VERSLAG tot wijziging van artikel 81 van het Reglement van het Europees Parlement over de goedkeuringsprocedure

28.11.2013 - (2012/2124(REG))

Commissie constitutionele zaken
Rapporteur: Rafał Trzaskowski


Procedure : 2012/2124(REG)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0412/2013
Ingediende teksten :
A7-0412/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

tot wijziging van artikel 81 van het Reglement van het Europees Parlement over de goedkeuringsprocedure

(2012/2124(REG))

Het Europees Parlement,

–   gezien de brief van de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters d.d. 9 december 2011,

–   gezien de artikelen 211 en 212 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A7-0412/2013),

1.  besluit onderstaande wijziging in zijn Reglement op te nemen;

2.  besluit dat deze wijziging op de eerste dag van de eerstvolgende vergaderperiode in werking treedt en van toepassing is op de goedkeuringsprocedures waarvoor de bevoegde commissie nog geen aanbeveling heeft aangenomen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie

Amendement  1

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 50 - interpretatie - alinea 2

Bestaande tekst

Amendement

Bij toetsing van een internationale overeenkomst in de zin van artikel 90 van het Reglement geldt de procedure met medeverantwoordelijke commissies overeenkomstig dit artikel niet voor de goedkeuringsprocedure in de zin van artikel 81.

De procedure met medeverantwoordelijke commissies overeenkomstig dit artikel geldt niet voor de door de bevoegde commissie goed te keuren aanbeveling in de zin van artikel 81.

Amendement  2

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 1 - alinea 1

Bestaande tekst

Amendement

Wanneer het Parlement wordt verzocht een voorgesteld besluit goed te keuren, neemt het een besluit op basis van een aanbeveling van de bevoegde commissie strekkende tot goedkeuring of verwerping ervan.

Wanneer het Parlement wordt verzocht een voorgesteld besluit goed te keuren, neemt het zijn besluit met inachtneming van een aanbeveling van de bevoegde commissie strekkende tot goedkeuring of verwerping ervan. De aanbeveling bevat visa, maar geen overwegingen. De aanbeveling kan vergezeld gaan van een korte toelichting die onder de verantwoordelijkheid van de rapporteur valt en die niet in stemming wordt gebracht. Het bepaalde in artikel 52, lid 1, is mutatis mutandis van toepassing. Amendementen in de commissie zijn alleen ontvankelijk wanneer ermee wordt beoogd de aanbeveling van de rapporteur een tegenovergestelde strekking te geven.

Amendement  3

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 1 - alinea 1 bis (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

 

De bevoegde commissie kan een voorstel voor een niet-wetgevingsresolutie indienen. Andere commissies kunnen bij de formulering van de resolutie worden betrokken, overeenkomstig artikel 188, lid 3, in combinatie met de artikelen 49, 50 of 51.

Amendement  4

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 1 - alinea 2

Bestaande tekst

Amendement

Het Parlement spreekt zich bij een enkele stemming uit over het besluit, waarvoor uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de goedkeuring van het Parlement vereist is. Er kunnen geen amendementen worden ingediend. Voor het verlenen van goedkeuring is de meerderheid vereist die vermeld wordt in het artikel van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat de rechtsgrond van het voorgestelde besluit vormt.

Het Parlement spreekt zich bij een enkele stemming uit over het besluit, waarvoor uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de goedkeuring van het Parlement vereist is, ongeacht of de aanbeveling van de bevoegde commissie tot goedkeuring dan wel verwerping strekt. Er kunnen geen amendementen worden ingediend. Voor het verlenen van goedkeuring is de meerderheid vereist die vermeld wordt in het artikel van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat de rechtsgrond van het voorgestelde besluit vormt of, wanneer in dat artikel geen meerderheid wordt vermeld, de meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien de vereiste meerderheid niet wordt gehaald, wordt het voorgestelde besluit geacht te zijn verworpen.

