VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie
3.5.2012 - (COM(2011)0890 – C7‑0507/2011 – 2011/0455(COD)) - ***I
Commissie juridische zaken
Rapporteur: Dagmar Roth-Behrendt
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie
(COM(2011)0890 – C7‑0507/2011 – 2011/0455(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0890),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 336 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0507/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Hof van Justitie van 22 maart 2012[1],
– gezien het advies van de Rekenkamer van …[2],
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie begrotingscontrole en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0156/2012),
1. is van oordeel dat politieke overeenkomsten over verlagingen van het personeelsbestand van de instellingen en de organen van de Unie de begrotingsbevoegdheden van het Parlement in het kader van andere procedures, zoals de jaarlijkse begrotingsprocedure en de aanstaande onderhandelingen over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, onverlet moeten laten; zal zich met klem verzetten tegen elke poging om op de uitkomst van die onderhandelingen vooruit te lopen;
2. is van mening dat het voorstel van de Commissie, waarin vooral bezuinigingen worden genoemd ten koste van personeel in lage rangen, niet strookt met het beginsel van sociale rechtvaardigheid;
3. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
4. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging -1 (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(-1) Het statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie moeten de regelgeving inzake administratieve procedures voor het bereiken van de doelstelling vastgelegd in artikel 298 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aanvullen, door ervoor te zorgen dat de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie bij de uitvoering van hun taken ondersteund worden door een open, doeltreffend en onafhankelijk Europees ambtenarenapparaat. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) De Europese Unie en haar meer dan 50 instellingen en agentschappen moeten kunnen beschikken over een kwalitatief hoogwaardig Europees overheidsapparaat, zodat zij haar taken overeenkomstig de Verdragen volgens de hoogst denkbare normen kan uitvoeren en berekend is op de interne en de externe uitdagingen waarmee zij in de toekomst te maken zal krijgen. |
(1) De Europese Unie en haar meer dan 50 instellingen en agentschappen moeten kunnen blijven beschikken over een kwalitatief hoogwaardig Europees overheidsapparaat, zodat zij haar doelstellingen kan verwezenlijken, haar beleid kan uitvoeren en haar taken overeenkomstig de Verdragen volgens de hoogst denkbare normen kan uitvoeren zodat ze berekend is op de interne en de externe uitdagingen waarmee zij in de toekomst te maken zal krijgen en om de burgers van de Unie te dienen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. |
(2) Er moet bijgevolg een kader worden gewaarborgd om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten en met volledige inachtneming van het genderevenwicht hooggekwalificeerde en meertalige personeelsleden aan te trekken, aan te werven en te behouden die onafhankelijk zijn en voldoen aan de hoogste normen op het vlak van vakbekwaamheid, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. In dit opzicht moet een oplossing worden gevonden voor de problemen die de instellingen momenteel ondervinden om ambtenaren of functionarissen uit bepaalde lidstaten aan te werven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Gezien het feit dat de omvang van het Europese ambtenarenapparaat zeer beperkt is in verhouding tot de doelstellingen van de Unie en haar bevolkingomvang, mag een verlaging van het aantal personeelsleden van de instellingen en agentschappen van de Unie niet leiden tot aantasting van hun vermogen om hun taken, plichten en functies overeenkomstig hun verplichtingen en bevoegdheden uit hoofde van de Verdragen te vervullen. In dit verband bestaat er behoefte aan een grotere transparantie van de personeelskosten die elke instelling en elk agentschap met betrekking tot alle voor hen werkzame personeelscategorieën moet dragen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 2 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 ter) Van het Europese ambtenarenapparaat wordt verwacht dat het voldoet aan de hoogste normen op het vlak van beroepsethiek en dat het te allen tijde onafhankelijk blijft. Met dit doel voor ogen dient titel II van het statuut, waarin een kader voor rechten en verplichtingen wordt vastgesteld, verder te worden verduidelijkt. De ambtenaar of gewezen ambtenaar die deze verplichtingen niet nakomt, moet aan tuchtmaatregelen worden blootgesteld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 2 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 quater) Aanwerving moet waarborgen dat personeelsleden worden aangeworven op grond van een zo breed mogelijke geografische spreiding, uit de onderdanen van alle lidstaten. Te dien einde brengt de Commissie regelmatig verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over mogelijke onevenwichtigheden tussen nationaliteiten. Na een beoordelingsperiode van vijf jaar moeten de instellingen corrigerende maatregelen kunnen treffen wanneer een langdurige en aanzienlijke onevenwichtigheid tussen de nationaliteiten van de ambtenaren wordt vastgesteld, die niet op grond van objectieve criteria gerechtvaardigd is. Deze corrigerende maatregelen dienen door middel van door de Commissie aangenomen gedelegeerde handelingen te worden vastgesteld en te worden uitgevoerd door de betrokken instelling op basis van eerder door haar vastgestelde algemene uitvoeringsbepalingen. Deze maatregelen mogen er nooit toe leiden dat andere aanwervingscriteria gelden dan die welke op verdiensten zijn gebaseerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) Meer algemeen is het de bedoeling de personele middelen zo goed mogelijk te beheren in het kader van een Europees ambtenarenapparaat dat gekenmerkt wordt door vakbekwaamheid, onafhankelijkheid, loyaliteit, onpartijdigheid en stabiliteit, alsook door culturele en taalverscheidenheid. |
(3) Meer algemeen is het de bedoeling de personele middelen zo goed mogelijk te beheren in het kader van een Europees ambtenarenapparaat dat gekenmerkt wordt door uitmuntendheid, vakbekwaamheid, onafhankelijkheid, loyaliteit, onpartijdigheid en stabiliteit, alsook door culturele en taalverscheidenheid en aantrekkelijke aanwervingsvoorwaarden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(3 bis) Hoewel de met deze verordening geïntroduceerde wijzigingen van het statuut van de ambtenaren tot enige besparingen voor de begroting van de Unie zullen leiden, mogen ze op generlei wijze vooruitlopen op nog te nemen besluiten over veranderingen in de omvang van het personeelsbestand van de instellingen en de agentschappen van de Unie, die tot de uitsluitende bevoegdheid van de begrotingsautoriteit behoren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het EP is onderdeel van de begrotingsautoriteit en in die hoedanigheid in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure bevoegd voor alle besluiten betreffende de administratieve begrotingen en de organigrammen van de instellingen van de EU. Bij personeelsreductiedoelstellingen moet niet vooruit worden gelopen op besluiten van de begrotingsautoriteit of op de resultaten van de aanstaande onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-2020. Dit is zo essentieel dat voorafgaand aan enig politiek besluit op dit vlak de gevolgen van grote verlagingen van het personeelsbestand voor de kwaliteit van het werk van de instellingen grondig moeten worden geanalyseerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(3 ter)) Ambtenaren dienen een proeftijd van negen maanden te volbrengen. Bij het nemen van een besluit over de aanstelling in vaste dienst, houdt het tot aanstelling bevoegde gezag niet enkel rekening met de beoordeling van de proeftijd, maar eveneens met het gedrag van de ambtenaar op proef met betrekking tot de hem door het statuut opgelegde verplichtingen. In geval van duidelijke ongeschiktheid van de ambtenaar op proef moet de mogelijkheid bestaan ten laatste vijf maanden na aanvang van de proeftijd een beoordeling van de ambtenaar op proef op te stellen. Zo niet dient enkel aan het eind van de proeftijd een beoordeling te worden opgesteld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) Teneinde te waarborgen dat de koopkracht van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie gelijke tred houdt met die van de nationale ambtenaren bij de nationale overheidsdiensten van de lidstaten, is het zeer belangrijk dat het beginsel van een meerjarig mechanisme voor de actualisering van de bezoldigingen, dat bekendstaat als "de methode", wordt gehandhaafd door de toepassing ervan te verlengen tot eind 2022, met een evaluatie aan het einde van het vijfde jaar. De discrepantie tussen het mechanisme van de methode, dat altijd van administratieve aard is geweest, en het feit dat het de Raad alleen is die het resultaat van de methode moet goedkeuren, heeft in het verleden tot moeilijkheden geleid en is niet in overeenstemming met het Verdrag van Lissabon. Het is derhalve passend dat de wetgevers bij de vaststelling van deze wijzigingen van het statuut opteren voor een methode waarmee de jaarlijkse actualisering van alle salarissen, pensioenen en toelagen automatisch zou verlopen. Deze actualisering zal worden gebaseerd op de politieke beslissingen die door alle lidstaten op nationaal niveau worden genomen over de aanpassing van de salarissen van hun ambtenaren. |
(4) Teneinde te waarborgen dat de koopkracht van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie gelijke tred houdt met die van de nationale ambtenaren bij de nationale overheidsdiensten van de lidstaten, is het zeer belangrijk dat het beginsel van een meerjarig mechanisme voor de actualisering van de bezoldigingen, dat bekendstaat als "de methode", wordt gehandhaafd. De discrepantie tussen het mechanisme van de methode, dat altijd van administratieve aard is geweest, en het feit dat het de Raad alleen is die het resultaat van de methode moet goedkeuren, heeft in het verleden tot moeilijkheden geleid en is niet in overeenstemming met het Verdrag van Lissabon. Het is derhalve passend dat de wetgevers bij de vaststelling van deze wijzigingen van het statuut opteren voor een methode waarmee de jaarlijkse actualisering van alle salarissen, pensioenen en toelagen automatisch zou verlopen. Deze actualisering zal worden gebaseerd op de politieke beslissingen die door alle lidstaten op nationaal niveau worden genomen over de aanpassing van de salarissen van hun ambtenaren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) De potentiële voordelen voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie van de toepassing van de methode moeten worden gecompenseerd door de voortzetting van het systeem van de speciale heffing, die voortaan "solidariteitsheffing" zal worden genoemd. Hoewel het percentage van de thans geldende speciale heffing in de periode 2004-2012 geleidelijk steeg en gemiddeld 4,23% bedroeg, lijkt het in de huidige omstandigheden passend om de solidariteitsheffing te verhogen tot een uniform percentage van 6%, zodat rekening wordt gehouden met de moeilijke economische situatie en de gevolgen daarvan voor de overheidsfinanciën in de Europese Unie. Deze solidariteitsheffing moet gelden voor alle ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie voor dezelfde periode als "de methode" zelf. |
(6) De potentiële voordelen voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie van de toepassing van de methode moeten worden gecompenseerd door de voortzetting van het systeem van de speciale heffing, die voortaan "solidariteitsheffing" zal worden genoemd. Hoewel het percentage van de thans geldende speciale heffing in de periode 2004-2012 geleidelijk steeg en gemiddeld 4,23% bedroeg, lijkt het in de huidige omstandigheden passend om de solidariteitsheffing te verhogen tot een uniform percentage van 6%, zodat de begroting van de Unie bijdraagt aan het financieren van het beleid van de Unie op het gebied van groei en werkgelegenheid en rekening wordt gehouden met de moeilijke economische situatie en de gevolgen daarvan voor de overheidsfinanciën in de Europese Unie. Deze solidariteitsheffing moet gelden voor alle ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie voor dezelfde periode als "de methode" zelf. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) De demografische ontwikkelingen en de veranderende leeftijdspyramide van de bevolking vereisen dat de pensioenleeftijd wordt verhoogd, hoewel er voor de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie die reeds in dienst zijn, overgangsmaatregelen worden getroffen. Deze overgangsmaatregelen zijn noodzakelijk om de verworven rechten van de ambtenaren die reeds in dienst zijn en aan het theoretische pensioenfonds van de ambtenaren van de Europese Unie hebben bijgedragen, te eerbiedigen. |
