VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties en tot wijziging van Richtlijn 2008/7/EG

3.5.2012 - (COM(2011)0594 – C7‑0355/2011 – 2011/0261(CNS)) - *

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Anni Podimata
PR_CNS_art55am


Procedure : 2011/0261(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0154/2012
Ingediende teksten :
A7-0154/2012
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties en tot wijziging van Richtlijn 2008/7/EG

(COM(2011)0594 – C7‑0355/2011 – 2011/0261(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0594),

–   gezien artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0355/2011),

–   gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van het protocol (nr. 2) betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid werden ingediend door het Cypriotische, het Maltese en het Zweedse parlement, en waarin het ontwerp van wetgevingshandeling in strijd met het subsidiariteitsbeginsel wordt geacht,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Begrotingscommissie en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7-0154/2012),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De recente financiële crisis heeft geleid tot discussies op alle niveaus over een mogelijke aanvullende belasting op de financiële sector en met name een belasting op financiële transacties (FTT). Dit debat komt voort uit de wens om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan het betalen van de kosten van de crisis en de sector in de toekomst billijk te belasten in vergelijking met andere sectoren; al te risicovolle activiteiten van financiële instellingen te ontmoedigen; regelgevingsmaatregelen die ertoe strekken crises in de toekomst te vermijden, te complementeren en extra inkomsten voor algemene begrotingen of specifieke beleidsdoeleinden te genereren.

(1) De recente financiële crisis heeft geleid tot discussies op alle niveaus over een mogelijke aanvullende belasting op de financiële sector en met name een belasting op financiële transacties (FTT). Dit debat komt voort uit de wens om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan het betalen van de kosten van de crisis en de sector in de toekomst billijk te belasten in vergelijking met andere sectoren; al te risicovolle activiteiten van financiële instellingen te ontmoedigen; regelgevingsmaatregelen die ertoe strekken crises in de toekomst te vermijden, te complementeren en extra inkomsten te genereren voor algemene begrotingen – onder andere bij wijze van bijdrage aan de begrotingsconsolidatie teneinde de groei te stimuleren en werkgelegenheid te scheppen – of voor specifieke beleidsdoeleinden, zoals ontwikkelingshulp en bestrijding van klimaatverandering.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Teneinde verstoringen wegens eenzijdige maatregelen van lidstaten te voorkomen (hierbij kan worden gedacht aan het zeer mobiele karakter van het merendeel van de betrokken financiële transacties) en aldus een goede werking van de interne markt te garanderen, is het van belang dat de basiskenmerken van een FTT in de lidstaten worden geharmoniseerd op EU-niveau. Prikkels tot fiscale arbitrage in de Unie, allocatieverstoringen tussen de financiële markten in de Unie en de kans dat dubbel wordt belast of heffing achterwege blijft, moeten hierdoor worden vermeden.

(2) Teneinde verstoringen wegens eenzijdige maatregelen van lidstaten te voorkomen (hierbij kan worden gedacht aan het zeer mobiele karakter van het merendeel van de betrokken financiële transacties) en aldus een goede werking van de interne markt te garanderen, is het van belang dat de basiskenmerken van een FTT in de lidstaten worden geharmoniseerd en dat deze richtlijn ten uitvoer wordt gelegd op EU-niveau. Prikkels tot fiscale arbitrage in de Unie, allocatieverstoringen tussen de financiële markten in de Unie en de kans dat dubbel wordt belast of heffing achterwege blijft, moeten hierdoor worden vermeden. Zonder te vergeten dat implementatie van de FTT in de gehele Unie de ultieme doelstelling blijft, zou, ingeval een groep lidstaten die onder meer doch niet uitsluitend bestaat uit lidstaten van de eurozone kiest voor snellere invoering door middel van nauwere samenwerking overeenkomstig artikel 329 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese unie, het in deze richtlijn ontwikkelde model een geschikte basis vormen voor implementatie binnen die groep lidstaten. Niettemin zou de invoering van de FTT in een zeer beperkte groep lidstaten kunnen leiden tot aanzienlijke concurrentievervalsing op de interne markt en er dienen alomvattende maatregelen te worden genomen om te voorkomen dat een dergelijk initiatief de werking van de interne markt verstoort.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 bis) Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010 en overwegende dat de FTT daadwerkelijk effect zal hebben wanneer zij op mondiaal niveau wordt ingevoerd, dient de Unie het voortouw te nemen bij de inspanningen om op mondiaal niveau overeenstemming te bereiken over een FTT. Door een voorbeeld te stellen voor de invoering van een FTT, moet de Unie vastberaden aansturen op een mondiale overeenkomst binnen de G20, het internationale podium dat zich daarvoor bij uitstek leent, teneinde een gemeenschappelijke basis te creëren voor de introductie van een wereldwijde FTT. Concrete stappen in deze richting dienen onderdeel te zijn van het verslag van de Commissie in het kader van de eerste evaluatie van deze richtlijn.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Met het oog op een goede werking van de interne markt moet de FTT van toepassing zijn op de handel in een breed scala aan financiële instrumenten, inclusief gestructureerde producten, zowel op georganiseerde als over-the-counter-markten, alsook op de sluiting en wijziging van alle soorten derivatencontracten. Om dezelfde reden moet de FTT van toepassing zijn op een uitgebreide reeks financiële instellingen.

(3) Om de mogelijkheid tot belastingontwijking en het risico voor relocatie en regelgevingsarbitrage te beperken, moet de FTT van toepassing zijn op de handel in een breed scala aan financiële instrumenten, inclusief gestructureerde producten, zowel op georganiseerde als over-the-counter-markten, alsook op de sluiting en wijziging van alle soorten derivatencontracten. Om dezelfde reden moet de FTT van toepassing zijn op een uitgebreide reeks financiële instellingen. Door te voorzien in een zo breed mogelijk scala van financiële instrumenten en actoren zou tevens moeten worden gewaarborgd dat de belastingdruk gelijk over alle actoren wordt verdeeld, doch naar verhouding zwaarder drukt op de meer speculatieve en verstorende financiële transacties. Hetzelfde effect zou niet kunnen worden bereikt indien het toepassingsgebied van de FTT beperkter zou zijn, bijvoorbeeld wanneer zij de vorm zou krijgen van het zogenaamde zegelrecht waarbij de belastingdruk in zijn totaliteit zou komen te liggen op een veel beperktere groep van instrumenten die worden verhandeld op gereglementeerde markten, zonder dat het beoogde doel – het tegengaan van excessieve en schadelijke speculatie – zou worden verwezenlijkt.

Motivering

Alleen door te zorgen dat het toepassingsgebied van de FTT zo breed mogelijk is, kan de "tweeledige functie" van de belasting volledig worden gewaarborgd, namelijk het genereren van extra inkomsten en tegelijkertijd het tegengaan van excessieve, op kortetermijnspeculatie gerichte transacties. De toepassing van een beperkte vorm van een FTT, zoals een zegelrecht, zou wat dat betreft contraproductief uitpakken, aangezien in dat geval de gehele belastingdruk zou komen te liggen op een zeer beperkt aantal instrumenten en gereglementeerde markten.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 bis) Met het oog op versterking van de streng gereguleerde, gecontroleerde en transparante beurshandel, in tegenstelling tot de ongereguleerde, ongecontroleerde en minder transparante handel buiten de beurs, moeten de lidstaten voor financiële transacties op de beurs lagere belastingtarieven hanteren dan voor financiële transacties die buiten de beurs worden afgewikkeld. Op deze wijze kan een verplaatsing van de handel van nauwelijks of helemaal niet gereguleerde markten naar de strenger gereguleerde en gecontroleerde beurzen worden bewerkstelligd.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Om de belasting op de financiële sector zelf in plaats van op de burgers te richten en omdat financiële instellingen het merendeel van de transacties op financiële markten verrichten, moet de belasting van toepassing zijn op die instellingen, ongeacht of zij in eigen naam, in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden handelen.

(12) Om de belasting op de financiële sector zelf in plaats van op de burgers te richten en omdat financiële instellingen het merendeel van de transacties op financiële markten verrichten, moet de belasting alleen van toepassing zijn op die instellingen, ongeacht of zij in eigen naam, in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden handelen.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Vanwege het zeer mobiele karakter van financiële transacties en om potentiële belastingontwijking te helpen tegengaan, moet de FTT op basis van het woonplaatsbeginsel worden geheven.

(13) Vanwege het zeer mobiele karakter van financiële transacties, om potentiële belastingontwijking te helpen tegengaan en om te waarborgen dat zoveel mogelijk actoren en transacties worden bestreken, moet de FTT worden geheven op basis van een zeer breed gedefinieerd woonplaatsbeginsel, aangevuld met elementen van het uitgiftebeginsel. Bovendien moet, met het oog op een betere handhaving van de FTT, het eigendomsbeginsel van toepassing zijn.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De minimumbelastingtarieven moeten worden vastgesteld op een niveau dat hoog genoeg is om de harmonisatiedoelstelling van deze richtlijn te kunnen verwezenlijken. Tegelijkertijd moeten deze tarieven laag genoeg zijn om de risico's van verplaatsing te beperken.