Amendement  5

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 2

Bestaande tekst

Amendement

2. Voor toetredingsverdragen, internationale overeenkomsten en constateringen van ernstige en voortdurende schending door een lidstaat van de beginselen welke de lidstaten gemeen hebben, zijn respectievelijk de artikelen 74 quater, 74 sexies en 90 van het Reglement van toepassing. Op nauwere samenwerking op een terrein dat onder de gewone wetgevingsprocedure valt, is artikel 74 octies van toepassing.

2. Voor internationale overeenkomsten, toetredingsverdragen, constateringen van ernstige en voortdurende schending door een lidstaat van de fundamentele beginselen, de vaststelling van de samenstelling van het Parlement, het aangaan van nauwere samenwerking tussen de lidstaten of de vaststelling van het meerjarig financieel kader zijn daarnaast respectievelijk de artikelen 90, 74 quater, 74 sexies, 74 septies, 74 octies en 75 van het Reglement van toepassing.

Amendement  6

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 3

Bestaande tekst

Amendement

3. Wanneer voor een ontwerp van wetgevingshandeling of een beoogde internationale overeenkomst de goedkeuring van het Parlement vereist is, kan de bevoegde commissie in het belang van een positief resultaat van de procedure besluiten het Parlement een interimverslag over het betrokken ontwerp voor te leggen met een ontwerpresolutie met aanbevelingen tot wijziging of tenuitvoerlegging van dit ontwerp.

3. Wanneer voor een ontwerp van wetgevingshandeling of een beoogde internationale overeenkomst de goedkeuring van het Parlement vereist is, kan de bevoegde commissie het Parlement een interimverslag over het betrokken ontwerp voorleggen met een ontwerpresolutie met aanbevelingen tot wijziging of tenuitvoerlegging van dit ontwerp of de beoogde internationale overeenkomst.

Amendement  7

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 3 bis - alinea 1 (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

 

3 bis. De bevoegde commissie behandelt het verzoek om goedkeuring onverwijld. Wanneer de bevoegde commissie besluit geen aanbeveling te formuleren of uiterlijk zes maanden na ontvangst van het verzoek om goedkeuring nog geen aanbeveling heeft geformuleerd, kan de Conferentie van voorzitters dit onderwerp voor behandeling op de agenda van een volgende vergaderperiode plaatsen dan wel in naar behoren gemotiveerde gevallen besluiten de termijn van zes maanden te verlengen.

Amendement  8

Reglement van het Europees Parlement

Artikel 81 - lid 3 bis - alinea 2 (nieuw)

Bestaande tekst

Amendement

 

Wanneer het Parlement om goedkeuring voor de sluiting van een internationale overeenkomst wordt gevraagd, kan het Parlement op basis van een aanbeveling van de bevoegde commissie besluiten de goedkeuringsprocedure voor hoogstens een jaar op te schorten.

Motivering

Deze clausule tot opschorting van de goedkeuring van een internationale overeenkomst is uitermate belangrijk: i) om een afkoelingsperiode mogelijk te maken ter voorkoming van een eventuele verwerping van een internationale overeenkomst; ii) om van het derde land te verlangen bepaalde veranderingen en verplichtingen door te voeren die het Parlement voor de verlening van goedkeuring noodzakelijk acht; iii) om de Commissie aan te bevelen opnieuw te onderhandelen over een voor het Parlement onaanvaardbaar onderdeel van de internationale overeenkomst.

TOELICHTING

Dit verslag gaat over de procedures volgens welke het Parlement goedkeuring verleent in procedures waarin het volgens de Verdragen vereist is (goedkeuringsprocedure).

