VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad teneinde Groenland op te nemen in de tenuitvoerlegging van de Kimberleyprocescertificering

18.12.2013 - (COM(2013)0427 – C7‑0179/2013 – 2013/0198(COD)) - ***I

Commissie internationale handel
Rapporteur: Vital Moreira
PR_CNS_art55app


Procedure : 2013/0198(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0467/2013
Ingediende teksten :
A7-0467/2013
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad teneinde Groenland op te nemen in de tenuitvoerlegging van de Kimberleyprocescertificering

(COM(2013)0427 – C7‑0179/2013 – 2013/0198(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure – eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0427),

–   gezien de artikelen 294, lid 2, en 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0179/2013),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A7-0467/2013),

1.  stelt zijn standpunt in eerste lezing vast en neemt het voorstel van de Commissie over;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

TOELICHTING

Inleiding

Het onderhavige voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad teneinde Groenland op te nemen in de tenuitvoerlegging van de Kimberleyprocescertificering hangt nauw samen met het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van regels en procedures voor de deelname van Groenland aan de Kimberleyprocescertificering (COM (2013) 0429).

Met deze beide voorstellen wordt Groenland de mogelijkheid geboden deel te nemen aan de Kimberleyprocescertificering (KP-certificering) voor ruwe diamanten via zijn samenwerking met de Europese Unie. Met het stelsel zoals dat in het voorstel is opgenomen, kan ruwe diamant worden in- en uitgevoerd tussen Groenland en de Unie en andere deelnemers aan de certificeringsregeling, op voorwaarde dat alle in- en uitvoer van ruwe diamanten wordt gecontroleerd en de uitvoer wordt gecertificeerd door EU-autoriteiten volgens de regels van Verordening (EG) nr. 2368/2002 tot uitvoering van de Kimberleyprocescertificering voor de internationale handel in ruwe diamant.

Het Kimberleyproces

Het Kimberleyproces is een gezamenlijk initiatief van regeringen, de industrie en maatschappelijke organisaties om de toestroom van conflictdiamanten (ruwe diamanten gebruikt door rebellenbewegingen voor de financiering van oorlogen tegen legitieme regeringen) af te remmen.

In december 2000 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de historische resolutie A/RES/55/56 aangenomen, waarin zij de invoering van een internationale certificeringsregeling voor ruwe diamanten ondersteunt. De VN-Veiligheidsraad heeft vervolgens in zijn resolutie 1459, aangenomen in januari 2003, hieraan zijn steun verleend. Sindsdien heeft de Algemene Vergadering elk jaar haar steun aan het Kimberleyproces hernieuwd.

De Kimberleyprocescertificering is een op vrijwilligheid berustend door regeringen geleid initiatief om de handel in ruwe diamanten die conflicten aanwakkert, een halt toe te roepen. De uitvoering ervan, sinds 2003, wordt gewaarborgd door middel van regeringstoezicht. Het Kimberleyproces telt 54 leden, die 81 landen vertegenwoordigen. De deelnemers aan het Kimberleyproces hebben zich ertoe verbonden uitsluitend diamanten van andere deelnemers aan het Kimberleyproces in en uit te voeren. Als bewijs hiervoor wordt een begeleidend Kimberleyprocescertificaat afgegeven door deelnemers aan het Kimberleyproces.

De Europese Unie in haar geheel, bestaande uit alle 28 EU-lidstaten, vormt een enkele deelnemer aan de regeling. De EU legt het Kimberleyproces ten uitvoer door middel van de zes autoriteiten van de Unie. Iedere zending van ruwe diamant die wordt ingevoerd in een EU-lidstaat wordt eerst voor controle naar een van de autoriteiten van de Unie gezonden, waarna deze wordt teruggestuurd naar de plaats van bestemming en voor vrij verkeer binnen de EU wordt toegelaten. Bij uitvoer geeft een van deze autoriteiten een EU-certificaat af, op voorwaarde dat de ruwe diamanten legaal in de EU zijn ingevoerd en in fraudebestendige houders worden vervoerd.

Het aandeel van de deelnemers aan het Kimberleyproces in de wereldwijde productie van ruwe diamanten bedraagt ongeveer 99,8%. Dit betekent dat elk land met een diamantpotentieel in de eerste plaats deelnemer aan het proces moet worden om ruwe diamanten legaal te kunnen uitvoeren. Groenland is geen land en kan dan ook geen deelnemer aan het Kimberleyproces worden.

