VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

3.5.2012 - (COM(2011)0396 – C7‑0187/2011 – 2011/0176(COD)) - ***I

Commissie internationale handel
Rapporteur: Metin Kazak
PR_COD_1amCom


Procedure : 2011/0176(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0157/2012

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

(COM(2011)0396 – C7‑0187/2011 – 2011/0176(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0396),

–   gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 209 en 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0187/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A7-0157/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen en gebieden

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) De macrofinanciële bijstand van de Unie moet worden ingezet voor het verlenen van uitzonderlijke financiële hulp aan derde landen die zich met tijdelijke betalingsbalansmoeilijkheden zien geconfronteerd. In tegenstelling tot andere instrumenten van de Unie waarmee rechtstreekse steun wordt gegeven aan haar externe beleid (zoals het instrument voor pre-toetredingssteun*, het Europese nabuurschapsinstrument**, het ontwikkelingssamenwerkingsinstrument***, enz.) mag macrofinanciële bijstand niet worden gebruikt voor reguliere financiële ondersteuning en mag deze bijstand evenmin primair gericht zijn op de ondersteuning van de economische en sociale ontwikkeling van de begunstigde landen. Ook mag macrofinanciële bijstand niet gebruikt worden op een wijze die vergelijkbaar is met voorwaardelijke giften voor de kwijtschelding van schulden.

 

__________

 

* Verordening nr. … van het Europees Parlement en de Raad van …betreffende het instrument voor pre-toetredingssteun (PB…)

 

** Verordening nr. … van het Europees Parlement en de Raad van …tot instelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB…)

 

*** Verordening nr. … van het Europees Parlement en de Raad van …tot instelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB…)

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Momenteel wordt macrofinanciële bijstand aan derde landen verleend op basis van landenspecifieke ad-hocbesluiten van het Europees Parlement en de Raad. Dit gaat ten koste van de efficiëntie en de effectiviteit van de bijstand doordat er een onnodig lange termijn verstrijkt tussen verzoeken om macrofinanciële bijstand en de daadwerkelijke uitvoering ervan.

(2) De kaderverordening richt zich op de verduidelijking van de voorschriften en de verbetering van de efficiëntie en de effectiviteit van de bijstand van de Unie, onder meer door een intensivering van de toepassing van de voorwaarden vooraf, een verbetering van de transparantie en formalisering van de politieke beoordeling door de Commissie, en door een verbetering van de democratische effectiviteit en van het democratisch toezicht.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De bijstand moet effectiever worden met een kader voor het verlenen van macrofinanciële bijstand aan derde landen waarmee de Unie belangrijke politieke, economische en commerciële banden heeft. Met name moet macrofinanciële bijstand aan derde landen kunnen worden verleend om deze aan te moedigen economische beleidsmaatregelen te nemen waarvan de kans groot is dat zij tot een oplossing van een betalingsbalanscrisis zullen leiden.

(3) De bijstand moet effectiever worden met een kader voor het verlenen van macrofinanciële bijstand aan derde landen om deze aan te moedigen economische beleidsmaatregelen te nemen waarvan de kans groot is dat zij tot een oplossing van een betalingsbalanscrisis zullen leiden.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Het vaststellen van een algemene verordening voor macrofinanciële bijstand op basis van de artikelen 209 en 212 doet geen afbreuk aan de bepalingen van artikel 213 van het Verdrag dat dringende financiële bijstand aan derde landen regelt, en aan de desbetreffende prerogatieven van de Raad.

Schrappen

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) In zijn conclusies van 8 oktober 2002 heeft de Raad criteria vastgesteld (de zogeheten Genval-criteria) die als richtsnoeren dienen voor macrofinanciële bijstandsoperaties van de EU. Het is passend deze criteria formeel vast te leggen in een zowel door het Parlement als de Raad aangenomen wetgevingshandeling en deze tegelijk te actualiseren en te verduidelijken.

(7) In zijn conclusies van 8 oktober 2002 heeft de Raad criteria vastgesteld (de zogeheten Genval-criteria) die als richtsnoeren dienen voor macrofinanciële bijstandsoperaties van de Unie. Het is passend deze criteria in een door het Europees Parlement en de Raad aangenomen wetgevingshandeling te actualiseren en verduidelijken, onder meer met betrekking tot de criteria ter bepaling van de geschikte vorm van bijstand (lening, gift of een combinatie daarvan),

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Er moet vooraf in passende procedures en instrumenten worden voorzien, zodat de Unie snel macrofinanciële bijstand kan verlenen, met name wanneer de omstandigheden om een onmiddellijk optreden vragen. Dit zou tevens de criteria voor de verlening van macrofinanciële bijstand duidelijker en transparanter maken.

(8) Er moet vooraf in passende procedures en instrumenten worden voorzien, zodat de Unie snel macrofinanciële bijstand kan verlenen, met name wanneer de omstandigheden om een onmiddellijk optreden vragen en om de criteria voor de verlening van macrofinanciële bijstand duidelijker en transparanter te maken.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie verenigbaar is met de voornaamste beginselen, doelstellingen en maatregelen in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en het desbetreffende beleid van de Unie op andere terreinen.

(9) De Commissie moet er bij haar keuze van de begunstigde landen en in de inhoud van haar Memoranda van overeenstemming voor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie verenigbaar is met de voornaamste beginselen, doelstellingen en maatregelen in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en het desbetreffende beleid van de Unie op andere terreinen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Macrofinanciële bijstand is tevens een instrument van het buitenlands beleid van de Unie en dient te worden ingezet om de zichtbaarheid en invloed van de Unie buiten haar grenzen te verbeteren. Tijdens de gehele operatie voor macrofinanciële bijstand is omwille van coördinatie en consistentie van het buitenlands beleid van de Unie nauwe betrokkenheid van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) nodig.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Macrofinanciële bijstand moet de begunstigde landen ondersteunen in hun gehechtheid aan de waarden die zij met de Unie delen, waaronder democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, alsook aan de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

(10) Macrofinanciële bijstand moet maatregelen omvatten die de gehechtheid van de begunstigde landen aan de waarden die zij met de Unie delen versterken, waaronder democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, bestrijding van gedwongen kinderarbeid, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, alsook aan de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel. De Commissie moet regelmatig controleren of deze doelstellingen worden gehaald.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Macrofinanciële bijstand moet aanvullend zijn op de door het Internationaal Monetair Fonds en andere multilaterale financiële instellingen verstrekte middelen en de lasten moeten billijk met andere donoren worden verdeeld. Bij het verlenen van macrofinanciële bijstand moet ervoor worden gezorgd dat de betrokkenheid van de Unie toegevoegde waarde biedt.

