VERSLAG over het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] en voor verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking)
19.12.2012 - (COM(2012)0132 – C7-0092/2010 – 2008/0073(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur voor advies: Monica Luisa Macovei
(Herschikking – artikel 87 van het Reglement)
PR_COD_1recastingam
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] en voor verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking)
(COM(2012)0132 – C7-0092/2010 – 2008/0073(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure – herschikking)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0254),
– gezien artikel 294, lid 2, artikel 78, lid 2 onder e), artikel 87, lid 2 onder a) en artikel 88, lid 2 onder a) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0148/2012),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het Interinstitutioneel akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[1],
– gezien de brief d.d. 20 september 2012 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken overeenkomstig artikel 87, lid 3, van zijn Reglement,
– gezien de artikelen 87 en 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0432/2013),
A. overwegende dat het betreffende voorstel volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast, rekening houdend met de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Een gemeenschappelijk asielbeleid, dat een gemeenschappelijk Europees asielstelsel omvat, is een wezenlijk aspect van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen, die openstaat voor diegenen die onder druk van de omstandigheden op wettige wijze in de Unie internationale bescherming zoeken. |
(2) Een gemeenschappelijk asielbeleid, dat een gemeenschappelijk Europees asielstelsel omvat, is een wezenlijk aspect van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen, die openstaat voor diegenen die onder druk van de omstandigheden in de Unie internationale bescherming zoeken. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Voor de toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] van de Raad [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], is het noodzakelijk de identiteit vast te stellen van personen die om internationale bescherming verzoeken en van personen die in verband met de illegale overschrijding van de buitengrens van de Unie zijn aangehouden. Tevens is het met het oog op een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] van de Raad [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], en met name van artikel 18, lid 1, punten b) en d), van die verordening, wenselijk elke lidstaat de mogelijkheid te bieden na te gaan of een onderdaan van een derde land of een staatloze die illegaal op zijn grondgebied verblijft, in een andere lidstaat om internationale bescherming heeft verzocht. |
(4) Voor de toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad van … [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], is het noodzakelijk de identiteit vast te stellen van personen die om internationale bescherming verzoeken en van personen die in verband met de illegale overschrijding van de buitengrens van de Unie zijn aangehouden. Tevens is het met het oog op een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] van de Raad [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*, en met name van artikel 18, lid 1, punten b) en d), van die verordening, wenselijk elke lidstaat de mogelijkheid te bieden na te gaan of een onderdaan van een derde land of een staatloze die illegaal op zijn grondgebied verblijft, in een andere lidstaat om internationale bescherming heeft verzocht. |
|
_______________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
|
(De vervanging van de term "Gemeenschap" door "Unie" geldt voor de hele tekst.) |
Motivering | |
De wijziging is van technische aard en moet de tekst aanpassen aan de bepalingen van het Verdrag van Lissabon. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Het is voor de bestrijding van terrorisme en andere ernstige strafbare feiten van wezenlijk belang dat de rechtshandhavingsinstanties over zoveel mogelijk actuele informatie beschikken om hun taken uit te voeren. De in Eurodac opgenomen gegevens zijn noodzakelijk voor het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. Daarom dienen de door de lidstaten aangewezen autoriteiten en Europol de Eurodac-gegevens onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden te kunnen vergelijken. |
Schrappen |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(8 bis) De aan rechtshandhavingsinstanties toegekende bevoegdheden inzake toegang tot Eurodac mogen geen afbreuk doen aan het recht van om internationale bescherming verzoekende personen op de behandeling van hun verzoek binnen een gepaste termijn en conform de relevante wetgeving. Het verkrijgen van een treffer in Eurodac en de daaropvolgende lancering van een procedure conform kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie1 mogen evenmin afbreuk doen aan dit recht en mogen geen aanleiding geven tot vertraging bij de beoordeling van het verzoek om internationale bescherming van deze personen. |
|
______________ |
|
1 PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89. |
Motivering | |
Het is belangrijk dat de lidstaten geen praktijken instellen die een mogelijke treffer in Eurodac koppelen aan het al dan niet goedkeuren van asielaanvragen. Hierover kan namelijk alleen middels een definitieve uitspraak beslist worden. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Europol mag alleen in welbepaalde gevallen, in specifieke omstandigheden en onder strikte voorwaarden toegang krijgen tot de Eurodac-gegevensbank. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Hoewel het oorspronkelijke doel van de oprichting van Eurodac niet vereiste dat kon worden verzocht om vergelijkingen van gegevens met de gegevensbank op basis van een latent spoor dat het dactyloscopische spoor is dat op de plaats van het misdrijf kan worden gevonden, is die mogelijkheid fundamenteel op het gebied van politiële samenwerking. De mogelijkheid om een latent spoor te vergelijken met de in Eurodac opgeslagen vingerafdrukgegevens, zal voor de aangewezen autoriteiten van de lidstaten een zeer waardevol instrument zijn om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken, wanneer bijvoorbeeld latente sporen het enige op de plaats van het misdrijf beschikbare bewijsmateriaal zijn. |
(12) Hoewel het oorspronkelijke doel van de oprichting van Eurodac niet vereiste dat kon worden verzocht om vergelijkingen van gegevens met de gegevensbank op basis van een latent spoor dat het dactyloscopische spoor is dat op de plaats van het misdrijf kan worden gevonden, is die mogelijkheid fundamenteel op het gebied van politiële samenwerking. De mogelijkheid om in zaken waarin er reden bestaat om te geloven dat dader of slachtoffer tot één van de in deze verordening behandelde persoonscategorieën behoren, een latent spoor te vergelijken met de in Eurodac opgeslagen vingerafdrukgegevens, zal voor de aangewezen autoriteiten van de lidstaten een zeer waardevol instrument zijn om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken, wanneer bijvoorbeeld latente sporen het enige op de plaats van het misdrijf beschikbare bewijsmateriaal zijn. |
Motivering | |
Eurodac mag alleen worden gebruikt in zaken waar er redelijkerwijs kan worden vermoed dat de dader of het slachtoffer een asielzoeker of andere persoon is die binnen het toepassingsgebied van de Eurodac-verordening valt. Wanneer de politie op een plaats van misdrijf vingerafdrukken neemt, moet dit beginsel terdege in aanmerking genomen worden. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 12 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 bis) Het resultaat van de vergelijking wordt in de lidstaat van oorsprong onverwijld gecontroleerd door een deskundige op het gebied van vingerafdrukken. De definitieve identificatie gebeurt door de lidstaat van oorsprong, in samenwerking met de lidstaten die daar eventueel belang bij hebben, overeenkomstig artikel 32 van verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*. |
|
____________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 12 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 ter) Indien het centraal systeem meedeelt dat andere gegevens onbetrouwbaar blijken te zijn, worden deze gegevens zodra vaststaat dat ze onbetrouwbaar zijn uit het bestand verwijderd. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) In deze verordening worden ook de voorwaarden vastgesteld waaronder verzoeken om vergelijking van vingerafdrukgegevens met Eurodac-gegevens mogelijk dienen te zijn om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen of te onderzoeken alsook de noodzakelijke waarborgen ter bescherming van het grondrecht op eerbiediging van het privéleven van personen van wie de persoonsgegevens in Eurodac worden verwerkt. |
(13) In deze verordening worden ook de voorwaarden vastgesteld waaronder verzoeken om vergelijking van vingerafdrukgegevens met Eurodac-gegevens mogelijk dienen te zijn om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen of te onderzoeken alsook de noodzakelijke waarborgen ter bescherming van het grondrecht op eerbiediging van het privéleven van personen van wie de persoonsgegevens in Eurodac worden verwerkt. Hierbij moet met name rekening worden gehouden met het feit dat de Eurodac-gegevensbank de vingerafdrukken bevat van personen voor wie het juridische vermoeden geldt dat ze geen strafblad hebben. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Om ervoor te zorgen dat alle personen die verzoeken om internationale bescherming of internationale bescherming genieten, gelijk worden behandeld en om te zorgen voor samenhang met het huidige asielacquis van de Unie, met name met Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming1 en met Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], dient de werkingssfeer van deze verordening te worden uitgebreid tot personen die om subsidiaire bescherming verzoeken en personen die subsidiaire bescherming genieten. |
(14) Om ervoor te zorgen dat alle personen die verzoeken om internationale bescherming of internationale bescherming genieten, gelijk worden behandeld en om te zorgen voor samenhang met het huidige asielacquis van de Unie, met name met Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming1 en met Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], dient de werkingssfeer van deze verordening te worden uitgebreid tot personen die om subsidiaire bescherming verzoeken en personen die subsidiaire bescherming genieten. |
________________ |
________________ |
1 PB L 304 van 30.9.2004, blz. 12. |
1 PB L 337 van 20.12.2011, blz. 9. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 16 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(16 bis) De lidstaten dragen er zorg voor dat de toegezonden vingerafdrukgegevens van zodanige kwaliteit zijn dat zij geschikt zijn voor vergelijkingen door het geautomatiseerde herkenningssysteem. Alle autoriteiten die recht hebben op toegang tot Eurodac, moeten investeren in gepaste opleiding en zorgen voor de nodige technologische uitrusting. De autoriteiten die recht hebben op toegang tot Eurodac, moeten de beheersautoriteit in kennis stellen van de specifieke moeilijkheden die ze ondervinden met betrekking tot de kwaliteit van gegevens, om zo tot oplossingen hiervoor te komen. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 16 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(16 ter) Het feit dat een persoon die om internationale bescherming verzoekt, tijdelijk of permanent in de onmogelijkheid verkeert om vingerafdrukken ter beschikking te stellen, mag geen negatieve impact hebben op de juridische situatie van deze persoon. |
Motivering | |
