VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water

5.2.2013 - (COM(2012)0147 – C7‑0105/2012 – 2012/0074(NLE)) - *

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Michèle Rivasi
PR_NLE-CN_art55am


Procedure : 2012/0074(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0033/2013
Ingediende teksten :
A7-0033/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water

(COM(2012)0147 – C7‑0105/2012 – 2012/0074(NLE))

(Raadpleging)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2012)0147),

–   gezien de artikelen 31 en 32 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0105/2012),

–   gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrond,

–   gezien de artikelen 55 en 37 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A7-0033/2013),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

RICHTLIJN VAN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water en tot wijziging van Richtlijn 98/83/EG van de Raad

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Rechtsgrond

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name de artikelen 31 en 32,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie, opgesteld na advies van een door het Wetenschappelijk en Technisch Comité aangewezen groep van wetenschappelijke deskundigen uit de lidstaten, overeenkomstig artikel 31 van het Verdrag,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

 

 

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité1,

 

Gezien het advies van het Comité van de Regio's2,

Na raadpleging van het Europees Parlement,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

 

1 PB C van ..., blz. .

 

2 PB C van ..., blz. .

Motivering

Deze richtlijn heeft betrekking op voor menselijke consumptie bestemd water. Radionucliden in voor menselijke consumptie bestemd water vallen thans onder Richtlijn 98/83/EG (de drinkwaterrichtlijn), waarin parameterwaarden voor tritium en de totale indicatieve dosis vastgelegd zijn. De Commissie had eigenlijk al in 2000 maatregelen voor controlefrequenties en -methoden moeten vaststellen volgens de regelgevingsprocedure met toetsing. Het ligt daarom voor de hand dezelfde rechtsgrond als voor Richtlijn 98/83/EG te kiezen. Als de radionucliden onder Euratom zouden vallen, terwijl alle andere kankerverwekkende stoffen zoals chemicaliën onder het Verdrag vallen, blijven cumulatieve effecten van schadelijke stoffen buiten beschouwing. Voorschriften op het gebied van stralingsbescherming moeten onder het Verdrag vallen, zoals ook reeds door het Parlement bepleit in P7_TA(2011)0055 (verslag-Belet), aangenomen op 15 februari 2011.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) Overeenkomstig artikel 191 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie berust het beleid van de Unie op milieugebied op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen en draagt het bij tot het nastreven van doelstellingen als behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu, en de bescherming van de gezondheid van de mens.

Motivering

Zie motivering bij amendement 2 over de rechtsgrond.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Eén van de manieren waarop radioactieve stoffen het menselijke lichaam binnendringen is de ingestie van water. Overeenkomstig Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren moet de blootstelling van de gehele bevolking aan handelingen die een risico op ioniserende straling kunnen inhouden, zo laag als redelijkerwijze mogelijk worden gehouden.

(1) Eén van de manieren waarop schadelijke stoffen het menselijke lichaam binnendringen is de ingestie van water. De ingestie van radioactieve isotopen of radionucliden kan leiden tot een aantal gezondheidsproblemen. Overeenkomstig Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren moet de blootstelling van de gehele bevolking, met inachtneming van de cumulatieve blootstelling op de lange termijn, aan handelingen die een risico op ioniserende straling kunnen inhouden, zo laag mogelijk worden gehouden.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Het filteren van radioactieve isotopen uit water leidt ertoe dat filters radioactief afval worden die in dat geval met de nodige voorzichtigheid en in overeenstemming met de geldende procedures moeten worden verwerkt.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter) Het proces voor het verwijderen van radioactieve isotopen uit water is afhankelijk van nationale laboratoria, het regelmatig bijhouden van metingen, en onderzoek.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quater) De informatie die door de lidstaten wordt verstrekt in het driejaarlijks verslag over de drinkwaterrichtlijn is onvolledig of ontbreekt wat betreft de radioactiviteitsniveaus in drinkwater.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quinquies) Om de kosten van de behandeling van drinkwater te kunnen terugdringen, zijn preventieve maatregelen noodzakelijk.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Met het oog op het belang voor de volksgezondheid van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, moeten de kwaliteitsnormen die een indicatorfunctie hebben, op communautair niveau worden vastgesteld en moet worden voorzien in toezicht op de naleving van deze normen.

(2) Teneinde een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid te waarborgen, moeten gemeenschappelijke normen worden vastgesteld voor de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water die een indicatorfunctie hebben en moet tevens worden voorzien in toezicht op de naleving van deze normen.

Motivering

Zie motivering bij amendement 2 over de rechtsgrond.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) De indicatorparameters voor radioactieve stoffen zijn al vastgesteld bij bijlage I, deel C, van Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, en de daaraan verbonden toezichtsbepalingen zijn neergelegd in bijlage II bij diezelfde richtlijn. Deze parameters vallen echter binnen het toepassingsgebied van de basisnormen als omschreven in artikel 30 van het Euratom-Verdrag.

(3) De indicatorparameters voor radioactieve stoffen zijn al vastgesteld bij bijlage I, deel C, van Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, en de daaraan verbonden toezichtsbepalingen zijn neergelegd in bijlage II bij diezelfde richtlijn.

Motivering

Zie motivering bij amendement 2 over de rechtsgrond.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) De parameterwaarden zijn gebaseerd op de beschikbare wetenschappelijke kennis, met inachtneming van het voorzorgsbeginsel. Deze waarden zijn gekozen om ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water een leven lang veilig kan worden gebruikt – met de meest kwetsbare burgers als referentiepunt – en bieden derhalve een hoog niveau van gezondheidsbescherming.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) De eisen voor controleniveaus van radioactiviteit in voor menselijke consumptie bestemd water moeten daarom worden vastgesteld bij specifieke wetgeving die de uniformiteit, samenhang en volledigheid van de wetgeving inzake stralingsbescherming overeenkomstig het Euratom-Verdrag waarborgt.

(4) De eisen voor controleniveaus van radioactiviteit in voor menselijke consumptie bestemd water moeten daarom worden gekoppeld aan de eisen die zijn vastgelegd in bestaande wetgeving voor andere chemische stoffen die in water voorkomen en een schadelijk effect hebben op het milieu en de menselijke gezondheid. Deze maatregel zal de uniformiteit, samenhang en volledigheid van de wetgeving inzake de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie waarborgen.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) De bepalingen van deze richtlijn die werden vastgesteld in het kader van het Euratom-Verdrag, hebben voorrang op die van Richtlijn 98/83/EG wat de besmetting van drinkwater met radioactieve stoffen betreft.

(5) In deze richtlijn die werd vastgesteld in het kader van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden de indicatorparameters bijgewerkt die opgenomen zijn in bijlage I, deel C, bij Richtlijn 98/83/EG, en worden regels vastgelegd inzake de controle op de aanwezigheid van radioactieve stoffen in drinkwater.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Wanneer niet aan een parameter met indicatorfunctie wordt voldaan, moet de betrokken lidstaat onderzoeken of er daardoor een risico voor de volksgezondheid ontstaat en moet die lidstaat waar nodig maatregelen treffen om de waterkwaliteit te herstellen.

(6) Wanneer niet aan een parameter met indicatorfunctie wordt voldaan, moet de betrokken lidstaat verplicht worden gesteld te bepalen wat de oorzaak hiervan is en te beoordelen welk risiconiveau dit vormt voor de volksgezondheid, ook op lange termijn, en hoe ingegrepen kan worden, alsmede afhankelijk van de resultaten hiervan maatregelen te treffen waarmee kan worden gewaarborgd dat de watervoorziening zo spoedig mogelijk in overeenstemming is met de in de onderhavige richtlijn vastgestelde kwaliteitscriteria. Deze noodzakelijke herstelmaatregelen kunnen zelfs zover gaan dat de betrokken exploitatie wordt gesloten wanneer de waterkwaliteit een dergelijke maatregel noodzakelijk maakt. De hoogste prioriteit moet worden verleend aan maatregelen die het probleem bij de bron oplossen. De consumenten moeten onmiddellijk worden geïnformeerd over de risico's, de reeds door de autoriteiten genomen maatregelen en de tijd die nodig zal zijn voordat de herstelmaatregelen effect hebben.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De consument moet op adequate en behoorlijke wijze worden geïnformeerd over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

(7) De consument moet volledig en behoorlijk worden geïnformeerd over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water via gemakkelijk toegankelijke publicaties. Er moet op elk moment door lokale overheden geactualiseerde informatie aan de consumenten beschikbaar worden gesteld over risicogebieden met potentiële bronnen van radioactieve besmetting en regionale waterkwaliteit.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Water dat in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt moet ook in deze richtlijn worden opgenomen.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Natuurlijk mineraalwater en als geneesmiddel gebruikt water moeten van deze richtlijn worden uitgesloten, aangezien voor dergelijke soorten water speciale voorschriften zijn vastgesteld bij Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater en Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik. De controle op voor verkoop bestemd water in flessen of andere houders, ander dan natuurlijk mineraalwater, met als doel erop toe te zien dat de niveaus van radioactieve stoffen in overeenstemming zijn met de in deze richtlijn vastgelegde parameterwaarden, moet gebeuren overeenkomstig de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten als vereist bij Verordening (EG) nr. 852/2004.

(8) Natuurlijk mineraalwater en als geneesmiddel gebruikt water moeten van deze richtlijn worden uitgesloten, aangezien voor dergelijke soorten water speciale voorschriften zijn vastgesteld bij Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater en Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik. De Commissie moet wel uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding dan deze richtlijn een voorstel tot wijziging van Richtlijn 2009/54/EG indienen om de controlevereisten voor natuurlijk mineraalwater af te stemmen op de in deze richtlijn en Richtlijn 98/83/EG vastgelegde vereisten. De controle op voor verkoop bestemd water in flessen of andere houders, ander dan natuurlijk mineraalwater, met als doel erop toe te zien dat de niveaus van radioactieve stoffen in overeenstemming zijn met de in deze richtlijn vastgelegde parameterwaarden, moet gebeuren overeenkomstig de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten als vereist bij Verordening (EG) nr. 852/2004.

Motivering

De consument gaat ervan uit dat de kwaliteitseisen voor mineraalwater minstens zo streng zijn als die voor kraanwater. Daarom is het zaak van de Commissie te verlangen Richtlijn 2009/54/EG in die zin aan te passen.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Elke lidstaat moet programma's voor het controleren van voor menselijke consumptie bestemd water uitwerken om na te gaan of dit water voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn.

(9) Elke lidstaat moet gedegen programma's voor het controleren van voor menselijke consumptie bestemd water uitwerken om regelmatig na te gaan of dit water voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De methoden voor de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water moeten betrouwbare en vergelijkbare resultaten opleveren.

(10) De methoden voor de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water moeten betrouwbare en vergelijkbare resultaten opleveren. Dergelijke controleprogramma's moeten bij de lokale behoeften aansluiten en aan de minimale controlevoorschriften van deze richtlijn voldoen.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Het is zaak de natuurlijke radioactiviteit en door de mens veroorzaakte besmetting op verschillende wijze en volgens verschillende dosimetrische criteria te beheren. De lidstaten moeten erop toezien dat nucleaire activiteiten niet tot besmetting van drinkwatervoorraden leiden.

Motivering

In tegenstelling tot de natuurlijke radioactiviteit is de van menselijke activiteit afkomstige radioactiviteit een probleem dat gemakkelijk kan worden verholpen. Als uit de analyses blijkt dat de parameterwaarden worden overschreden, is het duidelijk dat er ergens iets schort en dat dit moet worden aangepakt om ernstiger problemen in de toekomst te voorkomen. Alle wijzen van blootstelling moeten in aanmerking worden genomen:

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Teneinde de samenhang op het gebied van het Europese waterbeleid te waarborgen, moeten de in deze richtlijn vastgestelde parameterwaarden, frequenties en methoden voor het toezicht op radioactieve stoffen verenigbaar zijn met Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang1 en Richtlijn 98/83/EG van de Raad. Bovendien dient de Commissie te garanderen dat naar deze richtlijn wordt verwezen wanneer er een evaluatie van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid2 en Richtlijn 2006/118/EG plaatsvindt, teneinde alle soorten water volledig te beschermen tegen besmetting met radioactieve stoffen.

