VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus
23.8.2012 - (COM(2011)0747 – C7‑0420/2011 – 2011/0361(COD)) - ***I
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Leonardo Domenici
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus
(COM(2011)0747 – C7‑0420/2011 – 2011/0361(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0747),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0420/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol (nr. 2) betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 2 april 2012[1],
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 29 maart 2012[2],
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A7-0221/2012),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus vereist dat ratingbureaus aan gedragsregels voldoen om mogelijke belangenconflicten te beperken en voor een hoge kwaliteit en voldoende transparantie van de ratings en het ratingproces te zorgen. Ingevolge de bij Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad ingevoerde wijzigingen heeft de Europese Autoriteit voor effecten en markten de bevoegdheid om ratingbureaus te registreren en er toezicht op uit te oefenen. Deze wijziging vult het huidige regelgevingskader voor ratingbureaus aan. Sommige van de aangepakte kwesties (belangenconflicten als gevolg van het issuer-pays-model, openbaarmaking voor gestructureerde financieringsinstrumenten) waren geïdentificeerd, maar door de bestaande regels niet volledig opgelost. De noodzaak om de transparantie- en procedurele vereisten specifiek voor de overheidsratings te herzien, is onder de aandacht gekomen door de huidige schuldencrisis. |
(1) Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus vereist dat ratingbureaus aan gedragsregels voldoen om mogelijke belangenconflicten te beperken en voor een hoge kwaliteit en voldoende transparantie van de ratings en het ratingproces te zorgen. Ingevolge de bij Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad ingevoerde wijzigingen heeft de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA) de bevoegdheid om ratingbureaus te registreren en er toezicht op uit te oefenen. Deze wijziging vult het huidige regelgevingskader voor ratingbureaus aan. Sommige van de belangrijkste kwesties (belangenconflicten als gevolg van het issuer-pays-model, openbaarmaking voor gestructureerde financieringsinstrumenten) zijn aangepakt en het kader zal moeten worden geëvalueerd nadat het gedurende een redelijke tijdsspanne van kracht zal zijn geweest, om te bekijken of het de bedoelde kwesties volledig oplost. Inmiddels is de noodzaak om de transparantie- en procedurele vereisten en het tijdpad voor de publicatie specifiek voor de overheidsratings te herzien, onder de aandacht gekomen door de huidige schuldencrisis. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(3 bis) Kredietratings en ratingoutlooks dienen in cijfers uitgedrukt te worden die de waarschijnlijkheid van wanbetaling aangeven en dienen gepaard te gaan met een toelichting. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 3 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(3 ter) De Europese Centrale Bank (ECB) baseert haar beslissing ten aanzien van verhandelbare activa als onderpand in het kader van liquiditeitsverruimde transacties op het Eurosystem credit assessment framework (ECAF). Het ECAF maakt voornamelijk gebruik van externe ratings van de lijst van geregistreerde externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's), die in aantal tot slechts vier ratingbureaus beperkt is. De ECB dient deze praktijk te herzien en op zijn minst zijn pool van externe ratings uit te breiden en af te stemmen op de door de ESMA goedgekeurde ratingbureaus in de Unie. Verder dienen de ECB en de nationale centrale banken hun gebruik van externe kredietratings opnieuw te bekijken en expertise op te bouwen in het ontwerpen van eigen modellen voor het beoordelen van het kredietrisico van activa die in aanmerking komen als onderpand voor liquiditeitsverschaffende transacties, en dienen zij hun afhankelijkheid van externe kredietratings in het algemeen te beperken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(3 quater) De Commissie dient een horizontale maatregel uit te werken om de verwijzing naar ratings in de nationale wetgeving, zij het op basis van de tenuitvoerlegging van Europese wetgeving of niet, te evalueren en om een dergelijke verwijzing, wanneer die tot een mechanistisch vertrouwen van de bevoegde autoriteiten of deelnemers aan de financiële markt op ratings leidt, te herzien en te verwijderen binnen een redelijke termijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) De relevantie van de ratingoutlooks voor de beleggers en de uitgevende instellingen en de effecten ervan op de markten zijn vergelijkbaar met de relevantie en de effecten van de ratings. Bijgevolg moeten alle vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat ratingactiviteiten vrij van belangenconflicten, nauwkeurig en transparant zijn ook op de ratingoutlooks van toepassing zijn. Volgens de huidige toezichtpraktijk is een aantal vereisten van de verordening van toepassing op ratingoutlooks. Deze verordening voert een definitie in van ratingoutlooks en verduidelijkt welke specifieke bepalingen op ratingoutlooks van toepassing zijn. Een en ander moet zorgen voor verduidelijking van de regels en rechtszekerheid. Onder "ratingoutlook" in de zin van deze verordening moet ook worden verstaan opinies betreffende de waarschijnlijke richting van een rating op korte termijn, gewoonlijk "credit watch" genoemd. |
(4) De relevantie van de ratingoutlooks voor de beleggers en de uitgevende instellingen en de effecten ervan op de markten zijn vergelijkbaar met de relevantie en de effecten van de ratings. Bijgevolg moeten alle vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat ratingactiviteiten vrij van belangenconflicten, nauwkeurig en transparant zijn ook op de ratingoutlooks van toepassing zijn. Volgens de huidige toezichtpraktijk is een aantal vereisten van de verordening van toepassing op ratingoutlooks. Deze verordening voert een definitie in van ratingoutlooks en verduidelijkt welke specifieke bepalingen op ratingoutlooks van toepassing zijn. Een en ander moet zorgen voor verduidelijking van de regels en rechtszekerheid. Onder "ratingoutlook" in de zin van deze verordening moet ook worden verstaan opinies betreffende de waarschijnlijke richting van een rating op korte termijn, gewoonlijk "credit watch" genoemd. De Commissie moet de ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die door de ESMA zijn ontwikkeld om zo nodig andere publicaties van ratingbureaus te betrekken bij de activiteiten waarop in het kader van deze verordening toezicht wordt gehouden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Ratingbureaus zijn belangrijke deelnemers aan de financiële markten. Als gevolg hiervan zijn de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten van bijzonder belang om hun geloofwaardigheid tegenover de marktdeelnemers, in het bijzonder de beleggers en de andere gebruikers van ratings, te waarborgen. Verordening 1060/2009 bepaalt dat ratingbureaus geregistreerd moeten zijn en onder toezicht moeten staan omdat hun diensten een aanzienlijke impact hebben op het algemeen belang. Ratings, anders dan beleggingsonderzoek, zijn niet louter opinies over een waarde of een prijs voor een financieel instrument of een financiële verplichting. Ratingbureaus zijn niet louter financiële analisten of beleggingsadviseurs. Ratings hebben regelgevingswaarde voor de gereguleerde beleggers, zoals kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere institutionele beleggers. Hoewel de prikkels om excessief op ratings te vertrouwen momenteel worden verminderd, sturen, met name wegens informatie-asymmetrie en voor efficiëntiedoeleinden, ratings nog steeds beleggingskeuzen. In deze context moeten ratingbureaus onafhankelijk zijn en door de marktdeelnemers als zodanig worden gepercipieerd. |
(5) Op middellange termijn moeten er aanvullende maatregelen overwogen worden om ratings uit de financiële regelgeving te halen en om risicoweging van activa op basis van externe ratings of interne modellen te elimineren. Kredietratingbureaus zijn voorlopig echter belangrijke deelnemers aan de financiële markten. Als gevolg hiervan zijn de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten van bijzonder belang om hun geloofwaardigheid tegenover de marktdeelnemers, in het bijzonder de beleggers en de andere gebruikers van ratings, te waarborgen. Verordening 1060/2009 bepaalt dat ratingbureaus geregistreerd moeten zijn en onder toezicht moeten staan omdat hun diensten een aanzienlijke impact hebben op het algemeen belang. Ratings, anders dan beleggingsonderzoek, zijn niet louter opinies over een waarde of een prijs voor een financieel instrument of een financiële verplichting. Ratingbureaus zijn niet louter financiële analisten of beleggingsadviseurs. Ratings hebben regelgevingswaarde voor de gereguleerde beleggers, zoals kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere institutionele beleggers. Hoewel de prikkels om excessief op ratings te vertrouwen momenteel worden verminderd, sturen, met name wegens informatie-asymmetrie en voor efficiëntiedoeleinden, ratings nog steeds beleggingskeuzen. In deze context moeten ratingbureaus onafhankelijk zijn en als zodanig door de marktdeelnemers worden gepercipieerd, terwijl hun ratingmethodes transparant moeten zijn en als zodanig moeten worden gepercipieerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(5 bis) Er is sprake van overdreven vertrouwen in externe ratings wanneer financiële instellingen en institutionele beleggers uitsluitend vertrouwen op ratings die door ratingbureaus zijn vastgesteld en de verplichtingen op het gebied van het verrichten van eigen onderzoek en van intern risicomanagement verwaarlozen. Het is daarom van essentieel belang om de waakzaamheidsverplichtingen en de verplichtingen voor intern risicobeheer van de financiële instellingen en institutionele beleggers te versterken ten aanzien van de verwerving van financieringsproducten, in het bijzonder wanneer het gaat om complexe of gestructureerde producten. Ook moet de financiële regelgeving de bekendmakingsverplichtingen voor uitgevende instellingen van financieringsproducten verscherpen, in het bijzonder voor bijzonder complexe of gestructureerde producten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 5 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(5 ter) Gezien het hoge verkooprendement waarvan ratingbureaus met een marktaandeel van meer dan 10% profiteren, dienen de lidstaten de invoering van een bijzondere heffing te coördineren, waarvan de ontvangsten zouden kunnen bijdragen tot de financiering van alternatieve ratingmodellen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 5 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(5 quater) Een overdreven vertrouwen in externe ratings moet worden tegengegaan en alle automatische effecten die uit ratings voortvloeien, moeten geleidelijk aan worden vermeden. Regelgeving dient kredietinstellingen en beleggingsondernemingen daarom aan te moedigen om interne modellen voor risicobeoordeling in te stellen en om waakzaamheidsverplichtingen op te leggen aan beleggers. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) Verordening (EG) nr. 1060/2009 voorzag reeds in een eerste ronde van maatregelen om de kwestie van de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten aan te pakken. De doelstellingen van waarborging van de onafhankelijkheid van de ratingbureaus en identificatie, beheer en, voor zover mogelijk, vermijding van alle belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan, lagen in 2009 al ten grondslag aan verschillende bepalingen van die verordening. Hoewel zij een gezonde basis vormen, lijken de bestaande regels in dat opzicht niet voldoende impact te hebben gehad. Ratingbureaus worden nog steeds niet als voldoende onafhankelijke actoren gezien. De selectie en beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit (het issuer-pays-model) veroorzaakt inherente belangenconflicten, die door de bestaande regels onvoldoende worden aangepakt. Onder dit model zijn er voor de ratingbureaus prikkels om zelfgenoegzame ratings over de uitgevende instelling af te geven teneinde een langdurige zakelijke relatie die inkomsten garandeert veilig te stellen of extra werkzaamheden en inkomsten veilig te stellen. Bovendien kunnen de relaties tussen de aandeelhouders van ratingbureaus en de beoordeelde entiteiten belangenconflicten veroorzaken die door de bestaande regels niet voldoende worden behandeld. Bijgevolg kunnen onder het issuer-pays-model afgegeven ratings gezien worden als ratings die geschikt zijn voor de uitgevende instelling in plaats van ratings waaraan de belegger behoefte heeft. Onverminderd de conclusies van het verslag over het issuer-pays-model dat ingevolge artikel 39, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 door de Commissie tegen december 2012 moet worden ingediend, is het essentieel de voorwaarden van onafhankelijkheid voor de ratingbureaus te versterken om het niveau van geloofwaardigheid van de volgens het issuer-pays-model afgegeven ratings te vergroten. |