In artikelen 9, 14 en 17 van het voorstel wordt gewezen op de mogelijkheid van een tijdelijke situatie waarin het niet mogelijk is om de vingerafdrukken te nemen van een door deze maatregel geviseerde persoon. Er moet echter gepreciseerd worden dat een dergelijke onmogelijkheid, of die nu tijdelijk of permanent is, geen negatieve gevolgen mag hebben voor de persoon in kwestie. | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Treffers in Eurodac dienen te worden geverifieerd door een deskundige op het gebied van vingerafdrukken, zodat de juiste lidstaat wordt aangewezen als verantwoordelijke lidstaat volgens Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]. |
(17) Treffers in Eurodac dienen te worden geverifieerd door een geoefende deskundige op het gebied van vingerafdrukken, zodat de juiste lidstaat wordt aangewezen als verantwoordelijke lidstaat volgens Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*. |
|
_______________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Verzoeken om vergelijking met in de centrale gegevensbank van Eurodac opgeslagen gegevens worden door de operationele diensten binnen de aangewezen autoriteiten via de controlerende autoriteit gericht aan het nationale toegangspunt en worden gemotiveerd. De operationele diensten van de aangewezen autoriteiten, die om vergelijking met Eurodac-gegevens mogen verzoeken, mogen niet als controlerende autoriteit optreden. De controlerende autoriteiten worden belast met het toezicht op de strikte naleving van de in deze verordening vastgestelde toegangsvoorwaarden. Vervolgens sturen de controlerende autoriteiten het verzoek om vergelijking via het nationale toegangspunt door naar het centraal systeem van Eurodac, na verificatie of aan alle toegangsvoorwaarden is voldaan. In uitzonderlijk dringende gevallen wanneer vroege toegang noodzakelijk is om te kunnen reageren op een specifiek en daadwerkelijk gevaar in verband met terroristische misdrijven of ernstige strafbare feiten, dient de controlerende autoriteit het verzoek onmiddellijk te verwerken en het pas achteraf te verifiëren. |
(25) Verzoeken om vergelijking met in de centrale gegevensbank van Eurodac opgeslagen gegevens worden door de operationele diensten binnen de aangewezen autoriteiten via de controlerende autoriteit gericht aan het nationale toegangspunt en worden gemotiveerd. De operationele diensten van de aangewezen autoriteiten, die om vergelijking met Eurodac-gegevens mogen verzoeken, mogen niet als controlerende autoriteit optreden. De controlerende autoriteiten zijn onafhankelijk van de aangewezen autoriteiten en worden belast met het toezicht op de strikte naleving van de in deze verordening vastgestelde toegangsvoorwaarden. Vervolgens sturen de controlerende autoriteiten het verzoek om vergelijking via het nationale toegangspunt door naar het centraal systeem van Eurodac, na verificatie of aan alle toegangsvoorwaarden is voldaan. In uitzonderlijk dringende gevallen wanneer vroege toegang noodzakelijk is om te kunnen reageren op een specifiek en daadwerkelijk gevaar in verband met terroristische misdrijven of ernstige strafbare feiten, dient de controlerende autoriteit het verzoek onmiddellijk te verwerken en het pas achteraf te verifiëren. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 25 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(25 bis) Indien dit zo bepaald is in de nationale wetgeving, kunnen de aangewezen autoriteit en de controlerende autoriteit deel uitmaken van dezelfde organisatie, maar dan moet de controlerende autoriteit binnen de structuur van deze organisatie onafhankelijk zijn. |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) Met het oog op de bescherming van persoonsgegevens en op het vermijden van systematische vergelijkingen, die dienen te worden verboden, mag de verwerking van Eurodac-gegevens slechts geval per geval worden toegestaan en wanneer zij noodzakelijk is om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken. Bovendien mag toegang alleen worden toegestaan wanneer vergelijkingen met de nationale gegevensbanken van de lidstaat en met de geautomatiseerde vingerafdrukgegevensbanken van andere lidstaten op grond van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit tot negatieve resultaten hebben geleid. Bijgevolg dient eerst dit besluit van de Raad te zijn uitgevoerd aangezien er geen 'Eurodac'-controles mogen worden verricht wanneer de bovengenoemde stappen niet vooraf zijn ondernomen. Een dergelijk specifiek geval doet zich in het bijzonder voor wanneer het verzoek om vergelijking verband houdt met een specifieke en concrete situatie, of met een specifiek en concreet gevaar in verband met een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit of met bepaalde personen jegens welke gegronde vermoedens bestaan dat zij terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten zullen plegen of hebben gepleegd. Een specifiek geval doet zich ook voor wanneer het verzoek om vergelijking verband houdt met een slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit. De aangewezen autoriteiten en Europol mogen derhalve alleen om een vergelijking met Eurodac verzoeken wanneer zij gegronde redenen hebben om aan te nemen dat een dergelijke vergelijking informatie zal opleveren die in aanzienlijke mate bijdraagt aan het voorkomen, opsporen of onderzoeken van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit. |
(26) Met het oog op de bescherming van persoonsgegevens en op het vermijden van systematische vergelijkingen, die dienen te worden verboden, mag de verwerking van Eurodac-gegevens slechts geval per geval worden toegestaan en wanneer zij noodzakelijk is om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken. Bovendien mag toegang alleen worden toegestaan wanneer vergelijkingen met de nationale gegevensbanken van de lidstaat en met de geautomatiseerde vingerafdrukgegevensbanken van andere lidstaten op grond van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit tot negatieve resultaten hebben geleid. Bijgevolg dient eerst besluit 2008/615/JBZ van de Raad te zijn uitgevoerd aangezien er geen 'Eurodac'-controles mogen worden verricht wanneer de bovengenoemde stappen niet vooraf zijn ondernomen. Waar mogelijk moeten de aangewezen autoriteiten vóór raadpleging van Eurodac ook het Visuminformatiesysteem raadplegen dat is opgericht uit hoofde van Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten1. Een dergelijk specifiek geval doet zich in het bijzonder voor wanneer het verzoek om vergelijking verband houdt met een specifieke en concrete situatie, of met een specifiek en concreet gevaar in verband met een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit of met bepaalde personen jegens welke gegronde vermoedens bestaan dat zij terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten zullen plegen of hebben gepleegd. Een specifiek geval doet zich ook voor wanneer het verzoek om vergelijking verband houdt met een slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit. De aangewezen autoriteiten en Europol mogen derhalve alleen om een vergelijking met Eurodac verzoeken wanneer zij gegronde redenen hebben om aan te nemen dat een dergelijke vergelijking informatie zal opleveren die in aanzienlijke mate bijdraagt aan het voorkomen, opsporen of onderzoeken van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit. |
|
___________________ |
|
1 PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 26 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(26 bis) Met het oog op de efficiënte vergelijking en uitwisseling van persoonsgegevens geven de lidstaten volledige uitvoering aan en maken ze ten volle gebruik van de bestaande internationale overeenkomsten en van de al van kracht zijnde communautaire wetgeving betreffende de uitwisseling van persoonsgegevens en met name besluit 2008/633/JBZ van de Raad. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) De doelstelling van de overwogen maatregelen, namelijk de invoering van een systeem voor het vergelijken van vingerafdrukgegevens ten behoeve van de uitvoering van het asielbeleid van de Unie, kan, juist door de aard ervan, onvoldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, zodat dit, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag, beter door de Unie kan geschieden. Overeenkomstig het proportionaliteitsbeginsel van genoemd artikel reikt deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is voor het bereiken van deze doelstellingen. |
(29) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de invoering van een systeem voor het vergelijken van vingerafdrukgegevens ten behoeve van de uitvoering van het asielbeleid van de Unie, juist door de aard ervan onvoldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en bijgevolg beter op communautair niveau kan worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het proportionaliteitsbeginsel van genoemd artikel reikt deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is voor het bereiken van deze doelstelling. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 33 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) De doorgifte van op grond van deze verordening verkregen persoonsgegevens aan derde landen, internationale organisaties of private instanties dient te worden verboden, teneinde het recht op asiel te waarborgen en om ervoor te zorgen dat gegevens van personen die om internationale bescherming verzoeken, niet aan derde landen worden doorgegeven. Dit verbod doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om dergelijke gegevens door te geven aan derde landen waarop Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] van toepassing is, om ervoor te zorgen dat lidstaten in het kader van deze verordening met die derde landen kunnen samenwerken. |
(33) De doorgifte van op grond van deze verordening verkregen persoonsgegevens aan derde landen, internationale organisaties of private instanties dient te worden verboden, teneinde het recht op asiel te waarborgen en om ervoor te zorgen dat gegevens van personen die om internationale bescherming verzoeken, niet aan derde landen worden doorgegeven. Het verbod op de doorgifte aan derde landen heeft betrekking op in het kader van deze verordening verkregen Eurodac-gegevens en op persoonsgegevens die naar aanleiding van een opzoeking in Eurodac op bilaterale wijze zijn uitgewisseld en op nationaal niveau zijn opgeslagen of verwerkt. Dit verbod doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om dergelijke gegevens door te geven aan derde landen waarop Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] van toepassing is, om ervoor te zorgen dat lidstaten in het kader van deze verordening met die derde landen kunnen samenwerken. Dat recht geldt niet voor de doorgifte van gegevens aan derde landen ten behoeve van de rechtshandhaving. |
|
____________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Motivering | |
Aanvulling op het amendement bij artikel 35. Het risico dat het land van oorsprong van de aanvrager lucht krijgt van diens asielaanvraag moet zo klein mogelijk gehouden worden. Aangezien het om kwetsbare personen gaat, moet het doorgeven van gegevens aan derde landen in het kader van de rechtshandhaving verboden worden. | |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en met name de artikelen 21 en 22 betreffende de vertrouwelijkheid en de beveiliging van de verwerking, zijn van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie op grond van deze verordening. Bepaalde punten in verband met de verantwoordelijkheid voor de verwerking van gegevens en het toezicht op de gegevensbescherming dienen evenwel te worden verduidelijkt. |
(35) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en met name de artikelen 21 en 22 betreffende de vertrouwelijkheid en de beveiliging van de verwerking, zijn van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie op grond van deze verordening. Bepaalde punten in verband met de verantwoordelijkheid voor de verwerking van gegevens en het toezicht op de gegevensbescherming dienen evenwel te worden verduidelijkt, rekening houdend met het feit dat gegevensbescherming van fundamenteel belang is voor het succesvolle beheer van Eurodac en dat de beveiliging van gegevens, een hoge technische kwaliteit en rechtmatige raadpleging van essentieel belang zijn om te kunnen zorgen voor een vlotte en goede werking van Eurodac en om de toepassing te vergemakkelijken van Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*. |
