VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) 1967/2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee

4.6.2012 - (COM(2011)0479 – C7‑0216/2011 – 2011/0218(COD)) - ***I

Commissie visserij
Rapporteur: Anna Rosbach
PR_COD_1amCom


Procedure : 2011/0218(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0180/2012
Ingediende teksten :
A7-0180/2012
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) 1967/2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee

(COM(2011)0479 – C7‑0216/2011 – 2011/0218(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0479),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0216/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 december 2011[1],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie visserij (A7-0180/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Titel

Verordening (EG) nr. 1967/2006

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) 1967/2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) 1967/2006 inzake beheersmaatregelen voor de instandhouding en duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee

Motivering

Aangezien de instandhouding van visbestanden van primair belang is, en als tegenwicht voor de negatieve bijklank van het woord "exploitatie", moet worden verklaard dat de instandhouding van de visbestanden in de Middellandse Zee ook een doelstelling is van Verordening (EG) nr. 1967/2006, en moet deze doelstelling ook worden genoemd in de titel van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en de wijzigingsverordening.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) Er moet een algemene aanpassing van Verordening (EG) nr. 1967/2006 plaatsvinden ter opneming van de wijzigingen die de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met zich mee heeft gebracht.

Motivering

Met deze overweging wordt toegelicht dat de door het Parlement voorgestelde amendementen die verder gaan dan de voorstellen van de Commissie gericht zijn op volledige aanpassing van Verordening (EG) nr. 1967/2006 aan de nieuwe juridische omgeving die het Verdrag van Lissabon met zich mee heeft gebracht.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – inleidende zin

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Om sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006 te kunnen toepassen moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290, VWEU aan de Commissie worden gedelegeerd ten aanzien van de volgende punten:

(3) Om bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van Verordening (EG) nr. 1967/2006 te kunnen aanvullen of wijzigen moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 VWEU aan de Commissie worden gedelegeerd ten aanzien van de volgende punten:

Motivering

Het is niet juist om de term "toepassen" te gebruiken voor gedelegeerde handelingen, aangezien deze vooral wordt gebezigd in verband met uitvoeringshandelingen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje -1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- de aanwijzing van een beschermd visserijgebied in de territoriale wateren van een lidstaat of de vaststelling van visserijbeheersmaatregelen voor de betreffende wateren, indien de visserijbeheersmaatregelen van de lidstaat ontoereikend zijn om een hoog niveau van de bestanden en het milieu te garanderen;

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op artikel 7, lid 5.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje -1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- het besluit om de aanwijzing van een beschermd visserijgebied met mogelijke gevolgen voor vaartuigen van een andere lidstaat te bevestigen, te annuleren of te wijzigen;

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op artikel 7, lid 4.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- het wijzigen van de afwijking die het gebruik van trawlnetten toestaat;

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op artikel 13, lid 11, alinea 4.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- de wijziging van een beheersplan van een lidstaat indien dat beheersplan ontoereikend is om een hoog niveau van bescherming van de bestanden en het milieu te garanderen;

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op artikel 19, lid 9.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- het besluit om het beheersplan van een lidstaat met mogelijke gevolgen voor vaartuigen van een andere lidstaat te bevestigen, te annuleren of te wijzigen;

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op artikel 19, lid 8.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 1 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

- de verdeling van de extra vangcapaciteit tussen de lidstaten in de 25mijlsbeheerszone rond Malta, en

Motivering

De overwegingen dienen alle door de Commissie voorgestelde wijzigingen te weerspiegelen, waaronder de wijziging van artikel 26, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

- het vaststellen van uitvoeringsbepalingen voor verdere technische specificaties van in sleepnetten aan te brengen panelen met vierkante mazen;

Schrappen

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op Bijlage I, afdeling B, punt 3 (wijziging van de bijlagen alleen door de medewetgevers).

