VERSLAG met de aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden betreffende de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland

18.10.2012 - (2011/2050(INI))

Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Hannes Swoboda


Procedure : 2011/2050(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0338/2012

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden betreffende de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland

(2011/2050(INI))

Het Europees Parlement,

–     gezien de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Russische Federatie anderzijds, die op 1 december 1997 in werking is getreden,

–     gezien de onderhandelingen die in 2008 zijn gestart over een nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland, maar ook het partnerschap voor modernisering, dat in gang is gezet in 2010,

–     gezien de doelstelling die de EU en Rusland delen, als omschreven in de gemeenschappelijke verklaring afgelegd na de 11de top EU-Rusland in Sint Petersburg op 31 mei 2003, namelijk de invoering van een gemeenschappelijke economische ruimte, een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, een gemeenschappelijke ruimte van samenwerking op het gebied van externe veiligheid en een gemeenschappelijke ruimte van onderzoek en onderwijs, met inbegrip van culturele aspecten (de "vier gemeenschappelijke ruimtes"),

     gezien het overleg tussen de EU en Rusland over de mensenrechten,

–     gezien zijn vorige resoluties over de betrekkingen tussen de EU en Rusland,

–     gezien zijn resolutie van 4 juli 2012 over het ontwerpbesluit van de Raad tot sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Russische Federatie betreffende de invoering of verhoging van uitvoerrechten op grondstoffen[1],

–     gezien artikel 90, lid 4, en artikel 48 van zijn Reglement,

–     gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A7-0338/2012),

A.   overwegende dat het gemeenschappelijke buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU in zijn ontwikkeling, en ion overeenstemming met het beginsel van conditionaliteit, ook Rusland als strategische partner moet omvatten, op voorwaarde dat de fundamentele waarden waarop de Unie is gegrondvest, zoals democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en eerbiediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht worden gedeeld en nageleefd; overwegende dat Rusland een land is dat zijn culturele wortels in Europa heeft en dat, als lid van de VN-Veiligheidsraad, de G8, de G20, de Raad van Europa en de OVSE, een belangrijke mondiale en regionale speler is, en derhalve zijn verplichtingen moet nakomen als lid van deze organisaties, met name in het licht van het controlerapport van de Raad van Europa;

B.   overwegende dat Rusland als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad samen met de andere leden verantwoordelijk is voor handhaving van de stabiliteit in de wereld; overwegende dat veel problemen op internationaal niveau alleen kunnen worden opgelost via een gecoördineerde aanpak met deelname van Rusland;

C.   overwegende dat de onderlinge economische afhankelijkheid van de EU en Rusland alsmaar toeneemt, en dat nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland daarom van groot belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van zowel Europa als Rusland;

D.   overwegende dat Rusland onder het presidentschap van Vladimir Poetin slechts selectieve belangstelling toont voor de ontwikkeling van gemeenschappelijk beleid en niet echt voornemens lijkt te zijn een daadwerkelijk en verreikend strategisch partnerschap op te bouwen voor de toepassing van het internationaal recht en conflictpreventie;

E.   overwegende dat zowel de EU als Rusland sinds 1994, toen de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) is gesloten, diepgaande politieke, institutionele, sociale en economische veranderingen hebben doorgemaakt;

F.   overwegende dat de Russische toetreding tot de WTO op 22 augustus 2012 een belangrijke stap is die kan helpen de modernisering van de Russische economie te versnellen en tegelijkertijd een goede stimulans voor Rusland kan zijn om te voldoen aan de internationale handelsregels en -normen waartoe het zich heeft verbonden;

G.   overwegende dat deze veranderingen, samen met de nieuwe uitdagingen en kansen voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland, zowel op bilateraal als op multilateraal niveau moeten worden besproken; overwegende dat, ondanks het huidige gebrek aan enthousiasme van Russische zijde, een ambitieuze, alomvattende en juridisch bindende nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, die de belangrijkste gebieden van samenwerking bestrijkt en gebaseerd is op de gemeenschappelijke waarden democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat de basis kan bieden voor een echt strategisch partnerschap; overwegende dat in het bijzonder moet worden benadrukt dat de ontwikkeling van een echt partnerschap tussen de EU-samenleving en de Russische samenleving noodzakelijk is;

H.   overwegende dat de Europese Unie zich blijft inzetten voor verdere verdieping en ontwikkeling van haar betrekkingen met Rusland en voor de beginselen van het partnerschap voor modernisering, die gebaseerd zijn op een diepgaand engagement voor universele waarden en democratische beginselen, eerbiediging van de fundamentele mensenrechten en de rechtsstaat;

