VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over het versterken van economisch toezicht en begrotingstoezicht op de lidstaten die bedreigd worden door ernstige problemen of deze ervaren ten aanzien van hun financiële stabiliteit in de eurozone

24.5.2012 - (COM(2011)0819 – C7‑0449/2011 – 2011/0385(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur:Jean-Paul Gauzès


Procedure : 2011/0385(COD)
Stadium plenaire behandeling

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van het versterken van economisch toezicht en begrotingstoezicht op de lidstaten die bedreigd worden door ernstige problemen of deze ervaren ten aanzien van hun financiële stabiliteit in de eurozone

(COM(2011)0819 – C7‑0449/2011 – 2011/0385(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2011)0819),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 136 en artikel 121, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0449/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 7 maart 2012[1],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0172/2012),

1.  neemt het hierbij vermelde standpunt in eerste lezing aan;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De ongekende mondiale crisis die de wereld de afgelopen drie jaar in haar greep heeft gehouden, heeft de economische groei en de financiële stabiliteit ernstig geschaad en een sterke verslechtering van het overheidstekort en de schuldpositie van de lidstaten tot gevolg gehad, waardoor een aantal onder hen een beroep heeft gedaan op financiële bijstand buiten het Uniekader.

(1) De ongekende mondiale crisis die de wereld sinds 2007 in haar greep houdt, heeft de economische groei en de financiële stabiliteit ernstig geschaad en tot een sterke verslechtering van het overheidstekort en de schuldpositie van de lidstaten geleid, waardoor een aantal onder hen een beroep heeft gedaan op financiële bijstand buiten en binnen het Uniekader.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. In artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) staat dat "de Unie bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden rekening houdt met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid".

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) De volledige consistentie tussen het in het Verdrag vastgelegde multilaterale toezichtkader van de Unie en de eventueel aan de bovenbedoelde financiële bijstand verbonden beleidsvoorwaarden dient door Uniewetgeving te worden gewaarborgd. De economische en financiële integratie van de lidstaten die de euro als munt hebben, vereist een versterkt toezicht om te voorkomen dat een lidstaat die moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, de rest van het eurogebied besmet.

(2) De volledige consistentie tussen het in het Verdrag vastgelegde multilaterale toezichtkader van de Unie en de eventueel aan de bovenbedoelde financiële bijstand verbonden beleidsvoorwaarden dient door Uniewetgeving te worden gewaarborgd. De economische en financiële integratie van alle lidstaten, met name degene die de euro als munt hebben, vereist een versterkt toezicht om te voorkomen dat een lidstaat die moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, de rest van het eurogebied en bij uitbreiding de hele Europese Unie besmet.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De intensiteit van het economische en budgettaire toezicht moet in verhouding staan tot de ernst van de ondervonden financiële moeilijkheden en moet naar behoren zijn afgestemd op de aard van de ontvangen financiële bijstand, die kan variëren van louter anticiperende steun op basis van vooraf vastgestelde voorwaarden tot een volwaardig macro-economisch aanpassingsprogramma waaraan strikte beleidsvoorwaarden zijn verbonden.

(3) De intensiteit van het economische en budgettaire toezicht moet in verhouding staan tot en evenredig zijn met de ernst van de ondervonden financiële moeilijkheden en moet naar behoren zijn afgestemd op de aard van de ontvangen financiële bijstand, die kan variëren van louter anticiperende steun op basis van vooraf vastgestelde voorwaarden tot een volwaardig macro-economisch aanpassingsprogramma waaraan strikte beleidsvoorwaarden zijn verbonden. De macro-economische aanpassingsprogramma’s moeten rekening houden met het nationale hervormingsprogramma van de betrokken lidstaat in het kader van de communautaire strategie voor groei en werkgelegenheid.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Wanneer een lidstaat die de euro als munt heeft, een ernstige financiële verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden, moet hij onder verscherpt toezicht worden gesteld opdat de toestand in de betrokken lidstaat snel wederom wordt genormaliseerd en de overige lidstaten van het eurogebied tegen mogelijke negatieve overloopeffecten worden beschermd. Dit verscherpte toezicht dient onder meer ruimere toegang te behelzen tot de informatie die nodig is voor een nauwlettende bewaking van de economische, budgettaire en financiële situatie, alsook regelmatige rapportage aan het Economisch en Financieel Comité (EFC) of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen. Voor lidstaten die om anticiperende bijstand van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere internationale financiële instelling verzoeken, dienen dezelfde toezichtregelingen te gelden.

(4) Wanneer een lidstaat die de euro als munt heeft, een ernstige financiële verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden, moet hij onder verscherpt toezicht worden gesteld opdat de toestand in de betrokken lidstaat snel wederom wordt genormaliseerd en de overige lidstaten van het eurogebied tegen mogelijke negatieve overloopeffecten worden beschermd. Dit verscherpte toezicht dient in verhouding te staan tot de ernst van de problemen en dienovereenkomstig te worden gefaseerd. Het dient onder meer ruimere toegang te behelzen tot de informatie die nodig is voor een nauwlettende bewaking van de economische, budgettaire en financiële situatie, alsook regelmatige rapportage aan de bevoegde commissie van het Europees Parlement alsmede het Economisch en Financieel Comité (EFC) of aan een subcomité dat het EFC daartoe kan aanwijzen. Voor lidstaten die om anticiperende bijstand van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere internationale financiële instelling verzoeken, dienen dezelfde toezichtregelingen te gelden.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Een lidstaat die onder verscherpt toezicht is gesteld, moet ook maatregelen aannemen die erop gericht zijn de bronnen of potentiële bronnen van zijn moeilijkheden aan te pakken. Hiertoe moet rekening worden gehouden met alle aanbevelingen die de lidstaat in de loop van een buitensporigtekortprocedure of een procedure bij buitensporige macro-economische onevenwichtigheden heeft ontvangen.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Voor lidstaten met een macro-economisch aanpassingsprogramma dient het toezicht op de economische en budgettaire situatie fors te worden versterkt. Wegens het veelomvattende karakter van een dergelijk programma dienen de overige economische en budgettaire toezichtprocessen tijdens de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma te worden opgeschort om overlapping van rapportageverplichtingen te vermijden.

(5) Voor lidstaten met een macro-economisch aanpassingsprogramma dient het toezicht op de economische en budgettaire situatie fors te worden versterkt. Wegens het veelomvattende karakter van een dergelijk programma dienen de overige economische en budgettaire toezichtprocessen tijdens de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma te worden opgeschort of waar nodig te worden gestroomlijnd om de consistentie van het toezicht op het economische beleid te waarborgen en overlapping van rapportageverplichtingen te vermijden. Bij de uitwerking van het macro-economische aanpassingsprogramma moet er echter rekening worden gehouden met alle aanbevelingen die de lidstaat in de loop van een buitensporigtekortprocedure of een procedure bij buitensporige macro-economische onevenwichtigheden heeft ontvangen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Overeenkomstig de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie van de Europese Unie1 kan het vrije verkeer van kapitaal – een grondbeginsel van het VWEU – om gegronde redenen betreffende de openbare veiligheid middels nationale regelgeving worden beperkt. Redenen inzake de openbare veiligheid kunnen de bestrijding van belastingontduiking omvatten, in het bijzonder voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied.

 

_____________

 

1 Zie zaak C-463/00 en zaak C-174/04.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter) Dergelijke belastingontduiking vertegenwoordigt een tekort aan inkomsten dat gelijk kan zijn aan of zelfs hoger dan het bedrag van de financiële steun van een of meer lidstaten, het IMF, de EFSF, het EFSM of het ESM, en vloeit in de eerste plaats voort uit de gebrekkige tenuitvoerlegging van het nationale belastingbeleid.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 quater) Op grond van een voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank kan de Raad, overeenkomstig artikel 66 VWEU, beperkingen toestaan ten aanzien van derde landen die verantwoordelijk zijn voor kapitaalverkeer dat de werking van de Economische en Monetaire Unie ernstig bemoeilijkt.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) De lidstaten betrekken overeenkomstig de huidige nationale voorschriften en praktijken zowel de sociale partners als de organisaties uit het maatschappelijk middenveld bij de voorbereiding, tenuitvoerlegging, controle en evaluatie van de technischebijstandsprogramma's.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Een besluit dat een lidstaat zich niet aan zijn aanpassingsprogramma houdt, zou ook leiden tot een schorsing van de betalingen en vastleggingen van Uniefondsen als bedoeld in artikel 21, lid 6, van Verordening (EU) nr. XXX houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij, die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen, en houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006,

Schrappen

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) In bepaalde omstandigheden kan de bescherming van een lidstaat tegen de volatiliteit van de markten betere langetermijnresultaten opleveren voor wat betreft de stabilisatie van de economische situatie van deze lidstaat en het vermogen van de lidstaat om zijn schulden af te lossen. In dergelijke omstandigheden kan een lidstaat op basis van een besluit van de Commissie tijdelijk onder rechtsbescherming worden geplaatst. De Raad kan een dergelijke beslissing van de Commissie middels de gevraagde meerderheid intrekken.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) Referenties naar financiële steun in deze Verordening dienen ook de financiële steun te dekken die als voorzorg wordt gegeven, tenzij anders voorzien.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 quater) De beslissing van de Commissie om onder deze Verordening een intensiever toezicht voor een lidstaat te laten gelden moet in nauwe samenwerking met het EFC, het Europees Comité voor systeemrisico en de relevante Europese Toezichthoudende Autoriteiten genomen worden. De Commissie moet ook samenwerken met het EFC als zij beslist over een verlenging van het verscherpte toezicht.

Amendement              16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. In deze verordening worden voorschriften vastgesteld ter versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit en/of die financiële bijstand van een of meer andere staten, de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) of andere internationale financiële instellingen, zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), ontvangen of kunnen ontvangen.

