VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht
24.9.2013 - (COM(2011)0635 – C7‑0329/2011 – 2011/0284(COD)) - ***I
Commissie juridische zaken
Rapporteurs: Klaus-Heiner Lehne, Luigi Berlinguer
Rapporteurs voor advies (*):
Evelyne Gebhardt, Hans-Peter Mayer, Commissie interne markt en consumentenbescherming,
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissie – Artikel 50 van het Reglement
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht
(COM(2011)0635 – C7‑0329/2011 – 2011/0284(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0635),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0329/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Oostenrijkse Bondsraad, de Belgische Senaat, de Duitse Bondsdag en het Hogerhuis van het Verenigd Koninkrijk, waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 29 maart 2012[1],
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0301/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Om deze belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht te kunnen overwinnen, moeten partijen de mogelijkheid hebben overeen te komen dat op hun overeenkomsten een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht van toepassing is met dezelfde betekenis en uitlegging in alle lidstaten: een gemeenschappelijk kooprecht. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet een aanvullende optie vormen die de keuzemogelijkheid van partijen vergroot en steeds kan worden toegepast wanneer zij dat samen zinvol achten om de grensoverschrijdende handel te bevorderen, en transactie- en alternatieve kosten alsook andere belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht voor grensoverschrijdende handel te beperken. Dit recht moet slechts de basis van een contractuele relatie worden indien partijen gezamenlijk tot de toepassing ervan besluiten. |
(8) Belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht verhinderen dat consumenten en handelaren ten volle profijt trekken van het potentieel van de interne markt en doen zich met name voor op het gebied van verkoop op afstand, terwijl dit gebied nu juist voordeel zou moeten behalen uit de interne markt. Met name de digitale dimensie van de interne markt wordt voor consumenten en verkopers steeds belangrijker, omdat consumenten hun aankopen steeds vaker via internet doen en het aantal onlineverkopers groeit. Omdat communicatie- en informatietechnologieën volop in ontwikkeling zijn en steeds toegankelijker worden is het groeipotentieel van internetverkoop zeer groot. Tegen deze achtergrond, en om dergelijke belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht te kunnen overwinnen, moeten partijen de mogelijkheid hebben overeen te komen dat op hun overeenkomsten die zij op afstand, en met name online, sluiten een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht van toepassing is met dezelfde betekenis en uitlegging in alle lidstaten: een gemeenschappelijk Europees kooprecht. Dit gemeenschappelijk Europees kooprecht moet een aanvullende optie vormen voor handel op afstand, met name internethandel, die de keuzemogelijkheid van partijen vergroot en steeds kan worden toegepast wanneer zij dat samen zinvol achten om de grensoverschrijdende handel te bevorderen, en transactie- en alternatieve kosten alsook andere belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht voor grensoverschrijdende handel te beperken. Dit recht moet slechts de basis van een contractuele relatie worden indien partijen gezamenlijk tot de toepassing ervan besluiten. |
Motivering | |
De overweging moet worden gewijzigd in verband met de wijzigingen die worden voorgesteld inzake het materiële toepassingsgebied van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht, een geheel van regels voor de hele EU, is het ideale instrument voor handel op afstand, met name onlinehandel, een snel groeiende sector binnen de interne markt. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk Europees kooprecht vastgesteld. De verordening harmoniseert het overeenkomstenrecht niet door wijzigingen van het reeds bestaande nationale overeenkomstenrecht voor te schrijven, maar door binnen elke lidstaat een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht te creëren voor overeenkomsten die binnen de werkingssfeer ervan vallen. Deze secundaire regeling moet in de hele Unie identiek zijn en naast de reeds bestaande nationale bepalingen inzake overeenkomstenrecht bestaan. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet op vrijwillige basis op een grensoverschrijdende overeenkomst van toepassing zijn indien partijen dat uitdrukkelijk overeenkomen. |
(9) Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk Europees kooprecht vastgesteld voor overeenkomsten op afstand en met name voor onlineovereenkomsten. Zij zorgt voor onderlinge aanpassing van het overeenkomstenrecht van de lidstaten, niet door wijzigingen van de primaire nationale regelingen op het gebied van het overeenkomstenrecht voor te schrijven, maar door een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht in het leven te roepen voor overeenkomsten die binnen haar werkingssfeer vallen. Deze rechtstreeks toepasselijke secundaire regeling moet een integrerend bestanddeel vormen van de rechtsorde die van toepassing is op het grondgebied van de lidstaten. Indien het toepassingsgebied ervan dit mogelijk maakt en partijen geldig zijn overeengekomen om dit recht toe te passen, moet het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden toegepast in plaats van de primaire nationale regeling inzake overeenkomstenrecht binnen deze rechtsorde. Deze secundaire regeling moet in de hele Unie identiek zijn en naast de reeds bestaande nationale bepalingen inzake overeenkomstenrecht bestaan. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet op vrijwillige basis op een grensoverschrijdende overeenkomst van toepassing zijn indien partijen dat uitdrukkelijk overeenkomen. |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) De overeenkomst om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, moet een keuze zijn binnen de werkingssfeer van het respectieve nationale recht dat van toepassing is krachtens Verordening (EG) nr. 593/2008 en, wanneer het om de precontractuele informatieverplichtingen gaat, Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (hierna "Verordening (EG) nr. 864/2007" genoemd), of andere relevante collisieregels. De overeenkomst het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, mag daarom niet neerkomen op het kiezen van het toepasselijk recht in de zin van de collisieregels en daarop ook geen inbreuk maken. Deze verordening zal derhalve geen afbreuk doen aan bestaande collisieregels. |
(10) De overeenkomst om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, moet een keuze zijn binnen de respectieve nationale rechtsorde die is aangewezen als toepasselijk recht krachtens Verordening (EG) nr. 593/2008 en, wanneer het om de precontractuele informatieverplichtingen gaat, Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (hierna "Verordening (EG) nr. 864/2007" genoemd), of andere relevante collisieregels. De overeenkomst om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen vloeit voort uit een keuze tussen twee verschillende regelingen binnen dezelfde nationale rechtsorde. Deze keuze komt derhalve niet neer op en mag evenmin worden verward met het kiezen tussen twee nationale rechtsordes in de zin van de collisieregels en mag daarop ook geen inbreuk maken Deze verordening zal derhalve geen afbreuk doen aan bestaande collisieregels zoals die welke zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 593/2008. |
Motivering | |
De wijzigingen van de overweging moeten de verhouding tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de Rome I-verordening toelichten. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient een geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming te bevatten. Overeenkomstig artikel 114, lid 3, van het Verdrag moeten deze bepalingen een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen met het oog op het vergroten van het vertrouwen van de consumenten in het gemeenschappelijk Europees kooprecht en consumenten dus een stimulans bieden om op deze basis grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten. De bepalingen moeten het beschermingsniveau dat consumenten krachtens het consumentenrecht van de Unie genieten, handhaven of verbeteren. |
(11) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient een omvattend geheel van eenvormige dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming te bevatten. Overeenkomstig artikel 114, lid 3, van het Verdrag moeten deze bepalingen een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen met het oog op het vergroten van het vertrouwen van de consumenten in het gemeenschappelijk Europees kooprecht en consumenten dus een stimulans bieden om op deze basis grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten. De bepalingen moeten het beschermingsniveau dat consumenten krachtens het consumentenrecht van de Unie genieten, handhaven of verbeteren. Voorts mag de vaststelling van deze verordening geen beletsel vormen voor de herziening van de richtlijn inzake consumentenrechten, teneinde te zorgen voor volledige harmonisatie op hoog niveau van de consumentenbescherming in de lidstaten. |
Motivering | |
Herziening van de richtlijn inzake consumentenrechten moet, overeenkomstig het streven van consumentenorganisaties, een absolute doelstelling blijven, teneinde in alle lidstaten te zorgen voor het hoogste niveau van geharmoniseerde consumentenbescherming. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(11 bis) Onder de definitie van consument dienen natuurlijke personen te vallen die niet handelen in de uitoefening van hun handels‑, bedrijfs‑, ambachts‑ of beroepsactiviteit. Bij gemengde overeenkomsten, waar een overeenkomst wordt gesloten voor doeleinden die deels binnen en deels buiten de handelsactiviteit van een persoon liggen en het handelsoogmerk zo beperkt is dat het binnen de algehele context van de overeenkomst niet overheerst, dient die persoon echter ook als consument te worden aangemerkt. Bij de beoordeling of een natuurlijke persoon geheel of gedeeltelijk handelt voor doeleinden die binnen zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit liggen, moet rekening gehouden worden met de wijze waarop deze persoon zich gedraagt tegenover de wederpartij. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht een geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming bevat, zullen er, wanneer partijen voor toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht hebben gekozen, op dit gebied geen ongelijkheden meer zijn tussen de rechtsstelsels van de lidstaten. Bijgevolg kan artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 593/2008, dat uitgaat van het bestaan van verschillende niveaus van consumentenbescherming in de lidstaten, geen praktisch belang meer hebben voor onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallende kwesties. |
(12) Zodra er een geldige overeenstemming is over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, mag alleen het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing zijn op de onderwerpen die onder zijn werkingssfeer vallen. Aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht een omvattend geheel van eenvormige dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming bevat, zullen er, wanneer partijen voor toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht hebben gekozen, op dit gebied geen ongelijkheden meer zijn tussen de rechtsstelsels van de lidstaten. Bijgevolg kan artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 593/2008, dat uitgaat van het bestaan van verschillende niveaus van consumentenbescherming in de lidstaten, geen praktische relevantie meer hebben voor onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallende kwesties, aangezien anders een vergelijking zou moeten worden gemaakt tussen de dwingende bepalingen van twee identieke secundaire regelingen inzake overeenkomstenrecht. |
Motivering | |
De wijzigingen van de overweging moeten de verhouding tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de Rome I-verordening toelichten. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet beschikbaar zijn voor grensoverschrijdende overeenkomsten omdat de verschillen in nationale wetgeving juist in die context tot ingewikkeldheid en aanvullende kosten leiden en partijen ontmoedigen overeenkomsten te sluiten. Bij overeenkomsten tussen ondernemingen moet het grensoverschrijdende karakter van een overeenkomst worden beoordeeld op basis van de gewone verblijfplaats van partijen. In het geval van een overeenkomst tussen een onderneming en een consument moet aan het vereiste inzake grensoverschrijdendheid voldaan zijn wanneer hetzij het door de consument opgegeven algemene adres, hetzij het adres waar de goederen moeten worden geleverd, hetzij het door de consument opgegeven factuuradres in een lidstaat ligt, maar buiten de staat waar de handelaar zijn gewone verblijfplaats heeft. |
(13) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet beschikbaar zijn voor grensoverschrijdende overeenkomsten omdat de verschillen in nationale wetgeving juist in die context tot ingewikkeldheid en aanvullende kosten leiden en partijen ontmoedigen overeenkomsten te sluiten en omdat handel op afstand, met name onlinehandel, een groot potentieel heeft. Bij overeenkomsten tussen ondernemingen moet het grensoverschrijdende karakter van een overeenkomst worden beoordeeld op basis van de gewone verblijfplaats van partijen. In het geval van een overeenkomst tussen een onderneming en een consument moet aan het vereiste inzake grensoverschrijdendheid voldaan zijn wanneer hetzij het door de consument opgegeven algemene adres, hetzij het adres waar de goederen moeten worden geleverd, hetzij het door de consument opgegeven factuuradres in een lidstaat ligt, maar buiten de staat waar de handelaar zijn gewone verblijfplaats heeft. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(17 bis) Cloud computing kent een snelle ontwikkeling en beschikt over een aanzienlijk groeipotentieel. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorziet in een samenhangend geheel van voorschriften, specifiek gericht op levering op afstand, met name onlinelevering, van digitale inhoud en verbonden diensten. Deze voorschriften zouden ook moeten kunnen worden toegepast wanneer digitale inhoud of verbonden diensten worden verstrekt via een cloud, met name wanneer digitale inhoud kan worden gedownload uit de cloud van de verkoper of tijdelijk kan worden opgeslagen in de cloud van de dienstverlener. |
Motivering | |
De nieuwe overweging wordt voorgesteld om duidelijk te maken welke cloudcomputingovereenkomsten door het Europees kooprecht worden gedekt. Onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen met verkoop vergelijkbare cloudcomputingovereenkomsten alsook een aantal overeenkomsten inzake verbonden diensten, met name wanneer digitale inhoud kan worden gedownload uit de cloud van de verkoper of tijdelijk kan worden opgeslagen in de cloud van de dienstverlener. | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Digitale inhoud wordt dikwijls niet tegen betaling van een prijs geleverd, maar in combinatie met afzonderlijk betaalde goederen of diensten, waarbij niet-geldelijke overwegingen een rol spelen zoals het verlenen van toegang tot persoonlijke gegevens of gratis toegang in het kader van een marketingstrategie, gebaseerd op de verwachting dat de consument in een later stadium aanvullende of meer geavanceerde digitale-inhoudproducten zal kopen. Met het oog op deze specifieke marktstructuur en het feit dat gebreken in de verstrekte digitale inhoud de economische belangen van consumenten kunnen schaden, ongeacht de voorwaarden waaronder die inhoud is verstrekt, mag de beschikbaarheid van het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet afhangen van het feit of voor de betrokken specifieke digitale inhoud een prijs is betaald. |
(18) Digitale inhoud wordt dikwijls niet tegen betaling van een prijs geleverd, maar in combinatie met afzonderlijk betaalde goederen of diensten, waarbij niet-geldelijke overwegingen een rol spelen zoals het verlenen van toegang tot persoonlijke gegevens of gratis toegang in het kader van een marketingstrategie, gebaseerd op de verwachting dat de consument in een later stadium aanvullende of meer geavanceerde digitale-inhoudproducten zal kopen. Met het oog op deze specifieke marktstructuur en het feit dat gebreken in de verstrekte digitale inhoud de economische belangen van consumenten kunnen schaden, ongeacht de voorwaarden waaronder die inhoud is verstrekt, mag de beschikbaarheid van het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet afhangen van het feit of voor de betrokken specifieke digitale inhoud een prijs is betaald. In dergelijke gevallen moet de toegang tot rechtsmiddelen voor de koper beperkt blijven tot de mogelijkheid om schadevergoeding te vorderen. Anderzijds moet de koper een beroep kunnen doen op het volledige gamma van rechtsmiddelen, met uitzondering van prijsvermindering, zelfs als hij niet verplicht is een prijs te betalen voor het leveren van digitale inhoud, mits zijn tegenprestatie, bijvoorbeeld het verstrekken van persoonlijke gegevens of andere informatie met een commerciële waarde voor de dienstverlener, gelijkstaat aan het betalen van de prijs, aangezien in dergelijke gevallen de digitale inhoud in feite niet gratis wordt geleverd. |
Motivering | |
De wijzigingen in de overweging sluiten aan op de voorgestelde wijzigingen in de bepalingen inzake het leveren van digitale inhoud anders dan tegen betaling van een geldsom. Het lijkt passend de koper die geen geld betaalt maar een andere tegenprestatie levert, zoals het verstrekken van persoonlijke gegevens of enige andere prestatie, de mogelijkheid te bieden een beroep te doen op het volledige gamma van rechtsmiddelen, met uitzondering van prijsvermindering (aangezien er immers geen bedrag in geld betaald is). | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Teneinde de toegevoegde waarde van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zo groot mogelijk te maken, moet de materiële werkingssfeer ervan ook bepaalde door de verkoper verstrekte diensten omvatten die rechtstreeks en nauw met de op grond van het gemeenschappelijk Europees kooprecht geleverde specifieke goederen of digitale inhoud zijn verbonden en in de praktijk dikwijls in dezelfde of tegelijkertijd in een daarmee verbonden overeenkomst zijn gecombineerd; daarbij gaat het met name om reparatie, onderhoud en installatie van de goederen of digitale inhoud. |
(19) Teneinde de toegevoegde waarde van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zo groot mogelijk te maken, moet de materiële werkingssfeer ervan ook bepaalde door de verkoper verstrekte diensten omvatten die rechtstreeks en nauw met de op grond van het gemeenschappelijk Europees kooprecht geleverde specifieke goederen of digitale inhoud zijn verbonden en in de praktijk dikwijls in dezelfde of tegelijkertijd in een daarmee verbonden overeenkomst zijn gecombineerd; daarbij gaat het met name om reparatie, onderhoud en installatie van de goederen of digitale inhoud of tijdelijke opslag van digitale inhoud in de cloud van de dienstverlener. |
Motivering | |
Deze aanvulling licht het belang toe van het gemeenschappelijk Europees kooprecht voor cloudcomputing, met name het feit dat verbonden diensten ook opslagdiensten omvatten. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 19 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(19 bis) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan ook worden toegepast op overeenkomsten die verband houden met een andere overeenkomst tussen dezelfde partijen, anders dan een koopovereenkomst, een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud of een overeenkomst inzake verbonden diensten. Een dergelijke overeenkomst wordt beheerst door het nationale recht dat van toepassing is krachtens de geldende collisieregels. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan tevens worden toegepast op overeenkomsten die onderdelen bevatten anders dan de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud of de levering van verbonden diensten, mits deze onderdelen kunnen worden afgesplitst en een deel van de prijs daaraan kan worden toegewezen. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) Voor de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht is overeenstemming daarover van de partijen bij een overeenkomst onmisbaar. Die overeenstemming moet in geval van transacties tussen ondernemingen en consumenten aan strenge vereisten zijn onderworpen. Aangezien het in de praktijk doorgaans de handelaar zal zijn die de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorstelt, moeten de consumenten zich ten volle ervan bewust zijn dat zij instemmen met de toepassing van regels die verschillen van die van hun reeds bestaande nationale wetgeving. De instemming van de consument om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, mag dus alleen worden aanvaard in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring, die gescheiden is van de verklaring inzake de instemming met het sluiten van de overeenkomst. Het mag daarom niet mogelijk zijn de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht aan te bieden als een bepaling van de te sluiten overeenkomst, met name niet als een onderdeel van de standaardbepalingen en -voorwaarden van de handelaar. De handelaar dient de consument op een duurzame gegevensdrager een bevestiging te verstrekken van de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
(22) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht is uitsluitend van toepassing als partijen bij een overeenkomst over de toepassing van dat recht overeenstemming hebben bereikt. Die overeenstemming moet in geval van transacties tussen ondernemingen en consumenten aan strenge vereisten zijn onderworpen. Aangezien het in de praktijk doorgaans de handelaar zal zijn die de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorstelt, moeten de consumenten zich ten volle ervan bewust zijn dat zij instemmen met de toepassing van regels die verschillen van die van hun reeds bestaande nationale wetgeving. De instemming van de consument om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, mag dus alleen worden aanvaard in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring, die gescheiden is van de verklaring inzake de instemming met het sluiten van de overeenkomst. Het mag daarom niet mogelijk zijn de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht aan te bieden als een bepaling van de te sluiten overeenkomst, met name niet als een onderdeel van de standaardbepalingen en -voorwaarden van de handelaar. De handelaar dient de consument op een duurzame gegevensdrager een bevestiging te verstrekken van de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 23 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(23 bis) Wanneer de overeenstemming van partijen over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht ongeldig is of wanneer niet voldaan is aan de voorwaarden met betrekking tot het verstrekken van de standaardmededeling, moeten kwesties zoals de vraag of er een overeenkomst is gesloten en onder welke voorwaarden, bepaald worden door het nationale recht dat krachtens de relevante collisieregels van toepassing is. |
Motivering | |
Deze nieuwe overweging dient om te verduidelijken wat er gebeurt als de overeenstemming van partijen om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen niet geldig is of de standaardmededeling niet naar behoren is verstrekt. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Alle onderwerpen van contractuele of niet-contractuele aard die het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet behandelt, worden beheerst door het bestaande nationale recht dat ingevolge de Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of andere toepasselijke collisieregels van toepassing is. Deze onderwerpen omvatten de rechtspersoonlijkheid, de ongeldigheid van een overeenkomst als gevolg van onbekwaamheid, onwettigheid of strijd met de goede zeden, de bepaling van de taal van de overeenkomst, kwesties inzake non-discriminatie, vertegenwoordiging, pluraliteit van schuldeisers en schuldenaren, de wijziging van partijen met inbegrip van cessie, verrekening en fusie, het recht van eigendom, met inbegrip van de eigendomsoverdracht, het intellectuele-eigendomsrecht en de onrechtmatige daad. Voorts valt de kwestie of samenlopende contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheidsvorderingen samen kunnen worden ingeleid, buiten de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
(27) Alle onderwerpen van contractuele of niet-contractuele aard die het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet behandelt, worden beheerst door het bestaande nationale recht dat ingevolge de Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of andere toepasselijke collisieregels van toepassing is. Deze onderwerpen omvatten de rechtspersoonlijkheid, de ongeldigheid van een overeenkomst als gevolg van onbekwaamheid, onwettigheid of strijd met de goede zeden, tenzij de redenen voor onwettigheid of strijdigheid met de goede zeden in het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden behandeld, de bepaling van de taal van de overeenkomst, kwesties inzake non-discriminatie, vertegenwoordiging, pluraliteit van schuldeisers en schuldenaren, de wijziging van partijen met inbegrip van cessie, verrekening en fusie, het recht van eigendom, met inbegrip van de eigendomsoverdracht, het intellectuele-eigendomsrecht, de onrechtmatige daad en de kwestie of samenlopende contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheidsvorderingen samen kunnen worden ingeleid. In het belang van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet duidelijk vermeld worden welke onderwerpen wel en welke niet onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 27 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(27 bis) De oneerlijke handelspraktijken als bedoeld in Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt ("Richtlijn oneerlijke handelspraktijken")1 vallen onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht voor zover zij overlappen met de regels inzake overeenkomstenrecht, met inbegrip van met name de regels inzake oneerlijke handelspraktijken die kunnen leiden tot vernietiging van een overeenkomst als gevolg van dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik of tot het inzetten van rechtsmiddelen tegen niet-nakoming van informatieverplichtingen. Andere oneerlijke handelspraktijken dan die welke samenvallen met regels inzake overeenkomstenrecht moeten buiten het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen. |
|
__________________ |
|
1 PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22. |
Motivering | |
Deze nieuwe overweging verduidelijkt de verhouding tussen Richtlijn 2005/29/EG en het gemeenschappelijk Europees kooprecht. Zo kunnen bijvoorbeeld oneerlijke handelspraktijken leiden tot dwaling bij de consument, of zelfs bedrog, bedreiging of misbruik inhouden. In andere gevallen kunnen oneerlijke handelspraktijken resulteren in het schenden van informatieverplichtingen, bijvoorbeeld inzake de definitieve prijs. Deze gevallen moeten door het gemeenschappelijk Europees kooprecht gedekt worden. Andere oneerlijke handelspraktijken vallen buiten het toepassingsgebied, met name indien geen overeenkomst is gesloten. Die gevallen worden beheerst door het nationale recht dat overeenkomstig de regels van internationaal privaatrecht van toepassing is. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Zodra er een geldige overeenstemming is over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, mag alleen het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing zijn op de onderwerpen die onder zijn werkingssfeer vallen. De bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten autonoom worden uitgelegd en in overeenstemming met de vaststaande beginselen inzake de uitlegging van de Uniewetgeving. Kwesties betreffende onderwerpen die binnen de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen, maar er niet uitdrukkelijk door worden geregeld, moeten slechts worden opgelost door uitlegging van de bepalingen van dat recht zonder dat een beroep wordt gedaan op ander recht. De bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten worden uitgelegd aan de hand van de doelstellingen en beginselen die eraan ten grondslag liggen en al zijn bepalingen. |
(29) De bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten autonoom worden uitgelegd en in overeenstemming met de vaststaande beginselen inzake de uitlegging van de Uniewetgeving. Kwesties betreffende onderwerpen die binnen de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen, maar er niet uitdrukkelijk door worden geregeld, moeten slechts worden opgelost door uitlegging van de bepalingen van dat recht zonder dat een beroep wordt gedaan op ander recht. De bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten worden uitgelegd aan de hand van de doelstellingen en beginselen die eraan ten grondslag liggen en al zijn bepalingen. |
Motivering | |
Deze wijziging hangt samen met de wijziging van overweging 12; de hier geschrapte zin is in overweging 12 opgenomen. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 31 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) Het beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid moet richtinggevend zijn voor de wijze waarop partijen samen dienen te werken. Daar in sommige bepalingen het algemene beginsel van de goede trouw en redelijkheid en billijkheid specifiek tot uiting komt, dienen deze bepalingen voorgang te hebben boven het algemene beginsel. Het algemene beginsel moet daarom niet worden toegepast als een instrument tot wijziging van de bijzondere rechten en verbintenissen van partijen die in de bijzondere bepalingen zijn neergelegd. De concrete eisen die uit het beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid voortvloeien, dienen onder meer af te hangen van het betrokken deskundigheidsniveau van de partijen en moeten daarom verschillen al naar gelang het om transacties tussen ondernemingen en consumenten of transacties tussen ondernemingen gaat. Bij transacties tussen handelaren dient de goede handelspraktijk in de betrokken specifieke situatie in dit verband een relevante factor te zijn. |
(31) Het algemene beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid moet richtinggevend zijn voor de wijze waarop partijen samen dienen te werken. Daar in sommige bepalingen het algemene beginsel van de goede trouw en redelijkheid en billijkheid specifiek tot uiting komt, dienen deze bepalingen voorgang te hebben boven het algemene beginsel. Het algemene beginsel moet daarom niet worden toegepast als een instrument tot wijziging van de bijzondere rechten en verbintenissen van partijen die in de bijzondere bepalingen zijn neergelegd. De concrete eisen die uit het algemene beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid voortvloeien, dienen onder meer af te hangen van het betrokken deskundigheidsniveau van de partijen en moeten daarom verschillen al naar gelang het om transacties tussen ondernemingen en consumenten of transacties tussen ondernemingen gaat. Bij transacties tussen handelaren dient de goede handelspraktijk in de betrokken specifieke situatie in dit verband een relevante factor te zijn. Het algemene beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid moet de grondslag vormen voor een gedragsnorm ter waarborging van een eerlijke, transparante en billijke verhouding. Als het beginsel met zich meebrengt dat een partij een recht, rechtsmiddel of verweermiddel waarover zij normaal zou beschikken, niet kan inroepen, mag het op zich niet leiden tot een algemeen recht op schadeloosstelling. De regels van het gemeenschappelijk Europees kooprecht waarin het algemene beginsel van de goede trouw en redelijkheid en billijkheid specifiek tot uiting komt, zoals vernietiging wegens bedrog of niet-nakoming van een verbintenis uit hoofde van een impliciete voorwaarde, kunnen een recht op schadevergoeding doen ontstaan, maar alleen in zeer specifieke gevallen. |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Ter vergroting van de rechtszekerheid door het voor het publiek toegankelijk maken van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de nationale gerechten aangaande de uitlegging van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of andere bepalingen van deze verordening, dient de Commissie een databank op te zetten, waarin relevante eindbeslissingen worden opgenomen. Om deze taak mogelijk te maken, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat de Commissie deze nationale uitspraken snel worden meegedeeld. |
(34) Ter vergroting van de rechtszekerheid door het voor het publiek toegankelijk maken van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de nationale gerechten aangaande de uitlegging van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of andere bepalingen van deze verordening, dient de Commissie een databank op te zetten, waarin relevante eindbeslissingen worden opgenomen. Om deze taak mogelijk te maken, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat de Commissie deze nationale uitspraken snel worden meegedeeld. Er moet een databank worden opgezet die gemakkelijk toegankelijk, volledig geautomatiseerd en gemakkelijk te raadplegen is. Om problemen op te lossen inzake de verschillen die er binnen de Unie bestaan ten aanzien van rechterlijke uitspraken en om ervoor te zorgen dat de databank efficiënt en economisch functioneert, moeten de uitspraken worden meegedeeld met gebruikmaking van een gestandaardiseerde samenvatting van de uitspraak, die bij de uitspraak moet worden gevoegd. Deze samenvatting moet beknopt zijn, zodat ze gemakkelijk toegankelijk is, en worden onderverdeeld in vijf delen die de belangrijkste elementen van de uitspraak omvatten, te weten: het onderwerp en het relevante artikel van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, een korte samenvatting van de feiten, een korte samenvatting van standpunten van partijen, het vonnis en de motivering van het vonnis, met duidelijke vermelding van de grondslag waarop het vonnis is gebaseerd. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 34 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(34 bis) Een toelichting bij het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan een waardevol instrument zijn om te zorgen voor meer duidelijkheid en meer houvast met betrekking tot dit recht. In een dergelijke toelichting moeten de artikelen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht duidelijk en volledig worden uitgelegd en moet waar nodig opheldering worden gegeven bij de beleidskeuzes die aan de basis liggen van bepaalde artikelen. Een duidelijke uitleg van deze keuzes stelt de rechtbanken in de lidstaten in staat het gemeenschappelijk Europees kooprecht juist te interpreteren en toe te passen, en tegelijk ook eventuele hiaten te dichten. Op die manier kan een bijdrage worden geleverd aan een coherente en uniforme toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. De Commissie moet nagaan of een dergelijke toelichting kan worden opgesteld. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 34 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(34 ter) Een bijkomend obstakel voor grensoverschrijdende handel is het ontbreken van toegang tot doeltreffende en betaalbare verhaalsmechanismen. Daarom moeten een consument en een handelaar die een overeenkomst sluiten op basis van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, overwegen om de uit deze overeenkomst voortvloeiende geschillen voor te leggen aan een bestaande entiteit voor alternatieve geschillenbeslechting, als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder h) van Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad1. Dit mag geenszins afbreuk doen aan de mogelijkheid voor partijen om een procedure in te leiden voor de bevoegde rechtbanken zonder eerst gebruik te maken van alternatieve geschillenbeslechting. |
|
_______________ |
|
1Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (richtlijn ADR consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 63). |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 34 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(34 quater) Om de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht te vergemakkelijken, moet de Commissie toewerken naar de ontwikkeling van Europese standaardvoorwaarden voor overeenkomsten, hierbij geholpen door een werkgroep, bestaande uit voornamelijk organisaties die consumenten en ondernemingen vertegenwoordigen, bijgestaan door deskundigen uit de academische wereld en uit de praktijk. Deze standaardvoorwaarden kunnen bij de beschrijving van de specifieke kenmerken van een bepaalde overeenkomst een nuttige aanvulling vormen op de regels van het gemeenschappelijk Europees kooprecht en moeten de bijzonderheden van de desbetreffende commerciële sectoren in aanmerking nemen. Zij moeten beantwoorden aan de behoeften van belanghebbenden en gebruikmaken van de lessen die getrokken kunnen worden uit de eerste praktische ervaringen met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. De standaardvoorwaarden voor overeenkomsten moeten aan het publiek ter beschikking worden gesteld, omdat anders handelaren die ervoor kiezen grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten met gebruikmaking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het voordeel zouden zijn. De Commissie moet zo snel mogelijk in actie komen, opdat deze standaardvoorwaarden voor overeenkomsten het gemeenschappelijk Europees kooprecht doeltreffend kunnen flankeren. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Het is ook passend het functioneren van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of van andere bepalingen van deze verordening na zeven jaar toepassing te beoordelen. De beoordeling dient onder meer rekening te houden met de noodzaak de werkingssfeer verder uit te breiden ten aanzien van overeenkomsten tussen ondernemingen, de markt- en technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en de toekomstige ontwikkelingen van het acquis van de Unie. |
(35) Het is ook passend het functioneren van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of van andere bepalingen van deze verordening na zeven jaar toepassing te beoordelen. Daarbij moet onder andere beoordeeld worden of het noodzakelijk is verdere bepalingen op te nemen inzake bedingen van eigendomsvoorbehoud en moet rekening gehouden worden met markt- en technologische ontwikkelingen op het gebied van digitale inhoud en andere ontwikkelingen ter zake van het acquis van de Unie. Voorts moet extra aandacht worden besteed aan de vraag of het passend is de beperking tot overeenkomsten op afstand en met name onlineovereenkomsten, te behouden of dat het haalbaar is het toepassingsgebied uit te breiden, onder meer naar in verkoopruimten gesloten overeenkomsten. |
Motivering | |
Eigendomsrecht valt momenteel buiten de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. Voorgesteld wordt om de verbintenissen van partijen bij bedingen van eigendomsvoorbehoud te verduidelijken vanwege het praktische belang van dergelijke bedingen. Het voorgestelde amendement houdt rekening met de verzoeken om bij een toekomstige herziening van de verordening nader in te gaan op de vraag of de materiële werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet worden uitgebreid en ook bepalingen moet omvatten inzake bedingen van eigendomsvoorbehoud. Bij een toekomstige herziening zou moeten worden overwogen of het haalbaar is het toepassingsgebied verder uit te breiden. | |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Inhoudsopgave | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Aan het begin van het dispositief wordt een inhoudsopgave ingevoegd. Deze zal worden aangepast zodat ze de inhoud van het instrument weergeeft. |
(Zie het amendement dat strekt tot schrapping van de inhoudsopgave aan het begin van de bijlage). | |
Motivering | |
Een aantal amendementen is bedoeld om de hoofdverordening en de bijlage samen te voegen. De onderverdeling in een verordening en een bijlage lijkt tot verwarring te hebben geleid en is ook niet nodig. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Titel I (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Titel I |
|
Algemene bepalingen |
Motivering | |
Een aantal amendementen is bedoeld om de hoofdverordening en de bijlage samen te voegen. De onderverdeling in een verordening en een bijlage lijkt tot verwarring te hebben geleid en is ook niet nodig. | |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Deel´-I (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Deel -1: Toepassing van het instrument |
Motivering | |
Een aantal amendementen is bedoeld om de hoofdverordening en de bijlage samen te voegen. De onderverdeling in een verordening en een bijlage lijkt tot verwarring te hebben geleid en is ook niet nodig. | |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 1 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze verordening heeft als doel de voorwaarden te verbeteren voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt door een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden, dat is opgenomen in bijlage I (hierna "het gemeenschappelijk Europees kooprecht" genoemd). Deze bepalingen kunnen worden toegepast op grensoverschrijdende transacties voor de verkoop van goederen, voor de levering van digitale inhoud en voor verbonden diensten wanneer de partijen bij een overeenkomst daarmee instemmen. |
1. Deze verordening heeft als doel de voorwaarden te verbeteren voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt door binnen de rechtsorde van elke lidstaat een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden, dat is opgenomen in bijlage I (hierna "het gemeenschappelijk Europees kooprecht" genoemd). Deze bepalingen kunnen worden toegepast op grensoverschrijdende transacties voor de verkoop van goederen, voor de levering van digitale inhoud en voor verbonden diensten, die op afstand, en met name online, worden gesloten, wanneer de partijen bij een overeenkomst daarmee instemmen. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 1 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Op grond van deze verordening kunnen handelaren zich verlaten op een gemeenschappelijk geheel van bepalingen en dezelfde voorwaarden van overeenkomsten op al hun grensoverschrijdende transacties toepassen, waardoor onnodige kosten worden beperkt en tevens een grote mate van rechtszekerheid wordt gewaarborgd. |
2. Op grond van deze verordening kunnen handelaren, met name kleine of middelgrote ondernemingen ("kmo's") zich verlaten op een gemeenschappelijk geheel van bepalingen en dezelfde voorwaarden van overeenkomsten op al hun grensoverschrijdende transacties toepassen, waardoor onnodige kosten worden beperkt en tevens een grote mate van rechtszekerheid wordt gewaarborgd. |
Motivering | |
In artikel 1 moet duidelijk worden aangegeven dat de bescherming van kmo's een van de doelstellingen is. | |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) "goede trouw en redelijkheid en billijkheid": de gedragsnorm die gekenmerkt wordt door eerlijkheid, openheid en inachtneming van de belangen van de wederpartij bij de betrokken transactie of rechtsverhouding; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake f sexies (nieuw); de tekst is gewijzigd) | |
Motivering | |
Een aantal amendementen is bedoeld om de definities in een aantal categorieën te herschikken: betrokken personen, algemene termen inzake overeenkomstenrecht, soorten overeenkomsten, termen met betrekking tot specifieke soorten overeenkomsten. | |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) "schade": economische schade en niet-economische schade, in de vorm van pijn en leed, met uitsluiting van andere vormen van niet-economische schade, zoals verminderde levenskwaliteit en gederfd genot; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake f octies (nieuw)) | |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) "standaardvoorwaarden van een overeenkomst": de voorwaarden van een overeenkomst die vooraf zijn opgesteld ten behoeve van verscheidene transacties waarbij verschillende partijen zijn betrokken en waarover partijen niet afzonderlijk hebben onderhandeld, zoals bedoeld in artikel 7 van het gemeenschappelijk Europees kooprecht; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake f septies (nieuw)) | |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) "handelaar": een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die handelt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; |
(e) "handelaar": iedere natuurlijke persoon of privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke rechtspersoon, die met betrekking tot overeenkomsten handelt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) "consument": een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs‑, ambachts- of beroepsactiviteit; |
(f) "consument": een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs‑, ambachts- of beroepsactiviteit; indien een overeenkomst wordt gesloten voor doeleinden die deels binnen en deels buiten de handelsactiviteit van deze persoon liggen en het handelsoogmerk zo beperkt is dat het binnen de algehele context van de overeenkomst niet overheerst, wordt deze persoon ook als consument aangemerkt; |
(Sluit aan op de formulering van overweging 17 van Richtlijn 2011/83/EU) | |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f bis) "dienstverlener": een verkoper van goederen of een leverancier van digitale inhoud die zich ertoe verbindt een klant een dienst te verlenen die met deze goederen of digitale inhoud verbonden is; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter n) | |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter f ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f ter) "klant": elke persoon die een verbonden dienst koopt; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter o) | |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter f quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f quater) "schuldeiser": een persoon die een recht heeft op nakoming van een al dan niet geldelijke verbintenis door een andere persoon, de schuldenaar; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter w) | |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter f quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f quinquies) "schuldenaar": een persoon die een al dan niet geldelijke verbintenis heeft ten gunste van een andere persoon, de schuldeiser; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter x) | |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter f sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f sexies) "goede trouw en redelijkheid en billijkheid": de gedragsnorm die wordt gekenmerkt door eerlijkheid, openheid en, voor zover passend, inachtneming van de belangen van de wederpartij bij de betrokken transactie of rechtsverhouding binnen redelijke grenzen; |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter f septies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f septies) "standaardvoorwaarden van een overeenkomst": de voorwaarden van een overeenkomst die vooraf zijn opgesteld ten behoeve van verscheidene transacties waarbij verschillende partijen zijn betrokken en waarover partijen niet afzonderlijk hebben onderhandeld, zoals bedoeld in artikel 7 van het gemeenschappelijk Europees kooprecht; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter d) | |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter f octies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f octies) "schade": economische schade en niet-economische schade, in de vorm van pijn en leed, met uitsluiting van andere vormen van niet-economische schade, zoals verminderde levenskwaliteit en gederfd genot; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter c) | |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) "dwingende bepaling": elke bepaling waarvan partijen de toepassing niet kunnen uitsluiten, waarvan zij niet kunnen afwijken of waarvan zij de gevolgen niet kunnen wijzigen; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter v) | |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter g ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g ter) "verbintenis": een verplichting tot nakoming die een partij bij een rechtsbetrekking heeft tegenover een andere partij en die deze andere partij als zodanig kan afdwingen; |
