VERSLAG over onlinegokken op de interne markt

11.6.2013 - (2012/2322(INI))

Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Ashley Fox

Procedure : 2012/2322(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0218/2013
Ingediende teksten :
A7-0218/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over onlinegokken op de interne markt

(2012/2322(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien de mededeling van de Commissie van 23 oktober 2012 "Naar een breed Europees kader voor onlinegokken" (COM(2012)0345),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 18 januari 2011 getiteld "Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport" (COM(2011)0012),

–   gezien zijn resolutie van 11 maart 2013 over wedstrijdmanipulatie en corruptie in de sportwereld[1],

–   gezien zijn resolutie van 2 februari 2012 over de Europese dimensie van de sport[2],

–   gezien zijn resolutie van 15 november 2011 over onlinegokken op de interne markt[3],

–   gezien zijn resolutie van 10 maart 2009 over de integriteit van online gokken[4],

–   gezien de Verklaring van Nicosia van 20 september 2012 over de bestrijding van wedstrijdmanipulatie,

–   gezien de conclusies van de Raad van 10 december 2010 en de voortgangsverslagen van de Franse, Zweedse, Spaanse en Hongaarse voorzitterschappen over het kader voor kansspelen en weddenschappen in de lidstaten van de Europese Unie,

–   gezien de voorbereidende actie getiteld "Europese partnerschappen met betrekking tot sport" en in het bijzonder de ontwikkeling van projecten gericht op het voorkomen van gevallen van wedstrijdmanipulatie door middel van voorlichting en informatieverstrekking aan betrokken partijen,

–   gezien de artikelen 51, 52 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–   gezien het aan het VWEU gehechte protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid,

–   gezien de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin het Hof op het specifieke gebied van de organisatie van kansspelen met name consumentenbescherming, fraudebestrijding en het voorkomen dat burgers tot geldverkwisting door gokken worden aangespoord, alsmede het voorkomen van maatschappelijke problemen in het algemeen, als redenen van dwingend algemeen belang aanvaardt die beperkingen op het vrij verrichten van diensten kunnen rechtvaardigen[5],

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 22 mei 2012,

–   gezien artikel 48 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de adviezen van de Commissie cultuur en onderwijs en de Commissie juridische zaken (A7-0218/2013),

A.  overwegende dat gokken geen gewone economische activiteit vormt vanwege de potentieel negatieve gevolgen ervan voor de gezondheid en de maatschappij, zoals gokverslaving (waarvan de gevolgen en kosten moeilijk te schatten zijn), georganiseerde misdaad, witwassen van geld en wedstrijdmanipulatie; overwegende dat onlinegokken een groter verslavingsrisico kan inhouden dan traditioneel offlinegokken, onder meer als gevolg van de gemakkelijkere toegang en het ontbreken van sociale controle, maar dat er in dit verband bijkomend onderzoek moet worden verricht en aanvullende gegevens nodig zijn; wijst erop dat bepaalde internemarktvoorschriften – zoals de vrijheid van vestiging, de vrijheid van dienstverlening en het beginsel van wederzijdse erkenning – de lidstaten daarom niet beletten zelf aanvullende maatregelen te nemen om spelers te beschermen;

B.  overwegende dat in artikel 35 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie de verplichting is neergelegd om bij het bepalen en ten uitvoer leggen van alle beleidsmaatregelen en activiteiten van de Unie de gezondheid van de mens te beschermen;

C. overwegende dat de EU er krachtens artikel 169 van het VWEU toe verplicht is een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen;

D. overwegende dat gezien de bijzondere aard van de onlinegoksector de bescherming van de menselijke gezondheid en van de consument de leidraad moet zijn bij het opstellen van Europese aanbevelingen en nationale wetgeving;

E.  overwegende dat de lidstaten uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel het recht hebben om te bepalen hoe het aanbod van onlinegokdiensten in overeenstemming met hun eigen waarden en doelstellingen van algemeen belang wordt gestructureerd en gereguleerd, op voorwaarde dat ze de EU-wetgeving naleven;

F.  overwegende dat het aanbieden van onlinegokdiensten vanwege de bijzondere aard hiervan en conform het subsidiariteitsbeginsel niet onder een sectorspecifieke Europese regelgeving valt en is uitgesloten van de richtlijnen inzake diensten en consumentenrechten, maar wel onder een aantal handelingen van afgeleid EU-recht valt, zoals de richtlijn inzake gegevensbescherming, de richtlijn inzake privacy en elektronische communicatie en de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken;

G. overwegende dat de markt voor onlinegokken geen markt is als alle andere, aangezien er zich hier risico´s voordoen in verband met consumentenbescherming en bestrijding van georganiseerde misdaad, zoals ook het Hof van Justitie van de Europese Unie herhaaldelijk heeft erkend;

H. overwegende dat het Europese Hof van Justitie heeft bevestigd dat het aanbieden van kans- en gokspelen geldt als een economische activiteit van bijzondere aard en dat beperkingen erop te rechtvaardigen zijn om dwingende redenen van openbaar belang, zoals consumentenbescherming, bestrijding van fraude en witwaspraktijken, handhaving van de openbare orde en bescherming van de volksgezondheid; overwegende dat beperkingen op deze activiteit in overeenstemming moeten zijn met de in het VWEU voorziene beperkingen, in verhouding moeten staan tot de doelen die worden nagestreefd en niet discriminerend mogen zijn;

I.   overwegende dat de lidstaten zich meer dan ooit ongerust maken over de negatieve gevolgen van illegaal onlinegokken voor de samenleving en voor de nationale economie in het algemeen en hierbij voornamelijk verwijzen naar de bescherming van minderjarigen en kwetsbare maatschappelijke groepen, de aanpak van verslaving en de bestrijding van criminaliteit en belastingfraude;

J.   overwegende dat de grensoverschrijdende aard van onlinegokken, de risico's op het gebied van consumentenbescherming, fraudebestrijding en handhaving van de wetgeving inzake illegale activiteiten zoals witwassing en wedstrijdmanipulatie, en de noodzaak van de aanpak van gokgerelateerde illegale activiteiten een beter gecoördineerd optreden vergen, zowel tussen de lidstaten als op het niveau van de EU;

K. overwegende dat het van essentieel belang is mechanismen voor het doorlichten van sportwedstrijden en geldstromen en mechanismen voor toezicht in te voeren;

L.  overwegende dat er momenteel behoefte bestaat aan een gedetailleerd overzicht van de onlinegoksector in de vorm van informatie en gegevens met betrekking tot het binnenlandse en grensoverschrijdende, intra-Europese en mondiale, toegestane en niet-toegestane aanbod;

M. overwegende dat de reglementering van reclame voor onlinegokken van lidstaat tot lidstaat verschilt en soms zelfs geheel ontbreekt;

De bijzondere aard van de onlinegoksector en consumentenbescherming

1.  is van mening dat een redelijk en legaal aanbod van gokdiensten, dat elke lidstaat zelf met inachtneming van het EU-recht vormgeeft, met het oog op de garantie van een hoog beschermingsniveau voor consumenten en met name de meest kwetsbare consumenten de sociale kosten en nadelige gevolgen van gokactiviteiten zou kunnen helpen beperken;

2.  waarschuwt ervoor dat gokken tot een gevaarlijke vorm van verslaving kan leiden en vindt dat dit een kwestie is die om bestwil van de consument en ten behoeve van de integriteit van deze sportvorm in een wetgevingsvoorstel moet worden behandeld;

3.  verzoekt de Commissie en de lidstaten stappen te ondernemen tegen illegale gokdiensten die op het grondgebied van de lidstaten worden aangeboden; vraagt de Commissie daarom met klem om de lidstaten in haar geplande aanbevelingen over consumentenbescherming en reclame te verzoeken handhavingsmaatregelen te treffen tegen het aanbieden van illegaal gokken;

4.  is van mening dat er een gevaarlijk verband bestaat tussen de acuter geworden crisissituatie en de toename van gokactiviteiten; benadrukt dat de huidige, bijzonder ernstige sociale en economische situatie heeft bijgedragen tot een exponentiële toename van gokken onder met name de armste bevolkingsgroepen en acht het daarom noodzakelijk permanent en nauwlettend toezicht te houden op de evolutie van gokverslaving en gokgerelateerde stoornissen;