1. In deze verordening worden voorschriften vastgesteld ter versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die de euro als munt hebben en die:

 

- ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit en/of de houdbaarheid van hun overheidsfinanciën, met mogelijke negatieve overloopeffecten op andere lidstaten van het eurogebied; en/of

 

- financiële bijstand van een of meer andere staten, de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) of andere internationale financiële instellingen, zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), aanvragen of ontvangen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Deze Verordening formuleert bepalingen voor strengere nationale begrotingsvoorschriften en een betere coördinatie van het economisch beleid.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 1 bis

 

Stringentere begrotingsvoorschriften en coördinatie van economisch beleid

 

1. Met als doel het coördineren van een betere planning van hun nationale schuld zullen de lidstaten hun emissies van staatsschuld vooraf aan de Commissie en de Raad rapporteren.

 

2. Met als doel om beste praktijken te benchmarken en tot een nauwere coördinatie van het economisch beleid te komen, waarborgen de lidstaten dat alle belangrijke economische beleidshervormingen die zij beogen te ondernemen, vooraf worden besproken en coördineren zij deze hervormingen indien toepasselijk met de andere lidstaten.

 

3. In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1466/97 zorgen de lidstaten ervoor dat de begrotingssituatie van de overheid als geheel op middellange termijn in evenwicht is of een overschot vertoont.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Bij toepassing van deze verordening nemen de Commissie, de Raad en de lidstaten artikel 152 VWEU ten volle in acht en eerbiedigen de in het kader van deze verordening vastgestelde aanbevelingen de nationale praktijken en de instellingen voor loonvorming. Bij de toepassing van deze verordening en de hieronder aangenomen aanbevelingen houden de Commissie, de Raad en de lidstaten eveneens rekening met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en wordt bijgevolg geen afbreuk gedaan aan het recht om over collectieve arbeidsovereenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, en om vakbondsacties te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie kan besluiten een lidstaat die ernstige moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, onder verscherpt toezicht te stellen. De betrokken lidstaat wordt vooraf de mogelijkheid geboden zijn standpunten kenbaar te maken. De Commissie besluit om de zes maanden of het verscherpte toezicht wordt verlengd.

1. Op basis van de laatste grondige herziening overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 en rekening houdende met aanvullende objectieve criteria, waaronder waarschuwingen van het Europees Comité voor systeemrisico (ECSR) en de verslagen waarnaar wordt verwezen in Verordening (EU) nr. .../2012 van het Europees Parlement en de Raad van ... [betreffende gemeenschappelijke bepalingen voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied] kan de Commissie besluiten een lidstaat onder verscherpt toezicht te stellen. De Raad kan een dergelijke beslissing binnen 10 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen intrekken. Voordat de beslissing wordt genomen, krijgt de betrokken lidstaat de kans zijn standpunt kenbaar te maken. De Commissie besluit om de zes maanden of het verscherpte toezicht wordt verlengd. Wanneer de Commissie besluit om een lidstaat onder verscherpt toezicht te stellen, brengt zij het ECSR daarvan naar behoren op de hoogte en stelt zij de lidstaat en het ECSR indien toepasselijk in kennis van de resultaten van het verscherpte toezicht.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Wanneer de Commissie conform lid 1 besluit om een lidstaat onder verscherpt toezicht te stellen, brengt zij het ECSR daarvan naar behoren op de hoogte en stelt zij de lidstaat in kwestie indien toepasselijk in kennis van de resultaten van het verscherpte toezicht.

Motivering

De staatsschuldencrisis heeft ook het onderlinge verband aangetoond tussen staatsschulden, financiële stabiliteit en de solvabiliteit van banken. Om het ECSR te helpen bij het identificeren van systeemrisico's, moet het op de hoogte gebracht worden wanneer een lidstaat onder verscherpt toezicht gesteld wordt.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie besluit om een lidstaat die van een of meer andere staten, de EFSF, het ESM of een andere internationale financiële instelling, zoals het IMF, anticiperende financiële bijstand ontvangt, onder verscherpt toezicht te stellen. De Commissie stelt een lijst op van de betrokken anticiperende financiële-bijstandinstrumenten en houdt deze actueel, zodat rekening wordt gehouden met mogelijke wijzigingen in het financiële steunbeleid van de EFSF, het ESM of een andere relevante internationale financiële instelling.

2. De Commissie besluit om een lidstaat die van een of meer andere staten, de EFSF, het EFSM, het ESM of een andere internationale financiële instelling zoals het IMF anticiperende financiële bijstand vraagt of ontvangt, onder verscherpt toezicht te stellen.

 

De Commissie maakt de beslissingen die zij in overeenstemming met leden 1 en 2 neemt, openbaar.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Lid 2 is niet van toepassing op een lidstaat die anticiperende financiële bijstand ontvangt in de vorm van een kredietlijn die niet van de vaststelling van nieuwe beleidsmaatregelen door de betrokken lidstaat afhankelijk is gesteld, zolang op de kredietlijn geen beroep wordt gedaan.

3. De Commissie kan beslissen dat lid 2 niet van toepassing is op een lidstaat die anticiperende financiële bijstand ontvangt in de vorm van een kredietlijn die niet van de vaststelling van nieuwe beleidsmaatregelen door de betrokken lidstaat afhankelijk is gesteld, zolang op de kredietlijn geen beroep wordt gedaan.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De Commissie stelt een lijst op van de financiële-bijstandinstrumenten die aanleiding kunnen geven tot het in lid 2 vermelde verscherpte toezicht, en houdt deze lijst actueel.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. In overleg en in samenwerking met de Commissie – handelend in samenwerking met de Europese Centrale Bank (ECB) – neemt een lidstaat onder verscherpt toezicht maatregelen die erop gericht zijn de bronnen of potentiële bronnen van moeilijkheden aan te pakken.

1. In overleg en in samenwerking met de Commissie – handelend in samenwerking met de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit) opgericht uit hoofde van verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad1, de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) opgericht uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad2 en de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) opgericht uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad3 (samen "de ETA's" genoemd), het ECSR en indien toepasselijk het IMF – neemt een lidstaat onder verscherpt toezicht maatregelen die erop gericht zijn de bronnen of potentiële bronnen van moeilijkheden aan te pakken, rekening houdend met alle aanbevelingen die hij uit hoofde van verordeningen (EU) nrs. 1466/97, 1467/97 en 1176/2011 heeft ontvangen met betrekking tot zijn nationale hervormingsprogramma's en zijn stabiliteits- of convergentieprogramma's. De werkgroep van de eurogroep, het Economisch en Financieel Comité (EFC), de bevoegde commissie van het Europees Parlement en het parlement van de betrokken lidstaat worden van deze maatregelen in kennis gesteld.

 

______________

 

1 PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

 

2 PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.

 

3 PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie onderzoekt de mogelijke door andere lidstaten veroorzaakte negatieve overloopeffecten, onder meer op fiscaal gebied. Wanneer de Commissie dergelijke negatieve overloopeffecten vaststelt, doet de Raad op aanbeveling van de Commissie en overeenkomstig de in artikel 121, lid 2, van het VWEU vastgelegde procedure de nodige aanbevelingen toekomen aan de lidstaten die de negatieve overloopeffecten veroorzaken.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Op verzoek van de Commissie is de lidstaat onder verscherpt toezicht ertoe gehouden:

3. Op verzoek van de Commissie is een lidstaat onder verscherpt toezicht uit hoofde van artikel 2, lid 1, ertoe gehouden:

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) met de verlangde frequentie aan de Commissie, de ECB en de Europese Bankautoriteit (EBA) uitgesplitste informatie mee te delen over de financiële situatie van de financiële instellingen die onder toezicht van zijn nationale toezichthouders staan;

(a) overeenkomstig artikel 35 van verordeningen (EU) nrs. 1093/2010, 1094/2010 en 1095/2010 met de verlangde frequentie aan de relevante ETA's uitgesplitste informatie mee te delen over de ontwikkelingen in zijn financiële stelsel, met inbegrip van een analyse van de resultaten van de uitgevoerde stresstests en gevoeligheidsanalyses (zie letter b hieronder). Op basis van de conclusies die worden getrokken uit de onderliggende indicatoren van het scorebord voor macro-economische onevenwichtigheden, evalueren de relevante ETA's in samenwerking met het ECSR de mogelijke zwakke plekken van het financiële stelsel en leggen zij deze evaluaties met de door de Commissie verlangde frequentie voor aan de Commissie en de ECB;

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) onder toezicht van de Europese Bankautoriteit de door de Commissie en de ECB gespecificeerde stresstests of gevoeligheidsanalyses uit te voeren die nodig zijn om na te gaan in hoeverre de banksector tegen diverse macro-economische en financiële schokken is bestand, en de gedetailleerde resultaten met de genoemde instellingen te delen;

(b) onder toezicht van de relevante ETA’s de door de Commissie en de ECB in overleg met de relevante ETA's en het ECSR gespecificeerde stresstests of gevoeligheidsanalyses uit te voeren die nodig zijn om na te gaan in hoeverre de financiële sector tegen diverse macro-economische en financiële schokken is bestand;

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) in het kader van een specifieke collegiale toetsing van de EBA regelmatige beoordelingen te ondergaan van zijn vermogen om toezicht op de banksector uit te oefenen;

(c) in het kader van een specifieke collegiale toetsing door de relevante ETA's regelmatige beoordelingen te ondergaan van zijn vermogen om toezicht op de financiële sector uit te oefenen;

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) alle benodigde informatie mee te delen voor de bewaking van macro-economische onevenwichtigheden zoals vastgelegd bij Verordening (EU) nr. XXX van het Europees Parlement en de Raad betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden.

