VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG, Beschikking nr. 575/2007/EG en Beschikking 2007/435/EG van de Raad om het cofinancieringspercentage van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Terugkeerfonds en het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer te verhogen voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige moeilijkheden ondervinden of daardoor worden bedreigd

8.1.2013 - (COM(2012)0526 – C7‑0302/2012 – 2012/0252(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Nils Torvalds


Procedure : 2012/0252(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0004/2013
Ingediende teksten :
A7-0004/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG, Beschikking nr. 575/2007/EG en Beschikking 2007/435/EG van de Raad om het cofinancieringspercentage van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Terugkeerfonds en het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer te verhogen voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige moeilijkheden ondervinden of daardoor worden bedreigd

(COM(2012)0526 – C7‑0302/2012 – 2012/0252(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0526),

–   gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 78, lid 2, en 79, lid 2 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0302/2012),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0004/2013),

1.  stelt zijn standpunt in eerste lezing vast en neemt het voorstel van de Commissie over;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

TOELICHTING

De effecten van de economische en financiële crisis op de overheidsfinanciën zijn in een aantal lidstaten sterk voelbaar. Terwijl de meeste lidstaten verstrekkende maatregelen hebben moeten treffen om het schuldniveau naar beneden te krijgen en het begrotingstekort in te dammen en zo de overheidsfinanciën opnieuw op het pad van duurzaamheid te krijgen, gaan sommige landen dusdanig gebukt onder de crisis dat ze hun toevlucht hebben moeten nemen tot de financiële steunregelingen van de EU. Als gevolg van hun grote economische moeilijkheden zijn deze lidstaten op problemen gestuit bij het nakomen van de cofinancieringseisen die verbonden zijn aan EU-subsidies. Deze moeilijkheden komen ook duidelijk naar voren bij de subsidies in het kader van het algemene programma "Solidariteit en het beheer van migratiestromen".

Dienovereenkomstig heeft de Commissie een mogelijkheid voorgesteld om de cofinancieringspercentages te verhogen voor lidstaten die profiteren van een financiële steunregeling. Het doel van het voorstel is om het cofinancieringspercentage van de Unie met twintig procentpunten te kunnen verhogen en daardoor de behoefte aan cofinanciering voor de lidstaten in kwestie terug te dringen. Hierdoor zou het cofinancieringspercentage uitkomen op 70 %. Voor projecten waarmee specifieke prioriteiten worden aangepakt en voor lidstaten die onder het Cohesiefonds vallen, zou het verhoogde percentage maximaal 95 % bedragen.

De rapporteur onderstreept dat de veranderingen in de cofinancieringspercentages voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden wat hun financiële stabiliteit betreft, geen verhoogde totaalbedragen omvatten voor de fondsen in kwestie. De jaarlijkse nationale toewijzing uit de fondsen op grond van de basisbesluiten blijft onveranderd, terwijl de nationale cofinanciering dienovereenkomstig wordt verminderd. Verder benadrukt de rapporteur dat vergelijkbare wijzigingen in de cofinancieringsvoorschriften al zijn goedgekeurd met betrekking tot de Structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Visserijfonds en het Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Daarom is het redelijk om vergelijkbare wijzigingen aan te brengen in de fondsen op het vlak van migratiestromen. Tevens moet worden opgemerkt dat de voorgestelde verhogingen van de cofinancieringspercentages tijdelijk zijn en geen gevolgen hebben voor de programmeringsperiode 2014-2020.

De rapporteur staat achter de voorstellen om een verhoogd cofinancieringspercentage mogelijk te maken voor lidstaten die financiële steun ontvangen. De achterliggende gedachte voor de fondsen in kwestie is om in de lidstaten een onderling solidariteitsmechanisme op te zetten voor de beheersing van migratiestromen. Deze taak is niet evenredig verdeeld onder de lidstaten en daarom is het gerechtvaardigd om de cofinancieringseisen opnieuw te beoordelen tegen de achtergrond van de huidige economische problemen.

Een goed functionerend beheer van migratiestromen is essentieel voor de Europese Unie als geheel. Het onvermogen van een lidstaat om een efficiënt beheer van migratiestromen te waarborgen, heeft niet alleen gevolgen voor het land zelf, maar heeft ook effect op veel andere lidstaten.