1) De goedkeuringsprocedure

De goedkeuringsprocedure (voorheen de instemmingsprocedure) werd bij de Europese Akte in 1986 voor twee terreinen ingevoerd: associatieovereenkomsten en toetredingsakkoorden. Het toepassingsgebied van de procedure werd bij alle daaropvolgende wijzigingen van de Verdragen uitgebreid. Volgens het Verdrag van Lissabon is het thans een "bijzondere wetgevingsprocedure" in de zin van artikel 289, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De gevallen waarin de goedkeuringsprocedure van toepassing is, zijn uitvoerig vastgelegd in de Verdragen. Het gaat hierbij met name om de volgende gevallen:

–  overeenkomsten die een specifiek institutioneel kader scheppen, overeenkomsten die aanzienlijke gevolgen hebben voor de begroting van de Unie, of overeenkomsten betreffende gebieden waarop de gewone wetgevingsprocedure, of, indien de goedkeuring van het Parlement vereist is, de bijzondere wetgevingsprocedure van toepassing is;[1]

–  toetredingsakkoorden;[2]

–  toepassing van de flexibiliteitsclausule;[3]

–  het aangaan van nauwere samenwerking;[4]

–  toetreding tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;[5]

–  vaststelling van het meerjarig financieel kader[6];

–  eenvormige procedure voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement;[7]

–  samenstelling van het Parlement;[8]

–  aanvulling van de rechten van de burger van de Unie;[9]

–  constateringen van de Raad en de Europese Raad van het bestaan van een ernstige en voortdurende schending van de waarden van de Unie;[10]

–  uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Unie.[11]

2) Het Reglement

In het Reglement gelden voor deze gevallen een algemene regel (artikel 81) en diverse speciale regels die per geval specifieke bepalingen als 'lex specialis' bevatten en anders naar de algemene regel in artikel 81 verwijzen. Het gaat hierbij om de volgende speciale regelingen: artikel 90 Internationale overeenkomsten; artikel 74 quater Toetredingsverdragen; artikel 74 octies Nauwere samenwerking tussen lidstaten; artikel 74 septies Samenstelling van het Parlement; en artikel 74 sexies Besluiten van de Raad en de Europese Raad bij schending van de fundamentele beginselen van de Unie.

Het algemene artikel 81, dat voor dit document het belangrijkst is, luidt als volgt:

"Artikel 81, leden 1 en 3

1. Wanneer het Parlement wordt verzocht een voorgesteld besluit goed te keuren, neemt het een besluit op basis van een aanbeveling van de bevoegde commissie strekkende tot goedkeuring of verwerping ervan.

    Het Parlement spreekt zich bij een enkele stemming uit over het besluit, waarvoor uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de goedkeuring van het Parlement vereist is. Er kunnen geen amendementen worden ingediend. Voor het verlenen van goedkeuring is de meerderheid vereist die vermeld wordt in het artikel van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat de rechtsgrond van het voorgestelde besluit vormt.

3. Wanneer voor een ontwerp van wetgevingshandeling of een beoogde internationale overeenkomst de goedkeuring van het Parlement vereist is, kan de bevoegde commissie in het belang van een positief resultaat van de procedure besluiten het Parlement een interimverslag over het betrokken ontwerp voor te leggen met een ontwerpresolutie met aanbevelingen tot wijziging of tenuitvoerlegging van dit ontwerp."

In artikel 81 wordt de vorm van de aanbeveling van de commissie niet nader bepaald. Normaliter neemt deze de vorm aan van een wetgevingsresolutie waarmee het Parlement de handeling in kwestie al dan niet goedkeurt. Voorzover in de Verdragen niets anders is bepaald, besluit het Europees Parlement met meerderheid van de uitgebrachte stemmen[12]. In sommige gevallen is een meerderheid van de leden van het Parlement vereist, zoals voor de toetreding van een nieuwe lidstaat of de verkiezingsprocedure[13].

3) De verwijzing naar AFCO

In een brief van 9 december 2011 heeft Klaus-Heiner Lehne, voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters, erop gewezen dat de praktijken van de parlementaire commissies met betrekking tot de goedkeuringsprocedure zeer uiteenlopen[14]. Hij heeft AFCO namens de commissievoorzitters verzocht de desbetreffende artikelen van het Reglement te herzien teneinde de goedkeuringsprocedures te verduidelijken en ze transparanter en zo mogelijk doeltreffender te maken. In deze brief werden ook vier vragen geformuleerd waarover de AFCO zich moest buigen. Deze kunnen met het oog op de beraadslagingen in de commissie tot de volgende drie cruciale vragen worden herleid:

–  Moeten in de ontwerpaanbeveling en de aanbeveling van de bevoegde commissie aan de plenaire vergadering overwegingen worden toegestaan?

