VERSLAG over het Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw
5.12.2013 - (2013/2061(INI))
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Pilar Ayuso
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 6 december 2012 "Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw" (COM(2012)0736),
– gezien de mededeling van de Commissie van 6 april 2004 "e-Gezondheidszorg – een betere gezondheidszorg voor de burgers van Europa: Een actieplan voor een Europese Ruimte voor e-gezondheidszorg" (COM(2004)0356),
– gezien de aanbeveling van de Commissie van 2 juli 2008 over grensoverschrijdende interoperabiliteit van systemen voor elektronische medische dossiers (2008/594/EC),
– gezien de mededeling van de Commissie van 4 november 2008 "Telegeneeskunde ten bate van de patiënten, de gezondheidszorgstelsels en de maatschappij" (COM(2008)0689),
– gezien Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende zorg,
– gezien het eHealth Strategies-verslag van de Commissie van januari 2011 "European countries on their journey towards national eHealth infrastructures"[1],
– gezien artikel 48 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0443/2013),
A. overwegende dat de gelijke toegang tot een kwalitatief hoogwaardige universele gezondheidszorg een internationaal erkend grondrecht is, met name in de EU;
B. overwegende dat de toegang tot zorgstelsels in veel gevallen beperkt is door financiële of regionale omstandigheden (bijv. in dunbevolkte gebieden), en dat e‑gezondheidssystemen een belangrijke rol kunnen spelen bij het wegnemen van deze ongelijkheden in de gezondheidszorg;
C. overwegende dat het vertrouwen van patiënten in de aan hen verleende gezondheidsdiensten van cruciaal belang is om een hoogwaardige gezondheidszorg te waarborgen;
D. overwegende dat het optreden van de Unie volgens artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een aanvulling vormt op het nationale beleid, en gericht dient te zijn op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de fysieke en mentale gezondheid;
E. overwegende dat het optreden van de Unie op het gebied van de e-gezondheid daarom bestaat uit het helpen van alle bevoegde autoriteiten op lokaal, regionaal, nationaal of staatsniveau hun inspanningen op nationaal en grensoverschrijdend niveau te coördineren en uit het ondersteunen van hun maatregelen wanneer interventie een toegevoegde waarde kan bieden, met als doel om de kwaliteit van het leven van burgers te verbeteren;
F. overwegende dat de economische neergang bezuinigingen in de nationale begrotingen voor gezondheidszorg noodzakelijk maakt, hetgeen ertoe leidt dat er oplossingen moeten worden gevonden om de doeltreffendheid van de zorgstelsels te vergroten en bijgevolg de duurzaamheid ervan te waarborgen;
G. overwegende dat e-gezondheid een kostenefficiënte en doeltreffende manier moet zijn om gezondheidszorgdiensten te verlenen aan patiënten met als doel om hun medische kosten te verlagen zonder onnodige lasten te creëren voor de huidige nationale zorgstelsels;
H. overwegende dat ongelijkheden die het gevolg zijn van de digitale kloof zich tot de gezondheidszorg zullen uitbreiden als de toegang tot hogesnelheidsinternet niet wordt verbeterd naarmate e-gezondheidsdiensten worden uitgebreid;
I. overwegende dat de organisatorische en culturele benaderingen van de zorgverlening, die van lidstaat tot lidstaat verschillen, van aanzienlijke waarde zijn, met name voor de stimulering van innovatie;
J. overwegende dat we te maken hebben met een groot aantal problemen in de gezondheidszorg die grensoverschrijdend van aard zijn;
K. overwegende dat burgers steeds mobieler worden binnen de zorgstelsels van hun eigen land, en het voor sommige patiënten nu gebruikelijker is te kiezen voor een medische behandeling buiten het land van hun verblijfplaats;
L. overwegende dat in artikel 4, lid 5, van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg wordt bepaald dat het optreden van de Unie de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende het taalgebruik onverlet laat;
M. overwegende dat patiënten niet gebaat zijn bij het onnodig herhalen van klinische onderzoeken wanneer de uitslagen daarvan al zijn opgenomen in hun medische dossiers en zorgverleners die hen elders behandelen toegang hebben tot die dossiers;
N. overwegende dat de informatie- en communicatietechnologie (ICT) voldoende ontwikkeld is om voor e-gezondheidssystemen te worden toegepast, en dat er in verschillende lidstaten en andere landen wereldwijd bevredigende resultaten zijn behaald die talrijke voordelen met zich meebrengen op nationaal niveau, met name als manier om de patiëntveiligheid te versterken, een holistische patiëntbenadering te vergemakkelijken, de ontwikkeling van gepersonaliseerde geneesmiddelen te bevorderen en de doeltreffendheid – en zodoende de duurzaamheid – van zorgstelsels te vergroten;
O. overwegende echter dat er meer investeringen nodig zijn in onderzoek, ontwikkeling, evaluatie en toezicht om zeker te stellen dat e-gezondheidssystemen (met inbegrip van mobiele toepassingen) tot positieve resultaten leiden;
P. overwegende dat ICT-deskundigen, consumenten, patiënten, onofficiële zorgverleners, de zorgsector in het algemeen en artsen in het bijzonder, evenals openbare gezondheidsdiensten, moeten samenwerken;
Q. overwegende dat succesvolle e-gezondheidsinitiatieven en -projecten zoals epSOS of het VPH-initiatief (Virtual Physiological Human initiative) de enorme waarde van e‑gezondheidsoplossingen hebben aangetoond;
R. overwegende dat meer belang moet worden gehecht aan databanken (zoals cloud computing) en aan hun locatie en beheer, en overwegende dat de veiligheid van databanken een prioriteit moet vormen;
S. overwegende dat voorrang moet worden gegeven aan de juridische aspecten en de gegevensbescherming met betrekking tot de e-gezondheid, en overwegende dat, aangezien gegevens over de gezondheid van patiënten uiterst gevoelig van aard zijn, een passend evenwicht moet worden gevonden tussen gegevensbescherming en de toegang tot gegevens, en duidelijkheid moet worden geschept over de aansprakelijkheid;
T. overwegende dat er in alle lidstaten behoefte is aan wettelijke kaders met betrekking tot e‑gezondheid;
U. overwegende dat er behoefte is aan EU-richtsnoeren voor een correct gebruik van patiëntgegevens in de zorgsector;
V. overwegende dat moet worden gestimuleerd dat de normen voor het ontwerp van e-gezondheidssystemen in de hele EU worden toegepast en dat de e-gezondheidssystemen uit de verschillende lidstaten interoperabel zijn, om te garanderen dat zij doeltreffend zijn op Europese en grensoverschrijdende schaal en om tegelijkertijd te waarborgen dat standaardiseringsmaatregelen alleen gericht zijn op interoperabiliteit en niet tot een monopolistische positie van één enkele partij leiden;
W. overwegende dat niet alle burgers en zorgverleners de mogelijkheid hebben om ICT-tools te gebruiken of over de benodigde vaardigheden beschikken om van e‑gezondheidsdiensten gebruik te maken;
X. overwegende dat dientengevolge, en om alle partijen te voorzien van de vereiste kennis en vaardigheden om met e-gezondheid te werken,
• mensen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg toegang moeten hebben tot beroepsopleiding (onder andere in het kader van permanente bijscholing) over het gebruik van de ICT-systemen die in de gezondheidszorg worden toegepast, en
• patiënten en onofficiële zorgverleners bijstand moeten krijgen bij het gebruik van de ICT-systemen die in de gezondheidszorg worden toegepast;