5.  stelt dat onlinegokken een vorm van commercieel gebruik van sport is en stelt vast dat de sector gestaag groeit door technologische innovaties op de voet te volgen, maar dat de lidstaten vanwege de specifieke eigenschappen van het internet moeilijkheden ondervinden bij de controle ervan, hetgeen kan leiden tot schendingen van de rechten van consumenten en onderzoeken binnen de sector in het kader van de strijd tegen georganiseerde misdaad;

6.  vraagt met klem dat er een hoge mate van consumentenbescherming wordt gegarandeerd, ongeacht de manier waarop de lidstaten besluiten het aanbod van onlinegokdiensten op nationaal niveau te organiseren en te reglementeren; verzoekt de Commissie verder te onderzoeken met welke maatregelen op Europees niveau kwetsbare consumenten beschermd kunnen worden, bijvoorbeeld middels formele samenwerking tussen de regelgevende instanties in de lidstaten; benadrukt dat de deskundigengroep ervoor moet zorgen dat minderjarigen geen toegang kunnen krijgen tot onlinegokdiensten; roept de lidstaten ertoe op om exploitanten die met een door de lidstaten verstrekte vergunning werken, te verplichten om het logo of het keurmerk van de toezichthoudende instantie duidelijk zichtbaar en op een vaste plaats op hun website te plaatsen;

7.  verzoekt de Commissie om te onderzoeken hoe kan er worden verhinderd dat ondernemingen die in een bepaalde lidstaat gevestigd zijn, reclame voor onlinegokdiensten maken (bijvoorbeeld via satelliettelevisie of advertentiecampagnes) in een lidstaat waar zij geen vergunning hebben om dergelijke diensten aan te bieden;

8.  pleit ervoor de exploitanten van onlinegokspelen ertoe te verplichten om minderjarigen duidelijk, ondubbelzinnig en op goed zichtbare manier te wijzen op het feit dat het voor hen verboden is om online te gokken;

9.  is van mening dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de sociaal zwakkeren door gokactiviteiten niet nog verder in existentiële nood komen te verkeren;

10. is van mening dat er aanvullende studies en gegevens nodig zijn om gokverslavingen en de risico's van verschillende vormen van gokken te kunnen kwantificeren; roept alle lidstaten er daarom toe op om op een gecoördineerde manier bijkomende studies uit te voeren met als doel meer inzicht te krijgen in probleemgokken; wijst erop dat gokexploitanten moeten bijdragen tot de preventie van gokverslavingen;

11. verzoekt de Commissie om in samenwerking met de lidstaten – eventueel in het kader van de deskundigengroep – na te gaan of het mogelijk is om voor pan-Europese interoperabiliteit te zorgen tussen de registers voor zelfuitsluiting van de lidstaten, die onder meer zelfuitsluiting en persoonlijke gokbegrenzingen inzake financieel verlies en tijd omvatten en die kunnen worden geraadpleegd door nationale instanties en vergunninghoudende gokexploitanten, zodat consumenten die zichzelf bij een bepaalde gokexploitant uitsluiten of hun persoonlijke gokbegrenzingen overschrijden, automatisch geen toegang meer krijgen tot om het even welke andere vergunninghoudende gokexploitant; benadrukt dat mechanismen voor de uitwisseling van persoonsgegevens van probleemgokkers onderworpen moeten zijn aan strikte voorschriften inzake gegevensbescherming; benadrukt het belang van de werkzaamheden van de deskundigengroep voor de bescherming van de burgerbevolking tegen gokverslavingen;

onderstreept dat dit register consumenten telkens wanneer zij opnieuw willen gaan gokken, alle informatie met betrekking tot hun persoonlijke gokgeschiedenis moeten tonen, zodat zij zich bewust worden van hun eigen gokgedrag;

12. acht het wenselijk dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen gokactiviteiten en andere vormen van onlineamusement; diensten die verscheidene typische kenmerken van de goksector vertonen, moeten onder de relevante gokwetgeving vallen en de mechanismen voor leeftijdsverificatie en identiteitscontrole volledig in acht nemen;

13. merkt op dat zelfregulerende initiatieven een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot het bepalen van gezamenlijke normen; herhaalt zijn standpunt dat zelfregulering door de bedrijfstak in kwestie op een gevoelig gebied als kansspelen uitsluitend een aanvulling op de nationale wetgeving kan vormen en deze niet kan vervangen;

14. roept de Commissie ertoe op te overwegen een verplichte externe identificatiecontrole in te voeren om minderjarigen of personen met een valse identiteit uit te sluiten van gokspelen; stelt voor om dit bijvoorbeeld te laten gebeuren via een controle van het socialezekerheidsnummer, de bankrekeninggegevens of een ander uniek identificatie-element, en wijst erop dat een dergelijke identificatie zou moeten gebeuren vooraleer de gokactiviteiten een aanvang nemen;

15. acht het noodzakelijk de voor onlinegokken gebruikte software beter te beveiligen en pleit ervoor in heel de Europese Unie een gemeenschappelijke minimumcertificering vast te stellen om te verzekeren dat overal dezelfde parameters en normen worden aangehouden;

16. wijst erop dat er in het licht van de snelle evolutie van de onlineomgeving efficiënte methoden moeten worden ontwikkeld om toezicht te houden op weddenschappen, maar benadrukt eveneens dat het belangrijk is om de persoonsgegevens van gebruikers te beschermen tegen misbruik;

17. meent dat gemeenschappelijke normen voor onlinegokken betrekking moeten hebben op de rechten en plichten van zowel aanbieders als consumenten en moeten zorgen voor een hoog beschermingsniveau van burgers en consumenten, met name van minderjarigen en andere kwetsbare personen, en de verhindering van misleidende en buitensporige reclame; spoort de verenigingen van Europese gokexploitanten ertoe aan om zelfregulerende gedragscodes te ontwikkelen en toe te passen;

18. verzoekt de Commissie in haar aanbeveling op te nemen dat aanbieders van gokdiensten ertoe verplicht moeten worden om het gebruik van zelfbeperkingen door hun klanten actief te bevorderen, zowel op het ogenblik van registratie als in geval van herhaaldelijke verliezen;

19. beveelt de invoering aan van uniforme en pan-Europese gemeenschappelijke veiligheidsnormen voor elektronische identificatie en diensten voor grensoverschrijdende identiteitscontrole; is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake elektronische identificatie en authenticatie, op basis waarvan de interoperabiliteit van de reeds bestaande nationale regelingen voor elektronische identificatie mogelijk wordt; dringt er daarom op aan dat de registratie- en identificatieprocedures gestroomlijnd en doeltreffender gemaakt worden, met name om efficiënte identificatiemechanismen te garanderen en het bezit van meerdere accounts door één speler alsook de toegang van minderjarigen tot websites voor onlinegokken te verhinderen; beveelt de lidstaten aan om onderling goede praktijken uit te wisselen met betrekking tot handhavingsmaatregelen – zoals de oprichting van witte en zwarte lijsten met legale respectievelijk illegale gokwebsites en het blokkeren van de toegang tot illegale gokwebsites – , gezamenlijk veilige en traceerbare betalingsmethoden te bepalen en de haalbaarheid van het blokkeren van financiële transacties te bestuderen met als doel consumenten tegen illegale exploitanten te beschermen;

20. roept de lidstaten en de aanbieders ertoe op om verantwoorde reclame voor onlinegokdiensten te promoten; is ingenomen met het initiatief van de Commissie om een aanbeveling over verantwoorde gokreclame aan te nemen; vraagt de Commissie hierin gemeenschappelijke minimumnormen op te nemen die voldoende bescherming bieden voor kwetsbare consumenten; pleit voor verantwoorde reclame die duidelijke waarschuwingen bevat met betrekking tot de gevaren van gokverslaving, niet buitensporig is en niet wordt afgebeeld op inhoud die specifiek op minderjarigen is gericht of waarvoor het risico bestaat dat ze vooral minderjarigen bereikt, zoals met name het geval is voor reclame in de sociale media;