(Zie het amendement op artikel 2, letter y) | |
Motivering | |
De toevoeging "en die deze andere partij als zodanig kan afdwingen" helpt een onderscheid te maken tussen verbintenissen en (andere) verplichtingen. | |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter g quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g quater) "uitdrukkelijk": houdt in verband met een verklaring of een overeenkomst in dat deze verklaring wordt gegeven of deze overeenkomst wordt gesloten afzonderlijk van andere verklaringen of overeenkomsten, door middel van een actieve en ondubbelzinnige handeling, bijvoorbeeld door iets aan te vinken of door een knop of functie te activeren; |
Motivering | |
Het is passend om ook "uitdrukkelijk" te definiëren, aangezien deze term verschillende malen in het voorstel voorkomt. | |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter j - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) "digitale inhoud": gegevens die, al dan niet volgens de specificaties van de koper, in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden, inclusief video, audio, afbeeldingen of schriftelijke digitale inhoud, digitale spellen, software en digitale inhoud waarmee bestaande hardware of software kan worden gepersonaliseerd; daaronder vallen niet: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter m - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(m) "verbonden dienst": elke dienst die betrekking heeft op goederen of digitale inhoud, zoals installatie, onderhoud, reparatie, of een andere bewerking die door de verkoper van de goederen of digitale inhoud wordt geleverd op grond van de koopovereenkomst, de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud of een afzonderlijke, tegelijk met de koopovereenkomst of de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud gesloten, verbonden dienstenovereenkomst; daaronder vallen niet: |
(m) "verbonden dienst": elke dienst die betrekking heeft op goederen of digitale inhoud, zoals opslag of een andere bewerking, waaronder installatie, onderhoud of reparatie, die door de verkoper van de goederen of digitale inhoud wordt geleverd op grond van de koopovereenkomst, de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud of een afzonderlijke, tegelijk met de koopovereenkomst of de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud gesloten, verbonden dienstenovereenkomst of die wordt aangeboden, al is het maar als optie, in de koopovereenkomst of de overeenkomst voor de levering van digitale inhoud; daaronder vallen niet: |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter m - punt ii | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(ii) opleidingsdiensten; |
Schrappen |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter m - punt iv | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(iv) financiële diensten; |
(iv) financiële diensten, waaronder betalingsdiensten en de uitgifte van elektronisch geld en het aanbieden van verzekeringen van welke aard dan ook, hetzij in verband met goederen en digitale inhoud, hetzij anderszins; |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter n | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(n) "dienstverlener": een verkoper van goederen of een leverancier van digitale inhoud die zich ertoe verbindt een klant een dienst te verlenen die met deze goederen of digitale inhoud verbonden is; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 2, letter f bis (nieuw)) | |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter o | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(o) "klant": elke persoon die een verbonden dienst koopt; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 2, letter f ter (nieuw)) | |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter p | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(p) "overeenkomst op afstand": een overeenkomst die tussen een handelaar en een consument wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument, en waarbij tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand; |
(p) "overeenkomst op afstand": een overeenkomst die tussen een handelaar en een consument of een andere handelaar wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument of de andere handelaar, en waarbij tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand; |
Motivering | |
Aanpassing van de tekst in verband met het feit dat de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht beperkt wordt tot overeenkomsten op afstand (zie het amendement op artikel 5, lid 1). De definitie van "overeenkomst op afstand" die overeenkomt met de definitie die in het acquis wordt gebruikt, moet worden aangepast wat betreft de personele werkingssfeer, aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht toegepast moet kunnen worden door de in artikel 7 genoemde partijen. De materiële kenmerken van "overeenkomst op afstand" blijven ongewijzigd. Indien deze wijziging wordt doorgevoerd is het aangewezen in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 4, die de Richtlijn consumentenrechten volgen, toe te lichten dat een "overeenkomst op afstand" alleen betrekking heeft op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. | |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter q | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(q) "buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst": een overeenkomst tussen een handelaar en een consument die: |
Schrappen |
(i) wordt gesloten in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument op een andere plaats dan de verkoopruimten van de handelaar, of wordt gesloten op basis van een in dezelfde omstandigheden door de consument gedaan aanbod, of |
|
(ii) wordt gesloten in de verkoopruimten van de handelaar of met behulp van een middel voor communicatie op afstand onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken op een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is, in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument, of |
|
(iii) wordt gesloten tijdens een excursie die door de handelaar of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, is georganiseerd met als doel of effect de promotie en de verkoop van goederen of verbonden diensten aan de consument; |
|
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter r | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(r) "verkoopruimten": |
Schrappen |
(i) elke onverplaatsbare ruimte voor detailhandel waar een handelaar op permanente basis zijn activiteiten uitoefent, of |
|
(ii) elke verplaatsbare ruimte voor detailhandel waar een handelaar gewoonlijk zijn activiteiten uitoefent; |
|
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter s | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(s) "commerciële garantie": iedere verbintenis van de handelaar of een producent om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is uit hoofde van het recht op conformiteit onder artikel 106, aan de consument de betaalde prijs terug te betalen, of de goederen of digitale inhoud op enigerlei wijze te vervangen, repareren of onderhouden, wanneer die niet voldoen aan specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit, die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclameboodschappen ten tijde van of voor het sluiten van de overeenkomst; |
(s) "commerciële garantie": iedere verbintenis van de handelaar of een producent (de "garant") om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is uit hoofde van het recht op conformiteit, aan de consument de betaalde prijs terug te betalen of de goederen of digitale inhoud op enigerlei wijze te vervangen, repareren of onderhouden, wanneer die niet voldoen aan specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit, die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclameboodschappen ten tijde van of vóór de sluiting van de overeenkomst; |
Motivering | |
De definitie moet overeenkomen met de definitie in de richtlijn consumentenrechten. | |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter s bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(s bis) "reparatie": het in overeenstemming brengen van goederen of digitale inhoud met de overeenkomst in geval van non-conformiteit; |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter v | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(v) "dwingende bepaling": elke bepaling waarvan de partijen de toepassing niet kunnen uitsluiten, waarvan zij niet kunnen afwijken of waarvan zij de gevolgen niet kunnen wijzigen; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 2, letter g bis (nieuw)) | |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter w | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(w) "schuldeiser": een persoon die een recht heeft op nakoming van een al dan niet geldelijke verbintenis door een andere persoon, de schuldenaar; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 2, letter f quater (nieuw)) | |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter x | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(x) "schuldenaar": een persoon die een al dan niet geldelijke verbintenis heeft ten gunste van een andere persoon, de schuldeiser; |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 2, letter f quinquies (nieuw)) | |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter y | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(y) "verbintenis": een verplichting tot nakoming die een partij bij een rechtsbetrekking heeft tegenover een andere partij. |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 2, letter g ter (nieuw)) | |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 2 - letter y bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(y bis) "kosteloos": vrij van de kosten die gemaakt moeten worden om de goederen in overeenstemming te brengen, met name de kosten van verzending, loon en materiaal. |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Partijen kunnen overeenkomen het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op hun grensoverschrijdende overeenkomsten betreffende de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en het verrichten van verbonden diensten, binnen de in de artikelen 4 tot en met 7 vastgestelde territoriale, materiële en personele werkingssfeer. |
Partijen kunnen met inachtneming van de in artikelen 8 en 9 genoemde voorwaarden overeenkomen het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op hun grensoverschrijdende overeenkomsten betreffende de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en het verrichten van verbonden diensten, binnen de in de artikelen 4 tot en met 7 vastgestelde territoriale, materiële en personele werkingssfeer. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 4 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op grensoverschrijdende overeenkomsten. |
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op overeenkomsten op afstand die een grensoverschrijdend karakter hebben. |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 5 - alinea 1 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op: |
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op overeenkomsten op afstand, met inbegrip van onlineovereenkomsten, die behoren tot de volgende categorieën: |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 5 - alinea 1 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud, al dan niet op een materiële gegevensdrager, die door de gebruiker kan worden opgeslagen, verwerkt en hergebruikt, en waartoe hij toegang kan hebben, ongeacht of tegenover die levering de betaling van een prijs staat. |
(b) overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud, op een materiële gegevensdrager of anderszins, die door de gebruiker kan worden opgeslagen, verwerkt en hergebruikt, en waartoe hij toegang kan hebben, ongeacht of tegenover die levering de betaling van een prijs of een andere tegenprestatie dan de betaling van een prijs staat of de digitale inhoud wordt geleverd zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uitsluiting van gemengde overeenkomsten en van overeenkomsten die verband houden met een consumentenkrediet |
Verbonden overeenkomsten en gemengde overeenkomsten |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden toegepast op gemengde overeenkomsten die andere onderdelen bevatten dan de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en de levering van verbonden diensten, zoals bedoeld in artikel 5. |
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan ook worden toegepast op: |
|
(a) gevallen waarin een overeenkomst waarop het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing is, verbonden is met een andere overeenkomst dan een koopovereenkomst, een overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud of een verbonden dienstenovereenkomst, of |
|
(b) gevallen waarin een overeenkomst andere onderdelen bevat dan de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud of de levering van verbonden diensten, zoals bedoeld in artikel 5, op voorwaarde dat deze onderdelen kunnen worden gesplitst en een deel van de prijs eraan kan worden toegewezen. |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In de in lid 1, onder a) bedoelde gevallen wordt de verbonden overeenkomst beheerst door het normaal toepasselijke recht. |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 1 ter - inleidende formule en letter a (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. In de in lid 1, onder a) bedoelde gevallen en |
|
(a) wanneer in de context van de door het gemeenschappelijk Europees kooprecht beheerste overeenkomst één van de partijen een recht, rechtsmiddel of verweermiddel inroept, of deze overeenkomst ongeldig of niet verbindend is, bepaalt het op de verbonden overeenkomst toepasselijke nationale recht de gevolgen voor de verbonden overeenkomst; |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 1 ter - letter b (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b) wanneer in de context van de verbonden overeenkomst één van de partijen een recht, rechtsmiddel of verweermiddel inroept, of deze overeenkomst ongeldig of niet verbindend is krachtens het op deze overeenkomst toepasselijke nationale recht, blijven de verbintenissen van partijen krachtens de overeenkomst naar gemeenschappelijk Europees recht onverlet, tenzij één van de partijen deze overeenkomst naar gemeenschappelijk Europees recht niet zou hebben gesloten zonder de daarmee verbonden overeenkomst of dit slechts zou hebben gedaan onder wezenlijk andere contractuele voorwaarden, in welk geval deze partij het recht heeft de overeenkomst naar gemeenschappelijk Europees kooprecht te ontbinden. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 1 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quater. In de in lid 1, onder b) bedoelde gevallen, worden de andere in de overeenkomst opgenomen onderdelen geacht te zijn overeengekomen in het kader van een verbonden overeenkomst. |
Motivering | |
De voorgestelde tekst maakt duidelijk dat wanneer in een gemengde overeenkomst een onderdeel is opgenomen dat niet binnen de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht valt, bijvoorbeeld vervoersdiensten of een telefonische hulpdienst, dit onderdeel zal worden behandeld als een verbonden overeenkomst. | |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 6 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden toegepast op overeenkomsten tussen een handelaar en een consument waarbij de handelaar de consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke financieringsregeling. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden toegepast op overeenkomsten tussen een handelaar en een consument waarbij goederen, digitale inhoud of verbonden diensten doorlopend worden geleverd en de consument voor die goederen, digitale inhoud of verbonden diensten voor de duur van de levering betaalt in termijnen. |
Schrappen |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 7 |
Artikel 7 |
Partijen bij de overeenkomst |
Partijen bij de overeenkomst |
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag alleen worden toegepast wanneer de verkoper van goederen of de leverancier van digitale inhoud een handelaar is. Wanneer alle partijen bij een overeenkomst handelaren zijn, kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden toegepast wanneer ten minste een van die partijen een kleine of middelgrote onderneming is ("kmo"). |
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag alleen worden toegepast wanneer de verkoper van goederen of de leverancier van digitale inhoud een handelaar is. |
2. Voor de toepassing van deze verordening is een kmo een handelaar die |
|
(a) minder dan 250 personen in dienst heeft, en |
|
(b) een jaaromzet heeft die niet meer bedraagt dan 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal dat niet meer bedraagt dan 43 miljoen euro, of voor een kmo die haar gewone verblijfplaats heeft in een lidstaat die niet de euro als munteenheid heeft of in een derde land, de equivalente bedragen in de munteenheid van die lidstaat of dat derde land. |
|
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 8 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht slechts geldig wanneer de consument zijn instemming heeft gegeven door middel van een expliciete verklaring, die gescheiden is van de verklaring waarmee de instemming met het sluiten van de overeenkomst wordt gegeven. De handelaar verstrekt de consument een bevestiging van die instemming op een duurzame gegevensdrager. |
2. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht slechts geldig wanneer de consument zijn instemming heeft gegeven door middel van een uitdrukkelijke verklaring, die gescheiden is van de verklaring waarmee de instemming met het sluiten van de overeenkomst wordt gegeven, en mits aan de voorwaarden van artikel 9 is voldaan. De handelaar verstrekt de consument een bevestiging van die instemming op een duurzame gegevensdrager. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 8 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet gedeeltelijk worden gekozen, maar uitsluitend in zijn geheel. |
3. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet gedeeltelijk worden gekozen, maar uitsluitend in zijn geheel. In betrekkingen tussen handelaren kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht gedeeltelijk worden gekozen, voor zover het gemeenschappelijk Europees kooprecht uitsluiting van bepaalde bepalingen niet verbiedt. |
Motivering | |
Er moet verduidelijkt worden dat bij overeenkomsten tussen handelaren het gemeenschappelijk Europees kooprecht gedeeltelijk kan worden gekozen, maar dat partijen zich niet kunnen onttrekken aan de dwingende bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. | |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 11 - alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer partijen geldig zijn overeengekomen om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op een overeenkomst, is op de aspecten van de overeenkomst die daarin geregeld worden, uitsluitend het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing. Op voorwaarde dat de overeenkomst daadwerkelijk wordt gesloten, vallen onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook de naleving van de precontractuele informatieverplichtingen en de rechtsmiddelen ingeval van niet-naleving ervan. |
1. Wanneer partijen geldig zijn overeengekomen om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op een overeenkomst, is op de aspecten van de overeenkomst die daarin geregeld worden, uitsluitend het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing, en niet de regeling inzake overeenkomstenrecht die bij gebreke van een dergelijke overeenstemming de overeenkomst zou beheersen binnen de rechtsorde die als toepasselijk recht is bepaald. |
Motivering | |
Het amendement verduidelijkt dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht een secundair stelsel vormt binnen de rechtsorde van iedere lidstaat. Het maakt deel uit van een reeks amendementen die de verhouding tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de Rome I-verordening nader toelichten. | |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 11 - lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Wanneer partijen onderhandelingen aanknopen of anderszins voorbereidende stappen ondernemen voor het sluiten van een overeenkomst met verwijzing naar het gemeenschappelijk Europees kooprecht, vallen onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook de naleving van de precontractuele informatieverplichtingen en de rechtsmiddelen ingeval van niet-naleving ervan, en andere kwesties die relevant zijn voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst. |
|
De toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zoals bedoeld in de eerste alinea, doet geen afbreuk aan het volgens de relevante collisieregels toepasselijke recht, wanneer de handelaar ook heeft verwezen naar andere rechtsstelsels. |
Motivering | |
De voorgestelde tekst bepaalt dat de precontractuele fase onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet vallen vanaf het moment waarop partijen naar het gemeenschappelijk Europees kooprecht verwijzen tijdens de onderhandelingen, dit in tegenstelling tot de oplossing waarvoor is geopteerd in het Commissievoorstel, namelijk dat de in het gemeenschappelijk Europees kooprecht vervatte precontractuele informatieverplichtingen alleen van toepassing zijn wanneer daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten, d.w.z. a posteriori. De tweede alinea maakt duidelijk dat alleen wanneer een handelaar in het midden laat of de overeenkomst onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht zal vallen dan wel onder het normaal toepasselijk recht, deze aan beide normen moet voldoen. | |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 11 bis (nieuw) - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 11 bis |
|
Onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallende aangelegenheden |
|
1. In de regels van het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden de volgende aangelegenheden behandeld |
|
(a) precontractuele informatieverplichtingen; |
|
(b) het sluiten van een overeenkomst, met inbegrip van formele vereisten; |
|
(c) het herroepingsrecht en de gevolgen daarvan; |
|
(d) de vernietiging van een overeenkomst als gevolg van dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik en de gevolgen van deze vernietiging; |
|
(e) de uitlegging; |
|
(f) de inhoud en de gevolgen, onder meer van de desbetreffende overeenkomst; |
|
(g) de beoordeling en de gevolgen van oneerlijke voorwaarden van een overeenkomst; |
|
(h) de rechten en verplichtingen van partijen; |
|
(i) rechtsmiddelen bij niet-nakoming; |
|
(j) teruggave na vernietiging of ontbinding of in geval van een niet verbindende overeenkomst; |
|
(k) verjaring en uitsluiting van rechten; |
|
(l) de sancties die kunnen worden opgelegd in geval de krachtens dit recht geldende verbintenissen en verplichtingen niet worden nagekomen. |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 11 bis (nieuw) - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2. Aangelegenheden die het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet behandelt, worden beheerst door de relevante regels van het nationale recht dat ingevolge de Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of andere toepasselijke collisieregels van toepassing is. Deze aangelegenheden omvatten: |
|
(a) rechtspersoonlijkheid; |
|
(b) de ongeldigheid van een overeenkomst als gevolg van onbekwaamheid, onwettigheid of strijd met de goede zeden, behalve wanneer de redenen voor onwettigheid of strijdigheid met de goede zeden in het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden behandeld; |
|
(c) bepaling van de taal van de overeenkomst; |
|
(d) kwesties inzake non-discriminatie; |
|
(e) vertegenwoordiging; |
|
(f) pluraliteit van schuldeisers en schuldenaren en de wijziging van partijen, met inbegrip van cessie; |
|
(g) compensatie en schuldvermenging; |
|
(h) het doen ontstaan, verwerven of overdragen van onroerend goed of rechten op onroerend goed; |
|
(i) het recht inzake intellectuele eigendom; alsmede |
|
(j) de onrechtmatige daad, met inbegrip van de kwestie of samenlopende contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheidsvorderingen samen kunnen worden ingeleid. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 11 bis (nieuw) - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan dwingende bepalingen van een derde land die van toepassing kunnen zijn overeenkomstig de relevante collisieregels. |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 14 |
Schrappen |
Mededeling van rechterlijke beslissingen waarin deze verordening wordt toegepast |
|
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de eindbeslissingen van hun gerechten waarin de bepalingen van deze verordening worden toegepast, onverwijld aan de Commissie worden meegedeeld. |
|
2. De Commissie zal een systeem opzetten waarmee de informatie over de in lid 1 bedoelde beslissingen en de relevante arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie kunnen worden geraadpleegd. Dat systeem zal openbaar zijn. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 186 bis (nieuw); de tekst is gewijzigd) | |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 15 |
Schrappen |
Evaluatie |
|
1. Uiterlijk … [4 jaar na het in toepassing brengen van deze verordening] verstrekken de lidstaten de Commissie gegevens over de toepassing van deze verordening, met name over de acceptatiegraad van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, de mate waarin de bepalingen ervan aanleiding hebben gegeven tot rechtszaken en de stand van zaken betreffende de verschillen tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en het nationale recht wat het niveau van consumentenbescherming betreft. Deze gegevens bevatten een uitgebreid overzicht van de rechtspraak van de nationale gerechten over de uitlegging van de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
|
2. Uiterlijk … [5 jaar na het in toepassing brengen van deze verordening] dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een uitvoerig verslag in over de werking van deze verordening, onder meer in het licht van de noodzaak om de werkingssfeer uit te breiden wat overeenkomsten tussen ondernemingen onderling betreft, de markt- en technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en toekomstige ontwikkelingen van het acquis van de Unie. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 186 ter (nieuw)) | |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 16 |
Schrappen |
Inwerkingtreding en toepassing |
|
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
|
2. Zij is van toepassing vanaf [6 maanden nadat zij in werking is getreden]. |
|
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 186 septies (nieuw)) | |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Inhoudsopgave | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De inhoudsopgave wordt geschrapt. |
(Zie het amendement dat de inhoudsopgave invoegt in het begin van het dispositief). | |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Titel II (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Titel II |
|
Bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht |
Motivering | |
Een aantal amendementen is bedoeld om de hoofdverordening en de bijlage samen te voegen. De onderverdeling in een verordening en een bijlage lijkt tot verwarring te hebben geleid en is ook niet nodig. | |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 2 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het niet-nakomen van deze verplichting door een partij kan ertoe leiden dat deze partij een recht, rechtsmiddel of verweermiddel waarover zij normaal zou beschikken, niet kan inroepen of dat deze partij aansprakelijk is voor enige schade die de wederpartij daardoor lijdt. |
2. Het niet-nakomen van deze verplichting door een partij kan ertoe leiden dat deze partij een recht, rechtsmiddel of verweermiddel waarover zij normaal zou beschikken, niet kan inroepen, maar creëert niet automatisch het recht om rechtsmiddelen tegen niet-nakoming van een verbintenis aan te wenden. |
Motivering | |
Het amendement verduidelijkt dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht een secundair stelsel vormt binnen de rechtsorde van iedere lidstaat. Het maakt deel uit van een reeks amendementen die de verhouding tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de Rome I-verordening nader toelichten. | |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 9 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gemengde overeenkomsten |
Overeenkomsten die de verlening van verbonden diensten omvatten |
Motivering | |
De titel wordt gewijzigd om een beter onderscheid te maken tussen zaken die onder deze bepaling vallen en zaken die onder artikel 6 van de voorgestelde verordening vallen. | |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 10 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Dit artikel is van toepassing op elke vorm van kennisgeving ingevolge het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de overeenkomst. "Kennisgeving" is de mededeling van elke verklaring waarmee rechtsgevolgen worden beoogd of waarmee wordt beoogd voor een juridisch doel informatie te verstrekken. |
1. "Kennisgeving" is de mededeling van elke verklaring waarmee rechtsgevolgen worden beoogd of waarmee wordt beoogd voor een juridisch doel informatie te verstrekken. |
Motivering | |
Vereenvoudiging van de formulering. De eerste zin is overbodig aangezien de algemene toepassing van de bepaling al kan worden afgeleid uit het feit dat ze in het hoofdstuk "algemene beginselen" is opgenomen. | |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 11 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Dit artikel is van toepassing op de berekening van de termijnen voor alle doeleinden waarin het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorziet. |
Schrappen |
Motivering | |
Vereenvoudiging. Het eerste lid is overbodig aangezien de algemene toepassing van de bepaling al kan worden afgeleid uit het feit dat ze in het hoofdstuk "algemene beginselen" is opgenomen. | |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 11 - lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Wanneer een in dagen, weken, maanden of jaren omschreven termijn moet worden berekend vanaf een bepaalde gebeurtenis of handeling of een bepaald tijdstip, valt de dag waarop de gebeurtenis of handeling plaatsvindt of het bepaalde tijdstip verstrijkt, niet binnen de betrokken termijn. |
(Zie het amendement op lid 3) | |
Motivering | |
Er wordt voorgesteld om de volgorde van de leden te veranderen in overeenstemming met Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden, die de algemene regels neerlegt voor de berekening van termijnen in het EU-recht. | |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 11 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wanneer een in dagen, weken, maanden of jaren omschreven termijn moet worden berekend vanaf een bepaalde gebeurtenis of handeling of een bepaald tijdstip, valt de dag waarop de gebeurtenis of handeling plaatsvindt of het bepaalde tijdstip verstrijkt, niet binnen de betrokken termijn. |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake lid 1 bis (nieuw)) | |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 11 - lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Wanneer een persoon een andere persoon een document zendt waarin een termijn wordt vastgesteld waarbinnen de ontvanger moet antwoorden of een andere handeling moet verrichten, maar niet wordt vermeld wanneer deze termijn ingaat, wordt, tenzij anders is bepaald, de termijn berekend vanaf het tijdstip waarop het document de ontvanger bereikt. |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake lid 7 bis (nieuw)) | |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 11 - lid 7 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. Wanneer een persoon een andere persoon een document zendt waarin een termijn wordt vastgesteld waarbinnen de ontvanger moet antwoorden of een andere handeling moet verrichten, maar niet wordt vermeld wanneer deze termijn ingaat, wordt, tenzij anders is bepaald, de termijn berekend vanaf het tijdstip waarop het document de ontvanger bereikt. |
(Zie het amendement op lid 6, de tekst is gewijzigd) | |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 12 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De artikelen 59 tot en met 65 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitlegging van eenzijdige wilsverklaringen. |
Schrappen |
(Zie het amendement inzake artikel 58, lid 3 bis (nieuw)) | |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 12 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De bepalingen betreffende gebrekkige toestemming in hoofdstuk 5 zijn van overeenkomstige toepassing op eenzijdige wilsverklaringen. |
Schrappen |
(Zie het amendement op artikel 48, lid 2) | |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verplichting tot het verstrekken van informatie bij het sluiten van een overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimten |
Verplichting tot het verstrekken van informatie |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - lid 1 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een handelaar die een overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimten sluit, verstrekt de consument, alvorens de overeenkomst wordt gesloten of de consument door een aanbod gebonden wordt, op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie: |
1. Een handelaar die een overeenkomst sluit, verstrekt de consument, alvorens de overeenkomst wordt gesloten of de consument door een aanbod gebonden wordt, op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie: |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - lid 3 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor een overeenkomst op afstand moet de krachtens dit artikel vereiste informatie: |
3. De krachtens dit artikel vereiste informatie moet: |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Voor een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst moet de krachtens dit artikel vereiste informatie: |
Schrappen |
(a) op papier worden verstrekt of, indien de consument hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager; en |
|
(b) leesbaar zijn en in duidelijke en begrijpelijke taal worden verstrekt. |
|
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - lid 5 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) een overeenkomst die wordt gesloten door middel van een distributieautomaat of geautomatiseerde handelsruimte; |
Schrappen |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - lid 5 - letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, mits de prijs of, wanneer meerdere overeenkomsten gelijktijdig zijn gesloten, de totale prijs van de overeenkomsten niet meer bedraagt dan 50 euro of het gelijkwaardig bedrag in de munteenheid die voor de prijs van de overeenkomst is overeengekomen. |
Schrappen |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 13 - lid 5 - letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) overeenkomstig de wetten van de lidstaten worden opgesteld door een openbaar ambtenaar die volgens de wet onafhankelijk en onpartijdig moet zijn en die door het verstrekken van uitgebreide juridische informatie dient te verzekeren dat de consument de overeenkomst alleen na zorgvuldig juridisch beraad en met kennis van de juridische reikwijdte ervan sluit; |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 17 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Informatie over het herroepingsrecht bij een op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst |
Informatie over het herroepingsrecht bij een overeenkomst |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 18 |
Schrappen |
Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten: aanvullende informatievoorschriften en bevestiging |
|
1. De handelaar verstrekt de consument een kopie van de ondertekende overeenkomst of de bevestiging van de overeenkomst op papier of, indien de consument hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager, met inbegrip van, in voorkomend geval, de bevestiging van de instemming en het akkoord van de consument overeenkomstig artikel 40, lid 3, onder d). |
|
2. Indien de consument wenst dat de verbonden dienstverlening aanvangt tijdens de in artikel 42, lid 2, bedoelde herroepingstermijn, moet de handelaar van de consument eisen dat hij uitdrukkelijk een verzoek daarom doet op een duurzame gegevensdrager. |
|
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 19 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Overeenkomsten op afstand: aanvullende informatie- en andere voorschriften |
Aanvullende informatie- en andere voorschriften |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 20 |
Schrappen |
Informatieverplichtingen voor andere dan buiten verkoopruimten en op afstand gesloten overeenkomsten |
|
1. Wat andere dan buiten verkoopruimten of op afstand gesloten overeenkomsten betreft, verstrekt de handelaar de consument, alvorens de overeenkomst wordt gesloten of de consument door een aanbod is gebonden, op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie, voor zover die nog niet uit de context blijkt: |
|
(a) de voornaamste kenmerken van de te leveren goederen, digitale inhoud of verbonden diensten, in de mate waarin zulks gezien het communicatiemedium en de goederen, digitale inhoud of verbonden diensten passend is; |
|
(b) de totale prijs en extra lasten en kosten, overeenkomstig artikel 14, lid 1; |
|
(c) de identiteit van de handelaar, in het bijzonder de handelsnaam van de handelaar, het geografische adres waar hij gevestigd is en zijn telefoonnummer; |
|
(d) de voorwaarden van de overeenkomst overeenkomstig artikel 16, onder a) en b); |
|
(e) voor zover van toepassing, het bestaan van en de voorwaarden betreffende klantenservice, commerciële garanties en beleid inzake klachtenbehandeling van de handelaar; |
|
(f) voor zover van toepassing, de functionaliteit van digitale inhoud met inbegrip van toepasselijke technische beveiligingsvoorzieningen, and |
|
(g) voor zover van toepassing, de relevante interoperabiliteit van digitale inhoud met hardware en software waarvan de handelaar op de hoogte is of had behoren te zijn. |
|
2. Dit artikel is niet van toepassing wanneer de overeenkomst betrekking heeft op dagelijkse transacties die onmiddellijk na het sluiten van de overeenkomst worden verricht. |
|
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 24 - lid 3 - letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) de voorwaarden van de overeenkomst. |
(e) de voorwaarden waaronder de handelaar bereid is de overeenkomst te sluiten. |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 24 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De handelaar zorgt ervoor, dat de in lid 3, onder e), bedoelde voorwaarden van de overeenkomst beschikbaar zijn in alfabetische of andere begrijpelijke tekens en op een duurzame gegevensdrager die het lezen en opnemen van de in de tekst opgenomen informatie alsook de reproductie ervan in tastbare vorm mogelijk maakt. |
4. Onverminderd strengere vereisten ten aanzien van een handelaar die op grond van afdeling 1 onderhandelt met een consument, zorgt de handelaar ervoor, dat de in lid 3, onder e), bedoelde voorwaarden beschikbaar zijn in alfabetische of andere begrijpelijke tekens en op een duurzame gegevensdrager die het lezen en opnemen van de in de tekst opgenomen informatie alsook de reproductie ervan in tastbare vorm mogelijk maakt. |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 24 - lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De handelaar bevestigt zo spoedig mogelijk langs elektronische weg de ontvangst van het aanbod of de aanvaarding van de wederpartij. |
5. De handelaar bevestigt zo spoedig mogelijk langs elektronische weg de ontvangst van het aanbod of de aanvaarding van de wederpartij. In deze bevestiging wordt de inhoud van het aanbod of van de aanvaarding vermeld. |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 29 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een partij die een krachtens dit hoofdstuk op haar rustende verplichting niet is nagekomen, is aansprakelijk voor de schade die de wederpartij door de niet-nakoming lijdt. |
1. Een partij die een krachtens dit hoofdstuk op haar rustende verplichting niet is nagekomen, is overeenkomstig hoofdstuk 16 aansprakelijk voor de schade die de wederpartij door de niet-nakoming lijdt. |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 30 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Overeenstemming kan worden bereikt door de aanvaarding van een aanbod. De aanvaarding kan uitdrukkelijk gebeuren of door andere verklaringen of gedragingen. |
2. Overeenstemming kan worden bereikt door de aanvaarding van een aanbod. |
Motivering | |
Vereenvoudiging van de formulering. Artikel 34, lid 1, geeft al aan dat de aanvaarding kan worden uitgedrukt door een willekeurige verklaring of gedraging. | |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 31 - lid 1 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) het voldoende inhoud en zekerheid heeft voor de totstandkoming van een overeenkomst. |
(b) het voldoende inhoud en zekerheid heeft voor de totstandkoming van een overeenkomst. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument geldt dat een aanbod voldoende inhoud en zekerheid heeft indien het een voorwerp, een hoeveelheid of duur, en een prijs omvat. |
Motivering | |
Bij overeenkomsten tussen handelaren en consumenten is het aangewezen te verduidelijken aan welke inhoudelijke vereisten een aanbod minimaal moet voldoen. | |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 34 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Stilzwijgen of stilzitten geldt op zich niet als aanvaarding. |
2. Stilzwijgen of stilzitten geldt op zich niet als aanvaarding. In het bijzonder wordt het uitblijven van een antwoord van de consument bij de levering van goederen of digitale inhoud of het verrichten van verbonden diensten niet aangemerkt als aanvaarding. |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 38 - lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument geldt een antwoord van de ontvanger van een aanbod dat aanvullende of afwijkende voorwaarden van de overeenkomst vaststelt of inhoudt als een verwerping van het aanbod en als een nieuw aanbod. |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Hoofdstuk 4 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Herroepingsrecht voor op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten tussen handelaren en consumenten |
Herroepingsrecht |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 40 - lid 2 - letter i bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(i bis) een overeenkomst die overeenkomstig de wetten van de lidstaten wordt opgesteld door een openbaar ambtenaar die volgens de wet onafhankelijk en onpartijdig moet zijn en die door het verstrekken van uitgebreide juridische informatie dient te verzekeren dat de consument de overeenkomst alleen na zorgvuldig juridisch beraad en met kennis van de juridische reikwijdte ervan sluit. |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel -48 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel -48 |
|
Werkingssfeer |
|
1. Dit hoofdstuk is van toepassing bij de vernietiging van een overeenkomst wegens gebrekkige toestemming of andere gebreken. |
|
2. De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van overeenkomstige toepassing op de vernietiging van een aanbod, aanvaarding of andere eenzijdige wilsverklaring, of soortgelijke gedragingen. |
(Voor lid 2: zie het amendement op artikel 12, lid 4) | |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 48 - lid 1 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de partij de overeenkomst zonder de dwaling niet of slechts onder wezenlijk andere voorwaarden had gesloten en de wederpartij dit wist of had behoren te weten, en |
(a) de partij de overeenkomst zonder de dwaling niet of slechts onder wezenlijk andere voorwaarden had gesloten, en |
Motivering | |
Een partij moet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor haar fouten, bijvoorbeeld spellingfouten, zonder verwijzing naar de medeverantwoordelijkheid van de wederpartij. | |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 48 - lid 1 - letter b - punt i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) de dwaling heeft veroorzaakt; |
(i) de dwaling heeft veroorzaakt; of |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 48 - lid 1 - letter b - punt ii | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(ii) het sluiten van de overeenkomst op grond van een dwaling heeft teweeggebracht door een precontractuele informatieverplichting op grond van afdelingen 1 tot en met 4 van hoofdstuk 2 niet na te komen; |
(ii) het sluiten van de overeenkomst op grond van een dwaling heeft teweeggebracht door een precontractuele informatieverplichting op grond van afdelingen 1 tot en met 4 van hoofdstuk 2 niet na te komen; of |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 49 - lid 3 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Om te bepalen of de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid een partij verplichten bepaalde informatie mee te delen, moet met alle omstandigheden rekening worden gehouden, waaronder: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Motivering | |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) | |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 49 - lid 3 - letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) het belang dat de informatie kennelijk voor de wederpartij heeft, en |
(e) het belang dat de informatie voor de wederpartij kan hebben, en |
Motivering | |
De tekst wordt afgestemd op artikel 23, lid 2, over de informatieverplichtingen betreffende goederen en verbonden diensten, dat een vergelijkbare opsomming bevat. Het belang van informatie voor de wederpartij moet in beide gevallen op dezelfde wijze worden beoordeeld. | |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 50 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 50 bis |
|
Derden |
|
1. Wanneer een derde voor wiens handelen een persoon verantwoordelijk is of die met de toestemming van die persoon betrokken is bij het sluiten van een overeenkomst: |
|
(a) dwaling veroorzaakt, kennis heeft van dwaling of verondersteld kan worden hiervan kennis te hebben, of |
|
(b) zich schuldig maakt aan bedrog, bedreiging of misbruik, |
|
kunnen de rechtsmiddelen op grond van dit hoofdstuk worden aangewend alsof de persoon die verantwoordelijk is voor of toestemming heeft gegeven aan de derde de gedraging heeft verricht of de kennis bezat. |
|
2. Wanneer een derde voor wiens handelen een persoon niet verantwoordelijk is of die zonder de toestemming van die persoon betrokken is bij het sluiten van een overeenkomst, zich schuldig maakt aan bedrog of bedreiging, kunnen de rechtsmiddelen op grond van dit hoofdstuk worden aangewend indien die persoon op de hoogte was of redelijkerwijs kan worden verondersteld op de hoogte te zijn geweest van de desbetreffende feiten of ten tijde van de vernietiging niet op basis van de overeenkomst handelde. |
Motivering | |