(d) alle benodigde informatie mee te delen voor de bewaking van macro-economische onevenwichtigheden, overeenkomstig verordening (EU) nr. 1176/2011.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Op verzoek van de Commissie is een lidstaat onder verscherpt toezicht uit hoofde van artikel 2, lid 2, ertoe gehouden:

 

(a) overeenkomstig artikel 35 van verordeningen (EU) nrs. 1093/2010, 1094/2010 en 1095/2010 met de verlangde frequentie aan de Commissie, de ECB en de relevante ETA's uitgesplitste informatie mee te delen over de ontwikkelingen in zijn financiële stelsel, met inbegrip van een analyse van de resultaten van de uitgevoerde stresstests en gevoeligheidsanalyses (zie letter b hieronder). De Commissie, de ECB en de relevante ETA's behandelen deze uitgesplitste gegevens als vertrouwelijk;

 

(b) onder toezicht van de relevante ETA’s de door de Commissie en de ECB in overleg met de relevante ETA's en het ECSR gespecificeerde stresstests of gevoeligheidsanalyses uit te voeren die nodig zijn om na te gaan in hoeverre de financiële sector tegen diverse macro-economische en financiële schokken is bestand;

 

(c) in het kader van een specifieke collegiale toetsing door de relevante ETA's regelmatige beoordelingen te ondergaan van zijn vermogen om toezicht op de financiële sector uit te oefenen;

 

(d) alle benodigde informatie mee te delen voor de bewaking van macro-economische onevenwichtigheden zoals vastgelegd bij verordening (EU) nr. 1176/2011.

 

Lidstaten die financiële steun ontvangen voor de herkapitalisatie van hun financiële instellingen, brengen bovendien verslag uit over de aan deze financiële instellingen opgelegde voorwaarden, inclusief wat betreft de vergoeding van leidinggevend personeel en de in de reële economie toepasselijke kredietverleningsvoorwaarden.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In samenwerking met de ECB legt de Commissie regelmatig controlebezoeken in de lidstaat onder toezicht af om te verifiëren welke vorderingen zijn gemaakt bij de tenuitvoerlegging van de in de leden 1, 2, en 3 vermelde maatregelen. Elk kwartaal deelt zij haar bevindingen mee aan het Economisch en Financieel Comité (EFC) of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen – en gaat zij met name na of verdere maatregelen zijn vereist. Deze controlebezoeken vervangen de in artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 bedoelde controles ter plaatse.

4. In samenwerking met de ECB en de relevante ETA's en waar toepasselijk het IMF legt de Commissie regelmatig controlebezoeken in de onder verscherpt toezicht geplaatste lidstaat af om te verifiëren welke vorderingen zijn gemaakt bij de tenuitvoerlegging van de in de leden 1, 2, 3 en 3 bis vermelde maatregelen. Elk kwartaal deelt zij haar bevindingen mee aan het EFC en aan de bevoegde commissie van het Europees Parlement en gaat zij met name na of verdere maatregelen zijn vereist. Deze controlebezoeken vervangen de in artikel 10 bis, lid 2, van verordening (EG) nr. 1467/97 voorziene controles ter plaatse.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Wanneer op basis van de in lid 4 bedoelde evaluatie wordt geconcludeerd dat verdere maatregelen vereist zijn en dat de financiële situatie van de betrokken lidstaat aanzienlijke negatieve gevolgen heeft voor de financiële stabiliteit van het eurogebied, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de betrokken lidstaat aanbevelen financiële bijstand te vragen en een macro-economisch aanpassingsprogramma op te stellen. De Raad kan besluiten deze aanbeveling openbaar te maken.

5. Wanneer op basis van de in lid 4 voorziene controlebezoeken wordt geoordeeld dat verdere maatregelen vereist zijn en dat de financiële en economische situatie van de betrokken lidstaat een gevaar vormt voor de financiële stabiliteit of de ongestoorde werking van het eurogebied, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen tegelijkertijd:

 

(a) de betrokken lidstaat aanbevelen financiële bijstand te vragen en een macro-economisch aanpassingsprogramma op te stellen;

 

(b) de EFSF of het ESM aanbevelen om tegen gepaste voorwaarden zoals voorzien in deze verordening financiële bijstand te verlenen.

 

De Raad kan besluiten zijn aanbevelingen openbaar te maken.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien een lidstaat krachtens lid 3, onder a, om financiële bijstand van het ESM verzoekt, doen de andere lidstaten hun uiterste best om ervoor te zorgen dat het ESM deze lidstaat daadwerkelijk en tijdig bijstand verleent.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 6 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) kan de relevante commissie van het Europees Parlement vertegenwoordigers van de betrokken lidstaat uitnodigen om aan een gedachtewisseling deel te nemen;

(a) kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement de betrokken lidstaat en de Commissie de gelegenheid geven om aan een gedachtewisseling deel te nemen;

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 6 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) brengt de Commissie de relevante commissie van het Europees Parlement tijdig op de hoogte van de inhoud van de aanbeveling.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis. Gedurende het volledige proces kunnen de bevoegde commissie van het Europees Parlement en het parlement van de betrokken lidstaat vertegenwoordigers van het IMF, de ECB en de Commissie uitnodigen om deel te nemen aan een dialoog over belangrijke kwesties met betrekking tot de goede werking van de economie.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een lidstaat die van een of meer andere staten, de EFSF, het ESM, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere instelling buiten het Uniekader financiële bijstand wenst te verkrijgen, stelt de Raad, de Commissie en de ECB onmiddellijk van zijn voornemen in kennis. Het EFC, of een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen, houdt een discussie over dit geplande verzoek, na een beoordeling van de Commissie te hebben ontvangen.

Een lidstaat die van plan is van een of meer andere lidstaten, de EFSF, het ESM, het IMF of een andere instelling buiten het Uniekader financiële bijstand te vragen, stelt het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de ECB onmiddellijk van zijn voornemen in kennis. Het EFC houdt een discussie over dit geplande verzoek, na een beoordeling van de Commissie te hebben ontvangen, met als doel, onder andere, om de mogelijkheden van de beschikbare financiële instrumenten in de Unie of eurozone te onderzoeken, voordat de betreffende lidstaat potentiële leners benadert.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Ingeval om financiële bijstand van de EFSF of het ESM wordt verzocht, stelt de Commissie – in samenwerking met de ECB en, steeds als dit mogelijk is, het IMF – een analyse op van de houdbaarheid van de overheidsschuld van de betrokken lidstaat, met inbegrip van het vermogen van de lidstaat om de beoogde financiële bijstand terug te betalen, en doet zij deze analyse toekomen aan het EFC of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen.

Ingeval om financiële bijstand van de EFSF, het EFSM of het ESM wordt verzocht, stelt de Commissie – in samenwerking met de ECB en, steeds als dit mogelijk en aangewezen is, het IMF – een analyse op van de houdbaarheid van de overheidsschuld en de actuele of potentiële financieringsbehoeften van de betrokken lidstaat, met inbegrip van de impact van macroprudentiële aanpassingsprogramma's op het vermogen van de lidstaat om de beoogde financiële bijstand terug te betalen, en doet zij deze analyse toekomen aan het EFC.

 

De beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld is gebaseerd op voorzichtige macro-economische en budgettaire prognoses, gebruikmakend van de meest recente informatie en met voldoende inachtneming van de conclusies van het verslag bedoeld in letter a) van artikel 3, lid 3, evenals van elke toezichthoudende taak die wordt uitgeoefend in overeenstemming met letter b) van artikel 3, lid 3. De prognoses beoordelen de impact van macro-economische en financiële schokken en ongunstige ontwikkelingen op de houdbaarheid van de overheidsschuld.

 

De gebruikte methode, de onderliggende economische en econometrische modellen en veronderstellingen, inclusief een raming van de potentiële opbrengst en de macro-economische multipliereffecten, alsook alle andere relevante parameters die de beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld ondersteunen, worden door de Commissie openbaar gemaakt.

Amendement            41

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een lidstaat die van een of meer andere staten, het IMF, de EFSF of het ESM financiële bijstand ontvangt, stelt in overleg met de Commissie – handelend in samenwerking met de ECB – een ontwerpaanpassingsprogramma op dat erop gericht is wederom een gezonde en houdbare economische en financiële situatie tot stand te brengen en tevens zijn vermogen te herstellen om zich volledig op de financiële markten te financieren. In het ontwerpaanpassingsprogramma wordt naar behoren rekening gehouden met de geldende aanbevelingen die overeenkomstig de artikelen 121, 126 en/of 148 van het Verdrag tot de betrokken lidstaat zijn gericht – alsook met de acties die hij heeft ondernomen om daaraan gevolg te geven –, en wordt er tegelijkertijd naar gestreefd de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen.

1. Een lidstaat die van een of meer andere staten, het IMF, de EFSF, het EFSM of het ESM financiële bijstand vraagt of ontvangt, stelt in overleg met de Commissie – handelend in samenwerking met de ECB en indien toepasselijk het IMF – een macro-economisch ontwerpaanpassingsprogramma op dat gebaseerd is op en in de plaats komt van alle eventuele economische partnerschapsovereenkomsten uit hoofde van verordening XXX en dat eveneens een jaarlijkse begrotingsdoelstelling bevat. Dit macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma behandelt de specifieke dreigingen voor de financiële stabiliteit van het eurogebied die van de lidstaat in kwestie uitgaan, en is erop gericht wederom een gezonde en houdbare economische en financiële situatie tot stand te brengen en het vermogen van de lidstaat om zichzelf volledig op de financiële markten te financieren, te herstellen. In het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma, dat gebaseerd is op de beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld, wordt naar behoren rekening gehouden met de aanbevelingen die overeenkomstig de artikelen 121, 126, 136 en/of 148 VWEU tot de betrokken lidstaat zijn gericht, en wordt er tegelijkertijd naar gestreefd de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen. Het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma eerbiedigt de praktijken en instellingen voor loonvorming en arbeidsverhoudingen in de Unie en houdt indien mogelijk rekening met het nationale hervormingsprogramma van de betrokken lidstaat in de context van de Europese strategie voor groei en werkgelegenheid. Het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma neemt artikel 151 VWEU en artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie volledig in acht.

Amendement            42

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Een lidstaat die een macro-economisch ontwerpaanpassingsprogramma zoals voorzien in lid 1 voorbereidt, stelt in overleg met de Commissie een aangepast partnerschapsprogramma voor herstel op dat gericht is op het tot stand brengen van de nodige voorwaarden voor houdbare overheidsfinanciën.

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Op voorstel van de Commissie hecht de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn goedkeuring aan het aanpassingsprogramma.

2. De Commissie evalueert het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma binnen één week te rekenen vanaf de voorlegging van dit programma.