(14) De minimumbelastingtarieven moeten worden vastgesteld op een niveau dat hoog genoeg is om de harmonisatiedoelstelling van deze richtlijn te kunnen verwezenlijken, zodat de financiële sector een passende bijdrage levert in de kosten van de economische crisis en op die manier de reële economie versterkt. Tegelijkertijd en tot de inwerkingtreding van een uniform mondiaal FTT-stelsel moeten deze tarieven laag genoeg zijn om de risico's van verplaatsing te beperken.a

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

15 bis) Omdat het percentage ontwijking, ontduiking en misbruik deels zal afhangen van het vermogen van de lidstaten om belastbare transacties die worden verricht op een handelsplatform in een derde land te controleren, moeten de lidstaten en, indien van toepassing, de Commissie ten volle gebruik maken van de door de OESO, de Raad van Europa en andere internationale organisaties vastgestelde instrumenten voor samenwerking op belastinggebied. Indien nodig, moeten in dit verband nieuwe initiatieven voor bilaterale en multilaterale samenwerking worden ontplooid.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Met het oog op de vaststelling van nadere voorschriften om te bepalen of bepaalde financiële activiteiten een aanzienlijk deel van de activiteiten van een onderneming uitmaken, zodat de onderneming beschouwd kan worden als een financiële instelling in de zin van deze richtlijn, alsook van nadere voorschriften ter bescherming tegen belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zodat zij de hiervoor vereiste maatregelen kan opstellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, ook op deskundigenniveau. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze aan de Raad worden toegezonden.

(16) Met het oog op de vaststelling van nadere voorschriften om te bepalen of bepaalde financiële activiteiten een aanzienlijk deel van de activiteiten van een onderneming uitmaken, zodat de onderneming beschouwd kan worden als een financiële instelling in de zin van deze richtlijn, alsook van nadere voorschriften ter bescherming tegen belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zodat zij de hiervoor vereiste maatregelen kan opstellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, met name met deskundigen, ngo's en andere belanghebbenden. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

17 bis) Deze richtlijn heeft geen betrekking op het beheer van de ontvangsten uit de FTT. Gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 en met name gelet op de bepalingen betreffende de eigen middelen van de Unie, zou niettemin een deel van de ontvangsten uit de FTT op Unieniveau kunnen worden beheerd, hetzij als onderdeel van de eigen middelen van de Unie, hetzij rechtstreeks gekoppeld aan specifieke beleidsvormen en collectieve goederen van de Unie. Door een deel van de ontvangsten uit de FTT te gebruiken als eigen middelen zouden de nationale bijdragen aan de begroting van de Unie worden beperkt, zodat er middelen uit de nationale begrotingen vrijkomen voor andere doeleinden.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

17 ter) Alleen de lidstaten zijn bevoegd om belastingen te heffen.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze richtlijn is van toepassing op alle financiële transacties, op voorwaarde dat ten minste één partij bij de transactie in een lidstaat is gevestigd en dat een op het grondgebied van een lidstaat gevestigde financiële instelling partij is bij de transactie, welke instelling voor eigen rekening of voor rekening van een derde handelt dan wel in naam van een partij bij de transactie. 2 bis.

2. Deze richtlijn is overeenkomstig artikel 3 van toepassing op alle financiële transacties die aan één van de volgende voorwaarden voldoen:

 

a) ten minste één partij bij de transactie is in een lidstaat gevestigd en een op het grondgebied van een lidstaat gevestigde financiële instelling is partij bij de transactie, welke instelling voor eigen rekening of voor rekening van een derde handelt dan wel in naam van een partij bij de transactie; of

 

b) bij de transactie is een financieel instrument betrokken dat is uitgegeven door in de Unie geregistreerde rechtspersonen.

Motivering

Bevestigt dat het verslag-Podimata essentiële verbeteringen in de richtlijn aanbrengt om de mogelijkheden tot ontwijking te beperken.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – alinea 1 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) contante valutatransacties behalve wanneer zij rechtstreeks betrekking hebben op de commerciële activiteiten van een niet-financiële tegenpartij die eindgebruiker is;

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – alinea 7 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f) een pensioenfonds of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in artikel 6, onder a), van Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad, een beleggingsbeheerder van een dergelijk fonds of dergelijke instelling;

(f) een pensioenfonds of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in artikel 6, onder a), van Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, een beleggingsbeheerder van een dergelijk fonds of dergelijke instelling, en een entiteit die is opgericht om de investeringen van dergelijke fondsen of instellingen ter hand te nemen en uitsluitend en exclusief in hun belang op te treden, worden voor de toepassing van deze richtlijn niet als financiële instelling beschouwd, tot de evaluatie van deze richtlijn overeenkomstig artikel 16;

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e bis) zij is, ongeacht of zij voor eigen rekening of voor rekening van een derde handelt dan wel in naam van een partij bij de transactie, partij met betrekking tot een financieel instrument dat is uitgegeven op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie.

Motivering

Dit bijkomende criterium biedt de garantie dat de FTT ook kan worden geïnd op basis van het uitgiftebeginsel.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis) Met het oog op een consistente toepassing van lid 1 moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten wat het toezicht op de financiële markten betreft nauw met elkaar en met de EAEM samenwerken.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 3 bis

 

Uitgifte

 

1. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt de uitgifte van een financieel instrument geacht te hebben plaatsgevonden op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie wanneer het is uitgegeven door een in een lidstaat geregistreerde rechtspersoon.

 

2. In het geval van een derivatenovereenkomst is aan de voorwaarde van uitgifte op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie voldaan wanneer het referentie- of onderliggend instrument is uitgegeven door een in een lidstaat geregistreerde rechtspersoon.

 

3. In het geval van gestructureerde instrumenten is aan de voorwaarde van uitgifte op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie voldaan indien het gestructureerde instrument is gebaseerd op of wordt ondersteund door een significant aantal activa of financiële instrumenten en derivatenovereenkomsten welke zijn uitgegeven door een in een lidstaat geregistreerde rechtspersoon.

Motivering

In dit nieuwe artikel wordt het concept "uitgifte van financiële, afgeleide en gestructureerde instrumenten" nader gedefinieerd.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 3 ter

 

Overdracht van wettelijk eigendomsrecht

 

1. Een financiële transactie waarover geen FTT is geheven, wordt geacht juridisch onafdwingbaar te zijn en heeft tot gevolg dat het wettelijk eigendomsrecht op het onderliggende instrument niet wordt overgedragen.

 

2. Een financiële transactie zoals bedoeld in lid 1 wordt geacht niet te voldoen aan de vereisten voor centrale clearing van Verordening (EU) nr. .../2012 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (EMIR), noch aan de vereisten inzake kapitaaltoereikendheid van Verordening (EU) nr. ... / 2012 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen [RKV IV].

 

3. Bij gebruikmaking van automatische elektronische betalingsregelingen waaraan al dan niet verevenende instanties te pas komen, kunnen de belastingautoriteiten van een lidstaat een systeem van automatische elektronische inning van de FTT en van certificering voor de overdracht van wettelijke eigendomsrechten instellen.

Motivering

Om het risico voor belastingontwijking tegen te gaan, moet de FTT-regeling voorzien in een systeem om te waarborgen dat contracten voor de aan- of verkoop van instrumenten waarbij de FTT niet is voldaan als juridisch onafdwingbaar worden aangemerkt. Dit systeem zou impliceren dat instrumenten waarvoor geen FTT is betaald, niet in aanmerking komen voor centrale clearing, hetgeen de ontduiker ettelijke malen meer zou kosten dan de FTT zelf.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten passen hetzelfde tarief toe op alle financiële transacties die overeenkomstig lid 2, onder a) en b), onder dezelfde categorie vallen.

3. Teneinde fiscale arbitrage te voorkomen, passen de lidstaten hetzelfde tarief toe op alle financiële transacties die overeenkomstig lid 2, onder a) en b), onder dezelfde categorie vallen.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De lidstaten hanteren voor financiële transacties die op de beurs worden afgewikkeld lagere belastingtarieven dan voor financiële transacties die buiten de beurs worden afgewikkeld. Dit geldt voor de in artikel 5 en 6 bedoelde financiële transacties.

Motivering

Op deze wijze kan een verplaatsing van de handel van nauwelijks of helemaal niet gereguleerde markten naar de strenger gereguleerde en gecontroleerde beurzen worden bewerkstelligd.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een financiële instelling in naam of voor rekening van een andere financiële instelling handelt, is alleen die andere financiële instelling gehouden tot voldoening van de FTT.

2. Wanneer een financiële instelling in naam, voor rekening of in opdracht van een andere financiële instelling handelt, is alleen die andere financiële instelling gehouden tot voldoening van de FTT. Indien bij een dergelijke transactie meerdere financiële instellingen betrokken zijn, is alleen de oorspronkelijke als handelaar geregistreerde instelling gehouden tot voldoening van de FTT.

Motivering

Om cascade-effecten te vermijden, moet worden verduidelijkt dat, in het geval van instellingen die optreden in naam van, voor rekening van of in opdracht van een andere financiële instelling, het belastbaar feit zich slechts één keer voordoet.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten stellen registratie-, verslagleggings-, rapportage- en andere verplichtingen vast om te garanderen dat aan de belastingautoriteiten verschuldigde FTT daadwerkelijk wordt betaald.

1. De lidstaten stellen verslagleggings-, rapportage- en andere verplichtingen vast om te garanderen dat aan de belastingautoriteiten verschuldigde FTT daadwerkelijk wordt betaald.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn registreren financiële instellingen zich bij de belastingautoriteiten van de lidstaat waar zij overeenkomstig artikel 3, lid 1, geacht worden te zijn gevestigd.

Motivering

Om conflictsituaties te voorkomen waarbij twee of meer lidstaten een geschil hebben in een lidstaat waar een bepaalde financiële instelling geacht wordt te zijn gevestigd, wordt een officiële registratievereiste toegevoegd.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De lidstaten informeren de andere lidstaten over de op hun grondgebied geregistreerde financiële instellingen.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De lidstaten stellen de Commissie en Eurostat jaarlijks op de hoogte van de transactievolumes waarover belastingen zijn geheven.

Motivering

De Commissie kan deze gegevens vergelijken met de gegevens in het transactieregister.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Specifieke bepalingen inzake voorkoming van ontduiking, ontwijking en misbruik

Specifieke bepalingen inzake transparantie en voorkoming van belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten nemen maatregelen aan om belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik te voorkomen.