Er was nog geen bepaling inzake dwaling, bedrog, bedreiging en misbruik door derden. | |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 55 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een partij die op grond van dit hoofdstuk het recht heeft om een overeenkomst te vernietigen of over een dergelijk recht beschikte alvorens het door het verstrijken van een termijn of door bevestiging teloorging, heeft, ongeacht of de overeenkomst wordt vernietigd, recht op vergoeding van de wederpartij voor de schade die werd geleden door dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik, voor zover de wederpartij de relevante omstandigheden kende of had behoren te kennen. |
Een partij die op grond van dit hoofdstuk het recht heeft om een overeenkomst te vernietigen of over een dergelijk recht beschikte alvorens het door het verstrijken van een termijn of door bevestiging teloorging, heeft, ongeacht of de overeenkomst wordt vernietigd, overeenkomstig hoofdstuk 16 recht op vergoeding van de wederpartij voor de schade die werd geleden door dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik, voor zover de wederpartij de relevante omstandigheden kende of had behoren te kennen. |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 58 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien een partij een bepaalde betekenis wilde geven aan een in de overeenkomst gebruikte uitdrukking en de wederpartij dat ten tijde van het sluiten van de overeenkomst wist of had behoren te weten, moet deze uitdrukking worden uitgelegd op de door de eerste partij bedoelde wijze. |
2. Indien een partij een bepaalde betekenis wilde geven aan een in de overeenkomst gebruikte uitdrukking of een soortgelijke gedraging en de wederpartij dat ten tijde van het sluiten van de overeenkomst wist of had behoren te weten, moet deze uitdrukking of soortgelijke gedraging worden uitgelegd op de door de eerste partij bedoelde wijze. |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 58 - lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De in een overeenkomst gebruikte uitdrukkingen worden uitgelegd in het licht van de overeenkomst in haar geheel. |
(Zie het amendement op artikel 60; de tekst is gewijzigd) | |
Motivering | |
Een aantal amendementen beoogt een herschikking van de bepalingen inzake uitlegging om dit hoofdstuk leesbaarder en gebruiksvriendelijker te maken. | |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 58 - lid 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van overeenkomstige toepassing op de uitlegging van een aanbod, aanvaarding of andere eenzijdige wilsverklaring, of soortgelijke gedragingen. |
(Zie het amendement op artikel 12, lid 3, de tekst is gewijzigd) | |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 59 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de omstandigheden waarin zij is gesloten, met inbegrip van de aan de overeenkomst voorafgaande onderhandelingen; |
(a) de omstandigheden waarin zij is gesloten; |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 59 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de gedragingen van partijen, ook na het sluiten van de overeenkomst; |
(b) de gedragingen van partijen, voor, tijdens en na het sluiten van de overeenkomst; |
Motivering | |
Redactionele verduidelijking. | |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 59 - letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de uitlegging die partijen reeds hebben gegeven aan uitdrukkingen die lijken op of identiek zijn aan de in de overeenkomst gebruikte uitdrukkingen; |
(c) de uitlegging die partijen eerder hebben gegeven aan uitdrukkingen die lijken op of identiek zijn aan de in de overeenkomst gebruikte uitdrukkingen; |
Motivering | |
Redactionele verduidelijking. | |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 60 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 60 |
Schrappen |
Verwijzing naar de overeenkomst in haar geheel |
|
De in een overeenkomst gebruikte uitdrukkingen moeten worden uitgelegd in het licht van de overeenkomst in haar geheel. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 58, lid 3 bis (nieuw)) | |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 61 - alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Wanneer een schriftelijke overeenkomst is gebruikt die is opgesteld in de landstaal van de consument, is die taalversie gezaghebbend. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van deze alinea uit te sluiten of van deze alinea af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 61 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 61 bis |
|
Voorrang voor uitlegging die aan voorwaarden van overeenkomsten werking verleent |
|
Een uitlegging die werking verleent aan de voorwaarden van een overeenkomst, heeft voorrang boven een uitlegging die dat niet doet. |
(Zie het amendement op artikel 63) | |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 61 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 61 ter |
|
Uitlegging in het voordeel van de consument |
|
1. Wanneer er twijfel bestaat over de betekenis van een voorwaarde van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, prevaleert de voor de consument gunstigste uitlegging, tenzij de consument de voorwaarde heeft bedongen. |
|
2. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
(Zie het amendement op artikel 64) | |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 62 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorrang voor voorwaarden van overeenkomsten waarover afzonderlijk is onderhandeld |
Voorwaarden van overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld |
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 62 - lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Wanneer er, artikel 61 ter ten spijt, twijfel bestaat over de betekenis van een voorwaarde van een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, prevaleert een uitlegging van de voorwaarde ten nadele van de partij die de voorwaarde heeft bedongen. |
(Zie het amendement op artikel 65) | |
Motivering | |
Artikel 65 wordt geïntegreerd in artikel 62 omdat het voor de lezer duidelijker en gemakkelijker is als alle bepalingen inzake de uitlegging van voorwaarden van overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in een en hetzelfde artikel zijn opgenomen. De formulering is verduidelijkt. | |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 63 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 63 |
Schrappen |
Voorrang voor uitlegging die aan voorwaarden van overeenkomsten werking verleent |
|
Een uitlegging die werking verleent aan de voorwaarden van een overeenkomst, heeft voorrang boven een uitlegging die dat niet doet. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 61 bis (nieuw)) | |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 64 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 64 |
Schrappen |
Uitlegging in het voordeel van de consument |
|
1. Wanneer er twijfel bestaat over de betekenis van een voorwaarde van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, prevaleert de voor de consument gunstigste uitlegging, tenzij de consument de voorwaarde heeft bedongen. |
|
2. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 61 ter (nieuw)) | |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 65 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 65 |
Schrappen |
Uitlegging ten nadele van de partij die een voorwaarde van een overeenkomst heeft bedongen |
|
Wanneer er in een overeenkomst die niet onder artikel 64 valt, twijfel bestaat over de betekenis van een voorwaarde waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, prevaleert een uitlegging van de voorwaarde ten nadele van de partij die de voorwaarde heeft bedongen. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 62, lid 1 bis (nieuw)) | |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Titel II - Deel III - Hoofdstuk 7 - Afdeling 1 (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Afdeling 1: Algemene bepalingen |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 67 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Gewoonten en handelwijzen zijn niet bindend voor partijen wanneer zij in strijd zijn met de voorwaarden van de overeenkomst waarover afzonderlijk is onderhandeld of met dwingende regels van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
3. Gewoonten en handelwijzen zijn niet bindend voor partijen wanneer zij in strijd zijn met hetgeen partijen zijn overeengekomen of met dwingende regels van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 68 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke impliciete voorwaarde van de overeenkomst in de zin van lid 1 dient, voor zover mogelijk, in de lijn te liggen van hetgeen partijen, indien zij de aangelegenheid hadden geregeld, waarschijnlijk zouden zijn overeengekomen. |
2. Elke impliciete voorwaarde van de overeenkomst in de zin van lid 1 dient, voor zover mogelijk, in de lijn te liggen van hetgeen partijen waarschijnlijk zouden zijn overeengekomen. |
Motivering | |
Vereenvoudiging van de formulering. | |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 69 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Indien de handelaar vóór het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij of in het openbaar een verklaring aflegt over de kenmerken van hetgeen door die handelaar uit hoofde van de overeenkomst dient te worden geleverd, wordt deze verklaring als een voorwaarde van de overeenkomst opgenomen, tenzij: |
1. Indien de handelaar, of een persoon die voor de handelaar reclame- of marketingactiviteiten uitvoert, vóór het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij of in het openbaar een verklaring aflegt over de kenmerken van hetgeen door die handelaar uit hoofde van de overeenkomst dient te worden geleverd, wordt deze verklaring als een voorwaarde van de overeenkomst opgenomen, tenzij de handelaar aantoont dat: |
(a) de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst ervan op de hoogte was of ervan op de hoogte had behoren te zijn dat de verklaring onjuist was of daarop anderszins geen beroep kon worden gedaan; of |
(a) de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst ervan op de hoogte was of ervan op de hoogte had behoren te zijn dat de verklaring onjuist was of daarop anderszins geen beroep kon worden gedaan; |
|
(a bis) de verklaring op het moment van het sluiten van de overeenkomst was rechtgezet; of |
(b) de beslissing van de wederpartij om de overeenkomst te sluiten niet door de verklaring kan zijn beïnvloed. |
(b) de beslissing van de wederpartij om de overeenkomst te sluiten niet door de verklaring kan zijn beïnvloed. |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 69 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt een verklaring van een persoon die voor de handelaar reclame- of marketingactiviteiten uitvoert, geacht een verklaring van de handelaar te zijn. |
Schrappen |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 69 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wanneer de wederpartij een consument is, wordt een verklaring die in het openbaar is afgelegd door of namens een producent of door een andere persoon in een eerdere schakel van de keten van transacties die tot de overeenkomst leiden, voor de toepassing van lid 1 geacht te zijn afgelegd door de handelaar, tenzij de handelaar dat op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst niet wist en dat ook niet had behoren te weten. |
3. Wanneer de wederpartij een consument is, wordt een verklaring die in het openbaar is afgelegd door of namens een producent of door een andere persoon in een eerdere schakel van de keten van transacties die tot de overeenkomst leiden, voor de toepassing van lid 1 geacht te zijn afgelegd door de handelaar, tenzij de handelaar aantoont dat hij dat op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst niet wist en dat ook niet had behoren te weten. |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 70 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 70 |
Schrappen |
Verplichting om bekendheid te geven aan voorwaarden van overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld |
|
1. Voorwaarden van een overeenkomst die door een partij zijn bedongen en waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, kunnen alleen tegen de wederpartij worden ingeroepen wanneer die partij daarvan op de hoogte was of wanneer de partij die de voorwaarden heeft bedongen, redelijke maatregelen heeft getroffen om deze vóór of bij het sluiten van de overeenkomst onder de aandacht van de wederpartij te brengen. |
|
2. Voor de toepassing van dit artikel, is, in betrekkingen tussen een handelaar en een consument, enkel de verwijzing naar de voorwaarden van de overeenkomst in een schriftelijke overeenkomst onvoldoende om deze voorwaarden onder de aandacht van de consument te brengen, zelfs niet wanneer die consument de overeenkomst ondertekent. |
|
3. Het is partijen niet toegestaan de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 76 bis (nieuw), de tekst is gewijzigd) | |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 71 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 71 |
Schrappen |
Aanvullende betalingen in overeenkomsten tussen een handelaar en een consument |
|
1. Een voorwaarde in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument die een consument verplicht tot een betaling bovenop de vastgestelde vergoeding voor de hoofdverbintenis van de handelaar, in het bijzonder wanneer die is opgenomen door toepassing van standaardopties die de consument moet verwerpen wil hij aanvullende betalingen voorkomen, bindt de consument niet tenzij hij, alvorens door de overeenkomst gebonden te zijn, uitdrukkelijk heeft ingestemd met de aanvullende betaling. Wanneer de consument de aanvullende betaling reeds heeft verricht, kan hij deze terugvorderen. |
|
2. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
|
(Zie het amendement inzake artikel 76 ter (nieuw)) | |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 74 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het is partijen niet toegestaan de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
2. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Motivering | |
Om de vrijheid van overeenkomst in onderlinge betrekkingen tussen handelaren niet al te zeer te beperken, dient artikel 74 uitsluitend van toepassing te zijn op betrekkingen tussen handelaren en consumenten. | |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Titel II - Deel III - Hoofdstuk 7 - Afdeling 2 (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Afdeling 2: Specifieke bepalingen inzake overeenkomsten tussen handelaren en consumenten |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 76 bis (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 76 bis |
|
Verplichting om bekendheid te geven aan voorwaarden van overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld |
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 76 bis - lid 1 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1. Voorwaarden van een overeenkomst die door een handelaar zijn bedongen en waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, kunnen alleen tegen een consument worden ingeroepen wanneer de consument daarvan op de hoogte was of wanneer de handelaar redelijke maatregelen heeft getroffen om deze vóór of bij het sluiten van de overeenkomst onder de aandacht van de consument te brengen. |
(Zie het amendement op artikel 70, lid 1) | |
Motivering | |
Het volstaat om de verplichting om bekendheid te geven aan voorwaarden van overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld slechts te laten gelden voor overeenkomsten tussen handelaren en consumenten. Zo wordt de vrees voor de toepassing van deze bepaling op onderlinge overeenkomsten tussen handelaren weggenomen. | |
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 76 bis - lid 2 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt aangenomen dat de voorwaarden van een overeenkomst onvoldoende onder de aandacht van de consument zijn gebracht als ze niet: |
|
(a) zijn aangeboden op een manier die geschikt is om de aandacht van de consument op hun bestaan te vestigen; en |
|
(b) door een handelaar zijn aangeboden aan of ter beschikking gesteld van een consument op een manier die de consument in staat stelt ze te begrijpen vóór het sluiten van de overeenkomst; |
(Zie het amendement op artikel 70, lid 2, de tekst is gewijzigd) | |
Motivering | |
Er is kritiek geuit op het feit dat het voorgestelde artikel 70, lid 2, louter voorschrijft welke gedragingen niet volstaan om de voorwaarden van een overeenkomst voldoende onder de aandacht van de consument te brengen. De nieuwe tekst beoogt duidelijk te maken door middel van welke gedragingen wel aan deze verplichting wordt voldaan: een handelaar die voorwaarden van een overeenkomst bedingt waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, kan deze voorwaarden alleen tegen de consument inroepen wanneer hij ze heeft aangeboden op een manier die geschikt is om de aandacht van de consument op hun bestaan te vestigen en die de consument in staat stelt ze te begrijpen vóór het sluiten van de overeenkomst. | |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 76 bis - lid 3 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3. De loutere verwijzing naar de voorwaarden van een overeenkomst in een schriftelijke overeenkomst wordt niet beschouwd als voldoende om deze voorwaarden onder de aandacht van de consument te brengen, zelfs niet wanneer de consument deze schriftelijke overeenkomst heeft ondertekend. |
(Zie het amendement op artikel 70, lid 2) | |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 76 bis - lid 4 (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Motivering | |
(Zie het amendement op artikel 70, lid 3) | |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 76 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 76 ter |
|
Aanvullende betalingen in overeenkomsten tussen een handelaar en een consument |
|
1. Een voorwaarde in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument die een consument verplicht tot een betaling bovenop de vastgestelde vergoeding voor de hoofdverbintenis van de handelaar, in het bijzonder wanneer die is opgenomen door toepassing van standaardopties die de consument moet verwerpen wil hij aanvullende betalingen voorkomen, bindt de consument niet tenzij hij, alvorens door de overeenkomst gebonden te zijn, uitdrukkelijk heeft ingestemd met de aanvullende betaling. Wanneer de consument de aanvullende betaling toch verricht zonder dat hij daarmee uitdrukkelijk heeft ingestemd, kan hij deze terugvorderen. |
|
2. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
(Zie het amendement op artikel 71) | |
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 80 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Afdeling 2 is niet van toepassing op de omschrijving van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst of op de juistheid van de te betalen prijs, voor zover de handelaar de transparantieverplichting van artikel 82 is nagekomen. |
Schrappen |
Motivering | |
Met de schrapping van artikel 80, lid 2, wordt beoogd de oneerlijkheidstoets uit te breiden tot de "basisvoorwaarden" ("voornaamste voorwaarden"). Hiermee wordt de bescherming van consumenten in sterke mate verbeterd. In de meeste lidstaten kunnen de gerechten de eerlijkheid van de "basisvoorwaarden" (waaronder de prijs) niet toetsen, maar in sommige lidstaten kunnen zij dat wel, in het algemeen (zie de "grote algemene bepaling", artikel 36 van de Scandinavische wet inzake overeenkomstenrecht) of in een specifieke context (zie de feiten van de zaak Caja de Madrid (inzake hypotheekovereenkomsten) van het Hof van Justitie van de Europese Unie). | |
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 82 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer een handelaar voorwaarden van een overeenkomst bedingt waarover met de consument niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, moet hij ervoor zorgen dat deze in duidelijke en begrijpelijke taal worden gesteld en meegedeeld. |
Wanneer een handelaar voorwaarden van een overeenkomst bedingt, moet hij ervoor zorgen dat deze in eenvoudige, duidelijke en begrijpelijke taal worden gesteld en meegedeeld. |
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 83 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In een overeenkomst tussen een handelaar en een consument is een door de handelaar bedongen voorwaarde van de overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, voor de toepassing van deze afdeling oneerlijk wanneer zij in strijd met de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verbintenissen van partijen aanzienlijk verstoort ten nadele van de consument. |
1. In een overeenkomst tussen een handelaar en een consument is een door de handelaar bedongen voorwaarde van de overeenkomst voor de toepassing van deze afdeling oneerlijk wanneer zij in strijd met de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verbintenissen van partijen aanzienlijk verstoort ten nadele van de consument. |
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 83 - lid 2 - letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) de vraag of de voorgestelde voorwaarde zodanig verrassend van aard is dat de consument deze niet had kunnen verwachten; |
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter b bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(b bis) de rechtsmiddelen waarover de consument jegens de handelaar of een derde beschikt in geval van niet-nakoming door de handelaar van zijn verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst, onrechtmatig uit te sluiten of te beperken; |
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) de bewijsmiddelen waarover de consument kan beschikken, te beperken, of aan de consument een bewijslast op te leggen die wettelijk op de handelaar zou moeten rusten; |
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f bis) een handelaar toe te staan de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen zonder in de overeenkomst gespecificeerde geldige reden; dit heeft geen betrekking op voorwaarden van overeenkomsten waarbij een handelaar zich het recht voorbehoudt om eenzijdig de voorwaarden van een overeenkomst van onbepaalde duur te wijzigen, mits hij verplicht is de consument binnen een redelijke termijn van deze wijziging in kennis te stellen en de consument vrij is de overeenkomst kosteloos op te zeggen; |
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter f ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f ter) een handelaar toe te staan eenzijdig en zonder geldige reden de kenmerken van de te leveren goederen, digitale inhoud of verbonden diensten of andere kenmerken van de prestatie te wijzigen; |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter f quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f quater) een handelaar toe te staan voor zijn prestatie een hogere vergoeding te verlangen dan die bij het sluiten van de overeenkomst is bepaald, tenzij in de overeenkomst naast overeengekomen voorwaarden voor een wijziging van de vergoeding is voorzien in een verlaging van de vergoeding of de relevante omstandigheden voor een wijziging van de vergoeding in de overeenkomst zijn beschreven en objectief gerechtvaardigd zijn en het optreden hiervan niet van de wil van de handelaar afhankelijk is; |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) een consument te verplichten al zijn verbintenissen op grond van de overeenkomst na te komen, ingeval de handelaar zijn eigen verbintenissen niet nakomt; |
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter g ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g ter) een handelaar het recht te geven om de overeenkomst op discretionaire grond te herroepen of te ontbinden in de zin van artikel 8, zonder de consument hetzelfde recht te geven, of een handelaar het recht te geven om voor nog niet geleverde verbonden diensten betaald geld te houden ingeval de handelaar de overeenkomst herroept of ontbindt; |
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 84 - letter h bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(h bis) de consument een buitensporige last op te leggen om een overeenkomst van onbepaalde duur te beëindigen; |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de bewijsmiddelen waarover de consument kan beschikken, te beperken, of aan de consument een bewijslast op te leggen die wettelijk op de handelaar zou moeten rusten; |
Schrappen |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de rechtsmiddelen waarover de consument jegens de handelaar of een derde beschikt in geval van niet-nakoming door de handelaar van zijn verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst, onrechtmatig uit te sluiten of te beperken; |
Schrappen |
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter e bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(e bis) een bepaalde gedraging van de consument als het afleggen of niet-afleggen van een verklaring aan te merken, tenzij de consument bij de aanvang van de daarvoor vastgestelde termijn op de betekenis van deze gedraging wordt gewezen en voor het afleggen van een uitdrukkelijke verklaring een redelijke termijn wordt geboden; |
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) een handelaar het recht te geven om de overeenkomst op discretionaire grond te herroepen of te ontbinden in de zin van artikel 8, zonder de consument hetzelfde recht te geven, of een handelaar het recht te geven om voor nog niet geleverde verbonden diensten betaald geld te houden ingeval de handelaar de overeenkomst herroept of ontbindt; |
Schrappen |
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) een handelaar toe te staan de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen zonder in de overeenkomst gespecificeerde geldige reden; dit heeft geen betrekking op voorwaarden van overeenkomsten waarbij een handelaar zich het recht voorbehoudt om eenzijdig de voorwaarden van een overeenkomst van onbepaalde duur te wijzigen, mits hij verplicht is dit binnen een redelijke termijn ter kennis te brengen van de consument en deze vrij is de overeenkomst kosteloos op te zeggen; |
Schrappen |
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) een handelaar toe te staan eenzijdig en zonder geldige reden de kenmerken van de te leveren goederen, digitale inhoud of verbonden diensten of andere kenmerken van de prestatie te wijzigen; |
Schrappen |
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(k) te bepalen dat de prijs van goederen, digitale inhoud of verbonden diensten moet worden vastgesteld bij de levering of een handelaar toe te staan om de prijs te verhogen zonder de consument een herroepingsrecht te geven wanneer de verhoogde prijs te hoog is in verhouding tot de bij het sluiten van de overeenkomst overeengekomen prijs; dit heeft geen betrekking op bedingen inzake prijsindexering, voor zover deze wettig zijn en de wijze waarop de prijs wordt aangepast hierin expliciet beschreven is; |
(k) te bepalen dat de prijs van goederen, digitale inhoud of verbonden diensten moet worden vastgesteld bij de levering; |
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter l | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(l) een consument te verplichten al zijn verbintenissen op grond van de overeenkomst na te komen, ingeval handelaar zijn eigen verbintenissen niet nakomt; |
Schrappen |
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter n | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(n) een handelaar toe te staan, wanneer het bestelde niet beschikbaar is, een equivalent te leveren zonder de consument uitdrukkelijk te hebben geïnformeerd over deze mogelijkheid en over het feit dat de handelaar de kosten moet dragen van het terugzenden van wat de consument op grond van de overeenkomst heeft ontvangen, wanneer de consument zijn recht uitoefent om de uitvoering te weigeren; |
(n) een handelaar toe te staan, wanneer het bestelde niet beschikbaar is, een equivalent te leveren zonder dat de consument uitdrukkelijk om levering van een equivalent heeft gevraagd en zonder de consument uitdrukkelijk te hebben geïnformeerd over deze mogelijkheid en over het feit dat de handelaar de kosten moet dragen van het terugzenden van wat de consument op grond van de overeenkomst heeft ontvangen, wanneer de consument zijn recht uitoefent om de uitvoering te weigeren; |
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 85 - letter v | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(v) de consument een buitensporige last op te leggen om een overeenkomst van onbepaalde duur te beëindigen; |
Schrappen |
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 86 - lid 1 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de voorwaarde van dien aard is dat het gebruik ervan grovelijk afwijkt van de gangbare handelspraktijken en indruist tegen de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 88 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De partij die niet kan nakomen, is verplicht ervoor te zorgen dat de wederpartij van de belemmering en de gevolgen daarvan voor de mogelijkheid tot nakoming onverwijld nadat eerstgenoemde partij zich van deze omstandigheden bewust wordt of zich daarvan bewust had behoren te zijn, in kennis wordt gesteld. De wederpartij heeft recht op vergoeding van de door het niet nakomen van deze verplichting veroorzaakte schade. |
3. De partij die niet kan nakomen, is verplicht ervoor te zorgen dat de wederpartij van de belemmering en de gevolgen daarvan voor de mogelijkheid tot nakoming onverwijld nadat eerstgenoemde partij zich van deze omstandigheden bewust wordt of zich daarvan bewust had behoren te zijn, in kennis wordt gesteld. De wederpartij heeft overeenkomstig hoofdstuk 16 recht op vergoeding van de door het niet nakomen van deze verplichting veroorzaakte schade. |
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 89 - lid 3 - letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de benadeelde partij het risico van die wijziging van omstandigheden niet vermoedde en ook niet redelijkerwijze had behoren te vermoeden. |
(c) de benadeelde partij die zich beroept op de gewijzigde omstandigheden het risico van die wijziging van omstandigheden niet vermoedde en ook niet redelijkerwijze had behoren te vermoeden. |
Amendement 178 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 91 - alinea 1 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de eigendom van de goederen over te dragen, met inbegrip van de materiële gegevensdrager waarop de digitale inhoud wordt geleverd; |
(b) de eigendom van de goederen, met inbegrip van de materiële gegevensdrager waarop de digitale inhoud wordt geleverd, over te dragen of zich ertoe te verbinden dit te doen; |
Motivering | |
De toevoeging verduidelijkt in het licht van het nieuwe artikel 91 bis over eigendomsvoorbehoud dat de eigendom niet onmiddellijk moet worden overdragen (want dat zou ieder eigendomsvoorbehoud onmogelijk maken). | |
Amendement 179 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 91 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 91 bis |
|
Eigendomsvoorbehoud |
|
Wanneer een eigendomsvoorbehoud werd overeengekomen, is de verkoper niet verplicht de eigendom van de goederen over te dragen totdat de koper de overeengekomen prijs heeft betaald. |
Motivering | |
De toevoeging van een beding van eigendomsvoorbehoud vloeit voort uit een praktische behoefte. De nieuwe tekst maakt duidelijk dat partijen in bedingen van eigendomsvoorbehoud kunnen voorzien wanneer zij besluiten het gemeenschappelijk Europees kooprecht op hun overeenkomst toe te passen. Naar analogie met artikel 9 van de richtlijn betalingsachterstand richt de voorgestelde tekst zich slechts op de verbintenis van de koper bij een beding van eigendomsvoorbehoud en heeft deze geen betrekking op het materiële vermogensrecht. | |
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 93 - lid 1 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) in geval van een consumentenkoopovereenkomst of een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud die op afstand of buiten verkoopruimten is gesloten, of waarin de verkoper zich ertoe heeft verplicht voor het vervoer naar de koper te zorgen, de woonplaats van de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst; |
(a) in geval van een consumentenkoopovereenkomst of een overeenkomst tussen een handelaar en een consument voor de levering van digitale inhoud die op afstand of buiten verkoopruimten is gesloten, de woonplaats van de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst; |
Amendement 181 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 94 - lid 1 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) in geval van een consumentenkoopovereenkomst of een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud die op afstand of buiten verkoopruimten is gesloten of waarin de verkoper zich ertoe heeft verplicht voor het vervoer naar de koper te zorgen, door het fysieke bezit van of de controle over de goederen of de digitale inhoud aan de consument over te dragen; |
(a) in geval van een consumentenkoopovereenkomst of een overeenkomst tussen een handelaar en een consument voor de levering van digitale inhoud, door het fysieke bezit van of de controle over de goederen of de digitale inhoud aan de consument over te dragen; |
Amendement 182 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 95 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer het tijdstip van aflevering niet anderszins kan worden bepaald, moeten de goederen of de digitale inhoud na het sluiten van de overeenkomst onverwijld worden afgeleverd. |
1. Wanneer het tijdstip van aflevering niet anderszins kan worden bepaald, moeten de goederen of de digitale inhoud binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst worden afgeleverd. |
Motivering | |
Met de voorgestelde wijziging wordt de tekst van dit lid afgestemd op artikel 33, onder c), van het CISG (Weens Koopverdrag). Artikel 95, lid 2, waarin de termijn voor levering bij overeenkomsten tussen handelaren en consumenten op 30 dagen wordt gesteld, blijft onveranderd. | |
Amendement 183 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 98 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 98 |
Schrappen |
Gevolgen voor overgang van risico |
|
De gevolgen van aflevering voor de overgang van risico zijn geregeld in hoofdstuk 14 |
|
Motivering | |
Wat hier gesteld wordt spreekt voor zich en is dus overbodig. | |
Amendement 184 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 99 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een bepaling in een consumentenkoopovereenkomst waarbij ten nadele van de consument wordt afgeweken van de voorschriften van de artikelen 100, 102 en 103 is alleen geldig wanneer de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst van de precieze staat van de goederen of de digitale inhoud op de hoogte was en de goederen of de digitale inhoud op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst als conform de overeenkomst aanvaardde. |
3. Een bepaling in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij ten nadele van de consument wordt afgeweken van de voorschriften van de artikelen 100, 101 en 102 is alleen geldig wanneer de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst van de precieze staat van de goederen of de digitale inhoud op de hoogte was en de goederen of de digitale inhoud op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst als conform de overeenkomst aanvaardde. |
Amendement 185 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 100 - letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) die hoedanigheden en prestatievermogens te bezitten die de koper mag verwachten. Bij de vaststelling van wat de consument van de digitale inhoud mag verwachten, dient in aanmerking te worden genomen of de digitale inhoud al dan niet tegen betaling van een prijs is geleverd. |
(g) die hoedanigheden en prestatievermogens te bezitten die de koper mag verwachten, bijvoorbeeld het hebben van bepaalde uiterlijke kenmerken en het niet hebben van gebreken. Bij de vaststelling van wat de koper van de digitale inhoud mag verwachten, dient in aanmerking te worden genomen of de digitale inhoud al dan niet tegen betaling van een prijs of in ruil voor een andere tegenprestatie is geleverd. |
Amendement 186 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 102 - leden 3 en 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In overeenkomsten tussen ondernemingen is lid 2 niet van toepassing wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was of had behoren te zijn van de op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. |
3. Lid 2 is niet van toepassing wanneer: |
|
(a) in overeenkomsten tussen handelaren, de koper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was of had behoren te zijn van de op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen; |
4. In overeenkomsten tussen een handelaar en een consument is lid 2 niet van toepassing wanneer de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was van de op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. |
(b) in overeenkomsten tussen een handelaar en een consument, de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was van de op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. |
Motivering | |
Vereenvoudiging van de opbouw van het artikel. | |
Amendement 187 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 103 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 103 |
Schrappen |
Beperking inzake de conformiteit van digitale inhoud |
|
Conformiteit van de digitale inhoud met de overeenkomst wordt niet geacht te ontbreken op de enkele grond dat bijgewerkte digitale inhoud beschikbaar is geworden na het sluiten van de overeenkomst. |
|
Motivering | |
De te schrappen bepaling heeft eerder een misleidend dan een verhelderend effect. Artikel 100 geldt als algemene bepaling voor het beoordelen van de conformiteit. | |
Amendement 188 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 104 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In geval van een overeenkomst tussen handelaren is de verkoper niet aansprakelijk voor het ontbreken van conformiteit van de goederen wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst wist dat de goederen niet conform waren of dat had behoren te weten. |
De verkoper is niet aansprakelijk voor het ontbreken van conformiteit van de goederen wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst wist dat de goederen niet conform waren. In geval van een overeenkomst tussen handelaren geldt dit ook wanneer de koper dat had behoren te weten. |
Motivering | |
Een koper die op de hoogte is van de toestand van de goederen en die zonder voorbehoud een koopovereenkomst sluit, kan zich achteraf niet beroepen op non-conformiteit van de goederen. Dit verbod op een dergelijke tegenstrijdige handelwijze geldt voor zowel handelaren als consumenten. De werkingssfeer van artikel 104 moet derhalve worden uitgebreid. | |
Amendement 189 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 105 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In geval van een consumentenkoopovereenkomst wordt ieder ontbreken van conformiteit dat zich binnen een termijn van zes maanden vanaf het tijdstip waarop het risico op de koper overgaat, manifesteert, geacht op dat tijdstip al te hebben bestaan, tenzij dit onverenigbaar is met de aard van de goederen of de digitale inhoud of de aard van het ontbreken van conformiteit. |
2. In geval van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument wordt ieder ontbreken van conformiteit dat zich binnen een termijn van zes maanden vanaf het tijdstip waarop het risico op de koper overgaat, manifesteert, geacht op dat tijdstip al te hebben bestaan, tenzij dit onverenigbaar is met de aard van de goederen of de digitale inhoud of de aard van het ontbreken van conformiteit. |
Amendement 190 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 105 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de digitale inhoud naderhand door de handelaar moet worden bijgewerkt, dient hij ervoor te zorgen dat deze inhoud gedurende de looptijd van de overeenkomst met de overeenkomst in overstemming blijft. |
4. Wanneer de digitale inhoud naderhand door de handelaar moet worden bijgewerkt, of wanneer de handelaar de verschillende componenten afzonderlijk levert, dient hij ervoor te zorgen dat deze inhoud gedurende de looptijd van de overeenkomst met de overeenkomst in overstemming blijft. |
Amendement 191 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 106 - lid 1 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de verkoper een verbintenis niet nakomt, kan de koper: |
1. Wanneer de verkoper een verbintenis niet nakomt, kan de koper, wanneer aan de specifieke voorwaarden voor de desbetreffende rechtsmiddelen is voldaan: |
Amendement 192 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 106 - lid 3 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) heeft het herstel van verzuim door de verkoper geen voorrang boven de rechten van de koper, en |
(a) heeft het herstel van verzuim door de verkoper geen voorrang boven de rechten van de koper, tenzij de rechten betrekking hebben op goederen of digitale inhoud die zijn/is vervaardigd, geproduceerd of gewijzigd volgens de aanwijzingen van de consument of die duidelijk voor een bepaalde persoon bestemd zijn; of |
Amendement 193 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 107 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Beperking van rechtsmiddelen met betrekking tot digitale inhoud die niet tegen betaling van een prijs is geleverd |
Beperking van rechtsmiddelen met betrekking tot digitale inhoud die niet tegen betaling van een prijs of in ruil voor een andere tegenprestatie is geleverd |
|
- 1. Wanneer digitale inhoud in ruil voor andere tegenprestatie dan de betaling van een prijs is geleverd, kan de koper alle in artikel 106, lid 1, bedoelde rechtsmiddelen aanwenden behalve de vermindering van prijs onder d) van dat lid. |
Wanneer digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs is geleverd, kan de koper de in artikel 106, lid 1, onder a) tot en met d), bedoelde rechtsmiddelen niet aanwenden. De koper kan uitsluitend op grond van artikel 106, lid 1, onder e), schadevergoeding vorderen wegens verlies van of schade aan zijn eigendom, waaronder hardware, software en data, als gevolg van het niet overeenstemmen van de geleverde digitale inhoud, met uitzondering van de winst die de koper als gevolg van die schade heeft gederfd. |
2. Wanneer digitale inhoud niet in ruil voor een tegenprestatie is geleverd, kan de koper de in artikel 106, lid 1, onder a) tot en met d), bedoelde rechtsmiddelen niet aanwenden. De koper kan uitsluitend op grond van artikel 106, lid 1, onder e), schadevergoeding vorderen wegens verlies van of schade aan zijn eigendom, waaronder hardware, software en data, als gevolg van het niet overeenstemmen van de geleverde digitale inhoud, met uitzondering van de winst die de koper als gevolg van die schade heeft gederfd. |
Motivering | |
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht is ook van toepassing op gevallen waarbij digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs wordt geleverd (artikel 5, onder b)). Het voorgestelde artikel 107 beperkt de rechtsmiddelen van de koper echter te sterk en houdt geen rekening met gevallen waarbij de koper geen geld betaalt maar wel een andere tegenprestatie moet leveren, zoals het verstrekken van persoonlijke gegevens. Lid 1 maakt het in dergelijke gevallen mogelijk om alle rechtsmiddelen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht aan te wenden behalve de vermindering van prijs (aangezien er geen geld werd betaald). In lid 2 blijven de rechtsmiddelen beperkt tot het vorderen van schadevergoeding, maar dan alleen voor gevallen waarbij de digitale inhoud werkelijk gratis werd geleverd. | |
Amendement 194 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 109 - lid 4 - letter -a (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(-a) de koper een consument is en het herstel van verzuim door de verkoper geen voorrang heeft boven de rechtsmiddelen van de koper, als bedoeld in artikel 106, lid 3, onder a); |
Amendement 195 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 109 - lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De verkoper beschikt over een redelijke termijn om het verzuim te herstellen. |
5. De verkoper beschikt over een redelijke termijn om het verzuim te herstellen. In overeenkomsten tussen een handelaar en een consument bedraagt deze redelijke termijn ten hoogste 30 dagen. |
Amendement 196 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 109 - lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Ondanks het herstel van verzuim behoudt de koper het recht om schadevergoeding te vorderen wegens vertraging alsook voor alle schade die door het herstel van verzuim is veroorzaakt dan wel daardoor niet is voorkomen. |
7. Ondanks het herstel van verzuim behoudt de koper het recht om overeenkomstig hoofdstuk 16 schadevergoeding te vorderen wegens vertraging alsook voor alle schade die door het herstel van verzuim is veroorzaakt dan wel daardoor niet is voorkomen. |
Amendement 197 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 110 - leden 1 en 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De koper heeft het recht de nakoming van de verbintenissen van de verkoper te vorderen. |
1. De koper heeft het recht de nakoming van de verbintenissen van de verkoper te vorderen, met inbegrip van kosteloos herstel van gebreken bij een nakoming die niet in overeenstemming met de overeenkomst is. |
2. De nakoming die kan worden gevorderd, omvat het herstel om niet van een nakoming die niet in conform de overeenkomst is. |
|
Motivering | |
Vereenvoudiging van de opbouw van het artikel. | |
Amendement 198 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 111 - lid 1 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer in geval van een consumentenkoopovereenkomst de handelaar een ontbreken van conformiteit op grond van artikel 110, lid 2, moet goedmaken, kan de consument kiezen tussen herstel en vervanging tenzij de gekozen oplossing onwettig of onmogelijk zou zijn of, in vergelijking met de andere beschikbare oplossing, voor de verkoper onevenredige kosten met zich zou brengen gelet op: |
1. Wanneer in geval van een consumentenkoopovereenkomst de handelaar een ontbreken van conformiteit op grond van artikel 110 moet goedmaken, kan de consument kiezen tussen reparatie en vervanging tenzij de gekozen oplossing onwettig of onmogelijk zou zijn of, in vergelijking met de andere beschikbare oplossing, voor de verkoper onevenredige kosten met zich zou brengen gelet op: |
Amendement 199 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 111 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de consument het goedmaken van het ontbreken van conformiteit door middel van herstel of vervanging heeft gevorderd op grond van lid 1, kan de consument andere rechtsmiddelen alleen aanwenden wanneer de handelaar het herstel of de vervanging niet binnen een redelijke termijn van maximaal 30 dagen heeft voltooid. De consument kan echter gedurende die termijn de nakoming opschorten. |
2. Wanneer de consument het goedmaken van het ontbreken van conformiteit door middel van reparatie of vervanging heeft gevorderd op grond van lid 1, kan de consument andere rechtsmiddelen alleen aanwenden wanneer: |
|
(a) de handelaar de reparatie of de vervanging niet binnen een redelijke termijn van maximaal 30 dagen heeft voltooid; |
|
(b) de handelaar impliciet of expliciet heeft geweigerd het ontbreken van conformiteit te verhelpen; |
|
(c) dezelfde tekortkoming na reparatie of vervanging nogmaals is opgetreden. |
Amendement 200 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 113 - lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. In een overeenkomst tussen een handelaar en een consument kan de gehele nakoming worden opgeschort, tenzij de opschorting van de gehele nakoming onevenredig is ten opzichte van de omvang van de niet-nakoming. |