(11 bis) In het algemeen moet macrofinanciële bijstand aanvullend zijn op de door het Internationaal Monetair Fonds en andere Europese of multilaterale financiële instellingen verstrekte middelen en de lasten moeten billijk met die instellingen en andere donoren worden verdeeld. Macrofinanciële bijstand moet verleend worden als zij ervoor zorgt dat de betrokkenheid van de Unie toegevoegde waarde biedt.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Teneinde ervoor te zorgen dat met macrofinanciële bijstand kan worden voldaan aan de eisen die door urgente economische crises worden gesteld, moet de Unie ervoor zorgen dat voldoende financiële middelen aan haar begroting worden toegewezen. Ook is het noodzakelijk dat ervoor wordt gezorgd dat macrofinanciële bijstand beschikbaar is voor alle landen die daarvoor in aanmerking komen, ongeacht hun economische omvang, en dat zij op passende wijze in combinatie met de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie wordt toegepast.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Teneinde een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan effectiviteit en efficiency van de bijstand van de Unie enerzijds, en meer coherentie, transparantie en democratisch toezicht anderzijds, moet de bevoegdheid om gedelegeerden handelingen overeenkomstig artikel 290 van het VWEU vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen ten aanzien van landen en gebieden die voor bijstand in aanmerking komen en het verlenen van bijstand aan speciale landen en gebieden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. Bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op adequate wijze worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen met betrekking tot de goedkeuring en het beheer van macrofinanciële bijstandsoperaties in begunstigde landen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

(15) Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren .

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Voor het vaststellen van uitvoeringsbesluiten ter bepaling van het bedrag, de vorm, de duur en de algemene voorwaarden van individuele macrofinanciële bijstandsoperaties moet de onderzoeksprocedure worden gevolgd, omdat deze besluiten aanzienlijke budgettaire gevolgen hebben.

Schrappen

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Voor het vaststellen van het memorandum van overeenstemming (MvO) moet de adviesprocedure worden gevolgd omdat het MvO geen uitvoeringsbesluit met een algemeen toepassingsgebied is en evenmin een handeling met budgettaire gevolgen of gevolgen voor derde landen die verder reiken dan die van het besluit tot verlening van de bijstand,

Schrappen

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze verordening stelt algemene bepalingen vast voor de verlening van macrofinanciële bijstand aan in aanmerking komende derde landen en gebieden, zoals bedoeld in artikel 2.

1. Deze verordening stelt algemene bepalingen vast voor de verlening van macrofinanciële bijstand van de Unie aan in aanmerking komende derde landen en gebieden waarnaar in artikel 2 wordt verwezen ("de begunstigde landen").

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Macrofinanciële bijstand is een uitzonderlijk financieel instrument van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun aan in aanmerking komende landen en gebieden. Het is gericht op het herstellen van een houdbare externe financiële situatie voor landen die externe financieringsmoeilijkheden ondervinden. De bijstand ondersteunt de uitvoering van krachtige aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die betalingsbalansmoeilijkheden beogen te verhelpen.

2. Macrofinanciële bijstand is een uitzonderlijk financieel instrument van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun aan begunstigde landen. Het is gericht op het herstellen van een houdbare externe financiële situatie voor begunstigde landen die externe financieringsmoeilijkheden ondervinden. De bijstand ondersteunt de uitvoering door zulke begunstigde landen van relevante bilaterale overeenkomsten en programma's met de Unie en richt zich op krachtige aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die betalingsbalansmoeilijkheden beogen te verhelpen.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Macrofinanciële bijstand kan worden verleend mits er, in weerwil van de uitvoering van krachtige economische stabilisatie- en hervormingsprogramma's, sprake is van een aanzienlijk en resterend extern financieringstekort dat samen met de multilaterale financiële instellingen is vastgesteld en de door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen overschrijdt.

3. Macrofinanciële bijstand kan worden verleend mits er, in weerwil van de uitvoering van krachtige economische stabilisatie- en hervormingsprogramma's in het desbetreffende begunstigde land, sprake is van een aanzienlijk en resterend extern financieringstekort in het desbetreffende begunstigde land dat samen met de Europese of multilaterale financiële instellingen is vastgesteld en de door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen overschrijdt.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In aanmerking komende landen

In aanmerking komende landen en gebieden

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De voor macrofinanciële bijstand in aanmerking komende derde landen en gebieden zijn:

1. De voor macrofinanciële bijstand in aanmerking komende derde landen en gebieden zijn, mits zij voldoen aan de in artikel 6 vermelde voorwaarden om in aanmerking te komen (de "begunstigde landen"):

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) andere derde landen in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden. Deze landen moeten politiek en economisch nauw met de EU verbonden en geografisch dicht bij de EU gelegen zijn.

(c) andere derde landen die een bepalende rol spelen bij regionale stabiliteit en van strategisch belang zijn voor de Unie, in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden.. Deze landen moeten politiek en economisch nauw met de Unie verbonden en geografisch dicht bij de Unie gelegen zijn.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1 bis. De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 14 om de punten 1 en 2 van bijlage I te wijzigen teneinde deze te actualiseren naar aanleiding van relevante politieke beslissingen met betrekking tot de status van het land als kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat, dan wel met betrekking tot het toepassingsgebied van het Europese nabuurschapsbeleid.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De Commissie wordt gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 14 bis om waar nodig in aanmerking komende landen die aan de in lid 1, onder c) van dit artikel genoemde criteria voldoen, aan deze verordening toe te voegen.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De uit hoofde van deze verordening als giften verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand moeten sporen met de in de meerjarige financiële vooruitzichten vastgestelde begrotingskredieten.

1. De uit hoofde van deze verordening als giften verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand in de vorm van een gift moeten sporen met de in de meerjarige financiële vooruitzichten vastgestelde begrotingskredieten.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In de uit hoofde van deze verordening als leningen verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand moet worden voorzien overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds.

2. In de uit hoofde van deze verordening als leningen verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand in de vorm van een lening moet worden voorzien overeenkomstig Verordening nr. (EG, Euratom) 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het financiële kader. De overeenkomstige referentiebedragen voor de periode 2011-2013 worden in bijlage II vermeld.

3. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het meerjarig financiële kader.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het bedrag van de bijstand is gebaseerd op de resterende externe financieringsbehoeften van het begunstigde land. Deze worden door de Commissie in samenwerking met internationale financiële instellingen vastgesteld, op basis van een brede en goed gedocumenteerde kwantitatieve beoordeling. Met name zal de Commissie zich baseren op de laatste, door het IMF opgestelde betalingsbalansprognoses voor het betrokken land en rekening houden met de verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren.

1. Het voorgestelde bedrag van de bijstand is gebaseerd op de resterende externe financieringsbehoeften van het begunstigde land. Deze worden door de Commissie in samenwerking met het IMF en andere Europese of multilaterale financiële instellingen en de EDEO vastgesteld, op basis van een brede en goed gedocumenteerde kwantitatieve beoordeling. Met name dient de Commissie zich te baseren op de laatste, door het IMF en andere Europese of multilaterale financiële instellingen opgestelde betalingsbalansprognoses voor het betrokken land en rekening houden met de verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de reeds bestaande verdeling van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in het respectieve begunstigde land.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Bij de vaststelling van de bedragen van de macrofinanciële bijstand wordt er ook rekening mee gehouden dat de lasten billijk met andere donoren moeten worden verdeeld.

