2010,
– gezien de gezamenlijke verklaring op de top van het Oostelijk Partnerschap die op 29 en 30 september 2011 in Warschau werd gehouden,
– gezien de oprichtingsakte van de Parlementaire Vergadering van de EU voor het Oostelijk Nabuurschap (Euronest) van 3 mei 2011,
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 27 februari 2012 over de zuidelijke Kaukasus,
– gezien zijn resolutie van 13 maart 2008 over Armenië[1],
– gezien zijn resolutie van 20 mei 2010 inzake de noodzaak van een EU-strategie voor de zuidelijke Kaukasus[2],
– gezien zijn resolutie van 20 januari 2011 over een EU-strategie voor het Zwarte-Zeegebied[3], en zijn resolutie van 17 januari 2008 over een regionale beleidsaanpak voor het Zwarte-Zeegebied[4],
– gezien zijn resolutie van 7 april 2011 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid – de oostelijke dimensie[5] en zijn resolutie van 14 december 2011 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid[6],
– gezien Besluit nr. 2011/518/GBVB van de Raad van 25 augustus 2011 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië[7],
– gezien het voortgangsverslag van de Commissie over Armenië, dat op 25 mei 2011 is goedgekeurd,
– gezien de derde ronde van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Armenië die plaatsvond op 6 december 2011,
– gezien de algemene amnestie die op 26 mei 2011 door het Armeense parlement werd goedgekeurd op voorstel van president Sargsyan,
– gezien de verklaring die de presidenten van Armenië, Azerbeidzjan en de Russische Federatie op 2 november 2008 in Moskou hebben ondertekend,
– gezien de gemeenschappelijke verklaring die de presidenten van Armenië, Azerbeidzjan en de Russische Federatie op 23 januari 2012 in Sotsji hebben ondertekend,
– gezien artikel 90, lid 4, en artikel 48 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A7-0079/2012),
A. overwegende dat het Oostelijk Partnerschap voorziet in een politiek kader om de bilaterale betrekkingen te versterken door middel van nieuwe associatieovereenkomsten, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke situatie en ambities van het partnerland en het strategische belang van de EU bij de stabiliteit en democratische ontwikkeling van de regio;
B. overwegende dat associatieovereenkomsten een passend kader vormen voor verdieping van de betrekkingen, door meer politieke samenwerking, sociaaleconomische integratie en onderlinge afstemming van wetgeving met de EU en nauwere culturele betrekkingen;
C. overwegende dat, in dit verband, de multilaterale dimensie van het Oostelijk Partnerschap de bilaterale dimensie aanvult en hier onlosmakelijk mee verbonden is en dat deze multilaterale dimensie tegelijkertijd met de lopende onderhandelingen van associatieovereenkomsten ontwikkeld dient te worden om de weg te bereiden voor volledige tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten en de basis te creëren voor werkelijke regionale samenwerking zoals bedoeld in de aan het Europees nabuurschapsbeleid ten grondslag liggende beginselen;
D. overwegende dat de actieve inzet van Armenië voor gedeelde waarden en beginselen, waaronder democratie, de rechtsstaat, goed bestuur en eerbiediging van de mensenrechten van wezenlijk belang is voor de voortgang van het proces en voor het welslagen van de onderhandelingen en de hierop volgende tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst;
E. overwegende dat de Armeense autoriteiten herhaaldelijk hebben verklaard bereid te zijn deze waarden te respecteren en zich daarbij hebben beroepen op hun Europese ambities; overwegende dat de retoriek niet altijd in overeenstemming was met de werkelijkheid voor wat betreft het tempo van de hervormingen; overwegende dat de actieve deelname van Armenië aan multilaterale parlementaire samenwerking in het kader van Euronest, dat de vier thematische platforms van het Oostelijk Partnerschap bestrijkt, goed illustreert dat het land zich wenst te houden aan de Europese waarden en beginselen, over het belang waarvan in de Armeense samenleving brede publieke consensus bestaat;
F. overwegende dat het nog steeds niet opgeloste conflict rond Nagorno-Karabach de stabiliteit en ontwikkeling van Armenië en de zuidelijke Kaukasus ondermijnt; overwegende dat de EU in haar gezamenlijke mededeling getiteld "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden" haar ambitie kenbaar heeft gemaakt om een pro-actievere rol te spelen bij het oplossen van conflicten in de zuidelijke Kaukasus en om haar betrokkenheid te vergroten, zowel door de bestaande onderhandelingsorganen te ondersteunen als door nieuwe initiatieven voor te stellen; overwegende dat voor de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de zuidelijke Kaukasus een belangrijke rol is weggelegd bij de totstandkoming van een vreedzame oplossing voor het conflict in de regio;
