VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden

14.6.2012 - (COM(2011)0560 – C7‑0248/2011 – 2011/0242(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Renate Weber
PR_COD_1amCom


Procedure : 2011/0242(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0200/2012
Ingediende teksten :
A7-0200/2012
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden

(COM(2011)0560 – C7‑0248/2011 – 2011/0242(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0560),

–   gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 77, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0248/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Franse Nationale Vergadering, de Nederlandse Eerste Kamer, de Nederlandse Tweede Kamer, het Portugese parlement, de Roemeense Senaat, het Slowaakse parlement en de Zweedse Rijksdag waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7‑0200/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De totstandbrenging van een ruimte met vrij verkeer van personen over binnengrenzen is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese Unie. In een dergelijke ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen is in situaties die een bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van de Europese Unie of van een of meer lidstaten gemeenschappelijk optreden noodzakelijk, onder andere door in uitzonderlijke omstandigheden toestemming te geven voor herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zonder evenwel het beginsel van vrij personenverkeer in gevaar te brengen. Een gemeenschappelijke respons van de Unie is dan ook geboden, gelet op de gevolgen die dergelijke laatste redmiddelen kunnen hebben voor alle personen met het recht van vrij verkeer binnen deze ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen.

(1) De totstandbrenging van een ruimte met vrij verkeer van personen over binnengrenzen is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese Unie. In een dergelijke ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen is in situaties die een bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid van de Europese Unie of van een of meer lidstaten gemeenschappelijk optreden noodzakelijk, onder andere door in uitzonderlijke omstandigheden toestemming te geven voor herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zonder evenwel het beginsel van vrij personenverkeer in gevaar te brengen. Een gecoördineerde respons is dan ook geboden, gelet op de gevolgen die dergelijke laatste redmiddelen kunnen hebben voor alle personen met het recht van vrij verkeer binnen deze ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Vrij verkeer binnen de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen is een van de belangrijke verwezenlijkingen van de Unie. Aangezien tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen gevolgen heeft voor het vrij verkeer, dient een besluit hiertoe te worden genomen op het niveau van de Unie. Tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen dient uitsluitend te worden overgegaan bij wijze van laatste redmiddel, voor een strikt beperkte toepassing en tijdsduur, op basis van specifieke objectieve criteria en van een op het niveau van de Unie te maken beoordeling van de noodzaak. Ingeval de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid onmiddellijk optreden vereist, dient een lidstaat over te kunnen gaan tot herinvoering van het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen voor een periode van ten hoogste vijf dagen; voor een verlenging van deze periode is een besluit op het niveau van de Unie nodig.

(2) Vrij verkeer binnen de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen is een van de belangrijke verwezenlijkingen van de Unie. Aangezien tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen gevolgen heeft voor het vrij verkeer, dient een besluit hiertoe te worden gecoördineerd. Tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen dient uitsluitend te worden overgegaan bij wijze van laatste redmiddel, voor een strikt beperkte toepassing en tijdsduur, op basis van specifieke objectieve criteria en van een op gecoördineerde wijze te maken beoordeling van de noodzaak. Ingeval de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid onmiddellijk optreden vereist, dient een lidstaat over te kunnen gaan tot herinvoering van het grenstoezicht aan zijn binnengrenzen voor een periode van ten hoogste tien dagen; voor een verlenging van deze periode is een gecoördineerd besluit nodig.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Er kan een probleem ontstaan wanneer grote groepen onderdanen van een derde land de buitengrens van een of meer lidstaten overschrijden. Dit zou kunnen leiden tot onverwachte, aanzienlijke secundaire bewegingen van onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van een of meer andere lidstaten verblijven. Gelet op het aantal lidstaten dat onverwacht te maken krijgt met deze aanzienlijke secundaire bewegingen, alsook op de algehele gevolgen van deze toename voor de migratiesituatie in de Unie of in een individuele lidstaat, kan het noodzakelijk worden geacht om over te gaan tot tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, wanneer de omstandigheden op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging zouden vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. Het overschrijden van de buitengrens door een groot aantal onderdanen van derde landen kan, in uitzonderlijke omstandigheden, de onmiddellijke herinvoering van bepaalde controles aan binnengrenzen rechtvaardigen, indien een dergelijke maatregel nodig is om de openbare orde en binnenlandse veiligheid op nationaal en EU-niveau voor een ernstige en acute dreiging te behoeden.

