VERSLAG over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Jürgen Creutzmann

21.3.2013 - (2013/2016(IMM))

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Francesco Enrico Speroni

Procedure : 2013/2016(IMM)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0107/2013
Ingediende teksten :
A7-0107/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Jürgen Creutzmann

(2013/2016(IMM))

Het Europees Parlement,

–   gezien het aan het Parlement voorgelegde verzoek om opheffing van de immuniteit van Jürgen Creutzmann, dat op 15 januari 2013 werd ingediend door het Duitse Bondsministerie van justitie, in verband met een door de hoofdaanklager te Frankenthal (Duitsland) ingesteld strafrechtelijk onderzoek, dat op 17 januari 2013 ter plenaire vergadering werd bekendgemaakt,

–   na Jürgen Creutzmann te hebben gehoord, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van zijn Reglement,

–   gezien artikel 9 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, en op artikel 6, lid 2, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

–   gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 mei 1964, 10 juli 1986, 15 en 20 oktober 2008, 19 maart 2010 en 6 september 2011[1],

–   gezien artikel 46 van de Duitse grondwet (Grundgesetz),

–   gezien artikel 6, lid 2, en artikel 7 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A7-0107/2013),

A. overwegende dat de hoofdaanklager te Frankenthal (Duitsland) verzocht heeft om opheffing van de immuniteit van Jürgen Creutzmann, lid van het Europees Parlement, in verband met een strafrechtelijk onderzoek naar een vermoedelijk strafbaar feit;

B.  overwegende dat het verzoek van de hoofdaanklager betrekking heeft op een in te stellen onderzoek naar een strafbaar feit, te weten toebrengen van lichamelijk letsel door schuld in de zin van artikel 229 van het Duitse wetboek van strafrecht;

C. overwegende dat overeenkomstig artikel 9 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, de leden van het Europees Parlement op hun eigen grondgebied de immuniteiten genieten welke aan de leden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend;

D. overwegende dat overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de Duitse grondwet (Grundgesetz) een parlementslid niet kan worden vervolgd wegens een strafbaar feit zonder voorafgaande toestemming voor die vervolging van de Bondsdag, behalve in gevallen waarin hij op heterdaad of de dag volgend op het strafbare feit wordt aangehouden;

E.  overwegende dat dientengevolge de parlementaire immuniteit van Jürgen Creutzmann moet worden opgeheven voordat het onderzoek tegen hem doorgang kan vinden;

F.  overwegende dat artikel 9 van het protocol betreffende voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie en artikel 46, lid 2, van het Duitse Grundgesetz niet in de weg staan aan opheffing van de immuniteit van Jürgen Creutzmann;

G. overwegende dat het daarom raadzaam is dat de parlementaire immuniteit in het onderhavige geval wordt opgeheven;

1.  besluit de immuniteit van Jürgen Creutzmann op te heffen;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn bevoegde commissie onmiddellijk te doen toekomen aan de Bondsrepubliek Duitsland en Jürgen Creutzmann.

  • [1]  Zaak 101/63, Wagner/Fohrmann en Krier, Jurispr. 1964, blz. 407; zaak 149/85, Wybot/Faure en anderen, Jurispr. 1986, blz. 2391, en gevoegde zaken C-200/07 en C-201/07, Marra/De Gregorio en Clemente, Jurispr. 2008, blz I-7929, Zaak T-42/06, Gollnisch/Parliament, Zaak C-163/10, Patriciello (nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie ).

TOELICHTING

1. Inleiding

In de plenaire vergadering van 17 januari 2013 deelde de Voorzitter overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het Reglement van het Europees Parlement mee van de bevoegde Duitse autoriteiten het verzoek te hebben ontvangen om opheffing van de parlementaire immuniteit van Jürgen Creutzmann, in verband met een strafrechtelijk onderzoek door het openbaar ministerie van Frankenthal.