Y. overwegende dat vrouwen, vanwege hun langere levensverwachting en de geslachtsgerelateerde prevalentie van bepaalde ziekten, in grotere mate dan mannen worden getroffen door chronische en tot invaliditeit leidende ziekten;
Z. overwegende dat voor patiënten met chronische ziekten een multidisciplinaire aanpak nodig is;
AA. overwegende dat e-gezondheidsoplossingen het potentieel hebben om het welzijn van met name chronisch zieke patiënten te vergroten, aangezien het eenvoudiger is hen thuis te behandelen;
1. is ingenomen met de mededeling van de Commissie met de titel "Het Actieplan e‑gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw", dat het in 2004 aangenomen Actieplan e-gezondheidszorg actualiseert door het opzetten van verdere acties, met name voor betere toegang tot gezondheidsdiensten, lagere zorgkosten en meer gelijkheid onder de Europese burgers; verzoekt de Commissie met klem zich ervoor te blijven inzetten dat e-gezondheidszorg in de gehele EU volledig wordt overgenomen;
2. is van oordeel dat e-gezondheidszorg, ondanks al haar tekortkomingen, een groot potentieel biedt en ten goede zou kunnen komen aan zorgverleners, patiënten, mantelzorgers en de bevoegde overheden zelf;
3. wijst op het potentieel van e-gezondheidstoepassingen om gedecentraliseerd gezondheidszorgbeleid op regionaal of lokaal niveau mogelijk te maken en gezondheidszorgbeleid aan te passen aan de lokale behoeften en verschillen;
4. is van oordeel dat de benodigde instrumenten moeten worden geboden om realtime gegevens aan te wenden om de voordelen en risico's beter te kunnen beoordelen, om nadelige ontwikkelingen te kunnen voorspellen, en om de doeltreffendheid van de evaluatie van gezondheidstechnologieën te verbeteren;
5. benadrukt dat e-gezondheidstoepassingen voor iedereen toegankelijk moeten zijn en dat toegankelijkheid bij de ontwikkeling van elk product of elke softwaretoepassing een verplichte voorwaarde moet zijn, om ongelijkheden met betrekking tot toegang te voorkomen;
6. beveelt aan dat de nodige maatregelen worden getroffen om de digitale kloof tussen de verschillende regio's van de lidstaten te dichten, en om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers in gelijke mate profiteren van de toegang tot en het gebruik van e‑gezondheidsdiensten, en dat deze niet tot sociale of territoriale ongelijkheden zullen leiden, zodat patiënten worden bereikt die niet vertrouwd zijn met ICT, evenals patiënten die anders zouden worden uitgesloten of minder goed worden bereikt door de nationale gezondheidssystemen;
7. verzoekt de Commissie en de lidstaten te zorgen voor gelijke toegang voor vrouwen op het gebied van e-gezondheid, niet alleen als patiënten maar ook als zorgverleners (al dan niet professioneel), ICT-deskundigen en beleidsmakers; benadrukt het feit dat vrouwen gedurende hun hele leven betrokken zijn bij alle niveaus van de gezondheidssector;
8. roept de Commissie op e-gezondheidsdiensten aan te moedigen en te bevorderen die ontworpen zijn voor (informele) mantelzorgers, van wie het merendeel vrouw is, om hen bij te staan bij hun vaak zware zorgtaken en om hen in staat te stellen de best mogelijke zorg te verstrekken;
9. wijst erop dat het van essentieel belang is dat de zorgsector de "e-gezondheidscultuur" omarmt, en de juiste omstandigheden schept zodat e-gezondheid patiënten meer zeggenschap kan bieden en hun vertrouwen wint;
10. benadrukt in dit verband hoe belangrijk het is om zorgverleners, patiënten en patiëntenorganisaties een grotere rol te geven bij de ontwikkeling en uitvoering van het Actieplan e‑gezondheidszorg;
11. benadrukt met name dat moet worden gewaarborgd dat patiënten de mogelijkheid krijgen om de informatie over hun gezondheid in te kijken, te gebruiken en te raadplegen en vraagt de Commissie en de lidstaten daarom aandacht te besteden aan de gezondheidskennis van patiënten, om te waarborgen dat e-gezondheidsinstrumenten doeltreffend worden toegepast;
12. vraagt de Commissie en de lidstaten bijzondere aandacht te besteden aan digitale geletterdheid en technische opleidingen voor vrouwen, met name oudere vrouwen, teneinde ervoor te zorgen dat e-gezondheidsinstrumenten, met name telegeneeskunde, daadwerkelijk doeltreffend zijn en toegankelijk zijn voor de hele bevolking;
13. betreurt de voorgestelde bezuinigingen op de Connecting Europe Facility voor digitale en breedbanddiensten ten zeerste, vooral gezien het momenteel sterk verminderde concurrentievermogen in de Unie; hoopt dat de financiering uit hoofde van Horizon 2020 op dit gebied gehandhaafd blijft; moedigt lokale en regionale overheden aan doeltreffend gebruik te maken van EU-middelen voor de financiering van e-gezondheidszorg – zonder besparingen in de traditionele gezondheidszorg door te voeren door bijvoorbeeld lokale ziekenhuizen te sluiten – en kennis op het gebied van gezondheidszorg uit te wisselen;
14. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan dat zij de nodige economische, materiële en menselijke middelen ter beschikking te stellen om ervoor te zorgen dat de toegang tot en het gebruik van e-gezondheidsdiensten niet zullen bijdragen aan de territoriale ongelijkheden die nu al de toegang tot bestaande ICT-diensten belemmeren;
15. verzoekt met name de bevoegde autoriteiten binnen de lidstaten met klem ten volle gebruik te maken van de EU-structuurfondsen om de beschikbaarheid van internetverbindingen te verbeteren en de digitale kloof te verkleinen;
16. roept de Commissie op deze inspanningen via de Digitale Agenda voor Europa te ondersteunen, het gebruik van deze middelen voor dit doel te vergemakkelijken, duidelijke richtsnoeren voor financiering te verstrekken om de ICT- en gezondheidssectoren rechtstreeks te ondersteunen, en nauwer met telecomexploitanten samen te werken om de beschikbaarheid van breedbandinternet in kaart te brengen;
17. roept de Commissie en de lidstaten op nieuwe e-gezondheidsinstrumenten te ontwikkelen die toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn voor ouderen en gehandicapten;
18. roept de Commissie op e-gezondheidsdiensten aan te moedigen voor vrouwen die in een isolement leven, waarmee niet enkel vrouwen worden bedoeld die in afgelegen gebieden wonen, maar ook aan huis gebonden vrouwen die niet beschikken over de mobiliteit en/of het netwerk voor (sociale) ondersteuning die nodig zijn om hun gezondheid en welzijn te onderhouden;
19. vraagt dat de Commissie en de lidstaten ook een belangrijke bijdrage leveren bij het samenbrengen van de verschillende belanghebbenden om ervaring en optimale werkmethoden uit te wisselen;
20. pleit in het licht van deze overwegingen voor de oprichting van een platform voor samenwerking op het gebied van onderzoek tussen patiënten, de academische wereld, de industrie en zorgverleners, om een doeltreffend en alomvattend e-gezondheidsbeleid tot stand te brengen;
21. wijst erop dat de ontwikkeling van e-gezondheidstoepassingen, met inbegrip van het gebruik en hergebruik van gezondheidsgegevens, maatregelen vereist op het gebied van vertrouwelijkheid, gegevensbescherming, aansprakelijkheid en vergoeding, om ervoor te zorgen dat gevoelige gegevens beschermd zijn tegen hacking, illegale verkoop en andere vormen van misbruik; is in dit verband verheugd over het voornemen van de Commissie om een studie te laten uitvoeren inzake de juridische aspecten van e-gezondheidsdiensten;
22. dringt bij de Commissie en de lidstaten aan op richtsnoeren en wetgevingsvoorstellen die een oplossing bieden voor de huidige juridische lacunes, met name op het gebied van bevoegdheden en aansprakelijkheid, en verzoekt hen in de hele EU te zorgen voor een doeltreffende toepassing van het e-gezondheidssysteem;