|
_______________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 35 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(35 bis) De persoon op wie de gegevens betrekking hebben, moet in kennis gesteld worden van de doeleinden van de verwerking van zijn/haar gegevens in Eurodac, met inbegrip van een beschrijving van de doelstellingen van verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*, en moet in kennis gesteld worden van het gebruik dat de rechtshandhavingsinstanties van zijn/haar gegevens kunnen maken. |
|
____________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Motivering | |
Het is nuttig te beklemtonen dat artikel 29, lid 1, de autoriteiten ertoe verplicht om de persoon op wie de gegevens betrekking hebben, in kennis te stellen van het gebruik dat rechtshandhavingsinstanties van zijn/haar gegevens kunnen maken. | |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 37 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Het is dienstig periodiek op de prestaties van Eurodac toezicht te houden en deze te evalueren. |
(37) Het is dienstig periodiek toezicht te houden op de prestaties van Eurodac en deze te evalueren, en geregeld na te gaan of de toegang tot Eurodac met het oog op rechtshandhaving tot de stigmatisering heeft geleid van personen die om internationale bescherming verzoeken, zoals de Commissie in haar beoordeling van de verenigbaarheid van het voorstel met het Handvest van de grondrechten voor mogelijk houdt. Het Agentschap legt het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag voor over de activiteiten van het centraal systeem. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 39 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(39) Lidstaten dienen in kennis te worden gesteld van de status van specifieke asielprocedures ter vergemakkelijking van de correcte toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]. |
(39) Lidstaten moeten in kennis worden gesteld van de status van specifieke asielprocedures ter vergemakkelijking van de correcte toepassing van Verordening (EG) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*. |
|
______________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 40 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en dient met inachtneming daarvan te worden toegepast; zij neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd. Deze verordening eerbiedigt met name onverkort het recht van personen op bescherming van persoonsgegevens en het recht op asiel. |
(40) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en dient met inachtneming daarvan te worden toegepast; zij neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd. Deze verordening is er met name op gericht het recht op bescherming van persoonsgegevens en het asielrecht onverkort te eerbiedigen en de toepassing van de artikelen 8 en 18 van het Handvest te bevorderen. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) "persoon aan wie internationale bescherming is verleend", een onderdaan van een derde land of een staatloze van wie is erkend dat hij recht heeft op internationale bescherming in de zin van artikel 2, onder a), van Richtlijn 2004/83/EG van de Raad; |
(d) "persoon die internationale bescherming geniet": een onderdaan van een derde land of een staatloze aan wie internationale bescherming is verleend in de zin van artikel 2, onder a), van Richtlijn 2011/95/EU; |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) "treffer": de op grond van een vergelijking door het centraal systeem geconstateerde overeenstemming of overeenstemmingen tussen de vingerafdrukgegevens die in de centrale gegevensbank zijn opgeslagen en de vingerafdrukken die door een lidstaat zijn toegezonden voor een persoon, onverminderd de plicht van de lidstaten de resultaten van de vergelijking overeenkomstig artikel 18, lid 4, onmiddellijk te toetsen; |
(e) "treffer": de op grond van een vergelijking door het centraal systeem geconstateerde overeenstemming of overeenstemmingen tussen de vingerafdrukgegevens die in de centrale geautomatiseerde gegevensbank zijn opgeslagen en de vingerafdrukken die door een lidstaat zijn toegezonden voor een persoon, onverminderd de plicht van de lidstaten om de resultaten van de vergelijking overeenkomstig artikel 18, lid 4, onmiddellijk te toetsen; |
Motivering | |
Deze wijziging is van technische aard en moet de tekst aanpassen aan de formulering van artikel 3, lid 1, letter a. | |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) een geautomatiseerde centrale gegevensbank met vingerafdrukken (centraal systeem), die bestaat uit |
(a) een geautomatiseerde centrale gegevensbank met vingerafdrukken (centraal systeem), die bestaat uit: |
– een centrale eenheid, |
– een centrale eenheid, |
– een business continuity system. |
– een business-continuity-plan. |
Motivering | |
Een gevoelig, belangrijk systeem zoals Eurodac moet omkaderd worden door een degelijk en beproefd business-continuity-plan in plaats van een gewoon technisch systeem. In dit plan moeten de gevolgen aan bod komen van ernstige storingen of rampen voor de bescherming en de veiligheid van de gegevens en de financiële impact hiervan. | |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De procedure voor het nemen van vingerafdrukken wordt bepaald en toegepast overeenkomstig de praktijk van de betrokken lidstaat en overeenkomstig de garanties die verankerd zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het VN-verdrag inzake de rechten van het kind. |
5. De procedure voor het nemen van vingerafdrukken wordt bepaald en toegepast overeenkomstig de praktijk van de betrokken lidstaat en overeenkomstig de garanties die verankerd zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het VN-verdrag inzake de rechten van het kind. Bij de toepassing van de bepalingen van deze verordening laten de lidstaten zich in eerste instantie leiden door het belang van het kind. |
Motivering | |
Dit amendement zorgt ervoor dat deze verordening in overeenstemming is met de richtlijn betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus, waarin is vastgelegd dat in de eerste plaats rekening moet worden gehouden met het belang van het kind bij de uitvoering van de verordening. De EDPS heeft in zijn activiteitenverslag van 2008-2009 eveneens het recht benadrukt van personen waarvan de leeftijd wordt beoordeeld. | |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Agentschap is belast met het operationele beheer van Eurodac. Het Agentschap zorgt er in samenwerking met de lidstaten voor dat te allen tijde de beste voorhanden zijnde technologie wordt gebruikt voor het centraal systeem, onder voorbehoud van een kosten-batenanalyse. |
1. Het Agentschap is belast met het operationele beheer van Eurodac. Het Agentschap zorgt er in samenwerking met de lidstaten voor dat te allen tijde de beste voorhanden zijnde en de veiligste technologie en technieken worden gebruikt voor het centraal systeem, onder voorbehoud van een kosten-batenanalyse. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het operationele beheer van Eurodac omvat alle taken die nodig zijn om Eurodac overeenkomstig deze verordening 24 uur per dag en 7 dagen per week te laten functioneren, met name de onderhoudswerkzaamheden en technische ontwikkelingen die nodig zijn voor een bevredigend niveau van operationele kwaliteit van het systeem, in het bijzonder wat betreft de tijd die nodig is voor raadpleging van het centraal systeem. |
5. Het operationele beheer van Eurodac omvat alle taken die nodig zijn om Eurodac overeenkomstig deze verordening 24 uur per dag en 7 dagen per week te laten functioneren, met name de onderhoudswerkzaamheden en technische ontwikkelingen die nodig zijn voor een bevredigend niveau van operationele kwaliteit van het systeem, in het bijzonder wat betreft de tijd die nodig is voor raadpleging van het centraal systeem. Er wordt een business-continuity-plan opgesteld waarin rekening wordt gehouden met de behoeften inzake onderhoud en met het onverwachts tot stilstand komen van het systeem, alsook met de impact van maatregelen betreffende business continuity op de bescherming en veiligheid van gegevens. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die in het kader van deze verordening toegang krijgen tot Eurodac-gegevens. De aangewezen autoriteiten zijn autoriteiten van de lidstaten die belast zijn met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. |
1. Met het oog op de in artikel 1, lid 2, vastgelegde doeleinden wijzen de lidstaten de autoriteiten aan die in het kader van deze verordening toegang krijgen tot Eurodac-gegevens. De aangewezen autoriteiten zijn autoriteiten van de lidstaten die belast zijn met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. De aangewezen autoriteiten mogen geen agentschappen of instanties zijn die uitsluitende bevoegdheid hebben voor inlichtingen in verband met de nationale veiligheid. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Op nationaal niveau houdt elke lidstaat een lijst bij van de operationele diensten binnen de aangewezen autoriteiten die via het nationale toegangspunt om vergelijkingen met Eurodac-gegevens mogen verzoeken. |
3. Elke lidstaat houdt een lijst bij van de operationele diensten binnen de aangewezen autoriteiten die via het nationale toegangspunt om vergelijkingen met Eurodac-gegevens mogen verzoeken. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat wijst één enkele nationale instantie aan als zijn controlerende autoriteit. De controlerende autoriteit is een autoriteit van de lidstaat die belast is met het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. |
1. Elke lidstaat wijst één enkele nationale instantie aan als zijn controlerende autoriteit. De controlerende autoriteit is een autoriteit van de lidstaat die belast is met het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten, onafhankelijk van de in artikel 5 vermelde aangewezen autoriteiten optreedt en geen instructies ontvangt van deze autoriteiten met betrekking tot de resultaten van de controle. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Alleen naar behoren gemachtigd personeel van de controlerende autoriteit heeft conform artikel 19 toegang tot Eurodac. |
Motivering | |
Deze bepaling staat ook in besluit 2008/633/JBZ inzake het VIS en vormt een belangrijke aanvulling. | |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Europol wijst een gespecialiseerde eenheid aan met naar behoren gemachtigde Europol-ambtenaren die fungeert als zijn controlerende autoriteit en wijst in overleg met elke lidstaat het nationale toegangspunt van die lidstaat aan dat zijn verzoeken om vergelijkingen van vingerafdrukgegevens aan het centraal systeem meedeelt. |
1. Europol wijst een gespecialiseerde eenheid aan met naar behoren gemachtigde Europol-ambtenaren die fungeert als zijn controlerende autoriteit, onafhankelijk van de in artikel 5 vermelde aangewezen autoriteiten optreedt en geen instructies ontvangt van deze autoriteiten met betrekking tot de resultaten van de controle, en wijst in overleg met elke lidstaat het nationale toegangspunt van die lidstaat aan dat zijn verzoeken om vergelijkingen van vingerafdrukgegevens aan het centraal systeem meedeelt. |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Agentschap stelt elke maand een statistisch verslag op over de werkzaamheden van het centraal systeem, met met name de volgende informatie: |
1. Het Agentschap stelt elk kwartaal een statistisch verslag op over de werkzaamheden van het centraal systeem, met met name de volgende informatie: |
Motivering | |