–  Moeten amendementen op de ontwerpaanbeveling worden toegestaan in de commissie en op de aanbeveling voor de plenaire vergadering en, zo ja, op welke onderdelen mogen de amendementen betrekking hebben?

–  Moet een negatieve stemming over de paragraaf van de aanbeveling met het besluit worden geïnterpreteerd als een stemming voor het tegengestelde?

4) Overwegingen

Overwegingen die deel uitmaken van een aanbeveling die door de bevoegde commissie wordt voorgelegd aan de plenaire vergadering, zijn tot dusverre als beschouwd niet-ontvankelijk, behalve wanneer zij betrekking hebben op feiten of teksten en dus overeenkomen met overwegingen[15].

De redenering achter deze praktijk is dat het besluit van het Parlement (ja of nee) minder duidelijk zou zijn en aan gewicht zou verliezen, wanneer het vergezeld zou gaan van overwegingen. Nog een reden voor dit standpunt is dat de wetgevingsresolutie in een wetgevingsverslag over een Commissievoorstel ook geen overwegingen mag bevatten (artikel 55, lid 2). Politieke standpunten en wensen met betrekking tot de voorgestelde handeling of overeenkomst kunnen overeenkomstig artikel 81, lid 3, en artikel 90, lid 4, vóór de vaststelling of sluiting hiervan tot uitdrukking worden gebracht in een interimverslag.

Anderzijds geldt dat het om politieke redenen dan wel uit politieke noodzaak voor het Parlement wenselijk is zijn besluit te motiveren.

Een tussenoplossing die wordt voorgesteld in dit verslag, is geen overwegingen toe te staan, maar de bevoegde commissie toe te staan haar aanbeveling aan de plenaire vergadering vergezeld te laten gaan van een voorstel voor een niet-wetgevingsresolutie. Zo krijgt de commissie (of krijgen de commissies) en nadien de plenaire vergadering de mogelijkheid opmerkingen over de voorgestelde handeling te maken en in detail hu standpunt erover te formuleren. De wegingsverhouding binnen het Parlement zal er normaal voor zorgen dat de goedgekeurde resolutie niet in tegenspraak is met het besluit over de goedkeuring (zie hieronder).

5) Amendementen

Aangezien overwegingen in de plenaire vergadering niet zijn toegestaan, stelt de vraag van amendementen zich niet. Aan deze redenering ligt artikel 81 ten grondslag, dat luidt als volgt: "Het Parlement spreekt zich bij een enkele stemming uit over het besluit, waarvoor uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de goedkeuring van het Parlement vereist is. Er kunnen geen amendementen worden ingediend"[16]. Deze bepaling is ongetwijfeld van toepassing op de tekst van het besluit zelf. De specifieke bepaling over internationale overeenkomsten geeft de volgende verduidelijking:

"Artikel 90, lid 7

7. Het Parlement brengt advies uit inzake, respectievelijk verleent goedkeuring voor de sluiting, hernieuwing of wijziging van een door de Europese Unie te sluiten internationale overeenkomst of financieel protocol, bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen en bij een enkele stemming. Amendementen op de tekst van de overeenkomst of van het protocol zijn niet ontvankelijk."

