VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel en migratie

13.1.2014 - (COM(2011)0751 – C7‑0443/2011 – 2011/0366(COD)) - ***I

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Sylvie Guillaume


Procedure : 2011/0366(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0022/2014
Ingediende teksten :
A7-0022/2014
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel en migratie;

(COM(2011)0751 – C7‑0443/2011 – 2011/0366(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0751),

–   gelet op artikel 294, lid 2, artikel 78, lid 2, en artikel 79, leden 2 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0443/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 juli 2012[1],

–   gezien het advies van het Comité van de Regio's van 18 juli 2012[2],

–   gezien zijn besluit van 17 januari 2013 over de opening van en het mandaat voor interinstitutionele onderhandelingen over het voorstel[3],

–   gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 20 december 2013 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Begrotingscommissie (A7-0022/2014),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  hecht zijn goedkeuring aan de bij deze resolutie gevoegde verklaringen van het Parlement;

3.  neemt kennis van de bij deze resolutie gevoegde verklaring van de Raad en verklaringen van de Commissie;

4.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en de nationale parlementen.

Amendement  1

AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT[4]*

op het voorstel van de Commissie

---------------------------------------------------------

VERORDENINGVAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van het Fonds voor asiel ▌, migratie en integratie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, en artikel 79, leden 2 en 4,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5],

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s [6],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De doelstelling van de Unie om een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen, dient onder meer te worden verwezenlijkt door gemeenschappelijke maatregelen, als kader voor een asiel- en immigratiebeleid dat is gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten en dat billijk is voor derde landen en hun onderdanen. De Europese Raad van 2 december 2009 heeft erkend dat de financiële middelen binnen de Unie nog flexibeler en coherenter dienen te worden, zowel wat de reikwijdte als wat de toepasbaarheid betreft, om de ontwikkeling van het asiel- en migratiebeleid te ondersteunen.

(1 bis) Het Fonds moet recht doen aan de behoefte aan meer flexibiliteit en vereenvoudiging, zonder dat daarbij de vereisten op het gebied van voorspelbaarheid uit het oog worden verloren, en dient, met het oog op de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen van deze verordening, de garantie te bieden dat de financiële middelen eerlijk en transparant worden verdeeld.

(1 ter) Doeltreffendheid van maatregelen en kwaliteit van de bestedingen vormen de leidende beginselen bij de tenuitvoerlegging van het Fonds. Voorts dient het Fonds ten uitvoer te worden gelegd op een zo doeltreffend en gebruikersvriendelijk mogelijke manier.

(1 quater)       De nieuwe tweepijlerstructuur moet bijdragen aan de vereenvoudiging, rationalisatie, consolidatie en transparantie van de financiering op het gebied van binnenlandse zaken. Er wordt gestreefd naar synergie, samenhang en complementariteit met andere fondsen en programma's, onder meer met het oog op de toewijzing van financiële middelen aan gemeenschappelijke doelstellingen. Overlapping tussen de verschillende financieringsinstrumenten moet evenwel worden vermeden.

(1 quinquies) Het Fonds dient een flexibel kader tot stand te brengen op grond waarvan lidstaten financiële middelen voor hun nationale programma's ter ondersteuning van de door dit Fonds bestreken beleidsgebieden kunnen ontvangen, afhankelijk van hun specifieke situatie en behoeften waarvoor de financiële steun het meest doeltreffend en passend zou zijn, mede in het licht van de algemene en bijzondere doelstellingen van het Fonds.

(2)       Om bij te dragen tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid van de Unie en de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, met inachtneming van de beginselen van solidariteit en verdeling van verantwoordelijkheid tussen de lidstaten en samen­werking met derde landen, dient bij deze verordening het Fonds voor asiel ▌, migratie en integratie te worden opgericht (hierna "het Fonds" genoemd).

(3)       Het Fonds dient solidariteit te vertalen in financiële bijstand aan de lidstaten. Het dient te zorgen voor doeltreffender beheer van de migratiestromen naar de Unie op gebieden waarop de meerwaarde van de Unie maximaal is, met name door de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten en met derde landen te delen, en de samenwerking met derde landen op te voeren.

(3 bis) Teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van dit Fonds, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat hun nationale programma´s maatregelen omvatten ter verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van deze verordening, en dat de verdeling van middelen over de doelstellingen waarborgt dat de doelstellingen kunnen worden bereikt. Mocht een lidstaat het ongebruikelijke besluit nemen van de in deze verordening vastgelegde minimumpercentages af te wijken, dan dient hij dit besluit in zijn nationale programma uitvoerig te motiveren.

(4)       Teneinde een uniform en gedegen asielbeleid en de toepassing van hogere normen voor internationale bescherming te waarborgen, dient het Fonds bij te dragen tot de doeltreffende werking van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, dat maatregelen omvat betreffende beleid, wetgeving, capaciteitsopbouw, optreden in samenwerking met andere lidstaten, agentschappen van de Unie en derde landen.

(4 bis) Om de resultaten van dit Fonds te kunnen meten, moeten voor elke specifieke doelstelling van dit Fonds gemeenschappelijke indicatoren worden vastgesteld. De gemeenschappelijke indicatoren mogen geen afbreuk doen aan de facultatieve of verplichte aard van de uitvoering van hiermee verband houdende acties als omschreven in deze verordening.

(5)       De door de lidstaten geleverde inspanningen om het asielacquis van de Unie onverkort en naar behoren uit te voeren, met name om asielzoekers, ontheemden en personen die internationale bescherming genieten, passende opvang te bieden, te zorgen voor correcte vaststelling van de status overeenkomstig Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning ▌ van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming[7], billijke en doeltreffende asielprocedures toe te passen en goede praktijken inzake asielaangelegenheden te bevorderen, moeten worden gesteund en verbeterd, teneinde de rechten van hen die internationale bescherming behoeven, te beschermen en ervoor te zorgen dat de asielstelsels van de lidstaten efficiënt werken.

(6)       Het Fonds dient passende bijstand te verlenen voor gezamenlijke inspanningen van de lidstaten om vast te stellen welke methoden goed werken, deze informatie uit te wisselen en deze methoden te bevorderen, en om doeltreffende samenwerkingsstructuren te ontwikkelen teneinde de kwaliteit van de besluitvorming in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren.

(7)       Het Fonds dient de activiteiten van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, dat is opgericht bij Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 [8], aan te vullen en te versterken teneinde de praktische samenwerking tussen de lidstaten op asielgebied te coördineren, lidstaten waarvan de asielstelsels onder bijzondere druk staan te onder­steunen en bij te dragen tot de uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel. De Commissie kan gebruik maken van de door het Financieel Reglement geboden mogelijkheid om dit agentschap van de Unie met de uitvoering van specifieke en ad-hoctaken te belasten, zoals de coördinatie van de maatregelen van de lidstaten betreffende hervestiging, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 439/2010 betreffende het EASO.

(8)       Het Fonds dient steun te verlenen voor de inspanningen van de Unie en de lidstaten ter vergroting van de capaciteit van de lidstaten om asielbeleid te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren in het licht van hun verplichtingen in het kader van de bestaande EU-wetgeving.

(9)       Het Fonds dient bijstand te verlenen voor de inspanningen van de lidstaten om vluchtelingen en ontheemden die volgens het Hoge Commissariaat voor de vluchtelingen (UNHCR) in aanmerking komen voor hervestiging, op hun grondgebied internationale bescherming en een duurzame oplossing te bieden, zoals de beoordeling van de behoefte aan hervestiging en aan overbrenging van de betrokken personen naar hun grondgebied, teneinde hun een duidelijke rechtspositie te bieden en hun integratie te bevorderen.

(9a)     In het kader van het Fonds moet steun worden verleend aan nieuwe benaderingen van een veiliger toegang tot asielprocedures, zoals beschermingsprogramma's voor bijzondere groepen of bepaalde procedures voor de behandeling van asielaanvragen, waarbij met name moet worden ingezet op de belangrijkste doorreislanden.

(10)     Gezien de aard van het Fonds dient bijstand te kunnen worden verleend voor vrijwillige, door de lidstaten overeengekomen lastenverdelingsinitiatieven die inhouden dat ▌ personen die internationale bescherming genieten en personen die daarom verzoeken van een lidstaat worden overgebracht naar een andere.

(11)     Partnerschappen en samenwerking met derde landen voor het waarborgen van passend beheer van de instroom van personen die asiel of andere vormen van internationale bescherming aanvragen, zijn een wezenlijk onderdeel van het asielbeleid van de Unie. Teneinde in een zo vroeg mogelijke fase toegang te verschaffen tot internationale bescherming en duurzame oplossingen, onder meer in het kader van regionale beschermingsprogramma's, dient de Unie in het kader van het Fonds te voorzien in ruime mogelijkheden tot hervestiging.

(12)     Om het proces van integratie in de Europese samenlevingen te verbeteren en te bevorderen dient het Fonds legale migratie naar de Unie te vergemakkelijken, overeenkomstig de economische en sociale behoeften van de lidstaten, en al in het land van herkomst te beginnen met de voorbereiding van het integratieproces van onderdanen van derde landen die naar de Unie komen.

(13)     Het Fonds dient met het oog op doelmatigheid en maximale meerwaarde gerichter te worden ingezet, ter ondersteuning van consistente strategieën die specifiek de integratie van onderdanen van derde landen op nationaal, lokaal en/of regionaal niveau waar nodig moeten bevorderen. Deze strategieën dienen in de eerste plaats door lokale of regionale autoriteiten en niet-overheidsactoren te worden uitgevoerd, hoewel ook nationale autoriteiten een rol dienen te kunnen spelen, met name wanneer de specifieke bestuursinrichting van de lidstaat dit vereist of wanneer volgens het nationale institutionele bestel integratiemaatregelen een gedeelde bevoegdheid van de staat en het gedecentraliseerde bestuursniveau zijn. De uitvoerende organisaties dienen uit een reeks mogelijke maatregelen die maatregelen te kiezen die het best passen bij hun specifieke situatie.

(13 bis)           De tenuitvoerlegging van het Fonds moet sporen met de gemeenschappelijke basis­beginselen inzake integratie van de Unie, welke zijn vastgelegd in het gemeenschappelijke programma voor integratie.

(14)     De integratiemaatregelen dienen ook te gelden voor personen die internationale bescherming genieten, om met inachtneming van de bijzondere kenmerken van deze doelgroepen een brede aanpak van integratie te waarborgen. Wanneer integratiemaatregelen met opvang worden gecombineerd, moeten ook asielzoekers waar nodig in de acties opgenomen kunnen worden.

(15)     Om ervoor te zorgen dat Europese Unie de integratie van onderdanen van derde landen op samenhangende wijze aanpakt, dienen acties die uit dit Fonds worden gefinancierd zich duidelijk te onderscheiden van en een aanvulling te vormen op acties die uit het Europees Sociaal Fonds worden gefinancierd. In dit kader dienen de met de uitvoering van dit Fonds belaste autoriteiten van de lidstaten te worden verplicht mechanismen in te stellen voor samenwerking en coördinatie met de autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen voor het beheer van de bijstandsverlening uit het Europees Sociaal Fonds.

(15a)   Om praktische redenen kunnen bepaalde maatregelen gericht zijn op een aantal mensen die efficiënter als groep kunnen worden benaderd, zonder dat een onderscheid wordt gemaakt tussen de leden van die groep. Het zou derhalve dienstig zijn lidstaten die zulks wensen, de mogelijkheid te bieden in hun nationale programma's te bepalen dat, voor zover dit voor de doeltreffende implementatie van integratiemaatregelen nodig is, ook de naaste verwanten van onderdanen uit derde landen onder die maatregelen kunnen vallen. Onder naaste verwanten worden verstaan de echtgenoten/partners, alsmede personen die rechtstreekse familiebanden in opgaande of neergaande lijn hebben met de onderdanen uit derde landen voor wie de integratiemaatregelen bedoeld zijn, en die anders niet onder de werkingssfeer van het Fonds zou vallen.

(16)     Het Fonds dient de lidstaten te ondersteunen bij het ontwikkelen van strategieën voor de organisatie van legale migratie door hun algemene capaciteit op te voeren op het gebied van ontwikkeling, uitvoering, controle en evaluatie van alle strategieën, beleidsinitiatieven en maatregelen inzake immigratie en integratie van onderdanen van derde landen, met inbegrip van rechtsinstrumenten van de Unie. Het Fonds dient ook de uitwisseling van informatie en beste praktijken te ondersteunen, evenals de samenwerking tussen verschillende bestuursdiensten en tussen de lidstaten.

(17)     De Unie dient het gebruik van mobiliteitspartnerschappen als het belangrijkste strategische en alomvattende langetermijnkader voor samenwerking op migratiegebied met derde landen voort te zetten en uit te breiden. Het Fonds dient ondersteuning te bieden aan activiteiten die in het kader van mobiliteitspartnerschappen plaatsvinden in de Unie of in derde landen en die op de behoeften en prioriteiten van de Unie gericht zijn, en met name aan acties die de continuïteit waarborgen van financiering die zowel de Unie als derde landen betreft.

(18)     De inspanningen van de lidstaten om alle aspecten van het terugkeerproces te verbeteren dienen verder te worden ondersteund en aangemoedigd met het oog op de voortdurende, billijke en doeltreffende toepassing van gemeenschappelijke normen inzake terugkeer, zoals met name vastgesteld in Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onder­danen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven . Het Fonds dient zowel de ontwikkeling van terugkeerstrategieën op nationaal niveau binnen het concept van geïntegreerd terugkeerbeleid te bevorderen als maatregelen die de daadwerkelijke uitvoering daarvan in derde landen ondersteunen.

(19)     Voor vrijwillige repatrianten, met inbegrip van personen die het grondgebied niet hoeven te verlaten, maar toch willen terugkeren, dient te worden voorzien in stimulansen, zoals een voorrangs­behandeling in de vorm van extra ondersteuning bij de terugkeer. Uit het oogpunt van kosteneffectiviteit is dit soort vrijwillige terugkeer in het belang van zowel repatrianten als autoriteiten. De lidstaten moeten worden aangemoedigd om de voorkeur te geven aan vrijwillige terugkeer.

(20)     Aangezien vrijwillige terugkeer en gedwongen terugkeer uit beleidsoogpunt echter met elkaar zijn verbonden en elkaar wederzijds versterken, moeten de lidstaten worden aangemoedigd om de complementariteit van beide vormen in hun terugkeerbeleid te versterken. Verwijderingen zijn nodig om de integriteit van het immigratie- en asielbeleid van de Unie en van de immigratie- en asielregelingen van de lidstaten te waarborgen. De mogelijkheid van verwijdering is derhalve een noodzakelijke voorwaarde om te garanderen dat dit beleid niet wordt ondermijnd en om de beginselen van de rechtsstaat af te dwingen, wat een wezenlijk kenmerk is van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Daarom dient het Fonds acties van lidstaten te ondersteunen die verwijderingen vergemakkelijken overeenkomstig de normen van het Unierecht, indien van toepassing, en met volledige inachtneming van de grondrechten en de waardigheid van repatrianten.

(21)     Het is van wezenlijk belang dat het Fonds specifieke maatregelen voor repatrianten in het land van terugkeer ondersteunt, teneinde de terugkeer naar de stad of streek van herkomst in goede omstandigheden te garanderen en hun duurzame herintegratie in hun gemeenschap te bevorderen.

(22)     De EU-overnameovereenkomsten zijn een integrerend onderdeel van het terugkeerbeleid van de Unie en een centraal instrument voor het doeltreffend beheer van migratiestromen, aangezien zij de vlotte terugkeer van illegale migranten vergemakkelijken. Deze overeenkomsten spelen een belangrijke rol in de dialoog en de samenwerking met derde landen van herkomst en doorreis van illegale migranten en de uitvoering ervan in derde landen dient te worden ondersteund ten behoeve van het terugkeerbeleid op het niveau van de lidstaten en op dat van de Unie.

(23)     Het Fonds dient de activiteiten van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex  ▌), dat is opgericht bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004, aan te vullen en te versterken; dit agentschap heeft onder meer tot taak lidstaten de nodige steun te verlenen voor het organiseren van gezamenlijke terugkeeroperaties en beste praktijken vast te stellen voor het verkrijgen van reisdocumenten en de verwijdering van onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten aanwezig zijn, alsmede de lidstaten bij te staan in omstandigheden die extra technische en operationele bijstand aan de buitengrenzen vergen, in overweging nemend dat in dit kader soms sprake is van humanitaire noodsituaties en reddingsacties op zee.