(7) De demografische ontwikkelingen en de veranderende leeftijdspiramide van de bevolking vereisen dat de pensioenleeftijd wordt verhoogd, hoewel er voor de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie die reeds in dienst zijn, overgangsmaatregelen moeten worden getroffen. Deze overgangsmaatregelen zijn noodzakelijk om de verworven rechten van de ambtenaren die reeds in dienst zijn en aan het theoretische pensioenfonds van de ambtenaren van de Europese Unie hebben bijgedragen, te eerbiedigen. De pensioenleeftijd moet ook worden versoepeld door het gemakkelijker te maken voor personeel om op vrijwillige basis tot 67 jaar te blijven werken en, in uitzonderlijke omstandigheden, door te werken tot 70 jaar. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11) Gelet op dit verzoek is het passend om de bevordering tot een hogere rang te doen afhangen van de uitvoering van taken waarvan het belang rechtvaardigt dat de ambtenaar in die hogere rang wordt benoemd. |
(11) Gelet op dit verzoek is het passend om de bevordering tot een hogere rang te doen afhangen van persoonlijke toewijding, de verbetering van vaardigheden en bekwaamheden, en de uitvoering van taken waarvan het belang rechtvaardigt dat de ambtenaar in die hogere rang wordt benoemd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(13) Om de loopbaanstructuren in de huidige vakgebieden van de AST-personeelsleden nog verder op de verschillende niveaus van verantwoordelijkheid af te stemmen en de onontbeerlijke bijdrage tot de beperking van de administratieve uitgaven te leveren, moet er een nieuwe functiegroep "AST/SC" voor secretariaats- en kantoormedewerkers worden ingevoerd. De salarissen en de bevorderingspercentages garanderen dat het niveau van verantwoordelijkheid en dat van de bezoldigingen voldoende op elkaar zijn afgestemd. Op die manier zal het mogelijk zijn om een stabiel en breed Europees ambtenarenapparaat te behouden. |
(13) Om de loopbaanstructuren in de huidige vakgebieden van de AST-personeelsleden nog verder op de verschillende niveaus van verantwoordelijkheid af te stemmen en de onontbeerlijke bijdrage tot de beperking van de administratieve uitgaven te leveren, moet er een nieuwe functiegroep "AST/SC" voor secretariaats- en kantoormedewerkers worden ingevoerd. De salarissen en de bevorderingspercentages moeten garanderen dat het niveau van verantwoordelijkheid en dat van de bezoldigingen voldoende op elkaar zijn afgestemd. Op die manier zal het mogelijk zijn om een stabiel en breed Europees ambtenarenapparaat te behouden. De Commissie dient een analyse uit te voeren van en verslag uit te brengen over de omvang van deze nieuwe functiegroep en de gevolgen van de invoering ervan, waarbij met name moet worden gekeken naar de situatie van vrouwen, zodat kan worden bereikt dat een stabiel en breed Europees ambtenarenapparaat behouden blijft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14) De in de instellingen toegepaste werktijden moeten worden afgestemd op de werktijden die gelden in bepaalde lidstaten van de Europese Unie, teneinde de inkrimping van het aantal personeelsleden in de instellingen te compenseren. De invoering van een minimum wekelijkse werktijd zal ervoor zorgen dat de personeelsleden van de instellingen het werk dat uit de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie voortvloeit kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd is de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden in de instellingen in het belang van de solidariteit tussen alle Europese ambtenaren. |
(14) De in de instellingen toegepaste werktijden moeten worden aangepast om de inkrimping van het aantal personeelsleden in de instellingen te compenseren. Bij deze aanpassing dient rekening te worden gehouden met de werktijden die gelden voor het ambtenarenapparaat van de lidstaten. De invoering van een minimum wekelijkse werktijd zal ervoor zorgen dat de personeelsleden van de instellingen het werk dat uit de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie voortvloeit kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd is de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden in de instellingen in het belang van de solidariteit tussen alle Europese ambtenaren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19) Het kader voor de aanwerving van arbeidscontractanten moet flexibeler worden. De instellingen van de Europese Unie moeten derhalve in staat worden gesteld om arbeidscontractanten aan te werven voor een maximumduur van zes jaar voor het uitvoeren van werkzaamheden onder het toezicht van ambtenaren of tijdelijke functionarissen. Hoewel de grote meerderheid van de ambtenaren nog steeds via algemene vergelijkende onderzoeken zal worden aangeworven, moeten de instellingen daarnaast de mogelijkheid krijgen om interne vergelijkende onderzoeken te organiseren, waaraan ook arbeidscontractanten kunnen deelnemen. |
(19) Het kader voor de aanwerving van arbeidscontractanten moet flexibeler worden. De instellingen van de Europese Unie moeten derhalve in staat worden gesteld om arbeidscontractanten aan te werven voor een maximumduur van vijf jaar voor het uitvoeren van werkzaamheden onder het toezicht van ambtenaren of tijdelijke functionarissen. Hoewel de grote meerderheid van de ambtenaren nog steeds via algemene vergelijkende onderzoeken zal worden aangeworven, moeten de instellingen daarnaast de mogelijkheid krijgen om interne vergelijkende onderzoeken te organiseren, waaraan ook arbeidscontractanten kunnen deelnemen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 20 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(20 bis) De personeelsleden van de agentschappen vallen net als andere personeelsleden onder de pensioenregeling van de EU. Momenteel betalen de volledig zelf gefinancierde agentschappen de bijdrage van de werknemers aan het stelsel. Om te zorgen voor begrotingstransparantie en een evenwichtiger lastenverdeling, dienen de agentschappen die gedeeltelijk uit de algemene begroting van de Europese Unie worden gefinancierd het deel van de werkgeversbijdragen te betalen dat overeenstemt met de verhouding tussen de ontvangsten van het agentschap zonder de subsidie uit de algemene begroting van de Europese Unie en zijn totale ontvangsten. Aangezien het mogelijk is dat voor deze nieuwe bepaling de relevante regels betreffende de door de agentschappen ontvangen vergoedingen moeten worden aangepast, dient ze pas vanaf 1 januari 2016 van toepassing te zijn. In voorkomend geval moet de Commissie voorstellen indienen voor de aanpassing van deze regels. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(22) Het Hof van Justitie van de Europese Unie moet een register invoeren en beheren van alle regels die zijn vastgesteld om aan het statuut uitvoering te geven. Dit register, dat door alle instellingen en agentschappen kan worden geraadpleegd, zal de transparantie verhogen en bevorderen dat het statuut op samenhangende wijze wordt toegepast. |
(22) Het Hof van Justitie van de Europese Unie moet een register invoeren en beheren van alle regels die zijn vastgesteld om aan het statuut uitvoering te geven, met inbegrip van toegestane afwijkingen. Dit register, dat door alle instellingen en agentschappen kan worden geraadpleegd, zal de transparantie verhogen en bevorderen dat het statuut op samenhangende wijze wordt toegepast. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(26) Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig, gelijktijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden, |
(26) Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat alle desbetreffende documenten tijdig, gelijktijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 1 quinquies – lid 4 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met dit amendement wordt de definitie van personen met een handicap in artikel 1 quinquies van het statuut afgestemd op de definitie die wordt gebruikt in artikel 1 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 1 quinquies – lid 4 – alinea 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 quater (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 1 sexies - lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Statuut van de ambtenaren Artikel 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Instellingen moeten kunnen kiezen op welke manier ze besparingen doorvoeren en op welke middelen er kan worden bespaard. Het volstaat eveneens dat de lijst van het aantal ambten gekoppeld is aan de begroting van de instellingen, die gebaseerd is op de algemene begroting van de EU, die op haar beurt het MFK volgt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wijziging van alinea 4 is een technische aanpassing. Aangezien deze alinea betrekking heeft op de rapportageverplichtingen betreffende de uitvoering van de bepalingen inzake de functiegroep AST/SC, moet de verwijzing naar de ontwikkeling van de behoefte en het aantal ambten ook worden uitgebreid tot deze groep. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 5 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 5 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 16 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 6 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 19 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 21 bis – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 6 quater (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 22 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Statuut van de ambtenaren Artikel 27 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 Statuut van de ambtenaren Artikel 29 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 Statuut van de ambtenaren Artikel 31 – lid 2 – eerste zin | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het moet mogelijk zijn voor de instellingen om de aanwervingsrang van personeel dat wordt aangeworven in de functiegroep AST/SC te bepalen, bijvoorbeeld op basis van ervaring, zoals het geval is voor de functiegroepen AST en AD. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 34 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 Statuut van de ambtenaren Artikel 37 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 38 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 40 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 13 Statuut van de ambtenaren Artikel 42 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 Statuut van de ambtenaren Artikel 43 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 44 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 15 – letter a Statuut van de ambtenaren Artikel 45 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 15 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 45 bis – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – punt 19 Statuut van de ambtenaren Artikel 51 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 20 Statuut van de ambtenaren Artikel 52 – letter b) – tweede alinea | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 21 – letter d Statuut van de ambtenaren Artikel 55 – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 22 – letter -a (nieuw) Artikel 55 bis – lid 2 – punt b bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alleenstaande ouders moeten het recht hebben om deeltijds te werken ongeacht de leeftijd van het kind: dit is in overeenstemming met de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2011 over de situatie van alleenstaande moeders. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 22 – letter -a bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 55 bis – lid 2– letter b ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 23 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 56 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 26 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 58 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 31 – letter b Statuut van de ambtenaren Artikel 66 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De aanvangsrangen voor alle functiegroepen dienen de aanwerving van geschikt personeel te waarborgen. In het geval van functiegroep AST/SC betekent dit dat, om te voldoen aan de eisen van de multinationale en meertalige dienst en om het geografische evenwicht te behouden, secretariaatsmedewerkers met een brede waaier aan nationaliteiten en met een ruime talenkennis moeten worden aangeworven. Potentiële besparingen dienen te worden afgewogen tegen de verplichting van de instellingen om permanent een hoogwaardige dienst te leveren. De meeste secretariaatsmedewerkers die worden aangeworven zijn bovendien van het vrouwelijke geslacht, en het zijn zij die de last van de besparingen zouden moeten dragen. Dit kan de toepassing van het beginsel van gendergelijkheid belemmeren. Met dit amendement wordt de aanvangsrang voor de functiegroep AST/SC slechts één niveau onder AST 1 geplaatst in plaats van twee. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 32 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 67 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 32 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 67 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 39 Statuut van de ambtenaren Artikel 83 bis – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 43 – letter a Statuut van de ambtenaren Bijlage I – afdeling A – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 43 – letter a Statuut van de ambtenaren Bijlage I – afdeling A – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 46 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Bijlage V – artikel 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 47 Statuut van de ambtenaren Bijlage V – artikel 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 49 – letter c Statuut van de ambtenaren Bijlage VII – artikel 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 52 – letter -a (nieuw) Statuut van de ambtenaren Bijlage X – artikel 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 52 – letter -a bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Bijlage X – artikel 8 – alinea 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 53 Statuut van de ambtenaren Bijlage XI – Hoofdstuk 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 30 – lid 2 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