G. overwegende dat de bezetting van grondgebieden die aan een derde land toebehoren een inbreuk vormt op het internationaal recht en in tegenspraak is met de grondbeginselen van het Europees nabuurschapsbeleid, waardoor het gehele project van het Oostelijk Partnerschap in gevaar wordt gebracht;
H. overwegende dat er uiterst verontrustende rapporten bestaan over illegale activiteiten door Armeense troepen in de bezette Azerbeidzjaanse gebieden, zoals met name geregelde militaire manoeuvres, vernieuwing van militair materiaal en personeel en versterking van verdedigingsechelons;
I. overwegende dat een correct verloop, in overeenstemming met internationale en Europese normen, van de aanstaande parlementsverkiezingen die op 6 mei 2012 zullen plaatsvinden, van zeer groot belang is voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Armenië, en overwegende dat de verkiezingen overeenkomstig de nieuwe Armeense kieswet zullen worden gehouden;
J. overwegende dat er bij de onderhandelingen tussen de EU en Armenië over de associatieovereenkomst goede vooruitgang wordt geboekt en dat die vooruitgang een stimulans vormt voor interne hervormingen;
1. beveelt de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden aan dat zij:
a) ervoor zorgen dat de associatieovereenkomst een alomvattend en op de toekomst gericht kader vormt voor de toekomstige ontwikkeling van de betrekkingen met Armenië, en de politieke samenwerking, economische convergentie en juridische harmonisatie bevordert,
b) ervoor zorgen dat de onderhandelingen over de associatieovereenkomst tussen de EU en Azerbeidzjan en over de associatieovereenkomsten tussen de EU en Armenië, in overeenstemming met de in het verslag van het Parlement van 20 mei 2010 over de noodzaak van een EU-strategie voor de zuidelijke Kaukasus gestelde eisen en met alle basisbeginselen van de Minskgroep van de OVSE, zoals vastgelegd in de gemeenschappelijke "Aquila"-verklaring van 10 juli 2009, zijn gekoppeld aan geloofwaardige toezeggingen om aanzienlijke vooruitgang te boeken met betrekking tot de oplossing van het conflict in Nagorno-Karabach, met inbegrip van bijvoorbeeld vertrouwenwekkende maatregelen zoals algemene demilitarisatie, de terugtrekking van scherpschutters van de "contactlinie", de terugtrekking van Armeense troepen uit de bezette gebieden rond Nagorno-Karabach, het herstel van Azerbeidzjaanse controle over die gebieden, een mechanisme voor actieve preventie van incidenten, een onderzoek naar schendingen van het staakt-het-vuren langs de contactlinie, het recht van alle ontheemden in eigen land en vluchtelingen om naar hun gebied van herkomst en eigendommen terug te keren en internationale veiligheidsgaranties die een daadwerkelijk multinationale vredesoperatie omvatten teneinde passende omstandigheden te creëren voor de toekomstige, juridisch bindende vrije wilsuiting (referendum) over de definitieve status van Nagorno-Karabach,
c) het uitermate grote belang onderstrepen van democratische, transparante, vrije en eerlijke competitieve verkiezingen, die niet alleen tot uiting zouden moeten komen in het correcte verloop van de verkiezingen van mei 2012 op de verkiezingsdag zelf, maar tevens zouden moeten leiden tot pluralisme, vrijheid van politiek overleg, vrijheid van meningsuiting en gelijke toegang van alle politieke groeperingen tot de voornaamste mediazenders, vrijheid van vergadering en vrijheid van verplaatsing tijdens het gehele pre- en postelectorale proces; beklemtonen dat de EU-afvaardiging in Armenië van de nodige middelen moet worden voorzien om de bijdrage van de EU aan de kwaliteit van het verkiezingsproces te vergroten; de aanname verwelkomen van de nieuwe Armeense kieswet, die in overeenstemming is met internationale verplichtingen en aanbevelingen,
d) benadrukken dat het essentieel is om een transparant, onafhankelijk en onpartijdig onderzoek uit te voeren naar de gebeurtenissen van 1 maart 2008, met inbegrip van een onafhankelijk onderzoek naar het politieoptreden bij het uiteenjagen van de demonstratie,
