VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
23.4.2013 - (COM(2012)0499 – C7‑0288/2012 – 2012/0237(COD)) - ***I
Commissie constitutionele zaken
Rapporteur (voor advies): Marietta Giannakou
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
(COM(2012)0499 – C7‑0288/2012 – 2012/0237(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0499),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7 0288/2012),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van de Rekenkamer van 7 februari 2013[1],
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 13 februari 2013[2],
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 31 januari 2013[3],
– gezien zijn resolutie van 6 april 2011 over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2004/2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau[4],
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie juridische zaken (A7‑0140/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(1 bis) De werking van de Europese Unie dient gegrond te zijn op het beginsel van de representatieve democratie, zoals vastgelegd in artikel 10, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Werkelijk transnationale politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen vervullen een belangrijke rol door de stem van de burgers op Europees niveau te laten horen en zo de kloof tussen de politiek op nationaal niveau en die op EU-niveau te dichten. |
(4) Werkelijk transnationale politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen vervullen een belangrijke rol door de stem van de burgers op Europees niveau te laten horen. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(7 bis) De Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hebben uit hoofde van deze verordening rechten, verplichtingen en speciale verantwoordelijkheden en moeten derhalve organisatorische patronen volgen die daarmee stroken. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De procedures die Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten volgen om uit hoofde van deze verordening een Europese rechtsstatus te verkrijgen, dienen te worden vastgesteld, evenals de procedures en criteria die in acht moeten worden genomen bij de besluitvorming inzake de toekenning van een dergelijke Europese rechtsstatus. Ook dienen de procedures te worden vastgesteld voor gevallen waarin een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting haar Europese rechtsstatus verspeelt, verliest of opgeeft. |
(8) De procedures die Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten volgen om uit hoofde van deze verordening een Europese rechtsstatus te verkrijgen, dienen te worden vastgesteld, evenals de procedures en criteria die in acht moeten worden genomen bij de besluitvorming inzake de toekenning van een dergelijke Europese rechtsstatus. Ook dienen onpartijdige en transparante procedures te worden vastgesteld voor gevallen waarin een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting haar Europese rechtsstatus verspeelt, verliest of opgeeft. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) De Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen dienen onderworpen te zijn aan de materiële bepalingen van deze verordening en aan het nationaal recht van de lidstaten, met name aan dat van de lidstaat waar zij hun respectieve hoofdzetel hebben; hiertoe dienen zij een passende rechtsvorm vast te stellen, welke moet overeenkomen met een rechtspersoonlijkheid die binnen de rechtsorde van de betrokken lidstaat wordt erkend. |
(9) De Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen dienen onderworpen te zijn aan de materiële bepalingen van deze verordening en, in aangelegenheden die niet of slechts ten dele bij deze verordening worden geregeld, aan het nationaal recht van de lidstaten, met name aan dat van de lidstaat waar zij hun hoofdzetel hebben. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Om de financiering van Europese politieke partijen transparanter te maken en mogelijk misbruik van de financieringsregels te voorkomen, dient een lid van het Europees Parlement, uitsluitend voor financieringsdoeleinden, te worden beschouwd als lid van slechts één Europese politieke partij, en wel die waarbij zijn nationale of regionale politieke partij op de uiterste datum voor het indienen van aanvragen is aangesloten. |
(13) Om de erkenning en financiering van Europese politieke partijen transparanter te maken en mogelijk misbruik van de financieringsregels te voorkomen, dient een lid van het Europees Parlement, uitsluitend voor financieringsdoeleinden, te worden beschouwd als lid van slechts één Europese politieke partij, en wel die waarbij zijn nationale of regionale politieke partij op de uiterste datum voor het indienen van aanvragen is aangesloten. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Lidmaatschap van een Europese politieke partij en deelname aan haar politieke activiteiten op vrijwillige basis dienen niet te worden beschouwd als betaling of voordeel in natura, maar als uiting van vrijwillig engagement. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Europese politieke partijen dienen campagnes voor de verkiezingen voor het Europees Parlement te kunnen financieren, waarbij de financiering en de beperking van de verkiezingsuitgaven voor de betrokken partijen en kandidaten in elke lidstaat door de nationale bepalingen dienen te worden geregeld. Om het Europees politiek bewustzijn van de burgers van de Unie te bevorderen en het Europese verkiezingsproces transparanter te maken, dienen Europese politieke partijen te worden aangemoedigd om de burgers tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement te wijzen op hun banden met nationale politieke partijen en kandidaten. |
(17) Europese politieke partijen dienen hun eigen campagne voor de verkiezingen voor het Europees Parlement te kunnen financieren, waarbij de financiering en de beperking van de verkiezingsuitgaven voor de betrokken partijen en kandidaten in elke lidstaat door de nationale bepalingen dienen te worden geregeld. Om het Europees politiek bewustzijn van de burgers van de Unie te bevorderen en het Europese verkiezingsproces transparanter te maken, dienen Europese politieke partijen te worden aangemoedigd om de burgers tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement te wijzen op hun banden met nationale politieke partijen en kandidaten. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(17 bis) Europese politieke partijen dienen campagnes in het kader van referenda in een of meer lidstaten over kwesties die rechtstreeks met de Europese Unie verband houden te kunnen financieren. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Europese politieke partijen mogen rechtstreeks noch zijdelings andere politieke partijen financieren en met name geen nationale partijen en kandidaten. Europese politieke stichtingen mogen rechtstreeks noch zijdelings Europese of nationale politieke partijen of kandidaten financieren. Bovendien mogen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen geen nationale campagnes voor referenda financieren. Deze beginselen vloeien voort uit Verklaring nr. 11 ad artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die is gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Nice. |
(18) Europese politieke partijen mogen rechtstreeks noch zijdelings andere politieke partijen financieren en met name geen nationale partijen en kandidaten. Europese politieke stichtingen mogen rechtstreeks noch zijdelings Europese of nationale politieke partijen of kandidaten financieren. Bovendien mogen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen geen nationale, regionale of lokale campagnes in het kader van referenda over kwesties die geen verband met de Europese Unie houden financieren. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) De technische ondersteuning van het Europees Parlement aan Europese politieke partijen dient op het beginsel van gelijke behandeling te zijn gebaseerd, tegen overlegging van een factuur en tegen betaling te worden verleend en regelmatig aan openbare verslaglegging te worden onderworpen. |
(27) De technische ondersteuning van de instellingen van de Europese Unie aan Europese politieke partijen dient op het beginsel van gelijke behandeling gebaseerd te zijn, tegen overlegging van een factuur en tegen betaling te worden verleend en onderwerp te zijn van regelmatige openbare verslaglegging door de betreffende instelling. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) De toepassing van de belangrijkste aspecten van deze verordening dient te worden toegelicht op een speciale website en te worden onderzocht in een door het Europees Parlement bekend te maken jaarverslag. |
(28) De toepassing van de belangrijkste aspecten van deze verordening dient te worden toegelicht op een speciale website en te worden onderzocht in een door het Europees Parlement bekend te maken jaarverslag, dat zowel op papier als online beschikbaar wordt gesteld. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) "politieke partij": een vereniging van burgers die politieke doeleinden nastreeft; |
(1) "politieke partij": een vereniging van burgers die politieke doeleinden nastreeft en die erkend is door of opgericht is in overeenstemming met de rechtsorde van ten minste één lidstaat; |
Motivering | |
Hiermee wordt ervoor gezorgd dat enkel partijen die wettelijk in orde zijn, ook met betrekking tot hun interne democratische orde, in overweging kunnen worden genomen voor de registratievoorwaarden. De formulering is identiek aan de huidige verordening (artikel 2, lid 1). | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) "Europese politieke partij": een "politieke alliantie" die politieke doeleinden nastreeft en in overeenstemming met de voorwaarden en procedures van deze verordening bij het Europees Parlement is geregistreerd; |
(3) "Europese politieke partij": een "politieke alliantie" die politieke doeleinden nastreeft, met name door campagne te voeren voor stemmen en zetels bij verkiezingen voor het Europees Parlement, en die in overeenstemming met de voorwaarden en procedures van deze verordening bij het Europees Parlement geregistreerd is; |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) "aangesloten partij": een politieke partij die tot een Europese politieke partij behoort; |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 ter) "individuele leden": natuurlijke personen die rechtstreeks lid zijn van een Europese politieke partij, voor zover de statuten van de partij dit toelaten; |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) "regionaal parlement" of "regionale assemblee": orgaan waarvan de leden ofwel een regionaal gekozen ambt vervullen ofwel politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering; |
(5) "regionaal parlement" of "regionale assemblee": orgaan dat krachtens het nationaal recht van een lidstaat wetgevende bevoegdheden bezit en dat als zodanig bij het Europees Parlement is aangemeld; |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 6 – voetnoot 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
18. Op de datum van aanneming van het onderhavige voorstel zal het College ook een werkdocument van de Commissie goedkeuren over een voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement waarbij een nieuwe titel wordt toegevoegd met betrekking tot de financiering van Europese politieke partijen door middel van bijdragen. De invoering van "bijdragen" voor Europese politieke partijen zal worden bevestigd nadat dit laatstgenoemde voorstel door de medewetgevers is aangenomen. |
18. Op de datum van aanneming van het voorstel voor een verordening keurde de Commissie ook een werkdocument goed over een voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement waarbij een nieuwe titel wordt toegevoegd met betrekking tot de financiering van Europese politieke partijen door middel van bijdragen. De invoering van "bijdragen" voor Europese politieke partijen zal worden bevestigd nadat de desbetreffende wijziging van het Financieel Reglement door het Europees Parlement en de Raad is vastgesteld, waarbij zal worden gezorgd voor blijvende consistentie en duidelijkheid van de definities in beide verordeningen. |
Motivering | |
Deze verduidelijking is nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de verhouding tussen de twee voorstellen. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – punt 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) "donatie": schenkingen in geld of andere giften in natura (goederen of diensten) die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting. |
(7) "donatie": een betaling of steun in natura (goederen of diensten) die een economisch of financieel voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting, uitgezonderd bijdragen aan de organisatie van gezamenlijke manifestaties. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Binnen twee maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en binnen twee maanden na een daaropvolgende wijziging van hun nationale rechtsorde melden de lidstaten hun regionale assemblees in de zin van lid 1, punt 5, aan bij het Europees Parlement. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 3 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een politieke alliantie in de zin van artikel 2, lid 2, kan onder de volgende voorwaarden een aanvraag in te dienen om haar statuten als Europese politieke partij bij het Europees Parlement te deponeren: |
