VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)

16.10.2012 - (COM(2011)0793 – C7-0454/2011 – 2011/0373(COD)) - ***I

Zittingsdocument
Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Louis Grech
Rapporteurs voor advies (*):
Cristian Silviu Buşoi, Commissie juridische zaken
(*) Medeverantwoordelijke commissie – artikel 50 van het Reglement


Procedure : 2011/0373(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0280/2012
Ingediende teksten :
A7-0280/2012
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)

(COM(2011)0793 – C7-0454/2011 – 2011/0373(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0793),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0454/2011),

–   gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de rechtsgrondslag,

–   gezien artikel 294, lid 3, en artikel 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol (nr. 2) betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid werden ingediend door de Eerste Kamer van het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsraad van de Bondsrepubliek Duitsland, waarin het ontwerpwetgevingsbesluit in strijd met het subsidiariteitsbeginsel werd geacht,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 28 maart 2012[1],

–   gezien de artikelen 55 en 37 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en het advies van de Commissie juridische zaken (A7-0280/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Visum 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 114 en 169,

Amendement 2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) In artikel 169, lid 1, en lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat de Unie bijdraagt tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij op grond van artikel 114 neemt. Volgens artikel 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt in het beleid van de Unie zorg gedragen voor een hoog niveau van consumentenbescherming.

(1) In artikel 169, lid 1, en lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de Unie bijdraagt tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming onder andere door middel van maatregelen die zij op grond van artikel 114 neemt. Volgens artikel 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt in het beleid van de Unie zorg gedragen voor een hoog niveau van consumentenbescherming.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Overeenkomstig artikel 26, lid 2, VWEU omvat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten gewaarborgd is. Om ervoor te zorgen dat consumenten vertrouwen hebben in en profiteren van de interne markt, dienen zij toegang te hebben tot eenvoudige en goedkope wijzen van beslechting van geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten. Dit geldt voor zowel offline- als onlinetransacties, en is met name van belang wanneer consumenten over de grens winkelen.

(2) Overeenkomstig artikel 26, lid 2, VWEU omvat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten gewaarborgd is. De interne markt dient consumenten toegevoegde waarde te bieden in de vorm van een betere kwaliteit, een bredere keus, redelijke prijzen en strenge veiligheidsnormen voor goederen en diensten waardoor consumenten een hoge bescherming kunnen genieten.

Motivering

Verduidelijkt de tastbare voordelen die de interne markt de consumenten biedt.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Een versnipperde interne markt gaat ten koste van de Europese concurrentiekracht, economische groei en werkgelegenheidsgroei. Het is voor de afronding van de interne markt van cruciaal belang dat de directe en indirecte obstakels voor een goede werking ervan uit de weg worden geruimd en dat het vertrouwen van de consument erin wordt vergroot.

Motivering

Doel van de interne markt is een grensoverschrijdende ruimte te creëren waarbinnen burgers en bedrijven zich vrij kunnen bewegen en hun rechten uitoefenen. De grote versnippering werkt echter dusdanige onvolkomenheden in de hand dat de burger gefrustreerd raakt.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 quater) De consumenten moeten gegarandeerd toegang hebben tot eenvoudige, doeltreffende, doelmatige en financieel toegankelijke procedures voor het beslechten van binnenlandse en grensoverschrijdende geschillen over de verkoop van goederen of de levering van diensten. Op die manier kan hun vertrouwen in de markt worden versterkt. Dit geldt voor zowel offline- als onlinetransacties, en is met name van belang wanneer consumenten over de grens winkelen.

Motivering

Als burgers meer vertrouwen krijgen dat zij waar dan ook in de Unie verhaal kunnen halen, worden zij actiever op de interne markt, krijgen zij toegang tot een breder scala producten en wordt de economische groei bevorderd.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Alternatieve geschillenbeslechting biedt een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing voor geschillen tussen consumenten en ondernemers. Alternatieve geschillenbeslechting is echter nog niet voldoende ontwikkeld in de Europese Unie. Willen consumenten de mogelijkheden daarvan optimaal kunnen benutten, dan moet alternatieve geschillenbeslechting beschikbaar zijn voor alle soorten consumentengeschillen, moeten de kwaliteitsniveaus van de ADR-procedures gelijk zijn en moeten consumenten en ondernemers op de hoogte zijn van dergelijke procedures. Ook dienen de ADR-entiteiten grensoverschrijdende geschillen doeltreffend af te handelen.

(3) Alternatieve geschillenbeslechting biedt een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing voor geschillen tussen consumenten en ondernemers. Alternatieve geschillenbeslechting is echter nog onvoldoende en ongelijk ontwikkeld in de lidstaten. Het is betreurenswaardig dat ondanks Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie van 30 maart 1998 betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen1 en Aanbeveling 2001/310/EG van de Commissie van 4 april 2001 met betrekking tot de beginselen voor de buitengerechtelijke organen die bij de consensuele beslechting van consumentengeschillen betrokken zijn2, er in sommige gebieden en bedrijfssectoren nog geen of slechts gebrekkig werkende mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting tot stand zijn gebracht. Consumenten en ondernemers zijn nog niet op de hoogte van de reeds voorhanden alternatieve verhaalprocedures, getuige het uiterst kleine percentage burgers dat weet hoe een klacht in te dienen bij een ADR-entiteit.

 

_____________

 

1 PB L 115 van 17.4.1998, blz. 31.

 

2 PB L 109 van 19.4.2001, blz. 56.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Doordat er nog altijd de nodige barrières en lacunes bestaan, zoals gebrekkige informatie, een geografisch en qua sectoren ongelijke ontwikkeling van de systemen voor alternatieve geschillenbeslechting (ADR) en gefragmenteerde en ongecoördineerde regelgeving, wordt de consument belemmerd in zijn vermogen om in vol vertrouwen aankopen te doen, met name over de grenzen heen. Om dezelfde redenen zien ondernemers af van verkoop aan consumenten in andere lidstaten waar er onvoldoende toegang tot kwalitatief hoogwaardige ADR-procedures is. Bovendien ondervinden ondernemers die gevestigd zijn in een lidstaat waar de kwaliteit van ADR-procedures te wensen overlaat een concurrentienadeel in vergelijking met ondernemers die wel toegang hebben tot dergelijke ADR-procedures en aldus consumentengeschillen sneller en goedkoper kunnen beslechten. De ongelijkheden in de dekking, de kwaliteit en de bekendheid van ADR-mechanismen in de lidstaten vormen een obstakel voor de interne markt en vereisen actie op het niveau van de Unie. Met deze richtlijn dienen minimumnormen voor de kwaliteit van ADR-entiteiten te worden vastgesteld, die consumenten hetzelfde gewaarborgde minimumniveau van bescherming en rechten bieden bij zowel binnenlandse als grensoverschrijdende geschillen. Deze richtlijn mag de lidstaten er niet van weerhouden regels in te voeren of te handhaven die verder gaan dan wat is voorzien in deze richtlijn.

Motivering

Door de grote verschillen binnen de interne markt qua wetgeving, implementatie en beschikbare informatie wordt het potentieel ervan onvolledig benut. Met name de ongelijke ontwikkeling van systemen voor alternatieve geschillenbeslechting (ADR) noopt tot optreden op Europees niveau om op die manier alle consumenten gelijke toegang te bieden tot kwalitatief hoogstaande ADR- procedures.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Teneinde consumenten ten volle te laten profiteren van de mogelijkheden die de interne markt biedt, moet ADR beschikbaar zijn voor alle soorten binnenlandse en grensoverschrijdende geschillen waarop deze richtlijn betrekking heeft. ADR-procedures moeten voldoen aan consistente minimumkwaliteitsnormen in de gehele Unie, en consumenten en ondernemers moeten bekend zijn met dergelijke procedures. Het is gezien de toename van grensoverschrijdende handel en verkeer van personen eveneens van belang dat ADR-entiteiten de aan hen voorgelegde grensoverschrijdende geschillen doeltreffend afhandelen.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 quater) Zoals het Europees Parlement in zijn resoluties van 25 oktober 2011 over alternatieve geschillenbeslechting in burgerlijke, handels- en familiezaken1 en van 20 mei 2010 over het verwezenlijken van een interne markt voor consumenten en burgers2 reeds bepleitte, dienen in het kader van een holistische benadering van de interne markt die de burgers daadwerkelijk iets oplevert eerst en vooral eenvoudige, doeltreffende, doelmatige en financieel toegankelijke verhaalprocedures te worden ontwikkeld.

 

__________

 

1 Aangenomen teksten P7_TA(2011)0449.

 

2 PB C 161 E van 31.5.2011, blz. 84.

Motivering

Het Europees Parlement heeft van meet af aan gepleit voor specifieke wetgeving ter waarborging van de toegang tot alternatieve geschillenbeslechting voor de consument.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) In haar Akte voor de interne markt heeft de Commissie wetgeving over alternatieve geschillenbeslechting, waaronder die inzake de onlinehandel, aangemerkt als een van de twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen in de eengemaakte markt.

(4) In haar Akte voor de interne markt heeft de Commissie wetgeving over alternatieve geschillenbeslechting, waaronder die inzake de onlinehandel, aangemerkt als een van de twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei, het versterken van het vertrouwen en het boeken van vooruitgang op weg naar de eengemaakte markt.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) De Europese Raad heeft het Parlement en de Raad verzocht uiterlijk eind 2012 een eerste reeks van prioritaire maatregelen vast te stellen om de eengemaakte markt een nieuwe impuls te geven.

(5) De Europese Raad heeft het Parlement en de Raad verzocht uiterlijk eind 2012 een eerste reeks van prioritaire maatregelen vast te stellen om de eengemaakte markt een nieuwe impuls te geven. De Raad heeft het belang van e-handel onderstreept en bevestigd dat zowel consumenten als ondernemers met behulp van een ADR-regeling goedkoop, eenvoudig en snel verhaal moeten kunnen halen. Voor een succesvolle uitvoering van deze regeling is er langdurig politiek engagement nodig en steun van alle betrokken partijen, waarbij de financiële toegankelijkheid, transparantie, flexibiliteit, snelheid en kwaliteit van de besluitvorming door ADR-entiteiten die onder de werkingssfeer van deze richtlijn vallen, intact moeten worden gehouden.

Motivering

Om het volledige potentieel van alternatieve geschillenbeslechting te kunnen benutten, dienen de Commissie, het Parlement en de Raad er volledig achter te staan en er hun volle steun aan te verlenen. De lidstaten in het bijzonder moeten toezien op een behoorlijke tenuitvoerlegging van de richtlijn.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Gezien het groeiende belang van e-handel en met name grensoverschrijdende e-handel als een van de pijlers van de economische bedrijvigheid in de Unie, is er een goed functionerend ADR-stelsel en een goed geïntegreerd kader voor geschillenbeslechting via internet voor online contractuele geschillen nodig om de in de Akte voor de interne markt vastgelegde doelstelling van versterking van het vertrouwen van de burger in de interne markt te kunnen realiseren.

Motivering

De handel via internet is een belangrijke pijler van de economische activiteit binnen de Europese Unie geworden. Tegelijkertijd staan veel consumenten en ondernemers huiverig tegenover het doen van aankopen en het uitvoeren van verkooptransacties via internet omdat zij bang zijn dat zij geen verhaal kunnen halen als er onverhoopt een geschil ontstaat.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter) Deze richtlijn en Verordening ...* van het Europees Parlement en de Raad van … ** betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen (ODR-verordening) zijn twee onderling verbonden en elkaar aanvullende besluiten. Het ODR-platform is ervoor bedoeld om, ondersteund door de aanwezigheid van kwalitatief hoogstaande ADR-entiteiten in heel de Unie, consumenten en ondernemers één enkel toegangspunt voor de buitengerechtelijke beslechting van onlinegeschillen te bieden. Het ODR-platform kan alleen goed werken als er overal volledige ADR-dekking beschikbaar is.

 

_____________

 

* PB: gelieve het referentienummer in te voegen.

 

** PB: gelieve de datum van aanneming in te voegen.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De ontwikkeling van een goed functionerende alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie is noodzakelijk om het vertrouwen van de consumenten in de interne markt, ook op het gebied van e-handel te versterken. Dergelijke ontwikkeling moet gebaseerd zijn op de al in de lidstaten bestaande ADR-procedures, met eerbiediging van hun wettelijke tradities.

(6) De ontwikkeling van een goed functionerende alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie is noodzakelijk om het vertrouwen van de consumenten in de interne markt, ook op het gebied van e-handel te versterken, en om het volledige potentieel van grensoverschrijdende handel en e-handel te realiseren. Dergelijke ontwikkeling moet gebaseerd zijn op de al in de lidstaten bestaande ADR-procedures, met eerbiediging van hun wettelijke tradities. Alle huidige en nieuw opgezette geschillenbeslechtingsinstanties die goed functioneren en voldoen aan de in deze richtlijn uiteengezette minimale kwaliteitscriteria dienen te worden aangemerkt als "ADR-entiteiten". De verspreiding van de ADR-procedures kan bovendien belangrijk blijken in de lidstaten waar bij rechtszaken die bij de rechtbanken aanhangig zijn, sprake is van een aanzienlijke achterstand, waardoor aan de burgers van de Europese Unie het recht op een rechtvaardig proces binnen redelijke termijnen wordt ontnomen.

Motivering

Teneinde te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden, kan het bij ADR-entiteiten in de zin van deze richtlijn zowel om reeds bestaande als om nieuw opgerichte geschillenbeslechtingsinstanties gaan die qua opzet voldoen aan de vereisten van deze richtlijn.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Deze richtlijn dient te gelden voor contractuele geschillen tussen consumenten en ondernemers die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten in alle economische sectoren. Hierbij dient het zowel om klachten van consumenten tegen ondernemers als om klachten van ondernemers tegen consumenten te gaan. Deze richtlijn dient niet te gelden voor geschillen tussen ondernemers; zij mag de lidstaten evenwel niet beletten voorschriften vast te stellen of te handhaven inzake procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van dergelijke geschillen.

(7) Deze richtlijn dient te gelden voor contractuele geschillen tussen consumenten en ondernemers die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten, zowel offline als online, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van digitale inhoud tegen betaling, in alle economische sectoren. Zij dient niet te gelden voor niet-economische diensten van algemeen belang, ongeacht de rechtsbetrekking tussen handelaar en consument. Deze richtlijn dient te gelden voor klachten van consumenten tegen ondernemers. Deze richtlijn dient noch te gelden voor klachten ingediend door ondernemers tegen consumenten, noch voor geschillen en klachten van ondernemers tegen consumenten of voor geschillen tussen ondernemers; deze richtlijn mag de lidstaten evenwel niet beletten voorschriften vast te stellen of te handhaven inzake procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van dergelijke geschillen.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Deze richtlijn dient voorrang te hebben op Uniewetgeving die bepalingen bevat die erop zijn gericht de oprichting van ADR-entiteiten in een specifieke sector te bevorderen. Waar sectorspecifieke wetgeving de oprichting van dergelijke entiteiten verplicht stelt, dient deze richtlijn enkel voorrang te hebben voor zover die wetgeving niet ten minste een gelijkwaardig niveau van consumentenbescherming garandeert.

(10) Deze richtlijn dient voorrang te hebben op Uniewetgeving die bepalingen bevat die erop zijn gericht de oprichting van ADR-entiteiten in een specifieke sector te bevorderen. Waar sectorspecifieke wetgeving de oprichting van ADR-entiteiten verplicht stelt, dient deze richtlijn enkel voorrang te hebben voor zover de sectorspecifieke wetgeving niet ten minste een gelijkwaardig niveau van consumentenbescherming garandeert.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) De verschillen tussen de ADR-entiteiten zijn zowel tussen de lidstaten onderling als binnen de lidstaten erg groot. Deze richtlijn dient elke entiteit te bestrijken die op duurzame basis is opgericht en de beslechting van een geschil via een ADR-procedure aanbiedt. Een arbitrageprocedure die op ad-hocbasis voor één enkel geschil tussen een consument en een ondernemer buiten het kader van een ADR-entiteit is opgezet, dient niet als ADR-procedure te worden aangemerkt.

(11) De verschillen tussen de ADR-entiteiten zijn zowel tussen de lidstaten onderling als binnen de lidstaten erg groot. Deze richtlijn dient elke entiteit te bestrijken die op duurzame basis is opgericht en de beslechting van een geschil via een ADR-procedure aanbiedt die is aangemeld bij de Commissie en de lidstaten en in de lijst is opgenomen overeenkomstig artikel 17, lid 2 van deze richtlijn. Een arbitrageprocedure die op ad-hocbasis voor één enkel geschil tussen een consument en een ondernemer buiten het kader van een ADR-entiteit is opgezet, dient niet als ADR-procedure te worden aangemerkt.

Motivering

Aanbieders van ADR die er niet voor kiezen ADR-entiteiten in de zin van deze richtlijn te zijn, dienen niet te worden onderworpen aan de bepalingen van deze richtlijn.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) De verschillen tussen ADR-procedures zijn zowel tussen de lidstaten onderling als in de lidstaten zelf erg groot. Zij kunnen de vorm aannemen van procedures waarbij de geschillenbeslechtingsentiteit de partijen bij elkaar brengt teneinde een minnelijke schikking te vergemakkelijken, procedures waarbij de geschillenbeslechtingsentiteit een oplossing voorstelt of procedures waarbij de geschillenbeslechtingsentiteit een oplossing oplegt. Daarnaast kunnen zij de vorm aannemen van een combinatie van twee of meer van dergelijke procedures. Deze richtlijn dient de vorm die de ADR-procedures in de lidstaten aannemen onverlet te laten.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Deze richtlijn dient niet te gelden voor procedures voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn en evenmin voor procedures in het kader van ondernemingsstelsels voor de afhandeling van consumentenklachten. Zij dient niet te gelden voor rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen. Voorts dient zij geen toepassing te vinden op pogingen ondernomen door een rechter om een geschil te beslechten in het kader van een gerechtelijke procedure met betrekking tot dat geschil.

(12) Deze richtlijn dient te gelden voor procedures voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn, of uitsluitend van die ondernemer of een bedrijfs- of beroepsorganisatie waarvan die ondernemer lid is enige vorm van beloning ontvangen, tenzij deze entiteiten volledig voldoen aan de in hoofdstuk II van deze richtlijn vastgestelde kwaliteitseisen en aan de strenge aanvullende onafhankelijkheidswaarborgen die zijn vastgesteld in artikel 2, lid 2 onder a). ADR-entiteiten die via dergelijke procedures geschillenbeslechting aanbieden dienen regelmatig te worden getoetst op de naleving van de in deze richtlijn vastgestelde kwaliteitseisen, met inbegrip van de specifieke aanvullende voorwaarden ten aanzien van hun onafhankelijkheid.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Deze richtlijn dient niet te gelden voor procedures voor klachtenbehandelingsregelingen onder leiding van de ondernemer , en evenmin voor rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen. Voorts dient zij geen toepassing te vinden op door een rechter ondernomen pogingen om een geschil te beslechten in het kader van een gerechtelijke procedure met betrekking tot dat geschil.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Richtlijn 2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken1 heeft reeds een kader gecreëerd voor op het niveau van de Unie te hanteren systemen van bemiddeling, in het bijzonder bij grensoverschrijdende geschillen, zonder dat dit de toepassing daarvan bij interne bemiddelingssystemen in de weg staat. Deze richtlijn vormt een aanvulling op dit systeem voor wat andere ADR-procedures betreft.

 

_______________________________

1 PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) De lidstaten moeten erop toezien dat de geschillen waarop deze richtlijn van toepassing is, kunnen worden voorgelegd aan een ADR-entiteit die voldoet aan de in deze richtlijn gestelde voorwaarden. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om aan deze verplichting te voldoen door gebruik te maken van de bestaande ADR-entiteiten en het bevoegdheidsgebied daarvan zo nodig aan te passen, of te voorzien in de oprichting van nieuwe ADR-entiteiten. Deze richtlijn dient de lidstaten niet te verplichten om in elke detailhandelsector een specifieke ADR-entiteit op te richten. De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben om te voorzien in de oprichting van een ADR-entiteit als vangnet voor de behandeling van geschillen waarvoor geen specifieke entiteit bevoegd is.

(13) De lidstaten moeten erop toezien dat de geschillen over overeenkomsten waarop deze richtlijn van toepassing is, kunnen worden voorgelegd aan een ADR-entiteit die voldoet aan de in deze richtlijn bepaalde kwaliteitscriteria. De lidstaten kunnen ook aan deze verplichting voldoen door voort te bouwen op de diensten van de bestaande goed werkende ADR-entiteiten en het bevoegdheidsgebied daarvan zo nodig overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn aan te passen, of te voorzien in de oprichting van nieuwe ADR-entiteiten. Deze richtlijn dient de lidstaten niet te verplichten om in elke detailhandelsector een specifieke ADR-entiteit op te richten. De lidstaten dienen te voorzien in de oprichting van een ADR-entiteit als vangnet voor de behandeling van geschillen waarvoor geen specifieke entiteit bevoegd is, teneinde te zorgen voor volledige geografische dekking en toegang tot alternatieve geschillenbeslechting in alle lidstaten.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Deze richtlijn mag de juridische situatie van in een lidstaat gevestigde ondernemers die vallen onder een ADR-entiteit in een andere lidstaat, niet aantasten. De lidstaten dienen de ontwikkeling van deze entiteiten te bevorderen.

(14) Deze richtlijn mag de juridische situatie van in een lidstaat gevestigde ondernemers die vallen onder een ADR-entiteit in een andere lidstaat, niet aantasten. Om de geografische dekking en de toegankelijkheid voor consumenten van ADR in de Unie te verruimen dienen de lidstaten de ontwikkeling van dergelijke regionale, transnationale en pan-Europese geschillenbeslechtingsentiteiten te bevorderen waarbij ondernemers uit verschillende lidstaten deel uitmaken van dezelfde ADR-entiteit. De Commissie dient de oprichting van dergelijke entiteiten op Europees niveau verder te vergemakkelijken.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) Deze richtlijn mag het recht van de lidstaten om ADR-procedures te handhaven of in te voeren voor de gezamenlijke behandeling van identieke of soortgelijke geschillen tussen een ondernemer en diverse consumenten, niet aantasten. Deze procedures kunnen worden beschouwd als een eerste stap op weg naar de verdere ontwikkeling van collectieve ADR-procedures in de Unie.

(15) Deze richtlijn mag het recht van de lidstaten om ADR-procedures te handhaven of in te voeren voor de gezamenlijke behandeling van identieke of soortgelijke geschillen tussen een ondernemer en diverse consumenten, niet aantasten. Er dienen omvattende effectbeoordelingen te worden uitgevoerd van collectieve regelingen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting voordat deze worden voorgesteld op het niveau van de Unie. Het bestaan van een doeltreffend systeem voor collectieve claims enerzijds en een eenvoudige toegang tot ADR-oplossingen anderzijds, dienen elkaar wederzijds aan te vullen en elkaar niet uit te sluiten.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) De vertrouwelijkheid en de privacy dienen gedurende het gehele verloop van de ADR-procedure te zijn gewaarborgd. Het moet echter wel toegestaan zijn om eindvonnissen met een voorbeeldfunctie openbaar te maken, naar goeddunken van de lidstaten. De lidstaten moeten worden aangemoedigd het vertrouwelijke karakter van ADR-procedures tijdens eventuele latere gerechtelijke procedures in burgerlijke of handelszaken of arbitrageprocedures te beschermen.

Motivering

Het systeem van buitengerechtelijke geschillenbeslechting dient zoveel mogelijk te helpen de lat in de verschillende sectoren steeds hoger te leggen, onder meer door vonnissen met een voorbeeldfunctie van bij uitstek belangwekkende geschillen openbaar te maken. Hierdoor kan de uitwisseling van informatie en beste praktijken ten aanzien van consumentenrechten op specifieke aandachtsgebieden worden bevorderd.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 ter) De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat ADR-entiteiten geschillen op een eerlijke, praktische en voor zowel de consument als de ondernemer proportionele wijze oplossen, op basis van een objectieve beoordeling van de omstandigheden waaronder de klacht is ingediend en onder inachtneming van de rechten van de betrokken partijen.