Amendement 201 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 119 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De koper verliest zijn recht van ontbinding krachtens deze afdeling wanneer de kennisgeving van de ontbinding niet wordt gedaan binnen een redelijke termijn nadat het recht is ontstaan of, indien dit later is, binnen een redelijke termijn nadat hij van de niet-nakoming op de hoogte was of daarvan op de hoogte had behoren te zijn. |
1. De koper verliest zijn recht van ontbinding krachtens deze afdeling wanneer de kennisgeving van de ontbinding niet wordt gedaan binnen twee maanden nadat het recht is ontstaan of, indien dit later is, binnen twee maanden nadat hij van de niet-nakoming op de hoogte was of, als de koper een handelaar is, de koper daarvan op de hoogte had behoren te zijn. |
2. Lid 1 is niet van toepassing: |
2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer geen enkele nakoming is aangeboden. |
(a) wanneer de koper een consument is, of |
|
(b) wanneer geen enkele nakoming is aangeboden. |
|
Amendement 202 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 120 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een koper die de prijs vermindert, kan niet tevens vergoeding krijgen van de schade die daardoor wordt gecompenseerd, maar behoudt zijn recht op vergoeding van alle verder geleden schade. |
3. Een koper die de prijs vermindert, kan niet tevens overeenkomstig hoofdstuk 16 vergoeding krijgen van de schade die daardoor wordt gecompenseerd, maar behoudt zijn recht op vergoeding van alle verder geleden schade. |
Amendement 203 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 121 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In geval van een overeenkomst tussen handelaren wordt de koper geacht de goederen te onderzoeken of te laten onderzoeken binnen een termijn die zo kort als redelijkerwijze mogelijk is en niet langer is dan 14 dagen te rekenen vanaf de datum van de levering van de goederen of digitale inhoud of verrichting van verbonden diensten. |
1. In geval van een overeenkomst tussen handelaren wordt de koper geacht de goederen of digitale inhoud te onderzoeken of te laten onderzoeken binnen een termijn die zo kort als redelijkerwijze mogelijk is en niet langer is dan 14 dagen te rekenen vanaf de datum van de levering van de goederen of digitale inhoud of verrichting van verbonden diensten. |
Amendement 204 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 122 - lid 1 - alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In geval van een overeenkomst tussen handelaren mag de koper zich niet op het ontbreken van een conformiteit beroepen wanneer hij de verkoper daarvan niet binnen redelijke termijn in kennis stelt met vermelding van de aard van de ontbrekende conformiteit. |
In geval van een overeenkomst tussen handelaren mag de koper zich niet op het ontbreken van een conformiteit beroepen wanneer hij de verkoper daarvan niet binnen redelijke termijn in kennis stelt met vermelding van de aard van de ontbrekende conformiteit. De koper heeft echter nog wel het recht de prijs te verminderen of, anders dan ter zake van gederfde winst, schadevergoeding te vorderen, indien hij een redelijke verontschuldiging heeft voor het feit dat hij de vereiste kennisgeving niet heeft gedaan. |
Motivering | |
De toevoeging stemt overeen met artikel 44 van het Weens Koopverdrag. | |
Amendement 205 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 123 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Lid 1, onder a), is niet van toepassing op overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud wanneer de digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs wordt geleverd. |
2. Voor overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud: |
|
(a) is lid 1, onder a), niet van toepassing wanneer de digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs wordt geleverd; |
|
(b) is lid 1, letter b), niet van toepassing wanneer de digitale inhoud niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd. |
Motivering | |
Het is wenselijk de koper vrij te stellen van de verplichting om digitale inhoud in ontvangst te nemen wanneer die niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd. Dergelijke digitale inhoud kan de koper schade berokkenen, terwijl de verkoper geen opslagkosten heeft. De koper mag dus niet worden verplicht dergelijke digitale inhoud in ontvangst te nemen. | |
Amendement 206 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 127 - lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de verkoper betaling door een derde aanvaardt in omstandigheden waarop de leden 1 of 2 niet van toepassing zijn, is de koper niet langer aansprakelijk jegens de verkoper, maar is de verkoper aansprakelijk ten opzichte van de koper voor alle schade die door die aanvaarding is veroorzaakt |
4. Wanneer de verkoper betaling door een derde aanvaardt in omstandigheden waarop de leden 1 of 2 niet van toepassing zijn, is de koper niet langer aansprakelijk jegens de verkoper, maar is de verkoper overeenkomstig hoofdstuk 16 aansprakelijk ten opzichte van de koper voor alle schade die door die aanvaarding is veroorzaakt. |
Amendement 207 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 131 - lid 1 - inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de koper een verbintenis niet nakomt, kan de verkoper: |
1. Wanneer de koper een verbintenis niet nakomt, kan de verkoper, wanneer aan de specifieke voorwaarden voor de desbetreffende rechtsmiddelen is voldaan: |
Amendement 208 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 131 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de niet-nakoming de koper niet kan worden toegerekend, kan de verkoper elk van de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen aanwenden, met uitzondering van het vorderen van nakoming en schadevergoeding. |
2. Wanneer de niet-nakoming de koper niet kan worden toegerekend, kan de verkoper elk van de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen aanwenden, met uitzondering van het vorderen van schadevergoeding. |
Motivering | |
Wijziging in overeenstemming met het amendement op artikel 106, lid 4. | |
Amendement 209 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 142 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Tenzij de overeenkomst een op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst is, zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing wanneer de consument de verbintenis de goederen of de digitale inhoud in ontvangst te nemen niet nakomt en de niet-nakoming niet niet-toerekenbaar is krachtens artikel 88. In dat geval gaat het risico over op het tijdstip waarop de consument of de door de consument aangewezen derde de goederen fysiek in ontvangst zou hebben genomen of de beschikking over de digitale inhoud zou hebben gekregen wanneer de verbintenis om deze in ontvangst te nemen, zou zijn nagekomen. |
Schrappen |
Amendement 210 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 143 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Tijdstip waarop risico overgaat |
Risico-overgang bij overeenkomsten tussen handelaren |
Amendement 211 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 143 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 144, 145 en 146. |
2. Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter beschikking van de koper zijn gesteld en de koper daarvan op de hoogte is, gaat het risico op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen of de digitale inhoud in ontvangst genomen hadden moeten zijn, tenzij de koper gerechtigd was om de inontvangstneming op te schorten krachtens artikel 113. |
|
Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter beschikking van de koper zijn gesteld op een andere plaats dan een plaats van vestiging van de verkoper, gaat het risico over wanneer de aflevering dient plaats te vinden en de koper op de hoogte is van het feit dat de goederen of de digitale inhoud op die plaats te zijner beschikking zijn gesteld. |
(Zie het amendement op artikel 144) | |
Motivering | |
De bepalingen van afdeling 3 zijn ter vereenvoudiging in één artikel samengevoegd. | |
Amendement 212 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 143 - lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In een koopovereenkomst die het vervoer van goederen omvat, ongeacht of de verkoper bevoegd is documenten te behouden die bepalend zijn voor de beschikking over de goederen: |
|
(a) Wanneer de verkoper niet gehouden is de goederen op een bepaalde plaats te overhandigen, gaat het risico op de koper over wanneer de goederen aan de eerste vervoerder worden overhandigd ter overdracht aan de koper in overeenstemming met de overeenkomst. |
|
(b) Wanneer de verkoper gehouden is de goederen op een bepaalde plaats aan een vervoerder te overhandigen, gaat het risico pas op de koper over wanneer de goederen op die plaats aan de vervoerder worden overhandigd. |
(Zie het amendement op artikel 145; de opbouw van het artikel is gewijzigd) | |
Amendement 213 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 143 - lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Indien goederen tijdens doorvoer verkocht worden, gaat het risico op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen aan de eerste vervoerder worden overhandigd of op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, naar gelang de omstandigheden. Het risico gaat niet op de koper over wanneer de verkoper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst wist of had behoren te weten dat de goederen verloren waren geraakt of waren beschadigd en hij dit niet aan de koper heeft meegedeeld. |
(Zie het amendement op artikel 146; de tekst is gewijzigd) | |
Amendement 214 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 144 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 144 |
Schrappen |
Goederen die koper ter beschikking zijn gesteld |
|
1. Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter beschikking van de koper zijn gesteld en de koper daarvan op de hoogte is, gaat het risico op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen of de digitale inhoud in ontvangst genomen hadden moeten zijn, tenzij de koper gerechtigd was om de inontvangstneming op te schorten krachtens artikel 113. |
|
2. Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter beschikking van de koper zijn gesteld op een andere plaats dan een plaats van vestiging van de verkoper, gaat het risico over wanneer de aflevering dient plaats te vinden en de koper op de hoogte is van het feit dat de goederen of de digitale inhoud op die plaats te zijner beschikking zijn gesteld. |
|
(Zie het amendement op artikel 143, lid 2) | |
Amendement 215 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 145 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 145 |
Schrappen |
Vervoer van de goederen |
|
1. Dit artikel is van toepassing op een koopovereenkomst die ook betrekking heeft op het vervoer van de goederen. |
|
2. Wanneer de verkoper niet gehouden is de goederen op een bepaalde plaats te overhandigen, gaat het risico op de koper over wanneer de goederen aan de eerste vervoerder worden overhandigd ter overdracht aan de koper in overeenstemming met de overeenkomst. |
|
3. Wanneer de verkoper gehouden is de goederen op een bepaalde plaats aan een vervoerder te overhandigen, gaat het risico pas op de koper over wanneer de goederen op die plaats aan de vervoerder worden overhandigd. |
|
4. Het feit dat de verkoper bevoegd is documenten te behouden die bepalend zijn voor de beschikking over de goederen, is niet van invloed op de overgang van het risico. |
|
(Zie het amendement op artikel 143, lid 3) | |
Amendement 216 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 146 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 146 |
Schrappen |
Tijdens doorvoer verkochte goederen |
|
1. Dit artikel is van toepassing op een koopovereenkomst die betrekking heeft op tijdens doorvoer verkochte goederen. |
|
2. Het risico gaat op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen aan de eerste vervoerder werden overhandigd. Indien de omstandigheden dit indiceren, gaat het risico echter op de koper over op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst. |
|
3. Wanneer de verkoper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst wist of had behoren te weten dat de goederen verloren waren geraakt of waren beschadigd en hij dit niet aan de koper heeft meegedeeld, draagt de verkoper het risico van verlies of schade. |
|
(Zie het amendement op artikel 143, lid 4) | |
Amendement 217 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 150 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een dienstverlener kan de verrichting aan een ander toevertrouwen, tenzij de persoonlijke verrichting door de dienstverlener is vereist. |
1. Een dienstverlener kan de verrichting aan een ander toevertrouwen, tenzij hij tot persoonlijke nakoming gehouden is. |
Amendement 218 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 155 - lid 1 - letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) het vorderen van schadevergoeding. |
(e) het vorderen van schadevergoeding krachtens hoofdstuk 16. |
Amendement 219 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 155 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Onverminderd lid 3, heeft het recht van de dienstverlener om verzuimen te herstellen voorrang boven de rechtsmiddelen van de klant, ongeacht of de klant een consument is. |
2. Onverminderd lid 3, heeft het recht van de dienstverlener om verzuim te herstellen voorrang boven de rechtsmiddelen van de klant. |
Amendement 220 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 155 - lid 5 - letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) met betrekking tot het recht van de dienstverlener om verzuimen te herstellen mag in geval van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument de redelijke termijn als vermeld in artikel 109, lid 5, niet langer dan 30 dagen zijn; |
Schrappen |
Amendement 221 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 155 - lid 5 - letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) met betrekking tot het goedmaken van een prestatie die niet conform de overeenkomst is, zijn de artikelen 111 en 112 niet van toepassing, en |
Schrappen |
Amendement 222 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 157 - lid 1 - letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) het vorderen van de rente over de prijs of schadevergoeding. |
(d) het vorderen van de rente over de prijs of schadevergoeding krachtens hoofdstuk 16. |
Amendement 223 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Teruggave in geval van vernietiging of ontbinding |
Teruggave in geval van vernietiging, ontbinding of ongeldigheid |
Motivering | |
Omdat er in het hoofdstuk over teruggave enkele tekortkomingen zijn vastgesteld, wordt een aantal amendementen ingediend om dit hoofdstuk te wijzigen. Het doel is te komen tot een samenhangender en evenwichtiger regeling. Bovendien moeten de bepalingen aangevuld en verduidelijkt worden en moeten praktische oplossing worden geboden voor de levering van digitale inhoud, met name voor gevallen waarin de tegenprestatie voor de digitale inhoud niet bestaat in geld. | |
Amendement 224 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een overeenkomst door een van beide partijen is vernietigd of ontbonden, is elke partij verplicht hetgeen zij ("de ontvanger") van de wederpartij heeft ontvangen, terug te geven. |
1. Wanneer een overeenkomst of deel van een overeenkomst door een van beide partijen is vernietigd of ontbonden, of om een andere reden dan vernietiging of ontbinding ongeldig of niet verbindend is, is elke partij verplicht hetgeen zij ("de ontvanger") van de wederpartij uit hoofde van deze overeenkomst of dit deel van de overeenkomst heeft ontvangen, terug te geven. |
Motivering | |
Verduidelijking inzake partiële vernietiging of ontbinding (zie ook artikel 117), en inzake gevallen waarin een overeenkomst ongeldig of onverbindend is omdat de verkoper een bepaalde verbintenis niet is nagekomen of een specifieke voorwaarde niet is nageleefd (bijv. artikel 19, lid 4, artikel 25, lid 2, artikel 71, lid 1, artikel 72, lid 3, artikel 79, lid 2, artikel 167, lid 3, en artikel 170, lid 1). | |
Amendement 225 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 - lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Teruggave geschiedt zonder onnodig uitstel en in elk geval uiterlijk 14 dagen na ontvangst van de kennisgeving van vernietiging of ontbinding. Wanneer de ontvanger een consument is wordt de termijn geacht te zijn nageleefd als de consument de nodige stappen neemt voordat de termijn van 14 dagen is verstreken. |
Motivering | |
Een verduidelijking van de termijn voor teruggave. Op deze manier wordt aangesloten op de bepalingen inzake het recht op herroeping (artikel 44, lid 1 en 45, lid 1), en de richtlijn consumentenrechten. | |
Amendement 226 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 - lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. De ontvanger draagt de kosten van het terugzenden van hetgeen is ontvangen. |
Motivering | |
Een verduidelijking van de kosten in verband met teruggave. Op deze manier wordt aangesloten op de bepalingen inzake het recht op herroeping (artikel 44, lid 2), en de richtlijn consumentenrechten. | |
Amendement 227 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 - lid 2 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 quater. Een partij kan nakoming van de verbintenis tot teruggave opschorten als zij daarbij een legitiem belang heeft, bijvoorbeeld als opschorting nodig is om het ontbreken van conformiteit aan te tonen. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 228 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 - lid 2 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 quinquies. Bij niet-nakoming van de verbintenis tot teruggave of betaling door een partij, kan de andere partij schadevergoeding vorderen op grond van de artikelen 159 tot en met 163. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 229 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 bis (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 172 bis |
|
Terugzending van digitale inhoud en teruggave van tegenprestaties bij levering van digitale inhoud |
Amendement 230 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 bis (nieuw) - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1. Teruggave van digitale inhoud wordt uitsluitend geacht mogelijk te zijn indien: |
|
(a) de digitale inhoud geleverd is op een materiële gegevensdrager en deze gegevensdrager nog verzegeld is of door de verkoper voor de levering niet is verzegeld; of |
|
(b) anderszins duidelijk is dat de ontvanger die een materiële gegevensdrager terugstuurt geen bruikbare kopie van de digitale inhoud heeft kunnen houden; of |
|
(c) de verkoper zonder noemenswaardige inspanning of kosten kan voorkomen dat de ontvanger nog gebruikmaakt van de digitale inhoud, bijvoorbeeld door middel van het afsluiten van diens gebruikersaccount. |
Motivering | |
Teruggave van digitale inhoud moet geacht worden mogelijk te zijn als de koper er geen gebruik van kan maken, bijvoorbeeld als de materiële gegevensdrager nog verzegeld is, als de koper geen buikbare kopie heeft kunnen maken (bijvoorbeeld omdat de inhoud nog geblokkeerd is door een technische beveiligingsvoorziening of er sprake is van een mankement waardoor de inhoud niet toegankelijk is) of als de koper zonder noemenswaardige inspanning of kosten kan voorkomen dat de koper de digitale inhoud nog gebruikt (bijvoorbeeld door het gebruikersaccount van de ontvanger af te sluiten). In al deze gevallen moet het zo zijn dat de koper niet hoeft te betalen. | |
Amendement 231 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 bis (nieuw) - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2. De ontvanger van digitale inhoud die op een materiële gegevensdrager is geleverd en waarvan teruggave mogelijk is overeenkomstig lid 1, letters a) en b), wordt geacht zijn verbintenis tot teruggave te zijn nagekomen als hij de materiële gegevensdrager terugzendt. |
Motivering | |
Om te verduidelijken wat de ontvanger van digitale inhoud die geleverd is op een materiële gegevensdrager en die teruggeven kan worden, moet doen om zijn verbintenis tot teruggave na te komen (bijvoorbeeld een CD terugzenden). | |
Amendement 232 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 172 bis (nieuw) - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3. Indien de tegenprestatie voor digitale inhoud niet bestaat in geld, maar bijvoorbeeld in persoonsgegevens, waarvan teruggave niet mogelijk is, maakt de ontvanger van die tegenprestatie geen gebruik meer van hetgeen hij heeft ontvangen, bijvoorbeeld door de persoonsgegevens die hij heeft ontvangen te wissen. Indien persoonsgegevens worden gewist, moet de consument daarvan in kennis worden gesteld. |
Amendement 233 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 173 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer hetgeen is ontvangen, in voorkomend geval met inbegrip van de vruchten, niet kan worden teruggegeven, of in geval van al dan niet op een materiële gegevensdrager geleverde digitale inhoud, moet de ontvanger de waarde daarvan in geld betalen. Wanneer teruggave mogelijk is, maar tot onredelijke inspanningen of kosten zou leiden, kan de ontvanger ervoor kiezen de waarde in geld te betalen, mits dit de vermogensbelangen van de wederpartij niet schaadt. |
1. Wanneer hetgeen is ontvangen, in voorkomend geval met inbegrip van de vruchten, niet kan worden teruggegeven, moet de ontvanger de waarde daarvan in geld betalen. Wanneer teruggave mogelijk is, maar tot onredelijke inspanningen of kosten zou leiden, kan de ontvanger ervoor kiezen de waarde in geld te betalen, mits dit de vermogensbelangen van de wederpartij niet schaadt. |
Motivering | |
Als het nieuwe artikel 172 bis wordt ingevoegd, is dit gedeelte van artikel 173, lid 1, overbodig. | |
Amendement 234 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 173 - lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Wanneer de ontvanger een vervanging voor goederen of digitale inhoud in geld of natura heeft gekregen terwijl hij de grond voor de vernietiging of de ontbinding kende of had behoren te kennen, kan de wederpartij ervoor kiezen ofwel hetgeen ter vervanging is ontvangen ofwel de geldswaarde van hetgeen ter vervanging is ontvangen, te vorderen. Een ontvanger die een vervanging voor goederen of digitale inhoud in geld of natura heeft verkregen terwijl hij de grond voor de vernietiging of de ontbinding niet kende of had behoren te kennen, kan ervoor kiezen ofwel hetgeen ter vervanging is ontvangen ofwel de geldswaarde van hetgeen ter vervanging is ontvangen, terug te geven. |
Schrappen |
Motivering | |
Lid 5 wordt geschrapt omdat het leidt tot willekeurige uitkomsten: een koper die niet in staat is om de goederen terug te zenden (bijvoorbeeld als deze gestolen zijn, cadeau gegeven zijn of onherstelbaar beschadigd zijn) moet de volledige geldswaarde betalen, terwijl de koper die de goederen te goeder trouw beneden de marktwaarde heeft verkocht slechts de geldswaarde van de opbrengst van de verkoop hoeft terug te geven (lid 5). In beide gevallen zou de koper gehouden moeten zijn de geldswaarde te betalen. | |
Amendement 235 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 173 - lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. In geval van digitale inhoud die niet tegen betaling van een prijs is geleverd, geschiedt geen teruggave. |
6. Indien de digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs is geleverd maar er tegenover de levering een andere of geen tegenprestatie stond en teruggave van de digitale inhoud niet mogelijk is overeenkomstig artikel 172 bis, lid 1, is de ontvanger van de digitale inhoud niet gehouden de geldswaarde terug te geven. |
Motivering | |
Noodzakelijke verduidelijking. Als een koper digitale inhoud heeft verkregen zonder dat hij daarvoor geld heeft betaald, moet hij in een teruggavesituatie niet verplicht zijn om in plaats van de digitale inhoud de geldswaarde daarvan te betalen. | |
Amendement 236 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 173 - lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Onverminderd artikel 172 bis, lid 3, is de ontvanger van de tegenprestatie, indien de tegenprestatie voor de levering van digitale inhoud niet bestond in geld en teruggave van deze tegenprestatie niet mogelijk is, niet gehouden de geldswaarde daarvan te betalen. |
Motivering | |
Noodzakelijke verduidelijking. Het is in veel gevallen onmogelijk om datgene wat als tegenprestatie voor de levering van de digitale inhoud is ontvangen terug te geven. Bovendien is het vaak moeilijk, en soms zelfs onmogelijk, om de geldswaarde van de tegenprestatie te bepalen. In die gevallen wordt tussen de rechten van partijen het beste evenwicht bewerkstelligd door te kiezen voor een oplossing waarbij geen van de partijen bij de overeenkomst de geldswaarde van hetgeen hij heeft ontvangen hoeft te betalen. Daarbij moet de verplichting van de ontvanger van de tegenprestatie om geen gebruik meer te maken van hetgeen hij heeft ontvangen (zoals persoonsgegevens) onverminderd blijven gelden (artikel 172 bis, lid 3). | |
Amendement 237 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Betaling voor gebruik en rente over ontvangen gelden |
Betaling voor gebruik en rente over ontvangen gelden en waardevermindering |
Amendement 238 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een ontvanger die gebruik heeft gemaakt van goederen moet de wederpartij de geldswaarde van dat gebruik betalen met betrekking tot elke periode waarin: |
1. Een ontvanger die gebruik heeft gemaakt van goederen of digitale inhoud moet de wederpartij de geldswaarde van dat gebruik betalen met betrekking tot elke periode waarin: |
(a) de ontvanger de grond voor de vernietiging of de ontbinding heeft veroorzaakt; |
(a) de ontvanger de grond voor de vernietiging of de ontbinding heeft veroorzaakt; |
(b) de ontvanger, voor de aanvang van die periode, de grond voor vernietiging of ontbinding kende; of |
(b) de ontvanger, voor de aanvang van die periode, de grond voor vernietiging of ontbinding kende; of |
(c) het gelet op de aard van de goederen, de aard en hoeveelheid van het gebruik en de beschikbaarheid van andere rechtsmiddelen dan ontbinding, onbillijk zou zijn de ontvanger het gebruik om niet van de goederen voor die periode toe te staan. |
(c) het gelet op de aard van de goederen of digitale inhoud, de aard en hoeveelheid van het gebruik en de beschikbaarheid van andere rechtsmiddelen dan ontbinding, onbillijk zou zijn de ontvanger het gebruik om niet van de goederen of digitale inhoud voor die periode toe te staan. |
Amendement 239 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk is een ontvanger niet verplicht om voor het gebruik van ontvangen goederen te betalen of om rente over ontvangen gelden te betalen in andere situaties dan die welke zijn genoemd in de leden 1 en 2. |
3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk is een ontvanger niet verplicht om voor het gebruik van ontvangen goederen of digitale inhoud te betalen of om rente over ontvangen gelden te betalen in andere situaties dan die welke zijn genoemd in de leden 1, 1 bis en 2. |
Amendement 240 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De ontvanger is overeenkomstig de artikelen 159 tot en met 163 aansprakelijk voor de waardevermindering van de goederen, digitale inhoud of de vruchten voor zover deze uitstijgt boven de waardevermindering ten gevolge van normaal gebruik. |
Motivering | |
Dit lid wordt voorgesteld omdat het niet redelijk is als een koper die niet in staat is om de goederen terug te zenden, bijvoorbeeld omdat deze gestolen zijn, als cadeau weggegeven zijn of onherstelbaar beschadigd zijn, de volledige geldswaarde van de goederen moet betalen (artikel 173, lid 1), terwijl een koper in gevallen waarin de goederen ernstig beschadigd zijn en dus flink in waarde zijn gedaald, maar nog wel teruggegeven kunnen worden, alleen maar de beschadigde goederen hoeft terug te geven (artikel 172, leden 1 en 2). Ook in het laatste geval zou de koper de schade moeten betalen. | |
Amendement 241 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - lid 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. De betaling voor het gebruik of voor waardevermindering mag niet meer bedragen dan de prijs die voor de goederen of de digitale inhoud is overeengekomen. |
Motivering | |
Aangezien het niet zo moet zijn dat partijen voordeel hebben bij teruggave, moet de betaling voor het gebruik of voor de waardevermindering nooit meer bedragen dan de prijs die voor de goederen of de digitale inhoud is overeengekomen. | |
Amendement 242 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - lid 3 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quater. Indien de digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs is geleverd, maar er tegenover de levering een andere of geen tegenprestatie stond, is de ontvanger van de digitale inhoud niet gehouden voor het gebruik of de waardevermindering te betalen. |
Motivering | |
Noodzakelijke verduidelijking. Als de tegenprestatie voor de digitale inhoud niet bestond in betaling van een prijs, kan niet van de ontvanger verwacht worden dat hij betaalt voor gebruik of waardevermindering. | |
Amendement 243 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 174 - lid 3 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quinquies. Onverminderd artikel 172 bis, lid 3, is de ontvanger van de tegenprestatie, indien tegenover de levering van de digitale inhoud een andere tegenprestatie stond dan de betaling van een prijs, niet gehouden te betalen voor het gebruik of de waardevermindering van hetgeen hij heeft ontvangen. |
Motivering | |
Noodzakelijke verduidelijking. Met deze bepaling wordt evenwicht bewerkstelligd tussen de belangen van de verkoper en die van de koper. Als de koper niet verplicht is te betalen voor gebruik of waardevermindering, moet de verkoper dat ook niet zijn. Daarbij moet natuurlijk de verplichting van de ontvanger van de tegenprestatie om geen gebruik meer te maken van hetgeen hij heeft ontvangen, zoals persoonsgegevens, onverminderd blijven gelden (artikel 172 bis, lid 3). | |
Amendement 244 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 175 - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een ontvanger uitgaven heeft moeten verrichten in verband met goederen of digitale inhoud, heeft hij recht op vergoeding voor zover de uitgaven aan de wederpartij ten goede zijn gekomen mits de uitgaven zijn verricht op een tijdstip waarop de ontvanger de grond voor de vernietiging of de ontbinding niet kende of had behoren te kennen. |
1. Wanneer een ontvanger uitgaven heeft moeten verrichten in verband met goederen of digitale inhoud of de vruchten daarvan, heeft hij recht op vergoeding voor zover de uitgaven aan de wederpartij ten goede zijn gekomen mits de uitgaven zijn verricht op een tijdstip waarop de ontvanger de grond voor de vernietiging of de ontbinding niet kende of had behoren te kennen. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 245 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 175 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een ontvanger die de grond voor de vernietiging of de ontbinding kende of had behoren te kennen, heeft alleen recht op vergoeding voor de uitgaven die noodzakelijk waren om de goederen of digitale inhoud voor verlies of waardevermindering te behoeden, mits de ontvanger geen gelegenheid had de wederpartij om advies te vragen. |
2. Een ontvanger die de grond voor de vernietiging of de ontbinding kende of had behoren te kennen, heeft alleen recht op vergoeding voor de uitgaven die noodzakelijk waren om de goederen of digitale inhoud of de vruchten daarvan voor verlies of waardevermindering te behoeden, mits de ontvanger geen gelegenheid had de wederpartij om advies te vragen. |
Motivering | |
Ter verduidelijking. | |
Amendement 246 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 177 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit hoofdstuk uit te sluiten, van dit hoofdstuk af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit hoofdstuk uit te sluiten, van dit hoofdstuk af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen voordat kennis is gegeven van vernietiging of ontbinding. |
Motivering | |
Partijen moeten na de kennisgeving van vernietiging of ontbinding kunnen afwijken van de bepalingen inzake teruggave. Dat kan belangrijk zijn om tot een minnelijke schikking te kunnen komen. | |
Amendement 247 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 177 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 177 bis |
|
Commerciële garanties |
|
1. Een commerciële garantie is bindend voor de garant, onder de in het garantiebewijs aangegeven voorwaarden. Als er geen garantiebewijs is verstrekt of de voorwaarden in het garantiebewijs zijn minder gunstig dan die in de desbetreffende reclameboodschappen, is de commerciële garantie bindend volgens de in de met de commerciële garantie samenhangende reclame vastgestelde voorwaarden. |
|
2. Het garantiebewijs dient in duidelijke en begrijpelijke taal te zijn opgesteld, goed leesbaar te zijn, te zijn opgesteld in de taal waarin de overeenkomst met de consument is opgesteld en de volgende informatie te bevatten: |
|
(a) een verklaring inzake de rechten van de consument, zoals bepaald in hoofdstuk 11, en een duidelijke verklaring dat de commerciële garantie die rechten onverlet laat, en |
|
(b) de voorwaarden van de commerciële garantie, in het bijzonder die betreffende de duur, overdraagbaarheid en het geografische toepassingsgebied van de garantie, de naam en het adres van de garant, en, indien deze verschilt van de garant, van de persoon bij wie een claim kan worden ingediend en de voor het indienen van een claim te volgen procedure. |
|
3. Tenzij in het garantiedocument anders bepaald, is de garantie tevens geldig jegens alle personen die gedurende de garantietermijn eigenaar van de goederen zijn, zonder dat deze dit hoeven te aanvaarden. |
|
4. De handelaar stelt op verzoek van de consument de garantie ter beschikking op een duurzame drager. |
|
5. Niet-naleving van lid 2, 3 of 4 is niet van invloed op de geldigheid van de garantie. |
Amendement 248 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 178 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het recht om nakoming van een verbintenis en alle bijkomende rechten af te dwingen, verjaart door het verloop van een termijn overeenkomstig dit hoofdstuk. |
Het recht om nakoming van een verbintenis en alle bijkomende rechten af te dwingen, met inbegrip van het recht om rechtsmiddelen aan te wenden tegen niet-nakoming, met uitzondering van de opschorting van de nakoming, verjaart door het verloop van een termijn overeenkomstig dit hoofdstuk. |
Motivering | |
Om te verduidelijken dat rechtsmiddelen tegen niet-nakoming ook aan verjaring onderworpen zijn. De formulering sluit aan bij artikel 185, dat echter uitsluitend betrekking heeft op de gevolgen van verjaring. De bepalingen inzake verjaring zijn niet van toepassing op commerciële garanties als bedoeld in artikel 2, letter s). | |
Amendement 249 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 179 - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lange verjaringstermijn bedraagt tien jaar of, in geval van een recht op schadevergoeding wegens lichamelijk letsel, dertig jaar. |
2. De lange verjaringstermijn bedraagt zes jaar of, in geval van een recht op schadevergoeding wegens lichamelijk letsel, dertig jaar. |
Amendement 250 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 179 - lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Er is sprake van verjaring zodra één van beide termijnen is verstreken. |
Amendement 251 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel -181 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel -181 |
|
Schorsing in geval van reparatie of vervanging |
|
1. Indien het ontbreken van conformiteit wordt verholpen door middel van reparatie of vervanging, wordt de korte verjaringstermijn geschorst vanaf het tijdstip waarop de schuldeiser de schuldenaar in kennis stelt van het ontbreken van conformiteit. |
|
2. Deze schorsing duurt tot het tijdstip waarop het ontbreken van conformiteit is verholpen. |
Amendement 252 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 183 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 183 bis |
|
Schorsing in geval van overmacht |
|
1. De loop van de korte verjaringstermijn wordt geschorst gedurende de periode waarin de schuldeiser niet in staat is om een procedure om het recht geldend te maken in te leiden wegens een belemmering buiten zijn macht of een belemmering die hij redelijkerwijs niet had behoren te vermijden of ondervangen. |
|
2. Lid 1 is slechts van toepassing als de belemmering ontstaat of voortduurt in de laatste zes maanden van de verjaringstermijn. |
|
3. Indien de duur of de aard van de belemmering zodanig is dat redelijkerwijs niet van de schuldeiser kan worden verwacht dat hij binnen het na het einde van de schorsing resterende gedeelte van de verjaringstermijn een procedure inleidt om het recht geldend te maken, verloopt de verjaringstermijn niet eerder dan nadat zes maanden zijn verstreken na het tijdstip waarop de belemmering is opgeheven. |
Motivering | |
Toevoeging van een algemene bepaling inzake overmacht, in aansluiting op het ontwerp van een gemeenschappelijk referentiekader (DCFR), artikel III.-7.303. Artikel 183 (onbekwaamheid van de schuldeiser) en het algemene beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid lijken onvoldoende om onredelijk bezwarende uitkomsten in geval van belemmeringen voor het tijdig initiëren van een procedure (artikel 181) te voorkomen. Aangezien deze bepaling slechts van toepassing is op de korte verjaringstermijn, zijn de gevolgen voor de rechtszekerheid beperkt. | |
Amendement 253 Voorstel voor een verordening Titel III (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Titel III |
|
Begeleidende maatregelen |
Amendement 254 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 bis (nieuw) - lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 186 bis |
|
Mededeling van rechterlijke beslissingen waarin deze verordening wordt toegepast |
|
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de eindbeslissingen van hun gerechten waarin de bepalingen van deze verordening worden toegepast, onverwijld aan de Commissie worden meegedeeld. |
Amendement 255 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 bis (nieuw) - lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2. De Commissie zet een systeem op waarmee de informatie over de in lid 1 bedoelde beslissingen en de relevante arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie kunnen worden geraadpleegd. Dat systeem is openbaar, volledig geautomatiseerd en gemakkelijk te raadplegen. |
Motivering | |
De databank is een belangrijk instrument om ervoor te zorgen dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht gelijkelijk wordt uitgelegd en toegepast. Het systeem moet derhalve eenvoudig toegankelijk en gebruikersvriendelijk zijn. | |
Amendement 256 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 bis (nieuw) - lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3. Uitspraken die overeenkomstig lid 1 worden meegedeeld, gaan vergezeld van een gestandaardiseerde samenvatting van de uitspraak bestaande uit de volgende onderdelen: |
|
(a) het onderwerp en het relevante artikel of de relevante artikelen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht; |
|
(b) een korte samenvatting van de feiten; |
|
(c) een korte samenvatting van de belangrijkste argumenten; |
|
(d) het vonnis; en |
|
(e) de motivering van het vonnis, met duidelijke vermelding van de grondslag waarop het vonnis is gebaseerd. |
Motivering | |
Om de verschillen die er in de EU bestaan ten aanzien van rechterlijke uitspraken te verkleinen en om ervoor te zorgen dat de databank doeltreffend en economisch functioneert, moet er een standaardmodel worden ingevoerd voor samenvattingen van rechterlijke uitspraken, zodat deze met zo min mogelijk aanpassingen in de databank kunnen worden ingevoerd. Deze samenvatting moet bij de uitspraak gevoegd worden. De samenvatting moet beknopt zijn, zodat ze gemakkelijk toegankelijk is en vertaling ervan geen hoge kosten met zich meebrengt, en moet bestaan uit de hierboven voorgestelde onderdelen. | |
Amendement 257 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 186 ter |
|
Alternatieve geschillenbeslechting |
|
1. Consumenten en handelaren die een overeenkomst hebben gesloten, worden aangespoord te overwegen om een eventueel geschil dat voortvloeit uit een overeenkomst in het kader waarvan zij zijn overeengekomen het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, voor te leggen aan een ADR-entiteit, als bedoeld in artikel 4, lid 1, letter h, van Richtlijn 2013/11/EU. |
|
2. Dit artikel doet geen afbreuk aan het recht van partijen om hun geschil op enig moment aan een rechterlijke instantie voor te leggen in plaats van aan een ADR-entiteit. |
Motivering | |
Een bijkomend obstakel voor grensoverschrijdende handel is het ontbreken van toegang tot doeltreffende en goedkope verhaalsmechanismen. De nieuwe richtlijn ADR consumenten waarborgt de beschikbaarheid van alternatieve geschillenbeslechting in de hele EU. Met name handelaren moeten, als zij gebruikmaken van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, overwegen zich ertoe te verbinden geschillen die voortvloeien uit een dergelijke overeenkomst voor te leggen aan een bestaande entiteit voor alternatieve geschillenbeslechting, als bedoeld in artikel 4, lid 1, letter h, van de richtlijn ADR consumenten. Daarbij moeten partijen echter het recht blijven houden om zich tot de rechter te wenden. | |
Amendement 258 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 186 quater |
|
Ontwikkeling van "Europese standaardvoorwaarden voor overeenkomsten" |
|
1. De Commissie richt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, een deskundigengroep op om haar te helpen bij de ontwikkeling van "Europese standaardvoorwaarden voor overeenkomsten"op basis van en in aanvulling op het gemeenschappelijk Europees kooprecht, en om de praktische toepassing ervan te bevorderen. |
|
2. De Commissie, bijgestaan door de deskundigengroep, streeft ernaar de eerste Europese standaardvoorwaarden voor overeenkomsten uiterlijk [xxx] na de inwerkingtreding van deze verordening te presenteren. |
|
3. De deskundigengroep bestaat uit leden die met name de belangen van de gebruikers van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in de Unie vertegenwoordigen. De deskundigengroep kan besluiten gespecialiseerde subgroepen op te richten die zich gaan buigen over verschillende economische activiteiten. |
Motivering | |
Herhaald moet worden dat het noodzakelijk is om gelijktijdig met het gemeenschappelijk Europees kooprecht standaardvoorwaarden voor overeenkomsten voor de hele EU vast te stellen. Onder het huidige recht zouden dergelijke standaardvoorwaarden niet werken, met name gelet op artikel 6, lid 2, van de Rome I-verordening. De rapporteurs zijn ervan overtuigd dat kant-en-klare standaardcontractvoorwaarden bepalend zijn voor het welslagen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht en dringen er derhalve bij de Commissie op aan om zo snel mogelijk, en gelijktijdig met het lopende wetgevingsproces, een begin te maken met de ontwikkeling van dergelijke voorwaarden. Zij zijn van oordeel dat hier in het dispositief expliciet naar moet worden verwezen. | |
Amendement 259 Voorstel voor een verordening Titel IV (nieuw) - titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Titel IV |
|
Slotbepalingen |
Amendement 260 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 186 quinquies |
|
Evaluatie |
|
1. Uiterlijk … [4 jaar na de datum vanaf welke deze verordening van toepassing is] verstrekken de lidstaten de Commissie gegevens over de toepassing van deze verordening, met name gegevens met betrekking tot de acceptatiegraad van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, de mate waarin de bepalingen ervan aanleiding hebben gegeven tot rechtszaken en de stand van zaken betreffende de verschillen tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en het nationale recht wat het niveau van consumentenbescherming betreft. Deze gegevens bevatten een uitgebreid overzicht van de rechtspraak van de nationale gerechten over de uitlegging van de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
|
2. Uiterlijk … [5 jaar na de datum vanaf welke deze verordening van toepassing is] dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een uitvoerig verslag in over de werking van deze verordening, onder meer in het licht van de noodzaak om de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht uit te breiden wat overeenkomsten tussen ondernemingen onderling betreft, de markt- en technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en toekomstige ontwikkelingen van het acquis van de Unie. Voorts wordt extra aandacht besteed aan de vraag of het passend is de beperking van de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht tot overeenkomsten op afstand, en met name onlineovereenkomsten, te behouden, of dat het haalbaar is de werkingssfeer uit te breiden, onder meer naar overeenkomsten in verkoopruimten. |
(Zie het amendement op artikel 15; de tekst is gewijzigd) | |
Amendement 261 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 186 sexies |
|
Wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 |
|
In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2006/20041 wordt het volgende punt toegevoegd: |
|
"18. Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (OJ L ***, ***, blz. **)." |
|
__________________ |
|
1Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming ("verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming") (PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1). |
Motivering | |
Verordening 2006/2004/EG voorziet in een stelsel voor de samenwerking tussen nationale consumentenautoriteiten, dat ervoor moet zorgen dat de geharmoniseerde wetgeving op het gebied van consumentenbescherming wordt nageleefd. Aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht een geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming bevat, moet onderhavige verordening ook onder Verordening 2006/2004/EG vallen. | |
Amendement 262 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Artikel 186 septies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 186 septies |
|
Inwerkingtreding en toepassing |
|
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
|
2. Zij is van toepassing vanaf [6 maanden nadat zij in werking is getreden]. |
|
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. |
(Zie het amendement op artikel 16) | |
Amendement 263 Voorstel voor een verordening Bijlage I - Aanhangsel 1 - punt 5 - letter b - streepje 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
- Wanneer in geval van een overeenkomst op afstand de goederen naar hun aard in principe niet per post kunnen worden teruggezonden en op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst bij de consument thuis zijn geleverd: "Wij zullen de goederen op eigen kosten afhalen." |
Schrappen |
Amendement 264 Voorstel voor een verordening Bijlage II - Uw rechten voordat u de overeenkomst ondertekent | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De handelaar dient u de voornaamste informatie over de overeenkomst te verstrekken, zoals het product en de prijs, met inbegrip van alle heffingen en kosten, en zijn contactgegevens. De informatie dient gedetailleerder te zijn wanneer u iets buiten de winkel van de handelaar koopt of de handelaar in het geheel niet persoonlijk ontmoet, bijvoorbeeld wanneer u online of per telefoon koopt. U heeft recht op schadevergoeding wanneer deze informatie onvolledig of onjuist is. |
De handelaar dient u de voornaamste informatie over de overeenkomst te verstrekken, zoals het product en de prijs, met inbegrip van alle heffingen en kosten, en zijn contactgegevens. U heeft recht op schadevergoeding wanneer deze informatie onvolledig of onjuist is. |
- [1] PB C 181 van 21.6.2012, blz. 75.