De bedoeling met de uitsluiting van de tekst van de handeling is, gezien de mogelijk verregaande consequenties van het besluit van het Parlement, ervoor te zorgen dat het besluit van het Parlement eenduidig en onvoorwaardelijk is. Bij internationale overeenkomsten komt daar nog bij dat een overeenkomst die via onderhandelingen is vastgesteld, geenszins unilateraal kan worden gewijzigd. Deze redenering gaat echter niet op voor eventuele onderdelen van de ontwerpaanbeveling, zoals visa, overwegingen of de paragraaf met het besluit. Als, zoals hier wordt voorgesteld, de aanbeveling van de commissie geen overwegingen mag bevatten (de functie van de overwegingen wordt overgenomen door een ontwerpresolutie), hebben eventuele amendementen alleen betrekking – en mogen zij alleen betrekking hebben – op de paragraaf met het besluit. Wat dit laatste element betreft, is de mogelijkheid tot het indienen van amendementen wel degelijk van belang om elke twijfel over het exacte standpunt van de commissie(s) weg te nemen.

6) Stemming

Als het besluit dat wordt voorgesteld in de ontwerpaanbeveling in de commissie of in de aanbeveling in de plenaire vergadering, niet de vereiste meerderheid krijgt en als er geen amendement in tegengestelde zin wordt ingediend of als dit evenmin de vereiste meerderheid krijgt, is de vraag hoe de uitslag moet worden beoordeeld. Moet deze uitslag worden begrepen in de zin dat de commissie of de plenaire vergadering, al naargelang, helemaal geen besluit heeft genomen of in de zin dat het tegengestelde is besloten van wat werd voorgesteld? Dit laatste zou betekenen dat, als goedkeuring van het besluit in kwestie wordt voorgesteld en het voorstel geen meerderheid krijgt, het besluit wordt geacht te zijn verworpen en omgekeerd, als een voorstel tot verwerping geen meerderheid krijgt, het besluit wordt geacht te zijn aangenomen[17].

Deze laatste interpretatie, die altijd gebruikelijk was in de plenaire vergadering, is gerechtvaardigd op basis van artikel 90, lid 9: "Verleent het Parlement geen goedkeuring voor een internationale overeenkomst, dan stelt de Voorzitter de Raad ervan op de hoogte dat de overeenkomst niet kan worden gesloten." Sinds de stemming over de ACTA-overeenkomst op 4 juli 2012 is dit veranderd en is het in het Parlement usance geworden over de goedkeuring te stemmen ongeacht de aanbeveling van de commissie. Als er geen meerderheid is voor goedkeuring, wordt het besluit geacht te zijn verworpen.

Bij de beantwoording van deze vraag moet met twee aspecten rekening worden gehouden. Ten eerste kan, gezien het feit dat de goedkeuring van het Parlement als onderdeel van een wetgevingsprocedure belangrijk is, worden aangevoerd dat goedkeuring moet worden verleend met een positief besluit, en niet via de omweg van een besluit van het Parlement over het tegengestelde. Ten tweede kan er een probleem zijn met deze oplossing in het geval van de speciale drempels die voor bepaalde besluiten over goedkeuring gelden (meerderheid van de leden bijvoorbeeld in artikel 49 van het VEU, toetredingsakkoorden, artikel 312, lid 2, van het VWEU, meerjarig financieel kader, en artikel 223, lid 1, van het VWEU, verkiezingsprocedure, en meerderheid van twee derde der uitgebrachte stemmen welke tevens de meerderheid van de leden vertegenwoordigt in artikel 7 van VEU juncto artikel 354 van het VWEU, schending van de waarden van de Unie).

Hier rijst de vraag of een stemming met een gewone meerderheid tegen een negatieve aanbeveling (maar niet met de vereiste gekwalificeerde meerderheid) toch kan worden beschouwd als een goedkeuring. De rapporteur meent van niet.

De bedoeling van de vereiste van een speciale meerderheid voor besluiten van het Parlement is ervoor te zorgen dat een besluit dat erg belangrijk is, niet kan worden genomen met een toevallige meerderheid op een moment dat er weinig leden in de plenaire vergadering aanwezig zijn. Deze bedoeling wordt veronachtzaamd, als een negatieve stemming met een gewone meerderheid in bepaalde omstandigheden hetzelfde effect heeft als een stemming waarvoor een gekwalificeerde meerderheid vereist is.

