VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1288/2009

19.10.2012 - (COM(2012)0298 – C7‑0156/2012 – 2012/0158(COD)) - ***I

Commissie visserij
Rapporteur: Pat the Cope Gallagher
PR_COD_1amCom


ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1288/2009

(COM(2012)0298 – C7‑0156/2012 – 2012/0158(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0298),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0156/2012),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 september 2012[1],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie visserij (A7-0342/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement            1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Om de voortzetting van de adequate instandhouding en het adequate beheer van de mariene rijkdommen in de Zwarte Zee te garanderen, moeten voor de tarbotvisserij minimale aanlandingsmaten en minimale maaswijdten worden vastgesteld.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis) In het licht van het advies van het WTECV moet de gebiedssluiting om jonge schelvis in ICES-sector VIb te beschermen, worden gehandhaafd.

Motivering

Overweging 11 staat op de verkeerde plaats en zou vóór overweging 9 moeten komen om de volgorde van de artikelen te volgen.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) In het licht van het advies van de ICES en het WTECV moeten bepaalde technische instandhoudingsmaatregelen in de wateren ten westen van Schotland (ICES-sector VIa), de Keltische Zee (de ICES-sectoren VIIf en VIIg) en de Ierse Zee (ICES-sector VIIa) om de bestanden van Rockall-schelvis, kabeljauw, schelvis en wijting te beschermen, worden gehandhaafd om tot de instandhouding van die visbestanden bij te dragen.

(9) In het licht van het advies van de ICES en het WTECV moeten bepaalde technische instandhoudingsmaatregelen in de Keltische Zee (de ICES-sectoren VIIf en VIIg) en de Ierse Zee (ICES-sector VIIa) om de bestanden van kabeljauw, schelvis en wijting te beschermen, worden gehandhaafd om tot de instandhouding van die visbestanden bij te dragen.

Motivering

De kabeljauw-, schelvis- en wijtingbestanden ten westen van Schotland dienen niet langer onder de regels inzake de samenstelling van de vangst (artikel 29 quinquies) te vallen. Rockall-schelvis wordt ten onrechte geassocieerd met kabeljauw in de Ierse Zee (VIIa). Rockall-schelvis valt onder overweging 11.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) In het licht van het advies van het WTECV moet de gebiedssluiting om jonge schelvis in ICES-sector VIb te beschermen, worden gehandhaafd.

Schrappen

Motivering

Overweging 11 staat op de verkeerde plaats en zou vóór overweging 9 moeten komen om de volgorde van de artikelen te volgen.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 bis) In het licht van het advies van het WTECV, waarin wordt verklaard dat er geen reden is om schakelnetten in het kader van artikel 9, lid 4, anders te behandelen dan kieuwnetten of warrelnetten, moet het gebruik van schakelnetten in ICES-deelgebied IX in wateren met een diepte van 200 m tot 600 m worden toegestaan.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 2 – lid 1 – punt h bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"h bis) Alle wateren van de Zwarte Zee die overeenkomen met de geografische deelgebieden van het GFCM-verdragsgebied, zoals afgebakend bij Resolutie GFCM/33/2009/2."

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening nr. 850/98

Artikel 19 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Elke soort waarvoor een quotaregeling geldt en die gevangen wordt tijdens visserijactiviteiten in de gebieden 1 tot en met 4 als omschreven in artikel 2 van deze verordening, wordt aan boord van het vaartuig gebracht en vervolgens aangeland.

Schrappen

Motivering

Deze bepaling, die de verplichting inhoudt om alle vangsten aan te landen, wordt momenteel in het kader van de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid tegen het licht gehouden, en aangezien de Commissie zoals vermeld in haar toelichting voornemens is Verordening(EG) nr. 850/98 na en overeenkomstig de lopende herziening van het GVB aan te passen, is het niet het juiste moment om dit artikel op te nemen. De voorgestelde technische maatregelen zijn overgangsmaatregelen, zodat er tijd is om een nieuw kader voor technische maatregelen uit te werken.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening nr. 850/98

Artikel 19 bis – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Ondermaatse mariene organismen worden onmiddellijk teruggeworpen. Het aan boord houden, overladen, aanlanden, vervoeren, opslaan, verkopen, uitstallen of te koop aanbieden van ondermaatse mariene organismen is verboden.