Motivering

Om in de ogen van burgers en ondernemers geloofwaardig en vertrouwenswaardig te kunnen zijn, dienen ADR-entiteiten geschillen op een eerlijke en objectieve manier te beslechten.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 quater) Om EU-burgers het vertrouwen te kunnen bieden dat ADR-mechanismen hun een eerlijke en onafhankelijke uitkomst bieden, dienen ADR-entiteiten volstrekt onafhankelijk en integer te zijn. De met alternatieve geschillenbeslechting belaste personen of colleges dienen onafhankelijk te zijn van alle partijen die op enigerlei wijze belang hebben bij de uitkomst en mogen geen belangenconflicten hebben waardoor hun besluit niet op een eerlijke, onpartijdige en onafhankelijke wijze tot stand zou komen.

Motivering

Het is van cruciaal belang dat consumenten er het volste vertrouwen in hebben dat ADR-entiteiten volstrekt onafhankelijk zijn en niet worden beïnvloed door deze of gene partij bij het geschil. Het is daarom van het allergrootste belang dat het beginsel van onafhankelijkheid uitdrukkelijk in deze richtlijn wordt vastgelegd.

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) De met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen mogen enkel als onpartijdig worden beschouwd indien op hen geen druk kan worden uitgeoefend die hun standpunt over het geschil zou kunnen beïnvloeden. Er moet met name voor worden gezorgd dat dergelijke druk niet wordt uitgeoefend wanneer de ADR-entiteiten worden gefinancierd door een of meer partijen bij het geschil of een organisatie waarbij een van de partijen is aangesloten.

(17) De met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen mogen enkel als onpartijdig worden beschouwd indien op hen geen druk kan worden uitgeoefend die hun standpunt over het geschil zou kunnen beïnvloeden. Er moet met name voor worden gezorgd dat dergelijke druk niet wordt uitgeoefend wanneer de ADR-entiteiten worden gefinancierd door een of meer partijen bij het geschil of een organisatie waarbij een van de partijen is aangesloten. Teneinde elk belangenconflict te voorkomen moeten de met ADR belaste natuurlijke personen alle omstandigheden openbaar maken die hun onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden of aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Voor het welslagen van ADR, met name om te zorgen voor het nodige vertrouwen in ADR-procedures, is het van essentieel belang dat de met ADR belaste natuurlijke personen over de nodige deskundigheid beschikken. Derhalve moet worden gezorgd voor specifieke opleidingsprogramma's in het kader van de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Om de transparantie van de ADR-entiteiten en de ADR-procedures te waarborgen, is het noodzakelijk dat partijen alle informatie ontvangen die zij nodig hebben om met kennis van zaken te kunnen beslissen alvorens een ADR-procedure te starten.

(18) ADR-entiteiten dienen goed toegankelijk en transparant te zijn. Behoudens nationale regels die de deelname van ondernemers aan een ADR-procedure verplicht stellen, is het, om de transparantie van de ADR-entiteiten en de ADR-procedures te waarborgen, noodzakelijk dat partijen de duidelijke en toegankelijke informatie ontvangen die zij nodig hebben om met kennis van zaken te kunnen beslissen alvorens een ADR-procedure te starten.

Motivering

In sommige lidstaten bestaan verplichte ADR-regelingen, waardoor ondernemingen in bepaalde gevallen verplicht zijn deel te nemen aan ADR-procedures.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) ADR-procedures moeten doeltreffend zijn. Het moet daarbij gaan om eenvoudige en snelle procedures die in de regel niet langer dan 90 dagen duren. De ADR-entiteit moet deze termijn kunnen verlengen wanneer de ingewikkeldheid van het betrokken geschil zulks vereist.

(19) Een goed functionerende ADR-entiteit behoort geschillen over aankopen via internet of traditionele kanalen vlot af te handelen, binnen 90 kalenderdagen, beginnend op de datum waarop het volledige klachtendossier door de ADR-entiteit is ontvangen en eindigend op de datum waarop een besluit wordt genomen. De ADR-entiteit moet de partijen van de klacht in kennis stellen na ontvangst van alle documenten die nodig zijn om de ADR-procedure uit te voeren. In bepaalde uitzonderlijke zaken van technische of zeer complexe aard moeten ADR-entiteiten de termijn kunnen verlengen teneinde bepaalde aspecten van de desbetreffende zaak op een objectieve manier te kunnen onderzoeken, met het oog op een hoogwaardige geschillenbeslechting. De partijen moeten van een dergelijke verlenging op de hoogte worden gesteld, alsmede van de verwachte geschatte tijd die nog benodigd is voor de afhandeling van het geschil.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) ADR-procedures moeten voor consumenten kosteloos of met geringe kosten verbonden zijn, zodat het voor hen economische zinvol blijft om daarvan gebruik te maken.

(20) ADR-procedures moeten voor de consument bij voorkeur kosteloos zijn. Indien kosten in rekening worden gebracht, moet de ADR-procedure voor consumenten toegankelijk, aantrekkelijk en goedkoop zijn. De lidstaten moeten beslissen over een geschikte vorm van financiering voor ADR-procedures op hun grondgebied, zonder dat dit ten koste gaat van de financiering van reeds functionerende entiteiten.

Motivering

Consumenten zullen worden weerhouden van het gebruik van ADR als aan de procedure kosten verbonden zijn. Procedurevoorschriften inzake triviale of vexatoire vorderingen moeten ADR beperken tot de noodzakelijke zaken. In het huidige economische klimaat moeten we duidelijk maken dat niet de belastingbetaler de ADR-procedures moet betalen, maar dat de financiering van de sectoren zelf moet uitgaan.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) ADR-procedures moeten billijk zijn, zodat partijen bij een geschil volledig zijn geïnformeerd over hun rechten en de gevolgen van de keuzes die zij in het kader van een ADR-procedure maken.

(21) ADR-procedures moeten billijk zijn, zodat partijen bij een geschil volledig zijn geïnformeerd over hun rechten en de gevolgen van de keuzes die zij in het kader van een ADR-procedure maken. ADR -entiteiten moeten consumenten informeren over hun wettelijke rechten voordat zij de opgelegde of voorgestelde oplossing aanvaarden of verwerpen. Beide partijen moeten ook de mogelijkheid hebben om hun informatie en bewijsstukken in te dienen zonder fysiek aanwezig te zijn.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis) Het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en het recht op een onpartijdig gerecht zijn grondrechten die worden gewaarborgd door artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. ADR-procedures mogen dan ook niet tot doel hebben gerechtelijke procedures te vervangen en mogen consumenten of ondernemers niet het recht ontnemen om zich tot de rechter te wenden. Niets in deze richtlijn mag partijen beletten hun recht op toegang tot de rechter uit te oefenen.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 ter) Een overeenkomst tussen een consument en een ondernemer om klachten voor te leggen aan een ADR-entiteit kan niet bindend zijn voor de consument indien zij is gesloten vóór het ontstaan van het geschil en indien zij de consument het recht ontzegt een rechtszaak aan te spannen ter beslechting van het geschil. In het geval van ADR-entiteiten die oplossingen opleggen, kunnen oplossingen voor partijen slechts bindend zijn indien partijen vooraf zijn ingelicht over de bindende aard van dergelijke oplossingen en zij daarmee uitdrukkelijk hebben ingestemd. Specifieke aanvaarding door de ondernemer is niet vereist als in de nationale regelgeving is bepaald dat de oplossingen voor ondernemers bindend moeten zijn.

Motivering

Het mag niet zo zijn dat ADR-procedures de burgers de gang naar de rechter beletten. Dankzij het vrijblijvendheidsbeginsel doen ADR-procedures geen afbreuk aan het recht van burgers om verhaal te halen bij de rechter.

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 quater) Consumenten dienen in geval van ADR-procedures die bindende oplossingen opleggen aan consumenten op zijn minst hetzelfde beschermingsniveau te genieten als wordt geboden door de dwingende bepalingen van de wetgeving van de lidstaat waarin de ADR-entiteit is gevestigd. De oplossingen die worden opgelegd door ADR-entiteiten die deze procedures toepassen mogen derhalve niet tot gevolg hebben dat de consument de bescherming wordt ontnomen die hem door die dwingende bepalingen wordt geboden. In het geval van grensoverschrijdende geschillen mag de opgelegde oplossing er niet toe leiden dat de consument de bescherming wordt ontzegd die is voorzien in de dwingende bepalingen van het toepasselijk recht van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft in gevallen waarin dergelijke bescherming overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 593/2008 wordt geboden.

Motivering

Op geschillenbeslechtingsprocedures die een oplossing opleggen aan de partijen moet het legaliteitsbeginsel van toepassing worden verklaard, opdat burgers de hun krachtens de wet toekomende bescherming niet verliezen.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 quinquies) Om partijen aan te moedigen gebruik te maken van ADR, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat hun verjaringsregels partijen niet weerhouden van een gang naar de rechter indien hun poging om een oplossing te vinden via ADR is mislukt. De lidstaten moeten erop toezien dat dit resultaat effectief wordt bereikt, ook al worden de nationale verjaringsregels bij deze richtlijn niet geharmoniseerd. Bepalingen inzake verjaring in internationale overeenkomsten zoals die in de lidstaten worden toegepast, bijvoorbeeld in het vervoersrecht, dienen evenwel niet door deze richtlijn te worden beïnvloed.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 sexies) Om doelmatig te kunnen functioneren moeten ADR-entiteiten over voldoende menselijke, materiële en financiële middelen beschikken. Deze richtlijn laat de vraag of ADR-entiteiten met openbare of particuliere middelen dan wel via een combinatie van beide worden gefinancierd onverlet. ADR-entiteiten moeten echter worden aangemoedigd particuliere financieringsvormen te overwegen en alleen gebruik te maken van openbare middelen als de lidstaten daarmee instemmen.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) In geval van een geschil moeten consumenten snel kunnen vaststellen welke ADR-entiteiten voor hun klacht bevoegd zijn en of de betrokken ondernemer al dan niet zal deelnemen aan een voor een ADR-entiteit ingeleide procedure. Handelaren moeten dit daarom vermelden in hun belangrijkste handelsdocumenten en, als ze een website hebben, ook op deze website. Deze verplichting mag geen gevolgen hebben voor artikel 6, lid 1, letter t, artikel 7, lid 1, en artikel 8 van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten. Uit hoofde van artikel 6, lid 1, letter t, in Richtlijn 2011/83/EU, verstrekt de handelaar de consument, voordat deze door een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst is gebonden, informatie over de mogelijkheid van toegang tot buitengerechtelijke klachten- en geschillenbeslechtingsprocedures waaraan de handelaar is onderworpen en over de wijze waarop daar toegang toe is. In artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2011/83/EU wordt, voor zover het buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten betreft, bepaald dat deze informatie op papier wordt verstrekt of, indien de consument hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager.

(22) In geval van een geschil moeten consumenten snel kunnen vaststellen welke ADR-entiteiten voor hun klacht bevoegd zijn en of de betrokken ondernemer al dan niet zal deelnemen aan een voor een ADR-entiteit ingeleide procedure. Handelaren moeten consumenten inlichten over de naam, het adres en internetadres van de ADR-entiteit of -entiteiten waaronder zij ressorteren. Ondernemers moeten ook aangeven of zij bereid of verplicht zijn een beroep op deze entiteiten te doen om geschillen met consumenten te beslechten. De informatie moet worden verstrekt op een duidelijke, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke manier op de website van de ondernemer, voor zover hij over een website beschikt, in de algemene voorwaarden van tussen ondernemer en consument gesloten overeenkomsten voor de verkoop van goederen of verrichting van diensten, en telkens wanneer een ondernemer een klacht afwijst die de consument rechtstreeks bij hem heeft ingediend. In voorkomend geval dient deze informatie ook te worden vermeld in andere relevante documenten, zoals precontractuele documenten, facturen en kwitanties.

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 22 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(22 bis) De in voorgaande overweging bedoelde informatieplicht mag geen afbreuk doen aan artikel 6, lid 1, letter t), artikel 7, lid 1 en artikel 8 van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten1.

 

______________

 

1 PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) De onderhavige richtlijn schrijft niet voor dat ondernemers verplicht zijn om aan ADR-procedures deel te nemen of dat de uitkomst van dergelijke procedures voor hen bindend is, wanneer een consument een klacht tegen hen heeft ingediend. Deze richtlijn laat evenwel nationale voorschriften volgens welke ondernemers verplicht zijn om aan dergelijke procedures deel te nemen of de uitkomst daarvan voor hen bindend is, onverlet, mits die voorschriften partijen niet beletten hun in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde recht op toegang tot de rechter uit te oefenen.

(23) De onderhavige richtlijn schrijft niet voor dat ondernemers verplicht zijn om aan ADR-procedures deel te nemen of dat de uitkomst van dergelijke procedures voor hen bindend is, wanneer een consument een klacht tegen hen heeft ingediend. Om er evenwel voor te zorgen dat consumenten toegang hebben tot verhaalmogelijkheden en niet worden gedwongen aan hun eis te verzaken, moeten ondernemers zo veel mogelijk worden aangemoedigd aan ADR-procedures deel te nemen. Derhalve laat deze richtlijn nationale voorschriften volgens welke ondernemers verplicht zijn om aan dergelijke procedures deel te nemen of de uitkomst daarvan voor hen bindend is, onverlet, mits die voorschriften partijen niet beletten hun in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde recht op toegang tot de rechter uit te oefenen. Als de uitkomst van een ADR-procedure volgens de nationale wetgeving voor een ondernemer bindend is, moet een recht op rechterlijke toetsing worden gegarandeerd.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(23 bis) De lidstaten dienen op voorwaarde van naleving van de bepalingen van deze richtlijn zelf te kunnen bepalen of zij ADR-entiteiten al dan niet de mogelijkheid bieden om procedureregels af te kondigen of te handhaven waardoor zij effectiever en doeltreffender kunnen opereren.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(23 ter) De lidstaten moeten nationale regelgeving kunnen opstellen of handhaven die hogere kwaliteitsstandaarden biedt dan de geharmoniseerde minimumstandaarden krachtens deze richtlijn.

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(23 quater) Om onnodige belasting van ADR-entiteiten te verminderen dienen de lidstaten, in geval van een klacht die voortvloeit uit de verkoop van goederen of het verlenen van diensten, te bevorderen dat consumenten contact opnemen met de betrokken ondernemer of dienstverlener om te proberen het probleem in eerste instantie in onderling overleg op te lossen voordat ze hun klachten voorleggen aan een ADR-entiteit of rechtbank. In veel gevallen kan deze procedure een snelle manier zijn om consumentengeschillen in een vroeg stadium op te lossen.

Motivering

Deze verplichting is absoluut noodzakelijk om de ADR-entiteiten te ontlasten.

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(23 quinquies) De lidstaten dienen consumenten- en ondernemersorganisaties te betrekken bij de totstandbrenging van het ADR-stelsel en de aansturing ervan, zeker als het gaat om de handhaving van beginselen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

Motivering

Als consumenten- en ondernemersorganisaties betrokken worden bij de totstandbrenging en aansturing van het ADR-stelsel, wint het stelsel zowel onder consumenten als ondernemers aan geloofwaardigheid en komen de criteria op het vlak van onpartijdigheid en onafhankelijkheid beter uit de verf.

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) Netwerken van ADR-entiteiten die de beslechting van grensoverschrijdende geschillen vergemakkelijken, zoals FIN-NET op het gebied van financiële diensten, dienen binnen de Unie te worden versterkt. De lidstaten dienen te bevorderen dat de ADR-entiteiten zich bij dergelijke netwerken aansluiten.

(25) Netwerken van ADR-entiteiten, zoals FIN-NET op het gebied van financiële diensten, dienen binnen de Unie te worden versterkt. De lidstaten dienen te bevorderen dat de ADR-entiteiten zich bij dergelijke netwerken aansluiten.

Motivering

FIN-NET is een netwerk waarmee optimale praktijken en kennis kunnen worden gedeeld, maar het is niet betrokken bij de beslechting van specifieke geschillen.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) Nauwe samenwerking tussen de ADR-entiteiten en de met de uitvoering van de Uniewetgeving inzake consumentenbescherming belaste nationale instanties moet de doeltreffende toepassing van die Uniewetgeving kracht bijzetten.

(26) Nauwe samenwerking tussen de Commissie, de ADR-entiteiten en de met de uitvoering van de Uniewetgeving inzake consumentenbescherming belaste nationale instanties moet de doeltreffende toepassing van die Uniewetgeving kracht bijzetten. De Commissie dient de administratieve samenwerking tussen lidstaten en ADR-entiteiten te bevorderen door op gezette tijden bijeenkomsten te organiseren met de verschillende belanghebbenden waar optimale praktijken en technische expertise uitgewisseld kunnen worden tussen ADR-entiteiten onderling en alle mogelijke problemen ten aanzien van de werking van ADR-regelingen kunnen worden besproken.

Motivering

Het is van belang te waarborgen dat ADR-entiteiten onafhankelijk zijn van regelgevers/handhavers, omdat ondernemers anders zullen worden weerhouden van het gebruik van ADR.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Om te garanderen dat de ADR-entiteiten naar behoren en doeltreffend functioneren, moet hierop nauwgezet toezicht worden gehouden. De Commissie en de uit hoofde van deze richtlijn bevoegde instanties dienen een lijst van ADR-entiteiten die aan deze richtlijn beantwoorden, te publiceren en bij te werken. Andere instanties, zoals ADR-entiteiten, consumentenverenigingen, brancheorganisaties en het netwerk van Europese consumentencentra, moeten deze lijst ook publiceren. Daarnaast dienen de bevoegde instanties regelmatig verslag uit te brengen over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten. De ADR-entiteiten dienen de bevoegde instanties de specifieke informatie te verstrekken waarop deze verslagen moeten worden gebaseerd. De lidstaten moeten de ADR-entiteiten ertoe aanzetten dergelijke informatie te verstrekken met gebruikmaking van Aanbeveling 2010/304/EU van de Commissie inzake het gebruik van een geharmoniseerde methode voor de indeling en rapportage van consumentenklachten en -vragen.

(27) Om te garanderen dat de ADR-entiteiten naar behoren en doeltreffend functioneren, moeten de lidstaten een bevoegde instantie of instanties aanwijzen die nauwgezet toezicht moeten houden op deze entiteiten. De Commissie en de uit hoofde van deze richtlijn bevoegde instanties dienen een lijst van ADR-entiteiten die aan deze richtlijn beantwoorden, te publiceren en bij te werken. Andere instanties, zoals ADR-entiteiten, consumentenverenigingen, brancheorganisaties en het netwerk van Europese consumentencentra, moeten deze lijst ook publiceren. Daarnaast dienen de bevoegde instanties regelmatig verslag uit te brengen over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten in hun lidstaten. De ADR-entiteiten dienen de bevoegde instanties de specifieke informatie te verstrekken waarop deze verslagen moeten worden gebaseerd. De lidstaten moeten de ADR-entiteiten ertoe aanzetten dergelijke informatie te verstrekken met gebruikmaking van Aanbeveling 2010/304/EU van de Commissie inzake het gebruik van een geharmoniseerde methode voor de indeling en rapportage van consumentenklachten en -vragen.

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 bis) De toekenning van een Europees kwaliteitsmerk aan ADR-entiteiten moet het vertrouwen van de Europese burgers in de kwaliteit van het ADR-systeem vergroten, in het bijzonder wanneer zij aankopen doen over de grens. Een goed herkenbaar Europees kwaliteitsmerk, dat onder regelmatig toezicht staat van de lidstaten en de Commissie, moet fungeren als waarborg jegens consumenten dat de betreffende ADR-entiteit voldoet aan de in deze richtlijn bepaalde kwaliteitscriteria.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 ter) De Commissie dient met het oog op een doeltreffend gecoördineerde tenuitvoerlegging van deze richtlijn, na raadpleging van het Europees Parlement, de Raad en de desbetreffende belanghebbenden, richtsnoeren op te stellen voor de kwaliteitscriteria, teneinde de algehele doeltreffendheid van ADR-entiteiten te verbeteren.

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 31

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31) Aangezien de doelstelling van de onderhavige richtlijn, namelijk bijdragen tot de goede werking van de interne markt door een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(31) Aangezien de doelstelling van de onderhavige richtlijn, namelijk bijdragen tot de goede werking van de interne markt door het bereiken van een hoog niveau van consumentenbescherming, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het functioneren van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door te verzekeren dat geschillen tussen consumenten en ondernemers kunnen worden voorgelegd aan entiteiten die onpartijdige, transparante, doeltreffende en billijke procedures voor alternatieve geschillenbeslechting aanbieden.

Deze richtlijn heeft tot doel, door het bereiken van een hoog niveau van consumentenbescherming, bij te dragen tot het goed functioneren van de interne markt door, in het geval van contractuele geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten, te verzekeren dat consumenten op vrijwillige basis klachten tegen ondernemers kunnen voorleggen aan entiteiten die onpartijdige, transparante, doeltreffende, onafhankelijke, snelle en billijke procedures voor alternatieve geschillenbeslechting aanbieden.

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze richtlijn is van toepassing op procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van contractuele geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten door een in de Unie gevestigde ondernemer aan of ten behoeve van een in de Unie woonachtige consument, door tussenkomst van een geschillenbeslechtingsentiteit die een oplossing voorstelt of oplegt, of die partijen bijeenbrengt teneinde een minnelijke schikking te vergemakkelijken (hierna "de ADR-procedures" genoemd).

1. Deze richtlijn is van toepassing op procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van binnenlandse en grensoverschrijdende contractuele geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten door een in de Unie gevestigde ondernemer aan of ten behoeve van een in de Unie woonachtige consument, door tussenkomst van een geschillenbeslechtingsentiteit die een oplossing voorstelt of oplegt, of die partijen bijeenbrengt teneinde een minnelijke schikking te vergemakkelijken .

Motivering

Het is voor een hoog niveau van consumentenbescherming van groot belang dat de voorgestelde richtlijn zowel op grensoverschrijdende als op binnenlandse geschillen van toepassing is. Als de richtlijn alleen voor grensoverschrijdende situaties zou gelden, zouden als het om binnenlandse geschillen gaat de verschillen tussen de lidstaten in termen van beschikbaarheid en kwaliteit van en geïnformeerdheid over alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures blijven bestaan.

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Deze richtlijn is ook van toepassing op ADR-entiteiten die zijn opgericht door nationale verenigingen of groepen van bedrijven en die een andere wettelijke entiteit vormen dan een individuele ondernemer.

Motivering

Als de werkingssfeer van de richtlijn niet duidelijk wordt gedefinieerd, leidt dat onvermijdelijk tot divergenties bij de omzetting en tenuitvoerlegging ervan, wat contraproductief is voor alle partijen.

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) procedures voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn;

a) procedures voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen in dienst van de ondernemer zijn, of uitsluitend van die ondernemer of een bedrijfs- of beroepsorganisatie waarvan die ondernemer lid is enige vorm van beloning ontvangen, tenzij de lidstaten dergelijke procedures toestaan, in welk geval, naast de in hoofdstuk II vastgestelde eisen, de volgende specifieke aanvullende eisen inzake onafhankelijkheid en transparantie moeten worden nageleefd:

 

(i) de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen moeten in voorkomend geval worden aangewezen door een collegiaal orgaan bestaande uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van consumentenbelangen enerzijds en ondernemersbelangen anderzijds. Het aanwijzen van de met geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen is het resultaat van een transparante procedure;

 

(ii) de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen moeten worden aangewezen voor een periode die lang genoeg is om de onafhankelijkheid van hun optreden te waarborgen en zij mogen niet zonder gewettigde reden van hun taken worden ontheven;

 

(iii) de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen mogen geen instructies ontvangen van de ondernemer of vertegenwoordigers van de ondernemer en mogen geen banden onderhouden met de directie of de operationele diensten van de ondernemer of een bedrijfs- of beroepsorganisatie waarvan die ondernemer lid is;

 

(iv) de vergoeding van de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen mag niet zijn gekoppeld aan de uitkomst van de procedures;

 

(v) hun autonomie moet worden gegarandeerd door middel van een speciale begroting die losstaat van de algemene begroting van de ondernemer, of, in voorkomend geval, de algemene begroting van de bedrijfs- of beroepsorganisatie, en voldoende middelen bevat om de doeltreffendheid en transparantie van de ADR-procedures te waarborgen;

 

(vi) de lidstaten moeten ervoor zorgen dat, tenzij deze natuurlijke personen voldoen aan deze specifieke aanvullende eisen, zij deel uitmaken van een collegiaal orgaan dat uit een even groot aantal vertegenwoordigers van consumentenorganisaties als vertegenwoordigers van de ondernemer bestaat, of, in voorkomend geval, van de beroeps- of bedrijfsorganisatie waarvan de ondernemer lid is;

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 2 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) de verkoop van goederen of de levering van diensten die worden verricht als niet-economische diensten van algemeen belang, ongeacht de rechtsbetrekking tussen de handelaar en de consument;

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – letter b ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b ter) geschillen tussen ondernemers;

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) door ondernemingen tegen consumenten aangespannen procedures.

