VERSLAG inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

4.7.2013 - (COM(2012)0131 – C7‑0086/2012 – 2012/0061(COD)) - *** I

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Danuta Jazłowiecka


Procedure : 2012/0061(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0249/2013
Ingediende teksten :
A7-0249/2013
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

(COM(2012)0131 – C7‑0086/2012 – 2012/0061(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0131),

–   gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 53, lid 1, en 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0086/2012),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 september 2012[1],

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7-0249/2013) en de Commissie juridische zaken (A7-0249/2013),

1.  neemt het hierbij vermelde standpunt in eerste lezing aan;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Visum 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Het vrije verkeer van werknemers geeft alle burgers het recht naar een andere lidstaat te reizen om er te wonen en te werken, en waarborgt dat zij in vergelijking met onderdanen van die staat niet het slachtoffer worden van discriminatie op het gebied van werkgelegenheid, beloning en andere arbeidsvoorwaarden. Het moet onderscheiden worden van de vrijheid van dienstverrichting, die ondernemingen onder meer het recht geeft om in een andere lidstaat diensten te verrichten en daartoe tijdelijk eigen werknemers uit te sturen ("detacheren") voor het verrichten van de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om aldaar die diensten te verrichten.

(2) De vrijheid van dienstverrichting geeft ondernemingen onder meer het recht om in een andere lidstaat diensten te verrichten en daarheen tijdelijk eigen werknemers uit te sturen ("detacheren") voor het verrichten van de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om aldaar die diensten te verrichten. Voor de detachering van werknemers moet een onderscheid worden gemaakt tussen deze vrijheid en het vrije verkeer van werknemers, dat alle burgers het recht geeft naar een andere lidstaat te reizen om er te wonen en te werken, en waarborgt dat zij in vergelijking met onderdanen van die staat niet het slachtoffer worden van discriminatie op het gebied van werkgelegenheid, beloning en andere arbeidsvoorwaarden.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Om de naleving van Richtlijn 96/71/EG te waarborgen, zonder onnodige administratieve lasten voor de dienstverrichters te creëren, moeten de feitelijke elementen in de bepalingen over misbruik en omzeiling in de richtlijn als indicatief en niet-uitputtend worden beschouwd. In het bijzonder moet het niet verplicht zijn bij elke detachering aan elk element te voldoen.

Amendement            4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Teneinde omzeiling en/of misbruik van de toepasselijke regels door ondernemingen die onrechtmatig of frauduleus gebruikmaken van de in het Verdrag neergelegde vrijheid van dienstverrichting en/of van Richtlijn 96/71/EG te voorkomen, te vermijden en te bestrijden, moet de toepassing van en het toezicht op het begrip detachering worden verbeterd.

(4) Teneinde omzeiling en/of misbruik van de toepasselijke regels door ondernemingen die onrechtmatig of frauduleus gebruikmaken van de in het Verdrag neergelegde vrijheid van dienstverrichting en/of van Richtlijn 96/71/EG te voorkomen, te vermijden en te bestrijden, moet de toepassing van en het toezicht op het begrip detachering worden verbeterd, en moeten op EU-niveau meer uniforme criteria, die een gemeenschappelijke interpretatie van het begrip bevorderen, worden ingevoerd. In dit verband en teneinde de naleving van de toepasselijke regels te waarborgen, moet met nadruk worden gewezen op het belang van instrumenten voor toezicht, in het bijzonder minimumarbeidsvoorwaarden, alsook van sancties voor overtreders.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) In het geval van niet-naleving, bijvoorbeeld het gebruik van een valse status van gedetacheerde werknemer, is Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: "Rome I-Verordening") van toepassing. Bij het bepalen van het toepasselijke recht onder “Rome I” moet rekening worden gehouden met de bepalingen die het gunstigst zijn voor de werknemer.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 ter) Alle bij de richtlijn ingevoerde maatregelen moeten gerechtvaardigd, proportioneel en niet-discriminerend zijn, zodat ze niet leiden tot administratieve belasting en blokkering van het potentieel van bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, om nieuwe banen te creëren, terwijl de gedetacheerde werknemers ermee worden beschermd.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Daarvoor moeten de feitelijke componenten die kenmerkend zijn voor het tijdelijk karakter dat inherent is aan het begrip detachering, hetgeen impliceert dat de werkgever daadwerkelijk moet zijn gevestigd in de lidstaat van waaruit de detachering plaatsvindt, alsook de verhouding tussen Richtlijn 96/71/EG en Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: "Rome I-Verordening") verder worden verduidelijkt.

(5) Daarvoor moeten de feitelijke componenten die kenmerkend zijn voor het tijdelijk karakter dat inherent is aan het begrip detachering, hetgeen impliceert dat de werkgever daadwerkelijk moet zijn gevestigd in de lidstaat van waaruit de detachering plaatsvindt, alsook de verhouding tussen Richtlijn 96/71/EG en Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: "Rome I-Verordening") verder worden verduidelijkt, zodat een zo ruim mogelijke toepassing van die richtlijn gegarandeerd is.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Het Europees Parlement en de Raad geven de Commissie, in voorkomend geval, steun en feedback met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, en zorgen voor toezicht daarop.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Evenmin als Richtlijn 96/71/EG doet deze richtlijn af aan de toepassing van de wet die krachtens artikel 8 van de Rome I-Verordening van toepassing is op individuele arbeidsovereenkomsten, of aan de toepassing van Verordening nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

(6) Evenmin als Richtlijn 96/71/EG doet deze richtlijn af aan de toepassing van Verordening nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, van Verordening (EU) nr. 465/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 of van de artikelen 45 en 46 VWEU. De bepalingen in deze richtlijn doen geen afbreuk aan de mogelijkheid van de lidstaten om arbeidsomstandigheden te bieden en te handhaven die voor de gedetacheerde werknemers gunstiger zijn.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) De lidstaten dienen zorg te dragen voor voldoende middelen zodat de controles doeltreffend zijn en zodat ze zonder vertraging kunnen reageren op verzoeken om informatie zoals bedoeld in deze richtlijn van de lidstaat van ontvangst of de lidstaat van vestiging.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Bij de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten spelen de vakbonden een belangrijke rol, daar de sociale partners overeenkomstig het nationale recht en/of de nationale praktijk (alternatief of simultaan) de verschillende niveaus van de toepasselijke minimumlonen mogen vaststellen.

(8) Bij de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten spelen in veel lidstaten de sociale partners een belangrijke rol, daar zij overeenkomstig het nationale recht en/of de nationale praktijk (alternatief of simultaan) de verschillende niveaus van de toepasselijke minimumlonen mogen vaststellen. Bij dit recht hoort de verplichting, voor de sociale partners, om de betrokken werknemers van deze lonen in kennis te stellen.

Amendement 12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis) Bij de handhaving van Richtlijn 96/71/EG is de belangrijkste rol weggelegd voor de controle-instanties in de lidstaten. Zwart werk kan alleen door doeltreffende controles van de eerbiediging van de minimumarbeidsvoorwaarden en -omstandigheden worden bestreden. De lidstaten mag bij hun controles niets in de weg worden gelegd.

Amendement 13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Een adequate en effectieve tenuitvoerlegging en handhaving spelen een sleutelrol bij de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, terwijl een zwakke handhaving de doeltreffendheid van de op dit gebied geldende regels van de Unie ondermijnt. Nauwe samenwerking van de Commissie en de lidstaten is daarom van wezenlijk belang, zonder dat daarbij de belangrijke rol van de arbeidsinspecties en de sociale partners in dit verband uit het oog wordt verloren.

(10) Een adequate en effectieve tenuitvoerlegging en handhaving spelen een sleutelrol bij de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers en het garanderen van het recht van ondernemingen om diensten te verrichten in een andere lidstaat, terwijl een zwakke handhaving de doeltreffendheid van de op dit gebied geldende regels van de Unie ondermijnt. Daarom is het van wezenlijk belang een nauwe samenwerking tot stand te brengen en te behouden tussen de lidstaten, de Commissie en de bevoegde nationale, regionale en lokale actoren, inclusief de arbeidsinspecties en de sociale partners in dit verband.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Doeltreffende controleprocedures in de lidstaten zijn van cruciaal belang en daarom moeten zijn in de hele EU worden vastgesteld. De lidstaten moeten voor passende financiering zorgen om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen omzeilingen van de toepasselijke regels op te sporen en te bestrijden. De lidstaten mogen doeltreffende, regelmatige en flexibele controles uitvoeren die nodig zijn om Richtlijn 96/71/EG en de bepalingen van deze richtlijn volledig na te leven, op voorwaarde dat zij gerechtvaardigd, proportioneel en niet-discriminerend zijn.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Wederzijds vertrouwen, een geest van samenwerking, een voortdurende dialoog en wederzijds begrip zijn in dat verband van wezenlijk belang.

(11) Wederzijds vertrouwen, een geest van samenwerking, een voortdurende dialoog en wederzijds begrip zijn in dat verband van wezenlijk belang. Onvoldoende samenwerking tussen de lidstaten blijft een probleem bij de handhaving van Richtlijn 96/71/EG en vormt een belemmering voor de totstandbrenging van eerlijke mededingingsvoorwaarden voor ondernemingen en de bescherming van werknemers. Indien de lidstaten deze richtlijn niet volledig naleven, moet dit aan de Commissie worden gemeld, waarna zij besluit al dan niet inbreukprocedures te starten, overeenkomstig het bepaalde in het Verdrag.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

(12) Om een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG te bevorderen, moet worden voorzien in een elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie dat administratieve samenwerking vergemakkelijkt en moeten de bevoegde autoriteiten zo veel mogelijk gebruikmaken van het Informatiesysteem interne markt (IMI). Dit mag evenwel niet in de weg staan aan de toepassing van bilaterale overeenkomsten of van overeenkomsten inzake administratieve samenwerking.

(12) Om een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG te bevorderen, moet worden voorzien in een elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie dat administratieve samenwerking vergemakkelijkt en moeten de bevoegde autoriteiten zo veel mogelijk gebruikmaken van het Informatiesysteem interne markt (IMI), in combinatie met andere bestaande vormen van samenwerking, zoals bilaterale overeenkomsten of van overeenkomsten.

Amendement 17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten moet in overeenstemming zijn met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens zoals neergelegd in Richtlijn 95/46/EG, en wat administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (IMI) betreft, ook met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en Verordening (EU) xxx (IMI-verordening) betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (IMI).

(13) Administratieve samenwerking en alomvattende wederzijdse en snelle bijstand tussen de lidstaten moet in overeenstemming zijn met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens zoals neergelegd in Richtlijn 95/46/EG, Administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten moet in overeenstemming zijn met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens zoals neergelegd in Richtlijn 95/46/EG, en wat administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (IMI) betreft, ook met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en Verordening (EU) xxx (IMI-verordening) betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (IMI).

Amendement 18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Het is zorgelijk dat de lidstaten nog altijd veel problemen ondervinden bij het grensoverschrijdend innen van administratieve boetes en sancties, en de wederzijdse erkenning van administratieve boetes en sancties moet in toekomstige wetgeving worden geregeld.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De op de lidstaten rustende verplichting om informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden algemeen beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, niet alleen voor dienstverrichters uit andere lidstaten, maar ook voor de betrokken gedetacheerde werknemers, moet verder worden aangescherpt.

(14) Problemen bij de toegang tot informatie over arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden zijn vaak de reden dat bestaande regels door dienstverrichters niet worden toegepast. De lidstaten moeten er derhalve voor zorgen dat dergelijke informatie algemeen en gratis beschikbaar wordt gesteld, en daadwerkelijk toegankelijk is, niet alleen voor dienstverrichters uit andere lidstaten, maar ook voor de betrokken gedetacheerde werknemers. De lidstaten moeten ook loketten inrichten, teneinde werknemers en dienstverrichters in de gelegenheid te stellen hun recht op informatie, advies en ondersteuning uit te oefenen.

Amendement 20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Als de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zijn vastgesteld in collectieve overeenkomsten die algemeen toepasselijk zijn verklaard, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat deze collectieve overeenkomsten gepubliceerd worden en toegankelijk zijn.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15) De lidstaten moeten bepalen hoe aan dienstverrichters en -ontvangers gemakkelijk toegankelijke relevante informatie wordt verstrekt, bij voorkeur door die informatie toegankelijk te maken op een website die voldoet aan de webtoegankelijkheidsnormen. Tot die websites moeten inzonderheid websites behoren die zijn opgezet overeenkomstig EU-wetgeving ter bevordering van het ondernemerschap en/of de ontwikkeling van grensoverschrijdende diensten.

(15) Om de toegankelijk van informatie te verbeteren, moet in de lidstaten een éénloketsysteem worden ingevoerd. De lidstaten moeten één officiële nationale website creëren, die voldoet aan de webtoegankelijkheidsnormen, alsook andere geschikte communicatiekanalen. Dergelijke websites moeten met name informatie bevatten over de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die van toepassing zijn op gedetacheerde werknemers op hun grondgebied, alsook links naar websites die zijn opgezet overeenkomstig EU-wetgeving ter bevordering van het ondernemerschap en/of de ontwikkeling van grensoverschrijdende dienstverrichting.

Motivering

Vandaag moet informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden worden gezocht in verschillende bronnen. Dit leidt ertoe dat ondernemingen niet goed op de hoogte zijn van de regels en ze bijgevolg niet toepassen. Door het vaststellen van een enkele informatiebron wordt informatie voor zowel werkgevers als werknemers gemakkelijker toegankelijk.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, mogen de lidstaten op ondernemingen die werknemers detacheren om diensten te verrichten slechts bepaalde controlemaatregelen of administratieve formaliteiten toepassen. Dergelijke maatregelen en eisen mogen slechts worden opgelegd indien de bevoegde autoriteiten zonder de gevraagde informatie hun controletaak niet doeltreffend kunnen uitvoeren en de noodzakelijke informatie niet eenvoudig en binnen een redelijke termijn via de werkgever of de autoriteiten in de lidstaat van vestiging kan worden verkregen en/of minder restrictieve maatregelen niet kunnen waarborgen dat de doelstellingen van de noodzakelijk geachte nationale controlemaatregelen worden bereikt.

(16) Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, moeten de lidstaten op ondernemingen die werknemers detacheren om diensten te verrichten alle noodzakelijke controlemaatregelen en administratieve formaliteiten toepassen om fraude en oneerlijke concurrentie doeltreffend te bestrijden. De lidstaten mogen daarnaast aanvullende administratieve formaliteiten en controlemaatregelen toepassen die noodzakelijk worden geacht om doeltreffend toezicht en naleving van het bepaalde in Richtlijn 96/71/EG en in deze richtlijn te waarborgen.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Zwartwerk kan mede doeltreffend worden bestreden door een uitgebreid stelsel van preventie- en controlemaatregelen met dissuasieve sancties om individuele gevallen van het gebruik van een valse status van zelfstandige te voorkomen en vast te stellen.

(17) Teneinde de arbeidsvoorwaarden –en omstandigheden doeltreffend te handhaven, moeten alle vormen van het gebruik van een valse status van zelfstandige om de bepalingen van Richtlijn 96/71/EG te omzeilen, worden verboden middels een uitgebreid stelsel van preventie- en controlemaatregelen met dissuasieve sancties. De lidstaten moeten zorgen voor mechanismen voor het vaststellen van gevallen van het gebruik van een valse status van zelfstandige.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Onderdeel van de handhaving van de toepasselijke regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden is de bestrijding van schijnzelfstandigheid. Dit is van wezenlijk belang om potentieel misbruik te voorkomen. De bevoegde autoriteiten moeten de middelen hebben om uit te maken of de schijnzelfstandige werknemer niet grotendeels herhaaldelijk door dezelfde werkgever wordt ingezet en of er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen de zelfstandige en de werkgever.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Nationale arbeidsinspectiediensten, de sociale partners en andere toezichthoudende instanties zijn in dat verband van essentieel belang en moeten een centrale rol blijven spelen.

(19) Nationale arbeidsinspectiediensten, de sociale partners en andere toezichthoudende instanties zijn in dat verband van essentieel belang en moeten een centrale rol blijven spelen. De werkzaamheden van de diensten die toezicht uitoefenen, mogen op geen enkele wijze worden belemmerd.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Om flexibel te kunnen omgaan met de verschillen tussen de nationale arbeidsmarkten en stelsels van arbeidverhoudingen, mogen andere actoren en/of instanties bij wijze van uitzondering toezicht houden op de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, mits deze de betrokkenen een evenwaardige bescherming bieden en hun toezicht op niet-discriminerende en objectieve wijze uitoefenen.

(20) Om flexibel te kunnen omgaan met de verschillen tussen de nationale arbeidsmarkten en stelsels van arbeidsverhoudingen, mogen sociale partners, en/of nationale instanties bij wijze van uitzondering, toezicht houden op de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, mits deze de betrokkenen een evenwaardige bescherming bieden en hun toezicht op niet-discriminerende en objectieve wijze uitoefenen.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) De inspectiediensten en andere toezichts- en handhavingsinstanties van de lidstaten maken gebruik van de samenwerking en informatie-uitwisseling waarin de toepasselijke wetgeving voorziet, teneinde na te gaan of de voor gedetacheerde werknemers geldende regels in acht zijn genomen.

(21) De inspectiediensten en andere nationale toezichts- en handhavingsinstanties van de lidstaten maken gebruik van de samenwerking en informatie-uitwisseling waarin de toepasselijke wetgeving voorziet, teneinde na te gaan of de voor gedetacheerde werknemers geldende regels in acht zijn genomen.

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) De lidstaten worden inzonderheid aangemoedigd om een meer geïntegreerde benadering van de arbeidsinspectie in te voeren. Ook moet worden onderzocht of er behoefte is aan de ontwikkeling van gemeenschappelijk normen, teneinde op het niveau van de Unie vergelijkbare methoden, praktijken en minimumnormen in te voeren.

(22) De lidstaten worden inzonderheid aangemoedigd om een meer geïntegreerde benadering van de arbeidsinspectie in te voeren. Ook moet worden onderzocht of er behoefte is aan de ontwikkeling van gemeenschappelijk normen, teneinde op het niveau van de Unie vergelijkbare methoden, praktijken en minimumnormen in te voeren. De ontwikkeling van gemeenschappelijke normen mag er overigens niet toe leiden dat de lidstaten belemmerd worden bij de doeltreffende bestrijding van zwart werk.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Om de handhaving van Richtlijn 96/71/EG te vergemakkelijken en een meer doeltreffende toepassing ervan te garanderen, moeten er doeltreffende klachtenmechanismen bestaan waardoor gedetacheerde werknemers zelf of via aangewezen derden, zoals vakbonden of andere verenigingen en gezamenlijke instellingen van de sociale partners, klachten kunnen indienen of procedures kunnen inleiden. Dit mag niet afdoen aan de nationale procesregels inzake vertegenwoordiging en verweer bij de rechter.

(23) Om de handhaving van Richtlijn 96/71/EG te vergemakkelijken en een meer doeltreffende toepassing ervan te garanderen, moeten er doeltreffende klachtenmechanismen bestaan waardoor gedetacheerde werknemers zelf of, indien zij daarvoor hun goedkeuring geven, via aangewezen derden, zoals vakbonden of andere verenigingen en gezamenlijke instellingen van de sociale partners, klachten kunnen indienen of procedures kunnen inleiden. Dit mag niet afdoen aan de nationale procesregels inzake vertegenwoordiging en verweer bij de rechter.

Motivering

Het is belangrijk te benadrukken dat derde partijen het recht niet hebben om procedures in te leiden namens de gedetacheerde werknemers. Dit kunnen ze uitsluitend doen met hun goedkeuring.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) Daar onderaanneming zeer gangbaar is in de bouwsector, en met het oog op de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, moet ervoor worden gezorgd dat althans in die sector de aannemer van wie de werkgever een directe onderaannemer is, samen met of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling aan gedetacheerde werknemers van het verschuldigde nettominimumloon, achterstallige bezoldigingen en/of bijdragen die verschuldigd zijn aan bij wet of collectieve overeenkomst geregelde gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners, voor zover deze onder artikel 3, lid 1 van Richtlijn 96/71/EG vallen. De aannemer wordt niet aansprakelijk gesteld als hij of zij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht. Dit laatste kan bestaan in preventieve maatregelen met betrekking tot door de onderaannemer verstrekte bewijzen, in voorkomend geval mede op basis van informatie afkomstig van nationale instanties.

Schrappen

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) In specifieke gevallen mogen overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk en na raadpleging van de sociale partners op nationaal of sectoraal niveau ook andere aannemers aansprakelijk worden gesteld voor de niet-nakoming van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen, of mag hun aansprakelijkheid worden beperkt.

Schrappen

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) De verplichting om te voorzien in hoofdelijke aansprakelijkheid van de aannemer wanneer de directe onderaannemer een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter is die werknemers detacheert, wordt gerechtvaardigd door het dwingend algemeen belang van de sociale bescherming van werknemers. Dergelijke gedetacheerde werknemers bevinden zich met betrekking tot de mogelijkheid om achterstallig loon of de terugbetaling van ten onrechte ingehouden belastingen of socialezekerheidspremies te vorderen eventueel niet in dezelfde situatie als werknemers die in dienst zijn van een directe onderaannemer die gevestigd is in de lidstaat van vestiging van de aannemer.

Schrappen

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) De verschillen tussen de stelsels van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van in grensoverschrijdende situaties opgelegde administratieve boeten en/of sancties belemmeren de goede werking van de interne markt en kunnen het uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk maken om te garanderen dat gedetacheerde werknemers in de hele Unie dezelfde mate van bescherming genieten.

Schrappen

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28) De doeltreffende handhaving van de materiële regels inzake de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten moet worden gewaarborgd door een specifiek optreden dat is toegespitst op de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve boeten en sancties. Onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op dit gebied is derhalve een wezenlijk vereiste voor een hoger, gelijkwaardiger en vergelijkbaarder beschermingsniveau dat voor de goede werking van de interne markt noodzakelijk is.

(28) De doeltreffende handhaving van de materiële regels inzake de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten moet worden gewaarborgd door een specifiek optreden dat is toegespitst op de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van financiële administratieve sancties en/of boeten. Onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op dit gebied is derhalve een wezenlijk vereiste voor een hoger, gelijkwaardiger en vergelijkbaarder beschermingsniveau dat voor de goede werking van de interne markt noodzakelijk is.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(28 bis) De verschillen tussen de stelsels van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van in grensoverschrijdende situaties opgelegde administratieve boeten of sancties zijn nadelig voor de goede werking van de interne markt. De onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op dit gebied is derhalve een wezenlijk vereiste voor een hoger, gelijkwaardiger en vergelijkbaarder nalevingsniveau van de wet.

Motivering

De hoofddoelstelling van opgelegde boeten en sancties is, door hun ontradende aard, te waarborgen dat de wet wordt nageleefd (dat werknemers dezelfde mate van bescherming genieten is een bijkomstig, onrechtstreeks gevolg).

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) De vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de verstrekking van wederzijdse bijstand en hulp voor handhavingsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten, alsmede de vaststelling van uniforme vereisten voor de mededeling van beslissingen inzake administratieve sancties en boeten, moet een oplossing bieden voor een aantal problemen bij de grensoverschrijdende handhaving en moet zorgen voor een betere communicatie en betere handhaving van dergelijke beslissingen uit andere lidstaten.

(29) De vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de verstrekking van wederzijdse bijstand en hulp voor handhavingsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten, alsmede de vaststelling van uniforme vereisten voor de mededeling van beslissingen inzake administratieve sancties en boeten met betrekking tot situaties in verband met de detachering van werknemers overeenkomstig deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG, moet een oplossing bieden voor een aantal problemen bij de grensoverschrijdende handhaving en moet zorgen voor een betere communicatie en betere handhaving van dergelijke beslissingen uit andere lidstaten.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Ondanks de vaststelling van meer uniforme regels voor de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties en geldboeten en de behoefte aan meer gemeenschappelijke criteria voor follow-upprocedures in geval van niet-betaling daarvan, mogen zij niet afdoen aan de bevoegdheid van de lidstaten om hun stelsel van sancties, straffen en boeten of de invorderingsmaatregelen die naar hun nationale recht beschikbaar zijn, te regelen.