Motivering

De voorgestelde technische maatregelen zijn overgangsmaatregelen, zodat er tijd is om een nieuw kader voor technische maatregelen uit te werken. Daarom dient deze tijdelijke technische maatregelen het aanlanden van ondermaatse mariene organismen te verbieden, zoals bepaald in de bestaande Verordening(EG) nr. 850/98.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 19 bis – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Mariene organismen die kleiner zijn dan de minimale vangstmaat als gedefinieerd in bijlage XII van Verordening (EG) nr. 850/98 worden onmiddellijk teruggezet. Het aan boord houden, overladen, aanlanden, vervoeren, opslaan en te koop aanbieden ervan is verboden.

Motivering

In deze overgangsverordening moeten de voorschriften van Verordening (EG) nr. 850/98 met betrekking tot de vermindering van teruggooi worden overgenomen.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2

Verordening nr. 850/98

Artikel 19 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De in lid 1 bedoelde bepalingen gelden onverminderd de verplichtingen die in deze verordening of in andere visserijvoorschriften zijn vastgesteld.

Schrappen

Motivering

Dit artikel is overbodig nu artikel 19 bis, lid 1, wordt geschrapt.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Elke vorm van visserij op kabeljauw, schelvis en wijting is verboden in het deel van ICES-sector VIa ten oosten of ten zuiden van de loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden (gemeten volgens het WGS84-systeem):

Elke vorm van visserij op kabeljauw, schelvis en wijting is verboden in het deel van ICES-sector VIa dat ligt in onderstaand gebied welk bestaat uit de volgende statistische ICES- rechthoeken of een deel daarvan:

– 54°30' NB, 10°35' WL

– 54°30' NB, 10°00' WL

– 55°20' NB, 09°50' WL

– 55°00' NB, 10°00' WL

– 55°30' NB, 09°20' WL

– 55°00' NB, 09°00' WL

– 56°40' NB, 08°55' WL

– 58°00' NB, 09°00' WL

– 57°00' NB, 09°00' WL

– 58°00' NB, 08°00' WL

– 57°20' NB, 09°20' WL

– 58°30' NB, 08°00' WL

– 57°50' NB, 09°20' WL

– 58°30' NB, 07°00' WL

– 58°10' NB, 09°00' WL

– 59o00' NB 07o00' W

– 58°40' NB, 07°40' WL

– 59º00' NB, 06º00' WL

– 59°00' NB, 07°30' WL

– 59º30' NB, 06º00' WL

– 59°20' NB, 06°30' WL

– 59º30' NB, 06º00' WL

– 59°40' NB, 06°05' WL

– 59°30' NB, 05°00' WL

– 59°40' NB, 05°30' WL

– 60°00' NB, 05°00' WL

– 60°00' NB, 04°50' WL

– 60°00' NB, 04°00' WL

– 60°15' NB, 04°00' WL

 

Motivering

Het gedefinieerde gebied is niet adequaat en dient te worden gewijzigd of geschrapt. Dit vloeit voort uit de meest recente WTECV-aanbevelingen betreffende de evaluatie van het herstelplan voor kabeljauw en de beheerslijn westelijk van Schotland. Het gedefinieerde gebied is ook niet langer geldig omdat de Commissie noodmaatregelen heeft ingevoerd waardoor schelvis niet meer onder de bepalingen inzake bijvangsten in sector VIa valt en er voor kabeljauw in sector VIa voor 2012 een nul-TAC is vastgesteld. Bovendien is gebleken dat deze lijn niet het gewenste effect heeft gehad als het gaat om de vissterfte onder kabeljauw, ook al is er sprake van een significante vermindering van de inspanningen.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In afwijking van lid 1 is de visserij met vaste, aan palen bevestigde kustnetten, kamschelpkorren, mosselkorren, handlijnen, gemechaniseerde peurlijnen, sleepnetten en strandzegens, kommen en korven in de betrokken gebieden en de betrokken perioden toegestaan op voorwaarde dat:

3. In afwijking van lid 1 is de visserij met vaste, aan palen bevestigde kustnetten, kamschelpkorren, vistuig voor het vangen van wijde mantels, mosselkorren, handlijnen, gemechaniseerde peurlijnen, kieuw- en warnetten, sleepnetten en strandzegens, kommen en korven in de betrokken gebieden en de betrokken perioden toegestaan op voorwaarde dat:

Motivering

Gill nets and tangle nets were used by the small inshore vessels to catch crustacea and the lesser spotted dogfish, saithe and haddock in the specified area in area VIa before the enactment of Annex III and the Appendices to Annex III to Regulation (EC) No 43/2009. These nets are not used to catch cod or whiting and will have almost zero impact on these stocks. Haddock is no longer a by- catch under the Commission emergency measures and should therefore be allowed to be caught by gill nets. The inshore fishermen involved are unnecessarily deprived of earning an income and have suffered severely over the last four years.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 3 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) geen ander vistuig dan vaste, aan palen bevestigde kustnetten, kamschelpkorren, mosselkorren, handlijnen, gemechaniseerde peurlijnen, sleepnetten en strandzegens, kommen en korven aan boord wordt gehouden of uitgezet; en

(a) geen ander vistuig dan vaste, aan palen bevestigde kustnetten, kamschelpkorren, mosselkorren, handlijnen, gemechaniseerde peurlijnen, kieuw- en warnetten, sleepnetten en strandzegens, kommen en korven aan boord wordt gehouden of uitgezet, en and

Motivering

Kieuw- en warnetten werden vóór de inwerkingtreding van bijlage III en de aanhangsels bij bijlage III van Verordening (EG) nr. 43/2009 gebruikt door kleine kustvaartuigen voor de visserij op schaaldieren en hondshaai, koolvis en schelvis in het aangegeven gebied in sector VIa. Deze netten worden niet voor de visserij op kabeljauw of wijting gebruikt en het effect op deze bestanden is vrijwel nihil. Schelvis is volgens de noodmaatregelen van de Commissie niet langer een bijvangst en dient daarom met kieuwnetten te mogen worden gevangen.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 3 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) geen andere vis dan makreel, pollak, koolvis of zalm en geen andere schelpdieren dan weekdieren of schaaldieren aan boord worden gehouden, worden aangeland of aan land worden gebracht.

(b) geen andere vis dan makreel, pollak, koolvis, schelvis, hondshaai (Scyliorhinus Canicula) of zalm en geen andere schelpdieren dan weekdieren of schaaldieren aan boord worden gehouden, worden aangeland of aan land worden gebracht.

Motivering

Kieuw- en warnetten werden vóór de inwerkingtreding van bijlage III en de aanhangsels bij bijlage III van Verordening (EG) nr. 43/2009 gebruikt door kleine kustvaartuigen voor de visserij op schaaldieren en hondshaai, koolvis en schelvis in het aangegeven gebied in sector VIa. Deze netten worden niet voor de visserij op kabeljauw of wijting gebruikt en het effect op deze bestanden is vrijwel nihil. Schelvis is volgens de noodmaatregelen van de Commissie niet langer een bijvangst en dient daarom met kieuwnetten te mogen worden gevangen.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. In afwijking van lid 1 is de visserij op wijde mantels (Aequipecten opercularis) toegestaan op voorwaarde dat:

 

a) het gebruikte vistuig bestaat uit gespecialiseerde bordentrawls die ontworpen zijn om het vangen van vis te voorkomen (een hoofdlijn op een diepte van 60 cm);