1. Er worden Unieregels aangenomen om belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik te voorkomen.

Motivering

Het kan nodig zijn op EU-niveau speciale regels vast te stellen om belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik te voorkomen. In aanmerking moet worden genomen dat belastingontwijking op zichzelf al leidt tot verkleining van het effect op de toename van de kosten van kapitaal voor investeringen. Verstoringen van de belastinginning zouden evenwel toenemen.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie richt een werkgroep van deskundigen (een FTT-comité) met daarin onder meer vertegenwoordigers van de lidstaten op die toezicht houdt op de toepassing van deze richtlijn. De lidstaten wijzen daarnaast instanties aan met voldoende bevoegdheden om in geval van misbruik onmiddellijk actie te ondernemen.

 

Het FTT-comité houdt toezicht op financiële transacties om ontwijkingsconstructies te achterhalen, tegenmaatregelen voor te stellen en de uitvoering daarvan zo nodig op nationaal niveau te coördineren.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De administratieve lasten waar belastingautoriteiten als gevolg van de invoering van de FTT mee te maken krijgen, worden tot een minimum beperkt, en de Commissie stimuleert hiertoe de samenwerking tussen nationale belastingautoriteiten.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter. Eurostat verzamelt en publiceert jaarlijks de financiële stromen waarop binnen de Unie de FTT wordt toegepast.

Motivering

Ter vergroting van de transparantie met betrekking tot de financiële stromen en de geïnde FTT, moeten statistische gegevens worden verzameld en gepubliceerd.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 quater. Teneinde controle uit te oefenen op belastbare transacties die worden verricht op een handelsplatform in een derde land, maken de lidstaten en, in voorkomend geval, de Commissie optimaal gebruik van de instrumenten voor samenwerking inzake belastingkwesties zoals vastgesteld door de desbetreffende internationale organisaties.

Motivering

De goede werking van een FTT-regeling in de EU op basis van het vestigingsbeginsel hangt in zekere mate af van een efficiënte samenwerking op het gebied van belastingkwesties met buiten de EU gelegen rechtsgebieden overal ter wereld. De bestaande instrumenten moeten ten volle worden gebruikt en eventueel moeten er op dit gebied ook aanvullende initiatieven worden ontplooid.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 quinquies. Om de belastingdiensten van de lidstaten in staat te stellen zich te conformeren aan de bepalingen van deze richtlijn en zich met name in te stellen op de administratieve samenwerking als bedoeld in lid 3, worden zij door de lidstaten voorzien van de nodige, daartoe geschikte personele middelen en technische uitrusting. Daarbij moet speciaal aandacht worden besteed aan de voor ambtenaren te verschaffen opleidingen.

Motivering

Om aan deze nieuwe eisen te kunnen voldoen, moeten de belastingautoriteiten worden voorzien van voldoende personeel en technologische middelen.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 sexies. De Commissie voert een grondig onderzoek uit om de administratieve kosten voor regionale en lokale autoriteiten die het gevolg zijn van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, te analyseren.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

In dat verslag onderzoekt de Commissie minstens de gevolgen van de FTT voor de goede werking van de interne markt, de financiële markten en de reële economie en neemt zij de ontwikkelingen op het gebied van de belastingheffing op de financiële sector in de internationale context in aanmerking.

In dat verslag onderzoekt de Commissie minstens de gevolgen van de FTT voor de goede werking van de interne markt, de financiële markten en de reële economie. Daarnaast evalueert zij het effect van een aantal bepalingen onder meer met betrekking tot het geschikte toepassingsgebied van de FTT, de mogelijkheid om verschillende categorieën van financiële producten en activa te onderscheiden teneinde hogere tarieven te rekenen vanaf een bepaald aandeel geannuleerde orders, het belastingtarief, alsook de uitzondering van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening overeenkomstig artikel 1, lid 2. Wanneer de Commissie vaststelt dat verstoring of misbruik heeft plaatsgevonden, stelt zij passende maatregelen voor om dit te verhelpen.

 

Daarnaast maakt de Commissie een analyse van en brengt zij verslag uit over de op nationaal niveau met de FTT gegenereerde belastinginkomsten op basis van het beginsel van vestiging van financiële instellingen, en gaat ze in op de vraag in hoeverre deze verschillen van de belastinginkomsten die worden gegenereerd met toepassing van het beginsel van vestiging van de klant, met andere woorden in welke mate financiële consolidatie belastinginkomsten concentreert in financiële centra.

 

In haar verslagen houdt de Commissie rekening met de verschillende vormen van belastingheffing op de financiële sector, waarover wordt gesproken of die reeds zijn ingevoerd, en met de voortgang bij de invoering van een ruimer opgezette FTT. De Commissie komt, indien nodig, met voorstellen of onderneemt actie om de convergentie te faciliteren en de invoering van een mondiale FTT te bevorderen.

TOELICHTING

Waarom de tijd rijp is voor het Commissievoorstel voor een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties

De wereldwijde financiële crisis van 2008 heeft op korte tijd diepe wonden geslagen in de reële economie, met als gevolg een zware recessie van de wereldeconomie en grootschalige consequenties voor de werkgelegenheid. De reddingsoperaties die met behulp van overheidsgeld moesten worden ondernomen om financiële instellingen die te groot waren om over de kop te kunnen gaan boven water te houden hebben geleid tot een aanzienlijke verslechtering van de overheidsfinanciën en tot een verdere verdieping van de economische recessie op mondiaal en Europees niveau.

In dit verband zijn met name de volgende punten relevant:

- De financiële sector, die een van de belangrijkste factoren was achter de financiële crisis en omvangrijke overheidssteun heeft gekregen om de gevolgen van de crisis te boven te komen, levert geen billijke bijdrage in de kosten van deze crisis. In een tijd waarin de EU-burgers zich geconfronteerd zien met forse verhogingen van de directe en indirecte belastingen en met zware bezuinigingen op salarissen en pensioenen, blijven de activiteiten en transacties van de financiële sector fiscaal nog steeds grotendeels buiten schot.

- De enorme toename van het aantal financiële transacties over het afgelopen decennium en de omslag van langetermijninvesteringen naar kortetermijndenken en uitermate speculatieve en risicovolle transacties, waarbij met name moet worden gedacht aan activiteiten zoals flitshandel ("high frequency trading" of HFT), laten duidelijk zien dat er sprake is geweest van een ommezwaai en dat de financiële sector zich niet meer voornamelijk bezighoudt met het financieren van de behoeften van de reële economie, maar met operaties die geen productief effect hebben en de marktprijzen en de werking van de nationale economieën danig kunnen verstoren.

- De ernstige begrotingsproblemen in de meeste lidstaten van de EU maken het voor de lidstaten en de EU zelf bijzonder moeilijk om oplossingen te vinden voor de enorme problemen die op hun weg liggen zoals de financiering van groei en duurzame en sociale ontwikkeling, het aanpakken van de klimaatverandering en de financiering van de ontwikkelingshulp. Het verhogen van de tarieven en de uitbreiding van de werkingssfeer van de traditionele belastinginstrumenten en verdere bezuinigingen op de overheidsuitgaven zijn niet toereikend en bieden geen duurzame oplossing voor deze problemen. Er is derhalve behoefte aan progressieve belastinginstrumenten waardoor de belastingdruk van arbeid en productieve investeringen kan worden verschoven naar sectoren die bijzonder ingrijpende negatieve gevolgen hebben voor de reële economie.

Vanuit dat perspectief is de discussie over de invoering van een belasting op financiële transacties (FTT) relevanter dan ooit. In vergelijking met andere klassieke belastinginstrumenten en met de traditionele economische beleidsinstrumenten biedt een FTT het voordeel dat zij meerdere functies tegelijk vervult:

- zij biedt de mogelijkheid omvangrijke nieuwe inkomsten te genereren (volgens recente ramingen zouden deze kunnen oplopen tot 57 miljard euro indien de FTT EU-breed wordt toegepast);

- zij biedt de mogelijkheid het fiscale accent te verleggen naar activiteiten met negatieve externe gevolgen zoals flitshandel en extreem speculatieve financiële transacties, waardoor de belastingdruk eerlijker kan worden verdeeld;

- zij kan fungeren als een middel om zwaar geleveragede en riskante speculatieve transacties tegen te gaan en er aldus middels een adequaat regulerings- en toezichtsysteem toe bij te dragen dat de markten worden gestabiliseerd en dat de sector zich meer gaat richten op productieve langetermijninvesteringen.

Volgens een recente studie ("Financial Transaction Taxes" van Stephany Griffith Jones en Avinash Persaud) en volgens de herziene effectbeoordeling van de Europese Commissie, wordt het positieve effect van een FTT op de groei in de EU geschat op 0,25%, hetgeen zou worden bereikt:

- door beperking van systeemrisico's en het terugdringen van zgn. "irrationele" handel (noise trading) en flitshandel kan een FTT de kans op toekomstige crises sterk helpen verminderen. Aangezien de omvang van de reële kosten van de crisis in termen van groei enorm hoog uitvalt, kan een FTT die kosten derhalve helpen ondervangen en zo een positieve uitwerking hebben op de langetermijngroei van de EU;

- door uit te groeien tot een nieuwe bron van financiering voor begrotingsconsolidatie en voor investeringen die essentieel zijn voor groei en werkgelegenheid;

- door de belastingdruk te verschuiven naar andere activiteiten. Op die manier kan een FTT resulteren in verlaging of minder sterke stijging van de belastingen op inkomen en arbeid, waardoor het verbruik en de cumulatieve vraag worden gestimuleerd.

Het mondiale karakter van de financiële sector en van de diensten die hij aanbiedt brengt echter met zich mee dat een FTT pas ten volle haar meervoudige functie kan vervullen indien zij zo breed mogelijk wordt toegepast. Doordat er op dit terrein echter nog geen internationale overeenkomst bestaat, moeten de voornaamste economische partners in de wereld hierin een grotere rol gaan vervullen. De EU is tegenwoordig 's werelds grootste financiële markt en zij heeft als zodanig de verantwoordelijkheid om de eerste stap te zetten door in onderlinge coördinatie een goed doordachte en eenvoudig toe te passen FTT op te zetten, zodat er meer vaart komt in de totstandbrenging van een internationale overeenkomst.

Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie over innovatieve financiering op mondiaal en EU-niveau (P7_TA-PROV (2011) 0080) verklaard dat "de EU de invoering van een FTT op mondiaal niveau zou moeten bevorderen en de EU, indien dat niet gebeurt, als eerste stap een FTT op Europees niveau zou moeten invoeren" en riep daarbij de Commissie op om "op korte termijn een haalbaarheidsstudie uit te voeren, rekening houdend met de noodzaak van een mondiaal gelijk speelveld", en om concrete wetgevingsvoorstellen in te dienen.

In antwoord daarop is de Europese Commissie met een effectbeoordeling gekomen, waarin de introductie van een EU-brede FTT als haalbaar werd aangemerkt, en presenteerde zij een wetgevingsvoorstel in die zin.

Een weldoordachte en gemakkelijk toe te passen FTT

De voornaamste punten waarop bij de invoering van een FTT op EU-grondslag moet worden gelet zijn:

- dat moet worden vermeden dat transacties zich gaan verplaatsen naar rechtsgebieden buiten de EU,

- dat belastingontwijking moet worden tegengegaan;

- dat moet worden vermeden dat de kosten worden doorberekend aan de consument en de burger.

Zoals bij elk belastinginstrument gaat het erom belastingontwijking en -ontduiking tot een minimum te beperken door te bewerkstelligen dat aan ongewenste speculatie geen hoog rendement met een laag risico is verbonden, maar dat er juist een laag rendement en een hoog risico aan vastzit. Voor een FTT betekent dat een laag belastingtarief om aan belastingontwijking een gering rendement te verbinden, en toepassing van zware sancties waardoor niet-naleving een hoog risico oplevert.

In meerdere rechtsgebieden in de wereld bestaat al een aantal FTT-achtige instrumenten, waarbij echter met name zegelrechten (die door de tegenpartij dienen te worden betaald bij transacties met eigendomsoverdracht van binnenlands geregistreerde activa) het "succesverhaal" bij uitstek blijken te zijn, aangezien deze heel moeilijk te ontduiken vallen en tegelijkertijd omvangrijke inkomsten opleveren in de rechtsgebieden waar zij van toepassing zijn.

Voornaamste aspecten van het Commissievoorstel

Het Europees Parlement staat positief tegenover het besluit van de Commissie om met een wetgevingsvoorstel te komen tot invoering van een belasting op financiële transacties, waarmee volledig tegemoet wordt gekomen aan de voornaamste argumenten die door het Europees Parlement in zijn resolutie over innovatieve financiering op mondiaal en EU-niveau (P7_TA-PROV (2011) 0080) naar voren zijn gebracht.

· Werkingssfeer van de richtlijn

Het voorstel van de Commissie heeft betrekking op transacties met alle verschillende categorieën effecten (aandelen, deelnemingsbewijzen, obligaties en daaraan gekoppelde derivaten), alsook op alle soorten transacties via gereguleerde of niet-gereguleerde platforms. Door de primaire obligatie- en aandelenmarkten (maar niet de daaraan gerelateerde derivatenhandel) buiten de toepassing van de FTT te houden, kunnen de kapitaalverwervingsbehoeften van de reële markt onverlet worden gelaten.

Het toepassingsgebied van de belasting blijft beperkt tot financiële instellingen, die hetzij handelen voor eigen rekening, hetzij voor rekening van derden. De nationale centrale banken, de Europese Centrale Bank en de door de EU ingestelde organen zijn de enige financiële instellingen die – overigens terecht – van toepassing zijn uitgesloten, teneinde ongewenste externe effecten op het monetaire beleid of de herfinancieringsmogelijkheden van de financiële sector te voorkomen. Er zij echter nadrukkelijk op gewezen dat deze uitzondering alleen geldt voor zover de door deze entiteiten uitgevoerde transacties overeenstemmen met hun publieke kerntaken.

· Het woonplaatsbeginsel

Het Commissievoorstel gaat uit van het beginsel dat een transactie alleen belastbaar is als de betrokken tegenpartij op het grondgebied van een lidstaat gevestigd is.

Dit omvat alle transacties door in de EU gevestigde financiële instellingen, maar niet alle financiële instrumenten van oorsprong uit de EU. Transacties die door financiële instellingen in de EU worden uitgevoerd met niet uit de EU afkomstige financiële instrumenten zullen dus wél worden belast, met alle potentieel positieve effecten van dien voor de markt in het desbetreffende niet uit de EU afkomstige instrument, maar transacties die worden uitgevoerd door instellingen van buiten de EU met instrumenten uit de EU zijn niet belastbaar, waardoor er derhalve voor instellingen uit de EU een concurrentienadeel ontstaat.

· Het uitgiftebeginsel

De beste manier om mazen in de wetgeving en het creëren van concurrentienadelen te voorkomen zou er derhalve in bestaan ook zegelrechten te gaan heffen en een belasting in te stellen op iedere transactie met een financieel instrument dat is uitgegeven door een entiteit op het grondgebied van een lidstaat of van de EU. Hoewel dit systeem volledig toepasbaar is bij obligaties en aandelen, kunnen hierdoor echter ook problemen ontstaan bij derivaten zoals swaps, waarvan het punt van uitgifte moeilijk te bepalen is.

De beste mogelijkheid om dit probleem te ondervangen, zou erin bestaan de beide principes te combineren en in artikel 3 eventueel een bijkomende voorwaarde op te nemen met betrekking tot de plaats van uitgifte. Op die manier dient, zodra één van de voorwaarden van artikel 3 is vervuld, de belasting te worden voldaan.

Om te kunnen profiteren van alle voordelen die aan het uitgifteprincipe zijn verbonden, moet daaraan tevens als bindende consequentie worden verbonden dat het contract pas juridisch afdwingbaar is wanneer de belasting effectief is voldaan.

· Te hanteren belastingtarieven

Om de belasting eenvoudig te kunnen implementeren en verstoringen binnen de interne markt te voorkomen, moeten de te hanteren tarieven gemakkelijk toepasbaar zijn en moeten zij de specifieke kenmerken van de respectieve financiële instrumenten weerspiegelen.

Het voorstel van de Commissie voor een minimumtarief van 0,1% voor aandelen en obligaties en van 0,01% voor derivaten is effectief met deze principes in overeenstemming. De beide tarieven zijn relatief laag en bieden tegelijkertijd een minimale garantie voor harmonisatie op een manier die de markt zo min mogelijk verstoort, en tevens de nodige flexibiliteit voor het geval een lidstaat het wenselijk acht erboven te gaan zitten.

Differentiatie tussen de verschillende categorieën activa is gerechtvaardigd omdat aandelen en obligaties in vergelijking met derivaten qua marktgedrag meer op elkaar lijken.

Aangezien het schatten van de waarde van derivaten veel moeilijker is, valt de keuze voor een lager tarief te rechtvaardigen doordat in dergelijke gevallen is besloten te kiezen voor de nominale waarde, die veel hoger kan liggen dan de reële marktwaarde.

· Geografisch toepassingsgebied

Unanieme goedkeuring van de richtlijn is de beste manier om het voorstel zo te implementeren dat marktverstoringen worden voorkomen en om de financiële markten in de EU verder te integreren.

Gezien het feit dat er in diverse lidstaten al FTT-achtige belastinginstrumenten bestaan of de invoering daarvan wordt overwogen, zou de EU er goed aan doen dit proces te versnellen om marktverstoringen op de respectieve terreinen tegen te gaan. Indien goedkeuring van deze richtlijn volgens de unanimiteitsregel derhalve niet haalbaar is, kunnen de lidstaten de wettelijke bepalingen van deze richtlijn middels de procedure van nauwere samenwerking introduceren.

· Beheer van de ontvangsten

Het Commissievoorstel bevat geen directe bepalingen met betrekking tot het beheer van de ontvangsten. Het rapport vermeldt dat volgens een wetgevingsvoorstel over het meerjarig financieel kader voor 2014-2020 dat momenteel in behandeling is, wordt overwogen een deel van de FTT-ontvangsten te laten toevloeien naar de eigen inkomsten van de EU. Ook kunnen de FTT-opbrengsten worden gekoppeld aan specifieke beleidsvormen of collectieve goederen van de EU, waaronder de financiering van ontwikkelingshulpdoelstellingen, de bestrijding van de klimaatverandering, duurzame ontwikkeling en het sociale verzorgingsstelsel van de EU of voor de financiering van de nationale begrotingen, met name ter ondersteuning van begrotingsconsolidatiemaatregelen.

ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (30.3.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties en tot wijziging van Richtlijn 2008/7/EG
(COM(2011)0594 – C7‑0355/2011 – 2011/0261(CNS))

Rapporteur: Ricardo Cortés Lastra

AMENDEMENTEN

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De recente financiële crisis heeft geleid tot discussies op alle niveaus over een mogelijke aanvullende belasting op de financiële sector en met name een belasting op financiële transacties (FTT). Dit debat komt voort uit de wens om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan het betalen van de kosten van de crisis en de sector in de toekomst billijk te belasten in vergelijking met andere sectoren; al te risicovolle activiteiten van financiële instellingen te ontmoedigen; regelgevingsmaatregelen die ertoe strekken crises in de toekomst te vermijden, te complementeren en extra inkomsten voor algemene begrotingen of specifieke beleidsdoeleinden te genereren.