(30) Ondanks de vaststelling van een aantal meer uniforme regels voor de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties en geldboeten en de behoefte om follow-upprocedures doeltreffender te maken in geval van niet-betaling daarvan, mogen zij niet afdoen aan de bevoegdheid van de lidstaten om hun stelsel van sancties, straffen en boeten of de invorderingsmaatregelen die naar hun nationale recht beschikbaar zijn, te regelen.

Motivering

Hoofdstuk VI stelt geen uniformer systeem vast, maar introduceert enkel een aantal onderlinge aanpassingen van wetgeving om de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties en geldboeten mogelijk en doeltreffend te maken, zelfs onder verschillende nationale wetgeving.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze richtlijn stelt een gemeenschappelijk algemeen kader van passende bepalingen, maatregelen en controlemechanismen vast voor een betere en meer uniforme uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG in de praktijk, met inbegrip van maatregelen om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen.

1. Deze richtlijn stelt een pakket specifieke bepalingen, maatregelen en controlemechanismen vast om de lidstaten in staat te stellen te zorgen voor een betere en meer uniforme uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG in de praktijk, met inbegrip van maatregelen om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen, onverminderd de werkingssfeer van Richtlijn 96/71/EG.

Deze richtlijn wil garanderen dat het passende minimumniveau van bescherming van de rechten van voor het verrichten van grensoverschrijdende diensten gedetacheerde werknemers wordt geëerbiedigd, en tegelijkertijd de uitoefening van de vrijheid van dienstverrichting voor dienstverrichters vergemakkelijken en eerlijke concurrentie tussen dienstverrichters bevorderen.

Deze richtlijn wil garanderen dat het passende niveau van bescherming van de rechten van voor het verrichten van grensoverschrijdende diensten gedetacheerde werknemers wordt geëerbiedigd, in het bijzonder de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden die toepasselijk zijn op de plaats waar de diensten worden verricht, overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG, en bijdragen aan de werking van de interne markt, en tegelijkertijd de uitoefening van de vrijheid van dienstverrichting voor dienstverrichters vergemakkelijken en eerlijke concurrentie tussen dienstverrichters bevorderen.

2. Deze richtlijn mag niet aldus worden uitgelegd dat zij op enigerlei wijze afbreuk doet aan de uitoefening van de grondrechten zoals die in de lidstaten en in het recht van de Unie zijn erkend, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid dan wel het recht of de vrijheid om in het kader van de in de lidstaten bestaande bijzondere stelsels van arbeidsbetrekkingen andere acties te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken. Zij doet evenmin afbreuk aan het recht om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen, deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, en om collectieve actie te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken.

2. Deze richtlijn mag niet aldus worden uitgelegd dat zij op enigerlei wijze afbreuk doet aan de uitoefening van de grondrechten zoals die in de lidstaten en op EU- en, waar van toepassing, internationaal niveau zijn erkend, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid dan wel het recht of de vrijheid om in het kader van de in de lidstaten bestaande bijzondere stelsels van arbeidsbetrekkingen andere acties te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken. Zij doet evenmin afbreuk aan het recht om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen, deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, en om collectieve actie te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) "bevoegde instantie": een instantie die door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn te vervullen taken te verrichten;

(a) "bevoegde instantie": instanties of organen, met inbegrip van de verbindingsbureaus zoals bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG, die door een lidstaat zijn aangewezen en zijn opgedragen om de uit hoofde van deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG te vervullen openbare taken te verrichten;

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) "verzoekende instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die verzoekt om bijstand, informatie, kennisgeving of invordering met betrekking tot een in Hoofdstuk V bedoelde sanctie of boete;

(b) "verzoekende instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die verzoekt om bijstand, informatie, kennisgeving of invordering met betrekking tot een in Hoofdstuk VI bedoelde sanctie of boete;

Motivering

De grensoverschrijdende tenuitvoerlegging wordt geregeld in hoofdstuk VI, en niet in hoofdstuk V.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) "aangezochte instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die om bijstand, informatie, mededeling of invordering wordt verzocht.

(c) "aangezochte instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die om bijstand, informatie, mededeling of invordering wordt verzocht en waarnaar in hoofdstuk VI wordt verwezen.

Motivering

Er moest worden verduidelijkt over welke instantie het gaat.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voorkoming van misbruik en omzeiling

Pakket handhavingsbepalingen ter voorkoming van misbruik en omzeiling

 

1. Met het oog op de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG voeren de bevoegde instanties een algemene beoordeling uit van alle feitelijke elementen die noodzakelijk worden geacht, inclusief in het bijzonder die zoals bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel. Deze elementen zijn bedoeld als hulp voor de bevoegde autoriteiten bij het verrichten van controles en in het geval zij vermoeden dat een werknemer niet in aanmerking komt voor de status van gedetacheerd werknemer zoals bedoeld in Richtlijn 96/71/EG. Deze elementen zijn aanwijzingen voor de algemene beoordeling die moet worden verricht, en kunnen derhalve niet los van elkaar worden bezien. Deze elementen worden aangepast aan elk specifiek geval, rekening houdend met de specificiteit van de situatie en de aard van de activiteiten. Non-conformiteit met één of meerdere van deze elementen betekent niet automatisch dat niet sprake is van een detachering; wel kan het de bevoegde autoriteiten helpen bij het beoordelen, in het kader van de leden 2 en 3, van de vraag of daadwerkelijk sprake is van een detachering.

1. Met het oog op de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG nemen de bevoegde instanties de feitelijke elementen die kenmerkend zijn voor de activiteiten die een onderneming verricht in de staat waar zij is gevestigd in aanmerking om uit te maken of zij daadwerkelijk substantiële werkzaamheden verricht die verder gaan dan louter intern beheer en/of administratie. Die elementen zijn onder meer:

2. Om vast te stellen of een onderneming daadwerkelijk activiteiten verricht, andere dan uitsluitend intern beheer en/of administratieve activiteiten, voeren de bevoegde instanties een algemene beoordeling uit van alle feitelijke elementen die kenmerkend zijn voor de activiteiten die een onderneming verricht in de lidstaat waar zij is gevestigd en zo nodig in de lidstaat waarheen wordt gedetacheerd. Deze elementen kunnen met name omvatten:

(a) de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en haar administratie wordt verricht, waar zij kantoren heeft, belasting betaalt, een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties,

(a) de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en haar administratie wordt verricht, waar zij kantoren heeft, belasting en socialezekerheidspremies betaalt, en waar zij, indien van toepassing, overeenkomstig de nationale wet een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties,

(b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven,

(b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven en van waaruit ze worden gedetacheerd,

(c) het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar werknemers enerzijds en haar klanten anderzijds,

(c) het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar werknemers enerzijds en haar klanten anderzijds,

(d) de plaats waar de onderneming haar belangrijkste ondernemingsactiviteiten ontplooit en waar zij administratief pesoneel heeft,

(d) de plaats waar de onderneming haar ondernemingsactiviteiten ontplooit, waarvan de beoordeling, in een breder tijdskader, niet beperkt is tot uitsluitend intern beheer en/of administratieve activiteiten, waar zij administratief pesoneel heeft en de sector waar de gedetacheerde werknemer werkt,

(e) het ongewoon kleine aantal overeenkomsten en/of de ongewoon kleine omzet in de lidstaat van vestiging.

(e) het aantal overeenkomsten en/of de omzet in de lidstaat van vestiging, rekening houdend met de specifieke situatie van onder andere nieuwe ondernemingen en kmo’s, alsook met de verschillen in koopkracht tussen de munteenheden van de verschillende lidstaten;

De beoordeling van deze elementen wordt aangepast aan elk specifiek geval, rekening houdend met de werkelijke aard van de activiteiten van de onderneming in de lidstaat van vestiging.

 

2. Om te beoordelen of een gedetacheerd werknemer tijdelijk zijn of haar werkzaamheden verricht in een andere lidstaat dan die waar hij of zij gewoonlijk werkt, moeten alle feitelijke elementen die voor dat werk kenmerkend zijn, alsmede de situatie van de werknemer worden onderzocht.

3. Om te beoordelen of een gedetacheerd werknemer tijdelijk zijn of haar werkzaamheden verricht in een andere lidstaat dan die waar hij of zij gewoonlijk werkt, moeten alle feitelijke elementen die voor dat werk kenmerkend zijn, alsmede de situatie van de werknemer worden onderzocht.

Die elementen zijn onder meer:

Deze elementen kunnen met name omvatten:

(a) het werk wordt voor een bepaalde periode verricht in een andere lidstaat;

(a) het werk wordt voor een bepaalde periode verricht in een andere lidstaat; de beoordeling van de duur van de detachering geschiedt overeenkomstig artikel 3, lid 6, van Richtlijn 96/71 EG,

(b) de detachering vindt plaats in een andere lidstaat dan die waar of van waaruit de gedetacheerde werknemer gewoonlijk zijn of haar arbeid verricht in de zin van Verordening (EG) nr. 593/2008 en/of het Verdrag van Rome;

(b) de detachering vindt plaats in een andere lidstaat dan die waar of van waaruit de gedetacheerde werknemer gewoonlijk zijn of haar arbeid verricht in de zin van Verordening (EG) nr. 593/2008 en/of het Verdrag van Rome;

(c) de gedetacheerde werknemer keert na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij of zij was gedetacheerd, terug naar de lidstaat van waar hij of zij is gedetacheerd, of waar hij of zij wordt geacht weer te gaan werken;

(c) de gedetacheerde werknemer keert na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij of zij was gedetacheerd, terug naar de lidstaat van waar hij of zij is gedetacheerd, of waar hij of zij wordt geacht weer te gaan werken;

(d) de werkgever die de werknemer detacheert, zorgt voor het vervoer, het verblijf en de maaltijden of voor een vergoeding daarvoor, en zo ja, hoe; alsmede

(d) de werkgever die de werknemer detacheert, zorgt voor het vervoer, het verblijf en de maaltijden of voor een vergoeding daarvoor; in dit geval ook de wijze van vergoeding,

(e) dezelfde of een andere (gedetacheerde) werknemer heeft in eerdere tijdvakken de betrokken werkzaamheden verricht;

(e) dezelfde of een andere (gedetacheerde) werknemer heeft in eerdere tijdvakken de betrokken werkzaamheden verricht; of

 

(f) bezit van een geldig A1-formulier op naam van de gedetacheerde werknemer.

De hiervoor genoemde feitelijke elementen zijn aanwijzingen voor de algemene beoordeling die moet worden verricht, en kunnen derhalve niet los van elkaar worden bezien. De criteria worden aangepast aan elk specifiek geval, rekening houdend met de specificiteit van de situatie.

 

 

3 bis. De lidstaten mogen aanvullende, door de bevoegde autoriteiten te controleren elementen vaststellen, op voorwaarde dat zij gerechtvaardigd, proportioneel en niet-discriminerend zijn. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van eventuele aanvullende elementen en maken deze op één enkele nationale website op nauwkeurige, heldere en toegankelijke wijze bekend aan het publiek. De Commissie geeft aanvullende elementen door aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten.

 

3 ter. De lidstaten zien er, in overeenstemming met hun nationale wetgeving en praktijk, op toe dat gedetacheerde werknemers geen schijnzelfstandigen zijn.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Binnen drie jaar na ... * wordt de noodzaak en het adequate karakter van de in de leden 2 en 3 van dit artikel opgesomde elementen geëvalueerd in verband met de vaststelling van eventuele nieuwe elementen waarmee rekening moet worden gehouden om te bepalen of de onderneming echt is en de gedetacheerde werknemer zijn of haar werkzaamheden tijdelijk verricht, en om, indien passend, een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad voor te leggen voor eventuele nodige wijzigingen.

 

___________

 

* PB Gelieve als datum twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn in te voegen.

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 3 – alinea 2 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bij het beoordelen van de status van zelfstandige in de lidstaat van ontvangst mag door de bevoegde autoriteiten met name met de onderstaande elementen rekening worden gehouden:

 

(a) conformiteit met ondernemingseisen in de lidstaat van vestiging, zoals registratie als zelfstandige, het aanhouden van kantoorruimte, het betalen van belastingen, het bezitten van een btw-nummer, registratie bij de kamer van koophandel;

 

(b) betaling, het bestaan van een hiërarchische relatie tussen een zelfstandige en een onderneming, en het bestaan van financiële verantwoordelijkheid voor de bedrijfsresultaten;

 

(c) werkzaamheden als zelfstandige vóór vertrek naar de ontvangende lidstaat.

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. Indien de bevoegde autoriteit op basis van een beoordeling van de feitelijke elementen in de leden 2 en 3 van artikel 3 tot de conclusie komt dat er geen sprake is van een daadwerkelijke detachering, zijn de op de werknemer toepasselijke arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden die welke zijn vastgesteld in overeenkomst met het bepaalde in Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst ( "Rome I-Verordening"). Bij het bepalen van het toepasselijke recht onder “Rome I” moet rekening worden gehouden met de bepalingen die het gunstigst zijn voor de werknemer.

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Rol van de verbindingsbureaus

Bevoegde autoriteiten en verbindingsbureaus

Voor de toepassing van deze richtlijn wijzen de lidstaten overeenkomstig de nationale wetgevingen en/of gebruiken een of meer bevoegde instanties aan, waartoe ook de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus kunnen behoren.

Voor de toepassing van deze richtlijn wijzen de lidstaten overeenkomstig de nationale wetgevingen en/of gebruiken een of meer bevoegde instanties aan, waartoe ook de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus kunnen behoren. De verbindingsbureaus geven informatie over de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden en over de tewerkstellingsregels. De verbindingsbureaus mogen ook toezicht uitoefenen op de naleving van deze regels.

De contactgegevens van de bevoegde instanties worden aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld. De Commissie publiceert de lijst van bevoegde instanties en verbindingsbureaus en werkt die op gezette tijden bij.

De contactgegevens van de bevoegde instanties en verbindingsbureaus worden aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld en openbaar gemaakt. De Commissie publiceert de lijst van bevoegde instanties en verbindingsbureaus en werkt die op gezette tijden bij.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie over de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG genoemde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die door dienstverrichters moeten worden toegepast en waaraan zij moeten voldoen, vanop afstand en met elektronische middelen duidelijk, volledig en op gemakkelijk toegankelijke wijze algemeen beschikbaar wordt gemaakt in een formaat en volgens webnormen die de toegankelijkheid voor personen met een handicap garanderen, en dat de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus of andere bevoegde nationale instanties in staat zijn hun taak doeltreffend te verrichten.

1. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie over de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG genoemde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die door dienstverrichters moeten worden toegepast en waaraan zij moeten voldoen, vanop afstand en met elektronische middelen gratis, duidelijk, transparant, begrijpelijk, volledig en op gemakkelijk toegankelijke wijze algemeen en gratis beschikbaar wordt gemaakt in een formaat en volgens webnormen die de toegankelijkheid voor personen met een handicap garanderen, en dat de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus of andere bevoegde nationale instanties in staat zijn hun taak doeltreffend te verrichten.

2. Met het oog op een verdere verbetering van de toegang tot informatie moeten de lidstaten:

2. Met het oog op een verdere verbetering van de toegang tot informatie moeten de lidstaten:

(a) op nationale websites gedetailleerd, op gebruiksvriendelijke wijze en in een toegankelijk formaat duidelijk vermelden welke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en/of welk deel van hun (nationale en/of regionale) wetgeving moeten worden toegepast op naar hun grondgebied gedetacheerde werknemers;

(a) op een enkele, officiële nationale website en via andere passende kanalen gedetailleerd, op gebruiksvriendelijke wijze en in een toegankelijk formaat duidelijk vermelden welke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en/of welk deel van hun (nationale en/of regionale) wetgeving moeten worden toegepast op naar hun grondgebied gedetacheerde werknemers;

(b) de nodige maatregelen treffen om op internet informatie ter beschikking te stellen over de collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn (en op wie) en de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die krachtens Richtlijn 96/71/EG door dienstverrichters uit andere lidstaten moeten worden toegepast, waarbij voor zover mogelijk links naar bestaande internetsites en andere contactpunten, zoals de betrokken sociale partners, worden vermeld.

(b) de nodige maatregelen treffen om op de enige officiële nationale website en via andere passende kanalen informatie ter beschikking te stellen over de collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn (en op wie) en de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die krachtens Richtlijn 96/71/EG door dienstverrichters uit andere lidstaten moeten worden toegepast, waarbij voor zover mogelijk links naar bestaande internetsites en andere contactpunten, zoals de betrokken sociale partners, worden vermeld.

(c) de informatie aan werknemers en dienstverrichters ter beschikking stellen in andere talen dan de nationale taal of talen van het land waar de diensten worden verricht, zo mogelijk in de vorm van een beknopte brochure waarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden worden vermeld en op verzoek in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap;

(c) de informatie aan werknemers en dienstverrichters gratis ter beschikking stellen in het Engels en in de taal van de lidstaat van herkomst van de gedetacheerde werknemer en de dienstverrichter, of, op verzoek, in andere officiële talen van de EU, en niet uitsluitend in de nationale taal of talen van het land waar de diensten worden verricht, zo mogelijk in de vorm van een beknopte brochure waarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden worden vermeld, met een beschrijving van de procedures voor het indienen van klachten en het starten van gerechtelijke procedures, alsook van de sancties in het geval van niet-naleving, in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap; aanvullende gedetailleerde informatie over de op gedetacheerde werknemers toepasselijke arbeids- en sociale voorwaarden, met inbegrip van gezondheid en veiligheid op het werk, wordt gratis, via diverse gemakkelijk toegankelijke kanalen, waaronder contactpunten, ter beschikking gesteld;

(d) de toegankelijkheid en duidelijkheid van de informatie op de nationale websites verbeteren;

(d) de relevantie, toegankelijkheid en duidelijkheid van de informatie op met name de onder a) bedoelde enige officiële nationale website verbeteren;

(e) zo mogelijk binnen het verbindingsbureau een contactpersoon aanwijzen die belast is met de behandeling van de verzoeken om informatie;

(e) binnen het verbindingsbureau een contactpersoon aanwijzen die belast is met de behandeling van de verzoeken om informatie, en maatregelen nemen om de nodige informatie voor detacherende ondernemingen en gedetacheerde werknemers beschikbaar te stellen;

(f) de informatie in de landenfiches voortdurend bijwerken.

(f) de informatie in de landenfiches voortdurend bijwerken.

3. De Commissie zal de lidstaten daarbij blijven bijstaan.

3. De Commissie zal de lidstaten daarbij blijven bijstaan.

4. Wanneer overeenkomstig de nationale wetgevingen, tradities en praktijken de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zijn neergelegd in collectieve overeenkomsten in de zin van artikel 3, leden 1 en 8, van die richtlijn, zorgen de lidstaten ervoor dat de sociale partners die duidelijk vermelden en de relevante informatie, met name inzake de verschillende minimumlonen en de componenten daarvan, de wijze waarop het verschuldigde loon wordt berekend en de criteria voor indeling in de verschillende salarisschalen, op een toegankelijke en transparante wijze beschikbaar stellen voor dienstverrichters uit andere lidstaten en gedetacheerde werknemers.

4. Wanneer overeenkomstig de nationale wetgevingen, tradities en praktijken, en met volledige inachtneming van de onafhankelijkheid van de sociale partners, de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zijn neergelegd in collectieve overeenkomsten in de zin van artikel 3, leden 1 en 8, van die richtlijn, zorgen de lidstaten ervoor dat de sociale partners die duidelijk vermelden en de relevante informatie inzake de verschillende minimumlonen en de componenten daarvan, de wijze waarop het loon wordt berekend en de criteria voor indeling in de verschillende salarisschalen, beschikbaar stellen. De arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden moeten op een toegankelijke en transparante wijze beschikbaar zijn voor dienstverrichters uit andere lidstaten die werknemers detacheren en voor gedetacheerde werknemers

 

4 bis. Gedetacheerde werknemers hebben het recht van de lidstaat van ontvangst informatie te krijgen over de toepasselijke arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden.

 

De lidstaten zorgen voor contactpunten of wijzen andere organen of autoriteiten aan waar werknemers en ondernemingen informatie, advies en ondersteuning met betrekking tot hun rechten en plichten kunnen krijgen. Dit geldt zowel voor de ontvangende lidstaten, als voor de lidstaten van vestiging.

 

De Commissie en de lidstaten geven adequate steun aan relevante initiatieven van de sociale partners op EU- en nationaal niveau die erop gericht zijn om bedrijven en werknemers te informeren over de toepasselijke voorwaarden in deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten werken nauw samen en verlenen elkaar wederzijdse bijstand om de uitvoering, de toepassing en de handhaving van deze richtlijn te vergemakkelijken.

1. De lidstaten werken nauw samen en verlenen elkaar onverwijld wederzijdse bijstand om de uitvoering, de toepassing en de handhaving van deze richtlijn te vergemakkelijken.

2. In het kader van de samenwerking tussen de lidstaten wordt vooral gehoor gegeven aan met redenen omklede verzoeken om informatie en aan verzoeken van bevoegde instanties om controles, inspecties en onderzoeken uit te voeren met betrekking tot de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vermelde detacheringsomstandigheden, met inbegrip van het onderzoek naar misbruiken van de geldende regels inzake de detachering van werknemers of mogelijke gevallen van onwettige transnationale activiteiten.

2. In het kader van de samenwerking tussen de lidstaten wordt vooral onverwijld gehoor gegeven aan verzoeken om informatie en aan verzoeken van bevoegde instanties om controles, inspecties en onderzoeken uit te voeren met betrekking tot de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG en de desbetreffende artikelen in deze richtlijn vermelde detacheringsomstandigheden, met inbegrip van het onderzoek naar misbruiken van de geldende regels inzake de detachering van werknemers, en passende actie te ondernemen in overeenstemming met de nationale wetgevingen en praktijken, en met het bepaalde in deze richtlijn..

3. Om gehoor te kunnen geven aan een verzoek om bijstand van bevoegde instanties in een andere lidstaat zien de lidstaten erop toe dat op hun grondgebied gevestigde dienstverrichters hun bevoegde instanties alle informatie verstrekken die nodig is om hun activiteiten met inachtneming van hun nationale wetgeving te controleren.

3. Om gehoor te kunnen geven aan een verzoek om bijstand van bevoegde instanties in een andere lidstaat zien de lidstaten erop toe dat op hun grondgebied gevestigde dienstverrichters de bevoegde instanties onverwijld alle informatie verstrekken die nodig is om hun activiteiten met inachtneming van hun nationale wetgeving en Richtlijn 96/71/EG te controleren. Wanneer dienstverrichters deze informatie niet verstrekken, nemen de desbetreffende bevoegde instanties passende maatregelen.

4. Wanneer er zich problemen voordoen om aan een verzoek om informatie te voldoen of om controles, inspecties of onderzoeken uit te voeren, stelt de lidstaat in kwestie de verzoekende lidstaat daarvan snel in kennis, zodat een oplossing kan worden gevonden.

4. Wanneer er zich problemen voordoen om aan een verzoek om informatie te voldoen of om controles, inspecties of onderzoeken uit te voeren, stelt de lidstaat in kwestie de verzoekende lidstaat daarvan snel in kennis, zodat een oplossing kan worden gevonden. In het geval van aanhoudende problemen bij de uitwisseling van informatie of van een permanente weigering om informatie beschikbaar te stellen, wordt de Commissie op de hoogte gebracht en begint zij, indien zij dit gerechtvaardigd acht, een inbreukprocedure. Gevallen van langdurige weigering om de verzochte informatie beschikbaar te stellen, worden door de Commissie bijgehouden, waaronder met het oog op het opstellen van een voor iedereen toegankelijke lijst van autoriteiten die permanent weigeren informatie beschikbaar te stellen.

5. De lidstaten verstrekken de informatie waarom door andere lidstaten of door de Commissie is verzocht, zo snel mogelijk – en uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek – langs elektronische weg. Een specifiek urgentiemechanisme treedt in werking in speciale situaties waarbij een lidstaat bijzondere omstandigheden vaststelt die dringende maatregelen vereisen. De informatie wordt dan binnen 24 uur ingediend.

