VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage

22.1.2014 - (COM(2013)0130 – C7‑0066/2013 – 2013/0072(COD)) - ***I

Commissie vervoer en toerisme
Rapporteur: Georges Bach
PR_COD_1amCom


Procedure : 2013/0072(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0020/2014
Ingediende teksten :
A7-0020/2014
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage

(COM(2013)0130 – C7‑0066/2013 – 2013/0072(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0130),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 100, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0066/2013),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 juli 2013[1],

–   na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7-0020/2014),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Luchtvaartdiensten worden vooraf betaald door de passagier en worden direct of indirect gesubsidieerd door de belastingbetaler. Vliegtickets moeten derhalve als "resultaatcontracten" worden beschouwd, waarbij de luchtvaartmaatschappijen waarborgen dat zij de verplichtingen uit hoofde van het contract met de grootste zorg naleven.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Om de rechtszekerheid voor luchtvaartmaatschappijen en passagiers te vergroten, is een preciezere definitie van het begrip "buitengewone omstandigheden" nodig, waarbij rekening moet worden gehouden met het arrest van het Europees Hof van Justitie in zaak C-549/07 (Wallentin-Hermann). Deze definitie moet verder worden verduidelijkt aan de hand van een niet-uitputtende lijst van omstandigheden die al dan niet als buitengewoon dienen te worden beschouwd.

(3) Om de rechtszekerheid voor luchtvaartmaatschappijen en passagiers te vergroten, is een preciezere definitie van het begrip "buitengewone omstandigheden" nodig, waarbij rekening moet worden gehouden met het arrest van het Europees Hof van Justitie in zaak C-549/07 (Wallentin-Hermann). Deze definitie moet verder worden verduidelijkt aan de hand van een uitputtende lijst van omstandigheden die als buitengewoon dienen te worden beschouwd. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om die lijst zo nodig aan te vullen.

Motivering

Om de rechtszekerheid in verband met de definitie van buitengewone omstandigheden te waarborgen, moet de lijst uitputtend zijn.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) In zaak C-22/11 (Finnair) heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld dat het concept "instapweigering" niet alleen betrekking heeft op instapweigeringen die het gevolg zijn van overboekingen, maar ook op instapweigeringen om andere redenen, zoals operationele redenen. Op basis daarvan is er geen reden om de huidige definitie van "instapweigering" te wijzigen.

(5) In zaak C-22/11 (Finnair) heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat het concept "instapweigering" niet alleen betrekking heeft op instapweigeringen die het gevolg zijn van overboekingen, maar ook op instapweigeringen om andere redenen, zoals operationele redenen. De definitie van "instapweigering" moet ook gelden voor gevallen waarin de geplande vertrektijd is verplaatst naar een eerder tijdstip met als gevolg dat een passagier de vlucht mist.

Motivering

De huidige definitie van "instapweigering" moet worden aangepast om ook gevallen te kunnen omvatten waarin een passagier zijn/haar vlucht mist vanwege een vervroegd tijdstip van vertrek.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

 

Amendement

(6) Verordening (EG) nr. 261/2004 is ook van toepassing op passagiers die luchtvervoer hebben geboekt als onderdeel van een pakketreis. Er zij echter op gewezen dat passagiers de rechten uit hoofde van deze verordening niet mogen cumuleren met die uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten17. De passagiers moeten kunnen kiezen onder welke wetgeving zij hun vorderingen indienen, maar hebben niet het recht om voor hetzelfde probleem compensatie te krijgen op basis van beide wetteksten. De passagiers dienen zich niet te bekommeren over de wijze waarop luchtvaartmaatschappijen en touroperators deze vorderingen onderling verdelen.

(6) Verordening (EG) nr. 261/2004 is ook van toepassing op passagiers die luchtvervoer hebben geboekt als onderdeel van een pakketreis. Er zij echter op gewezen dat passagiers de rechten uit hoofde van deze verordening niet mogen cumuleren met die uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten17. De passagiers moeten kunnen kiezen onder welke wetgeving zij hun vorderingen indienen, maar hebben niet het recht om voor hetzelfde probleem compensatie te krijgen op basis van beide wetteksten. Luchtvaartmaatschappijen en touroperators moeten passagiers de bewijsstukken verstrekken die zij nodig hebben om hun vorderingen onverwijld af te ronden.

_____________

_____________

17 PB L 17 van 23.6.1990, blz. 59.

17 PB L 17 van 23.6.1990, blz. 59.

Motivering

Het schrappen van de laatste zin maakt duidelijk dat Verordening 261/2004 en Richtlijn 90/314/EEG betreffende pakketreizen twee verschillende wetgevingshandelingen zijn, wat betekent dat passagiers hun vorderingen alleen kunnen indienen bij de uitvoerende luchtvaartmaatschappij. Als echter de verplichtingen samenvallen op grond van Verordening 261/2004 en de richtlijn pakketreizen, kunnen passagiers kiezen op welke wetgeving zij zich willen beroepen voor het indienen van een vordering.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) Om het niveau van de bescherming te verbeteren, mogen passagiers niet worden geweigerd op de terugvlucht van een retourticket omdat ze de heenreis niet met dat ticket hebben afgelegd.

(7) Om het niveau van de bescherming te verbeteren, moet het niet mogelijk zijn dat passagiers worden geweigerd op een traject van een retourticket omdat ze niet alle trajecten van de vlucht waarvoor het ticket geldt, hebben afgelegd.

Motivering

Totaal verbod op het "no show"-beleid. Als de geboekte vlucht uit verschillende onderdelen bestaat, moet het mogelijk zijn om slechts een of meer onderdelen te verbruiken zonder door het vervallen van het verdere vervoer of een hogere toeslag te worden bestraft.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Soms krijgen passagiers een administratieve boete wegens spelfouten in hun naam. Redelijke correcties van fouten in een boeking moeten gratis worden aangebracht, voor zover het geen wijziging van tijdstip, datum, traject of passagier betreft.

(8) Soms krijgen passagiers een administratieve boete wegens spelfouten in hun naam. Correcties van fouten in een boeking moeten gratis worden aangebracht, voor zover het geen wijziging van tijdstip, datum, traject of passagier betreft.

Motivering

De term "redelijke" correctie laat te veel ruimte voor interpretatie.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9) Voorts moet duidelijk worden gesteld dat, in geval van annulering, de keuze tussen terugbetaling, voortzetting van de reis door herroutering of reizen op een latere datum, toekomt aan de passagier en niet aan de luchtvaartmaatschappij.

(9) Voorts moet duidelijk worden gesteld dat, in geval van annulering, de keuze tussen terugbetaling, voortzetting van de reis door herroutering of reizen later diezelfde dag of op een latere datum, toekomt aan de passagier en niet aan de luchtvaartmaatschappij.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Wanneer een passagier een vlucht annuleert, moeten de luchtvaartmaatschappijen verplicht zijn reeds betaalde belastingen kosteloos terug te betalen.

Motivering

Sommige luchtvaartmaatschappijen vragen in dergelijke gevallen vaak onevenredige servicekosten. Dat is ontoelaatbaar. Een belasting die niet verschuldigd is, moet volledig worden terugbetaald. De passagier maakt al geen gebruik van de betaalde vlucht, dat zou voldoende moeten zijn op het vlak van “servicekosten”.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter) Indien de passagier er op grond van een overeenkomst voor kiest om op een later tijdstip te reizen, moeten de kosten van de reis van en naar de luchthaven voor de geannuleerde vlucht altijd volledig worden vergoed. Tot die kosten behoren altijd de kosten voor openbaar vervoer, taxikosten en parkeertarieven op de luchthaven.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quater) De financiële bescherming van passagiers in geval van faillissement van een luchtvaartmaatschappij is een cruciaal bestanddeel van een doeltreffend stelsel van passagiersrechten. Om de bescherming van luchtvaartpassagiers te verbeteren in geval van annuleringen van vluchten vanwege de insolventie van een luchtvaartmaatschappij of de opschorting van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij als gevolg van de intrekking van de exploitatievergunning, moet van luchtvaartmaatschappijen geëist worden dat zij voldoende bewijs leveren dat de terugbetaling of repatriëring van de passagiers is gewaarborgd.

Motivering

De verplichting om aan te tonen over voldoende garanties te beschikken, biedt ruimte voor diverse maatregelen die luchtvaartmaatschappijen kunnen nemen om passagiers te beschermen in geval van insolventie. Andere opties zijn bijvoorbeeld een fonds of verzekering.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quinquies) Door de oprichting van een garantiefonds of een verplicht verzekeringsstelsel kan de luchtvaartmaatschappij bijvoorbeeld instaan voor de terugbetaling of repatriëring van passagiers in geval van annulering van een vlucht als gevolg van de insolventie van een luchtvaartmaatschappij of de opschorting van haar activiteiten als gevolg van de intrekking van haar exploitatievergunning.

Motivering

Door de oprichting van een garantiefonds of een verzekeringsstelsel worden reizigers beschermd in geval van een faillissement of verlies van de vergunning.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Luchthavens en luchthavengebruikers, zoals luchtvaartmaatschappijen en grondafhandelingsbedrijven, moeten samenwerken om het effect van meervoudige vluchtverstoringen op de passagiers tot een minimum te beperken door te zorgen voor verzorging en herroutering. Zij moeten noodplannen opstellen voor dergelijke gebeurtenissen en samenwerken bij de opstelling van dergelijke plannen.

(10) Het luchthavenbeheersorgaan en luchthavengebruikers, zoals luchtvaartmaatschappijen, grondafhandelingsbedrijven, verleners van navigatiediensten en verleners van bijstand aan passagiers met een handicap en met beperkte mobiliteit, moeten passende maatregelen nemen om de coördinatie en samenwerking tussen luchthavengebruikers te verbeteren om het effect van meervoudige vluchtverstoringen op de passagiers tot een minimum te beperken door te zorgen voor verzorging en herroutering. Met het oog daarop moeten luchthavenbeheersorganen zorgen voor passende coördinatie door middel van een deugdelijk noodplan voor dergelijke gebeurtenissen en moeten zij samenwerken met nationale, regionale of plaatselijke autoriteiten bij het opstellen van zo'n plan. Die plannen moeten worden beoordeeld door de nationale handhavingsinstanties, die indien nodig aanpassingen kunnen verlangen.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) Luchtvaartmaatschappijen moeten zorgen voor procedures en gecoördineerd optreden om de benodigde informatie te verschaffen aan gestrande passagiers. In deze procedures moet duidelijk worden aangegeven wie op elke luchthaven verantwoordelijk is voor het regelen van verzorging, bijstand, herroutering of terugbetaling, en moeten tevens de procedures en voorwaarden voor het verlenen van die diensten worden vastgelegd.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 ter) Om passagiers bij te staan in geval van vluchtverstoringen of van vertraagde, beschadigde of verloren geraakte bagage, moeten de luchtvaartmaatschappijen contactpunten opzetten op luchthavens waar hun personeel of derde partijen die voor die luchtvaartmaatschappijen werken de passagiers de nodige informatie verstrekken over hun rechten, met inbegrip van klachtenprocedures, en hen helpen onmiddellijk actie te ondernemen.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Verordening (EG) nr. 261/2004 moet expliciet voorzien in het recht op compensatie voor passagiers die te lijden hebben onder langdurige vertraging, overeenkomstig het arrest van het Europees Hof van Justitie in gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07 (Sturgeon). Tegelijk moet de tijdsduur die moet worden overschreden om recht te hebben op compensatie worden verhoogd om rekening te houden met de financiële impact op de sector en om te vermijden dat steeds meer vluchten worden geannuleerd. Om homogene compensatievoorwaarden te garanderen voor burgers die binnen de EU reizen, moet de drempel dezelfde zijn voor alle reizen in de Unie. Voor reizen van en naar derde landen moet deze drempel echter afhankelijk zijn van de afstand van de reis, teneinde rekening te kunnen houden met de operationele moeilijkheden waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd als zij te kampen hebben met vertragingen op ver weg gelegen luchthavens.

(11) Verordening (EG) nr. 261/2004 moet expliciet voorzien in het recht op compensatie voor passagiers die te lijden hebben onder langdurige vertraging, overeenkomstig het arrest van het Europees Hof van Justitie in gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07 (Sturgeon) en het beginsel van gelijke behandeling, dat vereist dat vergelijkbare situaties niet verschillend mogen worden behandeld. De tijdsduur die moet worden overschreden om recht te hebben op compensatie, moet worden verhoogd, onder meer om rekening te houden met de financiële impact op de sector. Dat moet ervoor zorgen dat voor burgers die binnen de EU reizen homogene compensatievoorwaarden gelden. Tegelijkertijd moeten bepaalde drempels worden verhoogd naar gelang van de afstand van de reis van en naar derde landen, teneinde rekening te kunnen houden met de operationele moeilijkheden waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd als zij te kampen hebben met vertragingen op ver weg gelegen luchthavens. Voor wat het compensatiebedrag betreft, moet voor dezelfde vluchtafstand het tarief in alle gevallen hetzelfde zijn.

Motivering

Dit amendement geeft het standpunt van de rapporteur weer met betrekking tot de drempelwaarden waarboven vertragingen aanleiding moeten geven tot het recht op compensatie. De rapporteur is van mening dat deze drempelwaarden in overeenstemming moeten zijn met het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Sturgeon, op grond waarvan passagiers bij lange vertragingen, d.w.z. van meer dan drie uur, dezelfde rechten krijgen als passagiers van wie de vlucht is geannuleerd.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Om rechtszekerheid te garanderen moet in Verordening (EG) nr. 261/2004 expliciet worden bevestigd dat wijzigingen van vluchtschema's soortgelijke gevolgen hebben voor passagiers als langdurige vertragingen, en dus aanleiding moeten geven tot dezelfde rechten.

(12) Om rechtszekerheid te garanderen moet in Verordening (EG) nr. 261/2004 expliciet worden bevestigd dat wijzigingen van vluchtschema's soortgelijke gevolgen hebben voor passagiers als langdurige vertragingen en instapweigering, en dus aanleiding moeten geven tot dezelfde rechten.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13) Passagiers die een aansluitende vlucht missen, moeten voldoende verzorging krijgen terwijl zij wachten op herroutering. Overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling moeten dergelijke passagiers compensatie kunnen eisen op soortgelijke basis als passagiers wier vlucht vertraging heeft of geannuleerd is, omdat ook zij met vertraging op hun eindbestemming aankomen.

(13) Passagiers die een aansluitende vlucht missen vanwege een wijziging van het vluchtschema of een vertraging, moeten voldoende verzorging krijgen terwijl zij wachten op herroutering. Overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling en het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-11/11 (Air France vs. Folkerts) moeten dergelijke passagiers compensatie kunnen eisen op soortgelijke basis als passagiers wier vlucht vertraging heeft of geannuleerd is, omdat ook zij met vertraging op hun eindbestemming aankomen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 bis) In principe moet de verplichting om bijstand en herroutering aan te bieden rusten op de luchtvaartmaatschappij die de wijziging van het vluchtschema of de vertraging heeft veroorzaakt. Om de financiële last voor de luchtvaartmaatschappij in kwestie te verlichten, moet de aan de passagier te betalen compensatie echter gerelateerd zijn aan de vertraging van een eerdere aansluitende vlucht op het overstappunt.

Motivering

De rapporteur is van mening dat gezien het grote aantal maatschappijen dat regionale korteafstandsvluchten uitvoert binnen de EU, de financiële last die voortvloeit uit het betalen van compensatie voor die maatschappijen moet worden beperkt. Met dit in het achterhoofd wordt er omwille van de proportionaliteit een tweeledige voorwaarde toegevoegd die moet worden toegepast als de luchtvaartmaatschappij eerder in het traject weliswaar slechts een korte vertraging heeft veroorzaakt, maar daardoor de passagier wel zijn/haar aansluitende vlucht mist en een veel langere vertraging oploopt bij het bereiken van de eindbestemming.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(13 ter) Passagiers met een handicap of met beperkte mobiliteit die een aansluitende vlucht missen als gevolg van vertraging die veroorzaakt is door bijstandsdiensten op de luchthaven, moeten passende verzorging ontvangen tijdens het wachten op herroutering. De bedoelde passagiers moeten bij het luchthavenbeheersorgaan compensatie kunnen eisen op soortgelijke basis als passagiers wier vlucht vertraagd is of door de luchtvaartmaatschappij geannuleerd is.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Nu zijn luchtvaartmaatschappijen onbeperkt aansprakelijk voor de accommodatie van hun passagiers in geval van buitengewone omstandigheden van lange duur. Als de duur van de accommodatieverstrekking niet wordt beperkt, kan deze onzekere factor de financiële stabiliteit van een luchtvaartmaatschappij in gevaar brengen. Daarom moeten luchtvaartmaatschappijen de verstrekking van verzorging na een bepaalde periode kunnen beperken. Bovendien moeten noodplanning en snelle herroutering het risico op langdurig gestrande passagiers doen afnemen.

(16) Nu zijn luchtvaartmaatschappijen onbeperkt aansprakelijk voor de accommodatie van hun passagiers in geval van buitengewone omstandigheden van lange duur. Luchtvaartmaatschappijen moeten echter de verstrekking van verzorging wat betreft de duur van de accommodatie en, wanneer passagiers hun accommodatie zelf regelen, de kosten en verzorging na een bepaalde periode kunnen beperken. Bovendien moeten noodplanning en snelle herroutering het risico op langdurig gestrande passagiers doen afnemen.

Motivering

Bij grootschalige verstoringen is het aan alle betrokken partijen (autoriteiten, luchthavens, luchtvaartmaatschappijen en passagiers) om de situatie met gedeelde verantwoordelijkheid op te lossen. De verplichting van de luchtvaartmaatschappij om verzorging te bieden kan beperkt worden wat betreft de kosten voor accommodatie per nacht en per passagier. Een uitzondering op deze regel is mogelijk als passagiers zelf hun accommodatie regelen. In dat geval kan de luchtvaartmaatschappij de kosten van accommodatie en verzorging na een bepaalde periode beperken.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Voor bepaalde kleinschalige activiteiten bleek de toepassing van sommige passagiersrechten, met name het recht op accommodatie, niet in verhouding te staan tot de inkomsten van de luchtvaartmaatschappijen. Vluchten met kleine luchtvaartuigen over korte afstanden moeten dan ook worden vrijgesteld van de verplichting om accommodatie te betalen, maar de luchtvaartmaatschappij moet de passagiers nog steeds helpen dergelijke accommodatie te vinden.

Schrappen

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Voor gehandicapten, personen met beperkte mobiliteit en andere personen met bijzondere behoeften, zoals onbegeleide kinderen, zwangere vrouwen en personen die behoefte hebben aan specifieke medische bijstand, kan het moeilijker zijn om accommodatie te vinden wanneer hun vlucht wordt verstoord. Daarom gelden de beperkingen op het recht op accommodatie in buitengewone omstandigheden of voor regionale activiteiten niet voor deze categorieën passagiers.

(18) Voor gehandicapten, personen met beperkte mobiliteit en andere personen met bijzondere behoeften, zoals onbegeleide kinderen, zwangere vrouwen en personen die behoefte hebben aan specifieke medische bijstand, kan het moeilijker zijn om accommodatie te vinden wanneer hun vlucht wordt verstoord. Daarom gelden de beperkingen op het recht op accommodatie in buitengewone omstandigheden in geen geval voor deze categorieën passagiers.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 bis) Wanneer de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappij vereist dat personen met een handicap of met beperkte mobiliteit vergezeld worden door een verzorger, moet de verzorger vrijgesteld zijn van de betaling van de toepasselijke luchthavenbelasting.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Overweging 18 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(18 ter) De dienstverleners moeten ervoor zorgen dat personen met een handicap of met beperkte mobiliteit te allen tijde het recht hebben kosteloos gebruik te maken van de ademhalingsapparatuur met een veiligheidskeurmerk die zich aan boord van het luchtvaartuig bevindt. De Commissie moet in samenwerking met de bedrijfstak en belangenorganisaties van personen met een handicap en met beperkte mobiliteit een lijst van goedgekeurde apparatuur voor medische zuurstof opstellen, waarbij terdege rekening moet worden gehouden met de veiligheidsvereisten.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Deze informatie moet eveneens worden verstrekt als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon.

(20) Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, wijziging van het vluchtschema en instapweigering, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Deze informatie moet eveneens worden verstrekt door de luchtvaartmaatschappij als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon. Bovendien moeten de passagiers worden geïnformeerd over de eenvoudigste en snelste vorderings- en klachtenprocedures, zodat zij gebruik kunnen maken van hun rechten.

Motivering

De luchtvaartmaatschappij is de enige betrouwbare bron van informatie over de oorzaak van vluchtverstoringen.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis) Om de nationale handhavingsinstanties te helpen bij het handhaven van deze verordening, moeten de luchtvaartmaatschappijen hen voorzien van relevante conformiteitsdocumentatie die aantoont dat zij alle toepasselijke artikelen van deze verordening naar behoren naleven.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Overweging 21 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 ter) Aangezien de commerciële luchtvaart een geïntegreerde Europese markt vormt, zullen maatregelen ter handhaving van de verordening doeltreffender zijn indien ze op Unieniveau worden genomen en indien voor de Commissie een grotere rol is weggelegd. Meer bepaald moet de Commissie ervoor zorgen dat luchtvaartpassagiers zich meer bewust worden van de mate waarin de luchtvaartmaatschappijen voldoen aan de vereisten op het gebied van de passagiersrechten, door een lijst openbaar te maken van luchtvaartmaatschappijen die de verordening stelselmatig niet naleven.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen en moeten binnen een redelijke termijn antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken niet verhinderen of belemmeren.

(22) Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen, moeten attent worden gemaakt op de daarvoor geldende termijnen, met name die van artikel 16 bis, lid 2, en moeten binnen de kortst mogelijke termijn antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. De lidstaten moeten voorzien in goed toegeruste bemiddelingsdiensten voor gevallen waarin conflicten tussen passagiers en luchtvaartmaatschappijen niet konden worden opgelost. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken niet verhinderen of belemmeren. Met het oog daarop moeten de passagiers altijd het adres en de contactgegevens krijgen van alle instanties die in elk land belast zijn met het vervullen van de desbetreffende formaliteiten. Om de vorderingen soepel, snel en goedkoop te behandelen in zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke procedures, dient in het bijzonder te worden verwezen naar online en alternatieve procedures voor geschillenbeslechting en de Europese procedure voor geringe vorderingen.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Overweging 22 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(22 bis) Een vordering moet altijd worden voorafgegaan door een klacht.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23) In zaak C-139/11 (Moré vs KLM) heeft het Europees Hof van Justitie verduidelijkt dat de termijnen voor het indienen van compensatievorderingen worden vastgesteld overeenkomstig de nationale wetgeving van elke lidstaat.

(23) In zaak C-139/11 (Moré vs KLM) heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat de termijnen voor het indienen van compensatievorderingen worden vastgesteld overeenkomstig de nationale wetgeving van elke lidstaat. Voor buitenrechtelijke schikkingen zijn tijdslimieten vastgesteld bij Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)17 bis.

 

___________________

 

17bis PB L 165 van 18.6.2013, blz. 65.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Overweging 26 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(26 bis) Om de rechtszekerheid voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen te vergroten, moet aan de hand van de werkzaamheden van de nationale handhavingsinstanties en de gerechtelijke uitspraken kunnen worden verduidelijkt wat onder "buitengewone omstandigheden" wordt verstaan. . Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging van de nationale handhavingsinstanties overgaat. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Overweging 27

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(27) Om te garanderen dat bij verlies of beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen de volledige waarde wordt vergoed, moeten luchtvaartmaatschappijen personen met beperkte mobiliteit gratis de mogelijkheid bieden om een bijzondere belangenverklaring af te leggen waardoor zij, overeenkomstig het Verdrag van Montreal, volledige vergoeding van verlies of schade kunnen eisen.

(27) Om te garanderen dat bij verlies of beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen de volledige waarde wordt vergoed, moeten luchtvaartmaatschappijen en bijstandsdiensten op de luchthaven personen met een handicap of met beperkte mobiliteit bij het boeken en nogmaals bij het inchecken informeren over de mogelijkheid om een bijzondere belangenverklaring af te leggen waardoor zij, overeenkomstig het Verdrag van Montreal, volledige vergoeding van verlies of schade kunnen eisen. De luchtvaartmaatschappijen moeten de passagiers, telkens wanneer ze een ticket boeken, inlichten over het bestaan van deze verklaring en over de rechten die eruit voortvloeien.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29) Muziekinstrumenten moeten in de mate van het mogelijke als bagage in de passagierscabine worden aanvaard; als dit niet mogelijk is, moeten ze in passende omstandigheden in het vrachtruim van het luchtvaartuig worden vervoerd. Verordening (EG) nr. 2027/97 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(29) Muziekinstrumenten moeten als bagage in de passagierscabine worden aanvaard; als dit niet mogelijk is, moeten ze in passende omstandigheden in het vrachtruim van het luchtvaartuig worden vervoerd. Om ervoor te zorgen dat de betrokken passagiers kunnen beoordelen of hun instrument in de cabine kan worden opgeslagen, moeten de luchtvaartmaatschappijen hen informeren over de omvang van de opslagfaciliteiten. Verordening (EG) nr. 2027/97 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Overweging 31

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31) Gezien de korte termijnen voor het indienen van klachten wegens verloren, beschadigde of vertraagde bagage moeten luchtvaartmaatschappijen in de luchthaven een klachtenformulier ter beschikking stellen. Dit kan ook in de vorm van het gemeenschappelijke "Property Irregularity Report (PIR)".

(31) Gezien de korte termijnen voor het indienen van klachten wegens verloren, beschadigde of vertraagde bagage moet er op alle luchthavens een speciale bagageservicebalie worden opgezet waar passagiers bij aankomst een klacht kunnen indienen. Voor dit doeleinde moeten luchtvaartmaatschappijen passagiers een klachtenformulier in alle officiële talen van de Unie ter beschikking stellen. Dit kan ook in de vorm van het gemeenschappelijke "Property Irregularity Report (PIR)". De Commissie moet bij uitvoeringshandeling het formaat van het standaardklachtenformulier vaststellen.

Motivering

Om praktische redenen moet er op alle vliegvelden een speciale bagageservicebalie beschikbaar zijn zodat de procedure kan worden versneld en vereenvoudigd. Daartoe moet een in de hele EU geldend standaard formulier beschikbaar worden gesteld bij de herziene verordening.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Overweging 35 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 bis) Om de passagiersbescherming over de grenzen van de Unie heen te verbeteren, moeten de passagiersrechten aan de orde komen in bilaterale en internationale overeenkomsten.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Overweging 35 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 ter) Op alle luchthavens van de Unie met meer dan een miljoen reizigers per jaar moeten specifieke faciliteiten voor reizigers met een ernstige handicap die verschoon- en toiletfaciliteiten nodig hebben (de zogenaamde "changing places") gratis beschikbaar zijn.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Overweging 35 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 quater) De door de lidstaten opgezette nationale handhavingsinstanties ("NHI's") hebben niet altijd voldoende bevoegdheden om te zorgen voor doeltreffende bescherming van passagiersrechten. De lidstaten moeten de NHI's derhalve voldoende bevoegdheden geven om sancties op te leggen bij inbreuken en om geschillen tussen passagiers en de sector te beslechten, en alle NHI's moeten alle ontvangen klachten volledig onderzoeken.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt -1 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 1 – lid 1 – letter c bis (nieuw)

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-1) Aan artikel 1, lid 1, wordt de volgende letter toegevoegd:

 

"c bis) in geval van verlaging van de klasse."

Motivering

De in punt c bis bedoelde situatie komt aan bod in artikel 10, lid 2, en moet derhalve in de lijst worden opgenomen.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 1 – punt 1 – letter c ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1) in artikel 1, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:

 

"c ter) ze missen een aansluitende vlucht."

Motivering

Gezien het nieuwe artikel 6 bis over "gemiste aansluitende vluchten" moet het onderwerp van de verordening als bepaald in artikel 1, lid 1, worden gewijzigd.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"organisator": een persoon in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten;"

d) "organisator": de persoon die niet-incidenteel pakketten samenstelt en deze rechtstreeks of via een doorverkoper verkoopt of ten verkoop aanbiedt;"

Motivering

Voor de duidelijkheid en de gebruiksvriendelijkheid is het is beter om allerlei verwijzingen weg te laten en om de relevante definities duidelijk in deze verordening op te nemen.

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Punt g) komt als volgt te luiden:

 

"g) "boeking": het feit dat de passagier een ticket heeft of een ander bewijs ander bewijs dat de boeking is aanvaard en geregistreerd door de luchtvaartmaatschappij of de organisator."

Motivering

Dit amendement is in overeenstemming met de nieuwe definitie in artikel 2, onder d).

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter c

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"persoon met beperkte mobiliteit": alle personen die zijn gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen.22

i) "persoon met een handicap of met beperkte mobiliteit": alle personen wier mobiliteit bij het gebruik van vervoer beperkt is ten gevolge van een lichamelijke (zintuiglijke of motorische, permanente of tijdelijke) handicap, een verstandelijke handicap of beperking, of enige andere oorzaak van handicap, of ten gevolge van leeftijd, en wier situatie vereist dat zij passende aandacht krijgen en dat de aan alle passagiers verstrekte diensten aan hen worden aangepast;

__________________

 

22 PB L 204van 26.7.2006, blz. 1.

 

Motivering

De verordening moet een duidelijke en volledige definitie omvatten van de term "persoon met een handicap of persoon met beperkte mobiliteit", ter vervanging van de verwijzing naar bestaande wetgeving, meer bepaald Verordening (EU) nr. 1107/2006. Daarnaast moet in de gebruikte definitie worden onderstreept dat de uitdrukking "persoon met een handicap" niet als synoniem voor "persoon met beperkte mobiliteit" mag worden gebruikt.

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 – onder c bis) (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter j

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) Punt j) wordt vervangen door:

 

"j) "instapweigering": weigering om passagiers op een vlucht te vervoeren, hoewel zij zich voor instappen hebben gemeld volgens de voorwaarden van artikel 3, lid 2, zonder dat de instapweigering is gebaseerd op redelijke gronden zoals redenen die te maken hebben met gezondheid, veiligheid of beveiliging, of ontoereikende reisdocumenten. Een vlucht waarvan de geplande vertrektijd is vervroegd met als gevolg dat de passagier die vlucht mist, wordt beschouwd als een vlucht waarvoor de passagier het instappen geweigerd is."

Motivering

De huidige definitie van "instapweigering" moet worden aangepast om ook gevallen te kunnen omvatten waarin een passagier zijn/haar vlucht mist vanwege een vervroegd tijdstip van vertrek.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter d

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter l

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"Een vlucht waarbij het luchtvaartuig is opgestegen maar, om welke reden dan ook, gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming of om terug te keren naar de luchthaven van vertrek, wordt als een geannuleerde vlucht beschouwd."

l) "een vlucht waarbij het luchtvaartuig is opgestegen maar om welke reden dan ook gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming of om terug te keren naar de luchthaven van vertrek, en waarbij de passagiers van het betrokken luchtvaartuig voor vertrek op andere vluchten zijn geplaatst, als een geannuleerde vlucht beschouwd.'

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter m

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"buitengewone omstandigheden": omstandigheden die, door hun aard of oorsprong, niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij, en waarop deze geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden onder meer de in de bijlage uiteengezette omstandigheden als buitengewone omstandigheden beschouwd;

 

m) "buitengewone omstandigheden": omstandigheden waarover de berokken luchtvaartmaatschappij geen controle heeft bij de normale uitoefening van haar activiteit en die buiten de verplichtingen vallen welke voortvloeien uit de na te leven veiligheidsregels. Met het oog op de toepassing van deze verordening zijn buitengewone omstandigheden alleen de in bijlage 1 genoemde omstandigheden.