Amendement  11

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

- het vaststellen van technische voorschriften ter beperking van de maximummaat van de boeilijn, de onderpees, de omtrek van trawlnetten, alsmede het maximumaantal netten in trawlnetten met meervoudige optuiging, en

Schrappen

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op Bijlage II, punt 7 (wijziging van de bijlagen alleen door de medewetgevers).

Amendement  12

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 3 – streepje 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

- de wijzigingen van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1967/2006.

Schrappen

Motivering

Deze overweging weerspiegelt het amendement op artikel 30 (wijziging van de bijlagen alleen door de medewetgevers).

Amendement  13

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Nadere technische en wetenschappelijke informatie is nodig om terdege rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de visserij in de Middellandse Zee, zodat de Commissie in staat is mogelijke technische voorschriften op te stellen ter beperking van de maximummaat van trawlnetten en het maximumaantal netten in trawlnetten met meervoudige optuiging, zoals hierboven vermeld.

Schrappen

Motivering

Het schrappen van de tekst van deze door de Commissie voorgestelde overweging komt overeen met het amendement op Bijlage II, punt 7 (wijziging van de bijlagen alleen door de medewetgevers).

Amendement  14

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) De instandhouding van visbestanden in de Middellandse Zee is van bijzonder belang en moet daarom in de titel van Verordening (EG) nr. 1967/2006 worden genoemd.

Motivering

De ingevoerde nieuwe tekst weerspiegelt het amendement op de titel van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 6 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Artikel 6, lid 2, komt als volgt te luiden:

 

"2. Na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn en uiterlijk 30 november 2009 kan de Raad op grond van nieuwe wetenschappelijke informatie aanvullende beschermde visserijgebieden aanwijzen, of de daarvoor geldende afbakening en beheersregels wijzigen.

 

Vanaf 1 december 2009 wijzen het Europees Parlement en de Raad op grond van nieuwe wetenschappelijke informatie volgens de gewone wetgevingsprocedure aanvullende beschermde visserijgebieden aan, of wijzigen de daarvoor geldende afbakening en beheersregels daarvan."

Motivering

Aangezien de aanwijzing van beschermde visserijgebieden niet onder artikel 43, lid 3, VWEU valt, zou een bepaling om de Raad bevoegdheid te verlenen tot het eigenhandig nemen van besluiten hierover ingaan tegen het nieuwe systeem zoals vastgelegd in het Verdrag van Lissabon. Besluiten over de aanwijzing van aanvullende beschermde visserijgebieden van de EU moeten worden genomen door de medewetgevers. Artikel 6, lid 1, blijft ongewijzigd aangezien de termijn van twee jaar reeds is verstreken en de bepaling daarmee niet meer geldt.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 7 – leden 4 en 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

a) Lid 4 wordt vervangen door:

 

"4. Indien de Commissie van mening is dat de op grond van lid 3 aangemelde maatregelen voor het beheer van de visserij niet voldoende zijn om een hoog niveau van bescherming van de bestanden en het milieu te garanderen, kan zij na overleg met de lidstaat deze verzoeken de maatregel te wijzigen binnen drie maanden na de datum van bekendmaking van het verzoek.

 

Indien de Commissie van mening is dat de lidstaat zijn visserijbeheersmaatregelen niet of onjuist heeft gewijzigd en dat deze maatregelen nog altijd ontoereikend zijn om een hoog niveau van bescherming van de bestanden en het milieu te garanderen, heeft zij de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 30 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanwijzing van een beschermd visserijgebied of tot vaststelling van visserijbeheersmaatregelen voor de betreffende wateren.

 

b) Lid 5 wordt vervangen door:

 

"5. Indien een lidstaat voorstelt een beschermd visserijgebied aan te wijzen binnen zijn territoriale wateren dat mogelijk gevolgen heeft voor de vaartuigen van een andere lidstaat, meldt hij dit bij de Commissie, de betreffende andere lidstaat en de regionale adviesraad, alvorens die aanwijzing goed te keuren.