Maandelijkse statistieken zijn te veel van het goede en zouden het Agentschap en de instellingen aan wie ze worden toegestuurd, alleen maar meer werk bezorgen zonder noodzakelijkerwijze een relevant beeld te bieden van de activiteiten waarover verslag wordt uitgebracht. | |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) het aantal verzoeken om markering of verwijdering van markering dat is toegezonden overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 2; |
(f) het aantal verzoeken om afscherming en vrijgeving dat is toegezonden overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 2; |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Aan het eind van ieder jaar wordt een statistisch verslag opgesteld waarin de maandelijkse statistische verslagen voor dat jaar worden samengevat en waarin tevens het aantal personen wordt vermeld met betrekking tot wie treffers in de zin van b), c), en d) werden vastgesteld. Dit statistische verslag omvat een uitsplitsing van de gegevens per lidstaat. |
2. Aan het eind van ieder jaar wordt een statistisch verslag opgesteld waarin de driemaandelijkse statistische verslagen voor dat jaar worden samengevat en waarin tevens het aantal personen wordt vermeld met betrekking tot wie treffers in de zin van b), c), en d) werden vastgesteld. Dit statistische verslag omvat een uitsplitsing van de gegevens per lidstaat. De resultaten worden gepubliceerd. |
Motivering | |
Maandelijkse statistieken zijn te veel van het goede en zouden het Agentschap en de instellingen aan wie ze worden toegestuurd, alleen maar meer werk bezorgen zonder noodzakelijkerwijze een relevant beeld te bieden van de activiteiten waarover verslag wordt uitgebracht. | |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verzameling, toezending en vergelijking van vingerafdrukken |
Verzameling, toezending en vergelijking van vingerafdrukgegevens |
Motivering | |
Technische wijziging (aanpassing van de formulering aan de titel van de artikelen 14 en 17). | |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer het als gevolg van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de aanvrager of van de volksgezondheid niet mogelijk is de vingerafdrukken van een aanvrager te nemen, nemen de lidstaten, in afwijking van lid 1, de vingerafdrukken van de aanvrager en zenden zij deze toe, zulks zo spoedig mogelijk en uiterlijk 48 uur nadat die redenen zijn weggevallen. |
2. Wanneer het als gevolg van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de aanvrager of van de volksgezondheid of om technische redenen niet mogelijk is de vingerafdrukken van een aanvrager te nemen, nemen de lidstaten, in afwijking van lid 1, de vingerafdrukken van de aanvrager en zenden zij deze toe, zulks zo spoedig mogelijk en uiterlijk 48 uur nadat die redenen zijn weggevallen. |
Motivering | |
Er kunnen zich op elk moment technische problemen voordoen, daarom deze toevoeging. | |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Het feit dat een persoon tijdelijk of permanent in de onmogelijkheid verkeert om bruikbare vingerafdrukken ter beschikking te stellen, mag geen negatieve impact hebben op de juridische situatie van deze persoon. Een dergelijke onmogelijkheid mag in geen geval een voldoende reden vormen om een verzoek om internationale bescherming niet te onderzoeken of te weigeren. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het centraal systeem stelt alle lidstaten van oorsprong in kennis van het feit dat een andere lidstaat van oorsprong om de in lid 1 vermelde reden gegevens heeft gewist wanneer er een treffer is met gegevens die zij hebben toegezonden betreffende in artikel 9, lid 1, of artikel 14, lid 1, bedoelde personen. |
2. Het centraal systeem stelt alle lidstaten van oorsprong zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 72 uur in kennis van het feit dat een andere lidstaat van oorsprong om de in lid 1 vermelde reden gegevens heeft gewist wanneer er een treffer is met gegevens die zij hebben toegezonden betreffende in artikel 9, lid 1, of artikel 14, lid 1, bedoelde personen. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke lidstaat neemt onverwijld de vingerafdrukken van alle vingers van elke onderdaan van een derde land of staatloze van veertien jaar of ouder die, komende uit een derde land, door de bevoegde controleautoriteiten van een lidstaat is aangehouden in verband met het illegaal over land, over zee of door de lucht overschrijden van de grens van die lidstaat, en die niet is teruggezonden of die fysiek op het grondgebied van de lidstaten blijft en niet in afzondering of bewaring wordt gehouden gedurende de gehele periode tussen de aanhouding en de verwijdering op grond van de beslissing hem terug te zenden. |
1. Elke lidstaat neemt, met volledige inachtneming van de garanties die zijn vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het VN-verdrag inzake de rechten van het kind, onverwijld de vingerafdrukken van alle vingers van elke onderdaan van een derde land of staatloze van veertien jaar of ouder die, komende uit een derde land, door de bevoegde controleautoriteiten van een lidstaat is aangehouden in verband met het illegaal over land, over zee of door de lucht overschrijden van de grens van die lidstaat, en die niet is teruggezonden of die fysiek op het grondgebied van de lidstaten blijft en niet in afzondering of bewaring wordt gehouden gedurende de gehele periode tussen de aanhouding en de verwijdering op grond van de beslissing hem of haar terug te zenden. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Niet-inachtneming van de in lid 2 bedoelde termijn van 72 uur ontslaat de lidstaten niet van hun verplichting vingerafdrukken te nemen en toe te zenden aan het centraal systeem. Wanneer het als gevolg van de toestand van de vingertoppen niet mogelijk is vingerafdrukken te nemen van een voldoende kwaliteit om een passende vergelijking in de zin van artikel 25 mogelijk te maken, neemt de lidstaat van oorsprong opnieuw vingerafdrukken van deze persoon en zendt hij deze zo spoedig mogelijk en uiterlijk 48 uur nadat zij met succes zijn genomen opnieuw toe. |
4. Wanneer het als gevolg van de toestand van de vingertoppen niet mogelijk is vingerafdrukken te nemen van een voldoende kwaliteit om een passende vergelijking in de zin van artikel 25 mogelijk te maken, neemt de lidstaat van oorsprong opnieuw vingerafdrukken van deze persoon en zendt hij deze zo spoedig mogelijk en uiterlijk 48 uur nadat zij met succes zijn genomen opnieuw toe. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Wanneer het als gevolg van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de betrokken persoon of van de volksgezondheid niet mogelijk is de vingerafdrukken van deze persoon te nemen, neemt de betrokken lidstaat, in afwijking van lid 1, de vingerafdrukken van deze persoon en zendt hij deze, met inachtneming van de in lid 2 vermelde termijn, toe nadat die redenen zijn weggevallen. |
5. Wanneer het als gevolg van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de betrokken persoon of van de volksgezondheid of om technische redenen niet mogelijk is de vingerafdrukken van deze persoon te nemen, neemt de betrokken lidstaat, in afwijking van lid 1, de vingerafdrukken van deze persoon en zendt hij deze, met inachtneming van de in lid 2 vermelde termijn, toe nadat die redenen zijn weggevallen. |
Motivering | |
Er kunnen zich op elk moment technische problemen voordoen, daarom deze toevoeging. | |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Het feit dat een persoon tijdelijk of permanent in de onmogelijkheid verkeert om bruikbare vingerafdrukken ter beschikking te stellen, mag geen negatieve impact hebben op de juridische situatie van deze persoon. Een dergelijke onmogelijkheid mag in geen geval een voldoende reden vormen om een verzoek om internationale bescherming niet te onderzoeken of te weigeren. |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het centraal systeem stelt alle lidstaten van oorsprong in kennis van het feit dat een andere lidstaat van oorsprong om de in lid 2, onder a) of b), vermelde reden gegevens heeft verwijderd wanneer er een treffer is met gegevens die zij hebben toegezonden betreffende in artikel 14, lid 1, bedoelde personen. |
3. Het centraal systeem stelt alle lidstaten van oorsprong zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 72 uur in kennis van het feit dat een andere lidstaat van oorsprong om de in lid 2, onder a) of b), vermelde reden gegevens heeft verwijderd wanneer er een treffer is met gegevens die zij hebben toegezonden betreffende in artikel 14, lid 1, bedoelde personen. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het centraal systeem stelt alle lidstaten van oorsprong in kennis van het feit dat een andere lidstaat van oorsprong om de in lid 2, onder c), vermelde reden gegevens heeft verwijderd wanneer er een treffer is met gegevens die zij hebben toegezonden betreffende in artikel 9, lid 1, of artikel 14, lid 1, bedoelde personen. |
4. Het centraal systeem stelt alle lidstaten van oorsprong zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 72 uur in kennis van het feit dat een andere lidstaat van oorsprong om de in lid 2, onder c), vermelde reden gegevens heeft gewist wanneer er een treffer is met gegevens die zij hebben toegezonden betreffende in artikel 9, lid 1, of artikel 14, lid 1, bedoelde personen. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Zodra de resultaten van de vergelijking zijn doorgegeven aan de lidstaat van oorsprong, gaat het centrale systeem conform lid 1 over tot het wissen van de vingerafdrukgegevens en andere gegevens. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 18 |
Artikel 18 |
Markering van gegevens |
Afscherming van gegevens |
1. De lidstaat van oorsprong die internationale bescherming heeft verleend aan een persoon die om internationale bescherming heeft verzocht en van wie de gegevens overeenkomstig artikel 11 eerder in het centraal systeem zijn opgeslagen, markeert de relevante gegevens conform de door het Agentschap vastgestelde voorschriften voor elektronische communicatie met het centraal systeem. Deze markering wordt in het centraal systeem opgeslagen overeenkomstig artikel 12 ten behoeve van toezendingen op basis van artikel 9, lid 5. |
1. Gegevens die betrekking hebben op een persoon die om internationale bescherming verzoekt en die zijn opgeslagen overeenkomstig artikel 11, worden in het centrale gegevensbestand afgeschermd indien de persoon in kwestie in een lidstaat internationale bescherming ontvangt. Die afscherming wordt op instructie van de lidstaat van oorsprong uitgevoerd door het centrale systeem. |
2. De lidstaat van oorsprong verwijdert de markering van gegevens betreffende een onderdaan van een derde land of een staatloze van wie de gegevens overeenkomstig lid 1 eerder zijn gemarkeerd, wanneer zijn status is ingetrokken of beëindigd of de verlenging ervan is geweigerd op grond van artikel 14 of artikel 19 van Richtlijn 2004/83/EG van de Raad. |
2. Treffers met betrekking tot personen die in een lidstaat internationale bescherming hebben ontvangen, worden niet doorgegeven. In dat geval deelt het centrale systeem de verzoekende lidstaat een negatief resultaat mee. |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in artikel 5, lid 1, bedoelde aangewezen autoriteiten en Europol kunnen tot de controlerende autoriteit een gemotiveerd elektronisch verzoek richten om, met het oog op vergelijking, via het nationale toegangspunt vingerafdrukgegevens door te geven aan het centraal systeem van Eurodac. Na ontvangst van een dergelijk verzoek gaat de controlerende autoriteit na of is voldaan aan de voorwaarden voor een in artikel 20 of artikel 21, naargelang van het geval, bedoeld verzoek om vergelijking. |
1. De in artikel 5, lid 1, bedoelde aangewezen autoriteiten en Europol kunnen conform artikel 20, lid 1, tot de controlerende autoriteit een gemotiveerd elektronisch verzoek richten om, met het oog op vergelijking, via het nationale toegangspunt vingerafdrukgegevens door te geven aan het centraal systeem van Eurodac. Na ontvangst van een dergelijk verzoek gaat de controlerende autoriteit na of is voldaan aan de voorwaarden voor een in artikel 20 of artikel 21, naargelang van het geval, bedoeld verzoek om vergelijking. |
