VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft een snellereactiemechanisme tegen btw-fraude

24.1.2013 - (COM(2012)0428 – C7‑0260/2012 – 2012/0205(CNS)) - *

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur voor advies: David Casa
PR_CNS_art55am


Procedure : 2012/0205(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0014/2013
Ingediende teksten :
A7-0014/2013
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft een snellereactiemechanisme tegen btw-fraude

(COM(2012)0428 – C7‑0260/2012 – 2012/0205(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2012)0428),

–   gezien artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0260/2012),

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0014/2013),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) Een krachtiger bestrijding van belastingfraude en -ontduiking is van essentieel belang voor het herstel en het behoud van de stabiliteit en de kracht van de overheidsfinanciën overal in de Unie.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Belastingfraude op het gebied van de indirecte belastingen leidt tot een aanzienlijke derving van begrotingsinkomsten en heeft een negatieve invloed op de concurrentievoorwaarden en aldus op de werking van de interne markt. Recentelijk hebben specifieke vormen van plotse en grootschalige belastingfraude het licht gezien, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van elektronische hulpmiddelen, die het gemakkelijker maken om snel en op grote schaal illegale activiteiten te verrichten.

(1) Belastingfraude op het gebied van de indirecte belastingen resulteert in aanzienlijke verliezen voor de overheidsfinanciën en heeft een negatieve invloed op de concurrentievoorwaarden en aldus op de eerlijke en efficiënte werking van de interne markt. Dergelijke verliezen moeten aan banden worden gelegd, vooral in tijden van bezuinigingen. Recentelijk hebben specifieke vormen van plotse en grootschalige belastingfraude het licht gezien, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van elektronische hulpmiddelen, die het gemakkelijker maken om snel en op grote schaal illegale activiteiten te verrichten, vaak over de grenzen van lidstaten heen.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Teneinde bepaalde vormen van belastingfraude of –ontwijking te voorkomen, kunnen de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde verzoeken om te mogen afwijken van de bepalingen van die richtlijn. Voor het verlenen van een machtiging voor een dergelijke derogatie is een voorstel van de Commissie vereist dat door de Raad moet worden goedgekeurd. Uit recente ervaringen is gebleken dat de machtigingsprocedure niet altijd flexibel genoeg is om een direct en passend antwoord te geven op de verzoeken van de lidstaten.

(2) Teneinde bepaalde vormen van belastingfraude of –ontwijking te voorkomen, kunnen de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde verzoeken om te mogen afwijken van de bepalingen van die richtlijn. Voor het verlenen van een machtiging voor een dergelijke derogatie is een voorstel van de Commissie vereist dat door de Raad moet worden goedgekeurd. Uit recente ervaringen is gebleken dat de machtigingsprocedure niet altijd snel of flexibel genoeg is om een direct en passend antwoord te geven op de verzoeken van de lidstaten.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De aanwijzing van de ontvanger als de tot voldoening van de btw gehouden persoon (verleggingsregeling) is een doeltreffende maatregel om onmiddellijk een einde te maken aan de bekendste vormen van belastingontduiking in bepaalde sectoren. Aangezien de omstandigheden mettertijd evenwel kunnen wijzigen, kan het ook dienstig zijn in andere maatregelen te voorzien. Te dien einde moet de Raad, in voorkomend geval, op voorstel van de Commissie het snellereactiemechanisme van toepassing verklaren op andere maatregelen. Het soort maatregelen waarvoor machtiging kan worden verleend, moet worden vastgelegd opdat de Commissie nadien zo snel mogelijk machtiging voor derogaties kan verlenen.