23. vraagt de Commissie en de lidstaten richtsnoeren en wetgeving te ontwikkelen over de juridische aspecten en de gegevensbescherming met betrekking tot de e-gezondheid, in het bijzonder wetgeving die een veilige uitwisseling, verwerking en analyse van gegevens mogelijk maakt, om zo een passend evenwicht te bereiken tussen gegevensbescherming en de toegang tot gegevens;
24. verzoekt de Commissie en de lidstaten toe te zien op een goed beheer van activiteiten ten aanzien van gezondheidsinformatie op internet;
25. onderstreept dat artsen, andere zorgverleners, patiënten en mantelzorgers toegang moeten hebben tot permanente en gespecialiseerde bijstand en opleiding op het gebied van e‑gezondheid, om hen te helpen hun digitale vaardigheden te ontwikkelen en zo optimaal gebruik te maken van e-gezondheidsdiensten, zonder dat de sociale en territoriale ongelijkheden worden vergroot;
26. meent dat de aandacht bij bijstand en opleiding vooral moet uitgaan naar:
1) opleiding in het gebruik van IT-instrumenten en e-gezondheid en bijscholing op dit vlak van zorgverleners; om dit te realiseren moeten studenten en junior medewerkers een bijgewerkt opleidingsplan inzake e-gezondheid krijgen;
2) IT-vaardigheden en bewustmaking over e-gezondheidsdiensten voor patiënten op nationaal en grensoverschrijdend niveau;
27. beveelt aan dat zowel bij de ontwikkeling van e-gezondheidstoepassingen als bij de evaluatie en controle daarvan rekening wordt gehouden met de standpunten van artsen en andere zorgverleners en van patiëntenverenigingen;
28. onderstreept dat de gezondheidszorg een menselijke dimensie moet behouden, met name gezien de vergrijzende bevolking en gezien het feit dat het daardoor steeds moeilijker wordt om medische van sociale aspecten te onderscheiden; roept de Commissie bijgevolg op ervoor te zorgen dat e-gezondheidstechnologieën niet in de plaats komen van de vertrouwensrelatie tussen patiënten en hun (gezondheids)zorgverleners;
29. verzoekt de lidstaten en de Commissie bewustzijns- en informatiecampagnes met betrekking tot e‑gezondheid en IT op te starten (rekening houdende met sociale en territoriale ongelijkheden) om het gebrek aan kennis en vertrouwen onder patiënten, burgers en zorgverleners aan te pakken; is van oordeel dat deze campagnes moeten worden toegespitst op de sociale doelgroep, aangezien de informatievoorziening en de actieve deelname van burgers randvoorwaarden zijn voor een goede ontwikkeling van het nieuwe model gezondheidsdiensten;
30. spoort de lidstaten aan de samenwerking op het gebied van e-gezondheid te intensiveren, zowel op nationaal als regionaal maar ook op grensoverschrijdend niveau, zodat de op dit vlak meest gevorderde landen hun kennis kunnen overdragen aan de minder ervaren landen;
31. verzoekt de lidstaten hun ervaringen, kennis en optimale werkwijzen te delen en met de Commissie en belanghebbenden en onderling samen te werken, om zo de doeltreffendheid van de patiëntgerichte e-gezondheidssystemen te vergroten;
32. benadrukt dat de lidstaten daartoe moeten blijven samenwerken via elektronische platformen waarop zij optimale werkwijzen met betrekking tot e-gezondheidssystemen en ‑oplossingen kunnen delen, en dat zowel de Commissie als de lidstaten de verbinding tussen de verschillende e-gezondheidsprojecten in de EU moeten ondersteunen;
33. onderstreept het potentieel van apps voor mobiele apparaten voor patiënten, met name voor patiënten met chronische ziekten, en staat positief tegenover de ontwikkeling van nuttige, specifiek gezondheidsgerichte apps met alleen door medisch specialisten gecontroleerde inhoud;
34. roept de Commissie op met een "Actieplan m-gezondheidszorg" voor mobiele apparaten te komen dat richtsnoeren voor markttoezicht op apps voor mobiele gezondheid moet bevatten, om de bescherming van de gegevens en de betrouwbaarheid van de verstrekte gezondheidsinformatie te waarborgen, en te verzekeren dat deze apps onder adequaat medisch toezicht worden ontwikkeld;
35. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om wetgeving te ontwikkelen over ICT-applicaties voor mobiele apparaten op het gebied van gezondheidszorg om de echtheid van de informatie die wordt doorgegeven te waarborgen en het gebrek aan juridische duidelijkheid en transparantie aangaande het gebruik van de door deze applicaties verzamelde gegevens aan te pakken;
36. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan dat zij blijven werken aan proefprojecten zoals het epSOS-project, het project "Renewing health", en/of het VPH-initiatief (Virtual Physiological Human initiative), zodat interoperabiliteit op Europees niveau tot stand kan worden gebracht, en dat zij innovatieve oplossingen voor persoonsgerichte zorg blijven ondersteunen, met inbegrip van geavanceerde modellering en simulatie, die nodig zijn om de doelstellingen van gepersonaliseerde en prognostische geneeskunde te realiseren;
37. onderstreept dat de organisatie van zorgstelsels een bevoegdheid van de lidstaten is; verzoekt de Commissie echter met klem bij het uitstippelen van haar beleid en bij het aanpakken van de botsende prioriteiten op het gebied van e-gezondheid te blijven samenwerken met zorgverleners, patiëntenorganisaties, belangrijke belanghebbenden en de bevoegde autoriteiten, zonder de voornaamste prioriteit – namelijk de toegang van patiënten tot een doeltreffend en betaalbaar zorgstelsel – uit het oog te verliezen;
38. onderstreept dat e-gezondheid voor nieuwe banen zorgt in de geneeskunde, de onderzoekssector en gezondheidsdiensten, en roept met het oog hierop de Commissie op nationale autoriteiten aan te moedigen gebruik te maken van EU-middelen om programma's voor e-gezondheid en grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid te financieren;
39. verzoekt de lidstaten – gezien het feit dat het Actieplan e-gezondheidszorg tot doel heeft nieuwe werkgelegenheid te creëren in de onderzoeks-, gezondheids-, geneesmiddelen- en ICT-sector – bijzondere aandacht te besteden aan genderevenwicht in het onderwijs, opleidingen en aanwerving in al deze sectoren;
40. roept de Commissie en de lidstaten op samen te werken om binnen nationale begrotingen voor gezondheidszorg duurzame financieringsmodellen te ontwikkelen voor e‑gezondheidsdiensten, en hierbij andere belanghebbenden te raadplegen zoals zorgverzekeraars, nationale gezondheidsinstellingen, zorgverleners en patiëntenorganisaties;
41. benadrukt dat innovatie op het gebied van e‑gezondheid kansen voor het bedrijfsleven schept en bijdraagt tot toekomstige groei;
42. benadrukt dat meer onderzoek moet worden gedaan naar e‑gezondheidssystemen, maar zonder dat de onderzoeksuitgaven een rechtstreeks effect hebben op de kosten van de geleverde diensten;
43. roept de Commissie dringend op binnen toekomstige kaderprogramma's op het gebied van onderzoek en ontwikkeling middelen toe te wijzen aan e-gezondheid;
44. benadrukt dat erop moet worden toegezien dat kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) passende steun krijgen, om gelijke concurrentievoorwaarden in de e-gezondheidssector te waarborgen, de markttoegang voor kmo's op dit terrein te bevorderen en ervoor te zorgen dat zij bijdragen aan de sociale en territoriale samenhang;
45. roept de Commissie daarom op projecten van kmo's op het gebied van e-gezondheid te ondersteunen en te faciliteren door richtsnoeren vast te stellen in de e-gezondheidsmarkt en de samenwerking tussen kmo's enerzijds en belanghebbenden, onderzoeksorganen en zorgverzekeraars anderzijds te verbeteren om te zorgen voor innovatie voor zorgverleners;