 

______________

 

1 PB L 372 van 27.12.2006, blz.. 19.

 

2 PB L 327 van 22.12.2000, blz.. 1.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij deze richtlijn worden voorschriften vastgesteld voor de bescherming van de volksgezondheid wat radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water betreft. Tevens worden parameterwaarden, frequenties en methoden voor het toezicht op radioactieve stoffen vastgesteld.

Deze richtlijn betreft voorschriften inzake de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water teneinde de volksgezondheid te beschermen tegen de nadelige gevolgen van de besmetting van dit water met radioactieve stoffen.

Motivering

Zie motivering bij amendement 2 over de rechtsgrond.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Naast de definities waarnaar wordt verwezen in lid 1 zijn de volgende definities van toepassing:

 

a) "radioactieve stof": iedere stof die een of meer radionucliden bevat waarvan de activiteit of de concentratie, voor zover het de stralingsbescherming betreft, niet mag worden verwaarloosd;

 

b) "totale indicatieve dosis": de effectieve volgdosis voor één jaar ingestie ten gevolge van alle radionucliden waarvan de aanwezigheid in het drinkwater is aangetoond, zowel van natuurlijke als artificiële oorsprong, met uitzondering van kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon;

 

c) "parameterwaarde": de waarde waaraan voor menselijke consumptie bestemd water dient te voldoen. Indien een parameterwaarde wordt overschreden, beoordelen de lidstaten het risiconiveau van de aanwezigheid van radioactieve stoffen en nemen ze op basis van de resultaten van deze beoordeling onmiddellijk herstelmaatregelen om te zorgen voor de naleving van de in deze richtlijn opgenomen vereisten.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn is van toepassing op voor menselijk gebruik bestemd water onder voorbehoud van de in artikel 3, lid 1 van Richtlijn 98/83/EG genoemde en overeenkomstig artikel 3, lid 2, van die richtlijn vastgelegde uitzonderingen.

Deze richtlijn is van toepassing op voor menselijke consumptie bestemd water zoals gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 98/83/EG, onder voorbehoud van de in artikel 3, lid 1 van Richtlijn 98/83/EG genoemde en overeenkomstig artikel 3, lid 2, van die richtlijn vastgelegde uitzonderingen.

Motivering

Richtlijn 98/83/EG geeft een definitie van "voor menselijke consumptie bestemd water".

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd de bepalingen van artikel 6, lid 3, onder a), van Richtlijn 96/29/Euratom nemen de lidstaten de nodige maatregelen om een passend controleprogramma vast te stellen om te verzekeren dat voor menselijke consumptie bestemd water voldoet aan de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde parameterwaarden.

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om een passend controleprogramma vast te stellen om te verzekeren dat voor menselijke consumptie bestemd water voldoet aan de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde parameterwaarden. Aan de lidstaten zal een gids met beste praktijken worden verstrekt door de Commissie.

 

De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn er in geen geval, direct of indirect, toe kunnen leiden dat de huidige kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water achteruitgaat of dat de verontreiniging van voor de drinkwaterproductie bestemd water toeneemt.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Er worden nieuwe technologieën ontwikkeld die de tijd die nodig is om radioactief afval van het milieu te isoleren na een natuurramp, tot een minimum beperken.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten nemen alle noodzakelijke maatregelen om te waarborgen dat radioactief afval uit gefilterd drinkwater volgens de geldende voorschriften wordt verwerkt; hiertoe verstrekt de Commissie aan de lidstaten richtsnoeren voor dit proces.

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten voeren risicobeoordelingen uit van opslagplaatsen van radioactief afval die gevolgen kunnen hebben voor grondwater of andere bronnen van drinkwater die gevaar kunnen lopen door natuurrampen.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie voert een onderzoek uit naar de cocktaileffecten van andere chemische stoffen in combinatie met radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water; de Commissie past de desbetreffende wetgeving op basis van de resultaten aan.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 1 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie voert een evaluatie uit van de tenuitvoerlegging van de huidige kaderrichtlijn water in de lidstaten.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen voor regelmatige controle op voor menselijke consumptie bestemd water overeenkomstig bijlage II, om na te gaan of de concentraties van radioactieve stoffen de overeenkomstig artikel 5 vastgelegde parameterwaarden niet overschrijden.

De lidstaten zorgen voor regelmatige en nauwgezette controle op voor menselijke consumptie bestemd water overeenkomstig bijlage II, om na te gaan of de concentraties van radioactieve stoffen de overeenkomstig artikel 5 vastgelegde parameterwaarden niet overschrijden. De controle houdt rekening met de cumulatieve blootstelling van de bevolking op de lange termijn en wordt uitgevoerd in het kader van de controles als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 98/83/EG. Hiertoe behoren referentieanalyses die bedoeld zijn om het radioactieve gehalte van het water te bepalen en om de analytische strategie en de periodieke analyses te optimaliseren overeenkomstig de in bijlage III vastgelegde methodes. De frequentie van de controle voor periodieke analyses kan worden aangepast via een risicogebaseerde benadering, op basis van de resultaten van de referentieanalyses die steeds verplicht zijn. In dergelijke gevallen delen de lidstaten zowel de redenen voor deze beslissing als de resultaten van de referentieanalyses in kwestie mede aan de Commissie, en maken ze deze openbaar.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat alle laboratoria die monsters van voor menselijke consumptie bestemd water analyseren, over een analytisch kwaliteitscontrolesysteem beschikken. Ze zorgen ervoor dat dit systeem onderworpen wordt aan occasionele controles door een onafhankelijke controleur die is goedgekeurd door de daarvoor bevoegde instanties.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat alle laboratoria die monsters van voor menselijke consumptie bestemd water analyseren, over een analytisch kwaliteitscontrolesysteem beschikken. Ze zorgen ervoor dat dit systeem onderworpen wordt aan willekeurige controles, ten minste eenmaal per jaar, door een onafhankelijke controleur die is goedgekeurd door de daarvoor bevoegde instanties.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De financiering van de controlemaatregelen geschiedt overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn1. Bij vervuiling ten gevolge van menselijke activiteiten komen de kosten ten laste van de vervuiler.

 

__________________

 

1 PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

Motivering

Overeenkomstig het beginsel "de vervuiler betaalt" moeten de kosten voor rekening van de vervuiler komen, en niet van het drinkwaterbedrijf of de gemeenschap, als uit de controles blijkt dat de besmetting door de mens veroorzaakt is.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Informatie over de risicobeoordeling van kerncentrales en de omliggende gebieden ten aanzien van radioactieve stoffen in het water wordt aan het publiek openbaar gemaakt.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. De lidstaten zorgen ervoor dat informatie met betrekking tot de aanwezigheid van radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water wordt opgenomen in het driejaarlijks verslag over de waterkwaliteit, zoals vereist in artikel 13, lid 2, van Richtlijn 98/83/EG.

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer niet aan de overeenkomstig artikel 5 vastgelegde parameterwaarden is voldaan, gaat de lidstaat na of dit een risico voor de volksgezondheid vormt. Als er een risico bestaat, neemt de lidstaat remediërende maatregelen om de waterkwaliteit weer op peil te brengen.

2. Wanneer niet wordt voldaan aan de parameterwaarden die zijn vastgesteld voor radon en voor de totale indicatieve dosis (TID) afkomstig van natuurlijke bronnen, beoordeelt de betrokken lidstaat onmiddellijk welk risiconiveau dit vormt voor de volksgezondheid en hoe ingegrepen kan worden, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden. Op basis van de resultaten hiervan, neemt deze lidstaat maatregelen waarmee kan worden gewaarborgd dat de watervoorziening in overeenstemming is met de in de onderhavige richtlijn vastgestelde kwaliteitscriteria.

 

2 bis. Wanneer niet is voldaan aan de parameterwaarden die voor tritium en de TID afkomstig van menselijke activiteiten zijn vastgesteld, zorgt de betrokken lidstaat ervoor dat het onverwijld ingestelde onderzoek aan het licht brengt wat de aard, de omvang en de volledige dosimetrische weerslag van de vervuiling is. Bij het onderzoek wordt rekening gehouden met alle milieus die hiervan de gevolgen kunnen ondervinden en met alle wijzen van blootstelling. De betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de nodige tegenmaatregelen worden getroffen, opdat de waterkwaliteit weer aan de parameterwaarden voldoet. Bij de oplossingen wordt de voorkeur gegeven aan het verhelpen van het probleem bij de vervuilingsbron. De noodzakelijke herstelmaatregelen kunnen zelfs zover gaan dat de betrokken exploitatie wordt gesloten wanneer de waterkwaliteit een dergelijke maatregel noodzakelijk maakt. De betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de kosten van de herstelmaatregelen worden gedragen door de vervuiler.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer het risico voor de volksgezondheid niet-verwaarloosbaar is, zorgt de lidstaat ervoor dat de consumenten daarvan in kennis worden gesteld.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de resultaten van de overeenkomstig artikel 8 uitgevoerde analyses worden gepubliceerd, zo spoedig mogelijk voor het publiek toegankelijk worden gemaakt en opgenomen worden in de verslagen als bedoeld in artikel 13 van Richtlijn 98/83/EG. Wanneer het risico voor de volksgezondheid niet-verwaarloosbaar is, zorgt de lidstaat er samen met de verantwoordelijke partij(en) voor dat de consumenten onverwijld worden gewaarschuwd en dat ze volledige informatie ontvangen over het risico voor de volksgezondheid en over hoe met de ontstane problemen moet worden omgegaan. Deze informatie wordt openbaar gemaakt en zo snel mogelijk beschikbaar gesteld via internet. Ze zorgen er eveneens voor dat onverwijld wordt overgegaan op alternatieve, niet-verontreinigde watervoorziening.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 bis

 

Wijziging van Richtlijn 98/83/EG

 

1. In deel C van bijlage I wordt de afdeling "Radioactiviteit" geschrapt.

 

2. In paragraaf 2 van tabel A van bijlage II worden de laatste twee zinnen geschrapt.

Motivering

In het op Euratom gebaseerde Commissievoorstel wordt onderkend dat er ten aanzien van tritium en de totale indicatieve dosis twee richtlijnen tegelijk van kracht zijn, hetgeen uit juridisch oogpunt ontoelaatbaar is.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 ter

 

Herziening van de bijlagen

 

1. Ten minste om de vijf jaar beziet de Commissie de bijlagen opnieuw in het licht van de vooruitgang van wetenschap en techniek en kan zij door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 9 quater wijzigingen vaststellen om met de vooruitgang van wetenschap en techniek rekening te houden.

 

2. De Commissie maakt haar beweegredenen voor wijziging of handhaving van de bijlagen openbaar onder verwijzing naar de door haar in overweging genomen wetenschappelijke rapporten.

Motivering

Aanpassing van de bijlagen kan noodzakelijk worden door nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van gezondheid of milieubescherming maar ook door de ontwikkeling van nieuwe of gevoeliger analysemethoden (detectiegrenzen). Eenzelfde bepaling staat in artikel 11 van Richtlijn 98/83/EG betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 quater

 

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

 

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

2. De in artikel 9 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van …*. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

 

3. De in artikel 9 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

5. Een krachtens artikel 9 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als noch het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn heeft meegedeeld voornemens te zijn geen bezwaar te maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

 

____________

 

* PB: gelieve de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn in te vullen.

Motivering

Nodig wegens de wijziging van de rechtsgrond en het nieuwe artikel 9 ter.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 bis

 

Informatie en rapportage

 

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat adequate en actuele informatie over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water voor consumenten beschikbaar is, en niet alleen wanneer een gevaar voor de menselijke gezondheid als niet-verwaarloosbaar kan worden beschouwd.