 

b) het vistuig een paneel met vierkante mazen omvat als omschreven in bijlage XIV quater;

 

c) het vistuig is vervaardigd met een minimummaaswijdte van 80 mm;

 

d) de aan boord gehouden vangst in gewicht ten minste voor 90 % uit wijde mantels (Aequipecten opercularis) bestaat.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 5 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) het gebruikte vistuig is uitgerust met een sorteerrooster overeenkomstig bijlage XIV bis of met een paneel met vierkante mazen als omschreven in bijlage XIV quater;

a) het gebruikte vistuig is uitgerust met een sorteerrooster overeenkomstig bijlage XIV bis of met een combinatie van een paneel met vierkante mazen als omschreven in bijlage XIV quater en/of een gelijkwaardig bijzonder selectief vistuig dat is goedgekeurd door het WTECV.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 5 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de aan boord gehouden vangst in gewicht voor maximaal 10 % uit een mengsel van kabeljauw, schelvis en/of wijting bestaat;

Schrappen

Motivering

Het schelvisbestand is inmiddels voldoende hersteld om weer te mogen worden bevist en deze soort moet dus, om de toename van teruggooi te voorkomen, buiten de regels inzake de samenstelling van de vangst vallen die de huidige noodmaatregelen van de Commissie uitbreiden. Momenteel geldt een nul-TAC voor kabeljauw, met 1,5% bijvangst. Dat maakt deze regels achterhaald. Het VK heeft nationale maatregelen ingevoerd om een passende bescherming van wijting te waarborgen, aangezien het de desbetreffende regels niet langer passend acht. Kabeljauw en wijting zijn herstellende soorten en dus is er een snelle en soepele aanpak nodig om de bestanden optimaal te beheren zolang de soorten herstellen en om toename van de teruggooi te voorkomen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. In afwijking van lid 1 is de visserij met trawls, bodemzegens of soortgelijke vistuigen toegestaan op voorwaarde dat:

7. In afwijking van lid 1 is de visserij met staande netten, trawls, bodemzegens of soortgelijke vistuigen toegestaan op voorwaarde dat:

Motivering

Staand tuig is selectief vistuig waarmee doeltreffend en gericht op bepaalde soorten kan worden gevist, met minimale bijvangsten. Toch is staand tuig het enige tuig dat totaal verboden is, ongeacht de maaswijdte. Voordat hun de toegang werd ontzegd, visten de staandwantvissers in dit gebied uitsluitend op heek, met een bijvangstpercentage van kabeljauw, wijting en schelvis van minder dan 1,5%.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 7 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) de aan boord gehouden vangst in gewicht voor maximaal 30 % uit een mengsel van kabeljauw, schelvis en/of wijting bestaat;

Schrappen

Motivering

Het schelvisbestand is inmiddels voldoende hersteld om weer te mogen worden bevist en deze soort moet dus, om de toename van teruggooi te voorkomen, buiten de regels inzake de samenstelling van de vangst vallen die de huidige noodmaatregelen van de Commissie uitbreiden. Momenteel geldt een nul-TAC voor kabeljauw, met 1,5% bijvangst. Dat maakt deze regels achterhaald. Het VK heeft nationale maatregelen ingevoerd om een passende bescherming van wijting te waarborgen, aangezien het de desbetreffende regels niet langer passend acht. Kabeljauw en wijting zijn herstellende soorten en dus is er een snelle en soepele aanpak nodig om de bestanden optimaal te beheren zolang de soorten herstellen en om toename van de teruggooi te voorkomen.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis. De Commissie kan op basis van wetenschappelijk advies en na raadpleging van het WTECV besluiten uitvoeringsbepalingen vast te stellen tot wijziging van de kenmerken van het in lid 7 gespecificeerde vistuig in het in lid 1 gedefinieerde gebied.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis. Van 1 januari tot en met 31 maart en van 1 oktober tot en met 31 december is elke vorm van visserij verboden waarbij gebruik gemaakt wordt van vistuig dat is gespecificeerd in bijlage I bij Verordening(EG) nr. 1342 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden1 in het gebied als gespecificeerd in ICES-sector VIa dat wordt begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