(23 bis)           In het kader van het Fonds dienen, naast maatregelen ter ondersteuning van de terugkeer van personen als omschreven in deze verordening, ook andere maatregelen ter bestrijding van illegale immigratie of het omzeilen van bestaande regelgeving betreffende legale migratie te worden gesteund, teneinde de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten te garanderen.

(24)     Het Fonds dient te worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn verankerd, en van de grondrechten die in de betreffende internationale instrumenten, waaronder de jurisprudentie ter zake van het Europees Hof voor de rechten van de mens, zijn vastgelegd. Bij subsidiabele acties dient te worden uitgegaan van een op mensenrechten gestoelde benadering van de bescherming van migranten, vluchtelingen en asielzoekers, en dient met name te worden gegarandeerd dat bijzondere aandacht wordt geschonken aan en een gerichte oplossing wordt geboden voor de specifieke situatie van kwetsbare personen, zoals vrouwen, niet-begeleide minderjarigen en andere minderjarigen die aan gevaar blootstaan.

(24 bis)           De termen "kwetsbare personen" en "familieleden" worden in de verschillende voor deze verordening relevante handelingen op uiteenlopende wijze gedefinieerd. Zij moeten derhalve begrepen worden in de betekenis die zij in de betreffende handeling hebben, in het licht van de context waarin zij worden gebruikt. In de context van hervestiging dienen lidstaten die hervestigen, nauw te overleggen met het UNHCR over het gebruik van de term "familieleden" in hun praktijken op het gebied van hervestiging en hun procedures met het oog op daadwerkelijke hervestiging.

(25)     De uit het Fonds gesteunde maatregelen in en in verband met derde landen dienen te worden genomen in synergie en samenhang met andere acties buiten de Unie die door de geografische en thematische instrumenten voor externe bijstand van de Unie worden ondersteund. Bij de uitvoering van dergelijke acties dient met name te worden gestreefd naar volledige coherentie met de beginselen en de algemene doelstellingen voor het externe optreden van de Unie ten aanzien van het land of de regio in kwestie. De uit het Fonds gesteunde maatregelen mogen niet strekken tot ondersteuning van rechtstreeks op ontwikkeling gerichte acties en dienen waar nodig de financiële bijstand uit de instrumenten voor externe hulp aan te vullen. Het beginsel van de beleids­samenhang ten aanzien van ontwikkeling dat is omschreven in punt 35 van de Europese consensus inzake ontwikkeling, moet in acht worden genomen. Het is eveneens belangrijk ervoor te zorgen dat de verlening van noodhulp consistent is met en, waar nodig, een aanvulling vormt op het humanitair beleid van de Unie, en daarbij de humanitaire beginselen eerbiedigt die zijn vastgelegd in de consensus betreffende humanitaire hulp worden geëerbiedigd.

(26)     Een groot deel van de beschikbare middelen uit het Fonds dient evenredig over de lidstaten te worden verdeeld, naargelang de verantwoordelijkheid die elke lidstaat draagt als gevolg van zijn inspanningen om de migratiestromen op grond van objectieve criteria te beheren. Daartoe dient gebruik te worden gemaakt van de meest recente statistische gegevens over de migratiestromen, zoals het aantal eerste asielaanvragen, het aantal positieve beslissingen inzake de verlening van de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming, het aantal hervestigde vluchtelingen, het aantal legaal verblijvende onderdanen van derde landen, het aantal onderdanen van derde landen die toestemming van een lidstaat hebben gekregen om op zijn grondgebied te verblijven, het aantal door de nationale autoriteiten uitgevaardigde terugkeerbesluiten en het aantal teruggeleidingen[9].

(26a)   Deze verordening moet voorzien in de toewijzing van basisbedragen aan de lidstaten. Het basisbedrag moet bestaan uit een minimumbedrag en een bedrag dat wordt berekend op basis van het gemiddelde bedrag dat in 2011, 2012 en 2013 aan elke lidstaat uit hoofde van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen en het Europees Terugkeerfonds is toegewezen. Deze berekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig de verdelingscriteria die zijn vastgesteld in artikel 13, lid 2, van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad, artikel 12, lid 2, van Beschikking 2007/435/EG van de Raad en artikel 14, lid 2, van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot oprichting van de respectieve fondsen. In het licht van de conclusies van de Europese Raad van 7-8 februari 2013, waarin is beklemtoond dat bijzondere aandacht moet "uitgaan naar eilandgemeenschappen die met onevenredig zware migratiedruk te kampen hebben", is het dienstig de minimumbedragen voor Cyprus en Malta te verhogen.

(27)     Hoewel het dienstig is elke lidstaat op grond van de meest recente statistische gegevens een bedrag toe te wijzen, dient een deel van de beschikbare middelen uit het Fonds te worden verdeeld voor de uitvoering van specifieke acties die een gezamenlijke inspanning van de lidstaten vereisen en de Unie aanzienlijke meerwaarde opleveren, alsmede voor de uitvoering van het hervestigings­programma van de Unie en de uitvoering van de overbrenging van personen die internationale bescherming genieten, van een lidstaat naar een andere.

(28)     Daartoe dient bij deze verordening een lijst te worden vastgesteld van specifieke acties die voor middelen uit het Fonds in aanmerking komen. Aan de lidstaten die toezeggen deze acties uit te voeren, dienen aanvullende bedragen te worden toegewezen.

(29)     In het licht van de geleidelijke vaststelling van een hervestigingsprogramma van de Unie dient het Fonds gerichte bijstand te verlenen in de vorm van financiële stimulansen (vaste bedragen) voor elke hervestigde persoon. De Commissie moet samen met het EASO, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, toezien op de effectieve tenuitvoerlegging van uit hoofde van het Fonds gefinancierde hervestigingsacties.

(30)     Teneinde het effect van de hervestigingsinspanningen van de Unie bij het verlenen van bescherming aan personen die internationale bescherming behoeven te vergroten en het strategische effect van hervestiging te optimaliseren door een betere toespitsing op degenen die het meest behoefte hebben aan hervestiging, dienen op het niveau van de Unie gemeenschappelijke prioriteiten op het gebied van hervestiging te worden geformuleerd. Deze gemeenschappelijke prioriteiten mogen slechts worden gewijzigd in duidelijk gemotiveerde gevallen of in het licht van aanbevelingen van het UNHCR op basis van de in deze verordening beschreven algemene categorieën.

(31)     Bepaalde categorieën personen die internationale bescherming behoeven, zijn bijzonder kwetsbaar en dienen altijd tot de gemeenschappelijke EU-hervestigingsprioriteiten te worden gerekend.

(32)     Gelet op de hervestigingsbehoeften zoals omschreven in de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie dienaangaande, dient tevens te worden voorzien in aanvullende financiële stimulansen voor de hervestiging van personen uit bepaalde geografische regio's, van bepaalde nationaliteiten of behorend tot specifieke categorieën te hervestigen personen, voor zover is vastgesteld dat hervestiging het meest gepaste antwoord is op hun specifieke behoeften.

(33)     Teneinde de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten te bevorderen, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met asielstromen, dient voor de overbrenging van personen die internationale bescherming genieten, van een lidstaat naar een andere een soortgelijk mechanisme met financiële stimulansen te worden ingesteld. Dit mechanisme moet leiden tot een lagere last voorde lidstaten die, hetzij in absolute cijfers hetzij verhoudingsgewijs, het grootste aantal asielzoekers en personen met internationale bescherming ontvangen.

(35)     De steun uit het Fonds zal doeltreffender zijn en grotere meerwaarde opleveren als in deze verordening een beperkt aantal verplichte doelstellingen wordt vastgesteld die moeten worden nagestreefd in de programma's die elke lidstaat op basis van zijn specifieke situatie en behoeften opstelt.

(36)     Het is voor de bevordering van de solidariteit van belang dat het Fonds, waar passend in coördinatie en synergie met de door de Europese Commissie beheerde humanitaire hulp, bij noodsituaties waarin sprake is van grote migratiedruk op de lidstaten of derde landen of van massale toestroom van ontheemden, aanvullende steun biedt in de vorm van noodhulp overeenkomstig Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen. Noodhulp zou ook steun moeten omvatten voor ad-hocprogramma's voor toelating op humanitaire gronden wanneer die programma's ten doel hebben in geval van een urgente humanitaire crisissituatie in derde landen een tijdelijk verblijf op het grondgebied van een lidstaat mogelijk te maken. Deze andere programma's voor toelating op humanitaire gronden doen evenwel geen afbreuk aan, en hebben geen ondermijnend effect op het hervestigingsprogramma van de Unie, dat uitdrukkelijk ten doel heeft van meet af aan duurzame oplossingen te bieden aan naar de Unie uit derde landen overgebrachte personen die behoefte hebben aan internationale bescherming. Daarom zouden de lidstaten geen recht mogen hebben op aanvullende vaste bedragen voor personen die uit hoofde van deze andere programma's voor toelating op humanitaire gronden tijdelijk op het grondgebied van een lidstaat mogen verblijven.

(37)     Deze verordening dient te voorzien in financiële bijstand voor de activiteiten van het Europees Migratienetwerk, dat is ingesteld bij Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk[10], ▌ overeenkomstig de ▌ doelstellingen en taken ervan.

(38)     Beschikking 2008/381/EG dient daarom te worden gewijzigd om de procedures op elkaar af te stemmen en het verlenen van passende en tijdige financiële steun aan nationale contactpunten te faciliteren.

(39)     Gelet op het doel van de financiële stimulansen die de lidstaten in de vorm van vaste bedragen worden toegewezen voor hervestiging en/of overbrenging van personen die internationale bescherming genieten, van een lidstaat naar een andere, en aangezien deze bedragen slechts een klein deel uitmaken van de werkelijke kosten, dient deze verordening te voorzien in bepaalde afwijkingen van de regels inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven.

(40)     Ter aanvulling of wijziging van de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de vaste bedragen voor hervestiging en overbrenging van personen die internationale bescherming genieten, van een lidstaat naar een andere, en op de vaststelling van specifieke acties en van gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie, dient de bevoegdheid handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie te worden overgedragen. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, ook op deskundigen­niveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op passende wijze aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.

(40 bis)           Bij de toepassing van de verordening, inclusief de opstelling van gedelegeerde handelingen, moet de Commissie deskundigen uit alle lidstaten raadplegen.

(41)     Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend volgens Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren [11].

(42)     Financiering uit de begroting van de Unie dient te worden geconcentreerd op maatregelen waarmee de Unie voor meerwaarde kan zorgen ten opzichte van een optreden door de lidstaten alleen. Aangezien de Europese Unie beter dan de lidstaten in staat is om te zorgen voor een kader voor het betonen van solidariteit binnen de Unie bij het beheer van migratiestromen, dient de uit hoofde van deze verordening verleende financiële steun met name bij te dragen tot de versterking van de capaciteiten van de lidstaten en de Unie op dit gebied.

(42 bis)           Het effect van financiering door de Unie moet worden gemaximaliseerd door de publieke en de private financiële middelen in te zetten, te bundelen en als hefboom te laten fungeren.

(42 ter)           De Commissie zou moeten toezien op de tenuitvoerlegging van het Fonds overeenkomstig artikel 50 van de horizontale verordening, met behulp van gemeenschappelijke indicatoren voor de evaluatie van resultaten en effecten. Deze indicatoren, met inbegrip van relevante basisgegevens, moeten de minimumbasis opleveren om te kunnen beoordelen in hoeverre de doelstellingen van het instrument zijn gehaald.

(43)     Wat het beheer en de uitvoering betreft dient dit Fonds deel uit te maken van een samen­hangend kader dat bestaat uit deze verordening en Verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het instrument voor financiële ondersteuning van politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer . Voor de tenuitvoerlegging van het Fonds dient het in artikel 12 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde partnerschap relevante internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en sociale partners te omvatten. Elke lidstaat is verantwoordelijk voor de samenstelling van het partnerschap en voor de praktische bepalingen voor de uitvoering ervan.

(44)     Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk in het kader van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht bij te dragen tot het doeltreffend beheer van de migratiestromen in de Unie, overeenkomstig het gemeenschappelijk beleid inzake asiel, subsidiaire bescherming en tijdelijke bescherming alsook het gemeenschappelijk immigratiebeleid, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is voor de verwezenlijking van deze doelstelling.

(44 bis)           Overeenkomstig de artikelen 8 en 10 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet in het Fonds rekening worden gehouden met de integratie van gendergelijkheid en antidiscriminatiebeginselen.

(45)     Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 dient te worden ingetrokken.

(46)     Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 dient te worden ingetrokken.

(47)     Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 dient te worden ingetrokken.

(48)     Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, heeft Ierland ▌ meegedeeld dat het wenst deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening ▌.

(49)     Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, heeft het Verenigd Koninkrijk ▌ meegedeeld dat het wenst deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening ▌.

(50)     Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat.

(51)     De geldigheidsduur van deze verordening dient in overeenstemming te worden gebracht met die van Verordening (EU) nr. .../... van de Raad*. Derhalve dient te worden bepaald dat de onderhavige verordening met ingang van 1 januari 2014 van toepassing is.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Doel en toepassingsgebied

1.          Bij deze verordening wordt voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 het Fonds voor asiel▌ , migratie en integratie (hierna "het Fonds" genoemd) ingesteld.

2.          Bij deze verordening worden vastgesteld:

a)      de doelstellingen van financiële steun en de subsidiabele acties;

b)     het algemene kader voor de uitvoering van subsidiabele acties;

c)      de beschikbare financiële middelen en de verdeling daarvan;

d)     de beginselen en het mechanisme voor de vaststelling van gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie;

e)      de financiële bijstand voor de activiteiten van het Europees Migratienetwerk.

3.          Deze verordening voorziet in de toepassing van de regels die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening], onverminderd artikel 4 bis van onderhavige verordening.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)          "hervestiging": het proces waarbij, op verzoek van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) op basis van de behoefte van een persoon aan internationale bescherming, onderdanen van derde landen ▌ vanuit een derde land worden overgebracht naar een lidstaat waar zij mogen verblijven met een van de volgende statussen:

i)       een "vluchtelingenstatus" in de zin van artikel 2, onder e), van Richtlijn 2011/95/EU;

ia)    een subsidiairebeschermingsstatus in de zin van artikel 2, onder g), van Richtlijn 2011/95/EU, of

ii)      een andere status die op grond van de nationale en de Uniewetgeving gelijkaardige rechten en voordelen verleent als de onder i) en xx) bedoelde statussen;

aa)        "andere programma's voor toelating op humanitaire gronden": een ad-hocproces waarbij een lidstaat een aantal onderdanen van derde landen toestaat tijdelijk op zijn grondgebied te verblijven teneinde hen te beschermen tegen nijpende humanitaire crisissen ten gevolge van bijvoorbeeld politieke ontwikkelingen of conflicten;

ab)        "internationale bescherming": vluchtelingenstatus en subsidiairebeschermingsstatus in de zin van Richtlijn 2011/95/EU;

ac)        "terugkeer": het proces waarbij een onderdaan van een derde land, vrijwillig gevolg gevend aan een terugkeerverplichting of gedwongen, terugkeert, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2008/115/EG;

c)          "onderdaan van een derde land": een persoon die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 20, lid 1, van het Verdrag. Onder onderdanen van derde landen worden ook staatlozen en personen met niet-vastgestelde nationaliteit verstaan;

ca)        "verwijdering": de uitvoering van de terugkeerverplichting, dat wil zeggen de fysieke verwijdering uit de lidstaat, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2008/115/EG;

cb)        "vrijwillig vertrek": het nakomen van de verplichting om binnen de in het terugkeer­besluit gestelde termijn terug te keren, zoals omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2008/115/EG;

d)          " niet-begeleide minderjarige": een onderdaan van een derde land, ▌jonger dan 18 jaar, die zonder begeleiding van een krachtens de wet of de gangbare praktijk van de betrokken lidstaat voor hem verantwoordelijke volwassene op het grondgebied van een lidstaat aankomt of is aangekomen, zolang hij niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijke persoon staat; onder dit begrip valt ook een minderjarige die zonder begeleiding wordt achtergelaten nadat hij op het grondgebied van de lidstaat is aangekomen;

da)        "kwetsbare persoon": een onderdaan van een derde land die voldoet aan deze definitie in het kader van de Uniewetgeving die van toepassing is op het beleidsterrein waartoe de uit hoofde van dit Fonds ondersteunde actie behoort;

e)          "gezinslid": een onderdaan van een derde land die voldoet aan deze definitie in het kader van de Uniewetgeving die van toepassing is op het beleidsterrein waartoe de uit hoofde van dit Fonds ondersteunde actie behoort;

f)           "noodsituatie": een situatie die het gevolg is van:

i)       zware migratiedruk in een of meer lidstaten die worden gekenmerkt door een grote en onevenredige instroom van onderdanen van derde landen, waardoor de voorzieningen voor opvang en bewaring en de asielstelsels en -procedures onder grote druk komen te staan, of

ii)      de toepassing van tijdelijke beschermingsmechanismen in de zin van Richtlijn 2001/55/EG, of

iii)     zware migratiedruk in derde landen waar vluchtelingen door politieke ontwikke­lingen, conflicten of andere gebeurtenissen zijn gestrand.

