VERSLAG over betere toegang tot financiering voor kmo's

21.12.2012 - (2012/2134(INI))

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Philippe De Backer

Procedure : 2012/2134(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0001/2013
Ingediende teksten :
A7-0001/2013
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over betere toegang tot financiering voor kmo's

(2012/2134(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien de mededeling van de Commissie over een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's (COM(2011)0870),

–   gezien de mededeling van de Commissie getiteld "Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COM(2010)2020),

–   gezien het verslag van de Commissie getiteld "Regeldruk voor het mkb verminderen – EU-regelgeving aanpassen aan de behoeften van micro-ondernemingen" (COM(2011)0803),

–   gezien het programma van de Commissie voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kmo's, het zogenaamde "COSME"-programma (COM(2011)0834),

–   gezien de "Small Business Act" voor Europa (COM(2008)0394), die de centrale rol van kmo's voor de economie van de EU erkent, de rol van kmo's wil versterken en hun groei en potentieel om banen te creëren wil bevorderen door een aantal problemen te verhelpen waarvan wordt aangenomen dat ze de ontwikkeling van kmo's belemmeren,

–   gezien de mededeling van de Commissie van 23 februari 2011 over de evaluatie van de "Small Business Act" voor Europa (COM(2011)0078) en de resolutie van het Parlement van 12 mei 2011 over dit onderwerp[1],

–   gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen (COM(2011)0860),

–   gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (COM(2011)0862),

–   gezien de studie van de Commissie en de Europese Centrale Bank van 2011 over de enquête betreffende de toegang tot financiering voor kmo's,

–   gezien speciaal verslag nr. 2/2012 van de Rekenkamer over door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling gecofinancierde financiële instrumenten voor het midden- en kleinbedrijf,

–   gezien zijn resolutie van 7 september 2010 over de ontwikkeling van het werkgelegenheidspotentieel van een nieuwe duurzame economie[2],

–   gezien artikel 48 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie juridische zaken (A7-0001/2013),

A. overwegende dat ondermaatse regelgeving voor de financiële sector, in combinatie met de ernstige en verregaande gevolgen van de financiële, economische en schuldencrisis, de toegang tot financiering voor kmo's moeilijker kan maken;

B.  overwegende dat het van cruciaal belang is de nodige instrumenten in het leven te roepen en te ontwikkelen en de juiste voorwaarden te scheppen om de Unie in staat te stellen de groei in de eurozone en in de Unie als geheel sterk te bevorderen;

C. overwegende dat bankleningen voor kmo's in de Europese Unie de belangrijkste financieringsbron zijn;

D. overwegende dat uit gegevens van de ECB blijkt dat de tarieven voor kmo-leningen sterk variëren tussen de lidstaten en dat er sprake is van ongelijke toegang tot liquiditeit, waarbij in bepaalde landen veel aanvragen voor leningen voor zakelijke projecten worden verworpen;

E.  overwegende dat meer dan 98% van de ondernemingen in Europa kmo's zijn en dat zij instaan voor meer dan 67% van de werkgelegenheid in de Unie; overwegende dat zij bijgevolg de ruggengraat van de EU-economie vormen en in de 27 lidstaten een belangrijke bron zijn voor Europese groei op de lange termijn en voor het creëren van duurzame banen;

F.  overwegende dat in de periode 2002-2010 85% van alle nieuwe arbeidsplaatsen in de EU geschapen werd door kmo's, in het bijzonder door startende ondernemingen; overwegende dat 32,5 miljoen mensen in de EU zich gevestigd hebben als zelfstandig ondernemer;

G. overwegende dat er verschillende soorten kmo's bestaan, die allemaal andere behoeften hebben;

H. overwegende dat acties ter ondersteuning van kmo's en ondernemerschap geregeld worden door de Small Business Act, waarbij de lidstaten zich ertoe verbonden hebben deze samen met de Commissie uit te voeren;

Algemene aspecten

1.  is ingenomen met het actieplan van de Commissie en met het brede gamma voorstellen en aanbevelingen inzake kmo's;

2.  is het met de Commissie eens dat het economisch succes, de uitmuntendheid en de samenhang van de Europese Unie in grote mate afhankelijk zijn van duurzame groei en werkgelegenheid die worden verwezenlijkt door kmo's die zich inzetten voor het leveren van kwalitatieve producten en diensten; wijst erop dat het belangrijk is economische groei te bevorderen in het gehele spectrum van ondernemingen; benadrukt dat kmo's deel uitmaken van een ruimer "ecosysteem" van ondernemingen; wijst er tevens op dat er in dit "ecosysteem" voor moet worden gezorgd dat evenveel aandacht wordt besteed aan betere toegang tot financiering voor micro-ondernemingen en ondernemers met een eenmanszaak; merkt op dat grotere ondernemingen uitgebreid gebruik maken van een groot netwerk van kleinere kmo's;

3.  benadrukt dat de financiële en economische crisis het voor veel kmo's nog moeilijker maakt om toegang te hebben tot financiering en dat kmo's nu aan nieuwe en soms strengere regels en criteria moeten voldoen dan voorheen; benadrukt dat aan banken, die tijdens de crisis staatssteun hebben gekregen en ook andere impliciete vormen van subsidies, zoals staatswaarborgen en liquiditeitssteun van centrale banken en de Europese Centrale Bank, doelstellingen moeten worden opgelegd inzake de bedragen en voorwaarden voor kmo-financiering; moedigt de Commissie aan haar inspanningen voort te zetten om de uitvoering op nationaal niveau te bevorderen van het "think small first" beginsel, dat een verdere vereenvoudiging van het regelgevings- en administratief klimaat voor kmo's impliceert;

4.  benadrukt dat bij een vereenvoudiging van het regelgevings- en administratief klimaat voor kmo's een passende bescherming van werknemers op het gebied van sociale zekerheid en gezondheid en veiligheid op het werk noodzakelijk is; verzoekt de Commissie en de lidstaten mogelijke discriminatie op het gebied van toegang tot financiering aan te pakken in het geval van kmo's die geleid worden door mensen uit een achtergesteld milieu of sociale groep;

5.  wijst erop dat er de afgelopen jaren aanzienlijke inspanningen zijn geleverd om de administratieve rompslomp te verminderen;

6.  benadrukt dat het belangrijk is de lokale banksystemen te versterken; benadrukt de verantwoordelijkheid en de taak van banken, gaande van Europese tot lokale banken, om op slimme wijze in de economie en meer bepaald in kmo's te investeren; wijst op de verschillen tussen de lidstaten inzake de kosten voor leningen aan kmo's en inzake de toegang tot financiering voor kmo's, die het gevolg zijn van de ongunstige macro-economische context en in grensgebieden een negatieve impact op het concurrentievermogen kunnen hebben; wijst erop dat, ook al zijn er nog steeds verschillen tussen de lidstaten wat de problemen van kmo's betreft om toegang te krijgen tot financiering, uit de enquête van de ECB van oktober 2011 inzake bankleningen blijkt dat de kredietvoorwaarden voor leningen aan kmo's globaal genomen aanzienlijk verstrengen en dat er een kredietcrisis kan ontstaan als de investeringen tot een minimum worden beperkt; erkent bovendien dat er in de EU een grote vraag is naar microkrediet;

7.  herhaalt dat een herziening van de regels voor overheidsopdrachten en –concessies de toegang van kmo's en micro-ondernemingen tot overheidsopdrachten niet mag schaden;

8.  herinnert eraan dat in Europa de banksector de belangrijkste financieringsbron voor kmo's is; is van mening dat, gezien de versnippering van de banksector en de daaruit voortvloeiende grote verschillen tussen de lidstaten van de rentetarieven voor leningen en van het kredietaanbod, een gedifferentieerde aanpak noodzakelijk is om de toegang van kmo's tot financiering te verbeteren, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van elk land;