 

De betreffende lidstaten en de regionale adviesraad kunnen binnen 30 werkdagen na de datum van aanmelding van de voorgestelde aanwijzing bij de Commissie hun opmerkingen ter zake indienen.

 

Na bestudering van eventuele ingediende opmerkingen krijgt de Commissie de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 30 bis binnen 60 werkdagen na de datum van aanmelding van de voorgestelde aanwijzing gedelegeerde handelingen vast te stellen ter bevestiging, annulering of wijziging van de aanwijzing."

Motivering

Het lijkt passend om de volgorde van de leden 4 en 5 om te draaien. Aangezien de aanwijzing van beschermde visserijgebieden niet onder artikel 43, lid 3, VWEU valt zou een bepaling om de Raad bevoegdheid te verlenen tot het eigenhandig nemen van besluiten hierover ingaan tegen het systeem zoals vastgelegd in het Verdrag van Lissabon. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen indien de maatregelen van de lidstaat ontoereikend worden geacht. In het geval van beschermde visserijgebieden met mogelijk gevolgen voor de vaartuigen van een andere lidstaat moet de Commissie eveneens de bevoegdheid krijgen op te treden door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 13 – lid 11 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) In artikel 13, lid 11, wordt alinea 4 vervangen door:

 

"Indien de Commissie, op basis van de kennisgevingen van de lidstaten overeenkomstig de tweede en de derde alinea of op grond van nieuw wetenschappelijk advies, van oordeel is dat de voorwaarden voor een afwijking niet vervuld zijn, kan zij na overleg met de betrokken lidstaat verzoeken de afwijking te wijzigen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving van het verzoek. Indien de Commissie van mening is dat de lidstaat de afwijking niet of onjuist heeft gewijzigd, krijgt de Commissie de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 30 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de afwijking, ter waarborging van de bescherming van de bestanden en het milieu."

Motivering

Aangezien besluiten inzake afwijkingen betreffende het gebruik van trawlnetten in gebieden vlak bij de kust niet onder artikel 43, lid 3, VWEU vallen zou een bepaling om de Raad bevoegdheid te verlenen tot het eigenhandig nemen van besluiten hierover ingaan tegen het nieuwe systeem zoals vastgelegd in het Verdrag van Lissabon. De procedure moet gelijk zijn aan de procedure voorgesteld voor artikel 7, lid 4 (huidig artikel 7, lid 5), d.w.z. de Commissie dient gedelegeerde handelingen vast te stellen indien de maatregelen van de lidstaat ontoereikend zijn.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 14 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Artikel 14, lid 3, wordt geschrapt.

Motivering

Aangezien de Raad vóór 31 mei 2010 geen besluit heeft genomen betreffende overgangsmaatregelen, wordt dit lid overbodig. Door het lid te schrappen wordt een theoretische kans dat de Raad na die datum een besluit zou nemen uitgesloten.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 2 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 18 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 ter) In artikel 18, lid 1, eerste alinea, wordt de aanhef vervangen door:

 

"1. Het Europees Parlement en de Raad stellen, overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure, op voorstel van de Commissie beheersplannen vast voor specifieke vormen van visserij in de Middellandse Zee, met name in gebieden die geheel of gedeeltelijk buiten de territoriale wateren van de lidstaten vallen. Deze plannen kunnen het volgende omvatten:"

Motivering

Aangezien de vaststelling van beheersplannen niet onder artikel 43, lid 3, VWEU valt zou een bepaling om de Raad bevoegdheid te verlenen tot het eigenhandig nemen van besluiten hierover ingaan tegen het nieuwe systeem zoals vastgelegd in het Verdrag van Lissabon.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 19 – leden 8 en 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 quater) Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

 

a) Lid 8 wordt vervangen door:

 

"8. Indien de Commissie op basis van de in lid 7 bedoelde aanmelding of op grond van nieuw wetenschappelijk advies van mening is dat een op grond van lid 1 of lid 2 vastgesteld beheersplan niet voldoende is om een hoog niveau van bescherming van de bestanden en het milieu te garanderen, kan zij, na overleg met de lidstaat, deze verzoeken het plan te wijzigen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving van het verzoek.