I.    overwegende dat de veroordeling van de leden van de Russische punkband "Pussy Riot" tot twee jaar gevangenisstraf wegens een protestoptreden tegen president Vladimir Poetin in een kathedraal van de Russisch-orthodoxe kerk in Moskou disproportioneel is, en aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid over de manier waarop het Russische rechtsstelsel burgers behandelt en de Russische bevolking wil intimideren;

J.    overwegende dat in het kader van de lopende onderhandelingen de status quo van de betrekkingen tussen de EU en Rusland naar behoren moet worden geëvalueerd, rekening houdende met de bilaterale geschillen tussen Rusland en enkele EU-lidstaten;

K.   overwegende dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland nog altijd te lijden hebben onder het feit dat Rusland erin faalt de democratische waarden volledig te omarmen en de rechtsstaat te versterken;

L.   overwegende dat de voortdurende intimidatie, pesterijen en arrestaties van vertegenwoordigers van de oppositie en ngo's, de recente goedkeuring van wetten inzake de financiering van ngo's, de vrijheid van vergadering, smaad en internetcensuur, alsook de toenemende pressie op vrije en onafhankelijke media en op religieuze en seksuele minderheden resulteren in de verdere uitholling van de mensenrechten en democratische beginselen in Rusland;

M.  overwegende dat de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst geldig en van kracht moet blijven totdat de nieuwe is gesloten en in werking treedt;

N.   overwegende dat op 14 oktober 2012 in heel Rusland lokale en regionale verkiezingen plaatsvinden, waaraan voor het eerst sinds jaren ook wordt deelgenomen door onafhankelijke oppositiepartijen; overwegende dat deze verkiezingen, na de decemberprotesten in 2011, ook rechtstreekse gouverneursverkiezingen omvatten;

O.   overwegende dat deze nieuwe of gewijzigde wetten zijn aangenomen door de Doema, waarvoor de meest recente verkiezingen niet vrij noch eerlijk waren volgens de waarnemingsmissie van de OVSE en de conclusies van het Europees Parlement;

P.   overwegende dat bepaalde procedures die worden gebruikt tegen de oppositie, zoals ontneming van zijn parlementair mandaat aan een voormalig Doema-afgevaardigde - Gennadi Goedkov, lid van de oppositiepartij "Rechtvaardig Rusland" - kunnen worden geïnterpreteerd als gevallen van selectieve rechtstoepassing en verstoring van legitieme politieke activiteiten;

1.    beveelt in het kader van de lopende onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) aan:

De onderhandelingen

(a)  ervoor te zorgen dat de nieuwe overeenkomst een allesomvattend, toekomstgericht en juridisch bindend kader biedt voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen met Rusland in de komende jaren, en die rekening houdt met de noodzaak op alle gebieden waarop de belangen van de EU en van Rusland kunnen samenvallen de samenwerking te intensiveren en waar deze uiteenlopen de Europese belangen en waarden te bevorderen, alsmede de noodzaak om de democratisering en modernisering van het land te steunen; de nodige maatregelen te nemen om te verzekeren dat de onderhandelingen met Rusland in een gestaag tempo worden voortgezet, en uiting te geven aan de bestaande zorgen in de EU over de trage vooruitgang van de huidige onderhandelingen, die tot dusver niet de verwachte resultaten hebben geboekt; er nogmaals op te wijzen dat het strategische partnerschap alleen kan bestaan als beide partijen overeenkomen zich door universele democratische beginselen te laten leiden; te benadrukken dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland geleid moet worden door wederkerigheid;

(b)  actief te werken aan de afronding van de onderhandelingen over een overeenkomst die voor beide partijen positief zal zijn en in overeenstemming met hun toegenomen en steeds verdergaande samenwerking; ervoor te zorgen dat de onderhandelingen wederzijds vertrouwen wekken en gericht zijn op tastbare resultaten en politieke inhoud;

(c)  naar een consensus te streven tussen de EU-lidstaten over de doelstellingen en over de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst met Rusland zodat de EU met één krachtige stem kan spreken; te benadrukken hoe belangrijk het is dat de Unie als één enkel orgaan onderhandelt en ervoor te pleiten dat de belangen van de lidstaten met betrekking tot Rusland en vice versa binnen de Unie beter worden gepropageerd en beschermd;

(d)  nauwe aandacht te besteden aan de eisen die de EU wil stellen met betrekking tot de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de rechtsstaat, en deze als een absolute voorwaarde voor de ondertekening van een overeenkomst tussen de EU en Rusland te beschouwen;