(6) Verordening (EG) nr. 1060/2009 voorzag reeds in een eerste ronde van maatregelen om de kwestie van de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten aan te pakken. De doelstellingen van waarborging van de onafhankelijkheid van de ratingbureaus en identificatie, beheer en, voor zover mogelijk, vermijding van alle belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan, lagen in 2009 al ten grondslag aan verschillende bepalingen van die verordening. Ratingbureaus worden nog steeds niet als voldoende onafhankelijke actoren gezien. De selectie en beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit (het issuer-pays-model) veroorzaakt inherente belangenconflicten, die door de bestaande regels onvoldoende worden aangepakt. Onder dit model zijn er voor de ratingbureaus prikkels om zelfgenoegzame ratings over de uitgevende instelling af te geven teneinde een langdurige zakelijke relatie die inkomsten garandeert veilig te stellen of extra werkzaamheden en inkomsten veilig te stellen. Bovendien kunnen de relaties tussen de aandeelhouders van ratingbureaus en de beoordeelde entiteiten belangenconflicten veroorzaken die door de bestaande regels niet voldoende worden behandeld. Bijgevolg kunnen onder het issuer-pays-model afgegeven ratings gezien worden als ratings die geschikt zijn voor de uitgevende instelling in plaats van ratings waaraan de belegger behoefte heeft. Onverminderd de conclusies van het verslag over het issuer-pays-model dat ingevolge artikel 39, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 door de Commissie tegen december 2012 moet worden ingediend, is het essentieel de voorwaarden van onafhankelijkheid voor de ratingbureaus te versterken om het niveau van geloofwaardigheid van de volgens het issuer-pays-model afgegeven ratings te vergroten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 6 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(6 bis) Om de concurrentie op een markt die tot nu toe gedomineerd werd door drie ratingbureaus te vergroten, moeten er maatregelen getroffen worden om het gebruik van kleinere bureaus die op basis van hun inkomsten minder dan 10% van het totale marktaandeel in handen hebben, te bevorderen. De afgelopen tijd was het gebruikelijk dat uitgevende instellingen ratings van twee of meer bureaus vroegen - daarom moet, wanneer twee of meer ratings worden aangevraagd, minstens een van die ratings van een geregistreerd bureau komen dat minder dan 10% van het totale marktaandeel in handen heeft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) De ratingmarkt laat zien dat ratingbureaus en beoordeelde entiteiten traditioneel langdurige relaties aangaan. Dit geeft aanleiding tot de bedreiging als gevolg van vertrouwdheid, aangezien het kan voorkomen dat het ratingbureau te veel met de verlangens van de beoordeelde entiteit sympathiseert. In die omstandigheden zou de onpartijdigheid van het ratingbureau mettertijd twijfelachtig kunnen worden. Door een emitterende onderneming aangestelde en betaalde ratingbureaus hebben immers een prikkel om al te gunstige ratings over die beoordeelde entiteit of haar schuldinstrumenten af te geven teneinde de zakelijke relatie met die uitgevende instelling gaande te houden. Uitgevende instellingen zijn ook onderhevig aan prikkels die langdurige relaties bevorderen, zoals het lock-in-effect: een uitgevende instelling kan ervan afzien van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Dit probleem is reeds geïdentificeerd in Verordening (EG) nr. 1060/2009, op grond waarvan de ratingbureaus een roulatiemechanisme dienden toe te passen dat zorgde voor geleidelijke wijzigingen in de samenstelling van de analistenteams en ratingcomités zodat de onafhankelijkheid van de ratinganalisten en degenen die de ratings goedkeurden niet in gevaar kwam. Het succes van die regels was echter in hoge mate afhankelijk van een gedragsoplossing binnen het ratingbureau: de feitelijke onafhankelijkheid en het feitelijke professionalisme van de werknemers van het ratingbureau tegenover de commerciële belangen van het ratingbureau zelf. Deze regels waren niet bestemd om aan derden voldoende waarborg te verschaffen dat de belangenconflicten als gevolg van de langdurige relatie effectief zouden worden beperkt of vermeden. Het lijkt bijgevolg noodzakelijk te voorzien in een structureel antwoord dat een hogere impact heeft op derden. Dit zou effectief kunnen worden gerealiseerd door de periode te beperken gedurende welke een ratingbureau ononderbroken ratings over dezelfde uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten kan afgeven. Het instellen van een maximumduur voor de zakelijke relatie tussen de beoordeelde uitgevende instelling of de uitgevende instelling van het beoordeelde schuldinstrument en het ratingbureau, moet de prikkel wegnemen om gunstige ratings over die uitgevende instelling af te geven. Daarbij komt dat wanneer roulatie van ratingbureaus als een normale en regelmatige marktpraktijk verplicht wordt gesteld, ook het lock-in-effect effectief zal wordt aangepakt waarbij een uitgevende instelling ervan afziet om van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Ten slotte moet de roulatie van ratingbureaus positieve effecten hebben op de ratingmarkt aangezien nieuwe markttoetredingen zullen worden vergemakkelijkt en bestaande ratingbureaus de kans zullen krijgen om nieuwe activiteiten te ondernemen. |
(7) De ratingmarkt laat zien dat ratingbureaus en beoordeelde entiteiten traditioneel langdurige relaties aangaan. Dit geeft aanleiding tot de bedreiging als gevolg van vertrouwdheid, aangezien het kan voorkomen dat het ratingbureau te veel met de verlangens van de beoordeelde entiteit sympathiseert. In die omstandigheden zou de onpartijdigheid van het ratingbureau mettertijd twijfelachtig kunnen worden. Door een emitterende onderneming aangestelde en betaalde ratingbureaus hebben immers een prikkel om al te gunstige ratings over de door die beoordeelde entiteit uitgegeven instrumenten af te geven teneinde de zakelijke relatie met die uitgevende instelling gaande te houden. Uitgevende instellingen zijn ook onderhevig aan prikkels die langdurige relaties bevorderen, zoals het lock-in-effect: een uitgevende instelling kan ervan afzien van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Dit probleem, dat in verband met gestructureerde financieringsproducten steeds meer op de voorgrond treedt, is reeds geïdentificeerd in Verordening (EG) nr. 1060/2009, op grond waarvan de ratingbureaus een roulatiemechanisme dienden toe te passen dat zorgde voor geleidelijke wijzigingen in de samenstelling van de analistenteams en ratingcomités zodat de onafhankelijkheid van de ratinganalisten en degenen die de ratings goedkeurden niet in gevaar kwam. Het succes van die regels was echter in hoge mate afhankelijk van een gedragsoplossing binnen het ratingbureau: de feitelijke onafhankelijkheid en het feitelijke professionalisme van de werknemers van het ratingbureau tegenover de commerciële belangen van het ratingbureau zelf. Deze regels waren niet bestemd om aan derden voldoende waarborg te verschaffen dat de belangenconflicten als gevolg van de langdurige relatie effectief zouden worden beperkt of vermeden. Het lijkt bijgevolg noodzakelijk te voorzien in een structureel antwoord dat een hogere impact heeft op derden ten aanzien van gestructureerde financiële producten. Dit zou effectief kunnen worden gerealiseerd door de periode te beperken gedurende welke een ratingbureau ononderbroken ratings over de gestructureerde financieringsproducten die door dezelfde uitgevende instelling zijn uitgegeven. Het instellen van een maximumduur voor de zakelijke relatie tussen de beoordeelde uitgevende instelling of de uitgevende instelling van het beoordeelde gestructureerde financieringsproduct en het ratingbureau, moet de prikkel wegnemen om gunstige ratings over die uitgevende instelling af te geven. Daarbij komt dat wanneer roulatie van ratingbureaus als een normale en regelmatige marktpraktijk verplicht wordt gesteld, ook het lock-in-effect effectief zal wordt aangepakt waarbij een uitgevende instelling ervan afziet om van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Ten slotte moet de roulatie van ratingbureaus positieve effecten hebben op de ratingmarkt aangezien nieuwe markttoetredingen zullen worden vergemakkelijkt en bestaande ratingbureaus de kans zullen krijgen om nieuwe activiteiten te ondernemen. Teneinde een diversifiëring van de markt aan te moedigen moeten echter kleine kredietratingbureaus van de roulatie worden uitgesloten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 7 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(7 bis) Ter bevordering van de concurrentie tussen de ratingbureaus moet voor elk van de volgende ratingbureaus een drempel worden vastgesteld bij overschrijding waarvan het een ratingbureau verboden is om zijn aandeel van aangevraagde ratings uit te breiden. Ten eerste moet voor de ratinggebieden banken, verzekeringen en ondernemingen het maximum percentage van aangevraagde ratings van elk van de drie activaklassen worden vastgesteld op maximaal 25% van de markt, uitgedrukt in nominale bedragen. Ten tweede moet voor gestructureerde gefinancierde producten het maximum percentage van aangevraagde ratings worden vastgesteld op 25% van de markt, uitgedrukt in nominale bedragen. Er zijn twee redenen voor de drempel van 25%: ten eeste verhindert deze dat een ratingbureau de ratings vaststelt voor een meerderheid van emittenten van obligaties of van emissies van obligaties voor een bepaalde aktivaklasse; ten tweede zou de drempel het mogelijk maken dat meer ratingbureaus maximaal 25% van de emittenten van obligaties of emissies van een bepaalde aktivaklasse kunnen bestrijken omdat obligatie-emittenten gewoonlijk door twee ratingbureaus worden beoordeeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 7 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(7 ter) De erkenning van een ratingbureau als EKBI mag niet leiden tot een verdere afscherming van een markt die al gedomineerd wordt door drie belangrijke ondernemingen. De ECB, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (EBA), en de nationale centrale banken moeten voorzien in de erkenning van meer ratingbureaus als EKBI's om de markt op te stellen voor nieuwe ondernemingen, zonder het proces gemakkelijker of minder veeleisend te maken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8) Regelmatige roulatie van ratingbureaus die ratings over een uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten afgeven, moet de evaluatie van de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling die dat ratingbureau selecteert en betaalt gediversifieerder maken. Wanneer de ratingbureaus talrijke en verschillende zienswijzen, perspectieven en methodologieën hanteren, moet dit leiden tot meer gediversifieerde ratings en moet daardoor uiteindelijk de beoordeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen verbeteren. Om deze diversiteit een rol te laten spelen en zelfgenoegzaamheid van zowel de uitgevende instellingen als de ratingbureaus te vermijden, moet de maximumduur van de zakelijke relatie tussen het ratingbureau en de betalende uitgevende instelling worden beperkt tot een niveau dat een regelmatige nieuwe kijk op de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen waarborgt. Bijgevolg lijkt, mede gelet op het feit dat voor enige continuïteit binnen de ratings moet worden gezorgd, een periode van drie jaar passend. Het risico op belangenconflicten neemt toe in situaties waarin het ratingbureau in een korte periode frequent ratings over schuldinstrumenten van dezelfde uitgevende instelling afgeeft. In die gevallen moet de maximumduur van de zakelijke relatie korter zijn om gelijke resultaten te waarborgen. Bijgevolg moet de zakelijke relatie worden stopgezet nadat een ratingbureau tien schuldinstrumenten van dezelfde uitgevende instelling heeft beoordeeld. Om evenwel uitgevende instellingen en ratingbureaus niet onevenredig te belasten, mag geen verplichting worden opgelegd om binnen de eerste 12 maanden van de zakelijke relatie van ratingbureau te veranderen. Wanneer een uitgevende instelling meer dan één ratingbureau aanstelt, hetzij omdat zij daar als een uitgevende instelling van gestructureerde financieringsinstrumenten toe verplicht is, hetzij op vrijwillige basis, moet het voldoende zijn dat de strikte roulatieperioden enkel voor één van de ratingbureaus gelden. Ook in dit geval echter mag de zakelijke relatie tussen de uitgevende instelling en het additionele ratingbureau niet langer duren dan zes jaar. |