46. onderstreept dat transparantie en concurrentie nodig zijn bij de ontwikkeling van ICT-instrumenten door kmo's, om te zorgen voor betaalbare prijzen voor e‑gezondheidsinstrumenten;
47. roept de Commissie en de lidstaten op normen te ontwikkelen voor de verzameling en uitwisseling van gegevens over grensoverschrijdende volksgezondheidskwesties en de rapportage hierover;
48. spoort de Commissie en de lidstaten aan samen te werken met patiënten en andere belanghebbenden met het oog op het vaststellen van instrumenten en modellen voor e‑gezondheid die van pas kunnen komen bij de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van artikel 12 van Richtlijn 2011/24/EU, dat betrekking heeft op de ontwikkeling van Europese referentienetwerken tussen zorgaanbieders en expertisecentra;
49. verzoekt de Commissie en de lidstaten zich te blijven inspannen voor de tenuitvoerlegging van artikel 14 van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, waarmee het e-gezondheidsnetwerk tot stand wordt gebracht;
50. roept de Commissie op alle regionale autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van e‑gezondheidstoepassingen de mogelijkheid te geven deel uit te maken van het bij Richtlijn 2011/24/EU opgezette e-gezondheidsnetwerk;
51. onderstreept de noodzaak van een ethische praktijkcode voor grensoverschrijdende activiteiten waarbij geen afbreuk wordt gedaan aan het subsidiariteitsbeginsel;
52. benadrukt dat het van essentieel belang is dat patiënten zich toegang kunnen verschaffen tot hun eigen persoonlijke gezondheidsgegevens; beklemtoont dat patiënten die voorafgaand toestemming hebben gegeven voor het gebruik van deze gegevens altijd op duidelijke en transparante wijze moeten worden geïnformeerd over hoe deze gegevens worden verwerkt;
53. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan de normen voor de verwerking van persoonsgegevens die zijn neergelegd in het voorstel voor een verordening betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens toe te passen zodra deze van kracht is geworden;
54. wijst erop dat in alle lidstaten internationale normen moeten worden toegepast bij de vormgeving en uitwisseling van de gegevens, dat internationale codes moeten worden ontwikkeld voor e-gezondheidsberoepen en dat de definities moeten worden geharmoniseerd;
55. is in dit opzicht ingenomen met de voortdurende internationale samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie en de OESO;
56. is verheugd over de samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van e‑gezondheid, die zich kenmerkt door de voortdurende opzet van gezamenlijke initiatieven, zoals de initiatieven die zijn ontwikkeld in het kader van het memorandum van overeenstemming over samenwerking op het gebied van gezondheidsinformatie en ICT, en met name de gezamenlijk ontwikkelde routekaart van de Europese Commissie en het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zaken voor de ontwikkeling van internationaal erkende normen en implementatiemaatregelen voor de interoperabiliteit van elektronische gezondheidsinformatiesystemen;
57. onderstreept dat moet worden toegezien op een technische standaardisatie en interoperabiliteit van ICT-oplossingen en gegevensuitwisseling op alle niveaus van Europese zorgstelsels, en dat richtsnoeren moeten worden ontwikkeld voor de interoperabiliteit van deze stelsels in de gehele EU;
58. beklemtoont hoe belangrijk het is om te zorgen voor interoperabiliteit tussen de respectievelijk door patiënten en door artsen gebruikte softwaretoepassingen, om betere resultaten te bereiken en de communicatie te verbeteren;
59. is verheugd over het voornemen van de Commissie om tegen 2015 een interoperabiliteitskader voor e‑gezondheidszorg voor te stellen, en beschouwt dit als een zeer belangrijke stap in de richting van meer zeggenschap voor de patiënt in e‑gezondheidszorg; vindt het belangrijk dat in dit kader de gestandaardiseerde rapportage in medische dossiers wordt opgenomen, evenals steun voor de ontwikkeling van medische hulpmiddelen, met inbegrip van een toepassing voor de automatische elektronische opslag van medische gegevens;
60. onderstreept dat de culturele en taalkundige verscheidenheid van de Europese Unie bij de technische standaardisatie en de interoperabiliteit van de Europese gezondheidssystemen ten volle moet worden geëerbiedigd;
61. meent dat de ontwikkeling van e-gezondheidsinstrumenten niet alleen door technologische of economische belangen mag worden gedreven, maar ook gericht moet zijn op de doeltreffendheid en de bruikbaarheid van de instrumenten ten aanzien van de verbetering van de gezondheid en de kwaliteit van leven, en benadrukt dat de belangen van de patiënten, waaronder ook ouderen en gehandicapten, daarbij voorop moeten staan;
62. roept de lidstaten eveneens op om bij de bevordering van dit plan de nadruk te leggen op het streven naar het nodige evenwicht tussen mannen en vrouwen;
63. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan een genderevenwichtige benadering van gezondheidszorg en geneeskunde te bevorderen, en bij de tenuitvoerlegging van het Actieplan e-gezondheidszorg rekening te houden met de specifieke behoeften van vrouwen en meisjes als begunstigden van gezondheidszorg;
64. onderstreept het belang van wereldwijde enquêtes voor de verzameling van onderzoeksgegevens op het gebied van e-gezondheid;
65. beveelt de lidstaten en de Commissie aan om met de hulp van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) naar geslacht uitgesplitste gegevens te verzamelen over de eerste bevindingen ten aanzien van de toegankelijkheid en de effecten van e‑gezondheidssystemen en -instrumenten, en dringt erop aan maatregelen te nemen met het oog op de uitwisseling van beste praktijken op het vlak van de uitvoering van e‑gezondheid;
66. herhaalt dat het toekomstige Actieplan e-gezondheidszorg de volgende hoofdbeginselen moet garanderen:
– optimalisering van de uitgaven voor gezondheidszorg in tijden van economische crisis;
– versterking en bevordering van toepassingen en oplossingen voor marktontwikkeling;
– waarborging van de interoperabiliteit van de informatiesystemen in de gezondheidszorg en ziekenhuizen;
67. vraagt de Commissie om de twee jaar een voortgangsverslag te publiceren met betrekking tot de uitvoering in de afzonderlijke lidstaten van het Actieplan e-gezondheidszorg, waaruit duidelijk wordt welke innovatieve wijzigingen aan dit instrument zijn aangebracht om de burgers hoogwaardige en efficiënte zorgstelsels te bieden; verzoekt de Commissie voorts in het licht hiervan doeltreffende indicatoren op nationaal en EU-niveau vast te stellen om de vorderingen en de resultaten van de geplande acties te meten, met bijzondere aandacht voor mogelijke discriminatie of ongelijke toegang waarvan consumenten of patiënten het slachtoffer zouden kunnen zijn;
68. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Comité van de Regio's en de lidstaten.
- [1] http://www.ehealth-strategies.eu/report/eHealth_Strategies_Final_Report_Web.pdf
TOELICHTING
E-gezondheid is een middel om in de 21e eeuw een doeltreffendere en universelere gezondheidszorg van betere kwaliteit te waarborgen.
Er is een solide potentiële markt voor e-gezondheid. Zo is de wereldmarkt voor telegeneeskunde gegroeid van 9 800 miljoen dollar in 2010 tot 11 600 miljoen dollar in 2011, en zal deze zich naar verwachting in 2016 uitbreiden tot 27 300 miljoen dollar, wat een jaarlijks groeipercentage van 18,6% inhoudt.