5. De lidstaten verstrekken de informatie waarom door andere lidstaten of door de Commissie is verzocht, zo snel mogelijk – en uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek – langs elektronische weg. Een specifiek urgentiemechanisme treedt in werking in speciale situaties waarbij een lidstaat bijzondere omstandigheden vaststelt die dringende maatregelen vereisen. De informatie wordt dan binnen 24 uur ingediend. Dit weerhoudt de bevoegde instanties in het ontvangende land er niet van om maatregelen te treffen teneinde fraude te onderzoeken, te voorkomen en te bestraffen.

6. De lidstaten zien erop toe dat de registers waarin de dienstverrichters zijn ingeschreven en die door de bevoegde instanties op hun grondgebied kunnen worden geraadpleegd, onder dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn voor de overeenkomstige bevoegde instanties van de andere lidstaten.

6. De lidstaten zien erop toe dat de registers waarin de dienstverrichters zijn ingeschreven en die door de bevoegde instanties op hun grondgebied kunnen worden geraadpleegd, onder dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn voor de overeenkomstige bevoegde instanties van de andere lidstaten.

7. De lidstaten waarborgen de vertrouwelijkheid van de door hen uitgewisselde informatie. De uitgewisselde informatie wordt alleen gebruikt voor de zaak of zaken waarvoor erom verzocht is.

7. De lidstaten waarborgen de strikte vertrouwelijkheid van de door hen uitgewisselde informatie. De uitgewisselde informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de zaak of zaken waarvoor erom verzocht is en in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken, in het bijzonder de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.

8. Wederzijdse administratieve samenwerking en bijstand is kosteloos.

8. Wederzijdse administratieve samenwerking en bijstand is kosteloos.

9. De Commissie en de bevoegde instanties werken nauw samen om eventuele problemen bij de toepassing van artikel 3, lid 10, van Richtlijn 96/71/EG te onderzoeken.

9. De Commissie en de bevoegde instanties werken nauw samen om eventuele problemen bij de toepassing van artikel 3, lid 10, van Richtlijn 96/71/EG te onderzoeken.

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Rol van de lidstaat van vestiging

Rol van de lidstaten

 

1. Overeenkomstig de beginselen van de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 96/71/EG valt tijdens de detacheringsperiode van een werknemer naar een andere lidstaat de inspectie van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden waaraan overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG moet zijn voldaan, onder de verantwoordelijkheid van de instanties van de ontvangende lidstaat, in samenwerking met de lidstaat van vestiging. Overeenkomstig artikel 10 van deze richtlijn en zijn nationale wetgeving en/of praktijken en zijn administratieve procedures voor naar zijn grondgebied gedetacheerde werknemers voert de ontvangende lidstaat derhalve controles uit en houdt hij toezicht en neemt hij alle nodige controle- of handhavingsmaatregelen. De verificaties en controles worden waar nodig door de instanties van de ontvangende lidstaat uit eigen beweging of op verzoek van de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verricht, overeenkomstig artikel 10 en in overeenstemming met de controlebevoegdheden waarin de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures van de ontvangende lidstaat voorzien en waarbij het recht van de Unie wordt nageleefd.

1. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter blijft – in overeenstemming met de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures – controle en toezicht uitoefenen en de nodige controle- en handhavingsmaatregelen nemen met betrekking tot naar een andere lidstaat gedetacheerde werknemers.

2. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter blijft – in overeenstemming met de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures – ook controle en toezicht uitoefenen en de nodige controle- en handhavingsmaatregelen nemen met betrekking tot naar een andere lidstaat gedetacheerde werknemers. Deze verplichting brengt niet met zich mee dat de lidstaat van vestiging verplicht is daadwerkelijk verificaties en controles te verrichten op het grondgebied van de lidstaat waar de dienst wordt verricht.

2. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter verleent onder de in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, vermelde omstandigheden bijstand aan de lidstaat van detachering om de naleving van de voorwaarden van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn te waarborgen. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter deelt op eigen initiatief alle in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, gespecificeerde relevante informatie mee aan de lidstaat van detachering, wanneer hij op de hoogte is van specifieke feiten die op mogelijke onregelmatigheden wijzen.

3. Met het oog op het handhaven van Richtlijn 96/71/EG verleent de lidstaat van vestiging van de dienstverrichter onder de in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, vermelde omstandigheden bijstand aan de ontvangende lidstaat om de volledige naleving van de voorwaarden van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn te waarborgen. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter deelt onmiddellijk, op eigen initiatief of op verzoek van de ontvangende lidstaat, aan de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat alle relevante informatie mee zoals bepaald in deze richtlijn of zoals nodig is voor de naleving van artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG.

3. Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging voor iedere dienstverrichting of dienstverrichter om informatie verzoeken over de rechtmatigheid van de vestiging van de dienstverrichter, het goede gedrag van de dienstverrichter en het ontbreken van eventuele inbreuken op de geldende regels. De bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 6.

4. Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging voor iedere dienstverrichting of dienstverrichter om informatie verzoeken om de volledige naleving van zowel Richtlijn 96/71/EG, als deze richtlijn na te gaan, met inbegrip van informatie over de rechtmatigheid van de vestiging van de dienstverrichter, het goede gedrag van de dienstverrichter en het ontbreken van eventuele inbreuken op de geldende regels. . De bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat kan ook om aanvullende informatie verzoeken om redenen van zwaarwegend openbaar belang. Dergelijke verzoeken gaan vergezeld van een gedetailleerde opgave van redenen. De bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 6.

4. De in de leden 1 en 2 vermelde verplichting impliceert niet dat de lidstaat van vestiging daadwerkelijke verificaties en controles moet verrichten op het grondgebied van de ontvangende lidstaat waar de dienst wordt verricht. Dergelijke verificaties en controles worden eventueel op verzoek van de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging door de instanties van de ontvangende lidstaat verricht overeenkomstig artikel 10 en in overeenstemming met de controlebevoegdheden waarin de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures van de ontvangende lidstaat voorzien en waarbij het recht van de Unie wordt nageleefd.

 

 

4 bis. Lidstaten die vaststellen dat werknemers worden aangeworven om als schijnzelfstandige te werken, stellen daarvan onverwijld de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat op de hoogte

 

4 ter. Alle informatie waar de bevoegde autoriteiten van in kennis worden gesteld, wordt vertrouwelijk behandeld.

 

In overeenstemming met EU- en nationale gegevensbeschermingswetgeving blijven de lidstaten uiteindelijk verantwoordelijk voor het waarborgen van de bescherming van gegevens en de wettelijke rechten van de betrokken personen en voeren hiervoor passende mechanismen in.

 

4 quater. De lidstaten stellen de nodige middelen ter beschikking om effectieve verificaties en controles te waarborgen.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten nemen met de hulp van de Commissie begeleidende maatregelen om de uitwisseling tussen ambtenaren die belast zijn met de uitvoering van de administratieve samenwerking en de wederzijdse bijstand en met het toezicht op de naleving en de handhaving van de toepasselijke regels, te ontwikkelen, te vergemakkelijken en te bevorderen.

1. De lidstaten nemen met de hulp van de Commissie begeleidende maatregelen om de uitwisseling tussen ambtenaren die belast zijn met de uitvoering van de administratieve samenwerking en de wederzijdse bijstand en met het toezicht op de naleving en de handhaving van de toepasselijke regels, te ontwikkelen, te vergemakkelijken en te bevorderen. De lidstaten kunnen ook begeleidende maatregelen nemen ter ondersteuning van organisaties die informatie verstrekken aan gedetacheerde werknemers.

 

1 bis. De bevoegde autoriteiten in de lidstaat van ontvangst en in de lidstaat van vestiging worden aangespoord specifiek met het detacheringsproces verband houdende gegevens te verzamelen en te evalueren, met inachtneming van de uniale en de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming. De lidstaten worden ook aangespoord de verzamelde gegevens aan de Commissie te verstrekken zodat zij er een samenvatting van kan maken.

2. De Commissie gaat na of financiële steun moet worden verleend om de administratieve samenwerking verder te verbeteren en het wederzijds vertrouwen via projecten – onder meer projecten ter bevordering van uitwisselingen van ambtenaren en opleidingen – te vergroten, evenals om initiatieven van onder meer Europese sociale partners inzake beste praktijken – zoals de ontwikkeling en de updating van databases of gezamenlijke websites met algemene of sectorspecifieke informatie over de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die nageleefd moeten worden – te ontwikkelen, te vergemakkelijken en te bevorderen.

2. De Commissie gaat na of financiële steun moet worden verleend om de administratieve samenwerking verder te verbeteren en het wederzijds vertrouwen via projecten – onder meer projecten ter bevordering van uitwisselingen van ambtenaren en opleidingen – te vergroten, evenals om initiatieven van onder meer Europese sociale partners inzake beste praktijken – zoals de ontwikkeling en de updating van databases of gezamenlijke websites met algemene of sectorspecifieke informatie over de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die nageleefd moeten worden – te ontwikkelen, te vergemakkelijken en te bevorderen. Wanneer zij concludeert dat er behoefte aan financiële steun bestaat, zorgt zij ervoor dat deze daadwerkelijk wordt verstrekt.

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten mogen alleen de volgende administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen:

1. De lidstaten mogen alle administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen die zij noodzakelijk achten voor de doeltreffende handhaving van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn, waaronder in het bijzonder:

 

(a) de verplichting om een contactpersoon in de lidstaat van ontvangst aan te wijzen, die als de gevolmachtigd vertegenwoordiger van de detacherende onderneming optreedt, met wie de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst in contact kunnen treden, die gemachtigd is officiële nota’s en documenten in ontvangst te nemen, en die ook gemachtigd is om, in voorkomend geval, namens de werkgever bindende overeenkomsten uit te onderhandelen en te sluiten met de sociale partners in de lidstaat van ontvangst, in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken, in de periode waarin de diensten worden verricht.

 

(b) maatregelen gericht op het bestrijden van zwart werk;

(c) een vertaling van de onder b) vermelde documenten volstaat, op voorwaarde dat deze documenten niet buitensporig lang zijn en gewoonlijk standaardformulieren voor dergelijke documenten worden gebruikt;

(c) een vertaling van de in lid 2 vermelde documenten in één van de officiële talen van de Unie die ook de officiële taal is van de lidstaat van ontvangst;

(d) de verplichting een contactpersoon aan te wijzen om – zo nodig – overeenkomstig de nationale wetgeving en gebruiken namens de werkgever met de relevante sociale partners in de lidstaat van detachering te onderhandelen tijdens de periode waarin de diensten worden verricht.

 

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de procedures en formaliteiten met betrekking tot de detachering van werknemers gemakkelijk, op afstand en zoveel mogelijk elektronisch door de ondernemingen kunnen worden afgehandeld.

2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 leggen de lidstaten de volgende administratieve eisen en controlemaatregelen op:

(a) de verplichting dat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter uiterlijk bij aanvang van de dienstverrichting een eenvoudige verklaring aan de verantwoordelijke nationale bevoegde instanties doet toekomen, waarbij de verklaring uitsluitend mag gaan over de identiteit van de dienstverrichter, de aanwezigheid van een of meer duidelijk identificeerbare gedetacheerde werknemers, hun verwachte aantal, de verwachte duur en plaats van hun aanwezigheid en de diensten die de detachering rechtvaardigen;

(a) de verplichting dat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter uiterlijk vijf werkdagen voor aanvang van de dienstverrichting in een officiële taal van de Unie die tevens een officiële taal van de lidstaat van ontvangst is, of, indien de lidstaat van ontvangst hiermee instemt, in een andere taal, een eenvoudige verklaring aan de verantwoordelijke nationale bevoegde instanties doet toekomen, waarbij de verklaring in het bijzonder mag gaan over de identiteit van de dienstverrichter, het verwachte aantal gedetacheerde werknemers en hun persoonlijke identificatiegegevens, indien van toepassing de aangewezen contactpersoon zoals bedoeld in lid 1, onder a), het begin en de verwachte duur en de plaats waar de dienst zal worden verricht en de diensten die de detachering rechtvaardigen;

 

in de verklaring staat dat de dienstverrichter op de hoogte is gesteld van de toepasselijke minimumarbeidsvoorwaarden in de lidstaat van ontvangst en ermee heeft ingestemd zich aan deze voorwaarden te houden in overeenstemming met artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG;

 

een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter stelt de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van elke wijziging in de informatie in de verklaring vóór of tijdens de periode waarin de diensten worden verricht.

 

(b) de verplichting om, gedurende de hele detacheringsperiode, op een toegankelijke en duidelijk geïdentificeerde plaats, zoals de werkplek of het bouwterrein, of – voor mobiele werknemers in de transportsector – de operationele basis in de lidstaat van ontvangst of in het voertuig waarmee de dienst wordt verricht, papieren of electronische kopieën te bewaren van de onderstaande documenten:;

 

- bewijs van de identiteit van de gedetacheerde werknemer,

 

- de arbeidsovereenkomst (of een gelijkwaardig document met vermelding van de arbeidsvoorwaarden in de zin van Richtlijn 91/533, met inbegrip – waar nodig of relevant – van de in artikel 4 van die richtlijn vermelde aanvullende gegevens),

 

- salarisstrookjes en bewijzen van betaling van het salaris,

 

- tijdkaarten,

 

- de in Verordening (EG) nr. 883/2004 bedoelde documenten in verband met de sociale zekerheid (d.w.z. het A1-formulier),

 

- de werk- en verblijfsvergunning in de lidstaat van vestiging in het geval van onderdanen van derde landen of kopieën van equivalente documenten, afgegeven in overeenstemming met de wetgeving van de lidstaat van vestiging,

 

- een beoordeling van de risico's voor de veiligheid en gezondheid op het werk overeenkomstig Richtlijn 89/391/EG.

 

Deze documenten worden bewaard gedurende een periode van ten minste twee jaar na de periode van detachering.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de procedures en formaliteiten met betrekking tot de detachering van werknemers gemakkelijk, op afstand en zoveel mogelijk elektronisch door de ondernemingen kunnen worden afgehandeld.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de procedures en formaliteiten met betrekking tot de detachering van werknemers op afstand en zoveel mogelijk elektronisch door de ondernemingen kunnen worden afgehandeld.

3. Uiterlijk drie jaar na de in artikel 20 vermelde datum wordt in het licht van de ervaringen met en de doeltreffendheid van het systeem voor samenwerking en uitwisseling van informatie, de ontwikkeling van meer uniforme gestandaardiseerde documenten, de ontwikkeling van gemeenschappelijke beginselen of normen voor inspecties op het gebied van de detachering van werknemers en de technologische ontwikkelingen geëvalueerd of de toepassing van nationale controlemaatregelen noodzakelijk en terecht is. Doel is – waar nodig – de nodige wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

4. Uiterlijk drie jaar na ... * evalueert de Commissie de doeltreffendheid van nationale controlemaatregelen en hun toepassing in het licht van de ervaringen met en de doeltreffendheid van het systeem voor samenwerking en uitwisseling van informatie, de ontwikkeling van meer uniforme gestandaardiseerde documenten, de ontwikkeling van gemeenschappelijke beginselen of normen voor inspecties op het gebied van de detachering van werknemers en de technologische ontwikkelingen. Doel is – waar nodig – de nodige wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

 

___________________

 

* PB Gelieve als datum twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn in te voegen.

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Inspecties

Controles en inspecties

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate controles en toezichtsmechanismen worden ingesteld en dat doeltreffende en adequate inspecties op hun grondgebied worden uitgevoerd om te controleren en erop toe te zien dat de bepalingen en regels van Richtlijn 96/71/EG worden nageleefd en de correcte toepassing en handhaving ervan wordt gewaarborgd. De inspecties worden voornamelijk gebaseerd op een risicobeoordeling die op gezette tijden door de bevoegde instanties wordt opgesteld. Bij de risicobeoordeling wordt nagegaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd. Bij de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met factoren als de verwezenlijking van grote infrastructuurprojecten, de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de inbreuken in het verleden en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate en doeltreffende controles en toezichtsmechanismen worden ingesteld en dat doeltreffende en adequate inspecties op hun grondgebied worden uitgevoerd om te controleren en erop toe te zien dat de bepalingen en regels van Richtlijn 96/71/EG en van deze richtlijn worden nageleefd en de correcte toepassing en handhaving ervan wordt gewaarborgd, alsook om zwart werk te bestrijden. De inspecties kunnen worden gebaseerd op een risicobeoordeling die op gezette tijden door de bevoegde instanties wordt opgesteld. Bij de risicobeoordeling kan worden nagegaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd. Bij de risicobeoordeling kan met name rekening worden gehouden met factoren als de verwezenlijking van grote infrastructuurprojecten, het bestaan van lange onderaannemingsketens, de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de inbreuken in het verleden en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de inspecties en de controles van de naleving van Richtlijn 96/71/EG noch discriminerend noch onevenredig zijn.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de inspecties en de controles van de naleving van deze richtlijn en van Richtlijn 96/71/EG noch discriminerend noch onevenredig zijn, en maken de nodige middelen vrij voor zulke inspecties en controles. In overeenstemming met de eigen praktijken verstrekt de bevoegde autoriteit de geïnspecteerde of gecontroleerde onderneming een inspectie- of controledocument met daarin alle relevante informatie.

3. Als er tijdens de inspecties of in het licht van de criteria van artikel 3 behoefte is aan informatie, handelen de lidstaat waar de dienst wordt verricht, en de lidstaat van vestiging overeenkomstig de regels inzake administratieve samenwerking, d.w.z. dat de bevoegde instanties overeenkomstig de regels en beginselen van de artikelen 6 en 7 samenwerken.

3. Als er tijdens de inspecties of in het licht van artikel 3 van deze richtlijn behoefte is aan informatie, handelen de lidstaat van ontvangst en de lidstaat van vestiging overeenkomstig de regels inzake administratieve samenwerking. Dat wil zegen dat de bevoegde instanties overeenkomstig de regels en beginselen van de artikelen 6 en 7 van deze richtlijn samenwerken.

4. In lidstaten waar in overeenstemming met de nationale wetgeving en gebruiken de vaststelling van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers – en met name de minimumlonen en de arbeidstijd – aan het management en de werknemers wordt overgelaten, mogen zij – op het gepaste niveau en afhankelijk van de door de lidstaten vastgestelde voorwaarden – ook toezicht uitoefenen op de toepassing van de desbetreffende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, op voorwaarde dat een adequaat niveau van bescherming wordt gewaarborgd dat gelijkwaardig is aan het uit Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn voortvloeiende niveau van bescherming.

4. In lidstaten waar in overeenstemming met de nationale wetgeving en gebruiken de vaststelling van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers – en met name de minimumlonen en de arbeidstijd – aan de sociale partners wordt overgelaten, mogen zij – op het gepaste niveau en afhankelijk van de door die lidstaten vastgestelde voorwaarden – ook toezicht uitoefenen op de toepassing van de desbetreffende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, in overeenstemming met de bestaande nationale bepalingen, op voorwaarde dat die voorwaarden en omstandigheden goed kenbaar zijn gemaakt in overeenstemming met artikel 5 van deze richtlijn.

5. Lidstaten waar de arbeidsinspectiediensten geen bevoegdheden hebben met betrekking tot de controle van en het toezicht op de werkomstandigheden en/of arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, mogen – bij wijze van uitzondering en na raadpleging van de sociale partners op nationaal niveau – regelingen treffen of handhaven die de naleving van deze arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden waarborgen, op voorwaarde dat de regelingen de betrokken personen een adequaat niveau van bescherming bieden dat gelijkwaardig is aan het uit Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn voortvloeiende niveau van bescherming.

5. Lidstaten waar de arbeidsinspectiediensten geen bevoegdheden hebben met betrekking tot de controle van en het toezicht op de werkomstandigheden en/of arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, mogen – bij wijze van uitzondering en na raadpleging van de sociale partners op nationaal niveau – procedures en mechanismen treffen, wijzigen of handhaven die de naleving van deze arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden waarborgen, op voorwaarde dat zij noch discriminerend noch onevenredig zijn zoals bedoeld in artikel 10, lid 2, van deze richtlijn.

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de handhaving van de verplichtingen uit hoofde van artikel 6 van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn waarborgen de lidstaten doeltreffende mechanismen op basis waarvan gedetacheerde werknemers direct klacht tegen hun werkgevers kunnen indienen, evenals het recht gerechtelijke of administratieve procedures op te starten – ook in de lidstaat waar de werknemers gedetacheerd zijn of waren – wanneer werknemers van oordeel zijn dat zij verlies of schade hebben geleden doordat de geldende regels niet werden toegepast, zelfs nadat de arbeidsverhouding in het kader waarvan de regels niet zouden zijn nageleefd, al is beëindigd.

1. Voor de handhaving van de verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG waarborgen de lidstaten doeltreffende mechanismen op basis waarvan gedetacheerde werknemers direct klacht tegen hun werkgevers kunnen indienen, evenals het recht gerechtelijke of administratieve procedures op te starten – ook in de lidstaat waar de werknemers gedetacheerd zijn of waren – wanneer werknemers van oordeel zijn dat zij verlies of schade hebben geleden doordat de geldende regels niet werden toegepast, zelfs nadat de arbeidsverhouding in het kader waarvan de regels niet zouden zijn nageleefd, al is beëindigd.

2. Lid 1 geldt onverminderd de jurisdictie van de rechtbanken in de lidstaten zoals vastgesteld in met name de relevante rechtsinstrumenten van de Unie en/of internationale conventies.

2. Lid 1 geldt onverminderd de jurisdictie van de rechtbanken in de lidstaten zoals vastgesteld in met name de relevante rechtsinstrumenten van de Unie en/of internationale conventies.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat vakbonden en andere derde partijen zoals verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat deze richtlijn wordt nageleefd, namens of ter ondersteuning van de gedetacheerde werknemers of hun werkgevers en met hun toestemming gerechtelijke of administratieve procedures kunnen aanspannen met het oog op de uitvoering van deze richtlijn en/of de handhaving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat vakbonden en andere derde partijen zoals verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG worden nageleefd, namens of ter ondersteuning van de gedetacheerde werknemers of hun werkgevers en gerechtelijke of administratieve procedures kunnen aanspannen met het oog op de uitvoering van deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG en/of de handhaving van de uit deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG voortvloeiende verplichtingen.

4. De leden 1 en 3 gelden onverminderd nationale regels inzake verjaring of termijnen voor het aanhangig maken van soortgelijke zaken en onverminderd nationale procedurevoorschriften betreffende vertegenwoordiging en verdediging in rechte.

De leden 1 en 3 gelden onverminderd nationale regels inzake verjaring of termijnen voor het aanhangig maken van soortgelijke zaken en onverminderd nationale procedurevoorschriften betreffende vertegenwoordiging en verdediging in rechte. De lidstaten voorzien evenwel in een periode van ten minste zes maanden waarin onder nationale procedureregels een klacht kan worden ingediend.

 

4 bis. Gedetacheerde werknemers die gerechtelijke of administratieve procedures starten zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, worden door hun werkgever niet nadelig behandeld. De lidstaten stellen in de nationale wetgeving ook de voorwaarden vast waaronder de duur van de verblijfstitel van gedetacheerde werknemers uit derde landen kan worden verlengd tot het moment waarop deze procedures zijn afgerond.

5. De lidstaten zorgen voor de nodige mechanismen om te waarborgen dat gedetacheerde werknemers het volgende kunnen ontvangen.

5. De lidstaten zorgen voor de nodige mechanismen om te waarborgen dat gedetacheerde werknemers of derde partijen die met hun instemming en in hun naam handelen een klacht kunnen indienen en dat gedetacheerde werknemers ten minste het volgende kunnen ontvangen:

(a) achterstallig loon dat hun uit hoofde van de geldende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG verschuldigd is;

(a) achterstallig loon dat hun uit hoofde van de geldende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG verschuldigd is;

(b) de terugbetaling van buitensporige kosten in verhouding tot het nettoloon of de kwaliteit van de accommodatie die van het loon worden ingehouden of afgetrokken in ruil voor door de werkgever ter beschikking gestelde accommodatie.

(b) de terugbetaling van buitensporige kosten in verhouding tot het nettoloon of de kwaliteit van de accommodatie die van het loon worden ingehouden of afgetrokken in ruil voor door de werkgever ter beschikking gestelde accommodatie.