 

Als de Commissie van mening is dat het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma toereikend is, keurt zij het goed. De Raad kan deze beslissing binnen 10 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen herroepen.

 

Als de Commissie van mening is dat de maatregelen of het tijdschema voorgesteld in het macro-economische ontwerpaanpassingsplan ontoereikend zijn, beveelt zij de lidstaat aan om binnen één week een nieuw macro-economisch ontwerpaanpassingsplan in te dienen en vermeldt zij daarbij de redenen waarom het oorspronkelijke plan niet volstaat. Behalve in dringende gevallen ligt het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma aan de basis van elk memorandum van overeenstemming, programma of technische akkoord dat met de relevante financiële bijstand verlenende partijen wordt afgesloten. Er wordt toegezien op coherentie tussen de diverse relevante documenten met betrekking tot de financiële steun en de geactualiseerde versies van het macro-economische ontwerpaanpassingsprogramma, alsook op coherentie met de algemene richtsnoeren inzake het economie- en werkgelegenheidsbeleid. De Raad kan de beslissing van de Commissie binnen 10 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen herroepen.

Amendement            44

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De Commissie en de Raad zien toe op de implementatie van het aanpassingsprogramma en de jaarlijkse begrotingsplannen die daarmee samenhangen.

 

Om dubbele rapportageverplichtingen te vermijden, moeten de procedures voor economisch en fiscaal toezicht in het kader van een macro-economisch aanpassingsplan voor een lidstaat die de euro als munt heeft, coherent zijn.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In samenwerking met de ECB monitort de Commissie de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt; zij stelt het EFC, of een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen, daarvan in kennis. De betrokken lidstaat verleent de Commissie zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie met name alle informatie die zij nodig acht voor het monitoren van het programma. Artikel 3, lid 3, is van toepassing.

3. In samenwerking met de ECB monitort de Commissie de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt; zij stelt het EFC daarvan om de drie maanden in kennis. De betrokken lidstaat verleent de Commissie en de ECB zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie en de ECB met name alle informatie die zij nodig achten voor het monitoren van het programma. Artikel 3, lid 3, is van toepassing. Bij ontoereikende samenwerking kan de Raad op voorstel van de Commissie een openbare aanbeveling aan de betrokken lidstaat richten betreffende de door die lidstaat te nemen actie.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In samenwerking met de ECB gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na welke wijzigingen eventueel in zijn aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht. Op voorstel van de Commissie neemt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over alle wijzigingen die in het aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht.

4. In samenwerking met de ECB en indien toepasselijk het IMF gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na welke wijzigingen en updates eventueel in zijn aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht om naar behoren rekening te houden met onder meer aanzienlijke verschillen tussen macro-economische prognoses en reële cijfers, die mogelijk het gevolg zijn van het aanpassingsprogramma, negatieve overloopeffecten en macro-economische en financiële schokken. De Commissie beslist over alle wijzigingen die in het macro-economische aanpassingsprogramma worden aangebracht. De Raad kan deze beslissingen binnen 10 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen herroepen.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De betrokken lidstaat neemt in nauwe samenwerking met de Commissie alle maatregelen die nodig zijn om privébeleggers ertoe aan te moedigen hun globale blootstelling uit vrije wil te handhaven.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Indien uit de in lid 3 bedoelde monitoring blijkt dat er van aanzienlijke afwijkingen van het macro-economische aanpassingsprogramma sprake is, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de beleidsvoorwaarden die in het aanpassingsprogramma worden gesteld.

5. Indien uit de in lid 3 bedoelde monitoring blijkt dat er van aanzienlijke afwijkingen van het macro-economische aanpassingsprogramma sprake is, kan de Commissie besluiten dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de beleidsvoorwaarden die in het aanpassingsprogramma worden gesteld. Bij het nemen van haar besluit houdt de Commissie uitdrukkelijk rekening met het feit of deze aanzienlijke afwijkingen al dan niet te wijten zijn aan oorzaken waarover de betrokken lidstaat geen controle heeft. De Raad kan een dergelijk besluit binnen 10 dagen na de goedkeuring ervan met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen herroepen. In haar besluit vermeldt de Commissie de redenen voor niet-naleving en de noodzaak en evenredigheid van de wijzigingen die zijn aangebracht in het in lid 4 vermelde macro-economische aanpassingsprogramma.

 

Het macro-economische aanpassingsprogramma schetst in het bijzonder de voorzorgsmaatregelen en noodplannen die in geval van onvoorziene gebeurtenissen zoals exogene schokken moeten worden aangenomen.

 

De in het macro-economische aanpassingsprogramma vastgelegde fiscale consolidatie-inspanningen houden rekening met de noodzaak om voldoende middelen veilig te stellen voor fundamentele beleidsgebieden zoals onderwijs en gezondheidszorg.

 

Wanneer de Commissie krachtens de eerste alinea een besluit neemt, neemt de betrokken lidstaat in nauwe samenwerking met de Commissie en in overleg met de ECB maatregelen om marktturbulentie te vermijden en de goede werking van zijn financiële sector in stand te houden.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Een lidstaat waarvoor een aanpassingsprogramma loopt en die over onvoldoende administratieve capaciteit beschikt voor, dan wel ernstige problemen ondervindt bij de tenuitvoerlegging van zijn aanpassingsprogramma, verzoekt om technische bijstand van de Commissie.

6. Een lidstaat waarvoor een macro-economisch aanpassingsprogramma loopt en die over onvoldoende administratieve capaciteit beschikt voor, dan wel ernstige problemen ondervindt bij de tenuitvoerlegging van zijn aanpassingsprogramma, verzoekt om technische bijstand van de Commissie, die voor dit doel groepen kan vormen van deskundigen uit de lidstaten en andere instellingen van de Unie en/of relevante internationale instellingen. De doelstellingen en de middelen van de technische bijstand worden gedetailleerd beschreven in de bijgewerkte versies van het macro-economische aanpassingsprogramma. Daarnaast wordt de nationale zeggenschap in de tenuitvoerlegging van technische bijstand gegarandeerd. Technische bijstand is onder meer toegespitst op: verbetering van openbare aanbestedingen, bevordering van de mededinging, bestrijding van corruptie en vergroting van de efficiëntie van de belastinginning met als doel de financiële duurzaamheid te bevorderen.

 

Het macro-economische aanpassingsprogramma en een beoordeling van de gevolgen ervan voor de samenleving worden openbaar gemaakt.

 

De beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld wordt als bijlage bij het macro-economische aanpassingsprogramma gevoegd.

Motivering

Verwijst naar zowel de aanstelling van een vaste, ter plaatse verblijvende adviseur met ondersteunend personeel als de aanwerving van deskundigen die geen lid zijn van de Commissie op grond van een door de ECB voorgesteld amendement.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis. Een lidstaat waarvoor een macro-economisch aanpassingsprogramma loopt, voert een alomvattende audit uit van zijn uitstaande schulden om onder andere een beoordeling te kunnen uitvoeren van de oorzaken van de opbouw van excessieve schulden, evenals van onregelmatigheden in de schulduitgifteprocedure.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De relevante commissie van het Europees Parlement kan vertegenwoordigers van de betrokken lidstaat uitnodigen om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt.

7. De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat en de Commissie de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis. Dit artikel is niet van toepassing op anticiperende financiële bijstand en evenmin op leningen met het oog op herkapitalisatie van financiële instellingen.

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 bis

 

Betrokkenheid van de sociale partners en het maatschappelijk middenveld

 

Zowel organisaties die de economische en sociale partners vertegenwoordigen als organisaties uit het maatschappelijk middenveld krijgen de kans om hun standpunten kenbaar te maken over de in deze verordening voorziene openbare aanbevelingen en adviezen van de Commissie, evenals over de verslagen en ontwerpverslagen van de lidstaten, als bedoeld in artikelen 2 tot en met 7 van deze verordening. Deze standpunten worden openbaar gemaakt.

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 ter

 

Maatregelen ter vrijwaring van belastinginkomsten

 

1. De betrokken lidstaat neemt overeenkomstig artikel 65 VWEU en in nauwe samenwerking met de Commissie en in overleg met de ECB maatregelen om overtredingen van de nationale wetten en voorschriften tegen te gaan, met name op fiscaal gebied.

 

2. De betrokken lidstaat verzoekt de Commissie een voorstel te doen aan de Raad, overeenkomstig artikel 66 VWEU, om vrijwaringsmaatregelen te nemen ten aanzien van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen dat ernstige problemen veroorzaakt, of dreigt te veroorzaken voor de werking van de Economische en Monetaire Unie. De Commissie raadpleegt de ECB vooraleer zij een dergelijk voorstel doet.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Consistentie met de buitensporigtekortprocedure

Consistentie met het stabiliteits- en groeipact

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het aanpassingsprogramma en de wijzigingen daarin, als bedoeld in artikel 6 van deze verordening, worden geacht in de plaats te komen van de indiening van stabiliteitsprogramma's overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.

1. Het macro-economische aanpassingsprogramma en de wijzigingen daarin, als bedoeld in artikel 6 van deze verordening, komen in de plaats van de indiening van stabiliteitsprogramma’s overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) wordt het in artikel 6 van deze verordening bedoelde aanpassingsprogramma in voorkomend geval ook geacht in de plaats te komen van de verslagen als bedoeld in respectievelijk artikel 3, lid 4 bis, en artikel 5, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad;

(a) komt het in artikel 6 van deze verordening bedoelde macro-economische aanpassingsprogramma in voorkomend geval ook in de plaats van de verslagen als bedoeld in respectievelijk artikel 3, lid 4 bis, en artikel 5, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad;

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) worden de jaarlijkse begrotingsdoelstellingen die zijn opgenomen in het in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde aanpassingsprogramma in voorkomend geval geacht in de plaats te komen van de jaarlijkse begrotingsdoelstellingen die overeenkomstig respectievelijk artikel 3, lid 4, en artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1467/97 in de genoemde aanbeveling en aanmaning zijn opgenomen. Indien tot de betrokken lidstaat een aanmaning uit hoofde van artikel 126, lid 9, van het Verdrag is gericht, wordt het in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde aanpassingsprogramma ook geacht in de plaats te komen van de overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1467/97 in de aanmaning verstrekte aanwijzingen met betrekking tot maatregelen die tot de verwezenlijking van deze doelstellingen moeten bijdragen.