The proposal sets the limit of the AST career for assistants in transition recruited after 1 May 2004 at grade AST 7. However, in order to participate in the AST competitions they had to demonstrate a much higher level of education than was required previously for the former categories B, C and D and prove knowledge of a third language before their first promotion. In addition, their career prospects at the time of recruitment gave them the possibility to reach grade AST 11 (as was the case of the former category B and those officials of former categories C and D who successfully passed the attestation procedure). Finally, there should be no different treatment or a difference in their reclassification on the basis of the competition in which they participated. Therefore, the amendment seeks to set the limit of their career prospects at grade AST 9. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 30 – lid 2 – letter e | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zie de motivering bij amendement 60. Er dient eveneens te worden opgemerkt dat er geen sprake mag zijn van een verschillende behandeling of een verschil bij de herindeling van deze AST's op basis van het vergelijkend onderzoek waaraan ze hebben deelgenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 30 – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit volgt uit de amendementen 60 en 61. Zie de motivering bij deze amendementen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 30 – lid 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er dient te worden verwezen naar artikel 55 bis, lid 2, onder e). De foute verwijzing wordt met dit amendement rechtgezet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 30 – lid 7 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met dit amendement wordt getracht ambtenaren wier pensioenleeftijd in overeenstemming met de overgangsbepalingen lager ligt dan 65 jaar en die tot na deze leeftijd willen blijven werken, de mogelijkheid te geven deeltijds te werken voor ze met pensioen gaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 31 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 55 – letter i Statuut van de ambtenaren Bijlage XIII – artikel 31 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 10 bis (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 16 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 10 ter (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 16 – lid 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 11 bis (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 19 Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie Artikel 47 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 19 bis (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 48 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 21 Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 53 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 29 Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 88 – alinea 1 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 33 bis (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 132 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 33 ter (nieuw) Regeling andere personeelsleden Artikel 139 – lid 1 – onder b) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Parlementaire medewerkers moeten bij wijze van uitzondering tot de leeftijd van 67 jaar kunnen werken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 33 quater (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie Artikel 139 – lid 1 – punt d | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 33 quinquies (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 139 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
TOELICHTING
Alle instellingen en agentschappen in de verschillende standplaatsen in de EU en haar delegaties in derde landen stellen samen ongeveer 55 000 ambtenaren en andere personeelsleden tewerk. Dit aantal is zeer klein in vergelijking met de nationale en zelfs plaatselijke overheden in bepaalde lidstaten, en wanneer rekening wordt gehouden met het feit dat de Europese instellingen ongeveer 501 miljoen EU-burgers dienen, wordt dit aantal nog kleiner.
In 2004 werden het statuut en het Europees ambtenarenapparaat aanzienlijk hervormd, met als doel ze te moderniseren en kosteneffectiever te maken. Deze hervorming zal tegen eind 2020 een besparing van in totaal 8 miljard euro hebben opgeleverd. De belangrijkste reden voor het huidige Commissievoorstel bestaat erin te zorgen voor een nieuwe methode voor de aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen, met inbegrip van de uitzonderingsclausule en de speciale heffing, en dit vormt eveneens de kern van het voorstel. Dit is nodig door het vervallen van de relevante bepalingen van het statuut eind 2012 en om een passend antwoord te bieden op de uitspraak van het Hof van Justitie in zaak C-40/10[1].
Hoewel het voorstel tot aanpassing van het statuut beperkt kon blijven tot de door de voornoemde vervaldatum vereiste wijzigingen, heeft de Commissie ervoor geopteerd verder te gaan en een aantal bijkomende aanpassingen voor te stellen. Het betreft steeds besparingsmaatregelen die samen toegepast dienen te worden met de nieuwe methode en de speciale heffing.
De rapporteur is van mening dat de huidige hervorming enkel betrekking dient te hebben op wat veranderd moet worden. De redenen hiervoor zijn het feit dat de voornaamste hervorming van het statuut, die aanzienlijke besparingen met zich heeft meegebracht, een aantal jaar geleden is doorgevoerd en nog steeds gevolgen heeft, en de noodzaak zich strikt te houden aan het tijdschema voor de goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen. Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat het uitermate belangrijk is dat het Europees Parlement en de Raad tegen eind 2012 een overeenkomst bereiken. Indien dit niet het geval is, zou het vervallen van de methode en de speciale heffing ertoe leiden dat er geen sprake is van besparingen en dat de EU-begroting zelfs bijkomende kosten zal moeten dragen.
Er dient nog een laatste opmerking te worden gemaakt over de algemene context van het huidige voorstel. Het voorstel werd voorafgegaan door oproepen om besparingen door te voeren in de EU-administratie, en is tot stand gekomen ten tijde van een financiële crisis in Europa. Deze oproepen, die zeker en vast ernstig moeten worden genomen en de nodige aandacht verdienen, kunnen echter niet voorbijgaan aan de basisoverwegingen betreffende het doel en de rol van het Europese overheidsapparaat. Het is van wezenlijk belang een evenwicht te vinden tussen besparingen en de noodzaak ervoor te zorgen dat de instellingen hun taken en plichten kunnen uitvoeren in overeenstemming met hun verplichtingen en bevoegdheden krachtens de Verdragen. Om hun verdragsverplichtingen te kunnen nakomen, is het onontbeerlijk dat de instellingen voortdurend over de mogelijkheid beschikken personeel aan te werven en te behouden op basis van hun waarde, verdiensten en vaardigheden, met andere woorden personeelsleden die onafhankelijk zijn, achter het Europese project en zijn waarden staan, hooggekwalificeerd, multinationaal en meertalig[2]zijn, en bereid zich permanent in het buitenland te vestigen om er te werken.
1. Voornaamste elementen van het voorstel
De rapporteur is ingenomen met het feit dat de Commissie haar voorstel vóór de vervaldatum van de methode en de speciale heffing heeft ingediend.
De rapporteur stemt met name in met het voorstel de methode te baseren op nominale salarisontwikkelingen (in plaats van reële salarisontwikkelingen) in alle lidstaten, in plaats van enkel in een aantal lidstaten, en hoopt dat de Commissie in staat zal zijn een praktische oplossing te vinden voor het probleem tijdig relevante gegevens te bekomen van de 27 lidstaten. De rapporteur benadrukt eveneens dat de uitzonderingsclausule naar de financiële crisis dient te verwijzen. Tot slot stemt de rapporteur in met de verhoging van de speciale heffing (voortaan "solidariteitsheffing") tot het voorgestelde niveau van 6%.
2. Besparingsmaatregelen
2.1 Vermindering van het aantal personeelsleden met 5%
De Commissie stelt voor het aantal personeelsleden van elke instelling en elk agentschap te verminderen met 5%, wat in overeenstemming is met haar toezegging te besparen die is opgenomen in het voorgestelde meerjarig financieel kader[3]. Rekening houdend met het feit dat, in overeenstemming met de goedgekeurde lijst van het aantal ambten[4], de instellingen en agentschappen in 2011 in totaal 46 678 personeelsleden (ambtenaren en andere personeelsleden, met uitzondering van arbeidscontractanten) konden tewerkstellen, zou dit neerkomen op een vermindering met 2 334 personeelsleden in alle categorieën en een verdere vermindering van ongeveer 400 arbeidscontractanten. De vermindering moet tegen 2018 een feit zijn, door een bepaald aantal op een "natuurlijke" manier uit de instellingen vertrekkende personeelsleden niet te vervangen (bijvoorbeeld wanneer ze met pensioen gaan of wanneer hun contract afloopt).
Er dient te worden opgemerkt dat het voorstel een automatische vermindering met 5% van het aantal personeelsleden van elke instelling en elk agentschap inhoudt. Hoewel de Commissie dit met recht en reden onderzoekt als mogelijkheid om te besparen, is het verkeerd te beweren dat dit automatisch van toepassing moet zijn op alle instellingen. Het zal blijken dat dit niet realistisch is. Sommige instellingen zouden hoogstens het bestaande aantal personeelsleden moeten bevriezen, gelet op de nieuwe bevoegdheden die ze krachtens de verdragen hebben verkregen of die het gevolg zijn van toekomstige uitbreidingen, terwijl voor andere instellingen een verhoging van het aantal personeelsleden nodig zou kunnen zijn in de toekomst[5]. Bijgevolg zijn meer op maat gemaakte oplossingen nodig.
In het Commissievoorstel wordt voorgesteld het meerjarig financieel kader (MFK) en de lijst van het aantal ambten van de instellingen aan elkaar te koppelen door middel van een amendement op artikel 6 van het statuut. Dit amendement moet ervoor zorgen dat de instellingen en agentschappen hun toezegging om hun aantal personeelsleden met 5% in te krimpen, zullen naleven. In het statuut is echter reeds opgenomen dat "het aantal ambten per rang en functiegroep is vastgesteld in de lijst van het aantal ambten die voor elke instelling aan de desbetreffende afdeling van de begroting is gehecht". Uit deze bepaling blijkt duidelijk dat de lijst van het aantal ambten van de instellingen de budgettaire verplichtingen dient na te leven die voortvloeien uit de begrotingen van de instellingen, die gebaseerd zijn op de algemene begroting van de EU, en bijgevolg ook op het MFK. Er is geen reden om te zorgen voor een bijkomende link tussen het statuut en het financieel kader van de EU. Er dient eveneens te worden opgemerkt dat rubriek 5 van het MFK betrekking heeft op "administratieve uitgaven van de instellingen", en dat dit veel meer omvat dan hun uitgaven met betrekking tot personeel.