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Indien de lidstaten besluiten de onder letter a) van lid 2 beschreven procedures toe te staan, dienen de bevoegde instanties de in artikel 17, lid 1 bedoelde beoordeling uit te voeren. Tijdens hun beoordeling verifiëren de bevoegde instanties tevens of de specifieke aanvullende eisen van onafhankelijkheid en transparantie worden nageleefd.

Amendement  60

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter. Indien de lidstaten besluiten de onder letter a) van lid 2 beschreven procedures toe te staan, moeten zij ervoor zorgen dat de ADR-entiteiten die dergelijke procedures hanteren de bevoegde instantie op de hoogte stellen van de informatie die noodzakelijk is om te beoordelen of zij de onder letter a) van lid 2 genoemde aanvullende eisen naleven, naast de in artikel 16, lid 1 vermelde informatie en verklaringen.

Amendement  61

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 quater. Deze richtlijn strekt tot vaststelling van een geharmoniseerde minimumnorm voor ADR-entiteiten waarmee de consument, na invoering daarvan, toegang heeft tot kwalitatief hoogstaande, transparante, doeltreffende en billijke verhaalmechanismen, ongeacht de plaats waar hij in de Unie woonachtig is. De lidstaten mogen regels vaststellen of handhaven die verder gaan dan die welke in deze richtlijn zijn neergelegd, teneinde een hoger niveau van consumentenbescherming te waarborgen.

Motivering

Er dient tevens te worden opgemerkt dat de voorgestelde richtlijn een kaderrichtlijn is die voortborduurt op de reeds in de lidstaten bestaande ADR-stelsels. Zij heeft ten doel minimumkwaliteitsnormen voor ADR-entiteiten en -procedures vast te stellen, hetgeen betekent dat zij gestoeld is op het beginsel van minimale harmonisatie.

Amendement  62

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 quinquies. In deze richtlijn wordt de bevoegdheid van de lidstaten erkend om te bepalen of de op hun grondgebied bestaande ADR-entiteiten een oplossing moeten kunnen voorschrijven.

Amendement  63

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Artikel 5, lid 1, van deze richtlijn heeft voorrang op de in de bijlage genoemde bepalingen.

2. Indien een bepaling van deze richtlijn strijdig is met een bepaling van een andere handeling van de Unie die betrekking heeft op specifieke sectoren, heeft de bepaling van die andere handeling van de Unie voorrang en is deze van toepassing op die specifieke sectoren. Indien de bepaling van die andere handeling van de Unie echter ten doel heeft de oprichting van ADR-entiteiten in een specifieke sector te bevorderen, zijn de relevante bepalingen van deze richtlijn met voorrang van toepassing.

Motivering

De eis om niveaus van consumentenbescherming in verschillende vormen van Uniewetgeving te vergelijken is moeilijk uitvoerbaar. Bovendien moet deze richtlijn voorrang hebben op specifieke bepalingen van andere Uniewetgeving, niet op die wetgeving als geheel.

Amendement  64

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Deze richtlijn heeft enkel voorrang op in sectorspecifieke Uniewetgeving vervatte dwingende bepalingen met betrekking tot alternatieve geschillenbeslechting voor zover die bepalingen niet ten minste een gelijkwaardig niveau van consumentenbescherming garanderen.

Schrappen

Amendement  65

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) wordt verstaan onder "consument": iedere natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

a) wordt verstaan onder "consument": iedere natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit of die een overeenkomst sluit, deels binnen en deels buiten het kader van zijn activiteit (overeenkomsten met een tweeledig doel), waarbij het handelsdoel zo beperkt is dat het geen overheersende rol speelt in de algehele voorzieningscontext;

Amendement  66

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) wordt verstaan onder "contractueel geschil": een geschil dat voortvloeit uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten uit hoofde van een overeenkomst tussen de consument en de ondernemer en/of dienstverlener;

Amendement  67

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) wordt verstaan onder "verkoop van goederen": een verkoop uit hoofde van enigerlei overeenkomst waarbij een ondernemer de eigendom van goederen aan een consument overdraagt of zich ertoe verbindt deze over te dragen en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt deze te betalen, waarbij het ook om een overeenkomst kan gaan die zowel goederen als diensten betreft;

Motivering

De richtlijn is in samenhang met artikel 2, lid 1 van toepassing op geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de levering van diensten, en derhalve moet worden gedefinieerd welke verkoopovereenkomsten onder de toepassing van de richtlijn vallen.

Amendement  68

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter d ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d ter) wordt verstaan onder "levering van diensten": een levering van diensten uit hoofde van enigerlei andere overeenkomst dan een overeenkomst inzake de verkoop van goederen, waarbij de ondernemer de consument een dienst levert of zich ertoe verbindt deze te leveren en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt deze te betalen;

Motivering

De richtlijn is in samenhang met artikel 2, lid 1 van toepassing op geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de levering van diensten, en derhalve moet worden gedefinieerd welke overeenkomsten voor de levering van diensten onder de toepassing van de richtlijn vallen.

Amendement  69

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) wordt verstaan onder "ADR-procedure": een procedure als bedoeld in artikel 2 die voldoet aan deze richtlijn en wordt uitgevoerd door een ADR-entiteit;

Motivering

Het is van belang duidelijk te maken dat deze richtlijn alleen geldt voor ADR-procedures welke worden uitgevoerd door ADR-aanbieders die ervoor kiezen ADR-entiteiten te worden in de zin van deze richtlijn.

Amendement  70

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) wordt verstaan onder "ADR-entiteit": een entiteit, ongeacht de benaming, die op duurzame basis is opgericht en de beslechting van een geschil via een ADR-procedure aanbiedt;

e) wordt verstaan onder "ADR-entiteit": een entiteit die – ongeacht de benaming – tracht de buitengerechtelijke beslechting van een geschil via een ADR-procedure te bewerkstelligen, die op duurzame basis is opgericht, is aangemeld bij de Commissie en de lidstaten en is opgenomen in de in artikel 17, lid 2 van deze richtlijn bedoelde lijst;

Amendement  71

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter f – streepje 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

- indien zij wordt beheerd door een rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen, op de plaats waar die rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen de activiteiten van alternatieve geschillenbeslechting verricht of zijn statutaire zetel heeft;

- indien zij wordt beheerd door een rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen, bijvoorbeeld in de vorm van een collegiaal orgaan zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, op de plaats waar die rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen de activiteiten van alternatieve geschillenbeslechting verricht of zijn statutaire zetel heeft;

Amendement  72

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter f bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) wordt verstaan onder "bevoegde autoriteit": elke door een lidstaat aangewezen overheidsinstantie op nationaal, regionaal of lokaal niveau, die specifiek belast is met de handhaving van de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument.

Motivering

Moet nader worden verduidelijkt als gevolg van de wijzigingen in artikel 15.

Amendement  73

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat de geschillen waarop deze richtlijn van toepassing is, kunnen worden voorgelegd aan een ADR-entiteit die voldoet aan de in deze richtlijn gestelde voorwaarden.

1. Elke lidstaat bevordert dat consumenten toegang hebben tot ADR-procedures en ziet erop toe dat de geschillen waarop deze richtlijn van toepassing is en waarbij een ondernemer is betrokken die op zijn grondgebied is gevestigd, kunnen worden voorgelegd aan een of meer ADR-entiteiten die voldoen aan deze richtlijn.

Amendement  74

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten:

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten in verband met geschillen waarop deze richtlijn van toepassing is:

Amendement  75

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) over een website beschikken waarop partijen online een klacht kunnen indienen;

a) een geactualiseerde website onderhouden waarop partijen gemakkelijk en op duidelijke en begrijpelijke wijze toegang kunnen krijgen tot informatie over ADR-procedures en aan de hand waarvan consumenten online via e-mail of met andere elektronische middelen een klacht kunnen indienen en de nodige bewijsstukken kunnen verzenden;

Amendement  76

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) de partijen op hun verzoek de informatie als bedoeld onder a) op een duurzame gegevensdrager verstrekken;

Motivering

Het is van belang dat de informatie over de ADR-procedure beschikbaar en eenvoudig toegankelijk is op de daartoe geëigende gegevensdragers.

Amendement  77

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – alinea 2 – letter a ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter) de consument in staat stellen om indien noodzakelijk via een schriftelijke procedure een klacht in te dienen;

Amendement  78

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) partijen in staat stellen langs elektronische weg informatie met hen uit te wisselen;

b) partijen helpen langs elektronische weg of per post informatie uit te wisselen;

Amendement  79

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) bij de behandeling van geschillen waarop deze richtlijn van toepassing is, de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming is met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens die zijn vastgelegd in de nationale wetgeving tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG.

d) de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming is met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens die zijn vastgelegd in de nationale wetgeving tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG in de lidstaat waarin de ADR-entiteit is gevestigd.

Amendement  80

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten kunnen aan hun verplichting krachtens lid 1 voldoen door te voorzien in de oprichting van een ADR-entiteit die fungeert als vangnet voor de behandeling van de in lid 1 genoemde geschillen voor de beslechting waarvan geen bestaande ADR-entiteit bevoegd is.

3. De lidstaten kunnen aan hun verplichting krachtens lid 1 voldoen door te voorzien in de oprichting en exploitatie van een ADR-entiteit die fungeert als vangnet voor de behandeling van de in lid 1 genoemde geschillen voor de beslechting waarvan geen bestaande ADR-entiteit bevoegd is. De lidstaten kunnen ook aan deze verplichting voldoen door gebruik te maken van sectorspecifieke ADR-entiteiten die zijn gevestigd in een andere lidstaat.

Motivering

Voor het goed functioneren van het alternatieve onlinegeschillenbeslechtingssysteem moet een maximale presentie van de ADR-entiteiten in alle sectoren worden gewaarborgd. Dit kan echter worden gerealiseerd op Europees niveau. Het is niet noodzakelijk dat alle lidstaten sectorspecifieke ADR-entiteiten oprichten.

Amendement  81

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De lidstaten mogen op voorwaarde van naleving van deze richtlijn zelf bepalen of zij ADR-entiteiten toestaan procedurevoorschriften te introduceren of te handhaven waardoor zij effectiever en doeltreffender kunnen opereren. Indien hun rechtsvoorschriften dat vereisen mogen de lidstaten ADR-entiteiten toestaan de behandeling van een bepaald geschil op onder meer de volgende gronden te weigeren:

 

a) het geschil is triviaal of vexatoir;

 

b) het geschil is reeds eerder door een andere ADR-entiteit of een rechtbank behandeld;

 

c) de termijn waarbinnen de consument een klacht kan indienen is verstreken. Dergelijke termijnen mogen niet korter zijn dan de in de wetgeving van de lidstaat voorziene termijn – voor zover die bestaat – waarbinnen partijen een rechtszaak kunnen aanspannen;

 

d) de consument verklaart niet te hebben geprobeerd contact op te nemen met de betrokken ondernemer om de klacht te bespreken en te trachten het probleem in eerste instantie in onderling overleg op te lossen.

 

In alle gevallen waarin de behandeling van een geschil op grond van procedurevoorschriften wordt geweigerd, dienen de ADR-entiteiten aan de partijen binnen veertien kalenderdagen na ontvangst van het verzoek om alternatieve geschillenbeslechting een uiteenzetting van de redenen voor hun besluit over te leggen. Dergelijke procedurevoorschriften mogen de toegankelijkheid van de ADR-procedures voor consumenten niet merkbaar belemmeren.

Amendement  82

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter. De lidstaten kunnen de ontvankelijkheid van een geschil voor ADR beperken door een minimumdrempel voor de hoogte van de schadeclaim vast te stellen, onder inaanmerkingneming van de vraag of de hoogte van de schadeclaim onevenredig lager is dan de feitelijke kosten van de ADR-procedure.

Motivering

Het kan voor de lidstaten nuttig zijn minimumdrempels vast te leggen voor de hoogte van de schadeclaims teneinde te voorkomen dat onredelijke gevallen aan ADR worden onderworpen.

Amendement  83

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 bis

 

Toegang tot ADR-procedures

 

1. Een rechterlijke instantie waarbij een zaak aanhangig is gemaakt, kan de partijen in voorkomend geval en rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, verzoeken gebruik te maken van ADR om het geschil te beslechten. De gerechtelijke instantie kan de partijen tevens verzoeken om een voorlichtingsbijeenkomst over de aanwending van ADR-procedures bij te wonen wanneer dergelijke bijeenkomsten worden gehouden, gemakkelijk toegankelijk zijn en de partijen informatie verschaffen over het ODR-platform dat is ingesteld krachtens Verordening (EU) nr. [Publicatiebureau: voeg referentienummer in] van het Europees Parlement en de Raad van [Publicatiebureau: voeg datum van aanneming in] betreffende de onlinebeslechting van consumentengeschillen (Verordening ODR consumenten).

 

2. Deze richtlijn laat onverlet dat de nationale wetgeving van de lidstaten het gebruik van ADR voor of na het begin van de gerechtelijke procedure verplicht kan stellen of aan stimulansen kan onderwerpen, dan wel sancties kan opleggen indien ADR wordt geweigerd, mits dit de partijen niet belet hun recht van toegang tot de rechter uit te oefenen.

Amendement  84

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – titel en leden 1 tot en met 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deskundigheid en onpartijdigheid

Deskundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid

1. De lidstaten zien erop toe dat de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen over de noodzakelijke deskundigheid beschikken en onpartijdig zijn. Dit moet worden gewaarborgd door ervoor te zorgen dat zij:

1. De lidstaten zien erop toe dat de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen over de noodzakelijke deskundigheid beschikken en operationeel onafhankelijk en onpartijdig zijn. Dit moet worden gewaarborgd door ervoor te zorgen dat zij:

a) over de noodzakelijke kennis, vaardigheden en ervaring op het gebied van alternatieve geschillenbeslechting beschikken;

a) over de noodzakelijke kennis en vaardigheden op het gebied van de alternatieve en gerechtelijke beslechting van consumentengeschillen beschikken alsmede over kennis van de wetgeving;

b) niet zonder geldige reden van hun taken kunnen worden ontheven;

b) voor een vaste termijn worden benoemd en niet zonder geldige reden van hun taken kunnen worden ontheven;

c) geen belangenconflict hebben met een van de partijen bij het geschil.

c) geen belangenconflict hebben met een van de partijen bij het geschil.

 

1 bis. Voor de toepassing van lid 1, onder a) zien de lidstaten erop toe dat specifieke opleidingsprogramma's voor de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen beschikbaar zijn. De Commissie ondersteunt de lidstaten bij de ontwikkeling van dergelijke opleidingsprogramma's en kwaliteitscontrolemechanismen.

 

1 ter. Voor de toepassing van lid 1, onder c) zien de lidstaten erop toe dat de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen alle omstandigheden openbaar maken die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of aanleiding kunnen zijn tot een belangenconflict of geacht kunnen worden dit te zijn.

 

De lidstaten zien erop toe dat in dergelijke omstandigheden de betrokken persoon slechts ermee instemt te handelen of te blijven handelen indien de partijen hiermee uitdrukkelijk akkoord gaan en hij of zij er zeker van is de ADR-procedure te kunnen uitvoeren in volledige onafhankelijkheid om totale onpartijdigheid te waarborgen.

 

De lidstaten zien erop toe dat de verplichting tot openbaarmaking uit hoofde van dit lid tijdens de gehele ADR-procedure blijft bestaan.

 

1 quater. Indien de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen onafhankelijke derden zijn, omvatten de overeenkomstig lid 1 ter openbaar te maken omstandigheden:

 

a) elke persoonlijke of zakelijke relatie met een of meer partijen gedurende de drie jaar die voorafgaan aan het moment waarop de betrokken persoon de post bezet;

 

b) mogelijke financiële of andere belangen, hetzij direct, hetzij indirect in de uitkomst van de ADR-procedure;

 

c) de betrokken persoon is gedurende de drie jaar die voorafgaan aan het moment waarop hij of zij de post bezet, in een andere hoedanigheid dan voor de ADR werkzaam geweest voor een of meer van de partijen, voor een beroeps- of bedrijfsorganisatie waarvan een van de partijen lid is of voor een ander lid daarvan.

Amendement  85

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website en in gedrukte vorm in hun ruimten de volgende informatie voor het publiek toegankelijk maken:

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website, op een duurzame gegevensdrager en op elke andere wijze die zij geschikt, duidelijk en gemakkelijk te begrijpen achten, op verzoek de volgende informatie voor het publiek toegankelijk maken:

Motivering

ADR-entiteiten moeten specifieke informatie ter beschikking stellen, niet alleen op hun website maar ook in hun lokalen. In sommige gevallen hebben zij echter geen openbaar toegankelijke ruimten. Het zou dan ook moeten volstaan om de desbetreffende informatie op verzoek op een duurzame gegevensdrager te verstrekken.

Amendement  86

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) in voorkomend geval, of zij zijn aangesloten bij netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de grensoverschrijdende geschillenbeslechting;

c) of zij, voor zover van toepassing, zijn aangesloten bij netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de grensoverschrijdende geschillenbeslechting;

Amendement  87

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) voor welke soorten geschillen zij bevoegd zijn;

d) voor welke soorten geschillen zij bevoegd zijn, met inbegrip van de minimumwaarde van de schadeclaim, indien van toepassing;

Amendement  88

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) welke procedurevoorschriften van toepassing zijn op de beslechting van een geschil;

e) welke procedurevoorschriften van toepassing zijn op de beslechting van een geschil en op welke gronden een entiteit de behandeling van een geschil kan weigeren;

Amendement  89

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter h

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) aan welke voorwaarden vooraf partijen eventueel moeten voldoen voordat een ADR-procedure kan worden ingeleid;

h) aan welke voorwaarden vooraf partijen eventueel moeten voldoen voordat een ADR-procedure kan worden ingeleid, met inbegrip van de voorwaarde dat de consument moet proberen in rechtstreeks contact met de ondernemer een minnelijke schikking te bereiken;

Motivering

Er moet eerst contact worden opgenomen met de ondernemer. Pas als die poging mislukt, mag het geschil aan een ADR-orgaan worden voorgelegd. Doel van deze bepaling is de doelmatigheid van de ADR-organen te vergroten door hen in staat te stellen zich alleen op relevante zaken te concentreren.

Amendement  90

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) welke kosten eventueel voor rekening van partijen komen;

i) welke kosten eventueel voor rekening van partijen komen, met inbegrip van de regels inzake de verwijzing in de kosten aan het einde van de procedure;

Amendement  91

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter j

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

j) hoelang de ADR-procedure bij benadering duurt;

j) hoe lang de ADR-procedure gemiddeld duurt;

Amendement  92

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter k bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k bis) in hoeverre, voor zover van toepassing, het ADR-besluit afdwingbaar is;

Amendement  93

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter k ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k ter) de sancties voor niet-naleving in het geval van een besluit met bindende werking voor de partijen.

Amendement  94

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website en in gedrukte vorm in hun ruimten de jaarlijkse activiteitenverslagen voor het publiek toegankelijk maken. Deze verslagen bevatten de volgende informatie met betrekking tot zowel binnenlandse als grensoverschrijdende geschillen: Voorstel voor een richtlijn

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website, op een duurzame gegevensdrager en op elke andere wijze die zij geschikt achten, op verzoek de jaarlijkse activiteitenverslagen voor het publiek toegankelijk maken. Deze verslagen bevatten de volgende informatie met betrekking tot zowel binnenlandse als grensoverschrijdende geschillen: Voorstel voor een richtlijn

Motivering

Het is nuttig om duidelijk te stellen dat ADR-entiteiten alleen verslagen hoeven te publiceren met betrekking tot geschillen die onder deze richtlijn vallen. Daarnaast is het mogelijk niet altijd aangewezen om gedrukte versies beschikbaar te stellen en kunnen het drukken en up-to-date houden van de informatie voor de ADR-entiteiten aanzienlijke kosten met zich meebrengen.

Amendement  95

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) eventuele terugkerende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers;

b) eventuele systematische, veelvoorkomende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers. De in dit verband meegedeelde informatie kan vergezeld gaan van aanbevelingen over de wijze waarop dergelijke problemen in de toekomst kunnen worden vermeden of opgelost;

Amendement  96

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) "voorbeeldbesluiten" op basis van uitkomsten van belangrijke geschillen, met inachtneming van de gegevensbescherming, waardoor ondernemers de lat steeds hoger leggen en de uitwisseling van informatie en optimale praktijken wordt gestimuleerd;

Motivering

Het effect van het stelsel van buitengerechtelijke geschillenbeslechting dient breder te zijn dan het oplossen van individuele geschillen alleen. Hiertoe dient ADR de lat voor goede praktijken in de sector steeds hoger te helpen leggen met behulp van de publicatie van "voorbeeldbesluiten" over specifieke geschillen.

Amendement  97

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) het percentage geschillenbeslechtingsprocedures die zonder uitkomst zijn stopgezet;

c) het aantal geschillenbeslechtingsprocedures die zijn stopgezet en de redenen van stopzetting;

Motivering

Het percentage geschillenbeslechtingsprocedures dat zonder uitkomst is stopgezet, is zonder nadere informatie over de redenen van stopzetting te weinigzeggend. Bovendien betekent stopzetting van een geschillenbeslechtingsprocedure nog niet dat de gegeven zaak zonder uitkomst is gebleven. Deze informatie wordt verstrekt in een jaarlijks activiteitenverslag en daarom is het passender om naar aantallen dan percentage te verwijzen.

Amendement  98

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) voor zover bekend, het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

e) het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

Amendement  99

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) in voorkomend geval, of er sprake is van samenwerking binnen netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de beslechting van grensoverschrijdende geschillen.

f) of er, voor zover van toepassing, sprake is van samenwerking binnen netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de beslechting van grensoverschrijdende geschillen.

Amendement  100

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de ADR-procedure is voor beide partijen gemakkelijk toegankelijk, ongeacht de plaats waar zij zich bevinden;

a) de ADR-procedure is zowel online als offline beschikbaar en toegankelijk, ongeacht de plaats waar de partijen zich bevinden;

Amendement  101

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) partijen hebben toegang tot de procedure zonder verplicht te zijn van een wettelijk vertegenwoordiger gebruik te maken; niettemin mogen zij zich in elke fase van de procedure laten vertegenwoordigen of laten bijstaan door een derde;

b) partijen hebben toegang tot de procedure zonder verplicht te zijn van een wettelijk vertegenwoordiger gebruik te maken. De procedure ontneemt de partijen niet het recht om in elke fase van de procedure onafhankelijk advies in te winnen of zich te laten vertegenwoordigen of te laten bijstaan door een derde;

Motivering

Het beginsel van vertegenwoordiging dient overeind te blijven in de richtlijn door een duidelijke verwijzing aan te brengen naar de mogelijkheden voor partijen om onafhankelijk advies in te winnen of zich te laten vertegenwoordigen door een derde partij.