Motivering

"Inherent" is een onduidelijk begrip en heeft verschillende talen een andere betekenis. Een luchtvaartmaatschappij die volledig overeenkomstig de veiligheids- en onderhoudsvoorschriften heeft gehandeld, en bijgevolg alles heeft gedaan wat in haar vermogen ligt om verstoring te voorkomen, moet niet gestraft worden door de plicht om compensatie te betalen. Compensatiebetalingen kunnen luchtvaartmaatschappijen alleen stimuleren tot beter gedrag wanneer zij daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op de oorzaak. De bijlage legt geen beperkingen op en geeft slechts voorbeelden.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter o

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

o) "aansluitende vlucht": een vlucht die, in het kader van één vervoerscontract, tot doel heeft de passagier naar een overstappunt te brengen waar hij op een andere vlucht kan overstappen of, indien van toepassing in de context, die andere vlucht die vanuit het overstappunt vertrekt;

o) "aansluitende vlucht": een vlucht die, in het kader van één vervoerscontract of één boekingsreferentie, of beide, tot doel heeft de passagier naar een overstappunt te brengen waar hij op een andere vlucht kan overstappen of, indien van toepassing in de context van artikel 6 bis, die andere vlucht die vanuit het overstappunt vertrekt;

Motivering

"Eén boekingsreferentie" is voor de duidelijkheid toegevoegd om problemen te voorkomen als er aparte tickets zijn gekocht via één enkele transactie. De toevoeging van artikel 6 bis verwijst naar de bepalingen over aansluitende vluchten.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter r

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"luchthavenbeheersorgaan": een orgaan dat, al dan niet samen met andere activiteiten, volgens nationale wetten, regels of contracten tot doel heeft de infrastructuur van de luchthaven of het luchthavennetwerk te beheren en de activiteiten van de verschillende exploitanten op de desbetreffende luchthaven of het desbetreffende luchthavennetwerk te coördineren en te controleren;

r) "luchthavenbeheersorgaan": de instantie die, al dan niet in combinatie met andere activiteiten, op grond van de nationale wet- of regelgeving of van overeenkomsten de taak heeft overeenkomstig zijn bevoegdheden de luchthaven- of luchthavennetwerkinfrastructuur te besturen en te beheren en de verschillende in de betrokken luchthavens of luchthavennetwerken aanwezige ondernemingen te coördineren;

Motivering

Het voorstel legt nieuwe taken op aan de luchthavenbeheersorganen, waaronder het controleren van alle activiteiten van de exploitanten op de luchthaven. Dit is niet werkbaar en is niet de taak van het luchthavenbeheersorgaan. Deze bepaling moet derhalve worden geschrapt om verwarring omtrent de taken en verantwoordelijkheden van het luchthavenbeheersorgaan te voorkomen.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter s

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

s) "ticketprijs": de volledige prijs die moet worden betaald voor een ticket, inclusief het vervoerstarief en alle toepasselijke belastingen, heffingen, toeslagen en vergoedingen voor alle facultatieve en niet-facultatieve diensten waarop het ticket betrekking heeft;

s) "ticketprijs": de volledige prijs die moet worden betaald voor een ticket, inclusief het vervoerstarief en alle toepasselijke belastingen, heffingen, toeslagen en vergoedingen voor alle facultatieve en niet-facultatieve diensten waarop het ticket betrekking heeft, zoals de kosten voor het inchecken, het verstrekken van de tickets en de instapkaart, het meenemen van de minimaal toegestane bagage, waaronder één stuk handbagage, één stuk ingecheckte bagage en essentiële artikelen, evenals alle kosten met betrekking tot de betaling, zoals creditcardkosten; . de van tevoren bekendgemaakte prijs komt altijd overeen met de uiteindelijk te betalen ticketprijs;

Motivering

Omwille van de duidelijkheid en de vergelijkbaarheid moet er een basispakket aan diensten worden gedefinieerd dat inbegrepen is in de ticketprijs.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter t

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

t) "vluchtprijs": de waarde die wordt verkregen door de ticketprijs te vermenigvuldigen met de verhouding tussen de afstand van de vlucht en de totale afstand van de reis of reizen waarop het ticket betrekking heeft;

t) "vluchtprijs": de waarde die wordt verkregen door de ticketprijs te vermenigvuldigen met de verhouding tussen de afstand van de vlucht en de totale afstand van de reis of reizen waarop het ticket betrekking heeft; wanneer de ticketprijs niet bekend is, is de waarde van een eventuele terugbetaling gelijk aan de meerprijs voor een zitplaats met extra comfort op die vlucht;

Motivering

Het door de Commissie voorgestelde concept "vluchtprijs" is niet functioneel als de vlucht wordt aangeboden als onderdeel van een pakketreis, aangezien de "vluchtprijs" niet op het ticket vermeld staat. Het voorgestelde amendement beoogt dit probleem te verhelpen. Het aanvullende gedeelte van de definitie stelt het restitutieniveau gelijk aan de waarde van een zitplaats met extra comfort op de desbetreffende vlucht. Deze definitie is van toepassing in de context van een gedeeltelijke terugbetaling na verplaatsing naar een lagere klasse.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter w

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

w) "vertraging op het tarmac": bij vertrek, de tijdspanne dat het luchtvaartuig op de grond blijft tussen het ogenblik waarop de passagiers beginnen in te stappen en het ogenblik waarop het luchtvaartuig opstijgt of, bij aankomst, de tijdspanne tussen het ogenblik waarop het luchtvaartuig landt en het ogenblik waarop de passagiers beginnen uit te stappen;

w) "vertraging op het tarmac": bij vertrek, de tijdspanne dat het luchtvaartuig op de grond blijft tussen het ogenblik waarop het instappen van de passagiers beëindigd is en het ogenblik waarop het luchtvaartuig opstijgt of, bij aankomst, de tijdspanne tussen het ogenblik waarop het luchtvaartuig landt en het ogenblik waarop de passagiers beginnen uit te stappen;

Motivering

De instaptijd mag niet worden meegerekend bij de vertraging op het tarmac, aangezien de duur daarvan afhangt van de grootte van het luchtvaartuig. De vertraging moet worden berekend in absolute termen en niet in verhouding met de afmetingen van het luchtvaartuig.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – punt y bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

y bis) "vertraging bij aankomst": het tijdsverschil tussen het tijdstip waarop de vlucht volgens het op het ticket van de passagier vermelde vluchtschema zou moeten aankomen en het werkelijke tijdstip waarop de vlucht aankomt. Een vlucht waarbij het luchtvaartuig is opgestegen maar gedwongen was terug te keren naar de luchthaven van vertrek en op een later tijdstip opnieuw is opgestegen, wordt als vlucht met vertraging bij aankomst beschouwd. Ook een vlucht die is afgeweken van de route maar uiteindelijk de eindbestemming of een luchthaven in de buurt van de eindbestemming bereikt, wordt als een vlucht met vertraging bij aankomst beschouwd.'

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – punt y ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

'y ter) "herroutering": alternatief vervoersaanbod waarmee de passagier zonder extra kosten zijn eindbestemming kan bereiken;''

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 2 – letter a – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 en in geval van een wijziging van het vluchtschema als bedoeld in artikel 6 - bij de incheckbalie melden,

a) een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 en in geval van een wijziging van het vluchtschema als bedoeld in artikel 6 of in geval van een aansluitende vlucht als bedoeld in artikel 6 bis - bij de incheckbalie melden,

 

Motivering

Met dit amendement wordt de tekst aangepast aan het nieuwe artikel 6 bis over "gemiste aansluitende vluchten".

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 - letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

2 a bis) Aan lid 3 wordt het volgende toegevoegd:

3. Deze verordening geldt niet voor passagiers die gratis reizen of tegen een gereduceerd tarief dat niet rechtstreeks of indirect voor het publiek toegankelijk is. Passagiers die in het bezit zijn van tickets die door een luchtvaartmaatschappij of touroperator zijn verstrekt in het kader van een Frequent Flyer-programma of een ander commercieel programma, vallen echter wel onder deze verordening.

"3. Deze verordening geldt niet voor passagiers die gratis reizen of tegen een gereduceerd tarief dat niet rechtstreeks of indirect voor het publiek toegankelijk is, zoals kinderen van minder dan twee jaar voor wie geen aparte zitplaats is geboekt. Passagiers die in het bezit zijn van tickets die door een luchtvaartmaatschappij of touroperator zijn verstrekt in het kader van een Frequent Flyer-programma of een ander commercieel programma, vallen echter wel onder deze verordening."

Dit amendement is bedoeld om een bepaling van de bestaande wetshandeling - artikel 3, lid 3 - te veranderen, die in het Commissievoorstel niet aan de orde komt.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Onverminderd het bepaalde in artikel 8, lid 6, is deze verordening alleen van toepassing op passagiers die met een gemotoriseerd luchtvaartuig met vaste vleugels worden vervoerd. Als een deel van de reis echter, overeenkomstig het vervoerscontract, wordt uitgevoerd met een andere vervoerswijze of per helikopter, is deze verordening van toepassing op de hele reis en wordt het deel van de reis dat met een andere vervoerswijze wordt uitgevoerd, beschouwd als een aansluitende vlucht met het oog op de toepassing van deze verordening.'

4. Onverminderd het bepaalde in artikel 8, lid 6, is deze verordening alleen van toepassing op passagiers die met een gemotoriseerd luchtvaartuig met vaste vleugels worden vervoerd. Wanneer een deel van de reis echter, overeenkomstig één vervoerscontract en op basis van één reservering, wordt uitgevoerd met een andere vervoerswijze of per helikopter, is artikel 6 bis van toepassing op de hele reis, mits die andere vervoerswijze in het vervoerscontract was vermeld. De luchtvaartmaatschappij heeft tot taak ervoor te zorgen dat deze verordening op de hele reis van toepassing is.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter c

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"6. Deze verordening is eveneens van toepassing op passagiers die worden vervoerd in het kader van contracten voor pakketreizen, maar is niet van invloed op de rechten van de passagiers volgens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad. De passagiers hebben het recht vorderingen in te dienen krachtens deze verordening en krachtens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad, maar mogen voor dezelfde feiten geen rechten cumuleren uit hoofde van beide wetteksten als deze rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel hebben. Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis wordt geannuleerd om andere redenen dan annulering of vertraging van de vlucht."

"6. Deze verordening is eveneens van toepassing op luchtpassagiers die worden vervoerd in het kader van contracten voor pakketreizen, maar is niet van invloed op de rechten van de passagiers uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad. De passagiers hebben het recht vorderingen in te dienen bij de luchtvaartmaatschappij krachtens deze verordening en bij de organisator krachtens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad, maar mogen voor dezelfde feiten geen rechten cumuleren uit hoofde van beide wetgevingshandelingen als deze rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel hebben. Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis wordt geannuleerd om andere redenen dan annulering of vertraging van de vlucht.'

Motivering

Dit amendement strekt ter verduidelijking. Verordening 261/2004 en Richtlijn 90/314/EEG betreffende pakketreizen zijn twee verschillende wetgevingshandelingen. Het moet duidelijk zijn dat passagiers hun rechten niet kunnen combineren onder beide wetgevingshandelingen.

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 - letter - a (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-a) Artikel 4, lid 1, wordt vervangen door:

1. Wanneer een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs instapweigering voor een vlucht kan verwachten, vraagt zij eerst of er vrijwilligers zijn die hun boekingen willen opgeven in ruil voor bepaalde voordelen, onder voorwaarden die moeten worden overeengekomen tussen de betrokken passagier en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Vrijwilligers krijgen bijstand overeenkomstig artikel 8, en deze is aanvullend op bij de in dit lid bedoelde voordelen.

1. Wanneer een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs instapweigering voor een vlucht kan verwachten, vraagt zij eerst of er vrijwilligers zijn die hun boekingen willen opgeven in ruil voor bepaalde voordelen, onder voorwaarden die moeten worden overeengekomen tussen de betrokken passagier en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Vrijwilligers worden overeenkomstig artikel 14, lid 2, over hun rechten geïnformeerd en krijgen bijstand overeenkomstig artikel 8, en wanneer de overeengekomen vertrektijd minstens twee uur later is dan de oorspronkelijke vertrektijd, verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de verzorging overeenkomstig artikel 9; deze bijstand en verzorging worden verstrekt naast de in dit lid bedoelde voordelen.

Motivering

Deze wijziging zorgt ervoor dat vrijwilligers dezelfde mate van informatie en verzorging krijgen als alle andere passagiers, zodat zij over volledige informatie beschikken wanneer zij besluiten om het aanbod van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, al dan niet te aanvaarden.

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Lid 3 wordt vervangen door:

Schrappen

‘3. Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen onmiddellijk overeenkomstig artikel 7 en verleent zij hun bijstand overeenkomstig artikel 8. Als de passagier kiest voor herroutering bij de eerste gelegenheid, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), en als het luchtvaartuig minstens twee uur na de oorspronkelijk geplande vertrektijd vertrekt, verleent de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier bijstand overeenkomstig artikel 9.'

 

Motivering

Krachtens de bestaande verordening wordt artikel 9 onmiddellijk van kracht. Dit moet zo blijven. Passagiers aan wie instappen wordt geweigerd om redenen waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn, moeten tijdens de periode voor het instappen niet twee uur hoeven wachten op een verfrissing als voorgeschreven in artikel 9, lid 1, onder a).

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

‘4. Leden 1, 2 en 3 zijn eveneens van toepassing op retourtickets als de passagier de toegang tot de terugvlucht wordt geweigerd omdat hij/zij de heenvlucht niet heeft genomen of daarvoor geen toeslag heeft betaald.

‘4. Een passagier mag de toegang tot de terugvlucht, ook als die bestaat uit meerdere vluchten, niet worden geweigerd omdat hij/zij de heenvlucht van een retourticket niet heeft genomen of daarvoor geen toeslag heeft betaald. Als passagiers tegen hun wil het instappen wordt geweigerd op deze gronden, zijn de leden 1 en 2 van toepassing. Daarnaast compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de betrokken passagiers onmiddellijk overeenkomstig artikel 7 en verleent ze hun bijstand overeenkomstig de artikelen 8 en 9.

 

De eerste alinea van dit lid is niet van toepassing wanneer het ticket meerdere vluchtcoupons omvat en passagiers worden geweigerd omdat niet alle afzonderlijke vluchten zijn gebruikt of de vluchten niet in de volgorde zijn gebruikt zoals aangegeven op het ticket.

Motivering

De praktijk die luchtvaartmaatschappijen toepassen is in strijd met de belangen van de consumenten en moet in de toekomst worden verboden met een duidelijke rechtsgrond. Voor de toepassing van artikel 9 wordt verwezen naar het vorige amendement.

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Als de passagier of een tussenpersoon die namens de passagier handelt een spellingsfout in de naam van een of meerdere passagiers op hetzelfde vervoerscontract meldt, hetgeen tot instapweigering kan leiden, corrigeert de luchtvaartmaatschappij dit minstens één keer tot 48 uur vóór vertrek zonder extra heffingen voor de passagier of de tussenpersoon, behalve als dit verboden is uit hoofde van de nationale of internationale wetgeving.'

5. Als de passagier of een tussenpersoon die namens de passagier handelt spellingsfouten in de naam van een of meerdere passagiers op hetzelfde vervoerscontract meldt, hetgeen tot instapweigering kan leiden, corrigeert de luchtvaartmaatschappij die fouten minstens één keer tot 48 uur vóór vertrek zonder extra heffingen voor de passagier of de tussenpersoon, behalve als dit verboden is uit hoofde van de nationale of internationale wetgeving.'

Motivering

Aangezien fouten een aantal oorzaken kunnen hebben, kan dankzij dit amendement meer dan één spellingsfout worden gecorrigeerd.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) het volgende lid wordt toegevoegd:

 

"5 bis. De leden 1, 2 en 4 zijn ook van toepassing wanneer de passagier de vlucht mist omdat:

 

a) de vlucht vóór het geplande tijdstip is vertrokken, terwijl de passagier op tijd op de luchthaven was overeenkomstig artikel 3, lid 2; of

 

b) het geplande vertrektijdstip van de vlucht was vervroegd en de passagier hiervan niet ten minste 24 uur van tevoren op de hoogte was gesteld; de bewijslast waaruit blijkt dat de passagier op tijd op de hoogte was gesteld van de wijziging in het geplande tijdstip van vertrek ligt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.'

 

Daarnaast compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de betrokken passagier onmiddellijk overeenkomstig artikel 7 en verleent ze bijstand overeenkomstig de artikelen 8 en 9.

Motivering

Het herziene amendement 35 strookt met het standpunt van de rapporteur over de rechten van passagiers bij instapweigering, en met name met amendement 1 op overweging 5, amendement 11 op overweging 12, amendement 32 op artikel 4, lid 3, en amendement 33 op artikel 4, lid 4. In amendement 35 moet lid 3 dus worden geschrapt en moeten de verwijzingen naar de artikelen 7, 8 en 9 worden toegevoegd, zoals bepaald in artikel 4, lid 4.

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het volgende artikel 4 bis wordt toegevoegd:

 

Tickets met meerdere vluchtcoupons

 

1. Indien een ticket met meerdere vluchtcoupons kan worden gebruikt voor opeenvolgende vluchten, zorgt de luchtvaartmaatschappij of ticketverkoper in de zin van Verordening (EG) 2111/2005 ervoor dat de passagier zich ten volle bewust is van de specifieke voorwaarden die voor het aangeboden tarief gelden en verzoekt de luchtvaartmaatschappij of ticketverkoper de passagier om met gebruikmaking van de verstrekte contactgegevens contact op te nemen met de luchtvaartmaatschappij indien hij een van de vluchten niet kan nemen.

 

2. Wanneer een passagier zijn heenvlucht/heenreis of inkomende vlucht niet heeft genomen, gaat de luchtvaartmaatschappij niet over tot schrapping van de boeking voor de terugvlucht/terugreis of volgende vlucht.

 

3. Indien de passagier vóór de terugvlucht/terugreis of volgende vlucht contact heeft opgenomen met de luchtvaartmaatschappij, mag hij deze vlucht zonder extra kosten nemen.

 

4. In de andere dan de in lid 3 bedoelde gevallen kan de luchtvaartmaatschappij, indien zij kan aantonen dat aan het bepaalde in lid 1 is voldaan, een toeslag vragen van maximaal het verschil tussen de op het ticket vermelde vluchtprijs en de prijs van een enkele vlucht op de datum waarop de vlucht werd geboekt.

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – alinea 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"a) krijgen de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de keuze tussen terugbetaling en voortzetting van hun reis door herroutering of reizen op een latere datum, overeenkomstig artikel 8; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

"a) krijgen de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de keuze tussen terugbetaling en voortzetting van hun reis door herroutering of reizen later op dezelfde dag of op een latere datum, overeenkomstig artikel 8; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 - letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a bis) Lid 2 wordt vervangen door:

2. Wanneer de passagiers wordt meegedeeld dat de vlucht is geannuleerd, wordt uitgelegd welk alternatief vervoer er voorhanden is.

2. Wanneer de passagiers wordt meegedeeld dat de vlucht geannuleerd is, worden ze door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of door de organisator overeenkomstig artikel 5, lid 1, volledig over hun rechten en over mogelijke alternatieve vervoerswijzen geïnformeerd.'

Motivering

Dit amendement moet ervoor zorgen dat passagiers beter worden geïnformeerd in geval van een annulering.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden en dat de annulering ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd.

3. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen voor zover ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de daaraan voorafgaande vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd. Indien de luchtvaartmaatschappij niet schriftelijk aantoont dat er sprake is van buitengewone omstandigheden, betaalt zij de in artikel 7 bedoelde compensatie.

 

De eerste alinea ontslaat de luchtvaartmaatschappijen niet van de verplichting om bijstand te verlenen aan de passagiers overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder b), en artikel 9 van deze verordening.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter c

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"5. Op luchthavens met een jaarlijks verkeer van minstens drie miljoen passagiers gedurende minstens drie opeenvolgende jaren ziet het luchthavenbeheersorgaan erop toe dat de activiteiten van de luchthaven en de luchthavengebruikers, met name de luchtvaartmaatschappijen en de verleners van grondafhandelingsdiensten, worden gecoördineerd via een noodplan voor situaties van meervoudige annuleringen en/of vertragingen van vluchten waardoor een aanzienlijk aantal passagiers stranden op de luchthaven, inclusief in gevallen van insolventie van luchtvaartmaatschappijen of intrekking van exploitatievergunningen. Het doel van het noodplan is ervoor te zorgen dat gestrande passagiers passende informatie en bijstand krijgen. Het luchthavenbeheersorgaan deelt het noodplan en alle wijzigingen ervan mee aan het krachtens artikel 16 aangewezen nationale handhavingsorgaan. Op luchthavens die onder de bovenvermelde drempel blijven, levert het luchthavensbeheersorgaan alle redelijke inspanningen om de luchthavengebruikers te coördineren en om gestrande passagiers in dergelijke situaties bij te staan en te informeren."

"5. Met het oog op de mogelijkheid van meervoudige annuleringen en/of vertragingen van vluchten waardoor een aanzienlijk aantal passagiers strandt op de luchthaven, onder meer in geval van insolventie van een luchtvaartmaatschappij of intrekking van exploitatievergunningen, zorgen de luchthavenbeheersorganen van luchthavens in de Unie met een jaarlijks verkeer van minstens 1,5 miljoen passagiers gedurende minstens drie opeenvolgende jaren, voor adequate coördinatie van luchthavengebruikers door middel van een noodplan.

 

Dat noodplan wordt opgezet door het luchthavenbeheersorgaan in samenwerking met de luchthavengebruikers, met name de verleners van grondafhandelings- en luchtnavigatiediensten, de luchthavenwinkels en de verleners van bijzondere bijstand aan passagiers met een handicap of met beperkte mobiliteit, en in voorkomend geval met medewerking van de desbetreffende nationale, regionale of lokale instanties en organisaties.

 

Het luchthavenbeheersorgaan deelt het noodplan en alle wijzigingen ervan mee aan de krachtens artikel 16 aangewezen nationale handhavingsinstantie. De lidstaten zien erop toe dat de nationale handhavingsinstantie in staat is en over de middelen beschikt om doeltreffend op te treden in het kader van de noodplannen en die zo nodig aan te passen.

 

Op luchthavens die onder de bovenvermelde drempel blijven, levert het luchthavensbeheersorgaan alle redelijke inspanningen om de luchthavengebruikers te coördineren en om gestrande passagiers in dergelijke situaties bij te staan en te informeren."

Motivering

In het belang van de passagiers wordt de drempelwaarde van drie miljoen passagiers per jaar voor luchthavens te hoog gevonden en moet deze waarde worden verlaagd naar 1,5 miljoen. Bij het opstellen van noodplannen moet de betrokkenheid van alle luchthavengebruikers en van nationale, regionale of lokale instanties duidelijk worden vermeld. De voornaamste doelstelling die moet worden gehaald met het opstellen van noodplannen is te zorgen voor adequate coördinatie door alle betrokken partijen.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – alinea 4 – onder c bis) (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis) Het volgende lid 5 bis wordt ingevoegd:

 

"5 bis. Aangezien de luchtvaartmaatschappijen hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet mogen beperken, wordt het in lid 5 bedoelde noodplan opgesteld om te voorzien in gecoördineerd optreden waar dat nodig is, zodat gestrande passagiers, in het bijzonder gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, passende informatie en bijstand krijgen, meer bepaald met betrekking tot:

 

- het verstrekken van informatie aan passagiers die gestrand zijn of die op weg zijn naar de luchthaven om aan hun luchtreis te beginnen;

 

- het bieden van accommodatie ter plaatse als het grote aantal gestrande passagiers de beschikbaarheid van hotelaccommodatie te boven gaat;

 

- het verstrekken van informatie en het verlenen van bijstand aan passagiers die te maken hebben met de beperkingen in artikel 9, leden 4 en 5;

 

- de herroutering van gestrande passagiers met alternatieve luchtvaartmaatschappijen en vervoerswijzen, tegen beperkte of geen kosten voor passagiers, als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert haar activiteiten heeft gestaakt.

Motivering

Dit amendement houdt nauw verband met het voorgaande amendement op artikel 5, lid 5. Het is erop gericht nauwkeuriger aan te geven wat noodplannen precies moeten omvatten op het vlak van informatie en bijstand. De behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit verdienen bijzondere aandacht.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 - letter c ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c ter) Het volgende lid 5 ter wordt ingevoegd:

 

'5 ter. Luchtvaartmaatschappijen ontwikkelen gedetailleerde procedures en voeren die in zodat ze deze verordening op doeltreffende en consequente wijze kunnen naleven, vooral in geval van vertragingen, annuleringen, instapweigeringen, massale verstoringen en insolventie. In deze procedures wordt duidelijk aangegeven welke contactpersoon van de luchtvaartmaatschappij op welke luchthaven verantwoordelijk is voor het verstrekken van betrouwbare informatie over verzorging, bijstand, herroutering of terugbetaling en voor het nemen van de noodzakelijke dringende maatregelen. De luchtvaartmaatschappij stelt voor de verlening van deze diensten procedures en voorwaarden vast, zodat deze vertegenwoordiger in staat is onverwijld aan deze verplichting te voldoen. De luchtvaartmaatschappij deelt deze procedures en eventuele wijzigingen daarin mee aan de krachtens artikel 16 aangewezen nationale handhavingsinstantie.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 41 van de rapporteur.

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter c quater) (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 5 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c quater) het volgende lid 5 quater wordt toegevoegd:

 

"5 quater. In geval van annulering van een vlucht als gevolg van de insolventie of het faillissement van een luchtvaartmaatschappij, dan wel van de opschorting of overdracht van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij, hebben gestrande passagiers recht op terugbetaling, een retourvlucht naar het vertrekpunt of herroutering, alsook op verzorging, zoals bepaald in de artikelen 8 en 9 van deze verordening. Ook passagiers die hun reis nog niet zijn begonnen, hebben recht op terugbetaling. Luchtvaartmaatschappijen tonen aan dat zij alle nodige maatregelen hebben genomen, zoals de inschrijving op een verzekering of de oprichting van een garantiefonds, teneinde gestrande passagiers zo nodig verzorging, terugbetaling of herroutering te kunnen aanbieden. Deze rechten gelden voor alle betrokken passagiers, ongeacht hun verblijfplaats, de vertrekplaats of de plaats waar zij hun ticket hebben gekocht.

Motivering

Het faillissement of de insolventie van een luchtvaartmaatschappij, dan wel de opschorting of overdracht van haar activiteiten kan leiden tot een schending van de rechten van passagiers, annulering van een vlucht en een andere vlucht op kosten van de passagier. Het is dus de taak van de luchtvaartmaatschappijen de passagiers tegen dergelijke eventualiteiten te beschermen. Dat is niet iets waar de passagier uitdrukkelijk voor zou moeten kiezen en zelf voor zou moeten betalen.

Amendement  70

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs verwacht dat de vlucht vertraging zal oplopen of als zij de geplande vertrektijd uitstelt tot na de oorspronkelijk geplande vertrektijd, moet zij de passagiers het volgende aanbieden:

Niet van toepassing op de Nederlandse versie

Motivering

Niet van toepassing op de Nederlandse versie

Amendement  71

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 – sub ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii) als de vertraging minstens vijf uur bedraagt en één of meerdere nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), vermelde bijstand; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

ii) als de vertraging minstens drie uur bedraagt en nachtelijke uren omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), vermelde bijstand; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

Motivering

Dit amendement is in overeenstemming met het arrest van het Europees Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07, Sturgeon vs Condor en Böck & Lepuschitz vs Air France, op grond waarvan passagiers bij lange vertragingen, d.w.z. van meer dan drie uur, dezelfde rechten hebben als passagiers van wie de vlucht geannuleerd is. Het ijkpunt van vijf uur is daarom vervangen door een ijkpunt van drie uur.

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 - letter iii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii) als de vertraging minstens vijf uur bedraagt: de in artikel 8, lid 1, onder a), vermelde bijstand.

iii) als de vertraging minstens drie uur bedraagt: de in artikel 8, lid 1, vermelde bijstand.

Motivering

Dit amendement is in overeenstemming met het arrest van het Europees Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07, Sturgeon vs Condor en Böck & Lepuschitz vs Air France, op grond waarvan passagiers bij lange vertragingen, d.w.z. van meer dan drie uur, dezelfde rechten hebben als passagiers van wie de vlucht geannuleerd is. Het ijkpunt van vijf uur is daarom vervangen door een ijkpunt van drie uur. Zie ook het amendement op artikel 6, lid 1, onder ii).

Amendement  73

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"1 bis. Wanneer de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de geplande vertrektijd met meer dan drie uur vervroegt, biedt zij passagiers de in artikel 8, lid 1, onder a), gespecificeerde compensatie of de in artikel 8, lid 1, onder b), gespecificeerde herroutering aan. De passagier kan zelf zijn/haar herroutering regelen en kan terugbetaling van de desbetreffende kosten vorderen als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert verzuimt herroutering als optie aan te bieden krachtens artikel 8, lid 1, onder b).'

Motivering

Als het vluchtschema te veel vertraging oplevert, moet passagiers de mogelijkheid worden geboden te verzoeken om compensatie of herroutering. Bovendien moeten passagiers in overeenstemming met de nieuwe bepaling in artikel 8, lid 6 bis, de mogelijkheid krijgen om zelf de herroutering te regelen en de compensatie van de desbetreffende kosten te vorderen als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert verzuimt herroutering als optie aan te bieden.

Amendement  74

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) vijf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor alle intracommunautaire reizen en voor reizen van/naar derde landen van hoogstens 3 500 km;

a) drie uur of meer na de geplande aankomsttijd voor alle reizen van hoogstens 2 500 km;

b) negen uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen tussen 3 500 en 6 000 km;

b) vijf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor vluchten binnen de Unie van meer dan 2 500 km of voor reizen van/naar derde landen tussen 2 500 en 6 000 km;

'(c) twaalf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen van 6 000 km of meer.

c) zeven uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen van meer dan 6 000 km.

Amendement  75

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 als zij kan aantonen dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema veroorzaakt is door buitengewone omstandigheden en dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd.

4. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden.

 

Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen voor zover ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de daaraan voorafgaande vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd. Indien de luchtvaartmaatschappij niet schriftelijk aantoont dat er sprake is van buitengewone omstandigheden, betaalt zij de in artikel 7 bedoelde compensatie. Het bovenstaande ontslaat de luchtvaartmaatschappijen niet van de verplichting om bijstand te verlenen aan de passagiers overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder b), en artikel 9.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 50 van de rapporteur.

Amendement  76

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Als een vertraging op het tarmac meer dan één uur duurt, stelt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, gratis toiletfaciliteiten en drinkwater ter beschikking, zorgt zij voor passende verwarming of koeling van de passagierscabine en ziet zij erop toe dat passende medische bijstand beschikbaar is, indien nodig. Als een vertraging op het tarmac de maximumduur van vijf uur bereikt, keert het luchtvaartuig terug naar de gate of naar een ander geschikt uitstappunt waar de passagiers kunnen uitstappen en dezelfde bijstand kunnen genieten als vermeld in lid 1, tenzij het luchtvaartuig zijn plaats op het tarmac niet kan verlaten om veiligheids- of beveiligingsredenen.'

