VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus

23.8.2012 - (COM(2011)0747 – C7‑0420/2011 – 2011/0361(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Leonardo Domenici
PR_COD_1amCom


Procedure : 2011/0361(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0221/2012
Ingediende teksten :
A7-0221/2012
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus

(COM(2011)0747 – C7‑0420/2011 – 2011/0361(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0747),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0420/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol (nr. 2) betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–   gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 2 april 2012[1],

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 29 maart 2012[2],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A7-0221/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus vereist dat ratingbureaus aan gedragsregels voldoen om mogelijke belangenconflicten te beperken en voor een hoge kwaliteit en voldoende transparantie van de ratings en het ratingproces te zorgen. Ingevolge de bij Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad ingevoerde wijzigingen heeft de Europese Autoriteit voor effecten en markten de bevoegdheid om ratingbureaus te registreren en er toezicht op uit te oefenen. Deze wijziging vult het huidige regelgevingskader voor ratingbureaus aan. Sommige van de aangepakte kwesties (belangenconflicten als gevolg van het issuer-pays-model, openbaarmaking voor gestructureerde financieringsinstrumenten) waren geïdentificeerd, maar door de bestaande regels niet volledig opgelost. De noodzaak om de transparantie- en procedurele vereisten specifiek voor de overheidsratings te herzien, is onder de aandacht gekomen door de huidige schuldencrisis.

(1) Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus vereist dat ratingbureaus aan gedragsregels voldoen om mogelijke belangenconflicten te beperken en voor een hoge kwaliteit en voldoende transparantie van de ratings en het ratingproces te zorgen. Ingevolge de bij Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad ingevoerde wijzigingen heeft de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA) de bevoegdheid om ratingbureaus te registreren en er toezicht op uit te oefenen. Deze wijziging vult het huidige regelgevingskader voor ratingbureaus aan. Sommige van de belangrijkste kwesties (belangenconflicten als gevolg van het issuer-pays-model, openbaarmaking voor gestructureerde financieringsinstrumenten) zijn aangepakt en het kader zal moeten worden geëvalueerd nadat het gedurende een redelijke tijdsspanne van kracht zal zijn geweest, om te bekijken of het de bedoelde kwesties volledig oplost. Inmiddels is de noodzaak om de transparantie- en procedurele vereisten en het tijdpad voor de publicatie specifiek voor de overheidsratings te herzien, onder de aandacht gekomen door de huidige schuldencrisis.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Kredietratings en ratingoutlooks dienen in cijfers uitgedrukt te worden die de waarschijnlijkheid van wanbetaling aangeven en dienen gepaard te gaan met een toelichting.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) De Europese Centrale Bank (ECB) baseert haar beslissing ten aanzien van verhandelbare activa als onderpand in het kader van liquiditeitsverruimde transacties op het Eurosystem credit assessment framework (ECAF). Het ECAF maakt voornamelijk gebruik van externe ratings van de lijst van geregistreerde externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's), die in aantal tot slechts vier ratingbureaus beperkt is. De ECB dient deze praktijk te herzien en op zijn minst zijn pool van externe ratings uit te breiden en af te stemmen op de door de ESMA goedgekeurde ratingbureaus in de Unie. Verder dienen de ECB en de nationale centrale banken hun gebruik van externe kredietratings opnieuw te bekijken en expertise op te bouwen in het ontwerpen van eigen modellen voor het beoordelen van het kredietrisico van activa die in aanmerking komen als onderpand voor liquiditeitsverschaffende transacties, en dienen zij hun afhankelijkheid van externe kredietratings in het algemeen te beperken.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater) De Commissie dient een horizontale maatregel uit te werken om de verwijzing naar ratings in de nationale wetgeving, zij het op basis van de tenuitvoerlegging van Europese wetgeving of niet, te evalueren en om een dergelijke verwijzing, wanneer die tot een mechanistisch vertrouwen van de bevoegde autoriteiten of deelnemers aan de financiële markt op ratings leidt, te herzien en te verwijderen binnen een redelijke termijn.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De relevantie van de ratingoutlooks voor de beleggers en de uitgevende instellingen en de effecten ervan op de markten zijn vergelijkbaar met de relevantie en de effecten van de ratings. Bijgevolg moeten alle vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat ratingactiviteiten vrij van belangenconflicten, nauwkeurig en transparant zijn ook op de ratingoutlooks van toepassing zijn. Volgens de huidige toezichtpraktijk is een aantal vereisten van de verordening van toepassing op ratingoutlooks. Deze verordening voert een definitie in van ratingoutlooks en verduidelijkt welke specifieke bepalingen op ratingoutlooks van toepassing zijn. Een en ander moet zorgen voor verduidelijking van de regels en rechtszekerheid. Onder "ratingoutlook" in de zin van deze verordening moet ook worden verstaan opinies betreffende de waarschijnlijke richting van een rating op korte termijn, gewoonlijk "credit watch" genoemd.

(4) De relevantie van de ratingoutlooks voor de beleggers en de uitgevende instellingen en de effecten ervan op de markten zijn vergelijkbaar met de relevantie en de effecten van de ratings. Bijgevolg moeten alle vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat ratingactiviteiten vrij van belangenconflicten, nauwkeurig en transparant zijn ook op de ratingoutlooks van toepassing zijn. Volgens de huidige toezichtpraktijk is een aantal vereisten van de verordening van toepassing op ratingoutlooks. Deze verordening voert een definitie in van ratingoutlooks en verduidelijkt welke specifieke bepalingen op ratingoutlooks van toepassing zijn. Een en ander moet zorgen voor verduidelijking van de regels en rechtszekerheid. Onder "ratingoutlook" in de zin van deze verordening moet ook worden verstaan opinies betreffende de waarschijnlijke richting van een rating op korte termijn, gewoonlijk "credit watch" genoemd. De Commissie moet de ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die door de ESMA zijn ontwikkeld om zo nodig andere publicaties van ratingbureaus te betrekken bij de activiteiten waarop in het kader van deze verordening toezicht wordt gehouden.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Ratingbureaus zijn belangrijke deelnemers aan de financiële markten. Als gevolg hiervan zijn de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten van bijzonder belang om hun geloofwaardigheid tegenover de marktdeelnemers, in het bijzonder de beleggers en de andere gebruikers van ratings, te waarborgen. Verordening 1060/2009 bepaalt dat ratingbureaus geregistreerd moeten zijn en onder toezicht moeten staan omdat hun diensten een aanzienlijke impact hebben op het algemeen belang. Ratings, anders dan beleggingsonderzoek, zijn niet louter opinies over een waarde of een prijs voor een financieel instrument of een financiële verplichting. Ratingbureaus zijn niet louter financiële analisten of beleggingsadviseurs. Ratings hebben regelgevingswaarde voor de gereguleerde beleggers, zoals kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere institutionele beleggers. Hoewel de prikkels om excessief op ratings te vertrouwen momenteel worden verminderd, sturen, met name wegens informatie-asymmetrie en voor efficiëntiedoeleinden, ratings nog steeds beleggingskeuzen. In deze context moeten ratingbureaus onafhankelijk zijn en door de marktdeelnemers als zodanig worden gepercipieerd.

(5) Op middellange termijn moeten er aanvullende maatregelen overwogen worden om ratings uit de financiële regelgeving te halen en om risicoweging van activa op basis van externe ratings of interne modellen te elimineren. Kredietratingbureaus zijn voorlopig echter belangrijke deelnemers aan de financiële markten. Als gevolg hiervan zijn de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten van bijzonder belang om hun geloofwaardigheid tegenover de marktdeelnemers, in het bijzonder de beleggers en de andere gebruikers van ratings, te waarborgen. Verordening 1060/2009 bepaalt dat ratingbureaus geregistreerd moeten zijn en onder toezicht moeten staan omdat hun diensten een aanzienlijke impact hebben op het algemeen belang. Ratings, anders dan beleggingsonderzoek, zijn niet louter opinies over een waarde of een prijs voor een financieel instrument of een financiële verplichting. Ratingbureaus zijn niet louter financiële analisten of beleggingsadviseurs. Ratings hebben regelgevingswaarde voor de gereguleerde beleggers, zoals kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere institutionele beleggers. Hoewel de prikkels om excessief op ratings te vertrouwen momenteel worden verminderd, sturen, met name wegens informatie-asymmetrie en voor efficiëntiedoeleinden, ratings nog steeds beleggingskeuzen. In deze context moeten ratingbureaus onafhankelijk zijn en als zodanig door de marktdeelnemers worden gepercipieerd, terwijl hun ratingmethodes transparant moeten zijn en als zodanig moeten worden gepercipieerd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Er is sprake van overdreven vertrouwen in externe ratings wanneer financiële instellingen en institutionele beleggers uitsluitend vertrouwen op ratings die door ratingbureaus zijn vastgesteld en de verplichtingen op het gebied van het verrichten van eigen onderzoek en van intern risicomanagement verwaarlozen. Het is daarom van essentieel belang om de waakzaamheidsverplichtingen en de verplichtingen voor intern risicobeheer van de financiële instellingen en institutionele beleggers te versterken ten aanzien van de verwerving van financieringsproducten, in het bijzonder wanneer het gaat om complexe of gestructureerde producten. Ook moet de financiële regelgeving de bekendmakingsverplichtingen voor uitgevende instellingen van financieringsproducten verscherpen, in het bijzonder voor bijzonder complexe of gestructureerde producten.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter) Gezien het hoge verkooprendement waarvan ratingbureaus met een marktaandeel van meer dan 10% profiteren, dienen de lidstaten de invoering van een bijzondere heffing te coördineren, waarvan de ontvangsten zouden kunnen bijdragen tot de financiering van alternatieve ratingmodellen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 quater) Een overdreven vertrouwen in externe ratings moet worden tegengegaan en alle automatische effecten die uit ratings voortvloeien, moeten geleidelijk aan worden vermeden. Regelgeving dient kredietinstellingen en beleggingsondernemingen daarom aan te moedigen om interne modellen voor risicobeoordeling in te stellen en om waakzaamheidsverplichtingen op te leggen aan beleggers.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Verordening (EG) nr. 1060/2009 voorzag reeds in een eerste ronde van maatregelen om de kwestie van de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten aan te pakken. De doelstellingen van waarborging van de onafhankelijkheid van de ratingbureaus en identificatie, beheer en, voor zover mogelijk, vermijding van alle belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan, lagen in 2009 al ten grondslag aan verschillende bepalingen van die verordening. Hoewel zij een gezonde basis vormen, lijken de bestaande regels in dat opzicht niet voldoende impact te hebben gehad. Ratingbureaus worden nog steeds niet als voldoende onafhankelijke actoren gezien. De selectie en beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit (het issuer-pays-model) veroorzaakt inherente belangenconflicten, die door de bestaande regels onvoldoende worden aangepakt. Onder dit model zijn er voor de ratingbureaus prikkels om zelfgenoegzame ratings over de uitgevende instelling af te geven teneinde een langdurige zakelijke relatie die inkomsten garandeert veilig te stellen of extra werkzaamheden en inkomsten veilig te stellen. Bovendien kunnen de relaties tussen de aandeelhouders van ratingbureaus en de beoordeelde entiteiten belangenconflicten veroorzaken die door de bestaande regels niet voldoende worden behandeld. Bijgevolg kunnen onder het issuer-pays-model afgegeven ratings gezien worden als ratings die geschikt zijn voor de uitgevende instelling in plaats van ratings waaraan de belegger behoefte heeft. Onverminderd de conclusies van het verslag over het issuer-pays-model dat ingevolge artikel 39, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 door de Commissie tegen december 2012 moet worden ingediend, is het essentieel de voorwaarden van onafhankelijkheid voor de ratingbureaus te versterken om het niveau van geloofwaardigheid van de volgens het issuer-pays-model afgegeven ratings te vergroten.

(6) Verordening (EG) nr. 1060/2009 voorzag reeds in een eerste ronde van maatregelen om de kwestie van de onafhankelijkheid en de integriteit van de ratingbureaus en hun ratingactiviteiten aan te pakken. De doelstellingen van waarborging van de onafhankelijkheid van de ratingbureaus en identificatie, beheer en, voor zover mogelijk, vermijding van alle belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan, lagen in 2009 al ten grondslag aan verschillende bepalingen van die verordening. Ratingbureaus worden nog steeds niet als voldoende onafhankelijke actoren gezien. De selectie en beloning van het ratingbureau door de beoordeelde entiteit (het issuer-pays-model) veroorzaakt inherente belangenconflicten, die door de bestaande regels onvoldoende worden aangepakt. Onder dit model zijn er voor de ratingbureaus prikkels om zelfgenoegzame ratings over de uitgevende instelling af te geven teneinde een langdurige zakelijke relatie die inkomsten garandeert veilig te stellen of extra werkzaamheden en inkomsten veilig te stellen. Bovendien kunnen de relaties tussen de aandeelhouders van ratingbureaus en de beoordeelde entiteiten belangenconflicten veroorzaken die door de bestaande regels niet voldoende worden behandeld. Bijgevolg kunnen onder het issuer-pays-model afgegeven ratings gezien worden als ratings die geschikt zijn voor de uitgevende instelling in plaats van ratings waaraan de belegger behoefte heeft. Onverminderd de conclusies van het verslag over het issuer-pays-model dat ingevolge artikel 39, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 door de Commissie tegen december 2012 moet worden ingediend, is het essentieel de voorwaarden van onafhankelijkheid voor de ratingbureaus te versterken om het niveau van geloofwaardigheid van de volgens het issuer-pays-model afgegeven ratings te vergroten.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) Om de concurrentie op een markt die tot nu toe gedomineerd werd door drie ratingbureaus te vergroten, moeten er maatregelen getroffen worden om het gebruik van kleinere bureaus die op basis van hun inkomsten minder dan 10% van het totale marktaandeel in handen hebben, te bevorderen. De afgelopen tijd was het gebruikelijk dat uitgevende instellingen ratings van twee of meer bureaus vroegen - daarom moet, wanneer twee of meer ratings worden aangevraagd, minstens een van die ratings van een geregistreerd bureau komen dat minder dan 10% van het totale marktaandeel in handen heeft.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De ratingmarkt laat zien dat ratingbureaus en beoordeelde entiteiten traditioneel langdurige relaties aangaan. Dit geeft aanleiding tot de bedreiging als gevolg van vertrouwdheid, aangezien het kan voorkomen dat het ratingbureau te veel met de verlangens van de beoordeelde entiteit sympathiseert. In die omstandigheden zou de onpartijdigheid van het ratingbureau mettertijd twijfelachtig kunnen worden. Door een emitterende onderneming aangestelde en betaalde ratingbureaus hebben immers een prikkel om al te gunstige ratings over die beoordeelde entiteit of haar schuldinstrumenten af te geven teneinde de zakelijke relatie met die uitgevende instelling gaande te houden. Uitgevende instellingen zijn ook onderhevig aan prikkels die langdurige relaties bevorderen, zoals het lock-in-effect: een uitgevende instelling kan ervan afzien van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Dit probleem is reeds geïdentificeerd in Verordening (EG) nr. 1060/2009, op grond waarvan de ratingbureaus een roulatiemechanisme dienden toe te passen dat zorgde voor geleidelijke wijzigingen in de samenstelling van de analistenteams en ratingcomités zodat de onafhankelijkheid van de ratinganalisten en degenen die de ratings goedkeurden niet in gevaar kwam. Het succes van die regels was echter in hoge mate afhankelijk van een gedragsoplossing binnen het ratingbureau: de feitelijke onafhankelijkheid en het feitelijke professionalisme van de werknemers van het ratingbureau tegenover de commerciële belangen van het ratingbureau zelf. Deze regels waren niet bestemd om aan derden voldoende waarborg te verschaffen dat de belangenconflicten als gevolg van de langdurige relatie effectief zouden worden beperkt of vermeden. Het lijkt bijgevolg noodzakelijk te voorzien in een structureel antwoord dat een hogere impact heeft op derden. Dit zou effectief kunnen worden gerealiseerd door de periode te beperken gedurende welke een ratingbureau ononderbroken ratings over dezelfde uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten kan afgeven. Het instellen van een maximumduur voor de zakelijke relatie tussen de beoordeelde uitgevende instelling of de uitgevende instelling van het beoordeelde schuldinstrument en het ratingbureau, moet de prikkel wegnemen om gunstige ratings over die uitgevende instelling af te geven. Daarbij komt dat wanneer roulatie van ratingbureaus als een normale en regelmatige marktpraktijk verplicht wordt gesteld, ook het lock-in-effect effectief zal wordt aangepakt waarbij een uitgevende instelling ervan afziet om van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Ten slotte moet de roulatie van ratingbureaus positieve effecten hebben op de ratingmarkt aangezien nieuwe markttoetredingen zullen worden vergemakkelijkt en bestaande ratingbureaus de kans zullen krijgen om nieuwe activiteiten te ondernemen.