Amendement  102

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) uitsluitend de consument kan een ADR-procedure opstarten;

Motivering

Het doel van ADR-procedures is zwakkere partijen – vaak de consument – een betere toegang tot justitie te bieden door hen een verhaalmogelijkheid in handen te geven. Ondernemingen mogen ADR-regelingen niet tegen consumenten inzetten voor het incasseren van schulden.

Amendement  103

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de ADR-procedure is voor consumenten kosteloos of met geringe kosten verbonden;

c) de ADR-procedure is voor consumenten kosteloos of tegen een symbolische vergoeding beschikbaar; de lidstaten moeten besluiten tot een geschikte vorm van financiering voor ADR-procedures op hun grondgebied;

Motivering

Consumenten zullen worden weerhouden van het gebruik van ADR als aan de procedure kosten verbonden zijn. Procedurevoorschriften inzake triviale of vexatoire vorderingen strekken ertoe ADR te beperken tot de noodzakelijke zaken. In het huidige economische klimaat moeten we duidelijk maken dat niet de belastingbetaler de ADR-procedures moet betalen, maar dat de financiering van de sectoren zelf moet uitgaan.

Amendement  104

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) de ADR-entiteit die een klacht heeft ontvangen, brengt de partijen bij het geschil op de hoogte van zodra zij alle documenten met de relevante informatie over het geschil heeft ontvangen;

Amendement  105

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het geschil wordt beslecht binnen 90 dagen na de datum waarop de ADR-entiteit de klacht heeft ontvangen. In geval van complexe geschillen kan de ADR-entiteit deze termijn verlengen.

d) geschillen worden beslecht binnen een termijn van 90 kalenderdagen na de datum waarop de ADR-entiteit het volledige dossier van de klacht heeft ontvangen. Bij geschillen van een zeer complexe of technische aard kan de bevoegde persoon of het bevoegde college besluiten de termijn van 90 dagen te verlengen. De partijen moeten van een eventuele verlenging van deze periode op de hoogte worden gesteld, alsmede van de verwachte geschatte tijd die nog benodigd is voor de afhandeling van het geschil;

Amendement  106

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat in de ADR-procedures:

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten:

Amendement  107

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter -a (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a) de partijen de gelegenheid bieden zich in elk stadium uit de procedure terug te trekken indien zij ontevreden zijn over het resultaat of de werking van de procedure. Zij worden voor de aanvang van de procedure van dit recht in kennis gesteld. Wanneer bij nationale regels is bepaald dat de ondernemer verplicht is deel te nemen aan ADR-procedures, geldt deze bepaling alleen voor de consument;

Amendement  108

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) partijen de mogelijkheid hebben hun standpunt kenbaar te maken en kennis te nemen van alle argumenten en feiten die door de andere partij naar voren worden gebracht, en van eventuele verklaringen van deskundigen;

a) partijen de gelegenheid bieden hun standpunt kenbaar te maken en in te gaan op alle argumenten, bewijzen, documenten en feiten die door de andere partij naar voren worden gebracht, met inbegrip van eventuele verklaringen en standpunten van deskundigen, en daarop binnen een redelijke termijn te reageren;

Motivering

De richtlijn mag procedures die volledig schriftelijk of elektronisch worden gevoerd niet uitsluiten door het opleggen van een verplichting dat de partijen argumenten kunnen "horen". Bovendien moeten de partijen de gelegenheid hebben in te gaan op de door de tegenpartij neergelegde argumenten en feiten, met inbegrip van eventuele verklaringen en standpunten van deskundigen.

Amendement  109

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) beide partijen schriftelijk of op een duurzame gegevensdrager worden geïnformeerd over de uitkomst van de ADR-procedure, met opgave van de redenen waarop de uitkomst is gebaseerd.

b) beide partijen schriftelijk of op een duurzame gegevensdrager op de hoogte brengen van de uitkomst van de ADR-procedure, onder vermelding van de redenen waarop de uitkomst is gebaseerd.

Amendement  110

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zien erop toe dat in de ADR-procedures die zijn gericht op de beslechting van het geschil door het voorstellen van een oplossing,

2. De lidstaten zien er bij de ADR-procedures die zijn gericht op de beslechting van het geschil door het voorstellen van een oplossing op toe dat:

Amendement  111

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 bis – lid 2 – letter a – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de consument, alvorens met het voorstel voor een oplossing in te stemmen, erover wordt geïnformeerd dat:

a) de partijen, alvorens met een voorgestelde oplossing in te stemmen, worden geïnformeerd omtrent hun rechten krachtens de desbetreffende wet- en regelgeving en ervan op de hoogte worden gesteld dat:

Amendement  112

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a – punt i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i) hij de keuze heeft om al dan niet met het voorstel voor een oplossing in te stemmen;

(i) zij de keuze hebben om al dan niet met de voorgestelde oplossing in te stemmen;

Amendement  113

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a – punt i bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(i bis) deelname aan de procedure de mogelijkheid om in beroep te gaan via een normale gerechtelijke procedure onverlet laat;

Amendement  114

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a – punt ii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(ii) het voorstel voor een oplossing minder gunstig kan zijn dan een door een rechterlijke instantie aan de hand van wettelijke regels vastgestelde oplossing;

(ii) de voorgestelde oplossing anders zou kunnen zijn dan een door een rechterlijke instantie aan de hand van wettelijke regels vastgestelde oplossing;

Amendement  115

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a – punt iii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(iii) hij recht heeft op het inwinnen van onafhankelijk advies alvorens met het voorstel voor een oplossing in te stemmen of het af te wijzen;

(iii) zij recht hebben op het inwinnen van onafhankelijk advies;

Amendement  116

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a – punt iii bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(iii bis) een voorgestelde oplossing zekere rechtsgevolgen heeft;

Amendement  117

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) partijen, alvorens met het voorstel voor een oplossing in te stemmen, worden geïnformeerd over de rechtsgevolgen van een dergelijke instemming;

Schrappen

Amendement  118

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) partijen, alvorens met het voorstel voor een oplossing of een minnelijke schikking in te stemmen, voldoende tijd ter beschikking wordt gesteld om over het voorstel na te denken.

c) partijen, alvorens met de voorgestelde oplossing of een minnelijke schikking in te stemmen, voldoende tijd ter beschikking wordt gesteld om over het voorstel na te denken;

Amendement  119

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) indien de partijen besluiten de voorgestelde oplossing te verwerpen, de ADR-entiteit die oplossing kan publiceren.

Amendement  120

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De lidstaten kunnen in geval van ADR-procedures die zijn vastgesteld met het oog op het beslechten van geschillen middels een voorstel tot een oplossing, bepalen dat dergelijke voorgestelde oplossingen naar keuze van de consument al dan niet bindend zijn voor de ondernemer.

 

In dergelijke gevallen wordt artikel 9, lid 2 geacht alleen van toepassing te zijn op de consument.

Motivering

Het moet de lidstaten mogelijk worden gemaakt om bestaande ADR-regelingen voort te zetten en nieuwe te introduceren, opdat in de gevallen waarin een consument verkiest de uitkomst van een procedure te aanvaarden, de handelaar door dat besluit gebonden is.

Amendement  121

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 bis

 

Vrijblijvendheid

 

1. De lidstaten zien erop toe dat een overeenkomst tussen een consument en een ondernemer om geschillen voor te leggen aan een ADR-entiteit niet bindend is voor de consument indien de overeenkomst vóór het ontstaan van het geschil is gesloten en tot gevolg heeft dat de consument het recht wordt ontnomen zich voor de oplossing van het geschil tot de rechter te wenden.

 

2. De lidstaten zien erop toe dat bij ADR-procedures die tot doel hebben geschillen middels een bindende uitspraak op te lossen, de partijen er uitsluitend aan gebonden zijn indien zij tevoren van die bindendheid op de hoogte zijn gesteld en deze uitdrukkelijk hebben geaccepteerd. Specifieke aanvaarding door de ondernemer is niet vereist als in de nationale regelgeving is bepaald dat de oplossingen voor ondernemers bindend moeten zijn.

Motivering

In de regel moeten partijen vooraf hebben ingestemd met de bindende aard van een oplossing wanneer ADR-procedures uitmonden in een voor die partijen bindende oplossing. Een uitzondering geldt wanneer nationale regelgeving erin voorziet dat de oplossingen voor ondernemers bindend zijn. Zulke regelingen werken voor consumenten heel doeltreffend en mogen niet worden ondergraven.

Amendement  122

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 ter

 

Wettigheid

 

De lidstaten zien erop toe dat ADR-procedures die tot doel hebben geschillen te verhelpen door de consument een oplossing op te leggen, er niet toe leiden dat de consument als gevolg van die opgelegde oplossing niet langer de bescherming geniet die hem geboden wordt door dwingende bepalingen van de wetgeving van de lidstaat waarin de ADR-entiteit gevestigd is. In het geval van grensoverschrijdende geschillen mag de door de ADR-entiteit opgelegde oplossing er niet toe leiden dat de consument de bescherming wordt ontzegd die is voorzien in de dwingende bepalingen van het toepasselijk recht van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft in gevallen waarin dergelijke bescherming overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 593/2008 wordt geboden.

Motivering

In de voorgestelde richtlijn ontbreekt het belangrijke legaliteitsbeginsel uit hoofde waarvan consumenten altijd beschermd zijn door de dwingende wettelijke bepalingen van het land waarvan zij ingezetenen zijn. Dat betekent dat het legaliteitsbeginsel van toepassing verklaard moet worden op geschillenbeslechtingsprocedures die uitmonden in een voor de partijen bindende oplossing, opdat consumenten de hen krachtens de dwingende wettelijke bepalingen toekomende bescherming niet verliezen.

Amendement  123

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 quater

 

Gevolgen van ADR-procedures voor verjaringstermijnen

 

1. De lidstaten zien erop toe dat partijen die een beroep op ADR doen in een poging een geschil te beslechten, vervolgens niet worden weerhouden van het aanspannen van een gerechtelijke procedure in verband met dat geschil als gevolg van het aflopen van verjaringstermijnen tijdens de ADR-procedure.

 

2. Lid 1 laat de verjaringsbepalingen in internationale overeenkomsten waarbij de lidstaten partij zijn, onverlet.

Amendement  124

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 quinquies

 

Richtsnoeren

 

1. De Commissie stelt na raadpleging van het Europees Parlement, de Raad en de betrokken belanghebbenden richtsnoeren op voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn. Deze richtsnoeren richten zich in het bijzonder op de in hoofdstuk II uiteengezette kwaliteitscriteria, op de samenwerking tussen ADR-entiteiten in grensoverschrijdende gevallen en op de samenwerking tussen ADR-entiteiten en nationale autoriteiten, zoals bepaald in de artikelen 13 en 14, alsook op de verhouding tussen deze richtlijn en andere Uniewetgeving. De Commissie stelt deze richtsnoeren hiertoe samen op basis van de reeds gangbare praktijk in de lidstaten, vrijwillige gedragscodes, kwaliteitsnormen en andere relevante gegevens.

 

2. De Commissie doet de richtsnoeren toekomen aan de lidstaten en maakt ze openbaar beschikbaar.

Motivering

Mede gezien het beginsel van minimale harmonisatie waarop deze richtlijn is gestoeld en de grote verscheidenheid aan ADR-procedures in de lidstaten, stelt de Europese Commissie richtsnoeren vast die de lidstaten aanvullende regels bieden waarmee de tenuitvoerlegging van deze richtlijn wordt gefaciliteerd en opgehelderd.

Amendement  125

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat de op hun grondgebied gevestigde ondernemers de consumenten informeren over de ADR-entiteiten waaronder zij vallen en die bevoegd zijn voor de behandeling van eventuele geschillen tussen hen en consumenten. Die informatie moet de internetadressen van de betrokken ADR-entiteiten omvatten en aangeven of de ondernemer zich al dan niet verplicht gebruik te maken van de diensten van deze entiteiten voor de beslechting van geschillen met consumenten.

1. De lidstaten zien erop toe dat de op hun grondgebied gevestigde ondernemers de consumenten informeren over de naam, het adres en het internetadres van de ADR-entiteiten waaronder zij vallen en die bevoegd zijn voor de behandeling van eventuele geschillen tussen hen en consumenten. Ondernemers moeten tevens aangeven of zij al dan niet bereid of verplicht zijn gebruik te maken van de diensten van deze entiteiten voor de beslechting van geschillen met consumenten.

Amendement  126

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in lid 1 bedoelde informatie moet op eenvoudige, rechtstreekse en duidelijk zichtbare wijze en te allen tijde toegankelijk zijn op de website van de ondernemer, voor zover hij over een website beschikt, in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een consument gesloten overeenkomsten voor de verkoop van goederen of verrichting van diensten, en op facturen en kwitanties met betrekking tot die overeenkomsten. Tevens moet worden vermeld op welke wijze nadere informatie kan worden verkregen over de betrokken ADR-entiteit en over de voorwaarden voor gebruikmaking daarvan.

2. De in lid 1 bedoelde informatie moet op duidelijke, begrijpelijke en eenvoudige en permanente wijze toegankelijk zijn op de website van de ondernemer, voor zover hij over een website beschikt, in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een consument gesloten overeenkomsten voor de verkoop van goederen of verrichting van diensten, en telkens wanneer een ondernemer een klacht verwerpt die de consument rechtstreeks bij hem heeft ingediend. Tevens moet worden vermeld op welke wijze nadere informatie kan worden verkregen over de betrokken ADR-entiteit en over de voorwaarden voor gebruikmaking daarvan.

Amendement  127

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Dit artikel laat het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 van Richtlijn 2011/83/EU betreffende de voorlichting van consumenten bij op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, onverlet.

3. Dit artikel laat het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 van Richtlijn 2011/83/EU betreffende de voorlichting van consumenten bij op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, in artikel 3 van Richtlijn 2002/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten1 en in artikel 185 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2008 betreffende de toegang tot en de uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)2 onverlet.

 

______________

 

1 PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16.

 

2 PB L 335 van 17.12.2008, blz. 1.

Amendement  128

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat consumenten bijstand kunnen krijgen bij geschillen die voortvloeien uit de grensoverschrijdende verkoop van goederen of verrichting van diensten. Deze bijstand beoogt met name de consumenten te helpen om toegang te krijgen tot de ADR-entiteit in een andere lidstaat die bevoegd is ter zake van hun grensoverschrijdend geschil.

1. De lidstaten zien er bij geschillen die voortvloeien uit de grensoverschrijdende verkoop van goederen of verrichting van diensten op toe dat consumenten bijstand kunnen krijgen om toegang te krijgen tot de ADR-entiteit in een andere lidstaat die bevoegd is ter zake van hun grensoverschrijdend geschil.

Amendement  129

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten kunnen de verantwoordelijkheid voor de in lid 1 bedoelde taak overdragen aan hun centra van het netwerk van Europese consumentencentra, aan consumentenverenigingen of aan een andere instantie.

2. De lidstaten dragen de verantwoordelijkheid voor de in lid 1 bedoelde taak over aan hun centra van het netwerk van Europese consumentencentra.

Motivering

De bijstand aan consumenten met een grensoverschrijdend geschil dient te worden geleverd door een officieel door de Commissie opgezet en goed gestructureerd netwerk, te weten het netwerk van Europese consumentencentra

Amendement  130

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten, de consumentenverenigingen, de brancheorganisaties, de centra van het netwerk van Europese consumentencentra en, in voorkomend geval, de overeenkomstig artikel 11, lid 2, aangewezen instanties in hun ruimten en op hun websites de in artikel 17, lid 3, bedoelde lijst van ADR-entiteiten voor het publiek toegankelijk maken.

De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten en de centra van het netwerk van Europese consumentencentra op hun websites en in zoverre mogelijk op een duurzame gegevensdrager in hun ruimten de in artikel 17, lid 3, bedoelde lijst van ADR-entiteiten voor het publiek toegankelijk maken.

Amendement  131

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten stimuleren consumentenorganisaties en ondernemers om middels publicatie op hun websites of op enige andere door hen gepast geachte wijze de in artikel 17, lid 3 bedoelde lijst van ADR-entiteiten voor het publiek toegankelijk te maken.

Amendement  132

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat op gepaste wijze bekend wordt gemaakt hoe consumenten gebruik kunnen maken van de ADR-procedures als er zich een contractueel geschil voordoet met een bepaalde ondernemer, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1.

Amendement  133

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Samenwerking tussen ADR-entiteiten bij beslechting van grensoverschrijdende geschillen

Samenwerking en uitwisseling van ervaringen tussen ADR-entiteiten

Amendement  134

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten samenwerken bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen.

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten samenwerken bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen en dat ze geregeld goede praktijken uitwisselen, zowel over grensoverschrijdende als binnenlandse geschillenbeslechting.

Amendement  135

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De Commissie ondersteunt en vergemakkelijkt de uitwisseling van ervaringen tussen ADR-entiteiten, teneinde het gebruik van optimale praktijken te bevorderen, vooral via het consumentenprogramma.

Amendement  136

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie maakt een lijst met de namen en contactgegevens van de in lid 1 bedoelde netwerken bekend. De Commissie werkt deze lijst, indien nodig, om de twee jaar bij.

3. De Commissie maakt een lijst met de namen en contactgegevens van de in lid 2 bedoelde netwerken bekend. De Commissie werkt deze lijst om de twee jaar bij.

Amendement  137

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 14 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze samenwerking omvat de uitwisseling van gegevens over de handelspraktijken van ondernemers over wie klachten van consumenten zijn binnengekomen. Zij omvat eveneens de terbeschikkingstelling door die nationale instanties aan de ADR-entiteiten van technische evaluaties en informatie, wanneer die voor de behandeling van individuele geschillen noodzakelijk zijn.

2. Deze samenwerking omvat de uitwisseling van gegevens over de praktijken van ondernemers in bepaalde bedrijfssectoren over wie klachten van consumenten herhaaldelijk zijn binnengekomen. Zij omvat eveneens de terbeschikkingstelling door die nationale instanties aan de ADR-entiteiten van technische evaluaties en informatie, wanneer die voor de behandeling van individuele geschillen noodzakelijk en reeds beschikbaar zijn.

Motivering

Handelspraktijken van ondernemingen mogen niet standaard worden gepubliceerd. Het betreft hier immers ook vertrouwelijke gegevens en bedrijfsgeheimen die niet openbaar behoren te worden gemaakt. Bovendien kunnen ADR-entiteiten overheidsinstanties middels het Europees recht niet dwingen evaluaties ter beschikking te stellen. Dit geldt in het bijzonder met betrekking tot financieringsaangelegenheden.

Amendement  138

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 14 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Dit artikel laat de in lid 1 genoemde bepalingen over beroeps- en bedrijfsgeheimen die van toepassing zijn op nationale instanties onverlet.

Amendement  139

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Elke lidstaat wijst een bevoegde instantie aan die belast is met het toezicht op het functioneren en de ontwikkeling van de op zijn grondgebied gevestigde ADR-entiteiten. Elke lidstaat deelt de Commissie mee welke de aangewezen instantie is.

1. Elke lidstaat wijst een bevoegde instantie aan die belast is met de uitvoering van de in de artikelen 16 en 17 bedoelde taken. Elke lidstaat kan meer dan één bevoegde instantie aanwijzen. Als een lidstaat dat doet, dient hij te bepalen welke van de aangewezen bevoegde instanties als enig contactpunt van de Commissie zal fungeren. Elke lidstaat deelt de Commissie mee welke de bevoegde instantie is of, in voorkomend geval, welke de bevoegde instanties, met inbegrip van het enige contactpunt, zijn.

Motivering

Teneinde verschillende sectorspecifieke of geografische benaderingen van ADR te kunnen weerspiegelen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om meer dan één bevoegde instantie aan te wijzen.

Amendement  140

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De Commissie stelt een lijst op van de bevoegde instanties die haar overeenkomstig lid 1 zijn meegedeeld en maakt deze lijst bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De Commissie stelt een lijst op van de bevoegde instanties, in voorkomend geval met inbegrip van die welke optreden als enig contactpunt, die haar overeenkomstig lid 1 zijn meegedeeld en maakt deze lijst bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Amendement  141

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1 – alinea 1 – letter f bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

f bis) een verklaring over het soort geschillen dat onder ADR-procedures valt;

Amendement  142

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1 – alinea 1 – letter g

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g) een verklaring inzake de voor de vaststelling van hun bevoegdheid noodzakelijke gegevens;

Schrappen

Amendement  143

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1 – alinea 1 – letter h

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) een met redenen omklede verklaring, gebaseerd op een zelfevaluatie door de ADR-entiteit, of zij kan worden gekwalificeerd als een ADR-entiteit in de zin van deze richtlijn en of zij voldoet aan de in hoofdstuk II gestelde voorwaarden.

h) een met redenen omklede verklaring of de entiteit kan worden gekwalificeerd als een ADR-entiteit in de zin van deze richtlijn en of zij voldoet aan de in hoofdstuk II gestelde kwaliteitscriteria.

Amendement  144

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten de bevoegde instanties ten minste eenmaal per jaar de volgende informatie meedelen:

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten de bevoegde instanties eens in de twee jaar informatie meedelen over:

Amendement  145

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) voor zover bekend, het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

d) voor bindende beslissingen en, indien de relevante informatie beschikbaar is, voor niet-bindende beslissingen, het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

Motivering

ADR-entiteiten zouden ertoe moeten worden verplicht de naleving van de uitkomsten te verifiëren. Dit is een belangrijke indicator voor de doeltreffendheid van ADR-regelingen en helpt tevens de consumenten en bedrijven om te beslissen of het de moeite waard is aan een ADR-procedure deel te nemen.

Amendement  146

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) relevante statistieken die aantonen op welke wijze ondernemers voor hun geschillen met consumenten gebruikmaken van alternatieve geschillenbeslechting;

Schrappen

Motivering

De eisen die aan de rapportages van de ADR-entiteiten aan de bevoegde autoriteiten worden gesteld, dienen praktisch uitvoerbaar en hanteerbaar te zijn en niet gepaard te gaan met onnodige administratieve lasten.

Amendement  147

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) eventuele terugkerende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers;

f) eventuele systematische, veelvoorkomende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers. De in dit verband meegedeelde informatie kan vergezeld gaan van aanbevelingen over de wijze waarop dergelijke problemen in de toekomst kunnen worden vermeden of opgelost;

Motivering

Ter vergemakkelijking van de uitwisseling van optimale praktijken kan het nuttig zijn dat ADR-entiteiten bij wijze van leidraad oplossingen aanreiken voor gevallen die zij hebben opgelost, waarbij wel de vertrouwelijkheid in acht moet worden genomen.

Amendement  148

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter g

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g) in voorkomend geval, een beoordeling van de doeltreffendheid van hun samenwerking binnen netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de beslechting van grensoverschrijdende geschillen;

Schrappen

Motivering

De informatie die ADR-entiteiten aan de bevoegde autoriteiten moeten verschaffen, dienen praktisch uitvoerbaar en hanteerbaar te zijn en niet gepaard te gaan met onnodige administratieve lasten.

Amendement  149

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter h

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h) een zelfevaluatie van de doeltreffendheid van de door de entiteit aangeboden ADR-procedure en van de mogelijke manieren om de prestaties daarvan te verbeteren.

Schrappen

Motivering

De informatie die ADR-entiteiten aan de bevoegde autoriteiten moeten verschaffen, dienen praktisch uitvoerbaar en hanteerbaar te zijn en niet gepaard te gaan met onnodige administratieve lasten.

Amendement  150

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Elke bevoegde instantie beoordeelt op basis van de overeenkomstig artikel 16, lid 1, ontvangen gegevens of de bij haar aangemelde ADR-entiteiten kunnen worden gekwalificeerd als ADR-entiteiten in de zin van deze richtlijn en of zij voldoen aan de in hoofdstuk II gestelde voorwaarden.

1. Elke bevoegde instantie beoordeelt op basis van een objectieve onafhankelijke evaluatie alsook op basis van de overeenkomstig artikel 16, lid 1, ontvangen gegevens, of de bij haar aangemelde ADR-entiteiten kunnen worden gekwalificeerd als ADR-entiteiten in de zin van deze richtlijn en of zij voldoen aan de in hoofdstuk II gestelde kwaliteitscriteria.