(8) Regelmatige roulatie van ratingbureaus die ratings over de gestructureerde financieringsproducten van een uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten afgeven, moet de evaluatie van de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling die dat ratingbureau selecteert en betaalt gediversifieerder maken. Wanneer de ratingbureaus talrijke en verschillende zienswijzen, perspectieven en methodologieën hanteren, moet dit leiden tot meer gediversifieerde ratings en moet daardoor uiteindelijk de beoordeling van de kredietwaardigheid van de gestructureerde financieringsinstrumenten verbeteren. Om deze diversiteit een rol te laten spelen en zelfgenoegzaamheid van zowel de uitgevende instellingen als de ratingbureaus te vermijden, moet de maximumduur van de zakelijke relatie tussen het ratingbureau en de betalende uitgevende instelling worden beperkt tot een niveau dat een regelmatige nieuwe kijk op de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen waarborgt. Bijgevolg lijkt, mede gelet op het feit dat voor enige continuïteit binnen de ratings moet worden gezorgd, een periode van vijf jaar passend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11) Vereisen dat uitgevende instellingen regelmatig van ratingbureau veranderen dat zij aanstellen om rating af te geven is evenredig met het nagestreefde doel. Deze eis is enkel van toepassing op bepaalde gereguleerde instellingen (geregistreerde ratingbureaus) die een dienst verrichten die van invloed is op het algemeen belang (ratings afgeven die voor regelgevingsdoeleinden gebruikt kunnen worden), onder bepaalde voorwaarden (het issuer-pays-model). Het voorrecht dat erkend wordt dat diensten een belangrijke rol spelen bij de regulering van de financiëledienstenmarkt en dat goedkeuring wordt verleend om deze functie uit te voeren, brengt met zich mee dat bepaalde verplichtingen moeten worden gerespecteerd om in alle omstandigheden de onafhankelijkheid en de perceptie van onafhankelijkheid te waarborgen. Een ratingbureau dat geen ratingdiensten voor een bepaalde uitgevende instelling mag verrichten, mag nog steeds ratingdiensten voor andere uitgevende instellingen verrichten. In een marktcontext waarin de roulatieregel op alle spelers van toepassing is, zullen zich bedrijfskansen aandienen aangezien alle uitgevende instellingen van ratingbureau dienen te veranderen. Bovendien mogen ratingbureaus altijd niet aangevraagde ratings over dezelfde uitgevende instelling afgeven en zo hun ervaring exploiteren. Niet aangevraagde ratings worden niet ingeperkt door het issuer-pays-model en zijn bijgevolg minder onderhevig aan potentiële belangenconflicten. Ook voor uitgevende instellingen vormt de maximumduur van de zakelijke relatie met een ratingbureau of de regel betreffende de indienstneming van meer dan één ratingbureau een beperking van hun vrijheid om hun eigen bedrijf uit te oefenen. Deze beperking is evenwel noodzakelijk op gronden van algemeen belang gelet op de interferentie van het issuer-pays-model met de noodzakelijke onafhankelijkheid van ratingbureaus om onafhankelijke ratings te waarborgen die door de beleggers voor regelgevingsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Tegelijkertijd gaan deze beperkingen niet verder dat hetgeen noodzakelijk is en moeten zij veeleer worden gezien als een element dat de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling tegenover andere partijen, en uiteindelijk de markt, verhoogt. |
(11) Vereisen dat uitgevende instellingen regelmatig van ratingbureau veranderen dat zij aanstellen om rating af te geven is evenredig met het nagestreefde doel. Deze eis is enkel van toepassing op bepaalde gereguleerde instellingen (geregistreerde ratingbureaus) die een dienst verrichten die van invloed is op het algemeen belang (ratings afgeven die voor regelgevingsdoeleinden gebruikt kunnen worden), enkel op bepaalde producten (gestructureerde financieringsproducten) en onder bepaalde voorwaarden (het issuer-pays-model). Het voorrecht dat erkend wordt dat diensten een belangrijke rol spelen bij de regulering van de financiëledienstenmarkt en dat goedkeuring wordt verleend om deze functie uit te voeren, brengt met zich mee dat bepaalde verplichtingen moeten worden gerespecteerd om in alle omstandigheden de onafhankelijkheid en de perceptie van onafhankelijkheid te waarborgen. Een ratingbureau dat geen ratingdiensten over bepaalde gestructureerde financieringsproducten van een bepaalde uitgevende instelling mag verrichten, mag nog steeds ratingdiensten voor diezelfde uitgevende instelling over andere producten of voor andere uitgevende instellingen verrichten. In een marktcontext waarin de roulatieregel op alle spelers van toepassing is, zullen zich bedrijfskansen aandienen aangezien alle uitgevende instellingen van ratingbureau dienen te veranderen. Bovendien mogen ratingbureaus altijd niet aangevraagde ratings over dezelfde uitgevende instelling afgeven en zo hun ervaring exploiteren. Niet aangevraagde ratings worden niet ingeperkt door het issuer-pays-model en zijn bijgevolg minder onderhevig aan potentiële belangenconflicten. Ook voor uitgevende instellingen vormt de maximumduur van de zakelijke relatie met een ratingbureau of de regel betreffende de indienstneming van meer dan één ratingbureau een beperking van hun vrijheid om hun eigen bedrijf uit te oefenen. Deze beperking is evenwel noodzakelijk op gronden van algemeen belang gelet op de interferentie van het issuer-pays-model met de noodzakelijke onafhankelijkheid van ratingbureaus om onafhankelijke ratings te waarborgen die door de beleggers voor regelgevingsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Tegelijkertijd gaan deze beperkingen niet verder dat hetgeen noodzakelijk is en moeten zij veeleer worden gezien als een element dat de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling tegenover andere partijen, en uiteindelijk de markt, verhoogt en een werkelijk evenwichtige werking van de interne markt bevordert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(11 bis) Afgezien van het roulatiebeginsel dienen contracten tussen een bepaald ratingbureau en een bepaalde uitgevende instelling niet hernieuwbaar te zijn, om ratingbureaus in staat te stellen om zo onafhankelijk mogelijke diensten te verrichten voor uitgevende instellingen, zelfs wanneer de contractuele betrekkingen de maximale contractduur niet bereikt hebben. Voorts moeten clausules die aangewend kunnen worden om de afgegeven ratings te koppelen aan de vergoeding voor het ratingbureau of de mogelijkheid om het contract te beëindigen, verboden worden. Het doel hiervan is om, in de mate van het mogelijke, pogingen om het werk van ratingbureaus te onderwerpen aan voorwaarden, zij via het contractuele bepalingen, zij het via een impliciete bedreiging om een contract niet te vernieuwen, de kop in te drukken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12) Een van de specificiteiten van overheidsratings is dat het issuer-pays-model over het algemeen niet van toepassing is. De meeste dergelijke ratings worden immers niet aangevraagd en vormen de basis voor zowel aangevraagde als niet aangevraagde ratings van de financiële instellingen van het betrokken land. Het is bijgevolg niet noodzakelijk de roulatie te vereisen van ratingbureaus die overheidsratings afgeven. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14) De regels betreffende onafhankelijkheid en preventie van belangenconflicten zouden ineffectief kunnen worden indien de ratingbureaus niet onafhankelijk van elkaar zijn. Een voldoende hoog aantal ratingbureaus, niet verbonden met het uitgaande ratingbureau in geval van roulatie noch met het ratingbureau dat parallel voor dezelfde uitgevende instelling ratingdiensten verricht, is noodzakelijk voor een werkbare toepassing van die regels. Bij gebrek aan voldoende keuze van ratingbureaus voor de uitgevende instelling op de huidige markt dreigt de uitvoering van deze regels die gericht zijn op het versterken van de onafhankelijkheidsvoorwaarden ineffectief te worden. Bijgevolg is het passend een strikte scheiding van het uitgaande bureau van het inkomende ratingbureau te vereisen in geval van roulatie alsook van twee ratingbureaus die parallel voor dezelfde uitgevende instelling ratingdiensten verrichten. De betrokken ratingbureaus mogen niet met elkaar verbonden zijn door zeggenschap, door lidmaatschap van dezelfde groep van ratingbureaus, door aandeelhouderschap of lidmaatschap van of het bezit van stemrechten in een van de andere bureaus, of doordat zij in staat zijn leden te benoemen van de raad van bestuur, de directie of de raad van toezicht van een van de andere ratingbureaus. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 bis) Eventuele fusies van geregistreerde ratingbureaus, met name die waarbij een groot bureau is betrokken, zouden ertoe leiden dat voor de emittent minder keus tussen verschillende bureaus op de markt is en zouden de concurrentie beperken. Het is ook waarschijnlijk dat uitgevende instellingen daar moeilijkheden van ondervinden bij het aanstellen van een of meer nieuwe ratingbureaus. Het is daarom passend om fusies tussen grote ratingbureaus en hun concurrenten te verbieden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 14 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 ter) Ratingbureaus dienen een doeltreffende internecontrolestructuur in te stellen, in stand te houden, te handhaven en te documenten die de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en procedures voor de preventie van en het toezicht op mogelijke belangenconflicten regelt en de onafhankelijkheid van ratings, analisten en ratingteams ten opzichte van aandeelhouders, administratieve en bestuursorganen en van de verkoop- en marketingactiviteiten verzekert. Er dienen standaardwerkvoorschriften uitgewerkt te worden op het vlak van corporate governance, de organisatie en het beheer van belangenconflicten. Deze regels dienen periodiek te worden beoordeeld en gecontroleerd om de doeltreffendheid van de internecontrolestructuur te evalueren en om na te gaan of zij bijgewerkt moeten worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 14 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(14 quater) Ratingbureaus leggen een jaarlijks internecontroleverslag voor aan de ESMA, met daarin een beschrijving van de verantwoordelijkheid van het management bij het opstellen en handhaven van een doeltreffende internecontrolestructuur en een beoordeling van de doeltreffendheid van de internecontrolestructuur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15) De perceptie van onafhankelijkheid van de ratingbureaus zou in het bijzonder worden beïnvloed mochten dezelfde aandeelhouders of leden beleggen in verschillende ratingbureaus die niet tot dezelfde groep van ratingbureaus behoren, althans indien deze belegging een bepaalde omvang bereikt waardoor die aandeelhouders of leden invloed op het bedrijf van het bureau zouden kunnen uitoefenen. Bijgevolg is het, om de onafhankelijkheid (en de perceptie van onafhankelijkheid) van de ratingbureaus te verzekeren, passend te voorzien in striktere regels betreffende de relaties tussen de ratingbureaus en hun aandeelhouders. Om deze reden mag geen enkele persoon tegelijk een participatie van 5% of meer in meer dan één ratingbureau hebben, tenzij de betrokken ratingbureaus tot dezelfde groep behoren. |
(15) De onafhankelijkheid van de ratingbureaus zou in het bijzonder kunnen worden beïnvloed mochten dezelfde aandeelhouders of leden beleggen in verschillende ratingbureaus die niet tot dezelfde groep van ratingbureaus behoren. Bijgevolg is het, om de onafhankelijkheid (en de perceptie van onafhankelijkheid) van de ratingbureaus te verzekeren, passend te voorzien in striktere regels betreffende de relaties tussen de ratingbureaus en hun aandeelhouders. Om deze reden mag een aandeelhouder of een lid dat een participatie van 5% of meer in één ratingbureau heeft, geen participatie in een ander ratingbureau hebben, tenzij de betrokken ratingbureaus tot dezelfde groep behoren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 24 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 16 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(16) De doelstelling van het verzekeren van voldoende onafhankelijkheid van de ratingbureaus brengt met zich mee dat beleggers niet tegelijk beleggingen van 5 % of meer in meer dan één ratingbureau mogen hebben. Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, vereist dat die personen welke 5% van de stemrechten in een beursgenoteerde onderneming controleren dit moeten openbaar maken, wegens onder meer het belang dat de beleggers erbij hebben op de hoogte te zijn van wijzigingen in de stemverhoudingen van een dergelijke onderneming. 5% van de stemrechten wordt bijgevolg als een belangrijke deelneming beschouwd die de stemverhoudingen in een onderneming kan beïnvloeden. Het is bijgevolg passend het niveau van 5% te gebruiken voor het beperken van de gelijktijdige belegging in meer dan één ratingbureau. Deze maatregel kan niet als onevenredig worden beschouwd aangezien alle geregistreerde ratingbureaus in de Unie niet-beursgenoteerde ondernemingen zijn die bijgevolg niet onderworpen zijn aan de transparantie- en procedureregels die van toepassing zijn op beursgenoteerde ondernemingen in de EU. Vaak zijn niet-beursgenoteerde ondernemingen aan aandeelhoudersprotocollen of -overeenkomsten onderworpen en is het aantal aandeelhouders of leden gewoonlijk laag. Bijgevolg zou zelfs een minderheidpositie in een niet-beursgenoteerd ratingbureau invloedrijk kunnen zijn. Niettemin mag, om ervoor te zorgen dat louter economische beleggingen in ratingbureaus mogelijk blijven, deze beperking op simultane beleggingen in meer dan één ratingbureau zich niet uitstrekken tot beleggingen via collectieve beleggingsregelingen welke beheerd worden door derden die onafhankelijk zijn van de belegger en niet onder diens invloed staan. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17) De nieuwe regels die de duur beperken van de zakelijke relatie tussen een uitgevende instelling en het ratingbureau zullen de ratingmarkt in de Unie, die vandaag sterk geconcentreerd blijft, significant hervormen. Er zullen zich nieuwe marktkansen aandienen voor kleine en middelgrote ratingbureaus die zich in de eerste jaren na de inwerkingtreding van de nieuwe regels zouden moeten ontwikkelen om die uitdagingen aan te gaan. Die ontwikkelingen zullen waarschijnlijk voor nieuwe diversiteit op de markt zorgen. De doelstellingen en de effectiviteit van de nieuwe regels zouden echter sterk in gevaar worden gebracht indien gedurende deze beginjaren grote gevestigde ratingbureaus hun concurrenten zouden beletten geloofwaardige alternatieven te ontwikkelen door deze over te nemen. Verdere consolidatie op de ratingmarkt die wordt gestuurd door grote gevestigde spelers zou resulteren in een vermindering van het aantal beschikbare geregistreerde ratingbureaus, waardoor voor de uitgevende instellingen op het moment dat zij regelmatig een of meer nieuwe ratingbureaus moeten aanstellen selectieproblemen zouden ontstaan en de vlotte werking van de nieuwe regels zou worden verstoord. Belangrijker is dat verdere consolidatie die door de grote gevestigde ratingbureaus wordt gestuurd in het bijzonder het ontstaan van meer diversiteit op de markt zou verhinderen. |