 

– 7°07’ WL, 55°25 NB,

 

– 7°00’ WL, 55°25 NB,

 

– 6°50’ WL, 55°18 NB,

 

– 6°50’ WL, 55°17 NB;

 

- 6°52’ W, 55°17 N,

 

- 7°07’ W, 55°25 N;

 

In afwijking van lid 1 is de visserij met kamschelpkorren en vistuig voor het vangen van wijde mantels toegestaan tussen 1 oktober en 31 december.

 

De kapitein van een vissersvaartuig of een andere persoon aan boord mag niemand ertoe aanzetten of toestaan te pogen in het bedoelde gebied te vissen of in het bedoelde gebied gevangen vis aan te landen, over te laden of aan boord te hebben.

 

1 PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening nr. 850/98

Artikel 29 quinquies – lid 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis. Op basis van het jaarlijkse advies van de ICES en het WTECV kan de Commissie uitvoeringsbepalingen vaststellen tot wijziging van de coördinaten van het in lid 1 gespecificeerde gebied, teneinde het wetenschappelijk advies inzake de stand van de kabeljauw- en wijtingbestanden in dat gebied op te volgen.

Motivering

Het huidige gedefinieerde gebied is niet adequaat en ondoeltreffend, zoals reeds in amendement 6 is gezegd. Naar gelang van het advies van de ICES en het WTECV kan het wel of niet nuttig zijn om een nieuw gebied te definiëren. Bij de volgende amendementen wordt ervan uitgegaan dat er op basis van advies van de ICES en het WTECV een nieuw gebied wordt gedefinieerd. Mochten de ICES en het WTECV adviseren dat een nieuw gedefinieerd gebied niet meer van toepassing is, komt artikel 29 quater in zijn geheel te vervallen.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Verordening nr. 850/98

Artikel 34 bis – lid 2 – letter a – streepje 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

– slechts één van de toegestane maaswijdten hebben; en

Motivering

Dit streepje vormde een noodzakelijk onderdeel van de oorspronkelijke tekst, dat in het Commissievoorstel is weggelaten.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Verordening nr. 850/98

Artikel 34 ter – lid 3 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) warrelnetten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 250 mm op voorwaarde dat:

b) warrelnetten en schakelnetten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 250 mm op voorwaarde dat:

Motivering

Het zou onjuist en onaanvaardbaar zijn om schakelnetten (netten met drie panelen) te discrimineren ten opzichte van andere netten. In wateren met een diepte van 200 tot 600 meter mogen warrelnetten worden gebruikt voor het vangen van diepzeehaaien, maar mogen geen schakelnetten worden gebruikt voor het vissen op zeeduivel (die niet gebruikt worden om haaien te vangen en dus niet tot teruggooi leiden). Er is dus geen enkele visserijtechnische of wetenschappelijke reden om schakelnetten te discrimineren.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Verordening nr. 850/98

Artikel 34 ter – lid 3 – letter c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) schakelnetten in ICES-deelgebied IX met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 220 mm op voorwaarde dat:

 

- zij worden uitgezet in wateren waar de kaartdiepte minder dan 600 m bedraagt;

 

- zij niet meer dan 30 mazen diep zijn en een hanging ratio van minstens 0,44 hebben;

 

- zij niet voorzien zijn van vlotters of soortgelijke drijfvoorzieningen;

 

- zij elk een lengte van hoogstens 5 km hebben. De totale lengte van alle netten op eender welk moment bedraagt maximaal 20 km per vaartuig;

 

- de maximale uitzettijd 72 uur bedraagt.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Verordening nr. 850/98

Artikel 34 ter - lid 11 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 bis. De Commissie kan na raadpleging van het WTECV besluiten de punten 9.1 tot en met 9.11 niet toe te passen op bepaalde visserijactiviteiten in de ICES-deelgebieden VIII, IX en X, indien uit door de lidstaten verstrekte informatie blijkt dat bij deze visserijactiviteiten slechts in zeer geringe mate bijvangsten en teruggooi van haaien voorkomen.