Motivering | |
Er moet gepreciseerd worden dat de motivering het verzoek moet rechtvaardigen met betrekking tot alle in artikel 20 opgenomen criteria. | |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In uitzonderlijke dringende gevallen kan de controlerende autoriteit de vingerafdrukgegevens onmiddellijk na ontvangst van een verzoek van een aangewezen autoriteit ter vergelijking aan het nationale toegangspunt doorgeven en alleen achteraf verifiëren of is voldaan aan alle voorwaarden van artikel 20 of artikel 21, onder meer of daarbij werkelijk sprake was van een uitzonderlijk dringend geval. De verificatie achteraf vindt plaats zonder onnodige vertraging na de verwerking van het verzoek. |
3. In uitzonderlijke dringende gevallen waarin een dreigend gevaar moet worden verhinderd dat verband houdt met terroristische of andere ernstige strafbare feiten, kan de controlerende autoriteit de vingerafdrukgegevens onmiddellijk na ontvangst van een verzoek van een aangewezen autoriteit ter vergelijking aan het nationale toegangspunt doorgeven en alleen achteraf verifiëren of is voldaan aan alle voorwaarden van artikel 20 of artikel 21, onder meer of daarbij werkelijk sprake was van een uitzonderlijk dringend geval. De verificatie achteraf vindt plaats zonder onnodige vertraging na de verwerking van het verzoek. |
Motivering | |
De drempel voor het achterwege laten van voorafgaande verificatie moet verhoogd worden. | |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Commissie publiceert een indicatief, niet-bindend model voor een Eurodac-aanvraagformulier dat bedoeld is voor gebruik conform onderhavig artikel en de in artikel 20, lid 1, vermelde criteria correct weerspiegelt. |
Motivering | |
Het spreekt voor zich dat de lidstaten intern kunnen beslissen over de manier waarop de verzoekende en de controlerende autoriteit op elkaar inwerken. Aangezien de controlerende autoriteit de in artikel 20, lid 1, vastgelegde criteria in de vorm van een gemotiveerd elektronisch verzoek moet beoordelen, zou het evenwel nuttig kunnen zijn om over richtsnoeren op EU-niveau te beschikken over de vorm van een dergelijk formulier. | |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Aangewezen autoriteiten mogen binnen het kader van hun bevoegdheden alleen om de vergelijking van vingerafdrukgegevens met in de centrale gegevensbank van Eurodac opgeslagen gegevens verzoeken wanneer vergelijkingen met nationale gegevensbanken en met de geautomatiseerde vingerafdrukgegevensbanken van andere lidstaten op grond van Besluit 2008/615/JBZ tot negatieve resultaten hebben geleid en wanneer: |
1. Aangewezen autoriteiten mogen binnen het kader van hun bevoegdheden alleen een gemotiveerd elektronisch verzoek om de vergelijking van vingerafdrukgegevens met in de centrale gegevensbank van Eurodac opgeslagen gegevens indienen wanneer vergelijkingen met nationale gegevensbanken, met de geautomatiseerde vingerafdrukgegevensbanken van andere lidstaten op grond van Besluit 2008/615/JBZ en indien mogelijk met het Visuminformatiesysteem tot negatieve resultaten hebben geleid en wanneer alle onderstaande cumulatieve voorwaarden vervuld zijn: |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat een dergelijke vergelijking met Eurodac-gegevens zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van een van de betrokken strafbare feiten. |
(c) er sprake is van een doorslaggevend openbaarveiligheidsbelang dat de raadpleging van de gegevensbank rechtvaardigt, en wanneer er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat een dergelijke vergelijking met Eurodac-gegevens in belangrijke mate zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van een van de betrokken strafbare feiten. |
Motivering | |
De formulering van overweging 9 moet in de tekst worden opgenomen. | |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) er een gegrond vermoeden bestaat dat iemand die een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit heeft gepleegd, hiervan wordt verdacht of hiervan het slachtoffer is geworden, om internationale bescherming heeft verzocht. |
Motivering | |
De raadpleging van Eurodac-gegevens mag alleen in welbepaalde omstandigheden toegelaten worden, namelijk in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek en in gevallen waarin er een gegrond vermoeden bestaat dat de dader of vermeende dader van een misdrijf asiel heeft aangevraagd. Rechtshandhavingsinstanties mogen er geen gewoonte van maken om Eurodac te raadplegen. | |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Verzoeken van Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens zijn alleen mogelijk binnen het kader van het mandaat van Europol en indien dit nodig is voor het vervullen van zijn taken overeenkomstig het Europol-besluit en voor een specifieke analyse of voor een algemene strategische analyse. |
1. Verzoeken van Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens zijn alleen mogelijk binnen het kader van het mandaat van Europol en indien dit nodig is voor het vervullen van zijn taken overeenkomstig besluit 2009/371/JBZ. |
Motivering | |
Dit amendement heeft als doel de tekst in overeenstemming te brengen met de voorwaarden die worden vermeld in artikel 20, lid 1, onder b. | |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Europol mag echter alleen in welbepaalde gevallen, in specifieke omstandigheden en onder de in artikel 20, lid 1, vermelde strikte voorwaarden toegang krijgen tot de Eurodac-gegevensbank. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het vergelijkingsresultaat wordt in de lidstaat van oorsprong onverwijld door een deskundige op het gebied van vingerafdrukken gecontroleerd. De definitieve identificatie geschiedt door de lidstaat van oorsprong, in samenwerking met de lidstaten die daar overeenkomstig artikel 32 van de Dublinverordening eventueel belang bij hebben. |
4. Het vergelijkingsresultaat wordt in de lidstaat van oorsprong onverwijld door een geoefende deskundige op het gebied van vingerafdrukken gecontroleerd. De definitieve identificatie gebeurt door de lidstaat van oorsprong, in samenwerking met de lidstaten die daar eventueel belang bij hebben, overeenkomstig artikel 32 van verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad van … [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]*. |
|
_____________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Indien uit de definitieve identificatie overeenkomstig lid 4 blijkt dat het resultaat van de van het centraal systeem ontvangen vergelijking onjuist is, delen de lidstaten dat mee aan de Commissie en het Agentschap. |
5. Indien uit de definitieve identificatie overeenkomstig lid 4 blijkt dat het resultaat van de van het centraal systeem ontvangen vergelijking onjuist is, delen de lidstaten dat zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 72 uur mee aan de Commissie en het Agentschap. Het centraal systeem geeft alleen de vijf het best overeenkomende vingerafdrukken door aan de in artikel 5, lid 1, vermelde aangewezen autoriteiten en aan Europol. |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke lidstaat bepaalt welke nationale autoriteiten in overeenstemming met lid 1 toegang hebben tot de in het centraal systeem opgeslagen gegevens met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1. In deze aanwijzing wordt gespecificeerd welke eenheid precies bevoegd is voor de uitvoering van de taken in verband met de toepassing van deze verordening. Elke lidstaat zendt de Commissie en het Agentschap onverwijld de lijst van die autoriteiten en eventuele wijzigingen daarvan toe. Het Agentschap maakt een geconsolideerde lijst bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Wanneer de lijst wordt gewijzigd, maakt het Agentschap een keer per jaar een bijgewerkte geconsolideerde versie ervan bekend. |
2. Elke lidstaat bepaalt welke nationale autoriteiten in overeenstemming met lid 1 toegang hebben tot de in het centraal systeem opgeslagen gegevens met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1. In deze aanwijzing wordt gespecificeerd welke eenheid precies bevoegd is voor de uitvoering van de taken in verband met de toepassing van deze verordening. Elke lidstaat zendt de Commissie en het Agentschap onverwijld de lijst van die eenheden en eventuele wijzigingen daarvan toe. Het Agentschap maakt een geconsolideerde lijst bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Wanneer de lijst wordt gewijzigd, zet het Agentschap een keer per jaar een bijgewerkte geconsolideerde versie ervan op het internet. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Onder deze verordening vallende personen worden door de lidstaat van oorsprong schriftelijk en, in voorkomend geval, mondeling in een taal waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij die begrijpen, ingelicht over: |
1. Onder deze verordening vallende personen worden door de lidstaat van oorsprong schriftelijk en indien nodig mondeling in een taal die zij begrijpen of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij die begrijpen, ingelicht over: |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de doeleinden van de verwerking van hun gegevens in Eurodac, met inbegrip van een beschrijving van de doelstellingen van de Dublinverordening, overeenkomstig artikel 4 van die verordening; |
b) de doeleinden van de verwerking van hun gegevens in Eurodac, met inbegrip van een beschrijving van de doelstellingen van de Dublinverordening, overeenkomstig artikel 4 van die verordening, en een volledige toelichting van het feit dat de lidstaten en Europol Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden kunnen raadplegen. |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) het bestaan van het recht van toegang tot de hen betreffende gegevens en van het recht te verzoeken hen betreffende onjuiste gegevens recht te zetten of hen betreffende onrechtmatig verwerkte gegevens te verwijderen, met inbegrip van het recht op het ontvangen van informatie over de procedures om die rechten te doen gelden en van de contactgegevens van de in artikel 31, lid 1, bedoelde nationale toezichthoudende autoriteiten. |
(e) het recht van toegang tot de hen betreffende gegevens en het recht te verzoeken hen betreffende onjuiste gegevens recht te zetten of hen betreffende onrechtmatig verwerkte gegevens te verwijderen, met inbegrip van de procedures om die rechten te doen gelden en van de contactgegevens van de in artikel 31, lid 1, bedoelde nationale toezichthoudende autoriteiten. |
Motivering | |
Er moet duidelijker worden aangegeven dat de persoon die onder de verordening valt op de hoogte wordt gebracht van "het recht van toegang tot de hem/haar betreffende gegevens" in plaats van over "het bestaan van het recht". Ook moet duidelijker worden aangegeven dat de persoon geïnformeerd wordt over "de procedures om die rechten te doen gelden", zoals ook door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in diens advies werd voorgesteld. | |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – alinea 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Er wordt een gemeenschappelijke brochure opgesteld waarin in ieder geval de in lid 1 van dit artikel en de in artikel 4, lid 1, van de Dublinverordening bedoelde informatie is opgenomen; deze brochure wordt opgesteld volgens de in artikel 40, lid 2, van de Dublinverordening bedoelde procedure. De brochure moet duidelijk en eenvoudig zijn opgesteld in een taal die de betrokkene begrijpt of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij die begrijpt. |