 

Indien de Commissie van mening is dat de lidstaat zijn beheersplan niet of onjuist heeft gewijzigd en dit plan nog altijd ontoereikend is om een hoog niveau van bescherming van de bestanden en het milieu te garanderen, krijgt zij de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 30 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van het beheersplan, ter waarborging van de bescherming van de bestanden en het milieu."

 

b) Lid 9 wordt vervangen door:

 

"9. Indien een lidstaat voorstelt een beheersplan vast te stellen dat mogelijk gevolgen zal hebben voor de vaartuigen van een andere lidstaat, meldt hij dit bij de Commissie, de betreffende andere lidstaat en de regionale adviesraad, alvorens dat beheersplan vast te stellen.

 

De betreffende lidstaten en regionale adviesraad kunnen binnen 30 werkdagen na de datum van aanmelding van het voorgestelde beheersplan bij de Commissie hun opmerkingen ter zake indienen.

 

Na bestudering van eventuele ingediende opmerkingen krijgt de Commissie de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 30 bis binnen 60 werkdagen na de datum van aanmelding van het voorgestelde beheersplan gedelegeerde handelingen vast te stellen ter bevestiging, annulering of wijziging van dat plan."

Motivering

Het lijkt passend om de volgorde van de leden 8 en 9 om te draaien. Aangezien besluiten tot wijziging van een beheersplan voor visserij in territoriale wateren niet onder artikel 43, lid 3, VWEU valt, kan de Raad dergelijke besluiten niet eigenhandig nemen. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen indien het beheersplan van de lidstaat ontoereikend worden geacht. In het geval van beheersplannen met mogelijk gevolgen voor de vaartuigen van een andere lidstaat moet de Commissie eveneens de bevoegdheid krijgen op te treden door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 28

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Artikel 28 wordt geschrapt.

Motivering

Een expliciete verwijzing naar de toe te passen procedure is niet passend, aangezien artikel 43, lid 2, VWEU automatisch van toepassing is wanneer aan de voorwaarden daarvoor is voldaan. Uit de uitspraak van het Hof van Justitie van 6 mei 2008 in zaak C-133/06 blijkt dat secundaire rechtsgronden niet zijn toegestaan overeenkomstig de wetgeving van de Unie.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 4 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 29

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter) Artikel 29 wordt geschrapt.

Motivering

Aangezien er geen uitvoeringsbevoegdheden overblijven, is een verwijzing naar de oude comitologieprocedure of de nieuwe Verordening (EU) nr. 182/2011 betreffende uitvoeringsbevoegdheden onnodig.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 30

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Artikel 30 wordt vervangen door:

(5) Artikel 30 wordt geschrapt.

De bijlagen worden gewijzigd door middel van overeenkomstig artikel 30 bis vastgestelde gedelegeerde handelingen.

 

Motivering

De bijlagen moeten slechts door de medewetgevers gewijzigd kunnen worden. Het huidige artikel 30, dat voorziet in een comitologieprocedure, moet worden geschrapt. Medebeslissing wordt dan automatisch van toepassing op wijzigingen van de bijlagen.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Artikel 30 bis nieuw – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in artikel 4, lid 5, artikel 13, leden 5 en 10, artikel 26, lid 3, eerste alinea, artikel 27, lid 3, tweede alinea, artikel 30, bijlage I, deel B, punt 3, en bijlage II, punt 7, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt verleend voor onbepaalde duur vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2. De in artikel 4, lid 5, artikel 7, leden 4 en 5, artikel 13, leden 5 en 10, artikel 13, lid 11, vierde alinea, artikel 19, leden 8 en 9, artikel 26, lid 3, eerste alinea en artikel 27, lid 3, tweede alinea, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie verleend voor een periode van drie jaar vanaf …*. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van drie jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De delegatie van bevoegdheid wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn tegen die verlenging verzet.