(e)  te benadrukken dat de nieuwe overeenkomst een logische en noodzakelijke stap vooruit is in de betrekkingen EU-Rusland, in lijn met de huidige PSO en na de toetreding van Rusland tot de WTO;

(f)   te herhalen, vanuit deze gedachte, dat de EU uitsluitend met Rusland over deze overeenkomst moet onderhandelen en niet met de douane-unie waarbij Rusland partij is;

(g)  te herhalen dat de economische en politieke modernisering van Rusland in het gemeenschappelijk belang van beide partijen is en dat de EU het proces dat is geïnitieerd door het partnerschap voor modernisering wil versnellen; te onderstrepen dat het Russische moderniseringsbeleid niet beperkt kan blijven tot de economie en gepaard moet gaan met grondige politieke hervormingen, waarbij de nadruk moet liggen op waarborging van de rechtstaat en bestrijding van corruptie;

(h)  de verschillende bilaterale partnerschappen voor modernisering van de EU-lidstaten met de Russische Federatie actief te coördineren, en te zorgen voor een samenhangend en efficiënter EU-beleid;

Politieke dialoog en samenwerking

(i)   nauwlettend de interne ontwikkeling van Rusland te volgen, met alle belangrijke politieke hoofdrolspelers samen te werken, en de institutionele opbouw in Rusland en de beginselen van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat te ondersteunen; daarbij actieve steun te verlenen aan alle sociale initiatieven die gericht zijn op de opbouw van een maatschappelijk middenveld op basis van democratische beginselen en de rechtsstaat, en bijzondere aandacht te schenken aan het gebruik van internet voor dit doel;

(j)   te benadrukken hoe belangrijk het is dat Rusland een onafhankelijke en onpartijdige werking van het rechtsstelsel waarborgt en de corruptiebestrijding opvoert;

(k)  Rusland op te roepen te voldoen aan zijn verplichting om vrije en eerlijke verkiezingen te waarborgen, teneinde de legitimiteit van het politieke stelsel te waarborgen;

(l)   te benadrukken hoe belangrijk het is dat Rusland zijn internationale wettelijke verplichtingen volledig naleeft, alsmede de fundamentele beginselen van de mensenrechten van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), waarbij Rusland partij is; erop te wijzen dat politiek pluralisme, vrijheid van de media, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de vrijheid van meningsuiting en vergadering, ook met betrekking tot het internet, effectieve en onafhankelijke vakbonden en non-discriminatie noodzakelijke voorwaarden zijn voor de verdere ontwikkeling en modernisering van Rusland en voor een duurzaam karakter van de strategische samenwerking tussen Rusland en de EU;

(m) te onderstrepen dat Rusland, als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad, serieus invulling moet geven aan zijn verantwoordelijkheid voor de internationale vrede, stabiliteit en veiligheid;

(n)  zijn bezorgdheid te uiten over het verslechterende klimaat voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in Rusland, met name gezien de recente goedkeuring van wetten inzake betogingen, ngo's, smaad en internetregulering, die dubbelzinnige bepalingen bevatten en kunnen leiden tot willekeur in de handhaving; de Russische autoriteiten eraan te herinneren dat in een moderne en welvarende samenleving de individuele en collectieve rechten van alle burgers moeten worden erkend en beschermd; er in dit verband bij de Russische autoriteiten op aan te dringen dat zij te zijner tijd stappen ondernemen om de bovengenoemde wetten in overeenstemming te brengen met de internationale normen, en het onderwerp tijdens de onderhandelingen aan te kaarten;

(o)  aan te dringen op versterking van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland, zodat het een effectief en resultaatgericht instrument voor de bevordering van de mensenrechten in Rusland wordt; in het bijzonder de Russische autoriteiten op te roepen zich te onthouden van onnodige beperkingen van vreedzame vergadering, de bescherming te verzekeren van mensenrechtenactivisten, de straffeloosheid voor in het verleden begaan geweld tegen en moord op activisten op te heffen, een klimaat te scheppen waarin organisaties van het maatschappelijk middenveld en ngo's vrij kunnen werken zonder angst voor bedreiging of intimidatie, en voor volledige naleving van de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens te zorgen; beide partijen aan te sporen meer transparantie en openheid te verzekeren met betrekking tot de mensenrechtendialoog tussen Rusland en de EU, onder andere door de deelname van vertegenwoordigers van alle relevante Russische ministeries aan voorbereidende bijeenkomsten met Russische en internationale ngo's en aan overlegbijeenkomsten;

(p)  opnieuw met klem te benadrukken dat de herhaalde pogingen op regionaal en federaal niveau tot inperking van de mensenrechten, met name de vrijheid van meningsuiting en vergadering in verband met seksuele gerichtheid en genderidentiteit, in strijd zijn met de verplichtingen die Rusland is aangegaan in het kader van zijn grondwet, het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;