Motivering

In punt 9 van bijlage III van Verordening (EG) nr. 43/2009 wordt bepaald dat bepaalde visserijactiviteiten in de ICES-deelgebieden VIII, IX en X kunnen worden uitgesloten, indien uit door de lidstaten aan het WTEVC verstrekte informatie blijkt dat bij deze visserijactiviteiten slechts in zeer geringe mate bijvangsten voorkomen.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Verordening nr. 850/98

Artikel 34 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De visserij met bodemtrawls en met staand vistuig, met inbegrip van geankerde kieuwnetten en grondbeugen, is verboden in de gebieden die worden ingesloten door de loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden (gemeten volgens het WGS84-systeem):

Niet van toepassing op de NL versie

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12

Verordening nr. 850/98

Bijlage I

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 34 septies bis

(12) In bijlage I wordt voetnoot 6 bij de tabel geschrapt.

(12) In bijlage I:

 

 

a) worden in de tabel de volgende nieuwe segmenten ingevoegd:

Target species

Mesh size range (millimetres)

 

<16

16 to 31

32 to 54

55 to 69

70 to 79

80 to 99

³ 100

 

Minimum percentage of target species

 

95

90/60

60

30

90/60

90

35

30

70

None

Myctophiformes

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stomiiformes

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b) voetnoot 6 bij de tabel wordt geschrapt.

Motivering

De maaswijdte voor soorten die niet onder de tabel in Verordening nr. 850/98 vallen is 100 mm. Dit amendement is bedoeld om het probleem te voorkomen dat zich voordeed bij evervis, waar een specifiek amendement moest worden ingediend. Het amendement voorziet in een adequate maaswijdte voor andere kleine pelagische soorten van de ordes Myctophiformes en Stomiiformes.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 bis (nieuw)

Verordening nr. 850/98

Bijlage II

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 34 septies bis

 

12 bis. In bijlage II worden in de tabel de volgende nieuwe segmenten ingevoegd:

Target species

Mesh size range (millimetres)

 

16 to 31

32 to 54

55 to 59

60 to 69

³ 70

 

Minimum percentage of target species

 

50%

90%

90%

90%

30%

70%

70%

None

Myctophiformes

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

Stomiiformes

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

Motivering

De maaswijdte voor soorten die niet onder de tabel in Verordening nr. 850/98 vallen is 100 mm. Dit amendement is bedoeld om het probleem te voorkomen dat zich voordeed bij evervis, waar een specifiek amendement moest worden ingediend. Het amendement voorziet in een adequate maaswijdte voor andere kleine pelagische soorten van de ordes Myctophiformes en Stomiiformes.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13 bis (nieuw)

Verordening nr. 850/98

Bijlage XII

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

13 bis) Aan bijlage XII wordt voor regio 9 een nieuwe kolom toegevoegd voor de soort tarbot (Psetta maxima), met een minimummaat van 45 cm.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 13 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 850/98

Bijlage XII

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter) In de tabel in bijlage XII worden de rijen met betrekking tot ansjovis vervangen door:

 

"Ansjovis (Engraulis encrasicolus)

 

Het gehele gebied, met uitzondering van ICES-sector IXa ten oosten van 7°23'48'' WL: 12 cm of 90 vissen per kilo

 

ICES-sector IXa ten oosten van 7°23'48'' WL: 10 cm."