(b) komen de jaarlijkse begrotingsdoelstellingen die zijn opgenomen in het in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde aanpassingsprogramma in voorkomend geval in de plaats van de jaarlijkse begrotingsdoelstellingen die overeenkomstig respectievelijk artikel 3, lid 4, en artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1467/97 in de genoemde aanbeveling en aanmaning zijn opgenomen. Indien tot de betrokken lidstaat een aanmaning uit hoofde van artikel 126, lid 9, van het Verdrag is gericht, komt het in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde aanpassingsprogramma ook in de plaats van de overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1467/97 in de aanmaning verstrekte aanwijzingen met betrekking tot maatregelen die tot de verwezenlijking van deze doelstellingen moeten bijdragen.

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) wordt de in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde monitoring geacht in de plaats te komen van de monitoring als bedoeld in artikel 10, lid 1, en artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad en van de monitoring die aan een besluit als bedoeld in artikel 4, lid 2, en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 ten grondslag ligt.

(c) komt de in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde monitoring in de plaats van de monitoring als bedoeld in artikel 10, lid 1, en artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad en van de monitoring die aan een besluit als bedoeld in artikel 4, lid 2, en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 ten grondslag ligt.

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. XXX betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden wordt opgeschort voor lidstaten met een overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening door de Raad goedgekeurd macro-economisch aanpassingsprogramma. Deze opschorting geldt voor de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1176/2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden wordt opgeschort voor lidstaten met een overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening door de Raad goedgekeurd macro-economisch aanpassingsprogramma, met uitzondering van de in artikelen 3, 4 en 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 bedoelde maatregelen in verband met het scorebord van macro-economische en macrofinanciële indicatoren, het waarschuwingsmechanisme en de diepgaande evaluatie. Deze opschorting geldt voor de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde monitoring wordt geacht in de plaats te komen van de monitoring en evaluatie van het Europees semester voor economische beleidscoördinatie als bedoeld in artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1466/97 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid.

De in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde monitoring komt in de plaats van de monitoring en evaluatie van het Europees semester voor economische beleidscoördinatie als bedoeld in artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1466/97 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid. De opschorting geldt voor de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma.

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. XXX betreffende gemeenschappelijke bepalingen voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied wordt opgeschort voor lidstaten met een overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening door de Raad goedgekeurd macro-economisch aanpassingsprogramma. Deze opschorting geldt voor de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. XXX betreffende gemeenschappelijke bepalingen voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied wordt opgeschort voor lidstaten met een overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening door de Raad goedgekeurd macro-economisch aanpassingsprogramma, met uitzondering van de artikelen 1 tot 4 van Verordening (EU) nr…/2012. Deze opschorting geldt voor de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma.

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 bis (nieuw)

 

Het onder rechtsbescherming plaatsen van een lidstaat

 

1. Daar waar de maatregelen krachtens artikel 3, lid 5 de financiële situatie van een lidstaat niet herstellen en waar die lidstaat het risico van achterstand of uitstel van betalingen draagt, kan de Commissie, na overleg met de Raad, een beslissing nemen om de lidstaat onder rechtsbescherming te plaatsen. De Raad kan binnen 10 dagen na de goedkeuring van een dergelijke beslissing, deze op basis van een eenvoudige meerderheid intrekken.

 

2. Doel van dit artikel is de betrokken lidstaat in staat te stellen zijn economische situatie te stabiliseren en zijn schulden af te lossen.

 

De beslissing om een lidstaat onder rechtsbescherming te plaatsen, heeft de volgende gevolgen:

 

(a) bepalingen voor 'voortijdige verrekening' of 'kredietgebeurtenis' worden ongeldig;

 

(b) de toegepaste rentetarieven voor leningen blijven behouden en nieuwe leningen aan de lidstaat, met uitzondering van financiële bijstand als bedoeld in artikel 1, lid 1, dienen met prioriteit te worden terugbetaald;

 

(c) de schuldeisers van de betreffende lidstaat maken zichzelf bekend aan de Commissie, binnen twee maanden na de publicatie van de beslissing om de lidstaat onder rechtsbescherming te plaatsen in het Publicatieblad van de Europese Unie; indien zij dit niet doen, worden hun terugvorderingen nietig verklaard;

 

(d) de autoriteiten van de betrokken lidstaat implementeren de maatregelen zoals aanbevolen in de technische bijstand als bedoeld in artikel 6, lid 6, en dienen ter goedkeuring een herstel- en schuldbeslechtingsplan in bij de Commissie.

 

3. Dit artikel is van toepassing vanaf 2017.

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een lidstaat blijft onder post-programmatoezicht staan zolang niet minimaal 75% van de van een of meer andere lidstaten, het EFSM, de EFSF of het ESM ontvangen financiële bijstand is terugbetaald. Op voorstel van de Commissie kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de duur van het post-programmatoezicht verlengen.

1. Een lidstaat blijft onder post-programmatoezicht staan zolang niet minimaal 75% van de van een of meer andere lidstaten, het EFSM, de EFSF of het ESM ontvangen financiële bijstand is terugbetaald. De Commissie kan beslissen om de duur van het post-programmatoezicht te verlengen. De Raad kan een dergelijke beslissing binnen 10 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen intrekken.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In samenwerking met de ECB legt de Commissie in de lidstaat onder post-programmatoezicht regelmatig controlebezoeken af om de economische, budgettaire en financiële situatie ervan te beoordelen. Elk halfjaar deelt zij haar bevindingen mee aan het EFC, of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen, en gaat zij met name na of corrigerende maatregelen zijn vereist.

3. In samenwerking met de ECB legt de Commissie in de lidstaat onder post-programmatoezicht regelmatig controlebezoeken af om de economische, budgettaire en financiële situatie ervan te beoordelen. Elk halfjaar deelt zij haar bevindingen mee aan de bevoegde commissie van het Europees Parlement, het EFC of een subcomité dat het EFC daartoe kan aanwijzen, en het parlement van de betrokken lidstaat, en gaat zij met name na of corrigerende maatregelen zijn vereist.

 

De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de gemaakte voortgang in het kader van het post-programmatoezicht.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Op voorstel van de Commissie kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de lidstaat onder post-programmatoezicht aanbevelen corrigerende maatregelen te nemen.

4. De Commissie kan de lidstaat onder post-programmatoezicht aanbevelen correctieve maatregelen te nemen. De Raad kan een dergelijke aanbeveling binnen 10 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen intrekken.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Het parlement van de betrokken lidstaat kan de Commissie uitnodigen om deel te nemen aan een gedachtewisseling over het post-programmatoezicht.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Met betrekking tot de in artikel 2, lid 1, artikel 3, artikel 6, lid 4, en artikel 11, lid 4, bedoelde maatregelen hebben alleen de leden van de Raad stemrecht die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, en besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.

Met betrekking tot de in deze verordening bedoelde maatregelen hebben alleen de leden van de Raad stemrecht die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, en besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 13

Schrappen

Soorten bijstand en leningen die van de toepassing van de artikelen 5 en 6 zijn uitgesloten

 

Het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is niet van toepassing op anticiperende financiële bijstand en evenmin op leningen met het oog op herkapitalisatie van financiële instellingen.

 

Amendement  70

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 13 bis

 

Kennisgeving aan het Europees Parlement

 

De Raad en de Commissie informeren op regelmatige basis het Europees Parlement over de toepassing van deze verordening.

Amendement  71

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 13 ter

 

Overgangsbepalingen

 

Deze verordening is van toepassing op de lidstaten die al programmabijstand krijgen op [de datum van de inwerkingtreding van deze verordening].

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 13 quater

 

Verslag

 

Uiterlijk op 1 januari 2014, en daarna elke vijf jaar, publiceert de Commissie een verslag over de toepassing van deze verordening.

 

In dat verslag worden onder meer de volgende zaken beoordeeld:

 

(a) de doeltreffendheid van deze verordening;

 

(b) de vooruitgang die is geboekt bij het waarborgen van een nauwere coördinatie van het economisch beleid en een aanhoudende convergentie van de economische prestaties van de lidstaten overeenkomstig het VWEU;

 

(c) de bijdrage van deze verordening aan de verwezenlijking van de strategie van de Unie voor groei en werkgelegenheid;

 

(d) de gepastheid van een uitbreiding van de werkingssfeer van deze verordening tot lidstaten van buiten het eurogebied die ernstige problemen hebben of dreigen te krijgen met betrekking tot hun financiële stabiliteit in het eurogebied.

 

2. Het in lid 1 bedoelde verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijziging van deze verordening.

 

3. Het in lid 1 bedoelde verslag wordt naar het Europees Parlement en de Raad gestuurd.

  • [1]  PB C 141 van 17.5.2012, blz. 7.

TOELICHTING

Dit voorstel voor een verordening betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op de lidstaten die vanuit het oogpunt van hun financiële stabiliteit in de eurozone ernstige financieringsproblemen ondervinden of dreigen te ondervinden, maakt deel uit van de context van de financiële crisis en de staatsschuldencrisis waarmee de Europese Unie momenteel geconfronteerd wordt. Het trekt lessen uit deze crisissen en reikt mogelijke oplossingen aan.

De voorstellen van de Commissie vervolledigen het maatregelenpakket inzake Europees economisch bestuur (het zogenaamde "six-pack") dat het Europees Parlement en de Raad in 2011 hebben goedgekeurd.

De gevolgen van de overmatige schuldenlast van bepaalde landen kunnen dramatisch zijn, zowel binnen deze landen als voor de andere lidstaten van de Europese Unie. Zelfs de problemen van een klein land kunnen een wereldwijde impact hebben. Het is niet zozeer het bestaan van de eurozone dat in gevaar verkeert als wel de reputatie van het eurogebied.