(1) De recente financiële crisis heeft geleid tot discussies op alle niveaus over een mogelijke aanvullende belasting op de financiële sector en met name een belasting op financiële transacties (FTT). Dit debat komt voort uit de wens om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan het betalen van de kosten van de crisis en de sector in de toekomst billijk te belasten in vergelijking met andere sectoren; om speculatie – met name op grondstoffenmarkten – terug te dringen, en zo de schommelingen van voedselprijzen en de effecten daarvan op de voedselzekerheid te beperken; om al te risicovolle activiteiten van financiële instellingen te ontmoedigen; om regelgevingsmaatregelen die ertoe strekken crises in de toekomst te vermijden, te complementeren en om extra inkomsten te genereren voor algemene begrotingen of specifieke beleidsdoeleinden, zoals de financiering van collectieve goederen en het ontwikkelingsbeleid van de Unie, met name met het oog op de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) De opbrengst van de FTT – die gericht is op een eerlijkere en socialere herverdeling van de rijkdom – moeten ontwikkelingslanden van extra middelen voorzien voor de financiering van sociale programma's en een aanvulling zijn op de vastleggingen voor nationale ontwikkelingshulp van 0,7% van het BNI, en worden gebruikt voor de financiering van collectieve goederen, zoals het ontwikkelingsbeleid van de Unie, armoedebestrijding en de strijd tegen klimaatverandering in ontwikkelingslanden. Deze doelstellingen moeten een wezenlijk onderdeel blijven van deze nieuwe ontvangsten.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Om de belasting op de financiële sector zelf in plaats van op de burgers te richten en omdat financiële instellingen het merendeel van de transacties op financiële markten verrichten, moet de belasting van toepassing zijn op die instellingen, ongeacht of zij in eigen naam, in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden handelen.

(12) Om de belasting op de financiële sector zelf in plaats van op de burgers te richten en omdat financiële instellingen het merendeel van de transacties op financiële markten verrichten, moet de belasting van toepassing zijn op die instellingen, ongeacht of zij in eigen naam, in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden handelen. De lidstaten moeten er met name op toezien dat het bedrag dat de financiële instelling jaarlijks in het kader van de FTT verschuldigd is, niet indirect wordt afgewenteld op de burgers of de cliënten van deze instelling.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Met het oog op de vaststelling van nadere voorschriften om te bepalen of bepaalde financiële activiteiten een aanzienlijk deel van de activiteiten van een onderneming uitmaken, zodat de onderneming beschouwd kan worden als een financiële instelling in de zin van deze richtlijn, alsook van nadere voorschriften ter bescherming tegen belastingontduiking, -ontwijking en -misbruik, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zodat zij de hiervoor vereiste maatregelen kan opstellen. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze aan de Raad worden toegezonden.

(16) Met het oog op de vaststelling van nadere voorschriften om te bepalen of bepaalde financiële activiteiten een aanzienlijk deel van de activiteiten van een onderneming uitmaken, zodat de onderneming beschouwd kan worden als een financiële instelling in de zin van deze richtlijn, alsook van nadere voorschriften ter bescherming tegen belastingontduiking, ‑ontwijking en ‑misbruik, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zodat zij de hiervoor vereiste maatregelen kan opstellen. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie tijdens de voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen, ngo's en andere belanghebbenden. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 bis) Indien er geen akkoord tussen de EU-27 wordt bereikt, moeten de lidstaten die de FTT willen invoeren daarmee doorgaan door conform artikel 329 VWEU een formeel verzoek om nauwere samenwerking in te dienen. Het Europees Parlement moet hiervoor zo spoedig mogelijk zijn toestemming verlenen, op voorwaarde dat de desbetreffende lidstaten zich ertoe verbinden artikel 333, lid 2, VWEU in te roepen om een besluit vast te stellen waarin wordt bepaald dat zij de gewone wetgevingsprocedure zullen volgen.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Nauwere samenwerking

 

Indien er geen akkoord tussen de EU-27 wordt bereikt, moeten de lidstaten die de FTT willen invoeren daarmee doorgaan door conform artikel 329 VWEU een formeel verzoek om nauwere samenwerking in te dienen. Het Europees Parlement verleent hiervoor zo spoedig mogelijk zijn toestemming, op voorwaarde dat de desbetreffende lidstaten zich ertoe verbinden artikel 333, lid 2, VWEU in te roepen om een besluit vast te stellen waarin wordt bepaald dat zij de gewone wetgevingsprocedure zullen volgen.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In dat verslag onderzoekt de Commissie minstens de gevolgen van de FTT voor de goede werking van de interne markt, de financiële markten en de reële economie en neemt zij de ontwikkelingen op het gebied van de belastingheffing op de financiële sector in de internationale context in aanmerking.

In dat verslag onderzoekt de Commissie minstens de gevolgen van de FTT voor de goede werking van de interne markt, de financiële markten en de reële economie, voor de speculatie in grondstoffen en levensmiddelen, en voor de strijd tegen belastingparadijzen, en neemt zij de ontwikkelingen op het gebied van de belastingheffing op de financiële sector in de internationale context in aanmerking.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 17 bis

 

Gebruik van de ontvangsten als eigen middelen EU-begroting

 

De ontvangsten die voortvloeien uit de FTT in de Unie moeten deels worden gebruikt als eigen middelen voor de EU-begroting, waarvan een aanzienlijk percentage moet worden geïnvesteerd in het beleid voor ontwikkelingssamenwerking van de Unie en in de strijd tegen klimaatverandering in ontwikkelingslanden.

PROCEDURE

Titel

Gemeenschappelijk systeem voor belastingheffing op financiële transacties en wijziging van Richtlijn 2008/7/EG

Document- en procedurenummers

COM(2011)0594 – C7-0355/2011 – 2011/0261(CNS)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

25.10.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

DEVE

25.10.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Ricardo Cortés Lastra

25.1.2012

 

 

 

Vervangen rapporteur(s)

Ricardo Cortés Lastra

 

 

 

Behandeling in de commissie

9.2.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

27.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Michael Cashman, Ricardo Cortés Lastra, Corina Creţu, Leonidas Donskis, Charles Goerens, Catherine Grèze, Filip Kaczmarek, Franziska Keller, Gay Mitchell, Norbert Neuser, Bill Newton Dunn, Maurice Ponga, Birgit Schnieber-Jastram, Michèle Striffler, Alf Svensson, Eleni Theocharous, Patrice Tirolien, Ivo Vajgl, Anna Záborská, Iva Zanicchi, Gabriele Zimmer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Enrique Guerrero Salom, Edvard Kožušník, Cristian Dan Preda, Patrizia Toia

ADVIES van de Begrotingscommissie (29.3.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties en tot wijziging van Richtlijn 2008/7/EG
(COM(2011)0594 – C7‑0355/2011 – 2011/0261(CNS))

Rapporteur: Anne E. Jensen

BEKNOPTE MOTIVERING

Commissievoorstel

De Commissie stelt voor op EU-niveau een belasting in te voeren op financiële transacties en de opbrengst hiervan geheel of gedeeltelijk te gebruiken als eigen middelen in het kader van de EU-begroting.

In het Commissiedocument worden voor de belasting de volgende minimumtarieven voorgesteld:

· 0,1% voor andere transacties dan die in verband met derivatenovereenkomsten en

· 0,01% voor transacties in verband met derivatenovereenkomsten.

Budgettaire context en aspecten

Op dit moment is ongeveer 85% van de inkomsten van de Unie afkomstig van de nationale begrotingen en niet uit eigenmiddelenbronnen. Dit is niet alleen in tegenspraak met de bepalingen van het Verdrag van Lissabon[1], maar ook met de letter en de geest van het Verdrag van Rome[2]. Toen de Europese Gemeenschappen in 1957 zijn opgericht, werden de BNI-inkomsten geacht tijdelijk te zijn. De nationale bijdragen zijn in de jaren '70 vervangen door daadwerkelijke eigen middelen, maar in 1988 zijn zij weer ingevoerd om een daling van de eigenmiddeleninkomsten te compenseren. Opgemerkt zij evenwel dat het aandeel van de BNI-inkomsten in de totale inkomsten van de EU op dat moment maar 10% bedroeg. Door deze ontwikkeling kwam de logica van het "billijke rendement" centraal te staan bij elk besluit over de EU-begroting, met als gevolg een lange lijst van kortingen en ongerechtvaardigde uitzonderingen.

Een hervorming van het bestaande stelsel van eigen middelen is dus nodig om een einde te maken aan deze aanpak op basis van een "billijk rendement" en om de EU een stabiele en toereikende inkomstenbron te bezorgen, waarbij het systeem van kortingen en afwijkingen aan de inkomstenzijde van de EU-begroting wordt stopgezet.

In deze economisch moeilijke tijden zij er ook aan herinnerd dat het Parlement in diverse resoluties het feit heeft onderstreept dat eigen middelen belangrijk zijn als instrument om voldoende financiën te waarborgen om ervoor te zorgen dat de EU haar verplichtingen kan nakomen en haar doelstellingen kan verwezenlijken zonder dat de EU-begroting hoeft te worden verhoogd[3].

De rapporteur wil eraan herinneren dat het Parlement in zijn resolutie over de toekomst van de eigen middelen van de Europese Unie[4] heeft gesteld dat de geschiktheid van een nieuw eigenmiddelensysteem moet worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: toereikendheid, stabiliteit, zichtbaarheid en eenvoud, lage operationele kosten, efficiënte toewijzing van middelen, verticale en horizontale billijkheid en eerlijke bijdragen.

Het onderhavige Commissievoorstel voor de invoering van een belasting op financiële transacties voldoet aan de meeste van deze criteria. Er zou met name worden voorzien in een inkomstenbron voor de EU-begroting (volgens het Commissievoorstel zal de belasting op financiële transacties in 2020 ongeveer 54,2 miljard EUR per jaar opleveren die als eigen middelen kunnen worden gebruikt). De belasting is ook zichtbaar voor investeerders en operatoren op de financiële markt, zij is voldoende eenvoudig, zij brengt weinig kosten met zich mee en is makkelijk te innen en verticale en horizontale billijkheid, alsmede eerlijke bijdragen zijn ermee gegarandeerd. Voorts mag de belasting op financiële transacties geen bijkomende belastingdruk veroorzaken voor de burgers en zou zij de fiscale soevereiniteit van de lidstaten niet aantasten.