1. Een politieke alliantie in de zin van artikel 2, lid 2, die de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde waarden eerbiedigt waarop de Europese Unie berust, kan onder de volgende voorwaarden een aanvraag indienen om haar statuten als Europese politieke partij bij het Europees Parlement te deponeren: |
(a) haar zetel is gevestigd in een lidstaat; |
(a) haar zetel gevestigd is in een lidstaat; |
(b) zij is in ten minste een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd door leden van het Europees Parlement, of leden van nationale dan wel regionale parlementen, of leden van regionale assemblees, of |
(b) zij of de bij haar aangesloten nationaal erkende partijen zijn in ten minste een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd door leden van het Europees Parlement of door leden van nationale parlementen of leden van regionale parlementen of assemblees, of |
zij heeft in ten minste een vierde van de lidstaten bij de laatste verkiezingen voor het Europees Parlement ten minste drie procent van de in ieder van die lidstaten uitgebrachte stemmen behaald; |
zij heeft in ten minste een vierde van de lidstaten bij de laatste nationale verkiezingen of verkiezingen voor het Europees Parlement ten minste drie procent van de in ieder van die lidstaten uitgebrachte stemmen behaald; |
(c) met name in haar programma en optreden, en in deze van haar leden, respecteert zij de waarden waarop de Europese Unie berust, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren; |
(c) zij respecteert de waarden waarop de Europese Unie berust, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren; |
(d) zij heeft deelgenomen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement of heeft publiekelijk haar voornemen te kennen gegeven om aan de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement deel te nemen; |
(d) zij of de bij haar aangesloten partijen hebben deelgenomen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement of heeft publiekelijk haar voornemen te kennen gegeven om aan de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement deel te nemen; |
(e) zij heeft geen winstoogmerk. |
(e) zij heeft geen winstoogmerk; |
|
(e bis) haar statuten bevatten de artikel 4, lid 1, voorgeschreven bepalingen. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 3 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een politieke stichting heeft het recht onder de volgende voorwaarden een aanvraag in te dienen om haar statuten als Europese politieke stichting bij het Europees Parlement te deponeren: |
2. Een politieke stichting die de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde waarden eerbiedigt waarop de Europese Unie berust, heeft het recht onder de volgende voorwaarden een aanvraag in te dienen om haar statuten als Europese politieke stichting bij het Europees Parlement te deponeren: |
(a) zij heeft banden met een overeenkomstig de voorwaarden en procedures van de onderhavige verordening erkende Europese politieke partij, zoals bevestigd in de geregistreerde statuten van die partij; |
(a) zij heeft formele banden met een overeenkomstig de voorwaarden en procedures van de onderhavige verordening erkende Europese politieke partij, zoals bevestigd in de geregistreerde statuten van die partij; |
(b) haar zetel is gevestigd in een lidstaat; |
(b) haar zetel gevestigd is in een lidstaat; |
(c) met name in haar programma en optreden respecteert zij de waarden waarop de Europese Unie berust, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren; |
(c) zij respecteert de waarden waarop de Europese Unie berust, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren; |
(d) haar doelstellingen vormen een aanvulling op de doelstellingen van de Europese politieke partij waarmee zij formeel verbonden is; |
(d) haar doelstellingen vormen een aanvulling op de doelstellingen van de Europese politieke partij waarmee zij formeel verbonden is; |
(e) haar raad van bestuur is samengesteld uit leden van ten minste een vierde van de lidstaten; |
(e) haar raad van bestuur is samengesteld uit leden van ten minste een vierde van de lidstaten; |
(f) zij heeft geen winstoogmerk. |
(f) zij heeft geen winstoogmerk; |
|
(f bis) haar statuten bevatten de artikel 5 voorgeschreven bepalingen. |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Een lid van het Europees Parlement, een nationaal parlement of een regionaal parlement of regionale assemblee wordt beschouwd als lid van slechts één Europese politieke partij, en wel die waarbij zijn of haar nationale of regionale politieke partij aangesloten is. |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Wanneer wordt nagegaan of een Europese politieke partij voldoet aan de voorwaarde zoals omschreven in lid 1, onder c), dan wel of een Europese politieke stichting voldoet aan de voorwaarde zoals omschreven in lid 2, onder c), moet strikt de hand worden gehouden aan de beginselen onpartijdigheid en neutraliteit, teneinde een zo hoog mogelijk niveau van pluriformiteit te waarborgen. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de naam van de partij, die ook in de verkorte vorm duidelijk te onderscheiden is van die van elke bestaande Europese politieke partij; |
(a) de naam van de partij, die ook in de verkorte vorm duidelijk te onderscheiden is van die van elke bestaande Europese politieke partij, en haar embleem of logo; |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de rechtsvorm van de partij, zoals erkend binnen de rechtsorde van de lidstaat waar zij haar zetel heeft; |
Schrappen |
Motivering | |
The legal construction as proposed by the Commission means that, before a "political alliance" can apply for being registered in order to obtain legal personality under Union-law, it must already have and maintain a legal personality under the law of one Member State. It must also have and maintain its seat in the same Member State (see Article 3 (1) (a), Article 4 (1) (c), Article 10 (2) and Article 11 (4). The legal personality under Union law has to be seen therefore as merely complementing and "over-arching" a pre-existing legal personality based on the law of one Member State. This was not the intention of the promoters of a statute for the European political parties as formulated by Parliament in its resolution of 6 April 2011: " ... is convinced that authentic legal status for the European political parties and a legal personality of their own, based directly on the law of the European Union, will enable the European political parties and their foundations to act as representative agents of the European public interest." (paragraph 8). Besides being politically inopportune such a "double legal personality" is not necessary either. | |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) de organen of natuurlijke personen bij welke in elk van de betrokken lidstaten de wettelijke vertegenwoordiging berust, in het bijzonder voor verwerving of vervreemding van roerende en onroerende goederen en voor het optreden in rechte; |
(i) de organen of functionarissen bij welke in elk van de betrokken lidstaten de wettelijke vertegenwoordiging berust, in het bijzonder voor verwerving of vervreemding van roerende en onroerende goederen en voor het optreden in rechte; |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) de ontbinding van de entiteit als erkende Europese politieke partij. |
(j) de procedure voor ontbinding van de entiteit als erkende Europese politieke partij, met inbegrip van de procedures voor de afwikkeling van de ontbinding. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de regels inzake toelating, uittreding en uitsluiting van partijleden, met de ledenlijst; |
(a) de regels inzake toelating, uittreding en uitsluiting van aangesloten partijen en, voor zover die er zijn, van individuele leden van de Europese politieke partij; |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de rechten en plichten voor elk type lidmaatschap, met inbegrip van de regels die de vertegenwoordigingsrechten van alle leden, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, en de daarmee verband houdende stemrechten moeten waarborgen; |
(b) de rechten en plichten voor elk type lidmaatschap, met inbegrip van de regels die de vertegenwoordigingsrechten van alle leden en de daarmee verband houdende stemrechten moeten waarborgen; |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) de democratische verkiezing van en het democratische besluitvormingsproces binnen alle andere bestuursorganen, met voor elk van deze organen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenstelling, evenals de procedures voor de benoeming en het ontslag van de leden van deze organen en duidelijke en transparante criteria voor de selectie van kandidaten en de verkiezing van functionarissen, wier mandaat in de tijd beperkt is, maar kan worden verlengd; |
(d) de democratische verkiezing van en het democratische besluitvormingsproces binnen alle andere bestuursorganen, met voor elk van deze organen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenstelling, evenals de procedures voor de benoeming en het ontslag van de leden van deze organen en duidelijke en transparante criteria voor de selectie van kandidaten, die via een democratische procedure moet plaatsvinden, en de verkiezing van functionarissen, wier mandaat in de tijd beperkt is, maar kan worden verlengd; |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter d bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(d bis) de democratische selectie van de kandidaat die door de partij wordt gesteund voor het voorzitterschap van de Europese Commissie en voor elk ander EU-ambt; |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) de door de aangesloten partijen in acht te nemen democratische normen inzake interne partijdemocratie op alle politieke niveaus, in het bijzonder bij de samenstelling van kandidatenlijsten; |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) bevordering van het genderevenwicht in de algemene ledenvergadering, de bestuursorganen en bij de samenstelling van de kieslijsten. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de rechtsvorm van de stichting, zoals erkend binnen de rechtsorde van de lidstaat waar zij haar zetel heeft; |
Schrappen |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) een lijst met de organen van de stichting, met voor elk van deze organen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenstelling, evenals de procedure voor de benoeming en het ontslag van de leden en de beheerders van deze organen; |
(g) de bevoegdheden en democratische besluitvormingsprocessen binnen de organen van de stichting, en de samenstelling ervan; |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) de regels inzake de benoeming van de leden van de organen van de stichting bij geheime stemming, hun herverkiezing en hun ontslag; |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter g ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g ter) de overige interne regels van de Europese politieke stichting inzake besluitvorming, verkiezingen en quorumvereisten, alsmede wijziging van de statuten; |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) de procedure voor het wijzigen van de statuten; |
Schrappen |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 5, onder g ter) (nieuw). | |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Europees Parlement stelt een register op (hierna "het register" genoemd) waarin Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen worden geregistreerd. |
1. Het Europees Parlement stelt een register op (hierna "het register" genoemd) waarin Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen worden geregistreerd. Het register van Europese politieke partijen en stichtingen is online beschikbaar. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het Europees Parlement publiceert alle documentatie die de politieke allianties en stichtingen als onderdeel van hun verzoek hebben ingediend. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Een politieke stichting kan haar statuten enkel in het register laten opnemen via de Europese politieke partij waaraan zij verbonden is. |
4. Een Europese politieke stichting kan haar statuten enkel in het register laten opnemen via de Europese politieke partij waaraan zij formeel verbonden is. |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Binnen drie maanden na ontvangst van het registratieverzoek neemt het Europees Parlement hierover een besluit, dat het in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaakt, samen met de statuten van de partij of stichting of, indien het verzoek niet werd ingewilligd, de redenen van de weigering. |
5. Binnen drie maanden na ontvangst van het registratieverzoek neemt het Europees Parlement de Europese politieke partij of stichting op in het register en publiceert het haar statuten in het Publicatieblad van de Europese Unie tenzij het oordeelt dat niet voldaan is aan een van de voorwaarden zoals vermeld in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met a sexies), dan wel in artikel 3, lid 2, onder a) tot en met f bis). In dat geval wordt de verzoeker onverwijld van de redenen daarvoor in kennis gesteld. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
|