(17) Verdere consolidatie op de ratingmarkt die wordt gestuurd door grote gevestigde spelers zou resulteren in een vermindering van het aantal beschikbare geregistreerde ratingbureaus, waardoor voor de uitgevende instellingen selectieproblemen zouden ontstaan en de vlotte werking van de markt zou worden verstoord. Belangrijker is dat verdere consolidatie die door de grote gevestigde ratingbureaus wordt gestuurd in het bijzonder het ontstaan van meer diversiteit op de markt zou verhinderen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(17 bis) Om het roulatiemechanisme te ondersteunen en de concentratie op de ratingmarkt te beperken, dient elke uitgevende instelling onderworpen te worden aan een begrenzing op 50% van het nominale bedrag dat door elk ratingbureau beoordeeld wordt. Het doel daarvan is om uitgevende instellingen aan te sporen om met meerdere ratingbureaus te werken. Om uitgevende instellingen die op vrijwillige basis of vanwege wettelijke verplichtingen meer dan een rating aanvragen voor een bepaald effect, of die slechts een effect hebben uitgegeven, niet te benadelen, dienen de nominale bedragen die overeenkomen met de beoordeelde effecten die door meer dan een ratingbureau beoordeeld worden voor de toepassing van deze begrenzing evenredig verdeeld worden over de ratingbureaus die de ratings afgeven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(18) De effectiviteit van de regels betreffende onafhankelijkheid en preventie van belangenconflicten die vereisen dat ratingbureaus niet gedurende lange tijd ratingdiensten voor dezelfde uitgevende instelling mogen verrichten, zou kunnen worden ondermijnd indien ratingbureaus direct of indirect aandeelhouder of lid van andere ratingbureaus zouden mogen worden. |
Schrappen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19) Het is belangrijk ervoor te zorgen dat wijzigingen van de ratingmethodologieën niet in minder rigoureuze methodologieën resulteren. Met het oog hierop moeten uitgevende instellingen, beleggers en andere belanghebbende partijen de gelegenheid hebben om opmerkingen te maken over elke voorgenomen wijziging van ratingmethodologieën. Dit zal hen helpen de achterliggende redenen voor de nieuwe methodologieën en voor de wijziging in kwestie te begrijpen. De opmerkingen van de uitgevende instellingen en beleggers over de ontwerpmethodologieën kunnen voor de ratingbureaus een waardevolle inbreng zijn bij het bepalen van de methodologieën. Bovendien moet de ESMA nagaan of en bevestigen dat de nieuwe ratingmethodologieën voldoen aan artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 en de desbetreffende technische reguleringsnormen voordat methodologieën in de praktijk worden toegepast. De ESMA moet nagaan of de voorgestelde methodologieën gekenmerkt worden door zorgvuldigheid, systematiek, continuïteit en op basis van historische ervaring kunnen worden gevalideerd, onder meer door back-testing. In het kader van dit verificatieproces mag de ESMA echter geen bevoegdheid krijgen om te beoordelen of de voorgestelde methodologie of de inhoud van de ratings die na de toepassing van de methodologieën worden afgegeven passend zijn. |
(19) Het is belangrijk ervoor te zorgen dat wijzigingen van de ratingmethodologieën niet in minder rigoureuze methodologieën resulteren. Met het oog hierop moeten uitgevende instellingen, beleggers en andere belanghebbende partijen de gelegenheid hebben om opmerkingen te maken over elke voorgenomen wijziging van ratingmethodologieën. Dit zal hen helpen de achterliggende redenen voor de nieuwe methodologieën en voor de wijziging in kwestie te begrijpen. De opmerkingen van de uitgevende instellingen en beleggers over de ontwerpmethodologieën kunnen voor de ratingbureaus een waardevolle inbreng zijn bij het bepalen van de methodologieën. Bovendien moet de ESMA nagaan of en bevestigen dat de nieuwe ratingmethodologieën voldoen aan artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 en de desbetreffende technische reguleringsnormen voordat methodologieën in de praktijk worden toegepast. De ESMA moet nagaan of de voorgestelde methodologieën gekenmerkt worden door zorgvuldigheid, systematiek, continuïteit en op basis van historische ervaring kunnen worden gevalideerd, onder meer door back-testing. In het kader van dit verificatieproces mag de ESMA echter op geen enkele wijze de bevoegdheid krijgen om vooraf te beoordelen of de voorgestelde methodologie of de inhoud van de ratings die na de toepassing van de methodologieën worden afgegeven passend zijn. De ESMA moet waarborgen dat een breed programma aan methodologieën gehandhaafd blijft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 19 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(19 bis) Ratingmethodologieën dienen rekening te houden met financiële risico's die voortvloeien uit milieugevaren. Zulke risico's omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het langetermijnrisico voor de kredietwaardigheid van schuldenaren die in grote mate worden blootgesteld aan milieufactoren of veranderingen in de wettelijke vereisten voor milieuaangelegenheden, de effecten van milieuaangelegenheden op risico's voor grondstofprijzen en de effecten van niet-verzekerbare risico's waarmee nog geen rekening is gehouden in het regelgevingskader en het kader voor interne bedrijfsrisico's van de instellingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ongelukken met Deep Water Horizon en Fukushima, van TEPCO, hebben aanzienlijke financiële kosten met zich meegebracht voor de betrokken ondernemingen, banken en overheden, vandaar de behoefte om het concept van milieurisico's mee te nemen in ratings. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(20) Wegens de complexiteit van gestructureerde financieringsinstrumenten zijn de ratingbureaus er niet altijd in geslaagd een voldoende hoge kwaliteit van de over dergelijke instrumenten afgegeven ratings te verzekeren. Dit heeft tot een verlies van marktvertrouwen in dit soort ratings geleid. Om het vertrouwen terug te winnen, zou het passend zijn te vereisen dat uitgevende instellingen of hun gelieerde derden twee verschillende ratingbureaus in dienst nemen voor het verstrekken van ratings over gestructureerde financieringsinstrumenten, hetgeen tot verschillende en concurrerende beoordelingen zou kunnen leiden. Tevens zou dit het overdreven vertrouwen op één rating kunnen verminderen. |
(20) Wegens de complexiteit van gestructureerde financieringsinstrumenten zijn de ratingbureaus er niet altijd in geslaagd een voldoende hoge kwaliteit van de over dergelijke instrumenten afgegeven ratings te verzekeren. Dit heeft tot een verlies van marktvertrouwen in dit soort ratings geleid. Om het vertrouwen terug te winnen, zou het passend zijn te vereisen dat uitgevende instellingen of hun gelieerde derden ten minste twee verschillende ratingbureaus in dienst nemen voor het verstrekken van ratings over gestructureerde financieringsinstrumenten, hetgeen tot verschillende en concurrerende beoordelingen zou kunnen leiden. Tevens zou dit het overdreven vertrouwen op één rating kunnen verminderen. Aangezien het bijzonder belangrijk is om kwaliteitsnormen te hanteren voor ratings, moet overwogen worden om een algemene, periodieke kwaliteitsbeoordeling van ratingbureaus in te voeren om de fouten in ratings waarvan sprake hierboven, die te wijten zijn aan een gebrek aan bekwaamheid, in de toekomst te vermijden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 20 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(20 bis) De ratings die door ratingbureaus worden afgegeven, dienen rechtstreeks verband te houden met het kredietrisico. Dit is de enige manier om de vergelijkbaarheid te verzekeren, zowel op het vlak van de door individuele ratingbureaus gebruikte systemen als op het vlak van de soorten financieringsinstrumenten die beoordeeld worden. Het is onaanvaardbaar dat beleggers en regelgevers geen specifiek, objectief criterium hanteren, dat op zijn minst a posteriori nagetrokken moet kunnen worden, op basis waarvan zij de ratings van verschillende bureaus en de risicobeoordelingsprestaties van de bureaus kunnen vergelijken. Voorts is het zo, dat een ratingstelsel nooit geloofwaardig kan zijn als financieringsinstrumenten op dezelfde manier beoordeeld worden in gevallen waarbij de kans op wanbetaling niet dezelfde is. De ESMA dient een geharmoniseerde ratingschaal op te stellen waarin de kans op wanbetaling het bepalende criterium voor afgegeven ratings wordt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(21) Richtlijn xxxx/xx/EU van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen heeft een bepaling ingevoerd die vereist dat banken en beleggingsondernemingen het kredietrisico beoordelen van entiteiten en van financiële instrumenten waarin zij zelf beleggen en in dat verband niet alleen op externe ratings vertrouwen. Deze regel moet tot andere ingevolge het uniale recht gereguleerde financiële ondernemingen, inclusief beleggingsbeheerders, worden uitgebreid. De lidstaten mogen niet gerechtigd zijn om regels op te leggen die het strikter vertrouwen door deze beleggers op externe ratings mogelijk maken. |
(21) Richtlijn xxxx/xx/EU van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen heeft een bepaling ingevoerd die vereist dat banken en beleggingsondernemingen het kredietrisico beoordelen van entiteiten en financiële instrumenten waarin zij zelf beleggen en in dat verband niet alleen op externe ratings vertrouwen. Deze regel moet tot andere ingevolge het uniale recht gereguleerde financiële ondernemingen, inclusief beleggingsbeheerders, worden uitgebreid. De lidstaten mogen niet gerechtigd zijn om regels op te leggen die het strikter vertrouwen door deze beleggers op externe ratings mogelijk maken. Daarnaast dienen de lidstaten hun nationale wetgeving en technische normen te herzien om te verzekeren dat wanneer er naar ratings wordt verwezen, een potentieel mechanistisch vertrouwen op die ratings vermeden wordt. Bovendien dienen de lidstaten hun nationale regels en technische normen te herzien om de verwijzingen naar ratings die een mechanistisch vertrouwen op ratings veroorzaken, te verwijderen. De lidstaten dienen ook alle verwijzingen naar specifieke ratings te herzien om rekening te houden met alle geregistreerde en gecertificeerde ratingbureaus. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 33 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 21 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(21 bis) De toepassing van ratings mag niet leiden tot automatische reacties indien schuldinstrumenten een downgrading hebben ondergaan, of het nu overheidsinstrumenten dan wel private instrumenten betreft. Bij een downgrade van staatschulden ondergaan de lokale autoriteiten en in de betrokken lidstaat gebaseerde bedrijven eveneens automatisch een downgrade, zelfs als ze financieel gezond zijn. Een automatische downgrade mag niet leiden tot de automatische verkoop van het waardepapier, aangezien de investeerders zelf hun oordeel over de emittent moeten vormen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(23) Beleggers, uitgevende instellingen en andere belanghebbende partijen moeten toegang hebben tot actuele ratinginformatie op een centrale webpagina. Een door de ESMA opgezette Europese ratingindex (EURIX) moet de beleggers in de mogelijkheid stellen alle met betrekking tot een bepaalde beoordeelde entiteit bestaande ratings gemakkelijk te vergelijken en hen van gemiddelde ratings voorzien. Om de beleggers in staat te stellen ratings over dezelfde entiteit die door verschillende ratingbureaus zijn afgegeven te vergelijken, is het noodzakelijk dat de ratingbureaus gebruik maken van een geharmoniseerde ratingschaal, die door de ESMA moet worden ontwikkeld en door de Commissie als technische reguleringsnorm moet worden vastgesteld. Het gebruik van de geharmoniseerde ratingschaal moet enkel verplicht zijn voor de publicatie van de ratings op de EURIX-webpagina, terwijl ratingbureaus de vrijheid moeten hebben hun eigen ratingschalen te gebruiken bij de publicatie van de ratings op hun eigen website. Het verplichte gebruik van een geharmoniseerde ratingschaal mag geen harmoniserend effect hebben op de methodologieën en processen van de ratingbureaus, maar moet beperkt worden tot het vergelijkbaar maken van het ratingeffect. Het is belangrijk dat op de EURIX-webpagina naast een gezamenlijke ratingindex alle beschikbare ratings per instrument staan om de beleggers in staat te stellen de hele verscheidenheid van opinies te bekijken alvorens hun eigen beleggingsbeslissing te nemen. De gezamenlijke ratingindex kan de beleggers helpen een eerste aanwijzing te krijgen over de kredietwaardigheid van een entiteit. De EURIX moet kleinere en nieuwe ratingbureaus helpen hun zichtbaarheid te vergroten. De Europese ratingindex zal de informatie over historische prestatiegegevens aanvullen die door de ratingbureaus in het centrale register van de ESMA moet worden gepubliceerd. Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie betreffende ratings van 8 juni 2011 de instelling van een dergelijke Europese ratingindex bepleit. |