 

2. Elke lidstaat die watersystemen heeft in gebieden met mogelijke – door de mens veroorzaakte of natuurlijke – bronnen van radioactieve besmetting, neemt informatie over de concentraties van radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water op in zijn driejaarlijks verslag over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water, zoals bedoeld in artikel 13 van Richtlijn 98/83/EG.

 

3. De Commissie neemt de bevindingen van de lidstaten met betrekking tot radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water op in haar verslag inzake de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water in de Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 13 van Richtlijn 98/83/EG.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [één jaar na de in artikel 11 genoemde datum – in te voegen door het Bureau voor publicaties] aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van de tekst van die bepalingen.

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk …* aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van de tekst van die bepalingen.

 

____________

 

* PB: gelieve de datum twee jaar na de in artikel 11 genoemde datum in te voegen.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I

Door de Commissie voorgestelde tekst

Parameter

Parameterwaarde

Eenheid

Toelichting

Radon

100

Bq/l

 

Tritium

100

Bq/l

 

Totale indicatieve dosis

0,10

msv/year

(opmerking 1)

Opmerking 1: met uitzondering van tritium, kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon.

 

Amendement

Parameter

Parameterwaarde

Eenheid

Toelichting

222 Rn

20

Bq/l

 

Tritium

20

Bq/l

 

Totale indicatieve dosis (afkomstig van natuurlijke bronnen)

0,10

mSv/jaar

(opmerking 1)

Totale indicatieve dosis (afkomstig van menselijke activiteiten)

0,01

mSv/jaar

 

Opmerking 1: met uitzondering van tritium, kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon.

(Indien dit compromis wordt aanvaard, worden alle in dit compromis opgenomen parameterwaarden toegepast op alle andere betrokken amendementen die worden aangenomen.)

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage II – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Algemene beginselen en controlefrequenties

1. Algemene beginselen en controlefrequenties

Een lidstaat is niet verplicht drinkwater te controleren op tritium of radioactiviteit om de totale indicatieve dosis vast te leggen, wanneer op basis van andere controles voldoende kan worden vastgesteld dat zowel de tritiumniveaus als de berekende totale indicatieve dosis ver beneden de parameterwaarde liggen. De controle van drinkwater op radon is niet vereist wanneer een lidstaat er zich op basis van andere controleactiviteiten van heeft vergewist dat de radonniveaus ver beneden de parameterwaarden liggen. In dat geval deelt de lidstaat de redenen voor deze beslissing mede aan de Commissie, met inbegrip van de resultaten van de andere uitgevoerde controles.

Een lidstaat is verplicht drinkwater op tritium en radon te controleren en de totale indicatieve dosis vast te stellen voor de natuurlijke radioactiviteit en de door menselijke activiteiten veroorzaakte radioactiviteit.

 

Tot de controles behoren referentieanalyses en periodieke analyses.

 

De referentieanalyses moeten worden uitgevoerd in het kader van de behandeling van de aanvraag voor een vergunning voor de levering van drinkwater. Voor bestaande waterleidingnetten stellen de lidstaten de termijnen vast waarbinnen deze analyses uitgevoerd moeten zijn naargelang van de geleverde waterhoeveelheden en het potentiële risico ten gevolge van de natuurlijke radioactiviteit dan wel de door menselijke activiteiten veroorzaakte radioactiviteit. Met de referentieanalyses moeten alle relevante natuurlijke en artificiële radionucliden kunnen worden aangetoond en gekwantificeerd.

 

Wat de natuurlijke radioactiviteit betreft moeten ten minste de volgende negen radionucliden gemeten kunnen worden: uranium-238, uranium-234, radium-226, radon-222, lood-210, polonium-210, radium-228 (zo nodig via het eerste vervalproduct, actinium-228), actinium-227 (zo nodig via het eerste vervalproduct, thorium-227).

 

Wat de door menselijke activiteiten veroorzaakte radioactiviteit betreft, moeten de potentiële besmettingsbronnen worden onderzocht; aan de hand van de resultaten van dat onderzoek wordt bepaald welke radionucliden gemeten zullen worden. Afgezien van de specifieke metingen op grond van de resultaten van het onderzoek omvat de referentieanalyse in ieder geval tritium, koolstof-14, strontium-90 en de plutoniumisotopen, alsmede een gammaspectrometrische analyse ter bepaling van de activiteit van de voornaamste artificiële gammastralers (met name kobalt-60, jodium-131, cesium-134, cesium-137 en americium-241).

 

Aan de hand van de resultaten van de referentieanalyses wordt de analysestrategie voor de periodieke controles vastgesteld. Voor de periodieke controles geldt een frequentie die overeenkomt met die welke in punt 4 vermeld staat, met dien verstande dat de resultaten van de referentieanalyses aanleiding tot een intensievere bewaking kunnen geven.

Motivering

Het voorstel van de Commissie om de controles te beperken tot de gevallen waarin er sprake is van "bronnen" van radioactiviteit in het waterwingebied, is ongewenst. Als er geen "bronnen" zijn, kan er toch onvoorziene besmetting optreden, bijvoorbeeld door ziekenhuizen, lozingen, e.d. Daarom moet een verkennende analyse verplicht worden gesteld om alle belangrijke radionucliden te testen voordat er een nieuwe bron geëxploiteerd wordt, en eveneens voor alle reeds in exploitatie zijnde bronnen. Aan de hand van de resultaten daarvan kunnen de gebruikelijke analyses worden uitgevoerd.

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage II – punten 2 en 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Radon en Tritium

Schrappen

De controle van drinkwater op radon of tritium wordt uitgevoerd waar er een bron van radon of tritium aanwezig is binnen het waterwinningsgebied en er niet op basis van andere bewakingsprogramma's of ander onderzoek kan worden aangetoond dat het radon- of tritiumniveau ver beneden de indicatorparameterwaarde van 100 Bq/l ligt. Wanneer monitoring van de radon- of tritiumniveaus vereist is, wordt de controle uitgevoerd overeenkomstig de controlefrequentie.

 

3. Totale indicatieve dosis

 

De monitoring van het drinkwater wat de totale indicatieve dosis (TID) betreft moet worden uitgevoerd waar er een bron van artificiële of verhoogde natuurlijke radioactiviteit is binnen het waterwinningsgebied en er niet op basis van andere bewakingsprogramma's of ander onderzoek kan worden aangetoond dat het TID-niveau ver beneden de indicatorparameterwaarde van 0,1 mSv/jaar ligt. Wanneer moet worden gecontroleerd op artificiële radionuclideniveaus, moet dit gebeuren overeenkomstig de in de tabel aangegeven controlefrequentie. In het geval de natuurlijke radionuclideniveaus moeten worden gecontroleerd, leggen de lidstaten de frequentie van de controles vast rekening houdend met alle beschikbare relevante gegevens inzake tijdelijke schommelingen van natuurlijke radionuclideniveaus in verschillende watertypes. Afhankelijk van de verwachte schommelingen kan de controlefrequentie variëren van één controlemeting tot de vastgelegde controlefrequentie. Wanneer slechts één controle op natuurlijke radioactiviteit nodig is, moet er opnieuw worden gecontroleerd als zich veranderingen in de voorziening voordoen die de concentratie van radionucliden in drinkwater naar verwachting zullen beïnvloeden.

 

Wanneer er methoden voor het verwijderen van radionucliden uit drinkwater zijn toegepast om te verzekeren dat de parameterwaarden niet worden overschreden, moet de controle worden uitgevoerd met de controlefrequentie.

 

Wanneer de resultaten van andere dan de door de eerste alinea van dit punt verplichte controleprogramma's of onderzoeken worden gebruikt om te verzekeren dat aan deze richtlijn is voldaan, deelt de lidstaat de redenen voor deze beslissing mede aan de Commissie, met inbegrip van de relevante resultaten van deze bewakingsprogramma's of onderzoeken.

 

Motivering

Zie amendement op bijlage II, punt 1.

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage II – punt 4 – tabel – opmerking 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Opmerking 2: de hoeveelheden zijn gemiddelden berekend over een kalenderjaar. De lidstaten mogen zich bij het vaststellen van de minimumfrequentie baseren op het aantal inwoners in een leveringsgebied in plaats van op de hoeveelheid water uitgaande van een waterverbruik van 200 l/dag/hoofd van de bevolking.

Opmerking 2: de hoeveelheden zijn gemiddelden berekend over een kalenderjaar. De lidstaten mogen zich bij het vaststellen van de minimumfrequentie baseren op het aantal inwoners in een leveringsgebied in plaats van op de hoeveelheid water uitgaande van een waterverbruik van 200 l/dag/hoofd van de bevolking mits het desbetreffende water niet buiten het bewuste gebied wordt geleverd.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1. Natuurlijke radioactiviteit

1. Controle op naleving van de totale indicatieve dosis (TID)

1.1. Controle op naleving van de totale indicatieve dosis (TID) voor natuurlijke radioactiviteit

Om de indicatorparameterwaarde voor TID te controleren mogen de lidstaten controlemethoden voor brutoalfa- en brutobèta-activiteit gebruiken, waarbij tritium, kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon worden uitgesloten.

De lidstaten mogen gebruikmaken van screeningsmethoden om vast te stellen welke wateren wellicht tot overschrijding van de TID aanleiding geven zodat nadere analyses nodig zijn. De lidstaten moeten aantonen dat de gebruikte methode geen vals negatieve uitkomsten oplevert (water dat volgens de test aan de TID-norm voldoet terwijl consumptie tot dosiswaarden leidt die boven de parameterwaarde van 0,1 mSv/jaar liggen). Bij de controlestrategie wordt rekening gehouden met de resultaten van de verkennende radiologische analyse van het water.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als de brutoalfa- en brutobèta-activiteit kleiner is dan respectievelijk 0,1 Bq/l en 1,0 Bq/l, mogen de lidstaten aannemen dat de TID geringer is dan de indicatorparameterwaarde van 0,1 mSv/jaar en dat er geen stralingsonderzoek nodig is, behalve wanneer uit andere gegevensbronnen is gebleken dat in het drinkwater specifieke radionucliden aanwezig zijn die een TID hoger dan 0,1 mSv/jaar zouden kunnen veroorzaken.

Lidstaten die gebruik willen maken van opsporingstechnieken op basis van de meting van de globale alfa-activiteit en de globale bèta-activiteit moeten waakzaam zijn voor eventuele beperkingen van de metingen (bijvoorbeeld het ontbreken van de meting van de bèta-straling met een lage energie), op correcte wijze de richtwaarde kiezen die bepaalt of water aan de eisen voldoet, met name voor de globale bèta-activiteit, en rekening houden met het gecombineerde effect van de bèta- en alfa-activiteit.

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 1 – alinea 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Ter vervanging van de hierboven besproken controle van brutoalfa- en brutobèta-activiteit, kunnen de lidstaten besluiten andere betrouwbare testmethoden voor radionucliden te gebruiken om de aanwezigheid van radioactiviteit in drinkwater aan te tonen. Als één van de activiteitsconcentraties meer bedraagt dan 20% van de desbetreffende referentieconcentratie of als de tritiumconcentratie hoger ligt dan de parameterwaarde van 100 Bq/l, is een analyse van andere radionucliden vereist. Welke radionucliden moeten worden gemeten, wordt vastgelegd door de lidstaten waarbij alle relevante gegevens inzake mogelijke bronnen van radioactiviteit in aanmerking worden genomen.