(5) Migratie en het overschrijden van buitengrenzen door een groot aantal onderdanen van derde landen moet niet per definitie worden gezien als een bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Volledig vrij verkeer binnen de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen moet worden gewaarborgd en de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen door de lidstaten om politieke redenen moet worden voorkomen. Op grond van de tot dusverre opgedane ervaring met betrekking tot de werking van de ruimte zonder intern grenstoezicht dient de Commissie richtsnoeren op te stellen inzake de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, zowel in gevallen die een dergelijke maatregel als tijdelijk reactiemechanisme vereisen als in gevallen waarin onmiddellijk optreden vereist is. De Commissie dient dergelijke richtsnoeren op te stellen om een coherente toepassing van de Schengen-regels te waarborgen. In de richtsnoeren moeten duidelijke indicatoren worden opgenomen om de bedreigingen van de openbare orde en de interne veiligheid gemakkelijker te kunnen beoordelen.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Met de tijdelijke herinvoering van bepaalde binnengrenscontroles zouden ook ernstige gebreken kunnen worden aangepakt die zijn vastgesteld in Schengenevaluaties overeenkomstig artikel 15 van de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis, wanneer de omstandigheden op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid.

(6) Met de tijdelijke herinvoering van bepaalde binnengrenscontroles zouden ook ernstige gebreken kunnen worden aangepakt die zijn ontdekt in het kader van een streng evaluatieproces overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad van ... [betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis], maar dit mag uitsluitend een laatste redmiddel zijn.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Voordat een besluit wordt genomen over de tijdelijke herinvoering van bepaalde controles aan binnengrenzen, dient eerst ten volle te worden onderzocht of er maatregelen kunnen worden getroffen om de onderliggende situatie aan te pakken, bijvoorbeeld door bijstand via EU-organen als Frontex of Europol en maatregelen voor technische en financiële ondersteuning op nationaal en/of EU-niveau. Bovendien dient een besluit over de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen te worden gebaseerd op gestaafde informatie, die kan worden verstrekt door de lidstaten die om de herinvoering verzoeken of uit andere bronnen afkomstig kan zijn, zoals controlebezoeken.

(7) Voordat een besluit wordt genomen over de tijdelijke herinvoering van bepaalde controles aan binnengrenzen, dient eerst tijdig ten volle te worden onderzocht of er maatregelen kunnen worden getroffen om de onderliggende situatie aan te pakken, bijvoorbeeld door bijstand via EU-organen als Frontex of Europol en maatregelen voor technische en financiële ondersteuning op nationaal en/of EU-niveau. Bovendien dient een besluit over de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen te worden gebaseerd op gestaafde informatie, die kan worden verstrekt door de lidstaten of uit andere bronnen afkomstig kan zijn, zoals controlebezoeken.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) In een gebied waar personen zich vrij kunnen verplaatsen, moet de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen een uitzondering blijven.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) De Commissie moet ten minste elk jaar een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad over de werking van de Schengenruimte. Dat verslag moet de grondslag vormen voor een jaarlijks debat in het Europees Parlement en de Raad en bijdragen tot meer politieke aansturing en samenwerking in de Schengenruimte.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden verleend. Deze bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend volgens Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren. Volgens artikel 2, lid 2, onder b), punt iii), van die verordening is, behalve in spoedgevallen, de onderzoeksprocedure van toepassing.