(23) Beleggers, uitgevende instellingen en andere belanghebbende partijen moeten toegang hebben tot actuele ratinginformatie op een centrale webpagina en via gegevensfeeds, en moeten toegang krijgen tot toekomstige kanalen voor gegevensoverdracht. Een door de ESMA opgezette Europese ratingindex (EURIX) moet de beleggers in de mogelijkheid stellen alle met betrekking tot een bepaalde beoordeelde entiteit bestaande ratings gemakkelijk te vergelijken en hen van gemiddelde ratings voorzien. Om de beleggers in staat te stellen ratings over dezelfde entiteit die door verschillende ratingbureaus zijn afgegeven te vergelijken, is het noodzakelijk dat de ratingbureaus gebruik maken van een geharmoniseerde ratingschaal, die door de ESMA in samenwerking met de EBA en met de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (EIOPA) moet worden ontwikkeld en door de Commissie als technische reguleringsnorm moet worden vastgesteld. Het gebruik van de geharmoniseerde ratingschaal moet enkel verplicht zijn voor de publicatie van de ratings op de EURIX-webpagina, terwijl ratingbureaus de vrijheid moeten hebben hun eigen ratingschalen te gebruiken bij de publicatie van de ratings op hun eigen website. Het verplichte gebruik van een geharmoniseerde ratingschaal mag geen harmoniserend effect hebben op de methodologieën en processen van de ratingbureaus, maar moet beperkt worden tot het vergelijkbaar maken van het ratingeffect. Het is belangrijk dat op de EURIX-webpagina naast een gezamenlijke ratingindex alle beschikbare ratings per instrument staan om de beleggers in staat te stellen de hele verscheidenheid van opinies te bekijken alvorens hun eigen beleggingsbeslissing te nemen. De gezamenlijke ratingindex kan de beleggers helpen een eerste aanwijzing te krijgen over de kredietwaardigheid van een entiteit. De EURIX moet kleinere en nieuwe ratingbureaus helpen hun zichtbaarheid te vergroten. Ratingbureaus die op basis van een op abonnementen of beleggers gebaseerd betalingsmodel werken, worden vrijgesteld van de publicatie van individuele ratings en dienen alleen in de vaststelling van de gemiddelde ratings te worden vermeld. De Europese ratingindex zal de informatie over historische prestatiegegevens aanvullen die door de ratingbureaus in het centrale register van de ESMA moet worden gepubliceerd. Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie betreffende ratings van 8 juni 2011 de instelling van een dergelijke Europese ratingindex bepleit. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(24) Ratings, al dan niet voor regelgevingsdoeleinden afgegeven, hebben een significante impact op beleggingsbeslissingen.Ratingbureaus hebben bijgevolg een belangrijke verantwoordelijkheid tegenover de beleggers door ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1060/2009 zodat hun ratings onafhankelijk, objectief en van voldoende kwaliteit zijn. Wanneer echter een contractuele relatie tussen het ratingbureau en de belegger ontbreekt, zijn de beleggers niet altijd in een positie om af te dwingen dat het ratingbureau zich tegenover hen verantwoordelijk gedraagt. Bijgevolg is het belangrijk te voorzien in een toereikend recht van verhaal voor beleggers die vertrouwd hebben op een rating die is afgegeven in strijd met de regels van Verordening (EG) nr. 1060/2009. De belegger moet het ratingbureau aansprakelijk kunnen stellen voor alle schade als gevolg van een schending van die verordening die een impact had op het ratingeffect. Schendingen die geen impact hebben op het ratingeffect, zoals schendingen van transparantieverplichtingen, mogen geen aanleiding vormen tot wettelijke-aansprakelijkheidsclaims. |
(24) Ratings, al dan niet voor regelgevingsdoeleinden afgegeven, hebben een significante impact op beleggingsbeslissingen. Ratingbureaus hebben bijgevolg een belangrijke verantwoordelijkheid tegenover de beleggers door ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1060/2009 zodat hun ratings onafhankelijk, objectief en van voldoende kwaliteit zijn. Wanneer echter een contractuele relatie tussen het ratingbureau en derde partijen ontbreekt, zijn de derde partijen niet altijd in een positie om af te dwingen dat het ratingbureau zich tegenover hen verantwoordelijk gedraagt. Bijgevolg is het belangrijk te voorzien in een toereikend recht van verhaal voor derde partijen die vertrouwd hebben op een rating die is afgegeven in strijd met de regels van Verordening (EG) nr.1060/2009. Derde partijen moeten moet het ratingbureau aansprakelijk kunnen stellen voor alle schade als gevolg van een schending van die verordening die een impact had op het ratingeffect. Schendingen die geen impact hebben op het ratingeffect, zoals schendingen van transparantieverplichtingen, mogen geen aanleiding vormen tot wettelijke-aansprakelijkheidsclaims. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(25) Ratingbureaus moeten enkel aansprakelijk gesteld worden indien zij opzettelijk of met grove nalatigheid een van de voor hen geldende verplichtingen van Verordening (EG) nr. 1060/2009 schenden. Deze schuldnorm betekent dat ratingbureaus niet met aansprakelijkheidsclaims mogen worden geconfronteerd indien zij afzonderlijke verplichtingen ingevolge de richtlijn niet naleven zonder hun plichten op ernstig wijze niet in acht te nemen. Deze schuldnorm is passend omdat de ratingactiviteit in bepaalde mate de beoordeling van complexe economische factoren met zich meebrengt en de toepassing van verschillende methodologieën tot verschillende ratingresultaten kan leiden, waarvan er geen als onjuist kunnen worden gekenmerkt. |
(25) Ratingbureaus moeten enkel aansprakelijk gesteld worden indien zij opzettelijk of met grove nalatigheid een van de voor hen geldende verplichtingen van Verordening (EG) nr. 1060/2009 schenden. Elke inbreuk op de organisatorische en bedrijfsregels van kredietratingbureaus, zelfs wanneer die onderhevig is aan tuchtmaatregelen door de ESMA, mag derde partijen niet het recht verlenen kredietratingbureaus aansprakelijk te stellen. De aansprakelijkheid van kredietratingbureaus tegenover de bevoegde burgerlijke rechtbanken dient bepaald te worden volgens de regels van die rechtbanken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(26) Het is belangrijk de beleggers een effectief recht van verhaal op de ratingbureaus te verlenen. Aangezien beleggers slechts in beperkte mate zicht hebben op de interne procedures van de ratingbureaus lijkt een gedeeltelijke omkering van de bewijslast met betrekking tot het bestaan van een schending en de impact van een schending op het ratingeffect passend indien de belegger in redelijkheid heeft aangetoond dat van een schending sprake is. De bewijslast ten aanzien van het bestaan van schade en het oorzakelijk verband tussen schending en schade, die beide dichter bij de sfeer van de belegger liggen, moet evenwel volledig op de belegger rusten. |
(26) Het is belangrijk derde partijen een effectief recht van verhaal op de ratingbureaus te verlenen. Aangezien derde partijen slechts in beperkte mate zicht hebben op de interne procedures van de ratingbureaus lijkt een gedeeltelijke omkering van de bewijslast met betrekking tot het bestaan van een schending en de impact van een schending op het ratingeffect passend indien de derde partijen in redelijkheid hebben aangetoond dat van een schending sprake is. De bewijslast ten aanzien van het bestaan van schade en het oorzakelijk verband tussen schending en schade, die beide dichter bij de sfeer van de derde partij liggen, moet evenwel volledig op de derde partij rusten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(27) Kwesties betreffende de wettelijke aansprakelijkheid van een ratingbureau die niet onder deze verordening vallen, moeten worden geregeld door het toepasselijke nationale recht, vastgesteld middels de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht. Welk rechtscollege bevoegd is om een oordeel te vellen over een wettelijke-aansprakelijkheidsclaim van een belegger moet middels de toepasselijke regels inzake internationale rechtsmacht worden vastgesteld. |
(27) In het licht van de nationale verschillen in het burgerrecht van de lidstaten, moet er bijzonder behoedzaam worden omgesprongen met de definitie van de toepasselijke rechtspraak. Kwesties betreffende de wettelijke aansprakelijkheid van een ratingbureau die niet onder deze verordening vallen, moeten worden geregeld door het toepasselijke nationale recht, vastgesteld middels de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht. Welk rechtscollege bevoegd is om een oordeel te vellen over een wettelijke-aansprakelijkheidsclaim van een belegger moet middels de toepasselijke regels inzake internationale rechtsmacht worden vastgesteld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(29) Om belangenconflicten verder te verminderen en eerlijke concurrentie op de ratingmarkt te bevorderen, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de door de ratingbureaus aan de klanten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn. Verschillen in vergoedingen die voor hetzelfde soort dienst in rekening worden gebracht, mogen enkel te rechtvaardigen zijn wegens een verschil in de werkelijke kosten bij het verrichten van deze dienst voor andere klanten. Bovendien mogen de aan een bepaalde uitgevende instelling voor ratingdiensten in rekening gebrachte vergoedingen niet afhangen van de resultaten of het effect van de verrichte werkzaamheden of van de verrichting van daarmee verband houdende (neven-)diensten. Voorts moeten ratingbureaus, om het effectieve toezicht op die regels mogelijk te maken, aan de ESMA de van elk van hun klanten ontvangen vergoedingen en hun algemene prijsstellingsbeleid openbaar maken. |
(29) Om belangenconflicten verder te verminderen en eerlijke concurrentie op de ratingmarkt te bevorderen, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de door de ratingbureaus aan de klanten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn. Verschillen in vergoedingen die voor hetzelfde soort dienst in rekening worden gebracht, mogen enkel te rechtvaardigen zijn wegens een verschil in de werkelijke kosten bij het verrichten van deze dienst voor andere klanten. Bovendien mogen de aan een bepaalde uitgevende instelling voor ratingdiensten in rekening gebrachte vergoedingen niet afhangen van de resultaten of het effect van de verrichte werkzaamheden of van de verrichting van daarmee verband houdende (neven-)diensten. Voorts moeten ratingbureaus, om het effectieve toezicht op die regels mogelijk te maken, in elk geval aan de ESMA de van elk van hun klanten ontvangen vergoedingen en hun algemene prijsstellingsbeleid openbaar maken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 30 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(30) Om aan de afgifte van actuele en geloofwaardige overheidsratings bij te dragen en om het inzicht van de gebruikers te bevorderen, is het belangrijk ratings regelmatig te herzien. Het is tevens belangrijk de transparantie te vergroten over de uitgevoerde onderzoekswerkzaamheden, het aan de opstelling van ratings toegewezen personeel en de onderliggende aannamen van de door ratingbureaus met betrekking tot overheidsschuld gemaakte ratings. |