1.1.1. Keuze van de richtwaarde

 

Ten aanzien van de totale bèta-activiteit of de totale bèta-restactiviteit (minus de bijdrage van kalium-40) garandeert een richtwaarde van 1 Bq/l niet noodzakelijkerwijs dat aan de parameterwaarde van 0,1 mSv/jaar wordt voldaan. De lidstaten moeten de activiteit per volume-eenheid van lood-210 en radium-228, twee sterke bètastralers, nagaan. Voor een volwassen consument is de TID bereikt als de activiteit per volume-eenheid 0,2 Bq/l bedraagt (gecumuleerde activiteit van radium-228 en lood-210), oftewel een vijfde deel van de richtwaarde van 1 Bq/l; voor de kritische groep van kinderen jonger dan 1 jaar en uitgaande van een consumptie van 55 cl water per dag, is de TID bereikt als de activiteit van radium-228 in de buurt komt van 0,02 Bq/l of als de activiteit van lood-210 in de buurt komt van 0,06 Bq/l.

 

Ten aanzien van de totale alfa-activiteit moeten de lidstaten de bijdrage van polonium-210 nagaan, daar een richtwaarde van 0,1 Bq/l niet noodzakelijkerwijs garandeert dat aan de parameterwaarde van 0,1 mSv/jaar wordt voldaan. Voor de kritische groep van kinderen jonger dan 1 jaar en uitgaande van een consumptie van 55 cl water per dag, is de TID overschreden als de activiteit per volume-eenheid van polonium-210 0,02 Bq/l bereikt, oftewel een vijfde deel van de richtwaarde van 0,1 Bq/l.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1.1.2. Som van alfa- en bètabijdragen

 

De TID is het totaal van de stralingsdoses van alle radionucliden (alfa- en bètastralers) in het water. De resultaten van de metingen van de totale alfa-activiteit en de totale bèta-activiteit moeten dus samen worden genomen om te beoordelen of de TID overschreden wordt.

 

Elke lidstaat dient ervoor te zorgen dat aan de volgende formule is voldaan:

 

totale alfa-activiteit / richtwaarde totaal alfa + totale bèta-activiteit / richtwaarde totaal bèta < 1

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Berekening van de totale indicatieve dosis (TID)

1.2. Berekening van de totale indicatieve dosis (TID)

De TID is de effectieve volgdosis voor één jaar ingestie ten gevolge van alle radionucliden waarvan de aanwezigheid in het drinkwater is aangetoond, zowel van natuurlijke als van artificiële oorsprong, met uitzondering van tritium, kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon. De TID wordt berekend op basis van de radionuclideconcentraties en de dosiscoëfficiënten voor volwassenen die zijn vastgelegd in bijlage III, tabel A, van Richtlijn 96/29/Euratom, of op basis van recentere informatie die wordt erkend door de bevoegde instanties van de lidstaat. Wanneer aan de volgende formule is voldaan, mogen de lidstaten aannemen dat de TID lager ligt dan de indicatorparameterwaarde van 0,1 mSv/jaar en dat er geen verder onderzoek nodig is:

De TID is de effectieve volgdosis voor één jaar ingestie ten gevolge van alle natuurlijke radionucliden waarvan de aanwezigheid in het drinkwater is aangetoond, met uitzondering van tritium, kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon. De TID wordt berekend op basis van de activiteit per volume-eenheid van de radionucliden en de dosiscoëfficiënten die vastgelegd zijn in bijlage III, tabel A, van Richtlijn 96/29/Euratom, of op basis van recentere informatie die erkend is door de bevoegde instanties van de lidstaat. De berekening wordt uitgevoerd voor de meest blootgestelde bevolkingscategorie, de zogenaamde kritische groep, aan de hand van door de Commissie vastgestelde standaardconsumptiepatronen. Voor de natuurlijke radionucliden bestaat de kritische groep uit de kinderen van minder dan één jaar oud. Wanneer aan de volgende formule is voldaan, mogen de lidstaten aannemen dat de TID lager ligt dan de indicatorparameterwaarde van 0,1 mSv/jaar en dat er geen verder onderzoek nodig is:

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer niet aan de formule is voldaan, wordt de parameterwaarde alleen als overschreden beschouwd als de radionucliden gedurende een volledig jaar voortdurend aanwezig zijn met vergelijkbare activiteitsconcentraties. De lidstaten leggen de mate waarin herbemonstering nodig is vast om te verzekeren dat de gemeten waarden representatief zijn voor een gemiddelde activiteitsconcentratie gedurende een volledig jaar.

Wanneer niet aan de formule is voldaan, moeten er aanvullende analyses worden uitgevoerd om na te gaan of het verkregen resultaat representatief is. Hoe groter de overschrijding van de parameterwaarde, des te eerder moeten deze verificaties worden uitgevoerd. De lidstaten leggen de mate waarin herbemonstering nodig is en de daarvoor geldende termijnen vast om zich te vergewissen van de realiteit van de overschrijding van de parameterwaarde voor de TID.

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 2 – tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Referentieconcentraties voor radioactiviteit in drinkwater1

Herkomst

Nuclide

Referentieconcentratie

 

 

U-2382

3,0 Bq/l

 

 

U-2342

2,8 Bq/l

 

Natuurlijk

Ra-226

0,5 Bq/l

 

 

Ra-228

0,2 Bq/l

 

 

Pb-210

0,2 Bq/l

 

 

Po-210

0,1 Bq/l

 

 

C-14

240 Bq/l

 

 

Sr-90

4,9 Bq/l

 

 

Pu-239/Pu-240

0,6 Bq/l

 

Artificieel

Am-241

0,7 Bq/l

 

 

Co-60

40 Bq/l

 

 

Cs-134

7,2 Bq/l

 

 

Cs-137

11 Bq/l

 

 

I-131

6,2 Bq/l

 

1 Deze tabel omvat de meest voorkomende natuurlijke en artificiële radionucliden. Referentieconcentraties voor andere radionucliden kunnen worden berekend aan de hand van de dosiscoëfficiënten voor volwassenen zoals vastgelegd in bijlage III, tabel A, bij Richtlijn 96/29/Euratom, of aan de hand van recentere informatie die wordt erkend door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat, waarbij een ingestie van 730 liter per jaar wordt aangenomen.

2. Eén milligram (mg) natuurlijk uraan bevat 12,3 Bq afkomstig van U-238 en 12,3 Bq afkomstig van U-234. Deze tabel toont enkel de stralingseigenschappen, niet de chemische toxiciteit, van uraan.

Amendement

Referentieconcentraties voor natuurlijke radioactiviteit in drinkwater1

 

Nuclide

Referentieconcentratie

Kritische leeftijd

 

U-2382

1,47 Bq/l

< 1 jaar

 

U-2342

1,35 Bq/l

< 1 jaar

 

Ra-226

0,11 Bq/l

< 1 jaar

 

Ra-228

0,02 Bq/l

< 1 jaar

 

Pb-210

0,06 Bq/l

< 1 jaar

 

Po-210

0,02 Bq/l

< 1 jaar

1 Deze tabel omvat de meest voorkomende natuurlijke en artificiële radionucliden. Referentieconcentraties voor andere radionucliden kunnen worden berekend aan de hand van de dosiscoëfficiënten zoals vastgelegd in bijlage III, tabel A, bij Richtlijn 96/29/Euratom, of aan de hand van recentere informatie die wordt erkend door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat. De berekening wordt uitgevoerd voor de meest blootgestelde leeftijdscategorie teneinde aan de totale indicatieve dosis van 0,1 mSv te kunnen voldoen, ongeacht de leeftijd van de verbruiker. De Commissie stelt de waterinname van de verschillende leeftijdscategorieën vast.

2. Eén milligram (mg) natuurlijk uraan bevat 12,3 Bq afkomstig van U-238 en 12,3 Bq afkomstig van U-234. Deze tabel toont enkel de stralingseigenschappen, niet de chemische toxiciteit, van uraan.

Motivering

De referentieconcentraties die de Commissie voorstelt zijn berekend op basis van de dosiscoëfficiënten voor volwassenen. Uit berekeningen blijkt echter dat deze referentieconcentraties voor andere leeftijdscategorieën (met name zuigelingen en kinderen) tot een overschrijding van de totale indicatieve dosis zouden leiden, bijv. met een factor 12 voor radon-228. Om praktische redenen is het niet zinvol voor verschillende leeftijdscategorieën verschillende referentieberekeningen te hanteren. Omwille van de inwendige consistentie van het voorstel en een beschermingsniveau dat overeenkomt met 0,1 mSv TID voor alle leeftijdscategorieën, moet de kwetsbaarste categorie als uitgangspunt voor de berekeningen worden gekozen. Aangezien er op EU-niveau geen geharmoniseerde consumptiewaarden voor de verschillende leeftijdscategorieën zijn vastgesteld, is voor de hier voorgestelde waarden uitgegaan van de aanbevelingen van het Franse Ciblex. Omwille van de duidelijkheid zijn de waarden niet afgerond.

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Radiologisch effect van menselijke activiteiten

 

Welke radionucliden moeten worden gemeten, wordt bepaald door de lidstaten aan de hand van de gegevens inzake mogelijke bronnen van door menselijke activiteiten veroorzaakte radioactiviteit.

 

2 bis. 1. Meting van tritium

 

In het kader van de referentieanalyse en ingeval er een periodieke controle voor deze parameter vereist is, wordt er een specifieke analyse uitgevoerd om het tritiumniveau te bepalen. Een activiteit per volume-eenheid van meer dan 10 Bq/l wijst op een anomalie waarvan de bron moet worden onderzocht, en op de mogelijke aanwezigheid van andere artificiële radionucliden. De parameterwaarde van 20 Bq/l is een drempelwaarde waarboven onderzoek naar de bron van de besmetting noodzakelijk is en het publiek geïnformeerd moet worden. De referentieconcentratie die overeenkomt met de parameterwaarde van 0,01 mSv/jaar, bedraagt 680 Bq/l (500 Bq/l als rekening wordt gehouden met de foetus).

 

2 bis. 2. Berekening van de aan menselijke activiteiten gerelateerde TID-waarde

 

De TID is de effectieve volgdosis voor één jaar ingestie ten gevolge van alle van menselijke activiteiten afkomstige radionucliden waarvan de aanwezigheid in het drinkwater is aangetoond, met inbegrip van tritium.

 

De TID wordt berekend op basis van de activiteit per volume-eenheid van de radionucliden en de dosiscoëfficiënten die vastgelegd zijn in bijlage III, tabel A van Richtlijn 96/29/Euratom, of op basis van recentere informatie die erkend is door de bevoegde instanties van de lidstaat. De berekening wordt uitgevoerd voor de meest blootgestelde bevolkingscategorie, de zogenaamde kritische groep, aan de hand van door de Commissie vastgestelde standaardconsumptiepatronen.

 

De lidstaten kunnen de referentieconcentraties gebruiken die overeenkomen met de parameterwaarde van 0,01 mSv/jaar. Wanneer aan de volgende formule is voldaan, kunnen de lidstaten dan aannemen dat de indicatorparameterwaarde niet overschreden is en dat er geen verder onderzoek nodig is:

 

 

 

waarin:

 

Ci(obs) = geobserveerde radionuclideconcentratie i

 

Ci(ref) = referentieconcentratie van radionuclide i

 

n = aantal waargenomen radionucliden.

 

Wanneer niet aan deze formule voldaan is, moeten er onverwijld aanvullende analyses worden uitgevoerd om de geldigheid van het verkregen resultaat te verifiëren en de bron van de verontreiniging vast te stellen.