2. Bij de vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand wordt er ook rekening mee gehouden dat de lasten billijk tussen de Unie en de andere donoren moeten worden verdeeld. De bijdrage van de Unie moet een zodanige omvang hebben dat hij dank zij de Unie een toegevoegde waarde oplevert en dient normaliter niet onder de 20% te liggen.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Indien de financieringsbehoeften van het begunstigde land tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand aanzienlijk verminderen, kan de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2, besluiten het bedrag van de in het kader van de bijstand verstrekte middelen te verlagen, de bijstand op te schorten of deze te annuleren.

3. Indien de financieringsbehoeften van het begunstigde land tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand aanzienlijk verminderen, maakt de Commissie opnieuw een evaluatie van de economische en financiële situatie in het begunstigde land en krijgt zij op basis van deze evaluatie de bevoegdheid gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 14 bis vast te stellen om Bijlage II bis te wijzigen teneinde het bedrag van de in het kader van de bijstand verstrekte middelen te verlagen, de bijstand op te schorten of deze te annuleren.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een voorafgaande voorwaarde voor het verlenen van macrofinanciële bijstand is dat het begunstigde land eerbied aan de dag legt voor effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten.

1. Een voorafgaande voorwaarde voor het verlenen van macrofinanciële bijstand is dat het begunstigde land eerbied aan de dag legt voor effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten. Voor de beoordeling hiervan wordt een beroep gedaan op de EDEO in samenwerking met de Europese Commissie en worden de door het Europees Parlement goedgekeurde resoluties en verslagen over de begunstigde landen in aanmerking genomen. In deze beoordeling kan worden ingegaan op beleidsaanbevelingen met betrekking tot versterking van de democratische instellingen, mensenrechten, transparantie en corruptiebestrijding. Dit verslag wordt toegevoegd aan elke individuele gedelegeerde handeling waarnaar in artikel 7, lid 3, wordt verwezen. Met het oog op het beschermen van de democratische waarden en belangen van de Unie en het versterken van het respect van de begunstigde landen voor de mensenrechten, bevat het memorandum van overeenstemming landenspecifieke aanbevelingen die in overeenstemming zijn met het externe beleid van de Unie, dat zich richt op versterking van de rechtsstaat, de mensenrechten en werknemersrechten, transparantie en corruptiebestrijding.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Macrofinanciële bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er sprake is van een IMF-programma waarvoor IMF-middelen worden aangewend.

2. Macrofinanciële bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er sprake is van een IMF-programma waarvoor IMF-middelen of die van een andere Europese of multilaterale financiële instelling worden aangewend.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De uitbetaling van de bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er op bevredigende wijze vooruitgang is geboekt met een IMF-programma. Zij is ook afhankelijk van de voorwaarde dat binnen een specifieke termijn uitvoering wordt gegeven aan een reeks duidelijk bepaalde economische beleidsmaatregelen, in de eerste plaats inzake structurele hervormingen, die tussen de Commissie en het begunstigde land worden overeengekomen en in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

3. De uitbetaling van de bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er op bevredigende wijze vooruitgang is geboekt met een IMF-programma of het programma van een andere Europese of multilaterale financiële instelling en geschiedt met inachtneming van de politieke en op waarden gebaseerde Genval-beginselen. Zij is ook afhankelijk van de voorwaarde dat binnen een specifieke termijn uitvoering wordt gegeven aan een reeks duidelijk bepaalde economische beleidsmaatregelen, in de eerste plaats inzake structurele hervormingen, die tussen de Commissie en het begunstigde land worden overeengekomen en in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Article 7 – paragraph 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als voldaan is aan de in de artikelen 1, 2, 4 en 6 gestelde voorwaarden, wordt door de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2 macrofinanciële bijstand verleend.

2. Bij ontvangst van het verzoek onderzoekt de Commissie of voldaan is aan de in de artikelen 1, 2, 4 en 6 gestelde voorwaarden, voor de toekenning van macrofinanciële bijstand. Als aan deze voorwaarden is voldaan bepaalt de Commissie in haar besluit het bedrag en de vorm van de bijstand op de voorwaarden zoals bedoeld in respectievelijk artikel 3 en artikel 5.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – leden 3 en 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In het besluit tot verstrekking van een lening wordt het bedrag, de maximale gemiddelde looptijd en het maximale aantal tranches van de macrofinanciële bijstand vermeld. In het besluit tot verstrekking van een gift wordt het bedrag en het maximale aantal tranches vermeld. In beide gevallen wordt bepaald gedurende welke periode de macrofinanciële bijstand beschikbaar is. Deze zal als regel niet langer dan drie jaar duren.

3. Voor de toepassing van lid 2 wordt de Commissie overeenkomstig artikel 14 bis gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage II bis vast te stellen en te wijzigen, teneinde macrofinanciële bijstand aan een land of gebied in het bijzonder te verlenen. Bij de gedelegeerde handeling vermeldt de Commissie onder meer het volgende:

 

(a) in alle gevallen, de begunstigde van de bijstand, het totale maximumbedrag van de bijstand, de vorm van de bijstand, en de periode gedurende welke de bijstand beschikbaar is.

 

(b) in het geval van het besluit tot verstrekking van een lening, het bedrag, de maximale gemiddelde looptijd en het maximale aantal tranches van de macrofinanciële bijstand.

 

(c) in het geval van het besluit tot verstrekking van een gift, het bedrag en het maximale aantal tranches. Het besluit om een gift ter beschikking te stellen moet vergezeld gaan door een rechtvaardiging van de gift (of het element van een gift) die deel uitmaakt van de bijstand.

 

3 bis. De periode gedurende welke de macrofinanciële bijstand beschikbaar is, zal als regel niet langer dan drie jaar duren.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Article 7 – paragraph 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Na de goedkeuring van het besluit tot verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 3, met het begunstigde land de in artikel 6, de leden 3, 4, 5 en 6 bedoelde beleidsmaatregelen overeen.

4. Na de vaststelling van de gedelegeerde handeling betreffende de verlening van macrofinanciële bijstand krijgt de Commissie, die in nauwe samenwerking met de EDEO handelt, de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 14 bis, om in het memorandum van overeenkomst met het begunstigde land de in artikel 6, de leden 1, 3, 4, 5 en 6 bedoelde beleidsmaatregelen overeen te komen.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Na de goedkeuring van het besluit tot verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie met het begunstigde land de nadere financiële voorwaarden van de bijstand overeen. Deze voorwaarden worden in een gift- of leningsovereenkomst vastgelegd.