 

______________

 

* PB: datum van inwerkingtreding van deze verordening invullen

Motivering

Het komt passender voor om de delegatie te beperken in de tijd en de Commissie te verplichten verslag over de uitoefening ervan uit te brengen, met het oog op een periodieke evaluatie van de delegatie en een periodiek onderzoek van de doeleinden waarvoor zij wordt gebruikt.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Bijlage I – afdeling B – punt 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In sleepnetten mogen panelen met vierkante mazen worden aangebracht vóór de tunnel of op enig punt tussen de voorkant van de tunnel en het achtereinde van de kuil. Zij moeten vervaardigd zijn uit knooploos netmateriaal of netmateriaal met niet-slippende knopen en moeten zo zijn aangebracht dat de mazen bij het vissen steeds volledig open blijven. De nadere regels voor de verdere technische specificaties van panelen met vierkante mazen worden vastgesteld door middel van overeenkomstig artikel 30 bis vastgestelde gedelegeerde handelingen.

3. In sleepnetten mogen panelen met vierkante mazen worden aangebracht vóór de tunnel of op enig punt tussen de voorkant van de tunnel en het achtereinde van de kuil. Zij moeten vervaardigd zijn uit knooploos netmateriaal of netmateriaal met niet-slippende knopen en moeten zo zijn aangebracht dat de mazen bij het vissen steeds volledig open blijven.

Motivering

De bijlagen moeten slechts door de medewetgevers gewijzigd kunnen worden.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Bijlage I – afdeling B – punt 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Bijlage I, afdeling B, punt 4, wordt geschrapt.

Motivering

De bijlagen moeten slechts door de medewetgevers gewijzigd kunnen worden.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Bijlage I – afdeling B – punt 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) Bijlage I, afdeling B, punt 5 wordt vervangen door:

 

"5. Het is verboden sleepnetten aan boord te hebben of te gebruiken waarvan de kuil geheel of gedeeltelijk bestaat uit netmateriaal met andere dan vierkante of ruitvormige mazen."

Motivering

De bijlagen moeten slechts door de medewetgevers gewijzigd kunnen worden.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1967/2006

Bijlage II – punt 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Bijlage II, punt 7, wordt vervangen door:

(8) Bijlage II, punt 7, wordt geschrapt.

7. Technische voorschriften ter beperking van de maximummaat van de boeilijn, de onderpees, de omtrek van trawlnetten en het maximumaantal netten in trawlnetten met meervoudige optuiging kunnen door de Commissie worden vastgesteld door middel van overeenkomstig artikel 30 bis vastgestelde gedelegeerde handelingen.

 

Motivering

De bijlagen moeten slechts door de medewetgevers gewijzigd kunnen worden.

  • [1]  PB C 43 van 15.2.2012, blz. 56.

TOELICHTING

De algemene context

Met het Verdrag van Lissabon is een nieuwe hiërarchie van normen ingevoerd, met drie niveaus. Op het eerste niveau zijn er de wetgevingshandelingen, die door de wetgevers worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure, waarbij het Europees Parlement en de Raad optreden als gelijkwaardige medewetgevers (zie artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, VWEU), of volgens bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast kan de wetgever aan de Commissie de bevoegdheid overdragen niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling (zogeheten gedelegeerde handelingen, zie de definitie in artikel 290, lid 1, van het VWEU); dit is het tweede niveau van normen. Bij juridisch bindende handelingen van de Unie kunnen ook uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend, als deze handelingen van de Unie volgens eenvormige voorwaarden moeten worden uitgevoerd. Op grond hiervan stelt de Commissie zogeheten uitvoeringshandelingen vast (zie artikel 291 van het VWEU); dit is het derde niveau.