TOELICHTING
I. Inleiding
Het voorstel van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635) is een initiatief dat een zeer innovatief karakter draagt en dat van groot belang is voor de consumenten en ondernemingen in de interne markt. Het voorstel vloeit voort uit het initiatief inzake het Europees contractenrecht, dat zich richt op het wegnemen van obstakels in de interne markt die het gevolg zijn van de uiteenlopende regelingen op het gebied van het contractenrecht, en waarover al vele jaren wordt onderhandeld en waaraan het Parlement al een aantal malen richting heeft gegeven en steun heeft verleend[1] , laatstelijk in zijn resolutie van 2011 over het Groenboek van de Commissie[2].
In aansluiting op hun werkdocument van oktober 2012 presenteren de corapporteurs gezamenlijk een aantal amendementen in een ontwerpverslag. Zij willen daarbij benadrukken dat dit document niet uitputtend is, maar een aantal onderwerpen behandelt, gegoten in de vorm van amendementen, waarover de rapporteurs verdere discussie wenselijk achten.
De rapporteurs willen vooral het Instituut voor Europees recht bedanken voor het rapport over dit project[3], alsmede alle deskundigen en betrokkenen die een bijdrage hebben geleverd aan de door de Commissie juridische zaken en Beleidsafdeling C in 2012 georganiseerde evenementen[4]. De rapporteurs zijn hen zeer erkentelijk voor de geleverde informatie.
In deze toelichting zullen de belangrijkste voorgestelde wijzigingen aan de orde komen. Bij de afzonderlijke amendementen zijn gedetailleerde motiveringen opgenomen.
II. Onderwerpen
De rapporteurs stellen zich ten doel de tekst in zijn algemeenheid te verbeteren, in die zin dat deze gebruikersvriendelijker en duidelijker wordt en beter samenhangt met het acquis.
1. Structuur
Het feit dat het voorstel is opgedeeld in een "hoofdverordening" en een bijlage is zeer verwarrend. De rapporteurs stellen dan ook voor om de verordening en de bijlage samen te voegen, om zo te komen tot één geconsolideerd en geïntegreerd instrument.
De rapporteurs zijn ervan op de hoogte dat er voorstellen zijn gedaan om de structuur van het gemeenschappelijk Europees kooprecht ingrijpender te wijzigen. Zo is er bijvoorbeeld voorgesteld Deel IV inzake verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen te herstructureren om de gebruikersvriendelijkheid te verbeteren. De rapporteurs kunnen zich inderdaad een structuur indenken waarbij de verbintenissen van de koper en die van de verkoper gegroepeerd worden, evenals de rechtsmiddelen van de koper en de verkoper. Na rijp beraad hebben zij er echter van afgezien om een dermate ingrijpende herschikking van de tekst voor te stellen, om de werkzaamheden in het kader van het ontwerpverslag en de in te dienen amendementen eenvoudig te houden. Daar waar de structuur van kleinere eenheden, zoals artikelen, afdelingen of hoofdstukken, verbeterd kon worden, zijn wijzigingen met die strekking voorgesteld.
2. Werkingssfeer
Of het gemeenschappelijk Europees kooprecht zich moet beperken tot onlinetransacties of transacties op afstand blijft een ingewikkeld vraagstuk. Na zorgvuldig beraad stellen de rapporteurs voor het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorlopig te beperken tot overeenkomsten op afstand. De term "overeenkomst op afstand" zoals voorgesteld, is al gangbaar binnen het acquis (de richtlijn inzake verkoop op afstand, de richtlijn inzake verkoop op afstand van financiële diensten, de richtlijn consumentenrechten). De belangrijkste sector waar de verordening zich op richt is de snel groeiende sector internetverkopen, waar het idee van een facultatief instrument breed wordt gesteund, zelfs in kringen die enigszins afkerig staan tegenover een ruimer gebruik van een dergelijk instrument. Het is duidelijk dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht, als één verzameling regels voor de hele EU, het ideale instrument is voor de onlinehandel. Het is de bedoeling dat het ontwerpverslag de aanzet geeft tot een debat over dit onderwerp. Het verslag voorziet opzettelijk niet in een volledige aanpassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht aan verkoop op afstand. Daarvoor moeten nog veel meer inspanningen en meer onderzoek worden verricht, waarvan de resultaten kunnen worden meegenomen in het lopende wetgevingsproces. Niettemin is reeds in dit stadium een aantal elementen voor de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht bij overeenkomsten op afstand toegevoegd, onder andere op het gebied van digitale inhoud en cloudcomputing.
Met betrekking tot de materiële werkingssfeer stellen de rapporteurs ter zake van gemengde overeenkomsten en overeenkomsten met een kredietelement een veel praktischer en gebruikersvriendelijker oplossing voor.
3. Samenhang met de Rome I-verordening
Aangezien de verhouding tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de Rome I-verordening, en met name artikel 6 daarvan, van wezenlijk belang is voor het goed functioneren van het gemeenschappelijk kooprecht, hebben de rapporteurs geprobeerd om dit onderwerp door middel van aanpassingen in de overwegingen en in de artikelen te verduidelijken. Ten eerste moet duidelijk worden gemaakt dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht een secundair stelsel vormt binnen de rechtsorde van de verschillende lidstaten (zie de amendementen op artikel 1 en artikel 11, lid 1). Ten tweede moet glashelder zijn dat bij een overeenkomst om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen geen keuze gemaakt wordt tussen twee rechtsordes, maar "tussen twee verschillende regelingen binnen dezelfde nationale rechtsorde" (zie de amendementen op overweging 10). Ten derde is het naar het oordeel van de rapporteurs noodzakelijk uiteen te zetten waarom artikel 6, lid 2, van de Rome I-verordening geen praktische relevantie heeft, te weten: "aangezien anders een vergelijking zou moeten worden gemaakt tussen de dwingende bepalingen van twee identieke secundaire regelingen inzake overeenkomstenrecht" (zie het amendement op overweging 12).
4. Verwijzingen naar het nationale recht
De rapporteurs zijn van oordeel dat het in het belang van de duidelijkheid en rechtszekerheid belangrijk is in het dispositief duidelijk te vermelden welke onderwerpen het gemeenschappelijk Europees kooprecht behandelt en tevens een opsomming te geven van niet behandelde onderwerpen (zie het amendement waarbij een nieuw artikel 11 bis wordt ingevoegd). Met betrekking tot de onderwerpen waarop het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing is, zijn er in de loop van de wetgevingsprocedure wellicht aanpassingen nodig, met name als het gemeenschappelijk Europees kooprecht verder aangepast moet worden aan overeenkomsten op afstand, en dan vooral onlineovereenkomsten.
5. Goede trouw en redelijkheid en billijkheid
De rapporteurs zijn van oordeel dat het beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid een belangrijk instrument is om in individuele gevallen tot aanvaardbare oplossingen te komen. Zij hebben echter grondig aandacht besteed aan bedenkingen ter zake, onder andere vanuit het gezichtspunt van common law, waar dit beginsel niet wordt toegepast. Om die reden stellen zij voor enkele wijzigingen en verduidelijkingen aan te brengen wat betreft de definitie (zie het amendement op artikel 2, letter b) en de algemene strekking van het beginsel (zie het amendement op artikel 2 van bijlage I). De uitleg die aan de door de Commissie voorgestelde definitie wordt gegeven, is dat partijen niet stevig mogen onderhandelen, hetgeen met name bij overeenkomsten tussen handelaren (B2B) problemen oplevert. Om aan te geven dat dit niet wordt bedoeld, wordt voorgesteld in de tekst op te nemen dat partijen geen misbruik mogen maken van hun rechten en moeten handelen overeenkomstig de gedragsnorm "goede trouw en redelijkheid en billijkheid". Deze wijziging is ook van belang voor artikel 86 inzake de beoordeling van de oneerlijkheid van voorwaarden in overeenkomsten tussen handelaren en moet de vrees verminderen dat partijen bij onderhandelingen over een overeenkomst niet hun eigen belangen zouden mogen verdedigen. Daarnaast zijn de rapporteurs van oordeel dat het beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid binnen het gemeenschappelijk Europees kooprecht alleen defensief toegepast moet kunnen worden ("shield" function), bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat een partij die een verplichting niet nakomt een recht, rechtsmiddel of verweermiddel niet kan inroepen, en dat de mogelijkheid om op grondslag van dit beginsel een vordering in te stellen ("sword" function), moet worden geschrapt.
6. Rechtsmiddelen van de koper
De rapporteurs hebben het stelsel van rechtsmiddelen van de koper dat door het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het leven wordt geroepen zorgvuldig onderzocht. Ten aanzien van de vrije keuze van rechtsmiddelen is een van de belangrijkste aandachtspunten het verbeteren van het evenwicht tussen koper en verkoper, dit gezien het feit dat de verkoper niet de mogelijkheid heeft verzuim te herstellen, geen termijn is vastgesteld waarbinnen een kennisgeving van ontbinding moet worden gedaan, en als algemeen uitgangspunt geldt dat geen betaling kan worden verlangd voor het gebruik van goederen. De rapporteurs willen wijzen op het bijzonder hoge niveau van consumentenbescherming waarin het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorziet, dat nog hoger is dan dat van het acquis, en met name de richtlijn inzake verkoop van consumptiegoederen. Dit niveau van consumentenbescherming is vrijwel gelijk, of gaat zelfs nog verder, dan het niveau dat door nationale wetten geboden wordt, hetgeen van belang is omdat het buiten toepassing laten van artikel 6, lid 2, van de Rome I-verordening alleen wenselijk is als de doelstelling van die verordening, te weten het waarborgen van consumentenbescherming die gelijk is aan de bescherming op grond van de nationale wetgeving, op een andere manier gewaarborgd wordt. Anderzijds is de bepaling van artikel 174, lid 1, letter c) van de bijlage, op grond waarvan betaling kan worden gevorderd voor gebruik indien onbetaald gebruik "onbillijk" zou zijn, en die daarmee bedoeld lijkt om misbruik in gevallen van ontbinding zonder betaling voor gebruik te corrigeren, onduidelijk en zou consumenten kunnen beletten van hun rechten gebruik te maken. Het lijkt, mede in het belang van de consument, wenselijk om de regels te verduidelijken, en daarbij in beginsel het geboden niveau van consumentenbescherming te handhaven.
Tegen deze achtergrond wilden de rapporteurs een aantal alternatieven presenteren waarover zij graag discussie zouden zien en die erop gericht waren een beter evenwicht te bewerkstelligen tussen enerzijds het recht van de koper op ontbinding en anderzijds het recht van de verkoper om verzuim te herstellen en die zij gerechtvaardigd achtten, onder meer om eerdergenoemde onduidelijkheden te verhelpen. De rapporteurs wezen er daarbij nadrukkelijk op dat het ging om keuzemogelijkheden die alternatief en dus zeker niet cumulatief ter overweging gegeven werden
- Alternatief 1: de mogelijkheid om een termijn van 6 maanden na het overgaan van het risico op de koper in te voeren, na het verstrijken waarvan de koper het herstel van het verzuim moet aanvaarden (zie het amendement dat wordt voorgesteld met betrekking tot artikel 106, lid 3, letter a, onder ii). De rapporteurs zijn ervan op de hoogte dat de richtlijn inzake verkoop van consumentengoederen in artikel 5, lid 2, bepaalt dat de lidstaten kunnen bepalen dat er op de consument een kennisgevingsverplichting rust binnen twee maanden na de datum waarop hij een gebrek aan overeenstemming heeft vastgesteld en dat niet alle lidstaten van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. Het valt echter ook te verdedigen om sterk de nadruk te leggen op de periode van de eerste zes maanden na de levering waarin de koper toch al profiteert van een omkering van de bewijslast voor wat betreft het ontbreken van conformiteit ten tijde van de levering. Een beperking van de vrije keuze van rechtsmiddelen voor de periode na die zes maanden heeft slechts een gering effect omdat het voor de koper na zes maanden toch al veel moeilijker wordt om de non-conformiteit aan te tonen.
- Alternatief 2: de mogelijkheid tot invoering van het vereiste dat de consument binnen een redelijke termijn nadat hij voor het eerst op de hoogte is van de niet-nakoming kennis moet geven van de ontbinding. Daarna vervalt het recht op ontbinding en kan de consument zich beroepen op minder vergaande rechten, zoals vervanging of reparatie. Het is waar dat dit een beperking inhoudt van het recht van de consument op ontbinding van een overeenkomst. Het is echter ook zo dat het altijd in het belang van de consument is om zo spoedig mogelijk nadat hij op de hoogte is van de niet-nakoming gebruik te maken van zijn recht op ontbinding, met name omdat het met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker wordt om niet-nakoming te bewijzen.
- Alternatief 3: de mogelijkheid tot invoering van een verplichting voor de consument om te betalen voor gebruik als hij de overeenkomst ontbindt (anders dan bij vernietiging van een overeenkomst, waarvoor geldt dat de redenen voor het eindigen van de overeenkomst minder aan de kant van één partij hoeven te liggen, zie het amendement op artikel 174, leden 1 t/m 1 ter). Bij deze keuzemogelijkheid heeft de koper nog steeds een vrije keuze van rechtsmiddelen, maar heeft de verkoper de mogelijkheid betaling te verlangen voor het gebruik van goederen als de koper besluit om de overeenkomst te ontbinden in plaats van zich op minder vergaande rechten te beroepen, zoals het recht op vervanging of reparatie. Dit houdt in de praktijk in dat het voor de koper financieel aantrekkelijker wordt om één van de andere rechtsmiddelen in te roepen (en bijvoorbeeld reparatie, vervanging of prijsverlaging te verlangen) als er sinds de levering van de goederen al enige tijd is verstreken. Daarbij moet echter vermeld worden dat het berekenen van het gebruik niet altijd eenvoudig is.
De rapporteurs hebben getracht alle voor- en nadelen van de verschillende keuzemogelijkheden duidelijk te vermelden en hebben opgeroepen tot een debat op basis daarvan. De resultaten van dit debat hebben ertoe geleid dat het tweede alternatief is goedgekeurd, met één belangrijke wijziging: de "redelijke termijn" is vervangen door een termijn van "twee maanden".
7. Teruggave
De rapporteurs stellen voor de bepalingen inzake teruggave anders te formuleren en te herstructureren. Zij beogen een oplossing voor te stellen die een rechtvaardig evenwicht tot stand brengt tussen de belangen van beide partijen, zodat dat het voor consumenten duidelijk en voorzienbaar is wat zij moeten betalen of teruggeven en zij zich dus zeker voelen als zij van hun rechten gebruikmaken.
8. Digitale inhoud
Met betrekking tot digitale inhoud bieden de rapporteurs een oplossing voor met name gevallen waarin de tegenprestatie voor digitale inhoud niet bestaat in geld, maar in bijvoorbeeld persoonsgegevens. De bescherming van de koper in die gevallen wordt in die zin uitgebreid dat hij een beroep kan doen op het volledige gamma van rechtsmiddelen (met uitzondering van prijsvermindering; hij heeft immers niets betaald). Daarnaast worden specifieke bepalingen voorgesteld inzake teruggave in dergelijke gevallen.
9. Verjaring
De rapporteurs zijn ervan op de hoogte dat de verjaringstermijn van tien jaar door sommigen wordt bekritiseerd, terwijl anderen, waaronder de Commissie, erop wijzen dat het praktisch nut van een dergelijke termijn gering is. Om tegemoet te komen aan deze bedenkingen en omdat zij van mening zijn dat de praktische voordelen van een langere termijn zeer beperkt zijn, stellen de rapporteurs voor een termijn van 6 jaar vast te stellen. Zij zijn van mening dat dat in het licht van de bestaande lange verjaringstermijnen in de lidstaten een goede oplossing is. Verder wordt voorgesteld het hoofdstuk over verjaring op een aantal punten te verduidelijken.
10. Begeleidende maatregelen
De rapporteurs stellen een aantal aanvullende bepalingen voor om begeleidende maatregelen te verankeren in het dispositief. Het gaat daarbij om de databank van uitspraken, de koppeling met alternatieve geschillenbeslechting en de uitwerking van standaardvoorwaarden voor overeenkomsten voor de hele EU.
C. Conclusie
De rapporteurs zijn van oordeel dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht grote potentiële voordelen kan opleveren voor consumenten en bedrijven in de interne markt, met name in dit digitale tijdperk, en kansen biedt die niet onbenut gelaten mogen worden. De rapporteurs nodigen hun collega's uit om de ingediende amendementen nader te bestuderen, omdat deze naar hun mening het welslagen van dit instrument kunnen waarborgen. Zij zien ernaar uit hierover verder te discussiëren.
- [1] Resoluties van het Europees Parlement van 26 mei 1989 (PB C 158 van 26.6.1989, blz. 400), van 6 mei 1994 (PB C 205 van 25.7.1994, blz. 518), van 15 november 2001 (PB 140 E van 13.6.2002, blz. 538), van 2 September 2003 (PB C 76 E van 25.3.2004, blz. 95), van 23 maart (PB C 292 E van 1.12.2006, blz. 109), van 7 september 2006 (PB C 305 E van 14.12.2006, p. 247), van 12 December 2007 (PB C 323 E van 18.12.2008, blz. 364) en van 3 september 2008 (PB C 295 E van 4.12.2009, blz. 31).
- [2] Resolutie van het Europees Parlement van 8 juni 2011 over beleidsopties voor de ontwikkeling van een Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen (P7_TA-PROV(2011)0262).
- [3] http://www.europeanlawinstitute.eu/fileadmin/user_upload/p_eli/Publications/S-2-2012_Statement_on_the_Proposal_for_a_Regulation_on__a_Common_European_Sales_Law.pdf.
- [4] http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/juri/events.html#menuzone.
ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (*) (11.7.2013)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht
(COM(2011)0635 – C7‑0329/2011 – 2011/0284(COD))
Rapporteur voor advies (*): Evelyne Gebhardt, Hans-Peter Mayer
(*) Procedure met medeverantwoordelijke commissie -– Artikel 50 van het Reglement
BEKNOPTE MOTIVERING
1. Inleiding
Op 11 oktober 2011 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (GEKR) ingediend. Het doel is verbetering van de totstandbrenging en de werking van de interne markt door de uitbreiding van grensoverschrijdende handel tussen ondernemingen en consumenten te bevorderen. Dit doel wordt nagestreefd door een zelfstandig, uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht, waaronder bepalingen inzake consumentenbescherming in verband met de verkoop van goederen en digitale inhoud.: het gemeenschappelijk Europees kooprecht, dat als een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht in het nationale recht van elke lidstaat moet worden beschouwd.
Aangezien het wetgevingsvoorstel van grote betekenis is voor de consumentenbescherming op de interne markt, speelt de Commissie interne markt en consumentenbescherming hierbij een zeer belangrijke rol. IMCO adviseert daarom niet alleen de commissie ten principale (JURI) overeenkomstig de bepalingen van artikel 50 van het Reglement van het Europees Parlement ("procedure met medeverantwoordelijke commissies"), maar is op veel gebieden zelfs exclusief bevoegd.
Net als voor de commissie ten principale zijn ook voor IMCO twee corapporteurs benoemd die nauw hebben samengewerkt bij de opstelling van het advies (onder meer door het houden van een openbare hoorzitting en door opdracht te geven tot het uitvoeren van een kwaliteitscontrole van de effectbeoordeling van de Commissie). Een wetstekst die de rechten en plichten van twee partijen regelt, moet zo helder en nauwkeurig mogelijk geformuleerd zijn. Dit geldt vooral wanneer de tekst consumenten betreft. Dan moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat ruimte bestaat voor verschillende interpretaties. Ook moet de tekst stroken met bestaande regelgeving, in het bijzonder met de richtlijn consumentenrechten. Daarom dienen de corapporteurs een aantal amendementen in waarin de gebruikte termen nader worden omschreven en de bestaande definities aangepast. Ook worden gemeenschappelijke amendementen ingediend over conformiteit van digitale inhoud, de term 'kosteloos' en het aanbod tot herstel bij ontbinding van de overeenkomst.
3. Motivering van de belangrijkste wijzigingen
Ontoereikendheid van facultatieve instrumenten in het consumentenrecht
Er bestaat sterke twijfel of het voorstel van de Commissie adequaat is. Binnen het consumentenrecht neemt de consument een kwetsbare positie in vanwege de asymmetrische spreiding van informatie, en moet hij bij het sluiten van koopovereenkomsten kunnen vertrouwen op consumentenbescherming van hoog niveau. De Europese wetgever moet daarom vooral op het gebied van grensoverschrijdende onlinetransacties betrouwbare regelgeving tot stand brengen door middel van onderlinge aanpassing van nationale wetgeving. In het verleden is dit uitgebreid gebeurd op grond van Richtlijn 2011/83/EU. Een extra facultatief instrument, waarbij de handelaar de facto beslist over de toepassing ervan, compliceert de juridische situatie en verzwakt vooral de positie van de consument. De mogelijke rechtsonzekerheid die kan ontstaan na invoering van een facultatief kooprecht vormt een vermijdbaar risico voor het functioneren van de interne markt. De corapporteur deelt de bezwaren die diverse deskundigen hebben geuit omdat het vanwege het gebrek aan jurisprudentie vele jaren zal duren totdat het Hof van Justitie definitief oordeelt over interpretatieve vraagstukken met betrekking tot het GEKR. Bovendien zou met een facultatief instrument de tot nu toe succesvolle weg van harmonisatie worden verlaten.
Kritiek op de effectbeoordeling van de Commissie
De commissie vindt de berekening van de transactiekosten en de veronderstellingen over het consumentenvertrouwen in de effectbeoordeling van de Commissie niet overtuigend. De Commissie heeft bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan de harmoniseringseffecten van de onlangs aangenomen Richtlijn 2011/83/EU, noch aan de wetgeving inzake alternatieve geschillenbeslechtingsmechanismen (ADR en ODR). Op voorstel van een van de corapporteurs hebben de beide bevoegde commissies JURI en IMCO daarom een vragenlijst ingediend bij de IA-eenheid van het Europees Parlement om de effectbeoordeling van de Commissie aan een kwaliteitscontrole te onderwerpen. De uitkomsten zijn op 22 januari 2013 in JURI gepresenteerd en bevestigen grotendeels de twijfels van de corapporteur. De methodologische zwakheden die in de analyse naar voren komen hebben uiterst negatieve gevolgen voor de bruikbaarheid van de effectbeoordeling. Het feit dat er nog geen algemeen erkend model voor de berekening van transactiekosten is, doet daar niets aan af.
Minimale harmonisering van aspecten van conformiteit, verbonden diensten en digitale inhoud
De commissie kan daarom niet instemmen met het voorstel van de Commissie voor een facultatief GEKR. Desalniettemin is zij ervan overtuigd dat gemeenschappelijke Europese regelgeving op het gebied van consumentenrecht noodzakelijk is. Als alternatief voor het facultatieve kooprecht stelt ze daarom voor het tot nog toe succesvolle harmoniseringsproces van het EU-consumentenrecht voort te zetten en te voltooien. Na aanneming van Richtlijn 2011/83/EU zijn slechts een paar gebieden van het consumentenrecht overgebleven, die worden gemoderniseerd door deze ontwerprichtlijn. Tevens moet rekening worden gehouden met de ontwikkelingen op het gebied van onlinetransacties door ook overeenkomsten over digitale inhoud in deze richtlijn op te nemen. Voorts meent de commissie dat ook verbonden diensten in de richtlijn geïntegreerd moeten worden, aangezien zij nauw verbonden zijn met de koopovereenkomst.
AMENDEMENTEN
De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht |
betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van de bij consumentenkoopovereenkomsten en de levering van verbonden diensten en digitale inhoud geboden garantie |
Motivering | |
Het voorstel van de Commissie moet worden omgezet in een richtlijn betreffende minimumharmonisatie van bepaalde aspecten van de verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit in verband met consumentenkoopovereenkomsten, verbonden diensten en digitale inhoud. Inhoudelijk is dit een uitbreiding van Richtlijn 2011/83/EU. Omwille van de rechtszekerheid moeten aangelegenheden die reeds in Richtlijn 2011/83/EU zijn geregeld, niet in deze tekst worden behandeld. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Voor grensoverschrijdende economische activiteiten bestaan nog steeds aanzienlijke knelpunten die verhinderen dat het potentieel van de interne markt voor groei en het scheppen van arbeidsplaatsen volledig wordt benut. Op dit moment voert slechts een op de tien handelaren in de Unie uit binnen de Unie en de meerderheid van degenen die uitvoeren, doet dat slechts naar een klein aantal lidstaten. Van het hele scala aan belemmeringen voor grensoverschrijdende handel, waaronder belastingregelingen, administratieve voorschriften, problemen met betrekking tot levering, taal en cultuur, rangschikten handelaren de moeilijkheden om duidelijkheid te verkrijgen over de bepalingen van een buitenlandse regeling inzake overeenkomstenrecht als een van de voornaamste hindernissen bij transacties tussen ondernemingen en consumenten en transacties tussen ondernemingen onderling. Doordat daardoor de toegang tot goederen wordt beperkt, is dit ook voor consumenten nadelig. De verschillende nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht beletten daarom de uitoefening van fundamentele vrijheiden, zoals de vrijheid goederen en diensten te leveren, en vormen een hindernis voor de werking en voortdurende totstandbrenging van de interne markt. Zij hebben ook de beperking van de mededinging tot gevolg, met name op de markten van kleinere lidstaten. |
(1) Voor grensoverschrijdende economische activiteiten bestaan nog steeds aanzienlijke knelpunten die verhinderen dat het potentieel van de interne markt voor groei en het scheppen van arbeidsplaatsen volledig wordt benut. Van alle belemmeringen voor grensoverschrijdende handel zijn belastingregelingen, administratieve voorschriften, problemen met betrekking tot levering, taal en cultuur de grootste hindernissen. Niettegenstaande de onlangs aangenomen Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten1, waarin de belangrijkste aspecten van overeenkomsten op afstand worden geharmoniseerd, zijn er nog steeds een aantal verschillen tussen de nationale bepalingen van het overeenkomstenrecht voor consumenten. Deze verschillen kunnen worden beschouwd als belemmeringen voor de werking en voortdurende totstandbrenging van de interne markt. |
|
______________ |
|
1OJ. PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64. |
Motivering | |
De richtlijn moet de volgende structuur hebben: | |
Hoofdstuk 1 Werkingssfeer en definities | |
Hoofdstuk 2 Overeenstemming van de goederen met de overeenkomst en rechtsmiddelen van de consument | |
Hoofdstuk 3 Handelsgaranties | |
Hoofdstuk 4 Verbonden diensten | |
Hoofdstuk 5 Algemene bepalingen | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Overeenkomsten zijn het onmisbare juridische instrument voor iedere economische transactie. De noodzaak voor handelaren om vast te stellen welk recht toepasselijk is of daarover te onderhandelen, duidelijkheid te verkrijgen over de bepalingen van toepasselijke, buitenlandse wetgeving, waarvan vaak vertaling nodig is, juridisch advies te verkrijgen om vertrouwd te worden met de voorschriften daarvan en hun overeenkomsten aan te passen aan de verschillende nationale rechtsstelsels die op grensoverschrijdende transacties van toepassing kunnen zijn, maakt grensoverschrijdende handel ingewikkelder en duurder dan binnenlandse handel. De belemmeringen die verband houden met het overeenkomstenrecht dragen dus in belangrijke mate ertoe bij dat een aanzienlijk aantal op uitvoer gerichte handelaren ervan wordt weerhouden grensoverschrijdend handel te gaan drijven of hun activiteiten tot meer lidstaten uit te breiden. De afschrikkende werking ervan is met name sterk voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), waarvoor de kosten van het betreden van meerdere buitenlandse markten vaak bijzonder hoog zijn in verhouding tot hun omzet. Bijgevolg lopen de handelaren kostenbesparingen mis die zij zouden kunnen verwezenlijken wanneer het bij al hun grensoverschrijdende transacties mogelijk zou zijn goederen en diensten te verhandelen op basis van één uniform overeenkomstenrecht en, in geval van online-transacties, op basis van één enkele website. |
(2) Overeenkomsten zijn het onmisbare juridische instrument voor iedere economische transactie. Daarom moet Richtlijn 2011/83/EU worden aangevuld door de wettelijke bepalingen betreffende bepaalde aspecten van de verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit in verband met consumentenkoopovereenkomsten, verbonden diensten en digitale inhoud te actualiseren. Bij het actualiseren moet rekening worden gehouden met de behoeften van de digitale economie en de relevante arresten van het Europees Hof van Justitie. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De met het overeenkomstenrecht verband houdende transactiekosten, die van aanzienlijke omvang zijn gebleken, en de juridische belemmeringen die voortvloeien uit verschillen tussen nationale dwingende regels inzake consumentenbescherming, hebben een direct gevolg voor de werking van de interne markt voor wat betreft transacties tussen ondernemingen en consumenten. Wanneer een handelaar zijn activiteiten richt op consumenten in een andere lidstaat zijn ingevolge artikel 6 van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna "Verordening (EG) nr. 593/2008" genoemd), de bepalingen inzake consumentenbescherming van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft die een hoger beschermingsniveau bieden en waarvan volgens dat recht niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, van toepassing, zelfs wanneer partijen een ander toepasselijk recht hebben gekozen. De handelaren moeten zich er daarom van tevoren van vergewissen of de wetgeving van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, een betere bescherming biedt en ervoor zorgen dat hun overeenkomst aan de voorschriften daarvan voldoet. Daarnaast brengen op het gebied van e-handel aanpassingen van websites aan de dwingende voorschriften van het toepasselijke buitenlandse consumentenrecht, verdere kosten mee. De bestaande harmonisatie van het consumentenrecht op Unie-niveau heeft tot een zekere onderlinge aanpassing op sommige gebieden geleid. Er blijven echter wezenlijke verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten bestaan; de bestaande harmonisatie laat de lidstaten een brede reeks van keuzes met betrekking tot de wijze waarop aan de voorschriften van de Uniewetgeving wordt voldaan en met betrekking tot het niveau van consumentenbescherming. |
Schrappen |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 bis) Een persoon dient ook dan als consument te worden aangemerkt wanneer de overeenkomst wordt gesloten voor deels commerciële en deels niet-commerciële doeleinden (gemengde overeenkomsten), waarbij het commerciële doeleinde binnen de globale context van de overeenkomst niet overweegt. |
Motivering | |
Overweging 17 uit de consumentenrechtenrichtlijn wordt overgenomen. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 ter) In het kader van de herziening van het consumentenacquis die in 2004 in gang is gezet met het Groenboek van de Commissie, heeft de onlangs aangenomen Richtlijn 2011/83/EU betrekking op de belangrijkste gebieden die verband houden met het overeenkomstenrecht, te weten verkoop op afstand en colportage. Richtlijn 2011/83/EU treedt medio 2014 in werking en voorziet in een uniform rechtskader voor transacties tussen ondernemingen en consumenten en met name voor elektronische handel tussen ondernemingen en consumenten. |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 3 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 quater) De onderlinge aanpassing van het consumentenovereenkomstenrecht aan de hand van wetgevingsharmonisatie met een hoog niveau van bescherming voor alle marktspelers, is de meest geschikte manier om het vertrouwen van consumenten in grensoverschrijdende transacties te versterken en de handel binnen de hele Unie te bevorderen. |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 3 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(3 quinquies) Het consumentenacquis moet worden bijgewerkt om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen die de maatschappelijke en economische ontwikkelingen, met inbegrip van de digitale economie, met zich meebrengen. De consumenten hebben behoefte aan een solide rechtskader om op de interne markt veilig aankopen te kunnen doen tegen eerlijke voorwaarden. Richtlijn 2011/83/EU heeft de regelgeving inzake consumentenbescherming herzien, met name wat betreft specifieke verkoopmethoden, te weten verkoop op afstand en colportage. Het gebied van de wettelijke garanties is zowel voor consumenten als voor ondernemingen van groot belang en moet verder onderling worden aangepast en gemoderniseerd, waar deze richtlijn in voorziet. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) De belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht die de handelaren verhinderen het potentieel van de interne markt volledig te benutten, zijn ook in het nadeel van consumenten. Minder grensoverschrijdende handel heeft ook minder invoer en minder concurrentie tot gevolg. De consumenten kunnen worden benadeeld door een beperkte keuze van goederen tegen hogere prijzen, omdat minder buitenlandse handelaren aan hen direct hun producten en diensten aanbieden en ook indirect als gevolg van de beperkte grensoverschrijdende handel tussen ondernemingen onderling op groothandelsniveau. Terwijl grensoverschrijdend winkelen ook substantiële economische voordelen in de zin van een groter en beter aanbod met zich zou kunnen meebrengen, aarzelen veel consumenten ook om grensoverschrijdend te gaan winkelen omdat zij geen zekerheid hebben over hun rechten. Een aantal van de voornaamste zorgen van de consumenten heeft betrekking op het overeenkomstenrecht, waarbij het bijvoorbeeld gaat om de vraag of zij passende bescherming zouden genieten wanneer zij een gebrekkig product kopen. Bijgevolg geeft een aanzienlijk aantal consumenten er de voorkeur aan in eigen land te winkelen, ook al is daar minder keuze of zijn de prijzen er hoger. |
(4) Door het communautaire acquis inzake de consumentenrechten bij te werken met betrekking tot de wettelijke verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit, verbonden diensten en digitale inhoud, wordt een hoog niveau van consumentenbescherming gewaarborgd. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Bovendien worden consumenten die van de prijsverschillen tussen de lidstaten willen profiteren door bij een handelaar uit een andere lidstaat te kopen, vaak gehinderd door de weigering van een handelaar om te verkopen. Terwijl de e-handel het zoeken naar aanbod en de vergelijking van prijzen en andere voorwaarden ongeacht de plaats van vestiging van de handelaar, veel eenvoudiger heeft gemaakt, worden bestellingen van consumenten uit het buitenland bijzonder vaak geweigerd door handelaren die ervan afzien om grensoverschrijdende transacties te verrichten. |
Schrappen |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) De verschillen in de nationale wetgevingen inzake overeenkomstenrecht vormen derhalve belemmeringen die de consumenten en de handelaren ervan weerhouden de vruchten te plukken van de interne markt. Deze belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht zouden aanzienlijk worden beperkt wanneer overeenkomsten, ongeacht de plaats van vestiging van partijen, op een uniform geheel van bepalingen zouden kunnen worden gebaseerd. Een dergelijk uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht moet de volledige levenscyclus van een overeenkomst bestrijken en derhalve ook de aandachtsgebieden omvatten die zeer belangrijk zijn bij het sluiten van een overeenkomst. Het moet ook volledig geharmoniseerde bepalingen inzake consumentenbescherming bevatten. |
Schrappen |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) De verschillen tussen nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht en hun gevolgen voor de grensoverschrijdende handel leiden ook tot een beperking van de mededinging. Door een beperkte grensoverschrijdende handel is er minder mededinging en zijn handelaren minder geneigd om innoverender te worden en om de kwaliteit van hun producten te verbeteren of de prijzen te verlagen. Met name in kleinere lidstaten met een beperkt aantal binnenlandse concurrenten kan de beslissing van buitenlandse handelaren om vanwege de kosten en de ingewikkeldheid deze markten niet te betreden, de mededinging beperken, met een merkbaar gevolg voor de keuze in en de prijzen van producten. De belemmeringen voor grensoverschrijdende handel kunnen bovendien de mededinging tussen kmo's en grotere ondernemingen in gevaar brengen. Gelet op het aanzienlijke effect van de transactiekosten op de omzet, zal een kmo veel sneller ervan afzien een buitenlandse markt te betreden dan een grotere concurrent. |
Schrappen |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Om deze belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht te kunnen overwinnen, moeten partijen de mogelijkheid hebben overeen te komen dat op hun overeenkomsten een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht van toepassing is met dezelfde betekenis en uitlegging in alle lidstaten: een gemeenschappelijk kooprecht. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet een aanvullende optie vormen die de keuzemogelijkheid van partijen vergroot en steeds kan worden toegepast wanneer zij dat samen zinvol achten om de grensoverschrijdende handel te bevorderen, en transactie- en alternatieve kosten alsook andere belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht voor grensoverschrijdende handel te beperken. Dit recht moet slechts de basis van een contractuele relatie worden indien partijen gezamenlijk tot de toepassing ervan besluiten. |
Schrappen |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk Europees kooprecht vastgesteld. De verordening harmoniseert het overeenkomstenrecht niet door wijzigingen van het reeds bestaande nationale overeenkomstenrecht voor te schrijven, maar door binnen elke lidstaat een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht te creëren voor overeenkomsten die binnen de werkingssfeer ervan vallen. Deze secundaire regeling moet in de hele Unie identiek zijn en naast de reeds bestaande nationale bepalingen inzake overeenkomstenrecht bestaan. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet op vrijwillige basis op een grensoverschrijdende overeenkomst van toepassing zijn indien partijen dat uitdrukkelijk overeenkomen. |
(9) Deze richtlijn bevat een minimale reeks bepalingen die het rechtskader vormen voor bepaalde aspecten van de verkoop van consumptiegoederen en digitale inhoud, wettelijke verplichtingen uit hoofde van het recht op conformiteit en overeenkomsten inzake verbonden diensten. Met deze richtlijn wordt derhalve het overeenkomstenrecht van de lidstaten geharmoniseerd zonder dat hen wordt belet op de door de richtlijn geharmoniseerde gebieden strengere nationale bepalingen te handhaven of in te voeren om een hoger niveau van consumentenbescherming te garanderen. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) Artikel 7, lid 1, van Richtlijn 1999/44/EG betreffende de verkoop van consumptiegoederen bepaalt dat de lidstaten handelaren ingeval van aankopen van tweedehandsgoederen toestemming mogen geven om de garantietermijn te beperken tot een jaar. Gelet op het toenemende belang dat de tweedehandsgoederenmarkt voor de Europese consumenten vertegenwoordigt in deze tijden van economische crisis en gelet op de noodzaak om duurzamere consumptie te bevorderen, is het niet langer gerechtvaardigd om de wettelijke garantie te verkorten tot een jaar. De garantietermijn voor tweedehandsgoederen moet in plaats daarvan worden bepaald op basis van de in deze richtlijn vastgestelde vereisten voor de conformiteit van goederen of digitale inhoud. |
Motivering | |
Artikel 7, lid 1, van Richtlijn 1999/44/EG betreffende de verkoop van consumptiegoederen bepaalt dat de lidstaten handelaren toestemming mogen geven om de garantietermijn te beperken tot een jaar. Dit is niet nodig, gelet op de lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van deze optie, en niet wenselijk met het oog op duurzame consumptie. Derhalve wordt deze regelgevingsoptie niet behouden in deze richtlijn. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 9 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 ter) De regelgeving betreffende wettelijke garanties heeft een belangrijke rol te vervullen in het bevorderen van geschikte producten en is relevant voor het geïntegreerd productbeleid van de EU. Teneinde duurzame consumptie en het consumentenvertrouwen in producten die volgens de normen van de wetgeving betreffende ecologisch ontwerp zijn ontwikkeld, te bevorderen, moet ervoor worden gezorgd dat de consumenten gedurende de hele levenscyclus van het ecologisch ontworpen product recht hebben op garantie. Deze termijn moet worden vastgesteld op basis van de uitgevoerde maatregelen van Richtlijn 2009/158/EG die een beoordeling van de levensverwachting van het product vereist. |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) De overeenkomst om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, moet een keuze zijn binnen de werkingssfeer van het respectieve nationale recht dat van toepassing is krachtens Verordening (EG) nr. 593/2008 en, wanneer het om de precontractuele informatieverplichtingen gaat, Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (hierna "Verordening (EG) nr. 864/2007" genoemd), of andere relevante collisieregels. De overeenkomst het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, mag daarom niet neerkomen op het kiezen van het toepasselijk recht in de zin van de collisieregels en daarop ook geen inbreuk maken. Deze verordening zal derhalve geen afbreuk doen aan bestaande collisieregels. |
Schrappen |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient een geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming te bevatten. Overeenkomstig artikel 114, lid 3, van het Verdrag moeten deze bepalingen een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen met het oog op het vergroten van het vertrouwen van de consumenten in het gemeenschappelijk Europees kooprecht en consumenten dus een stimulans bieden om op deze basis grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten. De bepalingen moeten het beschermingsniveau dat consumenten krachtens het consumentenrecht van de Unie genieten, handhaven of verbeteren. |
(11) Overeenkomstig artikel 114, lid 3, van het Verdrag moeten deze bepalingen een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen met het oog op het vergroten van het vertrouwen van de consumenten en consumenten dus een stimulans bieden om grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten. De bepalingen moeten het bestaande beschermingsniveau dat consumenten krachtens het consumentenrecht van de Unie genieten, handhaven of verbeteren. |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht een geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming bevat, zullen er, wanneer partijen voor toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht hebben gekozen, op dit gebied geen ongelijkheden meer zijn tussen de rechtsstelsels van de lidstaten. Bijgevolg kan artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 593/2008, dat uitgaat van het bestaan van verschillende niveaus van consumentenbescherming in de lidstaten, geen praktisch belang meer hebben voor onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallende kwesties. |
Schrappen |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet beschikbaar zijn voor grensoverschrijdende overeenkomsten omdat de verschillen in nationale wetgeving juist in die context tot ingewikkeldheid en aanvullende kosten leiden en partijen ontmoedigen overeenkomsten te sluiten. Bij overeenkomsten tussen ondernemingen moet het grensoverschrijdende karakter van een overeenkomst worden beoordeeld op basis van de gewone verblijfplaats van partijen. In het geval van een overeenkomst tussen een onderneming en een consument moet aan het vereiste inzake grensoverschrijdendheid voldaan zijn wanneer hetzij het door de consument opgegeven algemene adres, hetzij het adres waar de goederen moeten worden geleverd, hetzij het door de consument opgegeven factuuradres in een lidstaat ligt, maar buiten de staat waar de handelaar zijn gewone verblijfplaats heeft. |