e) de Europese aspiraties van Armenië erkennen en deze beschouwen als een waardevol instrument en een noodzakelijke katalysator voor de uitvoering van hervormingen en publieke steun voor deze hervormingen die gericht zijn op de versterking van de inzet van Armenië voor gedeelde waarden en de beginselen van de rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten en goed bestuur,
f) in de associatieovereenkomst clausules en criteria opnemen met betrekking tot de bescherming en bevordering van de mensenrechten, die overeenkomen met de hoogste internationale en Europese normen, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de door de Raad van Europa en de OVSE geboden kaders, alsook van de lopende mensenrechtendialoog tussen de EU en Armenië,
g) in de associatieovereenkomst benadrukken hoe belangrijk het is om de eerbiediging van fundamentele vrijheden te waarborgen, met inbegrip van de vrijheid van vergadering en vereniging, de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, de rechtsstaat, de voortdurende bestrijding van corruptie, waarborging van marktconcurrentie en de onafhankelijkheid van de media,
h) de Armeense autoriteiten ertoe aanzetten om antidiscriminatiewetgeving goed te keuren die discriminatie op grond van seksuele geaardheid en genderidentiteit op alle terreinen verbiedt,
i) de Armeense autoriteiten aanmoedigen om de wetgevingshervormingen in het land met hernieuwde inspanningen voort te zetten,
j) de Armeense autoriteiten aanmoedigen om het kantoor van de Armeense verdediger van de mensenrechten verder op te zetten, met name door hem financiële en personele middelen ter beschikking te stellen en ondersteuning te bieden aan de onlangs geopende regionale kantoren; ervoor zorgen dat steun aan instellingen zoals de verdediger van de mensenrechten evenredig verdeeld wordt ten opzichte van de steun aan maatschappelijke organisaties,
k) met name het belang onderstrepen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, transparante procedures voor overheidsopdrachten, het scheiden van politiek en bedrijfsleven en de noodzaak om oligarchische structuren in de economie te ontmantelen, betrouwbare rechterlijke procedures die een eerlijk proces en toegang tot de rechter voor alle burgers waarborgen, veilige omstandigheden voor onderzoeksjournalistiek, toegang tot informatie en onafhankelijke en sociale media, evenals de beëindiging van iedere vorm van foltering en mishandeling in detentiecentra; de Armeense regering aanmoedigen zich tot het uiterste in te spannen om op deze terreinen te voldoen aan de beste praktijken en aanbevelingen van de EU,
l) het belang benadrukken dat de Europese Unie hecht aan de voorkoming en bestrijding van corruptie in de landen van het Oostelijk Partnerschap, met name in het licht van de conclusies die de Raad op zijn 3135e vergadering op 13 en 14 december 2011 heeft vastgesteld inzake samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken in het Oostelijk Partnerschap,
m) het verband onderstrepen tussen de hervorming van de wetshandhavingsinstanties in de partnerlanden en maatregelen om financiële criminaliteit, corruptie, het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te bestrijden,
n) de noodzaak onderstrepen om de straffeloosheid van rechtshandhavingsfunctionarissen en de politie te bestrijden, onder meer door ervoor te zorgen dat folteringen en schendingen van de rechten van mensen in hechtenis en in gesloten instellingen volledig worden onderzocht,
o) ervoor zorgen dat het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties in Armenië gedurende het onderhandelingsproces over de associatieovereenkomst regelmatig en systematisch worden geraadpleegd, en waarborgen dat naar hun aanbevelingen wordt geluisterd en dat deze in voorkomend geval in aanmerking worden genomen,
p) waarborgen dat de associatieovereenkomst in overeenstemming is met de beginselen van het internationaal recht, in het bijzonder met de in het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki en het OVSE-kader vastgelegde beginselen, met name wat betreft het niet-gebruiken van geweld, territoriale integriteit en het recht op zelfbeschikking,
q) alle partijen eraan herinneren dat er geen alternatief bestaat voor een vreedzame oplossing van het conflict met betrekking tot Nagorno-Karabach; benadrukken dat elk dreigement om geweld te gebruiken de gezamenlijke inspanningen van de internationale gemeenschap ondermijnt,