(7) De aanwijzing van de ontvanger als de tot voldoening van de btw gehouden persoon ("verleggingsregeling") is een doeltreffende maatregel om onmiddellijk een einde te maken aan de bekendste vormen van belastingontduiking in bepaalde sectoren ("carrouselfraude"). Gezien de bestaande tekortkomingen van het btw-stelsel en afhankelijk van hoe de omstandigheden mettertijd kunnen wijzigen, kan het echter ook dienstig zijn in andere maatregelen te voorzien. Te dien einde moet de Commissie, in voorkomend geval, andere maatregelen voorstellen die van toepassing zijn op het snellereactiemechanisme. Die maatregel moet met eenparigheid van stemmen worden goedgekeurd door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement. Het soort maatregelen waarvoor machtiging kan worden verleend, moet grondig en op transparante wijze worden vastgelegd opdat de Commissie nadien zo snel mogelijk machtiging voor derogaties kan verlenen.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Met het oog op de constante ontwikkeling en verbetering van het snellereactiemechanisme, brengt de Commissie regelmatig verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing ervan, waarbij zij nog andere onder de werking van het mechanisme te brengen maatregelen bekijkt, en nieuwe manieren om de samenwerking tussen de lidstaten in het algemene kader van het mechanisme te versterken.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter) Om het snellereactiemechanisme bevredigend te laten functioneren moet de Commissie te allen tijde snel en juist kunnen handelen in deze kwesties. Het personeel en andere middelen van het snellereactiemechanisme moeten daarom adequaat zijn en er moet een versnelde besluitvormingsprocedure worden opgezet en gehandhaafd.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quater) Omdat toepassing van een bijzondere maatregel in de ene lidstaat gevolgen kan hebben op het btw-stelsel van de andere lidstaten, moet de Commissie omwille van de transparantie alle lidstaten steeds verwittigen van elk verzoek dat wordt ingediend, en van elk besluit dat daarover wordt genomen.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quinquies) Bij het verbeteren en verfijnen van het snellereactiemechanisme dient de Commissie uitgebreid te overleggen met ondernemingen uit fraudegevoelige sectoren en andere belanghebbende partijen.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Daar de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk een einde maken aan plotse en grootschalige btw-fraude die zeer vaak een internationale dimensie heeft, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, omdat deze afzonderlijk niet de mogelijkheden hebben om op te treden tegen fraudecircuits met betrekking tot nieuwe vormen van handel die zich over verschillende landen tegelijkertijd uitstrekken, en derhalve, teneinde een sneller en daardoor ook een gepaster en doeltreffender antwoord te bieden op deze praktijken, beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(10) Daar de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk een einde maken aan plotse en grootschalige btw-fraude die zeer vaak een internationale dimensie heeft, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, omdat deze afzonderlijk niet de mogelijkheden hebben om op te treden tegen fraudecircuits met betrekking tot nieuwe vormen van handel die zich over verschillende landen tegelijkertijd uitstrekken, en derhalve, teneinde een sneller en daardoor ook een gepaster en doeltreffender antwoord te bieden op deze praktijken, beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, moet de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG

Afdeling 1 bis – artikel 395 bis – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) aanwijzing van de ontvanger als de tot voldoening van de btw gehouden persoon ter zake van specifieke leveringen van goederen en diensten in afwijking van artikel 193, na een daartoe strekkend verzoek als bedoeld in lid 2 van dit artikel;

(a) aanwijzing van de ontvanger als de tot voldoening van de btw gehouden persoon ter zake van specifieke leveringen van goederen en diensten in afwijking van artikel 193 ("verleggingsregeling"), na een daartoe strekkend verzoek als bedoeld in lid 2 van dit artikel;

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG

Afdeling 1 bis – artikel 395 bis – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) iedere andere maatregel die door de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen wordt aangenomen.

(b) iedere andere maatregel die door de Commissie wordt voorgesteld en met eenparigheid van stemmen wordt goedgekeurd door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG

Afdeling 1 bis – artikel 395 bis – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van punt a) wordt de bijzondere maatregel onderworpen aan passende controlemaatregelen door de lidstaten met betrekking tot de belastingplichtigen die de goederen leveren of diensten verrichten waarop de maatregel van toepassing is.

Voor de toepassing van punten a) en b) wordt een eventueel aangewende bijzondere maatregel onderworpen aan passende controlemaatregelen door de lidstaten met betrekking tot de belastingplichtigen die de goederen leveren of diensten verrichten waarop de maatregel van toepassing is.