Hoewel de rapporteur van mening is dat de instellingen de nodige besparingen moeten doorvoeren, moeten de instellingen zelf kunnen bepalen welke gedetailleerde methode ze toepassen en op welke middelen ze zullen besparen. Zij verkeren in de beste positie om aan te geven en te besluiten waar precies de besparingen kunnen plaatsvinden zonder hun goede werking in het gedrang te brengen. Een dergelijke toezegging lijkt correcter.
De rapporteur stelt dan ook voor, rekening houdend met de voornoemde redenen, om dit voorstel niet te volgen.
2.2 Arbeidsvoorwaarden
De rapporteur wijst erop dat andere door de Commissie voorgestelde besparingsmaatregelen betrekking hebben op de arbeidsvoorwaarden, en onder meer het volgende omvatten:
a) amendementen betreffende de werktijd:
- een verhoging van de werktijd door een minimumaantal werkuren (40) in te voeren, zonder aanpassing van de bezoldiging,
- een beperking van het aantal jaarlijkse reisdagen tot drie;
b) wijzigingen van het pensioenstelsel:
- een verhoging van de pensioenleeftijd van 63 tot 65, met de mogelijkheid te blijven werken tot 67 jaar,
- verhoging van de leeftijd voor vervroegde pensionering van 55 tot 58,
- een vermindering van het aantal ambtenaren dat van vervroegde pensionering kan profiteren van 10% tot 5% in alle instellingen in een bepaald jaar;
c) wijzigingen betreffende toelagen en rechten:
- een vermindering van de jaarlijkse reiskostenvergoeding,
- een aanpassing van de regels betreffende de vergoeding van verhuiskosten,
- een aanpassing van de regels betreffende de vergoeding van dienstreiskosten.
Bepaalde van deze maatregelen moeten worden bekeken in de context van de recente aanpassingen van de arbeidsvoorwaarden in de lidstaten, met name de verhoging van de pensioenleeftijd, wat een weerspiegeling is van de huidige demografische trends in de hele EU. Andere maatregelen, hoewel ze eveneens hun rol van besparingsmaatregelen vervullen, kunnen niet echt worden beschouwd als een belangrijk onderdeel van de voorgestelde wijzigingen.
Eén van de voorstellen betreft het bieden van de mogelijkheid voor de instellingen om flexibele werktijdregelingen in te voeren, als instrument voor een modern personeelsbeheer. De rapporteur is van mening dat de aanpak van de Commissie de goede richting uitgaat, maar zal onderzoeken of het nodig is dergelijke regelingen te beperken voor bepaalde categorieën van personeelsleden.
2.3 De loopbaan van assistenten (AST-rang)
Met de hervorming van 2004 werd een nieuwe structuur gecreëerd voor de AST-loopbaan. Het blijkt echter[6] dat verdere aanpassingen aan de salarisstructuur en het loopbaansysteem van AST's nodig zijn.
De Commissie stelde oorspronkelijk voor om dit te verhelpen door arbeidscontractanten te maken van de personeelsleden die secretariaatswerk verrichten. Tijdens de eerste gedachtewisselingen met de Commissie en haar ondervoorzitter Šefčovič in de Commissie juridische zaken in juli 2011 werd duidelijk gemaakt dat het gevaar bestaat dat met dergelijk voorstel niet kan worden voldaan aan de noden van de instellingen met betrekking tot het waarborgen van personeelsleden met een bepaald profiel (bijvoorbeeld taalkundig), en dat het voorstel bijgevolg niet aanvaardbaar was. Dit werd eveneens duidelijk gemaakt tijdens de sociale dialoog die door de Commissie werd gevoerd in de aanloop naar de goedkeuring van het formeel voorstel.
De Commissie besloot uiteindelijk om een nieuwe AST/SC-categorie voor te stellen om te zorgen voor een "lagere" loopbaan voor personen die belast zijn met eenvoudigere taken. Er wordt voorgesteld dat deze nieuwe categorie in dienst zal treden met een rang die twee rangen lager ligt dan AST 1. Er dient te worden benadrukt dat de rapporteur, hoewel hij zich niet verzet tegen de AST/SC-categorie, zo'n lage aanvangsrang niet kan aanvaarden. De aanvangsrangen in alle categorieën moeten de instellingen de garantie bieden dat ze geschikt personeel kunnen aanwerven. In dit specifieke geval is de garantie onontbeerlijk dat de instellingen secretariaatsmedewerkers (meestal vrouwen) kunnen aanwerven met een brede waaier aan nationaliteiten en een uitgebreide talenkennis om te kunnen voldoen aan de vereisten van een multinationale en meertalige dienst, die de absolute grondslag blijft van de multinationale EU-instellingen, die ten dienste staan van de burgers van de 27 EU-lidstaten. In deze context is het behoud van het geografische evenwicht in de instellingen een belangrijke factor die niet kan worden opgegeven en waarvoor bijzondere aandacht vereist is. De potentiële besparingen dienen in dit geval te worden afgewogen tegen de mogelijkheid van de instellingen om permanent een hoogwaardige dienst te leveren. Het is eveneens belangrijk dat het beginsel van gendergelijkheid naar behoren wordt gewaarborgd. Bijgevolg stelt de rapporteur voor de aanvangsrang voor de functiegroep AST/SC slechts één niveau onder AST 1 te plaatsen.
Met betrekking tot de AST-rang, wijst de rapporteur op twee elementen uit het voorstel. Om te beginnen is er de beperking van de AST-loopbaan tot AST 7 voor assistenten in de overgangsfase die zijn aangeworven na 1 mei 2004. De rapporteur wijst erop dat dit een schending is van de aanstellingscriteria, aangezien deze groep assistenten uitzicht had op een loopbaan tot AST 11. Om dit probleem enigszins te beperken, kan de limiet worden vastgesteld op AST 9. Ten tweede raadt de rapporteur aan de voorgestelde herstructurering van de AST-loopbaan, waarbij de twee hoogste rangen worden voorbehouden voor personeelsleden met een aanzienlijk verantwoordelijkheidsniveau, grondig te bestuderen.
3. Specifieke opmerkingen
De rapporteur heeft besloten in het ontwerpverslag een paar punten aan te pakken die specifiek zijn voor bepaalde instellingen en waarvoor reeds geruime tijd een oplossing nodig is. Dit omvat een amendement waarmee specifieke bepalingen worden ingevoerd die verwijzen naar het pensioen van parlementaire medewerkers. De rapporteur stelt eveneens een amendement voor om de situatie van personeelsleden met een handicap aan te pakken om zo de verbintenis van de instellingen om een beleid van gelijke kansen te voeren te kunnen nakomen.
- [1] C-40/10 Commissie v Raad, nog niet gepubliceerd in Jurispr.
- [2] Vóór hun eerste promotie na aanwerving moeten personeelsleden aantonen in staat te zijn in drie officiële talen van de EU te werken.
- [3] Voorstel voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (COM(2011)398).
- [4] PB L 68 van 15.3.2011, blz. 1.
- [5] Er dient te worden opgemerkt dat in de loop van de jaren 2000-2010 de veranderende taken van de instellingen in overeenstemming met de verdragen en als gevolg van de uitbreidingen hebben geleid tot de volgende groei van het aantal personeelsleden: 21,6% bij de Commissie, 34,3% bij de Raad, 52,5% bij het Europees Parlement, 90,8% bij het Hof van Justitie, 61,1% bij de Rekenkamer, 35,2% bij het EESC en 140% bij het Comité van de regio's.
- [6] Zie eveneens het verslag van de Commissie van 30 maart 2011 inzake de gelijkwaardigheid van de oude en de nieuwe loopbaanstructuur. Artikel 6 van het Statuut (COM(2011)171).
ADVIES van de Begrotingscommissie (21.3.2012)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie
(COM(2011)0890 – C7‑0507/2011 – 2011/0455(COD))
Rapporteur voor advies: George Lyon
BEKNOPTE MOTIVERING
Achtergrondinformatie
Gezien de huidige economische omstandigheden kan slechts worden ingestemd met de wens het statuut van de ambtenaren van de EU te moderniseren om het beter te laten aansluiten op de demografische en economische realiteit in Europa. Hierbij is het overigens wel belangrijk ervoor te zorgen dat de beginselen die aan een nieuw en modern personeelsbeleid van de instellingen van de EU ten grondslag liggen, stoelen op de noodzaak prestaties en kwaliteit van dienstverlening te belonen, en dat het beleid oog heeft voor geografisch evenwicht. De rapporteur is van oordeel dat deze beginselen bij de nieuwe hervormingen een leidend karakter moeten hebben en dat daarnaast alle wijzigingen de billijkheid van het EU-systeem moeten waarborgen, de consolidatie-inspanningen van de nationale overheden moeten weerspiegelen en in verhouding moeten staan tot de voorwaarden die andere internationale organisaties bieden.
Dit gezegd zijnde, is de rapporteur verheugd over het voorstel van de Commissie omdat het, na een gedegen sociale dialoog, een bevredigend evenwicht lijkt te bereiken tussen de noodzaak van méér efficiëntie en besparingen enerzijds, naar analogie van de consolidering van de overheidsfinanciën in de lidstaten, en het gegeven dat de instellingen in staat moeten zijn hoog gekwalificeerd en onafhankelijk personeel aan te trekken dat in staat is het beleid van de EU doeltreffend en effectief ten uitvoer te leggen anderzijds.
De grote hervorming van het statuut van de ambtenaren in 2004, waarbij alle onderdelen van de Europese openbare dienst flink werden gewijzigd, heeft reeds besparingen ten belope van 3 miljard EUR opgeleverd, en zal tussen nu en 2020 de uitgaven nog eens met 5 miljard EUR doen afnemen. De administratieve uitgaven van de EU vormen slechts 5,8% van het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2007-2013, dat op zijn beurt ongeveer 1% van het bbp van de EU vertegenwoordigt.