(8) Voor gevallen van aanhoudende ernstige gebreken die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. .../2012 [betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis] en om te zorgen voor eenvormige voorwaarden en democratische controle, moet een Europees mechanisme voor de herinvoering van tijdelijk en uitzonderlijk grenstoezicht aan de binnengrenzen worden ingevoerd. Op grond van dat mechanisme moet de Commissie een aanbeveling indienen bij het Europees Parlement en de Raad ter beoordeling van de noodzaak van de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen als laatste redmiddel. Het Europees Parlement en de Raad moeten hun adviezen indienen binnen één maand na ontvangst van de aanbeveling van de Commissie, waarna de Commissie een besluit moet kunnen nemen over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen door middel van uitvoeringshandelingen, volgens Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren. Volgens artikel 2, lid 2, onder b), punt iii), van die verordening moet de onderzoeksprocedure worden toegepast voor de goedkeuring van die uitvoeringshandelingen.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) De Commissie dient onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vast te stellen indien, in goed gemotiveerde gevallen die betrekking hebben op een acute bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau, dwingende redenen van urgentie hiertoe nopen.

Schrappen

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Als zich in de ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voordoet, kan het grenstoezicht aan de binnengrenzen bij wijze van uitzondering opnieuw worden ingevoerd aan alle of bepaalde delen van de binnengrenzen van een of meerdere lidstaten voor een beperkte periode van ten hoogste dertig dagen of voor de voorzienbare duur van de ernstige bedreiging als deze de periode van dertig dagen overschrijdt. De omvang en de duur van het toezicht blijven beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om op de bedreiging te kunnen reageren.

1. Als zich in de ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen op nationaal of EU-niveau een ernstige en concrete bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voordoet, kan het grenstoezicht aan de binnengrenzen bij wijze van uitzondering opnieuw worden ingevoerd aan alle of bepaalde delen van de binnengrenzen van een of meerdere lidstaten voor een beperkte periode van ten hoogste dertig dagen of voor de voorzienbare duur van de ernstige en concrete bedreiging als deze de periode van dertig dagen overschrijdt. De omvang en de duur van het toezicht blijven beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om op de bedreiging te kunnen reageren.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het grenstoezicht aan de binnengrenzen kan alleen opnieuw worden ingevoerd volgens de procedures van de artikelen 24, 25 en 26 van deze verordening. Telkens wanneer herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt overwogen, moet rekening worden gehouden met de criteria van artikel 23 bis.

2. Het grenstoezicht aan de binnengrenzen kan alleen als laatste redmiddel opnieuw worden ingevoerd met inachtneming van en volgens de procedures van de artikelen 24, 25 en 26. Telkens wanneer herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt overwogen, worden de criteria van artikel 23 bis toegepast.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Indien de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau langer duurt dan de in lid 1 vastgestelde periode, kan, rekening houdend met de criteria van artikel 23 bis, het grenstoezicht aan de binnengrenzen op dezelfde gronden als die welke in lid 1 worden genoemd, en rekening houdend met eventuele nieuwe elementen, steeds gedurende een periode van ten hoogste dertig dagen worden verlengd.

3. Indien de ernstige en concrete bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau langer duurt dan de in lid 1 vastgestelde periode, kan, rekening houdend met de criteria van artikel 23 bis en in overeenstemming met de in artikel 24 bedoelde procedure het grenstoezicht aan de binnengrenzen op dezelfde gronden als die welke in lid 1 worden genoemd, en rekening houdend met eventuele nieuwe elementen, steeds gedurende een periode van ten hoogste dertig dagen worden verlengd.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De totale termijn waarin het toezicht aan de binnengrenzen opnieuw is ingevoerd, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 en van de verlengingen overeenkomstig lid 3, is ten hoogste zes maanden. Ingeval er aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht aan de buitengrenzen of terugkeerprocedures worden vastgesteld overeenkomstig artikel 15 van de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis, kan de Commissie besluiten deze periode te verlengen.