Er wordt een gemeenschappelijke brochure opgesteld waarin in ieder geval de in lid 1 van dit artikel en de in artikel 4, lid 1, van verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad van … [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]* bedoelde informatie is opgenomen; deze brochure wordt opgesteld volgens de in artikel 40, lid 2, van verordening […/…]* bedoelde procedure. De brochure moet duidelijk en eenvoudig zijn opgesteld in een taal die de betrokkene begrijpt of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij die begrijpt. De brochure moet eveneens informatie over de rechten van de betrokkene en de mogelijkheid van bijstand door de nationale toezichthoudende autoriteiten alsook de contactgegevens van de verantwoordelijke voor de verwerking en de nationale toezichthoudende autoriteiten bevatten. |
|
___________ |
|
* PB: gelieve nummer, datum en publicatiereferentie van de Dublinverordening in te voegen. |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – alinea 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer de onder deze verordening vallende persoon een minderjarige is, verstrekken de lidstaten de informatie op een aan zijn leeftijd aangepaste manier. |
Wanneer de onder deze verordening vallende persoon een minderjarige is, verstrekken de lidstaten de informatie op een aan zijn leeftijd aangepaste manier. De Commissie verstrekt de lidstaten modellen voor de brochures voor volwassen en minderjarigen. Bij de toepassing van dit artikel laten de lidstaten zich in eerste instantie leiden door het belang van het kind. |
Motivering | |
Dit amendement zorgt ervoor dat deze verordening in overeenstemming is met de richtlijn betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus, waarin is vastgelegd dat in de eerste plaats rekening moet worden gehouden met het belang van het kind bij de uitvoering van de verordening. De EDPS heeft in zijn activiteitenverslag van 2008-2009 eveneens het recht benadrukt van personen waarvan de leeftijd wordt beoordeeld. | |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Wanneer een persoon overeenkomstig lid 2 om zijn persoonsgegevens verzoekt, legt de bevoegde autoriteit dat vast in een document, en stelt zij dit document desgevraagd onverwijld ter beschikking van nationale toezichthoudende autoriteiten. |
9. Wanneer een persoon overeenkomstig lid 2 om zijn persoonsgegevens verzoekt, legt de bevoegde autoriteit dat vast in een document, en stelt zij dit document desgevraagd onverwijld ter beschikking van nationale toezichthoudende autoriteiten. Wanneer een persoon om de verbetering of verwijdering van zijn of haar gegevens verzoekt, brengt de autoriteit de nationale toezichthoudende instanties hiervan onmiddellijk op de hoogte. De bevoegde autoriteit deelt de nationale toezichthoudende instanties ten laatste drie weken na het verzoek mee dat het de gegevens heeft verbeterd of verwijderd, of, indien de betrokken lidstaat niet akkoord gaat met de stelling dat de in het centrale systeem opgeslagen gegevens onjuist zijn of onrechtmatig zijn opgeslagen, legt uit waarom ze niet bereid is de gegevens te verbeteren of te verwijderen. |
Motivering | |
Aangezien de personen wier gegevens in Eurodac zijn opgeslagen, waarschijnlijk niet vertrouwd zijn met de rechten en procedures betreffende gegevensbescherming in de lidstaten, moet de rol van de nationale toezichthoudende instanties vergroot worden. Bijstand door de nationale toezichthoudende instanties is des te belangrijker wanneer rechtshandhavingsinstanties toegang hebben tot de gegevens. | |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zorgt ervoor dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van Eurodac, in het bijzonder door het Agentschap, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 en deze verordening geschiedt. |
1. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zorgt ervoor dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van Eurodac, in het bijzonder door het Agentschap en door Europol, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 en deze verordening geschiedt. |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zorgt ervoor dat ten minste om de vier jaar een audit van de activiteiten van het Agentschap op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens wordt verricht overeenkomstig internationale auditnormen. Het auditrapport wordt toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad, het Agentschap, de Commissie en de nationale toezichthoudende autoriteiten. Alvorens het rapport wordt aangenomen, wordt het Agentschap in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. |
2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zorgt ervoor dat ten minste om de twee jaar een audit van de activiteiten van het Agentschap op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens wordt verricht overeenkomstig internationale auditnormen. Het auditrapport wordt toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad, het Agentschap, de Commissie en de nationale toezichthoudende autoriteiten. Alvorens het rapport wordt aangenomen, wordt het Agentschap in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De nationale toezichthoudende instantie zorgt ervoor dat er elk jaar een audit wordt uitgevoerd van de verwerking van persoonsgegevens conform artikel 1, lid 2, alsook een analyse van alle gemotiveerde elektronische verzoeken. |
|
De bevindingen van deze audit worden bij het in artikel 40, lid 8, vermelde jaarverslag van de lidstaat gevoegd. |
Motivering | |
De nationale instantie voor gegevensbescherming moet een jaarlijkse audit uitvoeren van het specifieke gebruik van Eurodac als rechtshandhavingsinstrument. De lidstaten moeten het Europees Parlement conform artikel 40 jaarlijkse verslagen voorleggen, maar het gebruik van Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden door nationale instanties moet door de nationale gegevensbeschermers doorgelicht worden. De resultaten van deze audits moeten eveneens worden meegedeeld aan het Parlement. | |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Zowel de nationale als de Europese toezichthoudende instanties ontvangen voldoende financiële en personele middelen om het gebruik van en de toegang tot Eurodac-gegevens naar behoren te controleren. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De in het kader van deze verordening uit Eurodac verkregen persoonsgegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten. |
3. De in het kader van deze verordening en voor de in artikel 1, lid 2, vermelde doeleinden uit Eurodac verkregen persoonsgegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op het specifieke strafrechtelijke onderzoek in het kader waarvan de betrokken lidstaat of Europol om de gegevens heeft verzocht. |
|
|
Motivering | |
Coherentie met artikel 33, lid 4. | |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De in het kader van deze verordening door een lidstaat of Europol uit Eurodac verkregen persoonsgegevens worden na een maand uit de nationale en Europol-bestanden verwijderd, wanneer de gegevens niet vereist zijn voor een specifiek lopend strafrechtelijk onderzoek van die lidstaat of Europol. |
4. Het verslag van de opzoeking wordt bewaard in het centrale systeem van Eurodac alsook door de controlerende autoriteiten en Europol, met als doel de nationale instanties voor gegevensbescherming en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in staat te stellen na te gaan of de gegevensverwerking gebeurt in overeenstemming met de communautaire voorschriften inzake gegevensbescherming, en met als doel over de nodige gegevens te beschikken om de in artikel 40, lid 8, vermelde verslagen te kunnen opstellen. Behalve voor de bovengenoemde doeleinden worden de persoonsgegevens alsook het verslag van de opzoeking na één maand uit alle nationale en Europol-bestanden verwijderd, wanneer de gegevens niet vereist zijn voor het specifieke lopende strafrechtelijke onderzoek in het kader waarvan die lidstaat of Europol om de gegevens heeft verzocht. |
Motivering | |
De verplichting tot verwijdering moet verstrengd worden en uitgebreid tot de optekening van het feit dat de opzoeking heeft plaatsgevonden. | |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) gegevens fysiek te beschermen, met inbegrip van het opstellen van noodplannen ter bescherming van kritieke infrastructuur; |
(a) gegevens fysiek te beschermen, met inbegrip van het opstellen van noodplannen ter bescherming van relevante infrastructuur; |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) te waarborgen dat alle autoriteiten met toegangsrecht tot Eurodac profielen opstellen waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om gegevens in te zien, in te voeren, bij te werken, te verwijderen en te doorzoeken, en deze profielen desgevraagd en onverwijld ter beschikking te stellen aan de nationale toezichthoudende autoriteiten, als bedoeld in artikel 25 van Kaderbesluit 2008/977/JBZ (personeelsprofielen); |
(g) te waarborgen dat alle autoriteiten met toegangsrecht tot Eurodac profielen opstellen waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om gegevens in te zien, in te voeren, bij te werken, te verwijderen en te doorzoeken, en deze profielen alsook alle andere relevante informatie die de autoriteiten met het oog op de toezichthouding nodig kunnen hebben, desgevraagd en onverwijld ter beschikking te stellen aan de nationale toezichthoudende autoriteiten, als bedoeld in artikel 28 van richtlijn 95/46/EG en in artikel 25 van Kaderbesluit 2008/977/JBZ (personeelsprofielen); |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 34 – lid 2 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(k) de doelmatigheid van de in dit lid bedoelde beveiligingsmaatregelen te controleren en met betrekking tot de interne controle de nodige organisatorische maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat deze verordening wordt nageleefd (interne controle). |
(k) de doelmatigheid van de in dit lid bedoelde beveiligingsmaatregelen doorlopend wordt gecontroleerd en met betrekking tot deze interne controle de nodige organisatorische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de voorschriften van deze verordening worden nageleefd (interne controle) en dat het systeem met behulp van gespecialiseerde instrumenten nagenoeg in real time wordt geobserveerd. De lidstaten stellen het Agentschap in kennis van de veiligheidsincidenten die in hun systeem zijn vastgesteld. Het Agentschap brengt de lidstaten, Europol en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming op de hoogte van eventuele veiligheidsincidenten. Tijdens veiligheidsincidenten werken alle partijen samen. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in het kader van deze verordening door een lidstaat of Europol uit Eurodac verkregen persoonsgegevens worden niet aan derde landen, internationale organisaties of in of buiten de Europese Unie gevestigde private instanties doorgegeven of ter beschikking gesteld. Dit verbod laat het recht van de lidstaten om dergelijke gegevens door te geven aan derde landen waarop de Dublinverordening van toepassing is, onverlet. |
De in het kader van deze verordening door een lidstaat of Europol uit Eurodac verkregen persoonsgegevens worden niet aan derde landen, internationale organisaties of in of buiten de Europese Unie gevestigde private instanties doorgegeven of ter beschikking gesteld. Door een lidstaat of door Europol verkregen en vervolgens in nationale gegevensbanken opgenomen persoonsgegevens worden niet aan derde landen, internationale organisaties of in of buiten de Unie gevestigde private instanties doorgegeven of ter beschikking gesteld. Dit verbod laat het recht van de lidstaten om dergelijke gegevens door te geven aan derde landen waarop de Dublinverordening van toepassing is, onverlet. |
Motivering | |
Het verbod op de doorgifte van gegevens aan derde landen moet uitgebreid worden tot reeds verwerkte gegevens. | |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Om de twee jaar legt het Agentschap aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een verslag voor over de technische werking van het centraal systeem, daaronder begrepen de beveiliging ervan. |