Bevoegdheid van de Begrotingscommissie
De rapporteur stelt vast dat de belangrijkste onderdelen van het voorstel, d.w.z. de wijzigingen in het pensioenstelsel, de aanpassing van de lengte van de werkweek, de nieuwe solidariteitsheffing, de nieuwe methode voor het aanpassen van de salarissen en de pensioenen, en de wijzigingen in het loopbaanstelsel, allemaal expliciet aan bod komen in de nieuwe wetgevingsbepalingen. Hij is evenwel van oordeel dat, hoewel deze onderdelen middels de onderhavige wetgevingsprocedure zullen worden besloten, de verlaging van het personeelsbestand van alle instellingen en organen met 5% binnen het mandaat van de Begrotingscommissie valt.
De Begrotingscommissie is binnen het EP in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure bevoegd voor alle besluiten betreffende de administratieve begrotingen en de organigrammen van de instellingen van de EU. Bij personeelsreductiedoelstellingen moet niet vooruit worden gelopen op besluiten van de begrotingsautoriteit of op de resultaten van de onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-2020, dat binnen het EP ook tot de bevoegdheden van de Begrotingscommissie behoort.
De rapporteur is van mening dat de toetreding van Kroatië, de nieuwe taken ten gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en de economische crisis aanleiding zijn om, voorafgaand aan enig politiek besluit op dit gebied, een gedegen inventaris te maken van de behoeften van alle instellingen en organen, teneinde vast te stellen wat de invloed van de voorgestelde personeelsreductie is op het niveau en de kwaliteit van de tenuitvoerlegging van programma's en, meer in het algemeen, op de kwaliteit van het werk van de instellingen.
De door de rapporteur voorgestelde amendementen beogen ten aanzien hiervan voor duidelijkheid te zorgen, en ze waarborgen dat de bevoegdheden van de Begrotingscommissie worden beschermd en niet overbodig worden gemaakt door besluiten in het kader van andere procedures.
De rapporteur is van oordeel dat de inhoud van de voorgestelde wetgevingswijzigingen onder de bevoegdheid valt van de Commissie juridische zaken als commissie ten principale. Om de Commissie juridische zaken bij haar besluitvorming te helpen, bevat de tabel hieronder een gedetailleerd overzicht van de begrotingsgevolgen van de voorgestelde maatregelen.
Tot slot spreekt de rapporteur zijn vertrouwen uit in een eventuele voortzetting van de nauwe samenwerking tussen de Commissie juridische zaken en de Begrotingscommissie in het geval dat in een later stadium van de procedure amendementen met een significante begrotingsimpact zouden worden ingediend.
Beknopte beschrijving van de begrotingsimpact van het voorstel van de Commissie
De begrotingsimpact van het voorstel van de Commissie is een totale besparing van 1 010 miljoen EUR in de periode 2014-2020, waarvan 80% ten gevolg van een verlaging van het personeelsbestand met 5%, hetgeen buiten het formele voorstel van de Commissie valt, en besparingen op de lange termijn ten belope van 1 022 miljoen EUR per jaar wanneer "kruissnelheid" is bereikt (vanaf 2060). In de tabel hieronder kan gedetailleerd worden afgelezen welke besparingen waar en wanneer zullen worden gerealiseerd (volgens de methode die de Commissie heeft gebruikt voor het opstellen van het financieel memorandum bij haar voorstel).
Raming van de verwachte besparingen bij administratieve uitgaven op de korte en de lange termijn
(Exclusief operationele MFK-rubrieken, bijv. agentschappen)
|
Begrotingsimpact op rubriek V (in miljoen EUR) |
|||
Totale besparing 2013-2020
|
Jaarlijkse besparingen op "kruissnelheid" (lange termijn) |
|||
Vermindering van het aantal personeelsleden met 5% |
Beloningsbeleid |
832 |
195 |
|
Pensioenen |
2 |
144 |
||
Totaal |
834 |
339 |
||
Nieuwe loopbaanstructuur voor assistenten |
Beloningsbeleid |
85 |
64 |
|
Pensioenen |
5 |
86 |
||
Totaal |
90 |
150 |
||
Nieuwe functiegroep voor secretaresses (AST/SC) |
Beloningsbeleid |
97 |
213 |
|
Pensioenen |
0 |
160 |
||
Totaal |
97 |
373 |
||
Verhoging van de pensioenleeftijd |
Beloningsbeleid |
0 |
-49 |
|
Pensioenen |
2 |
207 |
||
Totaal |
2 |
158 |
||
Reiskostenvergoedingen |
Beloningsbeleid |
18 |
2 |
|
Pensioenen |
0 |
0 |
||
Totaal |
18 |
2 |
||
ALLE MAATREGELEN |
Beloningsbeleid |
1.032 |
425 |
|
Pensioenen |
9 |
597 |
||
Totaal |
1.041 |
1.022 |
||
Tot slot geeft de rapporteur uitdrukking aan zijn bezorgdheid over de korte deadline en de onfortuinlijke maar in het geheel niet denkbeeldige mogelijkheid dat, indien voor het eind van 2012 geen overeenstemming over het voorstel wordt bereikt, de totale post salarissen van alle instellingen met 5,5% zal toenemen vanwege het verstrijken van de huidige speciale heffing. Dit zou haaks staan op de gewenste uitkomst van de hervorming, en alle instellingen en het personeel in een ongemakkelijke positie manoeuvreren ten opzichte van de burgers van de EU, die ernstig onder de crisis leiden, en we zouden er dus alles aan moeten doen om dat scenario te vermijden.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement | |||||||||||||||
|
1 bis. is van oordeel dat politieke overeenkomsten over verlagingen van het personeelsbestand van de instellingen en de organen van de Unie de begrotingsbevoegdheden van het Parlement in het kader van andere procedures, zoals de jaarlijkse begrotingsprocedure en de aanstaande onderhandelingen over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, onverlet moeten laten. Zal zich met klem verzetten tegen elke poging om op de uitkomst van die onderhandelingen vooruit te lopen; | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Het EP is onderdeel van de begrotingsautoriteit en in die hoedanigheid in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure bevoegd voor alle besluiten betreffende de administratieve begrotingen en de organigrammen van de instellingen van de EU. Bij personeelsreductiedoelstellingen moet niet vooruit worden gelopen op besluiten van de begrotingsautoriteit of op de resultaten van de aanstaande onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-2020. Dit is zo essentieel dat voorafgaand aan enig politiek besluit op dit vlak de gevolgen van grote verlagingen van het personeelsbestand voor de kwaliteit van het werk van de instellingen grondig moeten worden geanalyseerd. | ||||||||||||||||
Amendement 2 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 ter (nieuw) | ||||||||||||||||
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement | |||||||||||||||
|
1 ter. is van mening dat het voorstel van de Commissie, waarin vooral bezuinigingen worden genoemd ten koste van personeel in lage rangen, niet strookt met het beginsel van sociale rechtvaardigheid; | |||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(1) De Europese Unie en haar meer dan 50 instellingen en agentschappen moeten kunnen beschikken over een kwalitatief hoogwaardig Europees overheidsapparaat, zodat zij haar taken overeenkomstig de Verdragen volgens de hoogst denkbare normen kan uitvoeren en berekend is op de interne en de externe uitdagingen waarmee zij in de toekomst te maken zal krijgen. |
(1) De Europese Unie en haar meer dan 50 instellingen en agentschappen moeten kunnen beschikken over een kwalitatief hoogwaardig Europees overheidsapparaat, zodat zij haar taken, waaronder de nieuwe taken die voortvloeien uit de Verdragen, overeenkomstig de Verdragen volgens de hoogst denkbare normen kan uitvoeren en berekend is op de interne en de externe uitdagingen waarmee zij in de toekomst te maken zal krijgen, in het bijzonder de mogelijke toetreding van nog andere landen. | |||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. |
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren, in het bijzonder op basis van een passend stelsel voor loopbaanontwikkeling dat prestatie, toewijding en kwaliteit van dienstverlening beloont. | |||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
|
(3 bis) Hoewel de met deze verordening geïntroduceerde wijzigingen van het statuut van de ambtenaren tot enige besparingen voor de begroting van de Unie zullen leiden, mogen ze op generlei wijze vooruitlopen op nog te nemen besluiten over veranderingen in de omvang van het personeelsbestand van de instellingen en de agentschappen van de Unie, die tot de uitsluitende bevoegdheid van de begrotingsautoriteit behoren. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Het EP is onderdeel van de begrotingsautoriteit en in die hoedanigheid in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure bevoegd voor alle besluiten betreffende de administratieve begrotingen en de organigrammen van de instellingen van de EU. Bij personeelsreductiedoelstellingen moet niet vooruit worden gelopen op besluiten van de begrotingsautoriteit of op de resultaten van de aanstaande onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-2020. Dit is zo essentieel dat voorafgaand aan enig politiek besluit op dit vlak de gevolgen van grote verlagingen van het personeelsbestand voor de kwaliteit van het werk van de instellingen grondig moeten worden geanalyseerd. | ||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(6) De potentiële voordelen voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie van de toepassing van de methode moeten worden gecompenseerd door de voortzetting van het systeem van de speciale heffing, die voortaan "solidariteitsheffing" zal worden genoemd. Hoewel het percentage van de thans geldende speciale heffing in de periode 2004-2012 geleidelijk steeg en gemiddeld 4,23% bedroeg, lijkt het in de huidige omstandigheden passend om de solidariteitsheffing te verhogen tot een uniform percentage van 6%, zodat rekening wordt gehouden met de moeilijke economische situatie en de gevolgen daarvan voor de overheidsfinanciën in de Europese Unie. Deze solidariteitsheffing moet gelden voor alle ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie voor dezelfde periode als "de methode" zelf. |
(6) De potentiële voordelen voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie van de toepassing van de methode moeten worden gecompenseerd door de voortzetting van het systeem van de speciale heffing, die voortaan "solidariteitsheffing" zal worden genoemd. Hoewel het percentage van de thans geldende speciale heffing in de periode 2004-2012 geleidelijk steeg en gemiddeld 4,23% bedroeg, lijkt het in de huidige omstandigheden passend om de solidariteitsheffing te verhogen tot een uniform percentage van 6%, zodat de begroting van de Unie bijdraagt aan het financieren van het beleid van de Unie op het gebied van groei en werkgelegenheid en rekening wordt gehouden met de moeilijke economische situatie en de gevolgen daarvan voor de overheidsfinanciën in de Europese Unie. Deze solidariteitsheffing moet gelden voor alle ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie voor dezelfde periode als "de methode" zelf. | |||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(11) Gelet op dit verzoek is het passend om de bevordering tot een hogere rang te doen afhangen van de uitvoering van taken waarvan het belang rechtvaardigt dat de ambtenaar in die hogere rang wordt benoemd. |
(11) Gelet op dit verzoek is het passend om de bevordering tot een hogere rang te doen afhangen van persoonlijke toewijding, de verbetering van vaardigheden en bekwaamheden, en de uitvoering van taken waarvan het belang rechtvaardigt dat de ambtenaar in die hogere rang wordt benoemd. | |||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | ||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||
(14) De in de instellingen toegepaste werktijden moeten worden afgestemd op de werktijden die gelden in bepaalde lidstaten van de Europese Unie, teneinde de inkrimping van het aantal personeelsleden in de instellingen te compenseren. De invoering van een minimum wekelijkse werktijd zal ervoor zorgen dat de personeelsleden van de instellingen het werk dat uit de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie voortvloeit kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd is de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden in de instellingen in het belang van de solidariteit tussen alle Europese ambtenaren. |