Motivering

De wetstekst moet ruimte laten voor opname van nog andere bijzondere maatregelen bij het toepassingsgebied van het mechanisme.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 (nieuw)

2006/112/EC

Afdeling 1 bis – artikel 395 bis – lid 1 – alinea 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De in dit lid geregelde procedure wordt binnen drie maanden voltooid.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG

Afdeling 1 bis – artikel 395 bis – lid 2 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Een lidstaat die een maatregel als bedoeld in lid 1 wil treffen, dient een verzoek in bij de Commissie. Hij deelt de Commissie mee om welke sector het gaat, de vorm en de kenmerken van de fraude, het plotse en grootschalige karakter ervan alsook de gevolgen in termen van aanzienlijke en onherstelbare financiële verliezen. Wanneer de Commissie meent niet over alle nodige gegevens te beschikken, neemt zij binnen een maand na ontvangst van het verzoek contact op met de betrokken lidstaat en deelt zij hem mee welke aanvullende gegevens vereist zijn.

2. Een lidstaat die een maatregel als bedoeld in lid 1 wil treffen, dient een verzoek in bij de Commissie. Hij deelt de Commissie, de bevoegde commissies van het Europees Parlement en de Rekenkamer mee om welke sector het gaat, de vorm en de kenmerken van de fraude, het plotse en grootschalige karakter ervan alsook de gevolgen in termen van aanzienlijke en onherstelbare financiële verliezen. Wanneer de Commissie meent niet over alle nodige gegevens te beschikken, neemt zij binnen twee weken na ontvangst van het verzoek contact op met de betrokken lidstaat en deelt zij hem mee welke aanvullende gegevens vereist zijn. De Commissie raadpleegt indien van toepassing en indien mogelijk tevens de sector in kwestie.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG

Afdeling 1 bis – artikel 395 bis – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Zodra de Commissie over alle gegevens beschikt die zij nodig acht voor de beoordeling van het verzoek, wordt de betrokken lidstaat binnen een maand door de Commissie ofwel machtiging voor de bijzondere maatregel verleend ofwel in kennis gesteld van het feit dat zij bezwaar maakt tegen de gevraagde maatregel.

Zodra de Commissie over alle gegevens beschikt die zij nodig acht voor de beoordeling van het verzoek:

 

(a) stelt zij de betrokken lidstaat daarvan in kennis;

 

(b) zendt zij het verzoek in de oorspronkelijke taal naar de andere lidstaten door;

 

(c) wordt de betrokken lidstaat binnen een maand door de Commissie ofwel machtiging voor de bijzondere maatregel verleend ofwel tegelijk met de andere lidstaten, de bevoegde commissies van het Europees Parlement en de Europese Rekenkamer door middel van een gedetailleerde motivering in kennis gesteld van het feit dat zij bezwaar maakt tegen de gevraagde maatregel.

Motivering

Grotere transparantie in deze hele procedure maakt het de lidstaten gemakkelijker om een volledig beeld te krijgen van fraudepatronen, hun optreden over de grenzen heen te coördineren en om snelle en precieze beslissingen te nemen binnen de SCAC.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Richtlijn 2006/112/EG

Afdeling 1 bis – artikel 395 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 395 quater

 

Om de drie jaar en voor het eerst uiterlijk op 1 juli 2014, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van het op grond van deze afdeling ingestelde snellereactiemechanisme. In het verslag worden nog andere in het toepassingsgebied van het mechanisme op te nemen bijzondere maatregelen bekeken en nieuwe manieren om de samenwerking tussen de lidstaten in het algemene kader van het mechanisme te versterken.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 1 bis

 

De Commissie brengt uiterlijk op 1 januari 2014 verslag uit over de wijze waarop de gewone derogatieprocedure van artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG kan worden versneld. In dit verslag moet worden aangegeven met welke wijzigingen in bestaande structuren en gewoontes kan worden bereikt dat de Commissie de procedure altijd binnen vijf maanden na ontvangst van een verzoek van een lidstaat kan voltooien. Indien nodig worden er wetgevingsvoorstellen bij het verslag gevoegd.