Diversiteit van kleine en middelgrote ondernemingen

9.  herinnert de Commissie eraan dat kmo's verspreid over geheel Europa zeer heterogeen zijn, gaande van uiterst traditionele familiebedrijfjes tot snel groeiende ondernemingen, hightechbedrijven, micro-ondernemingen, sociale ondernemingen en startende ondernemingen, en dat de aanpak om hen bij te staan bijgevolg even divers moet zijn;

10. wijst erop dat, gezien de huidige situatie waarbij ontoereikende toegang tot passende risicokapitaalbronnen, met name in de vroegste stadia, een van de belangrijkste beperkingen blijft voor de oprichting en verdere ontwikkeling van groeigerichte bedrijven, de Commissie in haar actieplan veel nadruk legt op durfkapitaal als mogelijk middel voor meer financiering; benadrukt evenwel dat dit soort financiering slechts voor een beperkt aantal kmo's geschikt is en dat bankleningen de belangrijkste financieringsbron voor kmo's blijven;

11. benadrukt dat er geen uniforme financieringsvorm bestaat en roept de Commissie op de ontwikkeling te steunen van een brede waaier aangepaste programma's, instrumenten en initiatieven, gaande van eigen vermogen (bijvoorbeeld particuliere investeerders, massafinanciering en multilaterale handelsfaciliteiten) en hybride kapitaalinstrumenten (bijvoorbeeld mezzaninefinanciering) tot schuldinstrumenten (bijvoorbeeld kleine bedrijfsobligaties, garantiefaciliteiten en platformen), dit in partnerschappen tussen banken en andere operatoren die betrokken zijn bij kmo-financiering (professionele accountants, bedrijfs- of kmo-verenigingen of kamers van koophandel), om bedrijven te ondersteunen bij hun start, groei en overgang, waarbij rekening wordt gehouden met hun omvang, omzet en financieringsbehoeften;

12. onderstreept dat de Commissie moet benadrukken dat de beurs een belangrijke rol kan spelen om zowel voor kmo's als voor beleggers in verschillende stadia de toegang tot financiering te verbeteren; herinnert eraan dat er in de eurozone reeds beurzen bestaan die specifiek op kmo's zijn afgestemd en dat deze bedoeld zijn om in te spelen op specifieke markt- en financieringsbehoeften;

Kwetsbaarheid van kmo's

13. verzoekt de Commissie nieuwe, voor kmo's relevante regelgeving te onderwerpen aan een globale, omvattende effectbeoordeling, met inbegrip van een omvattende test, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften en uitdagingen van kmo's;

14. benadrukt dat kmo's zich vaak aan het eind van een lange cyclus bevinden en bijgevolg het meest worden getroffen door laattijdige betalingen en korte betalingstermijnen; is bijgevolg ingenomen met het initiatief van de Commissie om de lidstaten sterk aan te moedigen de Richtlijn betalingsachterstanden sneller uit te voeren;

15. benadrukt dat uit onderzoek van de Commissie blijkt dat niet alleen toegang tot financiering maar ook toegang tot vaardigheden, met inbegrip van managementvaardigheden en financiële en boekhoudkundige kennis, voor kmo's kritieke factoren zijn om toegang te hebben tot financiering en zo te innoveren, te concurreren en te groeien; is van mening dat de aanreiking van financiële instrumenten door de EU daarom gepaard moet gaan met het aanbieden van passend mentorschap, coachingsregelingen en op kennis gebaseerde zakelijke dienstverlening;

16. acht het noodzakelijk kmo's op lokaal niveau te ondersteunen om beleid te ontwikkelen ter bevordering van ondernemerschap, de situatie van kmo's gedurende hun hele levenscyclus te verbeteren en hen te helpen om toegang te krijgen tot nieuwe markten; is van mening dat erkenning en uitwisseling van goede praktijken basiselementen van dit beleid zijn;

Ondernemerschap professioneler maken

17. merkt op dat de gebrekkige elementaire financiële kennis van ondernemers een beperking vormt voor de kwaliteit van ondernemingsplannen en bijgevolg ook voor het succes van kredietaanvragen; verzoekt de lidstaten bijgevolg beroepsopleidingssteun te verlenen aan potentiële ondernemers en steun te verlenen aan partnerschappen tussen banken, kamers van koophandel, bedrijfsverenigingen en professionele accountants;

18. is van mening dat ondernemerschap door vrouwen een onaangeboorde bron voor de groei en het concurrentievermogen van de EU is, dat dit moet worden bevorderd en versterkt en dat alle belemmeringen waarmee vrouwen op de arbeidsmarkt kampen moeten worden weggenomen;

19. is van mening dat de ontwikkeling van ondernemerschapsvaardigheden en programma's om te leren hoe de markt, de economie en het financieel stelsel werken en met elkaar verbonden zijn, deel moeten uitmaken van het algemeen onderwijs; is van mening dat een goed voorbereid ondernemingsplan de eerste stap is voor betere toegang tot financiering en voor reële overlevingskansen; verzoekt de Commissie en de lidstaten onverwijld financieel onderwijs in hun onderwijsprogramma's op te nemen; steunt in dit verband het programma "Erasmus voor jonge ondernemers", dat bedoeld is om een ondernemerschapscultuur te bevorderen en de interne markt en het concurrentievermogen te ontwikkelen;

20. is van mening dat er behoefte is aan een speciale strategie voor startende ondernemingen en aan financiële instrumenten om innovatieve projecten uit te voeren en de creativiteit van jonge ondernemers te ontwikkelen;

21. benadrukt dat er in sommige lidstaten reeds een aantal goede praktijken bestaat om ondernemers beter voor te bereiden; verzoekt de Commissie de uitvoering hiervan in andere lidstaten te ondersteunen;

22. benadrukt dat regelmatige voorlichting in eenvoudige bewoordingen van ondernemers en potentiële ondernemers en banken over opleidingsinitiatieven, EU-financiering en EU-programma's voor kmo's onontbeerlijk is op nationaal, regionaal en lokaal niveau, aangezien zij gebruik moeten kunnen maken van alle beschikbare mogelijkheden en maatregelen; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat nationale kmo-organisaties goed geïnformeerd zijn over initiatieven en beleidsvoorstellen van de EU;

23. dringt aan op meer communicatie-inspanningen van de EIB-groep om in samenwerking met kmo-organisaties financiële regelingen voor kmo's te bevorderen;

24. wijst erop dat begeleiding voor ondernemers die failliet zijn gegaan absoluut noodzakelijk is, aangezien bij 15% van de ondernemingen die sluiten faillissement de oorzaak is; steunt de vereenvoudiging en verkorting van faillissementsprocedures om de betrokken ondernemers een tweede kans te bieden, omdat bedrijven die worden opgezet door herstarters het misschien wel beter zullen doen;

Transparantie

25. wijst erop dat kredietverleners de kredietinstrumenten over het algemeen beter kennen dan ondernemers en dat ondernemers beter moeten communiceren met kredietverleners over hun ondernemingsplan en hun langetermijnstrategie; benadrukt dat deze informatiekloof bij de bespreking van een kredietaanvraag problemen veroorzaakt; erkent dat kmo's behoefte hebben aan specifiek advies op maat inzake kredietmogelijkheden; verzoekt de Commissie de uitwisseling te bevorderen van goede praktijken inzake specifieke oplossingen voor de dialoog, de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen kredietverleners en ondernemers; verzoekt de Commissie de dialoog en de samenwerking tussen ondernemers en kredietverleners te versterken;

26. benadrukt dat kredietverleners voor de aanvraag van een financiering duidelijke, specifieke en transparante criteria moeten vaststellen; benadrukt dat wanneer een kredietverlener een kredietaanvraag geheel of gedeeltelijk afwijst, hij de ondernemer adequaat en constructief moet inlichten over de redenen voor de afwijzing; verzoekt de Commissie duidelijke richtsnoeren voor deze constructieve en transparante aanpak vast te stellen;