21. eist de vastlegging en uitvoering van maatregelen die de digitale geletterdheid bij kinderen en jongeren ontwikkelen en verbeteren; is van mening dat de invoering van lessen op school voor jongeren over verstandig internetgebruik de consumenten beter zou wapenen tegen verslaving aan onlinegokdiensten;

22. wijst op de belangrijke rol van onderwijs, adviesdiensten en ouders voor de bewustmaking over de problematiek van onlinegokken en de gevolgen ervan voor jongeren;

23. verzoekt de Commissie en de lidstaten efficiënte maatregelen te nemen om vooral jongeren te wijzen op de risico’s van gokverslaving;

24. dringt aan op sociaal verantwoorde reclame voor onlinegokken en op de toelating van dergelijke reclame uitsluitend voor legale gokproducten; is van mening dat reclame voor onlinegokken waarbij de winstkansen te rooskleurig worden voorgesteld, ontoelaatbaar is, omdat er zo verkeerdelijk de indruk wordt gewekt dat gokken een verstandige strategie vormt om iemands financiële toestand te verbeteren; gelooft dat reclame duidelijke informatie moet bevatten over de gevolgen van gokverslaving;

25. wijst erop dat er voor de preventie van gokken door personen onder de 18 jaar en voor de bestrijding van problematisch of dwangmatig gokgedrag moet worden vastgelegd wat onschadelijke vormen van reclame en reclameverspreiding zijn;

26. benadrukt dat maatregelen inzake consumentenbescherming vergezeld moeten gaan van een combinatie van preventieve en responsieve handhavingsmaatregelen ter vermindering van het contact van burgers met illegale aanbieders; benadrukt het belang van een gezamenlijke definitie van het begrip legale gokexploitant, zodat de lidstaten conform de EU-wetgeving alleen vergunningen verlenen aan exploitanten die op zijn minst aan de volgende eisen voldoen en bijgevolg als legaal kunnen worden beschouwd:

     (a) de exploitant moet een vergunning bezitten die hem het recht verleent om in de lidstaat van de speler actief te zijn,

     (b) de exploitant wordt volgens de wetgeving van geen enkele andere lidstaat als illegaal beschouwd;

27. is van mening dat maximale verlieslimieten, die de spelers zelf voor een bepaalde periode vastleggen, een verplicht onderdeel moeten vormen van de registratieprocedure; vindt dat dit in elk geval moet gelden voor spelen met snel opeenvolgende evenementen;

Verenigbaarheid met de EU-wetgeving

28. onderstreept dat de aanbieders van onlinegokspelen zich enerzijds in alle gevallen moeten houden aan de wetgeving van de lidstaat waarin zij actief zijn, en dat de lidstaten anderzijds het recht moeten behouden om de beperkingen op te leggen die zij nodig en gerechtvaardigd achten om illegaal onlinegokken aan te pakken door toepassing van de nationale wetgeving en het van de markt weren van illegale aanbieders;

29. erkent dat de lidstaten overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel het recht hebben om, met inachtneming van de basisbeginselen van het VEU, te bepalen hoe het aanbod van onlinegokdiensten op nationaal niveau wordt gestructureerd en gereglementeerd en alle maatregelen te nemen die zij nodig achten om illegale gokdiensten te bestrijden; erkent dat deze regelgeving evenredig, samenhangend, transparant en niet-discriminerend moet zijn; stelt vast dat er behoefte is aan een coherenter EU-beleid om de grensoverschrijdende aard van onlinegokken aan te pakken;

30. merkt op dat de Commissie een aantal lidstaten een brief heeft gestuurd met een verzoek om gedetailleerde informatie over hun huidige gokwetgeving; verzoekt de Commissie de dialoog met de lidstaten voort te zetten; neemt kennis van de werkzaamheden van de Commissie met betrekking tot de inbreukzaken en klachtenprocedures die tegen een aantal lidstaten lopen; verzoekt de Commissie om de verenigbaarheid van de nationale wetten en praktijken met het EU-recht samen met de lidstaten te blijven controleren en handhaven, en inbreukprocedures te starten tegen de lidstaten die het EU-recht lijken te schenden; eerbiedigt het besluit van de lidstaten inzake de vestiging van monopolies in de sector, op voorwaarde dat deze monopolies in overeenstemming met de jurisprudentie van het Hof van Justitie aan strikt toezicht door de overheid worden onderworpen en een bijzonder hoog niveau van consumentenbescherming garanderen, dat hun activiteiten stroken met de doelstellingen van algemeen belang en dat het aantal gokgelegenheden consequent wordt verminderd;

31. verzoekt de Commissie, de lidstaten en de deskundigengroep voor gokdiensten om maatregelen en gecoördineerde strategieën uit te werken en voor de uitwisseling van goede praktijken te zorgen, met als doel het verschijnsel van belastingontwijking door vergunninghoudende exploitanten die weliswaar op de markt van de Europese Unie actief zijn maar gevestigd zijn in belastingparadijzen binnen en buiten de EU, te kunnen onderzoeken en tegengaan;

32. 

wijst op de mogelijke risico's van de toegankelijkheid van illegale onlinegokdiensten voor consumenten;

verzoekt de Commissie en de lidstaten om in het kader van de werkzaamheden van de deskundigengroep voor gokdiensten van gedachten te wisselen over de sociale kosten van de toelating van gereglementeerde gokactiviteiten versus de nadelige gevolgen van de omstandigheid dat consumenten hun toevlucht nemen tot illegale exploitanten;

33. onderstreept dat lidstaten die ervoor kiezen hun onlinegoksector open te stellen, een transparante, rechtszekere en op objectieve en niet-discriminerende criteria gebaseerde procedure voor de aanvraag van een vergunning moeten uitwerken die volledig in overeenstemming is met de EU-wetgeving en een afdoende en strikte bescherming van de bevolking en de consument garandeert;

Administratieve samenwerking

34. verzoekt de deskundigengroep voor gokdiensten en de Commissie om de gegevensstroom tussen de regelgevende instanties in de lidstaten zoveel mogelijk te vergemakkelijken, met als doel de uitwisseling van goede praktijken en van informatie – dit met het oog op de oprichting van een gemeenschappelijk systeem voor de identificatie van spelers – te stimuleren, dwingende maatregelen te nemen tegen illegale exploitanten, de consumentenbescherming te verbeteren, verantwoorde reclame te promoten, witte en zwarte lijsten op te stellen, wedstrijdmanipulatie te verhinderen en mechanismen voor zelfuitsluiting uit te werken met onder meer persoonlijke gokbegrenzingen inzake tijd en geld die in de hele Europese Unie gelden; verzoekt de Commissie om ervoor te zorgen dat de deskundigengroep bij zijn werkzaamheden van de ruimst mogelijke deskundigheid kan profiteren; vraagt de lidstaten met klem om de dialoog over onlinegokdiensten in de werkgroep van de Raad voor vestiging en diensten opnieuw op gang te brengen;

35. roept de Commissie ertoe op om altijd deskundigen op het gebied van problematisch en dwangmatig gokken in deskundigengroepen op te nemen en bij raadplegingen te betrekken;

36. is van mening dat de samenwerking en de uitwisseling van goede praktijken tussen nationale deskundigen uit de sociale en medische sector die zich bezighouden met de problematiek van dwangmatig en problematisch gokken, op Europees niveau moeten worden versterkt;

37. benadrukt dat de maatregelen ter bestrijding van wedstrijdvervalsing moeten voldoen aan de nationale en Europese wetgeving en voorschriften inzake gegevensbescherming, maar dat het voor de succesvolle handhaving van de wet van belang is dat de gegevensuitwisseling tussen onderzoeksinstanties efficiënt verloopt;

38. spoort de lidstaten ertoe aan om in het kader van de deskundigengroep nauw samen te werken met de Commissie en met elkaar, met als doel de activiteiten ter bestrijding van het zonder vergunning aanbieden van grensoverschrijdende gokdiensten te coördineren en het in de mededeling van de Commissie over onlinegokken opgenomen actieplan uit te voeren;