Artikel 3Doelstellingen

1.          De algemene doelstelling van het Fonds is bij te dragen tot het efficiënte beheer van de migratiestromen en tot de uitvoering, versterking en ontwikkeling van het gemeen­schappelijk beleid inzake asiel, subsidiaire bescherming en tijdelijke bescherming, alsook het gemeenschappelijk immigratiebeleid, met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn verankerd .

2.          Het Fonds draagt in het kader van de algemene doelstelling bij tot de verwezenlijking van de volgende gemeenschappelijke specifieke doelstellingen:

a)      alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel versterken en ontwikkelen, met inbegrip van de externe dimensie ervan;

b)     de legale migratie naar de lidstaten overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, zoals arbeidsmarktbehoeften, ondersteunen en tegelijkertijd de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten waarborgen, alsmede de daad­werkelijke integratie van onderdanen van derde landen ▌bevorderen;

c)      billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën in de lidstaten bevorderen ter ondersteuning van de bestrijding van illegale immigratie, met nadruk op de duurzaamheid van terugkeer en daadwerkelijke overname door de landen van herkomst en doorreis;

d)     de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid ▌tussen de lidstaten bevorderen, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, onder meer door praktische samenwerking.

De mate van verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van dit Fonds wordt beoordeeld in overeenstemming met artikel 50, lid 2, van de horizontale verordening, aan de hand van in bijlage IV geformuleerde gemeenschappelijke indicatoren en in nationale programma's vervatte specifieke programma-indicatoren.

3.          Maatregelen ter verwezenlijking van de in lid 1 en 2 vermelde doelstellingen zijn volledig coherent met de in het kader van de externe financieringsinstrumenten van de Unie ondersteunde maatregelen, en voldoen aan de doelstellingen en beginselen van het externe optreden van de Unie.

4.          De in de leden 1 en 2 vermelde doelstellingen worden verwezenlijkt met inachtneming van de beginselen en de doelstellingen van het humanitaire beleid van de Unie. De samenhang met de maatregelen die worden gefinancierd met externe financierings­instrumenten van de Unie, moet overeenkomstig artikel 24 bis worden gewaarborgd.

Artikel 3

Partnerschap

Met het oog op het Fonds omvat het in artikel 12 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde partnerschap relevante internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

HOOFDSTUK IIGEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES ASIELSTELSEL

Artikel 5Opvang- en asielstelsels

1.          In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder a) genoemde specifieke doelstelling, en op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds acties die zijn gericht op een of meer van de volgende categorieën onderdanen van derde landen:

       zij die een vluchtelingenstatus of subsidiairebeschermingsstatus in de zin van Richtlijn 2011/95/EU genieten;

       zij die een van bovengenoemde vormen van bescherming hebben aangevraagd en nog geen definitieve beslissing hebben gekregen;

       zij die tijdelijke bescherming genieten in de zin van Richtlijn 2001/55/EG;

       zij die in een lidstaat worden of zijn hervestigd of ernaar worden of zijn overgebracht.

-       In dit verband ondersteunt het Fonds op het gebied van opvangvoorzieningen en asielprocedures met name de volgende, op bovengenoemde categorieën personen gerichte acties:

a)     materiële hulp, met inbegrip van bijstand aan de grens, onderwijs, opleiding, ondersteunende diensten, medische en psychologische zorg;

aa)   het verstrekken van ondersteunende diensten als vertaling en vertolking, onderwijs, opleiding, waaronder taalonderricht, en andere initiatieven die stroken met de status van de betrokken persoon;

ab)   het opzetten en verbeteren van administratieve structuren, systemen en opleiding voor het personeel en de betrokken autoriteiten, teneinde te waarborgen dat asielzoekers op een vlotte en eenvoudige manier toegang krijgen tot asielprocedures en dat deze asielprocedures efficiënt en deugdelijk zijn, met name om waar nodig ontwikkelingen in het EU-acquis te ondersteunen;

b)     het verlenen van sociale bijstand, voorlichting of hulp bij administratieve en/of gerechtelijke formaliteiten en voorlichting of advies over de mogelijke resultaten van de asielprocedure, inclusief over aspecten als terugkeerprocedures;

c)      het verstrekken van juridische bijstand en vertegenwoordiging;

ca)    het bepalen van kwetsbare groepen en specifieke bijstand aan kwetsbare personen, met name in samenhang met de punten a) tot en met c) supra;

cb)    het vaststellen, ontwikkelen en verbeteren van maatregelen die een alternatief vormen voor bewaring.

Indien het dienstig wordt geacht en het nationale programma van een lidstaat die mogelijkheid biedt, kan het Fonds ook steun verlenen aan integratiegerelateerde maatregelen zoals die van artikel 9, lid 1, in samenhang met de opvang van bovengenoemde personen.

2.          In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder a), genoemde specifieke doelstelling en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds met name de volgende acties op het gebied van huisvestingsinfrastructuur en opvangregelingen:

a)     verbeteren en onderhouden van bestaande huisvestingsinfrastructuur en -diensten;

b)     versterken en verbeteren van administratieve structuren en systemen;

c)      voorlichting voor lokale gemeenschappen ▌;

d)     opleiding voor het personeel van de autoriteiten, met inbegrip van de plaatselijke autoriteiten ▌ die omgaan met de in lid 1 bedoelde personen in het kader van hun opvang;

e)      opzetten, exploiteren en ontwikkelen van nieuwe huisvestingsinfrastructuur en ‑diensten en van administratieve structuren en systemen, met name om waar nodig te voldoen aan de structurele behoeften van de lidstaten;

3.          In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder a) en d), genoemde specifieke doelstellingen en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds ook acties die vergelijkbaar zijn met die van lid 1, wanneer deze betrekking hebben op personen die tijdelijk verblijven:

       in doorreis- en verwerkingscentra voor vluchtelingen, met name ter ondersteuning van hervestigingsoperaties in samenwerking met het UNHCR, of

       op het grondgebied van een lidstaat in het kader van andere programma's voor toelating op humanitaire gronden.

Artikel 6Capaciteit van de lidstaten om hun asielbeleid

en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren

In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder a) genoemde specifieke doelstelling, en op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds met name de volgende acties ter verbetering van de capaciteit van de lidstaten om hun asielbeleid en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren:

a)          acties ter verbetering van de capaciteit van de lidstaten - mede met betrekking tot het in Verordening (EU) nr. [.../...] [de Dublin-verordening] vastgestelde mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing, paraatheid en crisisbeheersing - om kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en statistieken over asielprocedures, opvangfaciliteiten en de hervestiging en overbrenging van een lidstaat naar een andere van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, te verzamelen, te analyseren en te verspreiden;

aa)        acties ter verbetering van de capaciteit van de lidstaten om informatie over het land van herkomst te verzamelen, te analyseren en te verspreiden;

b)          acties die rechtstreeks bijdragen tot de evaluatie van het asielbeleid, zoals nationale effectbeoordelingen, onderzoeken onder doelgroepen en andere betrokken partijen en de ontwikkeling van indicatoren en benchmarks.

Artikel 7 ▌

Hervestiging, overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en personen die internationale bescherming genieten, en andere ad-hoctoelating op humanitaire gronden

1.          In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder a) en d) genoemde specifieke doelstelling, en op basis van de overeengekomen conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog, en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, steunt het Fonds met name de volgende acties met betrekking tot de hervestiging van onderdanen van derde landen die worden of zijn hervestigd in een lidstaat, en andere programma's voor toelating op humanitaire gronden:

a)      vaststellen en ontwikkelen van nationale hervestigings▌ programma's en ‑strategieën en andere programma's voor toelating op humanitaire gronden, met inbegrip van behoeftenanalyse, verbetering van indicatoren en evaluatie;

b)     tot stand brengen van passende infrastructuur en diensten voor het waarborgen van een vlotte en doeltreffende uitvoering van hervestigingsacties en ▌acties betreffende andere programma's voor toelating op humanitaire gronden, met inbegrip van taalkundige bijstand;

c)      tot stand brengen van structuren, systemen en opleiding van personeel voor het verrichten van bezoeken aan derde landen en/of andere lidstaten, voor vraag­gesprekken, medische onderzoeken en veiligheidsonderzoeken ▌;

d)     beoordelen van mogelijke gevallen van hervestiging en/of gevallen van andere humanitaire toelating door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, bijvoorbeeld door middel van bezoeken aan het derde land ▌, vraaggesprekken, medische onderzoeken en veiligheidsonderzoeken ▌;

e)      gezondheidsonderzoek en medische behandeling voorafgaand aan het vertrek, materiële voorzieningen voorafgaand aan het vertrek, informatie- en integratie­maatregelen en voorzieningen in verband met de reis voorafgaand aan het vertrek, met inbegrip van medische begeleiding;

f)      informatie en bijstand bij aankomst of kort daarna, zoals de diensten van een tolk;

fa)    acties gericht op gezinshereniging van personen die worden hervestigd in een lidstaat;

g)      versterking van voor migratie en asiel relevante infrastructuur en diensten in de landen waarin regionale beschermingsprogramma's zullen worden uitgevoerd;

h)     scheppen van voorwaarden die op de lange termijn bevorderlijk zijn voor de integratie, zelfstandigheid en zelfredzaamheid van hervestigde vluchtelingen.

2.          In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder d), genoemde specifieke doelstelling en op basis van de overeengekomen conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../.... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog, en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds tevens acties op het gebied van de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, die vergelijkbaar zijn met de acties in lid 1, wanneer dat passend wordt geacht in het licht van beleidsontwikkelingen gedurende de uitvoeringsperiode van het Fonds of wanneer het nationale programma van een lidstaat die mogelijkheid biedt. Dergelijke operaties worden met de instemming van de betrokken personen uitgevoerd vanuit een lidstaat waar zij internationale bescherming genieten of die verantwoordelijk is voor het onderzoek van hun aanvraag, naar een andere betrokken lidstaat die hen dezelfde bescherming biedt of waar hun verzoek om internationale bescherming wordt behandeld.

HOOFDSTUK IIIINTEGRATIE VAN ONDERDANEN VAN DERDE LANDEN EN LEGALE MIGRATIE

Artikel 8Immigratie en maatregelen vóór vertrek

In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b), genoemde specifieke doelstelling, en op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog, en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds acties in een derde land ten behoeve van onderdanen van derde landen, die voldoen aan specifieke maatregelen en/of voorwaarden vóór vertrek waarin de nationale wetgeving voorziet en die stroken met toepasse­lijke EU-wetgeving, met inbegrip van voorwaarden in verband met het vermogen om zich in de samenleving van een lidstaat te integreren. In dit verband ondersteunt het Fonds met name de volgende acties:

a)          informatiepakketten, bewustmakingscampagnes en campagnes om de interculturele dialoog te bevorderen, onder meer via gebruikersvriendelijke communicatie- en informatietechnologie en websites;

b)          beoordeling van vaardigheden en kwalificaties, alsmede verbetering van de transparantie van in een derde land bestaande vaardigheden en kwalificaties, en verbetering van de verenigbaarheid ervan met die van de lidstaten;

c)          opleiding om de inzetbaarheid in een lidstaat te verhogen;

d)          alomvattende inburgeringscursussen en taalonderwijs;

e)          bijstand bij aanvragen voor gezinshereniging in de zin van Richtlijn 2003/86/EG.

Artikel 9Integratiemaatregelen

1.          In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b) genoemde specifieke doelstelling, en op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds acties die in het kader van samenhangende strategieën worden uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de integratiebehoeften van onderdanen van derde landen op lokaal/regionaal niveau ▌. In dit verband ondersteunt het Fonds met name de volgende acties die gericht zijn op onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven of, in voorkomend geval, legaal verblijf in een lidstaat aan het verkrijgen zijn:

a)      het vaststellen en ontwikkelen van dergelijke integratiestrategieën met, in voorkomend geval, deelname van lokale en/of regionale actoren, met inbegrip van behoeftenanalyse, verbetering van integratie-indicatoren, en evaluatie, met inbegrip van participerende beoordelingen om beste praktijken vast te stellen;

b)     advies en bijstand op gebieden als huisvesting, bestaansmiddelen, administratieve bijstand en rechtshulp, medische, psychische en sociale zorg, kinderopvang en gezinshereniging;

c)      acties om onderdanen van derde landen vertrouwd te maken met de gastsamenleving en hen in staat te stellen zich daaraan aan te passen, zich te informeren over hun rechten en verplichtingen, deel te nemen aan het maatschappelijke en culturele leven en de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerde waarden te onderschrijven;

d)     maatregelen gericht op onderwijs en opleiding, waaronder taallessen en voor­bereidende acties ter verbetering van de toegang tot de arbeidsmarkt;

e)      acties om de zelfredzaamheid te bevorderen en om onderdanen van derde landen in staat te stellen zelf in hun onderhoud te voorzien;

f)      acties ter bevordering van verrijkende contacten en een constructieve dialoog tussen onderdanen van derde landen en de gastsamenleving en acties ter bevordering van de acceptatie door de gastsamenleving, onder meer via de media;

g)      acties om te bevorderen dat onderdanen van derde landen in hun contacten met particuliere en overheidsdiensten verzekerd zijn van gelijke toegang en gelijke uitkomst, zoals de aanpassing van deze diensten aan de omgang met onderdanen van derde landen;

h)      opbouw van de capaciteit van begunstigden, zoals bepaald in artikel 2, onder g), van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening], door de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken en netwerkactiviteiten.

2.          Bij de in lid 1 bedoelde acties wordt indien noodzakelijk rekening gehouden met de specifieke behoeften van de verschillende categorieën onderdanen van derde landen, met inbegrip van personen die internationale bescherming genieten, hervestigde of overgebrachte personen en in het bijzonder kwetsbare personen.

3.          Nationale programma's kunnen de mogelijkheid bieden dat in de in lid 1 genoemde acties ook de naaste verwanten van de personen die tot de in dit lid bedoelde doelgroep behoren, worden opgenomen, voor zover dit noodzakelijk is voor de doeltreffende uitvoering van dergelijke acties.

4.          Met het oog op de programmering en uitvoering van de in lid 1 bedoelde acties, omvat het in artikel 12 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] bedoelde partner­schap de autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen voor het beheer van de bijstandsverlening uit het Europees Sociaal Fonds.

Artikel 10Maatregelen inzake

praktische samenwerking en capaciteitsopbouw

In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b) genoemde specifieke doelstelling, op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, ondersteunt het Fonds acties die zijn gericht op een of meer van de volgende categorieën onderdanen van derde landen:

a)          uitwerken van strategieën ter bevordering van legale migratie met het oog op het vereenvoudigen van de ontwikkeling en toepassing van flexibele toelatingsprocedures, ▌

aa)        ondersteunen van de samenwerking tussen wervingsbureaus in derde landen, diensten voor arbeidsvoorziening en immigratiediensten van lidstaten, alsmede ondersteunen van lidstaten bij het toepassen van de migratiewetgeving van de Unie, het voeren van overleg met de belanghebbenden, het inwinnen van deskundig advies en het uitwisselen van informatie over benaderingen die op specifieke nationaliteiten of categorieën van onderdanen van derde landen zijn gericht, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften op de arbeidsmarkt;

b)          opvoeren van de capaciteit van de lidstaten om hun strategieën, beleid en maatregelen op het gebied van migratie te ontwikkelen, uit te voeren, te bewaken en te evalueren op alle bestuurlijke niveaus en bij alle overheidsdiensten, met name door vergroting van de capaciteit van de lidstaten om gedetailleerde en uitgesplitste gegevens en statistieken over migratieprocedures en -stromen en verblijfsvergunningen te verzamelen, te analyseren en te verspreiden, en door toezichtsinstrumenten, beoordelingssystemen, indicatoren en benchmarks voor het meten van de resultaten van deze strategieën te ontwikkelen;

c)          opleiden van begunstigden als omschreven in artikel 2, onder g) van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening], en personeelsleden die publieke en private diensten verlenen, waaronder onderwijsinstellingen, ter bevordering van de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken, samenwerking, netwerkvorming en interculturele capaciteiten, alsook verbeteren van de kwaliteit van de verstrekte diensten;

d)          opzetten van duurzame organisatiestructuren voor integratie- en diversiteitsmanagement, met name door samenwerking tussen de verschillende belanghebbenden waardoor ambtenaren op verschillende overheidsniveaus snel informatie kunnen inwinnen over ervaringen en beste praktijken elders, en eventueel krachten en middelen tussen de betrokken autoriteiten en tussen gouvernementele en niet-gouvernementele instanties bundelen om doeltreffender diensten aan onderdanen van derde landen te kunnen verstrekken, onder meer door middel van eenloketfuncties (d.w.z. gecoördineerde integratieondersteuningscentra);

e)          bijdragen tot een dynamisch bilateraal proces van wederzijdse interactie dat ten grondslag ligt aan de integratiestrategieën op lokaal en regionaal niveau door de ontwikkeling van platforms voor de raadpleging van onderdanen van derde landen, de uitwisseling van informatie tussen belanghebbenden en interculturele gespreksplatforms en gespreks­platforms tussen geloofsgemeenschappen en/of tussen gemeenschappen van onderdanen van derde landen en de gastsamenleving en/of tussen deze gemeenschappen en de autoriteiten die het beleid en de besluitvorming bepalen.

f)           bevorderen en versterken van de praktische samenwerking tussen de betrokken autoriteiten van de lidstaten, met aandacht voor onder meer de uitwisseling van informatie, beste praktijken en strategieën en het ontwikkelen en uitvoeren van gezamenlijke acties, onder meer met het oog op het waarborgen van de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten.