Opgemerkt zij dat de belasting op financiële transacties de steun geniet van de EU-burgers, blijkens de resultaten van de Eurobarometerpeiling van juni 2011: 61% van de Europese bevolking is voorstander van een dergelijke heffing en van deze personen zou 81% graag zien dat de belasting wordt geheven in de hele EU[5].

Als een beroep op een belasting op financiële transacties als bron van eigen middelen wordt gedaan, moet deze belasting worden geheven in alle 27 lidstaten.

De rapporteur wil het feit onderstrepen dat er geen definitief akkoord over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014 - 2020 kan worden gesloten, als er geen politiek akkoord wordt bereikt over een hervorming van het stelsel van eigen middelen, doordat de inkomsten- en de uitgavenzijde van de begroting één en van elkaar afhankelijk zijn, en de rapporteur wil er in verband hiermee aan herinneren dat voor de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen de goedkeuring van het Europees Parlement vereist is.

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Om de beleidsdoelstellingen van de Unie en de EU-begroting beter op elkaar af te stemmen moeten de met de belasting op financiële transacties opgehaalde middelen geheel of op zijn minst gedeeltelijk worden gebruikt als inkomsten voor de EU-begroting.

Motivering

Een in de hele Unie geheven belasting op financiële transacties kan dienen als instrument om een einde te maken aan het bestaande systeem van kortingen en afwijkingen.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat het deel van de belasting op financiële transacties dat dient als eigen middelen van de Unie, naar de EU-begroting wordt overgeheveld overeenkomstig Verordening (EU) nr. .../2012 van de Raad [betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van de belasting op financiële transacties].

Motivering

Een in de hele Unie geheven belasting op financiële transacties kan dienen als instrument om een einde te maken aan het bestaande systeem van kortingen en afwijkingen.

Amendement            3

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

PROCEDURE

Titel

Gemeenschappelijk systeem voor belastingheffing op financiële transacties en wijziging van Richtlijn 2008/7/EG

Document- en procedurenummers

COM(2011)0594 – C7-0355/2011 – 2011/0261(CNS)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

25.10.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

BUDG

25.10.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Anne E. Jensen

16.2.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

29.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

29

3

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Francesca Balzani, Zuzana Brzobohatá, James Elles, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Ivars Godmanis, Estelle Grelier, Carl Haglund, Lucas Hartong, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Ivailo Kalfin, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, George Lyon, Barbara Matera, Claudio Morganti, Nadezhda Neynsky, Dominique Riquet, Potito Salatto, Derek Vaughan, Angelika Werthmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Frédéric Daerden, Jan Mulder, Georgios Papastamkos, Paul Rübig, Georgios Stavrakakis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jens Rohde

  • [1]  Artikel 311, lid 1, van het VWEU: "De begroting wordt, onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd".
  • [2]  Artikel 201 van het Verdrag van Rome: "De Commissie bestudeert onder welke voorwaarden de financiële bijdragen der lidstaten, bedoeld in artikel 200, zouden kunnen worden vervangen door eigen middelen, met name door ontvangsten afkomstig uit het gemeenschappelijk douanetarief, wanneer dit definitief in werking zal zijn getreden. Hiertoe doet de Commissie voorstellen aan de Raad. (...)".
  • [3]  Met name de volgende resoluties:
                   P6_TA(2007)0098, goedgekeurd op 29 maart 2007,
                   P7 TA (2011)0080, goedgekeurd op 8 maart 2011,
                   P7 TA (2010)0056, goedgekeurd op 10 maart 2010,
                   P7 TA (2010)0089, goedgekeurd op 25 maart 2010,
                   P7_TA-PROV(2010)0433, goedgekeurd op 25 november 2010,
                   P7_TA-PROV(2010)0475, goedgekeurd op 15 december 2010,
                   P7_TA-PROV(2011)0266, goedgekeurd op 8 juni 2011,
                   P7_TA-PROV(2011)0327, goedgekeurd op 6 juli 2011.
  • [4]  P6_TA(2007)0098, goedgekeurd op 29 maart 2007.
  • [5]  Eurobarometer van het Europees Parlement (EB Parlemeter 75.2), vastgesteld op 22 juni 2011: http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/2011/juin/22062011/eb752_financial_crisis_analytical_synthesis_en.pdf.

ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (20.3.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

over het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake een gemeenschappelijk systeem voor belastingheffing op financiële transacties en wijziging van Richtlijn 2008/7/EG
(COM(2011)0594 – C7‑0355/2011 – 2011/0261(CNS))

Rapporteur: Frank Engel

BEKNOPTE MOTIVERING

Het voorstel van de Commissie voor een belasting op financiële transacties – een FTT – komt als reactie op de herhaalde oproepen in de hele Europese Unie om van de financiële sector een bijdrage te verlangen ter dekking van de kosten van de heersende crisis. Uw rapporteur is ingenomen met dit voorstel, dat ook aansluit bij de door het Europees Parlement op dit terrein verlangde maatregelen.

Een FTT is per definitie te beschouwen als een noodzakelijk onderdeel van de interne markt. Met het daartoe in te stellen Europese rechtskader wordt een tweeledig doel nagestreefd: enerzijds voldoen aan het billijkheidscriterium, aangezien financiële transacties – in tegenstelling tot alle andere economische transacties – grotendeels onbelast blijven, en anderzijds invulling geven aan het harmonisatiestreven, dat voortvloeit uit de behoefte aan een geïntegreerd Europees beleid voor het belasten van financiële transacties, met tarieven die – zo niet identiek voor de hele EU – dan toch op zijn minst onderling vergelijkbaar moeten zijn en moeten berusten op een gemeenschappelijke minimumgrondslag

De invoering van een FTT is bovendien direct gelieerd aan het streven om het volledige potentieel van de interne markt tot ontwikkeling te brengen, zodat de groei in Europa weer een duw in de rug kan krijgen en wij aldus in staat worden gesteld de doelstellingen in het kader van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken. Investeringen in de interne markt zijn niet alleen noodzakelijk, zij moeten ook worden gefinancierd uit een Europese bron. Daarom helpt een FTT waarvan de opbrengst toevloeit naar de algemene begroting van de Europese Unie de benodigde gelden bijeen te brengen voor solide Europese investeringen in de economische vooruitgang van ons continent.

Het ligt dan ook voor de hand dat een Europese FTT van toepassing moet zijn op het grondgebied van de gehele EU. De EU heeft een interne markt en een eigen begroting, hetgeen voor de eurozone niet het geval is. Een FTT die de EU-begroting ten goede komt, en die dus als een instrument fungeert voor een dynamische interne markt, moet noodzakelijkerwijs in de gehele Unie worden geheven en moet dus ook in alle grote Europese financiële centra worden toegepast. Iedere uitzondering op dit principe zou onaanvaardbare verstoringen in de werking van de interne markt teweegbrengen.

Een FTT moet voldoende inkomsten genereren om zijn rol als politiek instrument ter bestrijding van de crisis te kunnen vervullen, maar mag tegelijkertijd niet zo zijn opgezet dat zij resulteert in grootscheepse verplaatsingen van financiële instrumenten of instellingen die inherent deel uitmaken van de Europese financiële sector of waarin een bijzonder ontwikkelingspotentieel voor Europese financiële centra besloten ligt. Ook mag een FTT geen belemmering vormen voor de exploitatie van de investeringsvehikels die de EU nodig heeft om haar economische ontwikkeling en het bieden van billijke vervangingsinkomens voor gepensioneerden te waarborgen.

Daarom stelt uw rapporteur voor om voor beleggingsfondsen die onder de icbe-regulering vallen en pensioenfondsen een ander belastingtarief te laten gelden; het verlaagde tarief van 0,01% zou zich hiervoor goed lenen.

Het bestaan van gestructureerde financiële producten met een voor alle betrokken handelspartijen bijzonder geringe transparantie en het misbruik dat daarvan is gemaakt, hebben sinds het uiteenspatten van de Amerikaanse vastgoedzeepbel duidelijk bijgedragen aan de financiële turbulentie. Er wordt intensief en in enorme hoeveelheden in dergelijke instrumenten gehandeld, en de belastingopbrengsten die van een FTT kunnen worden verwacht zouden dan ook zeer omvangrijk zijn. Mocht de heffing leiden tot verplaatsing van bepaalde onderdelen van de derivatenhandel – ook in de categorie hoogfrequente handel – dan zou dat niet nadelig uitpakken voor de ontwikkeling van de Europese interne kapitaalmarkt.

Daarom zou daarvoor het basisbelastingtarief van 0,1% moeten gelden, en dus stelt uw rapporteur voor dit tarief toe te passen op financiële transacties die verband houden met derivatenovereenkomsten.

Sinds de effectbeoordeling van de Commissie voor het eerst aan het Europees Parlement is voorgelegd, is zij verder aangevuld zonder dat de Commissie interne markt en consumentenbescherming of de rapporteur in kennis zijn gesteld van de inhoudelijke aspecten van de aanvullende of nieuwe bevindingen van de Commissie. Uw rapporteur is er dan ook niet over te spreken dat de commissie daardoor niet in staat is geweest zich in de inhoudelijke elementen van de meest recente evaluatie te verdiepen. Wij moeten er echter van uitgaan dat zowel het risico voor verplaatsing van activiteiten als het te verwachten effect van een FTT op de economische groei van de Europese Unie in zoverre zijn herbekeken dat het beeld er duidelijk veel minder negatief is komen uit te zien dan uit de gepubliceerde effectbeoordeling naar voren komt. Een en ander brengt met zich mee dat de relevantie en betekenis van de invoering van een FTT voor de verwezenlijking van de internemarktdoelstellingen een kardinaal element zal zijn, niet alleen voor dit advies, maar voor het standpunt van het Europees Parlement in zijn geheel.