39. erkent dat samenwerking tussen de lidstaten essentieel is, maar benadrukt dat het eveneens van groot belang is dat de deskundigengroep voor gokdiensten nauw samenwerkt met alle betrokkenen, met inbegrip van de gokindustrie en consumentenorganisaties;

40. benadrukt dat de deskundigengroep moet streven naar transparantere en vereenvoudigde procedures waarmee onnodige administratieve lasten voor de lidstaten, die tot een onnodige verhoging kunnen leiden van de kosten voor legale onlineaanbieders in die lidstaten die ervoor kiezen hun markt open te stellen, uit de weg te ruimen; wijst erop dat het wegnemen van administratieve lasten niet ten koste mag gaan van de bescherming van de consument;

41. acht het noodzakelijk actie te ondernemen ten behoeve van een onderlinge toenadering van de op gokken toepasselijke nationale belastingregelingen zodat er geen buitensporige belastingvoordelen kunnen ontstaan waardoor onlinegokken zich sterk kan verspreiden en concentreren;

42. spoort de nationale toezichthoudende autoriteiten in die lidstaten die ervoor hebben gekozen een vergunningssysteem in te voeren, ertoe aan goede praktijken uit te wisselen met als doel het gebruik van nationale vergunningen en van technische normen voor speelapparatuur te vergemakkelijken; moedigt de bevoegde nationale regelgevende instanties ertoe aan alleen in te stemmen met de exploitatie van een gokbedrijf binnen hun jurisdictie als het bedrijf in kwestie geen wetten overtreedt in een andere lidstaat, tenzij het Hof van Justitie de wetgeving van deze lidstaat als niet-conform heeft bestempeld;

Witwassen van geld

43.      wijst erop dat er bij onlinegokken geen contant geld in omloop is en dat er gezien de afhankelijkheid van externe financiële dienstverleners aanvullende voorzorgsmaatregelen tegen witwaspraktijken nodig zijn; benadrukt dat er nauwe samenwerking nodig is tussen nationale gokinstanties, nationale politiekorpsen en nationale ordehandhavingsinstanties om criminele activiteiten te verhinderen;

44. verzoekt de Commissie, de lidstaten en de deskundigengroep om doeltreffende maatregelen te treffen ter bestrijding van het witwassen van geld; is in dit verband ingenomen met het voorstel om de toepassing van de bepalingen van de antiwitwasrichtlijn uit te breiden tot alle vormen van gokken, en roept de bevoegde instanties van de lidstaten ertoe op om ervoor te zorgen dat elke transactie die ervan verdacht wordt verband te kunnen houden met witwaspraktijken of andere criminele activiteiten, in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn wordt gemeld;

45. verzoekt de Raad om snel en ambitieus te werk te gaan in de onderhandelingen over het Commissievoorstel voor een Richtlijn tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (COM(2013)0045) en alle vormen van gokken aan te pakken, met inbegrip van onlinegokken, met als doel de exploitatie van onlinesportweddenschappen voor criminele belangen zoals witwaspraktijken tegen te gaan;

46. benadrukt dat betrouwbare registratiesystemen en ondubbelzinnige verificatiesystemen bijzonder belangrijk zijn om misbruiken van onlinegokken, bijvoorbeeld voor het witwassen van geld, te voorkomen; merkt op dat er voor dergelijke identificatiedoeleinden kan worden gebruikgemaakt van reeds bestaande en zich ontwikkelende onlinestructuren, zoals onlinesystemen voor de verificatie van bank- en kredietkaarten;

47. is van mening dat alle ondernemingen die onlinegokdiensten aanbieden op het grondgebied van de Unie, geregistreerd moeten zijn als legale entiteiten in de EU;

48. benadrukt dat alle lidstaten een verantwoordelijke overheidsinstantie moet aanwijzen die belast wordt met het toezicht op het onlinegokken; benadrukt dat deze instantie ook bevoegd moet zijn om in te grijpen indien er zich gevallen van verdachte vormen van onlinegokken voordoen; gokbedrijven moeten er eveneens toe verplicht worden deze instantie op de hoogte te brengen van verdachte gokactiviteiten;

Integriteit van de sport

49. beklemtoont dat de bestrijding van wedstrijdmanipulatie gezien het internationale karakter ervan een doeltreffender samenwerking vergt tussen alle belanghebbenden, met inbegrip van overheidsinstanties, wetshandhavingsinstanties, de sportsector, gokaanbieders, regelgevende instanties op het gebied van gokken, atleten en supporters, en dat er ook aandacht moet worden besteed aan voorlichtings- en preventiemaatregelen op dit vlak; verheugt zich in dit opzicht over de recente voorbereidende actie 2012 van de Commissie, die steun verleent aan transnationale voorlichtingsprojecten ter bestrijding van wedstrijdvervalsing; stelt vast dat wedstrijdmanipulatie op zowel de offline- als de onlinegokmarkt voorkomt, en dat wedstrijdvervalsing waarbij onlinegokken een rol speelt, meestal plaatsvindt via gokaanbieders die gevestigd zijn in ongereglementeerde markten buiten de EU;

50. vraagt om een gedragscode, als onderdeel van een initiatief tot zelfregulering, met een algemeen verbod voor alle medewerkers (in het bijzonder spelers, trainers, scheidsrechters, medisch en technisch personeel, clubeigenaars en -bestuurders) bij sportevenementen die een rechtstreekse invloed kunnen uitoefenen op het resultaat, om op hun eigen wedstrijden of evenementen te gokken; benadrukt in dit verband ook de nood aan strikte en betrouwbare systemen voor leeftijdsverificatie en identiteitscontrole op het niveau van de lidstaten; roept sportorganisaties ertoe op om sporters, scheidsrechters en functionarissen vanaf jonge leeftijd met behulp van voorlichtingscampagnes en gedragscodes in te prenten dat wedstrijdvervalsing illegaal is;

51. erkent dat inspanningen ter bestrijding van de betrokkenheid van sportorganisaties bij corrupte activiteiten zoals wedstrijdvervalsing of witwaspraktijken, zoals gedragscodes, gericht moeten zijn op alle belanghebbenden (functionarissen, eigenaren, bestuurders, sportimpresario's, spelers, scheidsrechters en supporters) en alle organisaties (clubs, bonden, federaties enz.);

52. roept de lidstaten ertoe op meer prioriteit te geven aan de preventie van corruptie in de sportwereld en benadrukt dat er in dit verband meer aandacht moet worden besteed aan een efficiënte handhaving van de wet; vraagt dat er op nationaal niveau effectieve maatregelen worden getroffen ter voorkoming van belangenconflicten, met name door te verhinderen dat belanghebbenden uit de sportwereld deelnemen aan weddenschappen met betrekking tot wedstrijden waarbij zij betrokken zijn; verzoekt alle sportbonden en overkoepelende sportorganen om zich aan de regels inzake goed bestuur te houden om zo het risico te verkleinen dat ze het slachtoffer worden van wedstrijdmanipulatie; vraagt de Commissie in dit verband om rekening te houden met de werkzaamheden van de Raad van Europa betreffende de beoordeling van de gevaren van bepaalde soorten weddenschappen, en om de mogelijke gevaren te evalueren van 'spot betting', waarbij het mogelijk is om op specifieke gebeurtenissen tijdens een wedstrijd te wedden, en in functie van deze evaluatie gepaste actie te ondernemen:

53. verzoekt sportfederaties en aanbieders van gokdiensten om een gedragscode aan te nemen en hierin een verbod op te nemen op weddenschappen op zogeheten negatieve gebeurtenissen, zoals gele kaarten, strafschoppen of vrije trappen tijdens een wedstrijd of evenement; roept de lidstaten en aanbieders van gokdiensten ertoe op alle vormen van livesportweddenschappen te verbieden, aangezien deze bijzonder kwetsbaar gebleken zijn voor wedstrijdvervalsing en daarom een risico vormen voor de integriteit van de sport;

54. verzoekt om een verplichting tot samenwerking en informatie-uitwisseling tussen sportorganisaties, overheidsinstanties, Europol en Eurojust, zowel op nationaal als op Europees niveau, met betrekking tot verdachte activiteiten, met als doel criminele grensoverschrijdende onlinegokactiviteiten tegen te gaan;