27. merkt op dat wanneer kmo's een lening vroegtijdig aflossen, zij de kredietverlener het financieringsverlies en vaak ook nog een boete moeten betalen, waardoor de totale kosten te hoog oplopen; verzoekt de Commissie in alle contracten meer transparantie betreffende vervroegde aflossing door kmo's voor te stellen en na te gaan of het mogelijk is een maximum in te stellen om de kosten van dit soort transacties te beperken;

28. merkt op dat de eisen voor kmo's om van kredietinstellingen een lening te krijgen steeds strenger worden, bijvoorbeeld dat nu ook een persoonlijke garantie wordt gevraagd; merkt op dat een stijging van het rentetarief kan leiden tot een verhoging van de niet-financiële voorwaarden zoals een persoonlijke garantie; is daarom van mening dat de regelgeving voor de financiële sector uitdrukkelijk moet voorzien in de bescherming en de bevordering van het daadwerkelijk lenen aan de reële economie, en met name aan kmo's;

29. verzoekt de lidstaten de administratieve lasten bij het opstarten van een kmo en daarna te beperken, aangezien de desbetreffende verschillen tussen de lidstaten de voltooiing van de interne markt in de weg staan; benadrukt dat het belangrijk is het aantal dagen te beperken dat nodig is om een nieuwe onderneming op te starten; verzoekt de Commissie potentiële goede praktijken te bestuderen die in de lidstaten kunnen worden toegepast; verzoekt de Commissie na te gaan of het mogelijk is één identificatienummer voor kmo's in te voeren, dat wordt opgeslagen in één Europese databank voor kmo's en onder meer alle financiële gegevens bevat, waardoor kmo's gemakkelijker een aanvraag kunnen indienen voor Europese en nationale programma's en financiering; wijst erop dat, indien een dergelijk identificatienummer voor kmo's wordt ingevoerd, aandacht moet worden besteed aan de beginselen inzake gegevensbescherming;

30. is ingenomen met het voorstel van de Commissie om het gebruik van kwalitatieve ratings te bevorderen als hulpmiddel om de kwantitatieve standaardbeoordeling van de kredietwaardigheid van kmo’s aan te vullen;

Nieuwe financieringsvormen

31. is ingenomen met de nieuwe financieringsprogramma's van de Commissie, die rekening houden met de specifieke kenmerken van kmo's; verzoekt de Commissie verder EU-financiering op maat van kmo's te ontwikkelen; benadrukt dat versnipperde financiering moet worden vermeden en dat financiering enkel doeltreffend kan zijn als zij een aanzienlijk deel kan dekken van wat de betrokken kmo's nodig hebben;

32. is ervan overtuigd dat de financiële middelen voor de instrumenten voor schuld- en aandelenfinanciering onder het COSME-programma en onder Horizon 2020 aanzienlijk moeten worden verhoogd en dat de toegang voor kmo's tot deze instrumenten merkelijk moet worden verbeterd;

33. is van mening dat de Commissie manieren moet vinden om de Europese markt van hybride kapitaalinstrumenten, met name mezzaninefinanciering, te verbeteren; beveelt aan dat de Commissie onderzoekt hoe zij de mezzaninefaciliteit voor groei van het EIF kan versterken en dat zij nieuwe mezzanineproducten, zoals een garantie voor mezzanineleningen, onderzoekt; beveelt tevens aan om gegevens en analyses betreffende financieringsinstrumenten te verstrekken teneinde belemmeringen uit de weg te ruimen voor financiële intermediairs die de kredietmarkt zouden willen onderzoeken op de beschikbaarheid van mezzaninekapitaal in de Europese Unie;

34. vraagt dat minstens 20% van de middelen van Horizon 2020 wordt gebruikt om innovatie in kmo's te financieren;

35. merkt op dat kapitaalgaranties sterk gewaardeerd en gebruikt worden door kmo's en kredietinstellingen; is ingenomen met de inspanningen van de Commissie ter zake; verzoekt de lidstaten een passend kader voor kapitaalgaranties in te stellen;

36. verzoekt de Commissie te zorgen voor een passend en op emittenten van kmo-financiering afgestemd regelgevingskader dat voor hen niet moeizaam is en tevens het vertrouwen van beleggers wint (in het kader van de Europese regelgeving inzake boekhoudnormen, de prospectusrichtlijn, de transparantierichtlijn, de marktmisbruikrichtlijn en MIFID);

37. is verheugd over het akkoord in de Europese Raad van 28 en 29 juni 2012 over de verhoging van het kapitaal van de EIB met 10 miljard euro, waarmee de leningscapaciteit van de EIB-groep binnen de Unie voor de periode 2012-2015 met ongeveer 60 miljard euro wordt verhoogd en er een hefboom van ongeveer 180 miljard euro aan investeringen kan ontstaan, wat bijgevolg een welkome rol kan spelen in het kader van de gezamenlijke inspanning voor het herstel van de Europese economie; is ingenomen met het feit dat de EIB in haar prioriteiten inzake kredietverlening specifiek aangeeft dat het noodzakelijk is de waaier aan partnerbanken die krediet verlenen aan kmo's te vergroten door in grotere mate een beroep te doen op nieuwe financiële intermediairs en onconventionele intermediairs; benadrukt dat deze nieuwe toezegging niet mag leiden tot een ondermijning van de parallelle inspanningen om de gezamenlijke begrotingsinstrumenten van de EIB en de Unie te versterken en te verbeteren die worden gebruikt om het risico te delen en aandelen te verwerven; verzoekt de Commissie bijgevolg de instrumenten voor risicodeling van de Europese Investeringsbank te versterken en te optimaliseren, en hetzelfde te doen voor de programma's van het Europees Investeringsfonds voor portefeuilles van aandelen- of mezzaninefinanciering die door financiële instellingen (intermediairs) aan kmo's worden verstrekt; wijst erop dat het cohesiebeleid een van de voornaamste financieringsbronnen voor kmo's is en dat financieringsprogramma's in het kader van de structuurfondsen, minder administratieve rompslomp en een sneller en efficiënter optreden van cruciaal belang zijn om het herstel van de EU-economie en haar concurrentievermogen te bevorderen;

38. verzoekt de Commissie onder het Europees Investeringsfonds een permanent Europees garantieplatform in te stellen om de toegang van kmo's tot financiering te vergemakkelijken, wat de ontwikkeling van garanties of leningproducten op basis van Europese garanties moet vergemakkelijken en de bankkapitaalvereisten en de risicoblootstelling voor financiële intermediairs moet verminderen;

39. moedigt de EIB aan haar microfinancieringsproject verder uit te bouwen en zo actief bij te dragen aan de beleidsprioriteiten van de EU op het gebied van sociale integratie;

40. wijst erop dat in bepaalde lidstaten een recordbedrag aan spaargeld van gezinnen op bankrekeningen staat, terwijl in andere lidstaten de tegoeden afnemen als gevolg van de crisis; benadrukt dat door het creëren van een degelijk stimulerend kader om dit spaargeld van gezinnen te activeren, kmo's gemakkelijker toegang moeten krijgen tot financiering, zowel in eigen land als in het buitenland, en de EU-economie zou moeten heropleven; verzoekt de Commissie een voorstel voor de activering van dit spaargeld in te dienen, bijvoorbeeld door voordelen te introduceren die gebaseerd zijn op bestaande goede praktijken in de lidstaten;

41. merkt op dat kmo's bijdragen tot de beroepsactivering van de bevolking in regio's met minder werkgelegenheid en tot de verhoging van het werkgelegenheidspeil, in de huidige behoeften van de bevolking in die regio's voorzien en zo een positief effect hebben op de ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap; is daarom van mening dat de ontwikkeling van kmo's een van de manieren is om de verschillen op nationaal niveau te verminderen;