(q)  te benadrukken dat de Russische autoriteiten een eind moeten maken aan de in het land alomtegenwoordige straffeloosheid, politiek gemotiveerde vervolgingen, arrestaties en detenties en te onderstrepen dat het gebruik van onderdrukkende maatregelen tegen de politieke oppositie moet worden gestaakt; ervoor te zorgen dat de vele mensenrechtenschendingen die hebben plaatsgevonden volledig worden opgehelderd, waaronder de inhechtenisneming van Michail Chodorkovsky en de dood van Sergei Magnitsky, Alexander Litvinenko, Anna Politkovskaja en Natalja Estemirova e.a., die nog altijd op onpartijdige en onafhankelijke wijze moeten worden onderzocht;

(r)   Rusland op te roepen niet het concept van 'traditionele waarden' te gebruiken om discriminatie van minderheidsgroepen te legitimeren, afwijkende meningen tot zwijgen te brengen, of mensenrechten te schenden;

(s)   in de een nieuwe en alomvattende partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst clausules en criteria op te nemen inzake de bescherming en bevordering van de mensenrechten, zoals vastgelegd in de grondwet van Rusland, en zoveel mogelijk gebruik te maken van de door de Raad van Europa en de OVSE geboden kaders waartoe Rusland zich heeft verbonden, met een duidelijk opschortingsmechanisme in geval van ernstige schending of niet-naleving;

(t)   te benadrukken dat de Russische samenleving als geheel, evenals het strategische partnerschap EU-Rusland, zou worden gestimuleerd door, en zou profiteren van een politiek systeem dat een gelijk speelveld garandeert voor alle politieke partijen, en werkelijke concurrentie en effectieve politieke alternatieven biedt; Rusland in dit verband op te roepen alle aanbevelingen van de OVSE met betrekking tot de laatste verkiezingen concreet op te volgen;

(u)  de noodzakelijke bepalingen op te nemen betreffende acties voor de uitroeiing van de endemische corruptie, die het vertrouwen van burgers in de staat ondermijnt en de moderniseringsinspanningen schaadt; daarnaast specifieke voorwaarden op te nemen voor samenwerking tussen Rusland en de EU bij de bestrijding van grensoverschrijdende corruptie;

(v)  een strategisch partnerschap tussen de EU en Rusland te bevorderen om mondiale uitdagingen aan te pakken, zoals de non-proliferatie, de terrorismebestrijding, vreedzame oplossing van slepende of nieuwe conflicten op basis van de beginselen van het VN-Handvest en het bestaande internationale recht, continuïteit van de energievoorziening, de Arctische dimensie, klimaatverandering en armoedebestrijding, alsmede de gemeenschappelijke doelstellingen van het partnerschap; er bij Rusland op aan te dringen onmiddellijk te stoppen met zijn wapenleveranties aan landen die de EU, OVSE en VN een wapenembargo hebben opgelegd;

(w) met Rusland samen te werken om verantwoordelijkheid te nemen voor het verbeteren van de stabiliteit, politieke samenwerking en economische ontwikkeling in het gedeelde nabuurschap, en daarbij het soevereine recht van elk land te benadrukken om zijn koers voor het buitenlands beleid te bepalen en veiligheidsregelingen te treffen;

(x)  de Russische autoriteiten te verzoeken een eind te maken aan het wijdverbreide klimaat van straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen en de afwezigheid van de rechtsstaat in de noordelijke Kaukasus;

(y)  Rusland aan te sporen de vreedzame oplossing van vastgelopen conflicten actief te bevorderen en de samenwerking tussen de EU en Rusland te intensiveren met betrekking tot het oplossen van de slepende conflicten in Moldavië en de zuidelijke Kaukasus, op basis van het internationaal recht en de beginselen van vreedzame oplossing van conflicten; de besprekingen met Rusland te intensiveren om ervoor te zorgen dat onvoorwaardelijk aan de overeenkomst van 2008 inzake het staakt-het-vuren wordt voldaan; Rusland te verzoeken zijn erkenning van Abchazië en Zuid-Ossetië te annuleren; en de EU-waarnemingsmissie volledige en onbeperkte toegang tot de Georgische gebieden te bieden;

(z)   de bestaande inspanningen voort te zetten voor een volledige uitvoering van gemeenschappelijke maatregelen inzake visumvrije korte reizen, met als doel een geleidelijke afschaffing van de visumregeling tussen de Schengen-landen en Rusland; zo veel en zo snel mogelijk de verstrekking van visa voor academici, studenten, onderzoekers, journalisten, zakenlieden en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, alsmede voor uitwisseling van jongeren te faciliteren; de toepassing van de visumwetgeving door de lidstaten met betrekking tot de vereisten op een minimumniveau te harmoniseren;