Motivering

Om het werk aan boord van de vissersvaartuigen te vereenvoudigen en de aanlandingscontrole te vergemakkelijken, moet er per minimummaat van ansjovis een hoeveelheid exemplaren per kilo worden vastgesteld. Deze definitie is voorgesteld door ter zake deskundige wetenschappelijke instellingen en de RAR Zuidwestelijke wateren - Zuid vraagt al sinds 2010 (advies 26) om deze aanpassing van de regelgeving.

  • [1]  PB C 0 van 0.0.0000, blz. 0.

TOELICHTING

De technische instandhoudingmaatregelen voor visbestanden vormen een essentieel element van de geregionaliseerde benadering van het visserijbeheer en zijn een aanvulling op de jaarlijkse/tweejaarlijkse besluiten inzake vangstmogelijkheden. Deze technische maatregelen omvatten de regels inzake visserijzones en gebruikt vistuig, en hebben geen betrekking op de toegestane hoeveelheden (visserij-inspanningen) en/of vangsten (TACs en quota).

Technische instandhoudingsmaatregelen zijn regels waaraan de vissers in de hele Europese Unie zich elke dag moeten houden als zij uitvaren, teneinde te waarborgen dat de wijze waarop en de plaats waar vis wordt gevangen, van duurzame aard zijn. De maatregelen hebben betrekking op minimumgrootte van aangelande vis, minimummaaswijdte, zones en gesloten seizoenen, beperking van bijvangsten, criteria voor selectiever vistuig en maatregelen ter bescherming van het mariene milieu, en hebben dan ook een grote invloed op de vraag of de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) bereikt worden.

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kunnen alleen maatregelen inzake het vaststellen en verdelen van vangstmogelijkheden door de Raad worden bepaald. De zogeheten “daaraan verbonden voorwaarden” (technische maatregelen) die de benutting van vangstmogelijkheden regelen maar hiermee niet in functioneel opzicht samenhangen, moeten door de Raad en het Parlement volgens de medebeslissingsprocedure worden vastgesteld.

Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad “voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen” – de basisverordening inzake technische maatregelen – zou gewijzigd worden om te voorzien in een vast kader voor technische maatregelen, overeenkomstig het VWEU, maar er kon geen politieke overeenstemming worden bereikt.

Om te waarborgen dat de maatregelen van Verordening (EG) nr. 43/2009 van de Raad “tot vaststelling, voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften” vanaf 1 januari 2010 van kracht zouden zijn, stelde de Raad Verordening (EG) nr. 1288/2009 vast “tot vaststelling van technische overgangsmaatregelen van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2011” (een periode van 18 maanden). Een verdere tijdelijke uitbreiding van de geldigheid van de maatregelen werd bewerkstelligd door Verordening (EG) nr. 579/2011 van het Europees Parlement en de Raad (voor andermaal 18 maanden).

Onderhavig Commissievoorstel heeft tot doel de regels inzake technische maatregelen nog eens voor een overgangsperiode te verlengen, totdat er een geregionaliseerd kader voor technische maatregelen overeenkomstig het GVB is vastgesteld. Aangezien het GVB niet op 1 januari 2013, als de huidige tijdelijke technische maatregelen overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 579/2011 ten einde lopen, in werking treedt stelt de Commissie andermaal een tijdelijke oplossing voor door de basisverordening zonder definitieve einddatum te wijzigen. Als het Commissievoorstel wordt goedgekeurd worden de verordeningen van 2009 en 2011 ingetrokken.

Behalve verlenging van de geldigheid van de huidige technische maatregelen omvat de voorgestelde tekst ook een aanpassing van de bestaande maatregelen aan advies van het WTECV en aanbevelingen van het NEAFC, alsmede maatregelen ter vermindering van de teruggooi in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, zoals overeengekomen met Noorwegen en de Faeröer-eilanden in 2010 maar nog niet in EU-regelgeving omgezet.