Amendement  151

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Elke bevoegde instantie stelt op basis van de in lid 1 genoemde beoordeling een lijst op van de ADR-entiteiten die voldoen aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden.

2. Elke bevoegde instantie stelt op basis van de in lid 1 genoemde beoordeling een lijst op van de ADR-entiteiten waarvan zij in kennis is gesteld en die voldoen aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden. Het is bevoegde instanties verboden om te weigeren een ADR-entiteit in de lijst op te nemen als deze voldoet aan de vereisten van deze richtlijn.

Motivering

Het moet duidelijk zijn dat instanties geen discretionaire bevoegdheid hebben om opneming in de lijst te weigeren indien uit de beoordeling blijkt dat de ADR-regeling in overeenstemming is met de voorschriften van hoofdstuk II.

Amendement  152

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de voor de vaststelling van hun bevoegdheid noodzakelijke gegevens;

Schrappen

Amendement  153

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 2 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) de door elke ADR-entiteit bestreken sectoren en soorten geschillen;

Amendement  154

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) indien van toepassing, de noodzaak dat partijen of hun vertegenwoordigers fysiek aanwezig zijn; en

e) indien van toepassing, de noodzaak dat partijen of hun vertegenwoordigers fysiek aanwezig zijn, inclusief een verklaring van de ADR-entiteit of de ADR-procedure gevoerd wordt of gevoerd kan worden als een mondelinge dan wel als een schriftelijke procedure;

Amendement  155

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Elke bevoegde instantie deelt de lijst mee aan de Commissie. Ingeval de bevoegde instantie overeenkomstig artikel 16, lid 1, tweede alinea, wijzigingen worden meegedeeld, wordt de lijst onverwijld bijgewerkt en de betrokken informatie aan de Commissie meegedeeld.

Elke bevoegde instantie deelt de lijst mee aan de Commissie. Indien er overeenkomstig artikel 16, lid 1, tweede alinea, wijzigingen worden meegedeeld aan de bevoegde instantie, wordt de lijst onverwijld bijgewerkt en de betrokken informatie aan de Commissie meegedeeld. Indien een ADR-entiteit niet langer voldoet aan de vereisten van deze richtlijn, verwijdert de bevoegde instantie deze van de lijst.

Motivering

Het is van belang ervoor te zorgen dat de lidstaten informatie ten aanzien van veranderingen met betrekking tot de ADR-entiteiten registreren en op gezette tijden actualiseren.

Amendement  156

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Als een lidstaat meer dan één bevoegde instantie heeft aangewezen, worden de in lid 2 bedoelde lijst en de bijgewerkte versies aan de Commissie medegedeeld door het enige contactpunt. De lijst en de bijgewerkte versies hebben betrekking op alle ADR-entiteiten die zijn gevestigd in die lidstaat.

Motivering

Om onnodige administratieve belasting en bureaucratie te vermijden, is het van cruciaal belang dat ingeval in een lidstaat meer dan één bevoegde instantie wordt aangewezen, het enige contactpunt zorg draagt voor de levering van de lijst en de bijgewerkte versies aan de Commissie.

Amendement  157

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie stelt een lijst op van de bij haar overeenkomstig lid 2 aangemelde ADR-entiteiten en werkt deze lijst telkens bij wanneer haar overeenkomstig lid 2, derde alinea, tweede zin, wijzigingen worden meegedeeld. De Commissie maakt deze lijst en de bijgewerkte versies daarvan bekend en doet deze toekomen aan de bevoegde instanties en de lidstaten.

3. De Commissie stelt een lijst op van de bij haar overeenkomstig lid 2 aangemelde ADR-entiteiten en werkt deze lijst telkens bij wanneer haar overeenkomstig lid 2, derde alinea, tweede zin, wijzigingen worden meegedeeld. De Commissie maakt deze lijst en de bijgewerkte versies daarvan bekend en doet deze toekomen aan de bevoegde instanties en de lidstaten, consumenten en vakorganisaties en het netwerk van Europese consumentencentra.

Amendement  158

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De op de lijst van de Commissie gepubliceerde aangemelde ADR-entiteiten krijgen een eenvoudig herkenbaar Europees kwaliteitskeurmerk dat fungeert als garantie voor consumenten dat een ADR-entiteit voldoet aan de in deze richtlijn neergelegde kwaliteitscriteria. In geval een ADR-entiteit verwijderd wordt van de lijst van de Commissie komt het Europees kwaliteitskeurmerk voor die entiteit te vervallen.

Motivering

Om alle twijfel uit te sluiten en het vertrouwen van consumenten in het systeem te vergroten, wordt er een eenvoudig herkenbaar Europees kwaliteitskeurmerk in het leven geroepen dat garandeert dat de desbetreffende ADR-entiteiten voldoen aan de in deze richtlijn vastgelegde kwaliteitsnormen. Zodra de Commissie een entiteit van de lijst verwijdert, dient deze entiteit ogenblikkelijk het kwaliteitskeurmerk te worden afgenomen.

Amendement  159

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Elke bevoegde instantie maakt de in lid 3 bedoelde geconsolideerde lijst van ADR-entiteiten bekend op haar website en op elke andere wijze die zij passend acht.

4. Elke bevoegde instantie maakt de in lid 3 bedoelde geconsolideerde lijst van ADR-entiteiten bekend op haar website en in voorkomende gevallen op een duurzame gegevensdrager.

Amendement  160

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 5 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Elke bevoegde instantie maakt om de twee jaar een verslag over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten bekend. In het verslag worden met name:

5. Elke bevoegde instantie maakt vóór 31 december 2015 en nadien om de drie jaar een verslag over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten bekend en stuurt het naar de Commissie. In het verslag worden met name:

Motivering

Met het oog op de goede samenwerking tussen de Commissie en de nationale bevoegde instanties is het wenselijk dat deze instanties hun verslagen naar de Commissie sturen, die de informatie centraliseert, aangezien dit het verzamelen van informatie door de Commissie vergemakkelijkt.

Amendement  161

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 5 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de eventuele gebieden vastgesteld waarop nog geen ADR-procedures voor onder deze richtlijn vallende geschillen zijn voorzien;

a) de eventuele gebieden en sectoren vastgesteld waarvoor nog geen ADR-procedures voor onder deze richtlijn vallende geschillen zijn voorzien;

Amendement  162

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 5 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) in voorkomend geval, aanbevelingen gedaan voor het verbeteren van het functioneren van de ADR-entiteiten.

d) in voorkomend geval, aanbevelingen gedaan voor het verbeteren van het effectieve en doeltreffende functioneren van de ADR-entiteiten.

Amendement  163

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. Indien een lidstaat meer dan één bevoegde autoriteit heeft aangewezen, wordt het verslag bekendgemaakt door het enige contactpunt. Het verslag dient informatie te bevatten over alle in die lidstaat gevestigde ADR-entiteiten.

Amendement  164

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens artikel 10 en artikel 16, leden 1 en 2, van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die na een eerder gegeven maar vruchteloze aanmaning van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens artikel 10 en artikel 16, leden 1 en 2, van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Amendement  165

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 22 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum in: 18 maanden na inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of zelfreguleringsmechanismen in werking treden om uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum in: 18 maanden na inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Motivering

In sommige lidstaten, bijvoorbeeld in Nederland, is ADR goed ontwikkeld zonder dat er wetgeving voor bestaat. In deze lidstaten bestaat er voor het bedrijfsleven ampele ruimte om ADR in te voeren via zelfregulering. Veel bedrijven zien ADR als een goede manier om consumenten een aanvullend mechanisme voor het oplossen van geschillen aan te bieden. Dit kan gebeuren op zo'n basis dat ook de overheid haar (financiële) steentje bijdraagt aan dergelijke coöperatieve mechanismen. Het wordt van belang geacht om in artikel 22 uitdrukkelijk te bepalen dat de ADR-richtlijn kan worden uitgevoerd door middel van zelfregulering.

Amendement  166

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum in: vijf jaar na de inwerkingtreding]en nadien om de drie jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag voor over de toepassing van deze richtlijn. Het verslag geeft aan hoe de ADR-entiteiten verder ontwikkeld kunnen worden en hoe zij ingezet kunnen worden, alsmede het effect van deze richtlijn op de consumenten en handelaren. Het verslag gaat, waar passend, vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze richtlijn.

Uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum in: vier jaar na de inwerkingtreding]en nadien om de vijf jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag voor over de toepassing van deze richtlijn. Dit verslag geeft aan hoe de ADR-entiteiten verder ontwikkeld kunnen worden en hoe zij ingezet kunnen worden, alsmede het effect van deze richtlijn op de consumenten en handelaren. Het verslag gaat, waar passend, vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze richtlijn.

  • [1]  PB C 181 van 21.6.2012, blz. 93-98

TOELICHTING

Inleiding

De Commissie beoogt met haar voorstel voor een richtlijn betreffende alternatieve geschillenbeslechting (ADR) voor consumenten een eenvoudigere, snellere en goedkopere manier te introduceren voor de beslechting van geschillen ten aanzien van de verkoop van goederen of de levering van diensten waar dan ook in de Europese Unie. Alle in de EU ingezeten consumenten krijgen met de tenuitvoerlegging van de richtlijn toegang tot kwalitatief hoogstaande ADR-entiteiten die hen kunnen helpen problemen in verband met de aankoop van goederen of diensten - in eigen land of in het buitenland - bij een in een EU-lidstaat gevestigde ondernemer op te lossen.

Achtergrond

Ondanks de verbeteringen die sinds de oprichting van de interne markt zijn aangebracht op het vlak van de consumentenbescherming zijn er nog altijd lacunes die de burger – consumenten en het mkb in het bijzonder – het leven moeilijk maken. Zoals reeds bepleit werd in de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2011 over alternatieve geschillenbeslechting in burgerlijke, handels- en familiezaken[1] en in de resolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2010 over het verwezenlijken van een interne markt voor consumenten en burgers[2], alsook in de Akte voor de interne markt, dienen alle Europese burgers in de hele interne markt vrij te kunnen bewegen en hun rechten uit te kunnen oefenen. Dat behelst onder meer de aankoop van goederen en diensten bij in andere lidstaten gevestigde ondernemers.

De EU is krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verplicht een hoog niveau van consumentenbescherming te bieden. Het VWEU stelt tevens dat de interne markt een ruimte is zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten is gewaarborgd.

De Commissie bracht 14 jaar geleden haar eerste aanbeveling over ADR-regelingen voor consumenten uit. Op nationaal niveau getroffen maatregelen zijn echter volstrekt ontoereikend gebleken omdat burgers nog altijd geen toegang hebben tot een doeltreffende ADR-faciliteit in de benodigde sector of regio. Dat betekent dat er op Europees niveau maatregelen moeten worden getroffen om te zorgen voor een minimaal niveau van harmonisering en voor dezelfde hoge bescherming voor alle consumenten in de hele EU.

Alternatieve geschillenbeslechting (ADR) en de interne markt

Het feit dat er op dit moment een gebrek is aan eenvoudige, goedkope en snelle methodes voor de beslechting van geschillen is voor veel burgers een ernstige handicap. Als gevolg van de aldus opgeworpen obstakels lijden de consumenten jaarlijks naar schatting een verlies dat overeenkomt met 0,4% van het Europese bbp, maar niettemin legde in 2010 slechts vijf procent van de consumenten hun zaak voor aan een ADR-entiteit en verklaart slechts negen procent van de ondernemingen ooit gebruik te hebben gemaakt van alternatieve geschillenbeslechting. Consumenten zullen alleen bereid zijn om hun aankopen ook over de grenzen te doen als zij er vertrouwen in hebben dat zij verhaal kunnen halen als er een probleem optreedt met de aangekochte goederen of diensten. Ook ondernemers – en met name kleine en middelgrote bedrijven – zien er vaak van af om buiten eigen land zaken te doen omdat zij niet graag te maken krijgen met de rechtsstelsels van andere lidstaten. Daarom is het van fundamenteel belang dat de richtlijn niet alleen betrekking heeft op grensoverschrijdende geschillen, maar ook op binnenlandse.

Daarnaast is de handel via internet een belangrijke pijler van de Europese economische bedrijvigheid geworden, maar staan veel consumenten en ondernemers huiverig tegenover het doen van aankopen en het uitvoeren van verkooptransacties via het internet omdat zij bang zijn ingeval van een geschil geen verhaal te kunnen halen. Een goed geïntegreerd alternatief en online toegankelijk geschillenbeslechtingsmechanisme zal de burgers het noodzakelijke vertrouwen bieden om volop van e-handel te kunnen profiteren. Het bijbehorende ODR-platform zal, ondersteund door de beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige ADR-entiteiten in heel de EU, consumenten en ondernemers één enkel toegangspunt bieden voor de buitengerechtelijke beslechting van onlinegeschillen.

De behoefte aan gedegen regulering op dit vlak is des te prangender doordat het versterken van de positie van consumenten van cruciaal belang is voor de revitalisering van de interne markt en daardoor ook voor de heropleving van de groei en het scheppen van nieuwe werkgelegenheid. De invoering van alternatieve geschillenbeslechting voor consumenten is als zodanig in overeenstemming met de Europa 2020-strategie en zal deel uitmaken van een holistische aanpak om de interne markt een nieuwe impuls te geven.

Doelstellingen

Met de richtlijn wordt in essentie beoogd de drie grootste en meest hardnekkige obstakels die consumenten en ondernemers de toegang tot een goed functionerende ADR-entiteit beletten, uit de weg te ruimen. Allereerst zijn lang niet in alle sectoren en lang niet in alle delen van de EU in gelijke mate ADR-faciliteiten voorhanden. Ten tweede zijn consumenten en ondernemers eenvoudigweg onbekend met de voordelen van alternatieve geschillenbeslechtingsmechanismen of weten zij daar op zijn best maar heel weinig van af. En tenslotte is er daar waar er al ADR-faciliteiten bestaan, sprake van grote onderlinge kwaliteitsverschillen en voldoen zij veelal niet aan de in de mededelingen van de Commissie neergelegde kwaliteitscriteria.

Het ontwerpverslag

De rapporteur is ingenomen met het voorstel van de Commissie, dat in zijn ogen een solide basis vormt voor volledige toegang tot alternatieve geschillenbeslechting voor alle burgers. Desalniettemin heeft hij, zoals hieronder uiteengezet, getracht een aantal maatregelen in het voorstel beter uit de verf te doen komen om een evenwichtig stelsel tot stand te brengen met enerzijds sterke beschermingsmechanismen voor de onafhankelijkheid en kwaliteit van ADR-entiteiten en anderzijds waarborgen voor een praktische, doeltreffende en transparante werking van deze entiteiten.

Toepassingsgebied

In de artikelen 1 en 2 worden de reikwijdte en de materie van de richtlijn uiteengezet. Aldus wordt getracht ervoor te zorgen dat alle soorten consumentengeschillen volledig worden bestreken en dat de consumenten gebruik kunnen maken van een kwalitatief hoogstaand, transparant, doeltreffend en billijk verhaalmechanisme. Zowel bestaande als nieuw in te richten geschillenbeslechtingmechanismen die voldoen aan de in deze richtlijn vastgestelde minimale kwaliteitsnormen worden aangemerkt als "ADR-entiteiten" en krijgen een Europees kwaliteitskeurmerk. Dat zal het vertrouwen van de consument helpen vergroten. Er is voor gekozen ondernemers niet de mogelijkheid te bieden zaken aanhangig maken tegen consumenten, omdat zij buiten het kader van de alternatieve geschillenbeslechting reeds over afdoende mogelijkheden beschikken om dergelijke geschillen af te handelen.

Toegankelijkheid

Artikel 5 gaat in hoofdzaak over de manier waarop ADR-entiteiten toegankelijk worden gemaakt. Alle consumenten die ingezetene zijn van de EU dienen toegang te hebben tot alternatieve geschillenbeslechting. Daarom wordt in het ontwerpverslag voorgesteld om consumenten zowel online als via de traditionele kanalen informatie te verstrekken en de mogelijkheid te bieden om geschillen aanhangig te maken. Bovendien heeft de rapporteur een bepaling toegevoegd waardoor een zaak niet zonder redelijke onderbouwing geweigerd kan worden met de argumentatie dat het geschil triviaal of vexatoir is of dat het reeds door een andere ADR-entiteit is behandeld.

Onafhankelijkheid

Geloofwaardigheid is voor alternatieve geschillenbeslechting van levensbelang. De rapporteur stelt voor om naast het vereiste dat de met alternatieve geschillenbeslechting belaste personen onpartijdig moeten zijn ook het vereiste in te voeren dat zij onafhankelijk moeten zijn van alle partijen bij het geschil, dit om te voorkomen dat de uitkomsten gekleurd zijn en ervoor te zorgen dat deze voor beide partijen billijk en onpartijdig zijn. In het ontwerpverslag wordt tevens voorgesteld om een nieuw artikel over onafhankelijkheid in te voeren dat stevige waarborgen in het leven roept om consumenten- en vakorganisaties in gelijke mate te betrekken bij de aansturing van ADR-entiteiten. Voorts wordt ter wille van een nog betere waarborging van de onafhankelijkheid van ADR-entiteiten in het ontwerpverslag voorgesteld om de met ADR-procedures belaste personen die in dienst zijn van een vakorganisatie te laten benoemen door een collegiaal orgaan, ze slechts voor een welbepaalde periode aan te stellen en geheel onafhankelijk te maken van enigerlei instructies van ondernemers of ondernemersvertegenwoordigers.

Transparantie

Artikel 7 stelt een aantal minimumvoorwaarden ten aanzien van de transparantie van ADR-entiteiten. Hoe transparanter ADR-entiteiten zijn, des te geloofwaardiger zij worden in de ogen van consumenten en ondernemingen. Bovendien levert transparantie de nodige gegevens op waarmee doorlopend gewerkt kan worden aan beter functionerende entiteiten. Met het oog daarop kunnen er bijvoorbeeld "voorbeeldbesluiten" openbaar worden gemaakt waarmee optimale praktijken beter kunnen worden uitgewisseld en ondernemingen worden aangemoedigd de lat steeds hoger te leggen.

Doeltreffendheid

Alternatieve geschillenbeslechting dient eenvoudig, snel, betaalbaar en niet te bureaucratisch te zijn. ADR-entiteiten dienen met andere woorden duidelijke voordelen te bieden ten opzichte van conventionele geschillenbeslechtingsstructuren zoals rechtbanken, want anders zal de consument ze links laten liggen. De rapporteur stelt dan ook voor om van goed functionerende ADR-entiteiten te verwachten dat zij geschillen normaliter binnen 90 dagen na de officiële aanvang van de procedure oplossen. Deze termijn kan uitsluitend verlengd worden indien de personen die belast zijn met de ADR-procedure ingeval van complexe en technische geschillen van mening zijn dat verlenging noodzakelijk is om de kwaliteit van het te nemen besluit te waarborgen.

Vrijblijvendheid en wettigheid

Het is van het allergrootste belang dat de wettelijke rechten van burgers worden beschermd, zeker wanneer ADR-entiteiten bindende besluiten nemen. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben zelf te kiezen of ADR-entiteiten al dan niet besluiten kunnen uitvaardigen die bindend zijn voor één of alle partijen bij het geschil. De rapporteur heeft echter voorgesteld een artikel toe te voegen ter bescherming van het recht van beide partijen op informatie en om te kiezen of zij een bindend besluit al dan niet zullen accepteren. Bovendien zijn consumenten niet gebonden aan een bindend besluit indien dit tot stand is gekomen vóór het ontstaan van het geschil en de consument er het recht door verliest om een zaak voor de rechter te brengen. Het bijkomende artikel versterkt tevens de rechten van burgers in het kader van ADR-procedures waarin geschillen worden opgelost met behulp van bindende besluiten, door ervoor te zorgen dat de consument de bescherming die hem krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin de ADR-entiteit gevestigd is toekomt, niet kan verliezen.

Voorlichting

De laatste belangrijke tekortkoming van het bestaande geschillenbeslechtingslandschap ligt in het feit dat slechts weinig burgers op de hoogte zijn van deze procedures en de voordelen ervan. Met artikel 10 wordt beoogd dit euvel te verhelpen door van ondernemers te verlangen dat zij de consument op hun website, in de algemene voorwaarden van contracten of in andere passende documenten informeren over het bestaan van de ADR-entiteiten die hen ter beschikking staan. De rapporteur is van mening dat het voor het welslagen van dit initiatief van cruciaal belang is dat de burgers correcte en duidelijke informatie krijgen over de manier waarop zij zich toegang kunnen verschaffen tot alternatieve geschillenbeslechting. Daarom wordt er in het ontwerpverslag een oproep aan ondernemers gedaan om informatie daarover op te nemen in een breed scala aan documenten, zonder daaraan echter eisen te verbinden die met name voor micro-ondernemingen en voor het midden- en kleinbedrijf een buitensporige belasting zouden vormen.

Conclusie

Het ontwerpverslag is gebaseerd op een drieledige insteek. Allereerst wordt iets gedaan aan de huidige versnippering van de ADR-dekking door een robuust kader in het leven te roepen voor de ontwikkeling van ADR-entiteiten ten dienste van consumenten, dat zal voorzien in volledige dekking. Ten tweede wordt er iets gedaan aan het feit dat veel consumenten en ondernemers momenteel niet op de hoogte zijn van het bestaan van ADR-procedures, door van ondernemers te eisen dat zij passende informatie over alternatieve geschillenbeslechting verstrekken op hun website en in hun documenten. Tot slot betekent de harmonisering van de kwaliteitscriteria dat ongeacht waar consumenten in de EU hun aankopen doen, zij toegang hebben tot kwalitatief hoogstaande, onpartijdige, onafhankelijke, billijke en transparante ADR-procedures.

ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN OVER DE RECHTSGRONDSLAG

De heer Malcolm Harbour

Voorzitter

Commissie interne markt en consumentenbescherming

BRUSSEL

Betreft:            Advies inzake de rechtsgrondslag van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten) (COM(2011)0793 – C7-0454/2011 – 2011/0373 (COD))

Mijnheer de voorzitter,

Bij schrijven van 16 juli 2012 hebt u, overeenkomstig artikel 37 van het Reglement, de Commissie juridische zaken om advies verzocht over de vraag of het niet aangewezen is artikel 169 toe te voegen aan artikel 114 VWEU als rechtsgrondslag van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen.

Het voorstel voor een richtlijn betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen (COM(2011)0793) werd door de Commissie op de grondslag van artikel 114 VWEU uitgebracht, en aan het Parlement voorgelegd volgens de gewone wetgevingsprocedure. De Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) heeft haar verslag op 10 juli 2012 goedgekeurd. The Commissie juridische zaken heeft als medeverantwoordelijke commissie ingevolge artikel 50 haar verslag op 19 juni 2012 goedgekeurd.

De juridische dienst van het Parlement verklaarde in een nota d.d.13 september 2012 dat alleen artikel 114 VWEU de juiste rechtsgrondslag is voor de voorgestelde richtlijn, zoals geamendeerd door de IMCO-commissie.

Achtergrond

De voornaamste onderdelen van het voorstel zijn: de lidstaten moeten erop toezien dat er ADR-procedures komen voor alle – binnenlandse en grensoverschrijdende (artikel 2) – geschillen in de zin van het voorstel (artikel 5). De voorgestelde richtlijn omvat voorts algemene beginselen die alle ADR-entiteiten moeten naleven, met inbegrip van passende kwalificaties, onpartijdigheid, transparantie, doeltreffendheid en billijkheid (artikelen 6 tot en met 9). Nationale instanties moeten toezicht houden op de naleving van deze beginselen (artikelen 15 - 17). Tenslotte moeten de ondernemers krachtens het voorstel de consumenten van relevante en volledige informatie over de beschikbare relevante ADR-entiteiten voorzien (artikel 10).