Amendement  55

namens de Verts/ALE-Fractie Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 2 ter (nieuw) – tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

 

Amendement

Referentieconcentraties voor van menselijke activiteiten afkomstige radioactiviteit in drinkwater1

 

Nuclide

Referentieconcentratie

Kritische leeftijd

 

H-3

680 Bq/l/500 Bq/l

2-7 jaar / foetus

 

C-14

21 Bq/l

2-7 jaar

 

Sr-90

0,22 Bq/l

< 1 jaar

 

Pu-239/Pu-240

0,012 Bq/l

< 1 jaar

 

Am-241

0,013 Bq/l

< 1 jaar

 

Co-60

0,9 Bq/l

< 1 jaar

 

Cs-134

0,7 Bq/l

Volwassenen

 

Cs-137

1,1 Bq/l

Volwassenen

 

I-131

0,19 Bq/l

1-2 jaar

1 Deze tabel omvat de meest voorkomende artificiële radionucliden. Referentieconcentraties voor andere radionucliden kunnen worden berekend aan de hand van de dosiscoëfficiënten zoals vastgelegd in bijlage III, tabel A, bij Richtlijn 96/29/Euratom, of aan de hand van recentere informatie die erkend is door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat. De berekening wordt uitgevoerd voor de meest blootgestelde leeftijdscategorie teneinde aan de totale indicatieve dosis van 0,01 mSv te kunnen voldoen, ongeacht de leeftijd van de verbruiker. De Commissie stelt de waterinname van de verschillende leeftijdscategorieën vast.

Motivering

Er moet onderscheid worden gemaakt tussen natuurlijke radioactiviteit en artificiële of door menselijke activiteiten veroorzaakte radioactiviteit, die bij normaal functioneren van nucleaire installaties hoort. Dit onderscheid tussen natuurlijke effecten en effecten van menselijk handelen is consistent met de onderscheidingen die de ICRP hanteert en die ook in Richtlijn 96/29 terugkomen.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage III – punt 3 – tabel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Kenmerken

Aantoonbaarheidsgrens

(opmerking 1)

Toelichting

 

Radon

10 Bq/l

opmerking 2, 3

 

Tritium

10 Bq/l

opmerking 2, 3

 

Brutoalfa

Brutobèta

0,04 Bq/l

0,4 Bq/l

opmerking 2, 4

opmerking 2, 4

 

U-238

0,02 Bq/l

opmerking 2, 6

 

U-234

0,02 Bq/l

opmerking 2, 6

 

Ra-226

0,04 Bq/l

opmerking 2

 

Ra-228

0,08 Bq/l

opmerking 2, 5

 

Pb-210

0,02 Bq/l

opmerking 2

 

Po-210

0,01 Bq/l

opmerking 2

 

C-14

20 Bq/l

opmerking 2

 

Sr-90

0,4 Bq/l

opmerking 2

 

Pu-239/Pu-240

0,04 Bq/l

opmerking 2

 

Am-241

0,06 Bq/l

opmerking 2

 

Co-60

0,5 Bq/l

opmerking 2

 

Cs-134

0,5 Bq/l

opmerking 2

 

Cs-137

0,5 Bq/l

opmerking 2

 

I-131

0,5 Bq/l

opmerking 2

 

Opmerking 1: de aantoonbaarheidsgrens wordt berekend aan de hand van ISO 11929-7, vaststelling van de aantoonbaarheidsgrens en beslissingsdrempels voor de meting van ioniserende straling - deel 7: Grondbeginselen en algemene toepassingen, met een foutkans van de eerste en tweede soort van telkens 0,05.

Opmerking 2: meetonzekerheden kunnen worden berekend en aangegeven als volledige standaardmeetonzekerheden of als uitgebreide standaardmeetonzekerheden met een uitbreidingsfactor van 1,96, volgens de ISO-leidraad voor de bepaling en aanduiding van de meetonzekerheid (ISO, Genève 1993, herziene herdruk Genève, 1995).

Opmerking 3: de aantoonbaarheidsgrens voor tritium is 10% van de parameterwaarde van 100 Bq/l.

Opmerking 4: de aantoonbaarheidsgrens voor de brutoalfa- en brutobèta-activiteit is 40% van de meetwaarde van respectievelijk 0,1 en 1,0 Bq/l.

Opmerking 5: deze aantoonbaarheidsgrens is enkel toepasbaar op routinecontroles; voor een nieuwe waterbron waarvoor het aannemelijk is dat Ra-228 meer bedraagt dan 20% van de referentieconcentratie is de aantoonbaarheidsgrens voor de eerste controle 0,02 Bq/l voor Ra-228 nuclidespecifieke metingen. Dit geldt ook waar een volgende controle nodig is.

Opmerking 6: de lage waarde van de gespecificeerde aantoonbaarheidsgrens voor U is te wijten aan de inachtneming van de chemotoxiciteit van uraan.

Amendement

Nuclide

Aantoonbaarheidsgrens

(opmerking 1)

Toelichting

 

Radon

10 Bq/l

opmerking 2,3

 

Tritium

10 Bq/l

opmerking 2,3

 

Totaal alfa

0,04 Bq/l

opmerking 2,4

 

Totaal bèta

0,4 Bq/l

opmerking 2,4

 

U-238

0,02 Bq/l

opmerking 2,5

 

U-234

0,02 Bq/l

opmerking 2,5

 

Ra-226

0,04 Bq/l

opmerking 2

 

Ra-228

0,01 Bq/l

opmerking 2

 

Pb-210

0,02 Bq/l

opmerking 2

 

Po-210

0,01 Bq/l

opmerking 2

 

C-14

20 Bq/l

opmerking 2

 

Sr-90

0,1 Bq/l

opmerking 2

 

Pu-239/Pu-240

0,01 Bq/l

opmerking 2

 

Am-241

0,01 Bq/l

opmerking 2

 

Co-60

0,1 Bq/l

opmerking 2

 

Cs-134

0,1 Bq/l

opmerking 2

 

Cs-137

0,1 Bq/l

opmerking 2

 

I-131

0,1 Bq/l

opmerking 2

 

Opmerking 1: de aantoonbaarheidsgrens wordt berekend aan de hand van ISO 11929-7, vaststelling van de aantoonbaarheidsgrens en beslissingsdrempels voor de meting van ioniserende straling - deel 7: Grondbeginselen en algemene toepassingen, met een foutkans van de eerste en tweede soort van telkens 0,05.

Opmerking 2: meetonzekerheden kunnen worden berekend en aangegeven als volledige standaardmeetonzekerheden of als uitgebreide standaardmeetonzekerheden met een uitbreidingsfactor van 1,96, volgens de ISO-leidraad voor de bepaling en aanduiding van de meetonzekerheid (ISO, Genève 1993, herziene herdruk Genève, 1995).

Opmerking 3: de aantoonbaarheidsgrens voor tritium is 50% van de parameterwaarde van 20 Bq/l.

Opmerking 4: de aantoonbaarheidsgrens voor de totale alfa- en bèta-activiteit is 40 % van de controlewaarden van respectievelijk 0,1 en 1,0 Bq/l. Deze waarden kunnen pas worden gebruikt als uitgesloten is dat er een aanzienlijke bijdrage wordt geleverd door zeer radiotoxische isotopen (lood-210, radium-228 en polonium-210).

Opmerking 5: de lage waarde van de gespecificeerde aantoonbaarheidsgrens voor U is te wijten aan de inachtneming van de chemotoxiciteit van uraan.

Motivering

Homogene aanpassing over de hele linie van de referentieconcentraties. De voorgestelde detectiegrenzen zijn volkomen realistisch.

TOELICHTING

Veilig drinkwater voor de Europese burger is een wezenlijk onderdeel van het beleid op het gebied van volksgezondheid en milieu. De drinkwaterkwaliteit is thans geregeld bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad (drinkwaterrichtlijn); de voorschriften inzake verontreinigende stoffen als giftige chemicaliën en radionucliden vallen daar ook onder. De toepassing van eisen voor de controle op tritium en de totale indicatieve dosis ontbreekt echter nog, en dat terwijl de drinkwaterrichtlijn eind 2003 door de lidstaten omgezet had moeten zijn. Met het onderhavige voorstel beoogt de Commissie de bewuste voorschriften via een apart wettelijk instrument op basis van het Euratom-Verdrag in te voeren, in plaats van via de drinkwaterrichtlijn.

Met het voorstel wordt beoogd de gebrekkige implementatie van de drinkwaterrichtlijn aan te pakken, maar de benadering van de Commissie is niet bevredigend en moet op de onderstaande twee punten veranderd worden.

1. Ten eerste is het omwille van de rechtszekerheid en de consistentie van de EU-wetgeving inzake drinkwaterkwaliteit zaak dat radionucliden op dezelfde basis worden behandeld als alle andere kankerverwekkende stoffen, opdat cumulatieve effecten niet buiten beschouwing blijven. Voorschriften op het gebied van stralingsbescherming moeten in het kader van het Verdrag gestalte krijgen, zoals reeds door het Parlement bepleit in P7_TA(2011)0055 (verslag-Belet), aangenomen op 15 februari 2011.

De rapporteur stelt daarom voor als rechtsgrond artikel 192, lid 1, van het VWEU te nemen, zoals gebruikelijk is voor onderwerpen op het gebied van milieubescherming. Dat houdt tevens in dat alle bijlagen inzake parameterwaarden, controle op radioactieve stoffen en monstername- en analysemethoden op gezette tijden door de Commissie moeten worden getoetst aan de hand van de ontwikkeling van wetenschap en techniek en zo nodig aangepast met gedelegeerde handelingen.

2. Ten tweede moeten wezenlijke, door de Internationale Commissie voor stralingsbescherming (ICRP) gehanteerde onderscheidingen tussen natuurlijke en artificiële bronnen van radioactiviteit en tussen verschillende blootstellingscategorieën (met name leeftijdsgroepen) in het voorstel verwerkt worden.

De rapporteur stelt daarom een aantal amendementen voor, mede gelet op de volgende overwegingen.

(a) Omwille van een doeltreffende en coherente bescherming van de volksgezondheid in Europa moet er onderscheid worden gemaakt tussen natuurlijke radioactiviteit en artificiële of door mensen veroorzaakte radioactiviteit, die bij normaal functioneren van nucleaire installaties hoort. Dit onderscheid tussen natuurlijke effecten en effecten van menselijk handelen is consistent met de onderscheidingen die gehanteerd worden in de aanbevelingen inzake radiologische bescherming van de Internationale Commissie voor stralingsbescherming (zoals de meest recente, publicatie nr. 103[1]) en die ook terugkomen in Richtlijn 96/29/Euratom tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren.

(b) Voor de natuurlijke radioactiviteit wordt vastgehouden aan een indicatieve dosis van 0,1 millisievert per jaar als referentie, met dien verstande dat bij de berekeningen wordt uitgegaan van kritische groepen (zuigelingen, zwangere vrouwen, zogende moeders, e.d.) en dat bij de berekeningen voor volwassenen geen extra voorzorgen gelden.

Ten aanzien van de radiologische effecten van menselijke activiteiten bij normaal functionerende installaties moet de maximale referentiedosis tot 0,01 mSv/jaar verlaagd worden, hetgeen overeenkomt met 10% van de aanvaardbare natuurlijke doses.

(c) Voor het gecombineerde effect van alle nucleaire activiteiten bedraagt de maximale dosis 1 mSv/jaar (voor de meest blootgestelde groep), maar voor een enkele nucleaire activiteit dient de dosisbeperking onder de 0,3 mSv/jaar of zelfs 0,1 mSv/jaar te blijven (zie ICRP 103). Aangezien bij het functioneren van een installatie (emissies e.d.) van een veelvoud aan blootstellingen sprake is (externe blootstelling, besmetting door inademing, besmetting door ingestie via voedsel, enz.), is voor het drinkwater slechts een fractie van de dosisbeperking aanvaardbaar. Vandaar de keuze voor 0,01 mSv/jaar.

Voorts zij verwezen naar Richtlijn 96/29/Euratom, die deze zelfde dosis van 10 µSv/jaar hanteert om te bepalen of het radiologisch risico van een nucleaire activiteit niet langer als verwaarloosbaar voor de gezondheid van de mens moet gelden en dus aanleiding moet geven tot stralingsbeschermingsmaatregelen.