55. is verheugd over het feit dat de Commissie voornemens is een betere uitwisseling van goede praktijken op het gebied van de strijd tegen wedstrijdvervalsing te bevorderen; benadrukt het belang van de steun van de Europese Unie voor de huidige werkzaamheden in de Raad van Europa betreffende de onderhandeling van een internationaal verdrag inzake de bescherming en de bevordering van de integriteit in de sport; benadrukt dat wedstrijdvervalsing niet altijd gerelateerd is aan weddenschappen, en dat de niet-gokgerelateerde kant van wedstrijdvervalsing, die ook een bedreiging vormt voor de integriteit van de sport, eveneens moet worden aangepakt; benadrukt de behoefte aan betere samenwerking op EU- en mondiaal niveau in de strijd tegen wedstrijdvervalsing; roept de Commissie ertoe op het voortouw te nemen bij het creëren van een mondiaal platform voor de uitwisseling van informatie en goede praktijken en bij de coördinatie van gezamenlijke maatregelen inzake preventie en ordehandhaving tussen toezichthouders, sportorganisaties, politie en rechterlijke autoriteiten en aanbieders van gokdiensten;

56. is van oordeel dat een consistent beleid inzake strafwettelijke sancties van essentieel belang is voor een pan-Europese benadering van het vaststellen van regelgeving voor de onlinegoksector, en dringt er daarom bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat het frauduleus manipuleren van einduitslagen ten behoeve van financieel of andersoortig gewin wordt verboden, door elke vorm van bedreiging van de integriteit van wedstrijden, inclusief vormen die verbonden zijn met weddenschappen, strafbaar te stellen; verzoekt de Commissie met klem om op Europees niveau maatregelen te treffen tegen niet-gereglementeerd onlinegokken en de bestrijding van wedstrijdvervalsing te ondersteunen;

57. erkent dat de opbrengst van gokken en loterijen in sommige lidstaten een belangrijke bron van inkomsten vormt, die kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van liefdadigheidsdoeleinden en doeleinden van algemeen belang, culturele activiteiten, de amateursport en de paardenrennen- en paardensector; onderstreept voorts het belang van deze duurzame bijdrage en bijzondere functie, die in besprekingen op Europees niveau in aanmerking moet worden genomen; blijft van mening dat sportweddenschappen een vorm van commerciële exploitatie van sportwedstrijden zijn; beveelt aan, met volledige eerbiediging van de bevoegdheid van de lidstaten op dit vlak, dat sportwedstrijden worden beschermd tegen iedere vorm van ongeoorloofd commercieel gebruik, met name door de erkenning van de eigendomsrechten van de organisatoren van sportevenementen, niet alleen om op alle niveaus van de professionele sport en amateursport een redelijke opbrengst te garanderen, maar ook als middel ter versterking van de strijd tegen sportfraude en in het bijzonder wedstrijdvervalsing;

58. roept op tot een nauwere samenwerking op Europees niveau, met de Europese Commissie in een coördinerende rol, om de exploitanten van onlineweddenschappen die betrokken zijn bij illegale activiteiten zoals wedstrijdvervalsing of gokken op jeugdsportwedstrijden waaraan minderjarigen deelnemen, te identificeren en hun activiteiten te verbieden, en verwacht dat de onlinegokindustrie dit verbod naleeft door middel van zelfregulering;

59. spoort de lidstaten ertoe aan om een verbod te overwegen op alle vormen van wedstrijdvervalsing, waaronder het wedden op hoekschoppen, vrije trappen, ingooien en gele kaarten, aangezien gebleken is dat al deze elementen bijzonder kwetsbaar zijn voor wedstrijdvervalsing;

60. roept de Commissie ertoe op een Europees waarschuwingssysteem in te voeren voor toezichthouders op het gokwezen, waarmee zij snel informatie over vervalste sportevenementen kunnen uitwisselen;

61. is ingenomen met grensoverschrijdende voorlichtingsprojecten die tot doel hebben wedstrijdvervalsing op mondiaal niveau aan te pakken;

62. benadrukt dat sportlui effectieve beschermingsmechanismen nodig hebben om corrumperende invloeden af te wenden, zoals de vrijwaring van de morele en fysieke integriteit van atleten, correcte arbeidsomstandigheden, garanties met betrekking tot loon of vergoedingen en een verbod op deelname op verschillende competitieniveaus voor sportorganisaties die regelmatig verzuimen deze verplichtingen jegens hun atleten na te komen;

63. benadrukt dat beschuldigingen van wedstrijdvervalsing dikwijls door zowel rechtbanken als arbitragecommissies worden behandeld en dat beide procedures moeten voldoen aan de internationale procedurele minimumnormen, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens;

64. vraagt om de strikte reglementering van of een verbod op gevaarlijke vormen van gokken, na afloop van een evaluatie op het niveau van elke afzonderlijke lidstaat;

65. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

  • [1]  Aangenomen teksten P7_TA(2013)0098.
  • [2]  Aangenomen teksten P7_TA(2012)0025.
  • [3]  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0492.
  • [4]  PB C 87 E van 1.4.2010, blz. 30.
  • [5]  Zie in die zin de arresten in de zaken Schindler (C 275/92, punten 57 tot 60); zaak C 124/97 Läärä e.a., punten 32 en 33; zaak C-67/98 Zenatti, punten 30 en 31; zaak C-243/01 Gambelli e.a., punt 67; zaak C-42/07 Liga Portuguesa, punt 56; gevoegde zaken C 316/07, C 358/07 tot C 360/07, C 409/07 en C 410/07, Markus Stoß e.a., punt 74; zaak C 212/08, Zeturf Ltd, punt 38; zaak C-72/10 Costa, punt 71; zaak C 176/11 Hit Larix, punt 15; gevoegde zaken C 186/11 en C 209/11 Stanleybet e.a., punt 44.

ADVIES van de Commissie cultuur en onderwijs (29.4.2013)

aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming

inzake onlinegokken binnen de interne markt
(2012/2322(INI))

Rapporteur voor advies: Ivo Belet

SUGGESTIES

De Commissie cultuur en onderwijs verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  benadrukt dat de bescherming van minderjarigen tegen de blootstelling aan onlinegokken een belangrijke beleidsdoelstelling moet blijven; onderstreept dat in alle lidstaten strikte en betrouwbare normen voor leeftijdsverificatie en identiteitscontrole moeten worden ingevoerd op basis van methodes die in sommige lidstaten doeltreffend blijken te zijn en dat daarop doeltreffend toezicht moet worden gehouden om te voorkomen dat niet-geïdentificeerde gebruikers en minderjarige gokkers toegang hebben tot gokproducten op afstand; wijst op het belang van uitwisseling van goede praktijken tussen de Commissie en de lidstaten;

2.  wijst het creëren van een interne markt voor onlinegokken met grensoverschrijdend aanbod af en wijst op de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie; betwijfelt of een EU-richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van gokkers en jongeren een meerwaarde heeft; verlangt evenwel dat de reeds bestaande strenge normen in de lidstaten daadwerkelijk in acht worden genomen en roept de toezichthoudende instanties in de lidstaten op tot intensievere samenwerking bij de rechtshandhaving;

3.  eist de definitie en uitvoering van maatregelen waardoor digitale geletterdheid bij kinderen en jongeren tot stand wordt gebracht en wordt vergroot; is van mening dat de invoering van lessen op school voor jongeren over de beste praktijken op het internet gebruikers beter zou wapenen tegen verslaving aan onlinegokdiensten;

4.  wijst op de belangrijke rol van onderwijs, adviesdiensten en ouders voor de bewustmaking over de problematiek van onlinegokken en de gevolgen ervan voor jongeren;

5.  pleit ervoor de exploitanten van onlinegokspelen te verplichten om minderjarigen duidelijk en ondubbelzinnig met grote letters te wijzen op het feit dat het hun verboden is om online te gokken;

