VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/014 RO/Nokia, Roemenië)

11.12.2012 - (COM(2012)0618 – C7‑0359/2012 – 2012/2275(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur voor advies: Nadezhda Neynsky

Procedure : 2012/2275(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0414/2012
Ingediende teksten :
A7-0414/2012
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/014 RO/Nokia, Roemenië)

(COM(2012)0618 – C7‑0359/2012 – 2012/2275(BUD))

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2012)0618 – C7‑0359/2012),

–   gezien het Interinstitutioneel Akkoord (IA) van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name punt 28 daarvan,

–   gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2],

–   gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 28 van het IA van 17 mei 2006,

–   gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0414/2012),

A. overwegende dat de Europese Unie passende wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die gebukt gaan onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en te helpen bij de terugkeer van werknemers op de arbeidsmarkt;

B.  overwegende dat het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) sinds 1 mei 2009 ook is opengesteld voor aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis;

C. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op de overlegvergadering van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om gebruik te maken van het EFG;

D. overwegende dar Roemenië een steunaanvraag heeft ingediend voor 1 904 ontslagen, waarvan er 1 416 voor steun in aanmerking komen, bij SC NOKIA Romania SRL en een leverancier daarvan in Roemenië;

E.  overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;

1.  is het met de Commissie eens dat is voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, onder a), van de EFG-verordening en dat Roemenië bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage uit hoofde van die verordening;

2.  merkt op dat de Roemeense autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG op 22 december 2011 hebben ingediend en deze tot en met 22 augustus 2012 met bijkomende informatie hebben aangevuld, en dat de Commissie haar beoordeling pas op 19 oktober 2012 openbaar heeft gemaakt; betreurt de lange beoordelingsperioden en informeert waarom voor deze specifieke aanvraag een beoordeling van 8 maanden nodig was; dringt er bij de Commissie op aan vaart te zetten achter het beoordelingsproces;

3.  verwelkomt de eerste aanvraag voor EFG-steun van Roemenië;

4.  is verheugd dat de Roemeense autoriteiten hebben besloten op 8 december 2011 met de uitvoering van de maatregelen te beginnen teneinde de werknemers directe bijstand te verlenen, vooruitlopend op het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

5.  herinnert aan het belang van een verbetering van de inzetbaarheid van alle werknemers door middel van scholing op maat en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven van de werknemers ontwikkelde vaardigheden en bekwaamheden; verlangt dat de scholing die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op het niveau en de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;

6.  betreurt dat de ontslagen in Cluj, Roemenië, en in Salo, Finland (aanvraag EGF/2012/006/ FI/Nokia van Finland) voortvloeien uit een bedrijfsbesluit van Nokia om zijn productie-installaties naar Azië te verplaatsen en zijn voornemen om het aantal werknemers bij Nokia Corporation wereldwijd vóór het einde van 2013 met 17 000 te verminderen;

7.  wijst erop dat lering moet worden getrokken uit de opstelling en uitvoering van deze en andere aanvragen betreffende massaontslagen;

8.  vraagt dat de handel tussen de Unie en derde landen wederkerig is, een essentiële voorwaarde om ervoor te zorgen dat bedrijven uit de Unie toegang krijgen tot nieuwe niet-Europese markten;

9.  verzoekt de betrokken instellingen de nodige inspanningen te leveren om de procedurele en begrotingsregelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie heeft aangenomen naar aanleiding van het verzoek van het Parlement voor het versnellen van de toekenning van subsidies, met als doel de begrotingsautoriteit de beoordeling door de Commissie van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag voor te leggen samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG; hoopt dat verdere verbeteringen aan de procedure zullen worden opgenomen in de nieuwe EFG-verordening (2014-2020) en dat grotere doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bereikt;

10. wijst erop dat het EFG reeds steun heeft geboden aan 1 337 medewerkers die werden ontslagen als gevolg van de Nokia-verplaatsing van Duitsland naar Roemenië in 2008 stelt vast dat het EFG nu, drie jaar later, opnieuw in actie moet komen, aangezien de fabriek die in Cluj werd geopend na de sluiting in Duitsland in 2011, is gesloten als gevolg van de verplaatsing van de productie naar Azië; informeert of Nokia, bij de verplaatsing van zijn fabriek van Duitsland naar Roemenië financiële steun heeft ontvangen op regionaal, nationaal of Unieniveau (met name uit de cohesiefondsen);

11. brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe hebben verbonden een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos zijn geworden; benadrukt de rol die het EFG kan spelen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

12. merkt op dat uit het voorstel van de Commissie blijkt dat nog een EFG-aanvraag wordt verwacht in verband met de tweede ronde ontslagen bij de Nokia-vestiging in Salo en verzoekt de Commissie in dit verband te verduidelijken in hoeverre Nokia het ontslagprogramma zelf financieel ondersteunt;

13. beklemtoont, in overeenstemming met artikel 6 van de EFG-verordening, dat er een waarborg moet zijn dat er vanuit het EFG ondersteuning geboden wordt aan de individuele werknemer bij diens terugkeer op de arbeidsmarkt na het ontslag; wijst er voorts op dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;

14. betreurt dat het voorstel van de Commissie geen statistieken bevat met betrekking tot het werkloosheidspercentage in de regio; wijst er evenwel op dat in 2011 bijna 40% van de totale beroepsbevolking in de regio Cluj-Napoca, gespecialiseerd op het gebied van IT en communicatie, werkzaam was bij Nokia; constateert op dat het effect van de ontslagen bij Nokia op de werkgelegenheidssituatie in de regio aanzienlijk is

15. merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening die door het EFG moet worden gefinancierd, gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen zodat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en er geen dubbel gebruik van door de EU gefinancierde diensten voor kan komen;

16. verheugt zich over het feit dat er, na verzoeken van het Parlement, 50 000 000 EUR aan betalingskredieten onder begrotingslijn 04 05 01 van het EFG is opgenomen in de begroting 2012; herinnert eraan dat het EFG is gecreëerd als afzonderlijk specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen, en dat het bijgevolg ook een specifieke toewijzing verdient, waardoor voor zover mogelijk wordt voorkomen dat er, zoals in het verleden, bedragen worden overgeschreven uit andere begrotingslijnen, hetgeen schadelijk kan zijn voor de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het EFG;

17. verlangt uitleg van de Commissie over de vraag of Nokia betrokken is bij de totstandbrenging van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening en, eventueel, bij de medefinanciering;

18. betreurt het feit dat de Raad besloten heeft om voor aanvragen die na de termijn van 31 december 2011 zijn ingediend, de verlenging te blokkeren van de "crisisafwijking", die het mogelijk maakt financiële steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van de huidige financiële en economische crisis, naast de ondersteuning van diegenen die hun baan verliezen als gevolg van veranderingen in de wereldhandelspatronen, en die het tevens mogelijk maakt het medefinancieringspercentage van de Unie te verhogen tot 65% van de kosten van het programma; roept de Raad op deze maatregel onverwijld weer in te voeren;

19. betreurt dat er geen details worden gegeven met betrekking tot de soorten opleidingsmaatregelen en stages waarin het gecoördineerde pakket voorziet, noch over de vraag hoe deze aansluiten op de lokale behoeften op het gebied van vaardigheden en kwalificaties en op mogelijke terreinen van toekomstige groei in de regio;

20. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

21. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

22. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB L 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/014 RO/Nokia, Roemenië)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1], en met name punt 28 daarvan,

Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2], en met name artikel 12, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)      Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

(2)      Het toepassingsgebied van het EFG werd uitgebreid door het sinds 1 mei 2009 ook open te stellen voor tot en met 30 december 2011 ingediende aanvragen voor de ondersteuning van werknemers van wie het ontslag een rechtstreeks gevolg is van de wereldwijde financiële en economische crisis.

(3)      Krachtens het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 mag uit het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR beschikbaar worden gesteld.

(4)      Op 22 december 2011 heeft Roemenië een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen in verband met gedwongen ontslagen bij het bedrijf SC Nokia Romania SRL en een leverancier ervan, en het heeft deze tot en met 22 augustus 2012 aangevuld met bijkomende informatie. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor financiële bijdragen zoals vastgelegd in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. De Commissie stelt daarom voor om een bedrag van 2 942 680 EUR beschikbaar te stellen.

(5)       Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door Roemenië ingediende aanvraag.

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 wordt een bedrag van 2 942 680 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement                      Voor de Raad.

De voorzitter                                                 De voorzitter

  • [1]  PB L 139 van 14.6.2006, blz. 1.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om aanvullende steun te verlenen aan werknemers die lijden onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.

Overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2], moeten de uitgaven van het EFG binnen een jaarlijks maximum van 500 miljoen EUR blijven, welk geld afkomstig is uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1b. De benodigde bedragen worden als voorziening in de begroting opgenomen zodra er voldoende begrotingsmarges en/of geannuleerde vastleggingen zijn vastgesteld.

De procedure om het EFG te activeren verloopt als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Tegelijkertijd kan een trialoog plaatsvinden om tot overeenstemming te komen over het gebruik van het EFG en de vereiste bedragen. Een trialoog in vereenvoudigde vorm is mogelijk.

II. Stand van zaken: voorstel van de Commissie

Op 19 oktober 2012 heeft de Commissie een nieuw voorstel aangenomen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering aan Roemenië om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die zijn ontslagen als gevolg van door de mondialisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in wereldhandelspatronen.

De aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaal bedrag van 2 942 680 EUR uit het EFG voor Roemenië is de zestiende die in het kader van de begroting 2012 wordt behandeld. De aanvraag betreft 1 904 gedwongen ontslagen, waarvan er 1 416 voor steun in aanmerking komen, inclusief 1 809 ontslagen bij SR Nokia Romania SRL en 95 ontslagen bij een leverancier daarvan gedurende de referentieperiode van vier maanden van 21 augustus 2011 tot en met 21 december 2011. Al deze 1 904 ontslagen werden berekend volgens artikel 2, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006. De Commissie heeft, zo laat zij weten, een bevestiging van Roemenië ontvangen dat al deze ontslagen werknemers het bedrijf ondertussen hebben verlaten.

De aanvraag werd op 22 december 2011 bij de Commissie ingediend en is tot en met 22 augustus 2012 met bijkomende informatie aangevuld. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG, als vastgesteld in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Eén van de door de Commissie bij haar beoordeling gehanteerde belangrijkste criteria is het verband tussen de gedwongen ontslagen enerzijds en ingrijpende structurele veranderingen in mondiale handelspatronen als gevolg van de globalisering anderzijds. Voor de sector van de mobiele telefonie zijn tot op heden reeds talrijke EFG-aanvragen ingediend, alle gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering[3].

De Roemeense autoriteiten wijzen erop dat er de afgelopen jaren een algemene tendens in Europa is waar te nemen waarbij de IT-sector zich verplaatst naar Azië. Teneinde aan de uitdagingen van de markten te beantwoorden, heeft het hoofdkantoor van Nokia Corporation in Finland een strategie ontwikkeld om zijn productielocaties zo dicht mogelijk bij de markten te brengen[4].

De voornaamste reden voor de ontslagen is het overbrengen van functies binnen de sector naar derde landen buiten Europa. De assemblage van mobiele telefoons, die vroeger in Cluj en Salo plaatsvond[5], is geoffshored naar Azië (China, Zuid-Korea, India en Vietnam, waar een nieuwe Nokiavestiging in aanbouw is). De vervaardiging van onderdelen en de productie in onderaanneming waren eerder al uit Europa weggehaald. Zowel design als productontwikkeling volgen de koers die reeds met de productie is ingeslagen en zijn of worden geoffshored.

Handelsstatistieken met betrekking tot Nokia Corporation[6] tonen dat de nettoverkoop in 2010 en 2011 toenam in China, India, Rusland en Brazilië, terwijl in Europa (behalve in Duitsland) de grote markten, met inbegrip van het VK en Spanje, een krimp lieten zien.

Statistieken[7] laten tevens zien dat de groei van de verkoop van mobiele diensten en apparatuur per geografische regio aanzienlijk hoger ligt in China en omstreken en in Latijns-Amerika, met een jaarlijkse toename van respectievelijk 13% en 21%, dan in Europa, waar de verkoop tussen 2010 en 2011 met 2% afnam.

De Roemeense autoriteiten verwijzen naar het rapport van Nokia Corporation met betrekking tot Q4 uit 2011[8], waarin de intentie wordt uitgesproken om het aantal werknemers vóór het einde van 2013 wereldwijd met circa 17 000 terug te brengen, alsook om een nieuwe productielocatie te openen nabij Hanoi in het noorden van Vietnam.

Het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, met inbegrip van de verenigbaarheid ervan met acties die uit de structuurfondsen worden gefinancierd, omvat maatregelen voor de terugkeer van de 1 416 desbetreffende werknemers op de arbeidsmarkt, zoals aan het ontslag voorafgaande dienstverlening, registratie van werknemers, voorlichting, advies, beroepskeuzebegeleiding, mobiliteits- en vervoerstoelagen, sollicitatietoelagen en toelagen met betrekking tot scholing en stages, financiële steun voor het behalen van een diploma via opleidingsprogramma´s, bevordering van ondernemerschap, financiële steun voor vestiging als zelfstandige, advies en ondersteuning na indienstneming, en financiële steun voor personen met kinderen.