42. is verheugd over de steun aan kmo's en micro-ondernemingen door middel van initiatieven als PSVI, het programma Creatief Europa (met inbegrip van de Leninggarantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector), COSME en Horizon 2020, die elk nieuwe mogelijkheden bieden om kennis en vaardigheden te perfectioneren, waardoor een dynamische ontwikkeling van kmo's en micro-ondernemingen wordt ondersteund;

43. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan zich te beraden over manieren waarop de toegang tot financiering kan worden verbeterd voor kleine en middelgrote ondernemingen die gespecialiseerd zijn in de voorziening van de overheidssector met innovatieve werken, leveringen of diensten; dringt met name aan op maatregelen om de financieringsvoorwaarden te verbeteren door erop toe te zien dat durfkapitaal en andere relevante financieringsbronnen ten volle het groeipotentieel onderkennen van innovatiegerichte bedrijven die met partners uit de publieke sector samenwerken zowel bij precommerciële aanbestedingsprojecten als in het kader van innovatiepartnerschappen;

44. benadrukt dat een eerlijk en transparant regelgevingskader van de EU voor overheidsopdrachten en de uitgebalanceerde, transparante en niet-discriminerende handhaving van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten[3] onontbeerlijk zijn om de toegang tot overheidsopdrachten voor kmo's te verbeteren en hen daadwerkelijk in staat te stellen dergelijke contracten te voltooien;

45. wijst er voorts op dat maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de vereenvoudiging van grensoverschrijdende activiteiten voor kmo's niet tegelijkertijd grensoverschrijdende activiteiten in fictief zelfstandig dienstverband, in het bijzonder in de bouwsector, in de hand werkt;

46. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank, de Commissie en de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

  • [1]  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0235.
  • [2]  PB C 308 E van 20.10.2011, blz. 6.
  • [3]  PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

TOELICHTING

Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) zijn heel belangrijk voor de Europese Unie. Ze vormen de ruggengraat van de Europese economie en zijn een belangrijke bron voor groei en werkgelegenheid. Kmo's dragen in ruime mate bij aan het creëren van banen in de 27 lidstaten van de Europese Unie.

Kmo's zijn echter kwetsbaar. Dit is duidelijk gebleken in de nasleep van de crisis. Door de crisis zijn sommige kredietverleners voorzichtiger geworden om kmo's een krediet toe te staan. Soms te voorzichtig, want te weinig investeren kan eventueel tot een kredietcrisis leiden. Verder hebben de nieuwe en strengere regels voor onder meer financiële instellingen en kapitaaleisen die zowel de EU als de nationale autoriteiten hebben ingevoerd, ervoor gezorgd dat kmo's nu moeilijker toegang hebben tot financiering. Bovendien bevinden kmo's zich vaak aan het eind van een lange cyclus en worden ze bijgevolg het meest getroffen door laattijdige betalingen en de betalingstermijnen die momenteel gangbaar zijn.

Uit besprekingen met de betrokkenen over de problemen die kmo's ondervinden om toegang tot financiering te krijgen, zijn diverse punten aan het licht gekomen. Blijkbaar zijn de kredietverleners niet in alle lidstaten even voorzichtig bij het toestaan van een lening aan kmo's. In sommige lidstaten is er de afgelopen jaren immers een recordbedrag in kmo's geïnvesteerd.

Anderzijds zijn alle betrokkenen het erover eens dat de Europese en de nationale autoriteiten behoedzaam moeten zijn wanneer ze nieuwe regels inzake kapitaaleisen vaststellen. Aangezien er geen globale effectbeoordeling bestaat die alle verschillende regels bestrijkt, zijn de gevolgen voor de financiële sector en de toegang tot financiering voor kmo's hoogst onzeker. Hoe dan ook moet een overreactie van kredietverleners op de nieuwe kapitaaleisen eveneens worden vermeden.

Er worden ook andere structurele problemen genoemd, die reeds bestonden en niet rechtstreeks in verband staan met de crisis. Een van de grote problemen bij de onderhandelingen over een kredietcontract is de informatiekloof tussen kmo's en kredietverleners. Beide partijen zijn het erover eens dat betere communicatie ertoe moet leiden dat de kredietverleners de kredietbehoefte van een kmo beter begrijpen en dat de kmo's meer inzicht krijgen in de verschillende kredietmogelijkheden. Anderzijds kunnen regelmatiger toezicht op de financiële situatie van kmo's en een elementaire financiële kennis snellere onderhandelingen bevorderen.

Ook het gebrek aan transparantie bij bijvoorbeeld de vervroegde aflossing van een lening is een probleem voor kmo's. Het financieringsverlies en de bijkomende boete zijn vooraf niet altijd goed vastgesteld. Soms zijn de totale kosten voor een vervroegde aflossing zo hoog dat kmo's deze niet kunnen betalen, waardoor het onmogelijk is hun investering en kredietbesluit te herzien.

Vanwege strengere kapitaaleisen vragen kredietverleners naast de gewone bankgarantie nu vaak ook een bijkomende persoonlijke garantie. Dit kan voor ondernemers een bijkomend obstakel zijn om een kmo op te richten of er verder in te investeren.

De betrokkenen stellen zelf enkele oplossingen voor om de toegang tot financiering voor kmo's te verbeteren: 1) professionalisering van de sector; 2) betere samenwerking en informatie-uitwisseling tussen kmo's en kredietverleners; 3) regelmatiger toezicht op de financiële situatie van kmo's; 4) vaststelling van duidelijke regels inzake het gebruik van (persoonlijke) garanties; 5) vaststelling van duidelijke regels inzake de vervroegde aflossing van een krediet, mogelijke boetes en de berekening van de winstderving;

Het actieplan van de Commissie ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's bevat een aantal goede voorstellen en oplossingen. Aangezien "de kmo" niet bestaat, moet worden benadrukt dat er geen uniforme oplossing voorhanden is en dat de verschillende soorten kmo's allemaal andere behoeften hebben.

Bijgevolg is de rapporteur ingenomen met het voorstel van de Commissie, maar wil hij toch benadrukken dat durfkapitaal, waarop de Commissie in haar actieplan terecht veel nadruk legt, slechts voor een beperkt aantal kmo's een geschikte financieringsvorm voor groei is. Daarom verzoekt hij de Commissie ook alternatieve financieringsmechanismen te ondersteunen.

In deze tijden van crisis hebben gezinnen de neiging te sparen in plaats van te consumeren. In bepaalde lidstaten staat een recordbedrag aan spaargeld van gezinnen op bankrekeningen. Daarom verzoekt de rapporteur de Commissie na te gaan hoe de EU en de lidstaten de activering van spaargeld kunnen bevorderen door bijvoorbeeld fiscale voordelen te introduceren.

ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (4.12.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake verbetering van de toegang tot financiering voor het MKB
(2012/2134(INI))

Rapporteur voor advies: Anthea McIntyre

SUGGESTIES

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  benadrukt dat het MKB ongeveer 90 miljoen banen verschaft in de EU, waarvan 30% via micro-ondernemingen, en dat 85% van alle nieuwe banen tussen 2002 en 2012 gecreëerd werd door het MKB, voornamelijk nieuwe bedrijven[1];

2.  merkt op dat het MKB bijdraagt tot de activering van de bevolking in regio's met minder werkgelegenheid en tot de verhoging van het werkgelegenheidspeil, in de huidige behoeften van de bevolking in die regio's voorziet en zo een positief effect heeft op de ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap; is daarom van mening dat de ontwikkeling van het MKB een van de manieren is om de verschillen op nationaal niveau te verminderen;

3.  wijst erop dat het MKB alleen voor groei en banen kan zorgen als er ook gunstige financieringsmogelijkheden beschikbaar zijn voor investeringen met een hoger risico;

4.  merkt op dat durfkapitaal door slechts 7% van het Europese MKB wordt gebruikt en dat 60% van de bedrijven vindt dat durfkapitaal voor hen geen optie is; merkt eveneens op dat een bijkomende 22% zich ongemakkelijk voelt bij het gebruik van durfkapitaalfondsen[2];

5.  onderstreept dat leningenfondsen, die zich richten op kleine en micro-ondernemingen en op werklozen die een eigen bedrijf willen beginnen, het plaatselijke ondernemerschap stimuleren, en in het bijzonder de verantwoordingsplicht voor investeringen, waardoor het creëren van nieuwe banen wordt bevorderd;

6.  is daarom verheugd over de investeringsmogelijkheden die aan het MKB worden geboden door de structuurfondsen; vindt evenwel dat de toegang voor het MKB moet worden vergemakkelijkt en dat zij over deze mogelijkheden beter moeten worden geïnformeerd;

7.  merkt op dat de toegang tot betaalbare financiering cruciaal is voor de bekostiging van businessinvesteringen, om ervoor te zorgen dat bedrijven hun groeipotentieel vervullen en om het opzetten van nieuwe bedrijven, vooral zeer kleine bedrijven en ondernemingen van de sociale economie, te vergemakkelijken en dat daarmee wordt bijgedragen tot de toekomstige groei, de huidige banen worden behouden en de creatie van nieuwe banen wordt bevorderd; benadrukt dat de toegang tot financiering vooral belangrijk is voor jonge ondernemers die een eigen bedrijf opzetten, alsook voor ondernemers die afkomstig zijn uit een achtergesteld milieu of mensen met een dergelijke achtergrond in dienst nemen;

8.  onderstreept dat het voor het MKB, en in het bijzonder voor micro-ondernemingen, onmogelijk is zonder onderpand een krediet te krijgen, en dat elke vorm van bankgarantie voor het opzetten van een onderneming moet worden aangemoedigd; onderstreept dat juist in tijden van economische crisis het MKB prioritair financiering uit de Europese en nationale programma's moet ontvangen teneinde werkgelegenheid te creëren; roept de lidstaten op na te gaan hoe zij hun procedures kunnen vereenvoudigen om ervoor te zorgen dat kapitaal toegankelijk is op een niet-bureaucratische wijze en zo bij te dragen tot de groei, creatie van banen en innovatie;

9.  is verheugd over de steun aan het MKB en micro-ondernemingen door middel van initiatieven als PSVI, het programma Creatief Europa (met inbegrip van de Leninggarantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector), COSME en Horizon 2020, die elk nieuwe mogelijkheden bieden om kennis en vaardigheden te perfectioneren, waardoor een dynamische ontwikkeling van het MKB en micro-ondernemingen wordt ondersteund;

10. stelt voor dat aan ondernemingen die gemakkelijk inzage geven in informatie over hun optreden op sociaal en milieugebied, een keurmerk wordt toegekend om gemakkelijker investeringskapitaal te kunnen aantrekken;

11. benadrukt dat, ondanks succesvolle EU-initiatieven zoals de richtlijn betalingsachterstand, belangrijke belemmeringen blijven bestaan, zoals de beperkte toegang tot financiering en de eraan verbonden hoge kosten, die een effect hebben op de mogelijkheid van het MKB om de bestaande banen te behouden en er nieuwe te scheppen;

12. dringt aan op de invoering van regels op grond waarvan kredietinstellingen verplicht zijn snel op een financieringsaanvraag van een MKB-bedrijf te reageren;

13. verzoekt de lidstaten met klem de tenuitvoerlegging van de richtlijn betalingsachterstand te bespoedigen, aangezien de moeilijkheden die zijn vastgesteld bij de betaling van handelstransacties – tegen de achtergrond van een ernstige economische crisis – de financiële draagkracht van de MKB-bedrijven aanzienlijk hebben aangetast;

14. is verheugd over het voornemen van de Commissie om in samenwerking met de sociale partners een coördinerende rol te spelen bij de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten op het gebied van de financiering van het MKB;

15. wijst erop dat de Europese Investeringsbank een belangrijke rol speelt in de vorm van rechtstreekse, concrete initiatieven waarmee, in het bijzonder voor kleine en zeer kleine ondernemingen, de toegang tot financiering wordt vergemakkelijkt;

16. dringt aan op de uitvaardiging van eenvoudige voorschriften die, nauwkeurig omschreven uitzonderingen daargelaten, de mogelijkheid bieden om het vermogen van de onderneming te scheiden van dat van de directeur, zelfs als de bedrijfsleider zijn activiteit op individuele basis uitoefent;

17. verzoekt de Commissie en de lidstaten na te gaan of het mogelijk is de beste marktanalysemechanismen te gebruiken ter ondersteuning van het streven naar internationalisering van het MKB en voor het opzetten van mechanismen ter ondersteuning van hun strategische planning;

18. wijst op de voordelen van nieuwe financieringsvormen door middel van innovatieve regelingen en niet-bancaire methodes, zoals leningssystemen tussen bedrijven onderling (peer-to-peer), microleningen, MKB-obligaties en factuurproducten, die essentiële investeringsmiddelen kunnen opleveren voor sociale ondernemingen en "zelfstarters";

19. wijst op de potentiële waarde van nationale of regionale investeringsbanken, die betaalbare financiering aan het MKB kunnen verstrekken, wanneer commerciële banken of andere particuliere financieringsbronnen niet toegankelijk zijn;

20. merkt op dat een gebrek aan kennis en informatie het aanbod van schuld- en aandelenfinanciering voor het MKB kan beïnvloeden, waardoor financiering wordt geweigerd aan potentieel levensvatbare bedrijven, hetgeen de ontwikkeling of oprichting van levensvatbare MKB-bedijven en micro-ondernemingen belemmert; beseft dat "éénloketsystemen" en e‑overheid dit probleem kunnen helpen ondervangen doordat alle relevante informatie op zeer toegankelijke wijze aan het MKB wordt verstrekt;

21. verzoekt de Commissie in samenwerking met de lidstaten maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat begrijpelijke, volledige en gespecialiseerde informatie op regionaal en lokaal niveau wordt verstrekt aan MKB-bedrijven die financiering zoeken, zodat zij gemakkelijker toegang krijgen tot financieringsmiddelen, en dat informatie minder vaak ontbreekt, wat de belangrijkste reden is voor de beperkte toegang van het MKB tot financiering, hetgeen gevolgen heeft voor hun kansen om banen te creëren;

22. onderstreept dat het noodzakelijk is de belemmeringen voor grensoverschrijdende investeringen in de EU te onderzoeken om enerzijds de grensoverschrijdende kapitaalverstrekking te bevorderen en anderzijds belastingontduiking en ‑ontwijking te ontmoedigen;

23. onderstreept de rol van lidstaten ten behoeve van de toegang van het MKB tot financiering door middel van transparante procedures die erop gericht zijn de concurrentiekracht van de economie te vergroten, de werkgelegenheid in stand te houden en werkloosheid tegen te gaan;

24. verheugt zich over de aangescherpte MKB-toets, die ervoor zorgt dat bij de opstelling van nieuwe wetgevingsvoorstellen alle beschikbare mogelijkheden regelmatig worden bekeken om aan MKB-bedrijven en micro-ondernemingen geen onevenredige lasten op te leggen; benadrukt echter dat deze maatregelen niet van toepassing mogen zijn op de voorschriften inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk;

25. beseft dat de administratieve lasten en de financiële risico's in verband met het verkrijgen van financiering stress en andere negatieve gevolgen voor de gezondheid van werknemers en eigenaars van MKB-bedrijven en micro-ondernemingen tot gevolg kunnen hebben; onderstreept dat werkgelegenheid en sociale regelgeving moeten bijdragen tot het welzijn van ondernemers en hun werknemers, zonder dat er extra belemmeringen voor hun succes worden opgeworpen;