6.  herinnert eraan dat bijna 2% van de Europese bevolking een gokverslaving heeft; is bezorgd dat ten gevolge van de gemakkelijke toegang tot websites voor onlinegokken dit percentage waarschijnlijk zal toenemen, in het bijzonder bij jonge mensen; is daarom van mening dat efficiënte preventieve maatregelen voor kwetsbare consumenten ten uitvoer moeten worden gelegd, zoals de invoering van strikte, door de speler zelf bepaalde limieten voor stortingen en verliezen en de evaluatie door de lidstaten van elk gokproduct dat door gokexploitanten online wordt aangeboden; dit beoordelingsproces moet leiden tot betere regulering of zelfs tot een verbod op gevaarlijke gokproducten als er een wezenlijke dreiging van uitgaat naar de kwetsbare consument;

7.  verzoekt de lidstaten het gokaanbod te onderwerpen aan een alomvattende licentieverplichting en nationale regelgevende agentschappen op te richten die illegale gokactiviteiten en corruptie in de sport moeten tegengaan en verantwoordelijk zijn voor de licentieverlening van gokproducten; is van mening dat deze agentschappen internationaal nauw met elkaar moeten samenwerken;

8.  wijst erop dat onlinegokken bijzonder verslavend is wegens de anonimiteit van onlinegokkers, de continue beschikbaarheid van onlinegokdiensten en het gebrek aan enige sociale controle en dat het daarom veel grotere risico's inhoudt voor kwetsbare consumenten en jongeren in het bijzonder; benadrukt dat deze kenmerken deze verslavingsvorm minder zichtbaar maken dan traditioneel gokken; dringt er daarom bij de exploitanten op aan om, als verplichte eis, op de homepage van gokwebsites een link te plaatsen naar online-informatie over gokverslaving en mogelijkheden om professionele hulp te krijgen;

9.  is van mening dat maatregelen moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat de sociaal zwakkeren door gokactiviteiten niet nog verder in existentiële nood komen te verkeren;

10. verzoekt de Commissie om samen met de lidstaten de mogelijkheid na te gaan om een gemeenschappelijk, in de gehele EU geldend mechanisme voor zelfuitsluiting op te richten waarbij spelers zichzelf eenvoudig en vrijwillig kunnen uitsluiten van alle gokwebsites in de EU; deze functie dient duidelijk zichtbaar te worden aangebracht op alle websites die onlinegokdiensten aanbieden;

11. raadt de lidstaten aan een gemeenschappelijk minimumpercentage van de gokinkomsten vast te leggen dat moet worden verdeeld onder organisaties die actief zijn op het gebied van de verslavingspreventie of -voorlichting;

12. is van mening dat er een gevaarlijk verband bestaat tussen de periodes waarin de economische crisis het meest acuut is en het gokken toeneemt; meent daarom dat het fenomeen gokverslaving en gokgerelateerde ziekten continu moeten worden onderzocht;

13. beveelt aan om een duidelijk onderscheid te maken tussen gokactiviteiten en andere vormen van onlineamusement; diensten die specifieke kenmerken van de goksector vertonen, moeten onder de relevante gokwetgeving vallen en de mechanismen voor leeftijdsverificatie en identiteitscontrole volledig in acht nemen;

14. wijst erop dat er, in het licht van de snelle evolutie van de onlineomgeving, efficiënte methoden moeten worden ontwikkeld om toezicht te houden op weddenschappen, maar benadrukt eveneens dat het belangrijk is om de persoonsgegevens van gebruikers te beschermen tegen misbruik;

15. is van mening dat gokreclame vaak vertekenend en misleidend is en kan leiden tot ongezond en schadelijk gedrag; meent derhalve dat gokreclame meer verantwoord en gereglementeerd moet worden teneinde de meest schadelijke effecten ervan, die voornamelijk de meest kwetsbaren treffen, te beperken;

16. verzoekt de Commissie, teneinde minderjarigen het gokken te beletten en kwetsbare personen te beschermen, in haar aanbevelingen over verantwoorde gokreclame een verbod op te nemen op misleidende reclame voor onlinegokdiensten die is gericht tot minderjarigen en andere kwetsbare personen, met name in de sociale media;

17. dringt erop aan dat sociaal verantwoorde reclame voor onlinegokken alleen voor legale gokproducten wordt toegestaan; is van mening dat reclame voor onlinegokken waarbij de winstkansen te rooskleurig worden voorgesteld, nooit mag worden aanvaard, omdat een verkeerde indruk wordt gewekt dat gokken een redelijke manier zou zijn om iemands financiën te verbeteren; gelooft dat reclame duidelijke informatie moet bevatten over de gevolgen van pathologisch gokken;

18. wijst erop dat voor de preventie van gokken door personen onder de 18 jaar en van het ontstaan van problematisch of dwangmatig gokgedrag moet worden vastgelegd wat onschadelijke vormen van reclame en reclameverspreiding zijn;

19. merkt op dat, hoewel er uit verschillende bronnen in de goksector inkomsten naar sport gaan, de sportorganisaties in de meeste lidstaten relatief weinig financiële opbrengsten hebben uit commerciële weddenschappen, hoewel sport het voornaamste actiegebied is van onlineweddenschappen; vraagt de Commissie een initiatief op te starten voor de erkenning van de intellectuele-eigendomsrechten van organisatoren van sportwedstrijden, zodat de sportfederaties zeker zijn van een redelijke financiële opbrengst; raadt de lidstaten aan een gemeenschappelijk minimumpercentage van de inkomsten uit sportweddenschappen vast te leggen dat eerlijk aan sportfederaties moet worden herverdeeld, die moeten zorgen voor een duurzame financiering van de amateursport en solidariteit tussen de verschillende sporten;

20. verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat een deel van de gokinkomsten wordt gebruikt voor de ondersteuning van de amateursport;

21. wijst op het belang van financiering uit gokspelen voor doelen van algemeen belang (sport, cultuur, sociale projecten, onderzoek en andere doelen van algemeen belang); verzoekt om de specifieke kenmerken en de duurzame bijdrage van loterijen aan de maatschappij te erkennen en in aanmerking te nemen in elke gecoördineerde aanpak op EU-niveau; benadrukt voorts het belang van de loterijsector voor de werkgelegenheid die deze sector indirect creëert;

22. roept op tot een nauwere samenwerking op Europees niveau, onder de coördinatie van de Commissie met de lidstaten, exploitanten van gokdiensten en de sportorganisaties, om de exploitanten van onlinegokken die betrokken zijn bij illegale activiteiten, zoals wedstrijdvervalsing, en de exploitanten die illegaal zonder toestemming onlinegokdiensten verstrekken, te identificeren en hun activiteiten te verbieden; benadrukt dat deze problemen absoluut moeten worden aangepakt om de integriteit van de sport in Europa te vrijwaren;

23. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om in het kader van de Raad van Europa op de korte termijn een ambitieuze, bindende overeenkomst te sluiten met derde landen in de wereldwijde strijd tegen bij de vervalsing van wedstrijden betrokken georganiseerde misdaad, om de manipulatie van sportresultaten tegen te gaan; stelt voor om een eenheid/centrum tegen wedstrijdvervalsing op te zetten dat wordt belast met het vergaren, de uitwisseling, analyse en verspreiding van feiten over wedstrijdvervalsing, sportfraude en andere vormen van corruptie in de sport, zowel in Europa als daarbuiten, alsmede het verzamelen van de beste praktijken in de strijd tegen corruptie in de sport en de bevordering van concepten van goed bestuur in de sport;

24. merkt op dat wedstrijdvervalsing in alle lidstaten strafbaar is en dat de belangrijkste tekortkomingen met betrekking tot de vervolging van gevallen van wedstrijdvervalsing van operationele aard zijn; is van oordeel dat de onderlinge toenadering van strafrechtelijke sancties van essentieel belang is om de regelgeving voor de onlinegoksector in alle lidstaten vast te stellen; vraagt de Commissie derhalve om wetgevingsvoorstellen te doen ter vaststelling van minimumregels betreffende de definitie van nationale strafbare feiten en sancties in verband met illegaal onlinegokken en de bestrijding van wedstrijdvervalsing alsmede de criminaliteit die daarmee op EU-niveau verbonden is, om het opsporingspercentage te verhogen en tegelijkertijd de fundamentele rechten volledig in acht te nemen;