5. Als een vertraging op het tarmac meer dan één uur duurt, stelt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, gratis toiletfaciliteiten en drinkwater ter beschikking, zorgt zij voor passende verwarming of koeling van de passagierscabine en ziet zij erop toe dat passende medische bijstand beschikbaar is, indien nodig. Als een vertraging op het tarmac de maximumduur van twee uur bereikt, keert het luchtvaartuig terug naar de gate of naar een ander geschikt uitstappunt waar de passagiers kunnen uitstappen, tenzij het luchtvaartuig zijn plaats op het tarmac niet kan verlaten om veiligheids- of beveiligingsredenen. Na een vertraging van in totaal meer dan drie uur ten opzichte van de oorspronkelijke vertrektijd, genieten passagiers dezelfde bijstand als vermeld in lid 1, met inbegrip van de mogelijkheid van terugbetaling, een terugvlucht of herroutering, als vermeld in artikel 8, lid 1, en worden zij dienovereenkomstig geïnformeerd.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 51 van de rapporteur en voegt een verwijzing toe naar het recht op terugbetaling, een terugvlucht of herroutering.

Amendement  77

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij die de aansluitende vlucht uitvoert de passagier het volgende aan:

Wanneer een passagier een aansluitende vlucht waarvoor hij een reservering heeft, ook wanneer hij op een alternatieve vlucht is geboekt in geval van herroutering, mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de luchtvaartmaatschappij van de Unie die de voorafgaande vlucht uitvoert die verantwoordelijk is voor die vertraging of wijziging van het vluchtschema, de passagier het volgende aan:

Amendement  78

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 – punt iii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii) als de geplande vertrektijd van de alternatieve vlucht of het andere vervoer dat krachtens artikel 8 wordt aangeboden minstens 5 uur later is dan de geplande vertrektijd van de gemiste vlucht en de vertraging één of meer nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), gespecificeerde bijstand.

iii) als de geplande vertrektijd van de alternatieve vlucht of het andere vervoer dat krachtens artikel 8 wordt aangeboden minstens 3 uur later is dan de geplande vertrektijd van de gemiste vlucht en de vertraging nachtelijke uren omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), gespecificeerde bijstand.

Motivering

Dit amendement is in overeenstemming met de vorige amendementen over de ijkpunten in artikel 6. Daarnaast is er een verduidelijking nodig aangezien de huidige formulering ten onrechte zodanig kan worden opgevat dat er alleen gezorgd wordt voor accommodatie als de vertraging een hele nacht duurt.

Amendement  79

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een passagier een aansluitende vlucht op een EU-luchthaven mist ten gevolge van een vertraging van een voorgaande vlucht, heeft hij recht op compensatie van de communautaire luchtvaartmaatschappij die de voorgaande vlucht uitvoerde, overeenkomstig artikel 6, lid 2. De vertraging wordt berekend op basis van de geplande aankomsttijd op de eindbestemming.

2. Wanneer een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een wijziging van het vluchtschema of een vertraging van een voorgaande vlucht die 90 minuten of meer bedraagt, berekend op basis van de aankomsttijd op het overstappunt, heeft de passagier recht op compensatie van de luchtvaartmaatschappij van de Unie die de voorafgaande vlucht uitvoerde, overeenkomstig artikel 6, lid 2. Hiertoe wordt de totale vertraging berekend op basis van de geplande aankomsttijd op de eindbestemming.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 54 van de rapporteur. De tekst bepaalt dat de vertraging van 90 minuten wordt berekend op basis van de aankomsttijd van het luchtvaartuig.

Amendement  80

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op luchtvaartmaatschappijen uit derde landen die een aansluitende vlucht uitvoeren naar of van een EU-luchthaven.'

4. Leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op luchtvaartmaatschappijen uit derde landen die een aansluitende vlucht uitvoeren van een luchthaven binnen de Unie naar een andere luchthaven binnen de Unie, of van een luchthaven binnen de Unie naar een luchthaven buiten de Unie.'

Motivering

De wijziging is nodig omwille van de consistentie met artikel 3, lid 1, over het toepassingsgebied van de verordening, en om problemen van extraterritorialiteit met luchtvaartmaatschappijen uit derde landen te voorkomen.

Amendement  81

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a) Lid 1 wordt vervangen door:

1. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers compensatie ten belope van:

"1. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers compensatie ten belope van:

a) 250 EUR voor alle vluchten tot en met 1 500 km;

a) 300 EUR voor alle reizen tot en met 2 500 km;

b) 400 EUR voor alle intracommunautaire vluchten van meer dan 1 500 km, en voor alle andere vluchten tussen 1 500 en 3 500 km;

b) 400 EUR voor alle reizen tussen 2 500 en 6 000 km;

c) 600 EUR voor alle niet onder a) of b) vallende vluchten.

c) 600 EUR voor alle reizen van 6 000 km of meer.

Bij de bepaling van de afstand wordt gekeken naar de laatste bestemming waar de passagier als gevolg van de instapweigering of annulering na de geplande tijd zal aankomen.

Bij de bepaling van de afstand wordt gekeken naar de laatste bestemming waar de passagier als gevolg van de instapweigering of annulering na de geplande tijd zal aankomen."

Dit amendement is bedoeld om een bepaling van de bestaande wetshandeling - artikel 7, lid 1 - te veranderen, die in het Commissievoorstel niet volledig aan de orde komt.

Motivering

In de huidige verordening heeft de definitie van compensatie betrekking op "vluchten" en dit begrip dient in de herziening behouden te blijven.

Amendement  82

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De in lid 1 vermelde compensatie wordt contant, via (elektronische) overschrijving of met een bankcheque betaald.

3. In overleg met de passagier wordt de in lid 1 bedoelde compensatie via elektronische bankoverschrijving, terugbetaling op de kredietkaart of overmaking op de door de rechthebbende passagier aangegeven rekening betaald. De Commissie verhoogt de compensatiebedragen na raadpleging van het bij artikel 16 ingestelde comité.

Motivering

Er doen zich problemen voor met luchtvaartmaatschappijen die compensaties via een bankcheque uitkeren.

Amendement  83

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De luchtvaartmaatschappij kan een vrijwillige overeenkomst sluiten met de passagier ter vervanging van de in lid 1 uiteengezette compensatiebepalingen, voor zover deze overeenkomst wordt bevestigd door een document dat door de passagier is ondertekend en waarin hij wordt herinnerd aan het recht op compensatie uit hoofde van deze verordening.'

5. De luchtvaartmaatschappij kan een vrijwillige overeenkomst sluiten met de passagier ter vervanging van de in lid 1 bedoelde compensatie door andere, niet-monetaire voordelen (bijv. vluchtbonnen zonder uiterste datum ter waarde van 100% van de rechtmatige compensatie), voor zover deze overeenkomst wordt bevestigd door een document dat door de passagier is ondertekend en waarin hij op ondubbelzinnige wijze wordt herinnerd aan zijn recht op compensatie uit hoofde van deze verordening. Een dergelijke overeenkomst kan pas worden gesloten nadat de gebeurtenissen die het recht geven op een compensatie hebben plaatsgevonden.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 61 van de rapporteur. Anders zou het mogelijk kunnen zijn om van passagiers te verlangen dat zij een dergelijk document van tevoren, bij het boeken van hun vlucht, ondertekenen.

Amendement  84

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De bewijslast inzake het moment en de wijze waarop de passagier de vorm van betaling van de compensatie of de terugbetaling van de kosten van het ticket als bedoeld in artikel 7, lid 3, heeft geaccepteerd, alsmede of en wanneer de passagier een overeenkomst zoals bedoeld in lid 5 heeft geaccepteerd, berust bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.

Motivering

Deze bepaling stelt duidelijk vast waar de bewijslast ligt.

Amendement  85

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – alinea 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven dagen na het verzoek van de passagier, op de in artikel 7, lid 3, bepaalde wijze, voor het gedeelte of de gedeelten van de reis die niet zijn afgelegd en voor het gedeelte of de gedeelten die reeds zijn afgelegd indien verder reizen in het licht van het oorspronkelijke reisplan van de passagier geen zin meer heeft, alsmede, in voorkomend geval,

terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven werkdagen na het verzoek van de passagier, op de in artikel 7, lid 3, bepaalde wijze, voor het gedeelte of de gedeelten van de reis die niet zijn afgelegd en voor het gedeelte of de gedeelten die reeds zijn afgelegd indien verder reizen in het licht van het oorspronkelijke reisplan van de passagier geen zin meer heeft, alsmede, in voorkomend geval,

Motivering

Voorziet in de verduidelijking dat het om werkdagen gaat, niet kalenderdagen. (Tweede zin niet van toepassing op de NL versie)

Amendement  86

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Lid 1, onder b), is ook van toepassing op gevallen waarin het luchtvaartuig is opgestegen maar vervolgens gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming. Krachtens lid 3 draagt de luchtvaartmaatschappij de kosten van de overbrenging van de passagier van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt.

Amendement  87

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert een passagier een vlucht aanbiedt naar of van een andere luchthaven dan die waarvoor was geboekt, draagt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de kosten van de overbrenging van de passagier van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt of, wat de luchthaven van bestemming betreft, naar een andere met de passagier overeengekomen nabijgelegen bestemming.

3. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert een passagier een vlucht aanbiedt naar of van een andere luchthaven dan die waarvoor was geboekt, draagt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de kosten van de overbrenging van de passagier van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt.

Amendement  88

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Als passagiers de in lid 1, onder b), vermelde optie kiezen, hebben zij het recht op herroutering met een andere luchtvaartmaatschappij of een andere vervoerswijze als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier niet met haar eigen diensten binnen 12 uur na de geplande aankomsttijd ter bestemming kan brengen. Onverminderd artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1008/200823 mogen de andere luchtvaartmaatschappijen of vervoersexploitanten aan de luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract werd gesloten geen prijs vragen die hoger is dan de gemiddelde prijs die hun eigen passagiers in de voorbije drie maanden voor gelijkwaardige diensten hebben betaald.

5. Als passagiers de in lid 1, onder b), vermelde optie kiezen, hebben zij, indien beschikbaar en mits er vergelijkbare alternatieven bestaan, het recht op zo snel mogelijke herroutering met een andere luchtvaartmaatschappij of een andere vervoerswijze als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier niet met haar eigen diensten binnen acht uur na de geplande aankomsttijd ter bestemming kan brengen. De luchtvaartmaatschappij deelt de passagier binnen 30 minuten na de geplande vertrektijd mee of een tijdige herroutering met haar eigen diensten mogelijk is. De passagier heeft het recht de herroutering met een andere vervoerswijze te weigeren, en behoudt in dat geval zijn/haar recht op de in artikel 9 bedoelde verzorging tijdens het wachten op de herroutering.

____________

 

23 PB L293 van 31.10.2008, blz. 3.

 

Motivering

Er mogen geen prijsbeperkingen en voorwaarden bestaan die het gebruik van een bepaalde vervoerswijze verplicht stellen vanwege de tekortkomingen van een andere vervoerswijze. Verder is onduidelijk hoe het concept van een "prijs die hoger is dan de gemiddelde prijs die hun eigen passagiers in de voorbije drie maanden voor gelijkwaardige diensten hebben betaald" in de praktijk kan worden opgelegd. Daarnaast wordt in het amendement gespecificeerd dat de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert en waarvan de diensten zijn verstoord, verplicht blijft om het vervoer van een passagier te regelen.

Amendement  89

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Telkens als passagiers overeenkomstig lid 1 een volledige of gedeeltelijke herroutering met een andere vervoerswijze krijgen aangeboden, is deze verordening van toepassing op het vervoer met die andere vervoerswijze als betrof het vervoer met een luchtvaartuig met vaste vleugels.'

6. Telkens als passagiers overeenkomstig lid 1 een volledige of gedeeltelijke herroutering met een andere vervoerswijze krijgen aangeboden, is artikel 6 bis van toepassing op het vervoer met die andere vervoerswijze overeenkomstig de geldende herrouteringsafspraken tussen de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert en de andere vervoerswijze. De luchtvaartmaatschappij blijft verantwoordelijk voor de toepassing van deze verordening voor de volledige reis.

Motivering

Opgemerkt moet worden dat er herrouteringsafspraken bestaan tussen verschillende vervoerswijzen waarin de voorwaarden voor herrouteringen gedetailleerd uiteen worden gezet en die ook van toepassing zouden zijn in deze specifieke gevallen.

Amendement  90

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 8 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis. In artikel 8 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

"6 bis. De passagier kan zelf zijn herroutering regelen en de compensatie van de desbetreffende kosten vorderen als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, verzuimt herroutering als optie aan te bieden krachtens lid 1, onder b).

Motivering

De passagier moet ook de mogelijkheid hebben om zijn herroutering zelf te regelen zonder het recht te verliezen op vordering van een terugbetaling van de daaruit voortvloeiende kosten.

Amendement  91

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 - letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – alinea 1 – letter a

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a) Lid 1, onder a), wordt vervangen door de volgende tekst:

a) maaltijden en verfrissingen, in redelijke verhouding tot de wachttijd;

"a) maaltijden en verfrissingen. De luchtvaartmaatschappij verstrekt ongevraagd en op verzoek van de passagiers drinkwater bij de maaltijden."

Dit amendement is bedoeld om een bepaling van de bestaande wetshandeling - artikel 9, lid 1, onder a) - te veranderen, die in het Commissievoorstel niet aan de orde komt.

Amendement  92

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c) vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de accommodatie (hotel, verblijfplaats van de passagier of andere accommodatie).'

c) vervoer van de luchthaven naar de plaats van de accommodatie (hotel, verblijfplaats van de passagier of andere accommodatie) en terug.

Amendement  93

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 - letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) Lid 2 wordt vervangen door:

 

2. Bovendien kunnen de passagiers gratis twee gratis telefoongesprekken voeren of twee gratis fax- of e-mailberichten verzenden.

Motivering

De telex is een verouderd communicatiemiddel.

Amendement  94

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter a ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

a ter) Lid 3 wordt vervangen door:

3. Bij het toepassen van dit artikel schenkt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert bijzondere aandacht aan de behoeften van personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders, alsook aan de behoeften van alleenreizende kinderen.

3. Wanneer zij dit artikel toepast, schenkt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, bijzondere aandacht aan de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit en al hun begeleiders, alsook aan de behoeften van moeders of vaders die met kleine kinderen reizen en van kinderen die zonder volwassen begeleiders reizen."

Dit amendement is bedoeld om een bepaling van de bestaande wetshandeling - artikel 9, lid 3 - te veranderen, die in het Commissievoorstel niet aan de orde komt.

Amendement  95

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter a quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quater) Het volgende lid wordt ingevoegd:

 

"3 bis Luchthavenbeheersorganen stellen op alle luchthavens in de Unie met meer dan één miljoen passagiers per jaar kosteloos speciale voorzieningen beschikbaar voor ernstig gehandicapte passagiers die behoefte hebben aan omkleden en toiletvoorzieningen.

Amendement  96

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert kan aantonen dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden en dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, mag zij de totale kosten van de accommodatie die overeenkomstig lid 1, onder b), ter beschikking moet worden gesteld, beperken tot 100 euro per nacht en per passagier en tot maximum drie nachten. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert ervoor kiest deze beperking toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over accommodatie die na deze drie nachten beschikbaar is; deze verplichting komt bovenop de in artikel 14 vermelde informatieverplichting.

4. Indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, kan aantonen dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden en dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema zelfs niet had kunnen worden voorkomen als alle redelijke maatregelen correct waren genomen, mag zij de totale duur van de accommodatie die overeenkomstig lid 1, onder b), ter beschikking moet worden gesteld, beperken tot maximum vijf nachten. Indien de passagier verkiest zijn eigen accommodatie te regelen, mag de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de accommodatiekosten voorts beperken tot 125 euro per nacht en per passagier. Indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert ervoor kiest deze beperking toe te passen, verstrekt zij de passagiers niettemin informatie over accommodatie die na deze vijf nachten beschikbaar is; deze verplichting komt bovenop de in artikel 14 vermelde informatieverplichting.

 

Deze beperking laat de verplichting voor de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, om voor accommodatie te zorgen onverlet, en de luchtvaartmaatschappij dient met prioriteit aan deze verplichting te voldoen. Deze beperking is niet van toepassing, wanneer de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd voor accommodatie te zorgen.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 69 van de rapporteur. De verplichting van luchtvaartmaatschappijen om voor accommodatie te zorgen blijft zonder beperkingen, behalve in gevallen waarin de passagier ervoor kiest zelf zijn accommodatie te regelen. Het maximumbedrag hiervoor dient echter te worden verhoogd van 100 naar 125 euro. Deze beperking dient geen invloed te hebben op de verplichting van de luchtvaartmaatschappij om met voorrang voor accommodatie te zorgen, en dient niet van toepassing te zijn ingeval de luchtvaartmaatschappij dit verzuimd heeft te doen.

Amendement  97

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De verplichting om accommodatie ter beschikking te stellen overeenkomstig lid 1, onder b), geldt niet als de vlucht hoogstens 250 km lang is en wordt uitgevoerd met een luchtvaartuig met een maximumcapaciteit van hoogstens 80 stoelen, behalve als het een aansluitende vlucht betreft. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert deze uitzondering wenst toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over beschikbare accommodatie.

Schrappen

Amendement  98

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Als een passagier voor terugbetaling kiest overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), als hij zich op de luchthaven bevindt waar zijn reis begint, of als hij kiest voor herroutering op een latere datum overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), heeft hij voor de desbetreffende vlucht geen recht op verzorging uit hoofde van artikel 9, lid 1.'

6. Indien een passagier voor terugbetaling kiest overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), of indien hij kiest voor herroutering op een latere datum overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), heeft hij voor de desbetreffende vlucht geen recht op verzorging uit hoofde van artikel 9, lid 1. Wanneer de passagier als gevolg van dit besluit aantoonbaar kosten maakt voor het reizen van en naar de luchthaven, ontvangt hij een volledige terugbetaling van die kosten ingeval die reis naar de luchthaven verband houdt met de niet-genomen vlucht.

Motivering

Hieronder vallen heen- en terugreis per bus, trein en taxi en parkeertarieven in de parkeergarage van de luchthaven, omdat deze kosten kunnen worden aangetoond.

Amendement  99

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt -10 (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 10 – alinea 2 - inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-10) in artikel 10, lid 2, komt de inleidende formule als volgt te luiden:

 

"2. Indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een passagier in een lagere klasse plaatst dan die waarvoor een ticket is gekocht, vindt er, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3, binnen zeven werkdagen terugbetaling plaats".

Amendement  100

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 11 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 11:

Aan artikel 11 worden de volgende leden toegevoegd:

"3. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, past de in artikel 9, leden 4 en 5, vermelde beperkingen niet toe als de passagier een persoon met beperkte mobiliteit, een begeleider van een persoon met beperkte mobiliteit, een onbegeleid kind, een zwangere vrouw of een persoon met specifieke medische behoeften is, voor zover de luchtvaartmaatschappij of haar vertegenwoordiger of de organisator minstens 48 uur vóór de geplande vertrektijd van de vlucht in kennis is gesteld van de bijzondere behoeften. Deze kennisgeving geldt voor de volledige reis en de terugreis, als voor beide reizen een contract met dezelfde luchtvaartmaatschappij is gesloten.'

"3. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, past de in artikel 9, leden 4 en 5, vermelde beperkingen niet toe als de passagier een gehandicapte of een persoon met beperkte mobiliteit of een persoon die de gehandicapte of de persoon met beperkte mobiliteit begeleidt, een onbegeleid kind, een zwangere vrouw of een persoon met specifieke medische behoeften is, voor zover de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of haar vertegenwoordiger of de organisator minstens 48 uur vóór de geplande vertrektijd van de vlucht in kennis is gesteld van de bijzondere behoeften. Deze kennisgeving geldt voor de volledige reis en de terugreis, indien beide reizen op hetzelfde ticket staan vermeld.

 

De luchtvaartmaatschappijen zorgen er tevens voor dat geleide- en hulphonden goed worden verzorgd. De informatie over bijstand en de beschikbare regelingen wordt via diverse toegankelijke communicatiemiddelen verstrekt.

Amendement  101

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"3 bis De luchtvaartuigbemanning wordt opgeleid om gehandicapte passagiers of passagiers met beperkte mobiliteit behulpzaam te zijn bij het in- en uitstappen van het luchtvaartuig."

Amendement  102

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 11 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"3 ter. Luchtvaartmaatschappijen mogen een gehandicapte passagier of een passagier met beperkte mobiliteit de toegang tot een luchtvaartuig niet weigeren op grond van het feit dat hij/zij niet wordt begeleid, en mogen niet eisen dat een andere persoon hem/haar systematisch begeleidt;"

Amendement  103

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 12 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

Artikel 12, lid 2, wordt vervangen door de volgende tekst:

"2. Onverminderd de toepasselijke beginselen en voorschriften van nationaal recht, met inbegrip van de jurisprudentie, is lid 1 niet van toepassing op passagiers die vrijwillig een boeking hebben ingeleverd uit hoofde van artikel 4, lid 1, van deze verordening.

'2. Deze verordening is van toepassing ongeacht enige andere compensatievordering van de passagier. De uit hoofde van deze verordening toegekende compensatie mag niet in mindering worden gebracht op een dergelijke compensatievordering.

Dit amendement is bedoeld om een bepaling van de bestaande wetshandeling - artikel 12, lid 2 - te veranderen, die in het Commissievoorstel niet aan de orde komt.

Motivering

De oorspronkelijke bepalingen konden op verschillende wijzen geïnterpreteerd worden, en daar moet iets aan worden gedaan. Een zaak met betrekking tot dit onderwerp loopt momenteel bij het Hof van Justitie (ref. X ZR/111/12).

Amendement  104

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of voldoet aan de overige verplichtingen die krachtens deze verordening op haar rusten, mag geen enkele bepaling van deze verordening of van de nationale wetgeving worden uitgelegd als een beperking van het recht van de luchtvaartmaatschappij om van een derde partij die heeft bijgedragen tot de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de compensatie of andere verplichtingen, compensatie te vragen voor de kosten die uit hoofde van deze verordening moeten worden gemaakt.'

In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of voldoet aan de overige verplichtingen die krachtens deze verordening op haar rusten en onverminderd de bestaande overeenkomsten met derde partijen inzake de afwijzing van aansprakelijkheid die op het moment van het geschil van kracht zijn, mag geen enkele bepaling van deze verordening worden uitgelegd als een beperking van het recht van de luchtvaartmaatschappij om, overeenkomstig het toepasselijke recht, te trachten van een persoon, inclusief een derde partij, die heeft bijgedragen tot de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de compensatie of andere verplichtingen, compensatie of volledige terugbetaling te verkrijgen van de uit hoofde van deze verordening gemaakte kosten te vorderen. Deze verordening beperkt met name op geen enkele wijze het recht van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert om compensatie te eisen of haar kosten terug te vorderen van een luchthaven of een andere derde partij waarmee de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een overeenkomst heeft.

Motivering

Deze bepaling moet bestaande contracten voor de afwijzing van aansprakelijkheid (bijv. tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen) onverlet laten. Het moet duidelijk zijn dat het hier niet gaat om passagiers.

Amendement  105

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het luchthavenbeheersorgaan en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, zien erop toe dat bij de incheckbalie (waaronder ook zelfbedieningsincheckautomaten) en de boarding gate een duidelijk leesbaar en voor de passagiers duidelijk zichtbaar bericht uithangt met de volgende tekst: "Indien u niet tot uw vlucht wordt toegelaten, of indien deze is geannuleerd of voor minstens twee uur is vertraagd, vraag dan bij de incheckbalie of bij de boarding gate om de tekst waarin uw rechten vermeld staan, met name uw recht op bijstand en eventuele compensatie".

1. Het luchthavenbeheersorgaan en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, zien erop toe dat bij de incheckbalie (waaronder ook zelfbedieningsincheckautomaten) en de boarding gate een duidelijk leesbaar en voor de passagiers duidelijk zichtbaar bericht uithangt met de volgende tekst: "Indien u niet tot uw vlucht wordt toegelaten, of indien deze is geannuleerd of voor minstens twee uur is vertraagd, of indien de geplande vertrektijd van uw vlucht ten opzichte van de oorspronkelijke geplande tijd, die vermeld staat op uw ticket, met ten minste twee uur is vervroegd, vraag dan bij de incheckbalie of bij de boarding gate om de tekst waarin uw rechten vermeld staan, met name uw recht op bijstand en eventuele compensatie".

Motivering

Hierdoor wordt ook rekening gehouden met het vervroegen van de vertrektijd van een vlucht.

Amendement  106

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"1 bis. De luchtvaartmaatschappijen zetten op elke luchthaven waar zij actief zijn een contactpunt op waar zij zorgen voor de aanwezigheid van een contactpersoon of een door de luchtvaartmaatschappij in kwestie gemachtigde derde partij, die passagiers moet voorzien van de nodige informatie over hun rechten, met inbegrip van klachtenprocedures, en die bijstand moet verlenen en onmiddellijke actie moet ondernemen in geval van geannuleerde of vertraagde vluchten, instapweigeringen en verloren gegane of vertraagde bagage.' Tijdens de werktijden van de luchtvaartmaatschappijen en totdat de laatste passagier is uitgestapt uit het laatste luchtvaartuig, zijn deze contactpunten geopend voor het verlenen van bijstand aan passagiers, onder meer met betrekking tot terugbetaling, herroutering, omboeking en het in ontvangst nemen van klachten.

Motivering

De aanwezigheid van een contactpersoon ter plaatse die de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven vertegenwoordigt en die in geval van nood onmiddellijk actie kan ondernemen namens de luchtvaartmaatschappij zou helpen om te garanderen dat passagiers hun rechten kunnen uitoefenen. Alleen luchtvaartmaatschappijen beschikken over alle informatie bij vluchtverstoringen en bagage die kwijtgeraakt is of te laat is aangekomen. De informatievoorziening aan passagiers over hun rechten en mogelijkheden voor klachten en vorderingen moet worden verbeterd.

Amendement  107

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"1 ter. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, verstrekt de passagiers op elektronische tickets en elektronische en gedrukte versies van instapkaarten duidelijk leesbare en transparante informatie over passagiersrechten en contacten voor hulp en bijstand."

Amendement  108

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, overgaat tot instapweigering of annulering van een vlucht bezorgt zij iedere daardoor getroffen passagier een schriftelijke mededeling waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening zijn uiteengezet, inclusief informatie over eventuele beperkingen overeenkomstig artikel 9, leden 4 en 5. Zij verstrekt ook elke passagier wiens vlucht minstens twee uur vertraging heeft of waarvan het vluchtschema minstens twee uur wordt gewijzigd, een soortgelijke mededeling. De contactgegevens van de bevoegde klachtenbehandelingsorganen die krachtens artikel 16 bis zijn aangewezen, worden eveneens schriftelijk aan de passagiers verstrekt.

2. Ingeval van instapweigering, annulering van een vlucht, vertraging of wijziging van het vluchtschema van ten minste twee uur, brengt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de daardoor getroffen passagier zo spoedig mogelijk volledig op de hoogte en bezorgt zij hem een schriftelijke mededeling of een mededeling in elektronische vorm waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening uiteengezet zijn, inclusief informatie over eventuele beperkingen overeenkomstig artikel 9, leden 4 en 5; ook verstrekt zij de betrokken passagier informatie over mogelijke alternatieve vervoerswijzen. Het adres van de luchtvaartmaatschappij waar een klacht kan worden ingediend en de contactgegevens van de bevoegde klachtenbehandelingsorganen die krachtens artikel 16 bis zijn aangewezen, worden eveneens schriftelijk aan de passagiers verstrekt.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 37 van de rapporteur, beschrijft de modaliteiten van de informatie – zowel mondeling als in geschreven vorm – en breidt de verplichting om passagiers op de hoogte te brengen uit tot organisatoren.

Amendement  109

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Ten behoeve van blinden en visueel gehandicapten wordt het bepaalde van dit artikel met behulp van alternatieve passende middelen toegepast.

3. Ten behoeve van gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit, met name blinden en visueel gehandicapten, wordt het bepaalde van dit artikel met behulp van passende middelen en in een passende vorm toegepast.

Motivering

Dit amendement is in overeenstemming met eerdere amendementen over de volledige definitie van een "gehandicapte of een persoon met beperkte mobiliteit", en breidt de groep personen uit tot alle gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.

Amendement  110

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Het luchthavenbeheersorgaan ziet erop toe dat algemene informatie over passagiersrechten duidelijk en zichtbaar wordt uitgehangen in de passagierszones van de luchthaven. Zij ziet er ook op toe dat de passagiers die aanwezig zijn in de luchthaven informatie krijgen over de annulering van hun vlucht en over hun rechten als de luchtvaartmaatschappij onverwacht haar activiteiten stopzet ten gevolge van insolventie of de intrekking van haar exploitatievergunning.

4. Het luchthavenbeheersorgaan ziet erop toe dat algemene informatie over passagiersrechten duidelijk en zichtbaar wordt uitgehangen in de passagierszones van de luchthaven. Uitgaand van de ontvangen informatie ziet zij er ook op toe dat de passagiers die aanwezig zijn op de luchthaven informatie krijgen over de oorzaken van en hun rechten bij vertragingen en vluchtverstoringen, zoals de annulering van hun vlucht, en over hun rechten als de luchtvaartmaatschappij onverwacht haar activiteiten stopzet, bijvoorbeeld ten gevolge van insolventie of de intrekking van haar exploitatievergunning.

 

Motivering

Luchthavenbeheersorganen hebben geen informatie over afzonderlijke passagiers. Ze moeten de informatie uit de eerste hand ontvangen van luchtvaartmaatschappijen om bovenstaande verplichting na te kunnen komen.

Amendement  111

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. In geval van annulering of vertraging bij vertrek verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagiers zo snel mogelijk, en uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd, informatie over de situatie en over de verwachte vertrektijd, zodra deze informatie beschikbaar is, voor zover de luchtvaartmaatschappij de contactgegevens van de passagier heeft ontvangen overeenkomstig leden 6 en 7, in geval het ticket via een tussenpersoon is gekocht.

5. In geval van annulering of vertraging bij vertrek verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, de passagiers informatie over de situatie, waaronder de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is, en uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd over de verwachte vertrektijd, voor zover de luchtvaartmaatschappij de contactgegevens van de passagier heeft ontvangen overeenkomstig leden 6 en 7, in geval het ticket via een tussenpersoon is gekocht

Motivering

Zoals aangegeven in overweging 20 van het voorstel van de Commissie moeten passagiers niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Dit amendement heeft als doel de in real-time aan passagiers verstrekte informatie te verbeteren in gevallen van vertraging of annulering, opdat zij hun rechten op doeltreffende wijze kunnen afdwingen.

Amendement  112

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"5 bis. De luchtvaartmaatschappij heeft bij de incheckbalie en de boarding gate documenten beschikbaar die het charter van de rechten van luchtvaartpassagiers in de Europese Unie bevatten en die haar personeel desgevraagd aan luchtvaartpassagiers verstrekt. De Commissie actualiseert dit charter bij elke substantiële wijziging van de rechten van luchtvaartpassagiers."

Amendement  113

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"5 ter. De luchtvaartmaatschappijen verlenen toegankelijke en doeltreffende telefonische bijstand aan alle passagiers vanaf het moment waarop een vlucht geboekt wordt; deze dienst omvat de verstrekking van informatie en alternatieve voorstellen in het geval van een verstoring en mag in geen geval duurder zijn dan een lokaal telefoongesprek;

Amendement  114

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Als de passagier zijn ticket niet rechtstreeks koopt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert maar bij een in de Unie gevestigde tussenpersoon, verstrekt deze tussenpersoon de contactgegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappij, voor zover de passagier daartoe uitdrukkelijk en schriftelijk toestemming heeft gegeven. Deze toestemming mag alleen worden gegeven op "opt in"-basis. De luchtvaartmaatschappij mag deze contactgegevens uitsluitend gebruiken om de bij dit artikel vastgestelde informatieverplichting na te komen en niet voor marketingdoeleinden; zij schrapt de contactgegevens binnen 72 uur na uitvoering van het vervoerscontract. De verwerking, raadpleging en opslag van deze gegevens vinden plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens24.