2. Het door IMCO goedgekeurde verslag

Het in de IMCO goedgekeurde verslag vertoont enkele verschillen ten opzichte van het voorstel van de Commissie. Belangrijkste nieuwe elementen zijn:

– De doelstelling is anders geformuleerd: in plaats van "bij te dragen tot het functioneren van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming", heet het nu "door het bereiken van een hoog niveau van consumentenbescherming, bij te dragen tot het goed functioneren van de interne markt" (AM 52). Parallel daaraan werd een amendement aangenomen op de overweging over subsidiariteit (AM 51).

– De werkingssfeer voor wat betreft ADR-entiteiten die in loondienst zijn bij of worden betaald door de ondernemer wordt opnieuw bepaald: terwijl deze in het COM-voorstel van de werkingssfeer uitgesloten blijven, wil IMCO het aan de lidstaten overlaten om hen al dan niet daarin op te nemen, mits aan een aantal waarborgen voor onafhankelijkheid en transparantie wordt voldaan (AM 55).

– Geschillen tussen ondernemingen en door ondernemingen tegen consumenten aangespannen procedures zijn van de werkingssfeer uitgesloten (AMs 57, 58).

– Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat de richtlijn een geharmoniseerde minimumnorm voor ADR-entiteiten beoogt (AM 61).

– Er worden een aantal bepalingen ingevoegd die de toegang tot ADR nader regelen, zoals de optie voor lidstaten om ADR-entiteiten toe te staan de behandeling van een bepaald geschil op bepaalde gronden te weigeren indien hun rechtsvoorschriften dat vereisen (AM 81), of een optie voor de lidstaten om minimumdrempels in te voeren (AM 82).

– Er is een bepaling opgenomen inzake het stimuleren van het gebruik van ADR-procedures (AM 83).

– Het vereiste van onpartijdigheid dat reeds in het COM-voorstel wordt genoemd, wordt nader aangevuld met onafhankelijkheid, waarbij ook een aantal criteria worden opgevoerd die de afwezigheid van belangenconflicten moeten waarborgen (AM 84).

– Er worden een aantal wijzigingen aangebracht in de bepalingen inzake transparantie (artikel 7, AMs 85-99), doeltreffendheid (artikel 8, AMs 100-105) en billijkheid (artikel 9, AMs 106-120).

– Ook worden er bepalingen ingevoegd inzake vrijblijvendheid (AM 121), wettigheid (AM 122) en het effect van ADR-procedures op verval- en verjaartermijnen (AM 123).

3. De rechtsgrondslagen in kwestie

a) De rechtsgrondslag van het voorstel

De Commissie baseert haar voorstel op artikel 114 VWEU, dat luidt:

"Artikel 114

1. Tenzij in de Verdragen anders is bepaald, zijn de volgende bepalingen van toepassing voor de verwezenlijking van de doeleinden van artikel 26. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.

2. [...]

3. De Commissie zal bij haar in lid 1 bedoelde voorstellen op het gebied van de volksgezondheid, de veiligheid, de milieubescherming en de consumentenbescherming uitgaan van een hoog beschermingsniveau, daarbij in het bijzonder rekening houdend met alle nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd. Ook het Europees Parlement en de Raad zullen binnen hun respectieve bevoegdheden deze doelstelling trachten te verwezenlijken."

Artikel 26 VWEU waarnaar artikel 114 VWEU verwijst, luidt als volgt:

"1. De Unie stelt de maatregelen vast die ertoe bestemd zijn om de interne markt tot stand te brengen en de werking ervan te verzekeren, overeenkomstig de bepalingen terzake van de Verdragen.

2. "De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen."

b) Voorgestelde wijziging van de rechtsgrondslag

De Commissie IMCO heeft de Commissie juridische zaken om advies gevraagd over de vraag of het niet aangewezen is artikel 169 toe te voegen aan artikel 114 VWEU, nu in de IMCO een amendement is aangenomen (AM 1) waarbij artikel 169 VWEU aan de rechtsgrondslag werd toegevoegd. IMCO noemt nog een ander amendement (AM 126) waarbij aan de door de Commissie voorgestelde tekst in de eerste overweging "In artikel 169, lid 1, en lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de Unie bijdraagt tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij op grond van artikel 114 neemt" de woorden "onder andere", zodat de laatste zinsnede nu als volgt luidt "door middel van maatregelen die zij neemt, onder andere op grond van artikel 114".

Artikel 169 VWEU luidt als volgt:

"1. Om de belangen van de consumenten te bevorderen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, draagt de Unie bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten alsmede tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming, en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen.

2. De Unie draagt bij tot de verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen door middel van:

a) maatregelen die zij op grond van artikel 114 in het kader van de totstandbrenging van de interne markt neemt;

b) maatregelen om het beleid van de lidstaten te ondersteunen, aan te vullen en te controleren.

3. Het Europees Parlement en de Raad nemen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen, bedoeld in lid 2, onder b), aan.

4. De uit hoofde van lid 4 aangenomen maatregelen beletten niet dat een lidstaat maatregelen voor een hogere graad van bescherming treft of handhaaft. Zulke maatregelen moeten verenigbaar zijn met andere Verdragen. Zij worden ter kennis van de Commissie gebracht.".

III. Analyse

Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie kunnen bepaalde beginselen betreffende de keuze van de rechtsgrondslag worden afgeleid. Allereerst is de keuze van de juiste rechtsgrondslag van constitutioneel belang gezien de gevolgen van de rechtsgrondslag voor de fundamentele bevoegdheden en de procedure[1]. Ten tweede handelt iedere instelling volgens artikel 13, lid 2, van het VEU binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar volgens de Verdragen zijn toegedeeld[2]. Ten derde moet volgens de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie "de keuze van de rechtsgrondslag van een gemeenschapshandeling [...] berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn. Tot die gegevens behoren met name het doel en de inhoud van de handeling"[3]. Ten aanzien van een meervoudige rechtsgrondslag geldt ten slotte dat, indien uit onderzoek van een handeling van de EU blijkt dat zij een tweeledig doel heeft of dat de inhoud ervan bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als een hoofddoel of voornaamste component, terwijl het andere doel of de andere component slechts bijkomend is, de handeling op één enkele rechtsgrondslag gebaseerd moet worden, te weten die welke vereist is gezien het hoofddoel of de voornaamste component[4]. Anderzijds geldt dat wanneer een handeling verschillende doelstellingen of componenten tegelijk heeft die onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn, zonder dat de ene secundair en indirect is ten opzichte van de andere, deze handeling op de verschillende desbetreffende verdragsbepalingen moet worden gebaseerd[5].

1. Artikel 114 VWEU

Artikel 114 VEG biedt de rechtsgrondslag voor de vaststelling van "maatregelen inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen. In zijn arrest waarbij het de tabaksreclamerichtlijn nietig verklaarde overwoog het Hof van Justitie[6], dat het toenmalige artikel 100 A EG (thans artikel 114 VWEU) " de gemeenschapswetgever [niet de ] algemene bevoegdheid (…) verleen[t ]om de interne markt te reglementeren"[7]. Voorts overwoog het dat "een op basis van artikel 100 A van het Verdrag vastgestelde handeling metterdaad ten doel hebben, de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te verbeteren[8]".

De Commissie presenteert de voorgestelde ADR-richtlijn duidelijk als initiatief met het oog op de interne markt: zij had aangekondigd maatregelen te zullen nemen op ADR-gebied bij wijze van "Europa 2020-vlaggeschipinitiatief"[9] , in het kader van de "digitale agenda voor Europa"[10] en de "Akte voor de interne markt"[11]. De eerste twee overwegingen van de voorgestelde richtlijn gaan over verbetering van de werking van de interne markt. De tweede overweging luidt: “om ervoor te zorgen dat consumenten vertrouwen hebben in en profiteren van de interne markt, dienen zij toegang te hebben tot eenvoudige en goedkope wijzen van beslechting van geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten”. In overweging 6 wordt dit nader uitgewerkt als volgt:De ontwikkeling van een goed functionerende alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie is noodzakelijk om het vertrouwen van de consumenten in de interne markt, ook op het gebied van e-handel, te versterken”. Artikel 1 noemt nogmaals het doel van de richtlijn, namelijk "bij te dragen tot het functioneren van de interne markt".

In haar uitleg van de manier waarop dit doel moet worden bereikt, legt de Commissie de vinger op de volgende problemen: tekortkomingen in het ADR-aanbod; ontbreken van bekendheid bij consumenten en bedrijven, en wisselende kwaliteit van ADR-procedures[12]. De voorgestelde maatregel moet deze kwesties oplossen door ervoor te zorgen dat de consumenten al hun nationale en grensoverschrijdende geschillen aan ADR-regelingen kunnen voorleggen, dat zij informatie ontvangen over de ADR-regeling die bevoegd is voor hun geschil, en dat ADR-entiteiten aan algemene kwaliteitscriteria voldoen.

Er wordt gesteld dat de voorgestelde maatregelen voor binnenlandse geschillen niet door artikel 114 VWEU zouden worden gedekt. Dit argument heeft de Duitse Bundestag in zijn gemotiveerd advies bijvoorbeeld aangevoerd[13]. De Nederlandse Eerste Kamer maakt bezwaar uit een oogpunt van subsidiariteit, omdat de maatregel verder zou gaan dan nodig[14]. De Commissie betoogt hieromtrent in haar effectbeoordeling dat problemen in grensoverschrijdend verband moeilijk te verhelpen zijn als zij niet ook op nationaal niveau worden aangepakt[15] en raamt welk besparingen op binnenlands niveau dit kan opleveren [16]. Ook legt zij uit dat de bestaande lacunes op het gebied van ADR niet kunnen worden opgevuld zonder ook het probleem van het (binnenlandse) toepassingsgebied binnen de lidstaten hierbij te betrekken[17]. "Zonder een goed functionerend stelsel van binnenlandse ADR-regelingen waarop de grensoverschrijdende ADR-regelingen kunnen worden gebaseerd, kan er geen efficiënte en effectieve alternatieve beslechting voor grensoverschrijdende geschillen van de grond komen"[18].

Het is inderdaad aannemelijk dat een systeem date en aaneensluitende ADR-dekking en naleving van kwaliteitscriteria waarborgt, niet kan worden ontwikkeld alleen voor grensoverschrijdende geschillen, vooral wanneer het moet worden gebaseerd – zoals wordt voorgesteld – op in de lidstaten bestaande ADR. De voorgestelde maatregelen – ook voor binnenlandse en grensoverschrijdende geschillen – kunnen dus worden gebaseerd op artikel 114 VWEU.

2. Artikel 169 VWEU

De vraag is nu of er nog ruimte is voor toevoeging van artikel 169 VWEU aan de rechtsgrondslag. Artikel 169 VWEU betreft de consumentenbescherming. De voorgestelde richtlijn noemt meermaals de verzekering van de consumentenbescherming als doel. In de eerste overweging bijvoorbeeld wordt artikel 169, lid 1, en lid 2, onder a), VWEU aangehaald (dat bijdraagt “tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming”). Overweging 31, over het subsidiariteitsbeginsel, noemt als doelstelling van de richtlijn "door het bereiken van een hoog niveau van consumentenbescherming, bij te dragen tot het goed functioneren van de interne markt". Volgens artikel 1, waarin het onderwerp wordt omschreven, draagt de richtlijn bij "tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming". Het is echter de vraag of dit ook betekent dat artikel 169 VWEU in de rechtsgrondslag moet worden opgenomen.

Artikel 169, lid 1, VWEU noemt als algemeen beginsel en doel voor de Unie om bij te dragen “tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten". In artikel 169, lid 2, VWEU worden de daartoe te gebruiken middelen genoemd, namelijk harmoniseringsmaatregelen op grond van artikel 114 VWEU (artikel 169, lid 2, a) VWEU) en maatregelen om het beleid van de lidstaten te ondersteunen, aan te vullen en te controleren, die het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure aannemen (artikel 169, lid 2, b) en 3) VWEU).

Artikel 169, lid 1, VWEU bepaalt dus het doel waar het om gaat, en behelst geen regeling voor de te nemen maatregelen. Daarin voorziet artikel 169, lid 2, VWEU. Artikel 169, lid 2, a) VWEU kent evenwel niet zelf enige bevoegdheid toe, maar het verwijst naar artikel 114 dat het Parlement en de Raad bevoegdheid geeft maatregelen vast te stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure. Het is daarom artikel 114, en niet artikel 169, lid 2, a) VWEU, dat in aanmerking komt als mogelijke rechtsgrondslag voor internemarktmaatregelen met het oog op de belangen van de consument. Hiervoor is bevestiging te vinden in artikel 114, lid 3, VWEU, dat de Commissie voorschrijft bij haar voorstellen op het gebied van onder meer consumentenbescherming uit te gaan van een “hoog beschermingsniveau, daarbij in het bijzonder rekening houdend met alle nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd”.

Op grond van artikel 169, lid 2, onder b), juncto 169, lid 3, VWEU kan de Unie op het gebied van consumentenbescherming maatregelen vaststellen “om het beleid van de lidstaten te ondersteunen, aan te vullen en te controleren”. Het voorstel ambieert evenwel een EU-wijde ADR-dekking voor consumenten, met specifieke kwaliteitscriteria en aanvullend toezicht. Dat kan niet worden gezien als enkele ondersteuning van het consumentenbeleid van de lidstaten.

De uiteindelijke conclusie luidt, dat het niet nodig is dat artikel 169 VWEU in een visum als deel van de rechtsgrondslag wordt genoemd. Omdat dit artikel geen rechtsgrondslag is kan worden volstaan met een verwijzing naar artikel 169 in de eerste overweging, zoals IMCO in amendement 2 voorstelt: “In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, onder a), van het Verdrag is bepaald dat de Unie dient bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij neemt, onder andere op grond van artikel 114.”

3. Andere rechtsgrondslag?

Er moet nog worden nagegaan of de in de IMCO aangenomen toevoegingen van invloed zijn op de juistheid van de rechtsgrondslag van artikel 114.

Tenslotte voegt het IMCO-verslag enkele kwaliteitscriteria toe, ontleend aan ADR-beginselen als vrijblijvendheid en wettigheid. Deze dienen ter aanvulling van de door de Commissie voorgestelde kwaliteitscriteria. De maatregelen blijven gericht op betere werking van de interne markt met een krachtiger consumentenbescherming.

Ten tweede bevat het IMCO-verslag bepalingen ter verdere versterking van ADR, die bijvoorbeeld gebruik van ADR moeten stimuleren (AM 83) of bepalingen voor de mate waarin ADR van invloed is op verval en verjaring (AM 123). Deze bepalingen weerspiegelen overeenkomstige regels van Richtlijn 2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken[19]. Richtlijn 2008/52/EG berust op de artikelen 61(c) and 67, lid 5 EG, d.w.z. de vroegere rechtsgrondslagen voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. Sinds het Verdrag van Lissabon wordt ADR thans uitdrukkelijk in de desbetreffende rechtsgrondslag, artikel 81, lid 2, g) VWEU, genoemd[20].

Artikel 81, lid 2, g) VWEU zou hier pas relevant zijn wanneer de voorgestelde richtlijn tot doel had de "justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen" te ontwikkelen (artikel 81, lid 1, VWEU). In de eerste plaats valt op te merken dat artikel 81, lid 2, g), wegens het element "grensoverschrijdende gevolgen", niet geschikt is te dienen als rechtsgrondslag voor maatregelen die zowel grensoverschrijdende als binnenlandse geschillen omvat. In de tweede plaats zijn artikel 114 VWEU en artikel 81, lid 2, VWEU (dat behoort tot hoofdstuk V van het VWEU over de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht) niet te combineren, wegens de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van dit hoofdstuk ingevolge Protocol nr. 21 bij het VEU en het VWEU, alsmede de positie van Denemarken ingevolge Protocol nr. 22 bij het VEU en het VWEU. Tenslotte en vooral valt er geen bijkomend doel op gebied van justitiële samenwerking aan te wijzen dat een dubbele rechtsgrondslag zou vergen als het van eenzelfde gewicht zou zijn als het gecombineerde doel van interne markt/consumentenbescherming. Integendeel, de nieuwe elementen worden voorgesteld ter aanvulling van de door de Commissie voorgestelde maatregelen en dienen hetzelfde doel, namelijk betere werking van de interne markt met een sterkere consumentenbescherming.

Aanbeveling van de Commissie juridische zaken

De Commissie juridische zaken behandelde deze kwestie op haar vergadering van 17 september 2012. Op deze vergadering heeft zij dan ook met algemene stemmen besloten[21]de aanbeveling uit te spreken dat artikel 114 VWEU de juiste rechtsgrondslag is van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004.

Hoogachtend,

Klaus-Heiner Lehne

  • [1]  Advies 2/00 Protocol van Cartagena, Jurispr. 2001, blz. I-9713, punt 5; zaak C-370/07 Commissie tegen Raad [2009] Jurispr. I-8917, punt 46-49; Advies 1/08, Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten, Jurispr. 2009 blz. I-11129, punt 110.
  • [2]  Zaak C-403/05 Parlement/Commissie, Jurispr. 2007, blz. I-9045, punt 49 en de daarin aangehaalde jurisprudentie.
  • [3]  Zie meest recentelijk Zaak C-411/06 Commissie/Parlement en Raad, Jurispr. 2009, blz I-7585.
  • [4]  Zaak C-42/97 Parlement/Raad, Jurispr. 1999, blz. I-868, punten 39-40; Zaak C-36/98 Koninkrijk Spanje/Raad, Jurispr. 2001, blz. I-779, punt 59; Zaak C-211/01, Commissie/Raad, Jurispr. 2003, blz. I-8913, punt 39.
  • [5]  Zaak C-165/87 Commissie/Raad, Jurispr. 1988, blz. 5545, punt 11; Zaak C-178/03 Commissie/ Europees Parlement en Raad [2006] E.C.R. I-107, punten 43-56.
  • [6]  Zaak C-376/98 Commissie/Europees Parlement en Raad, Jurispr. 2000, blz. I-8419, punt 83;
  • [7]  Zaak C-376/98 Duitsland/Europees Parlement en Raad, Jurispr. 2000, blz. I-8419, punt 83;
  • [8]  Zaak C-376/98 Duitsland/Europees Parlement en Raad, Jurispr. 2000, blz. I-8419, punt 84;
  • [9]  COM(2011)0793, toelichting, blz. 3.
  • [10]  Zie de Mededeling van de Commissie van 28.6.2010 over "Een digitale agenda voor Europa", COM(2010)0245), blz. 13.
  • [11]  Mededeling van de Commissie van 13.4.2011 getiteld "Single Market Act – Twaalf hefbomen om de groei aan te jagen en het vertrouwen te versterken – Samenwerken om nieuwe groei te creëren" (COM(2011)0206), blz. 9.
  • [12]  Zie de Mededeling van de Commissie van 29.11.2011 over "Alternatieve beslechting van consumentengeschillen op de eengemaakte markt", COM(2011)0791, blz. 6.
  • [13]  Gemotiveerd advies van de Bundesrat van de Federale Republiek Duitsland van 24.1.2012, PE480.713v01-00.
  • [14]  Gemotiveerd advies Nederlandse Eerste Kamer van 24.1.2012, PE480.810v01-00.
  • [15]  Werkdocument van de diensten van de Commissie van 29 november 2011 "Effectbeoordeling bij het ​​document "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve geschillenbeslechting voor consumentengeschillen (Richtlijn ADR consumenten)" en "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over online geschillenbeslechting voor consumenten (Verordening betreffende consumenten ODR) (SEC (2011)1408), blz. 21
  • [16]  SEC(2011)1408, blz. 22.
  • [17]  SEC(2011)1408, blz. 24.
  • [18]  SEC(2011)1408, blz. 30-31.
  • [19]  PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3; Zie artikel 5 "Beroep op bemiddeling/mediation" en artikel 8 "Gevolgen van de bemiddeling/mediation voor de verjaring".
  • [20]  Artikel 81 VWEU luidt als volgt:
    "(1) De Unie ontwikkelt een justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen, die berust op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken. Deze samenwerking kan maatregelen ter aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten omvatten.
    (2) Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure, met name wanneer dat nodig is voor de goede werking van de interne markt, maatregelen vast die het volgende beogen: [...]
    g) de ontwikkeling van alternatieve methoden voor geschillenbeslechting;
  • [21]  Bij de eindstemming waren aanwezig: Raffaele Baldassarre (ondervoorzitter), Edit Bauer (overeenkomstig artikel 187, lid 2), Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu (ondervoorzitter), Piotr Borys, Françoise Castex (ondervoorzitter), Christian Engström, Marielle Gallo, Eva Lichtenberger (rapporteur), Antonio Masip Hidalgo, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner (ondervoorzitter), Dagmar Roth-Behrendt, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Axel Voss, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka, Charalampos Angourakis (overeenkomstig artikel 187, lid 2).

ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKeN (21.6.2012)

aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)
(COM(2011)0793 – C7-0454/2011 – 2011/0373(COD))

Rapporteur voor advies (*): Cristian Silviu Buşoi

(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 50 van het Reglement

BEKNOPTE MOTIVERING

Het belang van ADR houdt verband met het fundamentele probleem van de toegang tot de rechter waarmee Europese burgers, vooral consumenten, worden geconfronteerd in het licht van langdurige en dure gerechtelijke procedures.

Het Europees Parlement heeft onlangs zijn standpunt over deze kwestie kenbaar gemaakt in zijn resolutie van 25 oktober 2011 over alternatieve geschillenbeslechting in burgerlijke, handels- en familiezaken (2011/2117 (INI))[1]. Het Parlement is van mening dat op EU-niveau goedgekeurde wetgevingsmaatregelen de toepassing van ADR zullen bevorderen en natuurlijke en rechtspersonen zullen aanmoedigen hierop vaker een beroep te doen, en verzoekt de Commissie een wetgevingsvoorstel in te dienen over het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting in consumentengeschillen binnen de Unie.

De thans door de Commissie voorgestelde richtlijn heeft tot doel de tekortkomingen in het ADR-aanbod weg te nemen en ervoor te zorgen dat een buitengerechtelijke beslechting van geschillen van hoge kwaliteit wordt geboden om contractuele geschillen tussen consumenten en ondernemers tot een oplossing te brengen. De voorgestelde richtlijn omvat algemene beginselen die alle ADR-entiteiten moeten naleven, met inbegrip van passende kwalificaties, onpartijdigheid, transparantie, doeltreffendheid en billijkheid. Er wordt voorgesteld dat nationale instanties toezicht houden op de naleving van deze beginselen. Bovendien moeten de ondernemers krachtens het voorstel de consumenten van relevante en volledige informatie over de beschikbare relevante ADR-entiteiten voorzien.

Uw rapporteur voor advies is ingenomen met het Commissievoorstel in het kader van de inspanningen om de werking van de interne markt te verbeteren en de verhaalmogelijkheden voor de consumenten te vergroten. Hij ziet evenwel een aantal gebieden waarop het Commissievoorstel kan worden verbeterd en waarvoor hij in het ontwerpadvies oplossingen heeft aangedragen. Deze zien eruit als volgt.

De vraag of ADR voor ondernemingen verplicht moet worden gesteld, met name door hun deelneming aan de ADR-regeling verplicht te stellen of door de uitkomst van de ADR-regeling voor hen bindend te maken, is moeilijk te beantwoorden. Enerzijds wordt aangevoerd dat bindende regelingen het vertrouwen van de consument vergroten, aangezien de consumenten hierop vast kunnen vertrouwen als er iets mis gaat. Anderzijds is het verplicht stellen van ADR aanleiding tot heikele kwesties in verband met de grondrechten van de partijen inzake de toegang tot de rechter en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte (artikel 47 van het Handvest van de grondrechten) en is dit strijdig met de vrijwillige en flexibele aard die zo kenmerkend voor ADR is en ADR tevens zo bruikbaar maakt. Uw rapporteur voor advies volgt derhalve de weg die is uitgestippeld door Richtlijn 2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken[2], te weten: dat ADR niet verplicht wordt gesteld, maar dat de lidstaten wordt gevraagd stimulansen te bieden of sancties op te leggen, terwijl rechtbanken concrete informatie moeten bieden om het gebruik van ADR te stimuleren. Ten aanzien van de bindende werking van de uitkomst van ADR wordt voorgesteld de partijen voor te lichten en hun instemming verplicht te stellen.