 

(c) nabetalingen of terugbetalingen van onrechtmatig op het loon van de werknemer ingehouden belastingen of socialezekerheidsbijdragen. De lidstaten zorgen ook voor de nodige mechanismen om te waarborgen dat verschuldigde belastingen, socialezekerheidspremies en bijdragen aan fondsen van sociale partners worden voldaan.

Dit lid geldt ook wanneer de gedetacheerde werknemers zijn teruggestuurd uit de lidstaat van detachering.

Dit lid geldt ook wanneer de gedetacheerde werknemers zijn teruggestuurd uit de lidstaat van detachering en voor gedetacheerde werknemers waarvan in overeenkomst met artikel 3, lid 3 ter, van deze richtlijn is komen vast te staan dat zij schijnzelfstandige zijn.

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onderaanneming – Hoofdelijke aansprakelijkheid

Subcontracting

1. Met betrekking tot de in de bijlage bij Richtlijn 96/71/EG vermelde bouwactiviteiten waarborgen de lidstaten – voor alle onder artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vallende detacheringsomstandigheden – op niet-discriminerende basis met betrekking tot de bescherming van de gelijkwaardige rechten van werknemers van op hun grondgebied gevestigde directe subcontractanten dat de contractant van wie de werkgever (dienstverrichter of uitzendbedrijf of onderneming van herkomst) een directe subcontractant is, door de gedetacheerde werknemers en/of gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners naast of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet betalen van:

 

(a) het achterstallige nettoloon dat met het minimumloon overeenkomst, en/of de aan gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners verschuldigde bijdragen die onder artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG vallen;

 

(b) nabetalingen of terugbetalingen van onrechtmatig op zijn of haar loon ingehouden belastingen of socialezekerheidsbijdragen.

 

De in dit lid vermelde aansprakelijkheid is beperkt tot de door de werknemers verworven rechten in het kader van de contractuele betrekkingen tussen de contractant en zijn subcontractant.

 

2. De lidstaten bepalen dat een contractant die de vereiste zorg heeft betracht, niet uit hoofde van lid 1 aansprakelijk kan worden gesteld. Deze systemen worden transparant, niet-discriminerend en evenredig toegepast. Zij kunnen preventieve maatregelen van de contractant impliceren met betrekking tot door de subcontractant verstrekt bewijsmateriaal van de belangrijkste in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG vermelde werkomstandigheden van de gedetacheerde werknemers, inclusief loonstrookjes en de betaling van loon, de naleving van de in de lidstaat van vestiging geldende verplichtingen inzake sociale zekerheid en/of belastingen en de naleving van de geldende regels inzake gedetacheerde werknemers.

1. De lidstaten nemen niet-discriminerende maatregelen om te waarborgen dat een onderneming die een andere onderneming direct of indirect opdracht geeft in haar naam diensten te verrichten in aanvulling op of in plaats van enige onderaannemer aansprakelijk kan worden gehouden voor aan werknemers verschuldigde rechten en/of socialezekerheidspremies en bijdragen aan fondsen van sociale partners.

 

De in dit lid vermelde aansprakelijkheid is beperkt tot de door de werknemers verworven rechten in het kader van de contractuele betrekkingen tussen de contractant en zijn subcontractant.

3. Overeenkomstig het recht van de Unie kunnen de lidstaten met betrekking tot de reikwijdte van de aansprakelijkheid van de subcontractant uit hoofde van de nationale wetgeving op niet-discriminerende en evenredige basis strengere aansprakelijkheidsregels vaststellen. Overeenkomstig het recht van de Unie kunnen de lidstaten dergelijke aansprakelijkheidsregels ook vaststellen voor andere sectoren dan de in de bijlage bij Richtlijn 96/71/EG vermelde sectoren. De lidstaten kunnen in deze gevallen bepalen dat een contractant die de door het nationale recht vereiste zorg heeft betracht, niet aansprakelijk is.

2. Lid 1 geldt onverminderd strengere aansprakelijkheidsregels uit hoofde van de nationale wetgeving.

4. Uiterlijk drie jaar na de in artikel 20 vermelde datum onderwerpt de Commissie – na raadpleging van de lidstaten en de Europese sociale partners – de toepassing van dit artikel aan een evaluatie om eventueel noodzakelijke wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

 

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd de middelen waarin het recht van de Unie voorziet of kan voorzien, zijn de beginselen van wederzijdse bijstand en erkenning, evenals de in dit artikel vastgestelde maatregelen en procedures van toepassing op de grensoverschrijdende handhaving van administratieve boeten en sancties die wegens het niet-naleven van de geldende regels in een lidstaat worden opgelegd aan een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter.

1. Onverminderd de middelen waarin het recht van de Unie voorziet of kan voorzien, zijn de beginselen van wederzijdse bijstand en erkenning, evenals de in dit hoofdstuk vastgestelde maatregelen en procedures van toepassing op de grensoverschrijdende handhaving van financiële administratieve sancties en/of boeten die wegens het niet-naleven van de geldende regels van Richtlijn 96/71/EG in een lidstaat worden opgelegd aan een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter.

2. De verzoekende instantie kan – overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de eigen lidstaat – de bevoegde instantie in een andere lidstaat verzoeken om een sanctie of een boete in te vorderen of kennis te geven van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete, in zoverre de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de lidstaat van de aangezochte instantie dergelijke maatregelen toestaan voor soortgelijke claims of beslissingen.

2. De verzoekende instantie kan – overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de eigen lidstaat – de bevoegde instantie in een andere lidstaat verzoeken om een sanctie of een boete of met terugwerkende kracht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 987/2009 geheven socialezekerheidsbijdragen in te vorderen of kennis te geven van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete of met terugwerkende kracht geheven socialezekerheidsbijdragen.

De bevoegde instantie in de verzoekende lidstaat zorgt ervoor dat het verzoek om invordering van een sanctie of een boete of om kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete wordt ingediend overeenkomstig de geldende regels in die lidstaat, terwijl de bevoegde aangezochte instantie ervoor zorgt dat de invordering of kennisgeving in de aangezochte lidstaat gebeurt overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in laatstgenoemde lidstaat.

De bevoegde instantie in de verzoekende lidstaat zorgt ervoor dat het verzoek om invordering van een sanctie of een boete of om kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete wordt ingediend overeenkomstig de geldende regels in die lidstaat, terwijl de bevoegde aangezochte instantie ervoor zorgt dat de invordering of kennisgeving in de aangezochte lidstaat zonder enige verdere formaliteit wordt erkend en gebeurt overeenkomstig de voor dezelfde of vergelijkbare verzoeken geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in laatstgenoemde lidstaat.

De verzoekende instantie mag geen verzoek om invordering van een sanctie of boete of om kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete indienen indien en zo lang als de boete of sanctie, evenals de onderliggende claim en/of de executoriale titel in de verzoekende lidstaat in die lidstaat worden aangevochten.

De verzoekende instantie mag geen verzoek om invordering van een sanctie of boete of om kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete indienen indien en zo lang als de boete of sanctie, evenals de onderliggende claim en/of de executoriale titel in de verzoekende lidstaat in die lidstaat overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk worden aangevochten.

 

Wanneer blijkt dat de dienstverrichter inderdaad niet is gevestigd in de als lidstaat van vestiging opgegeven lidstaat, ofwel dat de adres- of bedrijfsgegevens onjuist zijn, zullen de bevoegde instanties het proces niet om formele redenen beëindigen, maar de zaak verder onderzoeken teneinde de identiteit van de voor de detachering verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon vast te stellen.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Als de verzoekende instantie om invordering van een sanctie of boete of om kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete verzoekt, verleent de aangezochte instantie alle informatie of wederzijdse bijstand die voor de verzoekende instantie nuttig is bij de invordering van een boete en/of sanctie, alsook – voor zover mogelijk – voor de onderliggende claim.

1. Als de verzoekende instantie om invordering van een sanctie of boete of om kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete verzoekt, verleent de aangezochte instantie onverwijld alle gevraagde informatie of wederzijdse bijstand die voor de verzoekende instantie nuttig is bij de invordering van een boete en/of sanctie, alsook – voor zover mogelijk – voor de onderliggende claim.

In het verzoek om informatie met betrekking tot de invordering van een sanctie of boete, evenals in de kennisgeving van een beslissing over dergelijke kwesties wordt ten minste het volgende vermeld:

In het verzoek om informatie met betrekking tot de invordering van een sanctie of boete, evenals in de kennisgeving van een beslissing over dergelijke kwesties wordt ten minste het volgende vermeld:

(a) de naam en het bekende adres van de geadresseerde en alle andere relevante informatie voor de identificatie van de geadresseerde;

(a) de naam en het bekende adres van de geadresseerde en alle andere relevante informatie voor de identificatie van de geadresseerde;

(b) het doel van de kennisgeving of het verzoek om invordering, de periode waarbinnen de kennisgeving of het verzoek moet gebeuren, en alle data die voor het handhavingsproces relevant zijn;

(b) het doel van de kennisgeving of het verzoek om invordering, de periode waarbinnen de kennisgeving of het verzoek moet gebeuren, en alle data die voor het handhavingsproces relevant zijn;

(c) een beschrijving van de aard en het bedrag van de boete of sanctie, evenals de onderliggende claim op basis waarvan het verzoek wordt ingediend, en de verschillende componenten ervan;

(c) een beschrijving van de aard en het bedrag van de boete of sanctie, evenals de onderliggende claim op basis waarvan het verzoek wordt ingediend, en de verschillende componenten ervan;

(d) alle andere relevante gegevens of documenten – met inbegrip van gegevens of documenten van gerechtelijke aard – met betrekking tot de claim, de boete of de sanctie; alsmede

(d) alle andere relevante gegevens of documenten – met inbegrip van gegevens of documenten van gerechtelijke aard – met betrekking tot de claim, de boete of de sanctie; alsmede

(e) de naam, het adres en andere contactgegevens van de voor de beoordeling van de boete en/of de sanctie bevoegde instantie en van de bevoegde instantie – als die van de eerstgenoemde instantie verschilt – waar nadere informatie kan worden verkregen over de sanctie of boete of over de mogelijkheden om de betalingsverplichting of de beslissing tot betalingsverplichting te betwisten.

(e) de naam, het adres en andere contactgegevens van de voor de beoordeling van de boete en/of de sanctie bevoegde instantie en van de bevoegde instantie – als die van de eerstgenoemde instantie verschilt – waar nadere informatie kan worden verkregen over de sanctie of boete of over de mogelijkheden om de betalingsverplichting of de beslissing tot betalingsverplichting te betwisten.

2. Bij de invordering van een sanctie of boete of bij de kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete in de aangezochte lidstaat wordt elke boete of sanctie waarvoor een verzoek om invordering of kennisgeving is ingediend, behandeld alsof het een boete of sanctie van de aangezochte lidstaat was.

2. Bij de invordering van een sanctie of boete of de betaling van socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht of bij de kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete of betaling van socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht in de aangezochte lidstaat wordt elke boete of sanctie of betaling van socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht waarvoor een verzoek om invordering of kennisgeving is ingediend, behandeld alsof het een boete of sanctie of betaling van socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht van de aangezochte lidstaat was.

3. De aangezochte instantie brengt de verzoekende instantie onverwijld op de hoogte van het gevolg dat aan het verzoek om kennisgeving of invordering is gegeven en meer in het bijzonder van de datum waarop de akte of de beslissing aan de geadresseerde is toegezonden of bekendgemaakt.

3. De aangezochte instantie brengt de verzoekende instantie onverwijld op de hoogte van het gevolg dat aan het verzoek om informatie, kennisgeving of invordering is gegeven en meer in het bijzonder van de datum waarop de akte of de beslissing aan de geadresseerde is toegezonden of bekendgemaakt. Hetzelfde geldt indien er ernstige belemmeringen zijn die de verwerking van het verzoek verhinderen.

De aangezochte instantie deelt de verzoekende instantie ook de redenen mee voor een afwijzing van een verzoek om informatie, invordering of kennisgeving.

De aangezochte instantie deelt de verzoekende instantie ook de redenen mee voor een afwijzing van een verzoek om informatie, invordering of kennisgeving.

 

3 bis. De bepalingen inzake invordering van boetes of sancties gelden ook voor boetes die zijn opgelegd in het kader van een uitvoerbaar statutair besluit van een nationale rechtbank en soortgelijke besluiten van procedures op het niveau van de sociale partners.

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Indien de betrokken dienstverrichter of een belanghebbende partij in de loop van de invorderings- of kennisgevingsprocedure de boete, de sanctie en/of de onderliggende claim betwist, wordt de grensoverschrijdende handhavingsprocedure van de opgelegde boete of sanctie opgeschort in afwachting van een beslissing van de nationale autoriteit ter zake.

1. Indien de betrokken dienstverrichter of een belanghebbende partij in de loop van de invorderings- of kennisgevingsprocedure de boete, de sanctie en/of de onderliggende claim in de verzoekende lidstaat en in overeenstemming met de toepasselijke regels aanvecht, wordt de grensoverschrijdende handhavingsprocedure van de opgelegde boete of sanctie opgeschort in afwachting van een beslissing van de nationale autoriteit in de verzoekende lidstaat ter zake.

De verzoekende instantie stelt de aangezochte instantie onmiddellijk van de betwisting in kennis.

De verzoekende instantie stelt de aangezochte instantie onmiddellijk van de betwisting in kennis.

2. Geschillen met betrekking tot de in de aangezochte lidstaat genomen handhavingsmaatregelen of de geldigheid van een kennisgeving door een bevoegde instantie van de aangezochte lidstaat worden aanhangig gemaakt bij de bevoegde instantie of rechterlijke autoriteit van die lidstaat overeenkomstig de daar geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

2. Geschillen met betrekking tot de in de aangezochte lidstaat genomen handhavingsmaatregelen of de geldigheid van een kennisgeving door een bevoegde instantie van de aangezochte lidstaat worden aanhangig gemaakt bij de bevoegde instantie of rechterlijke autoriteit van die lidstaat overeenkomstig de daar geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De aangezochte instantie maakt de naar aanleiding van de in dit hoofdstuk vermelde boeten of sancties ingevorderde bedragen over aan de verzoekende instantie.

1. De naar aanleiding van de in dit hoofdstuk vermelde sancties en/of boetes ingevorderde bedragen komen de verzoekende instantie ten goede.

De aangezochte instantie mag de bedragen bij de betrokken natuurlijke of rechtspersoon invorderen en daarbij – overeenkomstig de in de aangezochte lidstaat ten aanzien van soortgelijke claims geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve procedures of gebruiken – alle door haar bij de invordering gemaakte kosten inhouden.

 

2. De lidstaten zien wederzijds af van de vergoeding van de kosten die voortvloeien uit de wederzijdse bijstand die zij elkaar overeenkomstig deze richtlijn verlenen, of die het gevolg zijn van de toepassing van deze richtlijn.

2. De lidstaten zien wederzijds af van de vergoeding van de kosten die voortvloeien uit de wederzijdse bijstand die zij elkaar overeenkomstig deze richtlijn verlenen, of die het gevolg zijn van de toepassing van deze richtlijn.

Als zich bij een invordering een bijzonder probleem voordoet of de bedragen zeer hoog zijn, kunnen de verzoekende en de aangezochte instanties per geval specifieke afspraken maken over de vergoeding.

 

3. Niettegenstaande lid 2 blijft de bevoegde instantie in de verzoekende lidstaat ten opzichte van de aangezochte lidstaat aansprakelijk voor alle kosten en verliezen als gevolg van maatregelen die ongegrond worden geacht in termen van de inhoud van de boete of de sanctie, de geldigheid van de door de verzoekende instantie afgegeven executoriale titel en/of de conservatoire maatregelen van de verzoekende instantie.

 

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

16 bis. Uiterlijk drie jaar na ... * onderwerpt de Commissie, na raadpleging van de lidstaten, de toepassing van dit hoofdstuk aan een evaluatie, met name in het licht van de ervaringen met en het al dan niet doeltreffend functioneren van het systeem van grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en/of boetes om eventueel noodzakelijke wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

 

______________

 

* PB Gelieve als datum twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn in te voegen.

Amendement  60

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De in de artikelen 6 en 7, artikel 10, lid 3, en de artikelen 13, 14 en 15 vastgestelde administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de bevoegde instanties van de lidstaten gebeurt via het bij [verwijzing naar de IMI-verordening] opgezette Informatiesysteem interne markt (IMI).

1. De in de artikelen 6 en 7, artikel 10, lid 3, en de artikelen 13, 14 en 15 vastgestelde administratieve samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten gebeurt voor zover mogelijk via het bij [verwijzing naar de IMI-verordening] opgezette Informatiesysteem interne markt (IMI) alsook via andere beproefde manieren van samenwerking, zoals bilaterale overeenkomsten.

2. De lidstaten mogen bilaterale overeenkomsten inzake de administratieve samenwerking tussen hun bevoegde instanties bij de toepassing en monitoring van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers blijven toepassen, op voorwaarde dat deze overeenkomsten de rechten en verplichtingen van de betrokken werknemers en bedrijven niet negatief beïnvloeden.

2. De lidstaten mogen bestaande bilaterale overeenkomsten inzake de administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen hun bevoegde instanties bij de toepassing en monitoring van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers toepassen en nieuwe overeenkomsten afsluiten, op voorwaarde dat deze overeenkomsten de rechten en verplichtingen van de betrokken werknemers en bedrijven niet negatief beïnvloeden.

3. In het kader van de in lid 2 vermelde bilaterale overeenkomsten maken de bevoegde instanties van de lidstaten zoveel mogelijk gebruik van het IMI. Als een bevoegde instantie in een van de betrokken lidstaten van het IMI heeft gebruikgemaakt, wordt het in elk geval voor elke vereiste follow-up gebruikt en krijgt het voorrang op het mechanisme of de mechanismen waarin de bilaterale overeenkomst met betrekking tot administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand voorziet.

3. In het kader van de in lid 2 vermelde bilaterale overeenkomsten mogen de bevoegde instanties van de lidstaten daar waar mogelijk gebruik maken van het IMI. Als een bevoegde instantie in een van de betrokken lidstaten van het IMI heeft gebruikgemaakt, mag het waar mogelijk voor elke vereiste follow-up worden gebruikt.

Amendement  61

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 21 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Uiterlijk vijf jaar na het verstrijken van de omzettingstermijn brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing van deze richtlijn, zo nodig vergezeld van passende voorstellen.

1. Uiterlijk drie jaar na het verstrijken van de omzettingstermijn brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing van deze richtlijn, zo nodig vergezeld van passende voorstellen.

  • [1]  PB C 351 van 15.11.2012, blz. 61.

TOELICHTING

Detachering van werknemers speelt een belangrijke rol bij de grensoverschrijvende verrichting van diensten en de ontwikkeling van de interne markt. Elk jaar worden ongeveer een miljoen burgers van de EU gedetacheerd naar een andere lidstaat. Deze categorie van werknemers moet met name worden beschermd ten tijde van crises, wanneer dankzij hun potentieel en concurrentiekracht een zeker werkgelegenheidsniveau kan worden gehandhaafd of zelfs nieuwe banen kunnen worden gecreëerd. Wij moeten ijveren voor de ontwikkeling en de verbetering van de mobiliteit van Europese ondernemingen op de interne markt. Op die manier zullen wij beslist een bijdrage leveren aan de economische groei en de stabiliteit in de Europese Unie.

De vrijheid van dienstverlening (die moet worden onderscheiden van het vrij verkeer van werknemers) die ten grondslag ligt aan detachering, is een van de pijlers van de interne markt en een uitgangspunt voor grensoverschrijdende mobiliteit van duizenden Europese ondernemingen. De waarborg van de vrijheid van dienstverlening moet gepaard gaan met de waarborg van de rechten van werknemers. Binnen dit kader is een evenwichtige benadering onontbeerlijk als het om de voorgestelde maatregelen en instrumenten gaat. De samenwerking tussen de lidstaten moet verder worden versterkt om deze speciale groep van gedetacheerde werknemers op de Europese interne markt beter te kunnen beschermen en inspecteren.

HANDHAVINGSRICHTLIJN

De ervaring van de afgelopen jaren toont duidelijk aan dat er een urgente behoefte is aan verbeteringen om Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten beter te kunnen implementeren, toepassen en handhaven. Er is een reeks problemen, gaande van een gebrek aan eerbiediging van de rechten van werknemers, een gebrek aan informatie of ontoegankelijkheid van informatie tot hardnekkige hinderpalen voor de samenwerking tussen lidstaten of het niet ten uitvoer leggen van boetes of straffen in een grensoverschrijdende context. Bovendien heeft het Europees Hof van Justitie de afgelopen jaren diverse arresten uitgevaardigd waarin het een aantal maatregelen in het rechtskader voor detachering van werknemers afbakent. Daarom heeft de Commissie op 21 maart 2012 een handhavingsrichtlijn met nieuwe oplossingen en nieuwe maatregelen voorgesteld. De handhavingsrichtlijn is gebaseerd op artikel 53, lid 1, en artikel 62 VWEU en deze rechtsgrondslag moet omwille van de rechtsduidelijkheid worden gehandhaafd.

De rapporteur erkent dat verbeteringen noodzakelijk zijn om een betere implementatie, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG te verzekeren en juicht daarom het voorstel van de Commissie toe. Volgens het standpunt van de rapporteur moet de handhavingsrichtlijn algemeen gesproken:

Ø evenwichtige maatregelen omvatten om zowel gedetacheerde werknemers als de vrijheid van dienstverlening te kunnen beschermen;

Ø een duidelijk rechtskader bieden voor de categorie van gedetacheerde werknemers, zodat met name in tijden van crisis hun potentieel en concurrentiekracht worden benut om de toenemende werkloosheid te bestrijden;

Ø de toegang tot informatie voor zowel ondernemingen als werkgevers verbeteren en detachering aldus gemakkelijker en veiliger maken;

Ø de samenwerking tussen de lidstaten verbeteren om de rechten van werknemers beter te waarborgen;

Ø onnodige bureaucratische lasten voor ondernemingen (met name KMO´s) vermijden, omdat daarmee hinderpalen worden opgeworpen voor de mobiliteit van ondernemingen op de interne markt en hun vermogen om nieuwe banen te creëren.

Toegankelijkheid van informatie (artikel 5)

Aangezien wegens problemen in verband met de toegankelijkheid, transparantie en volledigheid van de informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden de regels vaak niet worden toegepast, moet de toegang tot en het verstrekken van informatie met de hoogste spoed worden verbeterd. In de EU zijn er verschillende arbeidsmarktmodellen en stelsels van arbeidsverhoudingen, waarbinnen algemeen bindende voorschriften alternatief of simultaan worden vastgesteld door de nationale autoriteiten en/of sociale partners, en daarom is het moeilijk vast te stellen welke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden telkens van toepassing zijn. Om dit probleem op te lossen stelt de rapporteur voor om één enkele nationale website per lidstaat in te voeren waarop alle noodzakelijke informatie over bindende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden te vinden is. De rapporteur dringt er tevens op aan dat de toegankelijkheid van informatie op EU-niveau wordt verzekerd door geactualiseerde, nauwkeurige en volledige informatie op te nemen in de op de website van de Commissie gepubliceerde landenfiches. De verbetering van de toegang tot informatie door deze onder andere in het Engels en in de meest relevante talen voor werknemers en dienstverstrekkers beschikbaar te maken, zal ook helpen bij het oplossen van een reeks problemen die – zoals uit de ervaringen tot nu toe is gebleken – ernstige gevolgen kunnen hebben voor zowel ondernemingen als gedetacheerde werknemers.

Rechtsduidelijkheid en evenredigheid van de voorgestelde maatregelen (artikelen 3 en 9)

Om rechtsduidelijkheid en rechtszekerheid te kunnen waarborgen moet er een lijst van uniforme maatregelen op EU-niveau worden vastgesteld. Twee artikelen van de handhavingsrichtlijn zijn hier van het grootste belang: de artikelen 3 en 9.