3. Daarnaast dringt de rapporteur aan op toepassing van het beginsel "de vervuiler betaalt" wat betreft de kosten van monstername en controles bij door de mens veroorzaakte besmetting. Ook pleit zij voor striktere uitvoering van de controle op verontreinigingen volgens de aanpak van de drinkwaterrichtlijn, en voor striktere voorschriften inzake transparantie en publieksvoorlichting.

  • [1]  ICRP, 2007. The 2007 Recommendations of the International Commission on Radiological Protection. ICRP Publication 103. Ann. ICRP 37 (2-4). 

ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN INZAKE DE RECHTSGRONDSLAG

De heer Matthias Groote

Voorzitter

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

BRUSSEL

Betreft:            Advies inzake de rechtsgrondslag van het voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water (COM(2012)0147 – C7‑0105/2012 – 2012/0074(NLE))

Geachte heer Groote,

Bij schrijven van 2 oktober 2012 hebt u, overeenkomstig artikel 37, lid 2, van het Reglement de Commissie juridische zaken verzocht na te gaan of het passend is de rechtsgrondslag van het voorstel te wijzigen door de artikelen 31 en 32 van het Euratom-verdrag te vervangen door artikel 192, lid 1, VWEU. Dit naar aanleiding van het ontwerpverslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, waarin een dergelijke wijziging wordt voorgesteld.

Het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water (COM(2012)0147) werd door de Commissie ingediend op basis van de artikelen 31 en 32 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en werd dienovereenkomstig ter raadpleging aan het Parlement voorgelegd.

De Juridische Dienst van het Parlement verklaarde in een nota d.d. 9 oktober 2012 dat hoewel de artikelen 31 en 32 Euratom op het eerste gezicht de passende rechtsgrondslag lijken voor het voorstel, niet bij voorbaat kan worden uitgesloten dat het voorstel in plaats daarvan op artikel 192 VWEU gebaseerd kan worden.

Achtergrond

1. Het voorstel

Het voorstel voor een richtlijn voorziet in voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water door middel van het vaststellen van parameterwaarden, frequenties en methoden voor het toezicht op radioactieve stoffen (radon, tritium en andere radioactieve stoffen).

Richtlijn 98/83/EG van 3 november 1998 stelt algemene regels met betrekking tot de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water[1]. In bijlage I, deel C, bij de richtlijn zijn indicatorparameters vastgelegd voor radioactiviteit en tritium, terwijl bijlage II voorziet in de bijbehorende controlebepalingen. Deze voorschriften voor het toezicht op radioactieve stoffen zijn echter, in afwachting van de goedkeuring van amendementen op de bijlagen II (controle) en III (specificaties voor de analyse van parameters), tot op heden nog niet uitgevoerd. De Commissie heeft onderhavig voorstel dus ingediend om de eisen met betrekking tot het toezicht op de radioactiviteitsniveaus te integreren in specifieke wetgeving in het kader van het Euratom-verdrag. De Commissie is voornemens in een tweede fase de ter zake geldende bepalingen van Richtlijn 98/83/EG in te trekken.

2. De rechtsgrondslagen in kwestie

a) De rechtsgrondslag van het voorstel

Het voorstel van de Commissie is gebaseerd op de artikelen 31 en 32 van het Euratom-verdrag (titel II, hoofdstuk 3: bescherming van de gezondheid), waarin het volgende wordt bepaald:

"Artikel 31

De basisnormen worden voorbereid door de Commissie, na advies van een groep personen, aangewezen door het Wetenschappelijk en Technisch Comité uit wetenschappelijke deskundigen van de lidstaten, met name uit de deskundigen op het gebied van de volksgezondheid. De Commissie vraagt over de aldus voorbereide basisnormen het advies van het Economisch en Sociaal Comité.

Na raadpleging van het Europees Parlement stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de basisnormen vast op voorstel van de Commissie, die hem de adviezen doorgeeft welke zij bij de comités heeft ingewonnen.

Artikel 32

Op verzoek van de Commissie of van een Lid-Staat kunnen de basisnormen worden herzien of aangevuld volgens de in artikel 31 bepaalde procedure.

De Commissie moet ieder door een Lid-Staat ingediend verzoek in behandeling nemen."

De basisnormen als bedoeld in artikel 31 worden gedefinieerd in artikel 30 van het Euratom-verdrag dat luidt:

"Artikel 30

Voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werknemers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren worden binnen de Gemeenschap basisnormen vastgesteld.

Onder basisnormen wordt verstaan:

a. de met voldoende veiligheid maximaal toelaatbare doses,

b. de maximaal toelaatbare bestraling en besmetting,

c. de grondbeginselen van het medisch toezicht op de werknemers."

b) Voorgestelde wijziging van de rechtsgrondslag

ENVI heeft de Commissie juridische zaken om advies verzocht over de vraag of het aangewezen is om niet de artikelen 31 en 32 van het Euratom-verdrag, maar artikel 192, lid 1, VWEU te gebruiken als rechtsgrondslag voor onderhavig voorstel, omdat de rapporteur, Michèle Rivasi, een amendement met deze strekking heeft ingediend.

Artikel 192, lid 1, VWEU luidt als volgt:

"1. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's de activiteiten vast die de Unie moet ondernemen om de doelstellingen van artikel 191 te verwezenlijken.

[...]"

Met betrekking tot de doelstellingen bepaalt artikel 191, lid 1, VWEU:

"1. Het beleid van de Unie op milieugebied draagt bij tot het nastreven van de volgende doelstellingen:

- behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu;

- bescherming van de gezondheid van de mens;

- behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen;

- bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen, en in het bijzonder de bestrijding van klimaatverandering."

De rapporteur van ENVI motiveert haar voorstel tot toepassing van artikel 192, lid 1, VWEU als rechtsgrondslag als volgt: "Deze richtlijn heeft betrekking op voor menselijke consumptie bestemd water. Radionucliden in voor menselijke consumptie bestemd water vallen thans onder Richtlijn 98/83/EG (de drinkwaterrichtlijn), waarin parameterwaarden voor tritium en de totale indicatieve dosis vastgelegd zijn. De Commissie had eigenlijk al in 2000 maatregelen voor controlefrequenties en -methoden moeten vaststellen volgens de regelgevingsprocedure met toetsing. Het ligt daarom voor de hand dezelfde rechtsgrondslag als voor Richtlijn 98/83/EG te kiezen. Als de radionucliden onder Euratom zouden vallen, terwijl alle andere kankerverwekkende stoffen zoals chemicaliën onder het Verdrag vallen, blijven cumulatieve effecten van schadelijke stoffen buiten beschouwing. Voorschriften op het gebied van stralingsbescherming moeten in het kader van het Verdrag gestalte krijgen, zoals reeds door het Parlement bepleit in P7_TA(2011)0055 (verslag-Belet), aangenomen op 15 februari 2011."

III. Analyse

1. Rechtspraak van het Hof van Justitie

Ten aanzien van de keuze van de rechtsgrondslag valt uit de vaste rechtspraak van het Hof een aantal beginselen af te leiden. Allereerst is de keuze van de juiste rechtsgrondslag van constitutioneel belang, gelet op de gevolgen van de rechtsgrondslag voor de fundamentele bevoegdheden en de procedure[2]. Ten tweede handelt iedere instelling volgens artikel 13, lid 2, van het VEU binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar in de Verdragen zijn toegedeeld[3]. Ten derde moet volgens de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie "de keuze van de rechtsgrondslag van een gemeenschapshandeling [...] berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn. Tot die gegevens behoren met name het doel en de inhoud van de handeling"[4].

2. De door de Commissie gekozen rechtsgrondslag

De Commissie motiveert haar keuze van de rechtsgrondslag als volgt: "De bepalingen van deze richtlijn hebben betrekking op de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de werkers en de bevolking. Derhalve is het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name de artikelen 31 en 32 daarvan, de gekozen rechtsgrond."[5].

3. Doel en inhoud van het voorstel voor een richtlijn

De voorgestelde richtlijn van de Raad voorziet in eisen voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water. Hiermee wordt beoogd deze eisen vast te stellen "bij specifieke wetgeving die de uniformiteit, samenhang en volledigheid van de wetgeving inzake stralingsbescherming […] waarborgt" door middel van het vaststellen van parameterwaarden, frequenties en methoden voor het toezicht op radioactieve stoffen (radon, tritium en andere radioactieve stoffen).

Artikel 4 van het voorstel voor een richtlijn voorziet in een algemene verplichting voor lidstaten om de nodige maatregelen te nemen om een passend controleprogramma vast te stellen. Artikel 5 verplicht de lidstaten tot het vaststellen van parameterwaarden voor het toezicht op radioactieve stoffen en de artikelen 6 tot en met 8 hebben betrekking op door de lidstaten toe te passen methoden voor controle, bemonstering en analyse. Bijlage I omvat gedetailleerde bepalingen inzake parameterwaarden en bijlage II bevat voorschriften voor de lidstaten met betrekking tot de controle op radioactieve stoffen, en in het bijzonder voorschriften met betrekking tot de frequentie van dergelijke controles.

Het Euratom-verdrag stelt de Gemeenschap in staat het gebruik van kernenergie door de lidstaten te reguleren, onder andere wat betreft nucleaire veiligheidscontroles en bescherming van de volksgezondheid. In artikel 2, onder b), van het Euratom-verdrag is bepaald dat de Gemeenschap uniforme veiligheidsnormen moet vaststellen voor de gezondheidsbescherming van de bevolking en de werknemers, en erop moet toezien dat deze worden toegepast. Titel II, hoofdstuk 3, van het Verdrag, dat betrekking heeft op de bescherming van de gezondheid, bevat bepalingen inzake basisnormen voor de bescherming tegen ioniserende straling. Deze basisnormen overeenkomstig artikel 30 dienen ter "bescherming van de gezondheid der bevolking en der werknemers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren", en hebben bijvoorbeeld betrekking op "de met voldoende veiligheid maximaal toelaatbare doses" en "de maximaal toelaatbare bestraling en besmetting". De in de onderhavige richtlijn voorgestelde maatregelen kunnen aangemerkt worden als basisnormen in de zin van artikel 31 en 32 van het Euratom-verdrag.

4. Artikel 192 VWEU als rechtsgrondslag

Anderzijds zou artikel 192 VWEU, dat betrekking heeft op de bescherming van de volksgezondheid en milieubescherming, ook kunnen fungeren als passende rechtsgrondslag voor onderhavige maatregel (zoals de ENVI-rapporteur in haar ontwerpverslag aanvoert). Er zij opgemerkt dat het gebruik van artikel 192 VWEU als rechtsgrondslag met zich mee zou brengen dat niet de raadplegingsprocedure, maar de gewone wetgevingsprocedure zou moeten worden toegepast, zodat het Parlement ten volle aan de besluitvorming zou deelnemen.

Artikel 192 VWEU biedt een rechtsgrondslag voor activiteiten die de Unie moet ondernemen om de doelstellingen van artikel 191 VWEU te verwezenlijken, waaronder het behoud, de bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu (eerste streepje) en de bescherming van de gezondheid van de mens (tweede streepje).

Richtlijn 98/83/EG, de algemene drinkwaterrichtlijn, is – aldus de ENVI-rapporteur in haar motivering van de voorgestelde wijziging van de rechtsgrond – gebaseerd op artikel 130 s, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de oude rechtsgrondslag van het milieubeleid. Onderhavig voorstel moet duidelijk gezien worden in de ruimere context van Richtlijn 98/83/EG.

Verder zij opgemerkt dat de ENVI-rapporteur in haar motivering verwijst naar de wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2011 over het voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar (herschikking)[6], waarin het Parlement wijziging voorstelt van de rechtsgrondslag van artikel 31 Euratom-verdrag in artikel 168, lid 4, onder b), VWEU. De Commissie juridische zaken kwam in haar advies inzake de rechtsgrondslag[7] tot de conclusie dat het voorstel gezien kan worden als fytosanitaire en/of veterinaire maatregel die rechtstreeks gericht is op de bescherming van de volksgezondheid, waarbij als belangrijkste grond werd aangevoerd dat de hierboven aangehaalde uitspraak (waarin wordt bekrachtigd dat de artikelen 30 ev. Euratom kunnen dienen als rechtsgrond voor de herschikking van de verordening) niet in de weg staat aan de toepassing als rechtsgrondslag van artikel 168, lid 4, onder b) VWEU, dat ten tijde van de uitspraak nog niet bestond[8].