Volgens de Roemeense autoriteiten vormen alle bovengenoemde maatregelen samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening en is hierbij sprake van actieve arbeidsmarktmaatregelen die zijn gericht op de terugkeer op de arbeidsmarkt van de werknemers. Met deze individuele dienstverlening is op 8 december 2011 een begin gemaakt.

Wat de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 opgenomen criteria betreft, hebben de Roemeense autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen tot doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Wat beheer- en controlesystemen betreft, heeft Roemenië de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door het Nationaal Arbeidsagentschap, dat is aangewezen als nationale autoriteit belast met het beheer van uit het EFG aan Roemenië verstrekte middelen. Roemenie heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de aan de Roemeense Rekenkamer verbonden controleautoriteit krachtens de Roemeense wet nr. 200/2010 en overeenkomstig de bepalingen van artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, is aangewezen als controleautoriteit voor het EFG.

Volgens de beoordeling van de Commissie voldoet de aanvraag aan de in de EFG-verordening vastgelegde subsidiabiliteitscriteria. Bijgevolg wordt aanbevolen dat de begrotingsautoriteit de aanvraag goedkeurt.

Het aantal betalingskredieten dat aanvankelijk in begrotingsonderdeel 04 05 01 van de begroting 2012 was opgenomen, zal volledig worden besteed na de goedkeuring door beide takken van de begrotingsautoriteit van de voorstellen die tot op heden voor beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn ingediend. Deze betalingskredieten volstaan derhalve niet om het benodigde bedrag voor de aanvraag in kwestie te dekken. Middels het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012 is verzocht om verhoging van het begrotingsonderdeel van het EFG met een bedrag van 17 657 535 EUR aan betalingskredieten. Kredieten uit dit aldus verhoogde begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 2 942 680 EUR.

III. Procedure

De Commissie heeft een verzoek om overschrijving ingediend teneinde overeenkomstig de bepalingen van punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2012 op te nemen.

De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG kan plaatsvinden in vereenvoudigde vorm, zoals bepaald in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij er geen overeenstemming wordt gevonden tussen het Parlement en de Raad.

Conform een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

Met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die tijdens het overleg van 17 juli 2008 werd goedgekeurd, is het belang bekrachtigd van een snelle procedure voor de goedkeuring van besluiten tot beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met inachtneming van het Interinstitutioneel Akkoord.

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

EK/ic

D(2012)55159

De heer Alain Lamassoure

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 13E158

BetreftAdvies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2011/014 RO/Nokia, Roemenië (COM(2012)0618)

Geachte heer Lamassoure,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2011/014 RO/Nokia, Roemenië onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De commissie en de werkgroep EFG zijn vóór de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG voor de aanvraag in kwestie om de ontslagen werknemers het perspectief op een nieuwe baan te bieden. Onze commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling te willen aanvechten.

Het advies van de Commissie EMPL is gebaseerd op de volgende overwegingen:

A)  De aanvraag is gebaseerd op artikel 2, letter a), van de EFG-verordening en heeft betrekking op de steunverlening aan 1.416 van de in totaal 1.904 ontslagen werknemers bij de onderneming SC Nokia Romania SRL en een leverancier, SC Eurest SRL, tijdens de referentieperiode tussen 21 augustus 2011 en 21 december 2012;

B)  de Roemeense autoriteiten voeren aan dat de mobiele telefoonsector voortdurend te maken krijgt met de gevolgen van de globalisering, die tot verplaatsing van productie-eenheden leidt naar locaties die dichter bij de groeimarkten in Azië liggen;

C)  de Roemeense autoriteiten voeren tevens aan dat de ontslagen het gevolg zijn van de beslissing van de onderneming om de assemblage van telefoons over te brengen naar China, Zuid-Korea, India en Vietnam, waar een nieuwe Nokia-fabriek in aanbouw is;

D)  31% van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben, zijn mannen en 69% vrouwen; 73,02% van de werknemers is tussen de 25 en 54 jaar oud, en 23,31% is jonger dan 24 jaar.

E)  68,01% van de ontslagen werknemers behoort tot de categorie bedieningspersoneel voor machines of installaties en assembleurs, 17,51% tot de categorie technici en aanverwante beroepsbeoefenaren en 8,40% tot de categorie administratief personeel;

Daarom verzoekt de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Roemeense aanvraag op te nemen:

1.  is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, letter a, van de EFG-verordening (1927/2006) en dat Roemenië bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van deze verordening;

2.  verwelkomt de eerste aanvraag voor EFG-steun van Roemenië;

3.  merkt op dat de Roemeense autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG op 22 december 2011 hebben ingediend en dat de Europese Commissie haar beoordeling pas op 19 oktober 2012 openbaar heeft gemaakt; betreurt de lange beoordelingsperioden en informeert waarom de beoordeling van deze specifieke aanvraag acht maanden in beslag heeft genomen; dringt er bij de Commissie op aan de beoordelingsprocedure te bespoedigen;

4.  betreurt dat de ontslagen in Cluj, Roemenië, en Salo, Finland (aanvraag EGF/2012/006/ FI/Nokia van Finland) voortvloeien uit een bedrijfsbesluit van Nokia om zijn productie-installaties naar Azië te verplaatsen en zijn voornemen het aantal werknemers bij Nokia Corporation wereldwijd vóór het einde van 2013 met 17 000 te verminderen;

5.  dringt aan op wederkerigheid in de handel tussen de EU en derde landen, omdat dit voor bedrijven uit de EU een essentiële voorwaarde is om toegang te krijgen tot nieuwe markten buiten Europa;

6.  wijst erop dat het EFG reeds steun heeft geboden aan 1 337 medewerkers die werden ontslagen als gevolg van de Nokia-verplaatsing van Duitsland naar Roemenië in 2008; stelt vast dat het EFG nu, drie jaar later, opnieuw in actie moet komen, aangezien de fabriek die in Cluj werd geopend na de sluiting in Duitsland in 2011, is gesloten als gevolg van de verplaatsing van de productie naar Azië; informeert of Nokia bij de verplaatsing van zijn fabriek van Duitsland naar Roemenië financiële steun heeft ontvangen op regionaal, nationaal of Europees niveau (met name uit de cohesiefondsen);

7.  merkt op dat uit het voorstel van de Commissie blijkt dat nog een EFG-aanvraag wordt verwacht in verband met de tweede golf ontslagen bij de Nokia-vestiging in Salo en verzoekt de Commissie in dit verband te verduidelijken in hoeverre Nokia de ontslagen werknemers zelf financieel ondersteunt;

8.  betreurt dat het voorstel van de Commissie geen statistieken bevat met betrekking tot het werkloosheidspercentage in het desbetreffende gebied; wijst er evenwel op dat in 2011 bijna 40% van de totale beroepsbevolking in de regio Cluj-Napoca op het gebied van IT en communicatie werkzaam was bij Nokia; oordeelt dat het effect van de ontslagen bij Nokia op de werkgelegenheidssituatie in de regio aanzienlijk is;

9.  is verheugd dat de Roemeense autoriteiten, teneinde de ontslagen werknemers onmiddellijk hulp te bieden, al op 8 december 2011 met de uitvoering van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening zijn begonnen – ruim vóór het besluit tot verlening van EFG-steun;

10.  verlangt uitleg van de Commissie over de vraag of en hoe Nokia is betrokken bij de totstandbrenging van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening en, eventueel, bij de medefinanciering;

11.  betreurt dat er geen details worden gegeven met betrekking tot de soorten opleiding en stages waarin het gecoördineerde pakket voorziet, noch over de vraag hoe deze aansluiten op de lokale behoeften op het gebied van vaardigheden en kwalificaties en op mogelijke terreinen van toekomstige groei in de regio.

Hoogachtend,

Pervenche Berès

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

10.12.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

34

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Francesca Balzani, Zuzana Brzobohatá, Jean Louis Cottigny, Jean-Luc Dehaene, Isabelle Durant, Göran Färm, Eider Gardiazábal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, Barbara Matera, Jan Mulder, Juan Andrés Naranjo Escobar, Dominique Riquet, Alda Sousa, László Surján, Derek Vaughan, Angelika Werthmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Maria Da Graça Carvalho, Frédéric Daerden, Gerben-Jan Gerbrandy, Edit Herczog, Jürgen Klute, Erminia Mazzoni, Georgios Papastamkos, Georgios Stavrakakis, Nils Torvalds

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jean-Pierre Audy