VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen
5.6.2012 - (COM(2011)0860 – C7‑0490/2011 – 2011/0417(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Philippe Lamberts
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen
(COM(2011)0860 – C7‑0490/2011 – 2011/0417(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0860),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0490/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 26 april 2012[1],
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A7-0193/2012),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT*
op het voorstel van de Commissie
---------------------------------------------------------
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende Europese durfkapitaalfondsen
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van de wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank[2],
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Durfkapitaal zorgt voor financiering van ondernemingen die over het algemeen zeer klein zijn, zich in de beginfasen van hun bestaan bevinden en door een groot groei- en expansiepotentieel worden gekenmerkt. Hoewel durfkapitaalfondsen vaak investeren in startersbedrijven, zijn er gevallen waar het passend is om transformerende investeringen te doen in ondernemingen die reeds meer dan vijf jaar bestaan. Daarnaast bieden durfkapitaalfondsen ▌ondernemingen waardevolle deskundigheid en kennis, zakelijke contacten en advies over "brand equity" en te volgen strategieën. Door deze ondernemingen te financieren en advies te verlenen, stimuleren durfkapitaalfondsen de economische groei, dragen ze bij tot de werkgelegenheidsschepping en het aantrekken van kapitaal, ondersteunen ze de oprichting en de ontwikkeling van innovatieve ondernemingen, verhogen ze hun investeringen in onderzoek en ontwikkeling en bevorderen ze het ondernemerschap, de innovatie en de concurrentie in overeenstemming met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en in het kader van de uitdagingen voor de lange termijn waarmee de lidstaten geconfronteerd worden, zoals vermeld in Global Trends 2030, het verslag van het European Strategy and Policy Analysis System. Om investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) te stimuleren, dienen investeringen in het kader van deze verordening te worden opgenomen in de investeringen die door de Commissie zullen worden gedaan in het kader van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. De Commissie dient een geïntegreerde strategie betreffende financiële instrumenten voor kmo's voor te stellen en de effecten van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)[4], Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen[5] en Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen[6], op de beschikbaarheid van risicokapitaal te beoordelen.
(2) Het is noodzakelijk om een gemeenschappelijk regelgevingskader voor het gebruik van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" tot stand te brengen, en met name uniforme voorschriften op Unieniveau vast te stellen voor de samenstelling van de portefeuille van fondsen die onder deze benaming werkzaam zijn, hun in aanmerking komende beleggingsdoelstellingen, de beleggingsinstrumenten die ze kunnen aanwenden, en de categorieën van beleggers die in aanmerking komen om in dergelijke fondsen te beleggen. Bij gebreke van een dergelijk gemeenschappelijk kader bestaat immers het risico dat lidstaten op nationaal niveau uiteenlopende maatregelen nemen die een rechtstreeks negatief effect hebben op en belemmeringen opwerpen voor de goede werking van de interne markt, aangezien durfkapitaalfondsen die in de hele Unie activiteiten wensen te ontplooien, in verschillende lidstaten aan uiteenlopende voorschriften onderworpen zouden zijn. Bovendien zouden uiteenlopende kwaliteitsvereisten inzake portefeuillesamenstelling, beleggingsdoelstellingen en in aanmerking komende beleggers tot verschillende niveaus van beleggersbescherming kunnen leiden en verwarring kunnen scheppen over het beleggingsvoorstel dat met een "Europees durfkapitaalfonds" moet worden geassocieerd. Bovendien zouden beleggers in staat moeten zijn de beleggingsvoorstellen van verschillende durfkapitaalfondsen met elkaar te vergelijken. Het is noodzakelijk om significante belemmeringen voor grensoverschrijdende fondsenwerving door durfkapitaalfondsen op te heffen, concurrentieverstoringen tussen deze fondsen te vermijden, en tevens te voorkomen dat in de toekomst eventuele nieuwe hinderpalen voor de verhandeling ervan en significante concurrentieverstoringen ontstaan. Bijgevolg is de passende rechtsgrondslag artikel 114 VWEU, zoals geïnterpreteerd in overeenstemming met de vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
(3) Het is noodzakelijk om een verordening aan te nemen waarin uniforme voorschriften worden vastgesteld die op Europese durfkapitaalfondsen van toepassing zijn en waarmee tevens in alle lidstaten identieke verplichtingen worden opgelegd aan de beheerders van dergelijke fondsen die overal in de Unie kapitaal wensen aan te trekken met gebruikmaking van de benaming "Europees durfkapitaalfonds". Deze vereisten zouden het vertrouwen van beleggers die in durfkapitaalfondsen wensen te beleggen, zeker moeten stellen.
(3 bis) De procedure om een Europees durfkapitaalfonds op te richten dient zo snel mogelijk te verlopen om de kosten voor het oprichten van nieuwe fondsen op de markt te verminderen.
(4) Door de kwaliteitsvereisten voor het gebruik van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" in een verordening vast te leggen, zou ervoor worden gezorgd dat die vereisten rechtstreeks van toepassing zijn op de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die fondsen werven door van deze benaming gebruik te maken. Daardoor zou worden gegarandeerd dat uniforme voorwaarden gelden voor het gebruik van deze benaming, doordat uiteenlopende nationale vereisten als gevolg van de omzetting van een richtlijn worden vermeden. Deze verordening zou inhouden dat beheerders van instellingen voor collectieve belegging die de bovengenoemde benaming gebruiken, zich overal in de Unie aan dezelfde voorschriften moeten houden, wat ook sterk bevorderlijk is voor het vertrouwen van beleggers die in durfkapitaalfondsen wensen te beleggen. Een verordening zou tevens in minder complexe regelgeving resulteren en ertoe leiden dat beheerders minder kosten moeten maken omdat zij niet langer met veelal uiteenlopende nationale voorschriften voor durfkapitaalfondsen worden geconfronteerd; dat geldt vooral voor beheerders die op grensoverschrijdende basis kapitaal wensen aan te trekken. Een verordening zou ook bijdragen tot het wegwerken van concurrentieverstoringen. De Commissie dient tegen eind 2012 een verslag over te leggen betreffende de fiscale hinderpalen waarmee durfkapitaalfondsen in de verschillende lidstaten worden geconfronteerd, en dient te blijven toewerken naar gelijke fiscale randvoorwaarden.
(5) Om de relatie tussen deze verordening en de voorschriften voor instellingen voor collectieve belegging en de beheerders ervan te verduidelijken, dient te worden bepaald dat deze verordening alleen van toepassing is op beheerders van andere instellingen voor collectieve belegging dan icbe's in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), die gevestigd zijn in de Unie en geregistreerd zijn bij de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr.1095/2010. Bovendien dient deze verordening alleen van toepassing te zijn op beheerders die portefeuilles beheren van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarvan het beheerde vermogen in totaal niet meer dan 500 miljoen EUR bedraagt. Beheerders van durfkapitaalfondsen die in het kader van deze verordening geregistreerd zijn en wier totale vermogen vervolgens de drempel van 500 miljoen EUR overschrijdt, en die daardoor in overeenstemming met artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU aan een vergunning van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst onderworpen worden, moeten in staat zijn om de benaming "Europees durfkapitaalfonds" te blijven gebruiken en in het kader van deze verordening actief te blijven in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij te allen tijde aan deze verordening blijven voldoen met betrekking tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen.