4. De totale termijn waarin het toezicht aan de binnengrenzen opnieuw is ingevoerd, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 en van de verlengingen overeenkomstig lid 3, is ten hoogste zes maanden. In de in artikel 26 bedoelde gevallen kan deze totale periode worden verlengd tot de maximale duur die in dat artikel wordt vastgesteld.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 bis – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Bij het besluiten over de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan beoordeelt de Commissie of de betrokken lidstaat in de gevallen bedoeld in artikel 25, lid 1, in hoeverre een dergelijke maatregel de bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau kan verhelpen, en of de maatregel evenredig is met die bedreiging. Deze beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de gedetailleerde gegevens die door de betrokken lidstaat of lidstaten worden verstrekt en op basis van eventuele andere informatie, waaronder informatie verkregen krachtens lid 2. Daarbij wordt met name rekening gehouden met:

1. Alvorens te besluiten tot de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht, zij het alleen als laatste redmiddel, aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan, beoordeelt de Commissie, in de in artikel 26 bedoelde gevallen of de betrokken lidstaat in de gevallen bedoeld in artikel 23 en artikel 25, lid 1 in hoeverre een dergelijke maatregel de bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau kan verhelpen, en of de maatregel evenredig is met die bedreiging. Deze beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de gedetailleerde gegevens die door de betrokken lidstaat of lidstaten worden verstrekt en op basis van eventuele andere informatie, waaronder informatie verkregen krachtens lid 2. Daarbij wordt met name rekening gehouden met:

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 bis – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de geschatte impact van bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau, onder meer na terroristische incidenten bij dreiging van georganiseerde criminaliteit;

(a) in de gevallen bedoeld in artikel 23 en artikel 25, lid 1:

(i) de geschatte impact van concrete bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid op nationaal of EU-niveau, onder meer na terroristische incidenten of bedreigingen of bij dreiging van georganiseerde criminaliteit;

 

(ii) de verwachte impact van de maatregel op het vrije verkeer binnen het gebied zonder toezicht aan de binnengrenzen;

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 bis – lid 1 – letters b, c en d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de beschikbaarheid van technische of financiële ondersteunende maatregelen die zijn of kunnen worden getroffen op nationaal en/of Europees niveau, inclusief bijstand van EU-instanties als Frontex, het EASO of Europol, en de mate waarin de bedreiging met dergelijke maatregelen adequaat kan worden aangepakt;

(b) in de gevallen bedoeld in artikel 26:

(i) de beschikbaarheid van technische of financiële ondersteunende maatregelen die zijn of kunnen worden getroffen op EU‑ of nationaal niveau, inclusief bijstand van organen van de Unie als Frontex, het EASO of Europol, en de mate waarin de bedreigingen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid met dergelijke maatregelen adequaat kunnen worden verholpen in het gebied zonder toezicht aan de binnengrenzen;

(c) de huidige en de verwachte toekomstige impact van ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht aan de buitengrenzen of terugkeerprocedures die zijn vastgesteld in Schengenevaluaties overeenkomstig de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en controlemechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis;

(ii) het huidige en het verwachte effect van ernstige gebreken die met betrekking tot het toezicht aan de buitengrenzen zijn vastgesteld in Schengenevaluaties overeenkomstig de Verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis;

 

(iii) de verwachte impact van eventuele concrete bedreigingen van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in het gebied zonder toezicht aan de binnengrenzen;

(d) de verwachte impact van de maatregel op het vrije verkeer binnen het gebied zonder toezicht aan de binnengrenzen.

(iv) de verwachte impact van de maatregel op het vrije verkeer binnen het gebied zonder toezicht aan de binnengrenzen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Voordat zij een besluit neemt, kan de Commissie

2. Voordat zij in overeenstemming met artikel 26 een aanbeveling indient, kan de Commissie

(a) de lidstaten, Frontex, Europol, Eurojust, het Bureau voor de grondrechten of een ander orgaan van de Unie om aanvullende gegevens verzoeken,

(a) de lidstaten, Frontex, Europol, Eurojust, het Bureau voor de grondrechten of een ander orgaan van de Unie om aanvullende gegevens verzoeken;

(b) controlebezoeken uitvoeren, ondersteund door deskundigen uit de lidstaten en van Frontex, Europol en andere Europese organen, met het oog op het verkrijgen of verifiëren van gegevens die van belang zijn voor een besluit tot tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan binnengrenzen.