(14) De in de instellingen toegepaste werktijden moeten worden afgestemd op de werktijden die gelden in bepaalde lidstaten van de Europese Unie. De invoering van een minimum wekelijkse werktijd zal ervoor zorgen dat de personeelsleden van de instellingen het werk dat uit de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie voortvloeit kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd is de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden in de instellingen in het belang van de solidariteit tussen alle Europese ambtenaren. | |||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
De omvang van de Europese overheid moet worden vastgesteld in het kader van de onderhandelingen over het MFK 2014-2020 en de jaarlijkse begrotingsprocedures. Alhoewel de inspanningen van de lidstaten om hun begrotingen op orde te brengen aanleiding geven tot een vermindering van de administratieve uitgaven van de EU, moet deze vermindering niet automatisch op alle instellingen worden toegepast en niet van permanente aard zijn gezien de toenemende bevoegdheden en taken die aan de EU worden toegewezen. | ||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Statuut van de ambtenaren Artikel 6 – lid 1 | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||
Deze tekst is hier overbodig omdat hierin reeds wordt voorzien in artikel 312 van het VWEU. | ||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Statuut van de ambtenaren Artikel 27 – alinea's 1 en 2 | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 Statuut van de ambtenaren Artikel 31 – lid 2 | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren Artikel 44 – alinea 1 | ||||||||||||||||
|
PROCEDURE
Titel |
Statuut van de ambtenaren, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de EU |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0890 – C7-0507/2011 – 2011/0455(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 19.1.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
BUDG 19.1.2012 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
George Lyon 25.1.2012 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
21.3.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 3 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Richard Ashworth, Reimer Böge, Zuzana Brzobohatá, James Elles, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Ivars Godmanis, Ingeborg Gräßle, Carl Haglund, Lucas Hartong, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Ivailo Kalfin, Sergej Kozlík, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, George Lyon, Claudio Morganti, Nadezhda Neynsky, Potito Salatto, Helga Trüpel, Derek Vaughan, Jacek Włosowicz |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, María Muñiz De Urquiza, Georgios Papastamkos, Georgios Stavrakakis, Gianluca Susta |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Eva Ortiz Vilella |
||||
ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (20.3.2012)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie
(COM(2011)0890 – C7‑0507/2011 – 2011/0455(COD))
Rapporteur voor advies: Ingeborg Gräßle
AMENDEMENTEN
De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. |
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. Met het oog daarop moet een oplossing worden gevonden voor de problemen die de instellingen momenteel ondervinden om ambtenaren of functionarissen uit bepaalde lidstaten - Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Nederland - aan te werven als gevolg van de in vergelijking met andere sectoren in die lidstaten minder aantrekkelijke en concurrerende arbeidsvoorwaarden bij de instellingen; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Gezien het feit dat de omvang van het Europese ambtenarenapparaat zeer beperkt is in verhouding tot de doelstellingen van de Unie en haar bevolkingomvang, mag een verlaging van het aantal personeelsleden van de instellingen en agentschappen van de Unie niet leiden tot aantasting van hun vermogen om hun taken, plichten en functies overeenkomstig hun verplichtingen en bevoegdheden uit hoofde van de Verdragen te vervullen. In dit verband bestaat er behoefte aan een grotere transparantie van de personeelskosten die elke instelling en elk agentschap met betrekking tot alle voor hen werkzame personeelscategorieën moet dragen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) Meer algemeen is het de bedoeling de personele middelen zo goed mogelijk te beheren in het kader van een Europees ambtenarenapparaat dat gekenmerkt wordt door vakbekwaamheid, onafhankelijkheid, loyaliteit, onpartijdigheid en stabiliteit, alsook door culturele en taalverscheidenheid. |
(3) Meer algemeen is het de bedoeling de personele middelen zo goed mogelijk te beheren in het kader van een Europees ambtenarenapparaat dat gekenmerkt wordt door uitmuntendheid, vakbekwaamheid, onafhankelijkheid, loyaliteit, onpartijdigheid en stabiliteit, alsook door culturele en taalverscheidenheid en aantrekkelijke aanwervingsvoorwaarden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(13) Om de loopbaanstructuren in de huidige vakgebieden van de AST-personeelsleden nog verder op de verschillende niveaus van verantwoordelijkheid af te stemmen en de onontbeerlijke bijdrage tot de beperking van de administratieve uitgaven te leveren, moet er een nieuwe functiegroep "AST/SC" voor secretariaats- en kantoormedewerkers worden ingevoerd. De salarissen en de bevorderingspercentages garanderen dat het niveau van verantwoordelijkheid en dat van de bezoldigingen voldoende op elkaar zijn afgestemd. Op die manier zal het mogelijk zijn om een stabiel en breed Europees ambtenarenapparaat te behouden. |
(13) Om de loopbaanstructuren in de huidige vakgebieden van de AST-personeelsleden nog verder op de verschillende niveaus van verantwoordelijkheid af te stemmen en de onontbeerlijke bijdrage tot de beperking van de administratieve uitgaven te leveren, moet er een nieuwe functiegroep "AST/SC" voor secretariaats- en kantoormedewerkers worden ingevoerd. De salarissen en de bevorderingspercentages moeten garanderen dat het niveau van verantwoordelijkheid en dat van de bezoldigingen voldoende op elkaar zijn afgestemd. Op die manier zal het mogelijk zijn om een stabiel en breed Europees ambtenarenapparaat te behouden. De Commissie dient een analyse uit te voeren van en verslag uit te brengen over de omvang van deze nieuwe functiegroep en de gevolgen van invoering ervan, waarbij met name moet worden gekeken naar de situatie van vrouwen, zodat kan worden bereikt dat een stabiel en breed Europees ambtenarenapparaat behouden blijft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(18) Sommige personeelsleden moeten frequent op dienstreis gaan naar de andere plaatsen waar hun instelling een zetel heeft. Momenteel houden de regels inzake dienstreizen niet doeltreffend rekening met die situatie. Deze regels moeten derhalve worden aangepast, om in die gevallen de verblijfkosten te vergoeden op basis van een forfaitair bedrag. |
(18) Sommige personeelsleden moeten frequent op dienstreis gaan naar de andere plaatsen waar hun instelling een zetel heeft. Momenteel houden de regels inzake dienstreizen niet doeltreffend rekening met die situatie. Deze regels moeten derhalve worden aangepast, om in die gevallen een forfaitaire vergoeding te betalen die gebaseerd is op de gemiddelde lokale verblijfkosten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(20) Er moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de nieuwe regels en maatregelen geleidelijk worden toegepast, terwijl de verworven rechten en legitieme verwachtingen van de personeelsleden die vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingen van het statuut in dienst zijn getreden, worden geëerbiedigd. |
(20) Er moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de nieuwe regels en maatregelen geleidelijk worden toegepast, terwijl de verworven rechten en legitieme verwachtingen van de personeelsleden die vóór de inwerkingtreding van dit gewijzigde statuut in dienst zijn getreden, worden geëerbiedigd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(21) Ten behoeve van vereenvoudiging en de samenhang van het personeelsbeleid moeten de regels die door de Commissie ter uitvoering van het statuut worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing zijn op de agentschappen. Omdat de agentschappen in een specifieke situatie verkeren, moeten zij echter het recht hebben om indien nodig de toestemming van de Commissie te vragen voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen die afwijken van die welke de Commissie heeft vastgesteld, of om de regels van de Commissie in het geheel niet toe te passen. |
(21) Ten behoeve van vereenvoudiging en de samenhang van het personeelsbeleid moeten de regels die door de Commissie ter uitvoering van het statuut worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing zijn op de agentschappen. Omdat de agentschappen in een specifieke situatie verkeren, moeten zij echter het recht hebben om indien nodig de toestemming van de Commissie te vragen voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen die afwijken van die welke de Commissie heeft vastgesteld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(22) Het Hof van Justitie van de Europese Unie moet een register invoeren en beheren van alle regels die zijn vastgesteld om aan het statuut uitvoering te geven. Dit register, dat door alle instellingen en agentschappen kan worden geraadpleegd, zal de transparantie verhogen en bevorderen dat het statuut op samenhangende wijze wordt toegepast. |
(22) Het Hof van Justitie van de Europese Unie moet een register invoeren en beheren van alle regels die zijn vastgesteld om aan het statuut uitvoering te geven, met inbegrip van de goedgekeurde afwijkingen. Dit register, dat door alle instellingen en agentschappen kan worden geraadpleegd, zal de transparantie verhogen en bevorderen dat het statuut op samenhangende wijze wordt toegepast. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(26) Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig, gelijktijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden, |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 2 – letter a Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 5 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 5 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 11 bis – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het statuut moet worden aangescherpt op het punt van preventie van en omgang met belangenconflicten en moet minder ruimte voor interpretatie bieden. De huidige formulering leidt tot een gebrek aan consistentie in de maatregelen die de instellingen op dit gebied nemen, waardoor het vertrouwen van de EU-burgers in de instellingen, agentschappen en andere organen van de EU wordt ondergraven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 5 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 12 ter – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De afgelopen jaren zijn er tal van berichten verschenen over gevallen van al dan niet vermeende belangenconflicten in de EU-instellingen. Het statuut moet worden aangescherpt op het punt van preventie van en omgang met belangenconflicten en moet minder ruimte voor interpretatie bieden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 22 quater (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 ter (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 24 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kosten die voor een ambtenaar ontstaan als gevolg van onderzoekingen door OLAF, mogen niet ten laste komen van de belastingbetaler. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 27 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 27 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 29 – lid 1 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement moet ervoor zorgen dat arbeidscontractanten die aan interne vergelijkende onderzoeken deelnemen, hun taken in ten minste drie talen kunnen uitvoeren, zodat voor hen dezelfde voorwaarden gelden als voor ambtenaren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 29 – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 – letter a bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 43 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volgens het statuut worden bekwaamheid, prestaties en gedrag in de dienst ten minste om de twee jaar beoordeeld. In het amendement wordt aangedrongen op een transparant en begrijpelijk beoordelingssysteem. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 44 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De automatische, niet-prestatiegebonden bevordering om de twee jaar met een salarisverhoging die oploopt tot 650 EUR, gaat met aanzienlijke kosten gepaard. Verlenging van deze periode tot drie jaar is gerechtvaardigd, omdat de afzonderlijke salaristrappen niet worden aangetast. Het koppelen van bevorderingen vanaf AD 12 aan een managementfunctie is een prestatiegerichte maatregel die gerechtvaardigd is voor functies in deze salarisschalen (vanaf 10.000 EUR per maand). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 20 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 52 – letter b – tweede alinea | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 21 – letter d Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 55 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op basis van de huidige praktijk zou dit voorstel kunnen leiden tot 1,2 miljoen extra vrije dagen. Met dit amendement worden de voorwaarden duidelijk omschreven en wordt de hoeveelheid mogelijke vrije dagen gehalveerd. Het amendement moet er verder voor zorgen dat vanaf de rang AD/AST 9 (7100 EUR) overuren niet met vrije tijd worden gecompenseerd. Vanaf deze rang zijn overwerkuren in de bezoldiging verdisconteerd. Het aantal mogelijke vrije dagen daalt daarmee tot circa 170 000. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 23 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 56 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 27 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 61 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Momenteel zijn er in totaal 18 wettelijke feestdagen en kantoorsluitingsdagen. In 2012 zijn hiervan negen dagen geen wettelijke feestdagen en dus aanvullend betaald verlof. In het amendement wordt voorgesteld vier dagen te schrappen. Elk van deze extra betaalde vrije dagen in alle instellingen van de EU kost 24 miljoen EUR. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 39 bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 86 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Administratieve onderzoeken tegen personeelsleden van de EU duren soms jarenlang, zonder dat het tot een rechterlijke uitspraak komt. Met dit amendement wordt voor het eerst een bepaling ingevoerd waardoor dergelijke gevallen verjaren. Bovendien opent dit amendement de mogelijkheid om los van de uitkomst van zulke administratieve onderzoeken tuchtrechtelijke stappen te ondernemen. Daardoor wordt het personeel van de EU beschermd, want hetzij moeten er passende sancties worden opgelegd hetzij moet het onderzoek worden afgesloten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 41 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 110 – lid 2 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 41 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 110 – lid 2 – alinea 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 41 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 110 – lid 2 – alinea 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 42 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Artikel 110 ter (nieuw) – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 47 Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage V – artikel 7 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Drie reisdagen voor ambtenaren om naar de plaats van herkomst in de EU te reizen, zijn niet in overeenstemming met de snelheid en de beschikbaarheid van moderne vervoersmiddelen. Ambtenaren die in derde landen werken, krijgen voor de reis naar hun plaats van herkomst slechts twee dagen. Wat voor de reis vanaf iedere willekeurige plaats ter wereld kan worden verlangd, moet ook aanvaardbaar zijn voor mensen die in Brussel werken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 49 – punt d bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage VII – artikel 12 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanpassing aan wat in de lidstaten gebruikelijk is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 51 – punt -a (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage IX – artikel 1 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanpassing van het statuut aan OLAF-verordening 1073/99, waarover momenteel met Raad en Commissie wordt onderhandeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 51 – punt b bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage IX – artikel 25 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 52 – punt -a (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage X – artikel 8 – alinea 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het amendement is gericht op het combineren van bijzonder verlof wegens bijzondere zware levensomstandigheden in derde landen (maximaal vijfmaal een week extra) met bijscholingscursussen in Brussel. Zowel voor dit verlof als voor de deelname aan cursussen worden de vliegtickets vergoed. Doel van dit amendement is het om door het combineren van reizen te bereiken dat medewerkers minder vaak afwezig zijn van hun werkplek in een derde land. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 52 – punt -a (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage X – artikel 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doel van dit amendement is het om te bereiken dat EU-medewerkers in derde landen minder vaak afwezig zijn van hun werkplek. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 52 – punt b bis (nieuw) Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie Bijlage X – artikel 20 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aanpassing aan wat in de lidstaten gebruikelijk is. |
PROCEDURE
Titel |
Statuut van de ambtenaren, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de EU |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0890 – C7-0507/2011 – 2011/0455(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 19.1.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
CONT 19.1.2012 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Ingeborg Gräßle 12.1.2012 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
28.2.2012 |
29.2.2012 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
20.3.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
26 1 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Jean-Pierre Audy, Inés Ayala Sender, Zigmantas Balčytis, Andrea Cozzolino, Ryszard Czarnecki, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Ingeborg Gräßle, Iliana Ivanova, Bogusław Liberadzki, Monica Luisa Macovei, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Crescenzio Rivellini, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Theodoros Skylakakis, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Søren Bo Søndergaard, Michael Theurer |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Zuzana Brzobohatá, Jorgo Chatzimarkakis, Derk Jan Eppink, Christofer Fjellner, Monika Hohlmeier, Ivailo Kalfin, Derek Vaughan |
||||
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (24.4.2012)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie
(COM(2011)0890 – C7‑0507/2011 – 2011/0455(COD))
Rapporteur voor advies: Silvana Koch-Mehrin
BEKNOPTE MOTIVERING
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen is een fundamenteel, verdragsmatig vastgelegd beginsel van de Europese Unie en is een van haar doelstellingen[1]. Het aspect gelijkheid van mannen en vrouwen integreren in alle communautaire activiteiten en in haar eigen organen is een belangrijk doel van de Unie. De EU-instellingen moeten het voorbeeld geven op het gebied van gendergelijkheid en gelijke deelname van mannen en vrouwen. Het combineren van werk en privéleven, ook vermeld in de Europa 2020-strategie, is cruciaal voor de kwaliteit van de arbeid en groei van de werkgelegenheid, en dat geldt ook voor het eigen ambtenarenapparaat van de EU. In feite is het een essentiële voorwaarde om goed te presteren. De doelstelling van 75% werkgelegenheid voor beide geslachten kan alleen gehaald worden indien er instrumenten voorhanden zijn om een juist evenwicht te vinden tussen werk en privéleven. Willen de EU-instellingen een efficiënt antwoord geven op de uitdagingen van de toekomst dan is het van fundamenteel belang dat zij het in de EU aanwezige talent optimaal benutten, de creativiteit en de zin voor innovatie van hun personeel ten volle gebruiken en zodoende het potentieel van zowel mannen als vrouwen in aanmerking nemen.
Het Commissievoorstel beoogt een wijziging van het ambtenarenstatuut van de Europese Unie. Het doel is een totaalpakket goed te keuren waarmee kan worden bespaard op administratieve uitgaven en dat zorgt voor een stabiel kader voor salaris en loopbaan. De rapporteur verwelkomt het voorstel van de Commissie, dat na uitvoerig overleg met de betrokken partijen en belanghebbenden tot stand is gekomen. In dit voorstel wordt, in deze tijd van begrotingsbezuinigingen, naar een evenwicht gezocht tussen de noodzakelijke besparingen en een goede werking van het openbaar ambt, dat in hooggekwalificeerde vakmensen moet kunnen aantrekken en behouden die bereid zijn te verhuizen en te werken in een multinationale omgeving ten behoeve van de Europese belangen.
In 2004 heeft de EU haar openbaar ambt hervormd en kreeg ze een zeer vooruitstrevend ambtenarenstatuut. Er werd een nieuwe prestatiegerichte en op verdiensten gebaseerde loopbaanstructuur geïntroduceerd, een nieuwe arbeidsovereenkomst voor het personeel dat niet-kerntaken uitoefent, een hervorming van het pensioenstelsel, nieuwe werkmethodes en een aantal gezinsvriendelijke arbeidsvoorwaarden, zoals regelingen voor ouderschapsverlof, bepalingen inzake verlof om gezinsredenen en nieuwe bepalingen inzake het recht op deeltijdwerk.
In 1986 werd in de Commissie voor het eerst een flexibele arbeidstijdregeling ingevoerd, die verder werd aangepast in 1991. Maar in feite duurde het tot 2007 voor er in de Commissie echt gebruik werd gemaakt van de flexibele werktijdregeling. Wat telewerken betreft waren er diverse proefprojecten om het gebruik van telewerken in te voeren bij de Commissie. Het duurde evenwel tot 18 december 2009 voor de Commissie een besluit goedkeurde inzake de implementatie van een regeling voor telewerken in haar afdelingen van 2010 tot 2015.
De rapporteur meent dat het, ondanks al deze inspanningen, noch met de in 2004 ingevoerde veranderingen noch met het huidige voorstel van de Commissie mogelijk is te zorgen voor een succesvolle combinatie van werk en gezinstaken, een wenselijke voorwaarde voor het welzijn van het personeel en dus voor een effectieve werking en verdere modernisering van het openbaar ambt van de EU.
De flexibele werktijdregelingen zijn toegespitst op resultaatgericht beheer en doelgerichte prestaties en geven de werknemers meer vrijheid in het organiseren van hun werktijd. Momenteel staan deze optionele werktijdregelingen evenwel niet open voor alle EU-ambtenaren.
Daarom stelt uw rapporteur voor advies voor dat alle EU-instellingen verplicht worden flexibele werktijdregelingen mogelijk te maken, ook voor leidinggevend personeel. Het evenwicht tussen werk en privéleven betreft alle leden van het personeel en er is dan ook geen objectieve reden om het leidinggevend personeel van deze regeling uit te sluiten. Van de leiding wordt verwacht dat zij het voorbeeld geven. Een dergelijke uitzondering zou indruisen tegen de gelijke behandeling van alle personeelsleden. Bovendien kan er gerust van worden uitgegaan dat het aantal kandidaturen van vrouwen voor leidinggevende functies zou dalen indien de kandidaten hun recht op flexibele werktijden zouden verliezen door hun benoeming op een leidinggevende post. Vrouwen moeten integendeel worden aangespoord om zich kandidaat te stellen voor posten in het leidinggevend kader en het middenkader.
Bovendien moet het tot aanstelling bevoegde gezag van elke instelling als optionele werktijdregeling telewerken invoeren, aangezien bewezen is dat dit zeer voordelig is. De voordelen zijn onder meer: een hoge mate van autonomie, meer eigen verantwoordelijkheid, minder stress, meer motivatie voor betere prestaties en kortere reistijden met minder vervuiling tot gevolg. Telewerken is ook nuttig om de kosten te drukken en om te zorgen voor een goede band tussen werknemers en bedrijf en een betere combinatie van werk en gezin.