(7) De ratingmarkt laat zien dat ratingbureaus en beoordeelde entiteiten traditioneel langdurige relaties aangaan. Dit geeft aanleiding tot de bedreiging als gevolg van vertrouwdheid, aangezien het kan voorkomen dat het ratingbureau te veel met de verlangens van de beoordeelde entiteit sympathiseert. In die omstandigheden zou de onpartijdigheid van het ratingbureau mettertijd twijfelachtig kunnen worden. Door een emitterende onderneming aangestelde en betaalde ratingbureaus hebben immers een prikkel om al te gunstige ratings over de door die beoordeelde entiteit uitgegeven instrumenten af te geven teneinde de zakelijke relatie met die uitgevende instelling gaande te houden. Uitgevende instellingen zijn ook onderhevig aan prikkels die langdurige relaties bevorderen, zoals het lock-in-effect: een uitgevende instelling kan ervan afzien van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Dit probleem, dat in verband met gestructureerde financieringsproducten steeds meer op de voorgrond treedt, is reeds geïdentificeerd in Verordening (EG) nr. 1060/2009, op grond waarvan de ratingbureaus een roulatiemechanisme dienden toe te passen dat zorgde voor geleidelijke wijzigingen in de samenstelling van de analistenteams en ratingcomités zodat de onafhankelijkheid van de ratinganalisten en degenen die de ratings goedkeurden niet in gevaar kwam. Het succes van die regels was echter in hoge mate afhankelijk van een gedragsoplossing binnen het ratingbureau: de feitelijke onafhankelijkheid en het feitelijke professionalisme van de werknemers van het ratingbureau tegenover de commerciële belangen van het ratingbureau zelf. Deze regels waren niet bestemd om aan derden voldoende waarborg te verschaffen dat de belangenconflicten als gevolg van de langdurige relatie effectief zouden worden beperkt of vermeden. Het lijkt bijgevolg noodzakelijk te voorzien in een structureel antwoord dat een hogere impact heeft op derden ten aanzien van gestructureerde financiële producten. Dit zou effectief kunnen worden gerealiseerd door de periode te beperken gedurende welke een ratingbureau ononderbroken ratings over de gestructureerde financieringsproducten die door dezelfde uitgevende instelling zijn uitgegeven. Het instellen van een maximumduur voor de zakelijke relatie tussen de beoordeelde uitgevende instelling of de uitgevende instelling van het beoordeelde gestructureerde financieringsproduct en het ratingbureau, moet de prikkel wegnemen om gunstige ratings over die uitgevende instelling af te geven. Daarbij komt dat wanneer roulatie van ratingbureaus als een normale en regelmatige marktpraktijk verplicht wordt gesteld, ook het lock-in-effect effectief zal wordt aangepakt waarbij een uitgevende instelling ervan afziet om van ratingbureau te veranderen omdat dit bij de beleggers bezorgdheid kan teweegbrengen over de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Ten slotte moet de roulatie van ratingbureaus positieve effecten hebben op de ratingmarkt aangezien nieuwe markttoetredingen zullen worden vergemakkelijkt en bestaande ratingbureaus de kans zullen krijgen om nieuwe activiteiten te ondernemen. Teneinde een diversifiëring van de markt aan te moedigen moeten echter kleine kredietratingbureaus van de roulatie worden uitgesloten.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Ter bevordering van de concurrentie tussen de ratingbureaus moet voor elk van de volgende ratingbureaus een drempel worden vastgesteld bij overschrijding waarvan het een ratingbureau verboden is om zijn aandeel van aangevraagde ratings uit te breiden. Ten eerste moet voor de ratinggebieden banken, verzekeringen en ondernemingen het maximum percentage van aangevraagde ratings van elk van de drie activaklassen worden vastgesteld op maximaal 25% van de markt, uitgedrukt in nominale bedragen. Ten tweede moet voor gestructureerde gefinancierde producten het maximum percentage van aangevraagde ratings worden vastgesteld op 25% van de markt, uitgedrukt in nominale bedragen. Er zijn twee redenen voor de drempel van 25%: ten eeste verhindert deze dat een ratingbureau de ratings vaststelt voor een meerderheid van emittenten van obligaties of van emissies van obligaties voor een bepaalde aktivaklasse; ten tweede zou de drempel het mogelijk maken dat meer ratingbureaus maximaal 25% van de emittenten van obligaties of emissies van een bepaalde aktivaklasse kunnen bestrijken omdat obligatie-emittenten gewoonlijk door twee ratingbureaus worden beoordeeld.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) De erkenning van een ratingbureau als EKBI mag niet leiden tot een verdere afscherming van een markt die al gedomineerd wordt door drie belangrijke ondernemingen. De ECB, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (EBA), en de nationale centrale banken moeten voorzien in de erkenning van meer ratingbureaus als EKBI's om de markt op te stellen voor nieuwe ondernemingen, zonder het proces gemakkelijker of minder veeleisend te maken.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Regelmatige roulatie van ratingbureaus die ratings over een uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten afgeven, moet de evaluatie van de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling die dat ratingbureau selecteert en betaalt gediversifieerder maken. Wanneer de ratingbureaus talrijke en verschillende zienswijzen, perspectieven en methodologieën hanteren, moet dit leiden tot meer gediversifieerde ratings en moet daardoor uiteindelijk de beoordeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen verbeteren. Om deze diversiteit een rol te laten spelen en zelfgenoegzaamheid van zowel de uitgevende instellingen als de ratingbureaus te vermijden, moet de maximumduur van de zakelijke relatie tussen het ratingbureau en de betalende uitgevende instelling worden beperkt tot een niveau dat een regelmatige nieuwe kijk op de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen waarborgt. Bijgevolg lijkt, mede gelet op het feit dat voor enige continuïteit binnen de ratings moet worden gezorgd, een periode van drie jaar passend. Het risico op belangenconflicten neemt toe in situaties waarin het ratingbureau in een korte periode frequent ratings over schuldinstrumenten van dezelfde uitgevende instelling afgeeft. In die gevallen moet de maximumduur van de zakelijke relatie korter zijn om gelijke resultaten te waarborgen. Bijgevolg moet de zakelijke relatie worden stopgezet nadat een ratingbureau tien schuldinstrumenten van dezelfde uitgevende instelling heeft beoordeeld. Om evenwel uitgevende instellingen en ratingbureaus niet onevenredig te belasten, mag geen verplichting worden opgelegd om binnen de eerste 12 maanden van de zakelijke relatie van ratingbureau te veranderen. Wanneer een uitgevende instelling meer dan één ratingbureau aanstelt, hetzij omdat zij daar als een uitgevende instelling van gestructureerde financieringsinstrumenten toe verplicht is, hetzij op vrijwillige basis, moet het voldoende zijn dat de strikte roulatieperioden enkel voor één van de ratingbureaus gelden. Ook in dit geval echter mag de zakelijke relatie tussen de uitgevende instelling en het additionele ratingbureau niet langer duren dan zes jaar.

(8) Regelmatige roulatie van ratingbureaus die ratings over de gestructureerde financieringsproducten van een uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten afgeven, moet de evaluatie van de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling die dat ratingbureau selecteert en betaalt gediversifieerder maken. Wanneer de ratingbureaus talrijke en verschillende zienswijzen, perspectieven en methodologieën hanteren, moet dit leiden tot meer gediversifieerde ratings en moet daardoor uiteindelijk de beoordeling van de kredietwaardigheid van de gestructureerde financieringsinstrumenten verbeteren. Om deze diversiteit een rol te laten spelen en zelfgenoegzaamheid van zowel de uitgevende instellingen als de ratingbureaus te vermijden, moet de maximumduur van de zakelijke relatie tussen het ratingbureau en de betalende uitgevende instelling worden beperkt tot een niveau dat een regelmatige nieuwe kijk op de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen waarborgt. Bijgevolg lijkt, mede gelet op het feit dat voor enige continuïteit binnen de ratings moet worden gezorgd, een periode van vijf jaar passend.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Vereisen dat uitgevende instellingen regelmatig van ratingbureau veranderen dat zij aanstellen om rating af te geven is evenredig met het nagestreefde doel. Deze eis is enkel van toepassing op bepaalde gereguleerde instellingen (geregistreerde ratingbureaus) die een dienst verrichten die van invloed is op het algemeen belang (ratings afgeven die voor regelgevingsdoeleinden gebruikt kunnen worden), onder bepaalde voorwaarden (het issuer-pays-model). Het voorrecht dat erkend wordt dat diensten een belangrijke rol spelen bij de regulering van de financiëledienstenmarkt en dat goedkeuring wordt verleend om deze functie uit te voeren, brengt met zich mee dat bepaalde verplichtingen moeten worden gerespecteerd om in alle omstandigheden de onafhankelijkheid en de perceptie van onafhankelijkheid te waarborgen. Een ratingbureau dat geen ratingdiensten voor een bepaalde uitgevende instelling mag verrichten, mag nog steeds ratingdiensten voor andere uitgevende instellingen verrichten. In een marktcontext waarin de roulatieregel op alle spelers van toepassing is, zullen zich bedrijfskansen aandienen aangezien alle uitgevende instellingen van ratingbureau dienen te veranderen. Bovendien mogen ratingbureaus altijd niet aangevraagde ratings over dezelfde uitgevende instelling afgeven en zo hun ervaring exploiteren. Niet aangevraagde ratings worden niet ingeperkt door het issuer-pays-model en zijn bijgevolg minder onderhevig aan potentiële belangenconflicten. Ook voor uitgevende instellingen vormt de maximumduur van de zakelijke relatie met een ratingbureau of de regel betreffende de indienstneming van meer dan één ratingbureau een beperking van hun vrijheid om hun eigen bedrijf uit te oefenen. Deze beperking is evenwel noodzakelijk op gronden van algemeen belang gelet op de interferentie van het issuer-pays-model met de noodzakelijke onafhankelijkheid van ratingbureaus om onafhankelijke ratings te waarborgen die door de beleggers voor regelgevingsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Tegelijkertijd gaan deze beperkingen niet verder dat hetgeen noodzakelijk is en moeten zij veeleer worden gezien als een element dat de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling tegenover andere partijen, en uiteindelijk de markt, verhoogt.

(11) Vereisen dat uitgevende instellingen regelmatig van ratingbureau veranderen dat zij aanstellen om rating af te geven is evenredig met het nagestreefde doel. Deze eis is enkel van toepassing op bepaalde gereguleerde instellingen (geregistreerde ratingbureaus) die een dienst verrichten die van invloed is op het algemeen belang (ratings afgeven die voor regelgevingsdoeleinden gebruikt kunnen worden), enkel op bepaalde producten (gestructureerde financieringsproducten) en onder bepaalde voorwaarden (het issuer-pays-model). Het voorrecht dat erkend wordt dat diensten een belangrijke rol spelen bij de regulering van de financiëledienstenmarkt en dat goedkeuring wordt verleend om deze functie uit te voeren, brengt met zich mee dat bepaalde verplichtingen moeten worden gerespecteerd om in alle omstandigheden de onafhankelijkheid en de perceptie van onafhankelijkheid te waarborgen. Een ratingbureau dat geen ratingdiensten over bepaalde gestructureerde financieringsproducten van een bepaalde uitgevende instelling mag verrichten, mag nog steeds ratingdiensten voor diezelfde uitgevende instelling over andere producten of voor andere uitgevende instellingen verrichten. In een marktcontext waarin de roulatieregel op alle spelers van toepassing is, zullen zich bedrijfskansen aandienen aangezien alle uitgevende instellingen van ratingbureau dienen te veranderen. Bovendien mogen ratingbureaus altijd niet aangevraagde ratings over dezelfde uitgevende instelling afgeven en zo hun ervaring exploiteren. Niet aangevraagde ratings worden niet ingeperkt door het issuer-pays-model en zijn bijgevolg minder onderhevig aan potentiële belangenconflicten. Ook voor uitgevende instellingen vormt de maximumduur van de zakelijke relatie met een ratingbureau of de regel betreffende de indienstneming van meer dan één ratingbureau een beperking van hun vrijheid om hun eigen bedrijf uit te oefenen. Deze beperking is evenwel noodzakelijk op gronden van algemeen belang gelet op de interferentie van het issuer-pays-model met de noodzakelijke onafhankelijkheid van ratingbureaus om onafhankelijke ratings te waarborgen die door de beleggers voor regelgevingsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Tegelijkertijd gaan deze beperkingen niet verder dat hetgeen noodzakelijk is en moeten zij veeleer worden gezien als een element dat de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling tegenover andere partijen, en uiteindelijk de markt, verhoogt en een werkelijk evenwichtige werking van de interne markt bevordert.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Afgezien van het roulatiebeginsel dienen contracten tussen een bepaald ratingbureau en een bepaalde uitgevende instelling niet hernieuwbaar te zijn, om ratingbureaus in staat te stellen om zo onafhankelijk mogelijke diensten te verrichten voor uitgevende instellingen, zelfs wanneer de contractuele betrekkingen de maximale contractduur niet bereikt hebben. Voorts moeten clausules die aangewend kunnen worden om de afgegeven ratings te koppelen aan de vergoeding voor het ratingbureau of de mogelijkheid om het contract te beëindigen, verboden worden. Het doel hiervan is om, in de mate van het mogelijke, pogingen om het werk van ratingbureaus te onderwerpen aan voorwaarden, zij via het contractuele bepalingen, zij het via een impliciete bedreiging om een contract niet te vernieuwen, de kop in te drukken.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Een van de specificiteiten van overheidsratings is dat het issuer-pays-model over het algemeen niet van toepassing is. De meeste dergelijke ratings worden immers niet aangevraagd en vormen de basis voor zowel aangevraagde als niet aangevraagde ratings van de financiële instellingen van het betrokken land. Het is bijgevolg niet noodzakelijk de roulatie te vereisen van ratingbureaus die overheidsratings afgeven.

Schrappen

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De regels betreffende onafhankelijkheid en preventie van belangenconflicten zouden ineffectief kunnen worden indien de ratingbureaus niet onafhankelijk van elkaar zijn. Een voldoende hoog aantal ratingbureaus, niet verbonden met het uitgaande ratingbureau in geval van roulatie noch met het ratingbureau dat parallel voor dezelfde uitgevende instelling ratingdiensten verricht, is noodzakelijk voor een werkbare toepassing van die regels. Bij gebrek aan voldoende keuze van ratingbureaus voor de uitgevende instelling op de huidige markt dreigt de uitvoering van deze regels die gericht zijn op het versterken van de onafhankelijkheidsvoorwaarden ineffectief te worden. Bijgevolg is het passend een strikte scheiding van het uitgaande bureau van het inkomende ratingbureau te vereisen in geval van roulatie alsook van twee ratingbureaus die parallel voor dezelfde uitgevende instelling ratingdiensten verrichten. De betrokken ratingbureaus mogen niet met elkaar verbonden zijn door zeggenschap, door lidmaatschap van dezelfde groep van ratingbureaus, door aandeelhouderschap of lidmaatschap van of het bezit van stemrechten in een van de andere bureaus, of doordat zij in staat zijn leden te benoemen van de raad van bestuur, de directie of de raad van toezicht van een van de andere ratingbureaus.

Schrappen

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Eventuele fusies van geregistreerde ratingbureaus, met name die waarbij een groot bureau is betrokken, zouden ertoe leiden dat voor de emittent minder keus tussen verschillende bureaus op de markt is en zouden de concurrentie beperken. Het is ook waarschijnlijk dat uitgevende instellingen daar moeilijkheden van ondervinden bij het aanstellen van een of meer nieuwe ratingbureaus. Het is daarom passend om fusies tussen grote ratingbureaus en hun concurrenten te verbieden.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 ter) Ratingbureaus dienen een doeltreffende internecontrolestructuur in te stellen, in stand te houden, te handhaven en te documenten die de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en procedures voor de preventie van en het toezicht op mogelijke belangenconflicten regelt en de onafhankelijkheid van ratings, analisten en ratingteams ten opzichte van aandeelhouders, administratieve en bestuursorganen en van de verkoop- en marketingactiviteiten verzekert. Er dienen standaardwerkvoorschriften uitgewerkt te worden op het vlak van corporate governance, de organisatie en het beheer van belangenconflicten. Deze regels dienen periodiek te worden beoordeeld en gecontroleerd om de doeltreffendheid van de internecontrolestructuur te evalueren en om na te gaan of zij bijgewerkt moeten worden.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 quater) Ratingbureaus leggen een jaarlijks internecontroleverslag voor aan de ESMA, met daarin een beschrijving van de verantwoordelijkheid van het management bij het opstellen en handhaven van een doeltreffende internecontrolestructuur en een beoordeling van de doeltreffendheid van de internecontrolestructuur.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) De perceptie van onafhankelijkheid van de ratingbureaus zou in het bijzonder worden beïnvloed mochten dezelfde aandeelhouders of leden beleggen in verschillende ratingbureaus die niet tot dezelfde groep van ratingbureaus behoren, althans indien deze belegging een bepaalde omvang bereikt waardoor die aandeelhouders of leden invloed op het bedrijf van het bureau zouden kunnen uitoefenen. Bijgevolg is het, om de onafhankelijkheid (en de perceptie van onafhankelijkheid) van de ratingbureaus te verzekeren, passend te voorzien in striktere regels betreffende de relaties tussen de ratingbureaus en hun aandeelhouders. Om deze reden mag geen enkele persoon tegelijk een participatie van 5% of meer in meer dan één ratingbureau hebben, tenzij de betrokken ratingbureaus tot dezelfde groep behoren.

(15) De onafhankelijkheid van de ratingbureaus zou in het bijzonder kunnen worden beïnvloed mochten dezelfde aandeelhouders of leden beleggen in verschillende ratingbureaus die niet tot dezelfde groep van ratingbureaus behoren. Bijgevolg is het, om de onafhankelijkheid (en de perceptie van onafhankelijkheid) van de ratingbureaus te verzekeren, passend te voorzien in striktere regels betreffende de relaties tussen de ratingbureaus en hun aandeelhouders. Om deze reden mag een aandeelhouder of een lid dat een participatie van 5% of meer in één ratingbureau heeft, geen participatie in een ander ratingbureau hebben, tenzij de betrokken ratingbureaus tot dezelfde groep behoren.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) De doelstelling van het verzekeren van voldoende onafhankelijkheid van de ratingbureaus brengt met zich mee dat beleggers niet tegelijk beleggingen van 5 % of meer in meer dan één ratingbureau mogen hebben. Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, vereist dat die personen welke 5% van de stemrechten in een beursgenoteerde onderneming controleren dit moeten openbaar maken, wegens onder meer het belang dat de beleggers erbij hebben op de hoogte te zijn van wijzigingen in de stemverhoudingen van een dergelijke onderneming. 5% van de stemrechten wordt bijgevolg als een belangrijke deelneming beschouwd die de stemverhoudingen in een onderneming kan beïnvloeden. Het is bijgevolg passend het niveau van 5% te gebruiken voor het beperken van de gelijktijdige belegging in meer dan één ratingbureau. Deze maatregel kan niet als onevenredig worden beschouwd aangezien alle geregistreerde ratingbureaus in de Unie niet-beursgenoteerde ondernemingen zijn die bijgevolg niet onderworpen zijn aan de transparantie- en procedureregels die van toepassing zijn op beursgenoteerde ondernemingen in de EU. Vaak zijn niet-beursgenoteerde ondernemingen aan aandeelhoudersprotocollen of -overeenkomsten onderworpen en is het aantal aandeelhouders of leden gewoonlijk laag. Bijgevolg zou zelfs een minderheidpositie in een niet-beursgenoteerd ratingbureau invloedrijk kunnen zijn. Niettemin mag, om ervoor te zorgen dat louter economische beleggingen in ratingbureaus mogelijk blijven, deze beperking op simultane beleggingen in meer dan één ratingbureau zich niet uitstrekken tot beleggingen via collectieve beleggingsregelingen welke beheerd worden door derden die onafhankelijk zijn van de belegger en niet onder diens invloed staan.