6. Als de passagier zijn ticket niet rechtstreeks koopt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert maar bij een in de Unie gevestigde tussenpersoon, verstrekt die tussenpersoon de contactgegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappij, voor zover de passagier daarvoor toestemming heeft gegeven. Die toestemming mag alleen worden gegeven op "opt in"-basis. De luchtvaartmaatschappij mag deze contactgegevens uitsluitend gebruiken om de bij dit artikel vastgestelde informatieverplichting na te komen en niet voor marketingdoeleinden; zij schrapt de contactgegevens binnen 72 uur na uitvoering van het vervoerscontract. De toestemming van de passagier voor het doorgeven van zijn contactgegevens aan de luchtvaartmaatschappij en met de verwerking, raadpleging en opslag van die gegevens vindt plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens24.

____________

_____________

24 PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

24 PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

Motivering

De toestemming van de passagier moet worden verkregen in overeenstemming met de geldende wetgeving inzake gegevensbescherming, waarin de precieze vorm waarin toestemming wordt verleend ("schriftelijk") niet wordt gespecificeerd. De term "toestemming" is de term die in de Europese wetgeving inzake gegevensbescherming wordt gebruikt.

Amendement  115

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. Een tussenpersoon wordt vrijgesteld van de toepassing van lid 6 als hij kan aantonen dat er een alternatief systeem bestaat dat garandeert dat de passagier in kennis wordt gesteld zonder dat de relevante contactgegevens hoeven te worden meegedeeld.'

7. Een tussenpersoon wordt vrijgesteld van zijn verplichtingen uit hoofde van lid 6 als hij kan aantonen dat er een alternatief systeem bestaat dat garandeert dat de passagier in kennis wordt gesteld zonder dat de relevante contactgegevens hoeven te worden meegedeeld of indien de passagier ervoor heeft gekozen zijn contactgegevens niet op te geven.

Motivering

Tussenpersonen moeten niet aansprakelijk worden gesteld voor het verstrekken van informatie als passagiers ervoor hebben gekozen hun contactgegevens niet op te geven.

Amendement  116

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"7 bis. De dienstverlener biedt eenvoudige toegang tot nauwkeurige en objectieve informatie over de milieueffecten (waaronder die met betrekking tot het klimaat) en energie-efficiëntie van hun reis. Die informatie wordt duidelijk zichtbaar op de website van luchtvaartmaatschappijen en touroperators bekendgemaakt en op het ticket vermeld. De Commissie ondersteunt de lopende werkzaamheden op dit gebied.

Amendement  117

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 7 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"7 ter. Onverminderd de verplichtingen krachtens lid 2 wordt in elke elektronische mededeling aan de passagier waarmee deze in kennis wordt gesteld van een annulering, lange vertraging of wijziging van het vluchtschema, prominent vermeld dat de passagier mogelijk recht heeft op compensatie en/of bijstand krachtens deze verordening."

Motivering

Ongeacht de verplichting om een schriftelijke mededeling te verstrekken over de regels voor compensatie krachtens lid 2 (die volgens onderzoeken overigens slecht wordt nageleefd) dient er ook in de mededeling over de annulering/vertraging melding zelf te worden gemaakt van mogelijk recht op compensatie en bijstand.

Amendement  118

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Elke lidstaat wijst een nationaal handhavingsorgaan aan dat verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening met betrekking tot vluchten vanop de luchthavens die zich op het grondgebied van deze lidstaat bevinden en met betrekking tot vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens. De lidstaten delen de Commissie mee welk orgaan overeenkomstig dit lid is aangewezen.

1. Elke lidstaat wijst een nationale handhavingsinstantie aan dat verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening met betrekking tot inbreuken op deze verordening op luchthavens die zich op het grondgebied van deze lidstaat bevinden, vluchten vanaf de luchthavens die zich op het grondgebied van deze lidstaat bevinden en met betrekking tot vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens. De lidstaten delen de Commissie mee welk orgaan overeenkomstig dit lid is aangewezen.

Motivering

De verordening is ook van toepassing op schendingen die plaatsvinden op luchthavens op het grondgebied van de EU-lidstaten.

Amendement  119

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het nationaal handhavingsorgaan houdt nauwlettend toezicht op de naleving van de voorschriften van deze verordening en neemt de nodige maatregelen om te garanderen dat de rechten van de passagiers worden gerespecteerd. Met het oog daarop verstrekken luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen op verzoek de relevante documenten aan het nationale handhavingsorgaan. Om zijn taken te kunnen uitvoeren houdt het nationale handhavingsorgaan ook rekening met de informatie die het ontvangt van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan. Het mag ook besluiten handhavingsmaatregelen te nemen op basis van individuele klachten die het heeft ontvangen van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan.

2. De nationale handhavingsinstantie houdt nauwlettend toezicht op de naleving van de voorschriften van deze verordening en neemt de nodige maatregelen om te garanderen dat de rechten van de passagiers worden gerespecteerd. Met het oog daarop verstrekken luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen de relevante documenten aan de nationale handhavingsinstantie uiterlijk één maand nadat deze daarom heeft verzocht, onverminderd de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig artikel 14 bis. Om haar taken te kunnen uitvoeren houdt de nationale handhavingsinstantie ook rekening met de informatie die zij ontvangt van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan. Zij neemt handhavingsmaatregelen op basis van individuele klachten die zij heeft ontvangen van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan. De lidstaten zorgen ervoor dat hun nationale handhavingsinstantie over voldoende bevoegdheden beschikt om ingeval van inbreuk effectief sancties op te leggen.

Motivering

In het amendement wordt een uiterste termijn vastgesteld voor luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen om te voldoen aan documentverzoeken en worden handhavingswerkzaamheden voor nationale handhavingsinstanties verwijderd, deze kunnen het beste gezamenlijk worden opgesomd in een nieuw lid.

Amendement  120

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

 

Amendement

 

2 bis. De luchtvaartmaatschappijen verstrekken de nationale handhavingsinstantie proactief uitgebreide informatie wat betreft het op handen zijn van technische problemen, met name over de redenen ervan. De nationale handhavingsinstantie geeft deze informatie door aan de in artikel 16 bis, lid 3, bedoelde instanties verantwoordelijk voor buitengerechtelijke beslechting van geschillen.

Motivering

De luchtvaartmaatschappijen dienen te worden verplicht om de nationale handhavingsinstanties van de redenen en omstandigheden van technische problemen op de hoogte te brengen.

Amendement  121

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De door de lidstaten vastgestelde sancties voor inbreuken op deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

3. De door de lidstaten vastgestelde sancties voor inbreuken op deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, en moeten volstaan om luchtvaartmaatschappijen financieel te stimuleren om op consistente wijze aan deze verordening te voldoen.

Motivering

De in 2012 namens de Commissie uitgevoerde studie stelde vast dat de sancties te laag zijn om als economische stimulans te dienen voor luchtvaartmaatschappijen om aan de verordening te voldoen, waarbij in acht werd genomen dat naar verwachting slechts een beperkt aantal van de passagiers die gevolgen ondervinden van de inbreuk op de verordening, een klacht zal indienen bij de nationale handhavingsinstantie.

Amendement  122

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Indien bij de artikelen 16 en 16 bis verschillende organen zijn aangewezen, worden rapporteringsmechanismen opgezet om de uitwisseling van informatie tussen die organen te garanderen, zodat het nationale handhavingsorgaan zijn toezichts- en handhavingstaken kan uitvoeren en het bij artikel 16 bis opgerichte orgaan de informatie kan verzamelen die nodig is om individuele klachten te onderzoeken.

4. Overeenkomstig Richtlijn 2013/11/EU worden samenwerkingsmechanismen opgezet tussen de nationale handhavingsinstantie en het op grond van artikel 16 bis aangewezen orgaan. Deze samenwerkingsmechanismen bestaan onder meer in wederzijdse informatie-uitwisseling om de nationale handhavingsinstantie te helpen bij het verrichten van haar toezichts- en handhavingstaken en het bij artikel 16 bis opgerichte orgaan bij het verzamelen van de benodigde informatie en het verwerven van de benodigde technische expertise voor de behandeling van individuele klachten.

 

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 81 van de rapporteur. Het verzoek om een mechanisme voor de hele Unie voor het uitwisselen van informatie is ondergebracht onder artikel 16 ter.

Amendement  123

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Voor elk jaar publiceert het nationaal handhavingsorgaan uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar statistieken over zijn activiteiten, waaronder de opgelegde sancties.

5. Voor elk jaar publiceert de nationale handhavingsinstantie uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar statistieken over zijn activiteiten, waaronder de opgelegde sancties. De nationale handhavingsinstantie publiceert op hetzelfde moment en op basis van gegevens die de luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen verplicht bijhouden en verstrekken, statistieken omtrent het aantal en de aard van klachten, het aantal instapweigeringen en vertragingen en de duur hiervan en gegevens over verloren, vertraagde of beschadigde bagage.

Amendement  124

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 14

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. De luchtvaartmaatschappijen delen contactgegevens voor de onder deze verordening vallende kwesties mee aan de nationale handhavingsorganen van de lidstaten waarin zij actief zijn.'

6. In afwachting van de omzetting van de bepalingen van Richtlijn 2013/11/EU door de lidstaten, kan iedere passagier op elke op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven bij elke aangewezen nationale handhavingsinstantie een klacht indienen over een vermeende inbreuk op deze verordening op een op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven of met betrekking tot vluchten vanaf elke op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven of vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens.

Motivering

Dit amendement moet ervoor zorgen dat de nationale handhavingsinstanties de bevoegde autoriteit blijven voor de behandeling van klachten tot aan de inwerkingtreding van de ADR-richtlijn in 2015. Zolang er nog geen nieuw orgaan voor geschillenbeslechting wordt opgericht, moeten passagiers de mogelijkheid behouden om individuele klachten in te dienen bij een nationale handhavingsinstantie.

Amendement  125

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 14 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

14 bis. het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 16 bis

 

Conformiteitsdocumenten

 

1. Vóór 1 januari 2016 stellen de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen een document op dat redelijk gedetailleerd aantoont dat hun exploitatieprocedures volstaan om te waarborgen dat zij op consistente wijze voldoen aan alle relevante artikelen van deze verordening, en dienen dit in bij de nationale handhavingsinstantie van de lidstaat die hun exploitatievergunning conform Verordening nr. 1008/2008 heeft afgegeven, en bij de Commissie.

 

1 bis. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de minimale inhoud van deze conformiteitsdocumenten wordt vastgesteld. Tot de minimale inhoud behoren op zijn minst de noodplannen voor ernstige verstoringen, de vermelding wie verantwoordelijk zijn voor het verlenen van bijstand en andere rechten, de praktische regelingen en procedures voor de behandeling van klachten en de verlening van bijstand en compensatie, en de procedures en standaardformulieren voor de communicatie met passagiers. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16 quater, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

 

2. Alle overige luchtvaartmaatschappijen die diensten vanuit luchthavens van de Unie uitvoeren, dienen een conformiteitsdocument in bij de nationale handhavingsinstanties van alle lidstaten waarin zij actief zijn, en bij de Commissie.

 

 

3. Met ingang van 1 januari 2019 herzien de luchtvaartmaatschappijen om de drie jaar hun conformiteitsdocument en dienen zij bij de relevante nationale handhavingsinstantie(s) en bij de Commissie een bijgewerkte versie ervan in.

 

4. De nationale handhavingsinstantie houdt rekening met de door de luchtvaartmaatschappijen ingediende conformiteitsdocumenten en toetst, indien mogelijk, de juistheid ervan aan informatie over klachten."

Motivering

Het conformiteitsdocument zou een kostenbesparende manier kunnen zijn om het belangrijkste probleem van deze verordening aan te pakken, namelijk de handhaving. De vereiste inhoud van de documenten zou kunnen worden vastgesteld door het Comité inzake passagiersrechten, als genoemd in voorgesteld artikel 16 quater. Hiertoe zouden zaken kunnen behoren als noodplannen voor ernstige verstoringen, personeel dat verantwoordelijk is voor het bijstaan van passagiers, procedures voor instapweigering, annulering van vluchten, het informeren van passagiers, enz.

Amendement  126

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Op het ogenblik van de reservatie verstrekken luchtvaartmaatschappijen de passagiers informatie over hun procedure voor de behandeling van vorderingen en klachten in verband met de in deze verordening uiteengezette rechten en over de relevante contactadressen waar de passagiers vorderingen en klachten kunnen indienen, inclusief via elektronische weg. De luchtvaartmaatschappijen verstrekken de passagiers ook informatie over het orgaan of de organen dat (die) bevoegd is (zijn) voor de behandeling van klachten van passagiers.

1. De luchtvaartmaatschappijen of ticketverkopers in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 2111/2005 verstrekken de passagiers informatie over de procedures van de luchtvaartmaatschappij voor de behandeling van vorderingen en klachten en de daarvoor geldende termijn overeenkomstig lid 2 van dit artikel in verband met de in deze verordening uiteengezette rechten en over de relevante contactadressen waar de passagiers vorderingen en klachten kunnen indienen, inclusief via elektronische weg. De luchtvaartmaatschappijen en, indien van toepassing de organisatoren, verstrekken de passagiers ook informatie over het orgaan of de organen dat (die) bevoegd is (zijn) voor de behandeling van klachten van passagiers, als aangewezen door de lidstaten op grond van dit artikel en artikel 16 bis. De relevante informatie wordt verstrekt tijdens het boeken, is voor iedereen toegankelijk, wordt duidelijk vermeld op het ticket van de passagier en op de websites van de luchtvaartmaatschappij, wordt uitgedeeld aan de balie van de luchtvaartmaatschappij op luchthavens en wordt vermeld in het e-mailbericht waarmee passagiers in kennis worden gesteld van de vertraging of annulering van hun vlucht. De passagiers krijgen desgevraagd een klachtenformulier overhandigd.

Motivering

De informatievoorziening aan passagiers met betrekking tot de vorderings- en klachtenprocedures moet worden verbeterd. De organisator stuurt de passagiers indien nodig algemene informatie door over de procedures, met inbegrip van de contactgegevens van de bevoegde organen.

Amendement  127

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"1 bis. De bewijslast inzake de informatievoorziening aan de passagiers berust bij de luchtvaartmaatschappij."

Amendement  128

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als een passagier bij de luchtvaartmaatschappij klacht wenst in te dienen met betrekking tot zijn rechten uit hoofde van deze verordening, moet hij deze uiterlijk drie maanden na de datum waarop de vlucht plaatsvond of was gepland bij de luchtvaartmaatschappij indienen. Binnen 7 dagen na ontvangst van de klacht bevestigt de luchtvaartmaatschappij de ontvangst van de klacht aan de passagier. Binnen twee maanden na ontvangst van de klacht geeft de luchtvaartmaatschappij de passagier een volledig antwoord.

2. Als een passagier bij de luchtvaartmaatschappij klacht wenst in te dienen met betrekking tot zijn rechten uit hoofde van deze verordening, moet hij deze uiterlijk drie maanden na de datum waarop de vlucht plaatsvond of was gepland bij de luchtvaartmaatschappij indienen. Het indienen van een klacht binnen drie maanden en na afloop van deze termijn van drie maanden, doet geen afbreuk aan het recht van de passagier om zijn aanspraken uit hoofde van deze verordeningen te handhaven in het kader van een gerechtelijke procedure of via niet-gerechtelijke bemiddeling. Binnen zeven werkdagen na ontvangst van de klacht bevestigt de luchtvaartmaatschappij de ontvangst van de klacht aan de passagier. Binnen twee maanden na ontvangst van de klacht geeft de luchtvaartmaatschappij de passagier een volledig antwoord. Wanneer de luchtvaartmaatschappij niet binnen twee maanden een volledig antwoord geeft, wordt zij geacht de vorderingen van de passagier te hebben aanvaard.

 

Wanneer de luchtvaartmaatschappij zich op buitengewone omstandigheden beroept, moet zij in haar antwoord de passagier de specifieke omstandigheden meedelen die tot de annulering of vertraging hebben geleid. Bovendien moet de luchtvaartmaatschappij aantonen dat ze alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering of vertraging te vermijden.

 

In haar volledige antwoord deelt de luchtvaartmaatschappij de betrokken passagier ook de relevante contactgegevens van het in lid 3 bedoelde aangewezen orgaan mee, waaronder diens postadres, telefoonnummer, e-mailadres en website.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 85 van de rapporteur.

Amendement  129

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en nationale wetgeving wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers met betrekking tot de rechten uit hoofde van deze verordening.

3. De lidstaten zien erop toe dat luchtvaartpassagiers geschillen met luchtvaartmaatschappijen over de bij deze verordening vastgestelde rechten en plichten kunnen indienen bij onafhankelijke, doeltreffende en efficiënte instanties voor buitengerechtelijk geschillenbeslechting. Daartoe wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers met betrekking tot de rechten en plichten uit hoofde van deze verordening. Deze organen moeten andere organen zijn dan de in artikel 16 lid 1 aangewezen handhavingsinstantie. De lidstaten zien erop toe dat die organen bevoegd zijn om het onderliggende geschil tussen luchtvaartpassagiers en luchtvaartmaatschappijen te beslechten door middel van een voor beide partijen juridisch bindende en afdwingbare uitspraak. Voor geschillen die onder de werkingssfeer van Richtlijn 2013/11/EU vallen, is alleen die richtlijn van toepassing. Alle luchtvaartmaatschappijen die betrokken zijn bij vluchten van een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of van een derde land naar deze luchthavens passen het in Richtlijn 2013/11/EU bedoelde systeem voor alternatieve geschillenbeslechting toe, dat zal zorgen voor een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing van geschillen tussen passagiers en luchtvaartmaatschappijen.

 

Amendement  130

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Elke passagier mag bij elk krachtens lid 3 aangewezen nationaal orgaan een klacht indienen over een vermeende inbreuk op deze verordening op een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of met betrekking tot een vlucht van een derde land naar een luchthaven op dat grondgebied. Dergelijke klachten mogen ten vroegste twee maanden na het indienen van een klacht bij de betrokken luchtvaartmaatschappij worden ingediend, tenzij de luchtvaartmaatschappij al een definitief antwoord op de klacht heeft gegeven.

4. Bij ontvangst van het volledige antwoord van de luchtvaartmaatschappij kan de passagier in kwestie bij elk krachtens lid 3 aangewezen nationaal orgaan voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting een klacht indienen over een vermeende inbreuk op deze verordening op een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of met betrekking tot een vlucht van een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of van een derde land naar deze luchthavens. Dergelijke klachten kunnen worden ingediend binnen een van tevoren gespecificeerde termijn, die wordt gesteld op niet minder dan een jaar nadat de passagier de klacht of vordering bij de luchtvaartmaatschappij in kwestie heeft ingediend.

Amendement  131

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Indien wordt vastgesteld dat de luchtvaartmaatschappij in gebreke is gebleven, stelt het klachtenbehandelingsorgaan de nationale handhavingsinstantie hiervan in kennis, dat overeenkomstig artikel 16 bis, lid 2, maatregelen neemt om handhaving te waarborgen.

Amendement  132

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Binnen zeven dagen na ontvangst van de klacht bevestigt het aangewezen orgaan de ontvangst van de klacht en stuurt het een kopie naar het betrokken nationale handhavingsorgaan. De klager moet uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de klacht een definitief antwoord krijgen. Het nationaal handhavingsorgaan ontvangt eveneens een kopie van het definitieve antwoord.

5. Wanneer een aangewezen orgaan een klacht heeft ontvangen, stelt het de partijen bij het geschil in kennis zodra het alle documenten met de informatie over de klacht heeft ontvangen. Het stuurt een kopie van de documenten in verband met de klacht naar de betrokken nationale handhavingsinstantie. De klager moet uiterlijk binnen 90 kalenderdagen nadat het aangewezen orgaan het volledige klachtendossier heeft ontvangen een definitief antwoord krijgen. De nationale handhavingsinstantie ontvangt eveneens een kopie van het definitieve antwoord.

Motivering

Met dit amendement wordt het artikel aangepast aan de nieuwe Richtlijn 2013/11/EU betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen (ADR).

Amendement  133

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"5 bis. Luchtvaartmaatschappijen delen aan de uit hoofde van dit artikel aangewezen organen van de lidstaten waar zij hun activiteiten uitvoeren hun contactgegevens mee, zodat zij kunnen worden gecontacteerd voor de onder deze verordening vallende kwesties."

Amendement  134

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"5 ter. Wanneer veiligheidsredenen worden ingeroepen krachtens deze verordening, ligt de bewijslast bij de luchtvaartmaatschappij.

Amendement  135

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"Artikel 16 bis bis

 

De lidstaten zetten goed toegeruste, gratis en onafhankelijke bemiddelingsorganen op om te helpen bij het zoeken naar oplossingen voor conflicten tussen de passagiers en de luchtvaartmaatschappijen en dienstverleners van andere vervoerswijzen."

 

Amendement  136

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 ter – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie steunt de dialoog tussen de lidstaten over de nationale interpretatie en toepassing van deze verordening via het in artikel 16 quater vermelde comité.

1. De Commissie steunt de dialoog en bevordert de samenwerking tussen de lidstaten over de nationale interpretatie en toepassing van deze verordening via het in artikel 16 quater vermelde comité.

 

Amendement  137

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 ter – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks en uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar een verslag over hun activiteiten. De Commissie kan aan de hand van uitvoeringsbesluiten een beslissing nemen over de kwesties die in deze verslagen aan bod moeten komen. Deze uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16 quater vermelde procedure.

2. De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks en uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar een verslag over hun activiteiten, met inbegrip van de in artikel 16, lid 5, bedoelde statistieken. De Commissie kan aan de hand van uitvoeringsbesluiten een beslissing nemen over de kwesties die in deze verslagen aan bod moeten komen. Deze uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16 quater vermelde procedure.

Amendement  138

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 ter – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De Commissie en de lidstaten zetten voor de hele Unie een mechanisme op dat bestaat uit alle krachtens de artikelen 16 en 16 bis aangewezen organen en dat moet zorgen voor de uitwisseling tussen lidstaten van informatie over inbreuken, sancties en optimale handhavingspraktijken. De Commissie stelt deze informatie in elektronische vorm ter beschikking van alle lidstaten.

Motivering

Het amendement is gerelateerd aan amendement 81 van de rapporteur. Het verzoek om een mechanisme voor de hele Unie voor het uitwisselen van informatie is verwijderd uit artikel 16, lid 4 en opgenomen in dit artikel 16 ter, dat betrekking heeft op samenwerkingsmechanismen tussen de lidstaten en de Commissie.

Amendement  139

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 ter – lid 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 ter. De nationale handhavingsinstanties verstrekken desgevraagd informatie en relevante documenten over individuele gevallen van inbreuk aan de Commissie.

 

Motivering

Teneinde een coherente informatiestroom op te kunnen zetten moet de Commissie in staat worden gesteld informatie te verkrijgen van de nationale handhavingsorganen krachtens een relevante bepaling van deze verordening.

Amendement  140

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 ter – lid 5 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quater. De Commissie publiceert uiterlijk op 1 mei 2015 op haar website een lijst van alle in de Unie opererende luchtvaartmaatschappijen die systematisch verzuimen om de bepalingen van deze verordening na te leven, en werkt deze lijst regelmatig bij. Ongeacht grootte of nationaliteit beschouwt de Commissie een luchtvaartmaatschappij waarvan zij bewijzen heeft ontvangen over inbreuken overeenkomstig artikel 16 ter, lid 5 ter, waarvan passagiers op meer dan tien verschillende vluchten in één kalenderjaar het slachtoffer zijn geworden, en die betrekking hebben op meer dan één artikel van deze verordening, als een luchtvaartmaatschappij die systematisch verzuimt om aan deze verordening te voldoen.

Amendement  141

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 15 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 quater bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 16 quater bis

 

Gedelegeerde handelingen

 

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 quater ter gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van de volledige lijst van omstandigheden die als buitengewone omstandigheden worden gezien, met punten die voortvloeien uit de werkzaamheden van de nationale handhavingsinstanties en de arresten van het Europese Hof van Justitie."

Amendement  142

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 15 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 quater ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 ter) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 16 quater ter

 

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

 

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

2. De in artikel 16 ter bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van ….*. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

 

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 16 quater bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

5. Een overeenkomstig artikel 16 quater bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

 

_________________

 

* PB: datum van inwerkingtreding van deze verordening invoegen

Amendement  143

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 - lid 1 – punt 16

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie brengt uiterlijk op 1 januari 2017 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening, met name wat betreft het effect op de compensaties voor langdurige vertraging en de beperking van de accommodatie in buitengewone omstandigheden van lange duur. De Commissie brengt ook verslag uit over de verbeterde bescherming van passagiers op vluchten vanuit derde landen die door niet-communautaire luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd, in het kader van internationale luchtvervoersovereenkomsten. Dit verslag gaat, indien nodig, vergezeld van wetgevingsvoorstellen.

De Commissie brengt uiterlijk op 1 januari 2017 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening, met name wat betreft het effect op de compensaties voor langdurige vertraging en de beperking van de accommodatie in buitengewone omstandigheden van lange duur, kwesties in verband met de interpretatie van buitengewone omstandigheden, de door de nationale handhavingsinstanties gepubliceerde statistieken over hun activiteiten, onder andere over sancties en hun bevindingen over handelwijzen van luchtvaartmaatschappijen die op inbreuken wijzen, de geboekte vooruitgang bij de oprichting van nationale organen die verantwoordelijk zijn voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting en de activiteiten van deze organen. De Commissie brengt ook verslag uit over de verbeterde bescherming van passagiers op vluchten vanuit derde landen die door niet in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd, in het kader van internationale luchtvervoersovereenkomsten. De Commissie brengt tevens verslag uit over de doeltreffendheid van de door de in artikel 16 bedoelde organen vastgestelde maatregelen en sancties en over de mogelijke behoefte aan een geharmoniseerde aanpak. Dit verslag gaat, indien nodig, vergezeld van wetgevingsvoorstellen.

Motivering

De rapporteur is van mening dat de verslaglegging van de Commissie meer gedetailleerde informatie moet bevatten om de impact, de uitvoering en de handhaving van de verordening te kunnen evalueren.

Amendement  144

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 3 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De communautaire luchtvaartmaatschappij stelt op de luchthaven een klachtenformulier ter beschikking waarmee de passagier onmiddellijk een klacht kan indienen wegens beschadigde of vertraagde bagage. Een dergelijk klachtenformulier, dat de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), wordt door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven aanvaard als een klacht uit hoofde van artikel 31, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Deze mogelijkheid heeft geen invloed op het recht van de passagier om via andere middelen een klacht in te dienen binnen de in het Verdrag van Montreal gestelde termijnen.'

2. Op alle luchthavens in de Unie zetten de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen en de namens hen optredende verleners van grondafhandelingsdiensten een dienst op die de passagiers voorziet van klachtenformulieren waarmee zij onmiddellijk een klacht kunnen indienen wegens beschadigde of vertraagde bagage bij aankomst. Ook verstrekken de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen de passagier op diens verzoek een klachtenformulier bij hun incheckbalie of bij hun servicebalie op de luchthaven, of bij beide, en maken zij het klachtenformulier beschikbaar op hun website. Het klachtenformulier, dat de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), wordt door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven aanvaard als een klacht uit hoofde van artikel 31, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Deze mogelijkheid heeft geen invloed op het recht van de passagier om via andere middelen een klacht in te dienen binnen de in het Verdrag van Montreal voorgeschreven termijnen.'

 

2 bis. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij de vorm van het standaardklachtenformulier wordt vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 6 septies, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure."

 

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 92 van de rapporteur. Zoals met alle uitvoeringshandelingen wordt het klachtenformulier in alle EU-talen in het Publicatieblad gepubliceerd.

Amendement  145

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 2 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

"3 bis Indien bagage verloren gegaan of vertraagd of beschadigd is, verlenen luchtvaartmaatschappijen eerst compensatie aan de passagier met wie zij een overeenkomst hebben gesloten, voordat zij enige vordering kunnen instellen tegen de luchthavens of dienstverleners wegens de schade, waarvoor zij niet noodzakelijkerwijs verantwoordelijk zijn. "

Amendement  146

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Bij het vervoer van ingecheckte rolstoelen of andere mobiliteitshulpmiddelen biedt de luchtvaartmaatschappij en haar agenten elke persoon met beperkte mobiliteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/200625 de keuze om bij de boeking of ten laatste wanneer de hulpmiddelen aan de luchtvaartmaatschappij worden overgedragen gratis een bijzondere belangenverklaring af te leggen, overeenkomstig artikel 22, lid 2, van het Verdrag van Montreal.

1. Bij het vervoer van ingecheckte rolstoelen of andere mobiliteitshulpmiddelen wijzen de luchtvaartmaatschappij en haar agenten passagiers op hun rechten en bieden zij elke gehandicapte of persoon met beperkte mobiliteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/200625 de mogelijkheid aan om bij de boeking of ten laatste wanneer de hulpmiddelen aan de luchtvaartmaatschappij worden overgedragen gratis een bijzondere belangenverklaring af te leggen, overeenkomstig artikel 22, lid 2, van het Verdrag van Montreal. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast ter bepaling van het modelformulier dat voor zo'n belangenverklaring moet worden gebruikt. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6 septies, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

__________________

__________________

Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen, PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1.

Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen, PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1.

Motivering

Dit amendement vervangt amendement 93 van de rapporteur. Een modelformulier kan bijdragen aan de vereenvoudiging van de verklaringsprocedure. Dit formulier kan zowel passagiers als luchtvaartmaatschappijen richtsnoeren aanreiken voor het verstrekken van relevante informatie en de benodigde documentatie in het geval van vernietiging en verlies van of schade aan mobiliteitshulpmiddelen.

Amendement  147

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 bis – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis De luchtvaartmaatschappijen zorgen ervoor dat passagiers hun rolstoelen en kinderwagens tot aan de boarding gate kunnen gebruiken, en dat deze bij de deur van het luchtvaartuig aan hen worden teruggegeven zonder hiervoor extra kosten te rekenen. Indien dit om veiligheidsredenen niet mogelijk is, bieden de luchtvaartmaatschappijen de passagiers zonder extra kosten een alternatief mobiliteitsmiddel in de terminal van de luchthaven totdat ze hun rolstoel kunnen ophalen. Indien de bedoelde veiligheidsredenen rechtstreeks samenhangen met de terminal, is het de verantwoordelijkheid van de luchthavenbeheersautoriteit te zorgen voor de in dit lid bedoelde alternatieve mobiliteitsmiddelen.

Motivering

Op veel luchthavens in de EU is het personen met beperkte mobiliteit niet toegestaan tot aan de boarding gate een rolstoel of mogen voor kinderen geen kinderwagens worden meegenomen, en soms worden rolstoelen of kinderwagens pas bij de bagageband teruggegeven. Omdat dit de mobiliteit van deze mensen in hoge mate beperkt, moeten zij de garantie krijgen dat ze hun rolstoel tot aan de boarding gate mee kunnen nemen. Indien dit om veiligheidsredenen niet mogelijk is, moet hun een gratis alternatief ter beschikking worden gesteld.