5. Na de vaststelling van de gedelegeerde handeling betreffende de verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie met het begunstigde land de nadere financiële voorwaarden van de bijstand overeen. Deze voorwaarden worden in een gift- of leningsovereenkomst vastgelegd.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen in landenspecifieke bijstand en verstrekt daarbij de relevante documenten.

6. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen in landenspecifieke bijstand en verstrekt daarbij tijdig de relevante documenten.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De bijstand wordt in opeenvolgende tranches uitbetaald, mits de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld zijn.

2. De bijstand wordt in opeenvolgende tranches uitbetaald, mits de in artikel 6, de leden 1, 2, en 3, gestelde voorwaarden vervuld zijn.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie gaat op gezette tijden na of de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld blijven.

3. De Commissie gaat op gezette tijden na of de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld blijven. De EDEO gaat op gezette tijden, en in geval van onvoorziene ontwikkelingen onmiddellijk, na of de in artikel 6, lid 1, gestelde voorwaarden vervuld blijven en stelt de Commissie hieromtrent in kennis.

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Als de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden niet zijn vervuld, kan de Commissie de uitbetaling van de bijstand tijdelijk opschorten, verminderen of annuleren.

4. Als de in artikel 6, leden 1, 2 en 3, gestelde voorwaarden niet zijn vervuld, kan de Commissie, in nauwe samenwerking met de EDEO, de uitbetaling van de bijstand tijdelijk opschorten, verminderen of annuleren.

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. In deze gevallen, en indien de opschorting van de operatie na raadpleging van de EDEO wordt opgeheven, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad in kennis van de redenen hiervan.

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Begunstigde landen gaan regelmatig na of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.

1. Overeenkomsten die uit deze verordening voortvloeien dienen bepalingen te bevatten die ervoor zorgen dat begunstigde landen regelmatig nagaan of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Het in artikel 6, lid 3, bedoelde memorandum van overeenkomst en eventuele andere overeenkomsten die uit deze verordening voortvloeien dienen de rechten van de Commissie en de Rekenkamer krachtens de leden 2 en 3 van dit artikel gedurende en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand beschikbaar is, te waarborgen.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie evalueert regelmatig de resultaten en efficiëntie van macrofinanciële bijstand om na te gaan of de doelstellingen zijn bereikt en om aanbevelingen te kunnen formuleren voor verbetering van toekomstige operaties.

1. De Commissie evalueert regelmatig de resultaten en efficiëntie van macrofinanciële bijstand met betrekking tot ieder begunstigd land of gebied in het bijzonder om na te gaan of de doelstellingen zijn bereikt en om aanbevelingen te kunnen formuleren voor verbetering van toekomstige operaties. Bij de beoordeling van de werking van de politieke conditionaliteit krachtens artikel 6, lid 1, raadpleegt de Commissie de EDEO.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie stuurt het Europees Parlement en de Raad verslagen van evaluaties achteraf, waarin beoordeeld wordt in welke mate recent voltooide MFB-operaties tot de doelstellingen van de bijstand hebben bijgedragen.

2. De Commissie stuurt het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer verslagen van evaluaties achteraf, waarin beoordeeld wordt in welke mate recent voltooide operaties voor macrofinanciële bijstand met betrekking tot een begunstigd land of gebied in het bijzonder tot de doelstellingen van de bijstand hebben bijgedragen.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De Rekenkamer controleert het financiële beheer van de bijstand.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Schrappen

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 14 bis

 

Uitoefening van de delegatie

 

1. De bevoegdheid om de in artikel 2, lid 1 bis, artikel 2, lid 1 ter, artikel 5, lid 3, artikel 7, lid 3, en artikel 7, lid 4, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor de toepassingsduur van deze verordening.

 

2. De bevoegdheidsdelegatie kan op elk ogenblik door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheid die in het besluit wordt vermeld. Het besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere datum die daarin nader wordt bepaald. Het laat de geldigheid van alle reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

3. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan tegelijkertijd in kennis.

 

4. Een krachtens de artikel 2, lid 1 bis, artikel 2, lid 1 ter, artikel 5, lid 3, artikel 7, lid 3, en artikel 7, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking wanneer noch het Europees Parlement, noch de Raad binnen een periode van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar tegen de handeling heeft aangetekend of wanneer het Europees Parlement en de Raad voor het verstrijken van die periode beide aan de Commissie hebben meegedeeld geen bezwaar aan te tekenen. That period shall be extended by two months at the initiative of the European Parliament or the Council.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 14 ter

 

Evaluatie

 

1. Uiterlijk ...* en daarna om de vier jaar, legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van deze verordening.

 

2. Het in lid 1 bedoelde verslag bevat een nauwkeurig overzicht van de macrofinanciële bijstand die krachtens deze verordening is verleend en het gaat, indien van toepassing, vergezeld van een wetgevingvoorstel voor een herziening van deze verordening.

 

______________________

 

* PB: vier jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en verstrijkt op 31 december 2013.

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Bijlage II

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bijlage schrappen.

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Bijlage II bis (nieuw)

Amendement

BIJLAGE II bis

MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN BEPAALDE LANDEN EN GEBIEDEN

Begunstigde van de bijstand

Totale maximum bedrag van de bijstand

Vormen van de bijstand

Periode waarin de bijstand beschikbaar is

 

Lening

Gift

 

Bedrag

Maximum gemiddelde looptijd

Maximum aantal tranches

Bedrag

Maximum aantal tranches

TOELICHTING

Inleiding

De macrofinanciële bijstand (MFB) van de EU werd in 1990 ingesteld om financiële bijstand te verlenen aan derde landen die kampen met betalingsbalansmoeilijkheden op de korte termijn. Tot dusver zijn in totaal 55 MFB-besluiten ten gunste van 23 landen goedgekeurd, voor een bedrag van 7,2 miljard EUR, in de vorm van giften of leningen, of een combinatie van beide.

De afgelopen jaren is de Commissie INTA betrokken geweest bij de verlening van MFB, eerst volgens de raadplegingsprocedure en na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon als medewetgever. Krachtens het Verdrag van Lissabon zijn de juiste rechtsgrondslagen voor besluiten om MFB te verlenen artikel 209, lid 1, en artikel 212, lid 2, VWEU, afhankelijk van het feit of het ontvangende land een ontwikkelingsland is of niet. In beide gevallen is de gewone wetgevingsprocedure van toepassing.

Twee ad-hocbesluiten zijn krachtens het Verdrag van Lissabon aangenomen voor Oekraïne en Moldavië. Een derde besluit voor Georgië is opgeschort wegens een procedureel meningsverschil: het EP houdt vast aan de "adviesprocedure" die is gebruikt voor Oekraïne en Moldavië bij het vaststellen van het memorandum van overeenstemming (MvO), terwijl de Raad de voorkeur geeft aan de "onderzoeksprocedure".