r) Armenië en Azerbeidzjan oproepen om vertrouwenwekkende maatregelen te nemen aan de frontlinies, met inbegrip van de terugtrekking van scherpschutters van de "contactlinie" (in overeenstemming met de aanbevelingen van de OVSE), de terugtrekking van artillerie en de stopzetting van het gebruik ervan, en een aanzienlijke toename van het aantal waarnemers van de OVSE als overbruggingsmaatregel tot de opzet van een multinationale vredesmacht met een VN-mandaat als onderdeel van de uitvoering van een vredesovereenkomst; er bij Armenië op aandringen niet langer gewone dienstplichtige militairen naar Nagorno-Karabach te sturen om er hun dienstplicht te vervullen,
s) de rol van de Europese Unie bij het oplossen van en de bemiddeling bij conflicten versterken, onder andere door meer steun te verlenen aan de inspanningen van de Minskgroep en een actievere en sterkere rol te spelen bij de bevordering van de tenuitvoerlegging van de vertrouwenwekkende maatregelen en het vergroten van het vertrouwen tussen de partijen in het conflict, onder meer door een intensiever onderhandelingsproces te bevorderen en door de partijen te ondersteunen via door de EU gefinancierde projecten die erop zijn gericht de steun onder de bevolking voor wederzijdse concessies en een vreedzame oplossing te vergroten, alsook door humanitaire programma´s in de door het conflict getroffen gebieden te ondersteunen, met name met betrekking tot het verwijderen van mijnen,
t) een prominentere rol te spelen bij het zoeken naar een oplossing voor het conflict in Nagorno-Karabach door de tenuitvoerlegging te ondersteunen van vertrouwenwekkende maatregelen die de Armeense en Azerbeidzjaanse gemeenschappen moeten samenbrengen en de ideeën van vrede, verzoening en vertrouwen onder alle partijen moeten verspreiden; beklemtonen dat zowel Armenië als Azerbeidzjan de noodzakelijke maatregelen dient te treffen om ervoor te zorgen dat alle in het kader van de Minskgroep genomen beslissingen die een vreedzame oplossing van het conflict betreffende Nagorno-Karabach beogen, volledig en tijdig worden uitgevoerd; benadrukken dat het noodzakelijk is dat vertegenwoordigers van de EU onvoorwaardelijke toegang krijgen tot Nagorno-Karabach en de omliggende bezette gebieden,
u) de aanwezigheid van de EU in de Minskgroep van de OVSE beschouwen als een middel om de betrokkenheid van de EU bij de oplossing van het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan te vergroten,
v) de optie overwegen dat de EU Frankrijk als medevoorzitter vervangt en de weg vrijmaken voor de tenuitvoerlegging van vertrouwenwekkende maatregelen, zoals de presidenten van zowel Armenië als Azerbeidzjan zijn overeengekomen,
w) de rol van de Europese Unie bij het oplossen van de conflicten in de zuidelijke Kaukasus vergroten, onder andere door steun te verlenen aan de inspanningen van de Minskgroep en door de weg vrij te maken voor de tenuitvoerlegging van vertrouwenwekkende maatregelen, zoals de presidenten van zowel Armenië als Azerbeidzjan zijn overeengekomen; beklemtonen dat het noodzakelijk is het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan zo snel mogelijk vreedzaam op te lossen op basis van de beginselen van het internationaal recht en de in dit kader goedgekeurde beslissingen en documenten,
x) alle externe actoren in het conflict oproepen hun goede wil te tonen en op een positieve manier bij te dragen aan de onmiddellijke en vreedzame oplossing ervan,
y) de Armeense autoriteiten aansporen hun toon te matigen en zich te onthouden van opruiende verklaringen om aldus de weg vrij te maken voor een werkelijke dialoog op alle niveaus van de samenleving en de grondslag te leggen voor doeltreffende vertrouwenwekkende maatregelen,
z) er in dit verband op wijzen dat het noodzakelijk is onderzoek te doen naar de verontrustende berichten over een door de Armeense autoriteiten gevoerd nederzettingenbeleid om de Armeense bevolking in de bezette gebieden van Nagorno-Karabach te doen toenemen,
aa) het belang benadrukken van de ratificatie van de protocollen die Armenië en Turkije in 2009 in Zürich hebben ondertekend, en grotere inspanningen leveren om de normalisering van de relaties tussen Armenië en Turkije te vergemakkelijken zodat de grens tussen de twee landen vervolgens kan worden geopend; het besluit verwelkomen om onderhandelingen te openen over een diepe en brede vrijhandelsruimte; in dit verband benadrukken dat een voortdurend gesloten grens tussen landen die een EU-lidmaatschap of associatie met de EU ambiëren onaanvaardbaar is en aandringen op de beëindiging van deze situatie,