HOOFDSTUK IVTERUGKEER

Artikel 11Begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures

In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder c) genoemde specifieke doelstelling, op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, richt het Fonds zich, op het gebied van begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures acties, op een of meer van de volgende categorieën onderdanen van derde landen:

           zij die nog geen definitieve negatieve beslissing hebben ontvangen op hun verzoek om recht van verblijf, legale vestiging en/of internationale bescherming in een lidstaat, en die ervoor kunnen kiezen gebruik te maken van de mogelijkheid van vrijwillige terugkeer;

           zij die in een lidstaat recht van verblijf, legale vestiging en/of internationale bescherming genieten in de zin van Richtlijn 2011/95/EU, of tijdelijke bescherming genieten in de zin van Richtlijn 2001/55/EG, en die ervoor hebben gekozen gebruik te maken van de mogelijkheid van vrijwillige terugkeer;

           zij die zich op het grondgebied van een lidstaat bevinden en niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden voor toegang en/of verblijf in een lidstaat, onder meer de onderdanen van derde landen voor wie de verwijdering overeenkomstig artikel 9 en artikel 14, lid 1, van Richtlijn 2008/115/EG is uitgesteld.

In dit verband ondersteunt het Fonds met name de volgende, op bovengenoemde categorieën personen gerichte acties:

(-a)   invoeren, ontwikkelen en verbeteren van maatregelen die een alternatief vormen voor bewaring;

d)     verstrekken van sociale bijstand, voorlichting of hulp bij administratieve en/of gerechtelijke formaliteiten en voorlichting of advies;

e)      verlenen van rechtshulp en taalondersteuning;

f)      specifieke bijstand aan kwetsbare groepen;

g)     invoeren en verbeteren van onafhankelijke en doeltreffende controlesystemen voor gedwongen terugkeer als bedoeld in artikel 8, lid 6, van Richtlijn 2008/115/EG;

h)     opzetten, onderhouden en verbeteren van de infrastructuur, diensten en voorzieningen in   verband met huisvesting, opvang of bewaring;

i)      opzetten van bestuurlijke structuren en systemen, waaronder IT-hulpmiddelen;

(j)     opleiden van personeel met het oog op vlotte en doeltreffende terugkeerprocedures, zowel wat het beheer als de uitvoering ervan betreft.

Artikel 12Terugkeermaatregelen

In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder c) genoemde specifieke doelstelling, op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, steunt het Fonds acties die op de in artikel 11 bedoelde personen zijn gericht. In dit verband ondersteunt het Fonds met name de volgende acties:

(-a)        maatregelen ter voorbereiding van terugkeeroperaties, zoals die welke leiden tot de identificatie van onderdanen van derde landen, het afgeven van reisdocumenten en het traceren van gezinsleden;

a)          samenwerking met consulaire diensten en immigratiediensten van derde landen om reisdocumenten te verkrijgen, repatriëring te vereenvoudigen en om overname te garanderen;

b)          maatregelen inzake begeleide vrijwillige terugkeer, met inbegrip van medisch onderzoek en medische bijstand, regelingen in verband met de reis, financiële bijdragen, bijstand en begeleiding voor en na terugkeer;

(ba)       verwijderoperaties, waaronder de gerelateerde maatregelen, overeenkomstig de normen van het Unierecht, met uitzondering van dwanguitrusting;

d)          voorzieningen en diensten in derde landen voor passende tijdelijke huisvesting en opvang bij aankomst;

e)          specifieke bijstand aan kwetsbare groepen.

Artikel 13Maatregelen inzake praktische samenwerking en capaciteitsopbouw

In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder c) genoemde specifieke doelstelling, op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. .../... [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 20, steunt het Fonds op het gebied van praktische samenwerking en capaciteitsopbouwende maatregelen acties die op de in artikel 11 bedoelde personen zijn gericht:

a)          acties ter bevordering, ontwikkeling en versterking van de operationele samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de terugkeerdiensten en andere autoriteiten van de lidstaten die bij de terugkeer betrokken zijn, ook wat betreft de samenwerking met consulaire autoriteiten en immigratiediensten van derde landen en gezamenlijke terugkeeroperaties;

b)          acties ter ondersteuning van de samenwerking tussen derde landen en ▌terugkeerdiensten van derde landen, met inbegrip van maatregelen voor het opvoeren van de capaciteit van derde landen om in het bijzonder in het kader van overnameovereenkomsten ▌overname- en herintegratieactiviteiten te verrichten;

c)          acties ter vergroting van de capaciteit om een doeltreffend en duurzaam terugkeerbeleid te ontwikkelen, met name door informatie over de situatie in de terugkeerlanden, beste praktijken en ervaring uit te wisselen en middelen van lidstaten te bundelen;

d)          acties ter vergroting van de capaciteit inzake het verzamelen, analyseren en verspreiden van gedetailleerde en systematische gegevens en statistieken over terugkeerprocedures en -maatregelen, capaciteit op het gebied van opvang en bewaring, gedwongen en vrijwillige terugkeer, toezicht en herintegratie;

e)          acties die rechtstreeks bijdragen aan de evaluatie van het terugkeerbeleid, zoals nationale effectbeoordelingen, onderzoeken onder doelgroepen en de ontwikkeling van indicatoren en benchmarks.

f)           informatiemaatregelen en -campagnes in derde landen om passende wettelijke immigratiekanalen naar de EU en de risico's van illegale immigratie meer onder de aandacht te brengen.

HOOFDSTUK V

FINANCIEEL EN UITVOERINGSKADER

Artikel 14Totale middelen en uitvoering

1.          Voor de uitvoering van deze verordening is in totaal 3 137 miljoen euro beschikbaar.

2.          De jaarlijkse vastleggingen voor het Fonds worden door de begrotingsautoriteit goedgekeurd binnen de grenzen van het financieel kader.

3.          De totale middelen worden aangewend via:

a)      nationale programma's, overeenkomstig artikel 20;

b)     acties van de Unie, overeenkomstig artikel 21;

c)      noodhulp, overeenkomstig artikel 22;

d)     het Europees migratienetwerk, overeenkomstig artikel 23;

e)      technische bijstand, overeenkomstig artikel 24.

4.          Het budget dat uit hoofde van de verordening wordt toegewezen aan acties van de Unie als bedoeld in artikel 2, aan noodhulp als bedoeld in artikel 22, aan het Europees Migratienetwerk, als bedoeld in artikel 23, en aan technische bijstand als bedoeld in artikel 24, wordt uitgevoerd onder direct beheer overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder a) van Verordening (EU) nr. .../2012 [nieuw Financieel Reglement]. Het budget dat wordt toegewezen aan nationale programma's als bedoeld in artikel 20 wordt uitgevoerd onder gedeeld beheer overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder b) van Verordening (EU) nr. .../2012 [nieuw Financieel Reglement].

4a.        De Commissie blijft conform artikel 317 van het VWEU verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van de Unie en brengt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de operaties die door andere entiteiten dan de lidstaten worden uitgevoerd.

5.          Onverminderd de prerogatieven van de begrotingsautoriteit wordt het voornaamste referentiebudget als volgt gebruikt (indicatieve bedragen):

a)      2 752 miljoen euro voor de nationale programma's van de lidstaten;

b)     385 miljoen euro voor acties van de Unie, noodhulp, het Europees Migratienetwerk en technische bijstand van de Commissie, waarvan ten minste 30% wordt gebruikt voor acties van de Unie en het Europees migratienetwerk.

Artikel 15Middelen voor subsidiabele acties in de lidstaten

1.          Een indicatief bedrag van 2 752 miljoen euro wordt als volgt toegewezen aan de lidstaten:

a)      2 392 miljoen euro overeenkomstig bijlage I. De lidstaten bestemmen ten minste 20% van deze middelen aan de in artikel 3, lid 2, onder a) genoemde specifieke doelstelling en ten minste 20% aan de in artikel 3, lid 2, onder b) genoemde specifieke doelstelling. De lidstaten kunnen slechts van die minimumpercentages afwijken indien zij in hun nationale programma op gedetailleerde wijze verklaren waarom het onder dat niveau toewijzen van middelen de verwezenlijking van de doelstelling niet in gevaar brengt. Wat betreft de in artikel 3, lid 2, onder a) genoemde specifieke doelstelling gaan de lidstaten met structurele tekorten op het gebied van huisvesting, infrastructuur, en dienstverlening, niet lager dan het in deze verordening vastgelegde minimumpercentage.

b)     360 miljoen euro op grond van het verdelingsmechanisme voor de in artikel 16 bedoelde specifieke acties, het in artikel 17 bedoelde hervestigingsprogramma van de Unie en de in artikel 18 bedoelde overbrenging van personen die internationale bescherming genieten van een lidstaat naar een andere;

2.          Het in lid 1, onder b), vermelde bedrag strekt tot ondersteuning van:

a)      specifieke acties vermeld in bijlage II,

b)     het hervestigingsprogramma van de Unie als bedoeld in artikel 17 en/of overbrenging van personen die internationale bescherming genieten van een lidstaat naar een andere overeenkomstig artikel 18.

3.          Wanneer uit hoofde van lid 1, onder b) een bedrag beschikbaar blijft of wanneer een ander bedrag beschikbaar is, wordt dat bedrag toegewezen in het kader van de tussentijdse evaluatie als vastgelegd in artikel 15 van de horizontale verordening in verhouding tot de basisbedragen voor nationale programma's als vastgesteld in bijlage I.

Artikel 16Middelen voor specifieke acties

1.          Een aanvullend bedrag als bedoeld in artikel 15, lid 2, onder a), kan worden toegewezen aan de lidstaten, mits het hiervoor in het programma is aangewezen en wordt gebruikt om specifieke acties uit te voeren. Deze specifieke acties worden vermeld in bijlage II.

2.          De Commissie is bevoegd om in het licht van nieuwe beleidsontwikkelingen overeenkomstig artikel 26 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde bijlage II in het kader van de in artikel 15 van de horizontale verordening bedoelde tussentijdse evaluatie te herzien. Op grond van de herziene lijst van specifieke acties kunnen de lidstaten een aanvullend bedrag in de zin van lid 1 ontvangen, mits er middelen beschikbaar zijn.

3.          De in de leden 1 en 2 bedoelde aanvullende bedragen worden aan de lidstaten toegewezen bij de individuele financieringsbesluiten tot goedkeuring of herziening van hun nationale programma's in het kader van de tussentijdse evaluatie volgens de in de artikelen 14 en 15 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] vastgelegde procedure. Deze bedragen worden alleen gebruikt voor de uitvoering van de specifieke acties.

Artikel 17Middelen voor het hervestigingsprogramma van de Unie

1.          De lidstaten ontvangen naast de overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder a), berekende toewijzing om de twee jaar een aanvullend bedrag als bedoeld in artikel 15, lid 2, onder b), in de vorm van een vast bedrag van 6 000 euro per hervestigde persoon.

2.          Het in lid 1 bedoelde vast bedrag wordt verhoogd tot 10 000 euro voor elke persoon die wordt hervestigd overeenkomstig de krachtens lid 3 ▌en in bijlage III vastgestelde gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie en voor elke kwetsbare persoon als bepaald in lid 4.

3.          Het gemeenschappelijke hervestigingsprogramma van de Unie is gebaseerd op ▌de volgende algemene categorieën:

–       personen die afkomstig zijn uit landen of regio's die zijn aangewezen voor een regionaal beschermingsprogramma;

–       personen die afkomstig zijn uit landen of regio's die worden vermeld in de UNHCR-hervestigingsprognose, voor zover een gemeenschappelijk optreden van de Unie er aanzienlijk toe kan bijdragen dat wordt voorzien in de behoefte aan bescherming;

–       personen die tot een specifieke categorie behoren die onder de UNHCR-hervestigingscriteria vallen.

3a.        De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 26 bij gedelegeerde handeling bijlage III te wijzigen, op basis van de in lid 3 genoemde algemene categorieën, in duidelijk gemotiveerde gevallen of in het licht van eventuele aanbevelingen van het UNHCR.

4.          Op de volgende kwetsbare groepen van personen is ook het in lid 2 bedoelde vast bedrag van toepassing:

–       vrouwen en kinderen die gevaar lopen,

–       niet-begeleide minderjarigen,

–       personen met medische behoeften waarin alleen na hervestiging kan worden voorzien,

–       personen die voor juridische of fysieke bescherming dringend moeten worden hervestigd, met inbegrip van slachtoffers van geweld of foltering.

5.          Wanneer een lidstaat een persoon hervestigt omdat de betrokkene onder meerdere van de in de leden 1 en 2 bedoelde categorieën valt, ontvangt hij het vaste bedrag slechts eenmaal voor die persoon.

5 bis.     Gezinsleden van de in de leden 1, 3 en 4 bedoelde personen kunnen in voorkomend geval ook voor een vast bedrag in aanmerking komen, mits zij overeenkomstig deze verordening zijn hervestigd.

6.          De Commissie bepaalt volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure door middel van uitvoeringshandelingen het tijdschema en andere uitvoeringsvoorwaarden in verband met het toewijzingsmechanisme voor de middelen van het hervestigingsprogramma van de Unie.

7.          De in de leden 1 en 2 bedoelde aanvullende bedragen worden aan de lidstaten de eerste keer toegewezen bij de individuele financieringsbesluiten tot goedkeuring van hun nationale programma's, volgens de in artikel 14 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] vastgelegde procedure, en nadien in een financieringsbesluit dat bij de besluiten tot goedkeuring van hun nationale programma's wordt gevoegd. Deze bedragen kunnen niet worden overgedragen naar andere acties in het kader van het nationaal programma.

8.          Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het hervestigingsprogramma van de Unie is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 26 bij gedelegeerde handeling zo nodig, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, de in de leden 1 en 2 bedoelde vaste bedragen aan te passen. Daarbij wordt in het bijzonder rekening gehouden met actuele inflatiepercentages, relevante ontwikkelingen op hervestigingsgebied en factoren die bijdragen tot een optimaal gebruik van de financiële stimulans die met het vaste bedrag wordt gegeven.

Artikel 18Middelen voor

de overbrenging van personen die internationale bescherming genieten

1.          Met het oog op de toepassing van het beginsel van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden en in het licht van beleidsontwikkelingen in de EU gedurende de uitvoeringsperiode van het Fonds, ontvangen de lidstaten, naast de overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder a), berekende toewijzing ▌een aanvullend bedrag als bedoeld in artikel 15, lid 2, onder b), in de vorm van een vast bedrag van 6 000 euro per persoon die internationale bescherming geniet en die uit een andere lidstaat is overgebracht.

1a.        Gezinsleden van de in lid 1 bedoelde personen kunnen waar passend ook voor een vast bedrag in aanmerking komen, mits zij overeenkomstig deze verordening zijn overgebracht.

3.          De in lid 1 bedoelde aanvullende bedragen worden aan de lidstaten ▌voor het eerst toegewezen bij de individuele financieringsbesluiten tot goedkeuring van hun nationale programma's, volgens de in artikel 14 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] vastgelegde procedure, en nadien in een financieringsbesluit dat bij de besluiten tot goedkeuring van hun nationale programma's wordt gevoegd. Deze bedragen kunnen niet worden overgedragen naar andere acties in het kader van het nationaal programma.  