(b) controlebezoeken uitvoeren, ondersteund door deskundigen uit de lidstaten en van Frontex, Europol en andere Europese organen, met het oog op het verkrijgen of verifiëren van gegevens die van belang zijn voor een aanbeveling tot tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan binnengrenzen. 1 bis.

Amendement 19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 bis – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Op grond van de ervaring met betrekking tot de werking van de ruimte zonder grenscontroles stelt de Commissie richtsnoeren op inzake de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen, zowel in gevallen die een dergelijke maatregel als tijdelijk reactiemechanisme vereisen als in gevallen waarin onmiddellijk optreden vereist is.

 

De Commissie stelt dergelijke richtsnoeren op om een coherente toepassing van de Schengenregels te waarborgen.

 

In de richtsnoeren worden duidelijke indicatoren opgenomen om de bedreigingen van de openbare orde en de interne veiligheid gemakkelijker te kunnen beoordelen.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 23 bis – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter. Onverminderd artikel 258 VWEU kan de Commissie een advies uitbrengen over haar evaluatie na de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan een of meer binnengrenzen of delen daarvan.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 24 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer een lidstaat van mening is dat herinvoering van grenstoezicht aan binnengrenzen uit hoofde van 23, lid 1, geboden is, dient hij uiterlijk zes weken vóór de geplande herinvoering, of later, indien de omstandigheden die tot herinvoering van grenstoezicht aan binnengrenzen nopen minder dan zes weken voor de geplande herinvoering bekend worden, een verzoek in bij de Commissie, en verstrekt hij de volgende informatie:

1. Wanneer een lidstaat van mening is dat herinvoering van grenstoezicht aan binnengrenzen uit hoofde van 23, lid 1, geboden is, stelt hij uiterlijk zes weken vóór de geplande herinvoering, of later, indien de omstandigheden die tot herinvoering van grenstoezicht aan binnengrenzen nopen minder dan zes weken voor de geplande herinvoering bekend worden, de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis, en verstrekt hij de volgende informatie:

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 24 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een dergelijk verzoek kan ook worden ingediend door twee of meer lidstaten samen.

Dergelijke kennisgevingen kunnen ook worden verzorgd door twee of meer lidstaten samen.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 24 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Tegelijk met het indienen van het verzoek wordt de in lid 1 bedoelde informatie ook voorgelegd aan de lidstaten en het Europees Parlement.

2. Op hetzelfde moment wordt de in lid 1 bedoelde informatie voorgelegd aan het Europees Parlement. Indien nodig kan de Commissie de betrokken lidsta(a)t(en) om aanvullende informatie verzoeken.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 24 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie besluit naar aanleiding van een uit hoofde van lid 1 ingediend verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, op basis van de gegevens bedoeld in de punten a) tot en met e) van dat lid, over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 33 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

3. De Commissie stelt onverminderd artikel 72 VWEU een advies op na kennisgeving door de lidsta(a)t(en) die van plan is (zijn) het grenstoezicht opnieuw in te voeren, en met het oog op de toepassing van de in lid 4 vermelde raadpleging.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 24 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De Commissie besluit over de verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 33 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

4. De in lid 1 genoemde gegevens en het in lid 3 bedoelde advies van de Commissie vormen het onderwerp van overleg, bijvoorbeeld tijdens vergaderingen tussen de lidstaat die het grenstoezicht aan de binnengrenzen wil herinvoeren, de lidstaten waarvoor de herinvoering van het grenstoezicht gevolgen kan hebben, en de Commissie, met het oog op de organisatie van wederzijdse samenwerking tussen de lidstaten en om de evenredigheid van de maatregelen met de gebeurtenissen die aanleiding geven tot de herinvoering van het grenstoezicht en met de bedreigingen van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid te onderzoeken.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 24 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Om naar behoren gemotiveerde redenen van urgentie die betrekking hebben op situaties waarin de omstandigheden die tot verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen overeenkomstig lid 4 nopen, minder dan tien dagen voor de voorgenomen verlenging bekend worden, stelt de Commissie onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vast overeenkomstig de procedure van artikel 33 bis, lid 3.