Groenland

In 1979 verkreeg Groenland zelfbestuur van Denemarken. Sindsdien zijn met de Wet inzake zelfbestuur uit 2009 de bevoegdheden van het eiland aanzienlijk uitgebreid. Zo heeft het onder andere de beheersbevoegdheid verkregen over zijn aanzienlijke onaangeboorde natuurlijke hulpbronnen. Hoewel Groenland en zijn grotendeels Inuit-bevolking nog altijd sterk afhankelijk zijn van externe financiering (waaronder een jaarlijkse overdracht ten gunste van de overheid door Denemarken, een brede partnerschapsovereenkomst met de EU en een visserijprotocol), zal het gebied waarschijnlijk op middellange termijn in zijn eigen behoeften kunnen voorzien.

Groenland is het enige gebied dat is uitgetreden uit de Europese Unie, en wel in 1985. Groenland maakt geen deel uit van het grondgebied van de Europese Unie, maar is opgenomen in de lijst met landen en gebieden overzee (LGO) in Bijlage II van de Verdragen. Overeenkomstig artikel 198 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de associatie van de landen en gebieden overzee met de Unie ten doel het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van de landen en gebieden overzee en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Unie in haar geheel.

Op dit moment is 88% van het BBP van Groenland afkomstig van de visserij en 0,8% van de exploitatie van delfstoffen. De visserijsector van het eiland verliest echter aan betrouwbaarheid vanwege de beperkte visbestanden, de quota's en de klimaatverandering. Het is dan ook belangrijk dat Groenland zijn economie diversifieert en zijn rijke bodempotentieel benut. Sinds het zelfbestuur van Groenland in 2011 werd uitgebreid naar de mijnbouwsector heeft het eiland reeds wetgeving aangenomen om te waarborgen dat zijn burgers rechtstreeks profijt hebben van de inkomsten uit de exploitatie van de delfstoffen, door middel van een openbaar fonds voor de aanleg van infrastructuur.

Aangezien Groenland geen land is, en dan ook geen deelnemer aan het Kimberleyproces kan worden, geen KP-certificaten kan afgeven en dus ook geen ruwe diamanten kan uitvoeren, is zijn mijnbouwsector niet aantrekkelijk voor potentiële investeerders. Zijn eigen inkomsten alleen volstaan niet voor de aanvang van enige winning van betekenis.

Om dit probleem op te lossen heeft Groenland gevraagd of het in het kader van zijn LGO-status een zodanige associatie met de EU kan aangaan dat het kan deelnemen aan het EU-certificeringssysteem. Dit zou de economische ontwikkeling van het land zeker bevorderen, hetgeen het doel van een dergelijke associatie is op grond van de verdragen.

De twee Commissievoorstellen

Concreet worden met name twee wetgevingshandelingen voorgesteld.

Bij het voorstel voor een besluit van de Raad op basis van artikel 203 VWEU wordt een specifiek stelsel ingesteld voor het verkeer van ruwe diamanten tussen Groenland en de EU. In het voorstel is eveneens bepaald dat voorafgaand aan elke handel in ruwe diamanten tussen een derde land en Groenland een EU-autoriteit wordt ingeschakeld. Aangezien Groenland geen deel uitmaakt van het douanegebied van de EU, moest een betrouwbare procedure worden ontwikkeld aan de hand waarvan de douaneautoriteiten van de EU (in Groenland gewonnen of voor Groenland bestemde) zendingen van ruwe diamant zouden kunnen toestaan of vrijgeven op basis van een door een autoriteit van Groenland afgegeven bewijsdocument (of een kopie van een door een van de EU-autoriteiten voor authentiek verklaard KP-certificaat). Verdere vereisten voor zendingen van en naar Groenland, zoals fraudebestendige houders, komen uit de bepalingen van Verordening 2368/2002.

Op grond van artikel 203 VWEU neemt de Raad besluiten met eenparigheid van stemmen op basis van een voorstel van de Commissie. Het Parlement wordt uitsluitend geraadpleegd.

Het tweede voorstel (voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad teneinde Groenland op te nemen in de tenuitvoerlegging van de Kimberleyprocescertificering (COM (2013) 0427)) op basis van artikel 207 VWEU, betreft een aantal wijzigingen van Verordening 2368/2002 om Groenland in staat te stellen deel te nemen aan het EU-certificeringssysteem. Op grond van deze wijzigingen wordt het grondgebied van de Unie en dat van Groenland als één entiteit zonder binnengrenzen beschouwd voor het certificeringssysteem (artikel 1). In een aantal andere artikelen moest een verwijzing naar Groenland worden toegevoegd en er is voorzien in een alternatieve voorwaarde voor certificering van in Groenland gewonnen diamanten.

Artikel 207 VWEU betreft de gemeenschappelijke handelspolitiek, waarover wordt gestemd volgens de gewone wetgevingsprocedure (medebeslissing).