(aa) de samenwerking op wetenschappelijk, cultureel en onderwijsgebied extra te stimuleren, ter bevordering van contacten tussen de burgers en een beter begrip tussen de Russische en de EU-samenleving;

Economische samenwerking

(ab) terdege rekening te houden met de groeiende economische samenwerking tussen de EU en Rusland, als wederzijdse importmarkten en leveranciers van goederen, diensten en energie;

(ac) de naleving door Rusland van de WTO-regels en zijn bereidheid om het WTO-lidmaatschap te gebruiken als stuwende kracht voor structurele hervormingen nauwlettend te volgen, evalueren, stimuleren en ondersteunen; uiteindelijk een aanvraag van Rusland bod van het OESO-lidmaatschap aan te moedigen;

(ad) te onderstrepen dat volledige naleving door Rusland van de WTO-regels een noodzakelijke voorwaarde en de minimumnorm voor een overeenkomst met de EU is; te toetsen in hoeverre de bestaande belemmeringen voor de invoer van Russische goederen en diensten in dit opzicht in overeenstemming met de WTO-normen zijn, en deze belemmeringen waar nodig op te heffen;

(ae) aan te dringen op een bilaterale overeenkomst tussen de EU en Rusland, en er daarbij op te wijzen dat de mogelijkheid van een overeenkomst tussen de EU en de douane-unie onder leiding van Rusland alleen op de lange termijn kan worden overwogen, wanneer de bilaterale overeenkomst eenmaal in werking is getreden;

(af) de Russische tegenhangers aan te moedigen de politieke wil te tonen om een akkoord te bereiken over juridisch bindende bepalingen inzake 'handel en investeringen', op basis van de bepalingen die reeds in de PSO zijn opgenomen en die in overeenstemming zijn met het WTO-lidmaatschap; eraan te herinneren dat de EU op dit gebied streeft naar verbetering en stabilisering van het ondernemingsklimaat, daar dit positief is voor beide partijen en bijdraagt tot de verdere bevordering van de doelstellingen van het partnerschap voor modernisering dat in 2010 is gestart;

(ag) het aanhoudende probleem van de productie en verkoop van namaakproducten in Rusland te bespreken;

(ah) Rusland te stimuleren de herstructurering van zijn economie voort te zetten, en zijn ontwikkeling te versnellen van een economie gericht en geconcentreerd op energie naar een op industrie en diensten gerichte economie, op basis van een efficiënt gebruik van grondstoffen en gebruik van hernieuwbare energie; te benadrukken dat olieprijzen volatiel zijn en dat de huidige hoge prijzen niet als reden gebruikt moeten worden om de noodzakelijke modernisering van de economie uit te stellen;

(ai)  te benadrukken hoe belangrijk het is om met het oog op de verbetering van de energiezekerheid een gemeenschappelijk Europees buitenlands energiebeleid te voeren, door een trilaterale samenwerking aan te gaan tussen de EU, Rusland en de doorvoerlanden;

(aj) er rekening mee te houden dat er nog aanzienlijke investeringen moeten worden gedaan in de uit de Sovjettijd stammende infrastructuur, die van cruciaal belang is voor de Russische economie en voor de EU-investeringen;

(ak) ervoor te zorgen dat een substantieel en juridisch bindend hoofdstuk over energie wordt opgenomen om een betrouwbare en kostenefficiënte energielevering aan de EU veilig te stellen; te verzekeren dat dit energiepartnerschap wordt gebaseerd op de beginselen van transparantie, eerlijke concurrentie, uitsluiting van monopoliegedrag, wederkerigheid en non-discriminatie; te benadrukken dat de onopgeloste kwesties met betrekking tot de energietoevoer naar de EU-lidstaten moeten worden afgehandeld; ervoor te zorgen dat de beginselen van het Verdrag inzake het Energiehandvest een onlosmakelijk onderdeel worden van de nieuwe overeenkomst;

(al)  ervoor te zorgen dat er een juridisch bindend hoofdstuk wordt opgenomen over de invoering of verhoging van uitvoerrechten op grondstoffen;

(am) toezicht te houden op en aan te dringen op de uitvoering en handhaving van de hoogste internationale veiligheidsnormen voor – zowel werkende als in aanbouw zijnde – kerncentrales in Rusland, met gebruik van alle beschikbare instrumenten en verdragen; Rusland in dit verband aan te sporen het UNECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband onmiddellijk te ratificeren en na te leven;