Hoewel de toegang tot een kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg een erkend grondrecht is, vormen de toegenomen vraag naar gezondheidsdiensten als gevolg van de vergrijzing, de effecten van chronische ziekten en de mobiliteit van patiënten en zorgmedewerkers, in combinatie met de steeds hogere verwachtingen van burgers met betrekking tot de kwaliteit van de gezondheidszorg en steeds kleinere zorgbegrotingen, momenteel grote uitdagingen voor de zorgstelsels van de EU.
E-gezondheid kan deel uitmaken van het antwoord op deze problemen door te zorgen voor betere toegang tot gezondheidsdiensten voor personen die in afgelegen of dunbevolkte gebieden wonen, gunstigere werkomstandigheden, kortere wachttijden en het allerbelangrijkste: een veilige, doeltreffende en kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg.
Om deze doelstellingen te bereiken, moeten aanbieders van gezondheidsdiensten onderling samenwerken en daarbij de grenzen van hun bevoegdheden en taalkundige grenzen overschrijden, met het oog op het bieden van op de veiligheid van de patiënt gerichte kwaliteitsdiensten. Daarvoor is een technische standaardisatie, interoperabiliteit tussen Europese gezondheidsdiensten en een EU-definitie van certificerings- en authenticatieregelingen nodig.
Om ervoor te zorgen dat zowel burgers als zorgmedewerkers vertrouwen hebben en geloven in de voordelen van elektronische zorgtoepassingen, moet er sprake zijn van rechtszekerheid. Gegevensbescherming, vertrouwelijkheid, privacy en verantwoordelijkheid zijn enkele kwesties die moeten worden opgehelderd als we willen dat de toepassing van e‑gezondheidsdiensten een succes wordt.
Het is van essentieel belang dat de lidstaten hun ervaringen, kennis en optimale werkwijzen uitwisselen via onderlinge samenwerking en samenwerking met de Commissie, om zo de doeltreffendheid van de e-gezondheidssystemen te vergroten. Het is wenselijk dat e‑gezondheid in de toekomst een doeltreffende realiteit wordt. De landen die pionier zijn op dit gebied kunnen daaraan bijdragen door hun kennis te delen met de minder ervaren landen.
Het is van essentieel belang dat rekening wordt gehouden met de standpunten van artsen, zorgmedewerkers en patiëntenverenigingen, zowel vóór als na de ontwikkeling van deze gezondheidsdiensten. De e-gezondheidsdiensten zijn uiteindelijk voor hen bestemd en daarom moeten zij niet alleen overtuigd zijn van het nut ervan maar ze ook kunnen gebruiken. Zowel de publieke als de private sector moeten alle nodige informatie verstrekken, toegespitst op de sector waarvoor zij bestemd is.
Ten slotte is het cruciaal dat bij de ontwikkeling van deze projecten de belangen van de patiënt voorop staan, aangezien dit beslist de voornaamste doelstelling is: het verbeteren van de kwaliteit van de zorg voor EU-burgers, zonder de culturele verschillen tussen de EU-lidstaten met betrekking tot de gezondheidszorg uit het oog te verliezen.
ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (1.10.2013)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw
2013/2061(INI)
Rapporteur voor advies: María Irigoyen Pérez
SUGGESTIES
De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
1. verwelkomt het Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020, dat het in 2004 aangenomen Actieplan e-gezondheidszorg actualiseert door het opzetten van verdere acties, met name voor betere toegang tot gezondheidsdiensten, lagere zorgkosten en meer gelijkheid onder de Europese burgers;
2. beschouwt de toenemende mogelijkheden voor geïndividualiseerde gezondheidszorg als een van de belangrijkste kansen die door e-gezondheidszorg worden geboden, aangezien de medische dossiers van de patiënten automatisch in elektronische vorm kunnen worden opgeslagen, niet afhankelijk zijn van de plaats waar de patiënten zich bevinden en alleen door de patiënten zelf kunnen worden ingekeken met een persoonlijke ID;
3. is verheugd over het voornemen van de Commissie om tegen 2015 een interoperabiliteitskader voor e-gezondheidszorg voor te stellen, en beschouwt dit als een zeer belangrijke stap in de richting van meer zeggenschap voor de patiënt in e-gezondheidszorg; vindt het belangrijk dat in dit kader gestandaardiseerde rapportering in medische dossiers wordt opgenomen, alsook steun voor de ontwikkeling van medische hulpmiddelen die medische gegevens automatisch elektronisch opslaan;
4. verwelkomt het voornemen van de Commissie om een studie te laten uitvoeren inzake de juridische aspecten van e-gezondheidsdiensten; onderstreept evenwel dat doeltreffende maatregelen moeten worden genomen met betrekking tot terugbetaling, aansprakelijkheid en gegevensbescherming;
5. benadrukt dat het ruimere concept van e-gezondheidszorg moet worden ondersteund en pleit voor een sterkere rol van gezondheidswerkers, zoals artsen, apothekers en verpleegkundigen alsook van patiënten en patiëntenverenigingen in de uitvoering en de ontwikkeling van het Actieplan e-gezondheidszorg, waarbij in gedachte moet worden gehouden dat patiënten de mogelijkheid moeten krijgen om de informatie over hun gezondheid in te kijken, te gebruiken en te raadplegen;
6. vraagt dat de Commissie en de lidstaten ook een belangrijke bijdrage leveren bij het samenbrengen van de verschillende belanghebbenden om ervaring en beste praktijken uit te wisselen; vraagt dat de Commissie bijzondere aandacht besteedt aan haar centrale rol bij het ondersteunen van de uitwisseling van beste praktijken op het gebied van zeldzame ziekten;
7. onderstreept dat er in de hele Unie aangepaste steun, informatie en opleiding beschikbaar moeten zijn opdat de voordelen van e-gezondheidsdiensten ten volle kunnen worden benut zonder dat de sociale of territoriale ongelijkheden toenemen; benadrukt ook dat er systemen moeten worden ontwikkeld die voor iedereen toegankelijk zijn, rekening houdend met de doelstelling van een intuïtieve interface; onderstreept dat de gelijke toegang voor iedereen tot traditionele gezondheidszorgdiensten behouden moet blijven; meent dat bij steun en opleiding vooral aandacht moet gaan naar: 1) opleiding inzake het gebruik van IT-instrumenten en e-gezondheid en bijscholing van gezondheidswerkers; en 2) IT-vaardigheden en bewustmaking over e-gezondheidsdiensten voor patiënten op nationaal en grensoverschrijdend niveau, met bijzondere aandacht voor sociale en territoriale ongelijkheden;
8. is ervan overtuigd dat het om de kwaliteit van de gezondheidsdiensten te verbeteren, gezondheidsinstellingen transparanter te maken, corruptie te bestrijden en patiënten in staat te stellen hun gegevens te hergebruiken om nieuwe kennis tot stand te brengen, van essentieel belang is dat patiënten basiskennis over gezondheid hebben, worden aangemoedigd om hun gezondheid in de gaten te houden en te meten, en hun gezondheidsgegevens begrijpen en in de hand houden, waardoor er een einde wordt gemaakt aan de huidige ongelijkheid in de verhouding tussen specialist en patiënt;
9. benadrukt dat moet worden gewaarborgd dat kmo's passende steun krijgen om te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden in de e-gezondheidssector en de markttoegang voor kmo's in dit gebied te stimuleren, met name door het opzetten van een specifieke, op kmo's toegesneden hulpbronnen- en onderzoeksgegevensbank; wijst op het feit dat innovatie op het gebied van e-gezondheid kansen voor het bedrijfsleven schept en bijdraagt tot toekomstige groei;
10. herhaalt dat het toekomstige Actieplan e-gezondheidszorg de volgende centrale beginselen moet garanderen:
- optimalisering van de uitgaven voor gezondheidszorg in tijden van economische crisis;