Motivering

De ervaring tot dusver is dat de Commissie bij de gewone derogatieprocedure vaak nogal traag te werk gaat. Hier schijnt wel enige ruimte voor verbetering te zijn. Naast de invoering van het snellereactiemechanisme moet ook worden geprobeerd deze gewone derogatieprocedure efficiënter te maken.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

2. De lidstaten delen het Europees Parlement en de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. De richtlijn wordt met de hierbij te wijzigen richtlijn binnen drie maanden na inwerkingtreding geconsolideerd.

TOELICHTING

Het voorstel van de Commissie

Op 31 juli 2012 diende de Commissie een voorstel in voor een snellereactiemechanisme (SRM) waarmee lidstaten sneller en efficiënter kunnen reageren op btw-fraude. In het kader van het SRM kan een lidstaat die te maken krijgt met een ernstig geval van plotse en grootschalige btw-fraude noodmaatregelen treffen op een wijze die onder de huidige btw-wetgeving niet toegestaan is. In dit verband wordt in het voorstel bepaald dat de lidstaten in het tijdsbestek van een maand een "verleggingsregeling" kunnen toepassen waarmee in plaats van de leverancier van goederen of diensten de ontvanger btw-plichtig wordt. Dit zou de kansen van lidstaten op een doeltreffende ontmanteling van complexe fraudeconstructies, zoals carrouselfraude en de terugdringing van anderszins onherstelbare financiële verliezen drastisch vergroten. Tevens wordt vastgelegd dat andere anti-fraudemaatregelen kunnen worden toegestaan en ingesteld onder het SRM, om in de toekomst op te kunnen treden tegen mogelijke nieuwe vormen van fraude.

Btw-fraude kost de EU-begroting en de nationale begrotingen elk jaar miljarden euro's. In enkele ernstige gevallen gaan er in een zeer kort tijdsbestek grote bedragen verloren, vanwege de snelheid waarmee fraudeconstructies zich tegenwoordig ontwikkelen. Tussen juni 2008 en december 2009 is er bijvoorbeeld een verlies van 5 miljard euro geraamd als gevolg van btw-fraude met broeikasgasemissierechten.

Als een lidstaat btw-fraude wil tegengaan met maatregelen die niet vallen onder btw-wetgeving van de EU, moet er formeel een derogatie worden aangevraagd. De Commissie stelt daartoe vervolgens een voorstel op en dient dit bij de Raad in voor goedkeuring met eenparigheid van stemmen voordat de maatregelen ten uitvoer kunnen worden gelegd. Dit proces is vaak log en omslachtig, waardoor de lidstaat in kwestie pas met enige vertraging de nodige actie kan ondernemen om de fraude een halt toe te roepen.

Met het snellereactiemechanisme zouden lidstaten niet meer hoeven te wachten op de voltooiing van deze formaliteit voordat ze specifieke anti-fraudemaatregelen kunnen treffen. Met een snellere procedure zouden ze binnen een maand recht hebben op een tijdelijke derogatie. De derogatie zou één jaar geldig zijn. Hierdoor zou de lidstaat in kwestie vrijwel meteen een begin kunnen maken met het aanpakken van de fraude, terwijl er in de tussentijd maatregelen met een permanenter karakter worden ingesteld (en indien nodig de standaard derogatieprocedure wordt opgestart).

Het snellereactiemechanisme is vastgelegd in de nieuwe btw-strategie en in de mededeling over de bestrijding van belastingfraude en -ontduiking, als middel om de strijd tegen belastingfraude in de EU aan te wakkeren en overheidsinkomsten veilig te stellen.

Het standpunt van de rapporteur

De rapporteur is zeer te spreken over dit voorstel, aangezien het een pragmatische en nuttige manier is om btw-fraude aan te pakken, met name carrouselfraude, in tijden van beperkte begrotingsmiddelen en bezuinigingen.

Het voorstel biedt echte Europese meerwaarde en gaat in op de eisen die genoemd zijn in het vorige verslag van de rapporteur inzake het groenboek over de toekomst van de btw, en eerdere oproepen van het Europees Parlement om meer te doen aan de bestrijding van belastingontduiking en -fraude.