4.          Om gestalte te geven aan de doelstellingen van solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten als bedoeld in artikel 80, VWEU, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 26 bij gedelegeerde handeling, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, het in lid 1 bedoelde vaste bedrag aan te passen. Daarbij wordt in het bijzonder rekening gehouden met actuele inflatiepercentages, relevante ontwikkelingen op overbrengingsgebied en factoren die bijdragen tot een optimaal gebruik van de financiële stimulans die met het vaste bedrag wordt gegeven.

Artikel 20Nationale programma's

1.          In het kader van de overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] te onderzoeken en goed te keuren nationale programma's streven de lidstaten, binnen de in artikel 3 omschreven doelstellingen en rekening houdend met het resultaat van de dialoog bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) nr. …/2012 [horizontale verordening], in het bijzonder de volgende doelstellingen na:

a)      het tot stand brengen van een sterkere basis voor een gemeenschappelijk Europees asielstelsel door ervoor te zorgen dat het acquis van de Unie inzake asiel efficiënt en uniform wordt toegepast en dat de Dublinverordening correct functioneert. Deze acties kunnen tevens het opstellen en ontwikkelen van het hervestigingsprogramma van de Unie omvatten;

c)      het opstellen en ontwikkelen van integratiestrategieën die verschillende aspecten van het bilaterale dynamische proces bestrijken, en die naargelang het geval op nationaal, lokaal of regionaal niveau moeten worden uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de integratiebehoeften van onderdanen van derde landen op lokaal/regionaal niveau, wordt tegemoetgekomen aan specifieke behoeften van de verschillende categorieën migranten, en doeltreffende partnerschappen tussen belanghebbenden ter zake worden ontwikkeld;

d)     het ontwikkelen van een terugkeerprogramma met een component begeleide vrijwillige terugkeer en, indien nodig, een component herintegratie.

2.          De lidstaten zorgen ervoor dat alle uit dit Fonds ondersteunde acties worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de grondrechten en de menselijke waardigheid. De acties moeten met name worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

3.          Onverminderd de vereiste om de bovengenoemde doelstellingen te verwezenlijken, streven de lidstaten, rekening houdend met hun individuele omstandigheden, naar een billijke en transparante verdeling van de middelen over de in artikel 3, lid 2, genoemde specifieke doelstellingen.

Artikel 21 Acties van de Unie

1.          Op initiatief van de Commissie kan het Fonds worden gebruikt voor het financieren van transnationale of voor de Unie bijzonder belangrijke acties betreffende de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen.

2.          Om voor financiering uit het Fonds in aanmerking te komen, moeten acties van de Unie met name strekken tot ondersteuning van:

a)      het bevorderen van de samenwerking op Unieniveau bij de uitvoering van wetgeving en het delen van goede praktijken van de Unie op asielgebied, met name wat betreft de hervestiging en de overbrenging van asielzoekers en personen die inter­nationale bescherming genieten van een lidstaat naar een andere, mede door de vorming van netwerken en de uitwisseling van gegevens, legale migratie, integratie van onderdanen van derde landen, met inbegrip van steun bij aankomst en coördinatieactiviteiten ter bevordering van hervestiging in de gemeenschappen die de hervestigde vluchtelingen moeten opvangen, alsmede terugkeer;

b)     het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn geconcipieerd om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

c)      studies en onderzoek naar eventuele nieuwe vormen van samenwerking van de Unie op het gebied van asiel, immigratie, integratie, terugkeer en de betreffende Uniewetgeving, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

d)     het ontwikkelen en toepassen door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van asiel, legale migratie, integratie en terugkeer;

e)      voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het asiel- en immigratiebeleid;

f)      samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van migratie en mobiliteit van de Unie, met name in het kader van de uitvoering van overname­overeenkomsten, mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma's.

g)     informatiemaatregelen en -campagnes in derde landen om passende wettelijke immigratiekanalen naar de EU en de risico's van illegale immigratie meer onder de aandacht te brengen.

3.          De in dit artikel bedoelde acties worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening].

4.          De Commissie zorgt voor een eerlijke en transparante verdeling van de middelen over de in artikel 3, lid 2, genoemde doelstellingen.

Artikel 22 Noodhulp

1.          Het Fonds verleent financiële bijstand om in het geval van een noodsituatie, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder f), te voorzien in dringende en specifieke behoeften. De maatregelen die in overeenstemming met dit artikel in derde landen worden uitgevoerd moeten consistent zijn met en in voorkomend geval een aanvulling vormen op het humanitaire beleid van de Unie en moeten de humanitaire beginselen zoals vastgesteld in de consensus betreffende humanitaire hulp in acht nemen.

2.          Noodhulp wordt uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening].

Artikel 23Europees migratienetwerk

1.          Het Fonds ondersteunt het Europees migratienetwerk en verleent de nodige financiële bijstand voor zijn activiteiten en zijn toekomstige ontwikkeling.

7.          Het voor het Europees migratienetwerk bestemde deel van de jaarlijkse kredieten van het Fonds en het werkprogramma met de prioriteiten voor het netwerk worden, na goedkeuring door het bestuur, door de Commissie vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 4, lid 5, onder a), van Besluit 2008/381/EG, dat een financierings­besluit is ingevolge artikel 84 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

8.          De financiële bijstand voor de activiteiten van het Europees migratienetwerk wordt naargelang het geval overeenkomstig ▌ Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 verstrekt in de vorm van subsidies aan de nationale contactpunten en van overheids­opdrachten. Met de bijstand wordt gezorgd voor passende en tijdige financiële steun aan de nationale contactpunten. De kosten voor de uitvoering van de acties van de contactpunten die in 2014 subsidies hebben genoten, komen in aanmerking voor subsidiëring vanaf 1 januari 2014.

9.          Beschikking 2008/381/EG wordt als volgt gewijzigd:

a)     Artikel 4, lid 5, onder a), wordt vervangen door: "ontwerpwerkprogramma's van de activiteiten op te stellen en goed te keuren, met name wat de doelstellingen en thematische prioriteiten betreft, alsmede een indicatief bedrag vast te stellen voor de begroting van elk nationaal contactpunt om ervoor te zorgen dat het Europees migratienetwerk goed functioneert, zulks op basis van een ontwerp van de voorzitter;"

b)     Artikel 6, lid 4, wordt vervangen door: "De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het werkprogramma van de activiteiten en brengt regelmatig aan het bestuur verslag uit over de uitvoering ervan en over de ontwikkeling van het Europees migratienetwerk."

c)      Artikel 6, leden 5 tot en met 8, worden geschrapt.

d)     Artikel 11 wordt geschrapt.

e)      Artikel 12 wordt geschrapt.

Artikel 24 Technische bijstand

1.          Op initiatief van en/of namens de Commissie wordt jaarlijks maximaal 2,5 miljoen euro van het Fonds gebruikt voor technische bijstand, overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening].

2.          Op initiatief van een lidstaat kan het Fonds activiteiten voor technische bijstand financieren, overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening]. Het voor technische bijstand gereserveerde bedrag bedraagt voor de periode 2014-2020 niet meer dan 5,5% van het aan een lidstaat toegewezen totaalbedrag, vermeerderd met 1 000 000 euro.

Artikel 24aCoördinatie

In voorkomend geval samen met de Europese Dienst voor extern optreden zorgen de Commissie en de lidstaten ervoor dat de acties in en ten aanzien van derde landen worden uitgevoerd in synergie en samenhang met andere acties buiten de Unie die met instrumenten van de Unie worden gesubsidieerd. Zij zien er met name op toe dat deze acties:

a)          samenhang vertonen met het externe beleid van de Unie en met name met het beginsel van beleidssamenhang op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, en coherent zijn met de strategische programmeringsdocumenten voor de regio of het land in kwestie;

b)          zich toespitsen op maatregelen die niet op ontwikkeling zijn gericht;

c)          het belang van het interne beleid van de Unie dienen en consistent zijn met de binnen de Unie ondernomen activiteiten.

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 25Specifieke bepalingen inzake vaste bedragen voor hervestiging en

overbrenging, van een lidstaat naar een andere, van personen die internationale bescherming genieten

In afwijking van de in artikel 18 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] vastgelegde regels over de subsidiabiliteit van uitgaven, met name wat betreft vaste bedragen en vaste percentages, geldt voor de vaste bedragen die de lidstaten op grond van deze verordening worden toegewezen voor hervestiging en/of overbrenging , van een lidstaat naar een andere, van personen die internationale bescherming genieten, dat zij:

–           niet op statistische of historische gegevens hoeven te worden gebaseerd,
en

–           worden toegekend mits de persoon voor wie het vaste bedrag wordt toegewezen overeenkomstig deze verordening is hervestigd en/of overgebracht.

Artikel 26 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.          De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.          De in deze verordening bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van 7 jaar met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 7 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van drie jaar verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.

3.          Het Europees Parlement of de Raad kan de in deze verordening bedoelde bevoegdheids­delegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekend­making ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.          Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.          Een overeenkomstig deze verordening vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 27 Comitéprocedure

1.          De Commissie wordt bijgestaan door het gemeenschappelijk comité "Fonds voor asiel, migratie en interne veiligheid", dat is opgericht bij artikel 55, lid 1, van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening].

2.          Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.          Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 28 Evaluatie

Uiterlijk op 30 juni 2020 evalueren het Europees Parlement en de Raad, op voorstel van de Commissie, deze verordening.

Artikel 29Toepasselijkheid van Verordening (EU) nr. …/... [horizontale verordening]

Op dit Fonds zijn de bepalingen van [Verordening (EU) nr. .../…] van toepassing, onverminderd artikel 4a van deze Verordening.

Artikel 30 Intrekking

De volgende beschikkingen worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2014:

a)          Beschikking nr. 573/2007/EG;

b)          Beschikking nr. 575/2007/EG;

c)          Beschikking 2007/435/EG;

Artikel 31 Overgangsbepalingen

1.          Deze verordening doet geen afbreuk aan de voortzetting of de wijziging, met inbegrip van de volledige of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten en jaarprogramma's tot de afsluiting ervan of van bijstandsverlening die door de Commissie is goedgekeurd op grond van Beschikkingen nr. 573/2007/EG, nr. 575/2007/EG en 2007/435/EG of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die bijstandsverlening van toepassing is. Deze verordening doet geen afbreuk aan de voortzetting of de wijziging, met inbegrip van de volledige of gedeeltelijke intrekking, van financiële steun die door de Commissie is goedgekeurd op grond van Beschikking 2008/381/EG of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die bijstand van toepassing is.

2.          Wanneer zij besluiten neemt over medefinanciering uit hoofde van deze verordening, neemt de Commissie de maatregelen in aanmerking die vóór [datum van bekendmaking in het Publicatieblad] op grond van Beschikkingen nr. 573/2007/EG, nr. 575/2007/EG, 2007/435/EG en 2008/381/EG zijn genomen en die financiële gevolgen hebben tijdens de door die medefinanciering bestreken periode.

3.          De voor medefinanciering vastgelegde bedragen die door de Commissie tussen 1 januari 2011 en 31 december 2013 zijn goedgekeurd en waarvoor de voor afsluiting van de acties vereiste documenten op de uiterste datum voor indiening van het eindverslag nog niet bij de Commissie zijn ingediend, worden door de Commissie uiterlijk op 31 december 2017 ambtshalve vrijgemaakt en geven aanleiding tot terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen.

4.          Bedragen die verband houden met acties die zijn geschorst wegens een gerechtelijke procedure of een administratief beroep met opschortend effect, worden bij de berekening van de ambtshalve vrij te maken bedragen buiten beschouwing gelaten.

5.          Uiterlijk op 30 juni 2015 dienen de lidstaten voor de periode 2011-2013 bij de Commissie evaluatieverslagen in over de resultaten en de effecten van acties die op grond van Beschikkingen nr. 573/2007/EG, nr. 575/2007/EG en 2007/435/EG zijn medegefinancierd.

6.          Uiterlijk op 31 december 2015 dient de Commissie voor de periode 2011-2013 verslagen van de evaluatie achteraf op grond van Beschikkingen nr. 573/2007/EG, nr. 575/2007/EG en 2007/435/EG in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

Artikel 32 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                                     Voor de Raad

De voorzitter                                                                De voorzitter

BIJLAGE I

Meerjarige uitsplitsing per lidstaat voor de periode 2014-2020

Lidstaat

Minimumbedrag

% gemiddelde toewijzingen in 2011-2013 EVF+EIF+ERF

Gemiddeld bedrag 2011-2013

TOTAAL

AT

EUR 5 000 000

2,65%

EUR 59 533 977

EUR 64 533 977

BE

EUR 5 000 000

3,75%

EUR 84 250 977

EUR 89 250 977

BG

EUR 5 000 000

0,22%

EUR 5 006 777

EUR 10 006 777

CY

EUR 10 000 000

0,99%

EUR 22 308 677

EUR 32 308 677

CZ

EUR 5 000 000

0,94%

EUR 21 185 177

EUR 26 185 177

DE

EUR 5 000 000

9,05%

EUR 203 416 877

EUR 208 416 877

EE

EUR 5 000 000

0,23%

EUR 5 156 577

EUR 10 156 577

ES

EUR 5 000 000

11,22%

EUR 252 101 877

EUR 257 101 877

FI

EUR 5 000 000

0,82%

EUR 18 488 777

EUR 23 488 777

FR

EUR 5 000 000

11,60%

EUR 260 565 577

EUR 265 565 577

GR

EUR 5 000 000

11,32%

EUR 254 348 877

EUR 259 348 877

HR

EUR 5 000 000

0,54%

EUR 12 133 800

EUR 17 133 800

HU

EUR 5 000 000

0,83%

EUR 18 713 477

EUR 23 713 477

IE

EUR 5 000 000

0,65%

EUR 14 519 077

EUR 19 519 077

IT

EUR 5 000 000

13,59%

EUR 305 355 777

EUR 310 355 777

LT

EUR 5 000 000

0,21%

EUR 4 632 277

EUR 9 632 277

LU

EUR 5 000 000

0,10%

EUR 2 160 577

EUR 7 160 577

LV

EUR 5 000 000

0,39%

EUR 8 751 777

EUR 13 751 777

MT

EUR 10 000 000

0,32%

EUR 7 178 877

EUR 17 178 877

NL

EUR 5 000 000

3,98%

EUR 89 419 077

EUR 94 419 077

PL

EUR 5 000 000

2,60%

EUR 58 410 477

EUR 63 410 477

PT

EUR 5 000 000

1,24%

EUR 27 776 377

EUR 32 776 377

RO

EUR 5 000 000

0,75%

EUR 16 915 877

EUR 21 915 877

SE

EUR 5 000 000

5,05%

EUR 113 536 877

EUR 118 536 877

SI

EUR 5 000 000

0,43%

EUR 9 725 477

EUR 14 725 477

SK

EUR 5 000 000

0,27%

EUR 5 980 477

EUR 10 980 477

UK

EUR 5 000 000

16,26%

EUR 365 425 577

EUR 370 425 577

Totaal lidstaten

EUR 145 000 000

100,00%

EUR 2 247 000 000

EUR 2 392 000 000

BIJLAGE II

Lijst van specifieke acties bedoeld in artikel 16

1.          Vaststelling en ontwikkeling in de Unie van doorreis- en verwerkingscentra voor vluchtelingen, met name ter ondersteuning van hervestigingsoperaties in samenwerking met het UNHCR

2.          Nieuwe benaderingen, in samenwerking met het UNHCR, betreffende de toegang tot asielprocedures gericht op de belangrijkste doorreislanden, zoals beschermings­programma's voor bijzondere groepen of bepaalde procedures voor de behandeling van asielaanvragen

3.          Gezamenlijke initiatieven van lidstaten op het gebied van integratie, zoals het vaststellen van benchmarks, intercollegiale toetsingen of toetsing van Europese modules, bijvoorbeeld met betrekking tot de verwerving van taalvaardigheden of de organisatie van introductieprogramma's en ter verbetering van de beleidscoördinatie tussen de lidstaten, de regio's en de plaatselijke autoriteiten

4.          Gezamenlijke initiatieven voor het vaststellen en uitvoeren van nieuwe benaderingen met betrekking tot de procedures bij het eerste contact, beschermingsnormen en bijstand voor niet-begeleide minderjarigen

5.          Gezamenlijke terugkeeroperaties, met inbegrip van gezamenlijke acties tot uitvoering van overnameovereenkomsten van de Unie

6.          Gezamenlijke herintegratieprojecten in de landen van herkomst met het oog op duurzame terugkeer, alsmede gezamenlijke acties ter vergroting van de capaciteit van derde landen om met de Unie gesloten overnameovereenkomsten uit te voeren

7.          Gezamenlijke initiatieven voor herstel van de eenheid van het gezin en de herintegratie van niet-begeleide minderjarigen in hun land van herkomst

8.          Gezamenlijke initiatieven van lidstaten op het gebied van legale migratie, met inbegrip van het opzetten van gezamenlijke migratiecentra in derde landen, alsmede gezamenlijke projecten tussen de lidstaten ter bevordering van het gebruik van uitsluitend legale migratiekanalen en voorlichting over de gevaren van illegale immigratie.

