VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren
15.5.2013 - (COM(2012)0548 – C7‑0319/2012 – 2012/0261(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur (voor advies): Anna Hedh
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren
(COM(2012)0548 – C7‑0319/2012 – 2012/0261(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2012)0548),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0319/2012),
– gezien artikel 294, lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7‑0153/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(10) Er moet een Europese databank inzake drugsprecursoren worden opgezet om de verslaglegging door de lidstaten over inbeslagnamen en onderschepte zendingen te vereenvoudigen, om een Europees register op te zetten van marktdeelnemers en gebruikers die in het bezit zijn van een vergunning of een registratie, waarmee de legitimiteit van commerciële transacties met geregistreerde stoffen gemakkelijker kan worden geverifieerd, en om marktdeelnemers in staat te stellen de bevoegde instanties van informatie te voorzien over hun legale transacties met geregistreerde stoffen. |
(10) Er moet een Europese databank inzake drugsprecursoren worden opgezet, zo mogelijk op geaggregeerde en geanonimiseerde wijze, en op een manier die het minst ingrijpend is met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, en rekening houdend met het principe van gegevensbeperking en met de stand van de techniek inzake privacybevorderende technologieën, om de verslaglegging door de lidstaten over inbeslagnamen en onderschepte zendingen te vereenvoudigen om een Europees register op te zetten van marktdeelnemers en gebruikers die in het bezit zijn van een vergunning of een registratie, waarmee de legitimiteit van commerciële transacties met geregistreerde stoffen gemakkelijker kan worden geverifieerd, en om marktdeelnemers in staat te stellen de bevoegde instanties van informatie te voorzien over hun legale transacties met geregistreerde stoffen. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Om een adequate gegevensbescherming te waarborgen, dienen gegevens over inbeslagnamen en onderschepte zendingen, zo mogelijk, op geaggregeerde en geanonimiseerde wijze aan de Commissie en de VN te worden gerapporteerd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(11) Verordening (EG) nr. 273/2004 voorziet in de verwerking van gegevens. Deze verwerking van deze gegevens kan ook betrekking hebben op persoonsgegevens en moet dan worden uitgevoerd in overeenstemming met het recht van de Unie. |
(11) Verordening (EG) nr. 273/2004 voorziet in de verwerking van informatie, met inbegrip van de verwerking van persoonsgegevens, teneinde de bevoegde autoriteiten in staat te stellen toezicht uit te oefenen op het in de handel brengen van drugsprecursoren en het misbruik van geregistreerde stoffen te voorkomen. De verwerking van persoonsgegevens moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het recht van de Unie inzake gegevensbescherming en met name met voorschriften in verband met gegevenskwaliteit, proportionaliteit van gegevens en doelbinding, en met de rechten op informatie, toegang, rectificatie van gegevens, wissing en afscherming, organisatorische en technische maatregelen en internationale doorgifte van persoonsgegevens. De gegevens dienen toereikend, nauwkeurig, ter zake dienend en niet overmatig te zijn uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld. Gegevens mogen niet langer worden verwerkt dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij werden verzameld en de nauwkeurigheid van de gegevens dient regelmatig te worden getoetst. Als de verwerking van persoonsgegevens in de lidstaten wordt uitgevoerd dient de gegevensverwerking te worden uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde instanties van de lidstaten, voornamelijk onafhankelijke overheidsinstanties die door de lidstaten worden aangewezen. Als de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie binnen het kader van Verordening (EG) nr. 273/2004 wordt uitgevoerd, dient de gegevensverwerking ook plaats te vinden onder toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Om de wetshandhavingsinstanties in staat te stellen over te gaan tot opsporing, preventie, onderzoek of vervolging ter zake van strafbare feiten inzake drugshandel, dient het de lidstaten te worden toegestaan wetgevingsmaatregelen goed te keuren om hun bevoegde autoriteiten toegang te verlenen tot persoonsgegevens die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 273/2004 zijn verwerkt voor de hierboven vermelde doeleinden en voor zover dit nodig, evenredig en aan adequate waarborgen onderworpen is. Aangezien deze verwerking een beperking vormt van het fundamentele recht op bescherming van persoonsgegevens moet ze restrictief worden geïnterpreteerd en in overeenstemming zijn met de vereisten van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Deze verwerking mag slechts geval per geval worden toegestaan en op voorwaarde dat de bevoegde wetshandhavingsinstanties goede redenen hebben om aan te nemen dat deze verwerking hen in aanzienlijke mate zal helpen om strafbare feiten inzake drugshandel te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement houdt verband met het amendement op artikel 13 ter. De essentiële elementen van de verrichtingen op het gebied van gegevensverwerking die in deze verordening zijn opgenomen, moeten uitvoeriger worden gespecificeerd. Hoewel gegevensverwerking in de meeste gevallen van toepassing zal zijn op bedrijven of rechtspersonen, zullen natuurlijke personen in veel gevallen ook identificeerbaar zijn. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
(15) Teneinde de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 273/2004 te verwezenlijken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen, teneinde de voorschriften en voorwaarden voor het verlenen van de vergunning en registratie, het verkrijgen en gebruiken van afnemersverklaringen, de documentatie en etikettering van mengsels, het verstrekken van informatie door marktdeelnemers over transacties met geregistreerde stoffen, en het opnemen van een lijst van marktdeelnemers en gebruikers die een vergunning of registratie hebben verkregen in het Europese register, en teneinde de bijlagen te wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. |
(15) Teneinde de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 273/2004 te verwezenlijken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen, teneinde de voorschriften en voorwaarden voor het verlenen van de vergunning en registratie, het verkrijgen en gebruiken van afnemersverklaringen, de documentatie en etikettering van mengsels, het verstrekken van informatie door marktdeelnemers over transacties met geregistreerde stoffen, en het opnemen van een lijst van marktdeelnemers en gebruikers die een vergunning of registratie hebben verkregen in het Europese register, en teneinde de bijlagen te wijzigen. In dergelijke gedelegeerde handelingen dienen tevens de categorieën persoonsgegevens te worden aangeduid die krachtens Verordening (EG) nr. 273/2004 door lidstaten en marktdeelnemers verwerkt mogen worden, de categorieën persoonsgegevens die in de Europese databank kunnen worden opgeslagen, de procedures op basis waarvan betrokkenen hun rechten op informatie, toegang, rectificatie, wissing of afscherming van persoonsgegevens in de Europese databank kunnen uitoefenen, en de categorieën persoonsgegevens die door marktdeelnemers moeten worden verwerkt om ongebruikelijke of verdachte transacties te melden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat zij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming om advies vraagt bij de voorbereidingen van gedelegeerde handelingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens krachtens Verordening (EG) nr. 273/2004. | |||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De essentiële elementen van de verrichtingen op het gebied van gegevensverwerking die in deze verordening zijn opgenomen, moeten uitvoeriger worden gespecificeerd. Hoewel gegevensverwerking in de meeste gevallen van toepassing zal zijn op bedrijven of rechtspersonen, zullen natuurlijke personen in veel gevallen ook identificeerbaar zijn. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 1 – letter b Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 2 – letter h | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Uit het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 2 – letter a Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 3 – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Marktdeelnemers moeten ontmoedigd worden om in de EU te gaan "rondshoppen" op zoek naar de bevoegde instanties met het minst strenge regime op het gebied van vergunningen/registraties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 2 – letter c Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 3 – lid 6 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Marktdeelnemers moeten ontmoedigd worden om in de EU te gaan "rondshoppen" op zoek naar de bevoegde instanties met het minst strenge regime op het gebied van vergunningen/registraties. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 2 – letter f Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 3 – lid 9 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 8 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De categorieën persoonsgegevens die voor dit doel worden verwerkt moeten worden gespecificeerd. Aangezien deze categorieën in het voorstel niet worden gespecificeerd, dient dit te gebeuren middels gedelegeerde handelingen. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 6 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 bis – inleidende formule | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Het is erg belangrijk om eerst de regels inzake de voorschriften en voorwaarden vast te stellen, met inbegrip van de voorschriften op het gebied van gegevensbescherming, voordat de databank wordt opgericht. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 bis – letter a | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Om een adequate gegevensbescherming te waarborgen, dienen gegevens over inbeslagnamen en onderschepte zendingen, zo mogelijk, op geaggregeerde en geanonimiseerde wijze aan de Commissie en de VN te worden gerapporteerd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 9 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 bis – leden 1 bis, 1 ter, 1 quater en 1 quinquies (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 ter – lid 1 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement maakt duidelijk dat de autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van gegevensbescherming ervoor moeten zorgen dat de rechten van de betrokkenen worden beschermd. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. De formulering komt overeen met bestaande Gemeenschapswetgeving (bijv. bepalingen uit de IMI-verordening (EG) nr. 1024/2012). | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 ter – lid 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Om adequate gegevensbescherming te garanderen, is het van belang het doel vast te stellen waarvoor de persoonsgegevens krachtens deze verordening worden verwerkt (doelbinding). Tegelijk moet de mogelijkheid worden gehandhaafd die de nationale bevoegde autoriteiten momenteel krachtens de richtlijn gegevensbescherming hebben om, in naar behoren gemotiveerde omstandigheden en overeenkomstig de nationale regels inzake gegevensbescherming, gebruik te maken van de verstrekte gegevens voor de preventie, onderzoek, opsporing en vervolging van strafbare feiten om drugshandelnetwerken op te sporen en op te rollen). | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 ter – lid 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement maakt duidelijk dat de autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van gegevensbescherming ervoor moeten zorgen dat de rechten van de betrokkenen worden beschermd. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. De formulering komt overeen met bestaande Gemeenschapswetgeving (bijv. bepalingen uit de IMI-verordening (EG) nr. 1024/2012). | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 ter – lid 2 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
Dit amendement streeft ernaar de samenwerking tussen de nationale autoriteiten op het gebied van gegevensbescherming en de EDPS te garanderen, zodat er een behoorlijk toezicht is op de verwerkingsactiviteiten die in het kader van de Europese databank worden uitgevoerd. Het systeem van gecoördineerd toezicht is reeds in verschillende Europese rechtsinstrumenten opgenomen, namelijk in de IMI-verordening, Eurodac, VIS en SIS II. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 10 bis Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 13 quater (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De wet inzake gegevensbescherming, de verschillende elementen inzake de verwerking van persoonsgegevens, met inbegrip van de uitoefening van rechten door betrokkenen, moeten in gedelegeerde handelingen worden gespecificeerd. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 11 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 14 – lid 1 – letter b bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Motivering | ||||||||||||||||||||||||||||
De wet inzake gegevensbescherming, de verschillende elementen inzake de verwerking van persoonsgegevens, met inbegrip van de uitoefening van rechten door betrokkenen, moeten in gedelegeerde handelingen worden gespecificeerd. Dit amendement houdt rekening met aanbevelingen die zijn gedaan door de EDPS. | ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – punt 12 Verordening (EG) nr. 273/2004 Artikel 16 – lid 3 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Artikel 1 bis (nieuw) | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
|
Artikel 1 bis | |||||||||||||||||||||||||||
|
Evaluatie | |||||||||||||||||||||||||||
|
De Commissie moet uiterlijk op ...* een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad inzake de uitvoering en werking van Verordening (EG) nr. 273/2004, en met name inzake de eventuele behoefte aan extra activiteiten op het gebied van toezicht en controle op verdachte transacties met niet-geregistreerde stoffen. | |||||||||||||||||||||||||||
|
__________ | |||||||||||||||||||||||||||
|
* PB gelieve datum in te voegen: 66 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening. | |||||||||||||||||||||||||||
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 2 | ||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement | |||||||||||||||||||||||||||
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Ze wordt geconsolideerd met de verordening die wordt gewijzigd. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. |
TOELICHTING
Drugsprecursoren zijn chemische stoffen die veelvuldig worden gebruikt bij een grote verscheidenheid aan industriële processen (bijv. bij de productie van kunststoffen, farmaceutica, cosmetica, parfums en detergenten), maar ook misbruikt kunnen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen. Drugsprecursoren worden zelden geproduceerd door de criminelen die ze willen gebruiken voor de illegale vervaardiging van drugs, omdat er in veel gevallen een aanzienlijke infrastructuur nodig is voor de productie ervan. Daarom proberen criminelen misbruik te maken van de legale handel in deze stoffen, door middel van diefstal of de aankoop van deze stoffen.
Om die reden voorziet het bestaande regelgevingskader in een vergunning- en registratiesysteem om toezicht te kunnen houden op de handel in drugsprecursoren binnen de EU, waarbij bepaalde verplichtingen worden opgelegd aan de betrokken bedrijven (onder andere het voorkomen van diefstal, het controleren van klanten en het opsporen van verdachte transacties) en aan de autoriteiten (onder andere administratieve procedures en inspecties ter plaatse). Het controleniveau hangt af van de categorie waarin de betreffende stof valt. Op basis van wereldwijde VN-regels worden 23 zogenoemde "geregistreerde stoffen" ingedeeld in drie categorieën, van de meest gevaarlijke stof (categorie 1) tot bulkstoffen (categorie 3). Deze categorieën worden aangevuld met een vrijwillig toezichtprogramma voor "niet-geregistreerde stoffen".
De afgelopen jaren kreeg de EU nogal wat internationale kritiek over zich heen vanwege haar zogezegd softe controlebeleid. De kritiek concentreerde zich op één stof, azijnzuuranhydride ("AA"), die momenteel is opgenomen in categorie 2. AA wordt legaal gebruikt voor de productie van plastic, textiel, verfstoffen, fotochemie, parfums, explosieven en aspirine, maar kan ook illegaal worden gebruikt voor de productie van heroïne, amfetamine en cocaïne. Het is de belangrijkste drugsprecursor voor heroïne (de drug die nog steeds de belangrijkste factor is in het tot mortaliteit leidende drugsgebruik in de Europese Unie).
In een recent verslag over de drugsmarkt in de Europese Unie ("EU drug markets report") dat door het EMCDDA en Europol werd opgesteld, wordt specifieke aandacht gevraagd voor het illegale misbruik van azijnzuuranhydride in de EU door geraffineerde criminele organisaties.[1]
In het voorstel van de Commissie wordt ernaar gestreefd het probleem van het misbruik van drugsprecursoren op drie manieren aan te pakken:
* Beter toezicht op de handel in azijnzuuranhydride:
De Commissie stelt voor een nieuwe subcategorie op te richten, waarvoor strengere voorschriften gelden dan voor categorie 2-stoffen, maar minder strenge voorschriften dan voor stoffen uit categorie 1. Het belangrijkst is dat eindgebruikers van azijnzuuranhydride zich nu zullen moeten laten registreren bij de bevoegde autoriteiten. Tot op heden hoefden alleen fabrikanten en marktdeelnemers die met azijnzuuranhydride werkten zich te laten registreren.
* De registratieregels worden aangescherpt:
De Commissie stelt voor de gebruikte definitie aan te scherpen en meer geharmoniseerde voorwaarden/voorschriften voor registratie in te voeren. Ze stelt ook voor de nodige flexibiliteit te creëren om de categorieën aan veranderende omstandigheden te kunnen aanpassen.
* Het opzetten van een Europese databank inzake drugsprecursoren:
De Commissie stelt voor een databank voor de hele EU op te zetten met informatie over inbeslagnamen van drugsprecursoren in de EU en met een lijst van alle marktdeelnemers die in het bezit zijn van een vergunning of een registratie alsmede alle eindgebruikers van drugsprecursoren in de EU.
Uw rapporteur is het grotendeels met dit voorstel eens. Aangezien er slechts hele kleine hoeveelheden drugsprecursoren nodig zijn om illegale drugs te produceren en aangezien dergelijke precursoren wereldwijd in grote hoeveelheden worden geproduceerd, dient er goed op te worden toegezien dat deze drugsprecursoren niet uit de legale handel in de EU worden weggesluisd. Als de EU actie op dit gebied onderneemt, zullen drugshandelaars worden gedwongen hun activiteiten naar andere delen van de wereld te verplaatsen waardoor andere regio's in de wereld hopelijk aangemoedigd zullen worden om het voorbeeld van de EU te volgen.
Het is van groot belang dat een drugsprecursor zoals azijnzuuranhydride, dat een onmisbaar element van de heroïneproductie vormt, niet in verkeerde handen valt. De hoeveelheden azijnzuuranhydride die in 2008 in Europa in beslag werden genomen, waren genoeg om aan ongeveer de helft van de jaarlijkse Afghaanse vraag naar azijnzuuranhydride te voldoen. De Commissie lijkt de opties die zij tot haar beschikking had, zorgvuldig te hebben gewogen en een praktische, proportionele oplossing te hebben gekozen. In het voorstel wordt de legale handel in en het wettige gebruik van azijnzuuranhydride toegestaan, zonder bedrijven op te zadelen met onnodige administratieve lasten. Tegelijkertijd worden de bevoegde autoriteiten in staat gesteld strenger toezicht te houden op handelsstromen om misbruik op te sporen en te stoppen.
Uw rapporteur is van mening dat het voorstel waardevolle verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie bevat. De invoering van gedelegeerde handelingen zal de Commissie de nodige flexibiliteit bieden om snel op veranderende omstandigheden te kunnen reageren en inventieve drugshandelaars in de kraag te grijpen, terwijl hierdoor tevens een goed parlementair overzicht van eventuele veranderingen wordt verzekerd. Het stroomlijnen en harmoniseren van de voorschriften op het gebied van registraties en vergunningen door de hele EU heen moet worden ondersteund om fragmentatie van de markt te voorkomen en te verhinderen dat criminelen zich gaan richten op de "zwakste schakel" binnen de Europese interne markt. Tot slot moet ook de oprichting van de Europese databank als een aanwinst worden begroet, aangezien de databank de nodige transparantie zal brengen en het toezicht op alle drugsprecursoren in de EU zal versterken.
Hoewel uw rapporteur het voorstel van de Commissie dus in algemene zin steunt, stelt hij ook voor een aantal elementen te versterken. Wat betreft de gegevensbescherming, stelt uw rapporteur voor het gebruik en de verwerking van gegevens te versterken en verduidelijken en de toegang tot de databank te beperken. Uw rapporteur wil marktdeelnemers en gebruikers ontmoedigen om binnen de EU te gaan "rondshoppen" naar het minst strenge regime en stelt voor dat verdere ontwikkelingen op het gebied van drugsprecursoren, met inbegrip van niet-geregistreerde stoffen, nauwlettend in de gaten worden gehouden.
- [1] Verslag over de drugsmarkt in de Europese Unie: een strategische analyse, EMCDDA/Europol, januari 2013.
PROCEDURE
Titel |
Wijzigingsverordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2012)0548 – C7‑0319/2012 – 2012/0261(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
27.9.2012 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 22.10.2012 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
INTA 22.10.2012 |
ENVI 22.10.2012 |
IMCO 22.10.2012 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
INTA 10.10.2012 |
ENVI 29.11.2012 |
IMCO 10.10.2012 |
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Anna Hedh 10.12.2012 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
22.1.2013 |
20.2.2013 |
20.3.2013 |
|
|
Datum goedkeuring |
24.4.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
47 3 5 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Philipp Albrecht, Roberta Angelilli, Edit Bauer, Rita Borsellino, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Carlos Coelho, Ioan Enciu, Cornelia Ernst, Monika Flašíková Beňová, Hélène Flautre, Kinga Gál, Kinga Göncz, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Lívia Járóka, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Timothy Kirkhope, Juan Fernando López Aguilar, Baroness Sarah Ludford, Monica Luisa Macovei, Svetoslav Hristov Malinov, Véronique Mathieu Houillon, Anthea McIntyre, Nuno Melo, Louis Michel, Claude Moraes, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Jacek Protasiewicz, Carmen Romero López, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Renate Sommer, Nils Torvalds, Wim van de Camp, Axel Voss, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka, Auke Zijlstra |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Vilija Blinkevičiūtė, Anna Maria Corazza Bildt, Monika Hohlmeier, Siiri Oviir, Hubert Pirker, Raül Romeva i Rueda, Manfred Weber |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Philip Bradbourn, Jörg Leichtfried, Sabine Lösing, Britta Reimers |
||||
Datum indiening |
15.5.2013 |
||||