5. Het in lid 4 bedoelde overleg vindt ten minste vijftien dagen voor de voorgenomen herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen plaats.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 25 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in een lidstaat onmiddellijk optreden vereist, kan de betrokken lidstaat bij wijze van uitzondering onmiddellijk overgaan tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, voor een beperkte periode van ten hoogste vijf dagen.

1. Wanneer een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in een lidstaat onmiddellijk optreden vereist, kan de betrokken lidstaat bij wijze van uitzondering onmiddellijk overgaan tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, voor een beperkte periode van ten hoogste tien dagen.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 25 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaat die grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw invoert, stelt terzelfder tijd de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis en deelt de in artikel 24, lid 1, bedoelde informatie alsmede de redenen voor de toepassing van deze procedure mee. De Commissie kan de andere lidstaten onmiddellijk na ontvangst van de kennisgeving raadplegen.

2. De lidstaat die grenstoezicht aan de binnengrenzen opnieuw invoert, stelt terzelfder tijd de andere lidstaten, het Europees Parlement en de Commissie hiervan in kennis en deelt de in artikel 24, lid 1, bedoelde informatie alsmede de redenen voor de toepassing van deze procedure mee.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 25 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Indien de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer duurt dat de in lid 1 vastgestelde periode, besluit de Commissie over een verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen. Aangezien na het verstrijken van de in lid 1 vastgestelde periode onmiddellijk optreden geboden is, hetgeen een dwingende reden van urgentie inhoudt, stelt de Commissie onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vast overeenkomstig de procedure van artikel 33 bis, lid 3.

3. Indien de ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid langer duurt dat de in lid 1 vastgestelde periode, kan de lidstaat besluiten tot een verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, rekening houdend met de in artikel 23 bis genoemde criteria, inclusief een herziene beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de maatregel, en rekening houdend met eventuele relevante nieuwe elementen die zich hebben voorgedaan.

 

Artikel 24, leden 2 en 4, zijn dienovereenkomstig van toepassing en de raadplegingen bedoeld in artikel 24, lid 4 vinden onmiddellijk na de kennisgeving plaats.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 25 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Onverminderd artikel 23, lid 4, is de totale duur van de periode waarin het toezicht aan de binnengrenzen opnieuw wordt ingevoerd, uitgaande van de eerste termijn overeenkomstig lid 1 en van de verlengingen overeenkomstig lid 3, maximaal twee maanden.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 26 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Ingeval de Commissie constateert dat er aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht aan de buitengrenzen of terugkeerprocedures worden vastgesteld overeenkomstig artikel 15 van de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis, en deze gebreken op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, kan het grenstoezicht aan de binnengrenzen worden heringevoerd voor een periode van ten hoogste zes maanden. Deze periode kan worden verlengd met nog eens een periode van ten hoogste zes maanden, indien de ernstige gebreken niet zijn verholpen. Een dergelijke verlenging is maximaal drie keer mogelijk.

1. Ingeval de Commissie constateert dat er aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht aan de buitengrenzen worden vastgesteld in het kader van een strenge evaluatieprocedure, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. .../2012 [betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis], en deze gebreken in de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen een ernstige bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen, kan, als laatste redmiddel, het grenstoezicht aan de binnengrenzen worden heringevoerd voor een periode van ten hoogste zes maanden. Deze periode kan worden verlengd met nog eens een periode van ten hoogste zes maanden, indien dergelijke ernstige gebreken niet zijn verholpen. Een dergelijke verlenging is maximaal drie keer mogelijk.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie besluit over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 33 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

2. Indien is gebleken dat de vastgestelde ernstige bedreiging met geen enkele andere maatregel doeltreffend kan worden tegengegaan, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een aanbeveling in ter beoordeling van de noodzaak van de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen bij wijze van laatste redmiddel, om de gemeenschappelijke belangen in de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen te beschermen. Het Europees Parlement en de Raad kunnen hun adviezen binnen één maand na ontvangst van de aanbeveling van de Commissie indienen, waarna de Commissie kan besluiten over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 33 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 26 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie besluit over de verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 33 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