Schrappen

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) De nieuwe regels die de duur beperken van de zakelijke relatie tussen een uitgevende instelling en het ratingbureau zullen de ratingmarkt in de Unie, die vandaag sterk geconcentreerd blijft, significant hervormen. Er zullen zich nieuwe marktkansen aandienen voor kleine en middelgrote ratingbureaus die zich in de eerste jaren na de inwerkingtreding van de nieuwe regels zouden moeten ontwikkelen om die uitdagingen aan te gaan. Die ontwikkelingen zullen waarschijnlijk voor nieuwe diversiteit op de markt zorgen. De doelstellingen en de effectiviteit van de nieuwe regels zouden echter sterk in gevaar worden gebracht indien gedurende deze beginjaren grote gevestigde ratingbureaus hun concurrenten zouden beletten geloofwaardige alternatieven te ontwikkelen door deze over te nemen. Verdere consolidatie op de ratingmarkt die wordt gestuurd door grote gevestigde spelers zou resulteren in een vermindering van het aantal beschikbare geregistreerde ratingbureaus, waardoor voor de uitgevende instellingen op het moment dat zij regelmatig een of meer nieuwe ratingbureaus moeten aanstellen selectieproblemen zouden ontstaan en de vlotte werking van de nieuwe regels zou worden verstoord. Belangrijker is dat verdere consolidatie die door de grote gevestigde ratingbureaus wordt gestuurd in het bijzonder het ontstaan van meer diversiteit op de markt zou verhinderen.

(17) Verdere consolidatie op de ratingmarkt die wordt gestuurd door grote gevestigde spelers zou resulteren in een vermindering van het aantal beschikbare geregistreerde ratingbureaus, waardoor voor de uitgevende instellingen selectieproblemen zouden ontstaan en de vlotte werking van de markt zou worden verstoord. Belangrijker is dat verdere consolidatie die door de grote gevestigde ratingbureaus wordt gestuurd in het bijzonder het ontstaan van meer diversiteit op de markt zou verhinderen.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Om het roulatiemechanisme te ondersteunen en de concentratie op de ratingmarkt te beperken, dient elke uitgevende instelling onderworpen te worden aan een begrenzing op 50% van het nominale bedrag dat door elk ratingbureau beoordeeld wordt. Het doel daarvan is om uitgevende instellingen aan te sporen om met meerdere ratingbureaus te werken. Om uitgevende instellingen die op vrijwillige basis of vanwege wettelijke verplichtingen meer dan een rating aanvragen voor een bepaald effect, of die slechts een effect hebben uitgegeven, niet te benadelen, dienen de nominale bedragen die overeenkomen met de beoordeelde effecten die door meer dan een ratingbureau beoordeeld worden voor de toepassing van deze begrenzing evenredig verdeeld worden over de ratingbureaus die de ratings afgeven.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) De effectiviteit van de regels betreffende onafhankelijkheid en preventie van belangenconflicten die vereisen dat ratingbureaus niet gedurende lange tijd ratingdiensten voor dezelfde uitgevende instelling mogen verrichten, zou kunnen worden ondermijnd indien ratingbureaus direct of indirect aandeelhouder of lid van andere ratingbureaus zouden mogen worden.

Schrappen

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Het is belangrijk ervoor te zorgen dat wijzigingen van de ratingmethodologieën niet in minder rigoureuze methodologieën resulteren. Met het oog hierop moeten uitgevende instellingen, beleggers en andere belanghebbende partijen de gelegenheid hebben om opmerkingen te maken over elke voorgenomen wijziging van ratingmethodologieën. Dit zal hen helpen de achterliggende redenen voor de nieuwe methodologieën en voor de wijziging in kwestie te begrijpen. De opmerkingen van de uitgevende instellingen en beleggers over de ontwerpmethodologieën kunnen voor de ratingbureaus een waardevolle inbreng zijn bij het bepalen van de methodologieën. Bovendien moet de ESMA nagaan of en bevestigen dat de nieuwe ratingmethodologieën voldoen aan artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 en de desbetreffende technische reguleringsnormen voordat methodologieën in de praktijk worden toegepast. De ESMA moet nagaan of de voorgestelde methodologieën gekenmerkt worden door zorgvuldigheid, systematiek, continuïteit en op basis van historische ervaring kunnen worden gevalideerd, onder meer door back-testing. In het kader van dit verificatieproces mag de ESMA echter geen bevoegdheid krijgen om te beoordelen of de voorgestelde methodologie of de inhoud van de ratings die na de toepassing van de methodologieën worden afgegeven passend zijn.

(19) Het is belangrijk ervoor te zorgen dat wijzigingen van de ratingmethodologieën niet in minder rigoureuze methodologieën resulteren. Met het oog hierop moeten uitgevende instellingen, beleggers en andere belanghebbende partijen de gelegenheid hebben om opmerkingen te maken over elke voorgenomen wijziging van ratingmethodologieën. Dit zal hen helpen de achterliggende redenen voor de nieuwe methodologieën en voor de wijziging in kwestie te begrijpen. De opmerkingen van de uitgevende instellingen en beleggers over de ontwerpmethodologieën kunnen voor de ratingbureaus een waardevolle inbreng zijn bij het bepalen van de methodologieën. Bovendien moet de ESMA nagaan of en bevestigen dat de nieuwe ratingmethodologieën voldoen aan artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 en de desbetreffende technische reguleringsnormen voordat methodologieën in de praktijk worden toegepast. De ESMA moet nagaan of de voorgestelde methodologieën gekenmerkt worden door zorgvuldigheid, systematiek, continuïteit en op basis van historische ervaring kunnen worden gevalideerd, onder meer door back-testing. In het kader van dit verificatieproces mag de ESMA echter op geen enkele wijze de bevoegdheid krijgen om vooraf te beoordelen of de voorgestelde methodologie of de inhoud van de ratings die na de toepassing van de methodologieën worden afgegeven passend zijn. De ESMA moet waarborgen dat een breed programma aan methodologieën gehandhaafd blijft.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Overweging 19 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 bis) Ratingmethodologieën dienen rekening te houden met financiële risico's die voortvloeien uit milieugevaren. Zulke risico's omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het langetermijnrisico voor de kredietwaardigheid van schuldenaren die in grote mate worden blootgesteld aan milieufactoren of veranderingen in de wettelijke vereisten voor milieuaangelegenheden, de effecten van milieuaangelegenheden op risico's voor grondstofprijzen en de effecten van niet-verzekerbare risico's waarmee nog geen rekening is gehouden in het regelgevingskader en het kader voor interne bedrijfsrisico's van de instellingen.

Motivering

De ongelukken met Deep Water Horizon en Fukushima, van TEPCO, hebben aanzienlijke financiële kosten met zich meegebracht voor de betrokken ondernemingen, banken en overheden, vandaar de behoefte om het concept van milieurisico's mee te nemen in ratings.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Wegens de complexiteit van gestructureerde financieringsinstrumenten zijn de ratingbureaus er niet altijd in geslaagd een voldoende hoge kwaliteit van de over dergelijke instrumenten afgegeven ratings te verzekeren. Dit heeft tot een verlies van marktvertrouwen in dit soort ratings geleid. Om het vertrouwen terug te winnen, zou het passend zijn te vereisen dat uitgevende instellingen of hun gelieerde derden twee verschillende ratingbureaus in dienst nemen voor het verstrekken van ratings over gestructureerde financieringsinstrumenten, hetgeen tot verschillende en concurrerende beoordelingen zou kunnen leiden. Tevens zou dit het overdreven vertrouwen op één rating kunnen verminderen.

(20) Wegens de complexiteit van gestructureerde financieringsinstrumenten zijn de ratingbureaus er niet altijd in geslaagd een voldoende hoge kwaliteit van de over dergelijke instrumenten afgegeven ratings te verzekeren. Dit heeft tot een verlies van marktvertrouwen in dit soort ratings geleid. Om het vertrouwen terug te winnen, zou het passend zijn te vereisen dat uitgevende instellingen of hun gelieerde derden ten minste twee verschillende ratingbureaus in dienst nemen voor het verstrekken van ratings over gestructureerde financieringsinstrumenten, hetgeen tot verschillende en concurrerende beoordelingen zou kunnen leiden. Tevens zou dit het overdreven vertrouwen op één rating kunnen verminderen. Aangezien het bijzonder belangrijk is om kwaliteitsnormen te hanteren voor ratings, moet overwogen worden om een algemene, periodieke kwaliteitsbeoordeling van ratingbureaus in te voeren om de fouten in ratings waarvan sprake hierboven, die te wijten zijn aan een gebrek aan bekwaamheid, in de toekomst te vermijden.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Overweging 20 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(20 bis) De ratings die door ratingbureaus worden afgegeven, dienen rechtstreeks verband te houden met het kredietrisico. Dit is de enige manier om de vergelijkbaarheid te verzekeren, zowel op het vlak van de door individuele ratingbureaus gebruikte systemen als op het vlak van de soorten financieringsinstrumenten die beoordeeld worden. Het is onaanvaardbaar dat beleggers en regelgevers geen specifiek, objectief criterium hanteren, dat op zijn minst a posteriori nagetrokken moet kunnen worden, op basis waarvan zij de ratings van verschillende bureaus en de risicobeoordelingsprestaties van de bureaus kunnen vergelijken. Voorts is het zo, dat een ratingstelsel nooit geloofwaardig kan zijn als financieringsinstrumenten op dezelfde manier beoordeeld worden in gevallen waarbij de kans op wanbetaling niet dezelfde is. De ESMA dient een geharmoniseerde ratingschaal op te stellen waarin de kans op wanbetaling het bepalende criterium voor afgegeven ratings wordt.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) Richtlijn xxxx/xx/EU van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen heeft een bepaling ingevoerd die vereist dat banken en beleggingsondernemingen het kredietrisico beoordelen van entiteiten en van financiële instrumenten waarin zij zelf beleggen en in dat verband niet alleen op externe ratings vertrouwen. Deze regel moet tot andere ingevolge het uniale recht gereguleerde financiële ondernemingen, inclusief beleggingsbeheerders, worden uitgebreid. De lidstaten mogen niet gerechtigd zijn om regels op te leggen die het strikter vertrouwen door deze beleggers op externe ratings mogelijk maken.

(21) Richtlijn xxxx/xx/EU van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen heeft een bepaling ingevoerd die vereist dat banken en beleggingsondernemingen het kredietrisico beoordelen van entiteiten en financiële instrumenten waarin zij zelf beleggen en in dat verband niet alleen op externe ratings vertrouwen. Deze regel moet tot andere ingevolge het uniale recht gereguleerde financiële ondernemingen, inclusief beleggingsbeheerders, worden uitgebreid. De lidstaten mogen niet gerechtigd zijn om regels op te leggen die het strikter vertrouwen door deze beleggers op externe ratings mogelijk maken. Daarnaast dienen de lidstaten hun nationale wetgeving en technische normen te herzien om te verzekeren dat wanneer er naar ratings wordt verwezen, een potentieel mechanistisch vertrouwen op die ratings vermeden wordt. Bovendien dienen de lidstaten hun nationale regels en technische normen te herzien om de verwijzingen naar ratings die een mechanistisch vertrouwen op ratings veroorzaken, te verwijderen. De lidstaten dienen ook alle verwijzingen naar specifieke ratings te herzien om rekening te houden met alle geregistreerde en gecertificeerde ratingbureaus.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis) De toepassing van ratings mag niet leiden tot automatische reacties indien schuldinstrumenten een downgrading hebben ondergaan, of het nu overheidsinstrumenten dan wel private instrumenten betreft. Bij een downgrade van staatschulden ondergaan de lokale autoriteiten en in de betrokken lidstaat gebaseerde bedrijven eveneens automatisch een downgrade, zelfs als ze financieel gezond zijn. Een automatische downgrade mag niet leiden tot de automatische verkoop van het waardepapier, aangezien de investeerders zelf hun oordeel over de emittent moeten vormen.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Beleggers, uitgevende instellingen en andere belanghebbende partijen moeten toegang hebben tot actuele ratinginformatie op een centrale webpagina. Een door de ESMA opgezette Europese ratingindex (EURIX) moet de beleggers in de mogelijkheid stellen alle met betrekking tot een bepaalde beoordeelde entiteit bestaande ratings gemakkelijk te vergelijken en hen van gemiddelde ratings voorzien. Om de beleggers in staat te stellen ratings over dezelfde entiteit die door verschillende ratingbureaus zijn afgegeven te vergelijken, is het noodzakelijk dat de ratingbureaus gebruik maken van een geharmoniseerde ratingschaal, die door de ESMA moet worden ontwikkeld en door de Commissie als technische reguleringsnorm moet worden vastgesteld. Het gebruik van de geharmoniseerde ratingschaal moet enkel verplicht zijn voor de publicatie van de ratings op de EURIX-webpagina, terwijl ratingbureaus de vrijheid moeten hebben hun eigen ratingschalen te gebruiken bij de publicatie van de ratings op hun eigen website. Het verplichte gebruik van een geharmoniseerde ratingschaal mag geen harmoniserend effect hebben op de methodologieën en processen van de ratingbureaus, maar moet beperkt worden tot het vergelijkbaar maken van het ratingeffect. Het is belangrijk dat op de EURIX-webpagina naast een gezamenlijke ratingindex alle beschikbare ratings per instrument staan om de beleggers in staat te stellen de hele verscheidenheid van opinies te bekijken alvorens hun eigen beleggingsbeslissing te nemen. De gezamenlijke ratingindex kan de beleggers helpen een eerste aanwijzing te krijgen over de kredietwaardigheid van een entiteit. De EURIX moet kleinere en nieuwe ratingbureaus helpen hun zichtbaarheid te vergroten. De Europese ratingindex zal de informatie over historische prestatiegegevens aanvullen die door de ratingbureaus in het centrale register van de ESMA moet worden gepubliceerd. Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie betreffende ratings van 8 juni 2011 de instelling van een dergelijke Europese ratingindex bepleit.

(23) Beleggers, uitgevende instellingen en andere belanghebbende partijen moeten toegang hebben tot actuele ratinginformatie op een centrale webpagina en via gegevensfeeds, en moeten toegang krijgen tot toekomstige kanalen voor gegevensoverdracht. Een door de ESMA opgezette Europese ratingindex (EURIX) moet de beleggers in de mogelijkheid stellen alle met betrekking tot een bepaalde beoordeelde entiteit bestaande ratings gemakkelijk te vergelijken en hen van gemiddelde ratings voorzien. Om de beleggers in staat te stellen ratings over dezelfde entiteit die door verschillende ratingbureaus zijn afgegeven te vergelijken, is het noodzakelijk dat de ratingbureaus gebruik maken van een geharmoniseerde ratingschaal, die door de ESMA in samenwerking met de EBA en met de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (EIOPA) moet worden ontwikkeld en door de Commissie als technische reguleringsnorm moet worden vastgesteld. Het gebruik van de geharmoniseerde ratingschaal moet enkel verplicht zijn voor de publicatie van de ratings op de EURIX-webpagina, terwijl ratingbureaus de vrijheid moeten hebben hun eigen ratingschalen te gebruiken bij de publicatie van de ratings op hun eigen website. Het verplichte gebruik van een geharmoniseerde ratingschaal mag geen harmoniserend effect hebben op de methodologieën en processen van de ratingbureaus, maar moet beperkt worden tot het vergelijkbaar maken van het ratingeffect. Het is belangrijk dat op de EURIX-webpagina naast een gezamenlijke ratingindex alle beschikbare ratings per instrument staan om de beleggers in staat te stellen de hele verscheidenheid van opinies te bekijken alvorens hun eigen beleggingsbeslissing te nemen. De gezamenlijke ratingindex kan de beleggers helpen een eerste aanwijzing te krijgen over de kredietwaardigheid van een entiteit. De EURIX moet kleinere en nieuwe ratingbureaus helpen hun zichtbaarheid te vergroten. Ratingbureaus die op basis van een op abonnementen of beleggers gebaseerd betalingsmodel werken, worden vrijgesteld van de publicatie van individuele ratings en dienen alleen in de vaststelling van de gemiddelde ratings te worden vermeld. De Europese ratingindex zal de informatie over historische prestatiegegevens aanvullen die door de ratingbureaus in het centrale register van de ESMA moet worden gepubliceerd. Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie betreffende ratings van 8 juni 2011 de instelling van een dergelijke Europese ratingindex bepleit.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) Ratings, al dan niet voor regelgevingsdoeleinden afgegeven, hebben een significante impact op beleggingsbeslissingen.Ratingbureaus hebben bijgevolg een belangrijke verantwoordelijkheid tegenover de beleggers door ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1060/2009 zodat hun ratings onafhankelijk, objectief en van voldoende kwaliteit zijn. Wanneer echter een contractuele relatie tussen het ratingbureau en de belegger ontbreekt, zijn de beleggers niet altijd in een positie om af te dwingen dat het ratingbureau zich tegenover hen verantwoordelijk gedraagt. Bijgevolg is het belangrijk te voorzien in een toereikend recht van verhaal voor beleggers die vertrouwd hebben op een rating die is afgegeven in strijd met de regels van Verordening (EG) nr. 1060/2009. De belegger moet het ratingbureau aansprakelijk kunnen stellen voor alle schade als gevolg van een schending van die verordening die een impact had op het ratingeffect. Schendingen die geen impact hebben op het ratingeffect, zoals schendingen van transparantieverplichtingen, mogen geen aanleiding vormen tot wettelijke-aansprakelijkheidsclaims.