26. roept de Commissie en de lidstaten op na te denken over de sterke sociale en economische argumenten voor het gebruik van de bestaande EU-initiatieven om eigenaars van potentiële of bestaande MKB-bedrijven uit te rusten met de voor een succesvol financieel beheer noodzakelijke vaardigheden, hulpmiddelen en kennis.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

29.11.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

35

0

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Regina Bastos, Heinz K. Becker, Jean-Luc Bennahmias, Phil Bennion, Pervenche Berès, Vilija Blinkevičiūtė, Alejandro Cercas, Emer Costello, Frédéric Daerden, Karima Delli, Sari Essayah, Richard Falbr, Thomas Händel, Marian Harkin, Nadja Hirsch, Danuta Jazłowiecka, Martin Kastler, Ádám Kósa, Jean Lambert, Veronica Lope Fontagné, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Konstantinos Poupakis, Sylvana Rapti, Licia Ronzulli, Nicole Sinclaire, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Andrea Zanoni, Inês Cristina Zuber

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Georges Bach, Edite Estrela, Sergio Gutiérrez Prieto, Filiz Hakaeva Hyusmenova, Svetoslav Hristov Malinov, Anthea McIntyre, Antigoni Papadopoulou, Evelyn Regner, Csaba Sógor

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jens Geier, Åsa Westlund

  • [1]  Europese Commissie, "Prestaties en beleidsmaatregelen van de lidstaten inzake het concurrentievermogen: het concurrentievermogen versterken, editie van 2011".
  • [2]  ECB en Europese Commissie, onderzoek "Toegang tot financiering voor kmo's", 2009-2011.

ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (30.11.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake verbetering van de toegang tot financiering voor het mkb
(2012/2134(INI))

Rapporteur voor advies: Jorgo Chatzimarkakis

SUGGESTIES

De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is ingenomen met het actieplan van de Commissie en de getroffen maatregelen om de toegang tot financiering voor het mkb te vergemakkelijken;

2.  verwelkomt het initiatief van de Commissie ter vereenvoudiging van de toegang tot langetermijnfinanciering voor bedrijven in het kader van de Single Market Act;

3.  merkt op dat 99% van alle Europese bedrijven kleine en middelgrote bedrijven zijn en goed zijn voor 85% van de werkgelegenheid, en dat netwerken van dergelijke kleinere ondernemingen in veel gevallen een betrouwbare ondersteuning vormen van grotere bedrijven; is van mening dat het mkb aldus de drijvende kracht vormt achter de Europese economie en primair verantwoordelijk is voor het creëren van banen, duurzame groei en innovatie;

4.  wijst erop dat kleine en middelgrote ondernemingen in Europa heel heterogeen zijn voor wat betreft de bedrijfsmodellen die ze gebruiken en de investerings- en innovatiecriteria die ze hanteren, en dat ze daarom met diverse soorten financieringsproblemen te maken hebben; benadrukt dat dit tot uiting moet komen in hun financieringsmodaliteiten en pleit voor gedifferentieerde methoden voor de beoordeling en ondersteuning van elk investeringsmodel;

5.  merkt op dat de financiële crisis in de EU tot een aantal faillissementen van Europese banken heeft geleid en dat kredietverstrekkers daardoor enerzijds minder bereid zijn het mkb krediet te verstrekken, hetgeen een belemmering vormt voor de toegang tot financiering voor het mkb, en dat anderzijds het vertrouwen van bedrijven in kredietinstellingen is beschadigd, waardoor zij ervoor terugschrikken kredietaanvragen in te dienen; constateert met bezorgdheid dat de bankensector, die steeds kapitaal- en risicogevoeliger wordt, meer zekerheden en hogere risicopremies verlangt, en dat dit resulteert in ontoereikende financieringsmogelijkheden en gemiste kansen op het punt van zakelijke en werkgelegenheidsperspectieven in deze buitengewoon omvangrijke sector van de economie; beschouwt de beschikbaarheid van krediet- en leninggarantieregelingen derhalve als cruciaal voor de benutting van het groei- en werkgelegenheidspotentieel dat het mkb te bieden heeft;

6.  wijst er met nadruk op dat de hogere belastingen die de lidstaten in het kader van de opgelegde budgettaire aanpassingsprogramma's moeten doorvoeren, het mkb en consumenten het leven bijzonder moeilijk maken; dringt aan op maatregelen waardoor het mkb eenvoudiger financiering kan aanvragen in het kader van EU- en nationale programma's; verzoekt de Commissie met klem een effectbeoordeling op te maken van de budgettaire aanpassingsmaatregelen, en daarbij vooral aandacht te besteden aan het mkb;

7.  merkt op dat er speciale aandacht moet worden besteed aan het feit dat de economische crisis tot het faillissement van vele levensvatbare bedrijven heeft geleid; verzoekt de lidstaten en de Commissie daarom financiële ondersteuning te verstrekken en ondernemers op die manier een tweede kans te geven om een nieuw bedrijf op te starten;

8.  verzoekt de lidstaten versnelde procedures en éénloketsystemen voor het mkb te creëren met als doel de oprichting van nieuwe bedrijven alsook de toegang van deze bedrijven tot internationale markten te bevorderen; dringt er bij de Commissie op aan een grotere samenhang tussen de verschillende programma's tot stand te brengen en daardoor garanties te bieden en een billijk evenwicht te creëren tussen nationale en EU-regelingen ter ondersteuning van de financiering van innovatie of voor het verstrekken van risicokapitaal aan kleine en middelgrote ondernemingen;

9.  verzoekt de Commissie voorts de samenwerking met nationale ontwikkelings- en commerciële banken te verbeteren met als doel ervaringen te bundelen, optimale praktijken uit te wisselen, synergieën te ontwikkelen en na te gaan hoe EU-financieringsprogramma's voor het mkb kunnen worden vereenvoudigd en gestroomlijnd, en de bestaande investeringsbanken voor het mkb in staat te stellen hun werkzaamheden in andere lidstaten uit te breiden overeenkomstig de voorwaarden die gelden in die lidstaten;

10. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan "business angels" te steunen en adequate budgettaire stimulansen voor dit financieringsmodel te verstrekken; roept de Commissie en de lidstaten er voorts toe op coöperatieve financieringsprogramma's te bevorderen waarbij ervaren gepensioneerde managers en financiers moeten worden betrokken;

11. vraagt de Commissie en de lidstaten meer informatie te verstrekken over EU-initiatieven ter ondersteuning van mkb-financiering, waaronder het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME);

12. is van mening dat mobilisering van de spaartegoeden van huishoudens een essentieel instrument is om investeringen in het mkb te stimuleren; herinnert de Commissie aan de noodzaak zo spoedig mogelijk te komen met een voorstel om meer kapitaal voor het mkb vrij te maken;

13. onderstreept het belang van betere toegang tot informatie voor het mkb; verzoekt de Commissie en de lidstaten daarom om ondernemers via één enkele Europese website volledige en geldige informatie inzake toegang tot adequate financiering te verstrekken, die beschikbaar is in alle EU-talen met nuttige referenties;

14. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan zich te beraden over manieren waarop de toegang tot financiering kan worden verbeterd voor kleine en middelgrote ondernemingen die gespecialiseerd zijn in de voorziening van de overheidssector met innovatieve werken, leveringen of diensten; dringt met name aan op maatregelen om de financieringsvoorwaarden te verbeteren door erop toe te zien dat durfkapitaal en andere relevante financieringsbronnen ten volle het groeipotentieel onderkennen van innovatiegerichte bedrijven die met partners uit de publieke sector samenwerken zowel bij precommerciële aanbestedingsprojecten als in het kader van innovatiepartnerschappen;