De ernstige economische en sociale problemen waarmee een aantal lidstaten momenteel kampt, hadden kunnen worden vermeden als men op tijd gerichte maatregelen had kunnen nemen. Maar op dat ogenblik beschikte de Europese Unie niet over de nodige instrumenten hiervoor. Dit wordt nu verholpen dankzij de combinatie van het six-pack en twee nieuwe dossiers (het "two-pack"), waarvan dit voorstel er één is.

Het six-pack moet worden versterkt om zowel de financiële stabiliteit als de economische groei in de eurozone veilig te stellen. Verscheidene lidstaten hebben namelijk om financiële steun moeten vragen. Preventief optreden in een vroeg stadium is te verkiezen boven het nemen van herstelmaatregelen op een later tijdstip (wanneer ze misschien al te laat komen).

De rapporteur gaat akkoord met de grote lijnen van het Commissievoorstel, dat erin voorziet dat een lidstaat die de euro als munt heeft, onder verscherpt toezicht moet worden geplaatst wanneer hij een ernstige financiële verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden. Doel is de toestand in de lidstaat in kwestie snel te normaliseren en de andere landen van de eurozone te beschermen tegen mogelijke secundaire negatieve overloopeffecten.

Daarnaast heeft de rapporteur een aantal bruikbare elementen overgenomen uit de op 2 februari 2012 door de werkgroep van de Raad voorgelegde tekst, met als doel een efficiënt en pragmatisch akkoord te bereiken en een snelle uitvoering van het two-pack – zoals gevraagd in de conclusies van de Europese Raad van 9 december 2011 – mogelijk te maken.

De rapporteur stelt hoofdzakelijk wijzigingen of toevoegingen voor.

Vervolgens moet de besluitvormingsprocedure aangepast worden. Opdat er snel kan worden opgetreden, moet de Commissie de nodige beslissingen kunnen nemen en onder meer kunnen besluiten tot het onder verscherpt toezicht plaatsen van een lidstaat. De Raad kan dit besluit tot verscherpt toezicht binnen een termijn van 10 dagen met een gewone (omgekeerde) meerderheid afwijzen.

Bepaalde elementen van het nieuwe internationale verdrag kunnen in deze verordening worden opgenomen zodat een aantal door staatshoofden en regeringen overeengekomen bepalingen wordt overgebracht in de afgeleide wetgeving.

Een andere suggestie betreft de invoering van een rechtsbeschermingsregeling voor lidstaten die op korte termijn in een chronische situatie van achterstallige betalingen of insolventie dreigen terecht te komen. In dit geval kan de Commissie na raadpleging van de Raad besluiten om de lidstaat in kwestie onder deze rechtsbescherming te plaatsen, hetgeen onder meer zou inhouden dat de contractbepalingen betreffende een vervroegde terugbetaling ("credit event") worden opgeschort.

ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (28.3.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied
(COM(2011)0819 – C7‑0449/2011 – 2011/0385(COD))

Rapporteur voor advies: Frédéric Daerden

BEKNOPTE MOTIVERING

De procedures voor het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die de Unie en de eurozone in het leven hebben geroepen om het hoofd te bieden aan de in 2008 ontstane economische en financiële crisis, moeten worden goedgekeurd met een ruime blik op de economische en sociale problemen die zijn veroorzaakt door deze crisis.

De verslechtering van de mondiale financiële situatie heeft geleid tot een sterke vertraging van de groei in de Europese Unie en tot ernstige budgettaire problemen voor de lidstaten. Maar hoewel een van de oplossingen van deze problematiek inderdaad gelegen is in de coördinatie van het economisch en sociaal beleid van de lidstaten, moet er wel een aantal principes in acht worden genomen:

- De oplossing mag niet uitsluitend gericht zijn op de begrotingssituatie van de lidstaten. Er moet ook rekening gehouden worden met de investeringen in de arbeidsmarkt en de verbetering van de sociale situatie; overheidsinvesteringen in scholing of onderzoek, ter vergroting van het concurrentievermogen van de lidstaat, of een doelmatig stelsel van sociale zekerheid en sociale minima waardoor de armoede kan worden bestreden en de binnenlandse consumptie op peil kan worden gehouden, waardoor lidstaten beter bestand zijn tegen de crisis, moeten positief worden gewaardeerd.

- De oplossing moet in overeenstemming zijn met de democratische beginselen van de Unie; de parlementen, het Europees Parlement of de nationale parlementen, samengesteld uit gekozen afgevaardigden, moeten volledig en regelmatig op de hoogte worden gehouden, op voet van gelijkheid met de Commissie en de Raad.

- De oplossing mag niet indruisen tegen de nationale en Europese beginselen op het gebied van sociale dialoog; er mag door de structurele hervormingen en de hervormingen van de arbeidsmarkt die in de lidstaten worden bepleit niet getornd worden aan het grondrecht op collectieve onderhandelingen en het stakingsrecht.

- In de oplossing wordt rekening gehouden met alle doelstellingen en basisteksten van de Unie; de maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie EU-2020 op het gebied van werkgelegenheid of armoedebestrijding en de eerbiediging van de horizontale sociale clausule van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dragen bij tot het economisch herstel van de Unie.

AMENDEMENTEN

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De ongekende mondiale crisis die de wereld de afgelopen drie jaar in haar greep heeft gehouden, heeft de economische groei en de financiële stabiliteit ernstig geschaad en een sterke verslechtering van het overheidstekort en de schuldpositie van de lidstaten tot gevolg gehad, waardoor een aantal onder hen een beroep heeft gedaan op financiële bijstand buiten het Uniekader.

(1) De ongekende mondiale crisis en de vertraging van de economische activiteit die de wereld de afgelopen drie jaar in hun greep hebben gehouden, hebben de economische groei en de financiële stabiliteit ernstig geschaad en een sterke verslechtering van de financiële, economische en sociale omstandigheden, het overheidstekort en de schuldpositie van de lidstaten tot gevolg gehad, waardoor een aantal onder hen een beroep heeft gedaan op financiële bijstand buiten het Uniekader.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Ondanks enkele positieve tekenen van herstel in 2009, was de werkgelegenheidsgroei te gering om te zorgen voor een gestage daling van het hoge werkloosheidspercentage. De gemiddelde periode van werkloosheid is langer geworden en de jeugdwerkloosheid is in veel lidstaten gestegen, in sommige lidstaten tot meer dan 40%. Het gevolg is dat de belastingbasis is geërodeerd, dat de sociaal-economische kosten enorm zijn gestegen ten gevolge van de grote toename van armoede en sociale uitsluiting, en dat het verlies aan groeimogelijkheden de deur naar economisch en begrotingsherstel in het slot dreigt te gooien. In het najaar van 2011 heeft de Commissie haar economische raming voor 2012 sterk neerwaarts bijgesteld, van 1,25% naar 0,5% in de Unie en in de eurozone.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter) Hoewel er maatregelen zijn getroffen om de negatieve gevolgen van de crisis op te vangen, wordt het effect op de reële economie, de arbeidsmarkt en het welzijn van de burgers breed gevoeld.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quater) Artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat "de Unie bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden rekening houdt met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid".

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Alle beleidsmaatregelen van de Europese Unie moeten in overeenstemming zijn met het Handvest van de grondrechten, dat burgers zowel individuele, als collectieve rechten toekent. Daarnaast moeten de EU en haar lidstaten de voornaamste beginselen van de belangrijkste verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie respecteren, waarin de grondrechten van alle werkenden worden beschermd.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) De volledige consistentie tussen het in het Verdrag vastgelegde multilaterale toezichtkader van de Unie en de eventueel aan de bovenbedoelde financiële bijstand verbonden beleidsvoorwaarden dient door Uniewetgeving te worden gewaarborgd. De economische en financiële integratie van de lidstaten die de euro als munt hebben, vereist een versterkt toezicht om te voorkomen dat een lidstaat die moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, de rest van het eurogebied besmet.

(2) De volledige consistentie tussen het in het Verdrag vastgelegde multilaterale toezichtkader van de Unie en de eventueel aan de bovenbedoelde financiële bijstand verbonden beleidsvoorwaarden, in combinatie met prikkels om de groei, de werkgelegenheid en de sociale vooruitgang te stimuleren, dient door Uniewetgeving te worden gewaarborgd. De economische en financiële integratie van de lidstaten die de euro als munt hebben, vereist een versterkt toezicht om te voorkomen dat een lidstaat die moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, de rest van het eurogebied besmet.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Het begrip sociale governance moet worden toegevoegd aan economische governance, inclusief aan de maatregelen voor versterkt toezicht op het economisch beleid, alsmede passende en convergerende sociale maatregelen, teneinde werkgelegenheid te beschermen.

Amendement 8

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De intensiteit van het economische en budgettaire toezicht moet in verhouding staan tot de ernst van de ondervonden financiële moeilijkheden en moet naar behoren zijn afgestemd op de aard van de ontvangen financiële bijstand, die kan variëren van louter anticiperende steun op basis van vooraf vastgestelde voorwaarden tot een volwaardig macro-economisch aanpassingsprogramma waaraan strikte beleidsvoorwaarden zijn verbonden.

(3) De intensiteit van het economische en budgettaire toezicht moet in verhouding staan tot de ernst van de ondervonden financiële moeilijkheden en moet naar behoren zijn afgestemd op de aard van de ontvangen financiële bijstand, die kan variëren van louter anticiperende steun op basis van vooraf vastgestelde voorwaarden tot een volwaardig macro-economisch aanpassingsprogramma waaraan strikte beleidsvoorwaarden zijn verbonden. De macro-economische aanpassingsprogramma’s dienen rekening te houden met het nationale hervormingsprogramma van de betrokken lidstaat in het kader van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Wanneer een lidstaat die de euro als munt heeft, een ernstige financiële verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden, moet hij onder verscherpt toezicht worden gesteld opdat de toestand in de betrokken lidstaat snel wederom wordt genormaliseerd en de overige lidstaten van het eurogebied tegen mogelijke negatieve overloopeffecten worden beschermd. Dit verscherpte toezicht dient onder meer ruimere toegang te behelzen tot de informatie die nodig is voor een nauwlettende bewaking van de economische, budgettaire en financiële situatie, alsook regelmatige rapportage aan het Economisch en Financieel Comité (EFC) of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen. Voor lidstaten die om anticiperende bijstand van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere internationale financiële instelling verzoeken, dienen dezelfde toezichtregelingen te gelden.