Het is niet altijd duidelijk welk type van handeling moet worden gekozen. Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen hebben ten opzichte van wetgevingshandelingen het voordeel dat zij de mogelijkheid bieden om snel te reageren op een nieuwe situatie. Terwijl de gewone wetgevingsprocedure en het gebruik van gedelegeerde handelingen waarborgen dat het Parlement op gelijke voet staat met de Raad, houdt het gebruik van uitvoeringshandelingen in feite in dat het Parlement wordt buitengesloten, aangezien de Commissie niet verplicht is het standpunt van het Parlement te volgen.

Voorstel van de Commissie

In verband met de aanpassing van Verordening (EG) nr. 1967/2006 aan de nieuwe regels van het VWEU heeft de Commissie een wetgevingsvoorstel ingediend waarin de momenteel bij die verordening aan de Commissie verleende bevoegdheden worden verdeeld in maatregen van gedelegeerde aard en maatregelen van uitvoerende aard. De voorgestelde wijzigingen hebben alleen betrekking op de soorten vast te stellen handelingen en houden geen wijziging van de inhoud van de maatregelen in.

De Commissie heeft de verordening niet op alle punten in overeenstemming gebracht met het VWEU, maar richtte zich met name op bepalingen waarin direct wordt verwezen naar de oude comitologieprocedure van Besluit van de Raad nr. 1999/468/EG, per geval bekijkend of de maatregel moet worden vastgesteld als gedelegeerde of als uitvoeringshandeling.

Standpunt van de rapporteur

Verordening (EG) nr. 1967/2006 is een van de eerste handelingen in de visserijsector die wordt aangepast aan het nieuwe systeem van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. Daarom is het bijzonder belangrijk een juridisch goed gefundeerde oplossing te vinden, waarbij de rechten die het Parlement met het Verdrag van Lissabon heeft gekregen, worden gevrijwaard.

Over het algemeen is de rapporteur tevreden over de door de Commissie voorgestelde wijzigingen. In één geval stelt de Commissie geen gedelegeerde handelingen vast (artikel 26, lid 5), en de rapporteur begrijpt de redenering van de Commissie op dat punt, namelijk het feit dat de Commissie in artikel 26, lid 5, geen discretionaire bevoegdheid heeft inzake de toewijzing van visserijcapaciteit. Hier worden dus slechts de in de verordening vastgelegde criteria gehanteerd, in plaats van deze aan te vullen.

Wat betreft het wijzigen van de bijlagen kan de rapporteur echter niet instemmen met het voorstel van de Commissie. De bijlagen vormen immers een essentieel onderdeel van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en moeten alleen gewijzigd kunnen worden door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk, overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure. Dit geldt ook voor de speciale bepalingen in de bijlagen waarin de Commissie momenteel de bevoegdheid wordt verleend tot het vaststellen van verdere technische specificaties of het verlenen van vergunningen (Bijlage I, afdeling B, punten 3, 4 en 5 en Bijlage II, punt 7). Besluiten inzake dergelijke specificaties en vergunningen moeten zo nodig wordt genomen door de medewetgevers.

Daarnaast is de rapporteur van mening dat indien gedelegeerde handelingen worden voorgesteld, de delegatie beperkt moet zijn in de tijd, om het gebruik ervan regelmatig te kunnen evalueren.

De door de rapporteur voorgestelde amendementen zijn in hoofdzaak gebaseerd op het feit dat de voorstellen van de Commissie tot aanpassing van de bepalingen selectief zijn, terwijl de rapporteur van mening is dat het Parlement van deze gelegenheid gebruik moet maken om aan te dringen op volledige aanpassing van deze verordening aan de wijzigingen die het Verdrag van Lissabon met zich mee heeft gebracht. Dat geldt voornamelijk voor de bepalingen die de Raad de bevoegdheid verlenen om besluiten te nemen die, sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, genomen moeten worden overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure. Het ongewijzigd laten van deze verwijzingen naar de oude raadplegingsprocedure zou de institutionele verworvenheden van het Verdrag van Lissabon in de visserijsector in gevaar brengen en zou juridische onzekerheid creëren, hetgeen schadelijk zou zijn voor de wetgevende bevoegdheden van het Parlement.