ab) Armenië aansporen ernaar te streven zijn beleid betreffende Iran af te stemmen op de EU-benadering aangaande dit land,
ac) benadrukken dat de associatieovereenkomst gebruikt moet worden als een platform om regionale synergieën en samenwerking te bevorderen; de elkaar wederzijds versterkende verbanden tussen democratische pluralistische ontwikkeling en conflictoplossing benadrukken; met name benadrukken dat het belangrijk is om synergieën te creëren op het gebied van vervoer en energie; alle partijen oproepen volledig te participeren in het multilaterale samenwerkingskader van het Oostelijk Partnerschap zonder dit aan conflicten te koppelen,
ad) manieren vinden om dialoog en regionale samenwerking te bevorderen door organisaties zoals het regionaal milieucentrum te steunen aan de hand van gezamenlijke grensoverschrijdende projecten waar ngo's, lokale gemeenschappen en belanghebbenden in Armenië, Azerbeidzjan en Georgië bij worden betrokken,
ae) er bij Armenië op aandringen om het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof onverwijld te ratificeren als een cruciale stap om de nationale wetgeving verder in overeenstemming te brengen met internationale juridische akkoorden die door de landen van de Europese Unie zijn omarmd,
af) er bij de Armeense autoriteiten op aandringen dat zij het Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens en het Verdrag inzake clustermunitie ondertekenen en bekrachtigen,
ag) het belang van mobiliteit voor het bevorderen van Europese integratie benadrukken; mobiliteit van de jeugd en academici prioriteit geven bij de onderhandelingen over visumversoepeling en terugnameovereenkomsten; Armenië oproepen tot verbetering van de nationale wetgeving inzake het hoger onderwijs met speciale aandacht voor synchronisatieprocedures voor wetenschappelijke diploma's en de wettelijke regelingen met betrekking tot studentenstages in het licht van het Bolognaproces; ervoor zorgen dat de asielbepalingen volledig overeenstemmen met internationale verplichtingen en toezeggingen en met de EU-normen,
ah) zorgen voor een transparant beheer van de overheidsfinanciën en voor de verbetering van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, teneinde goed bestuur en transparante besluitvorming te waarborgen,
ai) brede sectorale samenwerking tussen de EU en Armenië aanmoedigen; met name convergentie van de regelgeving op dit gebied stimuleren en de voordelen ervan benadrukken, en daartoe de nodige financiële en technische bijstand verlenen,
aj) verwelkomen dat de beste praktijken van de EU en EU-aanbevelingen in Armenië worden gebruikt tijdens de voorbereiding van nationale werkplannen op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid; in het bijzonder notie nemen van de tastbare resultaten die in de migratiesector zijn bereikt als gevolg van de ondertekening van de gezamenlijke verklaring inzake een mobiliteitspartnerschap,
ak) de nodige stappen ondernemen om bepalingen die Armenië in staat stellen om deel te nemen aan communautaire programma's en agentschappen, als fundamenteel instrument voor de bevordering van Europese integratie op alle niveaus, op te nemen in de associatieovereenkomst,
al) de nadruk leggen op de noodzaak van een duurzame economie, onder meer via de bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie in overeenstemming met de EU-doelstellingen inzake klimaatverandering; ervoor zorgen dat de ontwikkeling van de energiesector in overeenstemming met de milieunormen van de EU en het VN-verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Verdrag van Espoo) verloopt,
am) het verzoek herhalen om de kerncentrale in Metsamor vóór 2016 te sluiten aangezien deze centrale niet kan worden gemoderniseerd om te voldoen aan de huidige overeengekomen, internationaal erkende normen,
an) de noodzakelijke technische ondersteuning blijven verlenen om de onderhandelingen over alle aspecten van de associatieovereenkomst snel te openen en ervoor zorgen dat de onlangs geopende onderhandelingen over de diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA) in gestaag tempo worden voortgezet,