Tot nu toe heeft de EU MFB-besluiten genomen op grond van de zogeheten "criteria van Genval" van de Raad van oktober 2002, die vallen onder per geval genomen wetgevingsbesluiten. Aangezien het EP deze situatie onbevredigend vindt, riep het in zijn resolutie van 2003 op tot een kaderverordening inzake MFB, en zo vormt het voorstel van de Commissie een directe reactie op deze eis.

II. Het voorstel van de Commissie

Volgens de Commissie zijn de voornaamste doelstellingen van haar voorstel:

– een formeel wettelijk instrument voor MFB aan derde landen instellen,

– snellere, efficiëntere en gestroomlijnde besluitvorming invoeren voor afzonderlijke MKB-handelingen,

–overeenstemming bereiken binnen de EU-instellingen over regels en voorwaarden (zodat het EP "mede-eigenaar van de regels" wordt),

– enkele regels herzien en verduidelijken, vooral met betrekking tot het geografische toepassingsgebied van MFB,

– de besluitvormingsprocedures voor MFB gelijktrekken met andere instrumenten voor externe financiële bijstand.

In haar werkdocument drukte de Commissie haar bezorgdheid uit over de huidige situatie van per geval genomen wetgevingsbesluiten, vooral in het licht van de verplichte, acht weken durende, raadpleging van de nationale parlementen. Hoewel MFB een waardevolle bijdrage heeft geleverd aan de macro-economische stabiliteit in nabuurschapslanden, beperken de huidige procedures de doeltreffendheid en transparantie ervan.

De Commissie heeft in haar motiveringen twee afzonderlijke kwesties samengenomen: het doel om MFB doeltreffender te maken en de noodzaak om duidelijke regels en voorwaarden voor MFB-vergoeding overeen te komen. De rapporteur zou aan willen raden eerst te kijken of we het eens zijn met de MFB-regels en los daarvan of we instemmen met de voorgestelde besluitvormingsprocedures.

Het EP heeft ook bijdragen ontvangen van het Portugese Parlement (van 20 september 2011) en de Italiaanse Senaat (van 29 november 2011).

De regelingen

Met de criteria van Genval wordt steun uit de MFB gekoppeld aan gedeelde democratische, economische en geografische nabijheid, evenals het bestaan van een IMF-programma en financiële discipline.

Procedurele regelingen en conditionaliteit

De Commissie heeft de fundamentele parameters van de criteria van Genval niet gewijzigd, maar in enkele kleine procedurele regels zijn veranderingen aangebracht. De Commissie heeft bijvoorbeeld het gebruik van plafonds voor het EU-aandeel van de steun geschrapt (artikel 5, lid 2), met de uitleg dat ze moeilijk te berekenen en onpraktisch zijn. Het lijkt passend dat de Commissie voldoende flexibiliteit krijgt bij het bepalen van het juiste bedrag en dat een procedureel keurslijf wordt voorkomen, terwijl ze ook moet garanderen dat elk bijstandsprogramma aan democratisch toezicht wordt onderworpen.

Dezelfde logica geldt voor de scheiding van giften en leningen. Het voorstel van de Commissie is enigszins vaag over hoe de verhouding tussen giften en leningen wordt bepaald, want hierin wordt gezegd dat rekening moet worden gehouden met "het economisch ontwikkelingspeil van het begunstigde land" zonder uit te leggen hoe deze analyse zal worden gebruikt (artikel 3, lid 1). Tot nu toe maakten giften deel uit van MFB aan landen als Albanië (2004), Bosnië-Herzegovina (2204), Georgië (2005 en 2009), Libanon (2007), Moldavië (2007 en 2010) en Armenië (2009).

Wat betreft plafonds is de rapporteur van mening dat er een evenwicht moet worden gecreëerd tussen het opstellen van duidelijke regels en het geven van ruimte aan de Commissie om de bijstand af te stemmen op de specifieke situatie in kwestie. Ervaringen uit het verleden hebben gevallen laten zien waarin MFB is gebruikt als financieel pakket dat zeer dicht in de buurt komt van voorwaardelijke giften voor de kwijtschelding van schulden, en de rapporteur is van mening dat dergelijke praktijken in de toekomst moeten worden voorkomen.

Het is van belang dat in de verordening het centrale complementaire beginsel gehandhaafd blijft dat MFB alleen moet worden toegekend in landen waar sprake is van een door het IMF gesteund programma (artikel 6, lid 2). Hoewel de praktijk om MFB aan een IMF-programma te koppelen de norm zal blijven, is de rapporteur van mening dat er een zodanige flexibiliteit moet bestaan dat de EU kan samenwerken met andere Europese of multilaterale financiële instellingen als de Wereldbank of de Europese Investeringsbank (EIB).

De rapporteur wil graag benadrukken dat MFB toegevoegde waarde van de EU moet leveren en alleen moet worden aangewend als de EU iets kan toevoegen in plaats van op te treden als "IMF-aanvulling". Daarom zal de EU bij een loskoppeling van MFB van de aanwezigheid van een IMF-programma meer vrijheid hebben om toegevoegde waarde te leveren. De EU zou in bepaalde gevallen kunnen overwegen een leidende rol op zich te nemen in MFB-operaties. Verder wordt in de gezamenlijke studie van het CEPS en de LSE waarvoor het EP opdracht gaf, opgemerkt dat MFB vaak te gering in omvang is om de uitvoering van de krachtens het MvO vastgestelde beleidsmaatregelen te garanderen. Daarom wordt in het verslag voorgesteld dat de bijdrage van de EU in de meeste gevallen niet onder een bepaald minimumpercentage mag dalen om te waarborgen dat de EU-bijdrage voldoende is om toegevoegde waarde te bieden en om het voor grote landen gemakkelijker te maken van MFB te profiteren.

In aanmerking komende landen

Tot de subsidiabele landen behoren kandidaat-lidstaten van de EU, potentiële kandidaat-lidstaten, landen en gebieden die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en andere landen in uitzonderlijke omstandigheden, die "politiek en economisch nauw met de EU verbonden en geografisch dicht bij de EU gelegen zijn" (artikel 2). In de praktijk bestaat de laatstgenoemde categorie uit Centraal-Aziatische landen.

The rapporteur believes that this provision is ambiguous and, in previous cases, the selection criteria have not been properly applied. Stabiliteit in de directe nabijheid van de EU en "Europeanisering" moeten de belangrijkste doelstellingen van MFB zijn en landen moeten op grond van die criteria worden goedgekeurd. In een bredere zijn er bepalingen ingevoerd om de Commissie een betere uitleg te laten geven over de selectie van landen en het onderlinge verband tussen MFB-programma's en de andere externe financieringsinstrumenten van de EU, en haar besluiten hierover openbaar te maken.

Politieke conditionaliteit

In navolging van de criteria van Genval wordt in de verordening steun uit MFB gekoppeld aan de aanwezigheid van "effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten" (artikel 6, lid 1). Feitelijk lijkt dit in overeenstemming met de verantwoordelijkheid van de EU krachtens het Verdrag van Lissabon om haar kernwaarden in haar externe betrekkingen te bevorderen.