Er kan derhalve geconcludeerd worden dat het ter tafel liggende voorstel beschouwd kan worden als specifieke maatregel met betrekking tot het toezicht op de radioactiviteitsniveaus in voor menselijke consumptie bestemd water. Daarnaast kan echter nog steeds gesteld worden dat het voorstel betrekking heeft op een maatregel die gericht is op de bescherming van de volksgezondheid als bedoeld in artikel 192, lid 1, juncto artikel 191 VWEU, met name gezien het feit dat de wetgever in 1998 met de goedkeuring van Richtlijn98/83/EG de bedoeling had algemene regels vast te stellen inzake "de schadelijke gevolgen van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water".

Aanbeveling van de Commissie juridische zaken

De Commissie juridische zaken behandelde deze kwestie op haar vergadering van 6 november 2012. Tijdens deze vergadering besloot zij met 22 stemmen voor, 1 tegen en 0 onthoudingen[9] de aanbeveling te doen het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water te baseren op artikel 192, lid 1, VWEU.

Hoogachtend,

Klaus-Heiner Lehne

  • [1]  Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32).
  • [2]  Advies 2/00 Protocol van Cartagena, Jurispr. 2001, blz. I-9713, par. 5; Zaak C-370/07 Commissie/Raad, Jurispr. 2009, blz. I-8917, par. 46-49; Advies 1/08, Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten, Jurispr. 2009 blz. I-11129, par. 110.
  • [3]  Zaak C-403/05 Parlement/Commissie, Jurispr. 2007, blz. I-9045, par. 49 en de daarin aangehaalde jurisprudentie.
  • [4]  Zie meest recentelijk Zaak C-411/06 Commissie/Parlement en Raad, Jurispr. 2009, blz I-7585.
  • [5]  COM(2011)0608, toelichting, blz. 3.
  • [6]  COM(2010)0184 - C7-0137/2010 - 2010/0098(CNS), P7_TA(2011)0055.
  • [7]  PE452.905v01-00.
  • [8]  Er zij opgemerkt dat de Commissie op 4 oktober 2012 liet weten voornemens te zijn het herschikkingsvoorstel in te trekken en de "verordening meer te doen aansluiten bij de nieuwe comitologieverordening die in maart 2011 in werking is getreden" (mededeling van de Commissie inzake de volledige risico- en veiligheidsevaluatie ("stresstests") van kerncentrales in de Europese Unie (COM(2012)0571), blz. 13.
  • [9]  Bij de eindstemming waren aanwezig: Luigi Berlinguer, Françoise Castex (ondervoorzitter), Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Eva Lichtenberger, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Jiří Maštálka, Alajos Mészáros, Francesco Enrico Speroni, Evelyn Regner (ondervoorzitter), József Szájer, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Axel Voss, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Zbigniew Ziobro, Tadeusz Zwiefka, Sylvie Guillaume (overeenkomstig artikel 187, lid 2).

ADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie (20.12.2012)

aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water
(COM(2012)0147 – C7‑0105/2012 – 2012/0074(NLE))

Rapporteur voor advies: Judith A. Merkies

BEKNOPTE MOTIVERING

Het Commissievoorstel heeft tot doel de eisen met betrekking tot het toezicht op radioactieve stoffen te integreren in specifieke wetgeving in het kader van het Euratom-Verdrag, teneinde de uniformiteit, coherentie en volledigheid van de stralingsbeschermingswetgeving op communautair niveau in stand te houden. Als tweede stap is de Commissie van plan deze eisen te schrappen uit Richtlijn 98/83/EG (drinkwaterrichtlijn).

De rapporteur betreurt het dat het Europees Parlement, omdat deze richtlijn binnen de werkingssfeer van het Euratom-Verdrag valt, slechts een beperkte rol in het besluitvormingsproces speelt. Zij verzoekt de Commissie daarom terdege rekening te houden met het standpunt van het Europees Parlement bij het vaststellen en het herzien van deze richtlijn. Zij is ook bezorgd over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, omdat de eisen van de drinkwaterrichtlijn met betrekking tot radioactieve stoffen nog steeds niet zijn toegepast.

De rapporteur is van mening dat dit voorstel de uniformiteit van de Europese water- en drinkwaterwetgeving, die momenteel onder het Verdrag betreffende de Europese Unie vallen, in gevaar kan brengen. De Europese Commissie moet daarom de conformiteit waarborgen van de maatregelen van deze richtlijn met de maatregelen van Richtlijn 98/83/EG en andere waterwetgeving zoals 2000/60/EG en 2006/118/EG, en met de bescherming van andere soorten water, zoals grondwater, tegen radioactieve besmetting.

Met betrekking tot het toepassingsgebied van deze richtlijn is het belangrijk dat ook water dat in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt hieronder valt. Het is echter positief dat de Europese Commissie radon als parameterwaarde en water in flessen als waterbron in de herziene versie van het voorstel heeft opgenomen.

Het is bovendien belangrijk dat de burgers worden geïnformeerd over de kwaliteit van voor consumptie bestemd water. De lidstaten moeten daarom informatie over radioactieve stoffen in dit soort water in hun driejaarlijkse verslag over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water en over nucleaire veiligheid opnemen.

Indien niet aan deze richtlijn wordt voldaan moeten lidstaten onmiddellijk optreden om de kwaliteit van het water te herstellen en het potentiële gevaar voor de volksgezondheid te verminderen.

AMENDEMENTEN

De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Eén van de manieren waarop radioactieve stoffen het menselijke lichaam binnendringen is de ingestie van water. Overeenkomstig Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren moet de blootstelling van de gehele bevolking aan handelingen die een risico op ioniserende straling kunnen inhouden, zo laag als redelijkerwijze mogelijk worden gehouden.

(1) Eén van de manieren waarop radioactieve stoffen het menselijke lichaam binnendringen is de ingestie van water. Overeenkomstig Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren moet de blootstelling van de gehele bevolking, met inachtneming van de cumulatieve blootstelling op de lange termijn, aan handelingen die een risico op ioniserende straling kunnen inhouden, zo laag mogelijk worden gehouden.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) De parameterwaarden zijn gebaseerd op de beschikbare wetenschappelijke kennis, met inachtneming van het voorzorgsbeginsel. Deze waarden zijn gekozen om te ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water een leven lang veilig kan worden gebruikt – met de meest kwetsbare burgers als referentiepunt – en bieden derhalve een hoog niveau van gezondheidsbescherming.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Wanneer niet aan een parameter met indicatorfunctie wordt voldaan, moet de betrokken lidstaat onderzoeken of er daardoor een risico voor de volksgezondheid ontstaat en moet die lidstaat waar nodig maatregelen treffen om de waterkwaliteit te herstellen.

(6) Wanneer niet aan een parameter met indicatorfunctie wordt voldaan, moet de betrokken lidstaat dit onderzoeken en hiervan de oorzaak vaststellen, nagaan of er daardoor een risico voor de volksgezondheid ontstaat, ook op lange termijn, en maatregelen treffen om de waterkwaliteit zo snel mogelijk te herstellen overeenkomstig de in deze richtlijn vastgelegde kwaliteitscriteria. Deze herstelmaatregelen kunnen zelfs zover gaan dat de betrokken exploitatie wordt gesloten wanneer de waterkwaliteit een dergelijke maatregel noodzakelijk maakt. Indien herstelmaatregelen noodzakelijk zijn om de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water te herstellen, moet de hoogste prioriteit worden verleend aan maatregelen die het probleem bij de bron oplossen.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De consument moet op adequate en behoorlijke wijze worden geïnformeerd over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

(7) De consument moet volledig en behoorlijk op transparante en onpartijdige wijze worden geïnformeerd over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water en moet onverwijld in kennis worden gesteld van de maatregelen die door de bevoegde autoriteiten worden genomen om een eventuele verslechtering van de kwaliteit van dit water te verhelpen. Bovendien moet rekening worden gehouden met de technische en statistische behoeften van de Commissie, alsmede met het recht van eenieder op voldoende informatie omtrent de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Water dat in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt moet ook in deze richtlijn worden opgenomen.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Elke lidstaat moet programma's voor het controleren van voor menselijke consumptie bestemd water uitwerken om na te gaan of dit water voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn.

(9) Elke lidstaat moet gedegen programma's voor het controleren van voor menselijke consumptie bestemd water uitwerken om na te gaan of dit water voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) De methoden voor de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water moeten betrouwbare en vergelijkbare resultaten opleveren.

(10) De methoden voor de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water moeten betrouwbare en vergelijkbare resultaten opleveren. Dergelijke controleprogramma's moeten bij de lokale behoeften aansluiten en aan de minimale controlevoorschriften van deze richtlijn voldoen.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Teneinde de samenhang op het gebied van het Europese waterbeleid te waarborgen, moeten de in deze richtlijn vastgestelde parameterwaarden, frequenties en methoden voor het toezicht op radioactieve stoffen verenigbaar zijn met Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang1 en Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water2. Bovendien dient de Commissie te garanderen dat naar deze richtlijn wordt verwezen wanneer er een evaluatie van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid3 en Richtlijn 2006/118/EG4 plaatsvindt, teneinde alle soorten water volledig te beschermen tegen besmetting met radioactieve stoffen.

 

______________

 

1 PB L 372 van 27.12.2006, blz.. 19.

 

2 PB L 330 van 5.12.1998, blz.. 32.

 

3 PB L 327 van 22.12.2000, blz.. 1.

 

4 PB L 372 van 27.12.2006, blz.. 19.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In de zin van deze richtlijn gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 98/83/EG van de Raad.

1. In de zin van deze richtlijn gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 98/83/EG van de Raad.

 

2. Naast de definities waarnaar wordt verwezen in lid 1 zijn de volgende definities van toepassing:

 

(a) "radioactieve stof": iedere stof die een of meer radionucliden bevat waarvan de activiteit of de concentratie uit het oogpunt van stralingsbescherming niet mag worden verwaarloosd;

 

(b) "totale indicatieve dosis": de effectieve volgdosis voor één jaar ingestie ten gevolge van alle radionucliden waarvan de aanwezigheid in het drinkwater is aangetoond, zowel van natuurlijke als artificiële oorsprong, met uitzondering van tritium, kalium-40, radon en kortlevende vervalproducten van radon;

 

(c) "parameterwaarde": de waarde waarboven de lidstaten nagaan of de aanwezigheid van radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water enig risico voor de menselijke gezondheid inhoudt, en zij waar nodig maatregelen treffen om de waterkwaliteit te herstellen op een niveau dat strookt met de vereisten voor de bescherming van de menselijke gezondheid tegen straling.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn is van toepassing op voor menselijk gebruik bestemd water onder voorbehoud van de in artikel 3, lid 1 van Richtlijn 98/83/EG genoemde en overeenkomstig artikel 3, lid 2, van die richtlijn vastgelegde uitzonderingen.

Deze richtlijn is van toepassing op voor menselijk gebruik bestemd water – drinkwater en water dat in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt –, onder voorbehoud van de in artikel 3, lid 1 van Richtlijn 98/83/EG genoemde en overeenkomstig artikel 3, lid 2, van die richtlijn vastgelegde uitzonderingen.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd de bepalingen van artikel 6, lid 3, onder a), van Richtlijn 96/29/Euratom nemen de lidstaten de nodige maatregelen om een passend controleprogramma vast te stellen om te verzekeren dat voor menselijke consumptie bestemd water voldoet aan de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde parameterwaarden.