Schrappen |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) De toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet niet beperkt worden tot grensoverschrijdende situaties waarbij alleen lidstaten zijn betrokken, maar ook mogelijk zijn om de handel tussen de lidstaten en derde landen te bevorderen. In geval van betrokkenheid van consumenten uit derde landen moet de overeenstemming het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, wat voor deze consumenten de keuze voor een voor hen buitenlands recht zou inhouden, onderworpen zijn aan de toepasselijke collisieregels. |
Schrappen |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) De handelaren die zowel zuiver binnenlandse als grensoverschrijdende transacties sluiten, kunnen het nuttig achten een uniforme overeenkomst te gebruiken voor al hun transacties. De lidstaten moeten derhalve vrij zijn het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook beschikbaar te maken voor toepassing door partijen in een volledig binnenlands kader. |
Schrappen |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet met name beschikbaar zijn voor de verkoop van roerende goederen, waaronder de vervaardiging of productie van die goederen, omdat dit economisch gezien het belangrijkste soort overeenkomst is dat een bijzonder potentieel voor de groei van de grensoverschrijdende handel kan inhouden, met name ingeval het om e-handel gaat. |
Schrappen |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Om het toenemende belang van de digitale economie weer te geven, moet de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zich ook uitstrekken tot overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud. De overdracht van digitale inhoud om deze op te slaan, te verwerken of er toegang toe te hebben en herhaald te gebruiken, zoals het downloaden van muziek, heeft een grote vlucht genomen en heeft een groot potentieel voor verdere groei in zich, maar wordt nog steeds omgeven door een aanzienlijk mate van juridische diversiteit en onzekerheid. Derhalve moet het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing zijn op de levering van digitale inhoud, ongeacht of die inhoud al dan niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd. |
(17) Om het toenemende belang van de digitale economie weer te geven, moet de werkingssfeer van deze richtlijn zich ook uitstrekken tot overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud. De overdracht van digitale inhoud om deze op te slaan, te verwerken of er toegang toe te hebben en herhaald te gebruiken, zoals het downloaden van muziek, heeft een grote vlucht genomen en heeft een groot potentieel voor verdere groei in zich, maar wordt nog steeds omgeven door een aanzienlijk mate van juridische diversiteit en onzekerheid. Derhalve moet deze richtlijn van toepassing zijn op de levering van digitale inhoud, ongeacht of die inhoud al dan niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(18) Digitale inhoud wordt dikwijls niet tegen betaling van een prijs geleverd, maar in combinatie met afzonderlijk betaalde goederen of diensten, waarbij niet-geldelijke overwegingen een rol spelen zoals het verlenen van toegang tot persoonlijke gegevens of gratis toegang in het kader van een marketingstrategie, gebaseerd op de verwachting dat de consument in een later stadium aanvullende of meer geavanceerde digitale-inhoudproducten zal kopen. Met het oog op deze specifieke marktstructuur en het feit dat gebreken in de verstrekte digitale inhoud de economische belangen van consumenten kunnen schaden, ongeacht de voorwaarden waaronder die inhoud is verstrekt, mag de beschikbaarheid van het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet afhangen van het feit of voor de betrokken specifieke digitale inhoud een prijs is betaald. |
(18) Digitale inhoud wordt dikwijls niet tegen betaling van een prijs geleverd, maar in combinatie met afzonderlijk betaalde goederen of diensten, waarbij niet-geldelijke overwegingen een rol spelen zoals het verlenen van toegang tot persoonlijke gegevens of gratis toegang in het kader van een marketingstrategie, gebaseerd op de verwachting dat de consument in een later stadium aanvullende of meer geavanceerde digitale-inhoudproducten zal kopen. Met het oog op deze specifieke marktstructuur en het feit dat gebreken in de verstrekte digitale inhoud de economische belangen van consumenten kunnen schaden, ongeacht de voorwaarden waaronder die inhoud is verstrekt, mag de door deze richtlijn gewaarborgde bescherming van de consument niet afhangen van het feit of voor de betrokken specifieke digitale inhoud een prijs is betaald. |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 18 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(18 bis) Bij Richtlijn 2011/83/EU zijn weliswaar regelingen vastgesteld met betrekking tot de risico-overgang bij de verkoop van goederen, maar het blijft noodzakelijk om deze regelingen aan te vullen met regelingen voor digitale inhoud rekening houdend met de bijzondere kenmerken van deze producten. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Teneinde de toegevoegde waarde van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zo groot mogelijk te maken, moet de materiële werkingssfeer ervan ook bepaalde door de verkoper verstrekte diensten omvatten die rechtstreeks en nauw met de op grond van het gemeenschappelijk Europees kooprecht geleverde specifieke goederen of digitale inhoud zijn verbonden en in de praktijk dikwijls in dezelfde of tegelijkertijd in een daarmee verbonden overeenkomst zijn gecombineerd; daarbij gaat het met name om reparatie, onderhoud en installatie van de goederen of digitale inhoud. |
(19) Teneinde de toegevoegde waarde van het bijwerken van de bestaande bepalingen inzake de wettelijke verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit zo groot mogelijk te maken, moet de materiële werkingssfeer van deze richtlijn ook bepaalde diensten omvatten die rechtstreeks en nauw met de specifieke goederen of digitale inhoud zijn verbonden en in de praktijk dikwijls in dezelfde of tegelijkertijd in een daarmee verbonden overeenkomst zijn gecombineerd. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient niet van toepassing te zijn op verbonden overeenkomsten waarbij de koper goederen verkrijgt van of een dienst wordt geleverd door een derde partij. Dit zou niet juist zijn omdat de derde partij geen deel heeft aan de overeenstemming tussen de overeenkomstsluitende partijen om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen. Op een verbonden overeenkomst met een derde partij moet het respectieve nationale recht worden toegepast dat volgens Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of een andere toepasselijke collisieregel van toepassing is. |
(20) Wanneer het betrokken goed, de betrokken verbonden dienst of digitale inhoud niet conform de overeenkomst is, moet de consument kunnen kiezen uit de verschillende rechtsmiddelen die deze richtlijn hem biedt. De consument moet het recht hebben om van de handelaar te verlangen dat hij het gebrek aan conformiteit door bepaalde inspanningen verhelpt, waartoe herstel of vervanging, vermindering van de prijs, opschorting van de nakoming van de verbintenissen van de consument, herroeping van de overeenkomst of schadevergoeding behoren. In voorkomend geval moet een aantal van deze rechtsmiddelen kunnen worden gecombineerd. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 20 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(20 bis) De lidstaten kunnen bij wet bepalen dat de terugbetaling aan de consument kan worden gereduceerd teneinde rekening te houden met het gebruik dat de consument van de goederen of de digitale inhoud heeft gehad, tenzij de ontbinding plaatsvindt binnen zes maanden nadat het risico is overgegaan op de consument en het onbillijk zou zijn de consument de goederen of de digitale inhoud na deze periode gratis te laten gebruiken, waarbij rekening wordt gehouden met de aard en de kosten van het gebruik en de mogelijkheid andere rechtsmiddelen dan ontbinding in te zetten. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(21) Om de bestaande problemen inzake de interne markt en de mededinging op een doelgerichte en evenwichtige wijze aan te pakken, moet de personele werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht met name gericht zijn op partijen die nu nog door het uiteenlopen van de nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht worden afgehouden van het doen van zaken in het buitenland, met een aanzienlijk negatief effect op de grensoverschrijdende handel als gevolg. Dit recht moet daarom van toepassing zijn op alle transacties tussen ondernemingen en consumenten en op overeenkomsten tussen handelaren waarbij ten minste een van de partijen een kmo is op grond van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Dit moet echter de mogelijkheid onverlet laten dat de lidstaten wetgeving vaststellen op grond waarvan het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op overeenkomsten tussen handelaren die geen van beiden een kmo zijn. In elk geval genieten handelaren bij transacties tussen ondernemingen onderling de volledige vrijheid van overeenkomst en worden zij aangemoedigd bij de opstelling van de voorwaarden van hun overeenkomsten inspiratie te putten uit het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
Schrappen |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 22 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) Voor de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht is overeenstemming daarover van de partijen bij een overeenkomst onmisbaar. Die overeenstemming moet in geval van transacties tussen ondernemingen en consumenten aan strenge vereisten zijn onderworpen. Aangezien het in de praktijk doorgaans de handelaar zal zijn die de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorstelt, moeten de consumenten zich ten volle ervan bewust zijn dat zij instemmen met de toepassing van regels die verschillen van die van hun reeds bestaande nationale wetgeving. De instemming van de consument om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, mag dus alleen worden aanvaard in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring, die gescheiden is van de verklaring inzake de instemming met het sluiten van de overeenkomst. Het mag daarom niet mogelijk zijn de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht aan te bieden als een bepaling van de te sluiten overeenkomst, met name niet als een onderdeel van de standaardbepalingen en -voorwaarden van de handelaar. De handelaar dient de consument op een duurzame gegevensdrager een bevestiging te verstrekken van de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
Schrappen |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Behalve een bewuste keuze moet de instemming van de consument met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook een op informatie gebaseerde keuze zijn. De handelaar dient daarom niet alleen de aandacht van de consument te vestigen op de voorgenomen toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, maar ook informatie te verstrekken over de aard en de belangrijkste kenmerken ervan. Om de handelaren deze taak te vergemakkelijken, daarbij onnodige administratieve lasten te voorkomen en ter verzekering van samenhang in het niveau en de kwaliteit van die informatie, moeten de handelaren de consumenten de in deze verordening opgenomen en dus in alle officiële talen van de Unie eenvoudig beschikbare standaardmededeling verstrekken. Wanneer het niet mogelijk is om de consument de mededeling te verstrekken, bijvoorbeeld in het kader van een telefonisch onderhoud, of wanneer de handelaar heeft verzuimd de mededeling te verstrekken, dient de instemming met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht de consument niet te binden totdat deze de mededeling samen met de bevestiging van de overeenstemming heeft ontvangen en vervolgens zijn instemming hiermee heeft betuigd. |
Schrappen |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Ter vermijding van een selectieve toepassing van bepaalde onderdelen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, waardoor het evenwicht tussen de rechten en verbintenissen van de partijen zou kunnen worden verstoord en het niveau van de consumentenbescherming negatief zou kunnen worden beïnvloed, moet de keuze betrekking hebben op het gemeenschappelijk Europees kooprecht als geheel en niet slechts op bepaalde delen daarvan. |
Schrappen |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Wanneer anders het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken op de betrokken overeenkomst van toepassing zou zijn, moet de keuze voor het gemeenschappelijk Europees kooprecht een overeenstemming van de partijen bij de overeenkomst inhouden om dat Verdrag uit te sluiten. |
Schrappen |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) De regels van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten van toepassing zijn op kwesties van overeenkomstenrecht die van praktisch belang zijn tijdens de levenscyclus van de soorten overeenkomsten die binnen de materiële en de persoonlijke werkingssfeer vallen, met name online gesloten overeenkomsten. Afgezien van de rechten en verbintenissen van partijen en de rechtsmiddelen in geval van niet-nakoming, moet het gemeenschappelijk Europees kooprecht daarom van toepassing zijn op precontractuele informatieverplichtingen, het sluiten van een overeenkomst, met inbegrip van de formele vereisten, het herroepingsrecht en de gevolgen daarvan, de vernietiging van een overeenkomst als gevolg van dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik en de gevolgen van deze vernietiging, de uitlegging, de inhoud en de gevolgen van een overeenkomst, de beoordeling en de gevolgen van oneerlijke voorwaarden van een overeenkomst, de teruggave na vernietiging en de ontbinding en verjaring en de uitsluiting van rechten. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient de sancties te bevatten die kunnen worden opgelegd in geval de krachtens dit recht geldende verbintenissen en verplichtingen niet worden nagekomen. |
Schrappen |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Alle onderwerpen van contractuele of niet-contractuele aard die het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet behandelt, worden beheerst door het bestaande nationale recht dat ingevolge de Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of andere toepasselijke collisieregels van toepassing is. Deze onderwerpen omvatten de rechtspersoonlijkheid, de ongeldigheid van een overeenkomst als gevolg van onbekwaamheid, onwettigheid of strijd met de goede zeden, de bepaling van de taal van de overeenkomst, kwesties inzake non-discriminatie, vertegenwoordiging, pluraliteit van schuldeisers en schuldenaren, de wijziging van partijen met inbegrip van cessie, verrekening en fusie, het recht van eigendom, met inbegrip van de eigendomsoverdracht, het intellectuele-eigendomsrecht en de onrechtmatige daad. Voorts valt de kwestie of samenlopende contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheidsvorderingen samen kunnen worden ingeleid, buiten de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
(27) Alle onderwerpen van contractuele of niet-contractuele aard die deze richtlijn niet behandelt, worden beheerst door het bestaande nationale recht. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 28 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(28) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient niet te gelden voor onderwerpen die buiten het terrein van het overeenkomstenrecht vallen. Deze verordening dient het Unierecht of het nationale recht ten aanzien van die onderwerpen onverlet te laten. Bijvoorbeeld dienen de ter bescherming van de gezondheid en veiligheid of het milieu opgelegde informatieverplichtingen buiten de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht te blijven. Deze verordening dient voorts de informatievereisten van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, onverlet te laten. |
Schrappen |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(29) Zodra er een geldige overeenstemming is over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, mag alleen het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing zijn op de onderwerpen die onder zijn werkingssfeer vallen. De bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten autonoom worden uitgelegd en in overeenstemming met de vaststaande beginselen inzake de uitlegging van de Uniewetgeving. Kwesties betreffende onderwerpen die binnen de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen, maar er niet uitdrukkelijk door worden geregeld, moeten slechts worden opgelost door uitlegging van de bepalingen van dat recht zonder dat een beroep wordt gedaan op ander recht. De bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten worden uitgelegd aan de hand van de doelstellingen en beginselen die eraan ten grondslag liggen en al zijn bepalingen. |
Schrappen |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 30 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(30) De vrijheid van overeenkomst dient het leidende beginsel te zijn dat aan het gemeenschappelijk Europees kooprecht ten grondslag ligt. De partijautonomie moet alleen worden beperkt wanneer en voor zover dit onontbeerlijk is, met name om redenen van consumentenbescherming. Wanneer deze noodzaak bestaat, dient het dwingende karakter van de betrokken bepalingen duidelijk te worden aangegeven. |
Schrappen |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 31 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) Het beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid moet richtinggevend zijn voor de wijze waarop partijen samen dienen te werken. Daar in sommige bepalingen het algemene beginsel van de goede trouw en redelijkheid en billijkheid specifiek tot uiting komt, dienen deze bepalingen voorgang te hebben boven het algemene beginsel. Het algemene beginsel moet daarom niet worden toegepast als een instrument tot wijziging van de bijzondere rechten en verbintenissen van partijen die in de bijzondere bepalingen zijn neergelegd. De concrete eisen die uit het beginsel van goede trouw en redelijkheid en billijkheid voortvloeien, dienen onder meer af te hangen van het betrokken deskundigheidsniveau van de partijen en moeten daarom verschillen al naar gelang het om transacties tussen ondernemingen en consumenten of transacties tussen ondernemingen gaat. Bij transacties tussen handelaren dient de goede handelspraktijk in de betrokken specifieke situatie in dit verband een relevante factor te zijn. |
Schrappen |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 32 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient de instandhouding te beogen van een geldige overeenkomst indien dat mogelijk en passend is, gelet op de gerechtvaardigde belangen van partijen. |
Schrappen |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 33 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient evenwichtige oplossingen vast te stellen, gelet op de gerechtvaardigde belangen van partijen bij het kiezen en aanwenden van de rechtsmiddelen die beschikbaar zijn in geval van niet-nakoming van de overeenkomst. In overeenkomsten tussen ondernemingen en consumenten moet het stelsel van rechtsmiddelen uitdrukking geven aan het feit dat het ontbreken van conformiteit van goederen of diensten binnen het verantwoordelijkheidsgebied van de handelaar valt. |
Schrappen |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Overweging 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) Ter vergroting van de rechtszekerheid door het voor het publiek toegankelijk maken van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de nationale gerechten aangaande de uitlegging van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of andere bepalingen van deze verordening, dient de Commissie een databank op te zetten, waarin relevante eindbeslissingen worden opgenomen. Om deze taak mogelijk te maken, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat de Commissie deze nationale uitspraken snel worden meegedeeld. |
(34) Ter vergroting van de rechtszekerheid door het voor het publiek toegankelijk maken van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de nationale gerechten aangaande de uitlegging van deze richtlijn, zet de Commissie een gegevensbank op, waarin relevante eindbeslissingen worden opgenomen. Om deze taak mogelijk te maken, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat de Commissie deze nationale uitspraken snel worden meegedeeld. |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Het is ook passend het functioneren van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of van andere bepalingen van deze verordening na zeven jaar toepassing te beoordelen. De beoordeling dient onder meer rekening te houden met de noodzaak de werkingssfeer verder uit te breiden ten aanzien van overeenkomsten tussen ondernemingen, de markt- en technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en de toekomstige ontwikkelingen van het acquis van de Unie. |
Schrappen |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het bijdragen tot de goede werking van de interne markt door een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden die kunnen worden toegepast voor grensoverschrijdende transacties in de hele Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(36) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het bijdragen tot de goede werking van de interne markt door de harmonisatie van bepaalde aspecten van de verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit in verband met koopovereenkomsten, verbonden diensten en digitale inhoud, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Overweging 37 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder de artikelen 16, 38 en 47 daarvan, |
(37) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Overweging 37 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(37 bis) Om overlapping van werkzaamheden te voorkomen en het bestaande EU-recht aan te vullen moet deze richtlijn rekening houden met de beginselen van Richtlijn 2011/83/EU, die de regelgeving voor op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, heeft geharmoniseerd, zoals de precontractuele informatie, de formele vereisten, het herroepingsrecht, de aflevering, de risico-overdracht en de betaalmiddelen. Dit moet leiden tot een solide Europees regelgevingskader voor ondernemingen die goederen of digitale inhoud verkopen aan consumenten in de Unie. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Overweging 37 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(37 ter) De Commissie richt na aanneming van deze richtlijn een werkgroep op, die hoofdzakelijk bestaat uit organisaties die consumenten en ondernemingen vertegenwoordigen en wordt bijgestaan door academici en beroepsbeoefenaars, teneinde standaardbepalingen en -voorwaarden te ontwikkelen voor online-overeenkomsten tussen ondernemingen en consumenten die gebaseerd zijn op de bepalingen van deze richtlijn en van het consumentenacquis, in het bijzonder Richtlijn 2011/83/EU. |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze verordening heeft als doel de voorwaarden te verbeteren voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt door een uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden, dat is opgenomen in bijlage I (hierna "het gemeenschappelijk Europees kooprecht" genoemd). Deze bepalingen kunnen worden toegepast op grensoverschrijdende transacties voor de verkoop van goederen, voor de levering van digitale inhoud en voor verbonden diensten wanneer de partijen bij een overeenkomst daarmee instemmen. |
1. Deze richtlijn heeft als doel de voorwaarden te verbeteren voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt door te zorgen voor een hoog niveau van consumentenbescherming waarbij ook rekening wordt gehouden met nieuwe technologieën, door de harmonisatie van bepaalde aspecten van de wetten, regels en administratieve bepalingen van de lidstaten met betrekking tot bepaalde aspecten van de verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit, verbonden diensten en digitale inhoud in verband met overeenkomsten tussen consumenten en handelaars. |
Motivering | |
Het voorstel van de Commissie moet worden omgezet in een richtlijn betreffende minimumharmonisatie van bepaalde aspecten van de verplichting uit hoofde van het recht op conformiteit in verband met consumentenkoopovereenkomsten, verbonden diensten en digitale inhoud. Inhoudelijk is dit een uitbreiding van Richtlijn 2011/83/EU. Omwille van de rechtszekerheid moeten aangelegenheden die reeds in Richtlijn 2011/83/EU zijn geregeld, niet in deze tekst worden behandeld. | |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Op grond van deze verordening kunnen handelaren zich verlaten op een gemeenschappelijk geheel van bepalingen en dezelfde voorwaarden van overeenkomsten op al hun grensoverschrijdende transacties toepassen, waardoor onnodige kosten worden beperkt en tevens een grote mate van rechtszekerheid wordt gewaarborgd. |
Schrappen |
Motivering | |
De richtlijn moet de volgende structuur hebben: | |
Hoofdstuk 1 Werkingssfeer en definities | |
Hoofdstuk 2 Overeenstemming van de goederen met de overeenkomst en rechtsmiddelen van de consument | |
Hoofdstuk 3 Handelsgaranties | |
Hoofdstuk 4 Verbonden diensten | |
Hoofdstuk 5 Algemene bepalingen | |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wat overeenkomsten tussen handelaren en consumenten betreft, bevat deze verordening een omvattend geheel van bepalingen ter bescherming van consumenten om een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, het vertrouwen van de consument in de interne markt te vergroten en consumenten aan te moedigen om in het buitenland aankopen te doen. |
3. Deze richtlijn bevat een omvattend geheel van bepalingen ter bescherming van consumenten om een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, het vertrouwen van de consument in de interne markt te vergroten en consumenten aan te moedigen om in het buitenland aankopen te doen. |
|
3 bis. Tenzij dit in deze richtlijn anders is bepaald, kunnen de lidstaten nationale wetten handhaven of invoeren waarbij een hoger niveau van consumentenbescherming wordt gewaarborgd en die afwijken van de bepalingen van deze richtlijn. |
|
3 ter. Wanneer een of meer lidstaten de mogelijkheid krachtens lid 3 bis benutten, moeten de relevante bepalingen in overeenstemming zijn met de Verdragen en aan de Commissie worden meegedeeld. De Commissie zorgt er vervolgens voor dat deze informatie gemakkelijk toegankelijk is voor de consumenten en handelaren, onder meer op een speciaal daarvoor gecreëerde website. |
|
3 quater. 3 quater. De bij deze richtlijn geharmoniseerde rechten van de consumenten doen geen afbreuk aan de uitoefening van andere nationale rechten betreffende contractuele dan wel niet-contractuele verplichtingen van handelaren. |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) "goede trouw en redelijkheid en billijkheid": de gedragsnorm die gekenmerkt wordt door eerlijkheid, openheid en inachtneming van de belangen van de wederpartij bij de betrokken transactie of rechtsverhouding; |
Schrappen |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) "schade": economische schade en niet-economische schade, in de vorm van pijn en leed, met uitsluiting van andere vormen van niet-economische schade, zoals verminderde levenskwaliteit en gederfd genot; |
Schrappen |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) "standaardvoorwaarden van een overeenkomst": de voorwaarden van een overeenkomst die vooraf zijn opgesteld ten behoeve van verscheidene transacties waarbij verschillende partijen zijn betrokken en waarover partijen niet afzonderlijk hebben onderhandeld, zoals bedoeld in artikel 7 van het gemeenschappelijk Europees kooprecht; |
Schrappen |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) "handelaar": een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die handelt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; |
(e) "handelaar": iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon, ongeacht of deze privaatrechtelijk of publiekrechtelijk is, die zelf of via een andere natuurlijke of rechtspersoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt, handelt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit betreffende overeenkomsten; |
Motivering | |
Deze definitie komt overeen met Richtlijn 83/2011 betreffende consumentenrechten, met name wat betreft het optreden van derden namens en in opdracht van de handelaar. | |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) "consument": een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Motivering | |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) | |
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) "goederen": alle roerende lichamelijke zaken; daaronder vallen niet: |
(h) "goederen": alle roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van zaken die executoriaal of anderszins gerechtelijk worden verkocht; water, gas en elektriciteit worden als goederen beschouwd, als zij voor verkoop gereed zijn gemaakt in een beperkt volume of in een bepaalde hoeveelheid; |
i) elektriciteit en aardgas; alsmede |
|
ii) water en andere soorten gas, tenzij zij marktklaar zijn gemaakt in een bepaald volume of in een bepaalde hoeveelheid; |
|
Motivering | |
De definitie moet overeenkomen met de definitie in de consumentenrechtenrichtlijn, in het bijzonder wat betreft de volgorde van de genoemde goederen. | |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter j – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) "digitale inhoud": gegevens die, al dan niet volgens de specificaties van de koper, in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden, inclusief video, audio, afbeeldingen of schriftelijke digitale inhoud, digitale spellen, software en digitale inhoud waarmee bestaande hardware of software kan worden gepersonaliseerd; daaronder vallen niet: |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter j – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) "digitale inhoud": gegevens die, al dan niet volgens de specificaties van de koper, in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden, inclusief video, audio, afbeeldingen of schriftelijke digitale inhoud, digitale spellen, software en digitale inhoud waarmee bestaande hardware of software kan worden gepersonaliseerd; daaronder vallen niet: |
(j) j) "digitale inhoud": gegevens die, al dan niet volgens de specificaties van de koper, ongeacht of de toegang tot deze gegevens wordt verkregen via downloaden of streaming, vanaf een materiële drager of langs een andere weg, zij het tegen betaling of in ruil voor een niet-financiële tegenprestatie, zoals het ter beschikking stellen van persoonlijke gegevens van de consument, in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden, inclusief video, audio, afbeeldingen of schriftelijke digitale inhoud, digitale spellen, software en digitale inhoud waarmee bestaande hardware of software kan worden gepersonaliseerd; daaronder vallen niet: |
Motivering | |
De definitie van digitale inhoud moet worden uitgebreid met gratis digitale inhoud. | |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter j – punt iv | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(iv) elektronische communicatiediensten en -netwerken, en bijbehorende faciliteiten en diensten; |
Schrappen |
Motivering | |
Deze uitzondering op de definitie van "digitale inhoud" is niet noodzakelijk en ook Richtlijn 2011/83/EU voorziet hier niet in. Met het oog op een coherente werkingssfeer van de beide richtlijnen dient deze bepaling daarom te worden geschrapt. | |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(k) "koopovereenkomst": een overeenkomst waarbij de handelaar ("de verkoper") de eigendom van goederen aan een andere persoon ("de koper") overdraagt of zich ertoe verbindt deze over te dragen en de koper de prijs van deze goederen betaalt of zich ertoe verbindt deze te betalen; daaronder wordt ook de overeenkomst tot levering van te vervaardigen of te produceren goederen verstaan, maar niet overeenkomsten betreffende gedwongen verkoop of die op een andere manier de uitoefening van het openbare gezag betreffen; |
Schrappen |
Motivering | |
Dit is reeds geregeld in Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter m – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(m) "verbonden dienst": elke dienst die betrekking heeft op goederen of digitale inhoud, zoals installatie, onderhoud, reparatie, of een andere bewerking die door de verkoper van de goederen of digitale inhoud wordt geleverd op grond van de koopovereenkomst, de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud of een afzonderlijke, tegelijk met de koopovereenkomst of de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud gesloten, verbonden dienstenovereenkomst; daaronder vallen niet: |
(m) "verbonden dienst": elke dienst die betrekking heeft op goederen of digitale inhoud, zoals installatie, onderhoud, reparatie, of een andere bewerking die door de verkoper van de goederen of digitale inhoud wordt geleverd op grond van de koopovereenkomst, de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud of een afzonderlijke, tegelijk of in verband met de koopovereenkomst of de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud gesloten, verbonden dienstenovereenkomst; daaronder vallen niet: |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter m – punt ii | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(ii) opleidingsdiensten; |
Schrappen |
Motivering | |
Opleidingsdiensten moeten binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallen omdat deze een belangrijke factor kunnen zijn bij het kopen van een goed of digitale inhoud, zoals een computerprogramma. | |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter n | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(n) "dienstverlener": een verkoper van goederen of een leverancier van digitale inhoud die zich ertoe verbindt een klant een dienst te verlenen die met deze goederen of digitale inhoud verbonden is; |
(n) "dienstverlener": een handelaar die zich ertoe verbindt een verbonden dienst te verlenen; |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter o | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(o) "klant": elke persoon die een verbonden dienst koopt; |
Schrappen |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(p) "overeenkomst op afstand": een overeenkomst die tussen een handelaar en een consument wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument, en waarbij tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand; |
Schrappen |
Motivering | |
Dit is reeds geregeld in Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter q | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(q) "buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst": een overeenkomst tussen een handelaar en een consument die: |
Schrappen |
(i) wordt gesloten in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument op een andere plaats dan de verkoopruimten van de handelaar, of wordt gesloten op basis van een in dezelfde omstandigheden door de consument gedaan aanbod, of |
|
(ii) wordt gesloten in de verkoopruimten van de handelaar of met behulp van een middel voor communicatie op afstand onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken op een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is, in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument, of |
|
(iii) wordt gesloten tijdens een excursie die door de handelaar of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, is georganiseerd met als doel of effect de promotie en de verkoop van goederen of verbonden diensten aan de consument; |
|
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter r | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(r) "verkoopruimten": |
Schrappen |
(i) elke onverplaatsbare ruimte voor detailhandel waar een handelaar op permanente basis zijn activiteiten uitoefent, of |
|
(ii) elke verplaatsbare ruimte voor detailhandel waar een handelaar gewoonlijk zijn activiteiten uitoefent; |
|
Motivering | |
Dit is reeds geregeld in Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter s | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(s) "commerciële garantie": iedere verbintenis van de handelaar of een producent om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is uit hoofde van het recht op conformiteit onder artikel 106, aan de consument de betaalde prijs terug te betalen, of de goederen of digitale inhoud op enigerlei wijze te vervangen, repareren of onderhouden, wanneer die niet voldoen aan specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit, die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclameboodschappen ten tijde van of voor het sluiten van de overeenkomst; |
(s) "commerciële garantie": iedere verbintenis van de handelaar of een producent (de "garant") om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is uit hoofde van het recht op conformiteit, aan de consument de betaalde prijs terug te betalen of de goederen of digitale inhoud te vervangen, herstellen of onderhouden, wanneer die niet voldoen aan specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit, die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbestreffende reclameboodschappen ten tijde van of vóór de sluiting van de overeenkomst; |
Motivering | |
De definitie moet overeenkomen met de definitie in de consumentenrechtenrichtlijn. | |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter s (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(s bis) "reparatie": het herstellen of het in overeenstemming brengen van goederen of digitale inhoud bij non-conformiteit; |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter s ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(s ter) "producent": iedere natuurlijke of rechtspersoon die goederen of digitale inhoud produceert of laat produceren; iedere importeur van goederen of digitale inhoud voor het grondgebied van de Unie, of elke andere persoon die zich als producent voordoet door zijn naam, handelsmerk of enig ander onderscheidend teken op de goederen of digitale inhoud aan te brengen; |
Motivering | |
Definitie uit Richtlijn 1999/44/EG (consumptiegoederenrichtlijn). | |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter t | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(t) "duurzame gegevensdrager": elk hulpmiddel dat een partij in staat stelt om persoonlijk aan haar gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie is bestemd, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt; |
(t) "duurzame gegevensdrager": elk hulpmiddel dat de consument of de handelaar in staat stelt om aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is aangepast aan het doel waarvoor de informatie is bestemd, en die een ongewijzigde weergave van de opgeslagen informatie mogelijk maakt; |
Motivering | |
De definitie moet overeenkomen met de definitie in de consumentenrechtenrichtlijn. Het woord 'persoonlijk' moet echter geschrapt worden, omdat anders kan worden geconcludeerd dat het steeds gaat om aan een partij gerichte informatie. | |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter v | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(v) "dwingende bepaling": elke bepaling waarvan de partijen de toepassing niet kunnen uitsluiten, waarvan zij niet kunnen afwijken of waarvan zij de gevolgen niet kunnen wijzigen; |
Schrappen |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter w | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(w) "schuldeiser": een persoon die een recht heeft op nakoming van een al dan niet geldelijke verbintenis door een andere persoon, de schuldenaar; |
Schrappen |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter x | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(x) "schuldenaar": een persoon die een al dan niet geldelijke verbintenis heeft ten gunste van een andere persoon, de schuldeiser; |
Schrappen |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – letter y bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(y bis) "kosteloos in overeenstemming brengen": de kosten die gemaakt moeten worden om de goederen te herstellen of in overeenstemming te brengen, met name de kosten van verzending, loon en materiaal. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 3 |
Schrappen |
Facultatieve karakter van het gemeenschappelijk Europees kooprecht |
|
Partijen kunnen overeenkomen het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op hun grensoverschrijdende overeenkomsten betreffende de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en het verrichten van verbonden diensten, binnen de in de artikelen 4 tot en met 7 vastgestelde territoriale, materiële en personele werkingssfeer. |
|
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 4 |
Schrappen |
Grensoverschrijdende overeenkomsten |
|
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op grensoverschrijdende overeenkomsten. |
|
2. Voor de toepassing van deze verordening is een overeenkomst tussen handelaren een grensoverschrijdende overeenkomst wanneer de partijen hun gewone verblijfplaats in verschillende landen hebben, waarvan er ten minste één een lidstaat is. |
|
3. Voor de toepassing van deze verordening is een overeenkomst tussen een handelaar en een consument een grensoverschrijdende overeenkomst wanneer: |
|
(a) hetzij het door de consument opgegeven adres, hetzij het adres waar de goederen moeten worden geleverd, hetzij het factuuradres in een ander land ligt dan dat waar de handelaar zijn gewone verblijfplaats heeft, en |
|
(b) ten minste een van deze staten een lidstaat is. |
|
4. Voor de toepassing van deze verordening is de gewone verblijfplaats van ondernemingen en andere instellingen, met of zonder rechtspersoonlijkheid, de plaats waar deze hun hoofdvestiging hebben. De gewone verblijfplaats van een handelaar die een natuurlijke persoon is, is de plaats waar hij zijn belangrijkste handelsactiviteit heeft. |
|
5. Wanneer de overeenkomst is gesloten in het kader van de uitoefening van de activiteiten van een filiaal, agentschap of een andere vestiging van een handelaar, wordt de plaats waar het filiaal, het agentschap of de vestiging is gelegen, als de gewone verblijfplaats van de handelaar beschouwd. |
|
6. Om na te gaan of een overeenkomst een grensoverschrijdende overeenkomst is, is het relevante tijdstip, het tijdstip waarop overeenstemming is bereikt over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
|
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 5 |
Schrappen |
Overeenkomsten waarop het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast |
|
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op: |
|
(a) koopovereenkomsten; |
|
(b) overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud, al dan niet op een materiële gegevensdrager, die door de gebruiker kan worden opgeslagen, verwerkt en hergebruikt, en waartoe hij toegang kan hebben, ongeacht of tegenover die levering de betaling van een prijs staat. |
|
(c) overeenkomsten betreffende verbonden diensten, ongeacht of voor die verbonden dienst een afzonderlijke prijs is overeengekomen. |
|
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 6 |
Schrappen |
Uitsluiting van gemengde overeenkomsten en van overeenkomsten die verband houden met een consumentenkrediet |
|
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden toegepast op gemengde overeenkomsten die andere onderdelen bevatten dan de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en de levering van verbonden diensten, zoals bedoeld in artikel 5. |
|
2. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden toegepast op overeenkomsten tussen een handelaar en een consument waarbij de handelaar de consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke financieringsregeling. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden toegepast op overeenkomsten tussen een handelaar en een consument waarbij goederen, digitale inhoud of verbonden diensten doorlopend worden geleverd en de consument voor die goederen, digitale inhoud of verbonden diensten voor de duur van de levering betaalt in termijnen. |
|
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 7 |
Schrappen |
Partijen bij de overeenkomst |
|
1. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag alleen worden toegepast wanneer de verkoper van goederen of de leverancier van digitale inhoud een handelaar is. Wanneer alle partijen bij een overeenkomst handelaren zijn, kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden toegepast wanneer ten minste een van die partijen een kleine of middelgrote onderneming is ("kmo"). |