(4) Wanneer een lidstaat die de euro als munt heeft, een ernstige financiële verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden, moet hij onder verscherpt toezicht worden gesteld opdat de toestand in de betrokken lidstaat snel wederom wordt genormaliseerd en de overige lidstaten van het eurogebied tegen mogelijke negatieve overloopeffecten worden beschermd. Dit verscherpte toezicht dient onder meer ruimere toegang te behelzen tot de informatie die nodig is voor een nauwlettende bewaking van de sociale, werkgelegenheids-, budgettaire en financiële situatie, alsook de voorlegging op gezette tijden van rapporten aan het Europees Parlement, het Economisch en Financieel Comité (EFC), de Commissie werkgelegenheid (EMCO) en het Comité voor sociale bescherming (SPC) of aan een subcomité dat daartoe door de genoemde gremia kan worden aangewezen. Voor lidstaten die om anticiperende bijstand van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere internationale financiële instelling verzoeken, dienen dezelfde toezichtregelingen te gelden.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Voor lidstaten met een macro-economisch aanpassingsprogramma dient het toezicht op de economische en budgettaire situatie fors te worden versterkt. Wegens het veelomvattende karakter van een dergelijk programma dienen de overige economische en budgettaire toezichtprocessen tijdens de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma te worden opgeschort om overlapping van rapportageverplichtingen te vermijden.

(5) Voor lidstaten met een macro-economisch aanpassingsprogramma dient het toezicht op de economische, budgettaire, werkgelegenheids- en sociale situatie fors te worden versterkt. Het aanpassingsprogramma omvat maatregelen met als integrerende doelstelling het herstellen van de financiële stabiliteit en het verwezenlijken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid. De lidstaten brengen verslag uit over de vooruitgang die ten aanzien van beide aspecten wordt geboekt. Wegens het veelomvattende karakter van het macro-economisch aanpassingsprogramma dienen de overige economische en budgettaire toezichtprocessen tijdens de duur van het macro-economische aanpassingsprogramma te worden opgeschort om overlapping van rapportageverplichtingen te vermijden.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, in het bijzonder het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, te bevorderen en meer transparantie en verantwoordelijkheid te bewerkstelligen, dient in regels te worden voorzien.

(6) Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, in het bijzonder het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, te bevorderen en meer transparantie en een grotere verantwoordingsplicht te bewerkstelligen, alsmede de dialoog tussen de instellingen van de Unie en de sociale partners, dient in regels te worden voorzien.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Een besluit dat een lidstaat zich niet aan zijn aanpassingsprogramma houdt, zou ook leiden tot een schorsing van de betalingen en vastleggingen van Uniefondsen als bedoeld in artikel 21, lid 6, van Verordening (EU) nr. XXX houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij, die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen, en houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006,

Schrappen

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Bij toepassing van deze verordening wordt artikel 152 VWEU ten volle in acht genomen, en eerbiedigen de onder deze verordening vastgestelde aanbevelingen de nationale praktijken en de instellingen voor loonvorming. Deze verordening houdt rekening met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en doet bijgevolg geen afbreuk aan het recht om over collectieve arbeidsovereenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, of om collectieve actie te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie kan besluiten een lidstaat die ernstige moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, onder verscherpt toezicht te stellen. De betrokken lidstaat wordt vooraf de mogelijkheid geboden zijn standpunten kenbaar te maken. De Commissie besluit om de zes maanden of het verscherpte toezicht wordt verlengd.

1. De Commissie kan besluiten een lidstaat die ernstige moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit ondervindt, onder verscherpt toezicht te stellen. De betrokken lidstaat en de sociale partners wordt vooraf de mogelijkheid geboden hun standpunten kenbaar te maken. De Commissie besluit om de zes maanden of het verscherpte toezicht wordt verlengd.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De Commissie maakt haar besluiten openbaar overeenkomstig het bepaalde in de leden 1 en 2.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) met de verlangde frequentie aan de Commissie, de ECB en de Europese Bankautoriteit (EBA) uitgesplitste informatie mee te delen over de financiële situatie van de financiële instellingen die onder toezicht van zijn nationale toezichthouders staan;

(a) met de verlangde frequentie aan het Europees Parlement, de Commissie, de ECB en de Europese Bankautoriteit (EBA) uitgesplitste informatie mee te delen over de financiële situatie van de financiële instellingen die onder toezicht van zijn nationale toezichthouders staan;

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d bis) het Europees Parlement te informeren over de armoedeontwikkeling in elke lidstaat.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3 – letter d ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d ter) het Europees Parlement, de Commissie en de nationale parlementen informatie te verschaffen over publieke investeringen in maatregelen gericht op het verwezenlijken van de groei-, werkgelegenheids- en sociale doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In samenwerking met de ECB legt de Commissie regelmatig controlebezoeken in de lidstaat onder toezicht af om te verifiëren welke vorderingen zijn gemaakt bij de tenuitvoerlegging van de in de leden 1, 2, en 3 vermelde maatregelen. Elk kwartaal deelt zij haar bevindingen mee aan het Economisch en Financieel Comité (EFC) – of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen – en gaat zij met name na of verdere maatregelen zijn vereist. Deze controlebezoeken vervangen de in artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 bedoelde controles ter plaatse.

4. In samenwerking met de ECB en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) legt de Commissie regelmatig controlebezoeken in de lidstaat onder toezicht af om te verifiëren welke vorderingen zijn gemaakt bij de tenuitvoerlegging van de in de leden 1, 2, en 3 vermelde maatregelen. Elk kwartaal deelt zij haar bevindingen mee aan het Economisch en Financieel Comité (EFC), het comité voor de werkgelegenheid (EMCO) en het comité voor sociale bescherming (SPC) – of aan een subcomité dat door hen daartoe kan worden aangewezen – en gaat zij met name na of verdere maatregelen zijn vereist. Deze controlebezoeken vervangen de in artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 bedoelde controles ter plaatse.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Wanneer op basis van de in lid 4 bedoelde evaluatie wordt geconcludeerd dat verdere maatregelen vereist zijn en dat de financiële situatie van de betrokken lidstaat aanzienlijke negatieve gevolgen heeft voor de financiële stabiliteit van het eurogebied, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de betrokken lidstaat aanbevelen financiële bijstand te vragen en een macro-economisch aanpassingsprogramma op te stellen. De Raad kan besluiten deze aanbeveling openbaar te maken.

5. Wanneer op basis van de in lid 4 bedoelde evaluatie wordt geconcludeerd dat verdere maatregelen vereist zijn en dat de financiële situatie van de betrokken lidstaat aanzienlijke negatieve gevolgen heeft voor de financiële stabiliteit van het eurogebied, kunnen het Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie de betrokken lidstaat aanbevelen financiële bijstand te vragen en een macro-economisch aanpassingsprogramma op te stellen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Ingeval een in lid 5 bedoelde aanbeveling openbaar wordt gemaakt:

Schrappen

(a) kan de relevante commissie van het Europees Parlement vertegenwoordigers van de betrokken lidstaat uitnodigen om aan een gedachtewisseling deel te nemen;

 

(b) kunnen vertegenwoordigers van de Commissie door het parlement van de betrokken lidstaat worden uitgenodigd om aan een gedachtewisseling deel te nemen.

 

Motivering

Deze gedachtewisseling moet onderdeel uitmaken van een bredere 'economische dialoog', die van cruciaal belang is. Het verdient dan ook de voorkeur een afzonderlijk artikel van deze verordening aan de 'economische dialoog' te wijden.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een lidstaat die van een of meer andere staten, de EFSF, het ESM, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere instelling buiten het Uniekader financiële bijstand wenst te verkrijgen, stelt de Raad, de Commissie en de ECB onmiddellijk van zijn voornemen in kennis. Het EFC, of een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen, houdt een discussie over dit geplande verzoek, na een beoordeling van de Commissie te hebben ontvangen.

Een lidstaat die van een of meer andere staten, de EFSF, het ESM, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) of een andere instelling buiten het Uniekader financiële bijstand wenst te verkrijgen, stelt het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de ECB onmiddellijk van zijn voornemen in kennis. Het EFC, het EMCO en het SPC, of een subcomité dat door hen daartoe kan worden aangewezen, houden een discussie over dit geplande verzoek, na een beoordeling van de Commissie te hebben ontvangen.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Ingeval om financiële bijstand van de EFSF of het ESM wordt verzocht, stelt de Commissie – in samenwerking met de ECB en, steeds als dit mogelijk is, het IMF – een analyse op van de houdbaarheid van de overheidsschuld van de betrokken lidstaat, met inbegrip van het vermogen van de lidstaat om de beoogde financiële bijstand terug te betalen, en doet zij deze analyse toekomen aan het EFC of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen.

Ingeval om financiële bijstand van de EFSF of het ESM wordt verzocht, stelt de Commissie – in samenwerking met de ECB en, steeds als dit mogelijk is, het IMF – een analyse op van de houdbaarheid van de overheidsschuld van de betrokken lidstaat op de middellange en lange termijn, waarbij deze zijn verplichtingen uit hoofde van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid nakomt, en doet zij deze analyse toekomen aan het EFC, het EMCO en het SPC, of aan een subcomité dat door hen daartoe kan worden aangewezen.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een lidstaat die van een of meer andere staten, het IMF, de EFSF of het ESM financiële bijstand ontvangt, stelt in overleg met de Commissie – handelend in samenwerking met de ECB – een ontwerpaanpassingsprogramma op dat erop gericht is wederom een gezonde en houdbare economische en financiële situatie tot stand te brengen en tevens zijn vermogen te herstellen om zich volledig op de financiële markten te financieren. In het ontwerpaanpassingsprogramma wordt naar behoren rekening gehouden met de geldende aanbevelingen die overeenkomstig de artikelen 121, 126 en/of 148 van het Verdrag tot de betrokken lidstaat zijn gericht – alsook met de acties die hij heeft ondernomen om daaraan gevolg te geven –, en wordt er tegelijkertijd naar gestreefd de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen.