(30) Om aan de afgifte van actuele en geloofwaardige overheidsratings bij te dragen en om het inzicht van de gebruikers te bevorderen, is het belangrijk ratings regelmatig te herzien. Om ratings begrijpelijker te maken, dient er een overzicht te worden verschaft – naast regelmatige controles – dat gebruikers in staat stelt om te begrijpen hoe ratings tot stand komen. Het is tevens belangrijk de transparantie te vergroten over de uitgevoerde onderzoekswerkzaamheden, het aan de opstelling van ratings toegewezen personeel, de territoriale aanwezigheid en de onderliggende aannamen van de door ratingbureaus met betrekking tot overheidsschuld en schulden van lagere overheden gemaakte ratings. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 30 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(30 bis) De Commissie dient de mogelijkheid te onderzoeken om een onafhankelijk Europees ratingbureau op te richten of regels vast te leggen om Europese ratingbureaus in staat te stellen om, rekening houdende met de specifieke economische en sociale ontwikkeling van de individuele lidstaten die beoordeeld worden, een onpartijdige en objectieve beoordeling uit te voeren van hun kredietwaardigheid . Indien noodzakelijk, dient de Commissie passende wetgevingsvoorstellen in te dienen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 30 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(30 ter) Voor de evaluatie van overheids- en suboverheidsobligaties dient de fysieke locatie van de teams van analisten bekendgemaakt te worden. Bovendien moet de aanwezigheid van het team van analisten ter plaatse gedurende een relevante periode verplicht zijn. De tijd dat het team ter plaatse was, moet tevens openbaar gemaakt worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 43 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 32 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(32) Gezien de specificiteit van overheidsratings en om het volatiliteitsrisico te verminderen, is het passend te vereisen dat de ratingbureaus deze ratings pas na sluiting van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan publiceren. |
(32) Gezien de specificiteit van overheidsratings en om het volatiliteitsrisico te verminderen, is het passend te vereisen dat de ratingbureaus deze ratings pas na sluiting van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan publiceren. Bovendien lijkt het van belang de regels voor de omgang met vertrouwelijke informatie te verscherpen. Een ratingbureau moet de mogelijkheid hebben de openbaarmaking van vertrouwelijke informatie te vertragen, mits het door een dergelijke vertraging niet waarschijnlijk is dat het publiek wordt misleid en dat de emittent daadwerkelijk het vertrouwelijke karakter van die informatie kan waarborgen. De lijst personen die informatie kunnen ontvangen op grond van de 12-uursregels moet ook beperkt zijn en duidelijk door de beoordeelde entiteit identificeerbaar. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 44 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 32 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 bis) Ten behoeve van een betere benadering van de kwestie van de overheidsschulden dient de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor te leggen in verband met de instelling van een volledig onafhankelijk openbaar Europees kredietbeoordelingsbureau dat zich richt op de beoordeling van de kredietwaardigheid van de lidstaten in verband met hun overheidsschuld. In dat verslag moet worden nagegaan of een bestaande instelling de taak van het beoordelen van de overheidsschuld zou kunnen vervullen. Dit verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel. Het nieuwe openbare Europese kredietbeoordelingsbureau moet kunnen beschikken over de noodzakelijke personele en financiële middelen, zodat een rating van hoge kwaliteit wordt gewaarborgd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 45 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Overweging 32 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 ter) Met het oog op het speciale karakter van de beoordeling van overheidsschulden en om een besmettingsrisico tussen de lidstaten te voorkomen zijn verklaringen waarin de herziening van een bepaalde groep landen wordt aangekondigd verboden, zelfs als deze vergezeld gaan van rapporten over de individuele landen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Overweging 32 quater (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 quater) Er dient een werkelijk onafhankelijke Europese kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) opgericht te worden om de mededinging te bevorderen. In dit verband is ieder veelbelovend werkelijk onafhankelijk initiatief van de private markt om nieuwelingen in de sector te verwelkomen toe te juichen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Overweging 32 quinquies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 quinquies) Ratings van overheden zijn een belangrijke indicator voor beleggers en moeten onafhankelijk zijn, ook van overheidsinstanties. Als een land aanvullende steunmaatregelen aanwendt, kan dat aangegeven worden via een aantekening. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De stabiliteit van een land van een programma kan sterker zijn dan een rating die op zichzelf staat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Overweging 32 sexies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 sexies) Wat alle Europese wetgeving betreft, kunnen banken en andere ondernemingen die geen rating hebben aangevraagd of geen beroep kunnen doen op verhandelde credit default swaps, niet onderworpen zijn aan een beoordeling die automatisch gekoppeld is aan ratings of credit default swaps. Dit verbod geldt ongeacht of de beoordeling uitgevoerd wordt voor regelgevingsdoeleinden of met het oog op commerciële transacties. Elke beoordeling van het risico van die entiteiten moet verlopen in overeenstemming met methodologieën die door de bevoegde autoriteiten gevalideerd zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Overweging 32 septies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 septies) De Commissie dient een verslag in te dienen bij het Europees Parlement en bij de Raad om alternatieve modellen voor beoordelingen en ratings te onderzoeken op basis van het effectieve risico op wanbetaling door de uitgevende instelling. In dit verslag dienen de voordelen van een dergelijk model voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de lidstaten vastgesteld te worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Overweging 32 octies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 octies) De rol van kredietratingbureaus bestaat erin een financiële analyse en een beoordeling van de kredietwaardigheid te verschaffen. Zij beslaat in geen geval het beoordelen van het economische beleid van een regering of het doen van aanbevelingen op dat vlak. Kredietratingbureaus die hun bevoegdheid op dit vlak overschrijden, dienen eerst een openbare waarschuwing te krijgen van de ESMA en dienen in geval van herhaald ingrijpen een sanctie opgelegd te krijgen, waarbij hun vergunning zelfs ingetrokken kan worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Overweging 32 nonies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 nonies) Kleinere kredietratingbureaus moeten worden aangespoord om een netwerk van Europese ratingbureaus op te richten, met de structuur van een partnerschap of een gezamenlijk netwerk, om te putten uit de bestaande middelen en personeelsleden, waardoor zij een betere dekking kunnen bieden en kunnen concurreren met grote ratingbureaus die grensoverschrijdend en wereldwijd actief zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Overweging 32 decies (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(32 decies) Van de ratings van kredietratingbureaus die gevestigd zijn in een derde land binnen de Unie mag gebruik worden gemaakt op voorwaarde dat die ratings bevestigd worden door een kredietratingbureau dat in de Unie gevestigd is en geregistreerd is in overeenstemming met deze verordening. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Overweging 34 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(34) De Commissie moet de ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die door de ESMA zijn ontwikkeld betreffende de inhoud van het overdrachtdossier wanneer een ratingbureau door een andere ratingbureau wordt vervangen, de inhoud, frequentie en presentatie van de informatie die door de uitgevende instellingen over gestructureerde financieringsinstrumenten moet worden verstrekt, de harmonisatie van de door de ratingbureaus te gebruiken standaardratingschaal, de presentatie van de informatie, inclusief structuur, formaat, methode en tijdschema van de rapportage, die de ratingbureaus met betrekking tot EURIX aan de ESMA moeten openbaar maken en de inhoud en het formaat van de periodieke rapportage betreffende de door ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht door de ESMA. De Commissie moet die normen vaststellen middels gedelegeerde handelingen ingevolge artikel 290 van het Verdrag en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. |
(34) De Commissie moet de ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die door de ESMA zijn ontwikkeld betreffende de inhoud, frequentie en presentatie van de informatie die door de uitgevende instellingen over gestructureerde financieringsinstrumenten moet worden verstrekt, de harmonisatie van de door de ratingbureaus te gebruiken standaardratingschaal, de presentatie van de informatie, inclusief structuur, formaat, methode en tijdschema van de rapportage, die de ratingbureaus met betrekking tot EURIX aan de ESMA moeten openbaar maken en de inhoud en het formaat van de periodieke rapportage betreffende de door ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht door de ESMA. De Commissie moet die normen vaststellen middels gedelegeerde handelingen ingevolge artikel 290 van het Verdrag en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Overweging 35 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(35 bis) Bij het uitvoeren van haar taken uit hoofde van deze verordening, dient de ESMA aandacht te besteden voor het handhaven van de internationale toezichtsnormen voor ratingbureaus en dient zij de mondiale vergelijkbaarheid van ratings te verzekeren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Overweging 36 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(36 bis) De Commissie dient een verslag, en indien nodig een voorstel, in te dienen bij het Europees Parlement en de Raad waarin de mogelijkheid om binnen de Commissie een Europese schuldautoriteit op te richten die verantwoordelijk zou zijn voor het beheer en de coördinatie van alle kwesties die verband houden met het jaarlijkse obligatie-uitgifteplan van de lidstaten, de hernieuwing van uitstaande schuld en de beoordeling van de duurzaamheid van alle overheidsobligaties van lidstaten, beoordeeld wordt. Bovendien zou een dergelijke Europese schuldautoriteit periodiek alle gegevens over de overheidsschuld van de lidstaten, hun tekorten en andere macro-economische indicatoren op een enkele website moeten publiceren. Hoewel de Europese schuldautoriteit zelf geen ratingbureau is en geen ratings uitgeeft, dient zij beleggers alle relevante gegevens te verschaffen inzake overheidsschuld en andere belangrijke macro-economische indicatoren. Zulke bekendmaking op een enkele website dient het overdreven vertrouwen op ratings te helpen verlagen en de transparantie te verhogen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Overweging 36 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(36 ter) De Commissie dient uiterlijk aan het eind van 2012 een verslag in te dienen over de haalbaarheid van een netwerk van kleinere ratingbureaus om de mededinging op de markt te vergroten. In dat verslag moet de mogelijkheid worden beoordeeld dat de Unie financiële en niet-financiële steun en stimulansen biedt voor het oprichten van een dergelijk netwerk, rekening houdende met de mogelijke belangenvermenging die uit zulke overheidsfinanciering zou kunnen voortvloeien.. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Overweging 37 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(37 bis) De Commissie dient de laatste regelgevings- en toezichtsontwikkelingen in de Unie te beoordelen om na te gaan of beleggers en het ruimere publiek hun eigen beoordeling van het kredietrisico kunnen maken. Dit zou in het bijzonder verwezenlijkt kunnen worden door de vereisten inzake publieke bekendmaking voor uitgevende instellingen aanzienlijk te verhogen en tegelijkertijd de toegang van ratingbureaus tot niet-publieke of geprivilegieerde informatie te beperken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze beoordeling dient betrekking te hebben op het hele toezichts- en regelgevingskader in de EU, in het bijzonder op onderwerpen als gestructureerd krediet (gedetailleerde informatie over de activa die aan de basis liggen van gestructureerde effecten), uitgevende instellingen uit de bedrijfswereld (beperking van de toegang tot niet-publieke informatie door ratingbureaus) of uitgevende instellingen uit de overheidssector (meer transparantie over de nationale begroting). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 1 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 60 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 – letter -a (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 3 – lid 1 – letter a | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 61 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 – letter -a bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 3 – lid 1 – letter b bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 3 – letter c Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 3 – lid 1 – letter w | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 63 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 – letter c Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 3 – lid 1 – letter w bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 64 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 3 – letter c Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 3 – lid 1 – letter w ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 65 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 6 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 5 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 66 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 6 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 5 ter bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 5 ter ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 68 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 7 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 – lid 3 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 7 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 70 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 71 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 bis – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 6 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter – lid 7 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 8 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 6 ter bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter a Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter a Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – leden 2 bis en 2 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter c Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – led 5 bis – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter c Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – led 5 bis – alinea 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter d – punt 1 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – lid 6 – inleidende formule | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter d – punt 1i Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – lid 6 – letter a bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 – letter d – punt 1i Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 – lid 6 – letter a bis bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 'Artikel -8 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 bis – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 ter – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 8 ter bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 10 – lid 1 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op basis van input van de EACRA: "Niet-aangevraagde ratings houden per definitie geen rechtstreekse deelname van de uitgevende instelling in het ratingproces in. De betrokken uitgevende instelling 12 uur voor de rating wordt afgegeven op de hoogte brengen komt overeen met de uitgevende instelling waarschuwen voor een rating. Voorts vereisen beleggers die om niet-aangevraagde ratings verzoeken geen dergelijke aanvullende "laatste controle" door de uitgevende instelling (zij weten immers en wensen misschien zelfs dat de uitgevende instelling niet betrokken is bij dit proces)". | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op basis van input van de EACRA: "Niet-aangevraagde ratings houden per definitie geen rechtstreekse deelname van de uitgevende instelling in het ratingproces in. De betrokken uitgevende instelling 12 uur voor de rating wordt afgegeven op de hoogte brengen komt overeen met de uitgevende instelling waarschuwen voor een rating. Voorts vereisen beleggers die om niet-aangevraagde ratings verzoeken geen dergelijke aanvullende "laatste controle" door de uitgevende instelling (zij weten immers en wensen misschien zelfs dat de uitgevende instelling niet betrokken is bij dit proces)". | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 95 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 10 – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 96 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 10 – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 10 – lid 5 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 14 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 11 bis – lid 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 99 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 14 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 11 bis – lid 2 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 17 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 19 – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 18 – letter b Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 21 – lid 4 – letter a | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 18 – letter b Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 21 – lid 4 – letter b | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 19 – letter a Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 22 bis – titel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 19 – letter b Regulation (EC) 2009/1060 Artikel 22 bis – lid 3 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 19 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 24 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 19 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 32 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 20 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 35 bis – lid 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 20 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 35 bis – lid 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 109 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 20 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 35 bis – lid 5 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 20 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 35 bis – lid 5 ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 21 – letter b bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 36 bis – lid 2 – punt i bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 24 – letter b Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 39 – lid 4 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 113 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 24 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 39 bis bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 114 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit Artikel 1 – punt 24 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 39 bis ter (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 24 quater (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 40 bis bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 3 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
De bepalingen van artikel 8 ter, lid 1, zijn uitsluitend van toepassing op instrumenten die uitgegeven zijn op of na ...*. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
______________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
* PB datum van inwerkingtreding van deze verordening invoegen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 1 – letter b – punt ii Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling B – punt 3 – paragraaf 1 – letter a bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 118 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit BIJLAGE I – punt 1 – letter b – punt iii Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling B – punt 3 – letter b bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 119 Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit BIJLAGE I – punt 1 – letter b – punt iv Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling B – punt 3 – letter c bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 1 – letter c Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling B – punt 3 bis: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 2 – letter d Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling C – punt 8 – paragraaf 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 4 – letter a Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling D – deel I – punt 1 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 4 – letter f Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling D – deel I – punt 5 – alinea 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 4 – letter g Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling D – deel I – punt 6: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Openbaarmaking houdt een risico op speculatie in. Voorts is het belangrijk voor de uitgevende instelling dat zijn ratingvoornemens vertrouwelijk blijven tot de resultaten gepubliceerd zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Bijlage I – punt 6 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage I – afdeling D – deel III – punt 3: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Bijlage III – punt 1 – letter b Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage III – deel I – punten 26 bis t/m 26 septies | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Bijlage III – punt 1 – letter f Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage III – deel I – punt 42 bis (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Bijlage III – punt 3 – letter a Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage III – deel 3 – punt 3 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Bijlage III – punt 3 – letter b Verordening (EG) nr. 1060/2009 Bijlage III – deel III – punt 4 bis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
TOELICHTING
1. Achtergrond van het voorstel
De activiteiten van de kredietratingbureaus hebben een aanzienlijke impact op het gedrag van de financieel-economische marktdeelnemers en op de werking van de overheidsinstellingen; zij blijven ook grote belangstelling wekken bij het publiek en zijn het onderwerp van een fel politiek debat. De reglementering van de werking van deze bureaus is dan ook een specifiek en zeer gevoelig aspect van het algemene hervormingsproces van de werking van de financiële markten.
De Europese instellingen hebben zich niet lang geleden over deze kwestie gebogen in verordening nr. 1060/2009, vervolgens bij de herziening van het toezichtkader van de financiële sector gewijzigd bij verordening nr. 513/2011, die met name gericht was op de toewijzing van specifieke bevoegdheden aan de pas opgerichte autoriteit (ESMA). Het EP heeft ten aanzien van deze kwestie in juni 2011 nog een niet-wetgevingsresolutie aangenomen (naar aanleiding van een mededeling van de Commissie van juni 2010), waarin het aandringt op een versterking van het regelgevend kader en wijst op de noodzaak om het overmatige vertrouwen in ratings te beperken.
Dat deze kwestie nu voor de derde keer in iets meer dan twee jaar tijd ter tafel komt, toont niet alleen aan dat de problematiek bijzonder complex is, maar ook dat voor een aantal aanhoudende problemen een doeltreffender oplossing moet worden gevonden.
2. Belangrijkste punten van het Commissievoorstel
a) Uitbreiding van het toepassingsgebied van de verordening tot ratingoutlooks
Het voorstel van de Commissie (COM(2011)0747) voor een verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1060/2009 beoogt met name de beperking van het overmatige vertrouwen dat door beleggers en emittenten van effecten wordt gesteld in externe ratings van kredietratingbureaus, en wil dan ook het gebruik van interne ratingmodellen bevorderen.
Het Commissievoorstel breidt het toepassingsgebied van de regels inzake ratings uit tot de ratingoutlooks. Op grond van de gewijzigde tekst moeten de ratingbureaus met name informatie verstrekken over de periode waarbinnen een verandering van de rating wordt verwacht.
b) Wijzigingen met betrekking tot het gebruik van ratings
Artikel 5 bis van de nieuwe verordening bepaalt dat bepaalde financiële instellingen voor het beoordelen van de kredietwaardigheid niet alleen mogen vertrouwen op externe kredietratings. Deze bepaling is in overeenstemming met de beginselen die de FSB in oktober 2010 heeft vastgesteld met het oog op de beperking van het overmatige vertrouwen in kredietratings. Andere wijzigingen zijn gericht op het aanpakken van het risico dat financiële marktdeelnemers wat gestructureerde financieringsinstrumenten betreft overdreven op ratings vertrouwen. Uitgevende instellingen van gestructureerde financieringsinstrumenten moeten parallel twee ratings van twee verschillende ratingbureaus aanvragen
Ten aanzien van icbe's en bab's wordt gevraagd om bij de omzetting van de communautaire regelgeving het principe om minder overdreven op ratings te vertrouwen ook in de nationale wetgeving te integreren.
c) Onafhankelijkheid van de ratingbureaus
Het gaat hierbij om een aantal wijzigingen die gericht zijn op het aanpakken van belangenconflicten met betrekking tot het issuer-pays-model en de aandeelhoudersstructuur van ratingbureaus. Er worden een aantal beginselen vastgesteld: a) de maximale participatie van een aandeelhouder van een ratingbureau in een ander ratingbureau bedraagt 5%; b) er geldt een roulatieregel (van toepassing bij aangevraagde ratings) voor ratingbureaus die door de uitgevende instelling worden in dienst genomen, om te voorkomen dat eenzelfde ratingbureau in dienst blijft gedurende meer dan drie jaar of gedurende meer dan één jaar indien het meer dan tien schuldinstrumenten van de uitgevende instelling beoordeelt. Deze roulatieregel zal de mededinging tussen de ratingbureaus op de markt bevorderen.