- versterking en bevordering van toepassingen en oplossingen voor marktontwikkeling;
- waarborging van de interoperabiliteit van de informatiesystemen in de gezondheidszorg en ziekenhuizen;
11. vraagt de lidstaten in bestaande medische systemen rekening te houden met e-gezondheidsdiensten; onderstreept dat de gezondheidszorg een menselijke en patiëntgerichte dimensie moet behouden, met name in de context van een ouder wordende bevolking en het probleem dat in deze context vaak aan de orde is, namelijk om het medische van het sociale te onderscheiden;
12. vraagt de lidstaten en de Commissie dringend werk te maken van een samenhangend rechtskader om verschillende soorten gezondheidsgegevens en het gebruik daarvan te beheren; benadrukt dat uit het snelle succes van socialenetwerktools blijkt dat mensen bereidwillig persoonlijke informatie delen en zich niet altijd bewust zijn van de gevolgen van hun beslissingen, terwijl de voorwaarden van de nieuwe applicaties en tools die gegevens verzamelen, door de providers worden vastgesteld, vaak zonder de nodige waarborgen en bescherming; benadrukt dat voor zowel de binnenlandse als de grensoverschrijdende e-gezondheidsdiensten het vertrouwen van de burgers onontbeerlijk is; benadrukt dat de regels inzake privacy en de bescherming van persoonsgegevens moeten worden nageleefd, aangezien dit een essentiële voorwaarde is voor de bescherming van de burgers, voor het vertrouwen van de patiënten in e-gezondheidsdiensten en voor de goede werking en het toenemend gebruik van veilige, beveiligde en interoperabele elektronische communicatie en gegevensopslagsystemen zoals cloud computing in de gezondheidszorgsector; benadrukt dat de gegevensbeschermingsmaatregelen sterke individuele bescherming moeten beogen, zonder dat dit evenwel toekomstig onderzoek in de weg staat; benadrukt dat gevoelige gegevens, en met name medische gegevens, moeten worden beschermd tegen hacking, lekken, inbreuken op de privacy en andere vormen van misbruik;
13. vraagt de Commissie en de lidstaten verder samen te werken om ervoor te zorgen dat gezondheidswerkers op nationaal en grensoverschrijdend niveau aansprakelijk zijn;
14. vraagt de Commissie om de twee jaar een voortgangsverslag te publiceren inzake de uitvoering van het Actieplan e-gezondheidszorg in de afzonderlijke lidstaten, waaruit duidelijk wordt welke innoverende wijzigingen aan dit instrument zijn aangebracht om de burgers hoogwaardige en efficiënte gezondheidszorgsystemen te bieden en in het licht hiervan doeltreffende indicatoren op nationaal en EU-niveau vast te stellen om de vorderingen succes en de resultaten van de geplande acties te meten, met bijzondere aandacht voor mogelijke discriminatie of ongelijke toegang waarvan consumenten of patiënten het slachtoffer zouden kunnen zijn.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
30.9.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
30 1 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Preslav Borissov, Jorgo Chatzimarkakis, Sergio Gaetano Cofferati, Birgit Collin-Langen, Anna Maria Corazza Bildt, Christian Engström, Ildikó Gáll-Pelcz, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Sandra Kalniete, Edvard Kožušník, Hans-Peter Mayer, Mitro Repo, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Catherine Stihler, Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Erik Bánki, Susy De Martini, Tamás Deutsch, Kinga Gál, María Irigoyen Pérez, Ádám Kósa, Morten Løkkegaard, Roberta Metsola, Marc Tarabella, Wim van de Camp, Patricia van der Kammen |
||||
ADVIES van de Commissie regionale ontwikkeling (26.9.2013)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het Actieplan e‑gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw
(2013/2061(INI))
Rapporteur voor advies: Juozas Imbrasas
SUGGESTIES
De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
1. is ingenomen met de mededeling van de Commissie "Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020" (COM(2012)0736) en is van oordeel dat dit plan nationale, regionale en lokale instellingen belangrijke richtsnoeren biedt om de gezondheidszorgstelsels duurzamer te maken en tegelijkertijd universele toegang tot de gezondheidszorg te waarborgen, en om ervoor te zorgen dat de gezondheidszorg in de EU het hoofd kan bieden aan de uitdagingen van deze tijd, zoals vergrijzing, de massale uitstroom van jongeren uit landelijke gebieden, het steeds vaker voorkomen van chronische ziekten, de noodzaak tot goede zorgverlening aan patiënten met een handicap, het belang van erkenning van de menselijke dimensie in de gezondheidszorg, het feit dat het steeds moeilijker wordt om medische en sociale aspecten van elkaar te scheiden, het groeiende aantal ontheemde patiënten, meer vraag naar hoogwaardige zorg en gespecialiseerde dienstverlening, de noodzaak tot een verstandiger gebruik van steeds schaarser wordende hulpbronnen, de noodzaak tot vermindering van bureaucratie en corruptie en het creëren van een toegankelijke en stabiele marktomgeving om innovatie, werkgelegenheid, sociale ontwikkeling en rechtvaardigheid te bevorderen;
2. is van mening dat de Europese Unie en de lidstaten, gezien zowel de gevolgen van demografische veranderingen als het afnemende aantal gezondheidswerkers, grote structurele hervormingen moeten doorvoeren om te zorgen voor duurzame gezondheidsstelsels en om ervoor te zorgen dat de burgers in alle regio's van de EU, zonder enige uitzondering, toegang hebben tot hoogwaardige dienstverlening;
3. is van oordeel dat e-gezondheidszorg, ter aanvulling van traditionele gezondheidszorg, grote mogelijkheden biedt voor het verbeteren van de toegang, flexibiliteit en kwaliteit van de gezondheidszorg en kan bijdragen aan duurzame nationale en grensoverschrijdende geneeskundige zorg, gezondheidsdiensten en zorgstelsels voor alle burgers in de EU, ongeacht hun verblijfplaats, nationaliteit, sociale status, eventuele handicap of leeftijd; wijst erop dat kennis op het gebied van gezondheid bij patiënten, digitale vaardigheden bij patiënten en medisch personeel(met name op het gebied van gegevensbescherming, die van groot belang is voor het scheppen van vertrouwen bij alle partijen en voor een efficiënter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën in de gezondheidszorg), breedbandtoegang en gebruikersvriendelijke ICT-instrumenten voor e-gezondheidszorg van groot belang zijn om de sociale en territoriale samenhang te versterken, de organisatie van behandelingen en de kwaliteit en veiligheid van behandelingen en zorg te verbeteren, ongelijkheid op het gebied van gezondheid uit de wereld te helpen, aan de behoeften van patiënten op het gebied van gezondheidszorg te voldoen, veiligheid en toezicht voor patiënten te waarborgen en preventieve gezondheidszorg en medisch advies toegankelijk te maken in afgelegen, dunbevolkte of anderszins benadeelde regio's; vindt dat er in dit kader een belangrijke rol is weggelegd voor lokale en regionale autoriteiten, in die zin dat deze zich zouden moeten bezighouden met het verspreiden van informatie over de voordelen en mogelijkheden die e-gezondheid kan bieden, het bevorderen van digitalisering en het organiseren van onderwijs en permanente scholing die aansluit op de behoeften van lokale gemeenschappen, waarbij zij een beroep zouden moeten doen op maatschappelijke organisaties en vrijwilligers, die een extra bijdrage kunnen leveren door middel van het versterken van de sociale samenhang;