De rapporteur stelt voor om in de meeste van deze gevallen gebruik te maken van gedelegeerde handelingen, en in sommige andere gevallen van wetgevingshandelingen. Indien lidstaten nationale maatregelen moeten vaststellen die later worden gecontroleerd door de Commissie, stelt de rapporteur voor dat de Commissie de bevoegdheid krijgt om gedelegeerde handelingen vast te stellen indien de maatregelen van de lidstaat ontoereikend worden geacht, ter aanvulling van het basisbesluit. Wat betreft de vaststelling van nationale maatregelen (aanwijzing van beschermde visserijgebieden en vaststelling van beheersplannen) die mogelijk gevolgen hebben voor vaartuigen van andere lidstaten, stelt de rapporteur voor eveneens gebruik te maken van gedelegeerde handelingen, met handhaving van de meeste elementen van de momenteel geldende procedure. Met betrekking tot de aanwijzing van aanvullende beschermde visserijgebieden, in hoofdzaak buiten de territoriale wateren van de lidstaten (artikel 6, lid 2) en de vaststelling van beheersplannen in gebieden die geheel of gedeeltelijk buiten de territoriale wateren vallen (artikel 18) stelt de rapporteur voor gebruik te maken van de gewone wetgevingsprocedure.

In verschillende bepalingen worden termijnen genoemd voor de vaststelling van specifieke maatregelen. De rapporteur begrijpt dat het vaststellen van nieuwe termijn zou leiden tot nieuwe discussies over de inhoud van Verordening (EG) nr. 1967/2006, wat niet het onderwerp is van voorliggend voorstel tot aanpassing van de verordening. Aangezien het schrappen van deze bepalingen de indruk zou geven dat het niet-optreden van de betreffende organen is goedgekeurd, stemt de rapporteur in met het ongewijzigd laten van deze bepalingen, die ze beschouwt als puur historisch, d.w.z. zonder de mogelijkheid dat ze alsnog worden toegepast na het verstrijken van de daarin genoemde termijnen. Dit is met name het geval voor de artikel 6, lid 1, en artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1967/2006. In het geval van artikel 14, lid 3, zou echter geconcludeerd kunnen worden dat de Raad zelfs na het verstrijken van de in artikel 14, leden 1 en 2 genoemde termijnen zou kunnen besluiten tot het verlengen van deze termijnen. Om een dergelijk besluit van de Raad uit te sluiten stelt de rapporteur voor deze bepaling te schrappen.

In algemene zin zou de rapporteur graag zien dat de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 wordt verbeterd en roept zij de lidstaten op zich hiervoor sterker in te zetten. De rapporteur hoopt dat met de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid een nieuw geregionaliseerd kader wordt ingevoerd waarmee snel een passende wetgevende oplossing voor de Middellandse Zee kan worden gevonden die aanvaardbaar is voor de lidstaten en belanghebbenden en die rekening houdt met de specifieke kenmerken van deze regio, terwijl tegelijkertijd de duurzaamheid van de visserij en de bescherming van de bestanden en het milieu op doeltreffende wijze worden gewaarborgd. Aangezien het element van instandhouding van wezenlijk belang is, moet dit worden genoemd in de titel van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee

Document- en procedurenummers

COM(2011)0479 – C7-0216/2011 – 2011/0218(COD)

Datum indiening bij EP

9.8.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

PECH

13.9.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

ENVI

13.9.2011

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

ENVI

15.9.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Anna Rosbach

10.10.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

10.10.2011

19.12.2011

23.4.2012

 

Datum goedkeuring

31.5.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Antonello Antinoro, Kriton Arsenis, Chris Davies, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Dolores García-Hierro Caraballo, Marek Józef Gróbarczyk, Carl Haglund, Iliana Malinova Iotova, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Guido Milana, Maria do Céu Patrão Neves, Crescenzio Rivellini, Ulrike Rodust, Raül Romeva i Rueda, Struan Stevenson, Jarosław Leszek Wałęsa

Datum indiening

4.6.2012