(6) Wanneer beheerders van instellingen voor collectieve belegging de benaming "Europees durfkapitaalfonds" niet wensen te gebruiken, is deze verordening niet van toepassing. In dergelijke gevallen dienen de bestaande nationale voorschriften en de algemene voorschriften van de Unie van toepassing te blijven.
(6 bis) Ook al kunnen Europese durfkapitaalfondsen een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van de toegang van kmo's tot financiering en ook al zijn er beschermingsmaatregelen opgenomen om ervoor te zorgen dat de fondsen correct worden aangewend, toch bestaat het gevaar dat Europese durfkapitaalfondsen voor onbedoelde toepassingen worden gebruikt. De toezichthoudende autoriteiten dienen in dit verband waakzaam te zijn en er dient een evaluatie te worden gemaakt om ervoor te zorgen dat eventuele achterpoortjes worden gesloten.
(7) Deze verordening zou uniforme voorschriften moeten vaststellen betreffende de aard van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en met name betreffende de portefeuillemaatschappijen waarin de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen beleggen en de beleggingsinstrumenten die moeten worden gebruikt. Dat is noodzakelijk opdat een duidelijke scheidingslijn kan worden getrokken tussen een in aanmerking komend durfkapitaalfonds en andere alternatieve beleggingsfondsen die andere, minder gespecialiseerde, beleggingsstrategieën hanteren (bijvoorbeeld private-equityfondsen of fondsen voor belegging in onroerend goed).
(8) In overeenstemming met de doelstelling om de instellingen voor collectieve belegging die onder deze verordening vallen, nauwkeurig te omschrijven en om te garanderen dat zij zich toeleggen op het verstrekken van kapitaal aan kleine ondernemingen die zich in de beginfasen van hun bestaan bevinden, mag de benaming "Europees durfkapitaalfonds" alleen worden gebruikt door fondsen die in de twee jaar na de eerste belegging overeenkomstig deze verordening gemiddeld ten minste 55 procent en daarna ten minste 70 procent van ▌ hun gestort toegezegd kapitaal wijden aan beleggingen in dergelijke ondernemingen, na aftrek van alle relevante kosten, op korte termijn aangehouden geldmiddelen of kasequivalenten. Onder relevante kosten dienen alle vergoedingen, kosten en uitgaven te worden begrepen die rechtstreeks of onrechtstreeks door de beleggers worden gedragen en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers.
(8 bis) Beheerders van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dienen in staat te zijn om gedurende de levensduur van dat fonds extra kapitaal aan te trekken.
(8 ter) Quasiaandeleninstrumenten omvatten een type financieringsinstrument waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van wanbetaling niet volledig gedekt is. Dergelijke instrumenten omvatten een waaier van financieringsinstrumenten, zoals achtergestelde leningen, stille deelnemingen, participatieleningen, rechten van winstdeelneming, converteerbare obligaties en obligaties met warrants.
(9) Om in een essentiële beschermingsmaatregel te voorzien die een onderscheid maakt tussen in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de zin van deze verordening en de ruimere categorie van alternatieve beleggingsfondsen die op secundaire markten uitgegeven effecten verhandelen, is het noodzakelijk in aanmerking komende durfkapitaalfondsen alleen toe te staan in rechtstreeks uitgegeven instrumenten te beleggen.
(10) Om durfkapitaalfondsbeheerders een zekere flexibiliteit in het beleggings- en liquiditeitenbeheer van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te bieden, dient secundaire handel, bijvoorbeeld in aandelen of deelnemingen in niet in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen, te worden toegestaan tot een maximum dat gemiddeld in de twee jaar na de eerste belegging overeenkomstig deze verordening niet meer dan 45 procent en daarna niet meer dan 30 procent van het gestort toegezegd kapitaal van het fonds bedraagt, na aftrek van alle relevante kosten. Bij de berekening van dit maximum mag geen rekening worden gehouden met op korte termijn aangehouden geldmiddelen en kasequivalenten.
(11) Om te garanderen dat de benaming "Europees durfkapitaalfonds" betrouwbaar en gemakkelijk herkenbaar is voor beleggers in de hele Unie, dient in deze verordening te worden bepaald dat alleen durfkapitaalfondsbeheerders die aan de in deze verordening vastgelegde uniforme kwaliteitscriteria voldoen, de benaming “Europees durfkapitaalfonds" mogen gebruiken om in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de hele Unie aan te bieden.
(12) Om ervoor te zorgen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen een duidelijk en herkenbaar profiel hebben dat aan hun doel beantwoordt, moeten er uniforme voorschriften worden vastgesteld voor de voor dergelijke in aanmerking komende fondsen toegestane portefeuillesamenstelling en beleggingstechnieken, waaronder leningen.
(13) Om te voorkomen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen tot de ontwikkeling van systeemrisico's bijdragen en om te waarborgen dat dergelijke fondsen zich bij hun beleggingsactiviteiten op het ondersteunen van in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen toespitsen, zou het moeten worden toegestaan dat op het niveau van het fonds leningen worden opgenomen of hefboomwerking wordt toegepast, maar alleen tot het bedrag van het niet-gestort toegezegd kapitaal. Om het fonds evenwel in staat te stellen buitengewone liquiditeitsbehoeften te dekken die zouden kunnen ontstaan tussen de opvraging bij beleggers van toegezegd kapitaal en de daadwerkelijke opneming van het kapitaal in zijn rekeningen, dient het aangaan van kortetermijnleningen te worden toegestaan.
(14) Om te garanderen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen worden aangeboden aan beleggers die over de nodige kennis, ervaring en draagkracht beschikken om de risico's te nemen die aan deze fondsen verbonden zijn, en om het beleggersvertrouwen in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in stand te houden, moeten bepaalde specifieke beschermingsmaatregelen worden getroffen. In aanmerking komende durfkapitaalfondsen zouden bijgevolg over het algemeen alleen mogen worden aangeboden aan beleggers die professionele cliënten zijn of die kunnen worden behandeld als professionele cliënten in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten. Deze categorie omvat durfkapitaalfondsbeheerders die zelf in durfkapitaalfondsen beleggen. Om evenwel tot een voldoende brede beleggersbasis voor beleggingen in durfkapitaalfondsen te komen, is het eveneens wenselijk dat bepaalde andere beleggers, zoals onder meer vermogende particulieren, toegang hebben tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen. Voor deze andere beleggers moeten er evenwel specifieke beschermingsmaatregelen worden getroffen om te garanderen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen alleen worden aangeboden aan beleggers die over het geschikte profiel beschikken om dergelijke beleggingen te verrichten. Deze beschermingsmaatregelen moeten het aanbieden van durfkapitaalfondsen via periodieke spaarplannen uitsluiten. Voorts moeten de bestuursleden, directeuren of werknemers van een durfkapitaalfondsbeheerder beleggingen kunnen doen in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat zij beheren.
(15) Om te waarborgen dat alleen durfkapitaalfondsbeheerders die aan uniforme kwaliteitscriteria met betrekking tot hun marktgedrag voldoen, de benaming "Europees durfkapitaalfonds" mogen gebruiken, dienen in deze verordening voorschriften voor de bedrijfsuitoefening en voor de relatie van de durfkapitaalfondsbeheerder met zijn beleggers te worden neergelegd. Om dezelfde reden dienen in deze verordening uniforme voorwaarden te worden vastgelegd ten aanzien van het aanpakken van belangenconflicten door dergelijke beheerders. Krachtens deze voorschriften dient de beheerder er ook toe verplicht te zijn de vereiste organisatorische en administratieve regelingen te treffen om ervoor te zorgen dat belangenconflicten op passende wijze worden aangepakt.
(16) Om de integriteit van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" te verzekeren, moet deze verordening ook kwaliteitscriteria bevatten ten aanzien van de organisatie van een durfkapitaalfondsbeheerder. In deze verordening moeten daarom uniforme en evenredige vereisten worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat steeds in voldoende technische en personele middelen en eigen vermogen wordt voorzien om een deugdelijk beheer van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te waarborgen.
(17) Ter bescherming van de beleggers moet ervoor worden gezorgd dat de activa van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen naar behoren worden gewaardeerd. Daarom moeten de wettelijk vereiste documenten van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen regels bevatten voor de waardering van activa. Dat moet de integriteit en de transparantie van de waardering verzekeren.
(18) Om te garanderen dat durfkapitaalfondsbeheerders die van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" gebruikmaken, voldoende verantwoording afleggen voor hun activiteiten, moeten uniforme voorschriften voor jaarverslagen worden vastgesteld.
(19) Om de integriteit van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" in de ogen van beleggers te waarborgen, mag deze benaming alleen worden gebruikt door durfkapitaalfondsbeheerders die volledig transparant zijn wat hun beleggingsbeleid en hun beleggingsdoelstellingen betreft. Daarom moet deze verordening uniforme voorschriften bevatten voor de openbaarmakingsvereisten die een durfkapitaalfondsbeheerder ten aanzien van zijn beleggers in acht dient te nemen. In het bijzonder moeten er precontractuele openbaarmakingsverplichtingen bestaan betreffende de beleggingsstrategie en –doelstellingen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, de gebruikte beleggingsinstrumenten, kosten en aanverwante lasten, alsook het risico/rendementsprofiel van de door een in aanmerking komend fonds aangeboden belegging. Om een hoge mate van transparantie te realiseren, moeten deze openbaarmakingsvereisten eveneens voorzien in informatie over de wijze waarop de vergoeding van de durfkapitaalfondsbeheerder wordt berekend.
(20) Om ervoor te zorgen dat effectief toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van de uniforme vereisten die in deze verordening zijn neergelegd, moet de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst erop toezien dat de durfkapitaalfondsbeheerder de in deze verordening vastgelegde uniforme vereisten in acht neemt. Te dien einde moet de beheerder van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zijn in aanmerking komende fondsen onder de benaming "Europees durfkapitaalfonds" op de markt wenst aan te bieden, de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst van zijn voornemen in kennis stellen. De bevoegde autoriteit dient de durfkapitaalfondsbeheerder te registreren wanneer alle noodzakelijke informatie is verstrekt en wanneer passende regelingen zijn getroffen om te voldoen aan de vereisten van deze verordening. Deze registratie dient overal in de Unie geldig te zijn.
(21) Om een effectief toezicht op de naleving van de in deze verordening vastgelegde uniforme criteria te garanderen, moet de verordening voorschriften bevatten betreffende de omstandigheden waaronder aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verstrekte informatie moet worden geactualiseerd.
(22) Ten behoeve van een effectief toezicht op de naleving van de vereisten van deze verordening dient daarin ook een procedure te worden vastgelegd voor grensoverschrijdende kennisgevingen tussen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten. Deze procedure moet in gang worden gezet na de registratie van de durfkapitaalfondsbeheerder in zijn lidstaat van herkomst.
(23) Om overal in de Unie transparante voorwaarden voor het aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te waarborgen, moet aan de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority – ESMA)), die is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad[7], de taak worden toevertrouwd een centrale databank bij te houden waarin alle in aanmerking komende durfkapitaalfondsen worden opgenomen die in overeenstemming met deze verordening zijn geregistreerd.
(24) Om ervoor te zorgen dat effectief toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van de in deze verordening vastgelegde criteria, dient de verordening een lijst van toezichtbevoegdheden te bevatten waarover bevoegde autoriteiten moeten kunnen beschikken.
(25) Met het oog op een adequate handhaving moet deze verordening in sancties voorzien voor de schending van essentiële bepalingen van deze verordening, namelijk de voorschriften betreffende de portefeuillesamenstelling, de beschermingsmaatregelen met betrekking tot de identiteit van in aanmerking komende beleggers en het uitsluitende gebruik van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" door geregistreerde durfkapitaalfondsbeheerders. Er moet worden bepaald dat een schending van deze sleutelbepalingen aanleiding geeft tot het verbod op het gebruik van de benaming en tot de schrapping van de durfkapitaalfondsbeheerder uit het register.
(26) De toezichtinformatie dient te worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst en de ESMA.
(27) Voor een effectieve samenwerking op toezichtgebied tussen de entiteiten die tot taak hebben toezicht uit te oefenen op de inachtneming van de in deze verordening vastgelegde uniforme criteria is het noodzakelijk dat alle relevante nationale overheden en de ESMA aan een strikt beroepsgeheim gebonden zijn.
(28) Technische normen voor financiële diensten moeten zorgen voor een consistente harmonisatie en een streng toezicht in de hele Unie. Het zou efficiënt en passend zijn dat aan de ESMA, als instantie met een zeer gespecialiseerde deskundigheid, de ontwikkeling van ontwerpen van technische uitvoeringsnormen wordt toevertrouwd, mits deze normen geen beleidskeuzes inhouden, met het oog op de indiening ervan bij de Commissie.
(29) De Commissie dient gemachtigd te worden om technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen krachtens artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in overeenstemming met artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie. De ESMA dient te worden belast met de ontwikkeling van de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot specificatie van de vorm ▌van de in deze verordening bedoelde kennisgeving.
(30) Met het oog op de specificatie van de vereisten van deze verordening moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ▌ten aanzien van de soorten belangenconflicten die durfkapitaalfondsbeheerders moeten vermijden en van de maatregelen die met het oog daarop moeten worden getroffen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij de voorbereiding passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen. Bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.
▌
(32) Tegelijkertijd met of onmiddellijk na de evaluatie van Richtlijn 2011/61/EU moet een evaluatie van deze verordening worden uitgevoerd om rekening te houden met de ontwikkeling van de durfkapitaalmarkt. Op basis van deze evaluatie dient de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor te leggen dat, zo nodig, vergezeld gaat van wetgevingsvoorstellen tot wijziging van de verordening.
(32 bis) Er moet op worden toegezien dat de Commissie een regelmatige beoordeling uitvoert van de doeltreffendheid van overheidsregelingen die ter ondersteuning van de durfkapitaalmarkt in de Unie worden gehanteerd.
(32 ter) Om te waarborgen dat de staatssteunregels die gelden voor de steun van de lidstaten aan Europese durfkapitaalfondsen, de innovatie daadwerkelijk stimuleren en tegelijk een eerlijke mededinging garanderen, is nauwe samenwerking tussen de commissaris voor Onderzoek, Innovatie en Wetenschap en de commissaris voor Mededinging van bijzonder belang.
(32 quater) Erkend moet worden dat het investeren van durfkapitaal in groene technologie een belangrijke aanjager is van de transformatie van de economie van de Unie, gelet op de doelstelling om van de Unie de mondiale leider op het gebied van energie- en hulpbronnenefficiëntie te maken. De Commissie moet daarom uiterlijk eind 2012 een verslag indienen, waarin zij geschikte juridische benaderingen aangeeft om in de regelgeving prikkels in te bouwen voor het aantrekken van durfkapitaal voor groene technologie.
(33) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name erkend zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met inbegrip van het recht op de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven (artikel 7) en de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16).
(34) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[8] is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van deze verordening en onder het toezicht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, en met name de publieke onafhankelijke autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[9] regelt de verwerking van persoonsgegevens door de ESMA in het kader van deze verordening en onder toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
(35) Deze verordening dient de toepassing van de staatssteunregels op in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onverlet te laten.
(36) Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk garanderen dat uniforme vereisten van toepassing zijn op het aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en opzetten van een eenvoudig registratiesysteem voor durfkapitaalfondsbeheerders, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de noodzaak om een evenwicht te bewerkstelligen tussen, enerzijds, de veiligheid en betrouwbaarheid die aan het gebruik van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" verbonden zijn, en, anderzijds, de doeltreffende werking van de durfkapitaalmarkt en de kostprijs voor haar verschillende belanghebbenden, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en dus op grond van hun omvang en gevolgen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening ▌niet verder dan hetgeen nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
(36 bis) Als aanvulling op deze verordening helpen de kaderprogramma's van de Unie voor steun aan onderzoek, innovatie en concurrentievermogen bij kmo's om een Europees klimaat tot stand te brengen dat durfkapitaal bevordert. Ze omvatten maatregelen om het aanbod van durfkapitaal te stimuleren, in het bijzonder over de grenzen heen. Ze zijn gebaseerd op een netwerk van Europese durfkapitaalbeleggers, zoals de Europese vereniging voor risicodragend kapitaal, het Europees netwerk van durfkapitaalbeleggers en de International Venture Club,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK IONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
In deze verordening worden uniforme vereisten vastgelegd voor de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die gebruik wensen te maken van de benaming "Europees durfkapitaalfonds"; tevens worden de voorwaarden vastgesteld voor het aanbieden van instellingen voor collectieve belegging onder deze benaming in de Unie, waardoor wordt bijgedragen tot de vlotte werking van de interne markt. De verordening bevat uniforme voorschriften voor het in de gehele Unie aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan in aanmerking komende beleggers, betreffende de portefeuillesamenstelling van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, betreffende de in aanmerking komende beleggingsinstrumenten en –technieken die door in aanmerking komende durfkapitaalfondsen moeten worden gehanteerd, alsook betreffende de organisatie, het gedrag en de transparantie van durfkapitaalfondsbeheerders die overal in de Unie in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aanbieden.
Als grootste aandeelhouders moeten de Europese Investeringsbank en de Commissie ervoor zorgen dat het EIF, wanneer het in durfkapitaalfondsen investeert, voorrang geeft aan investeringen in Europese durfkapitaalfondsen.
Artikel 2
1. Deze verordening is van toepassing op de in artikel 3, onder b), omschreven beheerders van instellingen voor collectieve belegging die in de Unie zijn gevestigd en die zich overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst moeten laten registreren of overeenkomstig die richtlijn een vergunning hebben verkregen, mits die beheerders portefeuilles van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beheren waarvan het beheerde vermogen in totaal niet meer bedraagt dan 500 miljoen EUR of, in de lidstaten waar de euro niet de officiële munteenheid is, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
1 bis. Durfkapitaalfondsbeheerders die in het kader van deze verordening in overeenstemming met artikel 13 geregistreerd zijn en wier totale vermogen na registratie de drempel van 500 miljoen EUR overschrijdt, en die daardoor in overeenstemming met artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU aan een vergunning van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst onderworpen worden, mogen de benaming "Europees durfkapitaalfonds" verder blijven gebruiken en volgens de voorwaarden van deze verordening actief blijven in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij te allen tijde aan deze verordening blijven voldoen met betrekking tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen.
1 ter. Europese durfkapitaalfondsbeheerders die in overeenstemming met deze verordening geregistreerd zijn, mogen ook icbe's beheren als zij daartoe gemachtigd zijn volgens Richtlijn 2009/65/EG, op voorwaarde dat zij externe beheerders zijn.
2. Bij de berekening van de in lid 1 bedoelde drempel behoeven beheerders van instellingen voor collectieve belegging die andere fondsen dan in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beheren, het in het kader van die andere fondsen beheerde vermogen niet in aanmerking te nemen.
▌
Artikel 3
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
(a) "in aanmerking komend durfkapitaalfonds": een instelling voor collectieve belegging waarvan het toegezegde kapitaal niet voor de liquidatiedatum van het fonds opeisbaar is en die in de twee jaar na de eerste belegging overeenkomstig deze verordening gemiddeld ten minste 55 procent en daarna ten minste 70 procent van het gestort toegezegd kapitaal belegt in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn, na aftrek van alle relevante kosten, op korte termijn aangehouden geldmiddelen of kasequivalenten;
(a bis) "relevante kosten": alle vergoedingen, kosten en uitgaven die rechtstreeks of onrechtstreeks door de beleggers worden gedragen en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers;
(b) “instelling voor collectieve belegging”: een instelling die bij een aantal beleggers kapitaal aantrekt met de bedoeling dit in overeenstemming met een vastgelegd beleggingsbeleid ten behoeve van die beleggers te beleggen en die geen overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG verleende vergunning nodig heeft;
(c) “in aanmerking komende beleggingen”: elk van de onderstaande instrumenten:
i) aandelen- of quasiaandeleninstrumenten die:
- uitgegeven worden door een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en die rechtstreeks door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds bij de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden verworven; of
- uitgegeven worden door een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij in ruil voor gewone aandelen die door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden uitgegeven; of
- uitgegeven worden door een onderneming waarvan de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij een dochteronderneming is waarin de betrokken onderneming een meerderheidsbelang heeft, en die het in aanmerking komende durfkapitaalfonds heeft verworven in ruil voor een aandeleninstrument dat door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij is uitgegeven;
ii) aandelen van een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij die zijn verworven van bestaande aandeelhouders van die maatschappij;
iii) deelnemingsrechten of aandelen van een of meer andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;
(d) "in aanmerking komende portefeuillemaatschappij": een onderneming:
i) die op het ogenblik dat het in aanmerking komende durfkapitaalfonds daarin belegt,
- niet is genoteerd op een gereglementeerde markt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14), van Richtlijn 2004/39/EG;
- waarin minder dan 250 personen werkzaam zijn; alsmede
- waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt;
ii) die zelf geen instelling voor collectieve belegging is;
iii) die, naast aanbieders van financiële technologie, geen financiële dienstverlener is;
iv) die niet gevestigd is in een derde land dat zichzelf aanprijst als offshore financieel centrum of waar geen of slechts nominale belastingen geheven worden, geen effectieve informatie-uitwisseling met buitenlandse belastingdiensten plaatsvindt, een gebrek aan transparantie bestaat in de wetgevende, rechterlijke of bestuursrechtelijke bepalingen of geen eisen gelden voor een aanzienlijke plaatselijke aanwezigheid;
(e) "aandeel": eigendomsbelang in een onderneming dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of een ander instrument van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers wordt uitgegeven;
(f) "quasiaandeel": elk soort financieringsinstrument dat een combinatie is van aandelen en schulden of dat een schuldelement bevat en waarvan het rendement hoofdzakelijk op de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij is gebaseerd en dat ongedekt is in geval van wanbetaling;
(g) "aanbieding (op de markt)": een directe of indirecte aanbieding of plaatsing op initiatief van de durfkapitaalfondsbeheerder of in naam van de durfkapitaalfondsbeheerder van deelnemingsrechten of aandelen van een door hem beheerd durfkapitaalfonds aan, respectievelijk bij beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben;
(h) "toegezegd kapitaal": elke verbintenis waardoor een persoon verplicht is een belang in het durfkapitaalfonds te verwerven of kapitaal in het durfkapitaalfonds in te brengen;
(i) "durfkapitaalfondsbeheerder": een rechtspersoon waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheer van ten minste één in aanmerking komend durfkapitaalfonds.
(j) "lidstaat van herkomst": lidstaat waar de durfkapitaalfondsbeheerder is gevestigd of zijn statutaire zetel heeft;
(k) "lidstaat van ontvangst":
i) lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een durfkapitaalfondsbeheerder ▌durfkapitaalfondsen beheert; of
ii) lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een durfkapitaalfondsbeheerder deelnemingsrechten of aandelen van een durfkapitaalfonds op de markt aanbiedt;
(l) "bevoegde autoriteit": de nationale autoriteit die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen door de lidstaat van herkomst wordt aangewezen om de registratie van de in artikel 2, lid 1, bedoelde beheerders van instellingen voor collectieve belegging te verzorgen;
(l bis) "financiële dienstverlener":
a) een van de volgende entiteiten, ongeacht of deze in de Unie of in een derde land gevestigd is:
i) een kredietinstelling in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG;
ii) een beleggingsonderneming in de zin van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG;
iii) een verzekeringsonderneming in de zin van artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG;
iv) een financiële holding in de zin van artikel 19 van Richtlijn 2006/48/EG;
v) een gemengde holding in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG;
b) een entiteit die een of meer activiteiten uitvoert die vermeld staan op de lijst in bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG of in bijlage I bij Richtlijn 2006/48/EG;
c) een entiteit die als tussenpersoon optreedt voor de distributie van de producten van de onder a) en b) bedoelde entiteiten.
Met betrekking tot de eerste alinea, onder a), mag een in aanmerking komend durfkapitaalfonds niet gevestigd zijn in een derde land dat zichzelf aanprijst als offshore financieel centrum of waar geen of slechts nominale belastingen geheven worden, geen effectieve informatie-uitwisseling met buitenlandse belastingdiensten plaatsvindt, een gebrek aan transparantie bestaat in de wetgevende, rechterlijke of bestuursrechtelijke bepalingen of geen eisen gelden voor een aanzienlijke plaatselijke aanwezigheid.
Met betrekking tot de eerste alinea, onder i), moet, indien de rechtsvorm van het durfkapitaalfonds intern beheer toestaat en het besturend orgaan van het fonds ervoor kiest geen externe beheerder aan te stellen, het durfkapitaalfonds zelf over een vergunning als durfkapitaalfondsbeheerder beschikken.
HOOFDSTUK IIVOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE BENAMING "EUROPEES DURFKAPITAALFONDS"
Artikel 4
Durfkapitaalfondsbeheerders die aan de vereisten van dit hoofdstuk voldoen, hebben het recht de benaming "Europees durfkapitaalfonds" te gebruiken bij het aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie.
Artikel 5
1. De durfkapitaalfondsbeheerder zorgt ervoor dat wanneer hij andere activa dan in aanmerking komende beleggingen verwerft, gemiddeld
a) niet meer dan 45 procent in de twee jaar na de eerste belegging overeenkomstig deze verordening, en
b) daarna niet meer dan 30 procent
van het gestort toegezegd kapitaal van het fonds wordt gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen; bij de berekening van dit maximum wordt geen rekening gehouden met op korte termijn aangehouden geldmiddelen en kasequivalenten.
2. De durfkapitaalfondsbeheerder mag uitsluitend leningen aangaan, schuldpapier uitgeven of garanties verschaffen op het niveau van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, als die leningen, dat schuldpapier of die garanties gedekt zijn door niet-gestort toegezegd kapitaal en aldus de risicopositie van het fonds niet doen toenemen tot een niveau dat hoger is dan deze toezeggingen.
▌
Artikel 6
1. Durfkapitaalfondsbeheerders bieden de deelnemingsrechten en aandelen van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uitsluitend aan aan beleggers die overeenkomstig afdeling I van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënten worden aangemerkt of die overeenkomstig afdeling II van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG op verzoek als professionele cliënten kunnen worden behandeld, of aan andere beleggers ingeval:
(a) deze andere beleggers zich ertoe verbinden ten minste 50 000 EUR te beleggen;
(a bis) deze andere beleggers aan de durfkapitaalfondsbeheerder een beoordeling voorleggen die is verricht door een kredietinstelling, een andere professionele partij uit de financiële sector die onderworpen is aan Richtlijn 2004/39/EG, of door een beheermaatschappij in de zin van Richtlijn 2009/65/EG, waaruit hun deskundigheid, hun ervaring en hun kennis blijken bij het adequaat evalueren van een belegging in risicokapitaal.
▌
1 bis. Lid 1 is niet van toepassing op de beleggingen van bestuursleden, directeuren of werknemers van een durfkapitaalfondsbeheerder wanneer deze gedaan worden in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat zij beheren.
Artikel 7
Durfkapitaalfondsbeheerders zijn verplicht om met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren:
(a) bij de uitoefening van hun werkzaamheden met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding te werk te gaan;
(b) passende gedragsregels en procedures toe te passen ter voorkoming van wanpraktijken waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat ze negatieve gevolgen hebben voor de belangen van beleggers en van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;
(c) hun zakelijke activiteiten op zodanige wijze uit te oefenen dat de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, de belangen van de beleggers in deze in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, en de integriteit van de markt optimaal worden behartigd; beleggers gelijkwaardig te behandelen;
(d) de nodige zorgvuldigheid te betrachten bij het selecteren en continu monitoren van beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;
(e) voldoende kennis en begrip te hebben van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin zij beleggen.
Artikel 8
1. Durfkapitaalfondsbeheerders onderkennen en vermijden belangenconflicten. Ingeval belangenconflicten niet kunnen worden vermeden, beheren en monitoren zij deze conflicten en maken zij deze overeenkomstig lid 4 openbaar om te voorkomen dat de conflicten een negatief effect hebben op de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en hun beleggers, en om ervoor te zorgen dat de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren op eerlijke wijze worden behandeld.
2. De durfkapitaalfondsbeheerder spoort in het bijzonder de belangenconflicten op die kunnen ontstaan tussen:
(a) durfkapitaalfondsbeheerders, de personen die het bedrijf van de durfkapitaalfondsbeheerder feitelijk leiden, werknemers of alle personen die direct of indirect zeggenschap hebben over of onder de zeggenschap staan van de durfkapitaalfondsbeheerder, en het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door de durfkapitaalfondsbeheerders van of de beleggers in die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;
(b) het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers in dat in aanmerking komende durfkapitaalfonds, en een ander in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door dezelfde durfkapitaalfondsbeheerder van of beleggers in dat andere in aanmerking komende durfkapitaalfonds.
3. Durfkapitaalfondsbeheerders treffen en handhaven doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen om te voldoen aan de vereisten van de leden 1 en 2.
4. De in lid 1 bedoelde belangenconflicten worden openbaar gemaakt ingeval de organisatorische regelingen die de durfkapitaalfondsbeheerder heeft getroffen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheersen en te monitoren, niet volstaan om met redelijke zekerheid te kunnen aannemen dat het risico dat de belangen van de beleggers worden geschaad, zal worden voorkomen. De durfkapitaalfondsbeheerders brengen de beleggers in duidelijke bewoordingen op de hoogte van de algemene aard of de oorzaken van belangenconflicten alvorens voor hen zaken te doen.
5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van:
(a) de soorten belangenconflicten als bedoeld in lid 2 van dit artikel;
(b) de stappen die durfkapitaalfondsbeheerders op het gebied van structuren en organisatorische en administratieve procedures geacht worden te ondernemen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheersen, te monitoren en openbaar te maken.
Artikel 9
Durfkapitaalfondsbeheerders beschikken te allen tijde over voldoende eigen vermogen en toereikende en passende personele en technische middelen om in aanmerking komende durfkapitaalfondsen naar behoren te beheren.
De bevoegde autoriteit ziet toe op de naleving van het in de eerste alinea bepaalde.
Artikel 10
De regels voor de waardering van de activa worden vastgelegd in de wettelijk vereiste documenten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds.
Artikel 10 bis
1. De beheerder zorgt ervoor dat voor elk door hem beheerd Europees durfkapitaalfonds overeenkomstig dit artikel één individuele bewaarder wordt benoemd.
2. De bewaarder is een instelling die aan prudentiële regelgeving is onderworpen en onder permanent toezicht staat. Deze valt onder de door de lidstaten bepaalde categorieën instellingen die krachtens artikel 23, lid 3, van Richtlijn 2009/65/EG als bewaarder mogen worden gekozen.
3. De bewaarder is verantwoordelijk voor het controleren van de eigendom en voor het bijhouden van een register van de activa van de in aanmerking komende Europese durfkapitaalfondsen.
4. De bewaarder is ten opzichte van het Europese durfkapitaalfonds en de beleggers ervan aansprakelijk voor alle verliezen die worden opgelopen ten gevolge van nalatigheid of opzettelijke fout.
Artikel 11
1. Voor elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds onder zijn beheer stelt de durfkapitaalfondsbeheerder uiterlijk 6 maanden na het einde van het boekjaar een jaarverslag beschikbaar aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst. In dat verslag wordt een beschrijving gegeven van de samenstelling van de portefeuille van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de activiteiten van het afgelopen jaar. Het bevat de gecontroleerde financiële rekeningen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds. Het bevestigt dat geldmiddelen en activa worden aangehouden in naam van het fonds en dat de durfkapitaalfondsbeheerder adequate registers en controlemaatregelen heeft vastgesteld en toegepast met betrekking tot het gebruik van mandaten of zeggenschap over de geldmiddelen en activa van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers ervan. Het wordt opgesteld overeenkomstig de bestaande verslaggevingsstandaarden en de voorwaarden die tussen de durfkapitaalfondsbeheerder en de beleggers zijn overeengekomen. De durfkapitaalfondsbeheerder stelt het verslag op verzoek beschikbaar aan de beleggers. Durfkapitaalfondsbeheerders en beleggers kunnen overeenkomen dat onderling additionele informatie wordt verstrekt.
2. Ingeval de durfkapitaalfondsbeheerder verplicht is met betrekking tot het in aanmerking komende durfkapitaalfonds een jaarlijks financieel verslag in de zin van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten[10] openbaar te maken, mag de in lid 1 bedoelde informatie ofwel afzonderlijk, ofwel als extra onderdeel van het jaarlijkse financiële verslag worden verstrekt.
Artikel 12
1. Durfkapitaalfondsbeheerders stellen hun beleggers voordat zij hun beleggingsbeslissing nemen, op duidelijke en begrijpelijke wijze in kennis van ▌de volgende elementen:
(a) de identiteit van de durfkapitaalfondsbeheerder en alle andere dienstverleners waarmee de durfkapitaalfondsbeheerder een contract heeft afgesloten met betrekking tot hun beheer van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en een beschrijving van hun taken;
(b) een beschrijving van de beleggingsstrategie en –doelstellingen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, met inbegrip van een beschrijving van de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen en niet in aanmerking komende beleggingen die het in aanmerking komende durfkapitaalfonds kan doen, de technieken die het kan hanteren en alle toepasselijke beleggingsbeperkingen;
(c) een beschrijving van het risicoprofiel van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van alle risico's die verbonden zijn aan de activa waarin het fonds kan beleggen of aan de beleggingstechnieken die kunnen worden gehanteerd;
(d) een beschrijving van de waarderingsprocedure van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de prijszettingsmethode voor de waardering van de activa, met inbegrip van de methoden die voor de waardering van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen worden gehanteerd;
(e) een beschrijving van de wijze waarop de vergoeding van de durfkapitaalfondsbeheerder wordt berekend evenals een bekendmaking van de winsten van het durfkapitaalfonds;
(f) een beschrijving van alle vergoedingen, lasten en kosten en van de maximumbedragen daarvan die direct of indirect door beleggers worden gedragen;
(g) indien beschikbaar, de prestaties in het verleden van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds;
(h) een beschrijving van de door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds gevolgde procedures bij een eventuele wijziging van haar beleggingsstrategie, haar beleggingsbeleid of beide.
Het bepaalde onder b) is mutatis mutandis van toepassing op in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die in andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beleggen.
2. Ingeval het in aanmerking komende durfkapitaalfonds verplicht is overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten[11] of overeenkomstig de nationale wetgeving een prospectus met betrekking tot het in aanmerking komende durfkapitaalfonds te publiceren, mag de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie ofwel afzonderlijk, ofwel als onderdeel van het prospectus worden verstrekt.
HOOFDSTUK III
TOEZICHT EN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 13
1. Durfkapitaalfondsbeheerders die voornemens zijn bij het aanbieden van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de benaming "Europees durfkapitaalfonds" te gebruiken, stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst van dit voornemen in kennis en verstrekken de volgende informatie:
(a) de identiteit van de personen die het bedrijf van het beheren van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen feitelijk leiden;
(b) de identiteit van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarvan de deelnemingsrechten of aandelen op de markt zullen worden aangeboden en hun beleggingsstrategieën;
(c) informatie over de regelingen die zijn getroffen om aan de vereisten van hoofdstuk II te voldoen;
(d) een lijst van lidstaten waar de durfkapitaalfondsbeheerder voornemens is elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst registreert de durfkapitaalfondsbeheerder pas wanneer zij ervan overtuigd is dat:
(a) de krachtens lid 1 vereiste informatie volledig is; en
(b) de regelingen waarvan overeenkomstig lid 1, onder c), kennis is gegeven, geschikt zijn om aan de vereisten van hoofdstuk II te voldoen.
3. De registratie is geldig voor het volledige grondgebied van de Unie en stelt durfkapitaalfondsbeheerders in staat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de gehele Unie onder de benaming "Europees durfkapitaalfonds" op de markt aan te bieden.
Artikel 14
De durfkapitaalfondsbeheerder stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ervan in kennis wanneer hij voornemens is:
(a) een nieuw in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden;
(b) een bestaand in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden in een lidstaat die niet vermeld is in de in artikel 13, lid 1, onder d), bedoelde lijst.
Artikel 15
1. Onmiddellijk na de registratie van een durfkapitaalfondsbeheerder stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder d), aangegeven lidstaten en de ESMA in kennis van het feit dat de durfkapitaalfondsbeheerder is geregistreerd.
2. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder d), aangegeven lidstaten van ontvangst leggen de overeenkomstig artikel 13 geregistreerde durfkapitaalfondsbeheerder geen verplichtingen of administratieve procedures op met betrekking tot het op de markt aanbieden van zijn in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en eisen evenmin dat toestemming voor het op de markt aanbieden van deze fondsen moet worden gegeven voordat daarmee wordt begonnen.
3. Om een uniforme toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van het model van de kennisgeving.
4. De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op [datum invoegen] voor aan de Commissie.
5. De Commissie is bevoegd volgens de procedure van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 de in lid 3 van dit artikel bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen.
Artikel 16
De ESMA houdt een via internet publiekelijk toegankelijke centrale databank bij met alle overeenkomstig deze verordening in de Unie geregistreerde Europese durfkapitaalfondsen en durfkapitaalfondsbeheerders alsmede de landen waar zij actief zijn.
Artikel 17
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst houdt toezicht op de naleving van de vereisten van deze verordening.
1 bis. Wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat de durfkapitaalfondsbeheerder deze verordening op het grondgebied van die lidstaat overtreedt, brengt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan onmiddellijk op de hoogte. De lidstaat van herkomst neemt dan passende maatregelen.
1 ter. Indien de durfkapitaalfondsbeheerder deze verordening ondanks de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen niet naleeft of indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst niet binnen een redelijke termijn optreedt, treft de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst alle nodige maatregelen om de beleggers te beschermen, nadat zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan op de hoogte heeft gebracht.
1 quater. Bij een meningsverschil tussen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst betreffende de adequaatheid van het Europees durfkapitaalfonds voor beleggers op de markt van ontvangst, kunnen de bevoegde autoriteiten de aangelegenheid elk of beide krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 naar de ESMA verwijzen.
Artikel 18
Aan de bevoegde autoriteiten worden conform de nationale wetgeving alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden verleend die nodig zijn voor de vervulling van hun taken. Zij beschikken in het bijzonder over de bevoegdheid om:
(a) inzage te vragen in elk document in gelijk welke vorm en om een kopie ervan te ontvangen of te maken;
(b) van de durfkapitaalfondsbeheerder te verlangen onmiddellijk informatie te verstrekken;
(c) van elke persoon die bij de activiteiten van de durfkapitaalfondsbeheerder of het in aanmerking komende durfkapitaalfonds is betrokken, informatie te verlangen;
(d) al dan niet van tevoren aangekondigde inspecties ter plaatse te verrichten;
(e) een bevel uit te vaardigen om te garanderen dat een durfkapitaalfondsbeheerder aan de vereisten van deze verordening voldoet en afziet van een herhaling van elk gedrag dat een schending van deze verordening kan vormen.
Artikel 19
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast met betrekking tot de ▌sancties die van toepassing zijn op schendingen van deze verordening en nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. Deze sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
2. Uiterlijk [24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stellen de lidstaten de Commissie en de ESMA in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften. Zij stellen de Commissie en de ESMA onmiddellijk in kennis van alle eventuele latere wijzigingen ervan.
Artikel 20
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst neemt de in lid 2 bedoelde passende maatregelen wanneer de durfkapitaalfondsbeheerder:
(a) in schending van artikel 5 zich niet houdt aan de vereisten die op de portefeuillesamenstelling van toepassing zijn;
(b) in schending van artikel 6 het in aanmerking komende durfkapitaalfonds niet aan in aanmerking komende beleggers aanbiedt;
(c) in schending van de vereisten van artikel 13 zich niet registreert bij de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst.
2. In de in lid 1 bedoelde gevallen neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de volgende maatregelen, al naargelang het geval:
(a) verbieden van het gebruik van de benaming "Europees durfkapitaalfonds" bij het op de markt aanbieden van een of meerdere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen van de durfkapitaalfondsbeheerder;
(b) schrappen van de durfkapitaalfondsbeheerder uit het register.
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder d), aangegeven lidstaten van ontvangst in kennis van de in lid 2, onder b), van dit artikel bedoelde schrapping van de durfkapitaalfondsbeheerder uit het register.
4. Het recht om in de Unie een of meer in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onder de benaming "Europees durfkapitaalfonds" op de markt aan te bieden, vervalt met onmiddellijke ingang vanaf de datum van de in lid 2, onder a) of b), bedoelde beslissing van de bevoegde autoriteit.
Artikel 21
1. De bevoegde autoriteiten ▌werken voor de toepassing van deze verordening met de ESMA samen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.
2. De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010. In het bijzonder wisselen de ESMA en de bevoegde autoriteiten alle informatie en documentatie uit die nodig zijn om schendingen van deze verordening op te sporen en te verhelpen.
Artikel 22
1. Alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten of de ESMA, alsook de auditors en deskundigen die in opdracht van de bevoegde autoriteiten handelen, zijn gebonden door het beroepsgeheim. De vertrouwelijke gegevens waarvan deze personen beroepshalve kennis krijgen, mogen aan geen enkele persoon of autoriteit worden doorgegeven, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm, zodat durfkapitaalfondsbeheerders en in aanmerking komende durfkapitaalfondsen niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, zulks onverminderd de gevallen die onder het strafrecht en de procedures uit hoofde van deze verordening vallen.
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten of de ESMA worden niet belet informatie uit te wisselen overeenkomstig deze verordening of andere uniale wetgeving die op durfkapitaalfondsbeheerders en in aanmerking komende durfkapitaalfondsen van toepassing is.
3. Wanneer bevoegde autoriteiten of de ESMA vertrouwelijke informatie ontvangen overeenkomstig lid 2, mogen zij deze enkel gebruiken in het kader van hun taken en administratieve en gerechtelijke procedures.
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 23
1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend volgens de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.
2. De in ▌artikel 8, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vier jaar met ingang van …[12]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in ▌artikel 8, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad.
5. Een overeenkomstig ▌artikel 8, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van drie maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.