15. onderstreept dat er bij studenten en hun docenten meer belangstelling moet worden gewekt voor het ondernemerschap; wijst erop dat ondernemers in opleiding adequate educatieprogramma's moeten worden aangeboden omtrent de toegang tot financieringsfaciliteiten;

16. verzoekt de lidstaten bureaucratische lasten te verminderen en procedures te vereenvoudigen die een belemmering vormen voor de oprichting van nieuwe bedrijven en obstakels creëren voor het mkb met betrekking tot de instandhouding van hun bedrijfsactiviteiten, met name in het licht van de mededeling van de Commissie van 23 november 2011 getiteld "Regeldruk voor het mkb verminderen – EU-regelgeving aanpassen aan de behoeften van micro-ondernemingen" (COM(2011)0803); benadrukt in dit verband dat het belangrijk is dat de Commissie en de lidstaten de mkb-toets consequent op alle relevante beleidsterreinen toepassen;

17. verzoekt de Commissie vereenvoudigde en minder kostbare voorschriften en richtsnoeren voor te stellen, vooral met betrekking tot programma's ter ondersteuning van kleinschalige mkb-financieringsfaciliteiten in de vorm van garanties en mezzanine- of aandelenfinanciering;

18. onderstreept de noodzaak tot vermindering van de formaliteiten voor het opstarten van een nieuw bedrijf en verzoekt de Commissie een onderzoek in te stellen naar de in de lidstaten gangbare optimale praktijken en grotere ruchtbaarheid te geven aan succesverhalen;

19. dringt er bij de lidstaten op aan de toegang voor het mkb tot financiering te vergemakkelijken door de regels inzake de in te dienen gegevens te vereenvoudigen en de oprichting van elektronische databanken voor certificaten en andere ondersteunende documenten te bevorderen;

20. verzoekt de lidstaten de Richtlijn betalingsachterstand[1] zo snel mogelijk om te zetten;

21. benadrukt dat het belangrijk is het mkb te helpen investeerders aan te trekken om de financiering van investeringen in het mkb te waarborgen, met name door kleine en middelgrote bedrijven te helpen om op een professionelere manier overtuigende bedrijfsplannen op te stellen;

22. vraagt de Commissie en de lidstaten om het belastingstelsel en de bijbehorende administratieve procedures voor het mkb te vereenvoudigen en de nog resterende lasten weg te nemen met als doel investeringen beter te ondersteunen, grensoverschrijdende handel te bevorderen en de productiviteit en groei te stimuleren;

23. benadrukt dat een eerlijk en transparant regelgevingskader van de EU voor overheidsopdrachten en de uitgebalanceerde, transparante en niet-discriminerende handhaving van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten[2] onontbeerlijk zijn om de toegang tot overheidsopdrachten voor het mkb te verbeteren en het daadwerkelijk in staat te stellen dergelijke contracten te voltooien;

24. wijst er voorts op dat maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de vereenvoudiging van grensoverschrijdende activiteiten voor het mkb niet tegelijkertijd grensoverschrijdende activiteiten in fictief zelfstandig dienstverband, in het bijzonder in de bouwsector, in de hand werkt;

25. is van mening dat, om te garanderen dat de fondsen het mkb effectief bereiken, er een monitoringsysteem moet worden opgezet om zeker te zijn dat de banken de beschikbare fondsen en garanties ook daadwerkelijk gebruiken om de kredietverlening aan het mkb te vergroten; is van mening dat dit ook de invoering kan impliceren van rapportagesystemen en van een gedragscode voor banken die het mkb leningen verstrekken.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

28.11.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

35

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pablo Arias Echeverría, Birgit Collin-Langen, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, Cornelis de Jong, Vicente Miguel Garcés Ramón, Thomas Händel, Sandra Kalniete, Edvard Kožušník, Toine Manders, Franz Obermayr, Sirpa Pietikäinen, Phil Prendergast, Mitro Repo, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Gino Trematerra, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s)

Raffaele Baldassarre, Regina Bastos, Jürgen Creutzmann, Ashley Fox, Marielle Gallo, María Irigoyen Pérez, Morten Løkkegaard, Emma McClarkin, Konstantinos Poupakis, Sylvana Rapti, Marc Tarabella, Patricia van der Kammen, Kerstin Westphal

  • [1]  PB L 48 van 23.2.2011, blz. 1.
  • [2]  PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (6.12.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake verbetering van de toegang tot financiering voor het mkb
(2012/2134(INI))

Rapporteur voor advies: Vladimír Maňka

SUGGESTIES

De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is tevreden met het actieplan van de EU ter verbetering van de toegang tot financiering voor micro-ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf (mkb), overeenkomstig de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, om de bedrijven in kwestie in staat te stellen de moeilijkheden te overwinnen waarmee zij tijdens de huidige economische en financiële crisis te maken krijgen;

2.  wijst erop dat het mkb, dat de ruggengraat is van de economie van de EU, zwaar door bovengenoemde crisis is getroffen; wijst erop dat goede en tijdige toegang tot financiering voor het mkb een stimulerend effect heeft op de economische groei, de werkgelegenheid, de arbeidsproductiviteit en de sociale cohesie, die van wezenlijk belang zijn voor de welvaart in alle regio's van de EU, en tegelijk sterke lokale, regionale en nationale ontwikkeling genereert en de werkgelegenheid beschermt;

3.  is voorstander van een verhoging van het kapitaal van de Europese Investeringsbank (EIB) als manier om de verstrekking van leningen aan het mkb te verbeteren en nieuwe investeringen te realiseren, teneinde de economische activiteit aan te zwengelen, werkgelegenheid te creëren en welvaart te genereren;

4.  wijst erop dat het cohesiebeleid in tijden van begrotingsbezuinigingen en verminderde kredietverleningscapaciteit van de privésector een van de belangrijkste bronnen van steun voor het mkb van de EU is en het belangrijkste investeringsinstrument voor convergentie en duurzame ontwikkeling van de EU; is van mening dat de toekomstige financiële steun – die afgestemd moet zijn op de andere sectorale maatregelen ter ondersteuning van het mkb – gericht moet zijn op het versterken van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit van het mkb, om de prestaties ervan op te voeren, zodat bijkomende werkgelegenheid kan worden gegenereerd en het herstel van de economie en het concurrentievermogen van de EU kan worden bevorderd;

5.  acht het noodzakelijk om de vereenvoudiging van de administratieve procedures op Europees, nationaal, regionaal, lokaal en grensoverschrijdend niveau verder te stimuleren, teneinde te zorgen voor een duidelijk en transparant rechtskader, en om te blijven streven naar een minder complexe regelgeving, omdat het complexe karakter van de regelgeving vaak een belemmering vormt voor de begunstigden, in het bijzonder het mkb, wanneer EU-financiering wordt aangevraagd, bijvoorbeeld door voor indieners van een aanvraag één loket te creëren, de goedkeuringsprocedures voor de verkrijging van financiering te verkorten en subsidies sneller uit te betalen;

6.  steunt het besluit van de Commissie om in het toekomstig regelgevingskader voor het cohesiebeleid een brede waaier van aangepaste financiële instrumenten voor het mkb te creëren, de verstrekking van informatie over de financiële instrumenten te verbeteren en op te voeren en tegelijk het gebruik van deze instrumenten en de controle van de activiteiten in het kader ervan te verbeteren; beveelt aan dat een beroep op de structuurfondsen, samen met financiering door de EIB, verder wordt onderzocht, onder andere voor de financiering van durfkapitaalfondsen en fondsen die hun rendement kunnen verbeteren door extra financiering voor het mkb te genereren.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.11.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