De ervaring toont echter aan dat dergelijke conditionaliteit zelden wordt uitgevoerd. In een onderzoek uitgevoerd door het CEPS (Centrum voor Europese Beleidsstudies) in opdracht van het EP wordt opgemerkt dat de MFB voor Oekraïne in 2002 heeft laten zien dat de EU "weinig oog had voor de politieke randvoorwaarden". Dit patroon heeft zich, zoals door de meer recente studie aangetoond, constant herhaald.

De rapporteur is van mening dat de aanwending van randvoorwaarden moet worden aangescherpt en dat de politieke beoordeling door de Commissie formeler moet worden vastgelegd en transparanter moet worden. Tot de voorgestelde verbeteringen behoort dat de Europese dienst voor extern optreden vóór het voorstel voor elke MFB een transparant verslag voorlegt om te verifiëren in hoeverre elk land de mensenrechten eerbiedigt en aan andere politieke voorwaarden voldoet.

De rapporteur stelt voor de democratische doeltreffendheid van MFB nog verder te verbeteren door een expliciete verwijzing naar beleidsmaatregelen op het gebied van democratische- en mensenrechten in het MvO. Een aantal maatregelen om financiële verantwoording en transparantie te versterken (artikel 6, leden 4 en 5) hebben uiteraard een democratisch neveneffect, maar uitsluitend verwijzen naar "andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de EU" is niet voldoende. Concrete maatregelen over mensenrechten en democratische mechanismen moeten waar mogelijk worden opgenomen in het MvO. Verder wil de rapporteur een verslechtering van de democratische omstandigheden opnemen als reden voor de opschorting, vermindering of annulering van de uitbetaling.

Samenvattend wil de rapporteur dat er in de verordening zo veel nadruk op het democratisch belang van de EU komt te liggen dat er een evenwichtssituatie wordt bereikt met het financiële en economische belang van de EU waarmee in de verordening reeds rekening is gehouden.

De procedure

De Commissie introduceert de volgende besluitvormingsprocedure:

(i)        behandelingsprocedure voor:

–         de aanneming van landgebonden besluiten voor de verlening van MFB;

–         de aanneming van besluiten om het bedrag van de in het kader van de bijstand verstrekte middelen te verlagen, de bijstand op te schorten of deze te annuleren.

–         het aangaan van consultancycontracten voor steunmaatregelen als de waarde van 250 000 EUR per eenheid wordt overschreden;

(ii)       adviesprocedure om met het ontvangende land het MvO overeen te komen waarin de beleidsmaatregelen met betrekking tot de bijstand zijn vastgelegd.

Om die reden wordt met het voorstel van de Commissie de gewone wetgevingsprocedure per geval voor elke MFB geschrapt en vervangen door een besluit van de Commissie dat is goedgekeurd door de Raad. In de praktijk zou het EP geen rol spelen bij het toezicht op toekomstige MFB-operaties en het gebruik van gedelegeerde handelingen (artikel 290 VWEU) is niet bedoeld voor een enkelvoudige beschikking.

De rapporteur is het eens met de Commissie dat veranderingen nodig zijn om duidelijke regels op te stellen en om ervoor te zorgen dat de besluitvorming op het gebied van MFB zonder problemen verloopt en efficiënter wordt. Het is echter onaanvaardbaar als het toezicht door het Parlement volledig zou wegvallen en uitvoeringshandelingen voor MFB zouden worden ingevoerd.

Dat is de reden waarom de rapporteur heeft voorgesteld om gebruik te maken van gedelegeerde handelingen om MFB van geval tot geval te verlenen. Gedelegeerde handelingen combineren een hogere snelheid en efficiency met een doeltreffend democratisch toezicht dank zij het feit dat het EP met ieder besluit over MFB moet instemmen.

Tenslotte stelt de Commissie voor, de verordening slechts tot eind 2013 te laten lopen, waardoor zij een voorlopig karakter krijgt. Daarna moet de verordening door middel van een nieuwe kaderverordening worden vervangen (of gewijzigd). De rapporteur acht één kaderverordening toereikend en het heeft geen zin een verordening met een looptijd van minder dan twee jaar goed te keuren. Daarom stelt de rapporteur voor de verordening voor onbepaalde tijd vast te stellen, met de mogelijkheid van een herziening om de vier jaar.

ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (24.4.2012)

aan de Commissie internationale handel

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen
(COM(2011)0396 – C7‑0187/2011 – 2011/0176(COD))

Rapporteur voor advies: Inese Vaidere

AMENDEMENTEN

De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement              1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De Europese Unie is een belangrijke verstrekker van economische, financiële en technische bijstand aan derde landen. Macrofinanciële bijstand van de Unie (hierna "macrofinanciële bijstand" genoemd) is een efficiënt instrument voor economische stabilisatie gebleken, alsook een stimulans voor structurele hervormingen in de begunstigde landen. Overeenkomstig haar algemene beleid ten aanzien van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten en nabuurschapslanden moet de Unie in staat zijn die landen macrofinanciële bijstand te verlenen om een gebied van gedeelde stabiliteit, zekerheid en welvaart te ontwikkelen.

(1) De Europese Unie is een belangrijke verstrekker van economische, financiële en technische bijstand aan derde landen. Macrofinanciële bijstand van de Unie (hierna "macrofinanciële bijstand" genoemd) is een efficiënt instrument voor economische stabilisatie gebleken, alsook een stimulans voor structurele hervormingen in de begunstigde landen. Overeenkomstig haar algemene beleid ten aanzien van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten en nabuurschapslanden moet de Unie in staat zijn die landen macrofinanciële bijstand te verlenen om een gebied van gedeelde stabiliteit, zekerheid en welvaart te ontwikkelen, steeds met de instemming van beide partijen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De bijstand moet effectiever worden met een kader voor het verlenen van macrofinanciële bijstand aan derde landen waarmee de Unie belangrijke politieke, economische en commerciële banden heeft. Met name moet macrofinanciële bijstand aan derde landen kunnen worden verleend om deze aan te moedigen economische beleidsmaatregelen te nemen waarvan de kans groot is dat zij tot een oplossing van een betalingsbalanscrisis zullen leiden.

(3) De bijstand moet effectiever worden met een kader voor het verlenen van macrofinanciële bijstand aan kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en buurlanden, alsmede aan derde landen in buitengewone en naar behoren gemotiveerde gevallen. Met name moet macrofinanciële bijstand aan deze landen kunnen worden verleend om ze aan te moedigen economische beleidsmaatregelen te nemen waarvan de kans groot is dat zij tot een oplossing van een betalingsbalanscrisis zullen leiden.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie verenigbaar is met de voornaamste beginselen, doelstellingen en maatregelen in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en het desbetreffende beleid van de Unie op andere terreinen.