De rapporteur stelt voor het indicatieve karakter van de lijsten in de artikelen te handhaven. De twee lijsten met criteria in artikel 3 moet omzeiling van de wetgeving bestrijden en voorkomen, maar mogen niet leiden tot situaties waarin eerlijke ondernemingen worden uitgesloten van bepaalde nationale markten. Detachering van werknemers is geen nationaal verschijnsel; het is een grensoverschrijdende activiteit waarvoor een gemeenschappelijk rechtskader en een gemeenschappelijke benadering noodzakelijk zijn. Vandaar dat de lijsten gemeenschappelijke elementen op EU-niveau moeten bevatten.

De vaststelling van een gemeenschappelijke lijst met criteria in artikel 3 is rechtstreeks verbonden met de invoering van een gemeenschappelijke lijst met controlemaatregelen in artikel 9. De rapporteur kiest beslist voor duidelijkheid wat controles betreft, en die duidelijkheid kan alleen gewaarborgd worden met een gemeenschappelijke lijst van mogelijke controlemaatregelen. Rechtszekerheid moet worden verkregen door duidelijke communicatie over wat moet worden gecontroleerd.

De evenredigheid van de voorgestelde maatregelen is een fundamentele vereiste om hiervoor een draagvlak op EU-niveau te creëren.

Samenwerking tussen lidstaten (artikelen 6, 7, 18)

Aangezien detachering van werknemers een grensoverschrijdende activiteit is, is een goede en effectieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging en de ontvangende lidstaat noodzakelijk.

Om een betere administratieve samenwerking tussen de lidstaten te waarborgen moet het gebruik van het IMI-systeem worden verbeterd. Daarom stelt de rapporteur voor het gebruik van het IMI-systeem waar mogelijk verplicht te stellen en de door de Commissie voorgestelde termijnen te herzien om ze gemakkelijker haalbaar te maken. Daarnaast moet de zaak van gegevensbescherming worden gewaarborgd.

ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (4.3.2013)

aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten
(COM(2012)0131 – C7‑0086/2012 – 2012/0061(COD))

Rapporteur voor advies: Malcolm Harbour

BEKNOPTE MOTIVERING

Het vrije verkeer van werknemers en het vrij verrichten van diensten zijn fundamentele pijlers van de interne markt. Wanneer een onderneming werknemers naar een andere lidstaat uitzendt in het kader van een dienstverrichting, moet Richtlijn 96/71/EG inzake gedetacheerde werknemers de rechten van dergelijke werknemers beschermen en sociale dumping voorkomen. Het is gebleken dat deze richtlijn vaak omzeild en onvoldoende gehandhaafd wordt. In reactie daarop heeft de Commissie een handhavingsrichtlijn voorgesteld.

De handhavingsrichtlijn moet als doel hebben de in Richtlijn 96/71/EG vastgelegde bepalingen haalbaar te maken, om te zorgen voor eerlijke mededingingsvoorwaarden voor ondernemingen, het omzeilen van de richtlijn te ontmoedigen en de bescherming van de rechten van werknemers te waarborgen.

Uw rapporteur heeft een toevoeging voorgesteld om de doelstellingen van 96/71/EG te onderstrepen. In de richtlijn wordt de nadruk gelegd op het vermijden van discriminatie van werknemers op basis van nationaliteit en wordt beklemtoond dat de voorgestelde handhavingsrichtlijn de beginselen die zijn vastgelegd in Richtlijn 96/71/EG moet eerbiedigen en tegelijkertijd de handhaving moet verbeteren en omzeiling effectief moet bestraffen.

Uw rapporteur heeft op een aantal gebieden een verduidelijking ingevoerd. Zo worden er duidelijkere definities gegeven en worden de rol en de verantwoordelijkheden van de lidstaten en dienstverrichters verduidelijkt, bijvoorbeeld ten aanzien van het bewijs dat er reeds voor de detachering een arbeidsverhouding bestond tussen de werkgever en werknemer. Uw rapporteur stelt in artikel 9 een minimumpakket van handhavingsmaatregelen en een open lijst voor die van essentieel belang zijn om lidstaten de nodige flexibiliteit te geven om bijkomende maatregelen te treffen om de adequate handhaving van Richtlijn 96/71/EG te waarborgen.

Om omzeiling tegen te gaan, doet uw rapporteur drie belangrijke voorstellen. In de eerste plaats stelt hij voor dat de betrokken onderneming in geval van niet-naleving van Richtlijn 96/71/EG en van de onderhavige richtlijn onder de toepasselijke wetgeving die geldt in het land van de dienstverrichting valt en dat alle betrokken werknemers worden beschouwd als werknemers die gebruikmaken van hun recht van vrij verkeer in de Unie overeenkomstig artikel 45 van het VWEU, waarin de nadruk ligt op niet-discriminatie.

Voorts stelt hij een wijziging van de rechtsgrond van het voorstel voor om te verhelderen dat deze richtlijn betrekking heeft op het vrije verkeer van werknemers en diensten. Ten derde voorziet hij in een strenge bestraffing van lidstaten die hun medewerking niet verlenen wanneer zij worden verzocht om de nodige gegevens te verstrekken om een detacheringssituatie te controleren.

Misbruik van onderaannemingsketens komt niet alleen voor in de bouwsector. Daarom moet de hoofdelijke aansprakelijkheid worden uitgebreid naar alle sectoren. Het is moeilijk de zorgvuldigheidsvereiste in de praktijk om te zetten, daarom is deze geschrapt. De lidstaten moeten, in overeenstemming met hun eigen ervaring en procedures, de nodige maatregelen treffen om de toepassing van de hoofdelijke aansprakelijkheid te waarborgen. Het moet ook toegestaan zijn op nationaal niveau strengere regels in te voeren of te blijven toepassen. De Commissie dient, in samenwerking met het Europees Parlement en de Raad, de toepassing van dit artikel aan een evaluatie te onderwerpen om, indien nodig, eventuele wijzigingen voor te stellen.

Uw rapporteur is van mening dat zulke administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand van cruciaal belang zijn voor het welslagen van de voorgestelde richtlijn. Hoewel uw rapporteur potentieel ziet in het IMI-systeem voor een snelle gegevensuitwisseling over de taalgrenzen heen, beschikken sommige lidstaten reeds over uiterst doeltreffende methoden voor administratieve samenwerking die niet op het IMI gebaseerd zijn. De lidstaten moeten daarom de vrijheid krijgen om bilaterale overeenkomsten buiten het IMI toe te passen. De bevoegde autoriteiten moeten onverwijld de gevraagde gegevens verstrekken en zij moeten, wanneer die gegevens niet beschikbaar zijn, een officiële verklaring verstrekken van het ontbreken van dergelijke gegevens.

Om meer informatie ter beschikking te stellen van werknemers, moeten de contactgegevens van de bevoegde autoriteiten beschikbaar zijn voor het publiek. Bovendien moet er informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden beschikbaar zijn voor het grote publiek en moet deze informatie gratis en op een duidelijke, transparante, allesomvattende en gemakkelijk te begrijpen manier toegankelijk zijn.

Om de administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand te verbeteren, moet de Commissie de resultaten van een effectbeoordeling van de haalbaarheid van een systeem voor kennisgeving of registratie voor de hele EU dat gebaseerd is op en compatibel is met de bestaande systemen in de lidstaten, bekendmaken. Daarnaast moet de Commissie een Europees register voor ernstige overtreders voorstellen (een "zwarte lijst") van bedrijven waarvan is aangetoond dat ze de bepalingen van 96/71/EG en andere toepasselijke wetgeving van de Unie naast zich neerleggen.

Het welslagen van de voorgestelde handhavingsrichtlijn en van Richtlijn 96/71/EG is niet alleen afhankelijk van politieke wil, maar ook van de toewijzing van voldoende middelen. Daarom stelt uw rapporteur een toevoeging voor waarin de lidstaten en de Commissie worden verplicht om de nodige middelen ter beschikking te stellen voor een adequate toepassing van Richtlijn 96/71/EG.

AMENDEMENTEN

De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Het vrije verkeer van werknemers geeft alle burgers het recht naar een andere lidstaat te reizen om er te wonen en te werken, en waarborgt dat zij in vergelijking met onderdanen van die staat niet het slachtoffer worden van discriminatie op het gebied van werkgelegenheid, beloning en andere arbeidsvoorwaarden. Het moet onderscheiden worden van de vrijheid van dienstverrichting, die ondernemingen onder meer het recht geeft om in een andere lidstaat diensten te verrichten en daartoe tijdelijk eigen werknemers uit te sturen ("detacheren") voor het verrichten van de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om aldaar die diensten te verrichten.

(2) De vrijheid van dienstverrichting omvat het recht van ondernemingen om in een andere lidstaat diensten te verrichten en daartoe tijdelijk eigen werknemers uit te sturen ("detacheren") voor het verrichten van de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om aldaar die diensten te verrichten. Voor de detachering van werknemers moet een onderscheid worden gemaakt tussen deze vrijheid en het vrije verkeer van werknemers, dat alle burgers het recht geeft naar een andere lidstaat te reizen om er te wonen en te werken, en waarborgt dat zij in vergelijking met onderdanen van die staat niet het slachtoffer worden van discriminatie op het gebied van werkgelegenheid, beloning en andere arbeidsvoorwaarden.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Deze richtlijn mag geen gevolgen hebben voor de uitoefening van de grondrechten die in de lidstaten en, in voorkomend geval, de IAO-verdragen, en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Voor werknemers die tijdelijk worden gedetacheerd voor werkzaamheden met het oog op het verrichten van diensten in een andere lidstaat dan de staat waar zij gewoonlijk werkzaam zijn, legt Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten duidelijk omschreven basisarbeidsvoorwaarden en -omstandigheden vast die de dienstverrichter in de lidstaat waar de detachering plaatsvindt in acht moet nemen om een minimumniveau van bescherming van de betrokken gedetacheerde werknemers te garanderen.

(3) Voor werknemers die tijdelijk worden gedetacheerd voor werkzaamheden met het oog op het verrichten van diensten in een andere lidstaat dan de staat waar zij gewoonlijk werkzaam zijn, legt Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten duidelijk omschreven basisarbeidsvoorwaarden en -omstandigheden vast die de dienstverrichter in de lidstaat waar de detachering plaatsvindt in acht moet nemen om een minimumniveau van bescherming van de betrokken gedetacheerde werknemers te garanderen. Deze richtlijn verhindert niet dat wettelijk of collectief overeengekomen normen gunstigere arbeidsomstandigheden voor gedetacheerde werknemers creëren, zolang ervoor wordt gezorgd dat lokale en buitenlandse ondernemingen en werknemers dezelfde behandeling krijgen en niet worden gediscrimineerd. Deze richtlijn is erop gericht de tenuitvoerlegging van Richtlijn 96/17/EG te verbeteren, met volledige inachtneming van artikel 26, lid 2, artikel 45, lid 1, artikel 45, lid 2, artikel 53, lid 1 en artikel 62 van het VWEU, en van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Deze richtlijn is gericht op een betere handhaving van Richtlijn 96/71/EG. Daarom gelden de bepalingen van deze richtlijn onverminderd de bepalingen van Richtlijn 96/71/EG.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter) Om de naleving van Richtlijn 96/71/EG te waarborgen, zonder onnodige administratieve lasten voor de dienstverrichters te creëren, moeten de feitelijke elementen in artikel 3 van deze richtlijn als indicatief en niet-uitputtend worden beschouwd. Het moet niet verplicht zijn bij elke detachering aan elk element te voldoen.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Teneinde omzeiling en/of misbruik van de toepasselijke regels door ondernemingen die onrechtmatig of frauduleus gebruikmaken van de in het Verdrag neergelegde vrijheid van dienstverrichting en/of van Richtlijn 96/71/EG te voorkomen, te vermijden en te bestrijden, moet de toepassing van en het toezicht op het begrip detachering worden verbeterd.

(4) Teneinde omzeiling en/of misbruik van de toepasselijke regels door ondernemingen die onrechtmatig of frauduleus gebruikmaken van de in het Verdrag neergelegde vrijheid van dienstverrichting en/of van Richtlijn 96/71/EG te voorkomen, te vermijden en te bestrijden, moet de toepassing van en het toezicht op het begrip detachering afdwingbaar zijn en verbeterd worden, met inachtneming van het evenredigheids- en het non-discriminatiebeginsel. Deze richtlijn mag geen negatieve effecten hebben op de duidelijk gedefinieerde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van Richtlijn 96/71/EG. Elke omzeiling van deze regels, en in het bijzonder van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, moet worden bestraft.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Alle bij de richtlijn ingevoerde maatregelen moeten gerechtvaardigd, proportioneel en niet-discriminerend zijn, zodat ze niet leiden tot administratieve belasting en blokkering van het potentieel van bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, om nieuwe banen te creëren, terwijl de gedetacheerde werknemers ermee worden beschermd.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Daarvoor moeten de feitelijke componenten die kenmerkend zijn voor het tijdelijk karakter dat inherent is aan het begrip detachering, hetgeen impliceert dat de werkgever daadwerkelijk moet zijn gevestigd in de lidstaat van waaruit de detachering plaatsvindt, alsook de verhouding tussen Richtlijn 96/71/EG en Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: "Rome I-Verordening") verder worden verduidelijkt.

(5) Daarvoor moeten de feitelijke componenten die kenmerkend zijn voor het tijdelijk karakter dat inherent is aan het begrip detachering, hetgeen impliceert dat de werkgever daadwerkelijk moet zijn gevestigd in de lidstaat van waaruit de detachering plaatsvindt, alsook de verhouding tussen Richtlijn 96/71/EG en Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: "Rome I-Verordening") verder worden verduidelijkt, zodat een ruime toepassing van die richtlijn gegarandeerd is.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Het Europees Parlement en de Raad geven de Commissie, in voorkomend geval, steun en feedback met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, en zorgen voor toezicht daarop.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Evenmin als Richtlijn 96/71/EG doet deze richtlijn af aan de toepassing van de wet die krachtens artikel 8 van de Rome I-Verordening van toepassing is op individuele arbeidsovereenkomsten, of aan de toepassing van Verordening nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

(6) Evenmin als Richtlijn 96/71/EG doet deze richtlijn af aan de toepassing van de wet die krachtens artikel 8 van de Rome I-Verordening van toepassing is op individuele arbeidsovereenkomsten, of aan de toepassing van Verordening nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. De bepalingen in deze richtlijn doen geen afbreuk aan de mogelijkheid van de lidstaten om op basis van hun nationale wetgeving arbeidsvoorwaarden te bieden en te handhaven die gunstiger zijn voor gedetacheerde werknemers.

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) De lidstaten dienen zorg te dragen voor voldoende middelen zodat de controles doeltreffend zijn en zodat ze zonder vertraging kunnen reageren op verzoeken om informatie zoals bedoeld in deze richtlijn van de lidstaat van ontvangst of de lidstaat van vestiging.

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Bij de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten spelen de vakbonden een belangrijke rol, daar de sociale partners overeenkomstig het nationale recht en/of de nationale praktijk (alternatief of simultaan) de verschillende niveaus van de toepasselijke minimumlonen mogen vaststellen.

(8) Bij de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten spelen de sociale partners een belangrijke rol, daar zij overeenkomstig het nationale recht en/of de nationale praktijk (alternatief of simultaan) de verschillende niveaus van de toepasselijke minimumlonen mogen vaststellen. De sociale partners dienen de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het bekend maken van en het verstrekken van informatie over deze lonen.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Een adequate en effectieve tenuitvoerlegging en handhaving spelen een sleutelrol bij de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, terwijl een zwakke handhaving de doeltreffendheid van de op dit gebied geldende regels van de Unie ondermijnt. Nauwe samenwerking van de Commissie en de lidstaten is daarom van wezenlijk belang, zonder dat daarbij de belangrijke rol van de arbeidsinspecties en de sociale partners in dit verband uit het oog wordt verloren.

(10) Een adequate en effectieve tenuitvoerlegging en handhaving spelen een sleutelrol bij de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, terwijl een zwakke handhaving de doeltreffendheid van de op dit gebied geldende regels van de Unie ondermijnt. Daarom is het van wezenlijk belang een nauwe samenwerking tot stand te brengen en te behouden tussen de lidstaten, de Commissie en de bevoegde nationale, regionale en lokale actoren, inclusief de arbeidsinspecties en de sociale partners in dit verband.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Wederzijds vertrouwen, een geest van samenwerking, een voortdurende dialoog en wederzijds begrip zijn in dat verband van wezenlijk belang.

(11) Gelet op het feit dat de mogelijkheid van de lidstaat van ontvangst om feitelijke elementen met betrekking tot de in een andere lidstaat gevestigde onderneming vast te stellen beperkt is, is samenwerking met de lidstaat van vestiging van cruciaal belang en moet deze verder worden verbeterd. Wederzijds vertrouwen, een geest van hulpbereidheid, een voortdurende dialoog en wederzijds begrip zijn in dat verband van wezenlijk belang.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Om een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG te bevorderen, moet worden voorzien in een elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie dat administratieve samenwerking vergemakkelijkt en moeten de bevoegde autoriteiten zo veel mogelijk gebruikmaken van het Informatiesysteem interne markt (IMI). Dit mag evenwel niet in de weg staan aan de toepassing van bilaterale overeenkomsten of van overeenkomsten inzake administratieve samenwerking.

(12) Om een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG te bevorderen, moet worden voorzien in een elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie dat administratieve samenwerking vergemakkelijkt en moeten de bevoegde autoriteiten zo veel mogelijk gebruikmaken van het Informatiesysteem interne markt (IMI). Dit staat evenwel niet in de weg aan de toepassing van bilaterale overeenkomsten of van overeenkomsten inzake administratieve samenwerking. De regelingen voor elektronische informatie-uitwisseling met gebruikmaking van het Informatiesysteem interne markt moeten worden onderzocht op hun functionaliteit.

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Het is zorgelijk dat de lidstaten nog altijd veel problemen ondervinden bij het grensoverschrijdend innen van boetes. De wederzijdse erkenning van administratieve boetes en sancties moet in toekomstige wetgeving worden geregeld.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De op de lidstaten rustende verplichting om informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden algemeen beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, niet alleen voor dienstverrichters uit andere lidstaten, maar ook voor de betrokken gedetacheerde werknemers, moet verder worden aangescherpt.

(14) De lidstaten moeten de Commissie informeren over de manier waarop zij voornemens zijn om informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden algemeen beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken voor gedetacheerde werknemers en dienstverrichters uit andere lidstaten.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Als de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zijn vastgesteld in collectieve overeenkomsten die algemeen toepasselijk zijn verklaard, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat deze collectieve overeenkomsten officieel gepubliceerd worden en algemeen toegankelijk zijn.

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 bis) Om wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten over de grenzen heen te bevorderen en te vergemakkelijken, moet, overeenkomstig de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, een systeem voor kennisgeving of registratie voor de hele EU ontwikkeld worden dat gebaseerd is op en compatibel is met de bestaande systemen in de lidstaten. Opdat een dergelijk systeem met het beginsel van niet-discriminatie en eerlijke mededinging overeenstemt, legt de Commissie een effectbeoordeling van de haalbaarheid van een dergelijk systeem voor aan het Europees Parlement en de Raad.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, mogen de lidstaten op ondernemingen die werknemers detacheren om diensten te verrichten slechts bepaalde controlemaatregelen of administratieve formaliteiten toepassen. Dergelijke maatregelen en eisen mogen slechts worden opgelegd indien de bevoegde autoriteiten zonder de gevraagde informatie hun controletaak niet doeltreffend kunnen uitvoeren en de noodzakelijke informatie niet eenvoudig en binnen een redelijke termijn via de werkgever of de autoriteiten in de lidstaat van vestiging kan worden verkregen en/of minder restrictieve maatregelen niet kunnen waarborgen dat de doelstellingen van de noodzakelijk geachte nationale controlemaatregelen worden bereikt.

(16) Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, mogen de lidstaten op ondernemingen die werknemers detacheren om diensten te verrichten slechts dergelijke controlemaatregelen of administratieve formaliteiten toepassen. Dergelijke controlemaatregelen of administratieve formaliteiten moeten proportioneel zijn en mogen geen onverantwoorde, buitensporige administratieve lasten met zich meebrengen. Dergelijke maatregelen en eisen mogen slechts worden opgelegd indien de bevoegde autoriteiten zonder de gevraagde informatie hun controletaak niet doeltreffend kunnen uitvoeren en de noodzakelijke informatie niet eenvoudig en binnen een redelijke termijn via de werkgever of de autoriteiten in de lidstaat van vestiging kan worden verkregen en/of minder restrictieve maatregelen niet kunnen waarborgen dat de doelstellingen van de noodzakelijk geachte nationale controlemaatregelen worden bereikt.

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) Elke risicobeoordeling door de bevoegde autoriteiten moet erop gericht zijn na te gaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd. Bij de uitvoering van deze risicobeoordeling moet rekening worden gehouden met de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de antecedenten wat inbreuken betreft, de door de sociale partners op het terrein verstrekte informatie, de omzeilingspraktijken en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Met het oog op een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG en de handhaving daarvan in de praktijk, en om verschillen in de mate van toepassing en handhaving in de Unie zo veel mogelijk te verminderen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat op hun grondgebied doeltreffende en adequate inspecties worden verricht.

(18) Met het oog op een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG en de handhaving daarvan in de praktijk, en om verschillen in de mate van toepassing en handhaving in de Unie zo veel mogelijk te verminderen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat op hun grondgebied doeltreffende en adequate inspecties worden verricht. Deze inspecties bestaan voornamelijk uit een risicobeoordeling door de bevoegde autoriteiten, waarbij rekening wordt gehouden met grote infrastructuurprojecten, de specifieke problemen en behoeften van bepaalde sectoren, in het verleden gepleegde inbreuken, alsook de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19) Nationale arbeidsinspectiediensten, de sociale partners en andere toezichthoudende instanties zijn in dat verband van essentieel belang en moeten een centrale rol blijven spelen.

Niet van toepassing op de Nederlandse versie.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) Om de handhaving van Richtlijn 96/71/EG te vergemakkelijken en een meer doeltreffende toepassing ervan te garanderen, moeten er doeltreffende klachtenmechanismen bestaan waardoor gedetacheerde werknemers zelf of via aangewezen derden, zoals vakbonden of andere verenigingen en gezamenlijke instellingen van de sociale partners, klachten kunnen indienen of procedures kunnen inleiden. Dit mag niet afdoen aan de nationale procesregels inzake vertegenwoordiging en verweer bij de rechter.

(23) Om de handhaving van Richtlijn 96/71/EG te vergemakkelijken en een meer doeltreffende toepassing ervan te garanderen, moeten er doeltreffende klachtenmechanismen bestaan waardoor gedetacheerde werknemers zelf of, in voorkomend geval, met hun goedkeuring, via aangewezen derden, zoals vakbonden of andere verenigingen en gezamenlijke instellingen van de sociale partners, klachten kunnen indienen of procedures kunnen inleiden. Dit mag niet afdoen aan de nationale procesregels inzake vertegenwoordiging en verweer bij de rechter.

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) Daar onderaanneming zeer gangbaar is in de bouwsector, en met het oog op de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, moet ervoor worden gezorgd dat althans in die sector de aannemer van wie de werkgever een directe onderaannemer is, samen met of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling aan gedetacheerde werknemers van het verschuldigde nettominimumloon, achterstallige bezoldigingen en/of bijdragen die verschuldigd zijn aan bij wet of collectieve overeenkomst geregelde gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners, voor zover deze onder artikel 3, lid 1 van Richtlijn 96/71/EG vallen. De aannemer wordt niet aansprakelijk gesteld als hij of zij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht. Dit laatste kan bestaan in preventieve maatregelen met betrekking tot door de onderaannemer verstrekte bewijzen, in voorkomend geval mede op basis van informatie afkomstig van nationale instanties.

Schrappen

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) In specifieke gevallen mogen overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk en na raadpleging van de sociale partners op nationaal of sectoraal niveau ook andere aannemers aansprakelijk worden gesteld voor de niet-nakoming van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen, of mag hun aansprakelijkheid worden beperkt.

Schrappen

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) De verplichting om te voorzien in hoofdelijke aansprakelijkheid van de aannemer wanneer de directe onderaannemer een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter is die werknemers detacheert, wordt gerechtvaardigd door het dwingend algemeen belang van de sociale bescherming van werknemers. Dergelijke gedetacheerde werknemers bevinden zich met betrekking tot de mogelijkheid om achterstallig loon of de terugbetaling van ten onrechte ingehouden belastingen of socialezekerheidspremies te vorderen eventueel niet in dezelfde situatie als werknemers die in dienst zijn van een directe onderaannemer die gevestigd is in de lidstaat van vestiging van de aannemer.