7. De bijgewerkte ledenlijst van de Europese politieke partij, die overeenkomstig artikel 4, lid 2, bij de statuten van de partij wordt gevoegd, wordt jaarlijks aan het Europees Parlement toegezonden, of binnen vier weken na het aanbrengen van wijzigingen waardoor de Europese politieke partij mogelijk niet meer aan de eisen van artikel 3, lid 1, onder b), voldoet. |
7. De bijgewerkte lijst van aangesloten partijen van de Europese politieke partij en het aantal individuele leden van de Europese politieke partij, voor zover die er zijn, worden jaarlijks aan het Europees Parlement toegezonden, of binnen vier weken na het aanbrengen van wijzigingen waardoor de Europese politieke partij mogelijk niet meer aan de eisen van artikel 3, lid 1, onder b), voldoet. |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Europees Parlement verifieert jaarlijks of de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen nog steeds aan de voorwaarden en vereisten van de artikelen 3, 4 en 5 voldoen. |
1. Onverminderd de in lid 2 bedoelde procedure verifieert het Europees Parlement voortdurend of de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen nog steeds aan de voorwaarden en vereisten van artikel 3 voldoen. |
Indien van toepassing wordt het tijdstip van dit jaarlijkse onderzoek afgestemd op de in artikel 13 beschreven aanvraagprocedure voor financiering, zodat het register en de ordonnateur indien nodig informatie kunnen coördineren en uitwisselen. |
|
2. Op verzoek van een kwart van zijn leden, dat ten minste drie fracties in het Europees Parlement vertegenwoordigt, onderzoekt het Europees Parlement op grond van een met meerderheid van zijn leden genomen besluit, of een bepaalde Europese politieke partij nog steeds aan de voorwaarde van artikel 3, lid 1, onder c), voldoet en of een bepaalde Europese politieke stichting nog steeds aan de voorwaarde van artikel 3, lid 2, onder c), voldoet. |
2. Op verzoek van een kwart van zijn leden, dat ten minste drie fracties in het Europees Parlement vertegenwoordigt, van de Commissie of van de Raad onderzoekt het Europees Parlement of een bepaalde Europese politieke partij of een bepaalde Europese politieke stichting nog steeds de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde waarden eerbiedigt waarop de Europese Unie berust. |
Voorafgaand aan dit besluit worden de vertegenwoordigers van de desbetreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting door het Europees Parlement gehoord en wordt een comité van onafhankelijke vooraanstaande personen door het Europees Parlement verzocht binnen een redelijke termijn over de kwestie advies uit te brengen. |
Voorafgaand aan een besluit hierover worden de vertegenwoordigers van de desbetreffende Europese politieke partij of Europese politieke stichting door het Europees Parlement gehoord en wordt een comité van onafhankelijke vooraanstaande personen door het Europees Parlement verzocht binnen een redelijke termijn over de kwestie advies uit te brengen. Het advies van het comité wordt openbaar gemaakt. Het Europees Parlement besluit binnen een maand. |
Dit comité bestaat uit drie leden. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wijzen elk één lid aan binnen zes maanden na het einde van de eerste zitting van het Europees Parlement na de verkiezingen voor het Europees Parlement. De secretariaatswerkzaamheden en de financiering van het comité komen ten laste van het Europees Parlement. |
Het comité bestaat uit drie leden. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wijzen elk één lid aan binnen zes maanden na het einde van de eerste zitting van het Europees Parlement na de verkiezingen voor het Europees Parlement. De secretariaatswerkzaamheden en de financiering van het comité komen ten laste van het Europees Parlement. |
3. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon kan te allen tijde bij het Europees Parlement een met redenen omkleed verzoek indienen om te onderzoeken of nog steeds aan één of meer van de in lid 1 bedoelde voorwaarden en vereisten wordt voldaan. Een schending van de waarden waarop de Unie berust door een Europese politieke partij, met inbegrip van haar leden, of een Europese politieke stichting kan enkel overeenkomstig lid 2 worden vastgesteld. |
|
4. Komt het Europees Parlement tot de bevinding dat niet langer aan de voorwaarden of vereisten van lid 1 wordt voldaan, dan zijn de bepalingen van artikel 11, artikel 22 of beide van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 23. |
4. Komt het Europees Parlement tot de bevinding dat niet langer aan de voorwaarden of vereisten van lid 1 wordt voldaan, dan zijn de bepalingen van artikel 11, artikel 22 of beide van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 23. |
|
4 bis. Indien het Europees Parlement vaststelt dat een Europese politieke partij de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde waarden waarop de Europese Unie berust niet langer eerbiedigt, wordt die Europese politieke partij tezamen met de aan haar verbonden Europese politieke stichting uit het register geschrapt. Indien het Europees Parlement vaststelt dat een Europese politieke stichting die waarden niet langer eerbiedigt, wordt die Europese politieke stichting uit het register geschrapt. |
5. Een Europese politieke stichting verliest automatisch haar status wanneer de Europese politieke partij waarmee de stichting is verbonden, uit het register wordt geschrapt. De verantwoordelijke ordonnateur verlaagt dientengevolge het op grond van deze verordening uit de begroting van de Europese Unie toegekende bedrag of beëindigt het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een [bijdrage] of subsidie en vordert het bedrag terug dat op grond van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een [bijdrage] of subsidie ten onrechte was uitbetaald, alsook alle ongebruikte EU-middelen op de datum van het besluit op basis van artikel 11. |
5. Een Europese politieke stichting verliest automatisch haar status wanneer de Europese politieke partij waarmee de stichting verbonden is, uit het register wordt geschrapt. De verantwoordelijke ordonnateur verlaagt dientengevolge het op grond van deze verordening uit de begroting van de Europese Unie toegekende bedrag of beëindigt het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een [bijdrage] of subsidie en vordert het bedrag terug dat op grond van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een [bijdrage] of subsidie ten onrechte was uitbetaald, alsook alle ongebruikte EU-middelen op de datum van het besluit op basis van artikel 11. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Europese politieke partij en de Europese politieke stichting zijn in alle lidstaten volledig wettelijk erkend en handelingsbevoegd. |
1. De Europese politieke partij en de Europese politieke stichting zijn in alle lidstaten volledig wettelijk handelingsbevoegd. |
Motivering | |
Volledige wettelijke handelingsbevoegd houdt wettelijke erkenning in. | |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Behoudens beperkingen uit hoofde van hun statuten beschikken Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen over alle rechten die nodig zijn om hun activiteiten uit te voeren, met inbegrip van het recht roerende en onroerende goederen te bezitten, en mogen zij activiteiten uitoefenen in alle lidstaten en in derde landen. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Indien namens een Europese politieke partij of Europese politieke stichting rechtshandelingen zijn verricht vóór haar registratie overeenkomstig de artikelen 3 en 6 en indien de Europese politieke partij of Europese politieke stichting in kwestie na de registratie de uit deze handelingen voortvloeiende verbintenissen niet overneemt, blijven de natuurlijke personen, partijen of andere juridische entiteiten die de handelingen hebben verricht, daarvoor hoofdelijk aansprakelijk. |
Motivering | |
Verduidelijking van de situatie met betrekking tot aansprakelijkheid op grond van nationale wetgeving vóór de registratie van een Europese politieke partij of de met haar verbonden stichting. | |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 9 - lid 1 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quater. De lidstaten garanderen dat de aanduidingen "Europese politieke partij" en "Europese politieke stichting" enkel mogen worden gebruikt door politieke allianties of stichtingen die in overeenstemming met deze verordening geregistreerd zijn. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 10 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de aangelegenheden die niet bij deze verordening worden geregeld, of, wanneer een aangelegenheid hierbij slechts gedeeltelijk is geregeld, voor de aspecten die niet onder deze verordening vallen, geldt voor de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting de nationale wetgeving inzake de in de statuten van de partij of de stichting vermelde rechtsvorm van de lidstaat waar hun zetel is gevestigd. Op activiteiten van de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting in andere lidstaten is de relevante nationale wetgeving van deze lidstaten van toepassing. |
2. In aangelegenheden die niet of slechts gedeeltelijk door deze verordening of door hun statuten worden geregeld, geldt voor de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting het recht van de lidstaat waar zij hun zetel hebben. Op activiteiten van de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting in andere lidstaten is de relevante nationale wetgeving van deze lidstaten van toepassing. |
Motivering | |
Het voorstel van de Commissie heeft betrekking op de bepalingen die, in de lidstaat waar de partij of stichting haar zetel heeft, van toepassing zijn op de rechtsvorm die de partij of stichting gekozen heeft. Dit is nogmaals een uitdrukking van het concept van een "parallelle partij" die bestaat krachtens het recht van een lidstaat en het recht van de Unie, wat niet nodig en bovendien ongeschikt is (zie ook de amendementen op artikel 4, lid 1, onder c), en artikel 11, lid 4). | |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) het bestuursorgaan besluit de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting te ontbinden; |
(a) het bevoegde orgaan besluit de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting te ontbinden; |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) het bestuursorgaan besluit de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting om te zetten in een rechtsvorm die binnen de rechtsorde van een lidstaat wordt erkend; |
(b) het bevoegde orgaan besluit de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting om te zetten in een rechtsvorm die binnen de rechtsorde van een lidstaat wordt erkend; |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) zij wordt overeenkomstig de bepalingen van artikel 22, lid 1 of 4, of overeenkomstig artikel 7, lid 5, uit het register geschrapt. |
(d) zij wordt uit het register geschrapt. |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 11 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die in één van de in lid 1, onder a), b), of c), beschreven gevallen verkeert, wordt elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen beëindigd, en worden alle ongebruikte EU-middelen teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte EU-middelen uit voorgaande jaren. |
3. Voor een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die uit het register geschrapt is, wordt elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen beëindigd, en worden alle ongebruikte EU-middelen teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte EU-middelen uit voorgaande jaren, in overeenstemming met de ter zake doende bepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie1. |
|
_____________ |
|
1 PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. |
Motivering | |
Deze verduidelijking is nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de verhouding tussen de twee voorstellen. | |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 11 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Inzake ontbinding, insolventie, staking van betalingen en soortgelijke procedures gelden de wettelijke voorschriften die in de lidstaat waar haar zetel is gevestigd van toepassing zijn op de in de statuten van de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting vermelde rechtsvorm. |
4. Inzake ontbinding, insolventie, staking van betalingen en soortgelijke procedures gelden de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn op politieke partijen of politieke stichtingen in de lidstaat waar de zetel van de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting in kwestie gevestigd is. |
Motivering | |
Aanvulling bij het gewijzigde artikel 10 met betrekking tot procedures die dienen plaats te vinden op een vooraf bepaalde plaats. | |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 12 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Financiële bijdragen of subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie bedragen niet meer dan 90% van de jaarlijkse vergoedbare kosten van een Europese politieke partij en niet meer dan 95% van de jaarlijkse subsidiabele kosten die in de begroting van een Europese politieke stichting zijn opgenomen. Europese politieke partijen mogen het ongebruikte deel van de toegekende EU-bijdrage binnen twee jaar na de toekenning gebruiken om vergoedbare kosten te dekken. Bedragen die na deze twee begrotingsjaren ongebruikt blijven, worden overeenkomstig het Financieel Reglement teruggevorderd. |