4. is van oordeel dat de Commissie het mogelijk moet maken de EU-structuurfondsen in te zetten voor het opzetten van de infrastructuur voor e-gezondheidszorg in de EU en dat zij richtsnoeren moet ontwikkelen voor de interoperabiliteit van deze stelsels in de gehele EU;
5. beklemtoont de noodzaak om kmo's toereikende ondersteuning te verlenen, om hun in de zich snel ontwikkelende sociale markteconomie gelijke voorwaarden op het gebied van markttoegang te verschaffen, en er op die manier voor te zorgen dat zij bijdragen aan de sociale en territoriale samenhang;
6. is van oordeel dat e-gezondheidszorg weliswaar een aantal tekortkomingen heeft, maar niettemin enorme mogelijkheden biedt en ten goede zou kunnen komen aan de bevolking in het algemeen, patiënten, medisch personeel en overheden;
7. is van oordeel dat de benodigde instrumenten moeten worden geboden om realtime gegevens aan te wenden om de voordelen en risico's beter te kunnen beoordelen, om nadelige ontwikkelingen te kunnen voorspellen, en om de doeltreffendheid van de evaluatie van gezondheidstechnologieën te verbeteren;
8. wijst op de noodzaak om, in het kader van het cohesiebeleid en regionaal beleid, er voortdurend naar te blijven streven ongelijkheden, met name met betrekking tot de toegang tot ICT-diensten, weg te werken;
9. wijst erop dat doeltreffende gezondheidszorg een belangrijk instrument is voor regionale ontwikkeling en concurrentievermogen; merkt op dat het gezondheidsbeleid in veel lidstaten in meer of mindere mate onder de bevoegdheid van regionale en lokale overheden valt en is dan ook voorstander van hun actieve betrokkenheid bij de ontwikkeling en uitvoering van het project e-gezondheidszorg; pleit voor een grotere rol van regionale en lokale overheden bij de ontwikkeling van mobiele gezondheidszorg en infrastructuren voor e-gezondheidszorg en dringt aan op de ontwikkeling van publiek-private partnerschappen om medische diensten te optimaliseren en zo efficiënt mogelijk te benutten; stelt zich op het standpunt dat het project e-gezondheidszorg alleen succesvol kan worden opgezet en uitgevoerd en dat werknemers in de gezondheidszorg en patiënten alleen nieuwe soorten digitale vaardigheden kunnen verwerven en ontwikkelen als daarbij een goed functionerend meerlagig bestuursmodel wordt gevolgd;
10. merkt op dat e-gezondheidszorg, gelet op de zeer grote verschillen tussen de EU-regio's, in het bijzonder mensen in minder ontwikkelde regio's grote voordelen kan bieden, omdat zij daarmee gemakkelijker en goedkoper toegang kunnen krijgen tot transparantere, kwalitatief hoogwaardige diensten;
11. wijst erop dat regionale verschillen in toegang tot ICT-diensten en onvoldoende breedbandbereik in bepaalde regio's de verbreiding van e-gezondheidszorg kunnen belemmeren; adviseert meer te investeren in ICT-infrastructuur, daarbij rekening houdend met toekomstige financieringsmogelijkheden onder het cohesiebeleid, teneinde de hiaten op te vullen en het gebruik van e-gezondheidszorg te bevorderen;
12. benadrukt dat de organisatie van gezondheidsstelsels onder de bevoegdheid van de overheden van de lidstaten valt, die de verantwoordelijkheid en de plicht hebben om de toegang van alle burgers tot gezondheidszorg van goede kwaliteit te waarborgen, evenals de duurzaamheid van deze belangrijke openbare dienst die van essentieel belang is voor de sociale en territoriale samenhang; verzoekt de Commissie desondanks een actievere rol te spelen door acties van de lidstaten te coördineren, samenwerking op het gebied van telegeneeskunde te stimuleren, kennis te vergroten, investeringen in innovatieve technologieën te bevorderen, de voorwaarden en belemmeringen voor grensoverschrijdende gezondheidszorg te verduidelijken, respectievelijk in kaart te brengen, teneinde de interoperabiliteit van het stelsel te waarborgen (bijvoorbeeld met betrekking tot de procedures voor de vergoeding van medische kosten en het verzamelen en evalueren van gezondheidszorggegevens), bij te dragen aan de ontwikkeling van gegevensbanken in de hele EU en de doeltreffendheid van bestaande toepassingen voor e-gezondheidszorg te evalueren, met het oog op de uitwisseling van beste praktijken tussen zorgaanbieders en patiënten op EU-, regionaal en nationaal niveau.
13. betreurt ten zeerste de voorgestelde bezuinigingen op de Connecting Europe Facility voor breedband- en digitale diensten, vooral gezien het momenteel sterk verminderde concurrentievermogen in de Unie; hoopt dat de financiering uit hoofde van Horizon 2020 op dit gebied gehandhaafd blijft; moedigt lokale en regionale overheden aan doeltreffend gebruik te maken van EU-middelen voor de financiering van e-gezondheidszorg, zonder besparingen in de traditionele gezondheidszorg door te voeren door bijvoorbeeld lokale ziekenhuizen te sluiten, en kennis op het gebied van gezondheidszorg uit te wisselen.
14. is bezorgd over de ernstig ontoereikende zorgfaciliteiten in deze tijden van crisis, onder andere door de sluiting van gezondheidscentra en inkrimpingen van het personeelsbestand, waardoor het nog moeilijker wordt om op eilanden en in afgelegen en bergachtige gebieden toegang tot gezondheidszorg te garanderen;
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
24.9.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
44 1 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
François Alfonsi, Charalampos Angourakis, Catherine Bearder, John Bufton, Francesco De Angelis, Tamás Deutsch, Rosa Estaràs Ferragut, Danuta Maria Hübner, Filiz Hakaeva Hyusmenova, Iñaki Irazabalbeitia Fernández, María Irigoyen Pérez, Seán Kelly, Mojca Kleva Kekuš, Constanze Angela Krehl, Jacek Olgierd Kurski, Petru Constantin Luhan, Vladimír Maňka, Iosif Matula, Erminia Mazzoni, Miroslav Mikolášik, Jens Nilsson, Jan Olbrycht, Wojciech Michał Olejniczak, Younous Omarjee, Tomasz Piotr Poręba, Ovidiu Ioan Silaghi, Monika Smolková, Georgios Stavrakakis, Nuno Teixeira, Lambert van Nistelrooij, Oldřich Vlasák, Kerstin Westphal, Hermann Winkler, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Andrea Cozzolino, Joseph Cuschieri, Ivars Godmanis, Juozas Imbrasas, Karin Kadenbach, James Nicholson, Elisabeth Schroedter, Richard Seeber, Giommaria Uggias, Iuliu Winkler |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
António Fernando Correia de Campos, Sabine Verheyen |
||||
ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (4.10.2013)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw
2013/2061(INI))
Rapporteur voor advies: Licia Ronzulli
SUGGESTIES
De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
1. verzoekt de lidstaten, gezien het feit dat het Actieplan e-gezondheidszorg tot doel heeft nieuwe werkgelegenheid te creëren in de onderzoeks-, gezondheids-, geneesmiddelen- en ICT-sectoren, bijzondere aandacht te besteden aan genderevenwicht in het onderwijs, opleidingen en aanwerving in al deze sectoren;
2. benadrukt dat vrouwen met name ondervertegenwoordigd zijn in de onderzoeks- en ICT-sectoren; is van mening dat de Commissie derhalve geïntegreerde en collectieve maatregelen zoals mentorschapsprogramma's en -stelsels moet bevorderen om de deelname van vrouwen in deze sectoren aan te moedigen;
3. verzoekt de lidstaten om voor de voorgestelde posten strikt toe te zien op de gelijke behandeling en beloning van mannen en vrouwen;
4. roept de lidstaten eveneens op om bij de bevordering van dit plan de nadruk te leggen op het streven naar het nodige evenwicht tussen mannen en vrouwen;
5. verzoekt de Commissie en de lidstaten te zorgen voor gelijke toegang voor vrouwen tot het gebied van e-gezondheid, niet alleen als patiënten maar ook als zorgverleners (al dan niet professioneel), ICT-deskundigen en beleidsmakers; benadrukt het feit dat vrouwen gedurende hun hele leven betrokken zijn bij alle niveaus van de gezondheidssector;
6. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan een gendergebaseerde benadering van gezondheidszorg en geneeskunde te bevorderen, en bij de tenuitvoerlegging van het Actieplan e-gezondheidszorg rekening te houden met de specifieke behoeften van vrouwen en meisjes als begunstigden van gezondheidszorg; aangezien vrouwen vanwege hun langere levensverwachting en de gendersensitiviteit van bepaalde ziekten in grotere mate worden getroffen door chronische en invaliderende ziekten;
7. roept de Commissie op e-gezondheidsdiensten aan te moedigen en te bevorderen die ontworpen zijn voor vrouwen van alle leeftijden, in het bijzonder die gericht zijn op gezondheidsproblemen bij vrouwen en derhalve op vrouwen gerichte raad en zorgoplossingen bieden;
8. roept de Commissie op e-gezondheidsdiensten aan te moedigen en te bevorderen die ontworpen zijn voor (informele) mantelzorgers, van wie het merendeel vrouw is, om hen bij te staan bij hun vaak zware zorgtaken en om hen in staat te stellen de best mogelijke zorg te verstrekken;
9. roept de Commissie op e-gezondheidsdiensten aan te moedigen voor vrouwen die in een isolement leven, waarmee niet enkel vrouwen worden bedoeld die in afgelegen gebieden wonen, maar ook geïsoleerde en aan huis gebonden vrouwen die niet beschikken over de mobiliteit en/of het netwerk voor (sociale) ondersteuning die nodig zijn om hun gezondheid en welzijn te onderhouden;
10. roept de Commissie op e-gezondheidsdiensten te bevorderen die zelfstandig leven vergemakkelijken en ongevallen thuis voorkomen, om oudere vrouwen in staat te stellen zo lang ze dit willen of moeten een zelfstandig leven te leiden, ongeacht hun gezondheidstoestand;
11. roept de Commissie op het informatie-isolement van oudere generaties, en met name van oudere vrouwen, aan te pakken en e-gezondheidstechnologieën aan te moedigen en te bevorderen om zo een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Commissie op het vlak van actief en gezond ouder worden (HLY+2);
12. benadrukt dat de kosten van de relevante voorzieningen, verbindingen en communicatie een belangrijke belemmering kunnen zijn voor vrouwen, in hun rol van begunstigde dan wel zorgverlener, voor wat hun toegang tot en gebruik van ICT voor gezondheidszorg betreft;
13. erkent dat het potentieel van e-gezondheidstechnologieën moet worden benut, in het bijzonder met betrekking tot gezondheidskwesties die nog steeds grotendeels taboe zijn, zoals misbruik van ouderen, seksueel misbruik en andere kwesties die met seksuele en reproductieve gezondheid samenhangen;
14. verzoekt de Commissie e-gezondheid te beschouwen en te bevorderen als een bijdrage aan doeltreffendere (gezondheids)zorgstelsels met als doel de gezondheid en het welzijn van vrouwen in alle levensfasen te verbeteren, opdat de kloof tussen mannen en vrouwen op het vlak van algemene gezondheidsresultaten kan worden overbrugd;
15. benadrukt opnieuw dat er met spoed maatregelen moeten worden getroffen om de digitale kloof tussen de verschillende regio's van de lidstaten en tussen de stedelijke en de plattelandsbevolking te dichten en, meer in het bijzonder, ongelijkheden met betrekking tot de toegang van vrouwen, ouderen, gehandicapten en personen uit minder bevoorrechte groepen van de samenleving tot ICT binnen de lidstaten aan te pakken, aangezien het waarborgen van gelijke toegang tot gezondheidszorg voor alle burgers van de Unie een van de belangrijkste doelstellingen van het Actieplan e-gezondheidszorg is; benadrukt dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan vrouwen die in milieus gekenmerkt door lage inkomens en in plattelandsgebieden wonen, en aan oudere vrouwen, die vaak niet over ICT-vaardigheden beschikken;
16. vraagt de Commissie en de lidstaten bijzondere aandacht te besteden aan digitale geletterdheid en technische opleidingen voor vrouwen, met name oudere vrouwen, teneinde ervoor te zorgen dat e-gezondheidsinstrumenten, met name telegeneeskunde, daadwerkelijk doeltreffend zijn en toegankelijk zijn voor de hele bevolking;
17. roept de Commissie op de kennis op het gebied van gezondheid en ICT voor oudere generaties te bevorderen, met name oudere vrouwen, en op de gebruiker gerichte en vrouwvriendelijke e-gezondheidsoplossingen aan te moedigen en te bevorderen om zo een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Commissie op het vlak van actief en gezond ouder worden;
18. verzoekt de lidstaten om bij de verwezenlijking van de operationele doelstellingen van het Actieplan de belemmeringen voor de beroepsmobiliteit van vrouwen in de e-gezondheidssector weg te nemen, met name met betrekking tot de opleiding van meisjes op het vlak van ICT met het oog op een toekomstige loopbaan;
19. verzoekt de Commissie duidelijke richtsnoeren inzake financiering te verstrekken, teneinde de ICT- en gezondheidssectoren, die erkend zijn als de sectoren met het grootste potentieel op het vlak van groei en werkgelegenheid, rechtstreeks te ondersteunen;
20. beveelt de lidstaten en de Commissie aan om met de hulp van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) naar geslacht uitgesplitste gegevens te verzamelen over de eerste bevindingen ten aanzien van de toegankelijkheid en de effecten van e-gezondheidssystemen en -instrumenten, en dringt erop aan maatregelen te nemen met het oog op de uitwisseling van beste praktijken op het vlak van de uitvoering van e-gezondheid;
21. vraagt de Commissie en de lidstaten aandacht te besteden aan het gezondheidsalfabetisme van patiënten, teneinde de doeltreffende toepassing van e-gezondheidsinstrumenten te waarborgen.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
3.10.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
19 0 1 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Regina Bastos, Andrea Češková, Edite Estrela, Iratxe García Pérez, Mary Honeyball, Astrid Lulling, Elisabeth Morin-Chartier, Krisztina Morvai, Joanna Senyszyn, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Britta Thomsen, Marina Yannakoudakis |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Izaskun Bilbao Barandica, Minodora Cliveti, Mariya Gabriel, Nicole Kiil-Nielsen, Christa Klaß, Doris Pack, Angelika Werthmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Gesine Meissner |
||||
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
27.11.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
62 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Elena Oana Antonescu, Pilar Ayuso, Paolo Bartolozzi, Sandrine Bélier, Sergio Berlato, Lajos Bokros, Franco Bonanini, Biljana Borzan, Yves Cochet, Spyros Danellis, Chris Davies, Esther de Lange, Bas Eickhout, Edite Estrela, Jill Evans, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Jolanta Emilia Hibner, Dan Jørgensen, Martin Kastler, Holger Krahmer, Corinne Lepage, Kartika Tamara Liotard, Linda McAvan, Miroslav Ouzký, Gilles Pargneaux, Andrés Perelló Rodríguez, Pavel Poc, Frédérique Ries, Anna Rosbach, Oreste Rossi, Dagmar Roth-Behrendt, Kārlis Šadurskis, Carl Schlyter, Richard Seeber, Theodoros Skylakakis, Bogusław Sonik, Dubravka Šuica, Claudiu Ciprian Tănăsescu, Salvatore Tatarella, Thomas Ulmer, Glenis Willmott, Sabine Wils, Marina Yannakoudakis |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Erik Bánki, Gaston Franco, Julie Girling, Eduard-Raul Hellvig, Georgios Koumoutsakos, Marusya Lyubcheva, Judith A. Merkies, Miroslav Mikolášik, James Nicholson, Alojz Peterle, Vittorio Prodi, Marita Ulvskog, Vladimir Urutchev, Anna Záborská, Andrea Zanoni |
||||