Het is betreurenswaardig dat het Parlement eens te meer een voorstel over tijdelijke technische maatregelen moet beoordelen en er niet op tijd een definitieve oplossing kon worden gevonden. De Europese vissers hebben rechtszekerheid nodig, en het woord “tijdelijk” mag niet tot in het absurde worden gebruikt.

Niettemin erkent de rapporteur dat er behoefte is aan deze maatregelen, die bedoeld zijn om te waarborgen dat de visbestanden op duurzame wijze benut worden en dat de ecosystemen waarin zij leven behouden blijven. Wel moeten de maatregelen worden geformuleerd en ontworpen aan de hand van de ontwikkeling van het visserijbeheer en de wetenschappelijke inzichten. De rapporteur stelt dan ook een aantal extra wijzigingen voor om de aanpassing te vervolledigen, door rekening te houden met aanvullend advies van het WTECV en de ICES over de definitie van zones en beheersanalyses, alsmede met de nieuwe noodmaatregelen van de Commissie. De rapporteur stelt vast dat slecht uitgewerkte of inadequate technische maatregelen tot niet-duurzame visserijmethodes kunnen leiden en in bepaalde omstandigheden het leven en de veiligheid van vissers in gevaar kunnen brengen, hetgeen volledig ontoelaatbaar is. Dit geldt met name voor bepaalde bestaande maatregelen inzake de beperking van de visserij op kabeljauw, schelvis en wijting in ICES-deelgebied VI, waar het wetenschappelijk advies luidt dat de gedefinieerde zone niet adequaat is. De door de rapporteur voorgestelde amendementen worden geschraagd door duidelijke wetenschappelijke bewijzen en hebben betrekking op specifieke artikelen die verouderd en/of in strijd met duurzaam visserijbeheer zijn, en onmiddellijke aandacht vereisen.

De rapporteur is van mening dat onderhavig voorstel over technische maatregelen niet in de plaats mag komen van beslissingen betreffende aanlandingseisen die in de basisverordening van het GVB moeten worden opgenomen, en dat de tijdelijke aard van onderhavige verordening duidelijk moet worden gekoppeld aan het geplande geregionaliseerde kader voor technische instandhoudingmaatregelen zodra het nieuwe GVB is vastgesteld. Technische maatregelen moeten zorgvuldig worden ontworpen voor specifieke gevallen en zones, en mogen niet worden beschouwd als algemene regels die in alle lidstaten op dezelfde wijze kunnen worden toegepast, en dus is een geregionaliseerde aanpak onontbeerlijk.

Sinds 1 januari 2010 en tot 31 december 2012 zijn tijdelijke technische maatregelen van kracht. De rapporteur beseft dat er hierdoor weinig tijd voor het Europees Parlement en de Raad beschikbaar is om tot een politiek akkoord over een van de meest complexe en belangrijke aspecten van het GVB te komen. Toch is de rapporteur vastbesloten met alle belanghebbenden samen te werken om te waarborgen dat er voor het einde van dit jaar adequate en doeltreffende overgangsmaatregelen tot stand komen.

PROCEDURE

Titel

Instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen

Document- en procedurenummers

COM(2012)0298 – C7-0156/2012 – 2012/0158(COD)

Datum indiening bij EP

19.6.2012

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

PECH

3.7.2012

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

ENVI

3.7.2012

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

ENVI

10.7.2012

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Pat the Cope Gallagher

31.5.2012

 

 

 

Behandeling in de commissie

12.7.2012

19.9.2012

 

 

Datum goedkeuring

9.10.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Kriton Arsenis, Alain Cadec, Chris Davies, João Ferreira, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Dolores García-Hierro Caraballo, Marek Józef Gróbarczyk, Ian Hudghton, Werner Kuhn, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Guido Milana, Crescenzio Rivellini, Ulrike Rodust, Raül Romeva i Rueda, Struan Stevenson, Isabelle Thomas, Nils Torvalds, Jarosław Leszek Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Diane Dodds, Rareş-Lucian Niculescu, Jens Nilsson

Datum indiening

19.10.2012