4. Financiële bijdragen of subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie bedragen niet meer dan 90% van de jaarlijkse vergoedbare kosten van een Europese politieke partij en niet meer dan 95% van de jaarlijkse subsidiabele kosten die in de begroting van een Europese politieke stichting zijn opgenomen. Europese politieke partijen en de daaraan verbonden politieke stichtingen mogen het ongebruikte deel van de toegekende EU-bijdrage of -subsidie binnen twee jaar na de toekenning gebruiken om vergoedbare kosten te dekken. Ongebruikte bedragen worden overeenkomstig het Financieel Reglement teruggevorderd. |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 13 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een Europese politieke stichting voegt haar jaarlijkse werkprogramma bij haar aanvraag. |
3. Een Europese politieke stichting voegt haar jaarlijkse werkprogramma bij haar verzoek en kan alleen via de Europese politieke partij waarmee zij formeel en rechtstreeks verbonden is, een verzoek om financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie indienen. |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij de verdeling van de middelen kan een lid van het Europees Parlement slechts worden beschouwd als behorend tot één Europese politieke partij, die, indien van toepassing, de partij is waarbij de nationale of regionale partij op de uiterste datum voor indiening van verzoeken aangesloten is. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) donaties uit de begrotingen van fracties in het Europees Parlement; |
(b) donaties uit de begrotingen van fracties in het Europees Parlement, waarbij bijdragen aan de organisatie van gezamenlijke manifestaties niet als donatie worden beschouwd; |
Motivering | |
Voor gemeenschappelijke politieke of sociale doeleinden organiseren Europese politieke partijen en fracties in het Europees Parlement vaak samen evenementen (bijv. conferenties, seminars of publieke debatten). In deze specifieke gevallen moet de bijdrage aan de organisatiekosten namens een fractie in het Europees Parlement zonder meer toegestaan zijn en niet als donatie worden beschouwd. | |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de onderneming toepasselijke bepalingen; |
(c) donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de betrokken onderneming toepasselijke bepalingen; |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) donaties van overheden van derde landen, inclusief donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de onderneming toepasselijke bepalingen. |
(d) donaties van overheden van derde landen, inclusief donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de betrokken onderneming toepasselijke bepalingen. |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bijdragen tot de organisatie van gezamenlijke manifestaties worden niet als donatie beschouwd. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 15 - lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Een Europese politieke partij mag bijdragen van haar leden ontvangen. Deze bijdragen mogen echter niet meer bedragen dan 40% van de jaarlijkse begroting van deze Europese politieke partij. |
7. Een Europese politieke partij mag bijdragen van haar aangesloten partijen ontvangen. Deze bijdragen mogen echter niet meer bedragen dan 40% van de jaarlijkse begroting van deze Europese politieke partij. |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 16 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan een Europese politieke partij of Europese politieke stichting een al dan niet grensoverschrijdende donatie geeft, geniet de fiscale behandeling die van toepassing is op donaties aan een politieke partij of politieke stichting die haar zetel in de lidstaat heeft waar de donateur belastingplichtig is. |
2. Onverminderd de bestaande nationale drempels en de autonomie van de belastingwetgeving van de lidstaten, geniet een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan een Europese politieke partij of Europese politieke stichting een al dan niet grensoverschrijdende donatie doet, de fiscale behandeling die van toepassing is op donaties aan een politieke partij of politieke stichting die haar zetel in de lidstaat heeft waar de donateur belastingplichtig is. |
Motivering | |
Met dit amendement wordt getracht het toepassingsgebied van de onderhavige verordening - onduidelijk in het Commissievoorstel - te verduidelijken. | |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 17 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron kan worden gebruikt voor de financiering van campagnes die Europese politieke partijen voeren voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, waaraan zij zoals voorgeschreven in artikel 3, lid 1, onder d), deelnemen. |
1. De financiering van Europese politieke partijen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron kan worden gebruikt voor het bestrijden van de kosten van campagnes voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, waaraan zij zoals voorgeschreven in artikel 3, lid 1, onder d), deelnemen. Behoudens de in artikel 18, lid 1, vastgestelde beperkingen mogen de Europese politieke partijen bijdragen tot de verspreiding van informatie onder het publiek om de aandacht te vestigen op belangrijke Europese beleidskwesties. Hierbij moeten ze zich houden aan de regels met betrekking tot het voeren van verkiezingscampagnes in de respectieve lidstaten, en met name de voor partijen en kandidaten geldende regels inzake financiering en beperking van de verkiezingskosten. |
Overeenkomstig artikel 8 van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen wordt de financiering en beperking van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in elke lidstaat door nationale bepalingen geregeld. |
Overeenkomstig artikel 8 van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen wordt de financiering en beperking van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in elke lidstaat door nationale bepalingen geregeld, behalve voor referenda in verband met het beleid van de Europese Unie of de ratificering van verdragen die met de EU verband houden. |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 17 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Uitgaven in verband met campagnes voor de verkiezingen voor het Europees Parlement worden duidelijk als zodanig vermeld in de jaarrekeningen van de Europese politieke partijen. |
2. Uitgaven van partijen en kandidaten in verband met campagnes voor de verkiezingen voor het Europees Parlement worden duidelijk als zodanig vermeld in de jaarrekeningen van de Europese politieke partijen. |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 18 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Financiering van Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor het financieren van hun activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 4, en voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de overeenkomstig artikel 5 in hun statuten genoemde doelstellingen. Deze mogen met name niet worden gebruikt voor rechtstreekse of zijdelingse financiering van Europese, nationale, regionale of lokale verkiezingen, politieke partijen, kandidaten of stichtingen. |
2. Financiering van Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor het financieren van hun activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 4, en voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de overeenkomstig artikel 5 in hun statuten genoemde doelstellingen. Deze mogen met name niet worden gebruikt voor rechtstreekse of zijdelingse financiering van Europese, nationale, regionale of lokale verkiezingen of referenda, politieke partijen, kandidaten of stichtingen. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 18 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda. |
3. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het bestrijden van de kosten van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda, behalve door Europese politieke partijen in geval van een referendum dat betrekking heeft op wetgeving van de Unie, het functioneren van een instelling van de Unie of de ratificatie van een wijziging op een verdrag dat met de Europese Unie verband houdt. |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Middelen van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen afkomstig uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mogen niet worden gebruikt voor de financiering van aangesloten politieke partijen die hun zetel in een derde land hebben. |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 19 - lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Ten laatste binnen zes maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij het register en de bevoegde nationale autoriteiten in de lidstaten de volgende documenten in: |
1. Ten laatste binnen vier maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij het register en de bevoegde nationale autoriteiten in de lidstaten de volgende documenten in: |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid -1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. Indien op grond van deze verordening en overeenkomstig het Financieel Reglement middelen aan een Europese politieke partij worden onttrokken of een boete wordt opgelegd, worden de desbetreffende bedragen overeenkomstig artikel 14 bij de kredieten van het lopende jaar gevoegd. |
Motivering | |
Horizontale bepaling, die onder meer van toepassing is op artikel 12, lid 4, artikel 15, lid 6, artikel 22, lid 1, en artikel 22, lid 4. | |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De nationale autoriteiten en het Europees Parlement maken praktische afspraken om informatie over de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen uit te wisselen. |
Daartoe mag het Europees Parlement met nationale autoriteiten praktische afspraken maken om informatie uit te wisselen. |
Motivering | |
Het Europees Parlement dient, naast de Rekenkamer, een externe auditor en OLAF, de voornaamste controleautoriteit te zijn. | |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 21 - alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Iedere vorm van technische ondersteuning door het Europees Parlement van Europese politieke partijen berust op het beginsel van gelijke behandeling. Zij wordt verleend volgens voorwaarden die niet ongunstiger zijn dan die welke gelden voor andere externe organisaties en verenigingen waaraan vergelijkbare voorzieningen ter beschikking kunnen worden gesteld en zij wordt verleend tegen overlegging van een factuur en tegen betaling. |
Iedere vorm van technische ondersteuning door het Europees Parlement of andere instellingen van de Unie van Europese politieke partijen berust op het beginsel van gelijke behandeling. Zij wordt verleend volgens voorwaarden die niet ongunstiger zijn dan die welke gelden voor andere externe organisaties en verenigingen waaraan vergelijkbare voorzieningen ter beschikking kunnen worden gesteld en zij wordt verleend tegen overlegging van een factuur en tegen betaling. |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het Europees Parlement stelt uitvoeringsbepalingen vast om de voorwaarden vast te leggen volgens welke de fracties in samenwerking met de Europese politieke partijen die zij in het Europees Parlement vertegenwoordigen, activiteiten mogen organiseren die als indirecte ondersteuning beschouwd kunnen worden, in het bijzonder wanneer deze activiteiten in de gebouwen van het Europees Parlement plaatsvinden. |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 22 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Als het Europees Parlement overeenkomstig artikel 7, lid 2, vaststelt dat een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de waarden waarop de Unie berust niet eerbiedigt of bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel [93, lid 1, onder e)] van het Financieel Reglement, of dat een Europese politieke partij niet voldoet aan de minimumvoorschriften inzake interne partijdemocratie van artikel 4, lid 2, kan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting uit het register worden geschrapt en overeenkomstig artikel 11 haar status verliezen, kan elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie worden ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen worden beëindigd en kunnen alle door de Unie toegekende financiële middelen worden teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte financiële EU-middelen uit voorgaande jaren. |
1. Als het Europees Parlement overeenkomstig artikel 7, lid 2, vaststelt dat een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de waarden waarop de Unie berust niet eerbiedigt of bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel [93, lid 1, onder e)] van het Financieel Reglement, of dat een Europese politieke partij niet voldoet aan de minimumvoorschriften inzake interne partijdemocratie van artikel 4, lid 2, kan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting een berisping of een boete krijgen of uit het register worden geschrapt en daardoor overeenkomstig artikel 11 haar status als zodanig verliezen, kan elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie worden ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen worden beëindigd en kunnen alle door de Unie toegekende financiële middelen worden teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte financiële EU-middelen uit voorgaande jaren. |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 22 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij het vaststellen van de hoogte van de krachtens lid 2 aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting opgelegde boete, houdt het Europees Parlement rekening met de ernst, de duur en eventuele herhaling van de inbreuk, de tijd die is verstreken, de intentie of mate van nalatigheid en de maatregelen die zijn getroffen om aan de eisen en voorwaarden van deze verordening te voldoen. Boetes moeten doeltreffend en afschrikkend zijn, maar mogen niet meer dan 10% bedragen van de jaarlijkse begroting van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting voor het jaar waarin de sanctie wordt opgelegd. |
3. Bij het vaststellen van de hoogte van de krachtens lid 2 aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting opgelegde boete, houdt het Europees Parlement rekening met de ernst, de duur en eventuele herhaling van de inbreuk, de tijd die is verstreken, de intentie of mate van nalatigheid en de geschiktheid en het tijdstip van de maatregelen die door de Europese politieke partij of Europese politieke stichting in kwestie zijn getroffen om aan de eisen en voorwaarden van deze verordening te voldoen, en ziet erop toe dat de boete ten minste twee maal de waarde van het verkregen voordeel bedraagt. Boetes moeten doeltreffend en afschrikkend zijn, maar mogen niet meer dan 10% bedragen van de jaarlijkse begroting van de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting voor het jaar waarin de sanctie wordt opgelegd. In bepaalde omstandigheden kan de boete in termijnen worden voldaan. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 22 - lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting kan bovendien maximaal vijf jaar worden uitgesloten van financiering, indien de ordonnateur overeenkomstig artikel [93, lid 1, onder c)] van het Financieel Reglement vaststelt dat er een ernstige fout in de beroepsuitoefening is gemaakt. |
6. Een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting kan bovendien maximaal drie jaar worden uitgesloten van financiering, indien de ordonnateur overeenkomstig artikel [106, lid 1, onder e)] van het Financieel Reglement vaststelt dat er een ernstige fout in de beroepsuitoefening is gemaakt. |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 22 - lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De op grond van dit artikel opgelegde sancties gelden voor alle Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, ongeacht of zij financiële middelen uit de begroting van de Unie ontvangen. De verantwoordelijke ordonnateur kan overeenkomstig artikel [96(2)] van het Financieel Reglement en artikel [145] van de uitvoeringsvoorschriften administratieve en/of financiële sancties opleggen aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die verkeert in een in artikel [96(1)] van het Financieel Reglement bedoelde situatie en waarop de bovenstaande leden niet van toepassing zijn. |
7. De op grond van dit artikel opgelegde sancties gelden voor alle Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen die overeenkomstig deze verordening erkend zijn, ongeacht of zij al dan niet een verzoek hebben ingediend om financiële middelen uit de begroting van de Unie te ontvangen. De aanbestedende dienst kan overeenkomstig artikel 109, lid 2, van het Financieel Reglement en artikel 145 van de uitvoeringsvoorschriften administratieve en/of financiële sancties opleggen aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die verkeert in een in artikel 109, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situatie en waarop de bovenstaande leden niet van toepassing zijn. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. Een partij of stichting is nog steeds onderworpen aan de regels inzake de transparantie van donaties, zelfs wanneer ze nog geen aanvraag heeft ingediend om financiële middelen uit de begroting van de Unie te ontvangen boven op haar eigen middelen. | |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 23 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voordat het Europees Parlement een definitief besluit neemt inzake een van de sancties van artikel 22, stelt het Europees Parlement de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting in kwestie in de gelegenheid haar opmerkingen te maken en, in voorkomend geval, de maatregelen te treffen die nodig zijn om de situatie binnen een redelijke termijn te verhelpen. |
1. Voordat er een definitief besluit wordt genomen inzake een van de sancties van artikel 22, stelt het Europees Parlement de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting in kwestie in de gelegenheid haar opmerkingen te maken en, in voorkomend geval, de maatregelen te treffen die nodig zijn om de situatie binnen een redelijke termijn te verhelpen. |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 23 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien het Europees Parlement zulks noodzakelijk acht, kan zij ook andere natuurlijke of rechtspersonen horen, met inbegrip van de in artikel 7, lid 3, bedoelde klagers. |
2. Voordat het Europees Parlement een definitief besluit neemt, raadpleegt het het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen zoals bedoeld in artikel 7, lid 2. Indien het Europees Parlement zulks noodzakelijk acht, kan zij ook andere natuurlijke of rechtspersonen horen, met inbegrip van de in artikel 7, lid 2, bedoelde klagers. |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 24 - lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het register publiceert op een speciaal daartoe gecreëerde website: |
1. Uiterlijk vier weken na de datum van bekendmaking of nadat het Europees Parlement zijn besluit heeft genomen, publiceert het register op een speciaal daartoe gecreëerde website: |
Motivering | |
De termijn van één maand voor publicatie op de website dient te gelden voor iedere soort van informatie, en niet alleen voor de onder punten a) en b) genoemde gegevens. | |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de namen en statuten van alle geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten, uiterlijk vier weken nadat het Europees Parlement zijn besluit heeft genomen, en de nadien krachtens artikel 6, leden 6 en 7, aan het Europees Parlement meegedeelde wijzigingen, |
(a) de namen en statuten van alle geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten, en, na de datum waarop het Europees Parlement zijn besluit heeft genomen, de krachtens artikel 6, leden 6 en 7, aan het Europees Parlement meegedeelde wijzigingen; |
Motivering | |
Technische wijziging die nodig is door het amendement op de inleidende formule van artikel 24, lid 1. | |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) een lijst van de verzoeken die niet zijn ingewilligd, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten en de redenen van de weigering, uiterlijk vier weken nadat het Europees Parlement een besluit heeft genomen, |
(b) een lijst van de verzoeken die niet zijn ingewilligd, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten en de redenen van de weigering; |
Motivering | |
Technische wijziging die nodig is door het amendement op de inleidende formule van artikel 24, lid 1. | |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) de in artikel 19, lid 1, bedoelde jaarrekeningen en externe-auditverslagen alsook, voor Europese politieke stichtingen, de eindverslagen over de uitvoering van de werkprogramma's, |
(d) de in artikel 19, lid 1, bedoelde jaarrekeningen en externeauditverslagen alsook, voor Europese politieke stichtingen, de eindverslagen over de uitvoering van de werkprogramma's. Deze informatie wordt ten laatste zes weken na ontvangst ervan gepubliceerd, waarbij alle financiële informatie in vergelijkbaar formaat in tabelvorm wordt verstrekt, en tevens als open gegevens; |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) de overeenkomstig artikel 15, leden 2 tot en met 4, door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen gemelde namen van donateurs en hun donaties, met uitzondering van donaties van natuurlijke personen met een maximale waarde van 1.000 EUR per jaar en per donateur, welke worden gemeld als "kleine donaties", |
(e) de overeenkomstig artikel 15, leden 2 tot en met 4, door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen gemelde namen van donateurs en hun donaties, met uitzondering van donaties van natuurlijke personen met een maximale waarde van 1 000 EUR per jaar en per donateur, welke worden gemeld als "kleine donaties". Deze informatie wordt ten laatste zes weken na ontvangst ervan gepubliceerd, waarbij alle financiële informatie in vergelijkbaar formaat in tabelvorm wordt verstrekt, en tevens als open gegevens; |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) de details van en redenen voor definitieve besluiten van het Europees Parlement ingevolge artikel 22, met inbegrip van eventuele door het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen, ingevolge artikel 7, lid 2, vastgestelde adviezen, met inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001, |
(g) de details van en redenen voor definitieve besluiten van het Europees Parlement ingevolge artikel 22, met inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001; |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Alle informatie die door het register overeenkomstig lid 1, onder c) t/m g), van dit artikel gepubliceerd is blijft ten minste vijf jaar op de website beschikbaar. |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 24 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Op basis van de ledenlijst van een Europese politieke partij, die overeenkomstig artikel 4, lid 2, bij de statuten van de partij wordt gevoegd en overeenkomstig artikel 6, lid 7, wordt bijgewerkt, publiceert het Europees Parlement het totale ledental, de identiteit van de rechtspersonen die lid zijn, alsook de namen van de natuurlijke personen die schriftelijk uitdrukkelijk in publicatie daarvan hebben toegestemd. Europese politieke partijen verzoeken alle natuurlijke personen onder hun leden hiertoe standaard om toestemming. |
2. Het Europees Parlement publiceert de overeenkomstig artikel 6, lid 7, bijgewerkte lijst van aangesloten partijen. |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Het Europees Parlement publiceert jaarlijks een lijst van alle leden van het Europees Parlement, de nationale parlementen en regionale parlementen of assemblees die lid zijn van een Europese politieke partij, met hun respectieve partijlidmaatschap. |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 26 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Europees Parlement voorziet in administratieve beroepsprocedures met betrekking tot besluiten die verband houden met de registratie van statuten, financiering of sancties. |
1. Het Europees Parlement voorziet in snelle en transparante administratieve beroepsprocedures met betrekking tot besluiten die verband houden met de registratie van statuten, financiering of sancties. |
Motivering | |
Met dit amendement wordt getracht te verduidelijken dat robuuste en passende administratieve beroepsprocedures nodig zijn, gelet op de mogelijke sancties. | |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – alinea 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Binnen een jaar na de datum van toepassing van deze verordening passen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hun statuten zodanig aan dat deze volkomen aan de vereisten van deze verordening voldoen. |
TOELICHTING
De ontwikkeling van Europese politieke partijen is van essentieel belang voor het stimuleren van de belangstelling van het publiek in zaken op het gebied van de EU. Een hervormingspakket ontwikkelen voor Europese politieke partijen als een manier om de democratische krachten van individuele en georganiseerde burgers te mobiliseren, is geen eenvoudige taak, niet in het minst vanwege het ingewikkelde systeem van de EU. Dit kan echter in een voordeel worden omgezet als verduidelijkt wordt wat de "constitutieve missie" van Europese politieke partijen is en hoe een geïnformeerde en principiële dialoog over politieke ontwikkeling kan bijdragen aan de totstandkoming van een pluriforme demos, waarvan de leden hun democratische aanspraken kunnen richten en doorgeven aan de centrale instellingen.
De rapporteur is zeer verheugd over de vaststelling van een speciale en eenvormige Europese rechtsvorm in het Unierecht voor de Europese politieke partijen en hun politieke stichtingen om redenen van met name de organisatorische convergentie van Europese politieke partijen.
De hervormingen die zijn voorgesteld in het verslag van de secretaris-generaal van 2010, de besluiten van het Bureau van 13 december 2011, het verslag-Giannakou van 6 april 2011 betreffende de beoordeling van de toepassing van de vorige verordening 2004/2003 als gewijzigd in 2007, en het nieuwe voorstel voor een verordening voor zowel de Europese politieke partijen als hun politieke stichtingen, zijn het resultaat van een grondige analyse van de huidige situatie, en voorzien in een over het geheel genomen positieve reactie op de vragen, zorgen en opmerkingen van de Europese politieke partijen. In de ontwerpverslagen zijn de voorstellen gericht op organisatorische eenvormigheid van de Europese politieke partijen.
Met betrekking tot de erkenningscriteria stelt de rapporteur voor dat uitsluitend nationale of regionale partijen het recht zouden moeten hebben om een Europese partij op te richten. Voor de oprichting van Europese partijen wordt in het statuut voor Europese partijen in gelijke mate rekening gehouden met Europese, nationale en regionale gekozen vertegenwoordigers. De mogelijkheid om regionaal verkozen vertegenwoordigers te erkennen zou derhalve behouden moeten blijven met het oog op de oprichting van partijen, maar uitsluitend in het geval van regio's met wetgevende bevoegdheden die als dusdanig bij het Europees Parlement zijn aangemeld. Om in aanmerking te komen voor financiering van het Europees Parlement moet een Europese politieke partij door ten minste één lid van het Europees Parlement vertegenwoordigd worden. Daarnaast moet de politieke partij bij de samenstelling en de oprichting van zowel nationale, regionale als Europese politieke partijen en binnen de daarmee verbonden Europese politieke stichtingen de criteria van volledig eerbiedigde interne democratie in aanmerking nemen. Een partij die niet aan de voorwaarde van interne democratie voldoet, telt niet mee voor het vereiste om in ten minste zeven lidstaten vertegenwoordigd te zijn.
Het Europees Parlement verifieert jaarlijks of nog wordt voldaan aan de voorwaarden en vereisten in verband met de registratie van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen. De rapporteur is van mening dat deze controle jaarlijks dient te worden verricht of naar aanleiding van een met redenen omkleed en naar behoren gemotiveerd verzoek van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, en dat de meest doeltreffende procedure de procedure is van de commissie van het Europees Parlement die bevoegd is voor constitutionele zaken. Deze commissie zal met dit als doel hoorzittingen organiseren en het Europees Parlement binnen de twee maanden haar advies doen toekomen.
ADVIES van de Begrotingscommissie (24.1.2013)
aan de Commissie constitutionele zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
(COM(2012)0499 – C7‑0288/2012 – 2012/0237(COD))
Rapporteur voor advies: Edit Herczog
BEKNOPTE MOTIVERING
De rapporteur deelt het standpunt van de Commissie dat een nauwere band met de Europese politieke partijen en stichtingen de burgers meer inzicht kan geven in de samenhang van de politieke processen op het nationale en het Europese niveau, waardoor het ontstaan van een Europese publieke ruimte kan worden aangemoedigd. Dit houdt in dat de Europese politieke partijen en stichtingen een grotere rol zullen vervullen bij de Europese verkiezingen die om de vijf jaar plaatsvinden en bij mogelijke campagnes voor referenda waarvan het thema uitdrukkelijk onder de bevoegdheid van de Europese Unie valt of betrekking heeft op de werking van de Europese Unie zelf.
De rapporteur is ervan overtuigd dat de Europese politieke partijen en stichtingen in hun programma en optreden, en ook via hun leden, de waarden moeten respecteren waarop de Europese Unie berust, met name eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.
De rapporteur is ingenomen met de invoering van een zekere mate van noodzakelijke flexibiliteit met betrekking tot werkmethoden en activiteiten van de Europese politieke partijen en stichtingen, en steunt de nieuwe financieringsmethode, met name bijdragen in combinatie met het systeem van subsidies voor huishoudelijke uitgaven en donaties. In verband hiermee wil de rapporteur benadrukken dat bijdragen voor de organisatie van gezamenlijke evenementen niet als donaties mogen worden beschouwd, en dat er geen limiet mag worden vastgesteld voor donaties die Europese politieke partijen en stichtingen van natuurlijke of rechtspersonen aannemen.
De rapporteur is het eens met de aanpak dat het Europees Parlement jaarlijks verifieert of de Europese politieke partijen en stichtingen nog aan de voorwaarden en registratiecriteria voldoen, en steunt het idee dat een comité bestaande uit drie leden - onafhankelijke vooraanstaande personen, waarvan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie er elk een benoemen - hierover binnen een redelijke termijn advies uitbrengt.
Tot slot is de rapporteur ervan overtuigd dat, naast de rol die het Europees Parlement speelt in het proces van registratie en jaarlijkse verificatie, de bevoegde nationale autoriteiten in de lidstaat waar de respectieve zetels van de Europese politieke partijen en stichtingen zijn gevestigd, controle moeten uitoefenen op financiering uit andere bronnen dan de begroting van de Europese Unie, en op alle uitgaven.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie constitutionele zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) De procedures die Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten volgen om uit hoofde van deze verordening een Europese rechtsstatus te verkrijgen, dienen te worden vastgesteld, evenals de procedures en criteria die in acht moeten worden genomen bij de besluitvorming inzake de toekenning van een dergelijke Europese rechtsstatus. Ook dienen de procedures te worden vastgesteld voor gevallen waarin een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting haar Europese rechtsstatus verspeelt, verliest of opgeeft. |
(8) De procedures die Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten volgen om uit hoofde van deze verordening een Europese rechtsstatus te verkrijgen, dienen te worden vastgesteld, evenals de procedures en criteria die in acht moeten worden genomen bij de besluitvorming inzake de toekenning van een dergelijke Europese rechtsstatus. Ook dienen de onpartijdige en transparante procedures te worden vastgesteld voor gevallen waarin een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting haar Europese rechtsstatus verspeelt, verliest of opgeeft. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 15 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Lidmaatschap van een Europese politieke partij en deelname aan haar politieke activiteiten op vrijwillige basis dienen niet te worden beschouwd als betaling of donatie in natura, maar als vrijwillig engagement. |
Motivering | |
In deze overweging wordt de gedachtegang die ten grondslag ligt aan de wijziging aan artikel 2, lid 7, uitgelegd. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 6 – voetnoot 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
18. Op de datum van aanneming van het onderhavige voorstel zal het College ook een werkdocument van de Commissie goedkeuren over een voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement waarbij een nieuwe titel wordt toegevoegd met betrekking tot de financiering van Europese politieke partijen door middel van bijdragen. De invoering van "bijdragen" voor Europese politieke partijen zal worden bevestigd nadat dit laatstgenoemde voorstel door de medewetgevers is aangenomen. |
18. Op de datum van aanneming van het onderhavige voorstel zal het College ook een werkdocument van de Commissie goedkeuren over een voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement waarbij een nieuwe titel wordt toegevoegd met betrekking tot de financiering van Europese politieke partijen door middel van bijdragen. De invoering van "bijdragen" voor Europese politieke partijen zal worden bevestigd nadat dit laatstgenoemde voorstel door de medewetgevers is aangenomen, en er zal worden gezorgd voor blijvende samenhang en duidelijkheid van de definities in beide voorstellen. |
Motivering | |
Deze verduidelijking is nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de verhouding tussen de twee voorstellen. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) "donatie": schenkingen in geld of andere giften in natura (goederen of diensten) die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting. |
(7) "donatie": schenkingen in geld of andere giften in natura (goederen of diensten) die een economisch voordeel vormen voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting. Lidmaatschap van een Europese politieke partij en deelname aan haar politieke activiteiten op vrijwillige basis dienen niet te worden beschouwd als donatie. |
Motivering | |
Zie nieuwe overweging 15 bis. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de aangelegenheden die niet bij deze verordening worden geregeld, of, wanneer een aangelegenheid hierbij slechts gedeeltelijk is geregeld, voor de aspecten die niet onder deze verordening vallen, geldt voor de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting de nationale wetgeving inzake de in de statuten van de partij of de stichting vermelde rechtsvorm van de lidstaat waar hun zetel is gevestigd. Op activiteiten van de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting in andere lidstaten is de relevante nationale wetgeving van deze lidstaten van toepassing. |
2. Voor de aangelegenheden die niet expliciet bij deze verordening worden geregeld, geldt voor de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting de nationale wetgeving inzake de in de statuten van de partij of de stichting vermelde rechtsvorm van de lidstaat waar hun zetel is gevestigd. Op activiteiten van de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting in andere lidstaten is de relevante nationale wetgeving van deze lidstaten van toepassing. |
Motivering | |
Dit amendement dient om het toepassingsgebied van de onderhavige verordening - onduidelijk in het Commissievoorstel - te verduidelijken. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die in één van de in lid 1, onder a), b), of c), beschreven gevallen verkeert, wordt elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen beëindigd, en worden alle ongebruikte EU-middelen teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte EU-middelen uit voorgaande jaren. |
3. Voor een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die in één van de in lid 1, onder a), b), of c), beschreven gevallen verkeert, wordt elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen beëindigd, en worden alle ongebruikte EU-middelen teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte EU-middelen uit voorgaande jaren, in overeenstemming met de relevante bepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie1 (Financieel Reglement). |
|
_____________ |
|
1PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. |
Motivering | |
Deze verduidelijking is nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de verhouding tussen de twee voorstellen. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Financiële bijdragen of subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie bedragen niet meer dan 90% van de jaarlijkse vergoedbare kosten van een Europese politieke partij en niet meer dan 95% van de jaarlijkse subsidiabele kosten die in de begroting van een Europese politieke stichting zijn opgenomen. Europese politieke partijen mogen het ongebruikte deel van de toegekende EU-bijdrage binnen twee jaar na de toekenning gebruiken om vergoedbare kosten te dekken. Bedragen die na deze twee begrotingsjaren ongebruikt blijven, worden overeenkomstig het Financieel Reglement teruggevorderd. |
4. Financiële bijdragen of subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie bedragen niet meer dan 90% van de jaarlijkse vergoedbare kosten van een Europese politieke partij en niet meer dan 95% van de jaarlijkse subsidiabele kosten die in de begroting van een Europese politieke stichting zijn opgenomen. Europese politieke partijen en de daaraan verbonden politieke stichtingen mogen het ongebruikte deel van de toegekende EU-bijdrage of subsidie binnen twee jaar na de toekenning gebruiken. Bedragen die na deze twee begrotingsjaren ongebruikt blijven, worden overeenkomstig het Financieel Reglement teruggevorderd. |
Motivering | |
Overheidsfinanciering voor Europese politieke partijen en stichtingen draagt bij aan de stabiliteit en continuïteit van hun activiteiten en dient het hoofddoel, namelijk een Europees politiek bewustzijn tot stand brengen en de wil van de Europese burgers tot uiting brengen. Europese politieke partijen en stichtingen moeten de nodige campagnefinanciering kunnen opbouwen met behulp van de overdrachten van de vorige begrotingsjaren. | |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen mogen onverminderd lid 5 donaties tot een waarde van 25 000 EUR per jaar per donor aanvaarden van natuurlijke personen of rechtspersonen. |
1. Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen mogen onverminderd lid 5 donaties aanvaarden van natuurlijke personen of rechtspersonen. |
Motivering | |
Om politieke partijen aan te moedigen eigen middelen te genereren, wil het amendement de beperking van het bedrag van de donatie per jaar per donor afschaffen. | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) donaties uit de begrotingen van fracties in het Europees Parlement; |
(b) donaties uit de begrotingen van fracties in het Europees Parlement, waarbij bijdragen aan de organisatie van gezamenlijke evenementen niet als donaties worden beschouwd; |
Motivering | |
Voor gemeenschappelijke politieke of sociale doeleinden organiseren Europese politieke partijen en fracties in het Europees Parlement vaak samen evenementen (bijv. conferenties, seminars of publieke debatten). In deze specifieke gevallen moet de bijdrage aan de organisatiekosten namens een fractie in het Europees Parlement volledig toegestaan zijn en niet als donatie worden beschouwd. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de onderneming toepasselijke bepalingen; |
(c) donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de betrokken individuele onderneming toepasselijke bepalingen; |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) donaties van overheden van derde landen, inclusief donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de onderneming toepasselijke bepalingen. |
(d) donaties van overheden van derde landen, inclusief donaties van ondernemingen waarop de overheid direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, hetzij op grond van eigendom of financiële participatie, hetzij via de op de betrokken individuele onderneming toepasselijke bepalingen. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan een Europese politieke partij of Europese politieke stichting een al dan niet grensoverschrijdende donatie geeft, geniet de fiscale behandeling die van toepassing is op donaties aan een politieke partij of politieke stichting die haar zetel in de lidstaat heeft waar de donateur belastingplichtig is. |
2. Onverminderd de bestaande nationale drempels en de autonomie van de belastingwetgeving van de lidstaten, geniet een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan een Europese politieke partij of Europese politieke stichting een al dan niet grensoverschrijdende donatie geeft, de fiscale behandeling die van toepassing is op donaties aan een politieke partij of politieke stichting die haar zetel in de lidstaat heeft waar de donateur belastingplichtig is. |
Motivering | |
Met dit amendement wordt getracht het toepassingsgebied van de onderhavige verordening - onduidelijk in het Commissievoorstel - te verduidelijken. | |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda. |
3. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda, met een uitzondering voor Europese politieke partijen indien het referendum een kwestie op het gebied van wetgeving van de Europese Unie behelst of over de werking van een instelling van de Europese Unie gaat. |
Motivering | |
Europese politieke partijen mogen niet van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda worden uitgesloten wanneer deze betrekking hebben op de werking van de Europese Unie of op kwesties die tot de bevoegdheid van de Europese Unie behoren. Europese politieke partijen vertegenwoordigen een echt Europees standpunt en moeten daarom deel uitmaken van dit democratisch proces. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De op grond van dit artikel opgelegde sancties gelden voor alle Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, ongeacht of zij financiële middelen uit de begroting van de Unie ontvangen. De verantwoordelijke ordonnateur kan overeenkomstig artikel [96(2)] van het Financieel Reglement en artikel [145] van de uitvoeringsvoorschriften administratieve en/of financiële sancties opleggen aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die verkeert in een in artikel [96(1)] van het Financieel Reglement bedoelde situatie en waarop de bovenstaande leden niet van toepassing zijn. |
7. De op grond van dit artikel opgelegde sancties gelden voor alle Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen die erkend zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening, ongeacht of zij een verzoek hebben ingediend om financiële middelen uit de begroting van de Unie te ontvangen. De aanbestedende dienst kan overeenkomstig artikel 109, lid 2, van het Financieel Reglement en artikel [145] van de uitvoeringsvoorschriften administratieve en/of financiële sancties opleggen aan een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die verkeert in een in artikel 109, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situatie en waarop de bovenstaande leden niet van toepassing zijn. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. Een partij of stichting is nog steeds onderworpen aan de regels inzake de transparantie van donaties, zelfs wanneer ze nog geen aanvraag heeft ingediend om financiële middelen uit de begroting van de Unie te ontvangen bovenop haar eigen middelen. | |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het register publiceert op een speciaal daartoe gecreëerde website: |
1. Uiterlijk vier weken na de datum van bekendmaking of nadat het Europees Parlement zijn besluit heeft genomen, publiceert het register op een speciaal daartoe gecreëerde website: |
Motivering | |
De termijn van één maand voor publicatie op de website dient te gelden voor iedere soort van informatie, in plaats van enkel betrekking te hebben op de onder punten a) en b) opgenomen details. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de namen en statuten van alle geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten, uiterlijk vier weken nadat het Europees Parlement zijn besluit heeft genomen, en de nadien krachtens artikel 6, leden 6 en 7, aan het Europees Parlement meegedeelde wijzigingen, |
(a) de namen en statuten van alle geregistreerde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten, en de nadien krachtens artikel 6, leden 6 en 7, aan het Europees Parlement meegedeelde wijzigingen, |
Motivering | |
Technische wijziging die nodig is door het amendement op de inleidende formule van artikel 24, lid 1. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) een lijst van de verzoeken die niet zijn ingewilligd, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten en de redenen van de weigering, uiterlijk vier weken nadat het Europees Parlement een besluit heeft genomen, |
(b) een lijst van de verzoeken die niet zijn ingewilligd, samen met de overeenkomstig artikel 6, lid 3, bij het verzoek om registratie ingediende documenten en de redenen van de weigering, |
Motivering | |
Technische wijziging die nodig is door het amendement op de inleidende formule van artikel 24, lid 1. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Europees Parlement en het in artikel 7, lid 2, bedoelde comité zien erop toe dat de persoonsgegevens die zij op grond van deze verordening verzamelen, uitsluitend worden gebruikt om te waarborgen dat de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en het lidmaatschap van Europese politieke partijen wettig, regelmatig en transparant zijn. Zij vernietigen deze persoonsgegevens uiterlijk 24 maanden nadat de relevante delen ervan zijn gepubliceerd overeenkomstig artikel 24. |
3. Het Europees Parlement en het in artikel 7, lid 2, bedoelde comité zien erop toe dat de persoonsgegevens die zij op grond van deze verordening verzamelen, uitsluitend worden gebruikt om te waarborgen dat de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en het lidmaatschap van Europese politieke partijen wettig, regelmatig en transparant zijn. Zij vernietigen deze persoonsgegevens uiterlijk 36 maanden nadat de relevante delen ervan zijn gepubliceerd overeenkomstig artikel 24. |
Motivering | |
Uitgaand van artikel 13 van het Financieel Reglement, biedt het Commissievoorstel een meer genereuze "n+2" overdrachtregeling, waarmee de kredieten voor een begrotingsjaar kunnen worden gebruikt voor een periode van in totaal drie begrotingsjaren. De termijn voor de vernietiging van persoonsgegevens dient dienovereenkomstig te worden verlengd tot 36 maanden. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 26 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Europees Parlement voorziet in administratieve beroepsprocedures met betrekking tot besluiten die verband houden met de registratie van statuten, financiering of sancties. |
1. Het Europees Parlement voorziet in snelle en transparante administratieve beroepsprocedures met betrekking tot besluiten die verband houden met de registratie van statuten, financiering of sancties. |
Motivering | |
Met dit amendement wordt getracht te verduidelijken dat robuuste en passende administratieve beroepsprocedures nodig zijn, gelet op de mogelijke sancties. |
PROCEDURE
Titel |
Statuut en financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2012)0499 – C7-0288/2012 – 2012/0237(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
AFCO 22.10.2012 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
BUDG 22.10.2012 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Edit Herczog 3.10.2012 |
||||
Datum goedkeuring |
23.1.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
29 1 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Zuzana Brzobohatá, Jean-Luc Dehaene, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Ingeborg Gräßle, Lucas Hartong, Monika Hohlmeier, Anne E. Jensen, Ivailo Kalfin, Sergej Kozlík, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, Claudio Morganti, Jan Mulder, Juan Andrés Naranjo Escobar, Nadezhda Neynsky, Dominique Riquet, Potito Salatto, Alda Sousa, László Surján, Derek Vaughan, Angelika Werthmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
François Alfonsi, Edit Herczog, Paul Rübig, Peter Šťastný, Georgios Stavrakakis, Theodor Dumitru Stolojan, Gianluca Susta, Nils Torvalds |
||||
ADVIES van de Commissie juridische zaken (23.1.2013)
aan de Commissie constitutionele zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
(COM(2012)0499 – C7‑0288/2012 – 2012/0237(COD))
Rapporteur voor advies: Luigi Berlinguer
BEKNOPTE MOTIVERING
Met instemming begroet de rapporteur voor advies dit voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen. Het voorstel neemt enkele belangrijke suggesties over uit de EP-resolutie van april 2011 en schept daarmee de mogelijkheid van een volledige en effectieve erkenning van de rol van politieke partijen in de gehele EU, zoals geformuleerd in het Verdrag van Lissabon (artikel 10 VEU) en in het Handvest van de grondrechten.
De nieuwe rechtspersoonlijkheid voor Europese politieke partijen is een van de belangrijkste aandachtspunten van de Commissie juridische zaken. De rechtspersoonlijkheid uit hoofde van het Unierecht, zoals in het voorstel geïntroduceerd, wordt omschreven als aanvullend en "overkoepelend" ten opzichte van de reeds bestaande rechtspersoonlijkheid uit hoofde van het nationale recht. Doel is te vermijden dat in de lidstaten "dubbele maten" gelden, met enerzijds de regels voor nationale partijen en anderzijds de criteria voor Europese partijen. Hiermee wordt ook beoogd de aarzeling van de lidstaten tegenover het voorstel weg te nemen.
Om te kunnen worden geregistreerd en rechtspersoonlijkheid uit hoofde van het Unierecht te krijgen moet de partij of stichting reeds rechtspersoonlijkheid bezitten uit hoofde van het nationale recht van een lidstaat (bijvoorbeeld als vereniging) en aldaar haar hoofdzetel hebben.
Met het oog op de bevoegdheden van de Commissie juridische zaken zijn de regels inzake intern bestuur ook zeer belangrijk, niet alleen omdat het om geavanceerde gemeenschappelijke criteria gaat inzake verantwoording en transparantie, maar ook omdat zij tevens de deur openen voor een positief overloopeffect naar de interne regels en de gedragslijn van de nationale partijen.
Het voorstel noemt ook de in het statuut te regelen elementen die een interne partijdemocratie moeten waarborgen, zoals de rechten en plichten van lidmaatschap, de werking van een algemene vergadering, en de verkiezingen en de besluitvorming binnen alle andere bestuursorganen. Stellig belangrijk in dit verband is ook de mogelijkheid dat een partij uit het register wordt geschrapt wegens niet-naleving van de minimumregels voor interne democratie.
Het tijdschema voor de behandeling van het voorstel in het Europees Parlement is voor de Commissie juridische zaken van het grootste belang: om daadwerkelijke vaststelling van de verordening te waarborgen beveelt de Commissie juridische zaken aan dat het standpunt van het Europees Parlement tijdig wordt bepaald, met het oog op de voorbereiding van de Europese verkiezingen in het voorjaar van 2014.
AMENDEMENTEN
De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie constitutionele zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) Europese politieke partijen en stichtingen moeten het recht krijgen personeel in dienst te nemen overeenkomstig artikel 2, sub c), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, op gelijke voet met de fracties in het Europees Parlement. |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen die als zodanig op Europees niveau erkenning willen in de vorm van een Europese rechtsstatus en middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie willen ontvangen, dienen bepaalde beginselen in acht te nemen en aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen dienen met name de waarden te eerbiedigen waarop de Europese Unie berust en die zijn vastgelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
(10) Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen die als zodanig op Europees niveau erkenning willen in de vorm van een Europese rechtsstatus en middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie willen ontvangen, dienen bepaalde beginselen in acht te nemen en aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen dienen met name de waarden te eerbiedigen waarop de Europese Unie berust en die zijn vastgelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Om nieuwe formaties een kans te geven op het politieke toneel en bij te dragen aan een levendig democratisch bestel in de Europese Unie en om te waarborgen dat zoveel mogelijk politieke allianties vallen onder de transparantie- en toezichtsbepalingen van deze verordening, moet de drempel voor registratie als Europese politieke partij voor formeel goed georganiseerde transnationale politieke allianties gemakkelijk te bereiken zijn, zonder dat electoraal succes daarbij als voorwaarde wordt gesteld. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Er dienen beginselen en minimumvereisten voor het bestuur en de interne organisatie van Europese politieke partijen te worden vastgesteld, met name om te waarborgen dat er hoge normen inzake interne partijdemocratie worden onderschreven en geëerbiedigd. De statuten van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting dienen ook een reeks administratieve en juridische basisbepalingen te bevatten. |
(11) Er dienen beginselen en minimumvereisten voor het bestuur en de interne organisatie van Europese politieke partijen te worden vastgesteld, met name om te waarborgen dat er hoge normen inzake interne partijdemocratie worden onderschreven en geëerbiedigd, in het bijzonder met betrekking tot de procedures voor de selectie van kandidaten en de samenstelling van de kieslijsten voor de verkiezingen voor het Europees Parlement door de nationale politieke partijen. De statuten van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting dienen ook een reeks administratieve en juridische basisbepalingen te bevatten. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Alleen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen die als zodanig zijn erkend en een Europese rechtsstatus hebben verkregen, dienen in aanmerking te komen voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie. Hoewel het van cruciaal belang is dat de voorwaarden voor de vorming van een Europese politieke partij niet buitensporig zijn, maar door georganiseerde en serieuze transnationale allianties van politieke partijen en/of natuurlijke personen eenvoudig kunnen worden vervuld, moeten er vanwege de beperkte middelen die uit de EU-begroting kunnen worden toegekend, ook evenredige criteria worden vastgesteld waaruit objectief blijkt dat een Europese politieke partij Europese ambitie heeft en reële electorale steun geniet. Een dergelijk criterium kan het best betrekking hebben op de uitslagen van de verkiezingen voor het Europees Parlement, waaraan de Europese politieke partijen krachtens deze verordening moeten deelnemen, omdat deze uitslagen een nauwkeurige indicatie geven van het electorale draagvlak van een Europese politieke partij. Het criterium dient de rol die het Europees Parlement overeenkomstig artikel 10, lid 2, van het Verdrag betreffende Europese Unie heeft als rechtstreekse vertegenwoordiging van de burgers van de Unie te weerspiegelen, alsook het doel van Europese politieke partijen om volledig deel te nemen aan het democratisch proces van de Unie en om actief bij te dragen tot de representatieve democratie van Europa, teneinde uitdrukking te geven aan de standpunten, meningen en politieke wensen van de burgers van de Unie. Daarom dienen alleen Europese politieke partijen die door ten minste één lid worden vertegenwoordigd in het Europees Parlement en alleen Europese politieke stichtingen die hiertoe een aanvraag indienen via een Europese politieke partij die door ten minste één van haar leden wordt vertegenwoordigd in het Europees Parlement in aanmerking te komen voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie. |
(12) Alleen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen die als zodanig zijn erkend en een Europese rechtsstatus hebben verkregen, dienen in aanmerking te komen voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie. Hoewel het van cruciaal belang is dat de voorwaarden voor de vorming van een Europese politieke partij niet buitensporig zijn, maar door georganiseerde en serieuze transnationale allianties van politieke partijen en/of natuurlijke personen eenvoudig kunnen worden vervuld, moeten er vanwege de beperkte middelen die uit de EU-begroting kunnen worden toegekend, ook evenredige criteria worden vastgesteld waaruit objectief blijkt dat een Europese politieke partij Europese ambitie heeft en reële electorale steun geniet. Een dergelijk criterium kan het best betrekking hebben op de uitslagen van de verkiezingen voor het Europees Parlement, waaraan de Europese politieke partijen krachtens deze verordening moeten deelnemen, omdat deze uitslagen een nauwkeurige indicatie geven van het electorale draagvlak van een Europese politieke partij. Het criterium dient de rol die het Europees Parlement overeenkomstig artikel 10, lid 2, van het Verdrag betreffende Europese Unie heeft als rechtstreekse vertegenwoordiging van de burgers van de Unie te weerspiegelen, alsook het doel van Europese politieke partijen om volledig deel te nemen aan het democratisch proces van de Unie en om actief bij te dragen tot de representatieve democratie van Europa, teneinde uitdrukking te geven aan de standpunten, meningen en politieke wensen van de burgers van de Unie. Daarom dienen alleen Europese politieke partijen die door ten minste één lid worden vertegenwoordigd in het Europees Parlement of die bij de laatste EP-verkiezingen in een aanzienlijk aantal lidstaten een bepaald niveau van electorale steun hebben verworven, en Europese politieke stichtingen die hiertoe een aanvraag indienen via een Europese politieke partij die door ten minste één van haar leden wordt vertegenwoordigd in het Europees Parlement in aanmerking te komen voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie. |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter b – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) zij is in ten minste een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd door leden van het Europees Parlement, of leden van nationale dan wel regionale parlementen, of leden van regionale assemblees, of |
(b) zij of haar aangesloten partijen zijn in ten minste een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd door leden van het Europees Parlement, door leden van nationale parlementen, of door leden van regionale parlementen of assemblees met wetgevende bevoegdheden die als zodanig zijn aangemeld bij het Europees Parlement, of |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) zij draagt zorg voor een juiste gendervertegenwoordiging in haar interne organen en bevordert gendergelijkheid bij de opstelling van verkiezingslijsten. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) de democratische verkiezing van en het democratische besluitvormingsproces binnen alle andere bestuursorganen, met voor elk van deze organen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenstelling, evenals de procedures voor de benoeming en het ontslag van de leden van deze organen en duidelijke en transparante criteria voor de selectie van kandidaten en de verkiezing van functionarissen, wier mandaat in de tijd beperkt is, maar kan worden verlengd; |
(d) de democratische verkiezing van en het democratische besluitvormingsproces binnen alle andere bestuursorganen, met voor elk van deze organen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenstelling, evenals de procedures voor de benoeming en het ontslag van de leden van deze organen en duidelijke en transparante criteria voor de selectie van kandidaten die moet plaats vinden via een democratische procedure en de verkiezing van functionarissen, wier mandaat in de tijd beperkt is, maar kan worden verlengd; |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) de verplichting voor de deelnemende partijen om de kandidatenlijst voor de verkiezingen voor het Europees Parlement via een open, democratisch proces vast te stellen, waarbij alle partijleden actief en passief aan de selectieprocedure kunnen deelnemen en kunnen meebeslissen over de volgorde van de kandidaten op de kieslijst, |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Europese politieke partij en de Europese politieke stichting zijn in alle lidstaten volledig wettelijk erkend en handelingsbevoegd. |
De Europese politieke partij en de Europese politieke stichting zijn in alle lidstaten volledig rechtsbevoegd. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de aangelegenheden die niet bij deze verordening worden geregeld, of, wanneer een aangelegenheid hierbij slechts gedeeltelijk is geregeld, voor de aspecten die niet onder deze verordening vallen, geldt voor de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting de nationale wetgeving inzake de in de statuten van de partij of de stichting vermelde rechtsvorm van de lidstaat waar hun zetel is gevestigd. Op activiteiten van de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting in andere lidstaten is de relevante nationale wetgeving van deze lidstaten van toepassing. |
2. In aangelegenheden die niet of slechts gedeeltelijk bij deze verordening of de respectieve statuten worden geregeld, geldt voor de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting de wetgeving van de lidstaat waar zij hun zetel hebben. Op activiteiten van de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting in andere lidstaten is de relevante nationale wetgeving van deze lidstaten van toepassing. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda. |
3. Financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen uit de algemene begroting van de Europese Unie of enige andere bron mag niet worden gebruikt voor het financieren van nationale, regionale of lokale campagnes voor referenda, behalve wanneer een referendum over kwesties handelt in verband met de Europese Unie. |
PROCEDURE
Titel |
Statuut en financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2012)0499 – C7-0288/2012 – 2012/0237(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
AFCO 22.10.2012 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
Rapporteur(s) 22.10.2012 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Luigi Berlinguer 10.10.2012 |
||||
Behandeling in de commissie |
18.12.2012 |
|
|
|
|
Datum goedkeuring |
22.1.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
21 1 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Raffaele Baldassarre, Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Sajjad Karim, Antonio Masip Hidalgo, Jiří Maštálka, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Piotr Borys, Vytautas Landsbergis, Eva Lichtenberger, Dagmar Roth-Behrendt, József Szájer, Axel Voss |
||||
PROCEDURE
Titel |
Statuut en financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2012)0499 – C7-0288/2012 – 2012/0237(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
12.9.2012 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
AFCO 22.10.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
BUDG 22.10.2012 |
JURI 22.10.2012 |
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Marietta Giannakou 17.9.2012 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
9.10.2012 |
26.11.2012 |
18.12.2012 |
21.1.2013 |
|
|
4.2.2013 |
18.2.2013 |
14.3.2013 |
19.3.2013 |
|
Datum goedkeuring |
15.4.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
14 8 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Andrew Henry William Brons, Carlo Casini, Andrew Duff, Roberto Gualtieri, Enrique Guerrero Salom, Daniel Hannan, Stanimir Ilchev, Constance Le Grip, David Martin, Paulo Rangel, Algirdas Saudargas, Rafał Trzaskowski, Manfred Weber, Luis Yáñez-Barnuevo García |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
John Stuart Agnew, Zuzana Brzobohatá, Marietta Giannakou, Helmut Scholz, György Schöpflin, Alexandra Thein |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
François Alfonsi, Syed Kamall, Georgios Koumoutsakos |
||||
Datum indiening |
24.4.2013 |
||||