Amendement  148

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 ter – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Met het oog op het toezicht op de bescherming van passagiers met beperkte mobiliteit en gehandicapte passagiers in geval van beschadiging van hun mobiliteitshulpmiddelen, onderzoekt het nationale handhavingsorgaan ook de informatie over klachten inzake mobiliteitshulpmiddelen die zijn ingediend bij de krachtens artikel 16 bis van Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen organen, en houdt het rekening met deze informatie.

2. Met het oog op het toezicht op de bescherming van passagiers met beperkte mobiliteit en gehandicapte passagiers in geval van beschadiging van hun mobiliteitshulpmiddelen of andere hulpmiddelen, onderzoekt de nationale handhavingsinstantie ook de informatie over klachten inzake mobiliteitshulpmiddelen die zijn ingediend bij de krachtens artikel 16 bis van Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen organen, en houdt het rekening met deze informatie.

Motivering

Evenals op andere plaatsen in deze verordening worden andere hulpmiddelen gezien als gelijkwaardig aan mobiliteitshulpmiddelen.

Amendement  149

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quater – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2. De in artikel 6, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2. De in artikel 6, lid 1 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van ….*. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

 

____________

 

* PB: datum van inwerkingtreding van deze verordening invoegen

Motivering

De tekst is aangepast aan de standaardtermijn voor het door het Parlement aan de Commissie toekennen van bevoegdheidsdelegatie.

Amendement  150

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Luchtvaartmaatschappijen genieten volledige commerciële vrijheid om de voorwaarden voor het vervoer van bagage vast te stellen, maar zij moeten duidelijk aangegeven, zowel bij de boeking als aan de incheckbalies (en aan zelfbedienings-incheckautomaten) hoeveel bagage passagiers maximaal mogen meenemen in de cabine en het ruim van het luchtvaartuig op elk van de vluchten waarvoor de passagier een reservering heeft, inclusief eventuele beperkingen op het aantal stukken bagage binnen een maximaal toegestane hoeveelheid bagage. Als extra heffingen in rekening worden gebracht voor het vervoer van bagage, moeten de luchtvaartmaatschappijen de bijzonderheden van die heffingen duidelijk aangeven bij de boeking en, op verzoek, in de luchthaven.

1. Luchtvaartmaatschappijen geven in een vroeg stadium van het boekingsproces via alle gebruikte distributiekanalen, inclusief gecomputeriseerde reserveringssystemen, en bij de incheckbalies (en aan zelfbedienings-incheckautomaten) duidelijk aan hoeveel bagage passagiers maximaal mogen meenemen in de cabine en het ruim van het luchtvaartuig op elk van de vluchten waarvoor de passagier een reservering heeft, inclusief de opgelegde beperkingen op het aantal stukken bagage die binnen een maximaal toegestane hoeveelheid bagage zullen worden toegepast en welke beperkingen eventueel voor aankopen op luchthavens gelden. De bijzonderheden van extra heffingen voor het vervoer van bagage worden door de luchtvaartmaatschappijen in een vroeg stadium van het boekingsproces en, op verzoek, in de luchthaven, op een duidelijke, transparante en eenduidige manier verstrekt. Basisreisdiensten en extra heffingen moeten duidelijk herkenbaar zijn en moeten los van elkaar kunnen worden gekocht.

 

Motivering

Het amendement vervangt amendement 95 van de rapporteur teneinde de vraag naar meer prijstransparantie en handelsvrijheid uit te breiden.

Amendement  151

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Het is passagiers toegestaan bovenop de maximaal toegestane hoeveelheid handbagage kosteloos essentiële persoonlijke artikelen zoals jassen en handtassen mee aan boord te nemen, met inbegrip van ten minste een gestandaardiseerde zak van een luchthavenwinkel.

Amendement  152

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. Onverminderd Verordening (EG) nr. 1107/2006 mag de toegestane hoeveelheid handbagage worden uitgedrukt in maximumafmetingen en/of maximumgewicht van het totaal aan toegestane handbagage per passagier, maar zonder beperking op het specifieke aantal mee te nemen stukken.

Motivering

Luchtvaartmaatschappijen moeten de maximaal toegestane bagage vastleggen in gewicht of afmetingen, maar de mogelijkheid om het aantal stukken bagage te beperken, moet verboden worden.

Amendement  153

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als toegestane stukken handbagage wegens buitengewone omstandigheden, zoals veiligheidsredenen of een wijziging van het type luchtvaartuig na de boeking, niet in de cabine mogen worden meegenomen, mag de luchtvaartmaatschappij deze in het ruim van het luchtvaartuig vervoeren zonder extra kosten voor de passagier.

2. De luchtvaartmaatschappij mag bovengenoemde bagagestukken in het ruim van het luchtvaartuig vervoeren, indien vervoer in de cabine wegens uitzonderlijke omstandigheden in verband met de veiligheid en de specifieke kenmerken van het luchtvaartuig niet mogelijk is. In deze gevallen worden geen extra kosten in rekening gebracht.

Motivering

Dit amendement is bedoeld om rekening te houden met uitzonderlijke omstandigheden betreffende het luchtvaartuig of veiligheidsredenen, waardoor het in de cabine meenemen van de onder artikel 6, letter d, alinea's 1a en 1b, vermelde bagagestukken niet mogelijk is.

Amendement  154

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Indien handbagage vóór het instappen in het luchtvaartuig of voor de start van het luchtvaartuig uit de cabine van het luchtvaartuig naar de laadruimte wordt verplaatst, moet deze bij het verlaten van het luchtvaartuig als handbagage aan de passagiers worden teruggegeven.

Amendement  155

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 sexies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een communautaire luchtvaartmaatschappij staat toe dat een passagier een muziekinstrument meeneemt in de passagierscabine van een luchtvaartuig, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsregels en de technische specificaties en beperkingen van het desbetreffende luchtvaartuig. Muziekinstrumenten mogen in de passagierscabine van een luchtvaartuig worden meegenomen mits ze veilig kunnen worden opgeborgen in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel. Een luchtvaartmaatschappij mag bepalen dat een muziekinstrument deel uitmaakt van de toegestane hoeveelheid handbagage van een passagier, en niet bovenop die toegestane hoeveelheid mag worden meegenomen.

1. Een luchtvaartmaatschappij van de Unie staat toe dat een passagier een muziekinstrument meeneemt in de passagierscabine van een luchtvaartuig, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsregels en de technische specificaties en beperkingen van het desbetreffende luchtvaartuig. Muziekinstrumenten mogen in de passagierscabine van een luchtvaartuig worden meegenomen mits ze veilig kunnen worden opgeborgen in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel. Wanneer een muziekinstrument mag worden meegenomen in de passagierscabine van een luchtvaartuig, maakt het deel uit van de toegestane hoeveelheid handbagage van een passagier. Het staat de luchtvaartmaatschappij vrij extra kosten te berekenen voor handbagage die bovenop de toegestane hoeveelheid wordt meegenomen.

Amendement  156

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 sexies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

 

Amendement

2. Als een muziekinstrument te groot is om veilig in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel te worden opgeborgen, mag de luchtvaartmaatschappij vragen een tweede ticket te betalen als het muziekinstrument als handbagage op een tweede stoel wordt vervoerd. Als een tweede ticket wordt gekocht, levert de luchtvaartmaatschappij redelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het muziekinstrument zich naast de passagier bevindt. Voor zover beschikbaar worden muziekinstrumenten, op verzoek, in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, voor zover de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. Een luchtvaartmaatschappij vermeldt in haar voorwaarden duidelijk de basis voor het vervoer van muziekinstrumenten en de toepasselijke heffingen.

2. Als een muziekinstrument te groot is om veilig in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel te worden opgeborgen, mag de luchtvaartmaatschappij vragen een tweede ticket te betalen als het muziekinstrument als handbagage op een tweede stoel wordt vervoerd. Voor dit extra ticket hoeven geen luchthavenbelastingen te worden betaald. Als een tweede ticket wordt gekocht, levert de luchtvaartmaatschappij redelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het muziekinstrument zich naast de passagier bevindt.

Motivering

Ter verbetering van de structuur van dit artikel, is de geschrapte tekst opgesplitst en opgenomen in artikel 6 sexies, lid 2 bis (nieuw) en 2 ter (nieuw).

Amendement  157

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 sexies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"2 bis. Voor zover er plaats is, worden muziekinstrumenten op verzoek in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, als de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. Luchtvaartmaatschappijen verstrekken speciale labels die duidelijk moeten worden aangebracht op muziekinstrumenten zodat ze met de nodige zorg worden behandeld. Alleen instrumenten die op de juiste wijze verpakt zijn, in een koffer met een onbuigzame en/of harde koffer die speciaal ontworpen is voor dergelijke voorwerpen, worden toegestaan als ruimbagage."

Amendement  158

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 sexies – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter. Een luchtvaartmaatschappij vermeldt ten tijde van de boeking en in haar voorwaarden duidelijk op welke basis muziekinstrumenten zullen worden vervoerd, met inbegrip van de toepasselijke heffingen, de faciliteiten voor het vervoer van muziekinstrumenten, die beschikbaar zijn in het luchtvaartuig in kwestie, en de afmetingen van deze faciliteiten. Als er een tweede ticket moet worden geboekt, krijgen passagiers de mogelijkheid dat online te doen.

Amendement  159

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Overweging 6 septies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 septies

 

1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité voor passagiersrechten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

 

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.'

 

Amendement  160

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'Bijlage: niet-exhaustieve lijst van omstandigheden die met het oog op de toepassing van deze verordening als buitengewone omstandigheden worden beschouwd

"Bijlage: volledige lijst van omstandigheden die met het oog op de toepassing van deze verordening als buitengewone omstandigheden worden beschouwd

 

Motivering

Om de rechtszekerheid in verband met de definitie van buitengewone omstandigheden te waarborgen, moet de lijst uitputtend zijn.

Amendement  161

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 1 – ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii. technische problemen die niet inherent zijn aan de normale vluchtuitvoering met het luchtvaartuig, zoals de vaststelling van een defect tijdens de vluchtuitvoering waardoor de vlucht niet op normale wijze kan worden voortgezet, of een verborgen constructiefout die door de fabrikant of een bevoegde autoriteit is ontdekt en die de veiligheid van de vlucht in het gedrang brengt;

ii. technische problemen waarmee het luchtvaartuig kampt die rechtstreeks veroorzaakt worden door een verborgen constructiefout die als zodanig formeel door de fabrikant of een bevoegde autoriteit is meegedeeld nadat die fout is ontdekt bij de onderhoudscontrole vóór de vlucht of nadat het luchtvaartuig voor gebruik is vrijgegeven, en die de veiligheid van de vlucht in het gedrang brengt;

Motivering

Tactisch amenderen om amendement 101 tegen te gaan?

Amendement  162

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage II – punt 1 – ii bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

ii bis. door vogelinslag veroorzaakte schade;

Motivering

Wat vogels doen in de lucht kan niet gecontroleerd worden en ligt ondanks alle voorzorgsmaatregelen buiten de macht van de luchtvaartmaatschappijen.

Amendement  163

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 1 – iii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii. beveiligingsrisico's, sabotage of terroristische daden waardoor het onmogelijk is de vlucht veilig uit te voeren;

iii. oorlog, politieke onrust, sabotage of terroristische daden waardoor het onmogelijk is de vlucht veilig uit te voeren;

Amendement  164

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 1 – iv

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iv. levensbedreigende gezondheidsrisico's of medische noodgevallen die het noodzakelijk maken de vlucht te onderbreken of om te leiden;

iv. gezondheidsrisico's of medische noodgevallen die het noodzakelijk maken de vlucht te onderbreken of om te leiden;

Amendement  165

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 1 – v

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

v. beperkingen inzake luchtverkeersbeheer of de sluiting van een gedeelte van het luchtruim of van een luchthaven;

v. onvoorziene beperkingen inzake luchtverkeersbeheer of de onvoorziene sluiting van het luchtruim, inclusief sluiting van een landingsbaan door de autoriteiten;

Amendement  166

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 1 – vi

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

vi. meteorologische omstandigheden die niet verenigbaar zijn met een veilige vlucht; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

vi. meteorologische omstandigheden die niet verenigbaar zijn met een veilige vlucht of waardoor het luchtvaartuig tijdens de vlucht of op het tarmac nadat het is vrijgegeven beschadigd is en veilig uitvoeren van de vlucht onmogelijk is geworden; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

Amendement  167

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 1 – vii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

vii. arbeidsgeschillen bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of bij de verleners van essentiële diensten, zoals luchthavens en verleners van luchtvaartnavigatiediensten.

vii. onvoorziene arbeidsgeschillen bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of bij de verleners van essentiële diensten, zoals luchthavens en verleners van luchtvaartnavigatiediensten.

Amendement  168

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – punt 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De volgende omstandigheden worden niet als buitengewoon beschouwd:

Schrappen

i. technische problemen die inherent zijn aan de normale vluchtuitvoering met het luchtvaartuig, zoals een probleem dat wordt vastgesteld tijdens routineonderhoud of tijdens de aan de vlucht voorafgaande inspectie van het luchtvaartuig of dat het gevolg is van het niet of niet correct uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden of de aan de vlucht voorafgaande inspectie; als de vertraging minstens vier uur bedraagt:

 

ii. de onbeschikbaarheid van cockpit- of cabinebemanningsleden (tenzij dit het gevolg is van arbeidsgeschillen).'

 

  • [1]  Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

TOELICHTING

Inleiding

De luchtvaartsector heeft de afgelopen jaren ingrijpende veranderingen ondergaan die samenhangen met een toename van het aantal passagiers en vluchten op de geliberaliseerde Europese markt. Deze op zich positieve ontwikkeling werd echter enigszins overschaduwd door de toepassing van oneerlijke praktijken en een teruglopende kwaliteit van de dienstverlening, met alle negatieve gevolgen voor de reizigers van dien. Bovendien kunnen er sinds de inwerkingtreding van de verordening in 2004 problemen worden geconstateerd met betrekking tot uiteenlopende interpretaties als gevolg van grijze gebieden en leemten in de bestaande verordening, niet-uniforme handhaving in de lidstaten en de moeilijkheden die passagiers ondervinden om hun rechten te doen gelden als luchtvaartmaatschappijen inbreuk maken op de wetgeving. Het Parlement heeft zich al over een aantal van deze punten uitgesproken in het kader van in 2012 aangenomen resoluties[1].

De volgende elementen van het Commissievoorstel kunnen worden uitgelicht als een stap voorwaarts bij de handhaving van de rechten voor vliegreizigers: de rol van de nationale handhavingsorganen is beter gedefinieerd en uitgebreid naar bagageclaims; er is een klachtenprocedure in het leven geroepen met duidelijke termijnen en de vaststelling van de precieze rol van een nieuw op te richten orgaan voor de behandeling van klachten; er zijn nieuwe bepalingen toegevoegd in verband met de gevallen instapweigering, gemiste aansluitende vluchten en lange vertragingen; er is een niet-uitputtende lijst van buitengewone omstandigheden opgesteld om duidelijkheid te verschaffen over gevallen waarin luchtvaartmaatschappijen vrijgesteld zijn van compensatiebetalingen; de verplichting van luchtvaartmaatschappijen om passagiers adequaat en tijdig te informeren, is aangescherpt; en er zijn nieuwe bepalingen toegevoegd over het meenemen van mobiliteitshulpmiddelen en muziekinstrumenten.

Belangrijkste problemen:

De onvolledige en inconsistente uitvoering van de bestaande verordening door zowel de luchtvaartmaatschappijen als de nationale instanties veroorzaakt verwarring bij passagiers en de luchtvaartsector. Bovendien hebben passagiers te weinig informatie over hun rechten en zijn ze ontevreden met de omstandigheden en de kosten die verbonden zijn aan de handhaving van die rechten.

Rechtsonzekerheid heeft geleid tot een reeks arresten van het Europees Hof van Justitie waardoor er in de loop der jaren een uitvoerige jurisprudentie is ontstaan over passagiersrechten. Deze jurisprudentie is echter moeilijk te doorgronden. Uit de cijfers blijkt dat slechts een klein gedeelte van de passagiers die in theorie recht hebben op voordelen en compensatie, hier daadwerkelijk een vordering toe indient en het gevorderde bedrag vervolgens ook ontvangt.

De cruciale factor is dat luchtvaartmaatschappijen die een vlucht uitvoeren niet automatisch de rechten van de betrokken passagiers erkennen. Daarom moeten passagiers afzonderlijk aanspraak maken op hun rechten bij grote internationale bedrijven. De klanten voelen zich onzeker in zulke situaties, niet in de laatste plaats vanwege de complexiteit van het proces. Veel passagiers schrikken ervoor terug om naar de rechter te stappen, gezien de hoge kosten en inspanningen die daarmee gemoeid zijn, wat wordt uitgebuit door sommige luchtvaartmaatschappijen om zo geen consumentenbescherming te hoeven bieden.

Daarom zijn de voorstellen van de rapporteur er veelal op gericht om de rechten van passagiers te versterken.

Recht op compensatie in geval van langdurige vertraging:

De herziene verordening moet expliciet ingaan op het recht op bijstand en compensatie voor passagiers die te maken hebben met lange vertragingen. Drempelwaarden waarboven vertragingen recht geven op bijstand of compensatie moeten worden gesteld in overeenstemming met het arrest van het Europees Hof van Justitie (zaken C‑402/07 en C‑432/07 ‑ Sturgeon) waarmee passagiers bij lange vertragingen van meer dan drie uur dezelfde rechten krijgen als passagiers van wie de vlucht geannuleerd is. De rapporteur is verheugd over het feit dat de Commissie in haar voorstel rekening heeft gehouden met het Sturgeon‑arrest.

De rapporteur deelt de mening van de Commissie dat de drempelwaarden dezelfde moeten zijn voor alle reizen binnen de EU, maar dat dit bedrag voor reizen van en naar derde landen afhankelijk moet zijn van de afstand van de reis, teneinde rekening te kunnen houden met de operationele moeilijkheden waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd bij het omgaan met vertragingen op ver weg gelegen luchthavens.

Gezien het arrest van het Hof van Justitie is de rapporteur het echter niet eens met de Commissie dat alle drempelwaarden verhoogd moeten worden om de financiële impact op de luchtvaartmaatschappij te verkleinen en het risico tot een minimum te beperken dat er meer vluchten worden geannuleerd (overweging 11). Bovendien worden de voorgestelde drempelwaarden beschouwd als veel te hoog, vooral voor vluchten binnen de EU waarvan de vliegduur meestal niet meer bedraagt dan drie uur. Om deze reden heeft de rapporteur artikel 6 gewijzigd door de drempelwaarden van vijf, negen en twaalf uur te vervangen door drempelwaarden van respectievelijk drie en vijf uur.

Teneinde de toepassing van het huidige systeem verder te vergemakkelijken en meer duidelijkheid te creëren voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen, stelt de rapporteur verder voor om de ijkpunten en de compensatiebedragen in de artikelen 6, 6 bis en 7 op elkaar af te stemmen door de volgende grenswaarden in te voeren: 300 EUR voor vluchten binnen de Unie (ongeacht de vliegafstand); 300 EUR voor alle andere vluchten tot 3 500 km; 600 EUR voor alle andere vluchten van meer dan 3 500 km.

Vrijwillige overeenkomsten tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers over compensatie mogen alleen worden uitgevoerd als ze betrekking hebben op de wijze van uitbetaling maar niet op het recht op compensatie op zich (artikel 7, lid 5).

Rechten in verband met aansluitende vluchten:

Gevallen waarin een passagier een aansluitende vlucht mist vanwege een wijziging in het vluchtschema of een vertraging zijn een bron van grote zorg. De Commissie heeft dan ook terecht een nieuw artikel 6 bis ingevoerd op grond waarvan de passagiers in kwestie bijstand, verzorging, een herroutering en compensatie aangeboden moeten krijgen door de luchtvaartmaatschappij die de eerdere vlucht heeft uitgevoerd en verantwoordelijk is voor de vertraging op het overstappunt waardoor passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist.

Passagiers die hun aansluitende vlucht missen, moeten ook compensatie kunnen eisen op soortgelijke basis als passagiers van wie de vlucht vertraging heeft of geannuleerd is. De rapporteur is echter van mening dat gezien het grote aantal maatschappijen dat regionale vluchten uitvoert over kortere afstanden binnen de EU, de financiële last voor die maatschappijen moet worden beperkt. Met dit in het achterhoofd heeft de rapporteur een minimale drempelwaarde toegevoegd van 90 minuten vertraging van de voorgaande vlucht bij het overstappunt, die passagiers recht geeft op compensatie (overweging 13 bis (nieuw), artikel 6 bis, punt 2), mits de vertraging op de eindbestemming van de reis meer dan drie resp. vijf uur bedraagt. Deze tweeledige voorwaarde is toegevoegd omwille van de proportionaliteit en is gerechtvaardigd als de luchtvaartmaatschappij eerder in het traject slechts een korte vertraging veroorzaakt, maar daardoor wel de aansluitende vlucht gemist wordt en er een veel langere vertraging op de eindbestemming ontstaat.

Instapweigering:

Een instapweigering kan voorkomen vanwege een overboeking, maar ook om andere operationele redenen, zoals ook het Hof bevestigd heeft. Een speciaal geval van instapweigering is het zogenaamde "no show"-beleid van luchtvaartmaatschappijen. In de praktijk weigeren luchtvaartmaatschappijen het instappen aan passagiers op hun terugvlucht als ze geen gebruik hebben gemaakt van de heenvlucht van hun ticket. Dit beleid druist in tegen de belangen van de klant en moet uitdrukkelijk verboden worden. De rapporteur stelt dan ook voor om het Commissievoorstel te verstevigen (overweging 7, artikel 4, lid 4).

In de verordening moet tevens verduidelijkt worden dat "instapweigering" ook geldt voor gevallen waarin de geplande vertrektijd is vervroegd als gevolg waarvan een passagier de vlucht mist, tenzij de passagier hierover ten minste 24 uur van te voren op de hoogte was gesteld (overweging 5, artikel 2, onder j), en artikel 4, lid 5 bis (nieuw)). Als er een beduidende wijziging in het vluchtschema optreedt, moet de passagier recht hebben op terugbetaling of herroutering (artikel 6, lid 1, onder iii)).

Als het vertrek naar een later tijdstip wordt uitgesteld, resulteert dat bovendien in dezelfde rechten als die van toepassing zijn bij een vertraagde vlucht (overweging 12).

De rapporteur is van mening dat passagiers aan wie het instappen tegen hun wil wordt geweigerd, geen enkele beperking mogen ondervinden op het vlak van bijstand, en dat artikel 9 dan onverwijld van toepassing is. Om die reden is de rapporteur tegen het voorstel van de Commissie om artikel 9 pas na een wachtperiode van twee uur toe te passen als de passagier voor herroutering kiest nadat hem/haar het instappen is geweigerd (artikel 4, lid 3 en artikel 4, lid 4).

Bescherming in geval van meervoudige vluchtverstoringen:

Insolventie

Uit de gevallen van luchtvaartmaatschappijen Spanair en Malév blijkt hoe belangrijk het is dat de rechten van passagiers beschermd worden als luchtvaartmaatschappijen hun activiteiten moeten staken vanwege hun economische situatie. Meestal worden zulke gevallen van vluchtannuleringen gedekt door Verordening 261/2004 en wordt er een terugbetaling of alternatief vervoer aangeboden aan de betrokken passagier. De praktijk laat echter zien dat er in het geval van insolventie enige onzekerheid bestaat in verband met betalingen die indirect ook betrekking hebben op touroperators van pakketreizen. Daarom moet de EU-wetgeving worden aangescherpt.

In tegenstelling tot de Commissie, die het voornaamste probleem, nl. de bescherming van passagiers, niet heeft aangepakt, is de rapporteur van mening dat de herziening van de verordening desbetreffende bepalingen moet omvatten. Teneinde het recht van passagiers op terugbetaling of een retourvlucht te garanderen, moeten luchtvaartmaatschappijen verplicht worden gesteld aan te tonen dat ze over voldoende garanties beschikken voor compensatie of repatriëring van de passagiers (overweging 9 bis (nieuw) en artikel 5, lid 5 quater (nieuw)). Dit vereiste geeft luchtvaartmaatschappijen de mogelijkheid diverse maatregelen te nemen (zoals een fonds of een verzekering) om passagiers in zulke gevallen te beschermen.

Noodplannen

Een belangrijk nieuw element dat wordt toegevoegd door de Commissie houdt verband met de verplichting van luchthavenbeheersorganen en luchthavengebruikers om noodplannen op te stellen teneinde het effect van meervoudige vluchtverstoringen tot een minimum te beperken en op gecoördineerde wijze te zorgen voor de verzorging of herroutering van passagiers. Als een luchtvaartmaatschappij plotseling haar activiteiten staakt, zijn zulke plannen van bijzonder groot belang om gestrande passagiers te helpen. De rapporteur vindt de drempelwaarde van drie miljoen passagiers per luchthaven per jaar te hoog en stelt voor die te verlagen naar 1,5 miljoen. De betrokkenheid van nationale, regionale en lokale instanties bij de ontwikkeling van zulke noodplannen wordt van belang geacht (overweging 10, artikel 5, lid 5). De behoefte aan gecoördineerd optreden door alle betrokken partijen, een nauwkeuriger indicatie over de invulling van noodplannen op het vlak van informatie en bijstand aan passagiers, en de concrete verplichting voor luchtvaartmaatschappijen om procedures in te voeren in geval van vluchtverstoringen, worden benadrukt in de desbetreffende amendementen (overweging 10 bis (nieuw), artikel 5, lid 5 en artikel 5, lid 5 bis (nieuw)).

Buitengewone omstandigheden:

Luchtvaartmaatschappijen kunnen worden vrijgesteld van compensatiebetalingen als ze kunnen bewijzen dat de problemen te wijten zijn aan bepaalde buitengewone omstandigheden. Er bestaat echter veel onduidelijkheid over de interpretatie van deze term. De desbetreffende arresten van het Europees Hof van Justitie moeten bijdragen aan een betrouwbaarder formulering van de EU-bepalingen. De lijst die bij deze verordening is gevoegd, is bedoeld als hulpmiddel. Daarin wordt speciale aandacht besteed aan het concept "technische problemen". Luchtvaartmaatschappijen geven vaak als reden voor vertragingen of annuleringen "technische problemen" op, waarbij de passagier in het duister tast over de omstandigheden.

In de herziene verordening moet meer duidelijkheid worden geschapen over de soort buitengewone omstandigheden waaronder de luchtvaartmaatschappij geen compensatie hoeft te betalen. De rapporteur heeft inhoudelijke amendementen ingediend op de niet-uitputtende lijst die bij het Commissievoorstel is gevoegd. Het meest ingrijpende amendement gaat over de opname of weglating van technische problemen onder buitengewone omstandigheden. De rapporteur schaart zich achter de uitspraak van het Hof in de zaak Wallentin/Herrmann dat technische mankementen – als algemene regel – geen buitengewone omstandigheden vormen. Technische problemen moeten bij wijze van uitzondering worden beschouwd als buitengewone omstandigheden als ze worden veroorzaakt door omstandigheden die niet beheersbaar zijn voor de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, die de vliegveiligheid aantasten en als gevolg waarvan de vlucht niet op normale wijze kan worden voortgezet.

Bovendien moet met een amendement duidelijk worden gemaakt dat zelfs als een vluchtverstoring veroorzaakt zou zijn door buitengewone omstandigheden, bewezen moet worden dat de luchtvaartmaatschappij alle maatregelen correct had getroffen om te voorkomen dat de vlucht geannuleerd moest worden. Alleen als aan beide voorwaarden wordt voldaan, mag de luchtvaartmaatschappij worden vrijgesteld van compensatiebetaling (artikel 5, lid 3).

Recht op accommodatie:

In principe wordt het recht op accommodatie niet aangevochten in geval van annulering, gemiste aansluitende vluchten of lange vertragingen, als aan de desbetreffende voorwaarden is voldaan. De rapporteur is het eens met de Commissie dat in geval van buitengewone omstandigheden van lange duur de huidige onbeperkte aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij om voor accommodatie te zorgen, moet worden beperkt. In tegenstelling tot de Commissie stelt de rapporteur echter voor om alleen de kosten van accommodatie te beperken en niet de duur daarvan. Hij is van mening dat passagiers die het meest lijden onder buitengewone omstandigheden van lange duur, niet benadeeld moeten worden ten opzichte van passagiers die minder last hebben van dergelijke omstandigheden. In uitzonderlijke gevallen, als passagiers hun eigen accommodatie regelen, kunnen de kosten en de duur van de verzorging door de luchtvaartmaatschappij worden beperkt (overweging 16, artikel 9, lid 4). Met deze gecombineerde voorstellen houdt de rapporteur rekening met de belangen van zowel de passagiers als de bedrijven in kwestie.

De bepaling inzake beperkte verzorging in buitengewone omstandigheden mag de luchtvaartmaatschappijen echter niet van de verplichting ontheffen om voor accommodatie te zorgen (artikel 9, lid 4).

Recht op informatie:

Informatieverstrekking aan passagiers en transparantie zijn essentiële elementen bij de herziening van de bestaande verordening. Dit heeft betrekking op hun rechten om terdege geïnformeerd te worden in geval van een vluchtverstoring over hun rechten in het algemeen, maar ook over de oorzaak van de verstoring, mogelijke andere vervoerswijzen (artikel 14, lid 4), en toegang tot klachtenprocedures en klachtenformulieren, enz. Aangezien luchtvaartmaatschappijen de meest betrouwbare bron zijn om deze informatie te verschaffen (overweging 20, artikel 5, lid 2), is de rapporteur van mening dat de informatie en de bijstand aan passagiers aanzienlijk kan worden verbeterd door de aanwezigheid van luchtvaartmaatschappijen op de luchthaven (artikel 14, lid 1 bis (nieuw)).

Prijstransparantie:

Er is ook behoefte aan verbetering op het vlak van ticketprijzen. Ticketprijzen zijn vaak niet transparant genoeg, waardoor verwarring optreedt bij passagiers en het vergelijken van prijzen moeilijker wordt. De wetgever moet erop toezien dat de verordening zodanig wordt ontworpen dat misbruik grotendeels kan worden voorkomen. De definitie van "ticketprijs" moet zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk zijn. De rapporteur stelt dan ook voor aan de definitie van de Commissie een aantal basisdiensten toe te voegen die altijd inbegrepen moeten zijn in de ticketprijs, zoals de afgifte van een instapkaart, de minimaal toegestane bagage en aan de betaling gerelateerde kosten, zoals voor het gebruik van een creditcard (artikel 2, onder s)).

Klachtenprocedure:

Er zijn verscheidene amendementen ingediend op het nieuwe artikel 16 bis over vorderingen en klachtenprocedures om de tekst af te stemmen op de nieuwe Richtlijn 2013/11/EU betreffende alternatieve geschillenbeslechting (ADR)[2][1]waarin lidstaten verplicht worden gesteld nationale organen op te richten die zich bezig zullen houden met buitengerechtelijke geschillenbeslechting. Deze organen zullen in de toekomst passagiersklachten in behandeling nemen. De weigering van luchtvaartmaatschappijen om deel te nemen aan ADR‑stelsels en ‑procedures vormt een groot probleem, en daarom moet de verordening voorzien in de verplichting voor luchtvaartmaatschappijen om zich aan te sluiten bij een ADR‑stelsel. De klachtenprocedure bij de luchtvaartmaatschappij laat het recht van de passagier op toegang tot het rechtssysteem en buitengerechtelijke geschillenbeslechting onverlet (artikel 16 bis, lid 2).