(9) De Commissie moet er in nauwe samenwerking met de EDEO voor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie verenigbaar is met de voornaamste beginselen, doelstellingen en maatregelen in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en het desbetreffende beleid van de Unie op andere terreinen. De Unie mag deze evenwel niet opdringen maar moet hierover tot overeenstemming komen met de landen die bijstand ontvangen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Macrofinanciële bijstand is tevens een instrument van het buitenlands beleid van de Unie en dient te worden ingezet om de zichtbaarheid en invloed van de Unie buiten haar grenzen te verbeteren. Tijdens de gehele operatie voor macrofinanciële bijstand is omwille van coördinatie en consistentie van het buitenlands beleid van de Unie nauwe betrokkenheid van de EDEO nodig.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Derde landen die een bepalende rol spelen bij regionale stabiliteit en van strategisch belang zijn voor de Unie, kunnen, vooropgesteld dat zij politiek of economisch nauw met de Unie verbonden of geografisch dicht bij de Unie gelegen zijn, in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen in aanmerking komen voor macrofinanciële bijstand. De beslissing om macrofinanciële bijstand aan dergelijke landen te verlenen dient als gedelegeerde handeling aan de Commissie te worden overgelaten.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 ter) Om flexibiliteit te bieden bij het gebruik van macrofinanciële bijstand als onderdeel van het extern optreden van de Unie dient de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen, te worden overgedragen aan de Commissie wanneer het erom gaat te bepalen of deze derde landen die geen kandidaat-lidstaat, potentiële kandidaat-lidstaat of buurland zijn, voor bijstand in aanmerking komen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen zorgen voor gelijktijdige, snelle en adequate toezending van de relevante documenten aan het Europees Parlement en de Raad.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het bedrag van de bijstand is gebaseerd op de resterende externe financieringsbehoeften van het begunstigde land. Deze worden door de Commissie in samenwerking met internationale financiële instellingen vastgesteld, op basis van een brede en goed gedocumenteerde kwantitatieve beoordeling. Met name zal de Commissie zich baseren op de laatste, door het IMF opgestelde betalingsbalansprognoses voor het betrokken land en rekening houden met de verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren.

1. Het bedrag van de bijstand is gebaseerd op de resterende externe financieringsbehoeften van het begunstigde land. Deze worden door de Commissie in samenwerking met internationale financiële instellingen en de EDEO vastgesteld, op basis van een brede en goed gedocumenteerde kwantitatieve beoordeling. Met name zal de Commissie zich baseren op de laatste, door het IMF opgestelde betalingsbalansprognoses voor het betrokken land en rekening houden met de verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Indien de financieringsbehoeften van het begunstigde land tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand aanzienlijk verminderen, kan de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2, besluiten het bedrag van de in het kader van de bijstand verstrekte middelen te verlagen, de bijstand op te schorten of deze te annuleren.

3. Indien de financieringsbehoeften van het begunstigde land tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand aanzienlijk verminderen, maakt de Commissie opnieuw een evaluatie van de economische en financiële situatie in het begunstigde land en kan zij op basis van deze evaluatie en overeenkomstig artikel 14, lid 2, besluiten het bedrag van de in het kader van de bijstand verstrekte middelen te verlagen, de bijstand op te schorten of deze te annuleren.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een voorafgaande voorwaarde voor het verlenen van macrofinanciële bijstand is dat het begunstigde land eerbied aan de dag legt voor effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten.

1. Een voorafgaande voorwaarde voor het verlenen van macrofinanciële bijstand is dat het begunstigde land eerbied aan de dag legt voor effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten. Voor de beoordeling hiervan wordt een beroep gedaan op de EDEO in samenwerking met de Europese Commissie en worden de door het Europees Parlement goedgekeurde resoluties en verslagen over de begunstigde landen in aanmerking genomen. In deze beoordeling kan worden ingegaan op beleidsaanbevelingen met betrekking tot versterking van de democratische instellingen, mensenrechten, transparantie en corruptiebestrijding. Met het oog op het beschermen van de democratische waarden en belangen van de Unie en het versterken van het respect van de begunstigde landen voor de mensenrechten, bevat het memorandum van overeenstemming landenspecifieke maatregelen die in overeenstemming zijn met het externe beleid van de Unie, dat zich richt op versterking van de rechtsstaat, de mensenrechten en werknemersrechten, transparantie en corruptiebestrijding.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De uitbetaling van de bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er op bevredigende wijze vooruitgang is geboekt met een IMF-programma. Zij is ook afhankelijk van de voorwaarde dat binnen een specifieke termijn uitvoering wordt gegeven aan een reeks duidelijk bepaalde economische beleidsmaatregelen, in de eerste plaats inzake structurele hervormingen, die tussen de Commissie en het begunstigde land worden overeengekomen en in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

3. De uitbetaling van de bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er op bevredigende wijze vooruitgang is geboekt met een IMF-programma en geschiedt met inachtneming van de politieke en op waarden gebaseerde Genval-beginselen. Zij is ook afhankelijk van de voorwaarde dat binnen een specifieke termijn uitvoering wordt gegeven aan een reeks duidelijk bepaalde economische beleidsmaatregelen, in de eerste plaats inzake structurele hervormingen, die tussen de Commissie en het begunstigde land worden overeengekomen en in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

 

 

 

2. Als voldaan is aan de in de artikelen 1, 2, 4 en 6 gestelde voorwaarden, wordt door de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2 macrofinanciële bijstand verleend.

2. Als voldaan is aan de in de artikelen 1, 2, 4 en 6 gestelde voorwaarden, wordt door de Commissie, in nauwe samenwerking met de EDEO, overeenkomstig artikel 14, lid 2, macrofinanciële bijstand verleend.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Na de goedkeuring van het besluit tot verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 3, met het begunstigde land de in artikel 6, de leden 3, 4, 5 en 6 bedoelde beleidsmaatregelen overeen.

4. Na de goedkeuring van het besluit tot verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie, in nauwe samenwerking met de EDEO, overeenkomstig artikel 14, lid 3, met het begunstigde land de in artikel 6, leden 1, 3, 4, 5 en 6 bedoelde beleidsmaatregelen overeen.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen in landenspecifieke bijstand en verstrekt daarbij de relevante documenten.

6. De Commissie en de EDEO lichten het Europees Parlement en de Raad regelmatig en/of op verzoek in over de ontwikkelingen in landenspecifieke bijstand en zorgen daarbij voor een gelijktijdige en spoedige overdracht van de relevante documenten.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Macrofinanciële bijstand wordt uitbetaald aan de centrale bank van het begunstigde land.

1. Macrofinanciële bijstand wordt uitsluitend uitbetaald aan de centrale bank van het begunstigde land.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De bijstand wordt in opeenvolgende tranches uitbetaald, mits de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld zijn.