1. Een lidstaat die van een of meer andere staten, het IMF, de EFSF of het ESM financiële bijstand vraagt of ontvangt, stelt in overleg met de Commissie – handelend in samenwerking met de ECB – een ontwerpaanpassingsprogramma op dat erop gericht is wederom een gezonde en houdbare economische en financiële situatie tot stand te brengen en tevens zijn vermogen te herstellen om zich volledig op de financiële markten te financieren. In het ontwerpaanpassingsprogramma wordt naar behoren rekening gehouden met de geldende aanbevelingen die overeenkomstig de artikelen 121, 126 en/of 148 van het Verdrag tot de betrokken lidstaat zijn gericht – alsook met de acties die hij heeft ondernomen om daaraan gevolg te geven –, en wordt er tegelijkertijd naar gestreefd de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen. De macro-economische aanpassingsprogramma’s dienen rekening te houden met het nationale hervormingsprogramma van de betrokken lidstaat in het kader van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Op voorstel van de Commissie hecht de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn goedkeuring aan het aanpassingsprogramma.

2. Op voorstel van de Commissie hechten het Europees Parlement en de Raad hun goedkeuring aan het aanpassingsprogramma. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In samenwerking met de ECB monitort de Commissie de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt; zij stelt het EFC, of een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen, daarvan in kennis. De betrokken lidstaat verleent de Commissie zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie met name alle informatie die zij nodig acht voor het monitoren van het programma. Artikel 3, lid 3, is van toepassing.

3. In samenwerking met de ECB en de IAO monitort de Commissie de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt; zij stelt het EFC, het EMCO en het SPC, of een subcomité dat door hen daartoe kan worden aangewezen, daarvan in kennis, evenals het Europees Parlement en het parlement van de betrokken lidstaat. De betrokken lidstaat verleent de Commissie zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie met name alle informatie die zij nodig acht voor het monitoren van het programma. Artikel 3, lid 3, is van toepassing.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. In samenwerking met de ECB gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na welke wijzigingen eventueel in zijn aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht. Op voorstel van de Commissie neemt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over alle wijzigingen die in het aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht.

4. In samenwerking met de ECB gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na welke wijzigingen eventueel in zijn aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht. Op voorstel van de Commissie nemen het Europees Parlement en de Raad een besluit over alle wijzigingen die in het aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Indien uit de in lid 3 bedoelde monitoring blijkt dat er van aanzienlijke afwijkingen van het macro-economische aanpassingsprogramma sprake is, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de beleidsvoorwaarden die in het aanpassingsprogramma worden gesteld.

5. Indien uit de in lid 3 bedoelde monitoring blijkt dat er van aanzienlijke afwijkingen van het macro-economische aanpassingsprogramma sprake is, kunnen het Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie besluiten dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de beleidsvoorwaarden die in het aanpassingsprogramma worden gesteld. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De relevante commissie van het Europees Parlement kan vertegenwoordigers van de betrokken lidstaat uitnodigen om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt.

Schrappen

Motivering

Deze gedachtewisseling moet onderdeel uitmaken van een bredere 'economische dialoog', die van cruciaal belang is. Het verdient dan ook de voorkeur een afzonderlijk artikel van deze verordening aan de 'economische dialoog' te wijden.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. Het parlement van de betrokken lidstaat kan vertegenwoordigers van de Commissie uitnodigen om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het aanpassingsprogramma worden gemaakt.

Schrappen

Motivering

Deze gedachtewisseling moet onderdeel uitmaken van een bredere 'economische dialoog', die van cruciaal belang is. Het verdient dan ook de voorkeur een afzonderlijk artikel van deze verordening aan de 'economische dialoog' te wijden.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 bis

 

Economische dialoog

 

1. Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie te versterken, met name tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, en om een grotere transparantie en toerekenbaarheid te verzekeren, kunnen de ter zake bevoegde commissies van het Europees Parlement de voorzitter van de Raad, de Commissie en in voorkomend geval de voorzitter van de Europese Raad of de voorzitter van de eurogroep verzoeken voor de commissies te verschijnen om de aanbevelingen die krachtens deze verordening zijn gedaan en de besluiten die krachtens deze verordening zijn genomen, te bespreken.

 

2. De bevoegde commissies van het Europees Parlement kunnen vertegenwoordigers van de lidstaat die het onderwerp is van een aanbeveling of besluit van de Raad overeenkomstig deze verordening, alsmede de sociale partners van die lidstaat, verzoeken om deel te nemen aan een gedachtewisseling.

 

3. Vertegenwoordigers van de Commissie kunnen door het parlement van de lidstaat die het onderwerp van een aanbeveling of een besluit overeenkomstig deze verordening is, worden verzocht om deel te nemen aan een gedachtewisseling.

 

4. De Raad en de Commissie informeren het Europees Parlement op regelmatige basis over de sociale en economische resultaten van de toepassing van deze verordening.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Consistentie met het Europees semester voor economische beleidscoördinatie

Schrappen

De in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde monitoring wordt geacht in de plaats te komen van de monitoring en evaluatie van het Europees semester voor economische beleidscoördinatie als bedoeld in artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1466/97 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid.

 

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 bis

 

Verenigbaarheid met het recht op collectieve onderhandelingen en collectieve actie

 

Overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken, vormt deze verordening geen inbreuk op het recht van werknemers en werkgevers, of van hun vertegenwoordigende organisaties, om op de passende niveaus te onderhandelen over collectieve arbeidsovereenkomsten en deze te sluiten, en, ingeval van sociale conflicten, over te gaan tot collectieve acties om hun belangen te behartigen, inclusief stakingsacties.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een lidstaat blijft onder post-programmatoezicht staan zolang niet minimaal 75% van de van een of meer andere lidstaten, het EFSM, de EFSF of het ESM ontvangen financiële bijstand is terugbetaald. Op voorstel van de Commissie kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de duur van het post-programmatoezicht verlengen.

1. Een lidstaat blijft onder post-programmatoezicht staan zolang niet minimaal 75% van de van een of meer andere lidstaten, het EFSM, de EFSF of het ESM ontvangen financiële bijstand is terugbetaald. Op voorstel van de Commissie kunnen het Europees Parlement en de Raad de duur van het post-programmatoezicht verlengen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In samenwerking met de ECB legt de Commissie in de lidstaat onder post-programmatoezicht regelmatig controlebezoeken af om de economische, budgettaire en financiële situatie ervan te beoordelen. Elk halfjaar deelt zij haar bevindingen mee aan het EFC, of aan een subcomité dat daardoor daartoe kan worden aangewezen, en gaat zij met name na of corrigerende maatregelen zijn vereist.

3. In samenwerking met de ECB legt de Commissie in de lidstaat onder post-programmatoezicht regelmatig controlebezoeken af om de economische, budgettaire en financiële situatie ervan te beoordelen. Elk halfjaar deelt zij haar bevindingen mee aan het EFC, het EMCO en het SPC, of aan een subcomité dat door hen daartoe kan worden aangewezen, en gaat zij met name na of corrigerende maatregelen zijn vereist.

Amendement 36

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Op voorstel van de Commissie kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de lidstaat onder post-programmatoezicht aanbevelen corrigerende maatregelen te nemen.

4. Op voorstel van de Commissie kunnen het Europees Parlement en de Raad de lidstaat onder post-programmatoezicht aanbevelen corrigerende maatregelen te nemen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Met betrekking tot de in artikel 2, lid 1, artikel 3, artikel 6, lid 4, en artikel 11, lid 4, bedoelde maatregelen hebben alleen de leden van de Raad stemrecht die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, en besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.

Met betrekking tot de in deze verordening bedoelde maatregelen hebben alleen de leden van de Raad stemrecht die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, en besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.

PROCEDURE

Titel

Versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied

Document- en procedurenummers

COM(2011)0819 – C7-0449/2011 – 2011/0385(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

15.12.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

EMPL

15.12.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Frédéric Daerden

15.12.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

13.2.2012

1.3.2012

26.3.2012

 

Datum goedkeuring

27.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

36

6

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Regina Bastos, Edit Bauer, Heinz K. Becker, Pervenche Berès, Vilija Blinkevičiūtė, Philippe Boulland, Milan Cabrnoch, David Casa, Alejandro Cercas, Ole Christensen, Derek Roland Clark, Marije Cornelissen, Emer Costello, Frédéric Daerden, Karima Delli, Sari Essayah, Thomas Händel, Marian Harkin, Roger Helmer, Nadja Hirsch, Danuta Jazłowiecka, Jean Lambert, Veronica Lope Fontagné, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Siiri Oviir, Konstantinos Poupakis, Elisabeth Schroedter, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Jutta Steinruck, Traian Ungureanu, Inês Cristina Zuber

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Sergio Gaetano Cofferati, Tamás Deutsch, Sergio Gutiérrez Prieto, Richard Howitt, Filiz Hakaeva Hyusmenova, Ramona Nicole Mănescu, Ria Oomen-Ruijten, Csaba Sógor, Gabriele Zimmer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Phil Bennion, Ioan Enciu, Louis Grech

PROCEDURE

Titel

Versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied

Document- en procedurenummers

COM(2011)0819 – C7-0449/2011 – 2011/0385(COD)

Datum indiening bij EP

23.11.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

15.12.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

BUDG

15.12.2011

EMPL

15.12.2011

 

 

Geen advies

       Datum besluit

BUDG

29.2.2012

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Jean-Paul Gauzès

25.10.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

9.1.2012

28.2.2012

26.3.2012

 

Datum goedkeuring

14.5.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

4

13

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Elena Băsescu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Pascal Canfin, Nikolaos Chountis, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Gunnar Hökmark, Syed Kamall, Othmar Karas, Jürgen Klute, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Corien Wortmann-Kool, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Robert Goebbels, Roberto Gualtieri, Carl Haglund, Thomas Mann, Mario Mauro, Gianni Pittella

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Alejandro Cercas, Monika Hohlmeier, Ria Oomen-Ruijten

Datum indiening

24.5.2012