|
2. Voor de toepassing van deze verordening is een kmo een handelaar die |
|
(a) minder dan 250 personen in dienst heeft, en |
|
(b) een jaaromzet heeft die niet meer bedraagt dan 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal dat niet meer bedraagt dan 43 miljoen euro, of voor een kmo die haar gewone verblijfplaats heeft in een lidstaat die niet de euro als munteenheid heeft of in een derde land, de equivalente bedragen in de munteenheid van die lidstaat of dat derde land. |
|
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 8 |
Schrappen |
Overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht |
|
1. De toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vereist overeenstemming daarover tussen de partijen. Het bestaan van een dergelijke overeenstemming en de geldigheid ervan worden beoordeeld op grond van de leden 2 en 3 van dit artikel, artikel 9 en de relevante bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
|
2. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht slechts geldig wanneer de consument zijn instemming heeft gegeven door middel van een expliciete verklaring, die gescheiden is van de verklaring waarmee de instemming met het sluiten van de overeenkomst wordt gegeven. De handelaar verstrekt de consument een bevestiging van die instemming op een duurzame gegevensdrager. |
|
3. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet gedeeltelijk worden gekozen, maar uitsluitend in zijn geheel. |
|
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 9 |
Schrappen |
Standaardmededeling in overeenkomsten tussen een handelaar en een consument |
|
1. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument dient de handelaar niet alleen de in het gemeenschappelijk Europees kooprecht vastgestelde precontractuele informatieverplichtingen na te komen, maar de consument ook te wijzen op de voorgenomen toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, door hem op een in het oog springende manier de in bijlage 2 opgenomen mededeling af te geven voordat overeenstemming wordt bereikt over de toepassing daarvan. Wanneer telefonisch of op een andere manier waarbij de mededeling niet vooraf aan de consument kan worden afgegeven, overeenstemming wordt bereikt over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, of wanneer de handelaar de mededeling niet heeft verstrekt, is de consument hierdoor niet gebonden totdat de consument de in artikel 8, lid 2, bedoelde bevestiging en de mededeling heeft ontvangen en vervolgens uitdrukkelijk zijn instemming heeft gegeven om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen. |
|
2. De in lid 1 bedoelde mededeling bevat, wanneer zij in elektronische vorm wordt afgegeven, een hyperlink of, in alle andere omstandigheden, een verwijzing naar een website, waarop kosteloos de tekst van het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden verkregen. |
|
Motivering | |
De informatieverplichtingen zijn reeds vastgelegd in Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 10 |
Schrappen |
Straffen voor inbreuken op specifieke voorschriften |
|
De lidstaten voorzien in straffen voor inbreuken van handelaren in betrekkingen met consumenten op de in de artikelen 8 en 9 vastgestelde voorschriften en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die straffen worden opgelegd. De aldus vastgestelde straffen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk [1 jaar na de datum van toepassing van deze verordening] van de getroffen maatregelen in kennis en delen haar alle latere wijzigingen daarop zo spoedig mogelijk mee. |
|
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 11 |
Schrappen |
Gevolgen van de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht |
|
Wanneer partijen geldig zijn overeengekomen om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op een overeenkomst, is op de aspecten van de overeenkomst die daarin geregeld worden, uitsluitend het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing. Op voorwaarde dat de overeenkomst daadwerkelijk wordt gesloten, vallen onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook de naleving van de precontractuele informatieverplichtingen en de rechtsmiddelen ingeval van niet-naleving ervan. |
|
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 12 |
Schrappen |
Uit de dienstenrichtlijn voortvloeiende informatieverplichtingen |
|
Deze verordening doet geen afbreuk aan de informatieverplichtingen die zijn vastgesteld in nationale wetgeving tot omzetting van de bepalingen van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt en die de in het gemeenschappelijk Europees kooprecht vastgestelde informatieverplichtingen aanvullen. |
|
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 13 |
Schrappen |
Opties van de lidstaten |
|
Een lidstaat kan besluiten het gemeenschappelijk Europees kooprecht beschikbaar te maken voor: |
|
(a) overeenkomsten waarbij de gewone verblijfplaats van de handelaren of, in het geval van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, de gewone verblijfplaats van de handelaar, het door de consument opgegeven adres, het adres waar de goederen moeten worden geleverd en het factuuradres, in die lidstaat liggen, en/of |
|
(b) overeenkomsten waarvan alle partijen handelaren zijn, maar geen kmo's in de zin van artikel 7, lid 2. |
|
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Mededeling van rechterlijke beslissingen waarin deze verordening wordt toegepast |
Mededeling van rechterlijke beslissingen waarin deze richtlijn wordt toegepast |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de eindbeslissingen van hun gerechten waarin de bepalingen van deze verordening worden toegepast, onverwijld aan de Commissie worden meegedeeld. |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de eindbeslissingen van hun gerechten waarin de bepalingen van deze richtlijn worden toegepast, onverwijld aan de Commissie worden meegedeeld. |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 15 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 15 |
Schrappen |
Evaluatie |
|
1. Uiterlijk … [4 jaar na het in toepassing brengen van deze verordening] verstrekken de lidstaten de Commissie gegevens over de toepassing van deze verordening, met name over de acceptatiegraad van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, de mate waarin de bepalingen ervan aanleiding hebben gegeven tot rechtszaken en de stand van zaken betreffende de verschillen tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en het nationale recht wat het niveau van consumentenbescherming betreft. Deze gegevens bevatten een uitgebreid overzicht van de rechtspraak van de nationale gerechten over de uitlegging van de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. |
|
2. Uiterlijk … [5 jaar na het in toepassing brengen van deze verordening] dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een uitvoerig verslag in over de werking van deze verordening, onder meer in het licht van de noodzaak om de werkingssfeer uit te breiden wat overeenkomsten tussen ondernemingen onderling betreft, de markt- en technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en toekomstige ontwikkelingen van het acquis van de Unie. |
|
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
1. Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Zij is van toepassing vanaf [6 maanden nadat zij in werking is getreden]. |
Schrappen |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. |
Schrappen |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 16 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 16 bis |
|
Adressaten |
|
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Bijlage I – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES KOOPRECHT |
Schrappen |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Inhoudsopgave | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel I | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel II | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel III | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Conformiteit van de goederen en de digitale inhoud |
Conformiteit en rechtsmiddelen van de consument |
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 99 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Om conform de overeenkomst te zijn, dienen de goederen of de digitale inhoud: |
1. De verkoper is verplicht de goederen of de digitale inhoud in overeenstemming met de overeenkomst te leveren. Om conform de overeenkomst te zijn, dienen de goederen of de digitale inhoud: |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 99 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Om conform de overeenkomst te zijn, dienen de goederen of de digitale inhoud ook te voldoen aan de voorschriften van de artikelen 100, 101 en 102, voor zover partijen niet anders zijn overeengekomen. |
2. Om conform de overeenkomst te zijn, dienen de goederen of de digitale inhoud ook te voldoen aan de voorschriften van de artikelen […] (criteria voor de conformiteit van de goederen en de digitale inhoud; verkeerde installatie op grond van een consumentenkoopovereenkomst). |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 99 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een bepaling in een consumentenkoopovereenkomst waarbij ten nadele van de consument wordt afgeweken van de voorschriften van de artikelen 100, 102 en 103 is alleen geldig wanneer de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst van de precieze staat van de goederen of de digitale inhoud op de hoogte was en de goederen of de digitale inhoud op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst als conform de overeenkomst aanvaardde. |
3. Een bepaling waarbij ten nadele van de consument wordt afgeweken van voorschriften van de artikelen [...] (criteria voor de conformiteit van de goederen en de digitale inhoud; verkeerde installatie op grond van een consumentenkoopovereenkomst) is alleen geldig wanneer de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst van de precieze staat van de goederen of de digitale inhoud op de hoogte was en de goederen of de digitale inhoud op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst als conform de overeenkomst expliciet aanvaardde. |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 99 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Het is partijen niet toegestaan in een consumentenkoopovereenkomst ten nadele van de consument de toepassing van lid 3 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Schrappen |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 100 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) geschikt te zijn voor elk bijzonder doel dat aan de verkoper ter kennis is gebracht op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, tenzij uit de omstandigheden blijkt dat de koper niet vertrouwde of redelijkerwijs niet mocht vertrouwen op de deskundigheid en het oordeel van de verkoper; |
(a) geschikt te zijn voor elk bijzonder doel dat aan de verkoper ter kennis is gebracht op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, tenzij de verkoper aantoont dat hij een correctie heeft doorgegeven over de geschiktheid voor een bepaald doel; |
Motivering | |
Het is passender en consumentvriendelijker wanneer de verkoper wordt verplicht een door een consument geuit verkeerd oordeel over de geschiktheid van goederen voor een bepaald doel uitdrukkelijk te bestrijden. | |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 100 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
f) de hoedanigheden en prestatievermogens te bezitten die zijn aangegeven in de voor het sluiten van de overeenkomst afgelegde verklaringen die op grond van artikel 69 deel uitmaken van de voorwaarden van de overeenkomst; alsmede |
f) de hoedanigheden en prestatievermogens te bezitten die zijn aangegeven in de voor het sluiten van de overeenkomst afgelegde verklaringen; alsmede |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 100 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
g) die hoedanigheden en prestatievermogens te bezitten die de koper mag verwachten. Bij de vaststelling van wat de consument van de digitale inhoud mag verwachten, dient in aanmerking te worden genomen of de digitale inhoud al dan niet tegen betaling van een prijs is geleverd. |
g) die hoedanigheden en prestatievermogens te bezitten die de consument mag verwachten, waaronder duurzaamheid, uiterlijk en de afwezigheid van kleine tekortkomingen. Bij de vaststelling van wat de consument van de digitale inhoud mag verwachten, dient in aanmerking te worden genomen of de digitale inhoud al dan niet tegen betaling van een prijs is geleverd. |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 101 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Schrappen |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – artikel 102 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 102 |
Schrappen |
Rechten of vorderingen van derden |
|
1. De goederen of de digitale inhoud moeten vrij zijn van rechten of niet kennelijk ongegronde vorderingen van derden. |
|
2. Voor zover het om op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen gaat, dienen, onverminderd de leden 3 en 4, de goederen of de digitale inhoud vrij te zijn van rechten of niet kennelijk ongegronde vorderingen van derden: |
|
(a) krachtens de wetgeving van de staat waar de goederen of de digitale inhoud volgens de overeenkomst zullen worden gebruikt, of, bij gebreke van een dergelijke overeenstemming, krachtens de wetgeving van de staat van de plaats van vestiging van de koper dan wel in geval van overeenkomsten tussen een handelaar en een consument, van de door de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst aangegeven woonplaats van de consument, en |
|
(b) waarmee de verkoper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst bekend was of bekend had horen te zijn. |
|
3. In overeenkomsten tussen ondernemingen is lid 2 niet van toepassing wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was of had behoren te zijn van de op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. |
|
4. In overeenkomsten tussen een handelaar en een consument is lid 2 niet van toepassing wanneer de consument op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was van de op intellectuele eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. |
|
5. In een overeenkomst tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
|
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – artikel 103 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 103 |
Schrappen |
Beperking inzake de conformiteit van digitale inhoud |
|
Conformiteit van de digitale inhoud met de overeenkomst wordt niet geacht te ontbreken op de enkele grond dat bijgewerkte digitale inhoud beschikbaar is geworden na het sluiten van de overeenkomst. |
|
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – artikel 104 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 104 |
Schrappen |
Kennis van de koper over het ontbreken van conformiteit in geval van een overeenkomst tussen handelaren |
|
In geval van een overeenkomst tussen handelaren is de verkoper niet aansprakelijk voor het ontbreken van conformiteit van de goederen wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst wist dat de goederen niet conform waren of dat had behoren te weten. |
|
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 105 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De verkoper is aansprakelijk voor ieder ontbreken van conformiteit dat bestaat op het moment waarop het risico krachtens hoofdstuk 14 op de koper overgaat. |
1. De verkoper is aansprakelijk voor ieder ontbreken van conformiteit dat bestaat op het moment waarop het risico op de consument overgaat. |
Motivering | |
In het belang van een heldere indeling moet het voor deze richtlijn gewijzigde artikel 105 direct tussen de artikelen 114 en [...] (termijnen) worden geplaatst. | |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 105 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In geval van een consumentenkoopovereenkomst wordt ieder ontbreken van conformiteit dat zich binnen een termijn van zes maanden vanaf het tijdstip waarop het risico op de koper overgaat, manifesteert, geacht op dat tijdstip al te hebben bestaan, tenzij dit onverenigbaar is met de aard van de goederen of de digitale inhoud of de aard van het ontbreken van conformiteit. |
2. In geval van een consumentenkoopovereenkomst of een overeenkomst betreffende de levering van digitale inhoud wordt ieder ontbreken van conformiteit dat zich binnen een termijn van één jaar vanaf het tijdstip waarop het risico op de consument overgaat, manifesteert, geacht op dat tijdstip al te hebben bestaan, tenzij dit onverenigbaar is met de aard van de goederen of de digitale inhoud of de aard van het ontbreken van conformiteit. |
Motivering | |
De omkering van de bewijslast is momenteel vastgesteld op zes maanden in Richtlijn 1999/44/EU. In de praktijk worden tekortkomingen die na zes maanden ontstaan echter vaak niet erkend, ondanks dat de garantie nog steeds geldt. Consumenten kunnen zelden bewijzen dat de tekortkomingen al bestonden op het tijdstip van de aankoop, zonder hun toevlucht te nemen tot duur deskundigenonderzoek. Derhalve moet de termijn worden verlengd. | |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 105 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de digitale inhoud naderhand door de handelaar moet worden bijgewerkt, dient hij ervoor te zorgen dat deze inhoud gedurende de looptijd van de overeenkomst met de overeenkomst in overstemming blijft. |
4. Wanneer de digitale inhoud naderhand door de handelaar moet worden bijgewerkt, of wanneer hij de verschillende onderdelen afzonderlijk levert, dient hij ervoor te zorgen dat deze inhoud gedurende de looptijd van de overeenkomst met de overeenkomst in overstemming blijft. |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 10 – Afdeling 3 – Artikel 105 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. In een overeenkomst tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Schrappen |
Motivering | |
In het belang van een heldere indeling moet het voor deze richtlijn gewijzigde artikel 105 direct tussen de artikelen 114 en [...] (termijnen) worden geplaatst. | |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Rechtsmiddelen van de koper |
Rechtsmiddelen |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer de verkoper een verbintenis niet nakomt, kan de koper: |
1. Wanneer de verkoper de verbintenis tot conformiteit met de overeenkomst niet nakomt, kan de consument: |
Motivering | |
De bepalingen inzake de rechtsmiddelen die in het voorstel van de Commissie zijn opgenomen, zijn gericht op een hoog niveau van consumentenbescherming en moeten daarom deels in deze richtlijn worden verwerkt. | |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) nakoming vorderen, met inbegrip van specifieke nakoming, reparatie of vervanging van de goederen of digitale inhoud, krachtens afdeling 3 van dit hoofdstuk; |
(a) nakoming vorderen, met inbegrip van specifieke nakoming, reparatie of vervanging van de goederen of digitale inhoud; |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) zijn eigen nakoming opschorten krachtens afdeling 4 van dit hoofdstuk; |
(b) zijn eigen nakoming opschorten; |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 1 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de overeenkomst ontbinden krachtens afdeling 5 van dit hoofdstuk en de teruggave vorderen van de reeds betaalde prijs krachtens hoofdstuk 17; |
(c) de overeenkomst ontbinden krachtens artikel […] (ontbinding wegens niet-nakoming) en de teruggave vorderen van de reeds betaalde prijs; |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) de prijs verminderen krachtens afdeling 6 van dit hoofdstuk, en |
(d) de prijs verminderen, en |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 1 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) schadevergoeding vorderen krachtens hoofdstuk 16. |
(e) schadevergoeding vorderen. |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de koper een handelaar is: |
2. Wanneer digitale inhoud kosteloos beschikbaar wordt gesteld, kan de consument de in lid 1, onder a), b), c) en e), bedoelde rechtsmiddelen gebruiken. |
(a) heeft het in afdeling 2 van dit hoofdstuk bedoelde herstel van verzuim door de verkoper voorrang boven het recht van de koper enig rechtsmiddel aan te wenden, met uitzondering van de opschorting van de nakoming, en alsmede |
|
(b) gelden voor het recht van de koper om zich op het ontbreken van conformiteit te beroepen de vereisten van onderzoek en kennisgeving als bedoeld in afdeling 7 van dit hoofdstuk. |
|
Motivering | |
De persoonsgegevens van consumenten hebben economische waarde. Bijgevolg vormt het verstrekken van deze gegevens een tegenprestatie. Daarom moet de consument ook het recht hebben op rechtsmiddelen. | |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wanneer de koper een consument is: (a) heeft het herstel van verzuim door de verkoper geen voorrang boven de rechten van de koper, alsmede (b) zijn de vereisten van onderzoek en kennisgeving als bedoeld in afdeling 7 van dit hoofdstuk niet van toepassing.
|
3. Rechtsmiddelen die niet onverenigbaar zijn, kunnen worden gecumuleerd. |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de niet-nakoming de verkoper niet kan worden toegerekend, kan de koper een van de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen aanwenden, met uitzondering van het vorderen van nakoming en schadevergoeding. |
4. Het recht om deze rechtsmiddelen aan te wenden gaat over op de volgende koper van de goederen of de digitale inhoud wanneer die koper een consument is. |
Motivering | |
Het moet duidelijk worden gemaakt dat na een wijziging van eigenaar de aanspraak op rechtsmiddelen niet komt te vervallen, maar dat dit recht overgaat op de volgende koper, op voorwaarde dat deze koper als consument handelt. | |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De koper kan geen van de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen aanwenden voor zover hij de niet-nakoming door de verkoper heeft veroorzaakt. |
Schrappen |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – Artikel 106 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Rechtsmiddelen die niet onverenigbaar zijn, kunnen worden gecumuleerd. |
Schrappen |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – artikel 107 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 107 |
Schrappen |
Beperking van rechtsmiddelen met betrekking tot digitale inhoud die niet tegen betaling van een prijs is geleverd |
|
Wanneer digitale inhoud niet tegen betaling van een prijs is geleverd, kan de koper de in artikel 106, lid 1, onder a) tot en met d), bedoelde rechtsmiddelen niet aanwenden. De koper kan uitsluitend op grond van artikel 106, lid 1, onder e), schadevergoeding vorderen wegens verlies van of schade aan zijn eigendom, waaronder hardware, software en data, als gevolg van het niet overeenstemmen van de geleverde digitale inhoud, met uitzondering van de winst die de koper als gevolg van die schade heeft gederfd. |
|
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 1 – artikel 108 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 108 |
Schrappen |
Dwingend karakter |
|
In een overeenkomst tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit hoofdstuk uit te sluiten of van dit hoofdstuk af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen voordat de handelaar door de consument op het ontbreken van conformiteit is gewezen. |
|
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Herstel van verzuim door verkoper |
Herstel van verzuim door dienstverlener |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een verkoper die vroegtijdig nakoming heeft aangeboden en aan wie is meegedeeld dat de nakoming niet conform de overeenkomst is, kan een nieuw en met de overeenkomst conform aanbod tot nakoming doen wanneer dat kan plaatsvinden binnen de voor nakoming toegestane termijn. |
1. Een dienstverlener die vroegtijdig nakoming heeft aangeboden en aan wie is meegedeeld dat de nakoming niet conform de overeenkomst is, kan een nieuw en met de overeenkomst conform aanbod tot nakoming doen wanneer dat kan plaatsvinden binnen de voor nakoming toegestane termijn. |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In gevallen waarop lid 1 niet van toepassing is, kan een verkoper die nakoming heeft aangeboden die niet conform de overeenkomst is, wanneer hij van het ontbreken van conformiteit in kennis wordt gesteld, onverwijld aanbieden het verzuim op zijn eigen kosten te herstellen. |
2. In gevallen waarop lid 1 niet van toepassing is, kan een dienstverlener die nakoming heeft aangeboden die niet conform de overeenkomst is, wanneer hij van het ontbreken van conformiteit in kennis wordt gesteld, onverwijld aanbieden het verzuim op zijn eigen kosten te herstellen. |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Een aanbod tot herstel van verzuim wordt niet uitgesloten door de kennisgeving dat de overeenkomst is ontbonden. |
Schrappen |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 4 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De koper kan een aanbod tot herstel van het verzuim alleen weigeren indien: |
4. De consument kan een aanbod tot herstel van het verzuim weigeren indien: |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 4 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) het verzuim niet onverwijld en zonder de koper aanzienlijke overlast te bezorgen, kan worden hersteld; |
a) het verzuim niet onverwijld en zonder de consument aanzienlijke overlast te bezorgen, kan worden hersteld; |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 4 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de koper grond heeft te menen dat op de toekomstige nakoming door de verkoper niet kan worden vertrouwd, of |
b) de consument grond heeft te menen dat op de toekomstige nakoming door de dienstverlener niet kan worden vertrouwd, of |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De verkoper beschikt over een redelijke termijn om het verzuim te herstellen. |
5. De dienstverlener beschikt over 30 dagen om het verzuim te herstellen. |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De koper kan de nakoming opschorten voor de duur van het herstel van het verzuim, maar de rechten van de koper waarmee het verlenen van een termijn aan de verkoper om het verzuim te herstellen niet strookt, worden opgeschort totdat deze termijn is verstreken. |
Schrappen |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 2 – Artikel 109 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Ondanks het herstel van verzuim behoudt de koper het recht om schadevergoeding te vorderen wegens vertraging alsook voor alle schade die door het herstel van verzuim is veroorzaakt dan wel daardoor niet is voorkomen. |
7. Ondanks het herstel van verzuim behoudt de consument het recht om schadevergoeding te vorderen wegens vertraging alsook voor alle schade die door het herstel van verzuim is veroorzaakt dan wel daardoor niet is voorkomen. |
Motivering | |
Voor de duidelijkheid moet artikel 109, herzien overeenkomstig de toepassing van deze richtlijn, tussen artikel 155 (rechtsmiddelen van de consument) en artikel 158 (recht van de consument om nakoming af te wijzen) worden geplaatst. | |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 3 – Artikel 110 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Indien de handelaar ondanks de vordering van de consument in geval van het ontbreken van conformiteit geen herstel aanbiedt, maar de consument ertoe brengt herstel aan te vragen in het kader van een handelsgarantie, moet de handelaar de met betrekking tot de handelsgarantie voorgenomen handelingen en door de consument en de garantieverstrekker met betrekking tot de handelsgarantie afgegeven verklaringen, aanvaarden als zijn verplichtingen. |
Motivering | |
Het kan voor de consument nadelen hebben als hij bij een tekortkoming van het gekochte object herstel moet eisen op grond van een garantie van de producent en niet in het kader van de kooprechtelijke aanspraken volgens artikel 106. De garantierechten kunnen bijvoorbeeld verlopen terwijl de koper zonder resultaat met de producent over de reikwijdte van de garantie twist. Bovendien kan de annulering van de koopovereenkomst bemoeilijkt worden als de koper na mislukte pogingen tot reparatie door de producent de verkoper opnieuw om reparatie moet verzoeken voordat hij de overeenkomst kan annuleren. Dit is niet billijk wanneer de consument op verzoek van de verkoper, die zelf niet hoeft op te treden, herstel aanvraagt in het kader van de garantie. Daarom moet de verkoper de handelingen en verklaringen van de consument en de garantieverstrekker aanvaarden. | |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 3 – Artikel 111 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer in geval van een consumentenkoopovereenkomst de handelaar een ontbreken van conformiteit op grond van artikel 110, lid 2, moet goedmaken, kan de consument kiezen tussen herstel en vervanging tenzij de gekozen oplossing onwettig of onmogelijk zou zijn of, in vergelijking met de andere beschikbare oplossing, voor de verkoper onevenredige kosten met zich zou brengen gelet op: |
1. Wanneer het goed of de digitale inhoud niet conform de overeenkomst is, kan de consument verlangen dat dit kosteloos wordt verholpen door te kiezen tussen herstel en vervanging tenzij de gekozen oplossing onwettig of onmogelijk zou zijn of, in vergelijking met de andere beschikbare oplossing, voor de verkoper onevenredige kosten met zich zou brengen gelet op: |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 3 – Artikel 111 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de consument het goedmaken van het ontbreken van conformiteit door middel van herstel of vervanging heeft gevorderd op grond van lid 1, kan de consument andere rechtsmiddelen alleen aanwenden wanneer de handelaar het herstel of de vervanging niet binnen een redelijke termijn van maximaal 30 dagen heeft voltooid. De consument kan echter gedurende die termijn de nakoming opschorten. |
2. Wanneer de consument het goedmaken van het ontbreken van conformiteit door middel van herstel of vervanging heeft gevorderd op grond van lid 1, kan de consument andere rechtsmiddelen alleen aanwenden wanneer: |
Motivering | |
De consumentenbescherming wordt echt verbeterd door ervoor te zorgen dat consumenten bij de reparatie van goederen niet verstrikt raken in een oneindige cyclus van contacten met handelaars. De jurisprudentie lijkt in veel lidstaten te zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de consument pas na het tweede herstel het recht heeft een alternatief rechtsmiddel aan te wenden. In het licht van de soms aanzienlijke geografische afstanden en lange levertijden in de interne markt moet de consument al een alternatief rechtsmiddel kunnen aanwenden zodra dezelfde tekortkoming voor de tweede keer optreedt. | |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 3 – Artikel 111 – lid 2 – letters a t/m o (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(a) de handelaar de reparatie of de vervanging niet binnen een redelijke termijn van maximaal 30 dagen heeft voltooid; |
|
(b) de handelaar impliciet of expliciet heeft geweigerd het ontbreken van conformiteit te verhelpen; |
|
(c) dezelfde tekortkoming na het herstel of de vervanging nogmaals is opgetreden. |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 3 – artikel 112 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 112 |
Schrappen |
Teruggave van het vervangen object |
|
1. Wanneer de verkoper het ontbreken van conformiteit heeft goedgemaakt door middel van vervanging, heeft de verkoper het recht en de plicht om het vervangen object op eigen kosten terug te nemen. |
|
2. De koper hoeft geen vergoeding te betalen voor enig gebruik dat van het vervangen object in de aan de vervanging voorafgaande periode is gemaakt. |
|
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 4 – artikel 113 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 113 |
Schrappen |
Recht om nakoming op te schorten |
|
1. Een koper die tegelijk met de verkoper of daarna moet nakomen, heeft het recht de nakoming op te schorten totdat de verkoper heeft aangeboden na te komen of is nagekomen. |
|
2. Een koper die moet nakomen vóór de verkoper en die op goede gronden meent dat de verkoper niet zal nakomen op het moment waarop hij daartoe verplicht is, kan de nakoming opschorten zolang die goede gronden gelden. |
|
3. De nakoming die krachtens dit artikel mag worden opgeschort, kan de volledige dan wel de gedeeltelijke nakoming betreffen al naar gelang gerechtvaardigd door de niet-nakoming. Wanneer de verbintenissen van de verkoper in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of anderszins kunnen worden gesplitst, kan de koper de nakoming alleen opschorten met betrekking tot het deel dat niet is nagekomen, tenzij de niet-nakoming door de verkoper van dien aard is dat de opschorting van de volledige nakoming door de koper is gerechtvaardigd. |
|
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – Artikel 114 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een koper kan de overeenkomst ontbinden in de zin van artikel 8 wanneer de niet-nakoming door de verkoper op grond van de overeenkomst wezenlijk is in de zin van artikel 87, lid 2. |
1. Wanneer in geval van een consumentenkoopovereenkomst en een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud tussen een handelaar en een consument sprake is van niet-nakoming omdat de goederen of de digitale inhoud niet conform de overeenkomst zijn, kan de consument de overeenkomst ontbinden, tenzij het ontbreken van conformiteit onbeduidend is. |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – Artikel 114 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer in geval van een consumentenkoopovereenkomst en een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud tussen een handelaar en een consument sprake is van niet-nakoming omdat de goederen niet conform de overeenkomst zijn, kan de consument de overeenkomst ontbinden, tenzij het ontbreken van conformiteit onbeduidend is. |
2. Wanneer de consument in geval van een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud waarvoor geen tegenprestatie is verricht, de overeenkomst vanwege het ontbreken van conformiteit ontbindt, worden de persoonsgegevens van de consument automatisch gewist en wordt hij hiervan in kennis gesteld. |
Motivering | |
Met het oog op de consumentenbescherming moet duidelijk worden gemaakt dat de consument zelfs bij de ontbinding van een overeenkomst voor de kosteloze levering van digitale inhoud het recht heeft om zich te verzekeren van het wissen van de reeds door hem of haar verstrekte persoonsgegevens. De consument moet ervan op de hoogte worden gebracht dat zijn of haar persoonsgegevens zijn gewist. | |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – Artikel 114 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Wanneer de ontbinding plaatsvindt binnen zes maanden nadat het risico is overgegaan op de consument, is de consument niet aansprakelijk voor welke gebruikmaking van het goed of de digitale inhoud dan ook. |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – artikel 115 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 115 |
Schrappen |
Ontbinding wegens een vertraging in de levering na kennisgeving waarbij een aanvullende termijn voor nakoming is gesteld |
|
1. Een koper kan de overeenkomst ontbinden in geval van een vertraging in de levering die als zodanig niet wezenlijk is, wanneer de koper kennis geeft van de vaststelling van een aanvullende termijn van redelijke duur voor de nakoming en de verkoper niet binnen deze termijn nakomt. |
|
2. De in lid 1 bedoelde aanvullende termijn wordt redelijk geacht wanneer de verkoper daartegen niet onverwijld bezwaar maakt. |
|
3. Wanneer in de kennisgeving wordt bepaald dat de overeenkomst automatisch wordt ontbonden indien de verkoper niet nakomt binnen de in de kennisgeving vastgestelde termijn, is de ontbinding na het verstrijken van die termijn zonder nadere kennisgeving van kracht. |
|
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – artikel 116 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 116 |
Schrappen |
Ontbinding wegens voorziene niet-nakoming |
|
Een koper kan de overeenkomst ontbinden vóór het moment waarop de nakoming moet plaatsvinden, wanneer de verkoper heeft verklaard of het anderszins duidelijk is dat er niet zal worden nagekomen en de niet-nakoming van dien aard zou zijn dat deze de ontbinding rechtvaardigt. |
|
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – artikel 117 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 117 |
Schrappen |
Reikwijdte van het recht van ontbinding |
|
1. Wanneer de verbintenissen van de verkoper uit hoofde van de overeenkomst in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of anderszins kunnen worden gesplitst, kan de koper, wanneer er krachtens deze afdeling een grond voor ontbinding is van een deel waaraan een deel van de prijs kan worden toegewezen, alleen opzeggen met betrekking tot dat deel. |
|
2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer van de koper niet kan worden verwacht dat hij de nakoming van de andere delen aanvaardt of de niet-nakoming van dien aard is dat ontbinding van de volledige overeenkomst gerechtvaardigd is. |
|
3. Wanneer de verbintenissen van de verkoper uit hoofde van de overeenkomst niet kunnen worden gesplitst of niet een deel van de prijs kan worden toegewezen, kan de koper alleen ontbinden wanneer de niet-nakoming van dien aard is dat de ontbinding van de volledige overeenkomst is gerechtvaardigd. |
|
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – artikel 118 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 118 |
Schrappen |
Kennisgeving van ontbinding |
|
De uitoefening van het recht van ontbinding krachtens deze afdeling geschiedt door kennisgeving aan de verkoper. |
|
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 5 – artikel 119 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 119 |
Schrappen |
Verlies van het recht van ontbinding |
|
1. De koper verliest zijn recht van ontbinding krachtens deze afdeling wanneer de kennisgeving van de ontbinding niet wordt gedaan binnen een redelijke termijn nadat het recht is ontstaan of, indien dit later is, binnen een redelijke termijn nadat hij van de niet-nakoming op de hoogte was of daarvan op de hoogte had behoren te zijn. |
|
2. Lid 1 is niet van toepassing: |
|
(a) wanneer de koper een consument is, of |
|
(b) wanneer geen enkele nakoming is aangeboden. |
|
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 6 – artikel 120 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 120 |
Schrappen |
Recht van prijsvermindering |
|
1. Een koper die een nakoming aanvaardt die niet conform de overeenkomst is, kan de prijs verminderen. De vermindering moet in verhouding staan tot de waardevermindering van dat wat op het tijdstip van nakoming ter nakoming werd ontvangen in vergelijking met de waarde van dat wat zou zijn ontvangen wanneer de nakoming conform de overeenkomst was geweest. |
|
2. Een koper die krachtens lid 1 het recht heeft de prijs te verminderen en reeds een bedrag heeft betaald dat de verminderde prijs te boven gaat, kan het te veel betaalde van de verkoper terugvorderen. |
|
3. Een koper die de prijs vermindert, kan niet tevens vergoeding krijgen van de schade die daardoor wordt gecompenseerd, maar behoudt zijn recht op vergoeding van alle verder geleden schade. |
|
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 7 – artikel 121 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 121 |
Schrappen |
Onderzoek van de goederen in geval van overeenkomsten tussen handelaren |
|
1. In geval van een overeenkomst tussen handelaren wordt de koper geacht de goederen te onderzoeken of te laten onderzoeken binnen een termijn die zo kort als redelijkerwijze mogelijk is en niet langer is dan 14 dagen te rekenen vanaf de datum van de levering van de goederen of digitale inhoud of verrichting van verbonden diensten. |
|
2. Wanneer de overeenkomst ook op het vervoer van de goederen betrekking heeft, kan het onderzoek worden uitgesteld tot na de aankomst van de goederen op hun bestemming. |
|
3. Wanneer de koper de bestemming van de goederen onderweg wijzigt of hij deze doorzendt voordat hij redelijkerwijs gelegenheid heeft gehad deze te onderzoeken en de verkoper ten tijde van het sluiten van de overeenkomst de mogelijkheid van deze bestemmingswijziging of doorzending kende of had behoren te kennen, kan het onderzoek worden uitgesteld tot na het tijdstip waarop de goederen op de nieuwe bestemming zijn aangekomen. |
|
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 11 – Afdeling 7 – artikel 122 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 122 |
Schrappen |
Vereiste van kennisgeving van ontbreken van conformiteit in geval van koopovereenkomsten tussen handelaren |
|
1. In geval van een overeenkomst tussen handelaren mag de koper zich niet op het ontbreken van een conformiteit beroepen wanneer hij de verkoper daarvan niet binnen redelijke termijn in kennis stelt met vermelding van de aard van de ontbrekende conformiteit. |
|
De termijn begint te lopen op het moment van levering van de goederen of, indien dit later is, het moment waarop de koper het ontbreken van conformiteit ontdekt of had behoren te ontdekken. |
|
2. De koper verliest het recht om zich op het ontbreken van conformiteit te beroepen wanneer hij de verkoper niet binnen twee jaar na het moment waarop de goederen feitelijk aan de koper werden overhandigd overeenkomstig de overeenkomst, in kennis stelt van het ontbreken van conformiteit. |
|
3. Wanneer partijen zijn overeengekomen dat de goederen gedurende een vastgestelde termijn geschikt moeten blijven voor een bijzonder doel of voor hun gewone doel, verstrijkt de in lid 2 bedoelde termijn voor kennisgeving niet voor het einde van die overeengekomen termijn. |
|
4. Lid 2 is niet van toepassing met betrekking tot de in artikel 102 bedoelde vorderingen of rechten van derden. |
|
5. De koper hoeft de verkoper niet ervan in kennis te stellen dat niet alle goederen zijn geleverd wanneer de koper grond heeft ervan uit te gaan dat de resterende goederen zullen worden geleverd. |
|
6. De verkoper kan zich niet op dit artikel beroepen wanneer het ontbreken van conformiteit betrekking heeft op feiten die hij kende of had behoren te kennen en die hij niet aan de koper bekend heeft gemaakt. |
|
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 13 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Schrappen |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 1 – artikel 140 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 140 |
Schrappen |
Gevolg van risico-overgang |
|
Het verlies van of schade aan de goederen of de digitale inhoud nadat het risico is overgegaan op de koper ontslaat deze niet van de verbintenis de prijs te betalen, tenzij het verlies of de schade te wijten is aan een handeling of nalatigheid van de verkoper. |
|
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 1 – artikel 141 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 141 |
Schrappen |
Identificatie van goederen of digitale inhoud waarop de overeenkomst betrekking heeft |
|
Het risico gaat niet over op de koper totdat de goederen of de digitale inhoud duidelijk zijn geïdentificeerd als de goederen of de digitale inhoud die krachtens de overeenkomst dienen te worden geleverd, ongeacht of deze identificatie plaatsvindt in de oorspronkelijke overeenkomst, door een kennisgeving aan de koper of anderszins. |
|
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Annex I – Part IV – Chapter 14 – Section 1 – Article 141 a (new) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 141 bis |
|
Termijnen |
|
1. Krachtens artikel […] (conformiteit) is de handelaar aansprakelijk als de niet-conformiteit binnen zes jaar na de levering van de goederen aan het licht komt. |
|
2. Als de handelaar de tekortkoming door middel van reparatie of vervanging verhelpt, wordt de in lid 1 bedoelde termijn opgeschort vanaf het tijdstip waarop de consument de handelaar van de non-conformiteit op de hoogte stelt tot het tijdstip waarop de consument weer in het bezit is van het vervangen of gerepareerde goed of de digitale inhoud. |
|
3. Als de handelaar de tekortkoming door middel van reparatie of vervanging verhelpt, loopt de in lid 1 bedoelde termijn verder zodra de consument het vervangen of gerepareerde goed of de digitale inhoud heeft ontvangen. In het geval van reparatie loopt de termijn verder. |
Motivering | |