ao) in de associatieovereenkomst een sterke parlementaire dimensie opnemen die voorziet in de volledige betrokkenheid van de Nationale Vergadering van Armenië en het Europees Parlement bij de uitvoering van en het toezicht op die overeenkomst; het parlement van Armenië zowel technisch als financieel ondersteunen zodat het zijn constitutionele functies, organen en diensten volledig kan ontwikkelen, met inbegrip van de oprichting van volledig onafhankelijke permanente commissies en een betere interactie met het maatschappelijk middenveld; het Europees Parlement regelmatig informatie verstrekken over de stand van zaken in het onderhandelingsproces,
ap) duidelijke criteria in de associatieovereenkomst opnemen met betrekking tot de uitvoering ervan en voorzien in controlemechanismen, met inbegrip van regelmatige verslaglegging aan het Europees Parlement,
aq) Armenië op gerichtere wijze financieel en technisch ondersteunen om ervoor te zorgen dat het land de verplichtingen kan nakomen die voortvloeien uit de onderhandelingen over de associatieovereenkomst en de volledige tenuitvoerlegging ervan, door uitgebreide programma's voor institutionele opbouw te blijven aanbieden, onder meer met betrekking tot het ambtenarenapparaat en de hervorming van justitie,
ar) de Armeense autoriteiten aanmoedigen om tijdens het onderhandelings- en uitvoeringsproces optimaal gebruik te maken van de expertise van de EU-adviesgroep op hoog niveau en om de EU-adviseurs volledig op de hoogte te houden, ook van de activiteiten van het panel van het vlaggenschipinitiatief met betrekking tot geïntegreerd grensbeheer van het Oostelijk Partnerschap; overwegen om alle leden van het Oostelijk Partnerschap dergelijke ondersteuning te verlenen,
as) erkennen dat Armenië in het kader van het Oostelijk Partnerschap een ambitieuze hervormingsagenda heeft opgesteld en overeenkomstig het "meer voor meer"-beginsel adequate ondersteuning verlenen in overeenstemming met het tempo van de hervormingen en gemeten aan de hand van indicatoren betreffende democratie en mensenrechten,
at) overeenkomstig de gezamenlijke mededeling over "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden" de EU-steun aan de maatschappelijke organisaties in Armenië uitbreiden teneinde deze in staat te stellen intern toezicht te houden op de hervormingen en de aangegane verplichtingen en ervoor te zorgen dat de regering hierover meer rekenschap aflegt,
au) het onderhandelingsteam van de EU aanmoedigen de goede samenwerking met het Europees Parlement voort te zetten en het Parlement op basis van schriftelijke documentatie voortdurend op de hoogte te houden van de geboekte vorderingen, overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het VWEU, waarin staat dat het Parlement in iedere fase van de procedure onverwijld en ten volle moet worden geïnformeerd;
2. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met aanbevelingen van het Europees Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en Armenië.
- [1] PB C 66E van 20.3.2009, blz. 67.
- [2] PB C 161E van 31.5.2011, blz. 136.
- [3] Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0025.
- [4] PB C 102 E van 19.2.2009, blz. 64.
- [5] Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0153.
- [6] Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0576.
- [7] PB L 221 van 27.8.2011, blz. 5.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
22.3.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
56 0 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Pino Arlacchi, Frieda Brepoels, Tarja Cronberg, Mário David, Michael Gahler, Ana Gomes, Andrzej Grzyb, Richard Howitt, Anna Ibrisagic, Liisa Jaakonsaari, Anneli Jäätteenmäki, Ioannis Kasoulides, Tunne Kelam, Nicole Kiil-Nielsen, Evgeni Kirilov, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Vytautas Landsbergis, Krzysztof Lisek, Mario Mauro, Kyriakos Mavronikolas, Francisco José Millán Mon, María Muñiz De Urquiza, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Norica Nicolai, Raimon Obiols, Ria Oomen-Ruijten, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Bernd Posselt, Fiorello Provera, Libor Rouček, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Nikolaos Salavrakos, Jacek Saryusz-Wolski, György Schöpflin, Werner Schulz, Marek Siwiec, Charles Tannock, Inese Vaidere, Boris Zala |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Laima Liucija Andrikienė, Nikolaos Chountis, Corina Creţu, Andrew Duff, Knut Fleckenstein, Kinga Gál, Elisabeth Jeggle, Emilio Menéndez del Valle, Nadezhda Neynsky, Marietje Schaake, Alf Svensson, Traian Ungureanu, Ivo Vajgl, Janusz Władysław Zemke |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Marije Cornelissen, Leonidas Donskis, Jörg Leichtfried |
||||