(an) er bij Rusland op aan te dringen om alle kernreactoren van de eerste generatie en van het type Tsjernobyl te sluiten, met name de reactoren dicht bij de EU-grenzen, en uiting te geven aan de ernstige zorgen over de kerncentraleprojecten in Kaliningrad Oblast en Sosnovy Bor;

(ao) verdere wederzijdse samenwerking te intensiveren op het gebied van onderzoek, onderwijs, cultuur en wetenschap; een gemeenschappelijk inzicht in de geschiedenis van de twintigste eeuw te bevorderen;

(ap) uiting te geven aan de grote bezorgdheid over het boren voor commerciële doeleinden in het noordpoolgebied en over de grootschalige vervuiling rondom boorplekken in heel Rusland;

(aq) het Europees Parlement te raadplegen over de bepalingen over parlementaire samenwerking;

(ar) te voorzien in duidelijke criteria voor de uitvoering van de nieuwe overeenkomst, evenals in controlemechanismen, waaronder regelmatige verslagen aan het Europees Parlement;

(as) het onderhandelingsteam van de EU aan te moedigen de goede samenwerking met het EP voort te zetten en het voortdurend op de hoogte te houden, op basis van documentatie, van de voortgang van de onderhandelingen, overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het VWEU, waarin staat dat het Parlement in iedere fase van de procedure onverwijld en ten volle wordt geïnformeerd;

2.    blijft waakzaam ten aanzien van de eisen die de EU wil stellen met betrekking tot de naleving van de democratische beginselen, en beschouwt deze als een absolute voorwaarde voor de ondertekening van een overeenkomst tussen de EU en Rusland;

3.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met de aanbevelingen van het Europees Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Europese dienst voor extern optreden, en, ter informatie, aan de regering van de Russische Federatie en de Russische Doema.

ADVIES van de Commissie internationale handel (27.6.2011)

aan de Commissie buitenlandse zaken

inzake de aanbeveling aan de Raad en de Commissie over de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland
(2011/2050(INI))

Rapporteur voor advies: Inese Vaidere

SUGGESTIES

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  benadrukt dat de EU en Rusland van elkaar afhankelijke handelspartners zijn, met name wat betreft grondstoffen en belangrijke energiebronnen; is van mening dat de economische betrekkingen tussen de EU en Rusland een enorm potentieel hebben en dat meer economische samenwerking en marktintegratie zal bijdragen aan de groei en stabiliteit in de regio, daarbij rekening houdend met de beginselen van duurzame ontwikkeling en milieubescherming;

2.  benadrukt de invloed van spanningen die hun grondslag vinden in de ontstaansgeschiedenis van de handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland en stelt voor een permanente discussiegroep op het gebied van de geschiedenis op te richten om bestaande gevoelens van angst en vooroordelen aan te pakken en verschillende standpunten uit het verleden te analyseren;

3.  benadrukt de bijzondere en belangrijke rol die de Midden- en Oost-Europese lidstaten van de EU - gezien hun grotere deskundigheid in het uit de weg ruimen van taalkundige en culturele hindernissen tussen de partijen - zouden kunnen hebben bij de verbetering van de economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland;

4.  verwelkomt de ondertekening door de EU en Rusland van een memorandum van overeenstemming over het oplossen van bilaterale vraagstukken betreffende de toetreding van Rusland tot de WTO; is van mening dat de toetreding van Rusland tot de WTO essentieel is voor de economische samenwerking tussen de EU en Rusland en voor de onderhandelingen over een mogelijke vrijhandelsovereenkomst op de lange termijn; spreekt de verwachting uit dat nog tijdens de multilaterale onderhandelingen snel bevredigende oplossingen gevonden kunnen worden voor enkele onopgeloste kwesties, zoals de nieuwe Russische regels voor investeringen in de automobielsector;

5.  acht volledige naleving door Rusland van de WTO-voorschriften een noodzakelijke voorwaarde en een minimumeis voor een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Rusland;

6.  is er zich van bewust dat Rusland streeft naar het lidmaatschap van de WTO en verzoekt de Russische regering een einde te maken aan tijdelijke invoerheffingen aangezien deze in strijd zijn met de WTO-voorschriften;

7.  is bezorgd dat de douane-unie tussen Rusland, Kazachstan en Wit-Rusland zal leiden tot het heffen van aanvullende rechten, hetgeen nog meer in strijd zal zijn met de WTO-voorschriften en het huidige streven van de Russische regering naar lidmaatschap van de WTO zal ondermijnen;