25. benadrukt dat de strijd tegen wedstrijdvervalsing en andere vormen van sportfraude moet zijn gericht op ordehandhaving, voorlichting en preventie, evenals op de tenuitvoerlegging van basisregels inzake goed bestuur, financiële en operationele transparantie en verantwoording; erkent dat duurzaam bestuur van sportorganisaties (clubs, bonden en federaties) het risico vermindert dat zij slachtoffer worden van wedstrijdvervalsing;

26. roept op tot een gedragscode, als onderdeel van een initiatief tot zelfregulering, met een algemeen verbod voor alle medewerkers (in het bijzonder spelers, trainers, scheidsrechters, medisch en technisch personeel, clubeigenaars en -bestuurders) van sportevenementen die een rechtstreekse invloed kunnen uitoefenen op het resultaat, om op hun eigen wedstrijden of evenementen te gokken; benadrukt in dit verband ook de nood aan strikte en betrouwbare systemen voor leeftijdsverificatie en identiteitscontrole op niveau van de lidstaten; roept sportorganisaties op om sporters, scheidsrechters en functionarissen vanaf jonge leeftijd met behulp van voorlichtingscampagnes en gedragscodes in te prenten dat wedstrijdvervalsing illegaal is;

27. erkent dat de inspanningen ter bestrijding van de betrokkenheid van sportorganisaties bij corrupte activiteiten zoals wedstrijdvervalsing of witwaspraktijken, bijvoorbeeld een gedragscode, moeten zijn gericht op alle belanghebbenden (functionarissen, eigenaren, bestuurders, sportimpresario's, spelers, scheidsrechters en supporters) en alle organisaties (clubs, bonden, federaties enz.);

28. herinnert eraan dat de strijd tegen wedstrijdvervalsing begint bij de verspreiding van informatie en voorlichting over de negatieve gevolgen van wedstrijdvervalsing voor atleten, clubs, bonden en de sport in het algemeen, en wijst daarom op het belang van de voorlichting van alle belanghebbenden in de sportsector met betrekking tot de risico's van sportweddenschappen en wedstrijdvervalsing en erkent dat het belangrijk is dat specifieke organisaties, zoals atletenverenigingen en supportersnetwerken, hierbij worden betrokken;

29. is ingenomen met grensoverschrijdende voorlichtingsprojecten om wedstrijdvervalsing op mondiaal niveau aan te pakken;

30. verzoekt de sportfederaties en aanbieders van gokdiensten om in een gedragscode een verbod op te nemen op weddenschappen op zogeheten negatieve gebeurtenissen, zoals gele kaarten, strafschoppen of vrije trappen; roept de lidstaten en aanbieders van gokdiensten op alle vormen van livesportweddenschappen te verbieden, aangezien deze bijzonder kwetsbaar zijn voor wedstrijdvervalsing en daarom een risico vormen voor de sportintegriteit;

31. vraagt de Commissie in haar aanbevelingen over onlinegokken een algemeen verbod op gokken op sportwedstrijden waaraan minderjarigen deelnemen, op te nemen en verwacht dat de onlinegokindustrie dit verbod naleeft door middel van zelfregulering;

32. spoort de lidstaten aan om een verbod te overwegen op alle vormen van wedstrijdvervalsing, zoals het wedden op hoekschoppen, vrije trappen, ingooien en gele kaarten, aangezien al deze gebeurtenissen bijzonder kwetsbaar zijn voor wedstrijdvervalsing;

33. verzoekt om een verplichting tot samenwerking en informatie-uitwisseling tussen sportorganisaties, overheidsinstanties, Europol en Eurojust, zowel op nationaal als op Europees niveau, met betrekking tot verdachte activiteiten om criminele activiteiten in grensoverschrijdend onlinegokken te bestrijden;

34. verzoekt de Raad om snel en ambitieus te werk te gaan in de onderhandelingen over het Commissievoorstel voor een Richtlijn tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme[1] en alle vormen van gokken aan te pakken, met inbegrip van onlinegokken, om de exploitatie van onlinesportweddenschappen voor criminele belangen, zoals witwaspraktijken, tegen te gaan;

35. benadrukt dat atleten effectieve beschermingsmechanismen nodig hebben om corrumperende invloeden af te wenden, zoals de vrijwaring van de morele en fysieke integriteit van atleten, correcte arbeidsomstandigheden en vrijwaringen van hun loon of bezoldigingen, met inbegrip van een verbod op deelname op verschillende competitieniveaus voor sportorganisaties die regelmatig verzuimen deze verplichtingen jegens hun atleten na te komen.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

22.4.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

27

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Zoltán Bagó, Lothar Bisky, Piotr Borys, Jean-Marie Cavada, Mary Honeyball, Petra Kammerevert, Morten Løkkegaard, Emma McClarkin, Emilio Menéndez del Valle, Marek Henryk Migalski, Katarína Neveďalová, Doris Pack, Chrysoula Paliadeli, Monika Panayotova, Gianni Pittella, Marie-Thérèse Sanchez-Schmid, Marietje Schaake, Marco Scurria, Hannu Takkula, László Tőkés, Helga Trüpel, Gianni Vattimo, Sabine Verheyen, Milan Zver

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Ivo Belet, Stephen Hughes, Seán Kelly

ADVIES van de Commissie juridische zaken (29.4.2013)

aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming

inzake onlinegokken binnen de interne markt
(2012/2322(INI))

Rapporteur voor advies: Piotr Borys

SUGGESTIES

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is er verheugd over dat de Commissie haar mededeling "Een breed Europees kader voor onlinegokken" (COM(2012)0956) heeft gepresenteerd, die er als eerste stap toe moet leiden dat de consument kan beschikken over veilige en goed gereguleerde onlinediensten en is van oordeel dat een doelmatige regelgeving voor de onlinegoksector in het bijzonder de risico's van gokverslaving moet voorkomen en ervoor moet zorgen dat gokdiensten volgens de regels en op eerlijke, verantwoorde en transparante wijze worden geleverd;

2.  is van mening dat een doelmatige regelgeving voor de onlinegoksector met name:

–   de goklust van de bevolking in banen moet leiden door reclame te beperken tot wat strikt noodzakelijk is om potentiële spelers attent te maken op het legale aanbod van diensten en door te eisen dat alle reclame voor onlinegokken systematisch gepaard gaat met een boodschap die waarschuwt tegen excessief of pathologisch gokgedrag,

–   de illegale goksector moet bestrijden door de technische en juridische middelen te versterken waarmee illegale exploitanten kunnen worden opgespoord en bestraft en door het legaal aanbieden van kwalitatief hoogstaande gokdiensten te bevorderen, en

–   een doeltreffende bescherming voor gokkers moet waarborgen, door bijzondere aandacht te schenken aan kwetsbare groepen, met name jongeren;

3.  wijst erop dat onlinegokken een economische activiteit is waarop de internemarktvoorschriften, namelijk de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening, niet onbeperkt van toepassing kunnen zijn; stelt met nadruk dat de lidstaten met name om redenen van openbare orde het recht hebben hun gokmarkten overeenkomstig de Europese wetgeving voor de interne markt, de beginselen van de EU-Verdragen en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU te reguleren en controleren;

4.  herinnert eraan dat de lidstaten, vanwege voor iedere lidstaat specifieke historische, sociale en culturele factoren, hun autonomie dienen te behouden bij de regulering van gokactiviteiten op hun grondgebied, zodat zij op efficiënte wijze kunnen reageren om de openbare orde, de maatschappij en consumenten te beschermen;

5.  verzoekt de Commissie en de lidstaten stappen te ondernemen tegen illegale gokdiensten die worden aangeboden op het grondgebied van de lidstaten; dringt er in dit verband bij de Commissie op aan de lidstaten te verzoeken handhavingsmaatregelen te treffen tegen het aanbieden van illegaal gokken in haar geplande aanbevelingen over consumentenbescherming en reclame;