Momenteel is de termijn van twee jaar krachtens Richtlijn 1999/44/EG van toepassing, maar sommige lidstaten stellen langere termijnen vast. Bovendien weerspiegelen de termijnen in sommige lidstaten andere criteria, zoals de verwachte gebruiksduur van het goed of verborgen gebreken. | |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 1 – Artikel 141 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 141 ter |
|
Wettelijke garantietermijn voor ecologisch ontworpen producten |
|
De conformiteitstermijn voor de goederen die onder deze richtlijn vallen en ecologisch zijn ontworpen overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten, is gelijk aan de in de uitvoeringsmaatregel van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde duurzaamheidsperiode, indien deze meer dan zes jaar bedraagt. |
Motivering | |
Teneinde duurzame consumptie onder consumenten te bevorderen door vertrouwen op te bouwen in producten die volgens de normen van de wetgeving betreffende ecologisch ontwerp zijn ontworpen, moet ervoor worden gezorgd dat de consumenten gedurende de hele levenscyclus van het product recht hebben op garantie. Deze termijn moet worden vastgesteld op basis van de uitgevoerde maatregelen van Richtlijn 2009/158/EG die reeds een beoordeling van de levensverwachting van het product vereist, te weten de toestand van het product vanaf het eind van het eerste gebruik tot aan de definitieve verwijdering. Artikel 141 ter | |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 1 – artikel 141 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 141 quater |
|
Rechtstreekse aansprakelijkheid van de producent |
|
1. De producent is jegens de consument aansprakelijk voor de reparatie of vervanging binnen de in artikel 10 vastgestelde termijn van goederen ingeval van het ontbreken van conformiteit ten tijde van de risico-overdracht van de goederen of de digitale inhoud op de consument. De consument heeft het recht te kiezen tussen reparatie of vervanging volgens de in artikel 7, lid 1, vastgestelde voorwaarden. |
|
2. De producent repareert of vervangt de goederen uiterlijk dertig dagen nadat hij in kennis is gesteld van het ontbreken van conformiteit. |
|
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de bepalingen van nationaal recht die de aansprakelijkheid uitbreiden naar andere partijen, zoals de invoerder of de vervoerder, of wat betreft het recht van regres. |
Motivering | |
Het rechtstreeks aansprakelijk stellen van producenten kan het consumentenvertrouwen bevorderen: de consumenten kunnen zich uiteindelijk rechtstreeks wenden tot een producent die in hun lidstaat gevestigd is, zonder een defect apparaat heen en weer te hoeven sturen door de EU. In een daadwerkelijke interne markt moeten consumenten kunnen kiezen tot wie zij zich wenden bij problemen. | |
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 2 – artikel 142 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Risico-overgang bij een consumentenkoopovereenkomst |
Risico-overgang bij een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud op een materiële gegevensdrager |
Motivering | |
De risico-overgang is reeds bij Richtlijn 2011/83/EU geregeld en dient derhalve alleen door een bepaling inzake digitale inhoud te worden aangevuld. | |
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 2 – Artikel 142 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In geval van een consumentenkoopovereenkomst gaat het risico over op het tijdstip waarop de consument of een door de consument aangewezen derde, die niet de vervoerder is, de goederen of de materiële gegevensdrager waarop de digitale inhoud wordt geleverd, fysiek in ontvangst heeft genomen. |
Schrappen |
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 2 – Artikel 142 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Tenzij de overeenkomst een op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst is, zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing wanneer de consument de verbintenis de goederen of de digitale inhoud in ontvangst te nemen niet nakomt en de niet-nakoming niet niet-toerekenbaar is krachtens artikel 88. In dat geval gaat het risico over op het tijdstip waarop de consument of de door de consument aangewezen derde de goederen fysiek in ontvangst zou hebben genomen of de beschikking over de digitale inhoud zou hebben gekregen wanneer de verbintenis om deze in ontvangst te nemen, zou zijn nagekomen. |
Schrappen |
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 2 – Artikel 142 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de consument het vervoer van de goederen of de op een materiële gegevensdrager geleverde digitale inhoud regelt en de handelaar deze mogelijkheid niet heeft aangeboden, gaat het risico over op het tijdstip waarop de goederen of de op een materiële gegevensdrager geleverde digitale inhoud aan de vervoerder worden overhandigd, onverminderd de rechten van de consument jegens de vervoerder. |
Schrappen |
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 2 – Artikel 142 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Schrappen |
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 2 – artikel 142 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 142 bis |
|
Handelsgaranties |
|
1. Een handelsgarantie is bindend voor de garant, onder de in het garantiebewijs aangegeven voorwaarden. Als er geen garantieverklaring is verstrekt of de voorwaarden van de garantieverklaring minder gunstig zijn dan de in de reclame aangegeven voorwaarden, is de handelsgarantie bindend onder de voorwaarden als aangegeven in de reclame betreffende de handelsgarantie. |
|
2. De garantieverklaring dient in duidelijke en begrijpelijke taal te zijn opgesteld en goed leesbaar te zijn. Ze dient in de taal van de met de consument gesloten overeenkomst te zijn opgesteld. |
|
In de garantie moeten zijn opgenomen: |
|
a) de wettelijke rechten van de consument krachtens artikel […] (rechtsmiddelen van de consument) en een duidelijke verklaring dat de handelsgarantie deze rechten onverlet laat; |
|
(b) de inhoud van de handelsgarantie en de voorwaarden voor het indienen van claims, met name de duur en het geografische toepassingsgebied en naam en adres van de garant; |
|
(c) de voordelen voor de klant van het indienen van een claim, ongeacht of de garantie kosteloos is, en als dit niet het geval is wat de kosten voor de klant zijn; |
|
d) de informatie dat de handelsgarantie kan worden overgedragen bij doorverkoop; |
|
e) een verklaring dat de onderhoudsdiensten en reserveonderdelen tot zes jaar na het sluiten van de overeenkomst zullen worden geleverd. |
|
3. De handelaar stelt de garantieverklaring ter beschikking op een duurzame drager. |
|
4. Niet-naleving van lid 2 of lid 3 is niet van invloed op de geldigheid van de garantie. |
Motivering | |
De tekst van de bepalingen inzake handelsgaranties is gebaseerd op het voorstel van de Commissie betreffende consumentenrechten. Het overdraagbaarheidsbeginsel moet geïntroduceerd worden om rekening te houden met de sterke toename van de onlinehandel in tweedehands goederen. Daarnaast moet er een bepaling worden ingevoerd die fabrikanten ertoe verplicht te garanderen dat onderhoudsdiensten en reserveonderdelen tot minimaal zes jaar na de aankoop worden geleverd. | |
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 3 – artikel 143 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 143 |
Schrappen |
Tijdstip waarop risico overgaat |
|
1. In een overeenkomst tussen handelaren gaat het risico over wanneer de koper de goederen, de digitale inhoud of de documenten die de goederen vertegenwoordigen, in ontvangst neemt. |
|
2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 144, 145 en 146. |
|
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 3 – artikel 144 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 144 |
Schrappen |
Goederen die koper ter beschikking zijn gesteld |
|
1. Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter beschikking van de koper zijn gesteld en de koper daarvan op de hoogte is, gaat het risico op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen of de digitale inhoud in ontvangst genomen hadden moeten zijn, tenzij de koper gerechtigd was om de inontvangstneming op te schorten krachtens artikel 113. |
|
2. Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter beschikking van de koper zijn gesteld op een andere plaats dan een plaats van vestiging van de verkoper, gaat het risico over wanneer de aflevering dient plaats te vinden en de koper op de hoogte is van het feit dat de goederen of de digitale inhoud op die plaats te zijner beschikking zijn gesteld. |
|
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 3 – artikel 145 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 145 |
Schrappen |
Vervoer van de goederen |
|
1. Dit artikel is van toepassing op een koopovereenkomst die ook betrekking heeft op het vervoer van de goederen. |
|
2. Wanneer de verkoper niet gehouden is de goederen op een bepaalde plaats te overhandigen, gaat het risico op de koper over wanneer de goederen aan de eerste vervoerder worden overhandigd ter overdracht aan de koper in overeenstemming met de overeenkomst. |
|
3. Wanneer de verkoper gehouden is de goederen op een bepaalde plaats aan een vervoerder te overhandigen, gaat het risico pas op de koper over wanneer de goederen op die plaats aan de vervoerder worden overhandigd. |
|
4. Het feit dat de verkoper bevoegd is documenten te behouden die bepalend zijn voor de beschikking over de goederen, is niet van invloed op de overgang van het risico. |
|
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 14 – Afdeling 3 – artikel 146 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 146 |
Schrappen |
Tijdens doorvoer verkochte goederen |
|
1. Dit artikel is van toepassing op een koopovereenkomst die betrekking heeft op tijdens doorvoer verkochte goederen. |
|
2. Het risico gaat op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen aan de eerste vervoerder werden overhandigd. Indien de omstandigheden dit indiceren, gaat het risico echter op de koper over op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst. |
|
3. Wanneer de verkoper op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst wist of had behoren te weten dat de goederen verloren waren geraakt of waren beschadigd en hij dit niet aan de koper heeft meegedeeld, draagt de verkoper het risico van verlies of schade. |
|
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 1 – artikel 147 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 147 |
Schrappen |
Toepassing van bepaalde algemene bepalingen op koopovereenkomsten |
|
1. De bepalingen hoofdstuk 9 zijn met het oog op dit deel van toepassing. |
|
2. Wanneer een koopovereenkomst of een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud wordt ontbonden, worden ook alle daarmee verbonden dienstenovereenkomsten ontbonden. |
|
Amendement 178 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 148 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument de verbonden dienst de installatie van de goederen omvat, moet de installatie van dien aard zijn dat de geïnstalleerde goederen conform de overeenkomst zijn als voorgeschreven door artikel 101. |
4. Wanneer in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument de verbonden dienst de installatie van de goederen omvat, moet de installatie van dien aard zijn dat de geïnstalleerde goederen conform de overeenkomst zijn als voorgeschreven door artikel […] (gebrekkige installatie in de context van een consumentenkoopovereenkomst). |
Amendement 179 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 148 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van lid 2 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Schrappen |
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 149 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Dit artikel mag geen afbreuk doen aan de algemene of specifieke verplichtingen om schade te voorkomen uit hoofde van het bestaande nationale recht. |
Amendement 181 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 150 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een dienstverlener kan de verrichting aan een ander toevertrouwen, tenzij de persoonlijke verrichting door de dienstverlener is vereist. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 182 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 150 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
. |
1 bis. De dienstverlener moet overeenkomstig lid 1 de uitdrukkelijke toestemming van de consument verkrijgen alvorens de nakoming aan een ander toe te vertrouwen. |
Motivering | |
In het belang van een heldere indeling moet het voor deze richtlijn gewijzigde artikel 150 direct tussen artikel 152 (verbintenis om te waarschuwen voor onverwachte of economisch niet verantwoorde kosten) en artikel 155 (rechtsmiddelen van de klant) worden geplaatst. | |
Amendement 183 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 150 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In betrekkingen tussen een handelaar en een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van lid 2 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. |
Schrappen |
Motivering | |
In het belang van een heldere indeling moet het voor deze richtlijn gewijzigde artikel 150 direct tussen artikel 152 (verbintenis om te waarschuwen voor onverwachte of economisch niet verantwoorde kosten) en artikel 155 (rechtsmiddelen van de klant) worden geplaatst. | |
Amendement 184 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – artikel 151 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer voor de verbonden dienst een afzonderlijke prijs moet worden betaald en de prijs geen op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst overeengekomen forfaitair bedrag is, moet de dienstverlener de klant een factuur verschaffen waarin op duidelijke en begrijpelijke wijze wordt uitgelegd hoe de prijs is berekend. |
Wanneer voor de verbonden dienst een afzonderlijke prijs moet worden betaald en de prijs geen op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst overeengekomen forfaitair bedrag is, moet de dienstverlener de consument een factuur verstrekken waarin op duidelijke en begrijpelijke wijze wordt uitgelegd hoe de prijs is berekend. |
Amendement 185 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 152 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De dienstverlener moet de klant waarschuwen en zijn toestemming vragen om door te gaan wanneer: |
1. De dienstverlener moet de consument waarschuwen en zijn toestemming vragen om door te gaan wanneer de consument geen gebruik maakt van zijn recht om de overeenkomst te ontbinden overeenkomstig artikel […] (lijst met rechtsmiddelen van de klant) wanneer: |
Amendement 186 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 152 – lid 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) de kosten van de verbonden dienst hoger zouden zijn dan de dienstverlener reeds aan de klant heeft meegedeeld, of |
(a) de kosten van de verbonden dienst hoger zouden zijn dan de dienstverlener reeds aan de consument heeft meegedeeld, of |
Amendement 187 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 152 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een dienstverlener die nalaat om overeenkomstig lid 1 de toestemming van de klant te verkrijgen, heeft geen recht op een prijs die hoger is dan de reeds meegedeelde kosten of, al naar gelang van het geval, de waarde van de goederen of de digitale inhoud na afloop van de verbonden dienstverlening. |
2. Een dienstverlener die nalaat om overeenkomstig lid 1 de toestemming van de consument te verkrijgen, heeft geen recht op een prijs die hoger is dan de reeds meegedeelde kosten of, al naar gelang van het geval, de waarde van de goederen of de digitale inhoud na afloop van de verbonden dienstverlening. |
Amendement 188 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 2 – Artikel 152 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De geraamde kosten van de verbonden dienst zijn bindend, tenzij uitdrukkelijk het tegendeel wordt vermeld. Het is niet toegestaan formeel gegarandeerde kosten te overschrijden. |
Motivering | |
Bij kostenramingen is een bijzondere bescherming van de consument nodig. Naast een niet-bindende kostenraming, waarvan de kosten in voorkomende gevallen overeenkomstig artikel 152, leden 1 en 2 kunnen worden overschreden, moeten regels worden vastgelegd voor een bindende kostenraming. Wanneer het slechts een niet-bindende kostenraming betreft, moet de handelaar dit uitdrukkelijk mededelen. | |
Amendement 189 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 3 – artikel 153 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 153 |
Schrappen |
Betaling van de prijs |
|
1. De klant dient de prijs te betalen die volgens de overeenkomst voor de verbonden dienst moet worden betaald. |
|
2. De prijs moet worden betaald nadat de verbonden dienst is voltooid en het voorwerp van de verbonden dienst aan de klant ter beschikking is gesteld. |
|
Amendement 190 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 3 – artikel 154 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 154 |
Schrappen |
Verlenen van toegang |
|
Wanneer de dienstverlener voor het verrichten van de verbonden dienst toegang moet verkrijgen tot het erf van de klant, dient de klant deze toegang op elk redelijk tijdstip toe te staan. |
|
Amendement 191 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 155 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Rechtsmiddelen van de klant |
Rechtsmiddelen van de consument |
Amendement 192 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 155 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer een dienstverlener een verbintenis niet nakomt, beschikt de klant, behoudens de in dit artikel opgenomen aanpassingen, over dezelfde rechtsmiddelen als die waarin hoofdstuk 11 voor de koper voorziet, te weten: |
1. Wanneer een dienstverlener nalaat een op grond van de overeenkomst bestaande verbintenis na te komen, beschikt de consument over de volgende rechtsmiddelen: |
Amendement 193 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 155 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Onverminderd lid 3, heeft het recht van de dienstverlener om verzuimen te herstellen voorrang boven de rechtsmiddelen van de klant, ongeacht of de klant een consument is. |
2. Onverminderd lid 3, heeft het recht van de dienstverlener om ingevolge artikel […] (herstel van verzuim door verkoper) verzuimen te herstellen voorrang boven de rechtsmiddelen van de consument. |
Amendement 194 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 155 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In geval van verkeerde installatie op grond van een consumentkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 101 heeft het recht van de dienstverlener om verzuimen te herstellen geen voorrang boven de rechtsmiddelen van de consument. |
3. In geval van verkeerde installatie als bedoeld in artikel […] (gebrekkige installatie in de context van een consumentenkoopovereenkomst) heeft het recht van de dienstverlener om verzuimen te herstellen geen voorrang boven de rechtsmiddelen van de consument. |
Amendement 195 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 155 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien de klant een consument is, heeft hij het recht om de overeenkomst te ontbinden in elk geval waarin de verleende verbonden dienst niet conform de overeenkomst is, tenzij het ontbreken van conformiteit onbeduidend is. |
4. De consument heeft het recht om de overeenkomst te ontbinden in elk geval waarin de verleende verbonden dienst niet conform de overeenkomst is, tenzij het ontbreken van conformiteit onbeduidend is. |
Amendement 196 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 155 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Hoofdstuk 11 is van toepassing behoudens de noodzakelijke aanpassingen, waaronder met name de volgende aanpassingen: |
Schrappen |
(a) met betrekking tot het recht van de dienstverlener om verzuimen te herstellen mag in geval van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument de redelijke termijn als vermeld in artikel 109, lid 5, niet langer dan 30 dagen zijn; |
|
(b) met betrekking tot het goedmaken van een prestatie die niet conform de overeenkomst is, zijn de artikelen 111 en 112 niet van toepassing, en |
|
(c) artikel 156 is van toepassing in plaats van artikel 122. |
|
Amendement 197 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 155 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Wanneer een koopovereenkomst of een overeenkomst voor de levering van digitale inhoud wordt ontbonden, worden ook alle daarmee verbonden dienstenovereenkomsten ontbonden. |
Amendement 198 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 156 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 156 |
Schrappen |
Vereiste van kennisgeving van ontbreken van conformiteit in verbonden dienstenovereenkomsten tussen handelaren |
|
1. In geval van een verbonden dienstenovereenkomst tussen handelaren mag de klant zich slechts op het ontbreken van conformiteit beroepen wanneer hij de dienstverlener daarvan binnen redelijke termijn in kennis stelt met vermelding van de aard van het ontbreken van conformiteit. |
|
De termijn begint te lopen op het moment waarop de verbonden dienst is voltooid of, wanneer dat later is, het moment waarop de klant het ontbreken van conformiteit ontdekt of had behoren te ontdekken. |
|
2. De dienstverlener kan zich niet op dit artikel beroepen wanneer het ontbreken van conformiteit betrekking heeft op feiten die hij kende of had behoren te kennen en die hij niet aan de klant heeft bekend gemaakt. |
|
Amendement 199 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 157 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 157 |
Schrappen |
Rechtsmiddelen van de dienstverlener |
|
1. Wanneer de klant niet nakomt, beschikt de dienstverlener, behoudens de in lid 2 vermelde aanpassingen, over dezelfde rechtsmiddelen als die waarin hoofdstuk 13 voor de koper voorziet, te weten: |
|
(a) het vorderen van nakoming; |
|
(b) het opschorten van de nakoming door de klant zelf; |
|
(c) het ontbinden van de overeenkomst; alsmede |
|
(d) het vorderen van de rente over de prijs of schadevergoeding. |
|
2. Hoofdstuk 13 is van toepassing behoudens de noodzakelijke aanpassingen. Met name is artikel 158 van toepassing in plaats van artikel 132, lid 2. |
|
Amendement 200 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Recht van de klant om nakoming af te wijzen |
Recht van de consument om nakoming af te wijzen |
Amendement 201 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 158 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De klant kan de dienstverlener te allen tijde meedelen dat de verrichting, of verdere verrichting van de verbonden dienst niet langer vereist is. |
1. De consument kan de dienstverlener te allen tijde meedelen dat de verrichting, of verdere verrichting van de verbonden dienst niet langer vereist is. |
Amendement 202 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 158 – lid 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer een mededeling overeenkomst lid 1 wordt gedaan: |
Schrappen |
Amendement 203 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – Artikel 158 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) blijft de klant, wanneer er niet krachtens een andere bepaling grond voor ontbinding is, aansprakelijk voor de betaling van de prijs, met aftrek van de kosten die de dienstverlener heeft bespaard of had kunnen besparen doordat hij niet volledig hoeft te presteren. |
(b) blijft de consument, wanneer er niet krachtens een andere bepaling grond voor ontbinding is, aansprakelijk voor de betaling van de prijs, met aftrek van de kosten die de dienstverlener heeft bespaard of had kunnen besparen doordat hij niet volledig hoeft te presteren. |
Amendement 204 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 bis |
|
Dwingend karakter van de richtlijn |
|
Wanneer het recht dat op de overeenkomst van toepassing is het recht van een lidstaat is, kunnen consumenten geen afstand doen van de rechten die zij genieten uit hoofde van de nationale maatregelen die deze richtlijn omzetten. |
|
Bedingen die direct of indirect voorzien in afstand of beperking van de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten zijn niet bindend voor de consument. |
Motivering | |
Voor de samenhang met Richtlijn 2011/83/EU moeten de relevante slotbepalingen van die richtlijn, in gewijzigde vorm, worden opgenomen in deze richtlijn. Zie artikel 25 van Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 205 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 ter |
|
Modelovereenkomsten |
|
De Commissie presenteert de standaardbepalingen en -voorwaarden binnen [één jaar] na de omzetting van deze richtlijn. |
Amendement 206 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 quater |
|
Voorlichtingscampagne |
|
De Commissie houdt een voorlichtingscampagne om ondernemingen op nationaal niveau te informeren over deze op de Europese regelgeving gebaseerde standaardbepalingen voor onlinetransacties jegens consumenten. |
Amendement 207 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 quinquies |
|
Verslaglegging door de Commissie over geplande duurzaamheid |
|
Uiterlijk op [...] gaat de Commissie over tot: |
|
(a) de uitvoering van een onderzoek om de impact van geplande duurzaamheid op de levenscyclus van producten, vast te stellen, te analyseren en te beoordelen, en |
|
(b) de indiening bij het Europees Parlement van een verslag over de omzetting van deze richtlijn met de nodige maatregelen waarmee de problematiek van de geplande duurzaamheid van producten wordt aangepakt. |
Motivering | |
Geplande duurzaamheid is een bestaande praktijk die beoogt de levenscyclus van een product te verkorten. In het bestaande acquis wordt dit probleem niet aangepakt. Derhalve moet worden beoordeeld hoe deze praktijk de levenscyclus van een product beïnvloedt met betrekking tot de bestaande garantierechten (zoals producten die ontworpen zijn om na het verstrijken van de wettelijke garantietermijn van twee jaar kapot te gaan in de lidstaten die de minimumtermijn van de richtlijn inzake de verkoop van consumptiegoederen uit 1999 hebben omgezet) en welke maatregelen nodig zijn om geplande duurzaamheid te ontmoedigen of te bestraffen. Artikel 158 ter | |
Amendement 208 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 sexies |
|
Recht op verhaal |
|
1. Wanneer de eindverkoper jegens de consument aansprakelijk is uit hoofde van een ontbreken van conformiteit dat voortvloeit uit een handelen of nalaten van de producent, van een eerdere verkoper of van enige andere tussenpersoon, kan de eindverkoper verhaal nemen op de aansprakelijke persoon of personen in de contractuele keten. |
|
2. De lidstaten stellen de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen en uitoefeningsvoorwaarden vast. |
Motivering | |
Opneming van artikel 4 van de richtlijn inzake de verkoop van consumptiegoederen uit 1999. Artikel 158 quater | |
Amendement 209 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 septies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 septies |
|
Tenuitvoerlegging |
|
1. De lidstaten zorgen ervoor dat passende en doeltreffende middelen beschikbaar zijn om de bepalingen van deze richtlijn te doen naleven. |
|
2. De in lid 1 bedoelde middelen omvatten bepalingen volgens welke een of meer van onderstaande, naar nationaal recht bepaalde instanties zich overeenkomstig het nationale recht tot de bevoegde rechterlijke of administratieve instanties kunnen wenden om de nationale bepalingen ter uitvoering van deze richtlijn te doen naleven: |
|
(a) overheidsinstanties of de vertegenwoordigers ervan; |
|
(b) consumentenorganisaties die een rechtmatig belang hebben bij de bescherming van de consument; |
|
(c) beroepsorganisaties die een rechtmatig belang hebben bij een optreden in rechte. |
Motivering | |
Zie artikel 23 van Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 210 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 octies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 octies |
|
Sancties |
|
1. De lidstaten leggen sancties op voor inbreuken op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
|
2. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk […] van de desbetreffende bepalingen in kennis en delen haar alle latere wijzigingen daarop zo spoedig mogelijk mee. |
Motivering | |
Zie artikel 24 van Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 211 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 nonies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 nonies |
|
Verslaglegging en herziening van wetgeving inzake oneerlijke bedingen in overeenkomsten |
|
Uiterlijk op [...] dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement over de toepassing van Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten in verschillende sectoren die binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallen en dient zij in voorkomend geval voorstellen tot wijziging ervan in bij het Europees Parlement en de Raad. |
Motivering | |
De richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten vormt de horizontale EU-wetgeving waarmee de bepalingen en voorwaarden van consumentenovereenkomsten in verschillende sectoren worden gereguleerd. In het kader van de herziening van het consumentenacquis moet de Commissie de toepassing van deze wetgeving beoordelen om problemen ten aanzien van consumentenovereenkomsten in verschillende markten vast te stellen (zoals de levering van digitale inhoud, telecommunicatiediensten en energie) die bij een mogelijke herziening van Richtlijn 93/13/EEG moeten worden aangepakt. | |
Amendement 212 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 decies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 decies |
|
Verslaglegging door de Commissie en herziening |
|
De Commissie dient uiterlijk […] bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn. Zo nodig worden aan dit verslag wetgevingsvoorstellen toegevoegd om deze richtlijn aan de ontwikkelingen op het gebied van consumentenrechten aan te passen. |
Motivering | |
Voor de Commissie moet een specifieke vereiste gelden om aan de wetgevende instanties van de EU, de Raad en het Europees Parlement, adequaat verslag uit te brengen over de toepassing van deze richtlijn en de daarvoor relevante ontwikkelingen en, indien nodig, verdere wijzigingen voor te stellen. | |
Amendement 213 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel V – Hoofdstuk 15 – Afdeling 4 – artikel 158 undecies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 158 undecies |
|
Uitvoeringsaspecten |
|
(1) De nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen worden door de lidstaten uiterlijk op […] vastgesteld en bekendgemaakt. Zij delen de Commissie de tekst van deze maatregelen onverwijld mede in de vorm van bescheiden. De Commissie maakt hiervan gebruik bij het opstellen van het verslag als bedoeld in artikel […] (verslaglegging door de Commissie en herziening). |
|
Zij past deze maatregelen toe vanaf […]. |
|
Wanneer de lidstaten deze maatregelen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. |
|
(2) De bepalingen van deze richtlijn zijn van toepassing op consumentenkoopovereenkomsten gesloten na […]. |
Motivering | |
Zie artikel 28 van Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 214 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel VI – Hoofdstuk 16 – Afdeling 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 215 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel VI – Hoofdstuk 16 – Afdeling 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 216 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel VI – Hoofdstuk 16 – Afdeling 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 217 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel IV – Hoofdstuk 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 218 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Deel VIII – Hoofdstuk 18 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Amendement 219 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Aanhangsel 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
Motivering | |
Het herroepingsrecht is reeds geregeld in Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 220 Voorstel voor een verordening Bijlage I – Aanhangsel 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Standaardformulier voor herroeping |
Schrappen |
(dit formulier alleen invullen en terugzenden wanneer u de overeenkomst wilt herroepen) |
|
– Aan [hier dienen door de handelaar de naam, het geografische adres en, indien beschikbaar, het faxnummer en e-mailadres van de handelaar te worden ingevuld]: |
|
– Ik/Wij* deel/delen* u hierbij mede, dat ik/wij* onze overeenkomst betreffende de verkoop van de volgende goederen/levering van de volgende digitale inhoud/verrichting van de volgende verbonden dienst* herroep/herroepen* |
|
– Besteld op*/ontvangen op* |
|
– Naam consument(en) |
|
– Adres consument(en) |
|
– Handtekening consument(en) (alleen wanneer dit formulier op papier wordt ingediend) |
|
– Datum |
|
* Doorhalen wat niet van toepassing is. |
|
Motivering | |
Het herroepingsrecht is reeds geregeld in Richtlijn 2011/83/EU. | |
Amendement 221 Voorstel voor een verordening Bijlage II | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
[...] |
Schrappen |
PROCEDURE
Titel |
Gemeenschappelijk Europees kooprecht |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0635 – C7-0329/2011 – 2011/0284(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
Rapporteur(s) 25.10.2011 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
IMCO 25.10.2011 |
||||
Medeverantwoordelijke commissie(s) - datum bekendmaking |
24.5.2012 |
||||
Behandeling in de commissie |
31.5.2012 |
24.9.2012 |
21.2.2013 |
21.3.2013 |
|
|
30.5.2013 |
18.6.2013 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
9.7.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
22 17 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Claudette Abela Baldacchino, Pablo Arias Echeverría, Adam Bielan, Preslav Borissov, Birgit Collin-Langen, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Thomas Händel, Małgorzata Handzlik, Philippe Juvin, Sandra Kalniete, Edvard Kožušník, Toine Manders, Hans-Peter Mayer, Franz Obermayr, Sirpa Pietikäinen, Phil Prendergast, Robert Rochefort, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Emilie Turunen, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Jürgen Creutzmann, Ashley Fox, María Irigoyen Pérez, Othmar Karas, Roberta Metsola, Olle Schmidt, Olga Sehnalová, Marc Tarabella, Sabine Verheyen |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Diane Dodds, Francesco Enrico Speroni, Cornelis de Jong |
||||
ADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken (11.10.2012)
aan de Commissie juridische zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht
(COM(2011)0635 – C7–0329/2011 – 2011/0284(COD))
Rapporteur voor advies: Marianne Thyssen
BEKNOPTE MOTIVERING
A. Inhoud voorstel
De Commissie wil met dit Voorstel voor een gemeenschappelijk Europees kooprecht de interne markt bevrijden van de belemmering die voortvloeit uit verschillen in contractenrecht tussen de lidstaten. Dit instrument introduceert in het nationaal recht een alternatief geheel van contractrechtbepalingen waarvoor de handelaar kán opteren (opt-in) áls de consument daar expliciet mee instemt. De keuze voor dit optioneel instrument kan enkel worden gemaakt voor grensoverschrijdende koopovereenkomsten van materiële roerende goederen, digitale inhoud en gerelateerde dienstenovereenkomsten, die plaatsvinden tussen handelaars en consumenten (B2C) of tussen handelaars onderling wanneer ten minste één partij een KMO is (B2B). De lidstaten kunnen wel zelf het toepassingsgebied uitbreiden naar louter interne contracten en B2B overeenkomsten waarbij geen KMO betrokken is.
Volgens de Commissie kan een uniform contractenrecht de transactiekosten voor handelaars, en in het bijzonder KMO's, verlagen. De consument zou met het voorgestelde regime genieten van een groter en competitiever aanbod aan producten, evenals een hoog niveau van consumentenbescherming en rechtszekerheid.
B. Bemerkingen rapporteur
Verschillen in contractenrecht vormen een belemmering, zij het zeker niet de grootste. Toch moet ook deze barrière in de mate van het mogelijke weggewerkt worden. Als rapporteur voor ECON is het zaak te focussen op de concrete economische impact van dit voorstel en op het maximaliseren van de meerwaarde ervan, zowel voor de bedrijven als voor de consumenten.
De hamvraag is of de kost van de bestaande diversiteit zwaarder doorweegt dan de kost van dit nieuw regime. Hierbij moet ook in rekening worden genomen dat het juridisch kader voor grensoverschrijdende koopovereenkomsten nog volop in beweging is via de recent aangenomen Consumentenrechtenrichtlijn, de wetsvoorstellen inzake alternatieve en online geschillenbeslechting en de in 2013 voorziene evaluatie van de Rome I verordening. Niettemin, en ondanks de niet volkomen eenduidige effectbeoordeling, lijkt het aannemelijk dat een optioneel uniform regime een meerwaarde kan bieden voor de interne markt. Uit de reacties van de belangenorganisaties op dit voorstel blijkt echter dat hun inschatting van de verwachte "baten" eerder bescheiden is. Om te zorgen dat het instrument effectief wordt gekozen door handelaars moet het een gevoelige meerwaarde bieden. Aldus moet de concrete uitwerking van dit uniform regime van dien aard zijn dat het duidelijk is, maximale rechtszekerheid biedt en geen ontmoedigende meerkost impliceert. Bovendien moeten consumenten kunnen rekenen op een hoog niveau van consumentenbescherming.
Daar de moeilijke onderhandelingen over de Consumentenrechtenrichtlijn de grenzen van maximumharmonisatie (als "first best" optie) hebben aangetoond, steunt de rapporteur de keuze voor een optioneel instrument.
Verder juicht uw rapporteur de opname van B2B contractuele relaties in dit voorstel toe. Ook in professionele relaties hebben KMO's immers baat bij lagere juridische kosten. Bovendien leert de effectbeoordeling dat een grote potentiële economische winst net ligt in het vereenvoudigen van de onderhandelingen tussen KMO's. Daarenboven wordt zo de vaak zwakkere onderhandelingspositie van KMO's in B2B relaties erkend. De rapporteur is dan ook ingenomen met het dwingend karakter van de bepalingen inzake vertraging in betaling door professionelen. Toch dient dit kooprechtinstrument meer op maat van KMO's te worden gesneden.
In het voorstel zijn een aantal essentiële elementen van de contractuele relatie niet geregeld waardoor bedrijven mogelijk nog steeds advies over buitenlands recht zullen moeten inwinnen en de beoogde rechtszekerheid uitblijft. Vooral het gebrek aan bepaling(en) over eigendomsoverdracht is problematisch. Daarom moet ten laatste bij de eerste evaluatie worden nagegaan of ook de in overweging 27 vermelde onderwerpen, en in het bijzonder de eigendomsoverdracht, in deze verordening moeten worden geregeld.
Hoewel financiële diensten, zoals gevraagd in een eerder adviesrapport van het Europees Parlement, principieel buiten het toepassingsgebied van de verordening vallen, moet dit op sommige punten verder verduidelijkt worden.
Daar dit instrument er in het bijzonder op gericht is de kost van grensoverschrijdende handel voor KMO's te beperken, moet de Commissie in samenspraak met de representatieve organisaties het Europees kooprecht concretiseren in modelcontracten. Dit zal de rechtszekerheid en gebruiksvriendelijkheid ten goede komen.
Tot slot vertrouwt de rapporteur erop dat, gezien de bezorgdheid van de belangenorganisaties, de ten principale bevoegde commissie, JURI, en de medeverantwoordelijke commissie, IMCO, zich zullen buigen over de vele terminologische onduidelijkheden, de nood aan uitsluitsel dat de toepassing van Art. 6(2) Rome I verordening er niet toe leidt dat de in het kooprecht instrument geregelde consumentenrechten toch nog moeten wijken voor striktere nationale bepalingen, de onduidelijkheid van Art. 8&9 van de verordening, een betere balans tussen de rechten en plichten van handelaars en consumenten om het systeem voldoende attractief te maken.
AMENDEMENTEN
De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 19 bis (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
(19 bis) Gezien hun bijzonder karakter dienen financiële diensten buiten het toepassingsgebied van deze verordening te vallen. Voor de toepassing van deze verordening moet onder financiële diensten onder meer, maar niet exclusief, worden verstaan: diensten en activiteiten van een kredietinstelling, een financiële instelling of een onderneming die nevendiensten verricht in de zin van artikel 4, punten 1) en 5) respectievelijk punt 21), van Richtlijn 2006/48/EG; van een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming of een verzekeringsholding in de zin van artikel 13, punten 1) en 2), artikel 13, punten 4) en 5), respectievelijk artikel 212, lid 1, onder f), van Richtlijn 2009/138/EG; van een beleggingsonderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van Richtlijn 2006/49/EG, van een betalingsdienstaanbieder in de zin van artikel 4, punt 9), van Richtlijn 2007/64/EG; van een uitgever van elektronisch geld in de zin van artikel 2, punt 3), van Richtlijn 2009/110/EG; van een kredietbemiddelaar of een niet-kredietinstelling in de zin van artikel 3, onder e) respectievelijk i), van Richtlijn .../.../EG [Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake woningkredietovereenkomsten]; van een kredietgever of kredietbemiddelaar in de zin van respectievelijk artikel 3, onder b) respectievelijk onder f) van Richtlijn 2008/48/EG. Ook het verrichten van valutawisseldiensten moet als financiële diensten worden aangemerkt. |
Motivering | |
De rapporteur acht het wenselijk dat de uitsluiting van financiële diensten uit het toepassingsgebied van de verordening expliciet in de preambule wordt vermeld en dat een niet-exhaustieve omschrijving van deze categorie wordt toegevoegd. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 30 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(30) De vrijheid van overeenkomst dient het leidende beginsel te zijn dat aan het gemeenschappelijk Europees kooprecht ten grondslag ligt. De partijautonomie moet alleen worden beperkt wanneer en voor zover dit onontbeerlijk is, met name om redenen van consumentenbescherming. Wanneer deze noodzaak bestaat, dient het dwingende karakter van de betrokken bepalingen duidelijk te worden aangegeven. |
(30) De vrijheid van overeenkomst dient het leidende beginsel te zijn dat aan het gemeenschappelijk Europees kooprecht ten grondslag ligt. De partijautonomie moet alleen worden beperkt wanneer en voor zover dit onontbeerlijk is, met name om redenen van consumentenbescherming en bescherming van KMO's. Wanneer deze noodzaak bestaat, dient het dwingende karakter van de betrokken bepalingen duidelijk te worden aangegeven. |
Motivering | |
Hoewel contractvrijheid inderdaad essentieel is, dient ook de realiteit van de zwakkere onderhandelingspositie van KMO's in bepaalde B2B relaties duidelijk erkend te worden en waar nodig geremedieerd. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 34 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(34 bis) Om de gebruiksvriendelijkheid van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zo groot mogelijk te maken voor de handelaren, en in het bijzonder voor KMO's, en in navolging van de aanbevelingen van het Europees Parlement, zal de Commissie in samenspraak met de representatieve organisaties van consumenten en ondernemers Europese modelcontracten opstellen in alle officiële EU-talen. |
Motivering | |
Zowel de betreurenswaardige complexiteit van het huidig voorstel, als het gebrek aan in-house juridische expertise bij KMO's maakt het opstellen van Europese modelcontracten zeer wenselijk. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 34 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(34 ter) Bovendien zal de Commissie zowel voor de beoefenaars van juridische beroepen als voor de representatieve professionele en inter-professionele ondernemersorganisaties opleidingen organiseren.Tevens verstrekt zij informatie over de wisselwerking tussen deze verordening en Richtlijn …/…/EU van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen2. |
|
1 PB L |
|
2 PB L |
|
|
Motivering | |
Professionele en inter-professionele ondernemersorganisaties spelen vaak een belangrijke rol bij het wegwijs maken van hun leden in de bestaande en nieuwe regelgevingen, en moeten dus zeker ook kunnen genieten van opleidingen over het nieuwe gemeenschappelijk Europees kooprecht regime. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening |