VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden
14.6.2012 - (COM(2011)0560 – C7‑0248/2011 – 2011/0242(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Renate Weber
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden
(COM(2011)0560 – C7‑0248/2011 – 2011/0242(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0560),
– gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 77, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0248/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Franse Nationale Vergadering, de Nederlandse Eerste Kamer, de Nederlandse Tweede Kamer, het Portugese parlement, de Roemeense Senaat, het Slowaakse parlement en de Zweedse Rijksdag waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7‑0200/2012),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(1) De totstandbrenging van een ruimte met vrij verkeer van personen over binnengrenzen is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese Unie. In een dergelijke ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen is in situaties die een bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van de Europese Unie of van een of meer lidstaten gemeenschappelijk optreden noodzakelijk, onder andere door in uitzonderlijke omstandigheden toestemming te geven voor herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zonder evenwel het beginsel van vrij personenverkeer in gevaar te brengen. Een gemeenschappelijke respons van de Unie is dan ook geboden, gelet op de gevolgen die dergelijke laatste redmiddelen kunnen hebben voor alle personen met het recht van vrij verkeer binnen deze ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen. |
(1) De totstandbrenging van een ruimte met vrij verkeer van personen over binnengrenzen is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese Unie. In een dergelijke ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen is in situaties die een bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van de Europese Unie of van een of meer lidstaten gemeenschappelijk optreden noodzakelijk, onder andere door in uitzonderlijke omstandigheden toestemming te geven voor herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zonder evenwel het beginsel van vrij personenverkeer in gevaar te brengen. Een gecoördineerde respons is dan ook geboden, gelet op de gevolgen die dergelijke laatste redmiddelen kunnen hebben voor alle personen met het recht van vrij verkeer binnen deze ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(2) Vrij verkeer binnen de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen is een van de belangrijke verwezenlijkingen van de Unie. Aangezien tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen gevolgen heeft voor het vrij verkeer, dient een besluit hiertoe te worden genomen op het niveau van de Unie. Tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen dient uitsluitend te worden overgegaan bij wijze van laatste redmiddel, voor een strikt beperkte toepassing en tijdsduur, op basis van specifieke objectieve criteria en van een op het niveau van de Unie te maken beoordeling van de noodzaak. Ingeval de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid onmiddellijk optreden vereist, dient een lidstaat over te kunnen gaan tot herinvoering van het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen voor een periode van ten hoogste vijf dagen; voor een verlenging van deze periode is een besluit op het niveau van de Unie nodig. |
(2) Vrij verkeer binnen de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen is een van de belangrijke verwezenlijkingen van de Unie. Aangezien tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen gevolgen heeft voor het vrij verkeer, dient een besluit hiertoe te worden gecoördineerd. Tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen dient uitsluitend te worden overgegaan bij wijze van laatste redmiddel, voor een strikt beperkte toepassing en tijdsduur, op basis van specifieke objectieve criteria en van een op gecoördineerde wijze te maken beoordeling van de noodzaak. Ingeval de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid onmiddellijk optreden vereist, dient een lidstaat over te kunnen gaan tot herinvoering van het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen voor een periode van ten hoogste tien dagen; voor een verlenging van deze periode is een gecoördineerd besluit nodig. | |||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(5) Er kan een probleem ontstaan wanneer grote groepen onderdanen van een derde land de buitengrens van een of meer lidstaten overschrijden. Dit zou kunnen leiden tot onverwachte, aanzienlijke secundaire bewegingen van onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van een of meer andere lidstaten verblijven. Gelet op het aantal lidstaten dat onverwacht te maken krijgt met deze aanzienlijke secundaire bewegingen, alsook op de algehele gevolgen van deze toename voor de migratiesituatie in de Unie of in een individuele lidstaat, kan het noodzakelijk worden geacht om over te gaan tot tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, wanneer de omstandigheden op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging zouden vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. Het overschrijden van de buitengrens door een groot aantal onderdanen van derde landen kan, in uitzonderlijke omstandigheden, de onmiddellijke herinvoering van bepaalde controles aan binnengrenzen rechtvaardigen, indien een dergelijke maatregel nodig is om de openbare orde en binnenlandse veiligheid op nationaal en EU-niveau voor een ernstige en acute dreiging te behoeden. |
(5) Migratie en het overschrijden van buitengrenzen door een groot aantal onderdanen van derde landen moet niet per definitie worden gezien als een bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. | |||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(5 bis) Volledig vrij verkeer binnen de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen moet worden gewaarborgd en de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen door de lidstaten om politieke redenen moet worden voorkomen. Op grond van de tot dusverre opgedane ervaring met betrekking tot de werking van de ruimte zonder intern grenstoezicht dient de Commissie richtsnoeren op te stellen inzake de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zowel in gevallen die een dergelijke maatregel als tijdelijk reactiemechanisme vereisen als in gevallen waarin onmiddellijk optreden vereist is. De Commissie dient dergelijke richtsnoeren op te stellen om een coherente toepassing van de Schengen-regels te waarborgen. In de richtsnoeren moeten duidelijke indicatoren worden opgenomen om de bedreigingen van de openbare orde en de interne veiligheid gemakkelijker te kunnen beoordelen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(6) Met de tijdelijke herinvoering van bepaalde binnengrenscontroles zouden ook ernstige gebreken kunnen worden aangepakt die zijn vastgesteld in Schengenevaluaties overeenkomstig artikel 15 van de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis, wanneer de omstandigheden op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. |
(6) Met de tijdelijke herinvoering van bepaalde binnengrenscontroles zouden ook ernstige gebreken kunnen worden aangepakt die zijn ontdekt in het kader van een streng evaluatieproces overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad van ... [betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis], maar dit mag uitsluitend een laatste redmiddel zijn. | |||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(7) Voordat een besluit wordt genomen over de tijdelijke herinvoering van bepaalde controles aan binnengrenzen, dient eerst ten volle te worden onderzocht of er maatregelen kunnen worden getroffen om de onderliggende situatie aan te pakken, bijvoorbeeld door bijstand via EU-organen als Frontex of Europol en maatregelen voor technische en financiële ondersteuning op nationaal en/of EU-niveau. Bovendien dient een besluit over de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen te worden gebaseerd op gestaafde informatie, die kan worden verstrekt door de lidstaten die om de herinvoering verzoeken of uit andere bronnen afkomstig kan zijn, zoals controlebezoeken. |
(7) Voordat een besluit wordt genomen over de tijdelijke herinvoering van bepaalde controles aan binnengrenzen, dient eerst tijdig ten volle te worden onderzocht of er maatregelen kunnen worden getroffen om de onderliggende situatie aan te pakken, bijvoorbeeld door bijstand via EU-organen als Frontex of Europol en maatregelen voor technische en financiële ondersteuning op nationaal en/of EU-niveau. Bovendien dient een besluit over de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen te worden gebaseerd op gestaafde informatie, die kan worden verstrekt door de lidstaten of uit andere bronnen afkomstig kan zijn, zoals controlebezoeken. | |||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(7 bis) In een gebied waar personen zich vrij kunnen verplaatsen, moet de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen een uitzondering blijven. | |||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 7 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
|
(7 ter) De Commissie moet ten minste elk jaar een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad over de werking van de Schengenruimte. Dat verslag moet de grondslag vormen voor een jaarlijks debat in het Europees Parlement en de Raad en bijdragen tot meer politieke aansturing en samenwerking in de Schengenruimte. | |||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(8) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden verleend. Deze bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend volgens Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren. Volgens artikel 2, lid 2, onder b), punt iii), van die verordening is, behalve in spoedgevallen, de onderzoeksprocedure van toepassing. |
(8) Voor gevallen van aanhoudende ernstige gebreken die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. .../2012 [betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis] en om te zorgen voor eenvormige voorwaarden en democratische controle, moet een Europees mechanisme voor de herinvoering van tijdelijk en uitzonderlijk grenstoezicht aan de binnengrenzen worden ingevoerd. Op grond van dat mechanisme moet de Commissie een aanbeveling indienen bij het Europees Parlement en de Raad ter beoordeling van de noodzaak van de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen als laatste redmiddel. Het Europees Parlement en de Raad moeten hun adviezen indienen binnen één maand na ontvangst van de aanbeveling van de Commissie, waarna de Commissie een besluit moet kunnen nemen over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen door middel van uitvoeringshandelingen, volgens Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren. Volgens artikel 2, lid 2, onder b), punt iii), van die verordening moet de onderzoeksprocedure worden toegepast voor de goedkeuring van die uitvoeringshandelingen. | |||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | ||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||
(9) De Commissie dient onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vast te stellen indien, in goed gemotiveerde gevallen die betrekking hebben op een acute bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau, dwingende redenen van urgentie hiertoe nopen. |
Schrappen | |||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 bis – lid 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 bis – lid 1 – letter a | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 bis – lid 1 – letters b, c en d | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 bis – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 bis – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 23 bis – lid 2 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 24 – lid 1 – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 24 – lid 1 – alinea 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 24 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 24 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 24 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 24 – lid 5 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 25 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 25 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 25 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 25 – lid 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 26 – lid 1 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 26 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 26 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 26 – lid 4 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 29 – titel | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 29 – alinea 1 | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 29 – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 Verordening (EG) nr. 562/2006 Artikel 29 – lid 1 ter (nieuw) | ||||||||||||||||||||||
|
TOELICHTING
Vrij verkeer is een van de grondbeginselen van de Europese Unie, en de mogelijkheid om binnen de Europese Unie te reizen zonder grenscontroles te hoeven ondergaan, is een van de grootste successen van de EU. Veel mensen maken gebruik van deze mogelijkheid en de publieke opinie schaart de vrijheid om te reizen onder de belangrijkste voordelen die de Europese Unie tot stand heeft gebracht.
De Schengensamenwerking werkt in beginsel relatief goed. Door recente ontwikkelingen wordt echter het vertrouwen in het vermogen van sommige lidstaten om de grenzen te bewaken op een manier die niet nadelig is voor het vrije verkeer van personen binnen het Schengengebied ondermijnd. Door deze gebeurtenissen is het evenwicht dat moet worden bewerkstelligd tussen veiligheid en vrij verkeer aan het wankelen gebracht.