(24) Ratings, al dan niet voor regelgevingsdoeleinden afgegeven, hebben een significante impact op beleggingsbeslissingen. Ratingbureaus hebben bijgevolg een belangrijke verantwoordelijkheid tegenover de beleggers door ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1060/2009 zodat hun ratings onafhankelijk, objectief en van voldoende kwaliteit zijn. Wanneer echter een contractuele relatie tussen het ratingbureau en derde partijen ontbreekt, zijn de derde partijen niet altijd in een positie om af te dwingen dat het ratingbureau zich tegenover hen verantwoordelijk gedraagt. Bijgevolg is het belangrijk te voorzien in een toereikend recht van verhaal voor derde partijen die vertrouwd hebben op een rating die is afgegeven in strijd met de regels van Verordening (EG) nr.1060/2009. Derde partijen moeten moet het ratingbureau aansprakelijk kunnen stellen voor alle schade als gevolg van een schending van die verordening die een impact had op het ratingeffect. Schendingen die geen impact hebben op het ratingeffect, zoals schendingen van transparantieverplichtingen, mogen geen aanleiding vormen tot wettelijke-aansprakelijkheidsclaims.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) Ratingbureaus moeten enkel aansprakelijk gesteld worden indien zij opzettelijk of met grove nalatigheid een van de voor hen geldende verplichtingen van Verordening (EG) nr. 1060/2009 schenden. Deze schuldnorm betekent dat ratingbureaus niet met aansprakelijkheidsclaims mogen worden geconfronteerd indien zij afzonderlijke verplichtingen ingevolge de richtlijn niet naleven zonder hun plichten op ernstig wijze niet in acht te nemen. Deze schuldnorm is passend omdat de ratingactiviteit in bepaalde mate de beoordeling van complexe economische factoren met zich meebrengt en de toepassing van verschillende methodologieën tot verschillende ratingresultaten kan leiden, waarvan er geen als onjuist kunnen worden gekenmerkt.

(25) Ratingbureaus moeten enkel aansprakelijk gesteld worden indien zij opzettelijk of met grove nalatigheid een van de voor hen geldende verplichtingen van Verordening (EG) nr. 1060/2009 schenden. Elke inbreuk op de organisatorische en bedrijfsregels van kredietratingbureaus, zelfs wanneer die onderhevig is aan tuchtmaatregelen door de ESMA, mag derde partijen niet het recht verlenen kredietratingbureaus aansprakelijk te stellen. De aansprakelijkheid van kredietratingbureaus tegenover de bevoegde burgerlijke rechtbanken dient bepaald te worden volgens de regels van die rechtbanken.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Het is belangrijk de beleggers een effectief recht van verhaal op de ratingbureaus te verlenen. Aangezien beleggers slechts in beperkte mate zicht hebben op de interne procedures van de ratingbureaus lijkt een gedeeltelijke omkering van de bewijslast met betrekking tot het bestaan van een schending en de impact van een schending op het ratingeffect passend indien de belegger in redelijkheid heeft aangetoond dat van een schending sprake is. De bewijslast ten aanzien van het bestaan van schade en het oorzakelijk verband tussen schending en schade, die beide dichter bij de sfeer van de belegger liggen, moet evenwel volledig op de belegger rusten.

(26) Het is belangrijk derde partijen een effectief recht van verhaal op de ratingbureaus te verlenen. Aangezien derde partijen slechts in beperkte mate zicht hebben op de interne procedures van de ratingbureaus lijkt een gedeeltelijke omkering van de bewijslast met betrekking tot het bestaan van een schending en de impact van een schending op het ratingeffect passend indien de derde partijen in redelijkheid hebben aangetoond dat van een schending sprake is. De bewijslast ten aanzien van het bestaan van schade en het oorzakelijk verband tussen schending en schade, die beide dichter bij de sfeer van de derde partij liggen, moet evenwel volledig op de derde partij rusten.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Kwesties betreffende de wettelijke aansprakelijkheid van een ratingbureau die niet onder deze verordening vallen, moeten worden geregeld door het toepasselijke nationale recht, vastgesteld middels de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht. Welk rechtscollege bevoegd is om een oordeel te vellen over een wettelijke-aansprakelijkheidsclaim van een belegger moet middels de toepasselijke regels inzake internationale rechtsmacht worden vastgesteld.

(27) In het licht van de nationale verschillen in het burgerrecht van de lidstaten, moet er bijzonder behoedzaam worden omgesprongen met de definitie van de toepasselijke rechtspraak. Kwesties betreffende de wettelijke aansprakelijkheid van een ratingbureau die niet onder deze verordening vallen, moeten worden geregeld door het toepasselijke nationale recht, vastgesteld middels de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht. Welk rechtscollege bevoegd is om een oordeel te vellen over een wettelijke-aansprakelijkheidsclaim van een belegger moet middels de toepasselijke regels inzake internationale rechtsmacht worden vastgesteld.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) Om belangenconflicten verder te verminderen en eerlijke concurrentie op de ratingmarkt te bevorderen, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de door de ratingbureaus aan de klanten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn. Verschillen in vergoedingen die voor hetzelfde soort dienst in rekening worden gebracht, mogen enkel te rechtvaardigen zijn wegens een verschil in de werkelijke kosten bij het verrichten van deze dienst voor andere klanten. Bovendien mogen de aan een bepaalde uitgevende instelling voor ratingdiensten in rekening gebrachte vergoedingen niet afhangen van de resultaten of het effect van de verrichte werkzaamheden of van de verrichting van daarmee verband houdende (neven-)diensten. Voorts moeten ratingbureaus, om het effectieve toezicht op die regels mogelijk te maken, aan de ESMA de van elk van hun klanten ontvangen vergoedingen en hun algemene prijsstellingsbeleid openbaar maken.

(29) Om belangenconflicten verder te verminderen en eerlijke concurrentie op de ratingmarkt te bevorderen, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de door de ratingbureaus aan de klanten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn. Verschillen in vergoedingen die voor hetzelfde soort dienst in rekening worden gebracht, mogen enkel te rechtvaardigen zijn wegens een verschil in de werkelijke kosten bij het verrichten van deze dienst voor andere klanten. Bovendien mogen de aan een bepaalde uitgevende instelling voor ratingdiensten in rekening gebrachte vergoedingen niet afhangen van de resultaten of het effect van de verrichte werkzaamheden of van de verrichting van daarmee verband houdende (neven-)diensten. Voorts moeten ratingbureaus, om het effectieve toezicht op die regels mogelijk te maken, in elk geval aan de ESMA de van elk van hun klanten ontvangen vergoedingen en hun algemene prijsstellingsbeleid openbaar maken.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Om aan de afgifte van actuele en geloofwaardige overheidsratings bij te dragen en om het inzicht van de gebruikers te bevorderen, is het belangrijk ratings regelmatig te herzien. Het is tevens belangrijk de transparantie te vergroten over de uitgevoerde onderzoekswerkzaamheden, het aan de opstelling van ratings toegewezen personeel en de onderliggende aannamen van de door ratingbureaus met betrekking tot overheidsschuld gemaakte ratings.

(30) Om aan de afgifte van actuele en geloofwaardige overheidsratings bij te dragen en om het inzicht van de gebruikers te bevorderen, is het belangrijk ratings regelmatig te herzien. Om ratings begrijpelijker te maken, dient er een overzicht te worden verschaft – naast regelmatige controles – dat gebruikers in staat stelt om te begrijpen hoe ratings tot stand komen. Het is tevens belangrijk de transparantie te vergroten over de uitgevoerde onderzoekswerkzaamheden, het aan de opstelling van ratings toegewezen personeel, de territoriale aanwezigheid en de onderliggende aannamen van de door ratingbureaus met betrekking tot overheidsschuld en schulden van lagere overheden gemaakte ratings.

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Overweging 30 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(30 bis) De Commissie dient de mogelijkheid te onderzoeken om een onafhankelijk Europees ratingbureau op te richten of regels vast te leggen om Europese ratingbureaus in staat te stellen om, rekening houdende met de specifieke economische en sociale ontwikkeling van de individuele lidstaten die beoordeeld worden, een onpartijdige en objectieve beoordeling uit te voeren van hun kredietwaardigheid . Indien noodzakelijk, dient de Commissie passende wetgevingsvoorstellen in te dienen.

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Overweging 30 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(30 ter) Voor de evaluatie van overheids- en suboverheidsobligaties dient de fysieke locatie van de teams van analisten bekendgemaakt te worden. Bovendien moet de aanwezigheid van het team van analisten ter plaatse gedurende een relevante periode verplicht zijn. De tijd dat het team ter plaatse was, moet tevens openbaar gemaakt worden.

Amendement  43

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 32

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(32) Gezien de specificiteit van overheidsratings en om het volatiliteitsrisico te verminderen, is het passend te vereisen dat de ratingbureaus deze ratings pas na sluiting van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan publiceren.

(32) Gezien de specificiteit van overheidsratings en om het volatiliteitsrisico te verminderen, is het passend te vereisen dat de ratingbureaus deze ratings pas na sluiting van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan publiceren. Bovendien lijkt het van belang de regels voor de omgang met vertrouwelijke informatie te verscherpen. Een ratingbureau moet de mogelijkheid hebben de openbaarmaking van vertrouwelijke informatie te vertragen, mits het door een dergelijke vertraging niet waarschijnlijk is dat het publiek wordt misleid en dat de emittent daadwerkelijk het vertrouwelijke karakter van die informatie kan waarborgen. De lijst personen die informatie kunnen ontvangen op grond van de 12-uursregels moet ook beperkt zijn en duidelijk door de beoordeelde entiteit identificeerbaar.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 32 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 bis) Ten behoeve van een betere benadering van de kwestie van de overheidsschulden dient de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor te leggen in verband met de instelling van een volledig onafhankelijk openbaar Europees kredietbeoordelingsbureau dat zich richt op de beoordeling van de kredietwaardigheid van de lidstaten in verband met hun overheidsschuld. In dat verslag moet worden nagegaan of een bestaande instelling de taak van het beoordelen van de overheidsschuld zou kunnen vervullen. Dit verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel. Het nieuwe openbare Europese kredietbeoordelingsbureau moet kunnen beschikken over de noodzakelijke personele en financiële middelen, zodat een rating van hoge kwaliteit wordt gewaarborgd.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Overweging 32 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 ter) Met het oog op het speciale karakter van de beoordeling van overheidsschulden en om een besmettingsrisico tussen de lidstaten te voorkomen zijn verklaringen waarin de herziening van een bepaalde groep landen wordt aangekondigd verboden, zelfs als deze vergezeld gaan van rapporten over de individuele landen.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 quater) Er dient een werkelijk onafhankelijke Europese kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) opgericht te worden om de mededinging te bevorderen. In dit verband is ieder veelbelovend werkelijk onafhankelijk initiatief van de private markt om nieuwelingen in de sector te verwelkomen toe te juichen.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 quinquies) Ratings van overheden zijn een belangrijke indicator voor beleggers en moeten onafhankelijk zijn, ook van overheidsinstanties. Als een land aanvullende steunmaatregelen aanwendt, kan dat aangegeven worden via een aantekening.

Motivering

De stabiliteit van een land van een programma kan sterker zijn dan een rating die op zichzelf staat.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 sexies) Wat alle Europese wetgeving betreft, kunnen banken en andere ondernemingen die geen rating hebben aangevraagd of geen beroep kunnen doen op verhandelde credit default swaps, niet onderworpen zijn aan een beoordeling die automatisch gekoppeld is aan ratings of credit default swaps. Dit verbod geldt ongeacht of de beoordeling uitgevoerd wordt voor regelgevingsdoeleinden of met het oog op commerciële transacties. Elke beoordeling van het risico van die entiteiten moet verlopen in overeenstemming met methodologieën die door de bevoegde autoriteiten gevalideerd zijn.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 septies) De Commissie dient een verslag in te dienen bij het Europees Parlement en bij de Raad om alternatieve modellen voor beoordelingen en ratings te onderzoeken op basis van het effectieve risico op wanbetaling door de uitgevende instelling. In dit verslag dienen de voordelen van een dergelijk model voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de lidstaten vastgesteld te worden.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 octies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 octies) De rol van kredietratingbureaus bestaat erin een financiële analyse en een beoordeling van de kredietwaardigheid te verschaffen. Zij beslaat in geen geval het beoordelen van het economische beleid van een regering of het doen van aanbevelingen op dat vlak. Kredietratingbureaus die hun bevoegdheid op dit vlak overschrijden, dienen eerst een openbare waarschuwing te krijgen van de ESMA en dienen in geval van herhaald ingrijpen een sanctie opgelegd te krijgen, waarbij hun vergunning zelfs ingetrokken kan worden.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 nonies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 nonies) Kleinere kredietratingbureaus moeten worden aangespoord om een netwerk van Europese ratingbureaus op te richten, met de structuur van een partnerschap of een gezamenlijk netwerk, om te putten uit de bestaande middelen en personeelsleden, waardoor zij een betere dekking kunnen bieden en kunnen concurreren met grote ratingbureaus die grensoverschrijdend en wereldwijd actief zijn.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Overweging 32 decies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(32 decies) Van de ratings van kredietratingbureaus die gevestigd zijn in een derde land binnen de Unie mag gebruik worden gemaakt op voorwaarde dat die ratings bevestigd worden door een kredietratingbureau dat in de Unie gevestigd is en geregistreerd is in overeenstemming met deze verordening.

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Overweging 34

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(34) De Commissie moet de ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die door de ESMA zijn ontwikkeld betreffende de inhoud van het overdrachtdossier wanneer een ratingbureau door een andere ratingbureau wordt vervangen, de inhoud, frequentie en presentatie van de informatie die door de uitgevende instellingen over gestructureerde financieringsinstrumenten moet worden verstrekt, de harmonisatie van de door de ratingbureaus te gebruiken standaardratingschaal, de presentatie van de informatie, inclusief structuur, formaat, methode en tijdschema van de rapportage, die de ratingbureaus met betrekking tot EURIX aan de ESMA moeten openbaar maken en de inhoud en het formaat van de periodieke rapportage betreffende de door ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht door de ESMA. De Commissie moet die normen vaststellen middels gedelegeerde handelingen ingevolge artikel 290 van het Verdrag en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

(34) De Commissie moet de ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die door de ESMA zijn ontwikkeld betreffende de inhoud, frequentie en presentatie van de informatie die door de uitgevende instellingen over gestructureerde financieringsinstrumenten moet worden verstrekt, de harmonisatie van de door de ratingbureaus te gebruiken standaardratingschaal, de presentatie van de informatie, inclusief structuur, formaat, methode en tijdschema van de rapportage, die de ratingbureaus met betrekking tot EURIX aan de ESMA moeten openbaar maken en de inhoud en het formaat van de periodieke rapportage betreffende de door ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht door de ESMA. De Commissie moet die normen vaststellen middels gedelegeerde handelingen ingevolge artikel 290 van het Verdrag en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Overweging 35 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 bis) Bij het uitvoeren van haar taken uit hoofde van deze verordening, dient de ESMA aandacht te besteden voor het handhaven van de internationale toezichtsnormen voor ratingbureaus en dient zij de mondiale vergelijkbaarheid van ratings te verzekeren.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Overweging 36 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(36 bis) De Commissie dient een verslag, en indien nodig een voorstel, in te dienen bij het Europees Parlement en de Raad waarin de mogelijkheid om binnen de Commissie een Europese schuldautoriteit op te richten die verantwoordelijk zou zijn voor het beheer en de coördinatie van alle kwesties die verband houden met het jaarlijkse obligatie-uitgifteplan van de lidstaten, de hernieuwing van uitstaande schuld en de beoordeling van de duurzaamheid van alle overheidsobligaties van lidstaten, beoordeeld wordt. Bovendien zou een dergelijke Europese schuldautoriteit periodiek alle gegevens over de overheidsschuld van de lidstaten, hun tekorten en andere macro-economische indicatoren op een enkele website moeten publiceren. Hoewel de Europese schuldautoriteit zelf geen ratingbureau is en geen ratings uitgeeft, dient zij beleggers alle relevante gegevens te verschaffen inzake overheidsschuld en andere belangrijke macro-economische indicatoren. Zulke bekendmaking op een enkele website dient het overdreven vertrouwen op ratings te helpen verlagen en de transparantie te verhogen.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Overweging 36 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(36 ter) De Commissie dient uiterlijk aan het eind van 2012 een verslag in te dienen over de haalbaarheid van een netwerk van kleinere ratingbureaus om de mededinging op de markt te vergroten. In dat verslag moet de mogelijkheid worden beoordeeld dat de Unie financiële en niet-financiële steun en stimulansen biedt voor het oprichten van een dergelijk netwerk, rekening houdende met de mogelijke belangenvermenging die uit zulke overheidsfinanciering zou kunnen voortvloeien..

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Overweging 37 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(37 bis) De Commissie dient de laatste regelgevings- en toezichtsontwikkelingen in de Unie te beoordelen om na te gaan of beleggers en het ruimere publiek hun eigen beoordeling van het kredietrisico kunnen maken. Dit zou in het bijzonder verwezenlijkt kunnen worden door de vereisten inzake publieke bekendmaking voor uitgevende instellingen aanzienlijk te verhogen en tegelijkertijd de toegang van ratingbureaus tot niet-publieke of geprivilegieerde informatie te beperken.

Motivering

Deze beoordeling dient betrekking te hebben op het hele toezichts- en regelgevingskader in de EU, in het bijzonder op onderwerpen als gestructureerd krediet (gedetailleerde informatie over de activa die aan de basis liggen van gestructureerde effecten), uitgevende instellingen uit de bedrijfswereld (beperking van de toegang tot niet-publieke informatie door ratingbureaus) of uitgevende instellingen uit de overheidssector (meer transparantie over de nationale begroting).