Btw-fraude kost de EU-begroting en de nationale begrotingen naar verluidt elk jaar miljarden euro's. Btw-fraude schaadt ook wettige ondernemingen die aan hun belastingplicht voldoen. In 2005-2006 bedroeg alleen carrouselfraude in de EU al zo'n 14,8 miljard euro.

Met het Commissievoorstel zouden lidstaten inderdaad "sneller en efficiënter" kunnen optreden tegen btw-fraude. De rapporteur plaatst echter nog een paar kanttekeningen:

1. Alvorens anti-fraudemaatregelen te treffen, moet er een korte overlegperiode zijn om ervoor te zorgen dat de voorgestelde maatregel doeltreffend is en daarmee de btw in kwestie accuraat wordt aangepakt.

2. De ervaring leert dat anti-fraudemaatregelen het voor ondernemingen die zich willen houden aan de btw-wetgeving juist moeilijker maken om aan hun plicht te voldoen, terwijl de fraudeurs voor wie de maatregelen bestemd zijn deze maatregelen negeren of op zoek gaan naar een andere vorm van oplichting. Belastingkantoren moeten zich hiervan bewust zijn en mogelijke nieuwe wetgeving niet gebruiken als een manier om ondernemingen aan te pakken die proberen de wet te volgen. Snellereactiemechanismen mogen alleen worden toegepast in ernstige gevallen van fraude.

3. Het voorstel moet worden gekoppeld aan een langetermijnstrategie om fraude aan te pakken, waarvoor meer structurele wijzigingen in de btw-stelsels nodig zijn. De complexiteit van de btw-wetgeving in de EU heeft mogelijkheden gecreëerd voor fraudeurs. Het denkproces van de Commissie voor haar Witboek over de toekomst van de btw moet gericht zijn op hoe de huidige complexiteit van het btw-stelsel fraude in de hand werkt.

4. De nationale verleggingsregeling is een doeltreffende maatregel tegen fraude, maar alvorens deze in te voeren in de lidstaten moet worden nagedacht over de afhandelingseisen die worden opgelegd aan trouwe belastingbetalers. Als een onderneming elke keer dat er een bepaald type product verkocht wordt, moet besluiten of de verleggingsregeling van toepassing is, kan dat aanzienlijke extra IT-kosten met zich meebrengen. Voor zover mogelijk moet een snellereactiemechanisme tegen fraude worden ingevoerd zonder het belastingbetalers moeilijker te maken om aan hun belastingplicht te voldoen.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft een snellereactiemechanisme tegen btw-fraude

Document- en procedurenummers

COM(2012)0428 – C7-0260/2012 – 2012/0205(CNS)

Datum raadpleging EP

5.9.2012

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ECON

11.9.2012

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

CONT

11.9.2012

JURI

11.9.2012

 

 

Geen advies

       Datum besluit

CONT

7.11.2012

JURI

18.9.2012

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

David Casa

11.9.2012

 

 

 

Behandeling in de commissie

28.11.2012

22.1.2013

 

 

Datum goedkeuring

22.1.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Burkhard Balz, Elena Băsescu, Udo Bullmann, Nikolaos Chountis, George Sabin Cutaş, Leonardo Domenici, Derk Jan Eppink, Diogo Feio, Markus Ferber, Elisa Ferreira, Ildikó Gáll-Pelcz, Jean-Paul Gauzès, Sven Giegold, Sylvie Goulard, Liem Hoang Ngoc, Gunnar Hökmark, Syed Kamall, Othmar Karas, Wolf Klinz, Philippe Lamberts, Werner Langen, Hans-Peter Martin, Arlene McCarthy, Sławomir Nitras, Ivari Padar, Anni Podimata, Antolín Sánchez Presedo, Peter Simon, Peter Skinner, Theodor Dumitru Stolojan, Marianne Thyssen, Ramon Tremosa i Balcells, Corien Wortmann-Kool

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Philippe De Backer, Robert Goebbels, Thomas Mann, Marisa Matias, Mario Mauro, Nils Torvalds, Emilie Turunen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Dominique Riquet

Datum indiening

24.1.2013