Vertragingen op het tarmac:

De rapporteur stelt voor "vertraging op het tarmac" te definiëren in verband met het ogenblik waarop de passagiers het instappen beëindigen en niet het ogenblik waarop het instappen begint, omdat de duur van de instaptijd afhangt van de grootte van het luchtvaartuig. De vertraging op het tarmac moet worden berekend in absolute termen en niet in verhouding met de afmetingen van het luchtvaartuig (artikel 2, onder w)). De vertraging op het tarmac die in het voorstel van de Commissie op een minimum van vijf uur wordt gesteld voordat passagiers mogen uitstappen, lijkt te lang. De rapporteur stelt voor de vertraging op het tarmac te wijzigen in twee uur.

Toegestane bagage:

Een schrijnend voorbeeld voor het gebrek aan passende informatie zijn de praktijken van luchtvaartmaatschappijen op het vlak van de toegestane bagage voor passagiers. Bepaalde luchtvaartmaatschappijen staan passagiers toe slechts één stuk handbagage mee te nemen aan boord en brengen elk extra voorwerp in rekening, zoals op de luchthaven aangeschafte inkopen. Teneinde verwarring onder passagiers te voorkomen en passagiers in staat te stellen prijzen te vergelijken, moet in het geval van extra kosten transparante informatie over toegestane bagage beschikbaar zijn, en wel voorafgaand aan het boekingsproces (overweging 28, artikel 6 quinquies, punt 1)).

Bovendien is de rapporteur van mening dat passagiers belangrijke persoonlijke voorwerpen of eigendommen, inclusief op de luchthaven aangeschafte inkopen, mee mogen nemen in de cabine, zonder extra kosten boven op de maximaal toegestane hoeveelheid cabinebagage (artikel 6 quinquies, lid 1 bis (nieuw)). Een minder beperkend beleid van luchtvaartmaatschappijen zou ook de teruglopende omzet van winkeliers tegengaan.

Er zijn diverse amendementen opgenomen om de behandeling van muziekinstrumenten te verbeteren. In principe moeten luchtvaartmaatschappijen een passagier toestaan een muziekinstrument mee te nemen in de passagierscabine van een luchtvaartuig. Een muziekinstrument moet deel uitmaken van de toegestane hoeveelheid handbagage. De luchtvaartmaatschappij moet duidelijk aangeven wat de toepasselijke kosten en voorwaarden zijn voor het vervoer in het luchtvaartuig in kwestie.

Verloren en beschadigde of vertraagde bagage:

Om het indienen van klachten over verloren, beschadigde of vertraagde bagage te vergemakkelijken, moet er op alle luchthavens een speciale bagageservicebalie worden opgezet, die al bestaat op veel grote luchthavens. Een dergelijke dienst biedt passagiers de mogelijkheid meteen na aankomst een klacht in te dienen en hiermee de procedures te versnellen. Daarnaast moet er een gestandaardiseerd EU-klachtenformulier beschikbaar worden gesteld als bijlage bij de verordening. Deze bijlage zal als voordeel hebben dat het formulier vertaald is in alle officiële EU-talen. (Overweging 31, artikel 3, lid 2).

ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (8.11.2013)

aan de Commissie vervoer en toerisme

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage
(COM(2013)0130 – C7‑0066/2013 – 2013/0072(COD))

Rapporteur voor advies: Hans-Peter Mayer

BEKNOPTE MOTIVERING

In het licht van het feit dat er herhaaldelijk zaken - in het bijzonder in verband met Verordening (EG) nr. 261/2004 - bij het Europees Hof van Justitie aanhangig zijn gemaakt vanwege juridische onduidelijkheden lijkt de herziening dringend nodig. Het doel is om een juist evenwicht te vinden tussen de belangen van de passagiers en die van de luchtvaartmaatschappijen. De herziening is echter ook bedoeld om de luchtvaartmaatschappijen te stimuleren na te gaan hoe zij hun diensten en algemeen beleid kunnen verbeteren.

Om met name voor de Europese consumenten en betrokken passagiers een vereenvoudiging te bereiken moeten niet alleen bepaalde wetsonderdelen worden verhelderd, maar moet ook het instrument als geheel eenvoudiger en begrijpelijker worden gemaakt.

Verordening (EG) nr. 261/2004:

Rechten en categorieën

Een van de belangrijkste punten in verband met Verordening (EG) nr. 261/2004 is de vraag bij welke vertragingen men aanspraak kan maken op rechten en hoe deze gedifferentieerd moeten worden. In zijn advies heeft de rapporteur zich hierbij laten leiden door de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie. Verder stelt hij ter wille van de duidelijkheid een systeem voor met slechts twee categorieën: vluchten van minder of van meer dan 3 500 km. De eerste categorie - reizen van maximaal 3 500 km en vluchten binnen de EU - omvat uitdrukkelijk ook overzeese departementen van de EU. Hier moet een maximale compensatie van 250 EUR per vlucht mogelijk zijn voor een vertraging van 3 uur. De tweede categorie omvat vluchten van 3 500 km of meer. Voor deze vluchten zijn vorderingen tot 600 EUR bij een vertraging van 5 uur mogelijk.

Om rekening te houden met de economische situatie van de zogenaamde low-cost-luchtvaartmaatschappijen moet het mogelijk zijn de compensatie te beperken tot de prijs van het ticket. Hierbij moet echter wel de volledige prijs als uitgangspunt worden genomen, waaronder de heen- en de terugvlucht en alle bijkomende kosten, met name voor extra geboekte bagage. De genoemde bedragen van 250 EUR en 600 EUR moeten derhalve als limiet gelden. Zo moeten onevenredige compensaties worden vermeden.

De compensatie dient de gehele schade te dekken. De rapporteur stelt daarom een ​​verduidelijking voor van de regels van artikel 12, lid 1, tweede zin, om aan te geven dat een recht op compensatie niet mag worden verrekend met verdere schadeclaims. De noodzaak van deze toelichting blijkt ook uit Zaak X ZR 111/12 die momenteel door het hof van Justitie wordt behandeld.

Een ander belangrijk punt is het "no show"-beleid van luchtvaartmaatschappijen. Instapweigering bij de terugreis of verdere reis op grond van het feit dat de passagier de heenreis of het stadium van de reis niet heeft genomen wordt verboden, omdat een Europese wetgeving legitimering van contractbreuk moet vermijden - zelfs bij vergoeding van schade.

De rapporteur wil in geval van een vertraging op de grond de wachttijd beperken tot twee uur. Indien het luchtvaartuig binnen korte tijd zal opstijgen, dat wil zeggen naar verwachting binnen een half uur, kan de wachttijd worden verlengd tot meer dan twee uur. In dergelijke gevallen moeten de piloten een besluit nemen naar gelang de omstandigheden. Daarnaast wil de rapporteur dat wordt voorzien in een recht op een andere vlucht bij een vertraging van maximaal drie uur. Tegelijk wordt in het advies bepaald dat de in artikelen 8 en 9 genoemde assistentie in een vroeg stadium moet worden verstrekt.

De commissie is voorts van mening dat in geval van vertragingen en annuleringen buiten de schuld van de maatschappij, luchtvaartmaatschappijen moeten worden verplicht om de kosten van maximaal vijf hotelovernachtingen, met een maximum van € 175 per nacht, te dragen. Het door de Commissie voorgestelde bedrag lijkt in bepaalde gevallen, met name als er in de buurt van de luchthaven overnacht moet worden in verband met een mogelijke verdere vlucht, te gering.

Het advies volgt ook artikel 12 van Richtlijn 2013/11 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen met de bepaling dat de termijn om klachten in te dienen twee jaar over moet bedragen, om te zorgen voor uniforme voorwaarden. Verder wordt van luchtvaartmaatschappijen verlangd dat zij uitdrukkelijk wijzen op de termijnen voor schadeclaims.

Lijst van buitengewone omstandigheden in Bijlage I:

Het advies verandert de volgorde waarin de omstandigheden die als bindend worden beschouwd zijn vermeld, en plaatst ze in volgorde van belangrijkheid. "Technische problemen" worden afgebakend, maar de lijst wordt uitgebreid op het gebied van veiligheidsrisico's. Verder wordt een onderscheid gemaakt in het geval van arbeidsconflicten tussen de uitvoerende luchtvaartmaatschappij enerzijds en andere luchtvaartmaatschappijen en essentiële dienstverleners anderzijds. Slechts in laatstgenoemd geval wordt geacht sprake te zijn van een bijzondere omstandigheid.

In beide lijsten, moeten buitengewone en niet-buitengewone omstandigheden moeten niet-uitputtend zijn met het ook op eventuele aanvulling in de toekomst en tevens om problemen te vermijden in situaties waarin bepaalde omstandigheden niet worden genoemd. Deze lijsten zijn reeds uitgebreid naar aanleiding van besluiten van Europese rechtbanken. Ze kunnen worden aangepast, maar niet verkort door middel van gedelegeerde handelingen.

Klachtenprocedures

Uit veel feedback van passagiers blijkt dat vorderingen en klachten van passagiers niet bevredigend worden behandeld. Vaak proberen luchtvaartmaatschappijen in eerste instantie vorderingen af te wijzen, soms onder vermelding van gronden die niet kloppen. Voor dergelijke gevallen moeten sancties worden ingevoerd.

Met het oog op de handhaving, moet een wettelijk recht op informatie over de redenen van de vertraging, annulering of wijziging van vliegschema worden gecreëerd. Anders wordt het doel om een betere handhaving van de rechten van passagiers te waarborgen niet bereikt.

Verordening (EG) nr. 2027/97:

Aangezien dit een EU-verordening is, moet de euro als munteenheid dienen. Ter wille van de begrijpelijkheid schrapt het advies verwijzingen naar het Bijzonder trekkingsrecht (BTR) als eenheid. In plaats daarvan worden afgeronde bedragen, op basis van de actuele waarde van de SDR, aangegeven.

AMENDEMENTEN

De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie vervoer en toerisme onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) Verordening (EG) nr. 261/2004 is ook van toepassing op passagiers die luchtvervoer hebben geboekt als onderdeel van een pakketreis. Er zij echter op gewezen dat passagiers de rechten uit hoofde van deze verordening niet mogen cumuleren met die uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten. De passagiers moeten kunnen kiezen onder welke wetgeving zij hun vorderingen indienen, maar hebben niet het recht om voor hetzelfde probleem compensatie te krijgen op basis van beide wetteksten. De passagiers dienen zich niet te bekommeren over de wijze waarop luchtvaartmaatschappijen en touroperators deze vorderingen onderling verdelen.

(6) Verordening (EG) nr. 261/2004 is ook van toepassing op passagiers die luchtvervoer hebben geboekt als onderdeel van een pakketreis. Er zij echter op gewezen dat passagiers de rechten uit hoofde van deze verordening niet mogen cumuleren met die uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten, zelfs indien zij in principe het recht hebben om die rechten afzonderlijk of tegelijkertijd te doen gelden. De passagiers moeten kunnen kiezen onder welke wetgeving zij hun vorderingen indienen, maar hebben niet het recht om voor hetzelfde probleem compensatie te krijgen op basis van beide wetteksten. De passagiers dienen zich niet te bekommeren over de wijze waarop luchtvaartmaatschappijen en touroperators deze vorderingen onderling verdelen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Het moet duidelijk worden gemaakt dat de reiziger, als hij een deel van zijn reis niet wil maken, hij de luchtvaartmaatschappij vóór de geplande vertrektijd hiervan in kennis kan stellen en niet pas naderhand, louter om aanspraak te maken op terugbetaling van belastingen.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter) De luchtvaartmaatschappijen moeten verplicht zijn om bij een annulering door de passagier de reeds betaalde belastingen gratis terug te betalen.

Motivering

Sommige luchtvaartmaatschappijen vragen in dergelijke gevallen - vaak onevenredige – servicekosten. Dat is ontoelaatbaar. Een belasting die niet verschuldigd is, moet volledig worden terugbetaald. De passagier maakt al geen gebruik van de betaalde vlucht, dat zou voldoende moeten zijn op het vlak van “servicekosten”.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quater) Indien de passagier, in overeenstemming met een overeenkomst, ervoor kiest op een later tijdstip te reizen, moeten de kosten van de reis van en naar de luchthaven voor de geannuleerde vlucht volledig worden vergoed. Hieronder vallen de kosten voor openbaar vervoer, taxikosten en parkeertarieven in de parkeergarage op de luchthaven.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 quinquies) Passagiers moeten een specifieke bescherming genieten in geval van annulering als gevolg van de insolventie van de luchtvaartmaatschappij of de opschorting van haar activiteiten vanwege de intrekking van haar exploitatievergunning; de luchtvaartmaatschappijen moeten verplicht worden een genoegzaam bewijs van veiligheid te verschaffen voor de terugbetaling en/of repatriëring van passagiers.

Motivering

Passagiers die te maken krijgen met een luchtvaartmaatschappij die haar activiteiten staakt, moet de nodige bescherming worden geboden om de prijs van hun ongebruikte ticket terug te krijgen of om te worden gerepatrieerd indien zij al in het buitenland zijn. De luchtvaartmaatschappijen zijn vrij om de middelen daartoe (fonds, verzekering ...) te bepalen.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10) Luchthavens en luchthavengebruikers, zoals luchtvaartmaatschappijen en grondafhandelingsbedrijven, moeten samenwerken om het effect van meervoudige vluchtverstoringen op de passagiers tot een minimum te beperken door te zorgen voor verzorging en herroutering. Zij moeten noodplannen opstellen voor dergelijke gebeurtenissen en samenwerken bij de opstelling van dergelijke plannen.

(10) Luchthavens en luchthavengebruikers, zoals luchtvaartmaatschappijen, grondafhandelingsbedrijven en de verstrekkers van navigatiediensten, moeten samenwerken om het effect van meervoudige vluchtverstoringen op de passagiers tot een minimum te beperken door te zorgen voor verzorging en herroutering. Zij moeten noodplannen opstellen voor dergelijke gebeurtenissen en samenwerken met Europese, nationale, regionale en lokale instanties bij de opstelling van dergelijke plannen. Bestaande noodplannen moeten, indien nodig, dienovereenkomstig worden aangepast.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11) Verordening (EG) nr. 261/2004 moet expliciet voorzien in het recht op compensatie voor passagiers die te lijden hebben onder langdurige vertraging, overeenkomstig het arrest van het Europees Hof van Justitie in gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07 (Sturgeon). Tegelijk moet de tijdsduur die moet worden overschreden om recht te hebben op compensatie worden verhoogd om rekening te houden met de financiële impact op de sector en om te vermijden dat steeds meer vluchten worden geannuleerd. Om homogene compensatievoorwaarden te garanderen voor burgers die binnen de EU reizen, moet de drempel dezelfde zijn voor alle reizen in de Unie. Voor reizen van en naar derde landen moet deze drempel echter afhankelijk zijn van de afstand van de reis, teneinde rekening te kunnen houden met de operationele moeilijkheden waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd als zij te kampen hebben met vertragingen op ver weg gelegen luchthavens.

(11) Verordening (EG) nr. 261/2004 moet expliciet voorzien in het recht op compensatie voor passagiers die te lijden hebben onder langdurige vertraging, overeenkomstig het arrest van het Europees Hof van Justitie in gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07 (Sturgeon). Om homogene compensatievoorwaarden te garanderen voor burgers die binnen de EU reizen, moet de drempel dezelfde zijn voor alle reizen in de Unie. Voor reizen van en naar derde landen moet deze drempel echter afhankelijk zijn van de afstand van de reis, teneinde rekening te kunnen houden met de operationele moeilijkheden waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd als zij te kampen hebben met vertragingen op ver weg gelegen luchthavens.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Om rekening te houden met de financiële gevolgen voor de luchtvaartsector, ook in de low-cost sector, moet het mogelijk zijn een compensatie te verlangen ten bedrage van de volledige prijs van het vliegticket, maar niet meer dan de in deze verordening genoemde bedragen. De prijs van het vliegticket moet betrekking hebben op de heen- en terugvlucht, met inbegrip van alle bijkomende kosten, bijvoorbeeld voor bagage. Dit recht bestaat per vertraagde vlucht in een overeenstemmend bedrag. Bij een vertraagde heenvlucht én een vertraagde terugvlucht bestaat bijgevolg het recht op een dubbele financiële vergoeding, namelijk tweemaal de volledige prijs van het vliegticket.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Om rechtszekerheid te garanderen moet in Verordening (EG) nr. 261/2004 expliciet worden bevestigd dat wijzigingen van vluchtschema's soortgelijke gevolgen hebben voor passagiers als langdurige vertragingen, en dus aanleiding moeten geven tot dezelfde rechten.

(12) Om rechtszekerheid te garanderen moet in Verordening (EG) nr. 261/2004 expliciet worden bevestigd dat wijzigingen van vluchtschema's soortgelijke gevolgen hebben voor passagiers als langdurige vertragingen en annuleringen, en dus aanleiding moeten geven tot dezelfde rechten.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17) Voor bepaalde kleinschalige activiteiten bleek de toepassing van sommige passagiersrechten, met name het recht op accommodatie, niet in verhouding te staan tot de inkomsten van de luchtvaartmaatschappijen. Vluchten met kleine luchtvaartuigen over korte afstanden moeten dan ook worden vrijgesteld van de verplichting om accommodatie te betalen, maar de luchtvaartmaatschappij moet de passagiers nog steeds helpen dergelijke accommodatie te vinden.

Schrappen

Motivering

Het artikel in verband met deze overweging verwijst niet alleen naar kleine luchtvaartuigen, maar ook naar afstanden van minder dan 250 km. Als een passagier midden in de nacht strandt op een luchthaven en geen mogelijkheid heeft om meteen, of met een ander vervoermiddel verder te reizen, moet hij worden voorzien van een accommodatie. Het is niet de schuld van de consument wanneer het om een klein luchtvaartuig gaat.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18) Voor gehandicapten, personen met beperkte mobiliteit en andere personen met bijzondere behoeften, zoals onbegeleide kinderen, zwangere vrouwen en personen die behoefte hebben aan specifieke medische bijstand, kan het moeilijker zijn om accommodatie te vinden wanneer hun vlucht wordt verstoord. Daarom gelden de beperkingen op het recht op accommodatie in buitengewone omstandigheden of voor regionale activiteiten niet voor deze categorieën passagiers.

(18) Voor gehandicapten, personen met beperkte mobiliteit en andere personen met bijzondere behoeften, zoals onbegeleide kinderen, zwangere vrouwen en personen die behoefte hebben aan specifieke medische bijstand, kan het moeilijker zijn om accommodatie te vinden wanneer hun vlucht wordt verstoord. Daarom gelden de beperkingen op het recht op accommodatie in buitengewone omstandigheden in geen geval voor deze categorieën passagiers.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Deze informatie moet eveneens worden verstrekt als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon.

(20) Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van vertraging, annulering, onderbreking van de vlucht of wijziging van het vluchtschema, maar ook over de redenen hiervan, zodra deze informatie beschikbaar is. Zij moeten een wettelijk, met sancties af te dwingen recht hebben op deze informatie. Dit recht bestaat eveneens als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20) Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Deze informatie moet eveneens worden verstrekt als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon.

(20) Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Deze informatie moet eveneens worden verstrekt als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon. Bovendien moeten ze worden geïnformeerd over de gemakkelijkste en snelste vorderings- en klachtenprocedures om hun rechten te kunnen laten gelden.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21) Om een betere handhaving van passagiersrechten te garanderen, moet de rol van de nationale handhavingsorganen preciezer worden omschreven en duidelijk worden onderscheiden van de behandeling van individuele klachten van passagiers.

(21) Om een betere handhaving van passagiersrechten te garanderen, moet de rol van de nationale handhavingsorganen preciezer worden omschreven en duidelijk worden onderscheiden van de behandeling van individuele klachten van passagiers. Het moet ook duidelijk worden gemaakt dat in het belang van de Europese consument, de maximale behandelingstijd van negentig dagen mag niet worden overschreden. Er moet duidelijk worden bepaald wie verantwoordelijk is voor de behandeling van de individuele klachten om te voorkomen dat de nationale handhavingsorganen passagiers naar elkaar doorverwijzen in plaats van over te gaan tot een snelle afhandeling van de klacht.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen en moeten binnen een redelijke termijn antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken niet verhinderen of belemmeren.

(22) Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen en moeten geïnformeerd worden over de desbetreffende termijnen, met name die van artikel 16 bis, lid 2. Zij moeten binnen twee maanden na indiening van de vordering of klacht antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken echter niet verhinderen of belemmeren. Om de vorderingen soepel, snel en goedkoop te behandelen in zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke procedures, dient in het bijzonder te worden verwezen naar online en alternatieve procedures voor geschillenbeslechting en de Europese procedure voor geringe vorderingen.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22) Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen en moeten binnen een redelijke termijn antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken niet verhinderen of belemmeren.

(22) Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen en moeten binnen een redelijke termijn antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. Daartoe moeten de passagiers het adres en de gegevens krijgen van de instanties die in elk land belast zijn met de vervolging van de procedures. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken niet verhinderen of belemmeren.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 22 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(22 bis) Luchtvaartmaatschappijen moeten aangesloten zijn bij regelingen voor geschillenbeslechting in de zin van Richtlijn 2013/11/EU betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Overweging 22 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(22 ter) Om uniforme voorwaarden te waarborgen moeten klachten en vorderingen in de zin van deze verordening binnen 2 jaar na het ontstaan van de vordering, gerekend vanaf de datum van de geboekte starttijd van de vlucht, worden ingediend.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Overweging 31

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31) Gezien de korte termijnen voor het indienen van klachten wegens verloren, beschadigde of vertraagde bagage moeten luchtvaartmaatschappijen in de luchthaven een klachtenformulier ter beschikking stellen. Dit kan ook in de vorm van het gemeenschappelijke "Property Irregularity Report (PIR)".

(31) Gezien de korte termijnen voor het indienen van klachten wegens verloren, beschadigde of vertraagde bagage moeten luchtvaartmaatschappijen in de luchthaven een klachtenformulier in alle officiële talen van de EU ter beschikking stellen. Dit kan ook in de vorm van het gemeenschappelijke "Property Irregularity Report (PIR)".

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Overweging 33

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(33) De in Verordening (EG) nr. 2027/97 vermelde monetaire beperkingen moeten worden aangepast aan de economische ontwikkelingen, zoals in 2009 bepaald door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal.

(33) De in Verordening (EG) nr. 2027/97 vermelde monetaire beperkingen moeten door middel van uitvoeringshandelingen worden aangepast aan de economische ontwikkelingen.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Overweging 34 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(34 bis) Deze verordening moet ook van toepassing zijn voor de luchthaven van Gibraltar.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 1 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

3. De toepassing van deze verordening op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de regelingen van de gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 van toepassing worden. De regeringen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk stellen de Raad van die datum in kennis.

Schrappen

Motivering

In het voorstel van de Commissie wordt de bepaling waarin de toepassing op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort, niet verwijderd uit de verordening uit 2004. In 2006 hebben het Verenigd Koninkrijk, Spanje en de regering van Gibraltar een constructieve overeenkomst gesloten die waarborgt dat de luchthaven van Gibraltar is opgenomen in de interne markt van de luchtvaartsector. Gibraltar is een EU-luchthaven en overeenkomstig de verdragen dienen alle luchtvaartmaatregelen van de EU van toepassing te zijn op Gibraltar.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'"organisator": een persoon in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten;'

'"organisator": de persoon die op regelmatige basis pakketten samenstelt en deze rechtstreeks of via een doorverkoper verkoopt of ten verkoop aanbiedt;'

Motivering

Voor de duidelijkheid en de gebruiksvriendelijkheid is het is beter om allerlei verwijzingen weg te laten en om de overeenkomstige definities in deze verordening duidelijk te omschrijven.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis) "registratie van een passagier": het inchecken voor een vlucht door de luchtvaartmaatschappij zelf of via een incheckmaatschappij of door de validatie van online inchecken door de passagier;

Motivering

In de Engelse versie wordt in artikel 3, lid 2, gesproken van "boarding" terwijl het in de Duitse (en Nederlandse) versie om het inchecken gaat. Dat is verwarrend in verband met de aangegeven tijd van 45 minuten (gaat het om inchecken of aan boord gaan van het luchtvaartuig?).

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter c

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'"persoon met beperkte mobiliteit": alle personen die zijn gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen.'

'"persoon met een handicap" of "persoon met beperkte mobiliteit": personen wier mobiliteit bij het gebruik van vervoer beperkt is ten gevolge van een lichamelijke (zintuiglijke of motorische, permanente of tijdelijke) handicap, een verstandelijke handicap of stoornis, of enige andere oorzaak van handicap, of ten gevolge van leeftijd, en wier situatie vereist dat zij passende aandacht krijgen en dat de aan alle passagiers verstrekte diensten aan hen worden aangepast;'

Motivering

Voor de duidelijkheid en de gebruiksvriendelijkheid is het is beter om allerlei verwijzingen weg te laten en om de overeenkomstige definities in deze verordening duidelijk te omschrijven.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 – letter d

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter l

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) De volgende zin wordt toegevoegd aan de definitie van "annulering" onder l):

(d) De volgende zin wordt toegevoegd aan de definitie van "annulering" onder l):

'Een vlucht waarbij het luchtvaartuig is opgestegen maar, om welke reden dan ook, gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming of om terug te keren naar de luchthaven van vertrek, wordt als een geannuleerde vlucht beschouwd.'

'Met betrekking tot de consequenties voor luchtvaartmaatschappijen en passagiers wordt een vlucht waarbij het luchtvaartuig is opgestegen maar om welke reden dan ook gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming of om terug te keren naar de luchthaven van vertrek, als een geannuleerde vlucht beschouwd.'

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter m

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'(m) "buitengewone omstandigheden": omstandigheden die, door hun aard of oorsprong, niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij, en waarop deze geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden onder meer de in de bijlage uiteengezette omstandigheden als buitengewone omstandigheden beschouwd;

'(m) "buitengewone omstandigheden": omstandigheden die, door hun aard of oorsprong, niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij, en waarop deze geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden onder meer de in de niet-uitputtende lijst in de bijlage uiteengezette omstandigheden als buitengewone omstandigheden beschouwd; De Commissie krijgt de bevoegdheid om door middel van een gedelegeerd besluit, overeenkomstig artikel 16 quinquies, omstandigheden aan de lijst toe te voegen die als buitengewone omstandigheden moeten worden beschouwd voor de toepassing van deze verordening;

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter s

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"ticketprijs": de volledige prijs die moet worden betaald voor een ticket, inclusief het vervoerstarief en alle toepasselijke belastingen, heffingen, toeslagen en vergoedingen voor alle facultatieve en niet-facultatieve diensten waarop het ticket betrekking heeft;

"ticketprijs": de volledige prijs die moet worden betaald voor een ticket, inclusief het vervoerstarief, alle toepasselijke belastingen, heffingen, toeslagen en vergoedingen voor alle facultatieve en niet-facultatieve diensten waarop het ticket betrekking heeft en die verband houden met het deel van de reis dat per luchtvervoer wordt afgelegd;

Motivering

Ter verduidelijking dat de "ticketprijs" alleen betrekking heeft op luchtvervoersdiensten (en niet op diensten zoals hotelboekingen en autohuur).

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 1 – letter e

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 2 – letter w

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"vertraging op het tarmac": bij vertrek, de tijdspanne dat het luchtvaartuig op de grond blijft tussen het ogenblik waarop de passagiers beginnen in te stappen en het ogenblik waarop het luchtvaartuig opstijgt of, bij aankomst, de tijdspanne tussen het ogenblik waarop het luchtvaartuig landt en het ogenblik waarop de passagiers beginnen uit te stappen;

"vertraging op het tarmac": bij vertrek, de tijdspanne dat het luchtvaartuig op de grond blijft tussen het ogenblik waarop de passagiers allemaal zijn ingestapt en het ogenblik waarop het luchtvaartuig opstijgt of, bij aankomst, de tijdspanne tussen het ogenblik waarop het luchtvaartuig landt en het ogenblik waarop de passagiers beginnen uit te stappen;

Motivering

“Vertraging op het tarmac” mag de instaptijd niet omvatten. De vertraging begint pas vanaf “boarding completed”.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 en in geval van een wijziging van het vluchtschema als bedoeld in artikel 6 - bij de incheckbalie melden,

(a) een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 en in geval van een wijziging van het vluchtschema als bedoeld in artikel 6 - bij de incheckbalie hebben gemeld en als bewijs hiervan een ticket hebben gekregen,

– zoals bepaald en op het tijdstip dat van tevoren door de luchtvaartmaatschappij, de organisator of een erkend reisbureau schriftelijk (waaronder via elektronische weg) is aangegeven,

– zoals bepaald en op het tijdstip dat van tevoren door de luchtvaartmaatschappij, de organisator of een erkend reisbureau schriftelijk (waaronder via elektronische weg) is aangegeven,

of, indien geen tijdstip is aangegeven,

of, indien geen tijdstip is aangegeven,

– uiterlijk 45 minuten vóór de geplande vertrektijd; of

uiterlijk 45 minuten vóór de geplande vertrektijd; or

Motivering

Het is onduidelijk wat wordt bedoeld met 'Abfertigung' (inchecken). Dit amendement en de voorgestelde nieuwe definitie van 'inchecken' zijn bedoeld om duidelijk te maken dat dit niet verwijst naar de werkelijke boarding.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter -a (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – alinea 1 – letter b

 

Bestaande tekst

Amendement

(b) op passagiers die vertrekken vanaf een in een derde land gelegen luchthaven naar een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, tenzij zij bepaalde voordelen of compensatie hebben ontvangen en bijstand hebben gekregen in dat derde land, indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht in kwestie uitvoert, een communautaire luchtvaartmaatschappij is.

(b) op passagiers die vertrekken vanaf een in een derde land gelegen luchthaven naar een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, tenzij zij bepaalde voordelen of compensatie hebben ontvangen en bijstand hebben gekregen in dat derde land, indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht in kwestie uitvoert, een communautaire luchtvaartmaatschappij is, of indien de vlucht een terugvlucht is die tegelijk geboekt is met een bijbehorende, vanaf een EU-luchthaven vertrekkende heenvlucht van een communautaire luchtvaartmaatschappij.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 2 – letter c

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'6. Deze verordening is eveneens van toepassing op passagiers die worden vervoerd in het kader van contracten voor pakketreizen, maar is niet van invloed op de rechten van de passagiers volgens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad. De passagiers hebben het recht vorderingen in te dienen krachtens deze verordening en krachtens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad, maar mogen voor dezelfde feiten geen rechten cumuleren uit hoofde van beide wetteksten als deze rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel hebben. Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis wordt geannuleerd om andere redenen dan annulering of vertraging van de vlucht.'

'6. Deze verordening is eveneens van toepassing op passagiers die worden vervoerd in het kader van contracten voor pakketreizen, maar is niet van invloed op de rechten van de passagiers volgens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad. De passagiers hebben het recht vorderingen in te dienen krachtens deze verordening en krachtens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad, afzonderlijk of samen, maar mogen voor dezelfde feiten geen rechten cumuleren uit hoofde van beide wetteksten als deze rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel hebben. Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis wordt geannuleerd om andere redenen dan annulering of vertraging van de vlucht.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 3 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'3. Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen onmiddellijk overeenkomstig artikel 7 en verleent zij hun bijstand overeenkomstig artikel 8. Als de passagier kiest voor herroutering bij de eerste gelegenheid, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), en als het luchtvaartuig minstens twee uur na de oorspronkelijk geplande vertrektijd vertrekt, verleent de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier bijstand overeenkomstig artikel 9.'

'3. Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een heen- of terugvlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen zo snel mogelijk overeenkomstig artikel 7 en verleent zij hun bijstand overeenkomstig artikel 8. Als passagiers kiezen voor herroutering bij de eerste gelegenheid, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), verleent de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier bijstand overeenkomstig artikel 9.