BIJLAGE III

Lijst van gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie

1.          Regionaal beschermingsprogramma in Oost-Europa (Belarus, Moldavië, Oekraïne)

2.          Regionaal beschermingsprogramma in de Hoorn van Afrika (Djibouti, Kenia, Jemen)

3.          Regionaal beschermingsprogramma in Noord-Afrika (Egypte, Libië, Tunesië)

4.          Vluchtelingen in de regio Oost-Afrika/Grote Merengebied

5.          Iraakse vluchtelingen in Syrië, Libanon en Jordanië

6.          Iraakse vluchtelingen in Turkije

6a.        Syrische vluchtelingen in de regio

BIJLAGE IV

Lijst van gemeenschappelijke indicatoren voor het meten van de specifieke doelstellingen

a)          Het versterken en ontwikkelen van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie ervan;

i)      Aantal doelgroeppersonen aan wie bijstand is verleend door middel van projecten op het gebied van opvangvoorzieningen en asielregelingen die uit hoofde van dit Fonds worden ondersteund

Met het oog op de jaarlijkse uitvoeringsverslagen als bedoeld in artikel 49 van de Horizontale Verordening wordt deze indicator verder opgesplitst in subcategorieën zoals:

      aantal doelgroeppersonen dat in de gehele loop van de asielprocedures informatie en bijstand heeft gekregen;

      aantal doelgroeppersonen dat juridische bijstand en vertegenwoordiging geniet;

      aantal kwetsbare personen en niet-begeleide minderjarigen dat specifieke bijstand geniet;

ii)     Capaciteit (dat wil zeggen het aantal plaatsen) van nieuwe infrastructuur voor opvang en huisvesting die volgens de in het EU-acquis vastgestelde minimumeisen voor opvangvoorzieningen is opgezet en van bestaande infrastructuur voor opvang en huisvesting die volgens dezelfde eisen is verbeterd, welke het resultaat is van de uit hoofde van dit Fonds ondersteunde projecten, en het percentage daarvan in de totale capaciteit voor opvang en huisvesting

iii)    Aantal personen dat met de steun van het Fonds opleiding over ▌asielgerelateerde onderwerpen opleiding heeft gekregen, en dat aantal als percentage van het totale aantal personeelsleden dat die opleiding heeft genoten;

iv)    Aantal producten met gegevens over de landen van oorsprong en met de steun van het Fonds verrichte informatiemissies

v)      Aantal uit hoofde van dit Fonds ondersteunde projecten voor de ontwikkeling, de monitoring en de evaluatie van het asielbeleid in de lidstaten

vi)    Aantal personen dat met de steun van dit Fonds is hervestigd

b)          Het ondersteunen van legale migratie naar de lidstaten overeenkomstig hun economische en sociale behoeften zoals arbeidsmarktbehoeften en het tegelijkertijd terugdringen van het misbruik van legale migratie, alsmede het bevorderen van de werkelijke integratie van onderdanen van derde landen:

i)      Aantal doelgroeppersonen dat gebruik heeft gemaakt van uit hoofde van dit Fonds ondersteunde maatregelen vóór het vertrek

ii)     Aantal doelgroeppersonen dat in het kader van dit Fonds bijstand heeft gekregen door middel van integratiemaatregelen in het kader van nationale, lokale en regionale strategieën

Met het oog op de jaarlijkse uitvoeringsverslagen als bedoeld in artikel 49 van de Horizontale Verordening wordt deze indicator verder opgesplitst in subcategorieën zoals:

      Aantal doelgroeppersonen dat bijstand heeft gekregen door middel van maatregelen gericht op onderwijs en opleiding, waaronder taallessen en voorbereidende acties ter verbetering van de toegang tot de arbeidsmarkt;

      Aantal doelgroeppersonen dat door het verlenen van advies en bijstand steun heeft gekregen op het gebied van ... ;

      Aantal doelgroeppersonen dat bijstand heeft gekregen in de vorm van medische en psychologische zorg;

      Aantal doelgroeppersonen dat bijstand heeft gekregen in de vorm van maatregelen in verband met deelname aan het democratisch bestel;

iii)    Aantal lokale, regionale en nationale beleidskaders/maatregelen/instrumenten ten behoeve van de integratie van onderdanen van derde landen en met de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, de migrantengemeenschappen en alle relevante belanghebbenden, dat het gevolg is van de uit hoofde van dit Fonds ondersteunde maatregelen

iv)    Aantal samenwerkingsprojecten met andere lidstaten inzake de integratie van onderdanen van derde landen, dat uit hoofde van dit Fonds wordt ondersteund

v)      Aantal uit hoofde van dit Fonds ondersteunde projecten voor de ontwikkeling, de monitoring en de evaluatie van het asielbeleid in de lidstaten;

c)          Het bevorderen van billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën in de lidstaten ter ondersteuning van de bestrijding van illegale immigratie, met nadruk op de duurzaam­heid van terugkeer en werkelijke overname door de landen van herkomst en doorreis:

i)      Aantal personen dat met de steun van het Fonds opleiding over terugkeer­gerelateerde onderwerpen heeft gekregen

ii)     Aantal repatrianten dat vóór of na terugkeer door het Fonds medegefinancierde herintegratiebijstand heeft gekregen

iii)    Aantal repatrianten van wie de terugkeer door het Fonds medegefinancierd is (vrijwillig teruggekeerde personen en verwijderde personen)

iv)    Aantal door het Fonds medegefinancierde verwijderingsoperaties

v)      Aantal uit hoofde van dit Fonds ondersteunde projecten voor de ontwikkeling, de monitoring en de evaluatie van het asielbeleid in de lidstaten;

d)          Het bevorderen van de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen:

i)      Aantal personen dat om internationale bescherming verzoekt en dat internationale bescherming geniet dat met de steun van dit Fonds van een lidstaat is overgebracht naar een andere

ii)     Aantal samenwerkingsprojecten met andere lidstaten ter bevordering van de solidariteit en verdeling van verantwoordelijkheid tussen de uit hoofde van dit Fonds ondersteunde lidstaten.

_______________

  • [1]  PB C 299, 4.10.2012, blz. 108.
  • [2]  PB C 277, 13.9.2012, blz. 23.
  • [3]  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0020.
  • [4] * Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.
  • [5]               PB C van , blz. .
  • [6]               PB C van , blz. .
  • [7]               PB L 337 van 20.12.2011, blz. 9.
  • [8]               PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11.
  • [9]               Gegevens verzameld door Eurostat krachtens Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming.
  • [10]               PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7.
  • [11]             PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

BIJLAGE BIJ DE ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Verklaringen van het Europees Parlement

Artikel 80 VWEU:

"Het Europees Parlement is van mening dat deze verordening zo tijdig moet worden aangenomen dat het Fonds voor asiel, migratie en integratie ("het Fonds") begin 2014 in werking kan treden, en heeft, om te dien einde tot overeenstemming te komen en gezien de onbuigzaamheid van de Raad, bovenstaande tekst van de verordening aanvaard. Niettemin herhaalt het Europees Parlement zijn standpunt – waaraan het tijdens de onderhandelingen over deze verordening steeds heeft vastgehouden – dat ook artikel 80, tweede zin, VWEU deel uitmaakt van de correcte rechtsgrond voor het Fonds. Deze rechtsgrond is bedoeld om invulling te geven aan het beginsel van solidariteit, zoals dit tot uiting komt in artikel 80, eerste zin, VWEU. Het Fonds geeft met name uitvoering aan het solidariteitsbeginsel in de bepalingen inzake de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en personen die deze bescherming genieten (artikelen 7 en 18) en in de bepalingen inzake hervestiging (artikel 17). Het Europees Parlement onderstreept dat de aanneming van deze verordening de scala aan rechtsgronden waaruit de medewetgever in de toekomst zijn keuze kan bepalen, in het bijzonder met betrekking tot artikel 80 VWEU, volstrekt onverlet laat."

Hervestiging:

"Ter bevordering van hervestiging als solidariteitsinstrument en ter verbetering van de hervestigingsvoorwaarden verzoekt het Europees Parlement het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) om in samenwerking met de Europese Commissie (EC) een handboek en een methodologie voor hervestiging te ontwikkelen, nadat eerst de beste praktijken op het gebied van hervestiging in de lidstaten in kaart zijn gebracht, met inbegrip van de interne organisatiesystemen en de opvang- en integratievoorwaarden. Om de deelnemende lidstaten een prikkel te bieden voor hervestiging en de hervestigingsoperaties te vergemakkelijken, verzoekt het Europees Parlement het EASO tevens om deskundigheid inzake hervestiging ter beschikking te stellen en in samenwerking met de EC een netwerk van hervestigingsdeskundigen te coördineren dat regelmatig bijeen kan komen voor technische vergaderingen over praktische en wetgevingskwesties en ook kan helpen bij het gebruik van het Fonds voor asiel, migratie en integratie ten behoeve van hervestiging. Het Europees Parlement verzoekt de EC de ontwikkeling en verbetering van het asielsysteem in de lidstaten die van hervestiging profiteren, te volgen en hierover regelmatig verslag uit te brengen."

Verklaring van de Raad

Artikel 80 VWEU:

"The Council underlines the importance of the principle of solidarity and fair sharing of responsibility which, in accordance with Article 80 TFEU, is to be given effect in Union acts adopted pursuant to the Chapter of the TFEU on policies on border checks, asylum and immigration. The Regulation establishing the Asylum and Migration Fund contains appropriate measures to give effect to the above principle. However, the Council reiterates its view that Article 80 TFEU does not constitute a legal basis within the meaning of EU law. Within the said Chapter, only Article 77(2) and (3), Article 78(2) and (3) and Article 79(2), (3) and (4) TFEU contain legal bases enabling the relevant EU institutions to adopt EU legal acts."

Verklaringen van de Commissie

Artikel 80 VWEU:

"The Commission, in a spirit of compromise and in order to ensure the immediate adoption of the proposal, supports the final text; however it notes that this is without prejudice to its right of initiative with regard to the choice of legal bases, in particular in reference to the future use of Article 80 TFEU."

Europees migratienetwerk (EMN):

"The Commission, in a spirit of compromise, supports the final text on Article 23 which ensures continued funding support to the activities of the European Migration Network while maintaining its current structure, objectives and governance, as set out in Council Decision 2008/381/EC of 14 May 2008. However the Commission notes that this is without prejudice to its right of initiative with regard to a future more comprehensive revision of the set up and functioning of this network, as envisaged in the Commission's initial proposal for Article 23."

TOELICHTING

De beleidsmaatregelen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht worden de laatste jaren steeds uitgebreider. Om die reden stelt de Commissie aan de vooravond van de nieuwe programmaperiode 2014-2020 een herschikking voor van de financiële middelen op het gebied van binnenlandse zaken. Met al deze voorstellen wil zij, terecht, het slechte functioneren uit het verleden corrigeren en de huidige en toekomstige uitdagingen aangaan.

In dit kader wil de Commissie het budget voor binnenlandse zaken binnen het huidige meerjarige (2007-2013) financiële kader met bijna 40% verhogen. Tevens beoogt de Commissie vereenvoudiging van de huidige financieringsstructuur en de bijbehorende toewijzings- en uitvoeringsstelsels. Het aantal programma's wordt teruggebracht tot twee fondsen: een Fonds voor asiel en migratie en een Fonds voor interne veiligheid. Naast deze thematische instrumenten, worden de gemeenschappelijke regels inzake programmering, informatieverstrekking, financieel beheer, controle en evaluatie voortaan in een horizontale verordening vastgelegd.

In het bijzonder op het gebied van asiel en migratie stelt de Commissie voor om de drie bestaande fondsen te fuseren in een enkel fonds. Deze drie fondsen zijn: het Europees vluchtelingenfonds, het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen en het Europees terugkeerfonds. Het huidige beschikbare budget van het op te richten Fonds voor asiel en migratie – vastgesteld op bijna 3,9 miljard euro – weerspiegelt een stijging van de thans beschikbare financiering op dat gebied. Het moet dan ook een bredere waaier en een groter aantal acties steunen. Overeenkomstig het asiel- en immigratiebeleid, draagt het Fonds bij aan: het versterken van het gemeenschappelijk Europees asielbeleid, het bevorderen van legale migratie in de Unie, het stimuleren van billijke terugkeerstrategieën en het verdiepen van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheden tussen de lidstaten. In het kader van deze doelstellingen bevat het fonds ook een externe dimensie voor het financieren van gevoerde acties in of met betrekking tot derde landen.

Uw rapporteur juicht over het algemeen het voorstel van de Commissie voor de oprichting van een Fonds voor asiel en migratie toe. Het Fonds biedt namelijk een aantal verbeteringen die een bijdrage zullen leveren aan het verwezenlijken van de strategische doelstellingen van de Unie en een pregnantere Europese toegevoegde waarde zullen genereren. Het Fonds voor asiel en migratie is gebaseerd op vereenvoudigde werkingsregels die de procedures bespoedigen en een einde maken aan logge administratieve processen. Door de herziene toewijzings- en uitvoeringsstelsels zouden enerzijds de belangrijkste begunstigden eenvoudiger en sneller toegang moeten krijgen tot financieringsregelingen en anderzijds zou er adequater, flexibeler en doeltreffender ingespeeld kunnen worden op noodsituaties.

De door uw rapporteur voorgestelde amendementen sluiten dan ook in een rechte lijn aan op het voorstel van de Commissie om een nieuw financieel instrument in te voeren dat doeltreffender, flexibeler en meeromvattend is. Al is het streven naar vereenvoudiging en aanpasbaarheid een positieve zaak, het is daarentegen ook een bron van zorg. Daarom heeft uw rapporteur middels deze amendementen de voorgestelde initiatieven willen kaderen zonder een optimale afstemming op de behoeften uit het oog te verliezen.

Het gaat onder meer om:

1) Ondersteunen van de voorkeursbenadering gericht op resultaten.

Om de voortgang van de verschillende doelstellingen te evalueren stelt uw rapporteur onder meer voor om de huidige indicatoren te versterken en de integratie van een kwalitatieve component te versterken.

2) Verduidelijken en consolideren van de samenhang tussen de verschillende instrumenten met betrekking tot asiel, vooral op het gebied van de definities en de ingevoerde systemen.

3) Ervoor zorgen dat de gefinancierde acties een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben door bij te dragen aan het bereiken van de doelstellingen van het gemeenschapsbeleid

4) Waarborgen van een billijke verdeling van de financieringen toegekend in het kader van de verwezenlijking van de doelstellingen. Hoewel rekening gehouden moet worden met de uiteenlopende behoeften en realiteiten van de lidstaten, is het evenwel noodzakelijk ervoor te zorgen dat een dergelijke flexibiliteit samengaat met een eerlijke verdeling van de middelen. Om die reden is uw rapporteur voorstander van een benadering met een meer inclusieve dialoog. In deze optiek hebben de betrokken partijen, naast het uitwisselen van expertise en informatie, ook een beschermende functie en houden toezicht op de totale gang van zaken. Uw rapporteur roept bijgevolg op tot het aangaan en versterken van partnerschappen tussen de lidstaten en alle betrokken publieke overheden, evenals met de betrokken partijen, waaronder begrepen het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties. De partners worden onder meer betrokken bij de ontwikkeling, uitvoering, follow-up en evaluatie van nationale programma's.

5) Betere afbakening van de nieuwe prioriteit toegekend aan de externe dimensie van het beleid

De door het Fonds gefinancierde maatregelen moeten in volledige coherentie en synergie zijn met de beginselen en de algemene doelstellingen betreffende het externe optreden van de Unie ten aanzien van de regio of derde land in kwestie. Uw rapporteur is evenwel van mening dat het nuttig is om aanvullende instrumenten te promoten zodat de bedoelde begrenzing van bevoegdheden en beschikbare financiering duidelijk in de praktijk tot uitdrukking komen. De rapporteur wenst dan ook dat enerzijds binnen de Commissie een specifieke werkgroep wordt opgericht die zorgt voor optimale coördinatie tussen de verschillende Europese diensten en spelers. Anderzijds stelt ze voor om duidelijke en unaniem erkende criteria op te nemen op grond waarvan het soort activiteit buiten de EU vastgesteld kan worden dat in aanmerking zou kunnen komen voor financiering via het Fonds voor asiel en migratie.