Artikel 23 bis
Uiterlijk op …[13]maakt de ESMA een raming op van haar personele en andere behoeften die voortvloeien uit de vervulling van haar taken en bevoegdheden overeenkomstig deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
Artikel 24
1. Uiterlijk op 22 juli 2017 toetst de Commissie deze verordening. De toetsing omvat een algemeen onderzoek van de werking van de voorschriften van deze verordening en van de ervaring die bij de toepassing ervan is opgedaan, met inbegrip van:
(a) de mate waarin durfkapitaalfondsbeheerders de benaming "Europees durfkapitaalfonds" in verschillende lidstaten zowel binnenlands als grensoverschrijdend hebben gebruikt;
(b) het toepassingsgebied van deze verordening, inclusief de mogelijkheid om Europese durfkapitaalfondsen ook aan niet-professionele beleggers aan te bieden;
(b bis) de geschiktheid van de in artikel 12 vermelde informatievereisten, met name de vraag of deze volstaan om beleggers in staat te stellen met kennis van zaken een beleggingsbeslissing te nemen;
(b ter) de doeltreffendheid, evenredigheid en toepassing van de ▌sancties die de lidstaten overeenkomstig deze verordening opleggen;
(b quater) de geografische en sectoriële spreiding van de beleggingen die Europese durfkapitaalfondsen hebben gedaan;
(b quinquies) het effect van deze verordening op de durfkapitaalmarkt en de bijdrage die zij heeft geleverd aan het industrieel leiderschap van de Unie en de maatschappelijke uitdagingen, zoals beschreven in bijlage I, deel II respectievelijk deel III, van Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … tot vaststelling van Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020).
De toetsing omvat ook een overzicht van de mogelijk negatieve of positieve effecten van andere financiële verordeningen en financieringsinstrumenten van de Unie voor kmo's op de werking van de regels in deze verordening.
2. Na de in lid 1 bedoelde toetsing en na de ESMA te hebben geraadpleegd, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 25
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 22 juli 2013, met uitzondering van ▌artikel 8, lid 5, dat van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
- [1] Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
- [2] PB C …van …, blz….
- [3] PB C …van ..., blz.…
- [4] PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.
- [5] PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
- [6] PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.
- [7] PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.
- [8] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
- [9] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
- [10] PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.
- [11] PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.
- [12] PB: datum invoegen: inwerkingtreding van deze verordening.
- [13] PB: datum invoegen: 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
ADVIES van de Commissie juridische zaken (27.4.2012)
aan de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen
(COM(2011)0860 – C7‑0490/2011 – 2011/0417(COD))
Rapporteur voor advies: Dimitar Stoyanov
BEKNOPTE MOTIVERING
Met dit voorstel voor een verordening wordt het rechtskader vastgesteld waarbinnen verschillende soorten beleggingsfondsen de status van "Europees durfkapitaalfonds" kunnen worden toegekend alsook een "paspoort" voor durfkapitaal. Het doel is een Europese investeringssector voor durfkapitaal te creëren voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's).
In het voorstel voor een verordening worden criteria vastgesteld, in termen van beschikbare activa, waaraan een fonds moet voldoen om de status en het paspoort die hierboven werden vernoemd te verkrijgen. Ook de vereisten waaraan durfkapitaalfondsbeheerders moeten voldoen en de beperkingen die gelden voor de investeringen die met de activa van de fondsen kunnen worden gedaan worden erin vastgelegd.
Er dient te worden opgemerkt dat er reeds twee richtlijnen betreffende beleggingsfondsen bestaan: Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad. Deze richtlijnen bevatten de geldende regels voor beleggingsfondsen en het beheer ervan en de regels die gelden voor investeerders in deze fondsen. Dit advies heeft tot doel ervoor te zorgen dat het voorstel voor een verordening consistent is met deze bestaande wetgevingshandelingen.
AMENDEMENTEN
De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Durfkapitaal zorgt voor financiering van ondernemingen die over het algemeen zeer klein zijn, zich in de beginfasen van hun bestaan bevinden en door een groot groei- en expansiepotentieel worden gekenmerkt. Daarnaast bieden durfkapitaalfondsen deze ondernemingen waardevolle deskundigheid en kennis, zakelijke contacten en advies over "brand equity" en te volgen strategieën. Door deze ondernemingen te financieren en advies te verlenen, stimuleren durfkapitaalfondsen de economische groei, dragen ze bij tot de werkgelegenheidsschepping, geven ze een impuls aan innovatieve ondernemingen, verhogen ze hun investeringen in onderzoek en ontwikkeling en bevorderen ze het ondernemerschap, de innovatie en de concurrentie binnen de Unie. |
(1) Durfkapitaal zorgt voor financiering van ondernemingen die over het algemeen zeer klein zijn, zich in de beginfasen van hun bestaan bevinden en door een groot groei- en expansiepotentieel worden gekenmerkt. Daarnaast bieden durfkapitaalfondsen deze ondernemingen waardevolle deskundigheid en kennis, zakelijke contacten en advies over "brand equity" en te volgen strategieën. Door deze ondernemingen te financieren en advies te verlenen, stimuleren durfkapitaalfondsen de economische groei, dragen ze bij tot de werkgelegenheidsschepping en het aantrekken van kapitaal, ondersteunen ze de oprichting en de ontwikkeling van innovatieve ondernemingen, verhogen ze hun investeringen in onderzoek en ontwikkeling en bevorderen ze het ondernemerschap, de innovatie en de concurrentie binnen de Unie. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) "in aanmerking komend durfkapitaalfonds": een instelling voor collectieve belegging die ten minste 70 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal belegt in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn; |
(a) "in aanmerking komend durfkapitaalfonds": een instelling voor collectieve belegging die ten minste 70 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal belegt in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn, ongeacht het feit of deze instelling voor collectieve belegging van het open-end- of het closed-end-type is; |
Motivering | |
Met dit amendement wordt de tekst verduidelijkt om een maas in de regelgeving, die kan leiden tot subjectieve interpretaties, te dichten. |
PROCEDURE
Titel |
Europese risicokapitaalfondsen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0860 – C7-0490/2011 – 2011/0417(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 17.1.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
JURI 17.1.2012 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Dimitar Stoyanov 25.1.2012 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
26.3.2012 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
26.4.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
22 2 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Antonio López-Istúriz White, Jiří Maštálka, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Piotr Borys, Sergio Gaetano Cofferati, Vytautas Landsbergis, Eva Lichtenberger, Axel Voss |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Karin Kadenbach |
||||
PROCEDURE
Titel |
Europese risicokapitaalfondsen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0860 – C7-0490/2011 – 2011/0417(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
7.12.2011 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 17.1.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ITRE 17.1.2012 |
IMCO 17.1.2012 |
JURI 17.1.2012 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
ITRE 24.1.2012 |
IMCO 29.2.2012 |
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Philippe Lamberts 25.10.2011 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
20.3.2012 |
26.4.2012 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
31.5.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
34 3 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Burkhard Balz, Elena Băsescu, Udo Bullmann, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Othmar Karas, Wolf Klinz, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Arlene McCarthy, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Ivo Strejček, Kay Swinburne, Sampo Terho, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Pablo Zalba Bidegain |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Sophie Auconie, Thijs Berman, Philippe De Backer, Vicky Ford, Danuta Maria Hübner, Olle Ludvigsson, Mario Mauro |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Margrete Auken |
||||
Datum indiening |
6.6.2012 |
||||