De richtlijn zou niet van toepassing moeten zijn op klachten die ondernemers tegen consumenten indienen, aangezien ADR is opgezet als een verhaalinstrument voor de consument waarmee het bestaande gebrek aan evenwicht tussen ondernemers en consumenten moet worden weggenomen en aan de consumenten een gemakkelijke weg wordt geboden om verhaal te halen. Dit is uiteraard niet op dezelfde wijze van toepassing op klachten van ondernemers.

Teneinde waarborgen te bieden om te voorkomen dat niet ter zake doende gevallen aan ADR-entiteiten worden voorgelegd, zou de eis moeten bestaan dat een minnelijke schikking wordt nagestreefd voordat een geschil aan de ADR-entiteit wordt voorgelegd. De lidstaten moeten tevens minimumdrempels voor de hoogte van de schadeclaim vastleggen om te voorkomen dat gevallen worden behandeld waarin de claim onevenredig veel lager is dan de feitelijke kosten van de ADR-procedure.

– Over het algemeen moeten de beginselen voor ADR-procedures uitgebreider en vollediger worden opgesomd waarbij wordt gekeken naar Richtlijn 2008/52/EG, de Europese Gedragscode voor bemiddelaars en de aanbevelingen van de Commissie van 30 maart 1998 betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen[3] en van 4 april 2001 met betrekking tot de beginselen voor de buitengerechtelijke organen die bij de consensuele beslechting van consumentengeschillen betrokken zijn[4]. Derhalve wordt voorgesteld in de richtlijn concrete voorschriften op te nemen met name ten aanzien van de beginselen van onafhankelijkheid, legaliteit en vertrouwelijkheid.

De opleiding van de bij de ADR-procedures betrokken natuurlijke personen is van het allergrootste belang, ook om het vertrouwen in de ADR-procedures en de uitkomst ervan te waarborgen, en hiervoor zou de Commissie samen met de lidstaten moeten zorgen.

De ADR-procedures mogen de partijen niet hinderen bij hun toegang tot normale gerechtelijke procedures via de toepassing van verjaringstermijnen. Derhalve zou de richtlijn, samen met de dienovereenkomstige bepaling in Richtlijn 2008/52/EG (artikel 8), ervoor moeten zorgen dat ADR in het algemeen een opschortende werking voor de verjaringstermijnen heeft.

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Alternatieve geschillenbeslechting biedt een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing voor geschillen tussen consumenten en ondernemers. Alternatieve geschillenbeslechting is echter nog niet voldoende ontwikkeld in de Europese Unie. Willen consumenten de mogelijkheden daarvan optimaal kunnen benutten, dan moet alternatieve geschillenbeslechting beschikbaar zijn voor alle soorten consumentengeschillen, moeten de kwaliteitsniveaus van de ADR-procedures gelijk zijn en moeten consumenten en ondernemers op de hoogte zijn van dergelijke procedures. Ook dienen de ADR-entiteiten grensoverschrijdende geschillen doeltreffend af te handelen.

(3) Alternatieve geschillenbeslechting biedt een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing voor geschillen tussen consumenten en ondernemers. Alternatieve geschillenbeslechting is echter nog niet voldoende ontwikkeld in de Europese Unie. Bovendien beschikken niet alle lidstaten en bedrijfstakken over ADR-procedures en bestaan er nog grote kwaliteitsverschillen binnen de Unie. Willen consumenten de mogelijkheden daarvan optimaal kunnen benutten, dan moet alternatieve geschillenbeslechting beschikbaar zijn voor alle soorten consumentengeschillen, moeten de kwaliteitsniveaus van de ADR-procedures gelijk zijn en moeten consumenten en ondernemers op de hoogte zijn van dergelijke procedures. Ook dienen de ADR-entiteiten grensoverschrijdende geschillen doeltreffend af te handelen.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Tevens overwegende dat de lidstaten waar de nationale wetgeving de basisvereisten uit de richtlijn betreffende bemiddeling overstijgt, aanzienlijke resultaten lijken geboekt te hebben bij het bevorderen van de buitengerechtelijke beslechting van geschillen in burgerlijke en handelszaken; dat de resultaten die met name in Italië, Bulgarije en Roemenië zijn bereikt, aantonen dat bemiddeling kan bijdragen tot een voordelige en snelle buitengerechtelijke beslechting van die geschillen door middel van procedures die aangepast zijn aan de eisen van de partijen en aan de eisen inzake de bescherming van de consument;

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De ontwikkeling van een goed functionerende alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie is noodzakelijk om het vertrouwen van de consumenten in de interne markt, ook op het gebied van e-handel te versterken. Dergelijke ontwikkeling moet gebaseerd zijn op de al in de lidstaten bestaande ADR-procedures, met eerbiediging van hun wettelijke tradities.

(6) De ontwikkeling van een goed functionerende alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie is noodzakelijk om het vertrouwen van de consumenten in de interne markt, ook op het gebied van e-handel te versterken. Dergelijke ontwikkeling moet gebaseerd zijn op de al in de lidstaten bestaande ADR-procedures, met eerbiediging van hun wettelijke tradities. De verspreiding van ADR kan bovendien belangrijk blijken in de lidstaten waar bij rechtszaken die bij de rechtbanken aanhangig zijn, sprake is van een aanzienlijke achterstand, waardoor aan de burgers van de Europese Unie het recht op een billijk proces binnen redelijke termijnen wordt ontnomen.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Deze richtlijn dient te gelden voor contractuele geschillen tussen consumenten en ondernemers die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten in alle economische sectoren. Hierbij dient het zowel om klachten van consumenten tegen ondernemers als om klachten van ondernemers tegen consumenten te gaan. Deze richtlijn dient niet te gelden voor geschillen tussen ondernemers; zij mag de lidstaten evenwel niet beletten voorschriften vast te stellen of te handhaven inzake procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van dergelijke geschillen.

(7) Deze richtlijn dient te gelden voor contractuele geschillen tussen consumenten en ondernemers die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten in alle economische sectoren. Deze richtlijn dient niet te gelden voor geschillen tussen ondernemers of voor klachten van ondernemers tegen consumenten; zij mag de lidstaten evenwel niet beletten voorschriften vast te stellen of te handhaven inzake procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van dergelijke geschillen.

Motivering

ADR is opgezet als een instrument voor de consumenten om verhaal te halen, opdat een einde wordt gemaakt aan het bestaande gebrek aan evenwicht tussen de ondernemers, die beter in staat zijn om financiële verliezen te dragen en voor toegang tot de rechter te betalen, en de consumenten, die anders geen verhaal bij een rechtbank zouden trachten te halen vanwege de kosten, die in sommige gevallen hoger kunnen liggen dan de schadeclaim zelf.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Deze richtlijn dient niet te gelden voor procedures voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn en evenmin voor procedures in het kader van ondernemingsstelsels voor de afhandeling van consumentenklachten. Zij dient niet te gelden voor rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen. Voorts dient zij geen toepassing te vinden op pogingen ondernomen door een rechter om een geschil te beslechten in het kader van een gerechtelijke procedure met betrekking tot dat geschil.

(12) Deze richtlijn dient niet te gelden voor procedures in het kader van ondernemingsstelsels voor de afhandeling van consumentenklachten. Zij dient niet te gelden voor rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen. Voorts dient zij geen toepassing te vinden op pogingen ondernomen door een rechter om een geschil te beslechten in het kader van een gerechtelijke procedure met betrekking tot dat geschil.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis) Met Richtlijn 2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken is reeds een kader gecreëerd voor op het niveau van de Unie te hanteren systemen van bemiddeling, in het bijzonder bij grensoverschrijdende geschillen, zonder dat dit de toepassing daarvan bij interne bemiddelingssystemen in de weg staat. Deze richtlijn vormt een aanvulling op dit systeem voor wat betreft andere procedures voor alternatieve geschillenbeslechting.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) De met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen mogen enkel als onpartijdig worden beschouwd indien op hen geen druk kan worden uitgeoefend die hun standpunt over het geschil zou kunnen beïnvloeden. Er moet met name voor worden gezorgd dat dergelijke druk niet wordt uitgeoefend wanneer de ADR-entiteiten worden gefinancierd door een of meer partijen bij het geschil of een organisatie waarbij een van de partijen is aangesloten.

(17) De met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen mogen enkel als onpartijdig worden beschouwd indien op hen geen druk kan worden uitgeoefend die hun standpunt over het geschil zou kunnen beïnvloeden. Er moet met name voor worden gezorgd dat dergelijke druk niet wordt uitgeoefend wanneer de ADR-entiteiten worden gefinancierd door een of meer partijen bij het geschil of een organisatie waarbij een van de partijen is aangesloten. Teneinde elk belangenconflict te voorkomen, moeten de met alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen alle omstandigheden openbaar maken die hun onafhankelijkheid in de weg kunnen staan of aanleiding kunnen zijn tot een belangenconflict. Op personen die exclusief in dienst zijn van de ondernemer en of van een beroepsorganisatie of brancheorganisatie waarvan de ondernemer lid is, moeten specifieke vereisten van toepassing zijn, die regelmatig door de bevoegde instanties worden gecontroleerd.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Het is voor het welslagen van ADR, met name voor het waarborgen van het noodzakelijke vertrouwen in ADR-procedures, van essentieel belang dat de met alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen de nodige deskundigheid bezitten. Derhalve moet worden gezorgd voor specifieke opleidingsprogramma's in samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 ter) Hoewel de door de ADR-entiteiten uitgewerkte oplossingen en de resultaten van ADR-procedures niet alleen gebaseerd kunnen zijn op wettelijke voorschriften maar tevens op billijkheid en gedragscodes, mag een dergelijke flexibiliteit niet leiden tot een lagere bescherming van de consument dan de bescherming die de consument zou genieten wanneer de rechter uitspraak zou doen op basis van de wet. Derhalve moet in deze richtlijn het legaliteitsbeginsel worden vastgelegd dat van toepassing zal zijn op ADR-procedures waarbij de ADR-entiteit een voor de consument bindende uitspraak doet, met inbegrip van die welke door natuurlijke personen worden uitgevoerd die exclusief in dienst zijn van de ondernemer en of van een beroepsorganisatie of brancheorganisatie waarvan de ondernemer lid is. De lidstaten moeten er meer bepaald voor zorgen dat de consument niet de bescherming ontbeert van de bindende voorschriften van de wetgeving van de lidstaat waarin de instantie gevestigd is. Ingeval van grensoverschrijdende consumentengeschillen moeten de lidstaten ervoor zorgen dat consumenten niet de bescherming wordt ontnomen van de bindende voorschriften van de wetgeving van de lidstaat waar de consumenten hun gewone verblijfplaats hebben in de omstandigheden als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I)1.

 

_____________

 

1 PB L 177 van 4.7.2008, blz.6.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) ADR-procedures moeten doeltreffend zijn. Het moet daarbij gaan om eenvoudige en snelle procedures die in de regel niet langer dan 90 dagen duren. De ADR-entiteit moet deze termijn kunnen verlengen wanneer de ingewikkeldheid van het betrokken geschil zulks vereist.

(19) ADR-procedures moeten doeltreffend zijn. Het moet daarbij gaan om eenvoudige en snelle procedures die in de regel niet langer dan 90 dagen duren vanaf de datum waarop de partijen ervan in kennis zijn gesteld dat een klacht is ingediend. De ADR-entiteit moet de partijen van de klacht in kennis stellen na ontvangst van alle documenten die nodig zijn om de ADR-procedure uit te voeren. De ADR-entiteit moet deze termijn kunnen verlengen wanneer de geschillen complex of zeer technisch van aard zijn. De partijen moeten van een verlenging op de hoogte worden gesteld, alsmede van de verwachte geschatte tijd die nog benodigd is voor de afhandeling van het geschil.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(20 bis) Met het oog op de doeltreffendheid ervan is het nodig voorschriften vast te leggen om erop toe te zien dat ADR-entiteiten slechts relevante gevallen behandelen. Bijgevolg zou het vereist moeten zijn dat consumenten trachten tot een minnelijke schikking van het geschil met de ondernemer te komen alvorens zij dit aan een ADR-entiteit voorleggen. Met dergelijke interne regelingen voor klachtenafhandeling kunnen consumentengeschillen reeds in een vroeg stadium worden opgelost. De lidstaten dienen nationale bepalingen te introduceren of te handhaven ten aanzien van procedures voor de interne afhandeling van klachten. Voorts moeten zij in staat zijn ADR-entiteiten toe te staan bewijzen te verlangen dat een poging tot minnelijke schikking is gedaan en te oordelen dat de klacht onaanvaardbaar is, indien de consument een dergelijk bewijs niet levert. De lidstaten moeten tevens minimumdrempels voor de hoogte van de schadeclaim vastleggen om te voorkomen dat gevallen worden behandeld waarin de claim onevenredig veel lager is dan de feitelijke kosten van de ADR-procedure.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis) Ter naleving van het erkende beginsel van vrijblijvendheid mag de uitkomst van ADR-procedures voor de partijen niet bindend zijn, tenzij zij voor de aanvang van de procedure in kennis worden gesteld van de bindende aard van de uitkomst en uitdrukkelijk hiermee instemmen. Wanneer bij nationale regels is bepaald dat oplossingen bindend zijn voor de ondernemer, dient alleen de consument verplicht te worden zijn uitdrukkelijke instemming kenbaar te maken.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 ter) Het vertrouwelijke karakter van ADR-procedures is belangrijk en deze richtlijn moet derhalve zorgen voor een minimum aan verenigbaarheid met de voorschriften van het burgerlijk procesrecht aangaande de wijze van bescherming van het vertrouwelijke karakter van ADR-procedures tijdens eventuele latere gerechtelijke procedures in burgerlijke of handelszaken of arbitrageprocedures.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 quater) Teneinde de partijen aan te moedigen van ADR gebruik te maken, moeten de lidstaten erop toezien dat hun regels inzake verjaringstermijnen de partijen niet beletten naar de rechter of naar een arbitrage-instantie te stappen indien hun poging om middels een ADR-procedure een oplossing te vinden, mislukt. De lidstaten moeten erop toezien dat dit resultaat wordt bereikt, ook al worden de nationale regels inzake verjaringstermijnen bij deze richtlijn niet geharmoniseerd. Bepalingen inzake verjaringstermijnen in internationale overeenkomsten zoals die in de lidstaten worden toegepast, bijvoorbeeld in het vervoersrecht, dienen evenwel niet door deze richtlijn te worden beïnvloed.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) De onderhavige richtlijn schrijft niet voor dat ondernemers verplicht zijn om aan ADR-procedures deel te nemen of dat de uitkomst van dergelijke procedures voor hen bindend is, wanneer een consument een klacht tegen hen heeft ingediend. Deze richtlijn laat evenwel nationale voorschriften volgens welke ondernemers verplicht zijn om aan dergelijke procedures deel te nemen of de uitkomst daarvan voor hen bindend is, onverlet, mits die voorschriften partijen niet beletten hun in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde recht op toegang tot de rechter uit te oefenen.

(23) De onderhavige richtlijn schrijft niet voor dat ondernemers verplicht zijn om aan ADR-procedures deel te nemen of dat de uitkomst van dergelijke procedures voor hen bindend is, wanneer een consument een klacht tegen hen heeft ingediend. Om er evenwel voor te zorgen dat consumenten toegang hebben tot verhaalmogelijkheden en niet worden gedwongen aan hun eis te verzaken, moeten ondernemers zo veel mogelijk worden aangemoedigd aan ADR-procedures deel te nemen. Derhalve laat deze richtlijn nationale voorschriften volgens welke ondernemers verplicht zijn om aan dergelijke procedures deel te nemen of de uitkomst daarvan voor hen bindend is, onverlet, mits die voorschriften partijen niet beletten hun in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde recht op toegang tot de rechter uit te oefenen.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(26 bis) Teneinde de beschikbaarheid van ADR in de hele Europese Unie te verbeteren, dient de ontwikkeling van pan-Europese ADR-entiteiten te worden aangemoedigd. Een ADR-entiteit wordt voor doeleinden van deze richtlijn aangemerkt als pan-Europees indien deze aanwezig is in twee of meer lidstaten of is opgezet door een overkoepelende Europese organisatie. Dergelijke organisaties kunnen worden opgezet naar Europees recht, bijvoorbeeld als een Europees Economisch Samenwerkingsverband.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Om te garanderen dat de ADR-entiteiten naar behoren en doeltreffend functioneren, moet hierop nauwgezet toezicht worden gehouden. De Commissie en de uit hoofde van deze richtlijn bevoegde instanties dienen een lijst van ADR-entiteiten die aan deze richtlijn beantwoorden, te publiceren en bij te werken. Andere instanties, zoals ADR-entiteiten, consumentenverenigingen, brancheorganisaties en het netwerk van Europese consumentencentra, moeten deze lijst ook publiceren. Daarnaast dienen de bevoegde instanties regelmatig verslag uit te brengen over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten. De ADR-entiteiten dienen de bevoegde instanties de specifieke informatie te verstrekken waarop deze verslagen moeten worden gebaseerd. De lidstaten moeten de ADR-entiteiten ertoe aanzetten dergelijke informatie te verstrekken met gebruikmaking van Aanbeveling 2010/304/EU van de Commissie inzake het gebruik van een geharmoniseerde methode voor de indeling en rapportage van consumentenklachten en -vragen.

(27) Om te garanderen dat de ADR-entiteiten naar behoren en doeltreffend functioneren, moet hierop nauwgezet toezicht worden gehouden. Hiertoe moeten de lidstaten een bevoegde instantie aanwijzen. Aangezien het in het geval van een sectorale ADR moeilijk kan zijn om toezichttaken aan slechts één instantie toe te vertrouwen, moeten de lidstaten in dit geval de mogelijkheid krijgen om voor elke sector een bevoegde instantie aan te wijzen. De Commissie en de uit hoofde van deze richtlijn bevoegde instanties dienen een lijst van ADR-entiteiten die aan deze richtlijn beantwoorden, te publiceren en bij te werken. De lidstaten dienen erop toe te zien dat ADR-entiteiten, consumentenverenigingen, brancheorganisaties en het netwerk van Europese consumentencentra deze lijst ook publiceren. Daarnaast dienen de bevoegde instanties regelmatig verslag uit te brengen over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten. De ADR-entiteiten dienen de bevoegde instanties de specifieke informatie te verstrekken waarop deze verslagen moeten worden gebaseerd. De lidstaten moeten de ADR-entiteiten ertoe aanzetten dergelijke informatie te verstrekken met gebruikmaking van Aanbeveling 2010/304/EU van de Commissie inzake het gebruik van een geharmoniseerde methode voor de indeling en rapportage van consumentenklachten en -vragen.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het functioneren van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door te verzekeren dat geschillen tussen consumenten en ondernemers kunnen worden voorgelegd aan entiteiten die onpartijdige, transparante, doeltreffende en billijke procedures voor alternatieve geschillenbeslechting aanbieden.

Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het functioneren van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door te verzekeren dat geschillen tussen consumenten en ondernemers door consumenten kunnen worden voorgelegd aan entiteiten die onpartijdige, operationeel onafhankelijke, transparante, doeltreffende en billijke procedures voor alternatieve geschillenbeslechting aanbieden.

Motivering

ADR is opgezet als een instrument voor de consumenten om verhaal te halen, opdat een einde wordt gemaakt aan het bestaande gebrek aan evenwicht tussen de ondernemers, die beter in staat zijn om financiële verliezen te dragen en voor toegang tot de rechter te betalen, en de consumenten, die anders geen verhaal bij een rechtbank zouden trachten te halen vanwege de kosten, die in sommige gevallen hoger kunnen liggen dan de schadeclaim zelf.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze richtlijn is van toepassing op procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van contractuele geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten door een in de Unie gevestigde ondernemer aan of ten behoeve van een in de Unie woonachtige consument, door tussenkomst van een geschillenbeslechtingsentiteit die een oplossing voorstelt of oplegt, of die partijen bijeenbrengt teneinde een minnelijke schikking te vergemakkelijken (hierna "de ADR-procedures" genoemd).

1. Deze richtlijn is van toepassing op procedures voor de buitengerechtelijke beslechting van contractuele geschillen die voortvloeien uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten door een in de Unie gevestigde ondernemer aan of ten behoeve van een in de Unie woonachtige consument, door tussenkomst van een ADR-entiteit.

Motivering

De definitie van ADR moet in artikel 4 betreffende de definities duidelijk worden afgebakend.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) procedures voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn;

Schrappen

Motivering

Sommige interne ADR-regelingen functioneren zeer goed en zijn welbekend bij de consumenten, die zeer tevreden zijn over de werking en resultaten ervan. Zolang deze interne regelingen dezelfde kwaliteitscriteria respecteren, namelijk onpartijdigheid, transparantie, doeltreffendheid en billijkheid, zou er geen discriminatie tussen interne regelingen en derde partijen moeten bestaan.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) door ondernemingen tegen consumenten ingediende klachten.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis) wordt verstaan onder "procedure voor alternatieve geschillenbeslechting": een procedure voor de buitengerechtelijke beslechting van een geschil waarbij de betrokken partijen trachten hun geschil bij te leggen via tussenkomst van een geschillenbeslechtingsentiteit die een oplossing voorstelt of oplegt, of die de partijen bijeenbrengt teneinde een minnelijke schikking te vergemakkelijken;

Motivering

Verduidelijking nodig om het doel en de reikwijdte van de richtlijn duidelijk af te bakenen.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – letter f – streepje 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

– indien de werking ervan wordt verzekerd door een rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen, op de plaats waar die rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen de activiteiten van alternatieve geschillenbeslechting verricht of zijn statutaire zetel heeft;

- indien de werking ervan wordt verzekerd door een rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen - bijvoorbeeld een collegiaal orgaan als bedoeld in artikel 6, lid 2 - op de plaats waar die rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen de activiteiten van alternatieve geschillenbeslechting verricht of zijn statutaire zetel heeft;

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) over een website beschikken waarop partijen online een klacht kunnen indienen;

a) een bijgewerkte website aanhouden waarop partijen online informatie over ADR-procedures kunnen inwinnen en een klacht kunnen indienen, en dat die website functioneel is gekoppeld aan het Europees platform voor onlinegeschillenbeslechting (ODR) overeenkomstig Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad van […] [betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen];

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 5 bis

 

Toegang tot ADR-procedures

 

 

 

1. Een rechterlijke instantie waarbij een zaak aanhangig is gemaakt, kan de partijen in voorkomend geval en rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, verzoeken gebruik te maken van ADR om het geschil te beslechten. De gerechtelijke instantie kan de partijen tevens verzoeken om een voorlichtingsbijeenkomst bij te wonen over de aanwending van ADR-procedures, indien dergelijke bijeenkomsten worden gehouden, gemakkelijk toegankelijk zijn en de partijen informatie verschaffen over het ODR-platform dat is ingesteld uit hoofde van Verordening (EU) nr. [Publicatiebureau: voeg referentienummer in] van het Europees Parlement en de Raad van [Publicatiebureau: voeg datum van vaststelling in] betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen (Verordening ODR consumenten).

 

2. Deze richtlijn laat onverlet dat de nationale wetgeving het gebruik van ADR voor of na het begin van de gerechtelijke procedure verplicht kan stellen of aan stimulansen kan onderwerpen, dan wel sancties kan opleggen indien ADR wordt geweigerd, mits het de partijen niet wordt belet hun recht van toegang tot de rechter uit te oefenen.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – titel en leden 1 tot en met 1 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deskundigheid en onpartijdigheid

Deskundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid

1. De lidstaten zien erop toe dat de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen over de noodzakelijke deskundigheid beschikken en onpartijdig zijn. Dit moet worden gewaarborgd door ervoor te zorgen dat zij:

1. De lidstaten zien erop toe dat de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen over de noodzakelijke deskundigheid beschikken en operationeel onafhankelijk en onpartijdig zijn. Dit moet worden gewaarborgd door ervoor te zorgen dat zij:

a) over de noodzakelijke kennis, vaardigheden en ervaring op het gebied van alternatieve geschillenbeslechting beschikken;

a) over de noodzakelijke kennis en vaardigheden op het gebied van de alternatieve en gerechtelijke beslechting van consumentengeschillen beschikken alsmede over kennis van de wetgeving;

b) niet zonder geldige reden van hun taken kunnen worden ontheven;

b) voor een vaste termijn worden benoemd en niet zonder geldige reden van hun taken kunnen worden ontheven;

c) geen belangenconflict hebben met een van de partijen bij het geschil.

c) geen belangenconflict hebben met een van de partijen bij het geschil.