Wat betreft de lijst van personen die deeltijd mogen werken meent de rapporteur dat ook alleenstaande ouders het recht moeten hebben om deeltijd te mogen werken, ongeacht de leeftijd van het kind, en dat deze categorie dus in de lijst moet worden opgenomen.
Mannen actief gebruik doen maken van en betrekken bij maatregelen die gericht zijn op de combinatie van werk en gezin, is essentieel om werk en privéleven in evenwicht te brengen, aangezien zowel vrouwen als mannen profijt kunnen hebben van gezinsvriendelijke arbeidsmaatregelen en van een gelijke verdeling van onbetaald werk en huishoudelijke taken. In dit verband moet extra aandacht gaan naar het bestrijden van genderstereotypen bijvoorbeeld voor het opnemen van het ouderschapsverlof. Ontoereikende bepalingen inzake ouderschapsverlof hebben nog steeds nadelige gevolgen voor een loopbaan . Momenteel zijn het vooral vrouwen die met dit probleem geconfronteerd worden. Daarom stelt de rapporteur een andere benadering van het ouderschapsverlof voor. De rapporteur stelt ook voor de ouderschapstoelage te verhogen om beide ouders aan te sporen actief gebruik te maken van maatregelen die gericht zijn op de combinatie van werk en gezin.
AMENDEMENTEN
De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. |
(2) Er moet bijgevolg een kader worden vastgesteld om op een zo ruim mogelijke geografische basis en met volledige inachtneming van het genderevenwicht uit de burgers van de lidstaten personeelsleden aan te werven die qua prestaties en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, en om ervoor te zorgen dat die personeelsleden hun taken zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de overweging dat 51% van de Europese bevolking vrouwen zijn voegt dit amendement naast de geografische dimensie ook het genderevenwicht toe als objectief criterium voor aanwerving. Zo wordt gezorgd voor een gelijke deelname van mannen en vrouwen, terwijl de beginselen die gebaseerd zijn op kwalificaties en de hoogste eisen van prestatie gehandhaafd blijven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(2 bis) Gendergelijkheid en non-discriminatie zijn kernwaarden voor de werking van de instellingen van de Unie en een beter genderevenwicht tussen vrouwen en mannen moet tot stand worden gebracht op alle niveaus van het personeel. Om de doelstellingen van gendergelijkheid en non-discriminatie te halen moet efficiënter beleid worden ontwikkeld, dat effect heeft op de aanwerving bij, de opleiding binnen en de dagelijkse werking van de diverse instellingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9) De algemeen aanvaarde actuariële praktijk vereist dat voor de rentepercentages en de salaristoename waarnemingen over een periode van twintig tot veertig jaar worden gebruikt, zodat het evenwicht van de pensioenregelingen wordt gegarandeerd. De voortschrijdende gemiddelden voor de rentepercentages en de salaristoename moeten derhalve worden verlengd tot dertig jaar, met een overgangsperiode van acht jaar. |
(9) De algemeen aanvaarde actuariële praktijk vereist dat voor de rentepercentages en de salaristoename waarnemingen over een periode van twintig tot veertig jaar worden gebruikt, zodat het evenwicht van de pensioenregelingen wordt gegarandeerd. De voortschrijdende gemiddelden voor de rentepercentages en de salaristoename moeten derhalve worden verlengd tot dertig jaar, met een overgangsperiode van acht jaar. Bij de hervorming van de pensioenregeling moet rekening worden gehouden met reeds bestaande pensioenkloof tussen vrouwen en mannen en het potentiële effect van de hervorming op de pensioenen van vrouwen, in het bijzonder in de laagste rangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15) Flexibele werktijdregelingen zijn een wezenlijk onderdeel van een moderne en efficiënte overheidsadministratie: zij maken gezinsvriendelijke arbeidsvoorwaarden mogelijk en garanderen een evenwicht tussen mannen en vrouwen in de instellingen. Daarom moet in het statuut een uitdrukkelijke verwijzing naar deze regelingen worden opgenomen. |
(15) Flexibele werktijdregelingen en toegang tot telewerkregelingen zijn wezenlijke onderdelen van een moderne en efficiënte overheidsadministratie: zij maken gezinsvriendelijke arbeidsvoorwaarden mogelijk, met name in het geval van eenoudergezinnen, en garanderen een effectief evenwicht tussen mannen en vrouwen in de instellingen. Daarom moet in het statuut een uitdrukkelijke verwijzing naar deze regelingen worden opgenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Telewerken is een van de vernieuwende trends in organisaties en instellingen: het is meer toegespitst op resultaatgericht beheer en doelgerichte prestaties en het maakt flexibeler werken mogelijk, waardoor werk en privéleven beter gecombineerd kunnen worden. De voordelen zijn onder meer: een grote mate van zelfstandigheid, de vrijheid om de werktijd zelf in te delen, meer verantwoordelijkheid, minder stress, meer motivatie voor betere prestaties en kortere reistijden met minder vervuiling tot gevolg. Telewerken is ook nuttig om de kosten te drukken en te zorgen voor een goede band tussen werknemers en bedrijf. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt -1 (nieuw) Statuut Artikel 1 quinquies – lid 1 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw) Statuut Artikel 1 sexies – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement introduceert een specifieke verwijzing naar maatregelen om werk en gezin te combineren, zoals kinderopvang, om te zorgen voor gezinsvriendelijke arbeidsvoorwaarden als voorwaarde voor het effectief functioneren en de verdere modernisering van het ambtelijke apparaat van de EU. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Statuut Artikel 27 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de overweging dat 51% van de Europese bevolking vrouwen zijn voegt dit amendement naast de geografische dimensie ook het genderevenwicht toe als objectief criterium voor aanwerving. Zo wordt gezorgd voor een gelijke deelname van mannen en vrouwen, terwijl de beginselen die gebaseerd zijn op kwalificaties en de hoogste eisen van prestatie gehandhaafd blijven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 13 Statuut Artikel 42 bis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 21 – letter d Statuut Artikel 55 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met soepele werktijdregelingen wordt het voor de personeelsleden mogelijk om werk en privéleven op elkaar af te stemmen en kan in de instellingen een passend evenwicht tussen mannen en vrouwen worden gevonden, terwijl de verplichtingen in verband met de verplichte werktijd worden geëerbiedigd. Alle EU-instellingen en -organen moeten het systeem van flexibele werktijdregelingen invoeren. Het evenwicht tussen werk en privéleven betreft alle personeelsleden; er is geen objectieve reden om leidinggevend personeel van deze regelingen uit te sluiten. Van de leiding wordt verwacht dat zij het voorbeeld geven. Een dergelijke uitzondering zou indruisen tegen de gelijke behandeling van alle personeelsleden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 21 – letter d bis (nieuw) Statuut Artikel 55 – alinea 4 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 21 – letter d ter (nieuw) Statuut Artikel 55 – alinea 4 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het tot aanstelling bevoegde gezag van elke instelling moet telewerken invoeren als optionele werktijdregeling aangezien bewezen is dat dit zeer voordelig is. De voordelen zijn onder meer: een grote mate van zelfstandigheid, de vrijheid om de werktijd zelf in te delen, meer verantwoordelijkheid, minder stress, meer motivatie voor betere prestaties en kortere reistijden met minder vervuiling tot gevolg. Telewerken is ook nuttig om de kosten te drukken en om te zorgen voor een goede band tussen werknemers en bedrijf en een betere combinatie van werk en gezin. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 22 – letter -a (nieuw) Artikel 55 bis – lid 2– letter b bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alleenstaande ouders moet het recht hebben om deeltijds te mogen werken ongeacht de leeftijd van het kind: dit is in overeenstemming met de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2011 over de situatie van alleenstaande moeders. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 22 – letter -a bis (nieuw) Statuut Artikel 55 bis – lid 2– letter b ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 26 bis (nieuw) Statuut Artikel 58 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 32 bis (nieuw) Statuut Artikel 67 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 46 bis (nieuw) Statuut Bijlage V – artikel 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 49 – letter -a (nieuw) Bijlage VII – artikel 1 – lid 2 – letter c – punt iv | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze bepaling creëert een discriminerende situatie voor geregistreerde partners die wel een burgerlijk huwelijk kunnen afsluiten volgens de nationale wet maar die, aangezien de wetgeving ook voorziet in een geregistreerd partnerschap, voor deze laatste optie kiezen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 19 Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 47 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 33 bis (nieuw) Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden Artikel 139 – lid 1 – letter d | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE
Titel |
Statuut van de ambtenaren, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de EU |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0890 – C7-0507/2011 – 2011/0455(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 19.1.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
FEMM 19.1.2012 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Silvana Koch-Mehrin 25.1.2012 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
27.3.2012 |
24.4.2012 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
24.4.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
20 5 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Emine Bozkurt, Andrea Češková, Iratxe García Pérez, Zita Gurmai, Mikael Gustafsson, Mary Honeyball, Sophia in 't Veld, Lívia Járóka, Nicole Kiil-Nielsen, Silvana Koch-Mehrin, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Astrid Lulling, Barbara Matera, Elisabeth Morin-Chartier, Angelika Niebler, Siiri Oviir, Antonyia Parvanova, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Marc Tarabella, Britta Thomsen, Marina Yannakoudakis, Anna Záborská, Inês Cristina Zuber |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Franziska Katharina Brantner, Christa Klaß, Ana Miranda, Mariya Nedelcheva, Katarína Neveďalová |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Tamás Deutsch |
||||
- [1] Zie artikelen 2 en 3, lid 3, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
PROCEDURE
Titel |
Statuut van de ambtenaren, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de EU |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0890 – C7-0507/2011 – 2011/0455(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
13.12.2011 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
JURI 19.1.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
BUDG 19.1.2012 |
CONT 19.1.2012 |
AFCO 19.1.2012 |
FEMM 19.1.2012 |
|
Geen advies Datum besluit |
AFCO 28.2.2012 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Dagmar Roth-Behrendt 11.4.2011 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
25.1.2012 |
1.3.2012 |
27.3.2012 |
|
|
Datum goedkeuring |
25.4.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 3 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Raffaele Baldassarre, Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne, Jiří Maštálka, Alajos Mészáros, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Piotr Borys, Cristian Silviu Buşoi, Vytautas Landsbergis, Eva Lichtenberger, Dagmar Roth-Behrendt |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Alejandro Cercas |
||||
Datum indiening |
3.5.2012 |
||||