6.  bevestigt dat onlinegokken een vorm van commercieel gebruik van sport is en dat, terwijl de sector gestaag groeit door technologische innovaties op de voet te volgen, de lidstaten moeilijkheden ondervinden bij de controle van de onlinegoksector vanwege de specifieke eigenschappen van het internet, hetgeen kan leiden tot schendingen van de rechten van consumenten en onderzoeken binnen de sector in het kader van de strijd tegen georganiseerde misdaad;

7.  onderstreept het belang van nationale vergunningen voor exploitanten van onlinegokken; is van oordeel dat de lidstaten in dezen het best volgens het subsidiariteitsbeginsel kunnen handelen;

8.  is van mening dat een enkele Europese wetgevingshandeling die de gehele goksector op een eenduidige manier zou reguleren, niet passend zou zijn vanwege subsidiariteitsoverwegingen, maar dat op bepaalde terreinen een gecoördineerde Europese aanpak ter aanvulling van nationale regelgeving duidelijk toegevoegde waarde zou hebben gezien het grensoverschrijdende karakter van onlinegokdiensten;

9.  erkent echter de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin wordt beklemtoond dat nationale controles op consistente, evenredige en niet-discriminerende wijze moeten worden vastgesteld en toegepast, en in overeenstemming moeten zijn met de juridische doelstellingen gericht op de bescherming van consumenten en openbare orde en de voorkoming van fraude;

10. herinnert de Commissie eraan dat strenge handhaving van cruciaal belang is om een effectieve toepassing van het Europees recht te kunnen waarborgen, en dat er derhalve effectieve controles moeten worden uitgevoerd om te waarborgen dat nationale wetgeving inzake onlinegokken in overeenstemming is met het EU-recht;

11. dringt er derhalve bij de Commissie op aan om de talloze inbreukprocedures en klachten, waarvan sommige teruggaan tot 2007, vóór het verlopen van dit mandaat af te ronden en om concrete maatregelen te treffen in gevallen waarin dergelijke procedures het Verdrag en de jurisprudentie van het Hof van Justitie schenden;

12. dringt aan op een nauwere samenwerking tussen de lidstaten en de nationale autoriteiten, in het bijzonder ten aanzien van snel reagerende handhavingsmaatregelen en het voorkomen van het witwassen van geld;

13. erkent dat samenwerking tussen de lidstaten essentieel is, maar benadrukt dat het eveneens van groot belang is dat de groep deskundigen op het gebied van gokken nauw samenwerkt met alle betrokkenen, met inbegrip van zowel de gokindustrie als consumentenorganisaties;

14. bevestigt opnieuw zijn standpunt dat sportweddenschappen een vorm van commercieel gebruik van sportwedstrijden zijn, en beveelt de Commissie en de lidstaten aan sportwedstrijden tegen iedere vorm van ongeoorloofd commercieel gebruik te beschermen, met name door de erkenning van de eigendomsrechten van sportorganen aan de door hun georganiseerde wedstrijden, niet alleen om voor een redelijke opbrengst te zorgen op alle niveaus van professionele en amateursport, maar ook als middel ter versterking van de strijd tegen wedstrijdvervalsing;

15. erkent dat wedstrijdvervalsing ernstige reden tot zorg geeft en dikwijls verbonden is met georganiseerde misdaad, en dat dit de integriteit binnen de sport in de Europese Unie ernstig in gevaar brengt; verzoekt de Commissie derhalve om de samenwerking tussen de belangrijkste betrokken partijen, zoals politiediensten, sportorganen en aanbieders van weddenschappen, te verstevigen, opdat verslaglegging over en onderzoek naar verdachte wedpatronen wordt verbeterd;

16. verzoekt de Commissie om organisatoren van sportevenementen, aanbieders van weddenschappen en overheidsinstanties aan te sporen een gedragscode op te stellen met het oog op de ontwikkeling van mechanismen die noodzakelijk zijn voor het behoud van de integriteit binnen de sport, met inbegrip van bepalingen voor de financiering van deze mechanismen;

17. benadrukt dat een evenwichtigere relatie tussen beide partijen gemakkelijker kan worden gewaarborgd door middel van de sluiting van juridisch bindende overeenkomsten tussen de organisatoren van sportevenementen en exploitanten van online gokdiensten en weddenschappen, bijvoorbeeld door de bestrijdingsmechanismen ten behoeve van integriteit duidelijk vast te stellen, te bepalen welke soorten weddenschappen toegestaan zijn en informatie uit te wisselen tussen de betrokken partijen;

18. is van oordeel dat een consistent beleid inzake strafwettelijke sancties van essentieel belang is voor een pan-Europese benadering van het vaststellen van regelgeving voor de onlinegoksector en dringt er derhalve bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat het frauduleus manipuleren van einduitslagen ten behoeve van financieel of andersoortig gewin wordt verboden door elke vorm van bedreiging van de integriteit van wedstrijden, inclusief vormen die verbonden zijn met weddenschappen, strafbaar te stellen; verzoekt de Commissie met klem om op Europees niveau maatregelen te treffen tegen niet-gereguleerd onlinegokken en om de bestrijding van wedstrijdvervalsing te ondersteunen;

19. waarschuwt ervoor dat gokken tot een gevaarlijke vorm van verslaving kan leiden, een kwestie die omwille van de consument en de integriteit van deze sportvorm in ieder geval in een wetgevingsvoorstel dient te worden aangepakt;

20. wijst op de door de Raad van Europa uitgevoerde voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot het voorontwerp van het verdrag ter bestrijding van de manipulatie van sportevenementen, en moedigt de lidstaten aan dit waardevolle initiatief te ondersteunen;

21. verzoekt de Commissie geselecteerde wetgevingsvoorstellen in te dienen teneinde een rechtskader te creëren dat zal zorgen voor rechtszekerheid voor legitieme Europese ondernemingen en efficiënte samenwerkingsregelingen tussen de lidstaten om bescherming van consumenten te waarborgen;

22. benadrukt dat, hoewel het voor de succesvolle handhaving van de wet van belang is dat de gegevensuitwisseling tussen onderzoeksinstanties effectief verloopt, de maatregelen ter bestrijding van wedstrijdvervalsing moeten voldoen aan nationale en Europese wetgeving en voorschriften inzake gegevensbescherming;

23. verzoekt de Commissie en de lidstaten doeltreffende maatregelen te nemen om met name jongeren te wijzen op de risico’s van gokverslaving;

24. verzoekt de Commissie de invoering te overwegen van een "witte lijst" aan de hand waarvan consumenten een erkende Europese exploitant van een niet-Europese exploitant kunnen onderscheiden;

25. benadrukt dat beschuldigingen van wedstrijdvervalsing dikwijls door zowel rechtbanken als arbitragecommissies worden behandeld en dat beide procedures moeten voldoen aan de internationale procedurele minimumnormen, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens;

26. verzoekt de lidstaten pan-Europese uniforme gemeenschappelijke normen uit te werken met betrekking tot onlinediensten voor elektronische identiteitscontrole; merkt op dat het opstellen van uniforme registratieprocedures voor exploitanten van onlinegokken een belangrijk aspect vormt bij het voorkomen van een verdere toename van het aantal illegale diensten; pleit er derhalve voor dat controle- en registratieprocedures consistent worden en efficiënter worden opgezet.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

25.4.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

6

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Piotr Borys, Eva Lichtenberger, Angelika Niebler, József Szájer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Jürgen Klute, Jacek Olgierd Kurski, Isabelle Thomas

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

30.5.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

32

3

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Claudette Abela Baldacchino, Pablo Arias Echeverría, Adam Bielan, Preslav Borissov, Jorgo Chatzimarkakis, Birgit Collin-Langen, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, António Fernando Correia de Campos, Cornelis de Jong, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Edvard Kožušník, Toine Manders, Hans-Peter Mayer, Sirpa Pietikäinen, Phil Prendergast, Mitro Repo, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Barbara Weiler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jürgen Creutzmann, Ashley Fox, Ildikó Gáll-Pelcz, Anna Hedh, Roberta Metsola, Marc Tarabella, Kyriacos Triantaphyllides, Sabine Verheyen, Josef Weidenholzer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Stanimir Ilchev