3. De Commissie kan met inachtneming van dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde, in de leden 1 en 2 vastgestelde procedures een verlenging aanbevelen.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 26 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Om naar behoren gemotiveerde redenen van urgentie die betrekking hebben op situaties waarin de omstandigheden die tot verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen overeenkomstig lid 3 nopen, minder dan tien dagen voor de voorgenomen verlenging bekend worden, stelt de Commissie onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vast overeenkomstig de procedure van artikel 33 bis, lid 3.

4. Om naar behoren gemotiveerde redenen van urgentie die betrekking hebben op situaties waarin de omstandigheden die tot verlenging van het grenstoezicht aan de binnengrenzen overeenkomstig lid 3 nopen, minder dan tien dagen voor het einde van de vorige periode van herinvoering bekend worden, stelt de Commissie onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vast overeenkomstig de procedure van artikel 33 bis, lid 3.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 29 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verslag over de wederinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen

Verantwoordingsplicht

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 29 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk vier weken na de opheffing van het grenstoezicht aan de binnengrenzen dient de lidstaat die het grenstoezicht aan de binnengrenzen heeft toegepast bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, waarin met name wordt ingegaan op het beheer van de controles en de doeltreffendheid van de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen.

1. Om de dialoog tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie te bevorderen, en om een grotere transparantie en verantwoordingsplicht te garanderen, dient de lidstaat die het grenstoezicht heeft toegepast uiterlijk vier weken na de opheffing van het grenstoezicht aan de binnengrenzen bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, waarin met name wordt ingegaan op het beheer van de controles, de doeltreffendheid van de herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen en de evenredigheid van de getroffen maatregelen.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 29 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie dient ten minste elk jaar een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de werking van de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen. Het verslag bevat een lijst van alle besluiten tot herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, die gedurende het desbetreffende jaar zijn genomen.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EG) nr. 562/2006

Artikel 29 – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De vertegenwoordigers van de lidstaten die het toezicht aan de binnengrenzen hebben heringevoerd als bedoeld in lid 1, worden uitgenodigd voor de presentatie van het verslag door de Commissie, als bedoeld in lid 1 bis.

TOELICHTING

Vrij verkeer is een van de grondbeginselen van de Europese Unie, en de mogelijkheid om binnen de Europese Unie te reizen zonder grenscontroles te hoeven ondergaan, is een van de grootste successen van de EU. Veel mensen maken gebruik van deze mogelijkheid en de publieke opinie schaart de vrijheid om te reizen onder de belangrijkste voordelen die de Europese Unie tot stand heeft gebracht.

De Schengensamenwerking werkt in beginsel relatief goed. Door recente ontwikkelingen wordt echter het vertrouwen in het vermogen van sommige lidstaten om de grenzen te bewaken op een manier die niet nadelig is voor het vrije verkeer van personen binnen het Schengengebied ondermijnd. Door deze gebeurtenissen is het evenwicht dat moet worden bewerkstelligd tussen veiligheid en vrij verkeer aan het wankelen gebracht.

De rapporteur benadrukt dat migratie op zich geen bedreiging vormt voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid. Daarom is ze sterk gekant tegen pogingen om nieuwe argumenten zoals migratiestromen aan te dragen voor de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen. De kern van het probleem is niet gelegen in externe, maar in interne factoren. Inderdaad laten de recente gebeurtenissen zien dat het huidige Schengensysteem, dat berust op een intergouvernementeel systeem van onderlinge toetsing, niet sterk genoeg is om de zwakheden van een aantal lidstaten te verhelpen en mogelijke gevallen van misbruik te voorkomen. De Europese Unie moet nu in actie komen om een herhaling van deze gebeurtenissen te voorkomen, en om de evenredigheid van eventuele maatregelen voor de herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen adequaat te beoordelen, zoals is onderkend door de Europese Raad van juni vorig jaar, die hiertoe eveneens heeft opgeroepen.