Motivering

Het mag geen rol spelen of de passagier de heenvlucht heeft genomen of niet. Ook is het niet aanvaardbaar dat passagiers pas na twee uur vertraging een drankje aangeboden krijgen.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 3 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen onmiddellijk overeenkomstig artikel 7 en verleent zij hun bijstand overeenkomstig artikel 8. Als de passagier kiest voor herroutering bij de eerste gelegenheid, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), en als het luchtvaartuig minstens twee uur na de oorspronkelijk geplande vertrektijd vertrekt, verleent de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier bijstand overeenkomstig artikel 9.

Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen onmiddellijk en zonder verdere formaliteiten overeenkomstig artikel 7 en verleent zij hun bijstand overeenkomstig artikel 8. Als de passagier kiest voor herroutering bij de eerste gelegenheid, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), en als het luchtvaartuig minstens twee uur na de oorspronkelijk geplande vertrektijd vertrekt, verleent de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier bijstand overeenkomstig artikel 9.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Leden 1, 2 en 3 zijn eveneens van toepassing op retourtickets als de passagier de toegang tot de terugvlucht wordt geweigerd omdat hij/zij de heenvlucht niet heeft genomen of daarvoor geen toeslag heeft betaald.

4. Het is verboden de toegang tot de terugvlucht of verdere vlucht te weigeren op grond van het feit dat de passagier de heenvlucht of een gedeelte van het traject niet heeft genomen.

Motivering

Het is verboden de toegang tot de terugvlucht of verdere vlucht te weigeren op grond van het feit dat de passagier de heenvlucht of een gedeelte van het traject niet heeft genomen. Dit is de bedoeling van amendement 25 van de rapporteur.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Leden 1, 2 en 3 zijn eveneens van toepassing op retourtickets als de passagier de toegang tot de terugvlucht wordt geweigerd omdat hij/zij de heenvlucht niet heeft genomen of daarvoor geen toeslag heeft betaald.

Leden 1, 2 en 3 zijn eveneens van toepassing op retourtickets als de passagier de toegang tot de terugvlucht wordt geweigerd omdat hij/zij de heenvlucht niet heeft genomen of daarvoor geen toeslag heeft betaald.

 

(Amendement niet van toepassing op de Nederlandse versie)

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 4 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Als de passagier of een tussenpersoon die namens de passagier handelt een spellingsfout in de naam van een of meerdere passagiers op hetzelfde vervoerscontract meldt, hetgeen tot instapweigering kan leiden, corrigeert de luchtvaartmaatschappij dit minstens één keer tot 48 uur vóór vertrek zonder extra heffingen voor de passagier of de tussenpersoon, behalve als dit verboden is uit hoofde van de nationale of internationale wetgeving.

5. Als de passagier of een tussenpersoon die namens de passagier handelt een spellingsfout in de naam of een fout in de titulatuur van een of meerdere passagiers op hetzelfde vervoerscontract meldt, hetgeen tot instapweigering kan leiden, corrigeert de luchtvaartmaatschappij dit minstens één keer tot 48 uur vóór vertrek zonder extra heffingen voor de passagier of de tussenpersoon, behalve als dit verboden is uit hoofde van de nationale of internationale wetgeving.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'(a) krijgen de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de in artikel 9 gespecificeerde verzorging in geval van herroutering, wanneer de verwachte vertrektijd van de vlucht minstens twee uur later is dan de geplande vertrektijd van de geannuleerde vlucht; en'

'(a) krijgen de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de in artikel 9 gespecificeerde verzorging in geval van herroutering; en'

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden en dat de annulering ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd.

Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden en dat de annulering ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd. Indien de luchtvaartmaatschappij dergelijk schriftelijk bewijs met betrekking tot een vordering van een passagier niet levert, blijft de compensatie van kracht.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 – letter c

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'5. Op luchthavens met een jaarlijks verkeer van minstens drie miljoen passagiers gedurende minstens drie opeenvolgende jaren ziet het luchthavenbeheersorgaan erop toe dat de activiteiten van de luchthaven en de luchthavengebruikers, met name de luchtvaartmaatschappijen en de verleners van grondafhandelingsdiensten, worden gecoördineerd via een noodplan voor situaties van meervoudige annuleringen en/of vertragingen van vluchten waardoor een aanzienlijk aantal passagiers stranden op de luchthaven, inclusief in gevallen van insolventie van luchtvaartmaatschappijen of intrekking van exploitatievergunningen. Het doel van het noodplan is ervoor te zorgen dat gestrande passagiers passende informatie en bijstand krijgen. Het luchthavenbeheersorgaan deelt het noodplan en alle wijzigingen ervan mee aan het krachtens artikel 16 aangewezen nationale handhavingsorgaan. Op luchthavens die onder de bovenvermelde drempel blijven, levert het luchthavensbeheersorgaan alle redelijke inspanningen om de luchthavengebruikers te coördineren en om gestrande passagiers in dergelijke situaties bij te staan en te informeren.'

'5. Op luchthavens van de Unie met een jaarlijks verkeer van minstens drie miljoen passagiers gedurende minstens drie opeenvolgende jaren ziet het luchthavenbeheersorgaan erop toe dat de activiteiten van de luchthaven en de luchthavengebruikers, met name de luchtvaartmaatschappijen en de verleners van grondafhandelingsdiensten, worden gecoördineerd via een noodplan voor situaties van meervoudige annuleringen en/of vertragingen van vluchten waardoor een aanzienlijk aantal passagiers stranden op de luchthaven, inclusief in gevallen van insolventie van luchtvaartmaatschappijen of intrekking van exploitatievergunningen. Het doel van het noodplan is ervoor te zorgen dat gestrande passagiers passende informatie en bijstand krijgen. Het luchthavenbeheersorgaan deelt het noodplan en alle wijzigingen ervan mee aan het krachtens artikel 16 aangewezen nationale handhavingsorgaan. Op luchthavens die onder de bovenvermelde drempel blijven, levert het luchthavensbeheersorgaan alle redelijke inspanningen om de luchthavengebruikers te coördineren en om gestrande passagiers in dergelijke situaties bij te staan en te informeren.'

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – alinea 4 – letter c bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 5 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis) Het volgende lid 5 bis wordt ingevoegd:

 

'5 bis. In geval van annulering van een vlucht als gevolg van de insolventie van een luchtvaartmaatschappij of de opschorting van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij, hebben passagiers het recht op compensatie of een retourvlucht naar het vertrekpunt in overeenstemming met artikel 8, lid 1, letter a, evenals op het in artikel 9 gespecificeerde recht op verzorging. Luchtvaartmaatschappijen dienen in voldoende mate de terugbetaling van de kosten en repatriëring te waarborgen."

Motivering

Bij annulering door insolventie of om enige andere reden moeten de passagiers beschermd zijn. Daartoe behoort ook de intrekking van een exploitatievergunning.

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Langdurige vertraging

Vertraging

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i) als de vertraging minstens twee uur bedraagt: de in artikel 9, lid 1, onder a), en in artikel 9, lid 2, vermelde bijstand; en

(i) de in artikel 9, lid 1, onder a), en in artikel 9, lid 2, vermelde bijstand; en

Motivering

Het kan niet zo zijn dat een passagier eerst 2 uur moet wachten voordat h/zij een glas water krijgt.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 – punt ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(ii) als de vertraging minstens vijf uur bedraagt en één of meerdere nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), vermelde bijstand; en

(ii) als de vertraging minstens drie uur bedraagt: de in artikel 8, lid 1, vermelde bijstand.

Motivering

De volgorde van punten (ii) en (iii) moet worden omgekeerd.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 - punt iii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(iii) als de vertraging minstens vijf uur bedraagt: de in artikel 8, lid 1, onder a), vermelde bijstand.

(iii) als de vertraging minstens drie uur bedraagt en één of meerdere nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), vermelde bijstand; en

Motivering

De volgorde van punten (ii) en (iii) moet worden omgekeerd.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) vijf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor alle intracommunautaire reizen en voor reizen van/naar derde landen van hoogstens 3 500 km;

(a) drie uur of meer na de geplande aankomsttijd voor alle reizen binnen de Unie, met inbegrip van overzeese departementen van de lidstaten, en voor reizen van/naar derde landen van hoogstens 3 500 km;

Motivering

De maximale duur moet worden gebaseerd op bestaande jurisprudentie. In elk geval moet deze regel ook van toepassing zijn op de overzeese departementen van EU-lidstaten.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) negen uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen tussen 3 500 en 6 000 km;

(b) vijf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen van 3 500 km of meer;

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 2 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) twaalf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen van 6 000 km of meer.

Schrappen

Motivering

Er moet een maximum zijn van twee verschillende categorieën.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Lid 2 is eveneens van toepassing als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de geplande vertrek- en aankomsttijden heeft gewijzigd waardoor een vertraging ontstaat ten opzichte van de aankomsttijd van het oorspronkelijke vluchtschema, tenzij de passagier meer dan 15 dagen vóór de oorspronkelijk geplande vertrektijd in kennis was gesteld van de wijziging van het vluchtschema.

3. Lid 2 is eveneens van toepassing als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de geplande vertrek- en aankomsttijden heeft gewijzigd waardoor een vertraging of vervroegde vertrektijd ontstaat ten opzichte van de aankomsttijd van het oorspronkelijke vluchtschema, tenzij de passagier meer dan 15 dagen vóór de oorspronkelijk geplande vertrektijd in kennis was gesteld van de wijziging van het vluchtschema.

Motivering

Vervroeging van het tijdstip van vertrek is ook relevant, want passagiers kunnen de vlucht missen als de nieuwe vertrektijd niet snel genoeg wordt meegedeeld.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 als zij kan aantonen dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema veroorzaakt is door buitengewone omstandigheden en dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd.

4. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 als zij schriftelijk kan aantonen dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema veroorzaakt is door buitengewone omstandigheden en dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd. Passagiers hebben een door sancties afdwingbaar recht op adequate informatie over deze buitengewone omstandigheden.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Als een vertraging op het tarmac meer dan één uur duurt, stelt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, gratis toiletfaciliteiten en drinkwater ter beschikking, zorgt zij voor passende verwarming of koeling van de passagierscabine en ziet zij erop toe dat passende medische bijstand beschikbaar is, indien nodig. Als een vertraging op het tarmac de maximumduur van vijf uur bereikt, keert het luchtvaartuig terug naar de gate of naar een ander geschikt uitstappunt waar de passagiers kunnen uitstappen en dezelfde bijstand kunnen genieten als vermeld in lid 1, tenzij het luchtvaartuig zijn plaats op het tarmac niet kan verlaten om veiligheids- of beveiligingsredenen.

5. Als zich een vertraging op het tarmac voordoet, stelt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, gratis toiletfaciliteiten en drinkwater ter beschikking, zorgt zij voor passende verwarming of koeling van de passagierscabine en ziet zij erop toe dat passende medische bijstand beschikbaar is, indien nodig. Als een vertraging op het tarmac de maximumduur van twee uur bereikt, keert het luchtvaartuig terug naar de gate of naar een ander geschikt uitstappunt waar de passagiers kunnen uitstappen en dezelfde bijstand kunnen genieten als vermeld in lid 1, tenzij het luchtvaartuig zijn plaats op het tarmac niet kan verlaten om veiligheids- of beveiligingsredenen, of tenzij de start op handen is, dat wil zeggen waarschijnlijk binnen een half uur zal plaatsvinden.

Motivering

Het is niet duidelijk waarom passagiers tot 5 uur aan boord van een luchtvaartuig zouden moeten blijven als ze ook in de transitzone van de luchthaven kunnen wachten.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij die de aansluitende vlucht uitvoert de passagier het volgende aan:

Als een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij die voor de vertraging verantwoordelijk is de passagier het volgende aan:

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Als een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij die de aansluitende vlucht uitvoert de passagier het volgende aan:

1. Als een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een vertraging, annulering of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij die de aansluitende vlucht uitvoert de passagier het volgende aan:

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 1 – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(i) de in artikel 9, lid 1, onder a), en artikel 9, lid 2, vermelde bijstand als de passagiers minstens twee uur langer moet wachten op aansluiting; and

(i) de in artikel 9, lid 1, onder a), en in artikel 9, lid 2, vermelde bijstand; en

Motivering

Het kan niet zo zijn dat een passagier eerst 2 uur moet wachten voordat h/zij een glas water krijgt.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 – lid 1 - punt iii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(iii) als de geplande vertrektijd van de alternatieve vlucht of het andere vervoer dat krachtens artikel 8 wordt aangeboden minstens 5 uur later is dan de geplande vertrektijd van de gemiste vlucht en de vertraging één of meer nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), gespecificeerde bijstand.

(iii) als de geplande vertrektijd van de alternatieve vlucht of het andere vervoer dat krachtens artikel 8 wordt aangeboden minstens drie uur later is dan de geplande vertrektijd van de gemiste vlucht en de vertraging één of meer nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), gespecificeerde bijstand.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als een passagier een aansluitende vlucht op een EU-luchthaven mist ten gevolge van een vertraging van een voorgaande vlucht, heeft hij recht op compensatie van de communautaire luchtvaartmaatschappij die de voorgaande vlucht uitvoerde, overeenkomstig artikel 6, lid 2. De vertraging wordt berekend op basis van de geplande aankomsttijd op de eindbestemming.

2. Als een passagier een aansluitende vlucht op een EU-luchthaven mist ten gevolge van een vertraging, annulering of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, heeft hij recht op compensatie van de communautaire luchtvaartmaatschappij die de voorgaande vlucht uitvoerde, overeenkomstig artikel 6, lid 2. De vertraging wordt berekend op basis van de geplande aankomsttijd op de eindbestemming.

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter -a (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a) In lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

 

‘Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers per vertraagde vlucht een compensatie die overeenkomt met de totale prijs van het vliegticket, die echter de volgende bedragen niet kan overschrijden:’

Motivering

De bedragen zijn onevenredig voor "low-cost"-maatschappijen. Een restitutie van 250 EUR voor een ticket dat slechts 49 EUR heeft gekost is niet economisch. Daarom moeten vorderingen worden beperkt tot de prijs van een ticket, en anders tot de genoemde maximale bedragen. Het is echter uitdrukkelijk mogelijk om dit bedrag bij een vertraagde heen- én terugvlucht 2 x als terugbetaling te verkrijgen.

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter a

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) In lid 1 wordt het woord "vluchten" vervangen door "reizen".

(a) Lid 1, onder a), wordt vervangen door de volgende tekst:

 

'(a) EUR 250 voor alle reizen binnen de EU, met inbegrip van de overzeese departementen, en reizen naar of uit derde landen van 3 500 km of minder,'

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis) Lid 1, onder b), wordt vervangen door:

 

'(b) EUR 600 voor alle reizen naar of uit derde landen van meer dan 3 500 km;'

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 7 – letter a ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a ter) In lid 1, wordt punt c) geschrapt.

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als de passagier ervoor gekozen heeft zijn reis voort te zetten overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), heeft hij tijdens zijn reis naar de eindbestemming slechts één keer recht op compensatie, zelfs als zich tijdens de herroutering een nieuwe annulering of gemiste aansluiting voordoet.

'2. Als de passagier ervoor gekozen heeft zijn reis voort te zetten overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), heeft hij tijdens zijn reis naar de definitieve bestemming slechts één keer recht op compensatie, zelfs als zich tijdens de herroutering een nieuwe annulering of gemiste aansluiting voordoet.

Motivering

Met eindbestemming wordt misschien een tussenliggende bestemming bedoeld. "Definitieve" bestemming is duidelijker.

Amendement  62

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 7 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De luchtvaartmaatschappij kan een vrijwillige overeenkomst sluiten met de passagier ter vervanging van de in lid 1 uiteengezette compensatiebepalingen, voor zover deze overeenkomst wordt bevestigd door een document dat door de passagier is ondertekend en waarin hij wordt herinnerd aan het recht op compensatie uit hoofde van deze verordening.

5. De luchtvaartmaatschappij kan een vrijwillige overeenkomst sluiten met de passagier ter vervanging van de in lid 1 uiteengezette compensatiebepalingen, voor zover deze overeenkomst wordt bevestigd door een document dat door de passagier is ondertekend en waarin hij wordt herinnerd aan het recht op compensatie uit hoofde van deze verordening. Een dergelijke overeenkomst kan pas worden gesloten, nadat de gebeurtenissen die het recht geven op een compensatie, hebben plaatsgevonden.

Motivering

Anders zou het mogelijk kunnen zijn om van passagiers te verlangen dat zij een dergelijk document van tevoren, bij het boeken van hun vlucht, ondertekenen.

Amendement  63

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 1 – letter a – streepje 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven dagen na het verzoek van de passagier, op de in artikel 7, lid 3, bepaalde wijze, voor het gedeelte of de gedeelten van de reis die niet zijn afgelegd en voor het gedeelte of de gedeelten die reeds zijn afgelegd indien verder reizen in het licht van het oorspronkelijke reisplan van de passagier geen zin meer heeft, alsmede, in voorkomend geval,

(a) terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven dagen na het verzoek van de passagier, op de in artikel 7, lid 3, bepaalde wijze, voor het gedeelte of de gedeelten van de reis die niet zijn afgelegd en voor het gedeelte of de gedeelten die reeds zijn afgelegd indien verder reizen in het licht van het oorspronkelijke reisplan van de passagier geen zin meer heeft, alsmede, in voorkomend geval, als de passagier dat wenst,

Amendement  64

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 1 – letter a – streepje 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

bij de eerste gelegenheid een retourvlucht naar het eerste vertrekpunt;

bij de eerste gelegenheid een door de verantwoordelijke luchtvaartmaatschappij georganiseerde retourvlucht naar het eerste vertrekpunt;

Motivering

De verantwoordelijke luchtvaartmaatschappij moet een dergelijke vlucht organiseren, en niet de passagier.

Amendement  65

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 8

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 8 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Als passagiers de in lid 1, onder b), vermelde optie kiezen, hebben zij het recht op herroutering met een andere luchtvaartmaatschappij of een andere vervoerswijze als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier niet met haar eigen diensten binnen 12 uur na de geplande aankomsttijd ter bestemming kan brengen. Onverminderd artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 mogen de andere luchtvaartmaatschappijen of vervoersexploitanten aan de luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract werd gesloten geen prijs vragen die hoger is dan de gemiddelde prijs die hun eigen passagiers in de voorbije drie maanden voor gelijkwaardige diensten hebben betaald.

5. Als passagiers de in lid 1, onder b), vermelde optie kiezen, hebben zij het recht op herroutering met een andere luchtvaartmaatschappij of een andere vervoerswijze als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier niet met haar eigen diensten binnen drie uur na de geplande aankomsttijd ter bestemming kan brengen. Onverminderd artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 mogen de andere luchtvaartmaatschappijen of vervoersexploitanten aan de luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract werd gesloten geen prijs vragen die hoger is dan de gemiddelde prijs die hun eigen passagiers in de voorbije drie maanden voor gelijkwaardige diensten hebben betaald.

Amendement  66

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 9 – letter a bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis) Lid 2 wordt vervangen door:

 

2. Bovendien kunnen de passagiers twee gratis telefoongesprekken voeren of fax- of e-mailberichten verzenden.

Motivering

Hiermee moet het originele, niet in de herziening opgenomen artikel 9, lid 2, worden herzien, waarin nog van telexberichten gesproken werd. Die zijn tegenwoordig verouderd en niet meer relevant.

Amendement  67

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'4. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert kan aantonen dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden en dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, mag zij de totale kosten van de accommodatie die overeenkomstig lid 1, onder b), ter beschikking moet worden gesteld, beperken tot 100 euro per nacht en per passagier en tot maximum drie nachten. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert ervoor kiest deze beperking toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over accommodatie die na deze drie nachten beschikbaar is; deze verplichting komt bovenop de in artikel 14 vermelde informatieverplichting.

'4. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, kan aantonen dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden en dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, mag zij de totale kosten van de accommodatie die overeenkomstig lid 1, onder b), ter beschikking moet worden gesteld, beperken tot 175 EUR per nacht en per passagier en tot maximum vijf nachten. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert ervoor kiest deze beperking toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over accommodatie die na deze vijf nachten beschikbaar is; deze verplichting komt bovenop de in artikel 14 vermelde informatieverplichting.

Amendement  68

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De verplichting om accommodatie ter beschikking te stellen overeenkomstig lid 1, onder b), geldt niet als de vlucht hoogstens 250 km lang is en wordt uitgevoerd met een luchtvaartuig met een maximumcapaciteit van hoogstens 80 stoelen, behalve als het een aansluitende vlucht betreft. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert deze uitzondering wenst toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over beschikbare accommodatie.

Schrappen

Motivering

Het is niet duidelijk waarom de afstand en de grootte van het luchtvaartuig hier van belang zijn. De passagier kan de grootte van het luchtvaartuig niet beïnvloeden. Ook een korte vlucht kan 's nachts aankomen. Dat betekent dan nog niet dat de passagier op een bank hoeft te overnachten.

Amendement  69

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Als een passagier voor terugbetaling kiest overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), als hij zich op de luchthaven bevindt waar zijn reis begint, of als hij kiest voor herroutering op een latere datum overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), heeft hij voor de desbetreffende vlucht geen recht op verzorging uit hoofde van artikel 9, lid 1.

6. Als een passagier voor terugbetaling kiest overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), of als hij kiest voor herroutering op een latere datum overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), heeft hij voor de desbetreffende vlucht geen recht op verzorging uit hoofde van artikel 9, lid 1. Wanneer de passagier als gevolg van dit besluit aantoonbare kosten maakt voor het reizen van en naar de luchthaven, ontvangt h/zij een volledige vergoeding voor een dergelijke reis naar de luchthaven in verband met de niet-benutte vlucht.

Motivering

Hieronder vallen heen- en terugreis per bus, trein en taxi en parkeertarieven in de parkeergarage van de luchthaven, omdat deze kosten kunnen worden aangetoond.

Amendement  70

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 – letter b

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 9 – lid 7 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7. Een luchtvaartmaatschappij kan de verzorging alleen onderbreken of annuleren als het duidelijk is dat de verstrekking en uitvoering van de verzorging tot verder uitstel van het vertrek leiden.

Amendement  71

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 11 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'3. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, past de in artikel 9, leden 4 en 5, vermelde beperkingen niet toe als de passagier een persoon met een handicap of beperkte mobiliteit, een begeleider van een persoon met beperkte mobiliteit, een onbegeleid kind, een zwangere vrouw of een persoon met specifieke medische behoeften is, voor zover de luchtvaartmaatschappij of haar vertegenwoordiger of de organisator minstens 48 uur vóór de geplande vertrektijd van de vlucht in kennis is gesteld van de bijzondere behoeften. Deze kennisgeving geldt voor de volledige reis en de terugreis, als voor beide reizen een contract met dezelfde luchtvaartmaatschappij is gesloten.

'3. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, past de in artikel 9, leden 4 en 5, vermelde beperkingen niet toe als de passagier een persoon met beperkte mobiliteit, een begeleider van een persoon met beperkte mobiliteit, een onbegeleid kind, een zwangere vrouw of een persoon met specifieke medische behoeften is.

Motivering

Kennisgeving mag geen rol spelen daar deze personen altijd bijzondere ondersteuning moeten krijgen.

Amendement  72

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 12 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 12, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

 

Deze verordening is van toepassing onverminderd de rechten van een passagier op verdere compensatie. De uit hoofde van deze verordening toegekende compensatie kan op eventuele verdere compensatie niet in mindering worden gebracht.

Motivering

De oorspronkelijke bepalingen konden op verschillende wijzen geïnterpreteerd worden, en deze toestand moet worden verholpen. Een zaak met betrekking tot dit onderwerp loopt momenteel bij het ​​Hof van Justitie (ref. X ZR/111/12).

Amendement  73

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of voldoet aan de overige verplichtingen die krachtens deze verordening op haar rusten, mag geen enkele bepaling van deze verordening of van de nationale wetgeving worden uitgelegd als een beperking van het recht van de luchtvaartmaatschappij om van een derde partij die heeft bijgedragen tot de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de compensatie of andere verplichtingen, compensatie te vragen voor de kosten die uit hoofde van deze verordening moeten worden gemaakt.'

In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of voldoet aan de overige verplichtingen die krachtens deze verordening op haar rusten, mag geen enkele bepaling van deze verordening of van de nationale wetgeving of algemene contractbepalingen worden uitgelegd als een beperking van het recht van de luchtvaartmaatschappij om van een derde partij die heeft bijgedragen tot de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de compensatie of andere verplichtingen, compensatie te ontvangen voor de kosten die uit hoofde van deze verordening moeten worden gemaakt.

Amendement  74

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid -1 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het volgende lid -1 wordt ingevoegd voor het eerste lid:

 

‘-1. De luchtvaartmaatschappijen zien erop toe dat op elke luchthaven waar zij actief zijn contactpersonen of door de betrokken luchtvaartmaatschappij gemachtigde derden klaar staan die de passagiers de nodige informatie verstrekken over hun rechten, met inbegrip van klachtenprocedures, die de passagiers bijstand verlenen en bij een verstoring van een vlucht, verloren gegane of vertraagde bagage meteen maatregelen treffen.'

Amendement  75

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, overgaat tot instapweigering of annulering van een vlucht bezorgt zij iedere daardoor getroffen passagier een schriftelijke mededeling waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening zijn uiteengezet, inclusief informatie over eventuele beperkingen overeenkomstig artikel 9, leden 4 en 5. Zij verstrekt ook elke passagier wiens vlucht minstens twee uur vertraging heeft of waarvan het vluchtschema minstens twee uur wordt gewijzigd, een soortgelijke mededeling. De contactgegevens van de bevoegde klachtenbehandelingsorganen die krachtens artikel 16 bis zijn aangewezen, worden eveneens schriftelijk aan de passagiers verstrekt.

2. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, overgaat tot instapweigering of annulering van een vlucht bezorgt zij iedere daardoor getroffen passagier onmiddellijk een schriftelijke mededeling waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening zijn uiteengezet, inclusief informatie over eventuele beperkingen overeenkomstig artikel 9, leden 4 en 5, alsmede een uitdrukkelijke verwijzing naar de in artikel 16 bis, lid 2, vastgelegde termijn voor de uitoefening van hun rechten. Zij verstrekt ook elke passagier wiens vlucht minstens twee uur vertraging heeft of waarvan het vluchtschema minstens twee uur wordt gewijzigd, een soortgelijke mededeling. De contactgegevens van de bevoegde klachtenbehandelingsorganen die krachtens artikel 16 bis zijn aangewezen en van de nationale handhavingsorganen, worden eveneens schriftelijk aan de passagiers verstrekt.

Amendement  76

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. In geval van annulering of vertraging bij vertrek verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagiers zo snel mogelijk, en uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd, informatie over de situatie en over de verwachte vertrektijd, zodra deze informatie beschikbaar is, voor zover de luchtvaartmaatschappij de contactgegevens van de passagier heeft ontvangen overeenkomstig leden 6 en 7, in geval het ticket via een tussenpersoon is gekocht.

5. In geval van annulering of vertraging bij vertrek verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagiers zo snel mogelijk, en uiterlijk 30 minuten voor de geplande vertrektijd, informatie over de situatie en over de verwachte vertrektijd, zodra deze informatie beschikbaar is.

Motivering

Wanneer de passagiers pas 30 minuten na de geplande vertrektijd informatie krijgen, zitten ze al een uur (boarding tijd) bij de gate zonder te weten wat er aan de hand is. Zij moeten die informatie eerder krijgen. Passagiers moeten ter plaatse worden geïnformeerd, en niet via de contactgegevens. Niet elke passagier geeft deze gegevens: dat is ook niet verplicht. Bovendien hebben sommige passagiers hun mobiele telefoon al uitgeschakeld, eventueel omdat er met de boarding is begonnen.

Amendement  77

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 14 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6. Als de passagier zijn ticket niet rechtstreeks koopt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert maar bij een in de Unie gevestigde tussenpersoon, verstrekt deze tussenpersoon de contactgegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappij, voor zover de passagier daartoe uitdrukkelijk en schriftelijk toestemming heeft gegeven. Deze toestemming mag alleen worden gegeven op "opt in"-basis. De luchtvaartmaatschappij mag deze contactgegevens uitsluitend gebruiken om de bij dit artikel vastgestelde informatieverplichting na te komen en niet voor marketingdoeleinden; zij schrapt de contactgegevens binnen 72 uur na uitvoering van het vervoerscontract. De verwerking, raadpleging en opslag van deze gegevens vinden plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

6. Als de passagier zijn ticket niet rechtstreeks koopt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert maar bij een in de Unie gevestigde tussenpersoon, verstrekt deze tussenpersoon de contactgegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappij, voor zover de passagier daartoe uitdrukkelijk en schriftelijk toestemming heeft gegeven. Deze toestemming mag alleen worden gegeven op "opt in"-basis. De luchtvaartmaatschappij mag deze contactgegevens uitsluitend gebruiken om de bij deze verordening vastgestelde informatieverplichting na te komen en niet voor marketingdoeleinden; zij schrapt de contactgegevens binnen 7 dagen na uitvoering van het vervoerscontract. De verwerking, raadpleging en opslag van deze gegevens vinden plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

Amendement  78

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Op het ogenblik van de reservatie verstrekken luchtvaartmaatschappijen de passagiers informatie over hun procedure voor de behandeling van vorderingen en klachten in verband met de in deze verordening uiteengezette rechten en over de relevante contactadressen waar de passagiers vorderingen en klachten kunnen indienen, inclusief via elektronische weg. De luchtvaartmaatschappijen verstrekken de passagiers ook informatie over het orgaan of de organen dat (die) bevoegd is (zijn) voor de behandeling van klachten van passagiers.

1. Op het ogenblik van de reservatie verstrekken luchtvaartmaatschappijen de passagiers informatie over hun procedure voor de behandeling van vorderingen en klachten in verband met de in deze verordening uiteengezette rechten en over de relevante contactadressen waar de passagiers vorderingen en klachten kunnen indienen, inclusief via elektronische weg. De luchtvaartmaatschappijen verstrekken de passagiers ook informatie over het orgaan of de organen dat (die) bevoegd is (zijn) voor de behandeling van klachten van passagiers en de in artikel 16 bis, lid 2, vastgelegde termijn voor de uitoefening van hun rechten.

Amendement  79

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een passagier bij de luchtvaartmaatschappij een klacht wenst in te dienen met betrekking tot zijn rechten uit hoofde van deze verordening, moet hij deze uiterlijk drie maanden na de datum waarop de vlucht plaatsvond of was gepland bij de luchtvaartmaatschappij indienen. Binnen 7 dagen na ontvangst van de klacht bevestigt de luchtvaartmaatschappij de ontvangst van de klacht aan de passagier. Binnen twee maanden na ontvangst van de klacht geeft de luchtvaartmaatschappij de passagier een volledig antwoord.

Als een passagier bij de luchtvaartmaatschappij een vordering of klacht in verband met zijn in deze verordening vastgelegde rechten wenst in te dienen, moet hij dit uiterlijk zes maanden vanaf de datum van het geplande vertrek van de vlucht tijdens de reservering, schriftelijk of in elektronische vorm doen. Als een van de in artikelen 4, 5 en 6 bedoelde gevallen zich voordoet informeert de luchtvaartmaatschappij de passagiers onmiddellijk over het adres waaraan de klacht moet worden gericht, en over de termijn van zes maanden waarbinnen de klacht schriftelijk moet worden ingediend. Binnen 7 dagen na ontvangst van de vordering of de klacht moet de luchtvaartmaatschappij de ontvangst van de vordering of de klacht aan de passagier bevestigen. Binnen twee maanden na ontvangst van de klacht moet de luchtvaartmaatschappij de passagier een volledig antwoord geven.