Schrappen

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) De verschillen tussen de stelsels van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van in grensoverschrijdende situaties opgelegde administratieve boeten en/of sancties belemmeren de goede werking van de interne markt en kunnen het uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk maken om te garanderen dat gedetacheerde werknemers in de hele Unie dezelfde mate van bescherming genieten.

(27) De verschillen tussen de stelsels van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van in grensoverschrijdende situaties met betrekking tot situaties in verband met de detachering van werknemers overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn opgelegde administratieve boeten en/of sancties belemmeren de goede werking van de interne markt en kunnen het uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk maken om te garanderen dat gedetacheerde werknemers in de hele Unie dezelfde mate van bescherming genieten. Wanneer zulke boetes en sancties worden opgelegd vanwege niet-naleving van de door de arbeidsrechtbanken of in collectieve overeenkomsten vastgestelde arbeidsvoorwaarden, moeten deze boetes en sancties afgedwongen kunnen worden.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28) De doeltreffende handhaving van de materiële regels inzake de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten moet worden gewaarborgd door een specifiek optreden dat is toegespitst op de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve boeten en sancties. Onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op dit gebied is derhalve een wezenlijk vereiste voor een hoger, gelijkwaardiger en vergelijkbaarder beschermingsniveau dat voor de goede werking van de interne markt noodzakelijk is.

(28) De doeltreffende handhaving van de materiële regels inzake de detachering van werknemers voor het verrichten van diensten moet worden gewaarborgd door een specifiek optreden dat is toegespitst op de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve boeten en sancties met betrekking tot situaties in verband met de detachering van werknemers overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn. Onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op dit gebied is derhalve een wezenlijk vereiste voor een hoger, gelijkwaardiger en vergelijkbaarder beschermingsniveau dat voor de goede werking van de interne markt noodzakelijk is.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) De vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de verstrekking van wederzijdse bijstand en hulp voor handhavingsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten, alsmede de vaststelling van uniforme vereisten voor de mededeling van beslissingen inzake administratieve sancties en boeten, moet een oplossing bieden voor een aantal problemen bij de grensoverschrijdende handhaving en moet zorgen voor een betere communicatie en betere handhaving van dergelijke beslissingen uit andere lidstaten.

(29) De vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de verstrekking van wederzijdse bijstand en hulp voor handhavingsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten, alsmede de vaststelling van uniforme vereisten voor de mededeling van beslissingen inzake administratieve sancties en boeten met betrekking tot situaties in verband met de detachering van werknemers overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn, moet een oplossing bieden voor een aantal problemen bij de grensoverschrijdende handhaving en moet zorgen voor een betere communicatie en betere handhaving van dergelijke beslissingen uit andere lidstaten.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30) Ondanks de vaststelling van meer uniforme regels voor de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties en geldboeten en de behoefte aan meer gemeenschappelijke criteria voor follow-upprocedures in geval van niet-betaling daarvan, mogen zij niet afdoen aan de bevoegdheid van de lidstaten om hun stelsel van sancties, straffen en boeten of de invorderingsmaatregelen die naar hun nationale recht beschikbaar zijn, te regelen.

(30) Ondanks de vaststelling van meer uniforme regels voor de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties en geldboeten met betrekking tot situaties in verband met de detachering van werknemers overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn en de behoefte aan meer gemeenschappelijke criteria voor follow-upprocedures in geval van niet-betaling daarvan, mogen zij niet afdoen aan de bevoegdheid van de lidstaten om hun stelsel van sancties, straffen en boeten of de invorderingsmaatregelen die naar hun nationale recht beschikbaar zijn, te regelen.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn stelt een gemeenschappelijk algemeen kader van passende bepalingen, maatregelen en controlemechanismen vast voor een betere en meer uniforme uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG in de praktijk, met inbegrip van maatregelen om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen.

Deze richtlijn stelt een aantal specifieke bepalingen, maatregelen en controlemechanismen vast om de lidstaten te helpen bij de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG, met inbegrip van maatregelen om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen.

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze richtlijn wil garanderen dat het passende minimumniveau van bescherming van de rechten van voor het verrichten van grensoverschrijdende diensten gedetacheerde werknemers wordt geëerbiedigd, en tegelijkertijd de uitoefening van de vrijheid van dienstverrichting voor dienstverrichters vergemakkelijken en eerlijke concurrentie tussen dienstverrichters bevorderen.

Deze richtlijn bevat handhavingsmaatregelen ter waarborging van de gelijke behandeling van gedetacheerde werknemers op het vlak van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zoals bedoeld in Richtlijn 96/71/EG. Die handhavingsmaatregelen zijn gericht op het vergemakkelijken en verbeteren van de uitoefening van de vrijheid van dienstverrichting en op het bevorderen van eerlijke concurrentie voor dienstverrichters in de interne markt.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Deze richtlijn mag niet aldus worden uitgelegd dat zij op enigerlei wijze afbreuk doet aan de uitoefening van de grondrechten zoals die in de lidstaten en in het recht van de Unie zijn erkend, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid dan wel het recht of de vrijheid om in het kader van de in de lidstaten bestaande bijzondere stelsels van arbeidsbetrekkingen andere acties te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken. Zij doet evenmin afbreuk aan het recht om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen, deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, en om collectieve actie te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken.

2. Deze richtlijn mag niet aldus worden uitgelegd dat zij op enigerlei wijze afbreuk doet aan de uitoefening van de grondrechten zoals die in de lidstaten zijn erkend, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid dan wel het recht of de vrijheid om in het kader van de in de lidstaten bestaande bijzondere stelsels van arbeidsbetrekkingen andere acties te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken. Zij doet evenmin afbreuk aan het recht om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen, deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, en om collectieve actie te voeren overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) "bevoegde instantie": een instantie die door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn te vervullen taken te verrichten;

(a) "bevoegde instantie": een overheidsinstantie die of een overheidsorgaan dat door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn te vervullen publieke taken te verrichten;

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – lid 1 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis) "gastlidstaat": de lidstaat waar de werknemer tijdelijk gedetacheerd is in de zin van deze richtlijn en Richtlijn 96/71/EG.

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Met het oog op de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG nemen de bevoegde instanties de feitelijke elementen die kenmerkend zijn voor de activiteiten die een onderneming verricht in de staat waar zij is gevestigd in aanmerking om uit te maken of zij daadwerkelijk substantiële werkzaamheden verricht die verder gaan dan louter intern beheer en/of administratie. Die elementen zijn onder meer:

Met het oog op de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG verrichten de bevoegde instanties een algemene beoordeling van de feitelijke elementen die kenmerkend zijn voor de activiteiten die een onderneming verricht in de staat waar zij is gevestigd om uit te maken of zij daadwerkelijk werkzaamheden verricht. Bij deze beoordeling wordt in het bijzonder rekening gehouden met de volgende feitelijke elementen, waarvoor de onderneming die werknemers detacheert, in voorkomend geval, bewijzen moet overleggen aan de bevoegde autoriteiten.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en haar administratie wordt verricht, waar zij kantoren heeft, belasting betaalt, een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties,

(a) de plaats waar een onderneming de meeste van haar bedrijfsactiviteiten uitoefent, haar administratie verricht, belasting en sociale premies betaalt, uit hoofde van nationaal recht een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties,

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven,

(b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven en van waaruit ze worden gedetacheerd,

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar werknemers enerzijds en haar klanten anderzijds,

(c) het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar klanten,

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) het ongewoon kleine aantal overeenkomsten en/of de ongewoon kleine omzet in de lidstaat van vestiging.

(e) het ongewoon kleine aantal overeenkomsten en/of de ongewoon kleine omzet in de lidstaat van vestiging, rekening houdend met de specifieke situatie van nieuwe ondernemingen.

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 1 – letter e bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis) de gedetacheerde werknemer heeft een geldig A1-formulier waaruit blijkt onder welke socialezekerheidswetgeving hij valt, als één van de documenten waaruit valt op te maken dat er sprake is van detachering.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De beoordeling van deze elementen wordt aangepast aan elk specifiek geval, rekening houdend met de werkelijke aard van de activiteiten van de onderneming in de lidstaat van vestiging.

Schrappen

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 – alinea 1 en 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Om te beoordelen of een gedetacheerd werknemer tijdelijk zijn of haar werkzaamheden verricht in een andere lidstaat dan die waar hij of zij gewoonlijk werkt, moeten alle feitelijke elementen die voor dat werk kenmerkend zijn, alsmede de situatie van de werknemer worden onderzocht.

Om de artikelen 3 en 5 van Richtlijn 96/71/EG beter uit te voeren en te beoordelen of een gedetacheerd werknemer tijdelijk zijn of haar werkzaamheden verricht in een gastlidstaat, moeten alle feitelijke elementen die voor dat werk kenmerkend zijn, alsmede de situatie van de werknemer worden onderzocht.

Die elementen zijn onder meer:

Er wordt met name rekening gehouden met de volgende elementen,

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) de gedetacheerde werknemer keert na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij of zij was gedetacheerd, terug naar de lidstaat van waar hij of zij is gedetacheerd, of waar hij of zij wordt geacht weer te gaan werken;

(c) de gedetacheerde werknemer werkt gewoonlijk in en wordt geacht na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij of zij was gedetacheerd weer te gaan werken in;

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) dezelfde of een andere (gedetacheerde) werknemer heeft in eerdere tijdvakken de betrokken werkzaamheden verricht.

(e) de gedetacheerde werknemer vervangt geen andere gedetacheerde werknemer, behalve in gevallen van ziekte of vrijwillig ontslag;

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2 – letter e bis – e quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis) de gedetacheerde werknemer vervangt geen stakende werknemer;

 

de werknemer is organisatorisch en financieel afhankelijk van zijn werkgever;

 

de verantwoordelijkheid voor het loon van de werknemer berust bij de onderneming die de arbeidsovereenkomst heeft afgesloten.

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten nemen passende maatregelen om misbruik en omzeiling van deze richtlijn door ondernemingen die handelen met als doel de gedetacheerde werknemers van hun rechten te beroven of hun deze rechten te ontzeggen, te voorkomen en te bestrijden.

De hiervoor genoemde feitelijke elementen zijn aanwijzingen voor de algemene beoordeling die moet worden verricht, en kunnen derhalve niet los van elkaar worden bezien. De criteria worden aangepast aan elk specifiek geval, rekening houdend met de specificiteit van de situatie.

De lijst van elementen in de leden 1 en 2 zijn indicatief en niet-uitputtend en worden nooit los van elkaar gezien. De beoordeling van deze elementen wordt aangepast aan elk specifiek geval, rekening houdend met de specificiteit van de situatie.

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 4 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De contactgegevens van de bevoegde instanties worden aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld. De Commissie publiceert de lijst van bevoegde instanties en verbindingsbureaus en werkt die op gezette tijden bij.

De contactgegevens van de bevoegde instanties worden aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld en openbaar gemaakt. De Commissie publiceert de lijst van bevoegde instanties en verbindingsbureaus en werkt die op gezette tijden bij.

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie over de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG genoemde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die door dienstverrichters moeten worden toegepast en waaraan zij moeten voldoen, vanop afstand en met elektronische middelen duidelijk, volledig en op gemakkelijk toegankelijke wijze algemeen beschikbaar wordt gemaakt in een formaat en volgens webnormen die de toegankelijkheid voor personen met een handicap garanderen, en dat de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus of andere bevoegde nationale instanties in staat zijn hun taak doeltreffend te verrichten.

1. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie over de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG genoemde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die door dienstverrichters moeten worden toegepast en waaraan zij moeten voldoen, vanop afstand en met elektronische middelen duidelijk, transparant, volledig en op gemakkelijk toegankelijke wijze gratis algemeen beschikbaar wordt gemaakt in een formaat en volgens webnormen die de toegankelijkheid voor personen met een handicap garanderen, en dat de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus of andere bevoegde nationale instanties in staat zijn hun taak doeltreffend te verrichten.

Amendement  51

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Met het oog op een verdere verbetering van de toegang tot informatie moeten de lidstaten:

2. Met het oog op een verdere verbetering van de toegang tot informatie moeten de lidstaten overeenkomstig de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG vastgelegde beginselen:

Amendement  52

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de nodige maatregelen treffen om op internet informatie ter beschikking te stellen over de collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn (en op wie) en de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die krachtens Richtlijn 96/71/EG door dienstverrichters uit andere lidstaten moeten worden toegepast, waarbij voor zover mogelijk links naar bestaande internetsites en andere contactpunten, zoals de betrokken sociale partners, worden vermeld.

(b) de nodige maatregelen treffen om op internet en op andere wijzen informatie algemeen ter beschikking te stellen over de collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn (en op wie) en de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die krachtens Richtlijn 96/71/EG door dienstverrichters uit andere lidstaten moeten worden toegepast, waarbij voor zover mogelijk links naar bestaande internetsites en andere contactpunten, zoals de betrokken sociale partners, worden vermeld;

Amendement  53

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) de informatie aan werknemers en dienstverrichters ter beschikking stellen in andere talen dan de nationale taal of talen van het land waar de diensten worden verricht, zo mogelijk in de vorm van een beknopte brochure waarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden worden vermeld en op verzoek in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap;

(c) de informatie aan werknemers en dienstverrichters ter beschikking stellen in de taal of talen van de detacherende lidstaat, de taal van de lidstaat van herkomst van de werknemer en de dienstverrichter, en niet louter in de nationale taal of talen van het land waar de diensten worden verricht, zo mogelijk in de vorm van een beknopte brochure waarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden worden vermeld, en met een beschrijving van de procedures voor het indienen van klachten en het starten van juridische of administratieve procedures met het oog op sancties in het geval van niet-naleving, en op verzoek in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap; informatie over andere contactpunten die bijvoorbeeld door de sociale partners ter beschikking wordt gesteld, wordt ook meegedeeld;

Amendement  54

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis) verdere gedetailleerde informatie over de arbeids- en sociale voorwaarden, bijvoorbeeld met betrekking tot gezondheid en veiligheid op het werk, gemakkelijk raadpleegbaar maken via verschillende communicatiemiddelen, waaronder contactpunten;

Amendement  55

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter e bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis) structuren verbeteren of in het leven roepen voor informatieverstrekking, advisering en ondersteuning van werknemers; in voorkomend geval gebruik maken van bestaande structuren zoals verbindingsbureaus, het éénloketsysteem en adviescentra.

Amendement  56

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Wanneer overeenkomstig de nationale wetgevingen, tradities en praktijken de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zijn neergelegd in collectieve overeenkomsten in de zin van artikel 3, leden 1 en 8, van die richtlijn, zorgen de lidstaten ervoor dat de sociale partners die duidelijk vermelden en de relevante informatie, met name inzake de verschillende minimumlonen en de componenten daarvan, de wijze waarop het verschuldigde loon wordt berekend en de criteria voor indeling in de verschillende salarisschalen, op een toegankelijke en transparante wijze beschikbaar stellen voor dienstverrichters uit andere lidstaten en gedetacheerde werknemers.

 

4. Wanneer overeenkomstig de nationale wetgevingen, tradities en praktijken, en met volledige inachtneming van de onafhankelijkheid van de sociale partners, de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zijn neergelegd in collectieve overeenkomsten in de zin van artikel 3, leden 1 en 8, van die richtlijn, zorgen de lidstaten ervoor dat deze voorwaarden en omstandigheden op een toegankelijke en transparante wijze beschikbaar worden gesteld voor dienstverrichters uit andere lidstaten en gedetacheerde werknemers, en kunnen de sociale partners hierbij inschakelen. De relevante informatie betreft in het bijzonder de verschillende minimumlonen en de componenten daarvan, de wijze waarop het verschuldigde loon wordt berekend en de criteria voor indeling in de verschillende salarisschalen, alsook de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, beschikbaar voor de bevoegde nationale autoriteiten. Hiertoe kunnen de lidstaten een officieel register in het leven roepen.

Amendement  57

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 4 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 3, de leden 1 en 8, van Richtlijn 96/71/EG bedoelde collectieve overeenkomsten moeten worden geregistreerd in officiële registers en moeten worden gepubliceerd. De in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die in deze collectieve overeenkomsten zijn vastgesteld, worden pas op detacherende ondernemingen toegepast vanaf het moment van officiële registratie en publicatie van die overeenkomsten.

Amendement  58

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In het kader van de samenwerking tussen de lidstaten wordt vooral gehoor gegeven aan met redenen omklede verzoeken om informatie en aan verzoeken van bevoegde instanties om controles, inspecties en onderzoeken uit te voeren met betrekking tot de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vermelde detacheringsomstandigheden, met inbegrip van het onderzoek naar misbruiken van de geldende regels inzake de detachering van werknemers of mogelijke gevallen van onwettige transnationale activiteiten.

2. Overeenkomstig de in de artikelen 4 en 5 van 96/71/EG vastgelegde beginselen, bestaat de samenwerking tussen de lidstaten vooral uit een verplichting om onverwijld en op doeltreffende wijze gehoor te geven aan verzoeken om informatie en aan verzoeken om controles, inspecties en onderzoeken door hun bevoegde instanties met betrekking tot de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG en in de relevante artikelen van deze richtlijn vermelde detacheringsomstandigheden, met inbegrip van het onderzoek naar misbruiken van de geldende regels inzake de detachering van werknemers, de werkelijke aard van de detachering of mogelijke gevallen van onwettige transnationale activiteiten, en het nemen van passende maatregelen in overeenstemming met de toepasselijke nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  59

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Om gehoor te kunnen geven aan een verzoek om bijstand van bevoegde instanties in een andere lidstaat zien de lidstaten erop toe dat op hun grondgebied gevestigde dienstverrichters hun bevoegde instanties alle informatie verstrekken die nodig is om hun activiteiten met inachtneming van hun nationale wetgeving te controleren.

3. Om gehoor te kunnen geven aan een verzoek om bijstand van bevoegde instanties in een andere lidstaat zien de lidstaten erop toe dat op hun grondgebied gevestigde dienstverrichters de bevoegde instanties alle informatie verstrekken die nodig is om hun activiteiten met inachtneming van hun nationale wetgeving en Richtlijn 96/71/EG te controleren. Wanneer dienstverrichters deze informatie niet verstrekken, nemen de bevoegde instanties passende maatregelen.

Amendement  60

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Iedere langdurige weigering de gevraagde gegevens ter beschikking te stellen, geeft de verzoekende lidstaat het recht een lijst op te stellen van instanties die niet meewerken en de Commissie hiervan op de hoogte te brengen. De Commissie houdt na verificatie een openbare lijst bij van bij haar door de lidstaten aangemelde instanties die geen medewerking verlenen.

Amendement  61

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De lidstaten verstrekken de informatie waarom door andere lidstaten of door de Commissie is verzocht, zo snel mogelijk – en uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek – langs elektronische weg.

5. De lidstaten verstrekken de informatie waarom door andere lidstaten of door de Commissie is verzocht, zo snel mogelijk – en uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek of binnen drie weken, als het antwoord een inspectie ter plaatse vereist – langs elektronische weg.

Een specifiek urgentiemechanisme treedt in werking in speciale situaties waarbij een lidstaat bijzondere omstandigheden vaststelt die dringende maatregelen vereisen. De informatie wordt dan binnen 24 uur ingediend.

Een specifiek urgentiemechanisme treedt in werking in speciale situaties waarbij een lidstaat bijzondere omstandigheden vaststelt die dringende maatregelen vereisen. De informatie wordt dan binnen 24 uur ingediend.

 

Onverminderd het bepaalde in alinea's 1 en 2 mogen de bevoegde instantie en/of de inspecties van de gastlidstaat onverwijld maatregelen nemen voor het voorkomen, onderzoeken en bestraffen van fraude.

Amendement  62

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De lidstaten zien erop toe dat de registers waarin de dienstverrichters zijn ingeschreven en die door de bevoegde instanties op hun grondgebied kunnen worden geraadpleegd, onder dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn voor de overeenkomstige bevoegde instanties van de andere lidstaten.

6. De lidstaten zien erop toe dat de registers waarin de dienstverrichters zijn ingeschreven en die door de bevoegde instanties op hun grondgebied kunnen worden geraadpleegd, onder vergelijkbare voorwaarden toegankelijk zijn voor de overeenkomstige bevoegde instanties van de andere lidstaten.

Amendement  63

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De lidstaten waarborgen de vertrouwelijkheid van de door hen uitgewisselde informatie. De uitgewisselde informatie wordt alleen gebruikt voor de zaak of zaken waarvoor erom verzocht is.

7. De lidstaten waarborgen de vertrouwelijkheid van de door hen uitgewisselde informatie, overeenkomstig het Europees recht en de nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  64

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9. De Commissie en de bevoegde instanties werken nauw samen om eventuele problemen bij de toepassing van artikel 3, lid 10, van Richtlijn 96/71/EG te onderzoeken.

9. Overeenkomstig het bij artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG ingevoerde beginsel, werken de Commissie en de bevoegde instanties nauw samen om eventuele problemen bij de tenuitvoerlegging van artikel 3, lid 10, van Richtlijn 96/71/EG te onderzoeken.

Amendement  65

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 bis. Om wederzijdse ondersteuning en samenwerking over de grenzen heen te vergemakkelijken, dient de Commissie ten laatste op ...* bij het Europees Parlement en de Raad een effectbeoordeling in van de haalbaarheid van een systeem van kennisgeving of registratie voor de hele EU dat gebaseerd is op en compatibel is met de bestaande systemen in de lidstaten.

 

__________

 

*PB: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

Amendement  66

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Rol van de lidstaat van vestiging

Samenwerking tussen de lidstaat van vestiging en de ontvangende lidstaat

Amendement  67

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter blijft – in overeenstemming met de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures – controle en toezicht uitoefenen en de nodige controle- en handhavingsmaatregelen nemen met betrekking tot naar een andere lidstaat gedetacheerde werknemers.

1. Overeenkomstig de in de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 96/71/EG vastgelegde beginselen blijft ook de lidstaat van vestiging van de dienstverrichter – in overeenstemming met de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures – controle en toezicht uitoefenen en de nodige controle- en handhavingsmaatregelen nemen met betrekking tot naar een andere lidstaat gedetacheerde werknemers. Die verantwoordelijkheid vermindert op geen enkele wijze de mogelijkheid voor de ontvangende lidstaat om, op eigen initiatief, te controleren, te monitoren en de nodige toezichts- of handhavingsmaatregelen te nemen, waaronder met betrekking tot inspecties van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden.

Amendement  68

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter verleent onder de in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, vermelde omstandigheden bijstand aan de lidstaat van detachering om de naleving van de voorwaarden van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn te waarborgen. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter deelt op eigen initiatief alle in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, gespecificeerde relevante informatie mee aan de lidstaat van detachering, wanneer hij op de hoogte is van specifieke feiten die op mogelijke onregelmatigheden wijzen.

2. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter verleent onder de in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, vermelde omstandigheden bijstand aan de ontvangende lidstaat om de naleving van de voorwaarden van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn te waarborgen. De lidstaat van vestiging van de dienstverrichter deelt op eigen initiatief of op verzoek van de ontvangende staat alle in artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1, gespecificeerde relevante informatie mee aan de ontvangende lidstaat. De lidstaat van vestiging steunt de bevoegde autoriteiten van de ontvangende staat, in de geest van artikel 6, lid 1, van deze richtlijn, door tijdig informatie over de naleving van artikel 3 van deze richtlijn te verstrekken.

Amendement  69

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging voor iedere dienstverrichting of dienstverrichter om informatie verzoeken over de rechtmatigheid van de vestiging van de dienstverrichter, het goede gedrag van de dienstverrichter en het ontbreken van eventuele inbreuken op de geldende regels. De bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 6.

3. Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging voor iedere dienstverrichting of dienstverrichter om informatie verzoeken om de volledige naleving van zowel Richtlijn 96/71/EG, als deze richtlijn na te gaan, met inbegrip van informatie over de rechtmatigheid van de vestiging van de dienstverrichter, het goede gedrag van de dienstverrichter en het ontbreken van eventuele inbreuken op de geldende regels. . De bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 6.