 

1 bis. Voor de toepassing van lid 1, onder a), zien de lidstaten erop toe dat specifieke opleidingsprogramma's voor de met de alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen beschikbaar zijn. De Commissie ondersteunt de lidstaten bij de ontwikkeling van dergelijke opleidingsprogramma's en kwaliteitscontrolemechanismen.

 

1 ter. Voor de toepassing van lid 1, onder c), zien de lidstaten erop toe dat de met alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen alle omstandigheden openbaar maken die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of aanleiding kunnen zijn tot een belangenconflict of geacht kunnen worden dit te zijn.

 

De lidstaten zien erop toe dat in dergelijke omstandigheden de betrokken persoon slechts ermee instemt te handelen of te blijven handelen, indien de partijen hiermee uitdrukkelijk akkoord gaan en hij of zij er zeker van is de ADR-procedure te kunnen uitvoeren in volledige onafhankelijkheid om voor totale onpartijdigheid zorg te dragen.

 

De lidstaten zien erop toe dat de verplichting van openbaarmaking uit hoofde van dit lid tijdens de gehele ADR-procedure blijft bestaan.

 

1 quater. Indien de met alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen onafhankelijke derden zijn, omvatten de overeenkomstig lid 1 ter openbaar te maken omstandigheden:

 

a) elke persoonlijke of zakelijke relatie met een of meer partijen gedurende de drie jaar die voorafgaan aan het moment waarop de post wordt bezet;

 

b) mogelijke financiële of andere belangen, hetzij direct, hetzij indirect in de uitkomst van de ADR-procedure;

 

c) wanneer de betrokken persoon in de drie jaren voorafgaand aan de aanvaarding van de functie in een andere hoedanigheid dan voor ADR heeft gewerkt ten behoeve van een of meer partijen, een beroepsorganisatie of een brancheorganisatie waarvan een van de partijen lid is of een ander lid van een dergelijke organisatie.

 

1 quinquies. Voor de toepassing van lid 1, onder c), indien de met geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in dienst zijn van de ondernemer of van een beroepsorganisatie of een brancheorganisatie waarvan de ondernemer lid is, zorgen de lidstaten ervoor dat, tenzij deze natuurlijke personen voldoen aan de vereisten van lid 1, onder e), zij deel uitmaken van een collegiaal orgaan dat bestaat uit een even groot aantal vertegenwoordigers van consumentenorganisaties als vertegenwoordigers van de ondernemer of, waar van toepassing, van de beroepsorganisatie of brancheorganisatie.

 

1 sexies. Indien de met alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen uitsluitend in dienst zijn van de ondernemer of een beroeps- of bedrijfsorganisatie waarvan de ondernemer lid is en dezen geen lid zijn van een college zoals bedoeld in alinea 1, punt d), zien de lidstaten erop toe dat zij aan de volgende vereisten voldoen:

 

a) zij worden aangewezen voor een duur die volstaat om de onafhankelijkheid van hun optreden te waarborgen;

 

b) zij mogen geen instructies ontvangen van de ondernemer, noch rechtstreeks noch indirect;

 

c) hun vergoeding is volledig onafhankelijk van de resultaten van de ADR-procedure;

 

d) hun autonomie wordt gewaarborgd middels een speciale begroting die los staat van de algemene begroting van de ondernemer of, indien van toepassing, de algemene begroting van de beroepsorganisatie of brancheorganisatie en die voldoende middelen bevat met het oog op de doeltreffendheid van de ADR-procedures.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website en in gedrukte vorm in hun ruimten de volgende informatie voor het publiek toegankelijk maken:

1. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website en, op verzoek, in gedrukte vorm in hun ruimten de volgende informatie voor het publiek toegankelijk maken in duidelijke en gemakkelijk te begrijpen taal:

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) welke natuurlijke personen belast zijn met de alternatieve geschillenbeslechting, op welke wijze zij worden benoemd en wat de duur van hun mandaat is;

a) een lijst van natuurlijke personen die belast zijn met de alternatieve geschillenbeslechting en hun cv's, met inbegrip van hun gebied(en) van deskundigheid, op welke wijze zij worden benoemd en wat de duur van hun mandaat is;

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) voor welke soorten geschillen zij bevoegd zijn;

d) voor welke soorten geschillen zij bevoegd zijn, indien van toepassing met inbegrip van de minimumwaarde van de schadeclaim;

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) welke kosten eventueel voor rekening van partijen komen;

i) welke kosten eventueel voor rekening van partijen komen, met inbegrip van regels voor de toewijzing van de kosten aan het einde van de procedure;

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1 – letter k bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k bis) de sancties voor niet-naleving in het geval van een besluit met bindende werking voor de partijen.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website en in gedrukte vorm in hun ruimten de jaarlijkse activiteitenverslagen voor het publiek toegankelijk maken. Deze verslagen bevatten de volgende informatie met betrekking tot zowel binnenlandse als grensoverschrijdende geschillen: Voorstel voor een richtlijn

2. De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op hun website en, op verzoek, in gedrukte vorm in hun ruimten de jaarlijkse activiteitenverslagen voor het publiek toegankelijk maken. Deze verslagen bevatten de volgende informatie met betrekking tot zowel binnenlandse als grensoverschrijdende geschillen: Voorstel voor een richtlijn

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) eventuele terugkerende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers;

b) eventuele terugkerende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers, die vergezeld kunnen gaan van aanbevelingen over hoe soortgelijke problemen in de toekomst kunnen worden vermeden of opgelost;

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) voor zover bekend, het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

e) het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de ADR-procedure is voor beide partijen gemakkelijk toegankelijk, ongeacht de plaats waar zij zich bevinden;

a) de ADR-procedure is zowel online als offline beschikbaar en toegankelijk, ongeacht de plaats waar de partijen zich bevinden;

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) uitsluitend de consument kan een ADR-procedure opstarten;

Motivering

Het doel van ADR-procedures is zwakkere partijen – vaak de consument – een betere toegang tot justitie te bieden door hen een verhaalmogelijkheid in handen te geven. Ondernemingen mogen ADR-regelingen niet tegen consumenten inzetten voor het incasseren van schulden.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) de ADR-entiteit die een klacht heeft ontvangen, brengt de partijen bij het geschil op de hoogte zodra zij alle documenten met de relevante informatie over het geschil heeft ontvangen;

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) het geschil wordt beslecht binnen 90 dagen na de datum waarop de ADR-entiteit de klacht heeft ontvangen. In geval van complexe geschillen kan de ADR-entiteit deze termijn verlengen.

d) het geschil wordt beslecht binnen 90 dagen na de datum waarop de partijen ervan in kennis zijn gesteld dat een klacht is ingediend. Wanneer geschillen complex of zeer technisch van aard zijn, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat de ADR-entiteit deze termijn kan verlengen. Mogelijke verlengingen dienen te worden medegedeeld aan de partijen, inclusief een indicatie van de verwachte geschatte tijd die nog benodigd is voor de afhandeling van het geschil.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Ter waarborging van de doeltreffendheid van ADR-procedures zien de lidstaten erop toe dat de consumenten gehouden zijn te trachten rechtstreeks met de ondernemer tot een minnelijke schikking te komen, voordat het geschil aan een ADR-entiteit wordt voorgelegd. De lidstaten mogen de ADR-entiteiten ertoe machtigen bewijzen te verlangen dat een dergelijke poging is gedaan en te oordelen dat de klacht niet ontvankelijk is, indien de consument geen bewijs levert.

Motivering

Om overbelasting van ADR-entiteiten te voorkomen, mogen alleen relevante gevallen voor ADR worden voorgedragen. Derhalve is het nodig de ontvankelijkheid van de gevallen te beperken door te eisen dat de consumenten eerst trachten het probleem met de ondernemer tot een oplossing te brengen en pas als deze poging mislukt, tot ADR over te gaan.

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De lidstaten kunnen de ontvankelijkheid van een geschil voor ADR beperken door een minimumdrempel voor de hoogte van de schadeclaim vast te stellen, onder inaanmerkingneming van de vraag of de hoogte van de schadeclaim onevenredig lager is dan de feitelijke kosten van de ADR-procedure.

Motivering

Het kan voor de lidstaten nuttig zijn minimumdrempels vast te leggen voor de hoogte van de schadeclaims teneinde te voorkomen dat onredelijke gevallen aan ADR worden onderworpen.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter -a (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a) de partijen hebben de mogelijkheid zich in elk stadium uit de procedure terug te trekken indien zij ontevreden zijn met de prestatie of de werking van de procedure; zij worden voor de aanvang van de procedure van dit recht in kennis gesteld; ingeval in de nationale regelgeving is bepaald dat de deelneming aan ADR-procedures voor de ondernemer verplicht is, is deze bepaling alleen op de consument van toepassing.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) partijen de mogelijkheid hebben hun standpunt kenbaar te maken en kennis te nemen van alle argumenten en feiten die door de andere partij naar voren worden gebracht, en van eventuele verklaringen van deskundigen;

a) partijen de mogelijkheid hebben hun standpunt kenbaar te maken, kennis te nemen van en te reageren op alle argumenten en feiten die door de andere partij naar voren worden gebracht, met inbegrip van eventuele verklaringen en adviezen van deskundigen;

Motivering

Er dient verduidelijkt te worden dat niet alle procedures in fysieke aanwezigheid van de partijen worden uitgevoerd en geheel of gedeeltelijk via schriftelijk weg kunnen worden opgestart. Partijen dienen tevens het recht te krijgen in te gaan op de door de tegenpartij aangevoerde argumenten en feiten, met inbegrip van eventuele adviezen en verklaringen van deskundigen.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten dienen erop toe te zien dat het vrijblijvendheidsbeginsel wordt gehandhaafd door verplicht te stellen dat:

 

a) overeenkomsten tussen consumenten en ondernemers om geschillen te laten beslechten door een ADR-entiteit niet bindend zijn voor de consument indien deze gesloten zijn vóór het moment van ontstaan van het geschil en het de consument onmogelijk maken om het geschil te onderwerpen aan het oordeel van de rechter;

 

b) de uitkomst van een ADR-procedure geen bindende werking voor de betrokken partijen kan hebben, tenzij zij voor de aanvang van de procedure in kennis worden gesteld van de bindende aard van de uitkomst en uitdrukkelijk hiermee instemmen. Wanneer bij nationale regels is bepaald dat oplossingen bindend zijn voor de ondernemer, dient alleen de consument om uitdrukkelijke toestemming te worden gevraagd.

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De lidstaten kunnen in geval van ADR-procedures waarmee beoogd wordt geschillen op te lossen middels een voorstel tot een oplossing, bepalen dat dergelijke voorstellen voor een oplossing naar keuze van de consument al dan niet bindend zijn voor de ondernemer.

 

In dergelijke gevallen dienen artikel 9, lid 2 onder b) en artikel 9, lid 2 onder c) gelezen te worden als zijnde uitsluitend van toepassing op de consument.

Motivering

Het moet de lidstaten mogelijk worden gemaakt om bestaande ADR-regelingen voort te zetten en nieuwe te introduceren, opdat in de gevallen waarin een consument verkiest de uitkomst van een procedure te aanvaarden, de handelaar door dat besluit gebonden is.

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 – letter a – punt i bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(i bis) deelname aan de procedure laat de mogelijkheid om in beroep te gaan via een normale gerechtelijke procedure onverlet;

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 bis

 

Wettigheid van ADR-besluiten

 

1. De lidstaten zien erop toe dat de uitkomst van een ADR-procedure – ook wanneer deze wordt gevoerd door natuurlijke personen zoals bedoeld in artikel 6, lid 1 quinquies – die is gericht op beslechting van het geschil door het opleggen van een oplossing aan de consument, geen afbreuk doet aan de bescherming van de consument op grond van dwingende bepalingen in de wetgeving van de lidstaat waar de ADR-entiteit is gevestigd.

 

2. In het geval van grensoverschrijdende consumentengeschillen zien de lidstaten erop toe dat de uitkomst van een ADR-procedure – ook als die wordt gevoerd door natuurlijke personen als bedoeld in artikel 6, lid 1 quinquies – die is gericht op de beslechting van het geschil door het opleggen van een oplossing aan de consument, geen afbreuk doet aan de bescherming die de consument geniet op grond van bepalingen waarvan in overeenkomsten niet kan worden afgeweken op grond van de wetgeving van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, in de gevallen die zijn voorzien in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op contractuele verbintenissen (Rome I)1.

 

3. In het geval van ADR-procedures die zijn gericht op de beslechting van het geschil door het voorstellen van een oplossing zorgen de lidstaten ervoor dat de voorgestelde oplossing ook gebaseerd kan zijn op billijkheid en zelfreguleringscodes of richtsnoeren, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de toepasselijke wetgeving.

 

______________

 

1 PB L 177 van 4.7.2008, blz.6.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 ter

 

Vertrouwelijkheid van ADR-procedures

 

1. De lidstaten zien erop toe dat, tenzij de partijen anders overeenkomen, noch ADR-entiteiten noch met alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen ertoe worden verplicht als getuige op te treden in gerechtelijke procedures in burgerlijke of handelszaken of arbitrageprocedures voor wat betreft informatie die voortvloeit uit of verband houdt met een ADR-procedure, tenzij:

 

a) dit nodig is om dwingende redenen van openbare orde in de betrokken lidstaat, inzonderheid indien het noodzakelijk is om de bescherming van de belangen van kinderen te waarborgen of om te voorkomen dat iemand in zijn lichamelijke of geestelijke integriteit wordt aangetast;

 

b) de onthulling van de inhoud van de uitkomst van een ADR-procedure nodig is om deze uitkomst ten uitvoer te leggen of op te leggen.

 

2. Niets in lid 1 weerhoudt de lidstaten ervan strengere maatregelen te nemen om het vertrouwelijke karakter van ADR-procedures te beschermen.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 quater

 

Gevolgen van ADR-procedures voor verjaringstermijnen

 

1. De lidstaten zien erop toe dat de partijen die voor ADR kiezen om te trachten een geschil bij te leggen, daarna niet wordt belet een gerechtelijke procedure of arbitrage met betrekking tot hun geschil aanhangig te maken door het verstrijken van verjaringstermijnen tijdens de ADR-procedure.

 

2. Lid 1 laat de verjaringsbepalingen in internationale overeenkomsten waarbij de lidstaten partij zijn, onverlet.

Motivering

Het gebruik van ADR mag de toegang tot normale gerechtelijke procedures niet verhinderen.

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zien erop toe dat de op hun grondgebied gevestigde ondernemers de consumenten informeren over de ADR-entiteiten waaronder zij vallen en die bevoegd zijn voor de behandeling van eventuele geschillen tussen hen en consumenten. Die informatie moet de internetadressen van de betrokken ADR-entiteiten omvatten en aangeven of de ondernemer zich al dan niet verplicht gebruik te maken van de diensten van deze entiteiten voor de beslechting van geschillen met consumenten.

1. De lidstaten zien erop toe dat de op hun grondgebied gevestigde ondernemers de consumenten informeren over de ADR-entiteiten die zij gegarandeerd zullen inschakelen voor het oplossen van eventuele geschillen tussen hen en consumenten. Die informatie moet de internetadressen van de betrokken ADR-entiteiten omvatten.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in lid 1 bedoelde informatie moet op eenvoudige, rechtstreekse en duidelijk zichtbare wijze en te allen tijde toegankelijk zijn op de website van de ondernemer, voor zover hij over een website beschikt, in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een consument gesloten overeenkomsten voor de verkoop van goederen of verrichting van diensten, en op facturen en kwitanties met betrekking tot die overeenkomsten. Tevens moet worden vermeld op welke wijze nadere informatie kan worden verkregen over de betrokken ADR-entiteit en over de voorwaarden voor gebruikmaking daarvan.

2. De in lid 1 bedoelde informatie moet op begrijpelijke, duidelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze zijn vermeld:

 

a) op de website van de ondernemer, voor zover hij daarover beschikt;

 

b) indien van toepassing, in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een consument gesloten overeenkomsten voor de verkoop van goederen of verrichting van diensten, en

 

c) telkens wanneer de ondernemer de consument schriftelijk in kennis stelt van de afwijzing van een klacht die rechtsreeks bij hem is ingediend.

 

Tevens moet worden vermeld op welke wijze nadere informatie kan worden verkregen over de betrokken ADR-entiteit en over de voorwaarden voor gebruikmaking daarvan.

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Dit artikel laat het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 van Richtlijn 2011/83/EU betreffende de voorlichting van consumenten bij op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, onverlet.

3. Dit artikel laat het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 van Richtlijn 2011/83/EU betreffende de voorlichting van consumenten bij op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, in artikel 3 van Richtlijn 2002/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten1 en in artikel 185 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2008 betreffende de toegang tot en de uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)2 onverlet.

 

______________

 

1 PB L 271 van 9.10.2002, blz.16.

 

2 PB L 335 van 17.12.2008, blz. 1.

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De Commissie maakt een lijst met de namen en contactgegevens van de in lid 1 bedoelde netwerken bekend. De Commissie werkt deze lijst, indien nodig, om de twee jaar bij.

3. De Commissie maakt een lijst met de namen en contactgegevens van de in lid 1 bedoelde netwerken bekend. De Commissie werkt deze lijst om de twee jaar bij.

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Elke lidstaat wijst een bevoegde instantie aan die belast is met het toezicht op het functioneren en de ontwikkeling van de op zijn grondgebied gevestigde ADR-entiteiten. Elke lidstaat deelt de Commissie mee welke de aangewezen instantie is.

1. Elke lidstaat wijst een bevoegde instantie aan die belast is met het toezicht op het functioneren en de ontwikkeling van de op zijn grondgebied gevestigde ADR-entiteiten. In geval van een sectoraal opgezette ADR kunnen de lidstaten voor elke sector een bevoegde instantie aanwijzen. Elke lidstaat deelt de Commissie mee welke de aangewezen instanties zijn.

Motivering

Sommige ADR-entiteiten bestrijken een hele sector. Het zou bijzonder moeilijk zijn de toezichttaken slechts aan één instantie toe te vertrouwen die alle sectoren zou bestrijken, want dit zou voor deze instantie een zware belasting zijn. De mogelijkheid om voor elke sector over een bevoegde instantie te beschikken zou als optie moeten openstaan voor lidstaten waar niet één enkele instantie bevoegd is voor alle sectoren.

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) voor zover bekend, het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

d) het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;

Motivering

ADR-entiteiten zouden ertoe moeten worden verplicht de naleving van de uitkomsten te verifiëren. Dit is een belangrijke indicator voor de doeltreffendheid van ADR-regelingen en helpt tevens consumenten en bedrijven om te beslissen of het de moeite waard is aan een ADR-procedure deel te nemen.

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f) eventuele terugkerende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers;

f) eventuele terugkerende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers, die vergezeld kunnen gaan van oplossingen die als leidraad kunnen dienen, met inbegrip van suggesties over de wijze waarop deze kwesties kunnen worden aangepakt;

Motivering

Om de uitwisseling van optimale praktijken te faciliteren kan het nuttig zijn dat ADR-entiteiten bij wijze van leidraad oplossingen aanreiken voor gevallen die zij al hebben opgelost, waarbij wel de vertrouwelijkheid in acht moet worden genomen.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Elke bevoegde instantie stelt op basis van de in lid 1 genoemde beoordeling een lijst op van de ADR-entiteiten die voldoen aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden.

2. Elke bevoegde instantie stelt op basis van de in lid 1 genoemde beoordeling een lijst op van de ADR-entiteiten waarvan zij in kennis is gesteld en die voldoen aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden.

Motivering

Het moet duidelijk zijn dat instanties geen discretionaire bevoegdheid hebben om opneming in de lijst te weigeren indien uit de beoordeling blijkt dat de ADR-regeling in overeenstemming is met de voorschriften van hoofdstuk II.

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) indien van toepassing, de noodzaak dat partijen of hun vertegenwoordigers fysiek aanwezig zijn; en

e) indien van toepassing, de noodzaak dat partijen of hun vertegenwoordigers fysiek aanwezig zijn, onder vermelding van de opties voor de beslechting van het geschil zonder de fysieke aanwezigheid van de partijen of hun vertegenwoordigers indien deze hun domicilie hebben of normaliter verblijven in verschillende lidstaten; en

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 2 – alinea 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De bevoegde instanties verwijderen een ADR-entiteit van de lijst indien die ADR-entiteit niet langer aan de vereisten van lid 1 voldoet. De lijst wordt vervolgens onmiddellijk geactualiseerd en de desbetreffende informatie doorgegeven aan de Commissie.

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 17 – lid 5 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Elke bevoegde instantie maakt om de twee jaar een verslag over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten bekend. In het verslag worden met name:

5. Elke bevoegde instantie maakt om de twee jaar een verslag over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten bekend en stuurt dit naar de Commissie. In het verslag worden met name:

Motivering

Met het oog op de goede samenwerking tussen de Commissie en de nationale bevoegde instanties is het wenselijk dat deze instanties hun verslagen naar de Commissie sturen, die de informatie centraliseert, aangezien dit het verzamelen van informatie door de Commissie vergemakkelijkt.

PROCEDURE

Titel

Alternatieve beslechting van consumentengeschillen en wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)

Verwijzingen

COM(2011)0793 – C7-0454/2011 – 2011/0373(COD)

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

IMCO

13.12.2011

 

 

 

Advies uitgebracht door

Datum bekendmaking

JURI

13.12.2011

Medeverantwoordelijke commissie(s) - datum bekendmaking

20.4.2012

Rapporteur voor advies

Datum benoeming

Cristian Silviu Buşoi

1.2.2012

Behandeling in de commissie

1.3.2012

25.4.2012

30.5.2012

 

Datum goedkeuring

19.6.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Piotr Borys, Cristian Silviu Buşoi, Eva Lichtenberger, Dagmar Roth-Behrendt, Axel Voss

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Patrice Tirolien

  • [1] P7_TA(2011)0449.
  • [2]    PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3.
  • [3]    PB L 115 van 17.4.1998, blz. 31.
  • [4]    PB L 109 van 19.4.2001, blz. 56.

PROCEDURE

Titel

Alternatieve beslechting van consumentengeschillen en wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)

Verwijzingen

COM(2011)0793 – C7-0454/2011 – 2011/0373(COD)

Datum indiening bij EP

29.11.2011

 

 

 

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

IMCO

13.12.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

Datum bekendmaking

JURI

13.12.2011

 

 

 

Medeverantwoordelijke commissie(s)

Datum bekendmaking

JURI

20.4.2012

 

 

 

Rapporteur(s)

Datum benoeming

Louis Grech

30.11.2011

 

 

 

Betwisting rechtsgrondslag

Datum JURI-advies

JURI

 

 

 

 

Behandeling in de commissie

20.12.2011

28.2.2012

29.2.2012

8.5.2012

 

20.6.2012

9.7.2012

 

 

Datum goedkeuring

10.7.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

34

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pablo Arias Echeverría, Adam Bielan, Cristian Silviu Buşoi, Sergio Gaetano Cofferati, Birgit Collin-Langen, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, António Fernando Correia de Campos, Cornelis de Jong, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Louis Grech, Małgorzata Handzlik, Philippe Juvin, Sandra Kalniete, Edvard Kožušník, Hans-Peter Mayer, Sirpa Pietikäinen, Phil Prendergast, Mitro Repo, Robert Rochefort, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Emilie Turunen, Barbara Weiler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Raffaele Baldassarre, Jürgen Creutzmann, Ashley Fox, María Irigoyen Pérez, Olle Schmidt, Sabine Verheyen, Anja Weisgerber