6) Promoten van duidelijkere en meer gedetailleerde regels op het gebied van hervestiging ten behoeve van een doeltreffendere werking en met eerbieding van de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokken personen.

7) Versterking van de rol van het Europees Parlement in bepaalde fasen van de tenuitvoerlegging van het Fonds asiel en migratie.

8) Bredere waaier van activiteiten en bredere doelgroep met het oog op een doeltreffender, rechtvaardiger en gerichter financieel instrument.

In deze geest stelt uw rapporteur ook voor om de behoefte-evaluatie van lidstaten in het kader van de tussentijdse beoordeling eerder te laten plaatsvinden. Op deze manier kunnen de hiervoor in aanmerking komende middelen bij aanvang van het begrotingsjaar 2017 (en niet in 2018) beschikbaar worden gesteld. Gedurende het meerjarige programma moet de beoordeling immers plaatsvinden op een dusdanig tijdstip dat niet alleen evaluatie van reeds gestarte acties mogelijk is, maar ook dat zo vroeg mogelijk ondersteuning geboden kan worden aan lidstaten met specifieke behoeften of die onder bijzondere druk staan.

ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (7.9.2012)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel en migratie
(COM(2011)0751 – C7‑0443/2011 – 2011/0366(COD))

Rapporteur voor advies: Sophocles Sophocleous

BEKNOPTE MOTIVERING

De Commissie stelt voor om op het beleidsterrein binnenlandse zaken, voor de periode 2014-2020, de structuur van de EU-financiering voor veiligheid, migratie en het beheer van de buitengrenzen te vereenvoudigen door de verschillende financiële programma's terug te brengen tot een tweepijlerstructuur. Het Fonds voor asiel en migratie vormt, naast een nieuw Fonds voor interne veiligheid, een van de twee pijlers.

De Commissie buitenlandse zaken is ingenomen met de inspanningen om met dit fonds tot een grotere solidariteit tussen alle EU-lidstaten te komen in de zin van een doelmatige beleidsafstemming en lastenverdeling.

Zij benadrukt het belang van samenhang en consistentie tussen de op grond van dit fonds genomen maatregelen en die op grond van de externe financieringsinstrumenten, ook al omdat dit fonds gedeeltelijk zal worden gebruikt voor ondersteuning van samenwerking met derde landen, met name in het kader van overnameovereenkomsten, mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma's.

Meer in het algemeen dient het fonds te worden ingezet volgens de doelstellingen en beginselen van het externe optreden van de Unie zoals omschreven in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

De Commissie buitenlandse zaken dringt dan ook aan op een helder omschreven en intensieve betrokkenheid van de Europese dienst voor extern optreden, vooral in de ontwerpfase van het fonds, om elke overlapping met andere instrumenten voor derde landen te voorkomen en juist tot synergie en complementariteit te komen. De Commissie benadrukt eveneens dat alle acties die worden gesteund uit het fonds, de grondrechten van de in deze verordening genoemde categorieën personen in acht moeten nemen en dat sommige uit dit fonds gefinancierde acties juist erop gericht zijn de naleving van deze grondrechten te verbeteren.

AMENDEMENTEN

De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 25 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

25 bis Om ervoor te zorgen dat de maatregelen uit hoofde van dit fonds volledig stroken met en een aanvulling vormen op de maatregelen gesteund met de externe financieringsinstrumenten van de Unie, en overeenstemmen met de doelstellingen en beginselen van het externe optreden van de Unie, moet de Europese dienst voor extern optreden, naast de bevoegde Commissiediensten, volledig worden betrokken bij de programmering van en het toezicht op dit fonds.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter a – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de verbetering van de opvangvoorzieningen voor asielzoekers, de kwaliteit van de asielprocedures, de convergentie van de erkenningspercentages tussen de lidstaten en de hervestigingsinspanningen van de lidstaten;

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de kwaliteit van de asielprocedures, de convergentie van de erkenningspercentages tussen de lidstaten en de hervestigingsinspanningen van de lidstaten;

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. Maatregelen om de doelstellingen zoals omschreven in lid 1 en 2 te verwezenlijken, zijn volledig coherent met en vormen een aanvulling op de externe financieringsinstrumenten van de Unie en voldoen aan de doelstellingen en beginselen van het externe optreden van de Unie.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e) informatie voor de lokale gemeenschappen, alsmede opleiding voor het personeel van de lokale autoriteiten, die te maken krijgen met degenen die worden opgevangen;

(e) informatie voor de lokale gemeenschappen, alsmede opleiding voor het personeel van de lokale autoriteiten, die te maken krijgen met degenen die in het ontvangende land worden opgevangen, met name over de eerbiediging van de grondrechten van asielzoekers;

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) opzetten van administratieve structuren, systemen en opleiding van personeel en de betrokken rechterlijke autoriteiten om te waarborgen dat asielzoekers vlotte toegang krijgen tot efficiënte en deugdelijke asielprocedures.

(b) opzetten van administratieve structuren, systemen en opleiding van personeel en de betrokken rechterlijke autoriteiten om te waarborgen dat asielzoekers vlotte toegang krijgen tot efficiënte en deugdelijke asielprocedures, met inachtneming van de grondrechten van asielzoekers; daartoe moet het Europees asielcurriculum up-to-date blijven en worden uitgebreid zodat ook andere lichamen met kennis van zaken, zoals maatschappelijke organisaties op dit terrein, bij het werk van het curriculum betrokken worden..

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) totstandbrenging van passende infrastructuur en diensten voor het waarborgen van vlotte en doeltreffende uitvoering van hervestigings- en overbrengingsacties;

(b) totstandbrenging van passende infrastructuur en diensten voor het waarborgen van vlotte en doeltreffende uitvoering van hervestigings- en overbrengingsacties, met inachtneming van de grondrechten van de betrokken personen;

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a) vaststelling en ontwikkeling van integratiestrategieën, met inbegrip van behoeftenanalyse, verbetering van indicatoren en evaluatie;

a) vaststelling en ontwikkeling van integratiestrategieën, met inbegrip van behoeftenanalyse, verbetering van integratie-indicatoren en evaluatie van de specifieke condities voor asielzoekers, met inbegrip van participerende beoordelingen om positieve praktijken te achterhalen;

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) bevorderen van interculturele vaardigheden bij uitvoerende organisaties die publieke en private diensten verlenen, waaronder onderwijsinstellingen, ter bevordering van de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken, samenwerking en netwerkvorming;

(c) bevorderen van interculturele vaardigheden bij uitvoerende organisaties die publieke en private diensten verlenen, waaronder onderwijsinstellingen, op het terrein van interculturaliteit en mensenrechten, ter bevordering van de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken, samenwerking en netwerkvorming;

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) opzetten van administratieve structuren, systemen en opleiding van personeel met het oog op een vlot verloop van de terugkeerprocedures;

(b) opzetten van administratieve structuren, systemen en opleiding van personeel om ervoor te zorgen dat terugkeerprocedures vlot verlopen en deze de grondrechten van de migranten in acht nemen;

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) steunen van onafhankelijke beoordeling en monitoring van terugkeeroperaties door maatschappelijke organisaties om te waarborgen dat de mensenrechten worden geëerbiedigd;

Amendment   11

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) onderzoek naar eventuele nieuwe vormen van EU-samenwerking op het gebied van asiel, immigratie, integratie, terugkeer en de betreffende EU-wetgeving, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

(c) onderzoek naar eventuele nieuwe vormen van EU-samenwerking op het gebied van asiel, immigratie, integratie, terugkeer en de betreffende EU-wetgeving, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie, en de eerbiediging van grondrechten van personen die in de in artikel 4 omschreven categorieën vallen;

PROCEDURE

Titel

Asiel- en migratiefonds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0751 – C7-0443/2011 – 2011/0366(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

15.12.2011

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

AFET

15.12.2011

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Sophocles Sophocleous

20.12.2011

Vervangen rapporteur voor advies

Kyriakos Mavronikolas

Datum goedkeuring

6.9.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

3

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Frieda Brepoels, Elmar Brok, Mário David, Andrzej Grzyb, Anna Ibrisagic, Liisa Jaakonsaari, Anneli Jäätteenmäki, Ioannis Kasoulides, Nicole Kiil-Nielsen, Evgeni Kirilov, Maria Eleni Koppa, Andrey Kovatchev, Paweł Robert Kowal, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Eduard Kukan, Vytautas Landsbergis, Sabine Lösing, Ulrike Lunacek, María Muñiz De Urquiza, Raimon Obiols, Ria Oomen-Ruijten, Pier Antonio Panzeri, Mirosław Piotrowski, Hans-Gert Pöttering, Cristian Dan Preda, Nikolaos Salavrakos, György Schöpflin, Werner Schulz, Adrian Severin, Marek Siwiec, Charles Tannock, Geoffrey Van Orden, Sir Graham Watson, Boris Zala, Karim Zéribi

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Charalampos Angourakis, Elena Băsescu, Andrew Duff, Tanja Fajon, Hélène Flautre, Emilio Menéndez del Valle, Jean Roatta, Carmen Romero López, Helmut Scholz, Indrek Tarand, Ivo Vajgl

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Danuta Jazłowiecka, Sophocles Sophocleous

ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (5.9.2012)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel en migratie
(COM(2011)0751 – C7‑0433/2011 – 2011/0366(COD))

Rapporteur voor advies: Michèle Striffler

AMENDEMENTEN

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Visum 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, en artikel 79, leden 2 en 4,

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, artikel 79, leden 2 en lid 4, en artikel 208, lid 1,

Amendement 2

Voorstel voor een verordening

Visum 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

gezien de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Europese consensus betreffende humanitaire hulp,

Amendement 3

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) De doelstelling van de Unie om een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen, dient onder meer te worden verwezenlijkt door gemeenschappelijke maatregelen, als kader voor een asiel- en immigratiebeleid dat is gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten en dat billijk is voor derde landen en hun onderdanen. De Europese Raad van 2 december 2009 heeft erkend dat de financiële middelen binnen de Unie nog flexibeler en coherenter dienen te worden, zowel wat de reikwijdte als wat de toepasbaarheid betreft, om de ontwikkeling van het asiel- en migratiebeleid te ondersteunen.

(1) De doelstelling van de Unie om een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen, dient onder meer te worden verwezenlijkt door gemeenschappelijke maatregelen, als kader voor een asiel- en immigratiebeleid dat is gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten en dat billijk is voor derde landen en hun onderdanen. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt in het kader van de Europese consensus betreffende humanitaire hulp waarin is vastgelegd dat de Unie bij de uitvoering van al het beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden, rekening houdt met de doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking. De Europese Raad van 2 december 2009 heeft erkend dat de financiële middelen binnen de Unie nog flexibeler en coherenter dienen te worden, zowel wat de reikwijdte als wat de toepasbaarheid betreft, om de ontwikkeling van het asiel- en migratiebeleid te ondersteunen.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Het Fonds dient solidariteit te vertalen in financiële bijstand aan de lidstaten. Het dient te zorgen voor doeltreffender beheer van de migratiestromen naar de Unie op gebieden waarop de meerwaarde van de Unie maximaal is, met name door het verdelen van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten en het verdelen van de verantwoordelijkheid en het opvoeren van de samenwerking met derde landen.

(3) Het Fonds dient solidariteit te vertalen in financiële bijstand aan de lidstaten. Het dient te zorgen voor doeltreffender beheer van de migratiestromen naar de Unie op gebieden waarop de meerwaarde van de Unie maximaal is, met name door het verdelen van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten en het verdelen van de verantwoordelijkheid en het opvoeren van de samenwerking met derde landen. De organisaties in het maatschappelijk middenveld en de lokale en regionale autoriteiten in de lidstaten en in de derde landen moeten deelnemen aan de opzet, de uitvoering en de evaluatie van de uit dit Fonds gefinancierde meerjarige programma's. Het Europees Parlement en de nationale parlementen van de partnerlanden moeten ook naar behoren worden geïnformeerd en geraadpleegd over de activiteiten die uit hoofde van het Fonds voor asiel en migratie worden uitgevoerd.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) Het Fonds dient te worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Bij acties die in aanmerking komen dient met name rekening te worden gehouden met de specifieke situatie van kwetsbare personen en te worden gezorgd voor bijzondere aandacht en gerichte oplossingen voor niet-begeleide minderjarigen en andere minderjarigen die aan gevaar blootstaan.

(24) Het Fonds dient te worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in de verdragen van de Verenigde Naties over de mensenrechten. Bij acties die in aanmerking komen dient vanuit een op mensenrechten gestoelde benadering waarin de bescherming van migranten, vluchtelingen en asielzoekers centraal staat, met name rekening te worden gehouden met de specifieke situatie van kwetsbare personen en te worden gezorgd voor bijzondere aandacht en gerichte oplossingen voor vrouwen, niet-begeleide minderjarigen en andere minderjarigen die aan gevaar blootstaan.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) De uit het Fonds gesteunde maatregelen in of met betrekking tot derde landen dienen te worden genomen in synergie en samenhang met andere acties buiten de Unie die door de geografische en thematische EU-instrumenten voor externe bijstand worden ondersteund. Bij de uitvoering van dergelijke acties dient met name te worden gestreefd naar volledige overeenstemming met de beginselen en de algemene doelstellingen betreffende het externe optreden van de Unie ten aanzien van het land of de regio in kwestie. De uit het Fonds gesteunde maatregelen mogen niet strekken tot ondersteuning van rechtstreeks op ontwikkeling gerichte acties en dienen waar nodig de financiële bijstand uit de instrumenten voor externe hulp aan te vullen. Er dient tevens te worden gezorgd voor samenhang met het humanitair beleid van de Unie, met name wat betreft de verlening van noodhulp.

(25) De uit het Fonds gesteunde maatregelen in of met betrekking tot derde landen dienen te worden genomen in synergie en samenhang met andere acties buiten de Unie die door de geografische en thematische EU-instrumenten voor externe bijstand worden ondersteund. Bij de uitvoering van dergelijke acties dient met name te worden gestreefd naar volledige overeenstemming met de beginselen en de algemene doelstellingen betreffende het externe optreden van de Unie ten aanzien van het land of de regio in kwestie. De uit het Fonds gesteunde maatregelen mogen niet strekken tot ondersteuning van rechtstreeks op ontwikkeling gerichte acties en dienen waar nodig de financiële bijstand uit de instrumenten voor externe hulp aan te vullen met inachtneming van de samenhang in het beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking zoals is vastgesteld in de consensus inzake ontwikkeling (artikel 35). Er dient tevens voor te worden gezorgd dat de verlening van noodhulp consistent is met en een aanvulling vormt op het humanitaire beleid van de Unie waarbij de humanitaire beginselen worden geëerbiedigd zoals die zijn vastgelegd in de consensus betreffende humanitaire hulp.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 36

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(36) Het is voor de bevordering van de solidariteit van belang dat het Fonds bij noodsituaties waarin sprake is van grote migratiedruk op de lidstaten of derde landen of van massale toestroom van ontheemden, aanvullende steun biedt in de vorm van noodhulp overeenkomstig Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.

(36) Het is voor de bevordering van de solidariteit van belang dat het Fonds, in coördinatie en synergie met de humanitaire hulp van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming (ECHO), bij noodsituaties waarin sprake is van grote migratiedruk op de lidstaten of derde landen of van massale toestroom van ontheemden, aanvullende steun biedt in de vorm van noodhulp overeenkomstig Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De algemene doelstelling van het Fonds is in het kader van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht bij te dragen tot een doeltreffend beheer van de migratiestromen in de Unie, overeenkomstig het gemeenschappelijk beleid inzake asiel, subsidiaire bescherming en tijdelijke bescherming alsook het gemeenschappelijk immigratiebeleid.