Deze moeilijkheden kunnen worden voorkomen, als de stemming over de goedkeuring in de plenaire vergadering zou zijn "losgekoppeld" van de ontwerpaanbeveling of de aanbeveling aan de plenaire vergadering. Anders gezegd, als alleen wordt gestemd over de kwestie van de goedkeuring, los van wat de rapporteur of de commissie, al naargelang, aanbeveelt. Een besluit dat niet de vereiste meerderheid krijgt, zou geacht worden te zijn verworpen. De term "aanbeveling" zou dan worden begrepen in zijn gebruikelijke betekenis, een voorstel zonder welke bindende kracht ook. Dit zou evenwel niet betekenen dat de aanbeveling geen politiek gewicht heeft.

De usance in het Parlement is overigens, als hierboven vermeld, veranderd in deze zin sinds de stemming over de ACTA-overeenkomst op 4 juli 2012. De rapporteur stelt voor het Reglement aan deze usance aan te passen.

Op het niveau van de commissie is de situatie enigszins anders, doordat in de door de rapporteur voorgestelde ontwerpaanbeveling de keuze wordt gepresenteerd tussen goedkeuring en verwerping. Als het principe wordt gevolgd van “geen fictief besluit”, waarvan de rapporteur voorstander is, betekent dit hier dat de commissie in gevallen waar zij de rapporteur niet volgt, helemaal geen aanbeveling formuleert en moet beginnen met een nieuw ontwerp. Aangezien deze situatie niet eeuwig kan blijven duren, moet worden voorzien in een deadline (zie artikel 81, lid 3, van het Reglement (nieuw)).[18]

  • [1]  Artikel 218, lid 6, onder a), VWEU
  • [2]  Artikel 49 VEU
  • [3]  Artikel 352 VWEU
  • [4]  Artikel 329, lid 1, VWEU
  • [5]  Artikel 218, lid 6, onder a), VWEU
  • [6]  Artikel 312, lid 2, VWEU
  • [7]  Artikel 223, lid 1, tweede alinea, VWEU
  • [8]  Artikel 14, lid 2, tweede alinea, VEU
  • [9]  Artikel 25, tweede alinea, VWEU
  • [10]  Artikel 7, leden 1 en 2, VEU
  • [11]  Artikel 311, lid 4, VWEU
  • [12]  Artikel 231 VWEU
  • [13]  Artikel 81, lid 1, alinea 2.
  • [14]  Zie ook de enquête die in september 2011 is uitgevoerd door de Afdeling wetgevingscoördinatie (DG intern beleid van de Unie).
  • [15]  Opgemerkt zij dat momenteel in het desbetreffende tekstmodel van het Parlement überhaupt niet in overwegingen is voorzien
  • [16]  Artikel 81, lid 1, alinea 2.
  • [17]  Zie bijvoorbeeld artikel 210, lid 3, betreffende politieke partijen op Europees niveau: “Het Parlement neemt bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen een ontwerpbesluit aan waarin wordt vastgesteld of de desbetreffende politieke partij al dan niet de in lid 1 genoemde beginselen eerbiedigt. Er kunnen geen amendementen worden ingediend. Behaalt het ontwerpbesluit geen meerderheid, dan wordt het tegengestelde besluit geacht te zijn aangenomen.”
  • [18]  Zie ook de interpretatie die de Commissie constitutionele zaken geeft van het resultaat van een staking van stemmen bij een stemming betreffende het interveniëren in een gerechtelijke procedure (interpretatie van artikel 159, lid 3, van het Reglement) (P7_TA-PROV(2013)0121).

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

26.11.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

16

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Andrew Henry William Brons, Zdravka Bušić, Carlo Casini, Andrew Duff, Ashley Fox, Gerald Häfner, Stanimir Ilchev, Morten Messerschmidt, Sandra Petrović Jakovina, Paulo Rangel, Rafał Trzaskowski, Manfred Weber, Luis Yáñez-Barnuevo García

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Zuzana Brzobohatá, Isabelle Durant, Helmut Scholz

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Leonardo Domenici