4. Eenmaal per jaar legt het Agentschap aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een verslag voor over de technische werking van het centraal systeem, daaronder begrepen de beveiliging ervan. |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Drie jaar nadat deze verordening overeenkomstig artikel 46, lid 2, van toepassing wordt en elke vier jaar nadien, stelt de Commissie een algehele beoordeling van Eurodac op waarin de bereikte resultaten worden afgezet tegen de doelstellingen en waarin wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden en welke gevolgen er voor toekomstige werkzaamheden zijn; daarbij worden ook eventueel noodzakelijke aanbevelingen gedaan. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad. |
5. Drie jaar nadat deze verordening overeenkomstig artikel 46, lid 2, van toepassing wordt en elke vier jaar nadien, stelt de Commissie een algehele beoordeling van Eurodac op waarin de bereikte resultaten worden afgezet tegen de doelstellingen, de impact op de grondrechten wordt onderzocht, wordt nagegaan of de toegang tot Eurodac met het oog op rechtshandhaving tot de onrechtstreekse stigmatisering heeft geleid van personen op wie deze verordening betrekking heeft, en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden en welke gevolgen er voor toekomstige werkzaamheden zijn; daarbij worden ook eventueel noodzakelijke aanbevelingen gedaan. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad. |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Elke lidstaat en Europol stellen jaarlijkse verslagen op over de doeltreffendheid van de vergelijking van vingerafdrukgegevens met Eurodac-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin gegevens en statistieken zijn opgenomen over het exacte doel van de vergelijking, met inbegrip van het soort terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit, het aantal verzoeken om vergelijkingen, het aantal en het soort van gevallen die hebben geleid tot succesvolle identificaties en over de noodzaak en het gebruik van uitzonderlijke dringende gevallen alsook over de gevallen waarin dat dringend karakter door de controlerende autoriteit niet werd aanvaard bij de verificatie achteraf. Die verslagen worden aan de Commissie toegezonden. |
8. Elke lidstaat en Europol stellen jaarlijkse verslagen op over de doeltreffendheid van de vergelijking van vingerafdrukgegevens met Eurodac-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin gegevens en statistieken zijn opgenomen over het exacte doel van de vergelijking, met inbegrip van het soort terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit, de naar voren gebrachte redenen voor gegronde verdenking, het aantal verzoeken om vergelijkingen, het aantal en het soort van gevallen die hebben geleid tot succesvolle identificaties en over de noodzaak en het gebruik van uitzonderlijke dringende gevallen alsook over de gevallen waarin dat dringend karakter door de controlerende autoriteit niet werd aanvaard bij de verificatie achteraf. Die verslagen worden aan de Commissie toegezonden. Op basis van deze jaarlijkse verslagen en naast de in lid 5 vermelde algemene beoordeling stelt de Commissie een jaarverslag op over de toegang tot Eurodac met het oog op rechtshandhaving en doet zij dit toekomen aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Motivering | |
De eerste wijziging weerspiegelt het amendement op artikel 20, onder d) (nieuw). De tweede wijziging houdt in dat de Commissie elk jaar op basis van de verslagen van de lidstaten en Europol een verslag moet opstellen over de toegang met het oog op rechtshandhaving. | |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk [drie maanden na de dag waarop deze verordening in werking treedt] maakt elke lidstaat aan de Commissie zijn aangewezen autoriteiten bekend, alsook onverwijld eventuele wijzigingen daarvan. |
1. Uiterlijk [drie maanden na de dag waarop deze verordening in werking treedt] maakt elke lidstaat aan de Commissie zijn aangewezen autoriteiten en de in artikel 5, lid 3, vermelde operationele diensten bekend, alsook onverwijld eventuele wijzigingen daarvan. |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Elke lidstaat ziet erop toe dat de informatie die het aan de Commissie heeft doen toekomen, voortdurend geactualiseerd wordt. De Commissie maakt deze informatie in de vorm van een permanent geactualiseerde elektronische publicatie beschikbaar voor de andere lidstaten, Europol en de bevolking. |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Europol ziet erop toe dat de informatie die het aan de Commissie heeft doen toekomen, voortdurend geactualiseerd wordt. De Commissie maakt deze informatie in de vorm van een permanent geactualiseerde elektronische publicatie beschikbaar voor de andere lidstaten en de bevolking. |
- [1] PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.
TOELICHTING
Eurodac is opgericht bij Verordening (EG) nr. 2725/2000 betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin[1]. In december 2008[2] nam de Commissie een herziene versie van De Eurodac-verordening aan om te zorgen voor een doeltreffender ondersteuning van de toepassing van de Dublinverordening, om adequaat rekening te houden met belangen op het vlak van de gegevensbescherming en met de ontwikkelingen van het acquis inzake asiel en de technische ontwikkelingen na de aanneming van de verordening in 2000. Ook het IT-beheerskader werd afgestemd op dat van de SIS II- en VIS-verordeningen door te voorzien in de overname van de taken inzake het operationele beheer van Eurodac door het toekomstige agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht[3].
In mei 2009 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie[4] aangenomen, waarin het voorstel van de Commissie werd onderschreven, mits een aantal wijzigingen wordt aangebracht.
De Commissie heeft in september 2009 een gewijzigd voorstel goedgekeurd waarin rekening werd gehouden met de resolutie van het Europees Parlement en de uitkomst van de onderhandelingen in de Raad, en bovendien de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol toegang tot de centrale gegevensbank van Eurodac werd verleend met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten[5]. Met dat voorstel werd in het bijzonder een overbruggingsclausule ingevoerd om toegang voor rechtshandhavingsdoeleinden mogelijk te maken; voorts werden de nodige begeleidende bepalingen opgenomen en werd het voorstel van december 2008 gewijzigd. Het voorstel werd door de Commissie tegelijk ingediend met het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving[6], waarin de nadere regels inzake deze vorm van toegang zijn opgenomen[7].
Het Europees Parlement heeft geen wetgevingsresolutie uitgebracht over het voorstel van september 2009.
Het voorstel voor een besluit van de Raad is als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon ongeldig geworden. Volgens de mededeling over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures[8] zou het voorstel formeel moeten worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuw voorstel om rekening te houden met het nieuwe kader van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
In het door de Commissie op 11 oktober 2010 ingediende voorstel ontbreekt de mogelijkheid van toegang voor rechtshandhavingsdoeleinden, die deel uitmaakte van het voorstel van september 2009, en er worden twee aanvullende aspecten opgenomen:
- in artikel 18, lid 4, wordt duidelijk gemaakt dat treffers in het systeem moeten worden gecontroleerd door een deskundige op het gebied van vingerafdrukken;
- en in artikel 24, lid 1, worden bepalingen toegevoegd die het het comité in het kader van de Dublinverordening mogelijk maken informatie over Eurodac op te nemen in de brochure die overeenkomstig artikel 4, lid 3 van die verordening moet worden opgesteld.
Op 3 februari 2011 hield de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken een oriënterende stemming over het voorstel van de Commissie.
Bij dit voorstel wordt het voorstel van 2010 ingetrokken en vervangen door een nieuw voorstel om ten eerste meer rekening te houden met de resolutie van het Europees Parlement en de uitkomst van de onderhandelingen in de Raad, ten tweede de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol toegang te kunnen verlenen tot de centrale gegevensbank van Eurodac met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. Voorts was ook de toegang tot Eurodac ten behoeve van rechtshandhaving nodig als onderdeel van een evenwichtig akkoord bij de onderhandelingen over het pakket 'gemeenschappelijk Europees asielstelsel', teneinde dit pakket tegen eind 2012 te kunnen afronden.
Georganiseerdemisdaadnetwerken uit derde landen proberen misbruik te maken van het asielstelsel om leden van dergelijke netwerken in een EU-lidstaat binnen te krijgen en ze daar als contactpersonen voor hun criminele activiteiten te laten optreden. Zodra deze personen zich op het grondgebied van een EU-lidstaat bevinden, vragen ze met een valse identiteit asiel aan om op die manier legaal en zonder strafblad in de EU te kunnen verblijven. Uit informatie van Europol blijkt bovendien dat ook mensenhandelaars proberen het asielstelsel te misbruiken door bij asielaanvragen een onjuist land van herkomst aan te geven. Gezien dit alles is de rapporteur ingenomen met het feit dat de aangewezen autoriteiten van de lidstaten en de Europese Politiedienst (Europol) kunnen vragen dat vingerafdrukgegevens met in de gegevensbank van Eurodac opgeslagen gegevens worden vergeleken met als doel terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten tegen te gaan. De rapporteur meent dat de mogelijkheid van het gebruik van Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden een belangrijke vooruitgang vormt ten opzichte van het vorige voorstel en er – onder voorbehoud van de noodzakelijke waarborgen – toe kan leiden dat situaties zoals die die hierboven beschreven worden, verhinderd worden.
De rapporteur ondersteunt het voorstel van de Commissie. Zij heeft een aantal amendementen ingediend die in twee categorieën kunnen worden onderverdeeld: technische wijzigingen (bijvoorbeeld: aanpassingen aan de bepalingen van het Verdrag van Lissabon, verwijzingen naar de herschikking van het voorstel inzake de "Erkenningsrichtlijn", interne verwijzingen) en wijzigingen die de tekst moeten verduidelijken (bijvoorbeeld: vervanging van de term "technologie" door "technieken" in artikel 4, aanvullingen in het gedeelte over statistieken en verduidelijking van het recht op toegang tot gegevens). De overige amendementen hebben tot doel relevante opmerkingen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in het voorstel op te nemen.£
- [1] PB L 62 van 5.3.2002, blz. 1.
- [2] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EG) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], COM(2008) 825 definitief.
- [3] Het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht [COM(2009) 293 definitief] is aangenomen op 24 juni 2009. Er is een gewijzigd voorstel ingediend op 19 maart 2010: gewijzigd voorstel voor een Verordening (EU) nr. …/… van het Europees parlement en de Raad tot oprichting van een agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, COM(2010) 93 definitief.
- [4] Instelling van het Eurodac-systeem voor het vergelijken van vingerafdrukken (herschikking), P6_TA(2009)0378.
- [5] In de conclusies van de Raad van 12 en 13 juni 2007 over de toegang tot Eurodac voor de nationale politie- en rechtshandhavingsautoriteiten en voor Europol werd aangedrongen op een dergelijk voorstel.
- [6] COM(2009) 344.
- [7] COM(2010) 555, blz. 2-3.
- [8] COM(2009) 665 definitief/2.
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
Ref.: D(2012)46723
De heer Juan Fernando López Aguilar
Voorzitter van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
ASP 11G306
Brussel
Betreft: Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] en voor verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking).
(COM(2012)0132 – C7-0092/2010 – 2008/0073(COD))
Mijnheer de Voorzitter,
De Commissie juridische zaken, die ik de eer heb voor te zitten, heeft bovengenoemd voorstel overeenkomstig artikel 87 (herschikking) van het Reglement van het Parlement behandeld.