Amendement  80

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 bis – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De civielrechtelijke vordering verjaart als deze niet binnen twee jaar na haar ontstaan via een gerechtelijke procedure is ingediend. De lidstaten zien erop toe dat het partijen die ervoor kiezen om een geschil op te lossen door middel van een procedure bij de nationale handhavingsinstanties of instanties voor alternatieve geschillenbeslechting in de zin van Richtlijn 2013/11/EU van 21 mei 2013, waarvan de uitkomst niet bindend is, vervolgens niet wordt belet dat geschil aanhangig te maken bij de rechter doordat verjaringstermijnen in de loop van een dergelijke procedure zijn verstreken. Dit laat de verjaringsbepalingen in internationale overeenkomsten waarbij de lidstaten partij zijn onverlet.

Motivering

Er moeten uniforme regels gelden om dezelfde voorwaarden te waarborgen en de zaken voor de consument te vereenvoudigen. De inhoud van de paragraaf is identiek aan die van de onlangs aangenomen richtlijn inzake alternatieve geschillenbeslechting.

Amendement  81

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en nationale wetgeving wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers met betrekking tot de rechten uit hoofde van deze verordening.

3. Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en nationale wetgeving wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers (vordering) met betrekking tot de rechten uit hoofde van deze verordening.

Amendement  82

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Binnen zeven dagen na ontvangst van de klacht bevestigt het aangewezen orgaan de ontvangst van de klacht en stuurt het een kopie naar het betrokken nationale handhavingsorgaan. De klager moet uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de klacht een definitief antwoord krijgen. Het nationaal handhavingsorgaan ontvangt eveneens een kopie van het definitieve antwoord.

Het aangewezen orgaan is verplicht de ontvangst van de klacht binnen zeven dagen na ontvangst ervan te bevestigen en een kopie naar het betrokken nationale handhavingsorgaan te sturen. De klager moet uiterlijk binnen 90 dagen na ontvangst van de klacht een definitief antwoord krijgen. De nationale handhavingsinstantie ontvangt eveneens een kopie van het definitieve antwoord.

Motivering

Dit zou in overeenstemming zijn met Richtlijn 2013/11 inzake alternatieve geschillenbeslechting. Deze voorziet weliswaar in een verlenging van de termijn van 90 dagen, maar uitsluitend in zeer ingewikkelde uitzonderingen. Daarbij wordt verwezen naar technisch zeer moeilijke gevallen waarin complexe berekeningen moeten worden gemaakt – bijvoorbeeld geschillen in verband met levensverzekeringen – of de goedkeuring van deskundigen moet worden verkregen. Dit zal in het onderhavige geval niet voorkomen.

Amendement  83

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 bis – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis. Onafhankelijk van de bovengenoemde nationale handhavingsinstanties houdt de reiziger het recht om een civiele zaak aan te spannen bij een rechtbank.

Amendement  84

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 ter – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie gevallen waarin bepalingen van deze verordening, met name met betrekking tot buitengewone omstandigheden, verschillend worden geïnterpreteerd en gehandhaafd, en verduidelijkt zij de bepalingen van de verordening teneinde een gemeenschappelijke benadering te bevorderen. Daartoe kan de Commissie een aanbeveling vaststellen, na raadpleging van het in artikel 16 quater vermelde comité.

4. Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie gevallen waarin bepalingen van deze verordening, met name met betrekking tot buitengewone omstandigheden, verschillend worden geïnterpreteerd en gehandhaafd, en verduidelijkt zij via een gedelegeerde handeling om bijlage I naar behoren aan te vullen, de bepalingen van de verordening teneinde een gemeenschappelijke benadering te bevorderen Daartoe kan de Commissie een aanbeveling vaststellen, na raadpleging van het in artikel 16 quater vermelde comité.

Motivering

De aangewezen procedure is hier die van een gedelegeerde handeling. Deze lijst is in ieder geval niet uitputtend. De consequenties voor de consumenten / passagiers zijn aanzienlijk.

Amendement  85

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 15 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 16 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

'Artikel 16 quinquies

 

Uitoefening van de delegatie van bevoegdheden

 

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

 

2. De in artikel 2, onder m) bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

 

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, onder m), bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

 

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

 

5. Een overeenkomstig artikel 2, onder m), vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.'

Amendement  86

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 3 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'2. De communautaire luchtvaartmaatschappij stelt op de luchthaven een klachtenformulier ter beschikking waarmee de passagier onmiddellijk een klacht kan indienen wegens beschadigde of vertraagde bagage. Een dergelijk klachtenformulier, dat de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), wordt door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven aanvaard als een klacht uit hoofde van artikel 31, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Deze mogelijkheid heeft geen invloed op het recht van de passagier om via andere middelen een klacht in te dienen binnen de in het Verdrag van Montreal gestelde termijnen.'

'2. De communautaire luchtvaartmaatschappij stelt op de luchthaven een klachtenformulier ter beschikking in alle officiële talen van de EU, waarmee de passagier onmiddellijk een klacht kan indienen wegens beschadigde of vertraagde bagage. Een dergelijk klachtenformulier, dat de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), wordt door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven aanvaard als een klacht uit hoofde van artikel 31, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Deze mogelijkheid heeft geen invloed op het recht van de passagier om via andere middelen een klacht in te dienen binnen de in het Verdrag van Montreal gestelde termijnen.'

Amendement  87

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 5 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'2. Onverminderd lid 1 moet het voorschot in geval van overlijden ten minste het equivalent in euro van 18 096 SDR per passagier bedragen. De Commissie krijgt de bevoegdheid om, door middel van een gedelegeerd besluit overeenkomstig artikel 6 quater, dit bedrag aan te passen in het licht van een beslissing van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Elke wijziging in het bovenvermelde bedrag zal ook tot een wijziging van het overeenkomstige bedrag in de bijlage leiden.'

'2. Onverminderd lid 1 bedraagt een voorschot ten minste 20 000 EUR per passagier bij overlijden. De Commissie krijgt de bevoegdheid om, door middel van een gedelegeerd besluit overeenkomstig artikel 6 quater, dit bedrag aan te passen in het licht van een beslissing van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Elke wijziging in het bovenvermelde bedrag zal ook tot een wijziging van het overeenkomstige bedrag in de bijlage leiden.'

Amendement  88

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 261/2004

Artikel 6 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Luchtvaartmaatschappijen genieten volledige commerciële vrijheid om de voorwaarden voor het vervoer van bagage vast te stellen, maar zij moeten duidelijk aangegeven, zowel bij de boeking als aan de incheckbalies (en aan zelfbedienings-incheckautomaten) hoeveel bagage passagiers maximaal mogen meenemen in de cabine en het ruim van het luchtvaartuig op elk van de vluchten waarvoor de passagier een reservering heeft, inclusief eventuele beperkingen op het aantal stukken bagage binnen een maximaal toegestane hoeveelheid bagage. Als extra heffingen in rekening worden gebracht voor het vervoer van bagage, moeten de luchtvaartmaatschappijen de bijzonderheden van die heffingen duidelijk aangeven bij de boeking en, op verzoek, in de luchthaven.

1. Luchtvaartmaatschappijen moeten duidelijk aangegeven, zowel bij het begin van elke boeking als aan de incheckbalies (en aan zelfbedienings-incheckautomaten) hoeveel bagage passagiers maximaal mogen meenemen in de cabine en het ruim van het luchtvaartuig op elk van de vluchten waarvoor de passagier een reservering heeft, inclusief eventuele beperkingen op het aantal stukken bagage binnen een maximaal toegestane hoeveelheid bagage. Als extra heffingen in rekening worden gebracht voor het vervoer van bagage, moeten de luchtvaartmaatschappijen de bijzonderheden van die heffingen duidelijk aangeven bij het begin van elk boekingsproces en in de luchthaven.

 

Extra kosten moeten op duidelijke en transparante wijze worden aangegeven, en het moet mogelijk zijn deze te betalen tijdens de feitelijke reservering van de reis, ongeacht de wijze van reservering. Deze verplichting geldt ook voor aanbieders die vluchten namens luchtvaartmaatschappijen aanbieden. Extra kosten maken deel uit van de totale prijs van het vliegticket.

 

Deze bepaling doet geen afbreuk aan de rechten als bedoeld in artikel 8, lid 2, en artikel 22 van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten.

Motivering

De verplichting tot prijstransparantie bij het begin van het boekingsproces, in overeenstemming met Verordening 1008/2008, wordt nogmaals benadrukt.

Amendement  89

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De toegestane afmetingen van handbagage bedragen tenminste 55 cm x 40 cm x 20 cm en het gewicht tenminste 6 kg.

Motivering

De genoemde maten/het genoemde gewicht zijn de kleinste maten en het kleinste gewicht die luchtvaartmaatschappijen momenteel hanteren. Met deze minimale waarden moet worden vermeden dat in de toekomst aanvullende vergoedingen voor handbagage boven een minimale grootte worden geïntroduceerd.

Amendement  90

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Indien handbagage vóór het instappen in het luchtvaartuig of voor de start van het luchtvaartuig uit het luchtvaartuig naar de laadruimte wordt verplaatst, moet deze als handbagage aan de passagiers worden overhandigd als zij het luchtvaartuig verlaten.

Amendement  91

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 quinquies – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In artikel 6 quinquies wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

 

'1 bis Naast de voorgeschreven maximaal toegestane handbagage mogen passagiers essentiële persoonlijke voorwerpen of bezittingen, met inbegrip van op de luchthaven gedane aankopen, tot maximaal 5 kg zonder extra kosten meenemen. De luchtvaartmaatschappij mag bovengenoemde bagagestukken in het ruim van het luchtvaartuig vervoeren, indien vervoer in de cabine wegens uitzonderlijke omstandigheden in verband met de veiligheid en de specifieke kenmerken van het luchtvaartuig niet mogelijk is. In deze gevallen wordt er geen toeslag in rekening gebracht.'

Motivering

Voor de maximaal toegestane handbagage moeten minimaal het volume en het gewicht worden vastgesteld om passagiers minimale duidelijkheid te verschaffen (zie AM 73 van de rapporteur); voor persoonlijke voorwerpen of bezittingen moet er echter een maximum gewicht worden bepaald.

Amendement  92

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 sexies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een communautaire luchtvaartmaatschappij staat toe dat een passagier een muziekinstrument meeneemt in de passagierscabine van een luchtvaartuig, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsregels en de technische specificaties en beperkingen van het desbetreffende luchtvaartuig. Muziekinstrumenten mogen in de passagierscabine van een luchtvaartuig worden meegenomen mits ze veilig kunnen worden opgeborgen in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel. Een luchtvaartmaatschappij mag bepalen dat een muziekinstrument deel uitmaakt van de toegestane hoeveelheid handbagage van een passagier, en niet bovenop die toegestane hoeveelheid mag worden meegenomen.

1. Een communautaire luchtvaartmaatschappij kan toestaan dat een passagier een muziekinstrument meeneemt in de passagierscabine van een luchtvaartuig, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsregels en de technische specificaties en beperkingen van het desbetreffende luchtvaartuig. Muziekinstrumenten mogen in de passagierscabine van een luchtvaartuig worden meegenomen mits ze veilig kunnen worden opgeborgen in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel. Een luchtvaartmaatschappij mag bepalen dat een muziekinstrument deel uitmaakt van de toegestane hoeveelheid handbagage van een passagier, en niet bovenop die toegestane hoeveelheid mag worden meegenomen.

Amendement  93

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Artikel 6 sexies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Als een muziekinstrument te groot is om veilig in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel te worden opgeborgen, mag de luchtvaartmaatschappij vragen een tweede ticket te betalen als het muziekinstrument als handbagage op een tweede stoel wordt vervoerd. Als een tweede ticket wordt gekocht, levert de luchtvaartmaatschappij redelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het muziekinstrument zich naast de passagier bevindt. Voor zover beschikbaar worden muziekinstrumenten, op verzoek, in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, voor zover de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. Een luchtvaartmaatschappij vermeldt in haar voorwaarden duidelijk de basis voor het vervoer van muziekinstrumenten en de toepasselijke heffingen.'

2. Als een muziekinstrument te groot is om veilig in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel te worden opgeborgen, mag de luchtvaartmaatschappij vragen een tweede ticket, dat is vrijgesteld van alle luchthavenbelasting, te betalen als het muziekinstrument als handbagage op een tweede stoel wordt vervoerd. Als een tweede ticket wordt gekocht, levert de luchtvaartmaatschappij redelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het muziekinstrument zich naast de passagier bevindt. Voor zover beschikbaar worden muziekinstrumenten, op verzoek, in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, voor zover de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. De luchtvaartmaatschappij voorziet dergelijke instrumenten van specifieke etiketten, om te waarborgen dat ze met gepaste zorgvuldigheid worden behandeld. Een luchtvaartmaatschappij vermeldt in haar voorwaarden duidelijk de basis voor het vervoer van muziekinstrumenten en de toepasselijke heffingen.'

Motivering

Als een extra zitplaats moet worden gekocht voor een instrument, moet het ticket in ieder geval worden vrijgesteld van luchthavenbelastingen.

Amendement  94

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing op alle vluchten en reizen waarvan de vertrektijd vanaf 00.00 uur op die datum is gepland.

Amendement  95

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – paragraaf 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De volgende omstandigheden worden als buitengewoon beschouwd:

1. De volgende omstandigheden worden altijd en op bindende wijze als buitengewoon beschouwd:

Amendement  96

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage 1 – paragraaf 1 – volgorde punten

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

iii.

 

i.

 

iv.

 

ii.

 

v.

 

vi.

 

vii.

Motivering

De punten moeten worden genoemd in volgorde van belangrijkheid van de oorzaken.

Amendement  97

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 1 – punt ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii. technische problemen die niet inherent zijn aan de normale vluchtuitvoering met het luchtvaartuig, zoals de vaststelling van een defect tijdens de vluchtuitvoering waardoor de vlucht niet op normale wijze kan worden voortgezet; of een verborgen constructiefout die door de fabrikant of een bevoegde autoriteit is ontdekt en die de veiligheid van de vlucht in het gedrang brengt;

ii. technische problemen die niet inherent zijn aan de normale vluchtuitvoering met het luchtvaartuig, zoals de vaststelling van een defect tijdens de vluchtuitvoering waardoor de vlucht niet op normale wijze kan worden voortgezet; en een verborgen constructiefout die door de fabrikant of een bevoegde autoriteit is ontdekt en die de veiligheid van de vlucht in het gedrang brengt;

Amendement  98

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – punt 1 – punt ii bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

oorlog, politieke onlusten en ongeregeldheden waardoor het onmogelijk is de vlucht veilig uit te voeren;

Amendement  99

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – punt 1 – punt iii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii. beveiligingsrisico's, sabotage of terroristische daden waardoor het onmogelijk is de vlucht veilig uit te voeren;

iii. oorlog, conflicten, onstabiele politieke toestand, beveiligingsrisico's, sabotage of terroristische daden waardoor het onmogelijk is de vlucht veilig uit te voeren;

Amendement  100

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 1 – punt iv

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iv. levensbedreigende gezondheidsrisico's of medische noodgevallen die het noodzakelijk maken de vlucht te onderbreken of om te leiden;

iv. gezondheidsrisico's of medische noodgevallen die het noodzakelijk maken de vlucht te onderbreken of om te leiden;

Motivering

Het is onduidelijk wie moet beoordelen wanneer een gezondheidsrisico levensbedreigend is.

Amendement  101

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 1 – punt vi bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

vogelinslag;

Amendement  102

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 1 – punt vii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

vii. arbeidsgeschillen bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of bij de verleners van essentiële diensten, zoals luchthavens en verleners van luchtvaartnavigatiediensten.

vii. arbeidsgeschillen bij de verleners van essentiële diensten, zoals luchthavens en verleners van luchtvaartnavigatiediensten;

Amendement  103

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 1 – punt vii bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

het officieel uitvallen van de radar in het luchtruim alsmede de sluiting van de luchthaven door de luchthavendirectie;

Amendement  104

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

technische problemen die inherent zijn aan de normale vluchtuitvoering met het luchtvaartuig, zoals een probleem dat wordt vastgesteld tijdens routineonderhoud of tijdens de aan de vlucht voorafgaande inspectie van het luchtvaartuig of dat het gevolg is van het niet of niet correct uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden of de aan de vlucht voorafgaande inspectie; en

technische problemen die niet als buitengewoon mogen worden beschouwd in overeenstemming met lid 1, onder ii);

Motivering

Technische problemen vallen altijd onder de verantwoordelijkheid van de luchtvaartmaatschappij, nooit tot die van de passagiers. Als het niet gaat om technische problemen die buiten de normale luchtvaartuigexploitatie vallen, die een verborgen fabricagefout zijn, mag afwijzing van de schuld niet mogelijk zijn.

Amendement  105

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

de onbeschikbaarheid van cockpit- of cabinebemanningsleden (tenzij dit het gevolg is van arbeidsgeschillen).'

de onbeschikbaarheid van cockpit- of cabinebemanningsleden;

Motivering

Dit behoort tot de risico's van de luchtvaartmaatschappij; zij moet tijdig vervanging - bijvoorbeeld bij ziekte – organiseren of kunnen terugvallen op een stand-by crew.

Amendement  106

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

slechte weersomstandigheden wanneer het luchtruim of de luchthaven niet officieel gesloten is door de luchthavendirectie;

Motivering

Vaak beslissen luchtvaartmaatschappijen zelf dat ze niet zullen vliegen waarbij ze het weer als excuus aanvoeren. Dit is niet altijd echt te wijten aan slechte weersomstandigheden die van invloed zijn op vliegmogelijkheden.

Amendement  107

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

het plotseling invallen van de winter, aangezien luchtvaartuigen altijd vliegklaar moeten zijn.

Amendement  108

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

ongeacht welke vertragingen op grond van gebeurtenissen bij een voorafgaande vlucht;

Motivering

In dergelijke gevallen hebben de luchtvaartmaatschappijen voldoende tijd tot de volgende vlucht om een vervangingsvlucht en bemanning te organiseren. Hier valt geen nauwe samenhang qua tijd of plaats met de volgende vlucht te zien. Hiertoe behoren ook sabotage aan een voorafgaande vlucht, medische incidenten, voorafgaande sluitingen van het luchtruim enz.

Amendement  109

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

het verwijderen van onbeheerde bagage uit het vrachtruim;

Motivering

Dit is te wijten aan een fout in de beveiliging die niet ten laste van de passagiers mag komen. Het staat de luchtvaartmaatschappij echter vrij om verhaal te halen bij de verantwoordelijke diensten.

Amendement  110

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii sexies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

met een ijslaag bedekte motor, tekort aan ontijzingsmiddel;

Motivering

Ontijzing moet mogelijk zijn wanneer die nodig is. Het behoort tot het risico van de luchthaven om in de winter voldoende hoeveelheden ontijzingsmiddelen ter beschikking te stellen, zelfs bij lang aanhoudende slechte weersomstandigheden. In dit soort gevallen kan de luchtvaartmaatschappij compensatie claimen.

Amendement  111

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii septies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

beschadiging van het luchtvaartuig door derden op de grond kort voor de geplande vertrektijd;

Motivering

Hier kan de luchtvaartmaatschappij verhaal halen bij de derden. Het kan echter niet dat de passagiers, die hier geen enkele invloed op hebben, geen rechten kunnen doen gelden.

Amendement  112

Voorstel voor een verordening

Bijlage 1

Verordening (EG) nr. 261/2004

Bijlage I – paragraaf 2 – punt ii octies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

arbeidsgeschillen bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert

Motivering

Arbeidsgeschillen bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert kunnen worden beheerst en afgewend. Ze kunnen daarom niet buitengewoon zijn in de zin van de verordening. Dit ligt anders bij arbeidsconflicten bij andere bedrijven.

Amendement  113

Voorstel voor een verordening

Bijlage 2 – paragraaf 2

Verordening (EG) nr. 2027/97

Bijlage II – titel 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Er staan geen financiële beperkingen op de aansprakelijkheid voor verwondingen of overlijden van passagiers ten gevolge van een ongeval aan boord van het luchtvaartuig of tijdens het in- of uitstappen. Voor schade tot 113 000 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijk munt) mag de luchtvaartmaatschappij haar aansprakelijkheid niet afwijzen of beperken. Boven dat bedrag is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als zij kan aantonen dat ze niet nalatig is geweest of anderszins in gebreke is gebleven, of dat de schade uitsluitend te wijten was aan de nalatigheid of andere fout van een derde partij.

Er staan geen financiële beperkingen op de aansprakelijkheid voor verwondingen of overlijden van passagiers ten gevolge van een ongeval aan boord van het luchtvaartuig of tijdens het in- of uitstappen. Voor schade tot 130 000 EUR mag de luchtvaartmaatschappij haar aansprakelijkheid niet afwijzen of beperken. Boven dat bedrag is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als zij kan aantonen dat ze niet nalatig is geweest of anderszins in gebreke is gebleven, of dat de schade uitsluitend te wijten was aan de nalatigheid of andere fout van een derde partij.

Motivering

Dit is een EU-verordening. Er is geen dwingende reden om SDR als munteenheid te gebruiken. Voor de consument zijn afgeronde bedragen in euro het meest logisch. Het bedrag kan worden aangepast door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  114

Voorstel voor een verordening

Bijlage 2 – paragraaf 3

Verordening (EG) nr. 2027/97

Bijlage II – titel 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een passagier gewond raakt of overlijdt, moet de luchtvaartmaatschappij binnen 15 dagen na de identificatie van de persoon die recht heeft op compensatie een voorschot uitbetalen om aan de onmiddellijke economische behoeften tegemoet te komen. In geval van overlijden bedraagt het voorschot minstens 18 096 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijk munt).

Als een passagier gewond raakt of overlijdt, moet de luchtvaartmaatschappij binnen 15 dagen na de identificatie van de persoon die recht heeft op compensatie een voorschot uitbetalen om aan de onmiddellijke economische behoeften tegemoet te komen. Bij overlijden bedraagt het voorschot minstens 21 000 EUR.

Motivering

Dit is een EU-verordening. Er is geen dwingende reden om SDR als munteenheid te gebruiken. Voor de consument zijn afgeronde bedragen in euro het meest logisch. Het bedrag kan worden aangepast door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  115

Voorstel voor een verordening

Bijlage 2 – paragraaf 4

Verordening (EG) nr. 2027/97

Bijlage II – titel 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van vertraging is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor schade die ontstaat, tenzij zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen of dat het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen. De aansprakelijkheid voor vertraging is beperkt tot 4 694 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijke munt).

In geval van vertraging is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor schade die ontstaat, tenzij zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen of dat het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen. De aansprakelijkheid voor vertraging is beperkt tot 5 200 EUR.

Motivering

Dit is een EU-verordening. Er is geen dwingende reden om SDR als munteenheid te gebruiken. Voor de consument zijn afgeronde bedragen in euro het meest logisch. Het bedrag kan worden aangepast door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  116

Voorstel voor een verordening

Bijlage 2 – paragraaf 5

Verordening (EG) nr. 2027/97

Bijlage II – titel 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van verlies, beschadiging of vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk tot een maximum van 1 113 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijke munt) per passagier, waarbij deze beperking geldt per passagier en niet per stuk ingecheckte bagage, tenzij de passagier en de luchtvaartmaatschappij een hogere limiet zijn overeengekomen in een bijzondere belangenverklaring. In geval van beschadiging of verlies van bagage is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als de beschadiging of het verlies is veroorzaakt door de inherente kwaliteit of een defect van de bagage. In geval van vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de schade ten gevolge van de vertraging van de bagage te voorkomen of als het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen. In geval van handbagage, waaronder persoonlijke artikelen, is de luchtvaartmaatschappij uitsluitend aansprakelijk indien de schade door haar schuld is ontstaan.

Bagage wordt geacht verloren te zijn na een termijn van 15 dagen. In geval van verlies, beschadiging of vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk tot een maximum van 1 300 EUR per passagier, waarbij deze beperking geldt per passagier en niet per stuk ingecheckte bagage, tenzij de passagier en de luchtvaartmaatschappij een hogere limiet zijn overeengekomen in een bijzondere belangenverklaring. In geval van beschadiging of verlies van bagage is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als de beschadiging of het verlies is veroorzaakt door de inherente kwaliteit of een defect van de bagage. In geval van vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de schade ten gevolge van de vertraging van de bagage te voorkomen of als het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen. In geval van handbagage, waaronder persoonlijke artikelen, is de luchtvaartmaatschappij uitsluitend aansprakelijk indien de schade door haar schuld is ontstaan.

Motivering

Dit is een EU-verordening. Er is geen dwingende reden om SDR als munteenheid te gebruiken. Voor de consument zijn afgeronde bedragen in euro het meest logisch. Het bedrag kan worden aangepast door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  117

Voorstel voor een verordening

Bijlage 2 – paragraaf 6

Verordening (EG) nr. 2027/97

Bijlage II – titel 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Als een passagier de aansprakelijkheidslimiet wil verhogen, kan hij uiterlijk bij de check-in een bijzondere belangenverklaring afleggen. De luchtvaartmaatschappij mag hiervoor een aanvullende vergoeding in rekening brengen. Deze aanvullende vergoeding wordt gebaseerd op een tarief dat in verhouding staat tot de extra kosten die het vervoeren en verzekeren van de desbetreffende bagage met zich meebrengen bovenop de aansprakelijkheidslimiet van 1 131 SDR. Het tarief wordt op verzoek aan de passagiers meegedeeld. Aan gehandicapte passagiers en passagiers met beperkte mobiliteit moet systematisch en gratis de mogelijkheid worden aangeboden om een bijzondere belangenverklaring af te leggen voor het vervoer van hun mobiliteitshulpmiddelen.

Als een passagier de aansprakelijkheidslimiet wil verhogen, kan hij uiterlijk bij de check-in een bijzondere belangenverklaring afleggen. De luchtvaartmaatschappij mag hiervoor een aanvullende vergoeding in rekening brengen. Deze aanvullende vergoeding wordt gebaseerd op een tarief dat in verhouding staat tot de extra kosten die het vervoeren en verzekeren van de desbetreffende bagage met zich meebrengen bovenop de aansprakelijkheidslimiet van 1 150 EUR. Het tarief wordt op verzoek aan de passagiers meegedeeld. Aan gehandicapte passagiers en passagiers met beperkte mobiliteit moet systematisch en gratis de mogelijkheid worden aangeboden om een bijzondere belangenverklaring af te leggen voor het vervoer van hun mobiliteitshulpmiddelen.

Motivering

Dit is een EU-verordening. Er is geen dwingende reden om SDR als munteenheid te gebruiken. Voor de consument zijn afgeronde bedragen in euro het meest logisch. Het bedrag kan worden aangepast door middel van gedelegeerde handelingen.

Amendement  118

Voorstel voor een verordening

Bijlage 2 – paragraaf 7

Verordening (EG) nr. 2027/97

Bijlage II – titel 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van beschadigde, vertraagde, verloren of vernielde bagage moet de passagier in elk geval zo snel mogelijk schriftelijk een klacht indienen bij de luchtvaartmaatschappij. In geval van beschadigde bagage geldt een termijn van 7 dagen en in geval van vertraagde bagage 21 dagen; in beide gevallen begint de termijn te lopen vanaf de datum waarop de bagage ter beschikking van de passagier werd gesteld. De luchtvaartmaatschappij moet de passagiers de mogelijkheid bieden om in de luchthaven een klachtenformulier in te vullen, zodat de termijnen gemakkelijk kunnen worden nageleefd. Een dergelijk klachtenformulier, dat ook de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), moet door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven worden aanvaard als een klacht.

In geval van beschadigde, vertraagde, verloren of vernielde bagage moet de passagier in elk geval zo snel mogelijk schriftelijk een klacht indienen bij de luchtvaartmaatschappij. In geval van beschadigde of vertraagde bagage geldt een termijn van 28 dagen; de termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de bagage ter beschikking van de passagier werd gesteld. De luchtvaartmaatschappij moet de passagiers de mogelijkheid bieden om in de luchthaven een klachtenformulier in te vullen, zodat de termijnen gemakkelijk kunnen worden nageleefd. Een dergelijk klachtenformulier, dat ook de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), moet door de luchtvaartmaatschappij in alle officiële talen van de EU op de luchthaven ter beschikking worden gesteld en worden aanvaard als een klacht.

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage

Document- en procedurenummers

COM(2013)0130 – C7-0066/2013 – 2013/0072(COD)

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

TRAN

16.4.2013

 

 

 

Advies uitgebracht door

Datum bekendmaking

IMCO

16.4.2013

Rapporteur voor advies

Datum benoeming

Hans-Peter Mayer

29.5.2013

Behandeling in de commissie

26.9.2013

4.11.2013

 

 

Datum goedkeuring

5.11.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

35

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Preslav Borissov, Jorgo Chatzimarkakis, Sergio Gaetano Cofferati, Birgit Collin-Langen, Lara Comi, Anna Maria Corazza Bildt, António Fernando Correia de Campos, Cornelis de Jong, Vicente Miguel Garcés Ramón, Evelyne Gebhardt, Thomas Händel, Małgorzata Handzlik, Malcolm Harbour, Edvard Kožušník, Toine Manders, Hans-Peter Mayer, Phil Prendergast, Zuzana Roithová, Heide Rühle, Christel Schaldemose, Andreas Schwab, Catherine Stihler, Emilie Turunen, Barbara Weiler, Kerstin Westphal

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Raffaele Baldassarre, Regina Bastos, Jürgen Creutzmann, María Irigoyen Pérez, Constance Le Grip, Emma McClarkin, Claudio Morganti, Sylvana Rapti

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Eva Ortiz Vilella, Marie-Thérèse Sanchez-Schmid

PROCEDURE

Titel

Wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage

Document- en procedurenummers

COM(2013)0130 – C7-0066/2013 – 2013/0072(COD)

Datum indiening bij EP

13.3.2013

 

 

 

Commissie ten principale

Datum bekendmaking

TRAN

16.4.2013

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

Datum bekendmaking

ENVI

16.4.2013

IMCO

16.4.2013

JURI

16.4.2013

 

Geen advies

Datum besluit

ENVI

26.3.2013

JURI

15.4.2013

 

 

Rapporteur(s)

Datum benoeming

Georges Bach

28.3.2013

 

 

 

Behandeling in de commissie

16.9.2013

4.11.2013

 

 

Datum goedkeuring

17.12.2013

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

37

3

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Inés Ayala Sender, Georges Bach, Erik Bánki, Izaskun Bilbao Barandica, Antonio Cancian, Michael Cramer, Joseph Cuschieri, Luis de Grandes Pascual, Christine De Veyrac, Saïd El Khadraoui, Ismail Ertug, Carlo Fidanza, Knut Fleckenstein, Jacqueline Foster, Franco Frigo, Mathieu Grosch, Jim Higgins, Georgios Koumoutsakos, Werner Kuhn, Bogusław Liberadzki, Eva Lichtenberger, Marian-Jean Marinescu, Gesine Meissner, Mike Nattrass, Dominique Riquet, Petri Sarvamaa, Vilja Savisaar-Toomast, Olga Sehnalová, Brian Simpson, Silvia-Adriana Ţicău, Giommaria Uggias, Peter van Dalen, Patricia van der Kammen, Roberts Zīle

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Phil Bennion, Spyros Danellis, Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz, Anna Rosbach, Alfreds Rubiks, Bernadette Vergnaud, Sabine Wils

Datum indiening

13.1.2014