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 1 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening voorziet in een gemeenschappelijk regelgevingskader dat moet zorgen voor verbetering van de integriteit, de transparantie, de verantwoordelijkheid, de governance en de betrouwbaarheid van ratingactiviteiten en draagt aldus bij tot de kwaliteit van in de Unie afgegeven ratings en daarmee tot de goede werking van de interne markt, waarbij tevens een hoog niveau van consumenten- en beleggersbescherming wordt bewerkstelligd. De verordening stelt voorwaarden vast voor de afgifte van ratings en bevat voorschriften betreffende de organisatie en het gedrag van ratingbureaus, inclusief hun aandeelhouders en leden, om de onafhankelijkheid van de ratingbureaus te bevorderen, belangenconflicten te vermijden en de bescherming van de consument en belegger te verbeteren.

Deze verordening voorziet in een gemeenschappelijk regelgevingskader dat moet zorgen voor verbetering van de integriteit, de transparantie, de verantwoordelijkheid, de governance en de onafhankelijkheid van ratingactiviteiten en draagt aldus bij tot de kwaliteit van in de Unie afgegeven ratings en daarmee tot de goede werking van de interne markt, waarbij tevens een hoog niveau van consumenten- en beleggersbescherming wordt bewerkstelligd. De verordening stelt voorwaarden vast voor de afgifte van ratings en bevat voorschriften betreffende de organisatie en het gedrag van ratingbureaus, inclusief hun aandeelhouders en leden, om de onafhankelijkheid van de ratingbureaus te bevorderen, belangenconflicten te vermijden en de bescherming van de consument en belegger te verbeteren.

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Aan artikel 1 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

 

"Deze verordening is van toepassing op ratings die betrekking hebben op lidstaten en hun overheidsschuld."

Amendement  60

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 – letter -a (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 3 – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a) punt a) wordt vervangen door:

 

"(a) "rating": een aan investeerders en consumenten verleende informatiedienst over de kredietwaardigheid van een entiteit, een schuldinstrument of financiële verplichting, obligaties, preferente aandelen of andere financiële instrumenten, dan wel van een uitgevende instelling van een schuldinstrument of een financiële verplichting, van obligaties, preferente aandelen of andere financiële instrumenten, voor het verlenen waarvan wordt gebruikgemaakt van een vast en welomschreven rangordesysteem van ratingcategorieën, en waarvoor een aansprakelijkheidsregeling geldt;

Amendement  61

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 – letter -a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 3 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) "klein kredietratingbureau": een kredietratingbureau met minder dan 50 werknemers of een jaarlijkse omzet van minder dan 10 miljoen euro op het niveau van de groep;

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 3 – lid 1 – letter w

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(w) "ratingoutlook": een opinie betreffende de waarschijnlijke richting van een rating op korte of middellange termijn.

(w) "ratingoutlook": een verklaring betreffende de waarschijnlijke richting van een rating over een bepaalde, door het betrokken kredietratingbureau in die verklaring aangeduide periode, waaronder een op objectieve criteria gebaseerd toezicht op de kredietwaardigheid;

Amendement  63

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 3 – lid 1 – letter w bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(w bis) "niet-aangevraagde rating": rating die een kredietratingbureau anders dan op verzoek van de emittent afgeeft;

Amendement  64

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 3 – lid 1 – letter w ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(w ter) "nauwkeurigheidsverhouding": verhouding die ten doel heeft te meten in hoeverre een kredietratingbureau in staat is hoge ratings toe te kennen aan emittenten die aan hun betalingsverplichtingen zullen kunnen voldoen en lage ratings aan emittenten waarvoor dat niet geldt;

Amendement  65

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 5 bis

Artikel 5 bis

Het overdreven vertrouwen op ratings door financiële instellingen

Het overdreven vertrouwen op ratings door financiële instellingen

Kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, beheermaatschappijen en beleggingsmaatschappijen, beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en centrale tegenpartijen in de zin van Verordening (EU) nr. xx/201x van het Europees Parlement en de Raad van xx xxx 201x betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters maken hun eigen kredietrisicobeoordeling en vertrouwen niet uitsluitend of werktuiglijk op ratings voor het beoordelen van de kredietwaardigheid van een entiteit of een financieel instrument. De met het toezicht op deze ondernemingen belaste bevoegde autoriteiten controleren nauwlettend de toereikendheid van de kredietbeoordelingsprocessen van de ondernemingen.

Kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, beheermaatschappijen en beleggingsmaatschappijen, beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en centrale tegenpartijen in de zin van Verordening (EU) nr. xx/201x van het Europees Parlement en de Raad van xx xxx 201x betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters maken hun eigen kredietrisicobeoordeling en vertrouwen niet uitsluitend op ratings voor het beoordelen van de kredietwaardigheid van een entiteit of een financieel instrument. Centrale banken mogen niet van kredietinstellingen eisen dat zij hun zekerheden laten beoordelen door een ratingbureau met het oog op een herfinanciering door de centrale bank.

 

De met het toezicht op deze ondernemingen belaste bevoegde autoriteiten bewaken, met inachtneming van de aard, omvang en complexiteit van de ondernemingsactiviteiten nauwlettend de toereikendheid van de kredietbeoordelingsprocessen van de ondernemingen en zorgen ervoor dat zij noch instemmen met contractuele regels die voortvloeien uit een automatische verkoop van activa bij een downgrade van de kredietwaardigheid door een extern ratingbureau, noch met een regel die vereist dat een specifiek ratingbureau wordt ingeschakeld.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 5 ter bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 ter bis

 

Overdreven vertrouwen op ratings in het recht van de Unie

 

In de wetgeving van de Unie wordt voor regelgevingsdoeleinden niet verwezen naar ratings en alle bepalingen in sectoriële wetgeving die de verplichting inhouden rekening te houden met externe ratings alvorens te investeren of anderen te adviseren om te investeren, zijn nietig. Voor …* legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een gedetailleerd verslag voor over de uitvoering van dit artikel in de wetgeving van de Unie, met inbegrip, waar dit van toepassing is, van een wetgevingsvoorstel. Het verslag geeft aanbevelingen over de ontwikkeling van eigen ratingcapaciteiten ter voorkoming van automatische procyclische reacties op veranderingen in ratings.

 

De ESMA doet ook aanbevelingen over de ontwikkeling van eigen ratingcapaciteiten ter voorkoming van automatische procyclische reacties op veranderingen in ratings.

 

____________

 

* PB: in te vullen datum: één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 5 ter ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 ter ter

 

Zorgvuldigheidsverplichtingen en intern risicobeheer

 

Financiële instellingen en institutionele beleggers komen alle zorgvuldigheidsverplichtingen en verplichtingen voor intern risicobeheer na bij het verwerven van financiële producten, in het bijzonder wanneer het gaat om complexe of gestructureerde producten. Wanneer beleggers hun zorgvuldigheidsverplichtingen en verplichtingen voor intern risicobeheer opzettelijk naast zich neerleggen of bijzonder nalatig handelen, kunnen ratingbureaus niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of verlies ten gevolge van zulk handelen.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 7 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) In artikel 6, lid 3, komt de inleidende formule als volgt te luiden:

 

"3. Op verzoek van een ratingbureau kan de ESMA een ratingbureau ontheffen van naleving van de vereisten van bijlage I, afdeling A, punten 2, 5, 6 en 9 en artikel 7, lid 2, en artikel 7, lid 4, indien het ratingbureau kan aantonen dat deze vereisten, gezien de aard, schaal en complexiteit van zijn bedrijf en de aard en het gamma van de af te geven ratings, niet evenredig zijn en dat:"

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 7 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) In artikel 6 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"3 bis. Kredietratingbureaus dienen een doeltreffende internecontrolestructuur in te stellen, in stand te houden, te handhaven en te documenten die de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en procedures voor de preventie van en het toezicht op mogelijke belangenconflicten regelt en de onafhankelijkheid van ratings, analisten en ratingteams ten opzichte van aandeelhouders, administratieve en bestuursorganen en van de verkoop- en marketingactiviteiten verzekert. Er worden standaardwerkvoorschriften ingesteld op het vlak van corporate governance, organisatie en het beheer van belangenconflicten. Deze regels worden periodiek gecontroleerd en beoordeeld om hun doeltreffendheid te evalueren en om na te gaan of zij bijgewerkt moeten worden."

Amendement  70

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een aandeelhouder of een lid van een ratingbureau die ten minste 5% van het kapitaal of de stemrechten in dat bureau bezit:

1. Een aandeelhouder of een lid van een ratingbureau die ten minste 5% van het kapitaal of de stemrechten in dat bureau bezit:

(a) mag geen 5% of meer van het kapitaal van een ander ratingbureau bezitten. Dit verbod is niet van toepassing op deelnemingen in instellingen voor gediversifieerde collectieve belegging, inclusief beheerde fondsen, zoals pensioenfondsen of levensverzekeringen, mits de deelnemingen in instellingen voor gediversifieerde collectieve belegging hem niet in een positie brengen om significante invloed uit te oefenen op de bedrijfsactiviteiten van die instellingen;

(a) mag geen aandeelhouder of lid van een ander ratingbureau zijn of op andere wijze een direct of indirect eigendomsbelang in een dergelijk ander kredietratingbureau hebben;

(b) heeft niet het recht of de bevoegdheid om 5% of meer van de stemrechten in een ander ratingbureau uit te oefenen;

(b) heeft niet het recht of de bevoegdheid om stemrechten in een ander ratingbureau uit te oefenen;

(c) heeft niet het recht of de bevoegdheid om leden van de raad van bestuur, de directie of de raad van toezicht van een ander ratingbureau te benoemen of te ontslaan;

(c) heeft niet het recht of de bevoegdheid om leden van de raad van bestuur, de directie of de raad van toezicht van een ander ratingbureau te benoemen of te ontslaan;

(d) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, de directie of de raad van toezicht van een ander ratingbureau;

(d) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, de directie of de raad van toezicht van een ander ratingbureau;

(e) mag niet de bevoegdheid hebben om dominante invloed op of zeggenschap over een ander ratingbureau uit te oefenen of mag deze niet werkelijk uitoefenen.

(e) mag niet de bevoegdheid hebben om dominante invloed op of zeggenschap over een ander ratingbureau uit te oefenen of mag deze niet werkelijk uitoefenen.

Amendement  71

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 bis – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Vanaf …* mag een geregistreerd kredietratingbureau dat meer dan 20% van de totale jaarinkomsten uit ratingactiviteiten in de Unie heeft gegenereerd of behoort tot een groep ratingbureaus die zulke inkomsten heeft gegenereerd niet fuseren met een ander ratingbureau, noch zulk ratingbureau overnemen, tenzij dat ratingbureau tot dezelfde groep behoort.

 

___________

 

* PB: Gelieve de datum van inwerkingtreding van deze verordening in te voegen.

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Maximumduur van de contractuele relatie met een ratingbureau

Maximumduur van de contractuele relatie met een ratingbureau voor gestructureerde financieringsinstrumenten

Amendement  73

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer een ratingbureau met een uitgevende instelling of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over die uitgevende instelling, mag zij niet langer dan drie jaar ratings over die uitgevende instelling afgeven.

1. Wanneer een ratingbureau met een uitgevende instelling van gestructureerde financieringsinstrumenten of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over die uitgevende instelling, mag zij niet langer dan vijf jaar ratings over die uitgevende instelling afgeven.

Amendement  74

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer een ratingbureau met een uitgevende instelling of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over de schuldinstrumenten van die uitgevende instelling, is het volgende van toepassing:

Schrappen

(a) wanneer die ratings worden afgegeven binnen een periode langer dan een initiële periode van twaalf maanden, maar korter dan drie jaar geeft het ratingbureau geen verdere ratings over die schuldinstrumenten meer af vanaf het moment dat tien schuldinstrumenten zijn beoordeeld;

 

(b) wanneer binnen een initiële periode van twaalf maanden ten minste tien ratings worden afgegeven, geeft dat ratingbureau na het einde van die periode geen verdere ratings over die schuldinstrumenten meer af;

 

(c) wanneer minder dan tien ratings worden afgegeven, geeft het ratingbureau vanaf het moment waarop een periode van 3 jaar is verstreken geen verdere ratings over die schuldinstrumenten meer af.

 

Amendement  75

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer een uitgevende instelling met meer dan één ratingbureau een contract betreffende dezelfde aangelegenheid heeft aangegaan, zijn de beperkingen beschreven in de leden 1 en 2 slechts op een van die bureaus van toepassing. Geen van die bureaus mag evenwel gedurende meer dan zes jaar een contractuele relatie met de uitgevende instelling hebben.

3. Wanneer een uitgevende instelling met meer dan twee kredietratingbureaus, waaronder een klein kredietratingbureau, een contract betreffende dezelfde aangelegenheid heeft aangegaan, zijn de beperkingen beschreven in de leden 1 en 2 slechts op een bureau, met uitzondering van het kleine kredietratingbureau, van toepassing.

Amendement  76

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het ratingbureau waarvan sprake in de leden 1 tot en met 3 mag vanaf het einde van de maximumperiode van de contractuele relatie waarvan sprake in de leden 1 tot en met 3 gedurende een periode van vier jaar met de uitgevende instelling of haar gelieerde derden geen contract aangaan voor de afgifte van ratings over de uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten.

4. Het ratingbureau als bedoeld in de leden 1 en 2 mag vanaf het einde van de maximumperiode van de contractuele relatie waarvan sprake in lid 1 gedurende een periode van vier jaar met de uitgevende instelling of haar gelieerde derden geen contract aangaan voor de afgifte van ratings over de uitgevende instelling of haar gestructureerde financieringsinstrumenten.

De eerste alinea is ook van toepassing op:

De eerste alinea is ook van toepassing op:

(a) een ratingbureau dat tot dezelfde groep van ratingbureaus behoort als het ratingbureau waarvan sprake in de leden 1 en 2;

(a) een ratingbureau dat tot dezelfde groep van ratingbureaus behoort als het ratingbureau als bedoeld in lid 1;

(b) een ratingbureau dat een aandeelhouder of een lid is van het ratingbureau waarvan sprake in de leden 1 en 2;

(b) een ratingbureau dat een aandeelhouder of een lid is van het ratingbureau bedoeld in lid 1;

(c) een ratingbureau waarin het ratingbureau waarvan sprake in de leden 1 en 2 een aandeelhouder of een lid is.

(c) een ratingbureau waarin het in lid 1 bedoelde ratingbureau een aandeelhouder of een lid is.

Amendement  77

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op overheidsratings.

Schrappen

Amendement  78

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 6 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Wanneer na het einde van de maximumperiode van de contractuele relatie ingevolge de regels in de leden 1 en 2 een ratingbureau door een ander ratingbureau wordt vervangen, verstrekt het uitgaande ratingbureau het inkomende ratingbureau een overdrachtdossier. Een dergelijk dossier omvat de relevante informatie betreffende de beoordeelde entiteit en de beoordeelde schuldinstrumenten die redelijkerwijs noodzakelijk kan zijn om te zorgen voor vergelijkbaarheid met de door het uitgaande ratingbureau uitgevoerde ratings.

6. Wanneer na het einde van de maximumperiode van de contractuele relatie ingevolge de regels in lid 1 een ratingbureau door een ander ratingbureau wordt vervangen, verstrekt het uitgaande ratingbureau het inkomende ratingbureau een overdrachtdossier. Een dergelijk dossier omvat de relevante informatie betreffende de beoordeelde entiteit en de beoordeelde gestructureerde financieringsinstrumenten die redelijkerwijs noodzakelijk kan zijn om te zorgen voor vergelijkbaarheid met de door het uitgaande ratingbureau uitgevoerde ratings.

Amendement  79

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter – lid 7 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de technische vereisten te specificeren betreffende de inhoud van het overdrachtdossier waarvan sprake in lid 5.

7. De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de technische vereisten te specificeren betreffende de inhoud van het overdrachtdossier waarvan sprake in lid 4.

Amendement  80

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 6 ter bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

artikel 6 ter bis

 

Mededinging verzekeren op de ratingmarkt

 

De Commissie brengt jaarlijks verslag uit over de mededinging op de ratingmarkt en publiceert cijfers over het percentage van de totale markt dat in handen is van geregistreerde ratingbureaus, gemeten op basis van de inkomsten.

Amendement  81

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter a

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. '2. Een ratingbureau treft, implementeert en handhaaft passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de ratings en ratingoutlooks die het afgeeft, gebaseerd zijn op een grondige analyse van alle informatie die beschikbaar is en die relevant is voor zijn analyse volgens de toepasselijke ratingactiviteiten. Het treft alle nodige maatregelen opdat de informatie waarvan het voor de toekenning van een rating en ratingoutlook gebruikmaakt, van voldoende kwaliteit en uit betrouwbare bron afkomstig is.

2. Een ratingbureau treft, implementeert en handhaaft passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de ratings en ratingoutlooks die het afgeeft, gebaseerd zijn op een grondige analyse van alle informatie over alle soorten financiële risico's, met inbegrip van milieurisico's, die beschikbaar is en die relevant is voor zijn analyse volgens de toepasselijke ratingactiviteiten. Het treft alle nodige maatregelen opdat de informatie waarvan het voor de toekenning van een rating en ratingoutlook gebruikmaakt, van voldoende kwaliteit en uit betrouwbare bron afkomstig is. Het ratingbureau geeft ratings en ratingoutlooks af met inachtneming van objectiviteitsnormen en vermeldt dat de rating het standpunt vertegenwoordigt van het ratingbureau en dat er slechts in beperkte mate op vertrouwd mag worden.

Amendement  82

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter a

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – leden 2 bis en 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Ten aanzien van niet-aangevraagde ratings geldt dat de informatie die beschikbaar is bij een kredietratingbureau wordt beperkt tot gereguleerde, openbaar bekendgemaakte informatie, in het geval van een beursgenoteerde uitgevende instelling, en tot informatie van vergelijkbare aard voor een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, waarbij zulke informatie uit betrouwbare bronnen moet komen.

 

2 ter. Veranderingen in ratings worden afgegeven in overeenstemming met de gepubliceerde methodiek van het ratingbureau.

Amendement  83

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter c

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – led 5 bis – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 bis. '5 bis Een ratingbureau dat voornemens is om zijn ratingmethodologieën, ratingmodellen of belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen te wijzigen of er nieuwe te gebruiken, publiceert de voorgestelde wijzigingen of de voorgestelde nieuwe methodologieën op zijn website; daarbij nodigt het de belanghebbenden uit tot het maken van opmerkingen gedurende een periode niet korter dan één maand en licht het de redenen voor en de implicaties van de voorgestelde wijzigingen of de voorgestelde nieuwe methodologieën nader toe.

5 bis. Een ratingbureau dat voornemens is om zijn ratingmethodologieën aanzienlijk te wijzigen of er nieuwe te gebruiken, brengt de ESMA daarvan op de hoogte en publiceert relevante informatie over de wijzigingen aan de methodologieën op zijn website; daarbij nodigt het de belanghebbenden uit tot het maken van opmerkingen gedurende een periode van éen maand en licht het de redenen voor en de implicaties van de voorgestelde aanzienlijke wijzigingen of de voorgestelde nieuwe methodologieën nader toe.

Amendement  84

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter c

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – led 5 bis – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Na het verstrijken van de raadplegingsperiode waarvan sprake in de eerste alinea stelt het ratingbureau de ESMA in kennis van de voorgenomen wijzigingen of de voorgestelde nieuwe methodologieën.

Na het verstrijken van de raadplegingsperiode waarvan sprake in de eerste alinea stelt het ratingbureau de ESMA in kennis van de resultaten van de raadpleging en de voorgenomen aanzienlijke wijzigingen of de voorgestelde nieuwe methodologieën.

Amendement  85

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter d – punt 1

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – lid 6 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. '6. Bij een wijziging na het besluit van de ESMA waarvan sprake in lid 3 van artikel 22 bis van de methodologieën, modellen of belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen die bij ratingactiviteiten worden gebruikt, gaat een ratingbureau over tot:';

6. Bij een wijziging na het verstrijken van de periode van een maand voor de controle door de ESMA waarvan sprake is in lid 3 van artikel 22 bis van de methodologieën, modellen of belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen die bij ratingactiviteiten worden gebruikt, gaat een ratingbureau over tot:

Amendement  86

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter d – punt 1i

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – lid 6 – letter a bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a bis) 'a bis onmiddellijke publicatie op zijn website van de nieuwe methodologieën samen met een nadere toelichting daarbij;

(a bis) onmiddellijke informatie van de ESMA en publicatie op zijn website van de resultaten van de raadpleging en van de nieuwe methodologieën samen met een nadere toelichting daarbij, en verschaft eveneens informatie over de toepassingsdatum van de nieuwe methodologieën;

Amendement  87

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 – letter d – punt 1i

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 – lid 6 – letter a bis bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

( a bis bis) onmiddellijke publicatie op zijn website van de reacties op de in artikel 8, lid 5 bis, vermelde raadpleging;

Amendement  88

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

'Artikel -8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis. Na artikel 8 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

"Artikel -8 bis

 

Rating van staatsschulden

 

1. Ratings van staatsschulden worden op zodanige wijze afgegeven dat gegarandeerd is dat de individuele specifieke kenmerken van een bepaalde lidstaat zijn geanalyseerd. Een verklaring waarin de herziening van de rating van een bepaalde groep landen wordt aangekondigd mag niet worden afgegeven, zelfs wanneer deze vergezeld gaat van rapporten over de individuele landen.

 

2. Ratings en ratingoutlooks voor overheidsschuld bevatten geen voorschriften, richtsnoeren of verwijzingen die verband houden met wijzigingen in het beleid. Elke vorm van openbare communicatie over mogelijke wijzigingen van overheidsratings, uitgezonderd ratings en ratingoutlooks, en begeleidende persberichten zijn verboden."

 

3. Een ratingbureau publiceert op zijn website jaarlijks en in overeenstemming met Bijlage I, afdeling D, deel III, lid 3, een kalender aan het eind van december voor de volgende 12 maanden, waarin de data voor de publicatie van overheidsratings en daaraan gerelateerde outlooks worden vastgelegd, en stuurt deze kalender aan de ESMA toe.

 

4. Voor elke periode van 12 maanden stelt het ratingbureau twee of drie data vast voor de publicatie van ratings van staatsschulden en in overeenstemming daarmee maximaal drie data voor de publicatie van daaraan gerelateerde outlooks.

 

Na raadpleging van de ESMA is publicatie van ratings van staatsschulden of daaraan gerelateerde ratingoutlooks op andere tijdstippen dan die welke in de kalender voor de rating van overheidsschulden uitsluitend toegestaan in uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden die voor de betrokken lidstaat aanzienlijke gevolgen kunnen hebben.

 

5. Ratingbureaus publiceren herzieningen van overheidsratings pas na kantoorsluitingstijd van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan.

Amendement  89

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 bis – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Informatie over gestructureerde financieringsinstrumenten

Informatie over financiële instrumenten en gestructureerde financieringsinstrumenten

Amendement  90

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De in de Unie gevestigde uitgevende instelling, de initiator en de sponsor van een gestructureerd financieringsinstrument maken, overeenkomstig lid 4, informatie openbaar over de kredietkwaliteit en prestaties van de afzonderlijke onderliggende activa van het gestructureerd financieringsinstrument, de structuur van de securitisatietransactie, de kasstromen en alle zekerheden ter dekking van een securitisatie-uitzetting alsook de informatie die nodig is om omvangrijke en op goede informatie gebaseerde stresstests op de kasstromen en de waarde van de zekerheden voor de onderliggende uitzettingen te kunnen uitvoeren.

1. De in de Unie gevestigde uitgevende instelling, de initiator en de sponsor van een financieel instrument maken, overeenkomstig lid 4, alle informatie openbaar over de kredietkwaliteit en, voor zover mogelijk, over de prestaties van de financiële instrumenten. Met betrekking tot gestructureerde financieringsinstrumenten, wordt alle informatie over de kredietkwaliteit en de prestaties van de afzonderlijke onderliggende activa van het gestructureerd financieringsinstrument, de structuur van de securitisatietransactie, de kasstromen en alle zekerheden ter dekking van een securitisatie-uitzetting alsook de informatie die nodig is om omvangrijke en op goede informatie gebaseerde stresstests op de kasstromen en de waarde van de zekerheden voor de onderliggende uitzettingen te kunnen uitvoeren, openbaar gemaakt.

Amendement  91

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 ter – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer een uitgevende instelling of een gelieerde derde voornemens is een rating van een gestructureerd financieringsinstrument aan te vragen, stelt zij ten minste twee ratingbureaus aan. Elk ratingbureau verstrekt zijn eigen onafhankelijke rating.

1. Wanneer een uitgevende instelling of een gelieerde derde voornemens is een rating van een gestructureerd financieringsinstrument aan te vragen, verwijst zij de beslissing voor het aanstellen van ten minste twee ratingbureaus naar een gezamenlijk comité waarin uitgevende instellingen en beleggers even sterk vertegenwoordigd zijn. Elk ratingbureau verstrekt zijn eigen onafhankelijke rating.

Amendement            92

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 8 ter bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 8 ter bis

 

Verplicht gebruik van kleine bureaus

 

1. Wanneer een uitgevende instelling of een gelieerde derde voornemens is minstens twee ratingbureaus aan te stellen voor dezelfde uitgifte of instelling, moet het marktaandeel in de Unie van een van de ratingbureaus onder de door de ESMA vastgestelde drempel liggen.

 

2. Voor de toepassing van lid 1 stelt de ESMA een drempel vast voor het marktaandeel op het valk van ratingactiviteiten die in de Unie worden uitgevoerd. De ESMA herziet die drempel jaarlijks en publiceert op haar website een lijst van de ratingbureaus die binnen die drempel vallen. De ESMA dient zich bij de vaststelling van de drempel erop te richten dat zich een markt zonder oligopolistische tendensen ontwikkelt, namelijk een markt waarop geen enkel kredietratingbureau een marktaandeel op basis van inkomsten heeft van meer dan 35 % van de totale markt en waarop de drie grootste kredietratingbureaus een marktaandeel op basis van inkomsten hebben dat niet groter is dan 70 % van de totale markt.

Amendement  93

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 10 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een ratingbureau maakt alle ratings of ratingoutlooks, alsook alle besluiten om een rating niet langer op te stellen op niet-selectieve basis en tijdig openbaar. Indien een ratingbureau besluit een rating niet langer op te stellen, omvat de openbaargemaakte informatie de volledige redenen voor dit besluit.

1. Een ratingbureau maakt alle aangevraagde ratings of ratingoutlooks, alsook alle besluiten om een rating niet langer op te stellen op niet-selectieve basis en tijdig openbaar. Indien een ratingbureau besluit een rating niet langer op te stellen, omvat de openbaargemaakte informatie de volledige redenen voor dit besluit.

Motivering

Op basis van input van de EACRA: "Niet-aangevraagde ratings houden per definitie geen rechtstreekse deelname van de uitgevende instelling in het ratingproces in. De betrokken uitgevende instelling 12 uur voor de rating wordt afgegeven op de hoogte brengen komt overeen met de uitgevende instelling waarschuwen voor een rating. Voorts vereisen beleggers die om niet-aangevraagde ratings verzoeken geen dergelijke aanvullende "laatste controle" door de uitgevende instelling (zij weten immers en wensen misschien zelfs dat de uitgevende instelling niet betrokken is bij dit proces)".

Amendement  94

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Niet-aangevraagde ratings volgens het investor-pays-model zijn vrijgesteld van de informatievereiste waarnaar verwezen wordt in bijlage I, afdeling D, deel I, punt 3.

Motivering

Op basis van input van de EACRA: "Niet-aangevraagde ratings houden per definitie geen rechtstreekse deelname van de uitgevende instelling in het ratingproces in. De betrokken uitgevende instelling 12 uur voor de rating wordt afgegeven op de hoogte brengen komt overeen met de uitgevende instelling waarschuwen voor een rating. Voorts vereisen beleggers die om niet-aangevraagde ratings verzoeken geen dergelijke aanvullende "laatste controle" door de uitgevende instelling (zij weten immers en wensen misschien zelfs dat de uitgevende instelling niet betrokken is bij dit proces)".

Amendement  95

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 10 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Ratingbureaus zorgen ervoor dat ratings en ratingoutlooks worden gepresenteerd en behandeld overeenkomstig de vereisten van bijlage I, afdeling D.

2. Ratingbureaus zorgen ervoor dat ratings en ratingoutlooks worden gepresenteerd en behandeld overeenkomstig de vereisten van bijlage I, afdeling D. Ratingbureaus mogen geen andere factoren openbaar maken dan die welke verband houden met de ratings en dienen zich te onthouden van enige politieke beoordeling.

Amendement  96

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 10 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Totdat de informatie in verband met de rating openbaar wordt gemaakt behandelt het ratingbureau deze als vertrouwelijk. Het ratingbureau houdt een lijst bij van personen die vóór openbaarmaking toegang hebben tot de informatie en van de personen die vóór openbaarmaking op de hoogte worden gebracht van de informatie.

 

De lijst van personen die vooraf van de rating op de hoogte worden gebracht dient zich te beperken tot personen die door iedere beoordeelde entiteit voor dat doel identificeerbaar zijn.

 

Artikel 6 van Richtlijn nr. 2003/6/EG betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) is van toepassing.

Amendement  97

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 12 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 10 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) In artikel 10, lid 5, wordt de eerste alinea vervangen door:

 

"5. Wanneer een ratingbureau een niet-aangevraagde rating afgeeft stelt zij duidelijk in de rating of de beoordeelde instelling of gelieerde derde partij al dan niet deelgenomen heeft aan het ratingproces en of het ratingbureau toegang heeft gekregen tot de rekeningen, de met het beheer samenhangende documenten en andere relevante interne documenten voor de beoordeelde instelling of gelieerde derde partij en gebruikt zij een duidelijk te onderscheiden, andere kleurcode voor de ratingcategorie."

Amendement  98

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 11 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De ESMA zet een Europese ratingindex die alle ingevolge lid 1 bij de ESMA ingediende ratings omvat en een gezamenlijke ratingindex voor elk beoordeeld schuldinstrument op. De index en de afzonderlijke ratings worden op de website van de ESMA gepubliceerd.

2. De ESMA zet een Europese ratingindex op die alle ingevolge lid 1 bij de ESMA ingediende ratings omvat, een gezamenlijke ratingindex voor elk beoordeeld schuldinstrument en de gemiddelde kans op wanbetaling in overeenstemming met bijlage I, afdeling D, lid 2. De index en de afzonderlijke ratings, met uitzondering van ratings die volgens het investor-pays-model werden afgegeven, worden op de website van de EAEM gepubliceerd.

 

De ESMA stroomlijnt haar inspanningen op dat vlak met het werk dat reeds uitgevoerd werd door de EBA en EIOPA.

Amendement  99

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 11 bis – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Een geregistreerd ratingbureau of een gecertificeerd ratingbureau dient zijn wanbetalingsgraden voor iedere activaklasse, binnen iedere ratingcategorie en zijn nauwkeurigheidsverhoudingen voor iedere activaklasse te publiceren. De ESMA becommentarieert deze gegevens, waarbij hij de sterke en zwakke punten van ieder ratingbureau benadrukt.

 

De ESMA analyseert en beoordeelt de prestaties van ratingbureaus met gebruikmaking van de gegevens die zijn verzameld in zijn centrale databank. De ESMA vergelijkt de wanbetalingsgraden van de ratingbureaus en de nauwkeuringheidsverhoudingen voor iedere activaklasse. De ESMA publiceert een jaarverslag over zijn vergelijkende beoordeling, met inbegrip van een ratingsysteem van de prestaties.

 

Het jaarverslag wordt bekendgemaakt op de website van de ESMA.

Amendement  100

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 17

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 19 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De ESMA brengt de ratingbureaus vergoedingen in rekening overeenkomstig deze verordening en het in lid 2 bedoelde reglement inzake vergoedingen. De uitgaven van de ESMA welke nodig zijn voor de registratie en certificatie van en het toezicht op ratingbureaus en voor de terugbetaling van alle eventuele kosten die de bevoegde autoriteiten bij het uitvoeren van hun werkzaamheden uit hoofde van deze verordening kunnen maken, in het bijzonder ingevolge overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde taken, worden door deze vergoedingen volledig gedekt.

1. De ESMA brengt de ratingbureaus vergoedingen in rekening die overeenkomstig deze verordening en het in lid 2 bedoelde reglement inzake vergoedingen zijn geregistreerd. Deze vergoedingen houden uitsluitend verband met de uitgaven van de ESMA welke redelijkerwijs nodig zijn voor de registratie van en het toezicht op ratingbureaus en voor de terugbetaling van alle eventuele kosten die de bevoegde autoriteiten bij het uitvoeren van hun werkzaamheden uit hoofde van deze verordening kunnen maken voor zover die werkzaamheden betrekking hebben op het toezicht op ratingbureaus, in het bijzonder ingevolge overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde taken, maar deze uitgaven worden door deze vergoedingen volledig gedekt.

Amendement  101

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 18 – letter b

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 21 – lid 4 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) een geharmoniseerde standaardratingschaal die overeenkomstig artikel 11 bis door geregistreerde en gecertificeerde ratingbureaus moet worden gebruikt en gebaseerd zal zijn op de maatstaf voor kredietrisico en het aantal ratingcategorieën en grenswaarden voor elke ratingcategorie

(a) een geharmoniseerde standaardratingschaal die overeenkomstig artikel 11 bis door geregistreerde en gecertificeerde ratingbureaus moet worden gebruikt en gebaseerd zal zijn op de maatstaf voor kredietrisico en het aantal ratingcategorieën en grenswaarden voor elke ratingcategorie, bepaald op basis van de waarschijnlijkheid van wanbetaling;

Amendement  102

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 18 – letter b

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 21 – lid 4 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de inhoud en de presentatie van de informatie, inclusief structuur, formaat, methode en tijdschema voor de rapportage, die ratingbureaus aan de ESMA openbaar maken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1; en

(b) de inhoud en de presentatie van de informatie, inclusief structuur, formaat, methode en tijdschema voor de rapportage, die ratingbureaus aan de ESMA openbaar maken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, en de informatie die de EBA en de nationale centrale banken bekendmaken aan de ESMA in overeenstemming met artikel 11 bis, lid 2; en

Amendement  103

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 19 – letter a

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 22 bis – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'Onderzoek van ratingmethodologieën

Onderzoek van procedures die gebruikt worden voor nieuwe en aanzienlijke wijzigingen aan te brengen in ratingmethodologieën

Amendement  104

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 19 – letter b

Regulation (EC) 2009/1060

Artikel 22 bis – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. '3. De ESMA gaat ook na of alle voorgenomen wijzigingen van de ratingmethodologieën waarvan een ratingbureau overeenkomstig artikel 8, lid 5 bis, kennisgeving heeft gedaan, voldoen aan de in artikel 8, lid 3, neergelegde criteria zoals gespecificeerd in de technische reguleringsnormen waarvan sprake in punt d) van artikel 21, lid 4. Het ratingbureau mag de nieuwe ratingmethodologie slechts toepassen nadat de ESMA heeft bevestigd dat de methodologie aan artikel 8, lid 3, voldoet.

3. '3. De ESMA gaat ook na of alle voorgenomen wijzigingen van de ratingmethodologieën waarvan een ratingbureau overeenkomstig artikel 8, lid 5 bis, kennisgeving heeft gedaan, voldoen aan de in artikel 8, lid 3, neergelegde criteria zoals gespecificeerd in de technische reguleringsnormen waarvan sprake in punt d) van artikel 21, lid 4. De ESMA zorgt er wel voor dat er een zekere verscheidenheid aan methodologieën behouden blijft, om concurrentie tussen de ratingbureaus met het oog op aanmoediging van de beste methodologieë en om standaardisatie van de methodologieën te voorkomen. Indien de ESMA een afwijking constateert, verwijdert het ratingbureau deze afwijking binnen een maand.