Amendement  70

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De in de leden 1 en 2 vermelde verplichting impliceert niet dat de lidstaat van vestiging daadwerkelijke verificaties en controles moet verrichten op het grondgebied van de ontvangende lidstaat waar de dienst wordt verricht. Dergelijke verificaties en controles worden eventueel op verzoek van de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging door de instanties van de ontvangende lidstaat verricht overeenkomstig artikel 10 en in overeenstemming met de controlebevoegdheden waarin de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures van de ontvangende lidstaat voorzien en waarbij het recht van de Unie wordt nageleefd.

4. Verificaties en controles worden daar waar nodig door de instanties van de ontvangende lidstaat verricht overeenkomstig artikel 10 en in overeenstemming met de controlebevoegdheden waarin de nationale wetgeving, gebruiken en administratieve procedures van de ontvangende lidstaat voorzien

Amendement  71

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De lidstaten nemen met hulp van de Commissie aanvullende maatregelen om een uitwisseling tussen de sociale partners tot stand te brengen, te vergemakkelijken en te bevorderen en om ervoor te zorgen dat organisaties die informatie verstrekken aan gedetacheerde werknemers ondersteund worden.

Amendement  72

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de verplichting om tijdens de periode van detachering kopieën op papier of in elektronische vorm van de arbeidsovereenkomst (of een gelijkwaardig document in de zin van Richtlijn 91/533, met inbegrip – waar nodig of relevant – van de in artikel 4 van die richtlijn vermelde aanvullende gegevens), loonstrookjes, tijdkaarten en betalingsbewijzen van lonen of kopieën van gelijkwaardige documenten te bewaren of ter beschikking te stellen en/of te bewaren op een toegankelijke en duidelijk geïdentificeerde plaats op zijn grondgebied, zoals de werkplek of het bouwterrein, of – voor mobiele werknemers in de transportsector – de operationele basis of het voertuig waarmee de dienst wordt verricht;

(b) de verplichting om tijdens de periode van detachering naar keuze van de dienstverrichter kopieën op papier of in elektronische vorm van de arbeidsovereenkomst (of een gelijkwaardig document in de zin van Richtlijn 91/533, met inbegrip – waar nodig of relevant – van de in artikel 4 van die richtlijn vermelde aanvullende gegevens), loonstrookjes, tijdkaarten en betalingsbewijzen van lonen of kopieën van gelijkwaardige documenten die zijn afgegeven overeenkomstig de nationale wet van de lidstaat van vestiging, te bewaren of binnen een redelijke termijn ter beschikking te stellen en/of te bewaren op een toegankelijke en duidelijk geïdentificeerde plaats op zijn grondgebied, zoals de werkplek of het bouwterrein, of – voor mobiele werknemers in de transportsector – de operationele basis of het voertuig waarmee de dienst wordt verricht;

Amendement  73

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) een vertaling van de onder b) vermelde documenten volstaat, op voorwaarde dat deze documenten niet buitensporig lang zijn en gewoonlijk standaardformulieren voor dergelijke documenten worden gebruikt;

(c) een vertaling van de onder b) vermelde documenten volstaat, op voorwaarde dat deze documenten van belang zijn om de aard van de detachering en de naleving van Richtlijn 96/71/EG na te gaan, niet buitensporig lang zijn en gewoonlijk standaardformulieren voor dergelijke documenten worden gebruikt;

Amendement  74

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat alle administratieve eisen en controlemaatregelen voor de dienstverrichters publiek beschikbaar zijn en geregeld worden bijgewerkt.

Amendement  75

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Uiterlijk drie jaar na de in artikel 20 vermelde datum wordt in het licht van de ervaringen met en de doeltreffendheid van het systeem voor samenwerking en uitwisseling van informatie, de ontwikkeling van meer uniforme gestandaardiseerde documenten, de ontwikkeling van gemeenschappelijke beginselen of normen voor inspecties op het gebied van de detachering van werknemers en de technologische ontwikkelingen geëvalueerd of de toepassing van nationale controlemaatregelen noodzakelijk en terecht is. Doel is – waar nodig – de nodige wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

3. Uiterlijk drie jaar na de in artikel 20 vermelde datum wordt in het licht van de ervaringen met en de doeltreffendheid van het systeem voor samenwerking en uitwisseling van informatie, de ontwikkeling van meer uniforme gestandaardiseerde documenten, de ontwikkeling van gemeenschappelijke beginselen of normen voor inspecties op het gebied van de detachering van werknemers en de technologische, sociale en economische ontwikkelingen van detachering geëvalueerd of de toepassing van nationale controlemaatregelen noodzakelijk, terecht en voldoende effectief is. Doel is – waar nodig – de nodige wijzigingen of aanpassingen voor te stellen, om effectieve controles van de arbeidsomstandigheden door de bevoegde autoriteiten van de gastlidstaat te garanderen.

Amendement  76

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate controles en toezichtsmechanismen worden ingesteld en dat doeltreffende en adequate inspecties op hun grondgebied worden uitgevoerd om te controleren en erop toe te zien dat de bepalingen en regels van Richtlijn 96/71/EG worden nageleefd en de correcte toepassing en handhaving ervan wordt gewaarborgd. De inspecties worden voornamelijk gebaseerd op een risicobeoordeling die op gezette tijden door de bevoegde instanties wordt opgesteld. Bij de risicobeoordeling wordt nagegaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd. Bij de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met factoren als de verwezenlijking van grote infrastructuurprojecten, de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de inbreuken in het verleden en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat doeltreffende en adequate controles en toezichtsmechanismen worden ingesteld en dat doeltreffende en adequate inspecties op hun grondgebied worden uitgevoerd om te controleren en erop toe te zien dat de bepalingen en regels van Richtlijn 96/71/EG worden nageleefd en de correcte toepassing en handhaving ervan wordt gewaarborgd. De inspecties worden voornamelijk gebaseerd op een risicobeoordeling die door de bevoegde instanties wordt opgesteld. Bij de risicobeoordeling wordt nagegaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd.

Amendement  77

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de inspecties en de controles van de naleving van Richtlijn 96/71/EG noch discriminerend noch onevenredig zijn.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de inspecties en de controles van de naleving van Richtlijn 96/71/EG noch discriminerend noch onevenredig zijn.

 

In overeenstemming met de eigen praktijken verstrekt de bevoegde autoriteit de geïnspecteerde of gecontroleerde onderneming een inspectie- of controledocument met daarin alle relevante informatie.

Amendement  78

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Lidstaten waar de arbeidsinspectiediensten geen bevoegdheden hebben met betrekking tot de controle van en het toezicht op de werkomstandigheden en/of arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, mogen – bij wijze van uitzondering en na raadpleging van de sociale partners op nationaal niveau – regelingen treffen of handhaven die de naleving van deze arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden waarborgen, op voorwaarde dat de regelingen de betrokken personen een adequaat niveau van bescherming bieden dat gelijkwaardig is aan het uit Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn voortvloeiende niveau van bescherming.

5. Overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 96/71/EG hebben de lidstaten het recht om een uitgebreid pakket regelingen toe te passen in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken om ervoor te zorgen dat Richtlijn 96/71/EG wordt nageleefd, teneinde de betrokken personen een adequaat niveau van bescherming te garanderen, zoals bepaald in Richtlijn 96/71/EG en in deze richtlijn.

Amendement  79

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Voor de handhaving van de verplichtingen uit hoofde van artikel 6 van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn waarborgen de lidstaten doeltreffende mechanismen op basis waarvan gedetacheerde werknemers direct klacht tegen hun werkgevers kunnen indienen, evenals het recht gerechtelijke of administratieve procedures op te starten – ook in de lidstaat waar de werknemers gedetacheerd zijn of waren – wanneer werknemers van oordeel zijn dat zij verlies of schade hebben geleden doordat de geldende regels niet werden toegepast, zelfs nadat de arbeidsverhouding in het kader waarvan de regels niet zouden zijn nageleefd, al is beëindigd.

1. Voor de handhaving van de verplichtingen uit hoofde van artikel 6 van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn waarborgen de lidstaten doeltreffende mechanismen op basis waarvan gedetacheerde werknemers direct klacht tegen hun werkgevers kunnen indienen, evenals het recht gerechtelijke of administratieve procedures op te starten – ongeacht of het de lidstaat van vestiging van de onderneming of de lidstaat van ontvangst is waar werknemers in hun ogen verlies of schade hebben geleden doordat de geldende regels niet werden toegepast, zelfs nadat de arbeidsverhouding in het kader waarvan de regels niet zouden zijn nageleefd, al is beëindigd.

Amendement  80

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten zorgen ervoor dat vakbonden en andere derde partijen zoals verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat deze richtlijn wordt nageleefd, namens of ter ondersteuning van de gedetacheerde werknemers of hun werkgevers en met hun toestemming gerechtelijke of administratieve procedures kunnen aanspannen met het oog op de uitvoering van deze richtlijn en/of de handhaving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat vakbonden en andere derde partijen zoals verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn worden nageleefd, namens of ter ondersteuning van de gedetacheerde werknemers of, in voorkomend geval, hun werkgevers en met hun toestemming gerechtelijke of administratieve procedures kunnen aanspannen met het oog op de uitvoering van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn en/of de handhaving van de uit Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen.

Amendement  81

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 5 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen voor de nodige mechanismen om te waarborgen dat gedetacheerde werknemers het volgende kunnen ontvangen:

De lidstaten zorgen voor de nodige mechanismen om te waarborgen dat gedetacheerde werknemers of instanties die in hun naam handelen het volgende kunnen vorderen en ontvangen:

Amendement  82

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 5 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) de terugbetaling van buitensporige kosten in verhouding tot het nettoloon of de kwaliteit van de accommodatie die van het loon worden ingehouden of afgetrokken in ruil voor door de werkgever ter beschikking gestelde accommodatie.

(b) de terugbetaling van buitensporige kosten of de kosten voor vervoer, verblijf en accommodatie die automatisch waren afgetrokken van het loon en die niet waren vergoed door de werkgever;

Amendement  83

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 5 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis) nabetalingen of terugbetalingen van onrechtmatig op het loon van de werknemer ingehouden belastingen of socialezekerheidsbijdragen.

Amendement  84

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. Gedetacheerde werknemers die gerechtelijke of administratieve procedures starten, worden door hun werkgever niet nadelig behandeld.

Amendement  85

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

[...]

Schrappen

Amendement  86

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd de middelen waarin het recht van de Unie voorziet of kan voorzien, zijn de beginselen van wederzijdse bijstand en erkenning, evenals de in dit artikel vastgestelde maatregelen en procedures van toepassing op de grensoverschrijdende handhaving van administratieve boeten en sancties die wegens het niet-naleven van de geldende regels in een lidstaat worden opgelegd aan een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter.

1. Onverminderd de middelen waarin het recht van de Unie voorziet of kan voorzien, zijn de beginselen van wederzijdse bijstand en erkenning, evenals de in dit artikel vastgestelde maatregelen en procedures van toepassing op de grensoverschrijdende handhaving van administratieve boeten en sancties met betrekking tot situaties in verband met de detachering van werknemers overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn die wegens het niet-naleven van de geldende regels in een lidstaat worden opgelegd aan een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter.

Amendement  87

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De verzoekende instantie kan – overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de eigen lidstaat – de bevoegde instantie in een andere lidstaat verzoeken om een sanctie of een boete in te vorderen of kennis te geven van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete, in zoverre de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de lidstaat van de aangezochte instantie dergelijke maatregelen toestaan voor soortgelijke claims of beslissingen.

2. De verzoekende instantie kan – overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de eigen lidstaat – de bevoegde instantie in een andere lidstaat verzoeken om een sanctie of een boete of socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 987/2009/EG in te vorderen of kennis te geven van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete of invordering van socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 987/2009/EG, in zoverre de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de lidstaat van de aangezochte instantie dergelijke maatregelen toestaan voor soortgelijke claims of beslissingen.

Amendement  88

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 14 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De bepalingen inzake de invordering van boetes of sancties of socialezekerheidsbijdragen met terugwerkende kracht gelden ook voor boetes die zijn opgelegd in het kader van een uitvoerbaar statutair besluit van een nationale rechtbank.

Amendement  89

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De aangezochte instantie mag de bedragen bij de betrokken natuurlijke of rechtspersoon invorderen en daarbij – overeenkomstig de in de aangezochte lidstaat ten aanzien van soortgelijke claims geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve procedures of gebruiken – alle door haar bij de invordering gemaakte kosten inhouden.

De aangezochte instantie mag de bedragen bij de betrokken natuurlijke of rechtspersoon invorderen en daarbij – overeenkomstig de in de aangezochte lidstaat ten aanzien van soortgelijke claims geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve procedures of gebruiken – alle door haar bij de invordering gemaakte kosten inhouden. Als de aangezochte instantie bij de invordering kosten maakt, stelt zij de verzoekende instantie hiervan in kennis onder bijvoeging van bewijsstukken.

Amendement  90

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 18 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De in de artikelen 6 en 7, artikel 10, lid 3, en de artikelen 13, 14 en 15 vastgestelde administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de bevoegde instanties van de lidstaten gebeurt via het bij [verwijzing naar de IMI-verordening] opgezette Informatiesysteem interne markt (IMI).

1. De in de artikelen 6 en 7, artikel 10, lid 3, en de artikelen 13, 14 en 15 vastgestelde administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de bevoegde instanties van de lidstaten gebeurt via het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 opgezette Informatiesysteem interne markt (IMI) en, wanneer de betrokken lidstaat zulks noodzakelijk acht, via andere beproefde manieren van samenwerking, zoals bilaterale overeenkomsten.

Amendement  91

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 18 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten mogen bilaterale overeenkomsten inzake de administratieve samenwerking tussen hun bevoegde instanties bij de toepassing en monitoring van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers blijven toepassen, op voorwaarde dat deze overeenkomsten de rechten en verplichtingen van de betrokken werknemers en bedrijven niet negatief beïnvloeden.

2. Waar van toepassing en in overeenstemming met de beginselen zoals bedoeld in Richtlijn 96/71/EG mogen de lidstaten bilaterale overeenkomsten inzake de administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen hun bevoegde instanties bij de handhaving van Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn toepassen, op voorwaarde dat deze overeenkomsten de rechten en verplichtingen van de betrokken werknemers en bedrijven niet negatief beïnvloeden.

 

Ten laatste op ...* evalueert de Commissie de interactie tussen het Informatiesysteem interne markt en de bilaterale overeenkomsten.

 

__________

 

*PB: gelieve de datum in te voegen: 5 jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

Amendement  92

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 18 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. In het kader van de in lid 2 vermelde bilaterale overeenkomsten maken de bevoegde instanties van de lidstaten zoveel mogelijk gebruik van het IMI. Als een bevoegde instantie in een van de betrokken lidstaten van het IMI heeft gebruikgemaakt, wordt het in elk geval voor elke vereiste follow-up gebruikt en krijgt het voorrang op het mechanisme of de mechanismen waarin de bilaterale overeenkomst met betrekking tot administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand voorziet.

3. In het kader van de in lid 2 vermelde bilaterale overeenkomsten maken de bevoegde instanties van de lidstaten zoveel mogelijk gebruik van het IMI. Als een bevoegde instantie in een van de betrokken lidstaten van het IMI heeft gebruikgemaakt, wordt het waar mogelijk voor elke vereiste follow-up gebruikt.

PROCEDURE

Titel

Handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Document- en procedurenummers

COM(2012)0131 – C7-0086/2012 – 2012/0061(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

EMPL

18.4.2012

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

IMCO

18.4.2012

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Emilie Turunen

8.5.2012

Behandeling in de commissie

18.9.2012

10.10.2012

28.11.2012

 

Datum goedkeuring

21.2.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

15

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pablo Arias Echeverría, Adam Bielan, Preslav Borissov, Birgit Collin-Langen, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, Cornelis de Jong, Christian Engström, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Malcolm Harbour, Philippe Juvin, Sandra Kalniete, Edvard Kožušník, Toine Manders, Hans-Peter Mayer, Franz Obermayr, Sirpa Pietikäinen, Phil Prendergast, Mitro Repo, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Emilie Turunen, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jürgen Creutzmann, Ildikó Gáll-Pelcz, María Irigoyen Pérez, Constance Le Grip, Antonyia Parvanova, Marc Tarabella, Kyriacos Triantaphyllides, Rafał Trzaskowski, Patricia van der Kammen

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Norbert Glante

ADVIES van de Commissie juridische zaken (15.5.2013)

aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten
(COM(2012)0131 – C7‑0086/2012 – 2012/0061(COD))

Rapporteur voor advies: Klaus-Heiner Lehne

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Teneinde omzeiling en/of misbruik van de toepasselijke regels door ondernemingen die onrechtmatig of frauduleus gebruikmaken van de in het Verdrag neergelegde vrijheid van dienstverrichting en/of van Richtlijn 96/71/EG te voorkomen, te vermijden en te bestrijden, moet de toepassing van en het toezicht op het begrip detachering worden verbeterd.

(4) Teneinde omzeiling en/of misbruik van de toepasselijke regels door ondernemingen die onrechtmatig of frauduleus gebruikmaken van de in het Verdrag neergelegde vrijheid van dienstverrichting en/of van Richtlijn 96/71/EG te voorkomen, te vermijden en te bestrijden, moet de toepassing van en het toezicht op het begrip detachering worden verbeterd en moeten er met het oog op een gemeenschappelijke interpretatie op EU-niveau meer uniforme criteria worden ingevoerd.

Amendement  2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Alle bij deze richtlijn ingevoerde maatregelen moeten verantwoord, proportioneel en niet-discriminerend zijn, zodat ze niet leiden tot administratieve belasting en blokkering van het potentieel van bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, om nieuwe banen te creëren, terwijl de gedetacheerde werknemers ermee worden beschermd.

Amendement  3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis) De bevoegde instanties moeten aan hand van alle feitelijke elementen een alomvattende beoordeling geven om vast te stellen of de werknemer wel echt gedetacheerd is. Als dat niet kan worden aangetoond moeten de lidstaten in nauw overleg onverwijld aan de hand van de verordening Rome I uitmaken welk recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing is.

Amendement  4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) Bij de komende herziening van de IMI-verordening moet er rekening mee worden gehouden dat IMI datgene omvat wat thans met bilaterale overeenkomsten geregeld is.

Amendement  5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) De op de lidstaten rustende verplichting om informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden algemeen beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, niet alleen voor dienstverrichters uit andere lidstaten, maar ook voor de betrokken gedetacheerde werknemers, moet verder worden aangescherpt.

(14) De op de lidstaten rustende verplichting om informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden algemeen gratis beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, niet alleen voor dienstverrichters uit andere lidstaten, maar ook voor de betrokken gedetacheerde werknemers, moet verder worden aangescherpt.

Amendement  6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Gedetacheerde werknemers moeten een subjectief recht hebben op informatie en advies over hun rechten, verplichtingen en de toepasselijke arbeidsomstandigheden en -voorwaarden.

Amendement  7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, mogen de lidstaten op ondernemingen die werknemers detacheren om diensten te verrichten slechts bepaalde controlemaatregelen of administratieve formaliteiten toepassen. Dergelijke maatregelen en eisen mogen slechts worden opgelegd indien de bevoegde autoriteiten zonder de gevraagde informatie hun controletaak niet doeltreffend kunnen uitvoeren en de noodzakelijke informatie niet eenvoudig en binnen een redelijke termijn via de werkgever of de autoriteiten in de lidstaat van vestiging kan worden verkregen en/of minder restrictieve maatregelen niet kunnen waarborgen dat de doelstellingen van de noodzakelijk geachte nationale controlemaatregelen worden bereikt.

(16) Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, mogen de lidstaten op ondernemingen die werknemers detacheren om diensten te verrichten slechts bepaalde controlemaatregelen of administratieve formaliteiten toepassen. Met het oog op een grotere juridische duidelijkheid moeten eventuele controlemaatregelen en eisen uniform zijn op EU-niveau en mogen ze slechts worden opgelegd indien de bevoegde autoriteiten zonder de gevraagde informatie hun controletaak niet doeltreffend kunnen uitvoeren en de noodzakelijke informatie niet eenvoudig en binnen een redelijke termijn via de werkgever of de autoriteiten in de lidstaat van vestiging kan worden verkregen en/of minder restrictieve maatregelen niet kunnen waarborgen dat de doelstellingen van de noodzakelijk geachte nationale controlemaatregelen worden bereikt.

Amendement  8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) De lidstaten worden inzonderheid aangemoedigd om een meer geïntegreerde benadering van de arbeidsinspectie in te voeren. Ook moet worden onderzocht of er behoefte is aan de ontwikkeling van gemeenschappelijk normen, teneinde op het niveau van de Unie vergelijkbare methoden, praktijken en minimumnormen in te voeren.

(22) De lidstaten worden inzonderheid aangemoedigd om een meer geïntegreerde benadering van de arbeidsinspectie in te voeren. Ook is er behoefte aan de ontwikkeling van gemeenschappelijke normen, teneinde op het niveau van de Unie vergelijkbare methoden, praktijken en minimumnormen in te voeren.

Amendement  9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) Daar onderaanneming zeer gangbaar is in de bouwsector, en met het oog op de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, moet ervoor worden gezorgd dat althans in die sector de aannemer van wie de werkgever een directe onderaannemer is, samen met of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling aan gedetacheerde werknemers van het verschuldigde nettominimumloon, achterstallige bezoldigingen en/of bijdragen die verschuldigd zijn aan bij wet of collectieve overeenkomst geregelde gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners, voor zover deze onder artikel 3, lid 1 van Richtlijn 96/71/EG vallen. De aannemer wordt niet aansprakelijk gesteld als hij of zij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht. Dit laatste kan bestaan in preventieve maatregelen met betrekking tot door de onderaannemer verstrekte bewijzen, in voorkomend geval mede op basis van informatie afkomstig van nationale instanties.

(24) Daar onderaanneming zeer gangbaar is in de bouwsector, en met het oog op de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers, verdient het aanbeveling dat althans in die sector de aannemer van wie de werkgever een directe onderaannemer is, samen met of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling aan gedetacheerde werknemers van het verschuldigde nettominimumloon, achterstallige bezoldigingen en/of bijdragen die verschuldigd zijn aan bij wet of collectieve overeenkomst geregelde gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners, voor zover deze onder artikel 3, lid 1 van Richtlijn 96/71/EG vallen. De aannemer mag niet aansprakelijk worden gesteld als hij of zij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht. Dit laatste kan bestaan in preventieve maatregelen met betrekking tot door de onderaannemer verstrekte bewijzen, in voorkomend geval mede op basis van informatie afkomstig van nationale instanties.

Amendement  10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) In specifieke gevallen mogen overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk en na raadpleging van de sociale partners op nationaal of sectoraal niveau ook andere aannemers aansprakelijk worden gesteld voor de niet-nakoming van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen, of mag hun aansprakelijkheid worden beperkt.

Schrappen

Amendement  11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26) De verplichting om te voorzien in hoofdelijke aansprakelijkheid van de aannemer wanneer de directe onderaannemer een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter is die werknemers detacheert, wordt gerechtvaardigd door het dwingend algemeen belang van de sociale bescherming van werknemers. Dergelijke gedetacheerde werknemers bevinden zich met betrekking tot de mogelijkheid om achterstallig loon of de terugbetaling van ten onrechte ingehouden belastingen of socialezekerheidspremies te vorderen eventueel niet in dezelfde situatie als werknemers die in dienst zijn van een directe onderaannemer die gevestigd is in de lidstaat van vestiging van de aannemer.

Schrappen

Amendement  12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) De verschillen tussen de stelsels van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van in grensoverschrijdende situaties opgelegde administratieve boeten en/of sancties belemmeren de goede werking van de interne markt en kunnen het uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk maken om te garanderen dat gedetacheerde werknemers in de hele Unie dezelfde mate van bescherming genieten.