Lid 3 van dat artikel luidt als volgt:
"Als de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het ontwerp geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven, stelt zij de ter zake bevoegde commissie hiervan in kennis.
In dat geval en onverminderd de in de artikelen 156 en 157 vastgelegde voorwaarden zijn amendementen in de ter zake bevoegde commissie alleen ontvankelijk als zij betrekking hebben op onderdelen van het ontwerp die wijzigingen bevatten.
Wanneer de ter zake bevoegde commissie evenwel voornemens is, overeenkomstig punt 8 van het Interinstitutioneel Akkoord, ook amendementen op de gecodificeerde delen van het ontwerp van wetgevingshandeling in te dienen, stelt zij de Raad en de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Alvorens tot stemming wordt overgegaan maakt laatstgenoemde overeenkomstig artikel 54 haar standpunt inzake de amendementen kenbaar en geeft zij aan of zij voornemens is het herschikkingsontwerp in te trekken."
In navolging van het advies van de Juridische Dienst, die vertegenwoordigd was in de vergaderingen waarop de adviesgroep het herschikkingsvoorstel heeft behandeld, en overeenkomstig de aanbevelingen van de rapporteur voor advies, is de Commissie juridische zaken van mening dat het voorstel in kwestie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel zijn aangegeven, en dat voor wat betreft de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de vorige teksten en die inhoudelijke wijzigingen, het voorstel louter een codificatie van de bestaande tekst is, zonder inhoudelijke wijzigingen.
Concluderend beveelt de Commissie juridische zaken, na beraadslaging op haar vergadering van 17 september 2012, met 17 stemmen vóór en geen onthoudingen[1] aan dat uw commissie als commissie ten principale overgaat tot behandeling van bovengenoemd voorstel, in overeenstemming artikel 87.
Hoogachtend,
Klaus-Heiner LEHNE
Bijlage: advies van de adviesgroep
- [1] Aanwezige leden: Charalampos Angourakis; Raffaele Baldassarre; Edit Bauer; Luigi Berlinguer; Sebastian Valentin Bodu; Piotr Borys; Françoise Castex; Christian Engström; Marielle Gallo; Eva Lichtenberger; Antonio Masip Hidalgo; Bernhard Rapkay; Evelyn Regner; Dagmar Roth-Behrendt; Rebecca Taylor; Alexandra Thein; Axel Voss; Cecilia Wikström; Tadeusz Zwiefka.
BIJLAGE: ADVIES VAN DE ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE
|
ADVIESGROEP VAN DE JURIDISCHE DIENSTEN |
|
Brussel, 18 juli 2012
ADVIES
AAN HET EUROPEES PARLEMENT
DE RAAD
DE COMMISSIE
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. […/…] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend] en voor verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking)
COM(2012)254 definitief van 30.5.2012, 2008/0242 (COD).
Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten, en in het bijzonder punt 9, is de adviesgroep bestaande uit de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op 14 en 20 juni 2012 bijeengekomen om onder meer bovengenoemd voorstel van de Commissie te behandelen.
In die vergaderingen heeft de behandeling van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot herschikking van Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin, en Verordening (EG) nr. 407/2002 van de Raad van 28 februari 2002 tot vaststelling van sommige uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2725/2000 betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin unaniem tot de volgende conclusies van de adviesgroep geleid.
1) Wat de toelichting betreft: wil deze volledig in overeenstemming met de voorschriften van het Interinstitutioneel Akkoord zijn geredigeerd, dan dient hierin precies te worden aangegeven welke bepalingen van de vorige tekst ongewijzigd blijven, overeenkomstig het bepaalde in punt 6 (a) (iii) van dat akkoord.
2) In het herschikte voorstel hadden de volgende delen van de tekst moeten worden gemarkeerd met een grijze achtergrond die normaliter wordt gebruikt om materiële wijzigingen aan te geven:
- het laatste deel van de titel van de tekst: "en voor verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijking met Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht";
- in artikel 8, lid 1, inleidend gedeelte, in artikel 24, leden 1, 5 en 6 en in artikel 26, vervanging van de woorden "de centrale eenheid" door de woorden "het Agentschap";
- in artikel 9, lid 3, de woorden "met uitzondering van de overeenkomstig artikel 8, onder b), toegezonden vingerafdrukgegevens";
- in artikel 9, lid 5, vervanging van artikel "5, lid 1, " door "8, onder a) tot en met g)";
in artikel 17, lid 4, schrapping van"en 6";
- in artikel 24, lid 2, de woorden "artikel 14, lid 2, en artikel 17, lid 2";
in artikel 27, lid 3, schrapping van "12, lid 4, onder a)";
3) In de tekst van het herschikkingsvoorstel had de huidige formulering van de overwegingen 13, 14 en 20 en van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2725/2000 moeten worden opgenomen. Deze tekstelementen hadden moeten worden gemarkeerd met de dubbele doorstreping en de grijze achtergrond die in de regel wordt gebruikt om materiële wijzigingen aan te geven, zoals de voorgestelde schrapping van bestaande tekst.
4) In artikel 2, lid 1, onder c) punt i) is de verwijzing naar artikel 6 niet juist; deze dient te worden vervangen door de juiste verwijzing.
5) In artikel 2, lid 1, onder c), punt ii) dient de verwijzing naar "artikel 11" te worden gewijzigd in een verwijzing naar "artikel 14".
6) In artikel 2, lid 1, onder c), punt iii) dient de verwijzing naar "artikel 14" te worden gewijzigd in een verwijzing naar "artikel 17".
7) In artikel 2, onder e) dient de verwijzing naar "artikel 18, lid 4" te worden gewijzigd in een verwijzing naar "artikel 25, lid 4".
8) In artikel 8, lid 1, onder a), hadden de woorden "asielzoekers en" vóór "….bedoelde personen" in de bestaande formulering van artikel 3, lid 3, eerste alinea, onder a), van Verordening (EG) nr. 2725/2000 moeten staan en met dubbele doorstreping moeten worden gemarkeerd.
9) In artikel 9, lid 3, hadden de woorden "worden door de centrale eenheid" tussen het woord "vergeleken" en "met de gegevens over vingerafdrukken" in de bestaande formulering van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2725/2000 moeten staan en met dubbele doorstreping moeten worden gemarkeerd.
10) In artikel 16, lid 2, dient de verwijzing naar "artikel 28, lid 3" te worden gewijzigd in een verwijzing naar"artikel 27, lid 3".
11) In artikel 29, lid 13, dient de verwijzing naar "lid 13" te worden gewijzigd in een verwijzing naar "lid 11".
12) De bestaande formulering van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2725/2000 had moeten worden aangehouden en met dubbele doorstreping moeten worden gemarkeerd.
13) In de herschikte tekst hadden de inleidende formule en punten a) en b) van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 407/2002 moeten worden aangehouden en met dubbele doorstreping moeten worden gemarkeerd. Ook punt c) van datzelfde artikel had erin moeten staan en met dubbele doorstreping en een grijze achtergrond moeten worden gemarkeerd.
14) In de herschikte tekst had de bestaande formulering van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 407/2002 moeten worden aangehouden en met dubbele doorstreping moeten worden gemarkeerd.
Na de behandeling van het voorstel is de adviesgroep unaniem tot de conclusie gekomen dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven. Voor wat betreft de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de vorige tekst en die inhoudelijke wijzigingen, heeft de adviesgroep voorts geconcludeerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande tekst is, zonder inhoudelijke wijzigingen.
C. PENNERA H. LEGAL L. ROMERO REQUENA
Juridisch adviseur Juridisch adviseur Directeur-generaal
MINDERHEIDSSTANDPUNT (17.12.2012)
overeenkomstig artikel 52, lid 3, van het Reglement
Sophia in 't Veld
Eurodac is een gegevensbestand waarin de vingerafdrukken van asielzoekers worden bewaard en dat in het leven is geroepen om asielzoekers en de lidstaat waar zij voor het eerst asiel hebben aangevraagd, te kunnen identificeren. Het toegankelijk maken van Eurodac voor politiële en justitiële instanties vormt een ongepaste uitbreiding van het afgebakende doel van het gegevensbestand. De daadwerkelijke noodzaak van de toegankelijkheid van Eurodac voor politie en justitie is niet aangetoond. Bovendien zal een dergelijke uitbreiding van de toegang tot Eurodac bijdragen tot de stigmatisering van asielzoekers als potentiële criminelen, wat verontrustend is aangezien asielzoekers kwetsbare personen zijn die om internationale bescherming verzoeken. Indien we instemmen met het feit dat politiële en justitiële instanties toegang krijgen tot het Eurodac-gegevensbestand, schept dit een ongewenst precedent dat met name inhoudt dat politie en justitie toegang kunnen krijgen tot gegevensbestanden die voor andere doeleinden zijn opgericht, zonder dat daarvoor het cruciale bewijs is geleverd dat dit noodzakelijk is.
PROCEDURE
Titel |
de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken (Herschikking) |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2012)0254 – C7-0148/2012 – COM(2008)0825 – C6-0475/2008 – 2008/0242(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
3.12.2008 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 19.10.2010 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
JURI 19.10.2010 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Monica Luisa Macovei 15.10.2009 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
3.9.2012 |
11.10.2012 |
26.11.2012 |
|
|
Datum goedkeuring |
17.12.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
41 11 4 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Philipp Albrecht, Edit Bauer, Rita Borsellino, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Simon Busuttil, Carlos Coelho, Ioan Enciu, Frank Engel, Tanja Fajon, Hélène Flautre, Kinga Gál, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Lívia Járóka, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Timothy Kirkhope, Baroness Sarah Ludford, Monica Luisa Macovei, Véronique Mathieu, Nuno Melo, Louis Michel, Claude Moraes, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Carmen Romero López, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Rui Tavares, Nils Torvalds, Kyriacos Triantaphyllides, Wim van de Camp, Axel Voss, Renate Weber, Cecilia Wikström, Auke Zijlstra |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Anna Maria Corazza Bildt, Cornelis de Jong, Mariya Gabriel, Franziska Keller, Petru Constantin Luhan, Marian-Jean Marinescu, Jan Mulder, Andres Perello Rodriguez, Hubert Pirker, Janusz Wojciechowski |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Ashley Fox, Constance Le Grip, Iosif Matula, Phil Prendergast, Csaba Sándor Tabajdi, Marita Ulvskog, Derek Vaughan |
||||
Datum indiening |
19.12.2012 |
||||