Het besluit van de Raad kan pas ten uitvoer worden gelegd na goedkeuring van de wijziging van Verordening nr. 2368/2002 waarbij wordt voorzien in opname van Groenland in de certificeringsregeling.

Beoordeling door de rapporteur

Het Kimberleyproces is een belangrijk innovatief instrument om de toestroom van conflictdiamanten (ruwe diamanten gebruikt door rebellenbewegingen voor de financiering van oorlogen tegen legitieme regeringen) af te remmen. De Europese Unie is een actieve deelnemer in het proces en wil bijdragen tot een nog doeltreffender werking ervan.

De rapporteur wil eveneens de aandacht vestigen op de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de industrie, hetgeen een goed begin vormt (maar natuurlijk geen waarborg) voor een inclusief en effectief proces met brede medewerking. Het Kimberley proces heeft reeds vruchten afgeworpen. Maar liefst 15% van de jaarlijkse wereldproductie van ruwe diamanten, met een waarde van 10 miljard USD (7,7 miljard EUR), behoorde midden en eind jaren '90 tot de categorie conflictdiamanten. Sindsdien is dit aandeel afgenomen tot minder dan 1% van de ruwe-diamantindustrie met een huidige waarde van ongeveer 13 miljard USD (9,5 miljard EUR), gedeeltelijk dankzij de onderhandelingen en de tenuitvoerlegging van het KP.

Elk land dat zich bij het proces wil voegen en de regels wil naleven en effectief wil uitvoeren moet worden toegelaten. De rapporteur is dan ook verheugd over de creatieve oplossing van de Commissie om Groenland in het kader van zijn associatie als LGO aan het EU-certificeringssysteem te verbinden.

Uw rapporteur verzoekt het Parlement bij te dragen aan een snelle oplossing voor het probleem. De specifieke veranderingen die de Commissie voorstelt bieden deze mogelijkheid. De rapporteur verleent dan ook zijn steun aan deze voorstellen zonder amendementen hierop voor te stellen.

De rapporteur verzoekt de Commissie om op korte termijn een geconsolideerde versie van de verordening bij het Parlement in te dienen. De nodige technische wijzigingen van de verordening kunnen beter in dit verband worden aangebracht.

Het Parlement moet zelf ook effectiever te werk gaan bij zijn toezicht op dit belangrijke handelsdossier. De werkzaamheden van het comitologiecomité moeten actief worden gevolgd, zowel wat betreft de tenuitvoerlegging van de verordening als wat betreft bredere nieuwe beleidsvraagstukken.

Binnen het Kimberleyproces worden belangrijke discussies gevoerd om de regeling te versterken. Het Kimberleyproces dient enerzijds als inspiratiebron te dienen bij de door de Commissie recentelijk overwogen initiatieven op het gebied van "conflictmineralen" (met betrekking tot kwesties als de herkomst en zekerheid van het mineraalaanbod, transparantie van de toeleveringsketen en goed beheer). Anderzijds moet de Commissie profijt trekken van op andere gebieden geleerde lessen en zich blijven inzetten voor het Kimberleyproces, zodat de praktijken in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemerschap worden versterkt, evenals de mechanismen voor wederzijde beoordeling door regeringen die deelnemen aan het Kimberleyproces. Overeenkomstig het Verdrag van Lissabon dient het Parlement ook in dit belangrijke handelsdossier in alle fasen van de procedure onverwijld en volledig te worden geïnformeerd.

PROCEDURE

Titel

Opname van Groenland in de tenuitvoerlegging van de Kimberleyprocescertificering

Document- en procedurenummers

COM(2013)0427 – C7-0179/2013 – 2013/0198(COD)

Datum indiening bij EP

18.6.2013

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

INTA

1.7.2013

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

1.7.2013

DEVE

1.7.2013

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

9.7.2013

DEVE

9.7.2013

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Vital Moreira

10.7.2013

 

 

 

Behandeling in de commissie

16.9.2013

27.11.2013

 

 

Datum goedkeuring

17.12.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

William (The Earl of) Dartmouth, Laima Liucija Andrikienė, Maria Badia i Cutchet, Nora Berra, Daniel Caspary, María Auxiliadora Correa Zamora, Andrea Cozzolino, George Sabin Cutaş, Marielle de Sarnez, Christofer Fjellner, Yannick Jadot, Bernd Lange, David Martin, Vital Moreira, Paul Murphy, Cristiana Muscardini, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Iuliu Winkler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Catherine Bearder, Derk Jan Eppink, Béla Glattfelder, Peter Skinner, Jarosław Leszek Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Reimer Böge

Datum indiening

19.12.2013