(27) De verschillen tussen de stelsels van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van in grensoverschrijdende situaties opgelegde administratieve boeten en/of sancties belemmeren de goede werking van de interne markt en kunnen het uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk maken om te garanderen dat gedetacheerde werknemers in de hele Unie dezelfde mate van bescherming genieten. De lidstaten moeten er evenwel voor zorgen dat voorzien is in efficiënte administratieve boetes en/of sancties om de naleving van Richtlijn 96/71/EG en van onderhavige richtlijn te waarborgen.

Amendement  13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 32

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(32) Voor het geval de in deze richtlijn neergelegde verplichtingen niet worden nagekomen, moeten de lidstaten passende maatregelen nemen, inclusief administratieve en gerechtelijke procedures, en voorzien in doeltreffende, dissuasieve en evenredige sancties voor schending van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen.

(32) Voor het geval de in deze richtlijn neergelegde verplichtingen niet worden nagekomen, moeten de lidstaten passende maatregelen nemen, inclusief administratieve en gerechtelijke procedures, en voorzien in doeltreffende, dissuasieve en evenredige sancties voor schending van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen. Een goede samenwerking tussen de lidstaten is essentieel voor een correcte handhaving van Richtlijn 96/71/EG en om te zorgen voor eerlijke concurrentievoorwaarden voor bedrijven en werknemers.

Amendement  14

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Deze richtlijn stelt een gemeenschappelijk algemeen kader van passende bepalingen, maatregelen en controlemechanismen vast voor een betere en meer uniforme uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG in de praktijk, met inbegrip van maatregelen om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen.

1. Deze richtlijn stelt bepalingen, maatregelen en controlemechanismen vast om te zorgen voor een betere en meer uniforme uitvoering, toepassing en handhaving door de lidstaten van Richtlijn 96/71/EG in de praktijk, met inbegrip van maatregelen om elk misbruik en elke omzeiling van de toepasselijke regels te voorkomen en te bestraffen.

Amendement  15

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) "bevoegde instantie": een instantie die door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn te vervullen taken te verrichten;

a) "bevoegde instantie": een overheidsinstantie die door een lidstaat is aangewezen om de uit hoofde van deze richtlijn te vervullen taken te verrichten;

Amendement  16

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – letter a – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De bevoegde instanties kunnen de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus omvatten.

Amendement  17

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – letter a - alinea 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De contactgegevens van de bevoegde instanties worden aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld. De Commissie publiceert de lijst van bevoegde instanties en verbindingsbureaus en werkt die op gezette tijden bij.

Amendement  18

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) "verzoekende instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die verzoekt om bijstand, informatie, kennisgeving of invordering met betrekking tot een in Hoofdstuk V bedoelde sanctie of boete;

b) "verzoekende instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die verzoekt om bijstand, informatie, kennisgeving of invordering;

Amendement  19

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) "aangezochte instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die om bijstand, informatie, mededeling of invordering wordt verzocht.

c) "aangezochte instantie": de bevoegde instantie van een lidstaat die om bijstand, informatie, mededeling of invordering wordt verzocht, zoals bedoeld in hoofdstuk VI.

Amendement  20

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Met het oog op de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG nemen de bevoegde instanties de feitelijke elementen die kenmerkend zijn voor de activiteiten die een onderneming verricht in de staat waar zij is gevestigd in aanmerking om uit te maken of zij daadwerkelijk substantiële werkzaamheden verricht die verder gaan dan louter intern beheer en/of administratie. Die elementen zijn onder meer:

1. Met het oog op de uitvoering, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG nemen de bevoegde instanties de feitelijke elementen die kenmerkend zijn voor de activiteiten die een onderneming verricht in de lidstaat waar zij is gevestigd in aanmerking om uit te maken of zij daadwerkelijk werknemers detacheert op het grondgebied van een andere lidstaat in het kader van transnationale dienstverrichting. Die elementen zijn uitsluitend:

Amendement  21

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven,

b) de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven en van waaruit ze worden gedetacheerd,

Amendement  22

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de plaats waar de onderneming haar belangrijkste ondernemingsactiviteiten ontplooit en waar zij administratief personeel heeft,

d) de plaats waar de onderneming haar ondernemingsactiviteiten ontplooit, wat in een beoordeling over een langere periode niet beperkt is tot louter intern beheer en/of administratie,

Amendement  23

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e) het ongewoon kleine aantal overeenkomsten en/of de ongewoon kleine omzet in de lidstaat van vestiging.

Schrappen

Motivering

Schrapping om rekening te houden met de situatie van pas opgerichte kmo's, die wellicht meteen een contract krijgen en met gedetacheerde werknemers werken. In dat geval hebben ze automatisch een lagere omzet in de lidstaat van vestiging, maar dit heeft geen gevolgen voor de vestigingssituatie als zodanig.

Amendement  24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die elementen zijn onder meer:

Die elementen zijn uitsluitend:

Amendement  25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 - lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Binnen drie jaar na de in artikel 20 vermelde datum wordt de noodzaak en geschiktheid van de in de leden 1 en 2 van dit artikel opgesomde elementen geëvalueerd in verband met de aanwijzing van eventuele nieuwe elementen waarmee rekening moet worden gehouden om te bepalen of de onderneming echt is en of de gedetacheerde werknemer zijn of haar werkzaamheden tijdelijk verricht, om zo nodig wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

Amendement  26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie over de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG genoemde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die door dienstverrichters moeten worden toegepast en waaraan zij moeten voldoen, vanop afstand en met elektronische middelen duidelijk, volledig en op gemakkelijk toegankelijke wijze algemeen beschikbaar wordt gemaakt in een formaat en volgens webnormen die de toegankelijkheid voor personen met een handicap garanderen, en dat de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus of andere bevoegde nationale instanties in staat zijn hun taak doeltreffend te verrichten.

1. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie over de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG genoemde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die door dienstverrichters moeten worden toegepast en waaraan zij moeten voldoen, met inbegrip van de desbetreffende bepalingen in collectieve arbeidsovereenkomsten, op afstand en met elektronische middelen duidelijk, volledig en op gemakkelijk toegankelijke wijze algemeen en gratis beschikbaar wordt gemaakt in een formaat en volgens webnormen die de toegankelijkheid voor personen met een handicap garanderen, en dat de in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG bedoelde verbindingsbureaus of andere bevoegde nationale instanties in staat zijn hun taak doeltreffend te verrichten.

Amendement  27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 5 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) de informatie aan werknemers en dienstverrichters ter beschikking stellen in andere talen dan de nationale taal of talen van het land waar de diensten worden verricht, zo mogelijk in de vorm van een beknopte brochure waarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden worden vermeld en op verzoek in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap;

c) de informatie aan werknemers en dienstverrichters ter beschikking stellen in de belangrijkste andere talen dan de nationale taal of talen van het land waar de diensten worden verricht, zo mogelijk in de vorm van een beknopte brochure waarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden worden vermeld en op verzoek in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap;

Amendement  28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. In het kader van de samenwerking tussen de lidstaten wordt vooral gehoor gegeven aan met redenen omklede verzoeken om informatie en aan verzoeken van bevoegde instanties om controles, inspecties en onderzoeken uit te voeren met betrekking tot de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vermelde detacheringsomstandigheden, met inbegrip van het onderzoek naar misbruiken van de geldende regels inzake de detachering van werknemers of mogelijke gevallen van onwettige transnationale activiteiten.

2. In het kader van de samenwerking tussen de lidstaten wordt vooral onverwijld gehoor gegeven aan verzoeken om informatie en aan verzoeken van bevoegde instanties om controles, inspecties en onderzoeken uit te voeren met betrekking tot de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vermelde detacheringsomstandigheden, met inbegrip van het onderzoek naar misbruiken van de geldende regels inzake de detachering van werknemers.

Amendement  29

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Om gehoor te kunnen geven aan een verzoek om bijstand van bevoegde instanties in een andere lidstaat zien de lidstaten erop toe dat op hun grondgebied gevestigde dienstverrichters hun bevoegde instanties alle informatie verstrekken die nodig is om hun activiteiten met inachtneming van hun nationale wetgeving te controleren.

3. Om gehoor te kunnen geven aan een verzoek om bijstand van bevoegde instanties in een andere lidstaat zien de lidstaten erop toe dat op hun grondgebied gevestigde dienstverrichters hun bevoegde instanties alle informatie verstrekken die nodig is om hun activiteiten met inachtneming van hun nationale wetgeving te controleren. Als dienstverrichters deze informatie niet verstrekken, ondernemen de bevoegde instanties in het gastland adequate actie, zo nodig in samenwerking met de bevoegde instanties van de staat van vestiging.

Motivering

De bevoegde instanties in de gastlanden moeten het EU- en nationale arbeidsrecht effectief handhaven. Als er een schending wordt vastgesteld en er om welke reden ook geen juridische actie in het gastland mogelijk is, moeten de beide landen samenwerken om ervoor te zorgen dat de dienstverrichter aansprakelijk wordt gesteld, dat hij de gedetacheerde werknemers een passend loon betaalt en dat hij wordt geconfronteerd met de desbetreffende strafrechtelijke sancties.

Amendement  30

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Wanneer er zich problemen voordoen om aan een verzoek om informatie te voldoen of om controles, inspecties of onderzoeken uit te voeren, stelt de lidstaat in kwestie de verzoekende lidstaat daarvan snel in kennis, zodat een oplossing kan worden gevonden.

4. Wanneer er zich problemen voordoen om aan een verzoek om informatie te voldoen of om controles, inspecties of onderzoeken uit te voeren, stelt de lidstaat in kwestie de verzoekende lidstaat daarvan snel in kennis, zodat een oplossing kan worden gevonden. Indien er zich problemen blijven voordoen met de uitwisseling van informatie, komt de Commissie tussenbeide om de lidstaten bij te staan bij de oplossing hiervan.

Amendement  31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 5 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De lidstaten verstrekken de informatie waarom door andere lidstaten of door de Commissie is verzocht, zo snel mogelijk – en uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek – langs elektronische weg.

5. De lidstaten verstrekken de informatie waarom door andere lidstaten of door de Commissie is verzocht, zo snel mogelijk – en uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek of binnen één maand indien voor de beantwoording inspectie ter plaatse nodig is – langs elektronische weg. In geval van een spoedeisend verzoek wordt de informatie binnen drie dagen na ontvangst van het verzoek verstrekt.

Amendement  32

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 5 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een specifiek urgentiemechanisme treedt in werking in speciale situaties waarbij een lidstaat bijzondere omstandigheden vaststelt die dringende maatregelen vereisen. De informatie wordt dan binnen 24 uur ingediend.

Schrappen

Amendement  33

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 6 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De lidstaten waarborgen de vertrouwelijkheid van de door hen uitgewisselde informatie. De uitgewisselde informatie wordt alleen gebruikt voor de zaak of zaken waarvoor erom verzocht is.

7. De lidstaten waarborgen de vertrouwelijkheid van de door hen uitgewisselde informatie, overeenkomstig de voorschriften van de Unie inzake gegevensbescherming alsook hun nationale wetgeving en praktijken.

Amendement  34

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging voor iedere dienstverrichting of dienstverrichter om informatie verzoeken over de rechtmatigheid van de vestiging van de dienstverrichter, het goede gedrag van de dienstverrichter en het ontbreken van eventuele inbreuken op de geldende regels. De bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 6.

3. Bovendien kunnen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging voor iedere dienstverrichting of dienstverrichter om informatie verzoeken over de rechtmatigheid van de vestiging van de dienstverrichter. De bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 6.

Amendement  35

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) de verplichting dat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter uiterlijk bij aanvang van de dienstverrichting een eenvoudige verklaring aan de verantwoordelijke nationale bevoegde instanties doet toekomen, waarbij de verklaring uitsluitend mag gaan over de identiteit van de dienstverrichter, de aanwezigheid van een of meer duidelijk identificeerbare gedetacheerde werknemers, hun verwachte aantal, de verwachte duur en plaats van hun aanwezigheid en de diensten die de detachering rechtvaardigen;

a) de verplichting dat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter vóór aanvang van de dienstverrichting een verklaring aan de verantwoordelijke nationale bevoegde instanties doet toekomen, waarbij de verklaring uitsluitend mag gaan over de identiteit van de dienstverrichter, de aanwezigheid van een of meer duidelijk identificeerbare gedetacheerde werknemers, hun verwachte aantal, de verwachte duur en plaats van hun aanwezigheid en de diensten die de detachering rechtvaardigen;

Amendement  36

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) een vertaling van de onder b) vermelde documenten volstaat, op voorwaarde dat deze documenten niet buitensporig lang zijn en gewoonlijk standaardformulieren voor dergelijke documenten worden gebruikt;

c) de mogelijkheid om een vertaling van de onder b) vermelde documenten aan te vragen, op voorwaarde dat deze documenten niet buitensporig lang zijn en gewoonlijk standaardformulieren voor dergelijke documenten worden gebruikt;

Amendement  37

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 9 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de verplichting een contactpersoon aan te wijzen om – zo nodig – overeenkomstig de nationale wetgeving en gebruiken namens de werkgever met de relevante sociale partners in de lidstaat van detachering te onderhandelen tijdens de periode waarin de diensten worden verricht.

d) de mogelijkheid om te vragen om de aanwijzing van een contactpersoon om – zo nodig – overeenkomstig de nationale wetgeving en gebruiken namens de werkgever met de relevante sociale partners in de ontvangende lidstaat te onderhandelen binnen de periode waarin de diensten worden verricht.

Amendement  38

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate controles en toezichtsmechanismen worden ingesteld en dat doeltreffende en adequate inspecties op hun grondgebied worden uitgevoerd om te controleren en erop toe te zien dat de bepalingen en regels van Richtlijn 96/71/EG worden nageleefd en de correcte toepassing en handhaving ervan wordt gewaarborgd. De inspecties worden voornamelijk gebaseerd op een risicobeoordeling die op gezette tijden door de bevoegde instanties wordt opgesteld. Bij de risicobeoordeling wordt nagegaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd. Bij de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met factoren als de verwezenlijking van grote infrastructuurprojecten, de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de inbreuken in het verleden en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat doeltreffende controles en toezichtsmechanismen worden ingesteld en dat doeltreffende en adequate inspecties op hun grondgebied worden uitgevoerd om te controleren en erop toe te zien dat de bepalingen en regels van Richtlijn 96/71/EG en van deze richtlijn worden nageleefd en de correcte toepassing en handhaving ervan wordt gewaarborgd. De inspecties worden voornamelijk gebaseerd op een risicobeoordeling die op gezette tijden door de bevoegde instanties wordt opgesteld. Bij de risicobeoordeling wordt nagegaan in welke sectoren de voor het verrichten van diensten gedetacheerde werknemers op hun grondgebied zijn geconcentreerd. Bij de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met factoren als de verwezenlijking van grote infrastructuurprojecten, de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de inbreuken in het verleden en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

Amendement  39

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De lidstaten zorgen ervoor dat vakbonden en andere derde partijen zoals verenigingen, organisaties en andere rechtspersonen die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat deze richtlijn wordt nageleefd, namens of ter ondersteuning van de gedetacheerde werknemers of hun werkgevers en met hun toestemming gerechtelijke of administratieve procedures kunnen aanspannen met het oog op de uitvoering van deze richtlijn en/of de handhaving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen.

Schrappen

Amendement  40

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 11 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De leden 1 en 3 gelden onverminderd nationale regels inzake verjaring of termijnen voor het aanhangig maken van soortgelijke zaken en onverminderd nationale procedurevoorschriften betreffende vertegenwoordiging en verdediging in rechte.

4. De leden 1 en 3 gelden onverminderd nationale regels inzake verjaring of termijnen voor het aanhangig maken van soortgelijke zaken en onverminderd nationale procedurevoorschriften betreffende vertegenwoordiging en verdediging in rechte. De nationale procedurevoorschriften dienen evenwel te voorzien in een minimumperiode van minstens zes maanden voor het indienen van de claim.

Amendement  41

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Met betrekking tot de in de bijlage bij Richtlijn 96/71/EG vermelde bouwactiviteiten waarborgen de lidstaten – voor alle onder artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vallende detacheringsomstandigheden – op niet-discriminerende basis met betrekking tot de bescherming van de gelijkwaardige rechten van werknemers van op hun grondgebied gevestigde directe subcontractanten dat de contractant van wie de werkgever (dienstverrichter of uitzendbedrijf of onderneming van herkomst) een directe subcontractant is, door de gedetacheerde werknemers en/of gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners naast of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet betalen van:

1. Met betrekking tot de in de bijlage bij Richtlijn 96/71/EG vermelde bouwactiviteiten worden de lidstaten aangespoord – voor alle onder artikel 1, lid 3, van Richtlijn 96/71/EG vallende detacheringsomstandigheden – een systeem in te voeren dat inhoudt dat de contractant van wie de werkgever (dienstverrichter of uitzendbedrijf of onderneming van herkomst) een directe subcontractant is, door de gedetacheerde werknemers en/of gemeenschappelijke fondsen of instellingen van sociale partners naast of in plaats van de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet betalen van:

Amendement  42

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 12 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten bepalen dat een contractant die de vereiste zorg heeft betracht, niet uit hoofde van lid 1 aansprakelijk kan worden gesteld. Deze systemen worden transparant, niet-discriminerend en evenredig toegepast. Zij kunnen preventieve maatregelen van de contractant impliceren met betrekking tot door de subcontractant verstrekt bewijsmateriaal van de belangrijkste in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG vermelde werkomstandigheden van de gedetacheerde werknemers, inclusief loonstrookjes en de betaling van loon, de naleving van de in de lidstaat van vestiging geldende verplichtingen inzake sociale zekerheid en/of belastingen en de naleving van de geldende regels inzake gedetacheerde werknemers.

2. De lidstaten kunnen bepalen dat een contractant die de vereiste zorg heeft betracht, niet uit hoofde van lid 1 aansprakelijk kan worden gesteld. Worden dergelijke systemen ingevoerd, dan worden ze transparant, niet-discriminerend en evenredig toegepast. Zij kunnen preventieve maatregelen van de contractant impliceren met betrekking tot door de subcontractant verstrekt bewijsmateriaal van de belangrijkste in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/71/EG vermelde werkomstandigheden van de gedetacheerde werknemers, inclusief loonstrookjes en de betaling van loon, de naleving van de in de lidstaat van vestiging geldende verplichtingen inzake sociale zekerheid en/of belastingen en de naleving van de geldende regels inzake gedetacheerde werknemers.

Amendement  43

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Onverminderd de middelen waarin het recht van de Unie voorziet of kan voorzien, zijn de beginselen van wederzijdse bijstand en erkenning, evenals de in dit artikel vastgestelde maatregelen en procedures van toepassing op de grensoverschrijdende handhaving van administratieve boeten en sancties die wegens het niet-naleven van de geldende regels in een lidstaat worden opgelegd aan een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter.

1. Onverminderd de middelen waarin het recht van de Unie voorziet of kan voorzien, zijn de beginselen van wederzijdse bijstand en erkenning, evenals de in dit hoofdstuk vastgestelde maatregelen en procedures van toepassing op de grensoverschrijdende handhaving van financiële administratieve sancties en/of boetes die aan een in een lidstaat gevestigde dienstverrichter worden opgelegd wegens het niet-naleven van de geldende regels inzake detachering van werknemers in een andere lidstaat.

Amendement  44

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 13 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De verzoekende instantie kan – overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de eigen lidstaat – de bevoegde instantie in een andere lidstaat verzoeken om een sanctie of een boete in te vorderen of kennis te geven van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete, in zoverre de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de lidstaat van de aangezochte instantie dergelijke maatregelen toestaan voor soortgelijke claims of beslissingen.

2. De verzoekende instantie kan – overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve gebruiken in de eigen lidstaat – de bevoegde instantie in een andere lidstaat verzoeken om een sanctie of een boete in te vorderen of kennis te geven van een beslissing tot oplegging van een sanctie of boete.

Amendement  45

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 14 bis

 

Weigeringsgronden

 

De bevoegde instanties in de aangezochte lidstaat kunnen een verzoek om invordering of mededeling afwijzen wanneer het verzoek onvolledig is of kennelijk niet met de onderliggende beslissing overeenkomt, dan wel wanneer de met de invordering van de sanctie of boete gemoeide kosten onevenredig hoog zijn ten opzichte van het in te vorderen bedrag.

Amendement  46

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De aangezochte instantie maakt de naar aanleiding van de in dit hoofdstuk vermelde boeten of sancties ingevorderde bedragen over aan de verzoekende instantie.

1. De naar aanleiding van de in dit hoofdstuk vermelde sancties en/of boetes ingevorderde bedragen komen de verzoekende instantie ten goede.

Amendement  47

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De aangezochte instantie mag de bedragen bij de betrokken natuurlijke of rechtspersoon invorderen en daarbij – overeenkomstig de in de aangezochte lidstaat ten aanzien van soortgelijke claims geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve procedures of gebruiken – alle door haar bij de invordering gemaakte kosten inhouden.

Schrappen

Amendement  48

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als zich bij een invordering een bijzonder probleem voordoet of de bedragen zeer hoog zijn, kunnen de verzoekende en de aangezochte instanties per geval specifieke afspraken maken over de vergoeding.

Schrappen

Amendement  49

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Niettegenstaande lid 2 blijft de bevoegde instantie in de verzoekende lidstaat ten opzichte van de aangezochte lidstaat aansprakelijk voor alle kosten en verliezen als gevolg van maatregelen die ongegrond worden geacht in termen van de inhoud van de boete of de sanctie, de geldigheid van de door de verzoekende instantie afgegeven executoriale titel en/of de conservatoire maatregelen van de verzoekende instantie.

Schrappen

Amendement  50

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 16 bis

 

Evaluatie

 

Uiterlijk drie jaar na de in artikel 20 vermelde datum onderwerpt de Commissie, na raadpleging van de lidstaten, de toepassing van dit hoofdstuk aan een evaluatie, met name in het licht van de ervaringen met en het al dan niet doeltreffend functioneren van het systeem van grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en/of boetes om eventueel noodzakelijke wijzigingen of aanpassingen voor te stellen.

PROCEDURE

Titel

Handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Document- en procedurenummers

COM(2012)0131 – C7-0086/2012 – 2012/0061(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

EMPL

18.4.2012

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

JURI

26.10.2012

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Klaus-Heiner Lehne

26.11.2012

Vervangen rapporteur voor advies

Evelyn Regner

Behandeling in de commissie

21.1.2013

 

 

 

Datum goedkeuring

25.4.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

16

7

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Christian Engström, Marielle Gallo, Giuseppe Gargani, Sajjad Karim, Klaus-Heiner Lehne, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Dimitar Stoyanov, Rebecca Taylor, Alexandra Thein, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Piotr Borys, Eva Lichtenberger, Angelika Niebler, József Szájer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Sylvie Guillaume, Jürgen Klute, Jacek Olgierd Kurski

PROCEDURE

Titel

Handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Document- en procedurenummers

COM(2012)0131 – C7-0086/2012 – 2012/0061(COD)

Datum indiening bij EP

21.3.2012

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

EMPL

18.4.2012

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

IMCO

18.4.2012

JURI

26.10.2012

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Danuta Jazłowiecka

16.2.2012

 

 

 

Behandeling in de commissie

28.11.2012

20.2.2013

29.5.2013

19.6.2013

Datum goedkeuring

20.6.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

18

6

Bij de eindstemming aanwezige leden

Regina Bastos, Edit Bauer, Heinz K. Becker, Jean-Luc Bennahmias, Phil Bennion, Pervenche Berès, Milan Cabrnoch, David Casa, Alejandro Cercas, Ole Christensen, Derek Roland Clark, Marije Cornelissen, Emer Costello, Frédéric Daerden, Karima Delli, Sari Essayah, Richard Falbr, Thomas Händel, Marian Harkin, Nadja Hirsch, Stephen Hughes, Danuta Jazłowiecka, Martin Kastler, Ádám Kósa, Jean Lambert, Verónica Lope Fontagné, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Licia Ronzulli, Elisabeth Schroedter, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Jutta Steinruck, Traian Ungureanu, Inês Cristina Zuber

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Georges Bach, Jürgen Creutzmann, Ria Oomen-Ruijten, Evelyn Regner, Birgit Sippel, Sampo Terho

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Ricardo Cortés Lastra, Jürgen Klute, Alexander Graf Lambsdorff, Marita Ulvskog, Jacek Włosowicz

Datum indiening

4.7.2013