Amendement  105

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 19 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 24 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 24 bis

 

Sancties voor ratingbureaus die hun bevoegdheid overschrijden

 

Wanneer het Europees Systeem van Financiële Toezichthouders vaststelt dat een ratingbureau zijn bevoegdheid heeft overschreden door een oordeel te geven over het economische beleid van een regering of daaromtrent aanbevelingen heeft gedaan, neemt zij een of meer van de volgende beslissingen, naargelang van de ernst en de frequentie van de overtreding:

 

(a) een openbare aankondiging;

 

(b) een tijdelijk verbod voor het ratingbureau om ratings af te geven in de Unie;

 

(c) een boete opgelegd aan het ratingbureau in overeenstemming met artikel 36 bis;

 

(d) schrapping van het ratingbureau uit het register."

Amendement  106

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 19 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 32 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 ter) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 32 bis

 

Gegevensbescherming

 

Ten aanzien van de verwerking van persoonlijke gegevens door lidstaten in het kader van deze verordening, passen de bevoegde autoriteiten de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG toe. Met betrekking tot de verwerking van persoonlijke gegevens door de ESMA in het kader van deze verordening, moet de ESMA voldoen aan Verordening (EG) nr. 45/2001.

 

Persoonsgegevens worden maximaal vijf jaar bijgehouden."

Amendement  107

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 20

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 35 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer een ratingbureau opzettelijk of met grove nalatigheid een in de lijst van bijlage III opgenomen inbreuk heeft begaan die een impact heeft op een rating waarop een belegger bij de aankoop van een beoordeeld instrument heeft vertrouwd, mag een dergelijke belegger een vordering wegens alle aan die belegger toegebrachte schade tegen dat ratingbureau instellen.

1. Wanneer een ratingbureau opzettelijk of met grove nalatigheid een in de lijst van bijlage III opgenomen inbreuk te hebben begaan in overeenstemming met artikel 24, lid 2, onder d) en dit tot een impact heeft geleid op een rating waarop een belegger/uitgevende instelling bij de aankoop van een beoordeeld instrument heeft vertrouwd, mag een dergelijke belegger/uitgevende instelling een vordering wegens alle aan die belegger/uitgevende instelling toegebrachte schade tegen dat ratingbureau instellen.

Amendement  108

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 20

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 35 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Wanneer een belegger feiten aantoont waaruit kan worden afgeleid dat een ratingbureau een van de inbreuken heeft begaan die zijn opgenomen in de lijst van bijlage III, is het aan het ratingbureau te bewijzen dat het die inbreuk niet heeft begaan of dat die inbreuk geen impact heeft gehad op de afgegeven rating.

4. Wanneer een belegger of uitgevende instelling aan de hand van nauwkeurige en gedetailleerde elementen feiten aantoont waaruit kan worden afgeleid dat een ratingbureau een inbreuk heeft begaan, is het aan het ratingbureau te bewijzen dat het die inbreuk niet heeft begaan of dat die inbreuk geen impact heeft gehad op de afgegeven rating.

Amendement  109

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 20

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 35 bis – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. Voor de wettelijke aansprakelijkheid geldt de regeling van de lidstaat waar de investeerder die de schade lijdt, op het moment waarop de schade optreedt zijn gewone verblijfplaats heeft.

Amendement  110

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 20

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 35 bis – lid 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 ter. Het recht van verhaal dat in dit artikel is vastgelegd, belet niet dat de ESMA haar bevoegdheden zoals vastgelegd in artikel 36 bis volledig uitoefent.

Amendement  111

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 21 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 36 bis – lid 2 – punt i bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) In lid 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"(i bis) ten aanzien van de inbreuken waarbij een ratingbureau niet voldoet aan artikel 10 bis, wordt zijn registratie gedurende vijf jaar geschorst."

Amendement  112

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 24 – letter b

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 39 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Uiterlijk op 31 december 2013 dient de Commissie, in het licht van de ontwikkelingen in het regelgevings- en toezichtskader van de Unie, een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de instrumenten die beleggers en de burgers in het algemeen kunnen gebruiken om hun eigen risicobeoordeling van uitgevende instellingen uit te voeren en waarin de haalbaarheid van alternatieve betalingsmodellen wordt beoordeeld, welk verslag, in voorkomend geval, vergezeld gaat van voorstellen.

Amendement  113

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 24 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 39 bis bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(24 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 39 bis bis

 

Europese kredietwaardigheidsbeoordeling

 

De Unie verricht een interne beoordeling van de kredietwaardigheid van de lidstaten. Hiertoe dient een onafhankelijke, openbare, interne Europese kredietwaardigheidsbeoordeling te worden ontwikkeld om beleggers alle relevante gegevens te verschaffen inzake ratings van overheidsschuld en andere belangrijke macro-economische indicatoren die openbaar worden gemaakt.. Deze Europese kredietwaardigheidsbeoordeling dient te worden uitgevoerd via de bestaande instellingen van de Unie die voor deze taak bevoegd zijn. Voor …* legt de Commissie het Europees Parlement het Europees Parlement en de Raad een verslag voor om vast te stellen of een nieuwe of een bestaande instelling met de in dit artikel bedoelde taak moet worden belast en om in voorkomend geval een van een wetgevingsvoorstel vergezeld advies uit te brengen. De Commissie beoordeelt tevens de punten personele middelen en andere middelen die nodig zijn om een volledige onafhankelijkheid van de instelling te waarborgen.

 

___________

 

*PB datum invoegen: zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Amendement  114

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

Artikel 1 – punt 24 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 39 bis ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(24 ter) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 39 bis ter

 

Personeel en middelen van de ESMA

 

Uiterlijk op …* maakt de EAEM een raming op van haar personele en andere behoeften die voortvloeien uit de vervulling van haar taken en bevoegdheden overeenkomstig deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

 

___________

 

*PB datum invoegen: 12 maanden na de datum van inwerkingtreding.

Amendement  115

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 24 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 40 bis bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(24 quater) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 40 bis bis

 

Netwerk van ratingbureaus

 

De Commissie dient eind 2012 een verslag in over de haalbaarheid van een netwerk van kleinere ratingbureaus om de concurrentie op de markt te vergroten. In dat verslag moet de mogelijkheid worden beoordeeld dat de Unie financiële en niet-financiële steun en stimulansen biedt voor het oprichten van een dergelijk netwerk, rekening houdende met de mogelijke belangenvermenging die uit zulke overheidsfinanciering zou kunnen voortvloeien."

Amendement  116

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De bepalingen van artikel 8 ter, lid 1, zijn uitsluitend van toepassing op instrumenten die uitgegeven zijn op of na ...*.

 

______________

 

* PB datum van inwerkingtreding van deze verordening invoegen.

Amendement  117

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 1 – letter b – punt ii

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling B – punt 3 – paragraaf 1 – letter a bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a bis) een aandeelhouder of lid van een ratingbureau die direct of indirect 10% of meer bezit van het kapitaal of de stemrechten van dat ratingbureau of op een andere manier in een positie is om significante invloed uit te oefenen op de bedrijfsactiviteiten van het ratingbureau, direct of indirect financiële instrumenten van de beoordeelde entiteit of een gelieerde derde in eigendom heeft of een ander direct of indirect eigendomsbelang in die entiteit of derde heeft, met uitzondering van deelnemingen in instellingen voor gediversifieerde collectieve belegging, inclusief beheerde fondsen, zoals pensioenfondsen of levensverzekeringen, die hem niet in een positie plaatsen om significante invloed op de bedrijfsactiviteiten van de instelling uit te oefenen;

(a bis) een aandeelhouder of lid van een ratingbureau die direct of indirect 2% of meer bezit van het kapitaal of de stemrechten van dat ratingbureau of op een andere manier in een positie is om significante invloed uit te oefenen op de bedrijfsactiviteiten van het ratingbureau, direct of indirect financiële instrumenten van de beoordeelde publieke of private entiteit of een gelieerde derde in eigendom heeft of een ander direct of indirect eigendomsbelang in die entiteit of derde heeft, met uitzondering van deelnemingen in instellingen voor gediversifieerde collectieve belegging, inclusief beheerde fondsen, zoals pensioenfondsen of levensverzekeringen, die hem niet in een positie plaatsen om significante invloed op de bedrijfsactiviteiten van de instelling uit te oefenen;

Amendement  118

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

BIJLAGE I – punt 1 – letter b – punt iii

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling B – punt 3 – letter b bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b bis) de rating wordt afgegeven met betrekking tot een beoordeelde entiteit of een gelieerde derde die direct of indirect 10% of meer van het kapitaal of de stemrechten van dat ratingbureau bezit;

(b bis) de rating wordt afgegeven met betrekking tot een beoordeelde entiteit of een gelieerde derde die direct of indirect 2% of meer van het kapitaal of de stemrechten van dat ratingbureau bezit;

Amendement  119

Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit

BIJLAGE I – punt 1 – letter b – punt iv

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling B – punt 3 – letter c bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c bis) een aandeelhouder of lid van een ratingbureau die direct of indirect 10% of meer bezit van het kapitaal of de stemrechten van dat ratingbureau of op een andere manier in een positie is om significante invloed uit te oefenen op de bedrijfsactiviteiten van het ratingbureau lid is van het bestuurs- of toezichthoudende orgaan van de beoordeelde entiteit of een gelieerde derde;

(c bis) een aandeelhouder of lid van een ratingbureau die direct of indirect 2% of meer bezit van het kapitaal of de stemrechten van dat ratingbureau of op een andere manier in een positie is om significante invloed uit te oefenen op de bedrijfsactiviteiten van het ratingbureau, lid is van het bestuurs- of toezichthoudende orgaan van de beoordeelde entiteit of een gelieerde derde;

Amendement  120

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 1 – letter c

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling B – punt 3 bis:

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3 bis. Een ratingbureau zorgt ervoor dat aan zijn klanten voor de verrichting van rating- en nevendiensten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn en op werkelijke kosten zijn gebaseerd. De voor ratingdiensten in rekening gebrachte vergoedingen hangen niet af van het niveau van de door het ratingbureau afgegeven rating of van een ander resultaat of een ander effect van de verrichte werkzaamheden.

3 bis. Een ratingbureau zorgt ervoor dat aan zijn klanten voor de verrichting van rating- en nevendiensten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn en overeenstemmen met de werkelijk gemaakte kosten. De voor ratingdiensten in rekening gebrachte vergoedingen hangen niet af van het niveau van de door het ratingbureau afgegeven rating of van een ander resultaat of een ander effect van de verrichte werkzaamheden.

Amendement  121

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 2 – letter d

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling C – punt 8 – paragraaf 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Een hoofdratinganalist die in dienst treedt van een ander ratingbureau mag gedurende een periode van vier jaar daarna niet worden ingeschakeld bij ratingactiviteiten die betrekking hebben op een beoordeelde instelling, of op aan een dergelijke beoordeelde instellling gelieerde derde partijen, bij de ratings waarvan de desbetreffende hoofdratinganalist betrokken was.

Amendement  122

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 4 – letter a

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling D – deel I – punt 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Ratings en ratingoutlooks worden ook uitgedrukt in cijfers die de kans op wanbetaling aangeven, en gaan gepaard met een toelichting.

Amendement  123

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 4 – letter f

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling D – deel I – punt 5 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Wanneer een ratingbureau een rating of een ratingoutlook bekendmaakt, zet het in zijn perscommuniqués of persberichten de hoofdelementen uiteen die aan de rating of de ratingoutlook ten grondslag liggen.

5. Wanneer een ratingbureau een rating of een ratingoutlook bekendmaakt, zet het in zijn perscommuniqués en toelichtingen de hoofdelementen uiteen die aan de rating of de ratingoutlook ten grondslag liggen.

Amendement  124

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 4 – letter g

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling D – deel I – punt 6:

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Een ratingbureau maakt op zijn website doorlopend informatie openbaar over alle entiteiten of schuldinstrumenten die het met het oog op een initiële beoordeling of een voorlopige rating worden voorgelegd. Deze informatie wordt openbaar gemaakt ongeacht of de uitgevende instellingen al dan niet met het ratingbureau een overeenkomst voor een definitieve rating sluiten.

(6) Een ratingbureau verschaft de ESMA doorlopend gedetailleerdeinformatie over alle entiteiten of schuldinstrumenten die het met het oog op een initiële beoordeling of een voorlopige rating worden voorgelegd. Deze informatie wordt verschaft ongeacht of de uitgevende instellingen al dan niet met het ratingbureau een overeenkomst voor een definitieve rating sluiten.

Motivering

Openbaarmaking houdt een risico op speculatie in. Voorts is het belangrijk voor de uitgevende instelling dat zijn ratingvoornemens vertrouwelijk blijven tot de resultaten gepubliceerd zijn.

Amendement  125

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – punt 6

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage I – afdeling D – deel III – punt 3:

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer een ratingbureau overheidsratings of daarmee verband houdende ratingoutlooks afgeeft, publiceert het deze ratings of outlooks pas na kantoorsluitingstijd van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan. Punt 3 van afdeling D.I. blijft ongewijzigd.

3. Wanneer een ratingbureau overheidsratings of daarmee verband houdende ratingoutlooks afgeeft, publiceert het deze ratings overeenkomstig de in artikel -8 bis bedoelde kalender op een vrijdag na kantoorsluitingstijd van de in de Unie gevestigde handelsplatformen en ten minste één uur voor de opening ervan. Punt 3 van afdeling D.I. blijft ongewijzigd, behalve in uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden die voor de betrokken lidstaat aanzienlijke gevolgen kunnen hebben.

Amendement  126

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – punt 1 – letter b

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage III – deel I – punten 26 bis t/m 26 septies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de volgende nieuwe punten 26 bis tot en met 26 septies worden ingevoegd:

Schrappen

'26a. '26 bis. Het ratingbureau dat met een uitgevende instelling of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over de uitgevende instelling schendt artikel 6 ter, lid 1, door gedurende een periode van meer dan drie jaar ratings over die uitgevende instelling af te geven.

 

26b. 26 ter Het ratingbureau dat met een uitgevende instelling of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over de schuldinstrumenten van de uitgevende instelling schendt artikel 6 ter, lid 2, door gedurende een periode van meer dan 12 maanden ratings over ten minste tien schuldinstrumenten van dezelfde uitgevende instelling af te geven of door gedurende een periode van meer dan 3 jaar ratings over de schuldinstrumenten van de uitgevende instelling af te geven.

 

26c. 26 quater. Het ratingbureau dat met een uitgevende instelling en ten minste een ander ratingbureau een contract is aangegaan schendt artikel 6 ter, lid 3, door gedurende een periode van meer dan zes jaar een contractuele relatie met de uitgevende instelling te hebben.

 

26d. 26 quinquies. Het ratingbureau dat met een uitgevende instelling of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over de uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten schendt artikel 6 ter, lid 4 door het verbod niet te respecteren om gedurende een periode van vier jaar vanaf het einde van de maximumperiode van de contractuele relatie waarvan sprake in de leden 1 tot en met 3 van artikel 6 ter ratings af te geven over de uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten.

 

26 ter. 26 sexies. Het ratingbureau dat met een uitgevende instelling of haar gelieerde derde een contract is aangegaan voor de afgifte van ratings over de uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten schendt artikel 6 ter, lid 6, door aan het einde van de maximumperiode van de contractuele relatie met de uitgevende instelling of haar gelieerde derde geen overdrachtdossier met de vereiste informatie ter beschikking te stellen van een inkomend ratingbureau dat door de uitgevende instelling of haar gelieerde derde is gecontracteerd om ratings over deze uitgevende instelling of haar schuldinstrumenten af te geven.

 

Amendement  127

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – punt 1 – letter f

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage III – deel I – punt 42 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

42 bis. Het ratingbureau schendt artikel 8 indien het om informatie verzoekt die buiten de toepassingsfeer van dat artikel valt of indien de wijzigingen van zijn ratings niet stroken met zijn gepubliceerde methodologieën.

Amendement  128

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – punt 3 – letter a

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage III – deel 3 – punt 3 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3 bis. Het ratingbureau schendt de eerste alinea van artikel 8, lid 5 bis, door de voorgestelde wijzigingen van de methodologieën, modellen of belangrijke ratingaannamen of de voorgestelde nieuwe methodologieën, modellen of belangrijke ratingaannamen alsook een nadere toelichting van de redenen voor en de implicaties van de voorgestelde wijzigingen niet op zijn website te publiceren.

3 bis. Het ratingbureau schendt de eerste alinea van artikel 8, lid 5 bis, indien het de ESMA niet informeert over, of op zijn website geen melding maakt van, de voorgestelde nieuwe methodologieën of wijzigingen van de methodologieën en evenmin de redenen voor en de implicaties van de wijzigingen toelicht.

Amendement  129

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Bijlage III – deel III – punt 4 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4 bis. Het ratingbureau schendt, wanneer het voornemens is de nieuwe methodologieën te gebruiken, punt a bis) van artikel 8, lid 6 door niet onmiddellijk de nieuwe methodologieën alsook een nadere toelichting daarbij op zijn website te publiceren.

4 bis. Het ratingbureau schendt, wanneer het voornemens is de nieuwe methodologieën te gebruiken, punt a bis) van artikel 8, lid 6 door de ESMA niet onmiddellijk in kennis te stellen van de nieuwe methodologieën of door ze niet onmiddellijk op zijn website te publiceren.

  • [1]  PB C 167, 13.6.2012, blz. 2.
  • [2]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel

De activiteiten van de kredietratingbureaus hebben een aanzienlijke impact op het gedrag van de financieel-economische marktdeelnemers en op de werking van de overheidsinstellingen; zij blijven ook grote belangstelling wekken bij het publiek en zijn het onderwerp van een fel politiek debat. De reglementering van de werking van deze bureaus is dan ook een specifiek en zeer gevoelig aspect van het algemene hervormingsproces van de werking van de financiële markten.

De Europese instellingen hebben zich niet lang geleden over deze kwestie gebogen in verordening nr. 1060/2009, vervolgens bij de herziening van het toezichtkader van de financiële sector gewijzigd bij verordening nr. 513/2011, die met name gericht was op de toewijzing van specifieke bevoegdheden aan de pas opgerichte autoriteit (ESMA). Het EP heeft ten aanzien van deze kwestie in juni 2011 nog een niet-wetgevingsresolutie aangenomen (naar aanleiding van een mededeling van de Commissie van juni 2010), waarin het aandringt op een versterking van het regelgevend kader en wijst op de noodzaak om het overmatige vertrouwen in ratings te beperken.

Dat deze kwestie nu voor de derde keer in iets meer dan twee jaar tijd ter tafel komt, toont niet alleen aan dat de problematiek bijzonder complex is, maar ook dat voor een aantal aanhoudende problemen een doeltreffender oplossing moet worden gevonden.

2. Belangrijkste punten van het Commissievoorstel

a) Uitbreiding van het toepassingsgebied van de verordening tot ratingoutlooks

Het voorstel van de Commissie (COM(2011)0747) voor een verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1060/2009 beoogt met name de beperking van het overmatige vertrouwen dat door beleggers en emittenten van effecten wordt gesteld in externe ratings van kredietratingbureaus, en wil dan ook het gebruik van interne ratingmodellen bevorderen.

Het Commissievoorstel breidt het toepassingsgebied van de regels inzake ratings uit tot de ratingoutlooks. Op grond van de gewijzigde tekst moeten de ratingbureaus met name informatie verstrekken over de periode waarbinnen een verandering van de rating wordt verwacht.

b) Wijzigingen met betrekking tot het gebruik van ratings

Artikel 5 bis van de nieuwe verordening bepaalt dat bepaalde financiële instellingen voor het beoordelen van de kredietwaardigheid niet alleen mogen vertrouwen op externe kredietratings. Deze bepaling is in overeenstemming met de beginselen die de FSB in oktober 2010 heeft vastgesteld met het oog op de beperking van het overmatige vertrouwen in kredietratings. Andere wijzigingen zijn gericht op het aanpakken van het risico dat financiële marktdeelnemers wat gestructureerde financieringsinstrumenten betreft overdreven op ratings vertrouwen. Uitgevende instellingen van gestructureerde financieringsinstrumenten moeten parallel twee ratings van twee verschillende ratingbureaus aanvragen

Ten aanzien van icbe's en bab's wordt gevraagd om bij de omzetting van de communautaire regelgeving het principe om minder overdreven op ratings te vertrouwen ook in de nationale wetgeving te integreren.

c) Onafhankelijkheid van de ratingbureaus

Het gaat hierbij om een aantal wijzigingen die gericht zijn op het aanpakken van belangenconflicten met betrekking tot het issuer-pays-model en de aandeelhoudersstructuur van ratingbureaus. Er worden een aantal beginselen vastgesteld: a) de maximale participatie van een aandeelhouder van een ratingbureau in een ander ratingbureau bedraagt 5%; b) er geldt een roulatieregel (van toepassing bij aangevraagde ratings) voor ratingbureaus die door de uitgevende instelling worden in dienst genomen, om te voorkomen dat eenzelfde ratingbureau in dienst blijft gedurende meer dan drie jaar of gedurende meer dan één jaar indien het meer dan tien schuldinstrumenten van de uitgevende instelling beoordeelt. Deze roulatieregel zal de mededinging tussen de ratingbureaus op de markt bevorderen.

d) Openbaarmaking van ratings

Het voorstel legt strengere voorschriften op inzake de bekendmaking van ratings aan de uitgevende instelling, zodat de beoordeelde entiteit de tijd en de mogelijkheid heeft om fouten in de rating op te sporen en deze te weerleggen.

e) Rating van staatsschulden

Ratings van staatsschulden zijn een aparte kwestie. Dit specifieke karakter wordt voor het eerst onderstreept, waarbij blijkt dat de diverse voorschriften met betrekking tot de rating van staatschulden moeten worden versterkt om de kwaliteit ervan te verbeteren. Artikel 8, lid 5, alinea 2 bepaalt dat kredietratingbureaus overheidsratings frequenter moeten beoordelen: om de zes maanden in plaats van om de twaalf maanden. Overheidsratings mogen alleen worden gepubliceerd na kantoorsluitingstijd en ten minste één uur voor opening van de handelsplatformen in de EU. Er zijn ook nieuwe vereisten inzake transparantie bij de ratingbureaus, met name ten aanzien van het voor de beoordeling toegewezen personeel.

f) De kwestie van het Europees Ratingbureau

In tegenstelling tot wat het EP in zijn resolutie van 8 juni 2011 had gevraagd, bevat het Commissievoorstel tot wijziging van verordening (EG) nr. 1060/2009 geen enkele bepaling met betrekking tot de oprichting van een Europees ratingbureau. Het debat over deze kwestie moet echter opnieuw worden geopend.

g) Andere belangrijke wijzigingen met betrekking tot onderstaande punten

De methodologieën die door kredietratingbureaus wordt gehanteerd moeten door de ESMA worden beoordeeld. Er wordt een wettelijke aansprakelijkheidsregeling voor kredietratingbureaus ingesteld, die gebaseerd is op het beginsel van de omkering van de bewijslast.

Het gaat in het algemeen om zeer belangrijke punten waarmee de rapporteur het in grote lijnen eens kan zijn. De tekst moet echter op een aantal punten worden verduidelijkt en versterkt, om ongewenste gevolgen bij de toepassing te voorkomen.

3. Voorstellen van de rapporteur

Een deel van de amendementen op de tekst van de Commissie gaan in die richting. Andere amendementen hebben betrekking op kwesties die in het voorstel voor een nieuwe verordening niet aan bod komen, en reiken vernieuwende suggesties of mogelijke alternatieve oplossingen aan.

Deze laatste amendementen hebben met name betrekking op volgende punten:

1)  de huidige definitie van "rating" als "oordeel" wordt vervangen door een nieuwe definitie waarbij een rating wordt beschouwd als een "informatiedienst";

2)  niet-aangevraagde overheidsschuldratings zijn verboden; voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de EU-lidstaten gaat de Commissie over tot de aanwijzing of oprichting van een onafhankelijke instantie;

3)  naast de voorgestelde wijzigingen in het nieuwe voorstel voor een verordening, moeten de geldende voorschriften grondig worden herzien om alle bepalingen te schrappen die marktdeelnemers in de openbare of particuliere sector ertoe verplichten automatisch rekening te houden met ratings en de gevolgen daarvan (inzonderheid de contractuele bepalingen in verband met het automatisch afstoten van effecten ingeval van een downgrade en met vervroegde terugbetaling indien de rating boven een bepaald niveau stijgt);

4)  er wordt een verbod ingevoerd op kruiselings aandeelhouderschap wanneer het gaat om toezicht of beheer van meer dan één ratingbureau; er komt een verbod voor ratingbureaus om aandelen te bezitten of financiële belangen te hebben in de beoordeelde entiteit;

5)  voor ratingbureaus die een aanzienlijk deel van hun inkomsten uit ratingactiviteit in de EU hebben gegenereerd, worden de mogelijkheden voor acquisities of fusies beperkt ;

6)  er kan een maximaal marktpercentage worden vastgesteld voor de hoeveelheid en/of de waarde van de ratings van financiële entiteiten en gestructureerde producten;

7)  de ESMA moet jaarlijks een beoordeling van de doeltreffendheid en geldigheid van de werkzaamheden van de kredietratingbureaus verrichten, op grond van duidelijk vastgestelde criteria;

8)  de ESMA kan nieuwe voorstellen voor betalingsmodellen uitwerken, om ervoor te zorgen dat de selectie en de beloning van het ratingbureau volledig los staan van de beoordeelde entiteit.

Het belangrijkste is een debat op gang te brengen waarin verschillende benaderingen en standpunten in aanmerking worden genomen, maar dat bijdraagt aan de doelstelling om de werkzaamheden van kredietratingbureaus opnieuw in het juiste perspectief te plaatsen. Ratings moeten worden beschouwd als informatie waarmee rekening dient te worden gehouden, zonder dat zij echter nog langer een bijzondere "status" genieten of een automatische impact hebben op de activiteiten van de financieel-economische marktdeelnemers of de overheidsinstellingen, met vaak negatieve procyclische gevolgen. Het gaat er dus om een einde te maken aan een situatie waarbij de ratingbureaus vaak al te eenzijdig beslissen over timing en modaliteiten van de informatieverstrekking, zonder dat de informatie zelf noodzakelijk nieuw of origineel is, met name wanneer het gaat om de beoordeling van de situatie en de vooruitzichten van de overheidsinstellingen.

ADVIES van de Commissie juridische zaken (3.5.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus
(COM(2011)0747 – C7‑0420/2011 – 2011/0361(COD))

Rapporteur voor advies: Cecilia Wikström

BEKNOPTE MOTIVERING

Bij de opstelling van het advies voor de Commissie economische en monetaire zaken heeft uw rapporteur getracht zich zoveel mogelijk te concentreren op de kernbevoegdheden van de Commissie juridische zaken. Dit houdt in dat er weliswaar verschillende terreinen zijn waarop uw rapporteur uitgesproken standpunten heeft ten aanzien van delen van het voorstel die echter niet aan bod komen in dit advies om te voldoen aan artikel 49, lid 2, van het Reglement. Voorts heeft de Commissie juridische zaken besloten haar advies uitsluitend toe te spitsen op het thema wettelijke aansprakelijkheid, met de bedoeling een ruime consensus te bereiken over een van de sleutelelementen van haar bevoegdheden. Na lange en diepgaande onderhandelingen tussen de politieke fracties is over de wettelijke aansprakelijkheid een compromis bereikt dat bijna neerkwam op een unanieme instemming in de commissie.

Wettelijke aansprakelijkheid

Het is van het allergrootste belang ervoor te zorgen dat ratingbureaus zich houden aan de regels van deze verordening. Het Parlement, en ook de Commissie juridische zaken, heeft erop aangedrongen dat er gemeenschappelijke regels met betrekking tot de wettelijke aansprakelijkheid worden opgenomen voor inbreuken, opzettelijk of uit onachtzaamheid, op de regels van deze verordening. Dat houdt echter niet in dat alle voorgestelde regels automatisch aanvaardbaar mogen worden geacht.

Uw rapporteur is van mening dat een aantal wijzigingen vereist is om een juiste balans aan te brengen tussen stakeholders en de eerbiediging van fundamentele rechtsbeginselen.

De rapporteur acht het wenselijk dat de rol van de ESMA met betrekking tot deze procedure duidelijk wordt omschreven. In de eerste plaats is een technisch amendement op artikel 24, lid 2, letter (d) noodzakelijk om de term "grove nalatigheid" te integreren in de bestaande ESMA-procedures voor toezicht op de ratingbureaus. Hierdoor komt de bestaande inbreukprocedure op een lijn te liggen met de terminologie van de nieuwe aansprakelijkheidsregeling. Voorts stelt de rapporteur voor de omschrijving van "grove nalatigheid" als "in ernstige mate niet in acht nemen" door het ratingbureau te schrappen, omdat niet wordt gedefinieerd wat dit betekent en het dus niets aan de duidelijkheid toevoegt.

Bovendien wenst de rapporteur voor advies een verband te leggen tussen de voorgestelde wettelijke-aansprakelijkheidsprocedure en de bestaande toezichtmaatregelen van de ESMA. Daarom stelt de rapporteur voor dat, tenzij het klaarblijkelijk niet noodzakelijk is, het aangezochte gerecht de ESMA om advies verzoekt en met elk formeel besluit van ESMA rekening houdt. Dit zou het risico beperken dat de ESMA en de rechtbanken een tegengesteld standpunt innemen over de vraag of er al dan niet sprake is van een inbreuk op de verordening.

De rapporteur voor advies zou wijzigingen willen aanbrengen in het voorstel met betrekking tot artikel 35 bis, lid 4. Zij bestrijdt dat het juist zou zijn de bewijslast om te keren zodat ratingbureaus moeten aantonen dat zij onschuldig zijn wanneer bepaald moet worden of een inbreuk gevolgen heeft gehad voor de eruit voortvloeiende rating. Het moet de verantwoordelijkheid zijn van de belegger die stelt dat hij schade heeft geleden om aan te tonen dat het besluit om te beleggen genomen is op grond van de foutieve rating die het gevolg was van de inbreuk op de verordening door het ratingbureau.

Om te zorgen voor een goed evenwicht tussen de bij de rechtszaak betrokken partijen met betrekking tot de andere wijzigingen die de commissie voorstelt, suggereert de rapporteur dat het bevoegde rechtscollege dat is van de lidstaat waar de investeerder die schade heeft geleden zijn/haar gewone verblijfplaats had op het moment waarop de schade is opgetreden.

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 19 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 24 – lid 2 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 bis) Artikel 24, lid 2, onder d), wordt als volgt vervangen:

 

"(d) ongeacht of de inbreuk opzettelijk, door grove nalatigheid, of door nalatigheid gepleegd werd."

Motivering

Technisch amendement ter opneming van de nieuwe definitie van grove nalatigheid die is ingevoerd bij de herziening van de verordening in de analyse van de raad van toezichthouders van de ESMA.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 20

Verordening (EG) nr. 1060/2009

Artikel 35 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Wanneer een ratingbureau opzettelijk of met grove nalatigheid een in de lijst van bijlage III opgenomen inbreuk heeft begaan die een impact heeft op een rating waarop een belegger bij de aankoop van een beoordeeld instrument heeft vertrouwd, mag een dergelijke belegger een vordering wegens alle aan die belegger toegebracht schade tegen dat ratingbureau instellen.

1. Wanneer een ratingbureau opzettelijk of met grove nalatigheid een in de lijst van bijlage III opgenomen inbreuk heeft begaan die een impact heeft op een rating waarop een belegger bij de aankoop van een beoordeeld instrument heeft vertrouwd, mag een dergelijke belegger een vordering wegens alle daaruit voortvloeiende aan die belegger toegebracht schade tegen dat ratingbureau instellen.

2. Een inbreuk wordt geacht een impact op een rating te hebben indien de rating die door het ratingbureau is afgegeven verschilt van de rating die zou zijn afgegeven indien het ratingbureau die inbreuk niet had begaan.

2. Een inbreuk wordt geacht een impact op een rating te hebben indien de rating die door het ratingbureau is afgegeven verschilt van de rating die zou zijn afgegeven indien het ratingbureau die inbreuk niet had begaan.

3. Een ratingbureau handelt met grove nalatigheid indien het bij deze verordening eraan opgelegde verplichtingen in ernstige mate niet in acht neemt.

3. Tenzij blijkt dat het niet noodzakelijk is, verzoekt het gerecht waar de zaak aanhangig is gemaakt de ESMA om advies over de inbreuk. Het gerecht houdt rekening met elk formeel besluit van de ESMA betreffende de kwestie.

4. Wanneer een belegger feiten aantoont waaruit kan worden afgeleid dat een ratingbureau een van de inbreuken heeft begaan die zijn opgenomen in de lijst van bijlage III, is het aan het ratingbureau te bewijzen dat het die inbreuk niet heeft begaan of dat die inbreuk geen impact heeft gehad op de afgegeven rating.

4. Wanneer een belegger een vordering instelt tegen een ratingbureau wegens schade die veroorzaakt is door een rating die is afgegeven in overtreding van deze verordening, ligt de bewijslast bij de belegger om aan te tonen dat de inbreuk een impact heeft gehad op de afgegeven rating en dat deze impact het beleggingsbesluit van de belegger heeft beïnvloed.

5. De wettelijke aansprakelijkheid waarvan sprake in lid 1 mag niet vooraf bij overeenkomst worden uitgesloten of beperkt. Any clause in such agreements excluding or limiting the civil liability in advance shall be deemed null and void.

5. De wettelijke aansprakelijkheid waarvan sprake in lid 1 mag niet vooraf bij overeenkomst worden uitgesloten of beperkt. Elke clausule in dergelijke overeenkomsten die de wettelijke aansprakelijkheid vooraf uitsluit of beperkt, wordt geacht ongeldig te zijn.

 

6. Het bevoegde rechtscollege is dat van de lidstaat waar de investeerder die de schade lijdt, op het moment waarop de schade optreedt zijn of haar gewone verblijfplaats heeft.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus

Document- en procedurenummers

COM(2011)0747 – C7-0420/2011 – 2011/0361(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

30.11.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

JURI

30.11.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Cecilia Wikström

21.11.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

25.1.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

26.4.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Antonio López-Istúriz White, Jiří Maštálka, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Piotr Borys, Sergio Gaetano Cofferati, Vytautas Landsbergis, Eva Lichtenberger, Axel Voss

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Karin Kadenbach

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus

Document- en procedurenummers

COM(2011)0747 – C7-0420/2011 – 2011/0361(COD)

Datum indiening bij EP

15.11.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

30.11.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

IMCO

30.11.2011

JURI

30.11.2011

 

 

Geen advies

       Datum besluit

IMCO

29.2.2012

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Leonardo Domenici

10.5.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

20.12.2011

29.2.2012

26.4.2012

 

Datum goedkeuring

19.6.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

38

5

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Elena Băsescu, Sharon Bowles, Udo Bullmann, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Gunnar Hökmark, Syed Kamall, Othmar Karas, Wolf Klinz, Jürgen Klute, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Arlene McCarthy, Sławomir Witold Nitras, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Peter Skinner, Theodor Dumitru Stolojan, Kay Swinburne, Sampo Terho, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Sari Essayah, Ashley Fox, Roberto Gualtieri, Olle Ludvigsson, Marisa Matias, Mario Mauro, Sirpa Pietikäinen, Emilie Turunen

Datum indiening

28.6.2012