8.  verzoekt Rusland om geen andere landen te dwingen zich aan te sluiten bij de douane-unie;

9.  wijst erop dat Rusland door zijn belangrijke rol binnen het samenwerkingsverband van de BRICS-landen niet alleen in een bilaterale dimensie, maar tevens in een multilaterale dimensie een zeer belangrijke partner kan worden voor de handelsbelangen van de Europese Unie;

10. hoopt dat de Commissie erin zal slagen een alomvattende en ambitieuze nieuwe overeenkomst te bereiken, gebaseerd op de vier gemeenschappelijke ruimten en met duidelijke aanwijzingen inzake regelgevings- en wetgevingskwesties en handhavinginstrumenten; verzoekt Rusland ervoor te zorgen dat zijn wetgeving in overeenstemming is met de wetgeving van de EU, waaronder de wetgeving inzake voedselveiligheid; wijst erop dat de EU de grootste handelspartner van Rusland is en dat 75% van de directe buitenlandse investeringen in Rusland uit de EU afkomstig zijn en benadrukt daarom dat een juridisch bindende overeenkomst inzake handel en investeringen, te ondertekenen als Rusland zich onderwerpt aan de internationale regelingen voor handelsverkeer door lid te worden van de WTO, en die de basis legt voor een regeling inzake geschillenbeslechting en die bijdraagt aan de verbetering van de transparantie en non-discriminatie van het investeringsklimaat in Rusland, van essentieel belang is;

11. is ervan overtuigd dat de ontwikkeling van Rusland en het economische succes van de Russische samenleving ook een grote invloed zullen hebben op de veiligheid en de economische ontwikkeling van de Europese Unie en is van mening dat er dientengevolge gewerkt moet worden aan de totstandkoming van een economisch en handelspartnerschap dat kwalitatief gezien op een ander niveau ligt, en dat zich mede zou moeten richten op een gezamenlijke aanpak van gemeenschappelijke uitdagingen, variërend van klimaatverandering tot een stabiele en duurzame sociale, financiële en economische ontwikkeling;

12. maakt zich ernstige zorgen over het feit dat in Rusland nog altijd namaakproducten worden geproduceerd en verkocht; dringt ten sterkste aan op verbeteringen in de wetgeving en de rechtshandhaving op het gebied van de bescherming van de rechten van intellectueel, industrieel en commercieel eigendom, teneinde het concurrentievermogen te versterken en het investeringsklimaat aantrekkelijker te maken;

13. steunt de inspanningen van de Commissie om in de nieuwe overeenkomst een algemeen hoofdstuk op te nemen over de bescherming van alle soorten intellectuele eigendom, met inbegrip van technologieoverdracht; verzoekt de Commissie de overdracht van hoogwaardige technologie en knowhow van de EU te bewaken om piraterij, namaakproducten en oneerlijke mededinging te voorkomen; is van mening dat de Russische regering moet overwegen de Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) te ratificeren, omdat daarmee een wezenlijke bijdrage geleverd kan worden aan de gecoördineerde internationale strijd tegen namaak en piraterij;

14. verlangt dat in de overeenkomst een omvangrijk juridisch bindend hoofdstuk over energie wordt opgenomen, dat op basis van duidelijke regels en een grotere transparantie een betrouwbare en kostenefficiënte energievoorziening voor de EU garandeert, door te waarborgen dat Rusland een eerlijk energieprijsbeleid voert, waarbij alle EU landen gelijk behandeld worden; is van oordeel dat de EU en Rusland, om het vertrouwen van de burgers van de EU in de continuïteit van de energievoorziening te herstellen, een energiepartnerschap tot stand moeten brengen waarin de beginselen van transparantie, eerlijke mededinging, wederkerigheid en non-discriminatie centraal staan;

15. is ervan overtuigd dat het voor de ontwikkeling van stabiele en bloeiende handelsbetrekkingen met Rusland voorwaarde is oplossingen te vinden voor de onopgeloste kwesties in verband met de energieleveranties aan Polen, Tsjechië, Slowakije en de Baltische staten;

16. verwelkomt het partnerschap inzake modernisering als een concreet op projectsamenwerking gericht initiatief voor samenwerking met Rusland; spoort Rusland aan om de hoognodige interne hervormingen uit te voeren en obstakels weg te nemen om een voor beide partijen gunstige overeenkomst te bewerkstelligen door het lokale bedrijfs- en investeringsklimaat te verbeteren, met name voor kmo's, door de energiesector te hervormen, de invloed van de staat op de activiteiten van de privésector te verminderen, corruptie tegen te gaan, een einde te maken aan protectionisme, waaronder unilaterale tariefverhogingen, intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten te beschermen en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten te versterken;