De Voorzitter verwees dit verzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, naar de Commissie juridische zaken. Op 18 maart 2013 werd Jürgen Creutzmann overeenkomstig artikel 7, lid 3, door deze commissie gehoord

2. Achtergrond

De hoofdaanklager te Frankenthal wil strafrechtelijk onderzoek tegen Jürgen Creutzmann instellen op beschuldiging van toebrengen van lichamelijk letsel door schuld, een strafbaar feit in de zin van artikel 229 van het Duitse wetboek van strafrecht.

In zijn brief d.d. 5 november 2012 schrijft de aanklager te Frankenthal dat de heer Creutzmann, als bestuurder van een voertuig, op een kruising geen voorrang zou hebben verleend aan een ander voertuig en zo een aanrijding zou hebben veroorzaakt. De inzittende van het andere voertuig liep bij dit ongeluk ernstig letsel op.

3. Het recht en de procedures inzake de immuniteit van leden van het Europees Parlement

Artikel 9 van het Protocol (nr. 7) betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie luidt als volgt (onderstreping toegevoegd):

Artikel 9

Tijdens de duur van de zittingen van het Europees Parlement genieten de leden:

a.  op hun eigen grondgebied, de immuniteiten welke aan de leden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend,

b.  op het grondgebied van elke andere lidstaat, vrijstelling van aanhouding en gerechtelijke vervolging in welke vorm ook.

De immuniteit beschermt hen eveneens, wanneer zij zich naar de plaats van de bijeenkomst van het Europees Parlement begeven of daarvan terugkeren.

Op deze immuniteit kan geen beroep worden gedaan in geval van ontdekking op heterdaad, terwijl zij evenmin kan verhinderen dat het Europees Parlement het recht uitoefent de immuniteit van een van zijn leden op te heffen."

Aangezien in artikel 9, onder a), van het Protocol verwezen wordt naar de nationale regels inzake immuniteit, is artikel 46, lid 2, van het Duitse Grundgesetz hier relevant. Dat luidt als volgt:

Artikel 46 Immuniteiten

(1) Een lid mag op geen enkel moment wegens het uitbrengen van zijn stem of wegens een uitlating die hij in de Bondsdag of in een parlementaire commissie heeft gedaan gerechtelijk of disciplinair worden vervolgd of anderszins buiten de Bondsdag ter verantwoording worden geroepen. Deze bepaling is niet van toepassing op smaad.

(2) Een lid mag slechts ter verantwoording worden geroepen of worden gearresteerd op grond van een strafbaar feit als de Bondsdag daarvoor toestemming verleent, behalve in gevallen waarin hij op heterdaad of de dag volgend op het strafbare feit wordt aangehouden.

(3) Beperking van de persoonlijke vrijheid van een lid of het inleiden van een procedure krachtens artikel 18 is alleen geoorloofd na toestemming van de Bondsdag.

(4) Een tegen een lid ingestelde strafrechtelijke vervolging, een procedure krachtens artikel 18, alsmede iedere vorm van hechtenis of andere beperking van de persoonlijke vrijheid van een lid worden op verzoek van de Bondsdag geseponeerd.

4. Motivering van het voorgestelde besluit

Bij de vermoedelijke feiten op grond waarvan de aanklager te Frankenthal strafrechtelijk onderzoek tegen de heer Creutzmann wil instellen, gaat het klaarblijkelijk niet om een mening of stem door een lid uitgebracht bij de uitoefening van zijn ambt, als bedoeld in artikel 8 van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten. Het verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Creutzmann moet daarom worden beoordeeld in het licht van artikel 9 van het Protocol.

Gelet op artikel 9 van het protocol, de relevante bepalingen van het Reglement van het Europees Parlement en de Duitse grondwet, concludeert de Commissie juridische zaken dat niets aan opheffing van de immuniteit van Jürgen Creutzmann in de weg staat.

5. Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen en overeenkomstig artikel 7, lid 2, van het Reglement doet de Commissie juridische zaken de aanbeveling de immuniteit van Jürgen Creutzmann op te heffen.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

18.3.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

13

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Luigi Berlinguer, Françoise Castex, Giuseppe Gargani, Klaus-Heiner Lehne, Jiří Maštálka, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Eva Lichtenberger