AMENDEMENTEN

De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De recente financiële crisis heeft geleid tot discussies op alle niveaus over een mogelijke aanvullende belasting op de financiële sector en met name een belasting op financiële transacties (FTT). Dit debat komt voort uit de wens om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan het betalen van de kosten van de crisis en de sector in de toekomst billijk te belasten in vergelijking met andere sectoren; al te risicovolle activiteiten van financiële instellingen te ontmoedigen; regelgevingsmaatregelen die ertoe strekken crises in de toekomst te vermijden, te complementeren en extra inkomsten voor algemene begrotingen of specifieke beleidsdoeleinden te genereren.

(1) De recente financiële crisis heeft geleid tot discussies op alle niveaus over een mogelijke aanvullende belasting op de financiële sector en met name een belasting op financiële transacties (FTT). Dit debat komt voort uit de wens om de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan het betalen van de kosten van de crisis en de sector in de toekomst billijk te belasten in vergelijking met andere sectoren; al te risicovolle activiteiten van financiële instellingen te ontmoedigen; regelgevingsmaatregelen die ertoe strekken crises in de toekomst te vermijden, te complementeren en extra inkomsten te genereren voor de algemene begrotingen of specifieke beleidsdoeleinden die economische groei op het oog hebben.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) De invoering van een evenwichtige en succesvolle belasting op financiële transacties in de Europese Unie zou de internationale toezeggingen om analoge instrumenten op mondiaal vlak vast te stellen, moeten versterken. Daarom moet de Unie hierbij een voortrekkersrol op zich nemen.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Teneinde verstoringen wegens eenzijdige maatregelen van lidstaten te voorkomen (hierbij kan worden gedacht aan het zeer mobiele karakter van het merendeel van de betrokken financiële transacties) en aldus een goede werking van de interne markt te garanderen, is het van belang dat de basiskenmerken van een FTT in de lidstaten worden geharmoniseerd op EU-niveau. Prikkels tot fiscale arbitrage in de Unie, allocatieverstoringen tussen de financiële markten in de Unie en de kans dat dubbel wordt belast of heffing achterwege blijft, moeten hierdoor worden vermeden.

(2) Teneinde verstoringen wegens eenzijdige maatregelen van lidstaten te voorkomen (hierbij kan worden gedacht aan het zeer mobiele karakter van het merendeel van de betrokken financiële transacties) en aldus een goede werking van de interne markt te garanderen, te zorgen voor meer solidariteit en rechtvaardigheid en concurrentieverstoring te vermijden is het van belang dat de basiskenmerken van een FTT in de lidstaten worden geharmoniseerd op EU-niveau. Prikkels tot fiscale arbitrage in de Unie, allocatieverstoringen tussen de financiële markten in de Unie en de kans dat dubbel wordt belast of heffing achterwege blijft, moeten hierdoor worden vermeden.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Een van de hoofddoelen van de FTT is te riskante transacties te ontmoedigen en de financiëledienstensector opnieuw ten dienste te stellen van de productieve economie.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 ter) Bij de FTT moeten de volgende beginselen in acht worden genomen:

 

- het beginsel van de valuta waarin zij wordt uitgedrukt: de heffing is van toepassing op alle instrumenten die zijn uitgedrukt in euro of in de valuta van een EU-lidstaat;

 

- het beginsel van de verhandeling: de heffing geldt voor financiële transacties die zijn afgeleid van activa die zijn toegelaten tot verhandeling op een markt van de Unie, en

 

- het beginsel van de intermediatie: de heffing wordt toegepast op alle financiële transacties waarbij een inwoner van de Unie optreedt als intermediair.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De definitie van financiële instrumenten in bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (MiFID) behelst rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging. Dat betekent dat aandelen en rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) en alternatieve beleggingsinstellingen (abi's) als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 financiële instrumenten zijn. Daarom vormen de inschrijving op en terugkoop van deze instrumenten transacties die aan de FTT moeten worden onderworpen.

(4) De definitie van financiële instrumenten in bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (MiFID) behelst rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging. Dat betekent dat aandelen en rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) en alternatieve beleggingsinstellingen (abi's) als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 financiële instrumenten zijn. Daarom vormen de inschrijving op en terugkoop van deze instrumenten transacties die aan de FTT moeten worden onderworpen. De specifieke aard van icbe's en het feit dat zij van groot belang zijn om het potentieel van de interne markt volledig te kunnen mobiliseren rechtvaardigen echter dat zij worden onderworpen aan een specifiek lager belastingtarief. Hetzelfde geldt voor pensioenfondsen of instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in artikel 6, onder a), van Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening1.

 

__________

 

1. PB L 235 van 23.9.2003, blz. 10.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Met het oog op een gelijke behandeling moet binnen elke categorie transacties één belastingtarief gelden, namelijk voor de handel in andere financiële instrumenten dan derivaten enerzijds en voor het kopen/verkopen, overdragen, sluiten en wijzigen van derivatenovereenkomsten anderzijds.

(11) Om uitermate riskante financiële activiteiten aan banden te leggen en hierdoor toekomstige crises te voorkomen moeten bijzonder risicovolle financiële producten hoger worden belast dan minder speculatieve producten.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Vanwege het zeer mobiele karakter van financiële transacties en om potentiële belastingontwijking te helpen tegengaan, moet de FTT op basis van het woonplaatsbeginsel worden geheven.

(13) Vanwege het zeer mobiele karakter van financiële transacties en om potentiële belastingontwijking te helpen tegengaan, moet de FTT op basis van het woonplaatsbeginsel, aangevuld met het uitgifte- en het eigendomsbeginsel worden geheven.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De minimumbelastingtarieven moeten worden vastgesteld op een niveau dat hoog genoeg is om de harmonisatiedoelstelling van deze richtlijn te kunnen verwezenlijken. Tegelijkertijd moeten deze tarieven laag genoeg zijn om de risico's van verplaatsing te beperken.

(14) De minimumbelastingtarieven moeten worden vastgesteld op een niveau dat hoog genoeg is om de harmonisatiedoelstelling van deze richtlijn te kunnen verwezenlijken – zodat de financiële sector een passende bijdrage levert in de kosten van de economische crisis en op die manier de reële economie versterkt. Tegelijkertijd en tot de inwerkingtreding van een uniform mondiaal FTT-stelsel moeten deze tarieven laag genoeg zijn om de risico's van verplaatsing te beperken.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17a) Op 29 juni 2011 heeft de Commissie een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie aangenomen met het oog op de vervanging van het huidige stelsel van financiering van de EU-begroting door een nieuw systeem, onder volledige gebruikmaking van de mogelijkheden die door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden geboden. In dat voorstel wordt de invoering van een FTT vermeld als een mogelijke nieuwe bron van eigen middelen ten behoeve van de algemene begroting van de Unie. Een FTT zou namelijk de mogelijkheid bieden bijkomende begrotingsmiddelen te mobiliseren voor de financiering van groeibevorderende maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en zou het potentieel van de interne markt versterken. Op 9 november 2011 heeft de Commissie een gewijzigd voorstel aangenomen ter verdere uitwerking en aanvulling van het voorstel van 29 juni, teneinde de consistentie met deze richtlijn te waarborgen en om aan te geven hoe de Commissie voornemens is de FTT in te zetten als een bron voor de financiering van de algemene begroting van de EU.

Motivering

De opbrengsten van een Europese FTT moeten ten goede komen aan de algemene begroting van de EU, enerzijds omdat zij logischerwijs kunnen worden gezien als eigen middelen, en anderzijds omdat de aldus gegenereerde ontvangsten kunnen worden benut om de verwezenlijking van de interne markt te bevorderen en de groeidoelstellingen van de Europa 2020-strategie te realiseren door het voeren van een gericht investeringsbeleid. De Commissie is voornemens met een voorstel te komen dat de weg effent voor een dergelijk scenario. Daarom moet in de richtlijn een expliciete verwijzing worden opgenomen naar het feit dat de FTT-opbrengsten moeten toevloeien naar de algemene begroting van de EU en moet er een link worden gelegd met het eigenmiddelenvoorstel.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Opneming van belastingopbrengsten in de begroting van de Europese Unie De belastingopbrengsten van de FTT vloeien toe naar de algemene begroting van de Europese Unie zodat de Unie haar strategische doelstellingen kan verwezenlijken. Het debat over de besteding ervan binnen de algemene begroting moet in een andere context worden gevoerd, namelijk in het kader van het voorstel voor het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 bis) Deze richtlijn moet op zeer korte termijn in werking treden en gepaard gaan met een aantal andere maatregelen om de financiële markten te reguleren, de werking van de interne markt te verbeteren en rechtszekerheid te creëren. De richtlijn moet derhalve voor eind 2012 zijn omgezet.

Motivering

Gelet op het feit dat een FTT moet worden gezien als een onderdeel van het politieke streven om de financiële markten te reguleren, de crisis te overwinnen en de interne markt een impuls te geven teneinde de groei van de reële economie te bevorderen, is het wenselijk dat zij zo snel mogelijk wordt geheven. Dit is tevens noodzakelijk om rechtszekerheid te kunnen bieden, te meer omdat ook individuele lidstaten zich beraden op de introductie van soortgelijke instrumenten op unilaterale grondslag. Daarom moet de richtlijn voor eind 2012 zijn omgezet en moet zij per 1 januari 2013 in werking treden.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 ter) De Commissie moet deze richtlijn kunnen toetsen en moet kunnen voorstellen haar te vervangen door een verordening, met name indien zou blijken dat de doelstellingen van de richtlijn met betrekking tot interne markt en harmonisatie beter te verwezenlijken zijn via een verordening.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze richtlijn is van toepassing op alle financiële transacties, op voorwaarde dat ten minste één partij bij de transactie in een lidstaat is gevestigd en dat een op het grondgebied van een lidstaat gevestigde financiële instelling partij is bij de transactie, welke instelling voor eigen rekening of voor rekening van een derde handelt dan wel in naam van een partij bij de transactie.