De rapporteur benadrukt dat migratie op zich geen bedreiging vormt voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid. Daarom is ze sterk gekant tegen pogingen om nieuwe argumenten zoals migratiestromen aan te dragen voor de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen. De kern van het probleem is niet gelegen in externe, maar in interne factoren. Inderdaad laten de recente gebeurtenissen zien dat het huidige Schengensysteem, dat berust op een intergouvernementeel systeem van onderlinge toetsing, niet sterk genoeg is om de zwakheden van een aantal lidstaten te verhelpen en mogelijke gevallen van misbruik te voorkomen. De Europese Unie moet nu in actie komen om een herhaling van deze gebeurtenissen te voorkomen, en om de evenredigheid van eventuele maatregelen voor de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen adequaat te beoordelen, zoals is onderkend door de Europese Raad van juni vorig jaar, die hiertoe eveneens heeft opgeroepen.
De rapporteur steunt het beginsel van een meer gecoördineerd en collectief besluitvormingsproces in geval van herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen. Een EU-recht als vrij verkeer, waarvan veel EU-burgers profiteren, mag niet worden gewijzigd door het besluit van één afzonderlijke lidstaat. Daarom moeten unilaterale nationale initiatieven zo veel mogelijk worden vermeden, en moeten alle Europese belangen worden meegewogen bij het veiligstellen van het Schengengebied.
De rapporteur is ervan overtuigd dat er een goed evenwicht kan worden bereikt waarmee er voldoende speelruimte overblijft voor de lidstaten in onverwachte en voorspelbare omstandigheden, terwijl een collectiever besluitvormingsproces wordt gewaarborgd. Zij stelt daarom voor dat elke lidstaat die het toezicht aan de binnengrenzen opnieuw wenst in te voeren, de Commissie en de buurlanden in kwestie uitnodigt om deze maatregel te bespreken.
Ingeval er in overeenstemming met artikel 15 van de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis ernstige tekortkomingen worden geconstateerd bij de uitvoering van het toezicht aan een buitengrens, kan de aldus beoordeelde lidstaat worden gevraagd specifieke maatregelen te treffen, zoals het sluiten van een grenspost. Voor dit specifieke geval is de rapporteur van mening dat de comitéprocedure moet worden toegepast.
Aangezien er verschillende meningen zijn over de interpretaties en de uitvoering van het Schengenacquis, stelt de rapporteur voor de richtsnoeren van de Commissie over te nemen, conform de mededeling van de Commissie van 16 september 2011 over Schengengovernance (COM(2011)561) waarin deze richtsnoeren worden genoemd. Met deze richtsnoeren kan een coherente uitvoering van de Schengenregels worden gewaarborgd en kunnen er duidelijke indicatoren worden verschaft over hoe een bedreiging van de openbare orde en de binnenlandse veiligheid op een coherente manier moet worden beoordeeld.
De rapporteur steunt het idee dat deze richtsnoeren worden overgenomen en verzoekt de Commissie haar werk meteen voort te zetten. De rapporteur vindt ook dat de Commissie moet worden verzocht deze richtsnoeren in het Europees Parlement uiteen te zetten in het kader van een algemener debat over Schengengovernance.
Ten slotte is de rapporteur ervan overtuigd dat bij de behandeling van dit voorstel gemakkelijk het juiste evenwicht kan worden bereikt tussen de bevoegdheden van elke instelling. Ze brengt in herinnering dat het Europees Parlement een volwaardige medespeler is op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en doet enkele concrete voorstellen om de algemene verantwoordingsplicht van de Commissie en de Raad jegens het Parlement te versterken.
PROCEDURE
Titel |
Wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0560 – C7-0248/2011 – 2011/0242(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
16.9.2011 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 27.9.2011 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
AFET 27.9.2011 |
DEVE 27.9.2011 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
AFET 5.10.2011 |
DEVE 11.10.2011 |
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Renate Weber 11.10.2011 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
21.3.2012 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
11.6.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
45 5 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Philipp Albrecht, Roberta Angelilli, Edit Bauer, Mario Borghezio, Rita Borsellino, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Simon Busuttil, Carlos Coelho, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Ioan Enciu, Frank Engel, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Hélène Flautre, Kinga Gál, Kinga Göncz, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Juan Fernando López Aguilar, Monica Luisa Macovei, Clemente Mastella, Véronique Mathieu, Anthea McIntyre, Louis Michel, Claude Moraes, Jan Mulder, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Carmen Romero López, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Renate Sommer, Kyriacos Triantaphyllides, Axel Voss, Renate Weber, Josef Weidenholzer, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Alexander Alvaro, Anna Maria Corazza Bildt, Silvia Costa, Evelyne Gebhardt, Franziska Keller, Ádám Kósa, Mariya Nedelcheva, Hubert Pirker, Jens Rohde |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Marina Yannakoudakis |
||||
Datum indiening |
14.6.2012 |
||||