VERSLAG met de aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden over de onderhandelingen voor een versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Kazachstan

24.10.2012 - 2012/2153(INI).

Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Liisa Jaakonsaari


Procedure : 2012/2153(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0355/2012

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden over de onderhandelingen voor een versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Kazachstan

2012/2153(INI).

Het Europees Parlement,

–     gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tot vaststelling van een partnerschap tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Republiek Kazachstan anderzijds, die op 1 juli 1999 in werking is getreden[1],

–     gezien de onderhandelingen waartoe de Raad op 24 mei 2011 de Commissie heeft gemachtigd en die in juni 2011 in Brussel zijn geopend over een uitgebreide partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst EU-Kazachstan,

–     gezien zijn resoluties over Kazachstan, met name zijn resolutie van 15 maart 2012[2] en van 17 september 2009 over de zaak Yevgeni Zhovtis[3], en zijn resolutie van 7 oktober 2010 over de Werelddag tegen de doodstraf[4],

–     gezien zijn resolutie van 15 december 2011 over de uitvoering van de EU-strategie voor Centraal-Azië[5],

–     gezien de EU-strategie voor een nieuw partnerschap met Centraal-Azië: "De Europese Unie en Centraal-Azië: Strategie voor een nieuw partnerschap", die op 21 en 22 juni 2007 is goedgekeurd door de Europese Raad, en de voortgangsverslagen van de Raad van 24 juni 2008 en 28 juni 2010,

–     gezien de verklaringen van de EU over Kazachstan in de Permanente Raad van de OVSE op 3 november en 22 december 2011 en op 19 januari, 26 januari en 9 februari 2012, en gezien de verklaringen op 17 januari 2012 van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de EU Catherine Ashton over de gebeurtenissen in het district Zhanaozen op 17 december 2011 en over de parlementaire verkiezingen in Kazachstan op 15 januari 2012,

–     gezien de verklaring inzake de voorlopige bevindingen en conclusies van de OVSE/ODIHR-missie met betrekking tot de verkiezingen die op 15 januari 2012 zijn gehouden,

–     gezien de verklaring van de OVSE-vertegenwoordiger voor mediavrijheid van 25 januari 2012 over de situatie van de media in Kazachstan,

–     gezien de algemene bepalingen betreffende het externe optreden van de Unie, vastgelegd in artikel 21 VEU, en de procedure voor het sluiten van internationale overeenkomsten van artikel 218 VWEU,

–     gezien de toezeggingen van de hoge vertegenwoordiger in haar brieven van 24 november 2011 en 11 mei 2012 betreffende een mechanisme voor controle op de uitvoering van de nieuwe PSO EU-Turkmenistan, in het bijzonder artikel 2,

–     gezien paragraaf 23 van zijn resolutie van 16 februari 2012 over de 19e zitting van de VN-Raad voor de Rechten van de Mens[6],

–     gezien het nieuwe strategisch kader van de EU en het actieplan inzake de mensenrechten en democratie dat is vastgesteld door de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU, en de conclusies van de 3179e bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 juni 2012,

–     gezien de verklaring over Kazachstan aan het Europees Parlement, afgelegd namens de hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton door de Deense minister van Buitenlandse Zaken, Villy Søvndal, op 14 maart 2012 (A 122/12),

–     gezien artikel 90, lid 4, en artikel 48 van zijn Reglement,

–     gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A7‑0355/2012),

A.   overwegende dat de EU en Kazachstan hun betrekkingen willen intensiveren en verbreden; overwegende dat de burgers in de EU en Kazachstan wederzijds profijt moeten hebben van een nauwere samenwerking; overwegende dat de onderhandelingen over de nieuwe PSO moeten uitmonden in een volledig kader voor samenwerking gebaseerd op de mensenrechten en democratische rechten, alsook in mogelijkheden voor sociaal-economische ontwikkeling en voor de noodzakelijke politieke en economische hervormingen; overwegende dat sociale en economische ontwikkeling nauw met elkaar samenhangen;

B.   overwegende dat de Raad weliswaar slechts zelden en alleen gedeeltelijk gebruik heeft gemaakt van opschorting van de uitvoering van een PSO, maar dat dit een toepasselijke optie blijft in geval van ernstige aangetoonde schendingen van de mensenrechten;

C.   overwegende dat Kazachstan een positieve rol heeft gespeeld in Centraal-Azië en zich heeft ingespannen voor de ontwikkeling van goede betrekkingen met zijn buurlanden, de hervatting van de regionale samenwerking en de vreedzame oplossing van alle bilaterale kwesties;

D.   overwegende dat het Europees Parlement om politieke controle uit te kunnen oefenen volledige informatie nodig heeft om de ontwikkelingen in Kazachstan nauwlettend te kunnen volgen, evenals de uitvoering van de PSO overeenkomstig zijn aanbevelingen en resoluties;

E.   overwegende dat Kazachstan is toegelaten tot de Commissie van Venetië van de Raad van Europa; overwegende dat tijdens de onderhandelingen voor een versterkte PSO overeenstemming is bereikt over mensenrechten en democratie;

F.   overwegende dat Kazachstan in 2010 voorzitter was van de OVSE; overwegende dat het land nog niet aan zijn verbintenissen heeft voldaan om het mediarecht in overeenstemming met de internationale normen te brengen, om de registratievereisten voor politieke partijen vóór 2008 te liberaliseren, en om de aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de OVSE in de kieswetgeving op te nemen;

G.   overwegende dat, ondanks het feit dat de regering van Kazachstan heeft aangegeven ernaar te streven het democratische proces te versterken en verkiezingen te houden overeenkomstig de internationale normen, de algemene verkiezingen van 15 januari 2012 volgens de beoordeling van de OVSE niet voldeden aan de internationale normen, gezien de wijdverspreide onregelmatigheden en het feit dat de noodzakelijke voorwaarden voor het houden van werkelijk pluralistische verkiezingen niet aanwezig waren;

H.   overwegende dat na de tragische gebeurtenissen van december 2011 in Zhanaozen, oppositiepartijen, onafhankelijke media en vakbonden doelwit zijn geworden van onderdrukking, waaronder detenties zonder bewezen wetsovertredingen, die als politiek gemotiveerd kunnen worden beschouwd;

I.    overwegende dat er een open en constructieve dialoog gaande is tussen europarlementariërs, officiële vertegenwoordigers van Kazachstan, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en ngo's over vraagstukken van wederzijds belang;

J.    overwegende dat de autoriteiten van Kazachstan zich de afgelopen tijd sterk hebben ingespannen voor de samenwerking met ngo's in het westen van het land om de situatie van de bewoners van de regio, in het bijzonder stakende werknemers, te verbeteren;

K.   overwegende dat 37 mensen terecht hebben gestaan wegens het organiseren van of het deelnemen aan massaprotesten en er 34 zijn veroordeeld, waarvan 13 tot een gevangenisstraf, waaronder vooraanstaande leiders en activisten van de staking van werknemers in de olie-industrie, zoals Talgat Saktaganov, Roza Tuletaeva en Maksat Dosmagambetov; overwegende dat in juli 2012 de Hoge Commissaris van de VN voor de rechten van de mens, mevrouw Navi Pillay, na haar tweedaagse bezoek aan Kazachstan de autoriteiten heeft verzocht een onafhankelijk internationaal onderzoek toe te staan naar de gebeurtenissen in Zhanaozen, de oorzaken en de nasleep ervan;

L.   overwegende dat de internationale waarnemingsmissie van Civic Solidarity in haar voorlopig rapport concludeert dat de processen van Zhanaozen niet voldoen aan de normen van een eerlijk proces en dat het onderzoek naar de gebeurtenissen van december 2011 niet volledig noch onafhankelijk was; overwegende dat de verdachten en een aantal getuigen slachtoffer waren van ernstige schendingen van hun rechten tijdens de fase vóór het proces, zoals het vermeende gebruik van foltering, ontzegging van het recht op een advocaat, intimidatie en vervalsing van bewijsmateriaal; overwegende dat de door de verdachten tijdens het proces afgelegde getuigenissen over slechte behandeling en foltering tijdens de voorlopige hechtenis niet aan een volledig, onafhankelijk en diepgaand onderzoek zijn onderworpen, op basis waarvan de daders aansprakelijk kunnen worden gesteld;

M.  overwegende dat Vladimir Kozlov, leider van de oppositiepartij ALGA, schuldig is bevonden aan "het aanzetten tot sociale verdeeldheid", "het oproepen tot de gewelddadige omverwerping van de constitutionele orde" en "het oprichten en leiden van een georganiseerde groep met als doel het plegen van misdrijven", en is veroordeeld tot zeven en een half jaar gevangenisstraf; overwegende dat Akzhanat Aminov, een werknemer in de olie-industrie van Zhanaozen, en Serik Sapargali, een maatschappelijk activist, schuldig zijn bevonden op soortgelijke gronden en zijn veroordeeld tot voorwaardelijke straffen van vijf respectievelijk vier jaar;

N.   overwegende dat de president van Kazachstan op 17 februari 2012 diverse wetten heeft getekend met als doel de rechtsgrond voor arbeidsverhoudingen, rechten van werknemers en de sociale dialoog te verbeteren, en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te vergroten; overwegende dat ondanks deze pogingen het recht van individuen om zich te verenigen, organisaties op te richten en onafhankelijke vakbonden te registreren, het recht op collectieve onderhandelingen en het stakingsrecht niet volledig geëerbiedigd worden, en dat er geen onafhankelijke rechterlijke macht bestaat; overwegende dat de wijzigingen van het arbeidsrecht, in het bijzonder de gewijzigde artikelen 55, 74, 266, 287, 289, 303 en 305, een achteruitgang betekenen op het gebied van arbeidsverhoudingen, werknemersrechten en de sociale dialoog, evenals een schending van de vereiste arbeidsvoorwaarden van de IAO en andere internationale overeenkomsten;

O.   overwegende dat de EU een uiterst belangrijke handelspartner van Kazachstan is en de grootste investeerder in het land; overwegende dat Kazachstan duidelijk de wens heeft uitgesproken de EU-normen en haar sociale en economische model tot voorbeeld te nemen, hetgeen een diepgaande hervorming van de staat en overheid vereist;

P.   overwegende dat Kazachstan een belangrijke rol speelt in het stabiliseren van de regio en een brug kan vormen tussen de EU en Centraal-Azië;

Q.   overwegende dat Kazachstan belangrijke resultaten heeft geboekt op het gebied van armoedevermindering, volksgezondheid en onderwijs;

R.   overwegende dat de EU voor haar landbouw- en technische productie sterk afhankelijk is van de invoer van fosfaaterts; overwegende dat Kazachstan veel lidstaten witte fosfor levert en dat de Commissie in december 2011 een antidumpingprocedure is begonnen tegen de invoer van witte fosfor uit Kazachstan;

1.    is ingenomen met de politieke wil en praktische verbintenis van Kazachstan om de samenwerking met de EU verder te verdiepen en met de opening van de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) tussen de EU en Kazachstan;

2.    richt de volgende aanbevelingen aan de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter, waarin zij worden opgeroepen:

De onderhandelingen

(a)  ervoor te zorgen dat de nieuwe PSO een omvattend kader is voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen, en alle prioritaire gebieden bestrijkt, met inbegrip van: de mensenrechten, de rechtsstaat, goed bestuur en de democratisering; jeugd en onderwijs; economische ontwikkeling, handel en investeringen; energie en vervoer, ecologische duurzaamheid en water; en de aanpak van gemeenschappelijke bedreigingen en uitdagingen;

Politieke dialoog en samenwerking

(b)  ervoor te zorgen dat de verbintenissen van de EU in overeenstemming zijn met andere beleidsgebieden en dat het "meer voor meer"-beginsel wordt toegepast, met bijzondere nadruk op de ondersteuning van politieke, juridische, economische en sociale hervormingen;

(c)  nauw met Kazachstan samen te werken aan de bevordering van regionale samenwerking en de verbetering van betrekkingen met de buurlanden in Centraal-Azië en ervoor te zorgen dat de PSO bepalingen bevat voor regionale samenwerking met de regio Centraal-Azië, onder andere door de ondersteuning van vertrouwenscheppende maatregelen waar nodig, in het bijzonder op gebieden als het beheer van water en hulpbronnen, grensbeheer, de strijd tegen extremisme en de bestrijding van terrorisme; beveelt daarbij aan dat deze samenwerking de uitwisseling van ervaringen moet bevorderen en rekening moet houden met aanbevelingen van maatschappelijke organisaties in de regio;

(d)  de steun van Kazachstan trachten te verkrijgen om snelle vorderingen te maken met de oprichting van een reguliere dialoog op hoog niveau EU-Centraal-Azië over veiligheid, in een regionale setting, om gezamenlijke uitdagingen en bedreigingen aan te pakken;

(e)  samen te werken met Kazachstan en andere Centraal-Aziatische staten, alsmede met lokale, regionale en internationale actoren om de veiligheid en ontwikkeling in Afghanistan te bevorderen;

(f)   de EU-actie op het gebied van onderwijs, de rechtsstaat, milieu en water te intensiveren, onder meer door nieuw opgerichte steunplatforms en gerichte steun, alsook lokale ngo's en maatschappelijke organisaties, waar nodig en waar mogelijk, te betrekken in de dialoog van de EU met de regering van Kazachstan op die gebieden; dringt er hierbij op aan dat deze dialoog, gezien de huidige problemen bij de registratie van ngo's en maatschappelijke organisaties, niet beperkt blijft tot officieel geregistreerde ngo's en maatschappelijke organisaties;

(g)  Kazachstan aan te moedigen samen te werken met zijn buurlanden om een gezamenlijke oplossing te vinden voor de kwestie rond de status van de Kaspische Zee;

(h)  beleidshervormingen en institutionele-capaciteitsopbouw te ondersteunen door doelgerichte technische bijstand (bijvoorbeeld uitwisseling van deskundigen);

Mensenrechten en fundamentele vrijheden

(i)   ervoor te zorgen dat de PSO clausules en criteria bevat met betrekking tot de bescherming en bevordering van de mensenrechten, zoals vastgelegd in de grondwet van Kazachstan, en daarbij zoveel mogelijk gebruik te maken van de door de Raad van Europa (Commissie van Venetië), de OVSE en de VN vastgestelde normen, waartoe Kazachstan zich heeft verbonden;

(j)   er bij de Kazachse autoriteiten op aan te dringen alles in het werk te stellen om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren;

(k)  te onderstrepen dat de vorderingen van de onderhandelingen over de nieuwe PSO moeten worden gekoppeld aan de vooruitgang die wordt geboekt met de politieke hervormingen; spoort Kazachstan aan zijn toezegging gestand te doen om verdere hervormingen door te voeren teneinde een open en democratische samenleving op te bouwen, met een onafhankelijk maatschappelijk middenveld en een vrije oppositie, waar de grondrechten en de rechtsstaat worden geëerbiedigd; adequate hulp te bieden van de kant van de EU bij de uitvoering van de hervormingen;

(l)   diepe bezorgdheid uit te drukken over de detenties zonder bewezen wetsovertredingen, die als politiek gemotiveerd kunnen worden beschouwd, wat in strijd is met de resolutie van het Parlement van 15 maart 2012 waarin verzocht wordt om de vrijlating van alle personen die op grond van politiek gemotiveerde aanklachten vastzitten;

(m) de Kazachse autoriteiten in dit verband op te roepen alle vermeende gevallen van foltering en slechte behandeling die verband houden met het in Zhanaozen gebruikte geweld onverwijld en onpartijdig te onderzoeken en hen die zich hieraan schuldig hebben gemaakt voor de rechter te brengen, en de vage strafrechtelijke aanklacht van "aanzetten tot sociale verdeeldheid" in te trekken en het voorarrest van de activisten van de politieke oppositie die op basis van deze aanklacht vastzitten, te beëindigen, en ten slotte de wetgeving inzake vrijheid van vereniging te herzien en deze in overeenstemming te brengen met de internationale verplichtingen van het land inzake vrijheid van vereniging;

(n)  diepe bezorgdheid te uiten over de vonnissen, na een proces vol tekortkomingen, tegen Vladimir Kozlov, Akzhanat Aminov en Serik Sapargali, die tot gevolg hebben dat de politieke vrijheid voor de oppositie in Kazachstan nog verder wordt ingeperkt; de autoriteiten van Kazachstan op te roepen Kozlov, Aminov en Sapargali een eerlijk en transparant proces in hoger beroep te bieden;

(o)  erop aan te dringen dat Kazachstan zijn actieplan voor de mensenrechten verder omzet in wetgeving en deze volledig blijft implementeren, op basis van de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en met behulp van technische bijstand van de EU in het kader van het rechtsstaatinitiatief;

(p)  een beroep te doen op Kazachstan, als lid van de Commissie van Venetië, om blijk te geven van zijn engagement ten aanzien van de normen van de Raad van Europa door samen te werken met de Commissie van Venetië op het gebied van specifieke wetsontwerpen en onlangs aangenomen wetten;

(q)  erop aan te dringen dat de Kazachse autoriteiten bindende toezeggingen doen om het juridisch systeem volledig in overeenstemming te brengen met de internationale normen en ervoor te zorgen dat de implementatie werkelijke mediavrijheid, vrijheid van meningsuiting en vereniging, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Kazachstan vergemakkelijkt;

(r)   erop aan te dringen dat de toegang tot de rechter wordt verbeterd, de rechtspraak onafhankelijk is en het toezicht op en het beheer van penitentiaire inrichtingen weer onder het Ministerie van Justitie wordt gebracht;

(s)   er bij Kazachstan op aan te dringen politieke gevangenen onverwijld vrij te laten en te stoppen met politiek gemotiveerde arrestaties en veroordelingen op basis van vage aanklachten over "aanzetten tot sociale verdeeldheid";

(t)   er bij de Kazachse autoriteiten op aan te dringen om artikel 164 van het wetboek van strafrecht van Kazachstan over "het aanzetten tot sociale verdeeldheid" te wijzigen en in overeenstemming te brengen met de internationale wetgeving inzake mensenrechten;

(u)  erop aan te dringen dat Kazachstan de beperkende wijzigingen van het wetboek bestuursrecht en de onlangs aangenomen godsdienstwet herziet en een einde maakt aan willekeurige overvallen, verhoren, bedreigingen en boetes voor religieuze minderheden;

(v)  onderhandelingen te starten over versoepeling van de visumplicht tussen de EU en Kazachstan, aangezien dit tastbare voordelen zou bieden voor economische, culturele en wetenschappelijke uitwisseling, en menselijke contacten zou bevorderen;

(w) erop aan te dringen dat Kazachstan voldoet aan de aanbevelingen van het VN-Comité tegen foltering en de aanbevelingen van 2009 van de speciale VN-rapporteur inzake foltering; een beroep te doen op Kazachstan ervoor te zorgen dat onafhankelijke ngo's kunnen deelnemen aan raadplegingen over de komende hervorming van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering;

(x)  er bij Kazachstan op aan te dringen om het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof te ondertekenen en te ratificeren;

(y)  aan te dringen op de oprichting van onafhankelijke maatschappelijke platforms om bij te dragen tot inclusieve uitwisselingen in een aantal sectoren om ervoor te zorgen dat de aspiraties en de stem van het maatschappelijk middenveld worden gehoord, en te onderzoeken hoe financiële bijstand kan worden verleend ter verwezenlijking van dit doel;

(z)   de jaarlijkse mensenrechtendialogen te intensiveren en te versterken om tastbare verbeteringen te bereiken, onder meer door het vaststellen van concrete criteria voor het meten van voortgang, en verslag uit te brengen aan het Europees Parlement;

(aa) de reikwijdte van de uitwisselingsprogramma's in onderwijs en cultuur te intensiveren en te verbreden; de juridische opleiding van lokale en regionale ambtenaren en personeel van organen voor rechtshandhaving te stimuleren en te ondersteunen volgens EU-normen; Kazachstan aan te moedigen het voortouw te nemen bij de opzet van een speciaal onderwijsprogramma voor zowel academisch als beroepsonderwijs, tussen de EU en Centraal-Azië, en het hierbij te ondersteunen;

Economische samenwerking

(ab) te benadrukken dat de afsluiting van de onderhandelingen over de nieuwe PSO positieve gevolgen zal hebben voor de verdieping van de economische samenwerking tussen ondernemingen uit de EU en uit Kazachstan, met inbegrip van kmo's;

(ac) wetgeving aan te moedigen in overeenstemming met de WTO-regels, ook wat betreft de vereisten inzake lokale inhoud krachtens de Overeenkomst inzake met de handel verband houdende investeringsmaatregelen (TRIM's-overeenkomst), en de weg vrij te maken voor structurele hervormingen en de vorming van een werkende markteconomie; en Kazachstan gekwalificeerde technische bijstand te verlenen om de weg te effenen voor verdere structurele hervormingen, versterking van het concurrentievermogen en de ontwikkeling van een sociale markteconomie;

(ad) op te roepen tot opheffing van tarifaire en non-tarifaire belemmeringen om de handel uit te breiden, in het bijzonder de handel in diensten en buitenlandse investeringen; het streven te ondersteunen om de normen voor de goederenhandel in sterkere mate dan vereist door de WTO te harmoniseren, hetgeen eveneens zal leiden tot een uitbreiding van de handelsmogelijkheden;

(ae) te wijzen op het belang van samenwerking op energiegebied tussen de EU en Kazachstan, in het bijzonder bij de ontwikkeling van de trans-Kaspische energiecorridor; te waarborgen dat de EU oog blijft houden voor de ondersteuning van de verbetering van de energiezekerheid, de ontwikkeling van duurzame energie en het aantrekken van investeringen voor energieprojecten van gemeenschappelijk en regionaal belang;

(af) ervoor te zorgen dat de deelname van Kazachstan aan de douane-unie onder Russische leiding en aan de Euraziatische Economische Unie geen belemmering vormt voor de handel of de economische en financiële samenwerking met de EU, of voor het nakomen van zijn verplichtingen uit hoofde van het WTO-lidmaatschap en een nauwere samenwerking tussen de EU en Kazachstan niet hindert; erop te wijzen dat er concurrentie zal ontstaan als de sluiting van de versterkte partnerschap-en samenwerkingsovereenkomst vertraging oploopt; bereid te zijn eventuele inspanningen van Kazachstan te ondersteunen om moderne economische instellingen te bevorderen;

(ag) de Kazachse regering aan te moedigen zich opnieuw aan te sluiten bij het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën (EITI) en alle wettelijke en reglementaire obstakels voor de succesvolle tenuitvoerlegging van dit initiatief weg te nemen en onafhankelijke maatschappelijke organisaties in staat te stellen volledig aan dit initiatief deel te nemen;

(ah) een hoofdstuk toe te voegen over de aanpassing van de normen en regelgevingssystemen van Kazachstan aan die van de Europese Unie, in het bijzonder in de sectoren en op de sleutelgebieden die veelbelovend zijn voor de handel tussen de EU en Kazachstan;

(ai)  te benadrukken dat waterkwesties een van de belangrijkste bronnen van spanning en mogelijke conflicten in de regio blijven en het belang te onderstrepen van een regionale aanpak om gezamenlijke waterbronnen te beschermen en adequaat te beheren; in dit verband te wijzen op het belang voor de landen in de regio om de Verdragen van Espoo en Aarhus onverwijld te ondertekenen en te ratificeren, en de betrokkenheid van plaatselijke belanghebbenden bij het besluitvormingsproces te bevorderen;

(aj) de technische bijstand aan Kazachstan op het gebied van waterbehoud en waterbeheer in het algemeen uit te breiden in het kader van het EU-waterinitiatief voor Centraal-Azië met als doel om eveneens de betrekkingen tussen stroomopwaarts en stroomafwaarts gelegen landen in de regio te verbeteren en tot overeenkomsten over duurzaam gedeeld gebruik van water te komen;

(ak) Kazachstan te ondersteunen en bij te staan in zijn inspanningen het Aralmeer te redden in het kader van het actieprogramma van het Internationale Fonds voor het behoud van het Aralmeer;

(al)  Kazachstan te ondersteunen bij het aannemen van doeltreffende beschermende maatregelen en programma's voor het opruimen van radioactief afval en het bestrijden van radioactieve vervuiling in de streek rond Semey/Semipalatinsk;

(am) de inspanningen van Kazachstan voor een wereld zonder atoomwapens toe te juichen, evenals zijn voortrekkersrol in het nucleaire-ontwapeningsproces in de wereld en zijn inzet voor een algeheel verbod op kernproeven;

(an) de aandacht te vestigen op de kritieke situatie met betrekking tot de democratie, de rechtsstaat (met inbegrip van corruptiebestrijding), mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met name de rechten van werknemers, wat ook oneerlijke concurrentie in de hand werkt; met het oog hierop te benadrukken dat er een bindend hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling in de tekst over handel van de nieuwe overeenkomst moet worden opgenomen;

(ao) aan te dringen op de invoering van een effectieve regeling voor geschillenbeslechting, om te waarborgen dat de overeenkomst ook zal worden geëerbiedigd;

(ap) te benadrukken dat een uitvoerig hoofdstuk over dienstverlening en vestiging en aanpassing van Kazachstan aan de EU-normen en ‑regelgevingssystemen (o.a. SPS, TBT en IPR) leidt tot toenemende handelsstromen en investeringen, wat gunstige gevolgen zou hebben voor de modernisering en diversificatie van de Kazachse economie; te wijzen op het belang van verbeterde vergunningsprocedures in Kazachstan om de dienstverlening en investeringen te faciliteren;

(aq) de inspanningen van Kazachstan aan te moedigen om alle non-tarifaire belemmeringen die tot dusverre de ontwikkeling van handel en investeringen in het land in de weg hebben gestaan, af te schaffen;

(ar) de steun aan Kazachstan op het gebied van economie en handel te richten op de ontwikkeling van kmo's en steun aan bemiddelingsorganisaties van het bedrijfsleven;

(as) in het licht van recente beschuldigingen van corruptie jegens in Kazachstan opererende bedrijven uit de EU, drastischere en meer bindende bepalingen met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en de uitsluiting van in de EU gevestigde bedrijven die betrokken zijn bij corruptie van deelname aan openbare aanbestedingen in EU- en partnerlanden op te nemen;

(at) er bij de onderhandelingen voor te zorgen dat het gebruik van dumpingpraktijken in verband met de productie en uitvoer van fosfor categorisch wordt uitgesloten, aangezien de belangen van Europese producenten zouden worden geschaad door invoer met dumping en het onmogelijk is om fosfor uit secundaire fosforstromen te herwinnen en hergebruiken;

(au) te zorgen voor een adequaat aantal economische en handelsspecialisten in de EU-delegatie in Kazachstan;

Andere bepalingen

(av) het EP te raadplegen ten aanzien van de bepalingen inzake parlementaire samenwerking; de rol van het Parlement, de parlementaire samenwerkingscommissies en de interparlementaire bijeenkomsten te versterken bij het toezicht op de onderhandelingen voor, en de tenuitvoerlegging van partnerschapsovereenkomsten; de werkzaamheden van het Parlement ter bevordering van overleg en regelmatige bilaterale en internationale parlementaire samenwerking aan te moedigen;

(aw) samen met de Kazachse autoriteiten duidelijke criteria en bindende termijnen op te nemen voor de uitvoering van de nieuwe PSO en te voorzien in omvattende controlemechanismen, met inbegrip van periodieke verslagen aan het EP, eveneens voorafgaand aan de vergaderingen van de Samenwerkingsraad;

(ax) te verzoeken om de opzet, na sluiting van de overeenkomst, van een volledig controlemechanisme waarbinnen het Parlement en de EDEO samenwerken voor volledige en regelmatige informatieverstrekking over de uitvoering van de PSO, in het bijzonder de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; dit mechanisme moet de volgende elementen bevatten,

       -    informatievoorziening aan het EP over de doelstellingen van EU-acties en ‑standpunten en over alle kwesties betreffende Kazachstan;

       -    informatievoorziening aan het EP waarin de resultaten van de acties van de EU en Kazachstan worden getoetst, met speciale nadruk op de situatie van de mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in het land, in het bijzonder door

             *  toegang te verlenen volgens de geëigende vertrouwelijkheidprocedures tot de desbetreffende interne stukken van de EDEO;

             *  het Parlement de waarnemersstatus te verlenen tijdens de voorbesprekingen voorafgaande aan de bijeenkomsten van de Samenwerkingsraad, evenals toegang tot de aan de Raad en de Commissie verstrekte documenten;

             *  het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de voorbereiding van deze informatie en de beoordeling van de situatie;

(ay) het onderhandelaarsteam van de EU aan te moedigen de nauwe samenwerking met het Europees Parlement voort te zetten en actuele informatie, op basis van schriftelijke documentatie, over de voortgang van de onderhandelingen te verstrekken op grond van artikel 218, lid 10, VWEU, waarin staat dat het Parlement in iedere fase van de procedure onverwijld en volledig wordt geïnformeerd;

(az) te voorzien in voldoende EU-financiering voor volledige en duurzame samenwerking met de landen in Centraal-Azië, ook voor de succesvolle uitvoering van de nieuwe PSO met Kazachstan;

3.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met aanbevelingen van het Europees Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter en de regering en het parlement van de Republiek Kazachstan.

  • [1]  PB L 196 van 28.7.1999, blz. 1; PB L 248 van 21.9.1999, blz. 35.
  • [2]  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0089.
  • [3]  PB C 224 E van 19.8.2010, blz. 30.
  • [4]  PB C 371 E van 20.12.2011, blz. 5.
  • [5]  PB C 184 E van 6.8.2009, blz. 49.
  • [6]  Aangenomen teksten, P6_TA(2012)0058.

ADVIES van de Commissie internationale handel (19.9.2012)

aan de Commissie buitenlandse zaken

inzake aanbevelingen aan de Raad, de Commissie en de EDEO over de onderhandelingen voor een versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Kazachstan
(2012/2153(INI)).

Rapporteur voor advies: Bernd Lange

SUGGESTIES

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is verheugd over de lopende onderhandelingen voor een versterkte PSO en dringt erop aan dat deze actualisering ambitieus en allesomvattend is en dat beide partijen er baat bij hebben; onderstreept de strategische rol van Kazachstan in het moderniseringsproces in Centraal-Azië, waar middels hervormingen van de politiek, de economie en de sociale media de weg naar democratische stabiliteit is ingeslagen; erkent dat Kazachstan een belangrijke handelspartner van de Europese Unie is en wijst er met nadruk op dat door middel van deze onderhandelingen de banden met de Unie kunnen worden versterkt en de economie van de regio kan worden gestimuleerd; herhaalt zijn standpunt dat de vooruitgang in de onderhandelingen over de nieuwe, versterkte PSO tussen de EU en Kazachstan afhankelijk is van de vooruitgang in de politieke hervormingen;

2.  herinnert aan zijn aanbeveling en dring er opnieuw op aan dat wanneer een partnerland waarmee een internationale overeenkomst is gesloten, zoals een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, de mensenrechten op ernstige wijze schendt, de EU krachtiger optreedt bij de toepassing van passende sancties zoals vastgelegd in de mensenrechtenclausules van de overeenkomst, met inbegrip van een eventuele tijdelijke opschorting van de overeenkomst;

3.  vestigt de aandacht op de kritieke situatie met betrekking tot de democratie, rechtsstatelijkheid (met inbegrip van de strijd tegen corruptie), mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met name de rechten van werknemers, wat ook oneerlijke concurrentie in de hand werkt; benadrukt met het oog op deze situatie dat er een bindend hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling in de handelstitel van de nieuwe overeenkomst moet worden opgenomen;

4.  houdt vast aan de invoering van een effectieve regeling voor geschillenbeslechting, zodat de overeenkomst ook zal worden geëerbiedigd;

5.  moedigt Kazachstan aan de nodige stappen te nemen om de onderhandelingen over zijn toetreding tot de WTO snel af te ronden en zijn wetgeving in overeenstemming te brengen met de WTO-regels, ook wat betreft de vereisten inzake lokale inhoud krachtens de Overeenkomst inzake met de handel verband houdende investeringsmaatregelen (TRIM's-overeenkomst), en de weg vrij te maken voor structurele hervormingen en de vorming van een werkende markteconomie;

6.  dringt er bij Kazachstan op aan ervoor te zorgen dat de douane-unie van Rusland, Kazachstan en Wit-Rusland geen belemmering vormt voor de handel en de economische en financiële samenwerking met de EU of om zijn verplichtingen uit hoofde van het WTO-lidmaatschap na te komen;

7.  benadrukt dat een uitvoerig hoofdstuk over dienstverlening en vestiging en de aanpassing van Kazachstan aan de EU-normen en -regelgevingssystemen (o.a. SPS, TBT en IPR) zouden leiden tot toenemende handelsstromen en investeringen, wat gunstige gevolgen zou hebben voor de modernisering en diversificatie van de Kazachse economie; benadrukt het belang van verbeterde vergunningsprocedures in Kazachstan om de dienstverlening en investeringen te faciliteren;

8.  moedigt de inspanningen van Kazachstan aan om alle non-tarifaire belemmeringen die tot dusverre de ontwikkeling van handel en investeringen in het land in de weg hebben gestaan af te schaffen;

9.  is van mening dat de steun aan Kazachstan op het gebied van economie en handel gericht zou moeten zijn op de ontwikkeling van kmo's en de steun aan bemiddelingsorganisaties van het bedrijfsleven;

10. verzoekt in het licht van recente beschuldigingen van corruptie aan het adres van in Kazachstan opererende bedrijven uit de EU om drastischere en meer bindende bepalingen met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en de uitsluiting van in de EU gevestigde bedrijven die betrokken zijn bij corruptie van deelname aan openbare aanbestedingen in EU- en partnerlanden;

11. dringt er bij Kazachstan op aan de handel en investeringen in de grondstoffensectoren niet op oneerlijke en ongerechtvaardigde wijze te beperken; verzoekt Kazachstan zich met steun van de Commissie en de EDEO te houden aan het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën (EITI) bij het streven naar een duurzamer beheer van hulpbronnen als belangrijk aspect bij het waarborgen van een continue toegang van bedrijven uit de EU tot grondstoffen tegen een redelijke prijs, met inbegrip van het opstellen van een passend, regelgevend en transparant belastingkader voor bedrijven uit de winningssector; verzoekt de lidstaten van de EU erop toe te zien dat, alvorens een leningsbesluit wordt genomen, leningen van nationale exportkredietagentschappen en de EIB aan projecten voor de winningsindustrie worden beoordeeld op hun impact voor de beleidsdoelstellingen van de EU, met name mensenrechten, uitroeiing van armoede, milieudoelstellingen en samenhang met de algemene ontwikkelingsbeleidsdoelstellingen van de EU;

12. wijst op het feit dat de EU voor haar landbouw- en technische productie sterk afhankelijk is van de invoer van gedolven fosfaaterts; wijst erop dat Kazachstan aan veel lidstaten witte fosfor levert en dat de Commissie in december 2011 een antidumpingprocedure is begonnen tegen de invoer van witte fosfor uit Kazachstan; verzoekt de Commissie er bij de onderhandelingen voor te zorgen dat het gebruik van dumpingpraktijken in verband met de productie en uitvoer van fosfor categorisch wordt uitgesloten, aangezien de belangen van Europese producenten naar verluidt worden geschaad door invoer met dumping en het onmogelijk is om fosfor uit secundaire fosforstromen te herwinnen en hergebruiken;

13. verzoekt de Commissie te zorgen voor een adequaat aantal economische - en handelsspecialisten in de EU-afvaardiging in Kazachstan.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

18.9.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

2

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

William (The Earl of) Dartmouth, Nora Berra, David Campbell Bannerman, María Auxiliadora Correa Zamora, Christofer Fjellner, Metin Kazak, Franziska Keller, Bernd Lange, David Martin, Vital Moreira, Paul Murphy, Cristiana Muscardini, Franck Proust, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Gianluca Susta, Henri Weber, Paweł Zalewski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, George Sabin Cutaş, Syed Kamall, Marietje Schaake, Jarosław Leszek Wałęsa, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Emilio Menéndez del Valle, Raimon Obiols

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

11.10.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

43

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Bastiaan Belder, Elmar Brok, Jerzy Buzek, Mário David, Michael Gahler, Ana Gomes, Liisa Jaakonsaari, Ioannis Kasoulides, Nicole Kiil-Nielsen, Maria Eleni Koppa, Andrey Kovatchev, Paweł Robert Kowal, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Eduard Kukan, Vytautas Landsbergis, Ryszard Antoni Legutko, Ulrike Lunacek, Alexander Mirsky, María Muñiz De Urquiza, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Norica Nicolai, Ria Oomen-Ruijten, Ioan Mircea Paşcu, Bernd Posselt, Libor Rouček, Nikolaos Salavrakos, Jacek Saryusz-Wolski, Werner Schulz, Adrian Severin, Laurence J.A.J. Stassen, Sir Graham Watson

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Laima Liucija Andrikienė, Jean-Jacob Bicep, Christian Ehler, Kinga Gál, Elisabeth Jeggle, Barbara Lochbihler, Hannes Swoboda, László Tőkés, Traian Ungureanu, Ivo Vajgl, Janusz Władysław Zemke

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jolanta Emilia Hibner, Renate Sommer