De rapporteur steunt het beginsel van een meer gecoördineerd en collectief besluitvormingsproces in geval van herinvoering van het toezicht aan de binnengrenzen. Een EU-recht als vrij verkeer, waarvan veel EU-burgers profiteren, mag niet worden gewijzigd door het besluit van één afzonderlijke lidstaat. Daarom moeten unilaterale nationale initiatieven zo veel mogelijk worden vermeden, en moeten alle Europese belangen worden meegewogen bij het veiligstellen van het Schengengebied.

De rapporteur is ervan overtuigd dat er een goed evenwicht kan worden bereikt waarmee er voldoende speelruimte overblijft voor de lidstaten in onverwachte en voorspelbare omstandigheden, terwijl een collectiever besluitvormingsproces wordt gewaarborgd. Zij stelt daarom voor dat elke lidstaat die het toezicht aan de binnengrenzen opnieuw wenst in te voeren, de Commissie en de buurlanden in kwestie uitnodigt om deze maatregel te bespreken.

Ingeval er in overeenstemming met artikel 15 van de verordening betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis ernstige tekortkomingen worden geconstateerd bij de uitvoering van het toezicht aan een buitengrens, kan de aldus beoordeelde lidstaat worden gevraagd specifieke maatregelen te treffen, zoals het sluiten van een grenspost. Voor dit specifieke geval is de rapporteur van mening dat de comitéprocedure moet worden toegepast.

Aangezien er verschillende meningen zijn over de interpretaties en de uitvoering van het Schengenacquis, stelt de rapporteur voor de richtsnoeren van de Commissie over te nemen, conform de mededeling van de Commissie van 16 september 2011 over Schengengovernance (COM(2011)561) waarin deze richtsnoeren worden genoemd. Met deze richtsnoeren kan een coherente uitvoering van de Schengenregels worden gewaarborgd en kunnen er duidelijke indicatoren worden verschaft over hoe een bedreiging van de openbare orde en de binnenlandse veiligheid op een coherente manier moet worden beoordeeld.

De rapporteur steunt het idee dat deze richtsnoeren worden overgenomen en verzoekt de Commissie haar werk meteen voort te zetten. De rapporteur vindt ook dat de Commissie moet worden verzocht deze richtsnoeren in het Europees Parlement uiteen te zetten in het kader van een algemener debat over Schengengovernance.

Ten slotte is de rapporteur ervan overtuigd dat bij de behandeling van dit voorstel gemakkelijk het juiste evenwicht kan worden bereikt tussen de bevoegdheden van elke instelling. Ze brengt in herinnering dat het Europees Parlement een volwaardige medespeler is op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en doet enkele concrete voorstellen om de algemene verantwoordingsplicht van de Commissie en de Raad jegens het Parlement te versterken.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden

Document- en procedurenummers

COM(2011)0560 – C7-0248/2011 – 2011/0242(COD)

Datum indiening bij EP

16.9.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

27.9.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

27.9.2011

DEVE

27.9.2011

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

5.10.2011

DEVE

11.10.2011

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Renate Weber

11.10.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

21.3.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

11.6.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

45

5

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Philipp Albrecht, Roberta Angelilli, Edit Bauer, Mario Borghezio, Rita Borsellino, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Simon Busuttil, Carlos Coelho, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Ioan Enciu, Frank Engel, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Hélène Flautre, Kinga Gál, Kinga Göncz, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Juan Fernando López Aguilar, Monica Luisa Macovei, Clemente Mastella, Véronique Mathieu, Anthea McIntyre, Louis Michel, Claude Moraes, Jan Mulder, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Carmen Romero López, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Renate Sommer, Kyriacos Triantaphyllides, Axel Voss, Renate Weber, Josef Weidenholzer, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Alexander Alvaro, Anna Maria Corazza Bildt, Silvia Costa, Evelyne Gebhardt, Franziska Keller, Ádám Kósa, Mariya Nedelcheva, Hubert Pirker, Jens Rohde

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Marina Yannakoudakis

Datum indiening

14.6.2012