2. Deze richtlijn is van toepassing op alle financiële transacties, met inbegrip van contante valutatransacties en levensverzekeringen die aan een van de volgende voorwaarden beantwoorden:

 

(a) ten minste één partij bij de transactie is in een lidstaat gevestigd en een op het grondgebied van een lidstaat gevestigde financiële instelling is partij bij de transactie, welke instelling voor eigen rekening of voor rekening van een derde handelt dan wel in naam van een partij bij de transactie;

 

(b) het instrument dat het onderwerp uitmaakt van de transactie is uitgegeven door in de Unie gevestigde entiteiten.

Motivering

Dit amendement zorgt ervoor dat het voorstel ook betrekking heeft op de uitgifte van effecten, wat eventuele vlucht van economische activiteiten inperkt en garandeert dat Europese financiële instellingen niet benadeeld worden ten aanzien van instellingen van buiten de Unie bij de uitwisseling van in de Unie uitgegeven instrumenten.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 4 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) transacties met de centrale banken van de lidstaten.

(d) transacties met de centrale banken van de lidstaten, de regionale of lokale overheden of andere autoriteiten.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis) zij is partij bij een financiële transactie met betrekking tot een financieel instrument dat is uitgegeven op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie;

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 3 bis

 

Uitgiftebeginsel

 

1. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt de uitgifte van een financieel instrument geacht te hebben plaatsgevonden op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie wanneer het is uitgegeven door een in een lidstaat geregistreerde rechtspersoon.

 

2. Voor derivatenovereenkomsten is aan de voorwaarde van uitgifte op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie voldaan wanneer het referentie- of onderliggend instrument is uitgegeven door een in een lidstaat geregistreerde rechtspersoon.

 

3. Voor gestructureerde instrumenten is aan de voorwaarde van uitgifte op het grondgebied van een lidstaat of van de Unie voldaan indien het gestructureerde instrument is gebaseerd op of wordt ondersteund door een significant aantal activa of financiële en afgeleide instrumenten welke zijn uitgegeven door een in een lidstaat geregistreerde rechtspersoon.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze tarieven zijn niet lager dan:

Deze tarieven zijn niet lager dan:

(a) 0,1 % voor de in artikel 5 bedoelde financiële transacties;

(a) 0,1 % voor de in artikel 5 bedoelde financiële transacties;

 

i. financiële transacties met betrekking tot aandelen en rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), zoals beschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) 1 zijn onderworpen aan een tarief van minimaal 0,05%;

 

ii. financiële transacties met betrekking tot aandelen en rechten van deelneming in pensioenfondsen of instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in artikel 6, onder a), van Richtlijn 2003/41/EG zijn onderworpen aan een tarief van minimaal 0,05%.

(b) 0,01 % voor de in artikel 6 bedoelde financiële transacties.

(b) 0,05 % voor de in artikel 6 bedoelde financiële transacties.

 

____________

 

1 PB L 302, 17. 11.2009, blz. 32.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Elke partij bij een transactie, met inbegrip van personen die niet als financiële instelling worden beschouwd, wordt hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die door een financiële instelling verschuldigd wordt wegens die transactie, indien die financiële instelling de belasting niet binnen de in artikel 10, lid 4, vastgestelde termijn heeft voldaan.

3. Elke partij bij een transactie, met uitzondering van personen die niet als financiële instelling worden beschouwd, wordt hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die door een financiële instelling verschuldigd wordt wegens die transactie, indien die financiële instelling de belasting niet binnen de in artikel 10, lid 4, vastgestelde termijn heeft voldaan.

Motivering

Het voorstel heeft als principe dat niet-financiële individuen en instellingen vrijgesteld zijn van de betaling en de effecten van de heffing. Uit hoofde van hetzelfde principe zijn zij ook niet aansprakelijk voor de betaling van de belasting in geval van onregelmatigheid die door de andere partij bij de transactie is begaan.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Een financiële transactie waarover geen FTT is geheven, wordt geacht juridisch onafdwingbaar te zijn en heeft tot gevolg dat het wettelijk eigendomsrecht op het onderliggende instrument niet wordt overgedragen.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 11 bis

 

Opneming van belastingopbrengsten in de begroting van de Europese Unie

 

De belastingopbrengsten van de FTT vloeien toe naar de algemene begroting van de Europese Unie.

Motivering

De opbrengsten van een Europese FTT moeten ten goede komen aan de algemene begroting van de EU, enerzijds omdat zij logischerwijs kunnen worden gezien als eigen middelen, en anderzijds omdat de aldus gegenereerde ontvangsten kunnen worden benut om de verwezenlijking van de interne markt te bevorderen en de groeidoelstellingen van de Europa 2020-strategie te realiseren door het voeren van een gericht investeringsbeleid. De Commissie is voornemens met een voorstel te komen dat de weg effent voor een dergelijk scenario. Daarom moet in de richtlijn een expliciete verwijzing worden opgenomen naar het feit dat de FTT-opbrengsten moeten toevloeien naar de algemene begroting van de EU en moet er een link worden gelegd met het eigenmiddelenvoorstel.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

Uiterlijk op 31 december 2016 en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze richtlijn en, in voorkomend geval, een voorstel voor de wijziging ervan voor.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In haar eerste verslag uit hoofde van de eerste alinea gaat de Commissie ook in op de vraag of deze richtlijn eventueel kan worden vervangen door een verordening tot instelling van één FTT-stelsel, met inbegrip van de invoering van een geïntegreerd systeem van vaste belastingtarieven voor elke categorie financiële transacties in de gehele Unie.

Motivering

Aangezien met de invoering van een Europese FTT duidelijk de harmonisatie van deze vorm van belasting in het kader van de interne mark wordt beoogd, kan men zich logischerwijs afvragen of een verordening als rechtsinstrument niet beter voor dit doel geschikt zou zijn dan een richtlijn. Middels een verordening zou een uniform belastingtarief voor elke categorie financiële transacties in de hele Unie kunnen worden vastgesteld en zouden de technische voorschriften kunnen worden bepaald voor opneming van de FTT-opbrengsten in de algemene begroting van de Unie.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2013 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

1. De lidstaten dienen tegen 31 december 2012 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld van de tekst van deze maatregelen in kennis.

Zij passen deze bepalingen toe vanaf 1 januari 2014.

Zij passen deze bepalingen toe vanaf 1 januari 2013.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Wanneer de lidstaten die maatregelen vaststellen, wordt in de maatregelen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Motivering

Gelet op het feit dat een FTT moet worden gezien als een onderdeel van het politieke streven om de financiële markten te reguleren, de crisis te overwinnen en de interne markt een impuls te geven teneinde de groei van de reële economie te bevorderen, is het wenselijk dat zij zo snel mogelijk wordt geheven. Dit is tevens noodzakelijk om rechtszekerheid te kunnen bieden, te meer omdat ook individuele lidstaten zich beraden op de introductie van soortgelijke instrumenten op unilaterale grondslag. Daarom moet de richtlijn voor eind 2012 zijn omgezet en moet zij per 1 januari 2013 in werking treden. Dit amendement strekt tot aanpassing van het Commissievoorstel aan de gezamenlijke politieke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over toelichtende stukken, die is aangenomen in november 2011.

PROCEDURE

Titel

Gemeenschappelijk systeem voor belastingheffing op financiële transacties en wijziging van Richtlijn 2008/7/EG

Document- en procedurenummers

COM(2011)0594 – C7-0355/2011 – 2011/0261(CNS)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

25.10.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

IMCO

25.10.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Frank Engel

17.10.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

24.1.2012

29.2.2012

 

 

Datum goedkeuring

20.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

8

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pablo Arias Echeverría, Adam Bielan, Cristian Silviu Buşoi, Jorgo Chatzimarkakis, Sergio Gaetano Cofferati, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, António Fernando Correia de Campos, Christian Engström, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Iliana Ivanova, Philippe Juvin, Edvard Kožušník, Toine Manders, Hans-Peter Mayer, Mitro Repo, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Andreas Schwab, Catherine Stihler, Gino Trematerra, Emilie Turunen, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Raffaele Baldassarre, Simon Busuttil, Nessa Childers, Marielle Gallo, Morten Løkkegaard, Konstantinos Poupakis, Olle Schmidt, Ivo Strejček, Marc Tarabella, Sabine Verheyen

PROCEDURE

Titel

Gemeenschappelijk systeem voor belastingheffing op financiële transacties en wijziging van Richtlijn 2008/7/EG

Document- en procedurenummers

COM(2011)0594 – C7-0355/2011 – 2011/0261(CNS)

Datum raadpleging EP

19.10.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

25.10.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

DEVE

25.10.2011

BUDG

25.10.2011

IMCO

25.10.2011

JURI

25.10.2011

Geen advies

       Datum besluit

JURI

21.11.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Anni Podimata

25.10.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

9.1.2012

29.2.2012

26.3.2012

 

Datum goedkeuring

25.4.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

32

10

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Elena Băsescu, Pascal Canfin, George Sabin Cutaş, Rachida Dati, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Othmar Karas, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Arlene McCarthy, Ivari Padar, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Theodor Dumitru Stolojan, Ivo Strejček, Kay Swinburne, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Pervenche Berès, Robert Goebbels, Thomas Händel, Sophia in ‘t Veld, Krišjānis Kariņš, Gay Mitchell, Sirpa Pietikäinen, Emilie Turunen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Christofer Fjellner, Jaroslav Paška

Datum indiening

3.5.2012