30

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

François Alfonsi, Luís Paulo Alves, Victor Boştinaru, John Bufton, Salvatore Caronna, Nikos Chrysogelos, Francesco De Angelis, Tamás Deutsch, Rosa Estaràs Ferragut, Danuta Maria Hübner, María Irigoyen Pérez, Seán Kelly, Mojca Kleva Kekuš, Constanze Angela Krehl, Ramona Nicole Mănescu, Iosif Matula, Erminia Mazzoni, Jens Nilsson, Jan Olbrycht, Younous Omarjee, Ewald Stadler, Georgios Stavrakakis, Lambert van Nistelrooij, Oldřich Vlasák, Kerstin Westphal, Hermann Winkler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jan Březina, Andrea Cozzolino, Ivars Godmanis, Karin Kadenbach, Lena Kolarska-Bobińska, Vilja Savisaar-Toomast, Elisabeth Schroedter

ADVIES van de Commissie juridische zaken (28.11.2012)

aan de Commissie economische en monetaire zaken

inzake betere toegang tot financiering voor kmo's
(2012/2134(INI))

Rapporteur voor advies: Rebecca Taylor

SUGGESTIES

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie economische en monetaire zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is verheugd over het actieplan van de Commissie met het oog op een betere toegang tot financiering voor kmo's, met name ten aanzien van de verbetering van het Europese regelgevingskader inzake risicokapitaal; onderstreept de noodzaak van oplossingen die rekening houden met de specifieke eisen van de kmo's en die het mogelijk maken hun ontwikkeling te steunen op basis van hun grootte, omzet en kredietbehoefte;

2.  onderstreept het gebrek aan gespecialiseerde financiële en juridische kennis waarmee het overgrote deel van de kmo's te kampen heeft, hetgeen hun toegang tot kapitaal bemoeilijkt; wijst er bovendien op dat de kmo's de Europese wetgeving vaak als administratieve last ervaren en moeite met de interpretatie hebben, hetgeen eveneens hun toegang tot kapitaal beïnvloedt;

3.  doet een beroep op de Commissie om onverwijld een brede en doelmatige herziening van de financiële wetgeving en de regelgeving van de EU te overwegen, die momenteel de kmo's belasten, na haar onderzoek naar de fiscale belemmeringen van de grensoverschrijdende risicokapitaalinvesteringen in de EU; is van oordeel dat de Commissie, na deze brede herziening, voorstellen moet indienen om de kmo's vrij te stellen, indien zij door regelgeving onevenredig worden belast en er geen deugdelijke reden bestaat om hen onder de wetgeving te laten vallen, of pasklare benaderingen of lichtere regelingen te overwegen wanneer een vrijstelling niet geschikt is;

4.  onderstreept dat het aantal kmo's dat sluit of failliet gaat, gestaag toeneemt met een dienovereenkomstige toename van de werkeloosheid; wijst erop dat de door de EU tot dusverre vastgestelde maatregelen ten behoeve van de groei kennelijk niet doeltreffend genoeg zijn en verzoekt de Commissie om onverwijld concretere maatregelen vast te stellen inzake de toegang van de kmo's tot kapitaal en ter stimulering van deze ondernemingen en van de werkgelegenheid;

5.  constateert dat het ontbreekt aan grensoverschrijdende activiteit in de Europese Unie ten aanzien van de toegang tot financiering voor kmo's, met name op het stuk van nieuwe financieringswijzen, zoals crowdfunding, platforms van business angels en in het algemeen peer-to-peer lending, die zorgen voor financiële middelen voor kmo's, welke anders waarschijnlijk geen goedkeuring van meer gebruikelijke financiële intermediairs zouden krijgen;

6.  onderstreept het gebrek aan juridische samenhang in de EU ten aanzien van deze nieuwe financieringsmiddelen en doet een beroep op de Commissie om de voornaamste verschillen binnen de lidstaten onder de loep te nemen en te komen met richtsnoeren voor deze nieuwe financieringsmiddelen die tevens een groot potentieel voor groei en het creëren van banen kunnen bieden;

7.  verzoekt de Commissie om het herstel van en de steun aan de kmo's tot hoeksteen van haar eigen toekomstige beleid te maken, en onderstreept dat het vooruitzicht van een Europa dat louter en alleen is gebaseerd op dienstverlening, tot geen enkele groei zal leiden;

8.  onderstreept dat de Commissie de kmo-test, met inbegrip van de specifieke inachtneming van micro-ondernemingen, en het beginsel "denk eerst klein" moet toepassen bij het opstellen van wetgevingsvoorstellen, en effectbeoordelingen voor alle wetgevingsvoorstellen moet uitvoeren, met name voorstellen van financiële aard, opdat alle op kmo's toepasbare opties in een vroeg stadium naar behoren worden beoordeeld, afgebakend en aangepakt, en dat zij hiermee rekening moet houden ten einde de weerslag voor kmo's tijdens de uitwerkingsfase van de wetsvoorstellen tot een minimum te beperken; acht het van essentieel belang dat de Commissie tracht de regelgevingslast voor kmo's in daaropvolgende voorstellen tot een minimum te beperken en voor elke vrijstelling een verklaring geeft;

9.  onderstreept dat de stuwende kracht achter de Europese economie tot op heden werd gevormd door honderdduizenden kmo's die dankzij de kwaliteit van hun producten en de uitmuntendheid van hun productieprocessen ervoor hebben gezorgd dat de Europese productie zich onderscheidt van die van haar concurrenten in de wereld;

10. onderstreept dat de moeizame toegang tot kredieten vaak voortvloeit uit het feit dat de kleine en middelgrote ondernemingen slecht op de hoogte zijn van de hun ter beschikking staande instrumenten; doet een beroep op de Commissie om ervoor te zorgen dat de lidstaten kmo's meer steun, onderwijs en opleiding bieden op het stuk van de financiering en om te overwegen bij de ontwikkeling van deze opleiding intensiever met de vertegenwoordigende organisaties van de kmo's samenwerken; dringt er tevens bij de Commissie op aan vereenvoudigingsprogramma's op te stellen ten einde de toegang tot Europese financieringsprogramma's te verbeteren;

11. is verheugd over het initiatief van de Commissie om de lidstaten sterk aan te moedigen de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake betalingsachterstand te bespoedigen, aangezien dergelijke betalingsachterstanden zeer nadelig zijn voor de financiële planning van de kmo's en vaak de oorzaak van hun faillissement vormen; verzoekt de Commissie in het kader hiervan de betaling van de reeds verleende kredieten door de overheidsinstanties nauwlettend te analyseren;

12. onderstreept het feit dat een risico van discriminatie bestaat bij de toegang tot financiering voor kmo's die worden geleid door vrouwen, etnische minderheden, mensen met handicaps en leden van andere minderheidsgroeperingen, en doet een beroep op de Commissie en de lidstaten om dit risico van discriminatie te erkennen en, ter bestrijding ervan, van de geldleners te eisen dat zij, indien zij kmo's de toegang tot kapitaal weigeren, deze weigering in alle details motiveren;

13. verzoekt de Commissie om specifieke financieringsstrategieën uit te denken ten behoeve van lidstaten, ondernemingsnetwerken en consortia van kleine en middelgrote ondernemingen;

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.11.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

19

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Evelyn Regner, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Sergio Gaetano Cofferati, Eva Lichtenberger, Angelika Niebler, József Szájer, Axel Voss

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

18.12.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

40

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Elena Băsescu, Jean-Paul Besset, Sharon Bowles, Udo Bullmann, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Gunnar Hökmark, Wolf Klinz, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Philippe Lamberts, Werner Langen, Astrid Lulling, Ivari Padar, Alfredo Pallone, Antolín Sánchez Presedo, Olle Schmidt, Edward Scicluna, Peter Simon, Theodor Dumitru Stolojan, Kay Swinburne, Sampo Terho, Marianne Thyssen, Corien Wortmann-Kool, Pablo Zalba Bidegain

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Herbert Dorfmann, Sari Essayah, Vicky Ford, Ashley Fox, Robert Goebbels, Sophia in ‘t Veld, Petru Constantin Luhan, Thomas Mann