2. De bijstand wordt in opeenvolgende tranches uitbetaald, mits de in artikel 6, leden 1, 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld zijn.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie gaat op gezette tijden na of de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld blijven.

3. De Commissie gaat op gezette tijden na of de in artikel 6, leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld blijven. De EDEO gaat op gezette tijden, en in geval van onvoorziene ontwikkelingen onmiddellijk, na of de in artikel 6, lid 1, gestelde voorwaarden vervuld blijven en stelt de Commissie hieromtrent in kennis.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Als de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden niet zijn vervuld, kan de Commissie de uitbetaling van de bijstand tijdelijk opschorten, verminderen of annuleren.

4. Als de in artikel 6, leden 1, 2 en 3, gestelde voorwaarden niet zijn vervuld, kan de Commissie, in nauwe samenwerking met de EDEO, de uitbetaling van de bijstand tijdelijk opschorten, verminderen of annuleren.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. In deze gevallen, en indien de opschorting van de operatie na raadpleging van de EDEO wordt opgeheven, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad in kennis van de redenen hiervan.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Begunstigde landen gaan regelmatig na of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.

1. Begunstigde landen zorgen ervoor dat de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren wordt gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Wanneer is aangetoond dat in verband met het beheer van uit hoofde van deze verordening verleende bijstand een begunstigd land fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt, heeft de Commissie recht op de volledige terugbetaling van de gift en/of de vervroegde terugbetaling van de lening.

5. Wanneer is aangetoond dat in verband met het beheer van uit hoofde van deze verordening verleende bijstand een begunstigd land fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt, heeft de Commissie recht op de volledige terugbetaling van de gift en/of de vervroegde terugbetaling van de lening. Het memorandum van overeenstemming bevat bepalingen inzake mechanismen waarmee onrechtmatig ontvangen middelen in beslag kunnen worden genomen.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 11 bis

 

Besluit over de criteria voor toekenning van bijstand aan derde landen en uitvoering van de delegatie

 

1. Derde landen die een bepalende rol spelen bij regionale stabiliteit en van strategisch belang zijn voor de Unie, kunnen, vooropgesteld dat zij politiek en economisch nauw met de Unie verbonden en geografisch dicht bij de Unie gelegen zijn, in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen in aanmerking komen voor macrofinanciële bijstand.

 

2. De Commissie wordt gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen om waar nodig in aanmerking komende landen die aan de in lid 1 genoemde criteria voldoen, aan deze verordening toe te voegen. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

3. De bevoegdheid tot vaststelling van de in lid 2 bedoelde gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend voor de toepassingsduur van deze verordening.

 

4. De bevoegdheidsdelegatie kan op elk ogenblik door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit vermelde bevoegdheid. Dit treedt in werking op de dag na de bekendmaking van de beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie of een latere datum die daarin nader wordt bepaald. Het laat de geldigheid van alle reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

6. Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Deze periode kan op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden worden verlengd.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie onderzoekt de geboekte vooruitgang bij het uitvoeren van de uit hoofde van deze verordening genomen maatregelen en dient jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de uitvoering van macrofinanciële bijstand in.

1. De Commissie onderzoekt, in nauwe samenwerking met de EDEO, de geboekte vooruitgang bij het uitvoeren van de uit hoofde van deze verordening genomen maatregelen en dient jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de uitvoering van macrofinanciële bijstand in.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In het jaarverslag worden de economische situatie en de vooruitzichten van de begunstigde landen beoordeeld, alsook de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de in artikel 6, lid 3, bedoelde beleidsmaatregelen.

2. In het jaarverslag worden de economische situatie en de vooruitzichten van de begunstigde landen beoordeeld, alsook de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de in artikel 6, leden 1 en 3, bedoelde beleidsmaatregelen.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Comité

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. De EDEO wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van dit comité en mag aan zijn werkzaamheden deelnemen.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 14 bis

 

Evaluatie

 

1. Uiterlijk op ….* stelt de Commissie in nauwe samenwerking met de EDEO een verslag op over de tenuitvoerlegging van deze verordening en de vraag in hoeverre de doelstellingen ervan zijn bereikt. Het verslag bevat onder meer een beoordeling van de tenuitvoerlegging van de artikelen 3 en 6.

 

2. Het verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad en gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel om de noodzakelijke wijzigingen op deze verordening aan te brengen.

 

___________________

 

* PB: vier jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en verstrijkt op 31 december 2013.

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

PROCEDURE

Titel

Algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Document- en procedurenummers

COM(2011)0396 – C7-0187/2011 – 2011/0176(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

INTA

7.7.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

7.7.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Inese Vaidere

3.10.2011

 

 

 

Datum goedkeuring

24.4.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

47

2

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Elmar Brok, Mário David, Michael Gahler, Marietta Giannakou, Ana Gomes, Takis Hadjigeorgiou, Richard Howitt, Anna Ibrisagic, Anneli Jäätteenmäki, Jelko Kacin, Ioannis Kasoulides, Tunne Kelam, Evgeni Kirilov, Maria Eleni Koppa, Andrey Kovatchev, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Eduard Kukan, Alexander Graf Lambsdorff, Vytautas Landsbergis, Krzysztof Lisek, Sabine Lösing, Mario Mauro, Francisco José Millán Mon, María Muñiz De Urquiza, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Raimon Obiols, Kristiina Ojuland, Justas Vincas Paleckis, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Cristian Dan Preda, Libor Rouček, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Nikolaos Salavrakos, Adrian Severin, Marek Siwiec, Charles Tannock, Inese Vaidere, Kristian Vigenin

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Laima Liucija Andrikienė, Andrew Duff, Tanja Fajon, Kinga Gál, Elisabeth Jeggle, Antonio López-Istúriz White, Carmen Romero López, Marietje Schaake, Indrek Tarand, Alejo Vidal-Quadras, Renate Weber

PROCEDURE

Titel

Algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Document- en procedurenummers

COM(2011)0396 – C7-0187/2011 – 2011/0176(COD)

Datum indiening bij EP

4.7.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

INTA

7.7.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

7.7.2011

DEVE

7.7.2011

BUDG

7.7.2011

 

Geen advies

       Datum besluit

DEVE

29.8.2011

BUDG

6.7.2011

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Metin Kazak

13.7.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

22.11.2011

26.3.2012

 

 

Datum goedkeuring

26.4.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

William (The Earl of) Dartmouth, Laima Liucija Andrikienė, Maria Badia i Cutchet, David Campbell Bannerman, Yannick Jadot, Metin Kazak, Bernd Lange, Vital Moreira, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Peter Šťastný, Keith Taylor, Jan Zahradil, Paweł Zalewski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Josefa Andrés Barea, George Sabin Cutaş, Albert Deß, Béla Glattfelder, Maria Eleni Koppa, Elisabeth Köstinger, Marietje Schaake, Jarosław Leszek Wałęsa, Pablo Zalba Bidegain

Datum indiening

3.5.2012