17. benadrukt dat de handels- en economische betrekkingen tussen de EU en Rusland meer zouden moeten omvatten dan alleen maar de activiteiten van een beperkt aantal grote ondernemingen en uitgebreid zouden moeten worden tot veel meer kleine en middelgrote ondernemingen en veel meer geledingen van de maatschappij; wijst erop dat de statistieken inzake armoede in Rusland laten zien dat armoede op zeer grote schaal voorkomt en dat het oplossen van dit probleem cruciaal is voor stabiliteit en dus ook voor de Europese Unie een belangrijke rol moet spelen;

18. is van oordeel dat de EU ervoor moet zorgen dat bij de onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst met Rusland de eerbiediging van de mensenrechten niet ondergeschikt wordt aan handels- en economische aspecten;

19. spoort Rusland aan zijn krachten met die van de EU te bundelen om de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken;

20. doet een beroep op de Russische regering om de barrières voor een open en eerlijke handel, alsmede de belemmeringen voor markttoegang, zoals geconstateerd in het verslag over handels- en investeringsbelemmeringen van de Commissie uit 2011, uit de weg te ruimen en met name een einde te maken aan de door Rusland naar aanleiding van de financiële en economische crisis doorgevoerde unilaterale tariefverhogingen, die bij EU-exporteurs tot veel schade hebben geleid;

21. is verheugd dat de Russische regering heeft aangekondigd het verbod op de invoer van verse groente uit de EU op te heffen en dringt er bij Rusland op aan dat zo snel mogelijk te doen; dringt er bij Rusland op aan om te zijner tijd bij de afronding van de certificeringsregeling voor de export van groenten uit de EU naar Rusland en vice versa nauw met de Europese Commissie samen te werken;

22. verzoekt de Commissie Rusland er tijdens de onderhandelingen op te wijzen dat een snelle hervorming van de gecompliceerde en dure douaneregeling van dat land dringend noodzakelijk is om voor met name kleine en middelgrote ondernemingen een betere markttoegang te realiseren;

23. acht de verbetering van de visumvoorschriften tussen de EU en Rusland zeer belangrijk voor de ontwikkeling van breed gedragen handelsbetrekkingen; beschouwt de door de EU ten aanzien van de landen van de Westelijke Balkan gehanteerde aanpak, te weten het opstellen van een routekaart, als goed voorbeeld dat wellicht navolging kan krijgen om in de toekomst met Rusland een vrije visumregeling tot stand te brengen;

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

21.6.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

0

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

William (The Earl of) Dartmouth, Laima Liucija Andrikienė, Kader Arif, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, Marielle De Sarnez, Christofer Fjellner, Yannick Jadot, Metin Kazak, Bernd Lange, David Martin, Emilio Menéndez del Valle, Vital Moreira, Paul Murphy, Cristiana Muscardini, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Tokia Saïfi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Keith Taylor, Iuliu Winkler, Pablo Zalba Bidegain, Paweł Zalewski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Catherine Bearder, George Sabin Cutaş, Syed Kamall, Maria Eleni Koppa, Elisabeth Köstinger, Jörg Leichtfried, Jarosław Leszek Wałęsa

 1. 

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

11.10.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

53

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pino Arlacchi, Bastiaan Belder, Elmar Brok, Jerzy Buzek, Mário David, Michael Gahler, Ana Gomes, Liisa Jaakonsaari, Ioannis Kasoulides, Nicole Kiil-Nielsen, Maria Eleni Koppa, Andrey Kovatchev, Paweł Robert Kowal, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Eduard Kukan, Vytautas Landsbergis, Ryszard Antoni Legutko, Sabine Lösing, Ulrike Lunacek, Francisco José Millán Mon, Alexander Mirsky, María Muñiz De Urquiza, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Norica Nicolai, Raimon Obiols, Ria Oomen-Ruijten, Ioan Mircea Paşcu, Bernd Posselt, Cristian Dan Preda, Libor Rouček, Nikolaos Salavrakos, Jacek Saryusz-Wolski, Werner Schulz, Adrian Severin, Laurence J.A.J. Stassen, Charles Tannock, Sir Graham Watson

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Laima Liucija Andrikienė, Jean-Jacob Bicep, Christian Ehler, Kinga Gál, Elisabeth Jeggle, Barbara Lochbihler, Carmen Romero López, Hannes Swoboda, László Tőkés, Traian Ungureanu, Ivo Vajgl, Janusz Władysław Zemke

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jolanta Emilia Hibner, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Petru Constantin Luhan, Eva Ortiz Vilella, Renate Sommer, Jutta Steinruck