1. Onverminderd de bepalingen van artikel 6, lid 3, onder a), van Richtlijn 96/29/Euratom nemen de lidstaten de nodige maatregelen om een passend controleprogramma vast te stellen om te verzekeren dat voor menselijke consumptie bestemd water voldoet aan de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde parameterwaarden. Voor menselijke consumptie bestemd water is in overeenstemming met deze richtlijn als het:

 

(a) vrij is van radioactieve stoffen in hoeveelheden of concentraties die gevaar voor de menselijke gezondheid kunnen opleveren, en

 

(b) voldoet aan de in bijlage I en III gespecificeerde minimumvereisten; en als de lidstaten, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van artikel 9 en overeenkomstig het Verdrag, alle andere nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water aan de vereisten van deze richtlijn voldoet.

 

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn er in geen geval, direct of indirect, toe kunnen leiden dat de huidige kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water achteruitgaat, voor zover dit van belang is voor de bescherming van de menselijke gezondheid, of dat de verontreiniging van voor de drinkwaterproductie bestemd water toeneemt.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen voor regelmatige controle op voor menselijke consumptie bestemd water overeenkomstig bijlage II, om na te gaan of de concentraties van radioactieve stoffen de overeenkomstig artikel 5 vastgelegde parameterwaarden niet overschrijden.

De lidstaten zorgen voor regelmatige controle op voor menselijke consumptie bestemd water overeenkomstig bijlage II, om na te gaan of de concentraties van radioactieve stoffen de overeenkomstig artikel 5 vastgelegde parameterwaarden niet overschrijden. Bij deze controle wordt rekening gehouden met de cumulatieve blootstelling van de bevolking op de lange termijn en zij wordt uitgevoerd in het kader van de controles als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 98/83/EG. Hiertoe behoren referentieanalyses die bedoeld zijn om het radioactieve gehalte van het water te bepalen en om de analytische strategie en de periodieke analyses te optimaliseren overeenkomstig de in bijlage III vastgelegde methodes.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat alle laboratoria die monsters van voor menselijke consumptie bestemd water analyseren, over een analytisch kwaliteitscontrolesysteem beschikken. Ze zorgen ervoor dat dit systeem onderworpen wordt aan occasionele controles door een onafhankelijke controleur die is goedgekeurd door de daarvoor bevoegde instanties.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat alle laboratoria die monsters van voor menselijke consumptie bestemd water analyseren, over een analytisch kwaliteitscontrolesysteem beschikken. Ze zorgen ervoor dat dit systeem onderworpen wordt aan periodieke controles door een onafhankelijke controleur die is goedgekeurd door de daarvoor bevoegde instanties.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De financiering van de controle geschiedt overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn1. Bij vervuiling ten gevolge van menselijke activiteiten komen de kosten ten laste van de vervuiler.

 

___________

 

1 PB L 165 van 30.4.2004, blz.. 1.

Motivering

Overeenkomstig het beginsel dat de vervuiler betaalt.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Wanneer niet aan de overeenkomstig artikel 5 vastgelegde parameterwaarden is voldaan, gaat de lidstaat na of dit een risico voor de volksgezondheid vormt. Als er een risico bestaat, neemt de lidstaat remediërende maatregelen om de waterkwaliteit weer op peil te brengen.

2. Wanneer niet wordt voldaan aan de parameterwaarden die voor radon en de uit natuurlijke bronnen afkomstige totale indicatieve dosis (TID) zijn vastgesteld, gaat de lidstaat onmiddellijk na of dit een risico voor de volksgezondheid vormt. Als er een risico bestaat, zorgt de betrokken lidstaat ervoor dat de nodige remediërende maatregelen zo snel mogelijk worden genomen om de waterkwaliteit weer op peil te brengen. Er wordt prioriteit verleend aan dwingende maatregelen en aan maatregelen die de vervuiling bij de bron aanpakken, onder meer rekening houdend met de mate waarin de relevante parameterwaarde is overschreden en met het potentiële gevaar voor de menselijke gezondheid. Deze nodige herstelmaatregelen kunnen zelfs zover gaan dat de betrokken exploitatie wordt gesloten wanneer de waterkwaliteit een dergelijke maatregel noodzakelijk maakt. De lidstaat introduceert bovendien maatregelen van het type "de vervuiler betaalt".

 

Wanneer niet wordt voldaan aan de parameterwaarden die voor tritium en voor uit menselijke activiteiten afkomstige TID zijn vastgesteld, zorgen de lidstaten ervoor dat onverwijld een onderzoek wordt ingesteld om de bron van de vervuiling en de aard, omvang en dosimetrische weerslag ervan vast te stellen. Bij het onderzoek wordt rekening gehouden met alle milieus die hiervan de gevolgen kunnen ondervinden en met alle wijzen van blootstelling. De betrokken lidstaat zorgt ervoor dat de nodige tegenmaatregelen worden getroffen, opdat de waterkwaliteit weer aan de parameterwaarden voldoet.

 

Ook zorgen de lidstaten ervoor dat de levering van voor menselijke consumptie bestemd water dat gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid, wordt verboden of dat het gebruik ervan wordt ingeperkt of dat er andere maatregelen worden genomen om de volksgezondheid te beschermen. In dat geval worden de consumenten zo spoedig mogelijk over de situatie geïnformeerd en van het nodige advies voorzien.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer het risico voor de volksgezondheid niet-verwaarloosbaar is, zorgt de lidstaat ervoor dat de consumenten daarvan in kennis worden gesteld.

3. De lidstaat zorgt ervoor dat de resultaten van de analyses openbaar worden gemaakt en op internet publiek worden gemaakt. Wanneer het risico voor de volksgezondheid niet-verwaarloosbaar is, zorgt de lidstaat ervoor dat de consumenten zo snel mogelijk gewaarschuwd worden en dat onverwijld wordt overgegaan op alternatieve, niet-verontreinigde watervoorziening.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 9 bis

 

Informatie en rapportage

 

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat adequate en actuele informatie over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water voor consumenten beschikbaar is, en niet alleen wanneer een gevaar voor de menselijke gezondheid als niet-verwaarloosbaar kan worden beschouwd.

 

2. Elke lidstaat die watersystemen heeft in gebieden met mogelijke – door de mens veroorzaakte of natuurlijke – bronnen van radioactieve besmetting neemt informatie over de concentraties van radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water op in zijn driejaarlijks verslag over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water, zoals bedoeld in artikel 13 van Richtlijn 98/83/EG.

 

3. De Commissie neemt de bevindingen van de lidstaten met betrekking tot radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water op in haar verslag inzake de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water in de Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 13 van Richtlijn 98/83/EG.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [één jaar na de in artikel 11 genoemde datum – in te voegen door het Bureau voor publicaties] aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van de tekst van die bepalingen.

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [één jaar na de in artikel 11 genoemde datum – in te voegen door het Publicatiebureau] aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie en het Europees Parlement onverwijld in kennis van de tekst van die bepalingen

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

2. De lidstaten delen de Commissie en het Europees Parlement de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 bis

 

Evaluatie

 

De Commissie voert ten minste elke vijf jaar een evaluatie van de bijlagen uit met het oog op de wetenschappelijke en technische vooruitgang en doet waar nodig wijzigingsvoorstellen.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Deze richtlijn is gericht tot de Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage II – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een lidstaat is niet verplicht drinkwater te controleren op tritium of radioactiviteit om de totale indicatieve dosis vast te leggen, wanneer op basis van andere controles voldoende kan worden vastgesteld dat zowel de tritiumniveaus als de berekende totale indicatieve dosis ver beneden de parameterwaarde liggen. De controle van drinkwater op radon is niet vereist wanneer een lidstaat er zich op basis van andere controleactiviteiten van heeft vergewist dat de radonniveaus ver beneden de parameterwaarden liggen. In dat geval deelt de lidstaat de redenen voor deze beslissing mede aan de Commissie, met inbegrip van de resultaten van de andere uitgevoerde controles.

Een lidstaat is niet verplicht drinkwater te controleren op tritium of radioactiviteit om de totale indicatieve dosis vast te leggen, wanneer op basis van andere controles voldoende kan worden vastgesteld dat zowel de tritiumniveaus als de berekende totale indicatieve dosis ver beneden de parameterwaarde liggen. De controle van drinkwater op radon is niet vereist wanneer een lidstaat er zich op basis van andere controleactiviteiten van heeft vergewist dat de radonniveaus ver beneden de parameterwaarden liggen. In dat geval deelt de lidstaat de redenen voor deze beslissing mede aan de Commissie en het Europees Parlement, met inbegrip van de resultaten van de andere uitgevoerde controles.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage II – punt 3 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de resultaten van andere dan de door de eerste alinea van dit punt verplichte controleprogramma's of onderzoeken worden gebruikt om te verzekeren dat aan deze richtlijn is voldaan, deelt de lidstaat de redenen voor deze beslissing mede aan de Commissie, met inbegrip van de relevante resultaten van deze bewakingsprogramma's of onderzoeken.

Wanneer de resultaten van andere dan de door de eerste alinea van dit punt verplichte controleprogramma's of onderzoeken worden gebruikt om te verzekeren dat aan deze richtlijn is voldaan, deelt de lidstaat de redenen voor deze beslissing mede aan de Commissie en het Europees Parlement, met inbegrip van de relevante resultaten van deze bewakingsprogramma's of onderzoeken. Dit mag niet uitsluitend op informatie van belanghebbenden zijn gebaseerd.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

18.12.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

40

1

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Gabriele Albertini, Amelia Andersdotter, Josefa Andrés Barea, Jean-Pierre Audy, Ivo Belet, Bendt Bendtsen, Maria Da Graça Carvalho, Giles Chichester, Jürgen Creutzmann, Pilar del Castillo Vera, Dimitrios Droutsas, Christian Ehler, Vicky Ford, Adam Gierek, Norbert Glante, András Gyürk, Fiona Hall, Jacky Hénin, Kent Johansson, Romana Jordan, Krišjānis Kariņš, Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz, Angelika Niebler, Jaroslav Paška, Miloslav Ransdorf, Herbert Reul, Michèle Rivasi, Jens Rohde, Paul Rübig, Amalia Sartori, Salvador Sedó i Alabart, Francisco Sosa Wagner, Konrad Szymański, Britta Thomsen, Evžen Tošenovský, Claude Turmes, Marita Ulvskog, Adina-Ioana Vălean, Kathleen Van Brempt, Alejo Vidal-Quadras

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

António Fernando Correia de Campos, Andrzej Grzyb, Roger Helmer, Vladimír Remek, Peter Skinner

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

23.1.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

61

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Martina Anderson, Kriton Arsenis, Sophie Auconie, Pilar Ayuso, Paolo Bartolozzi, Sandrine Bélier, Lajos Bokros, Milan Cabrnoch, Martin Callanan, Nessa Childers, Yves Cochet, Esther de Lange, Anne Delvaux, Bas Eickhout, Jill Evans, Karl-Heinz Florenz, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Cristina Gutiérrez-Cortines, Jolanta Emilia Hibner, Karin Kadenbach, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Peter Liese, Kartika Tamara Liotard, Linda McAvan, Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė, Miroslav Ouzký, Gilles Pargneaux, Antonyia Parvanova, Pavel Poc, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Theodoros Skylakakis, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Salvatore Tatarella, Thomas Ulmer, Åsa Westlund, Glenis Willmott, Marina Yannakoudakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Margrete Auken, Minodora Cliveti, José Manuel Fernandes, Vicky Ford, Linda McAvan, Judith A. Merkies, Miroslav Mikolášik, Vittorio Prodi, Kārlis Šadurskis, Christel Schaldemose, Carl Schlyter, Birgit Schnieber-Jastram, Renate Sommer, Alda Sousa, Rebecca Taylor, Vladimir Urutchev, Kathleen Van Brempt, Andrea Zanoni

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Olle Ludvigsson