Het is dan ook in het belang van alle lidstaten dat de toezeggingen die gedaan zijn over migratie niet in het gedrang komen vanwege de economische moeilijkheden in sommige lidstaten. Zoals de deelnemers aan een LIBE-missie naar Griekenland onlangs hebben kunnen ondervinden, zijn er verscheidene projecten in voorbereiding waarvoor verhoogde cofinancieringspercentages nodig zijn zodat ze ook kunnen worden uitgevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de renovatie van in slechte staat verkerende detentiecentra en verbeteringen in de technische apparatuur die nodig is voor efficiënt grensbeheer. Het is cruciaal dat lidstaten die met aanzienlijke economische problemen kampen de taken in verband met het beheer van migratiestromen naar behoren kunnen blijven uitvoeren.

De rapporteur legt de nadruk op het grote belang van efficiënte systemen om te controleren en evalueren hoe de financiële middelen worden gebruikt. Het is betreurenswaardig dat in sommige lidstaten het misbruik van subsidies problemen veroorzaakt voor de absorptie van EU-middelen. Het belang van waterdichte beheers- en controlesystemen, gevolgd door adequate inspecties en gedegen toezicht mag dan ook niet worden onderschat. Daarnaast zijn tussentijdse evaluaties en voortdurende efficiënte controle nodig.

Na het gereedmaken van de financiering moeten er snel besluiten worden genomen over deze voorstellen. Met dit in het achterhoofd beveelt de rapporteur de commissie aan deze voorstellen in ongewijzigde vorm goed te keuren. Dit volgt uit de behoefte om erop toe te zien dat de wijzigingen het gewenste effect sorteren op de projecten waarvoor cofinanciering nodig is in lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden wat hun financiële stabiliteit betreft. Deze aanbeveling betekent echter niet dat het Europees Parlement de voorstellen goedkeurt zonder ze eerst aan een grondig onderzoek te hebben onderworpen. De rapporteur is desondanks van mening dat de voorgestelde wijzigingen onder de huidige omstandigheden gerechtvaardigd zijn en dat het essentieel is ze binnen het voorgestelde tijdsbestek aan te nemen, waarbij hij ervoor pleit dat de commissie zich achter de voorstellen schaart.

PROCEDURE

Titel

Verhoging van het cofinancieringspercentage van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Terugkeerfonds en het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen wat betreft sommige bepalingen in verband met het financieel beheer voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden

Document- en procedurenummers

COM(2012)0526 – C7-0302/2012 – 2012/0252(COD)

Datum indiening bij EP

20.9.2012

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

22.10.2012

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

22.10.2012

DEVE

22.10.2012

BUDG

22.10.2012

EMPL

22.10.2012

 

CULT

22.10.2012

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

10.10.2012

DEVE

8.10.2012

BUDG

3.10.2012

EMPL

26.10.2012

 

CULT

8.10.2012

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Nils Torvalds

5.11.2012

 

 

 

Behandeling in de commissie

26.11.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

17.12.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

54

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Philipp Albrecht, Edit Bauer, Rita Borsellino, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Simon Busuttil, Carlos Coelho, Ioan Enciu, Frank Engel, Tanja Fajon, Hélène Flautre, Kinga Gál, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Lívia Járóka, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Timothy Kirkhope, Baroness Sarah Ludford, Monica Luisa Macovei, Véronique Mathieu, Nuno Melo, Louis Michel, Claude Moraes, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Carmen Romero López, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Rui Tavares, Nils Torvalds, Kyriacos Triantaphyllides, Wim van de Camp, Axel Voss, Renate Weber, Cecilia Wikström, Auke Zijlstra

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Anna Maria Corazza Bildt, Cornelis de Jong, Mariya Gabriel, Franziska Keller, Petru Constantin Luhan, Marian-Jean Marinescu, Jan Mulder, Andres Perello Rodriguez, Hubert Pirker, Janusz Wojciechowski

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Ashley Fox, Constance Le Grip, Iosif Matula, Phil Prendergast, Marita Ulvskog, Derek Vaughan

Datum indiening

8.1.2013