d) Openbaarmaking van ratings
Het voorstel legt strengere voorschriften op inzake de bekendmaking van ratings aan de uitgevende instelling, zodat de beoordeelde entiteit de tijd en de mogelijkheid heeft om fouten in de rating op te sporen en deze te weerleggen.
e) Rating van staatsschulden
Ratings van staatsschulden zijn een aparte kwestie. Dit specifieke karakter wordt voor het eerst onderstreept, waarbij blijkt dat de diverse voorschriften met betrekking tot de rating van staatschulden moeten worden versterkt om de kwaliteit ervan te verbeteren. Artikel 8, lid 5, alinea 2 bepaalt dat kredietratingbureaus overheidsratings frequenter moeten beoordelen: om de zes maanden in plaats van om de twaalf maanden. Overheidsratings mogen alleen worden gepubliceerd na kantoorsluitingstijd en ten minste één uur voor opening van de handelsplatformen in de EU. Er zijn ook nieuwe vereisten inzake transparantie bij de ratingbureaus, met name ten aanzien van het voor de beoordeling toegewezen personeel.
f) De kwestie van het Europees Ratingbureau
In tegenstelling tot wat het EP in zijn resolutie van 8 juni 2011 had gevraagd, bevat het Commissievoorstel tot wijziging van verordening (EG) nr. 1060/2009 geen enkele bepaling met betrekking tot de oprichting van een Europees ratingbureau. Het debat over deze kwestie moet echter opnieuw worden geopend.
g) Andere belangrijke wijzigingen met betrekking tot onderstaande punten
De methodologieën die door kredietratingbureaus wordt gehanteerd moeten door de ESMA worden beoordeeld. Er wordt een wettelijke aansprakelijkheidsregeling voor kredietratingbureaus ingesteld, die gebaseerd is op het beginsel van de omkering van de bewijslast.
Het gaat in het algemeen om zeer belangrijke punten waarmee de rapporteur het in grote lijnen eens kan zijn. De tekst moet echter op een aantal punten worden verduidelijkt en versterkt, om ongewenste gevolgen bij de toepassing te voorkomen.
3. Voorstellen van de rapporteur
Een deel van de amendementen op de tekst van de Commissie gaan in die richting. Andere amendementen hebben betrekking op kwesties die in het voorstel voor een nieuwe verordening niet aan bod komen, en reiken vernieuwende suggesties of mogelijke alternatieve oplossingen aan.
Deze laatste amendementen hebben met name betrekking op volgende punten:
1) de huidige definitie van "rating" als "oordeel" wordt vervangen door een nieuwe definitie waarbij een rating wordt beschouwd als een "informatiedienst";
2) niet-aangevraagde overheidsschuldratings zijn verboden; voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de EU-lidstaten gaat de Commissie over tot de aanwijzing of oprichting van een onafhankelijke instantie;
3) naast de voorgestelde wijzigingen in het nieuwe voorstel voor een verordening, moeten de geldende voorschriften grondig worden herzien om alle bepalingen te schrappen die marktdeelnemers in de openbare of particuliere sector ertoe verplichten automatisch rekening te houden met ratings en de gevolgen daarvan (inzonderheid de contractuele bepalingen in verband met het automatisch afstoten van effecten ingeval van een downgrade en met vervroegde terugbetaling indien de rating boven een bepaald niveau stijgt);
4) er wordt een verbod ingevoerd op kruiselings aandeelhouderschap wanneer het gaat om toezicht of beheer van meer dan één ratingbureau; er komt een verbod voor ratingbureaus om aandelen te bezitten of financiële belangen te hebben in de beoordeelde entiteit;
5) voor ratingbureaus die een aanzienlijk deel van hun inkomsten uit ratingactiviteit in de EU hebben gegenereerd, worden de mogelijkheden voor acquisities of fusies beperkt ;
6) er kan een maximaal marktpercentage worden vastgesteld voor de hoeveelheid en/of de waarde van de ratings van financiële entiteiten en gestructureerde producten;
7) de ESMA moet jaarlijks een beoordeling van de doeltreffendheid en geldigheid van de werkzaamheden van de kredietratingbureaus verrichten, op grond van duidelijk vastgestelde criteria;
8) de ESMA kan nieuwe voorstellen voor betalingsmodellen uitwerken, om ervoor te zorgen dat de selectie en de beloning van het ratingbureau volledig los staan van de beoordeelde entiteit.
Het belangrijkste is een debat op gang te brengen waarin verschillende benaderingen en standpunten in aanmerking worden genomen, maar dat bijdraagt aan de doelstelling om de werkzaamheden van kredietratingbureaus opnieuw in het juiste perspectief te plaatsen. Ratings moeten worden beschouwd als informatie waarmee rekening dient te worden gehouden, zonder dat zij echter nog langer een bijzondere "status" genieten of een automatische impact hebben op de activiteiten van de financieel-economische marktdeelnemers of de overheidsinstellingen, met vaak negatieve procyclische gevolgen. Het gaat er dus om een einde te maken aan een situatie waarbij de ratingbureaus vaak al te eenzijdig beslissen over timing en modaliteiten van de informatieverstrekking, zonder dat de informatie zelf noodzakelijk nieuw of origineel is, met name wanneer het gaat om de beoordeling van de situatie en de vooruitzichten van de overheidsinstellingen.
ADVIES van de Commissie juridische zaken (3.5.2012)
aan de Commissie economische en monetaire zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus
(COM(2011)0747 – C7‑0420/2011 – 2011/0361(COD))
Rapporteur voor advies: Cecilia Wikström
BEKNOPTE MOTIVERING
Bij de opstelling van het advies voor de Commissie economische en monetaire zaken heeft uw rapporteur getracht zich zoveel mogelijk te concentreren op de kernbevoegdheden van de Commissie juridische zaken. Dit houdt in dat er weliswaar verschillende terreinen zijn waarop uw rapporteur uitgesproken standpunten heeft ten aanzien van delen van het voorstel die echter niet aan bod komen in dit advies om te voldoen aan artikel 49, lid 2, van het Reglement. Voorts heeft de Commissie juridische zaken besloten haar advies uitsluitend toe te spitsen op het thema wettelijke aansprakelijkheid, met de bedoeling een ruime consensus te bereiken over een van de sleutelelementen van haar bevoegdheden. Na lange en diepgaande onderhandelingen tussen de politieke fracties is over de wettelijke aansprakelijkheid een compromis bereikt dat bijna neerkwam op een unanieme instemming in de commissie.
Wettelijke aansprakelijkheid
Het is van het allergrootste belang ervoor te zorgen dat ratingbureaus zich houden aan de regels van deze verordening. Het Parlement, en ook de Commissie juridische zaken, heeft erop aangedrongen dat er gemeenschappelijke regels met betrekking tot de wettelijke aansprakelijkheid worden opgenomen voor inbreuken, opzettelijk of uit onachtzaamheid, op de regels van deze verordening. Dat houdt echter niet in dat alle voorgestelde regels automatisch aanvaardbaar mogen worden geacht.
Uw rapporteur is van mening dat een aantal wijzigingen vereist is om een juiste balans aan te brengen tussen stakeholders en de eerbiediging van fundamentele rechtsbeginselen.
De rapporteur acht het wenselijk dat de rol van de ESMA met betrekking tot deze procedure duidelijk wordt omschreven. In de eerste plaats is een technisch amendement op artikel 24, lid 2, letter (d) noodzakelijk om de term "grove nalatigheid" te integreren in de bestaande ESMA-procedures voor toezicht op de ratingbureaus. Hierdoor komt de bestaande inbreukprocedure op een lijn te liggen met de terminologie van de nieuwe aansprakelijkheidsregeling. Voorts stelt de rapporteur voor de omschrijving van "grove nalatigheid" als "in ernstige mate niet in acht nemen" door het ratingbureau te schrappen, omdat niet wordt gedefinieerd wat dit betekent en het dus niets aan de duidelijkheid toevoegt.
Bovendien wenst de rapporteur voor advies een verband te leggen tussen de voorgestelde wettelijke-aansprakelijkheidsprocedure en de bestaande toezichtmaatregelen van de ESMA. Daarom stelt de rapporteur voor dat, tenzij het klaarblijkelijk niet noodzakelijk is, het aangezochte gerecht de ESMA om advies verzoekt en met elk formeel besluit van ESMA rekening houdt. Dit zou het risico beperken dat de ESMA en de rechtbanken een tegengesteld standpunt innemen over de vraag of er al dan niet sprake is van een inbreuk op de verordening.
De rapporteur voor advies zou wijzigingen willen aanbrengen in het voorstel met betrekking tot artikel 35 bis, lid 4. Zij bestrijdt dat het juist zou zijn de bewijslast om te keren zodat ratingbureaus moeten aantonen dat zij onschuldig zijn wanneer bepaald moet worden of een inbreuk gevolgen heeft gehad voor de eruit voortvloeiende rating. Het moet de verantwoordelijkheid zijn van de belegger die stelt dat hij schade heeft geleden om aan te tonen dat het besluit om te beleggen genomen is op grond van de foutieve rating die het gevolg was van de inbreuk op de verordening door het ratingbureau.
Om te zorgen voor een goed evenwicht tussen de bij de rechtszaak betrokken partijen met betrekking tot de andere wijzigingen die de commissie voorstelt, suggereert de rapporteur dat het bevoegde rechtscollege dat is van de lidstaat waar de investeerder die schade heeft geleden zijn/haar gewone verblijfplaats had op het moment waarop de schade is opgetreden.
AMENDEMENTEN
De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 19 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 24 – lid 2 – letter d | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Technisch amendement ter opneming van de nieuwe definitie van grove nalatigheid die is ingevoerd bij de herziening van de verordening in de analyse van de raad van toezichthouders van de ESMA. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 20 Verordening (EG) nr. 1060/2009 Artikel 35 bis | ||||||||||||||||||||||||||||
|
PROCEDURE
Titel |
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0747 – C7-0420/2011 – 2011/0361(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 30.11.2011 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
JURI 30.11.2011 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Cecilia Wikström 21.11.2011 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
25.1.2012 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
26.4.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
23 1 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Antonio López-Istúriz White, Jiří Maštálka, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Piotr Borys, Sergio Gaetano Cofferati, Vytautas Landsbergis, Eva Lichtenberger, Axel Voss |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Karin Kadenbach |
||||
PROCEDURE
Titel |
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0747 – C7-0420/2011 – 2011/0361(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
15.11.2011 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
ECON 30.11.2011 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
IMCO 30.11.2011 |
JURI 30.11.2011 |
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
IMCO 29.2.2012 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Leonardo Domenici 10.5.2011 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
20.12.2011 |
29.2.2012 |
26.4.2012 |
|
|
Datum goedkeuring |
19.6.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
38 5 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Burkhard Balz, Elena Băsescu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Gunnar Hökmark, Syed Kamall, Othmar Karas, Wolf Klinz, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Arlene McCarthy, Sławomir Witold Nitras, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Peter Skinner, Theodor Dumitru Stolojan, Kay Swinburne, Sampo Terho, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Pablo Zalba Bidegain |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Sari Essayah, Ashley Fox, Roberto Gualtieri, Olle Ludvigsson, Marisa Matias, Mario Mauro, Sirpa Pietikäinen, Emilie Turunen |
||||
Datum indiening |
28.6.2012 |
||||