1. De algemene doelstelling van het Fonds is in het kader van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht bij te dragen tot een doeltreffend beheer van de migratiestromen in de Unie, overeenkomstig het gemeenschappelijk beleid inzake asiel, subsidiaire bescherming en tijdelijke bescherming alsook het gemeenschappelijk immigratiebeleid, met inachtneming van de beleidssamenhang op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en een op mensenrechten gestoelde benadering waarin de bescherming van migranten, vluchtelingen en asielzoekers centraal staat.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de verbetering van de opvangvoorzieningen voor asielzoekers, de kwaliteit van de asielprocedures, de convergentie van de erkenningspercentages tussen de lidstaten en de hervestigingsinspanningen van de lidstaten;

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de verbetering van de opvangvoorzieningen voor asielzoekers, met name aan de grenzen, de kwaliteit van de asielprocedures, de convergentie van de erkenningspercentages tussen de lidstaten en de hervestigingsinspanningen van de lidstaten;

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter b – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) de legale migratie naar de Unie ondersteunen overeenkomstig de economische en sociale behoeften van de lidstaten en de werkelijke integratie van onderdanen van derde landen, waaronder asielzoekers en personen die internationale bescherming genieten, bevorderen.

b) de legale migratie naar de Unie ondersteunen overeenkomstig de economische en sociale behoeften van de lidstaten, de werkelijke integratie van onderdanen van derde landen bevorderen en de eerbiediging van de mensenrechten van migranten, waaronder asielzoekers en personen die internationale bescherming genieten, versterken.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter b – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de mate waarin onderdanen van derde landen deelnemen aan de arbeidsmarkt, het onderwijs en het democratisch bestel;

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de mate waarin onderdanen van derde landen deelnemen aan de arbeidsmarkt, het onderwijs en het democratisch bestel. De maatregelen die zijn genomen om deze doelstelling te verwezenlijken moeten met de gevolgen van de braindrain in derde landen rekening houden en deze beperken.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter c – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als het aantal repatrianten;

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als het aantal repatrianten, de duurzaamheid van de terugkeermaatregelen en de omvang van vrijwillige terugkeer;

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter d – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten bevorderen, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen.

d) de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten bevorderen, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, en een permanente dialoog met maatschappelijke organisaties ondersteunen voor de ontwikkeling van nationale programma's.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De organisaties in het maatschappelijk middenveld, de lokale en regionale autoriteiten en de nationale parlementen in de lidstaten en in de derde landen worden bij de opzet, de uitvoering en de evaluatie van de uit dit Fonds gefinancierde programma's geraadpleegd.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2ter. Deze doelstellingen worden verwezenlijkt door de lidstaten, door internationale organisaties, door niet-gouvernementele organisaties en lokale en/of regionale autoriteiten.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 quater. De Commissie onderwerpt de doelstellingen van het Fonds geregeld aan toezicht en evaluatie en zij beoordeelt de resultaten van de uitvoering en de doeltreffendheid van de programmering door middel van externe onafhankelijke evaluaties, om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen voor verbeteringen in toekomstige maatregelen te kunnen doen. Voorstellen van het Europees Parlement of de Raad voor externe onafhankelijke evaluaties worden terdege in aanmerking genomen. Alle belanghebbenden, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld, de nationale parlementen en lokale autoriteiten, worden door de Commissie in voorkomend geval bij de beoordeling van de hulp van de Unie op grond van deze verordening betrokken.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Teneinde legale migratie naar de Unie te vereenvoudigen en de in artikel 4, lid 1, onder g), bedoelde personen beter voor te bereiden op hun integratie in de gastsamenleving, komen in het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b), genoemde specifieke doelstelling en op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog, met name de volgende acties in het land van herkomst voor steun in aanmerking:

Teneinde legale migratie naar de Unie te vereenvoudigen en de in artikel 4, lid 1, onder g), bedoelde personen beter voor te bereiden op hun integratie in de gastsamenleving, komen in het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b), genoemde specifieke doelstelling en op basis van de conclusies van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. …/… [horizontale verordening] bedoelde beleidsdialoog en met inachtneming van de beleidssamenhang op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en in het bijzonder de verplichtingen van de Unie in het kader van de bestrijding van braindrain, met name de volgende acties in het land van herkomst voor steun in aanmerking:

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b), genoemde specifieke doelstelling worden subsidiabele acties uitgevoerd in het kader van samenhangende strategieën die worden uitgevoerd door niet-gouvernementele organisaties, lokale en/of regionale autoriteiten en specifiek de integratie op lokaal en/of regionaal niveau, naargelang het geval, moeten bevorderen van de in de artikel 4, lid 1, onder a) tot en met g), bedoelde personen. In dit kader zijn met name de volgende acties subsidiabel:

1. In het kader van de in artikel 3, lid 2, onder b), genoemde specifieke doelstelling worden subsidiabele acties uitgevoerd in het kader van samenhangende strategieën die worden uitgevoerd door internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties, lokale en/of regionale autoriteiten en specifiek de integratie op lokaal en/of regionaal niveau, naargelang het geval, moeten bevorderen van de in de artikel 4, lid 1, onder a) tot en met g), bedoelde personen. In dit kader zijn met name de volgende acties subsidiabel:

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Op initiatief van de Commissie kan het Fonds worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn en die de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen betreffen.

1. Op initiatief van de Commissie kan het Fonds worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn en die de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen betreffen, met inachtneming van de beleidssamenhang op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 2 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f). samenwerking met derde landen, met name in het kader van de uitvoering van overnameovereenkomsten, mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma's.

(f). samenwerking met derde landen, met name in het kader van de uitvoering van overnameovereenkomsten, mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma's in coördinatie en synergie met de ontwikkelingsfondsen beheerd door het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking (EuropeAid) gericht op acties op het gebied van migratie en asiel in deze landen;

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het Fonds verleent financiële bijstand om in het geval van een noodsituatie te voorzien in dringende en specifieke behoeften.

1. Het Fonds verleent financiële bijstand om in het geval van een noodsituatie te voorzien in dringende en specifieke behoeften. De maatregelen die in overeenstemming met dit artikel in derde landen worden uitgevoerd moeten consistent zijn met en een aanvulling vormen op het humanitaire beleid van de Unie en de humanitaire beginselen zoals vastgesteld in de consensus betreffende humanitaire hulp in acht nemen.

PROCEDURE

Titel

Asiel- en migratiefonds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0751 – C7-0443/2011 – 2011/0366(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

15.12.2011

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

DEVE

15.12.2011

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Michèle Striffler

15.2.2012

Behandeling in de commissie

9.7.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

3.9.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Thijs Berman, Ricardo Cortés Lastra, Nirj Deva, Leonidas Donskis, Catherine Grèze, Eva Joly, Filip Kaczmarek, Miguel Angel Martínez Martínez, Gay Mitchell, Norbert Neuser, Bill Newton Dunn, Birgit Schnieber-Jastram, Michèle Striffler, Alf Svensson, Keith Taylor, Patrice Tirolien, Anna Záborská, Iva Zanicchi

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Santiago Fisas Ayxela, Enrique Guerrero Salom, Fiona Hall, Gesine Meissner, Horst Schnellhardt

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Phil Prendergast

ADVIES van de Begrotingscommissie (17.9.2012)

aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel en migratie
(COM(2011)0751 – C7-0443/2011 – 2011/0366(COD))

Rapporteur voor advies: Monika Hohlmeier

BEKNOPTE MOTIVERING

Het Fonds voor asiel en migratie in de context van het wettelijk kader 2014-2020

Deze verordening over de oprichting van het Fonds voor asiel en migratie maakt deel uit van vier wetgevingsvoorstellen die de Commissie voorlegt met als doel een correcte aanpak van de migratiestromen en bedreigingen voor de veiligheid in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht voor de periode 2014-2020. De financiering hiervoor is momenteel afkomstig uit verscheidene aparte fondsen, zoals het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen, het Europees Terugkeerfonds, de programma's 'Preventie en bestrijding van criminaliteit' (ISEC) en 'Preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's' (CIPS), en het Buitengrenzenfonds. De Commissie stelt voor om de structuur van de programma's op het gebied van binnenlandse zaken te vereenvoudigen door het aantal fondsen tot twee te herleiden:

· het Fonds voor asiel en migratie en

· een Fonds voor interne veiligheid.

Op die manier wil de Commissie de uitgaven op EU-niveau beter afstemmen op de beleidsdoelstellingen ven de Unie. De nieuwe vormgeving van het volgende meerjarig financieel kader biedt eveneens een kans om de wijze van financiering op het vlak van binnenlandse zaken te verbeteren en te vereenvoudigen. Beide fondsen zullen zoveel mogelijk met identieke uitvoeringsmechanismen werken.

De begroting voor binnenlandse zaken

In juni 2011 diende de Commissie voorstellen in met betrekking tot het meerjarig financieel kader, waaronder een globale begroting voor binnenlandse zaken ten bedrage van 10,9 miljard euro voor de periode 2014-2020[1].

Dit bedrag dekt de uitgaven voor financiële programma's en de financiering voor grootschalige IT-systemen en de EU-agentschappen die actief zijn op het gebied van binnenlandse zaken[2].

Begroting binnenlandse zaken 2014-2020

(miljoen EUR – lopende prijzen)

Fonds voor asiel en migratie

met inbegrip van het hervestigingsprogramma en het Europees migratienetwerk

3.869

Fonds voor interne veiligheid

met inbegrip van nieuwe grootschalige IT-systemen

4.648

Bestaande grootschalige IT-systemen en IT-agentschap

822

Agentschappen

(Europol, Frontex, EASO, EPA en EWDD)

1.572

Totaal

10.911

Het Fonds voor asiel en migratie zal zich toespitsen op het geïntegreerd beheer van migratiestromen en verschillende aspecten van het gemeenschappelijke asiel- en immigratiebeleid van de EU bestrijken: acties in verband met asiel, legale migratie en de integratie van onderdanen van derde landen, alsook terugkeeroperaties.

De amendementen

De beheersvorm gedeeld beheer wordt almaar vaker geschikt bevonden voor alle beleidsgebieden inzake binnenlandse zaken en is uitgebreid tot het gebied interne veiligheid, waar deze beheersvorm voorheen niet werd gebruikt. Er moet bijgevolg voor gezorgd worden dat de uitvoering onder gedeeld beheer in overeenstemming is met de bepalingen van het Financieel Reglement. De rapporteur stelt in dit verband een aantal amendementen voor die erop gericht zijn de controle op de uitvoering onder gedeeld beheer te vergroten en de woordkeuze van het voorstel in overeenstemming te brengen met die van het herziene Financieel Reglement.

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement  1

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 1 bis (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

1 bis. wijst erop dat de in het wetgevingsvoorstel genoemde financiële middelen enkel een indicatie voor de wetgevingsautoriteit vormen en dat deze niet kunnen worden vastgesteld zolang er geen overeenstemming is bereikt over het voorstel voor een verordening tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020;

Amendement  2

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 1 ter (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

1 ter. herinnert aan zijn resolutie van 8 juni 2011 "Investeren in de toekomst: een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor een concurrerend, duurzaam en integratiegericht Europa"1; herhaalt dat er in het volgende MFK voldoende aanvullende financiële middelen ter beschikking moeten worden gesteld om de Unie in staat te stellen uitvoering te geven aan haar huidige beleidsprioriteiten en de nieuwe taken zoals vastgelegd in het Verdrag van Lissabon, alsook om in te spelen op onvoorziene gebeurtenissen; wijst erop dat er, zelfs als het niveau van de middelen van het volgende MFK ten minste 5% hoger ligt dan het niveau van 2013, slechts een bescheiden bijdrage kan worden geleverd aan het realiseren van de overeengekomen doelen en toezeggingen van de Unie en het beginsel van solidariteit in de Unie; vraagt de Raad, indien hij deze benadering niet deelt, duidelijk aan te geven welke van zijn politieke prioriteiten of projecten ondanks de bewezen Europese meerwaarde ervan geheel kunnen worden opgegeven.

 

__________

 

 

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0266.

Amendement  3

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 1 quater (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

1 quater. benadrukt dat de Commissie deze beleidsprioriteiten in het licht van de reeds door de Unie vastgestelde taken op vooruitziende en gepaste wijze in het voorstel moet behandelen;

Amendement  4

Ontwerpwetgevingsresolutie

Paragraaf 1 quinquies (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

1 quinquies. herhaalt dat gedelegeerde handelingen in het Verdrag van Lissabon uitsluitend voorzien zijn als niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking die betrekking hebben op niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling; blijft daarom bij zijn kritiek op het wijdverbreide gebruik van gedelegeerde handelingen en dringt erop aan dat essentiële elementen in de wetgevingshandeling in kwestie moeten worden vastgelegd;

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 8 juni 2011 getiteld "Investeren in de toekomst: een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor een concurrerend, duurzaam en integratiegericht Europa"1 gewezen op de noodzaak van een geïntegreerde aanpak van dringende problemen op het gebied van immigratie en asiel en van het beheer van de buitengrenzen van de Unie, waarvoor voldoende financiering en ondersteunende instrumenten om in noodsituaties te kunnen optreden, beschikbaar moeten komen en waarbij alle lidstaten in een geest van eerbiediging van de mensenrechten en solidariteit moeten samenwerken, met inachtneming van nationale verantwoordelijkheden en een duidelijke taakomschrijving. Voorts merkte het Parlement in dit opzicht op dat de steeds groter worden uitdagingen waarmee Frontex, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en de beschikbare fondsen voor solidariteit en het beheer van de migratiestromen worden geconfronteerd, naar behoren in aanmerking moeten worden genomen.

 

__________________

 

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0266.

Motivering

Zie paragraaf 107 van de resolutie van 8 juni 2011 over "investeren in de toekomst: een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor een concurrerend, duurzaam en integratiegericht Europa".

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 ter) In zijn resolutie van 8 juni 20111 heeft het Parlement tevens benadrukt dat er voor meer synergie tussen verschillende fondsen en programma's moet worden gezorgd, en erop gewezen dat er door vereenvoudiging van het beheer van de fondsen en door het toestaan van kruisfinanciering meer middelen aan gemeenschappelijke doelstellingen kunnen worden toegewezen. Het heeft zich daarnaast ingenomen getoond met het voornemen van de Commissie om het totale aantal begrotingsinstrumenten voor binnenlandse zaken te beperken en onder te brengen in een tweepijlerstructuur, en waar mogelijk gedeeld beheer toe te passen, en heeft uiting gegeven aan zijn mening dat deze benadering een aanzienlijke bijdrage zal leveren aan de vereenvoudiging, rationalisatie, consolidatie en transparantie van de huidige fondsen en programma's. Het Parlement heeft echter benadrukt dat de verschillende doelstellingen van het binnenlandse beleid niet door elkaar mogen worden gegooid.

 

__________________

 

1 Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0266.

Motivering

Zie paragraaf 109 van de resolutie van 8 juni 2011 over "investeren in de toekomst: een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor een concurrerend, duurzaam en integratiegericht Europa".

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16) Het Fonds dient de lidstaten te ondersteunen bij het ontwikkelen van strategieën voor de organisatie van legale migratie door hun algemene capaciteit op te voeren op het gebied van ontwikkeling, uitvoering, controle en evaluatie van alle strategieën, beleidsinitiatieven en maatregelen inzake immigratie en integratie van onderdanen van derde landen, met inbegrip van EU-rechtsinstrumenten. Het Fonds dient ook de uitwisseling van informatie en beste praktijken te ondersteunen, evenals de samenwerking tussen verschillende bestuursdiensten en tussen de lidstaten.

(16) Het Fonds dient de lidstaten te ondersteunen bij het ontwikkelen van strategieën voor de organisatie van legale migratie door hun algemene capaciteit op te voeren op het gebied van ontwikkeling, uitvoering, controle en evaluatie van alle strategieën, beleidsinitiatieven en maatregelen inzake immigratie en integratie van onderdanen van derde landen, met inbegrip van EU-rechtsinstrumenten. Het Fonds dient ook de uitwisseling van informatie en beste praktijken te ondersteunen, evenals de samenwerking tussen verschillende bestuursdiensten en tussen de lidstaten. Technische bijstand is van essentieel belang om de lidstaten in staat te stellen de uitvoering van hun nationale programma's te ondersteunen, de begunstigden te helpen aan hun verplichtingen te voldoen en zodoende de zichtbaarheid van de EU-fondsen te vergroten en de toegang ertoe te verbeteren.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 24

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24) Het Fonds dient te worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Bij acties die in aanmerking komen dient met name rekening te worden gehouden met de specifieke situatie van kwetsbare personen en te worden gezorgd voor bijzondere aandacht en gerichte oplossingen voor niet-begeleide minderjarigen en andere minderjarigen die aan gevaar blootstaan.

(24) Het Fonds dient te worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de rechten en beginselen die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag van Genève van 28 juli 1951. Bij acties die in aanmerking komen dient met name rekening te worden gehouden met de specifieke situatie van kwetsbare personen en te worden gezorgd voor bijzondere aandacht en gerichte oplossingen voor niet-begeleide minderjarigen en andere minderjarigen die aan gevaar blootstaan.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25) De uit het Fonds gesteunde maatregelen in of met betrekking tot derde landen dienen te worden genomen in synergie en samenhang met andere acties buiten de Unie die door de geografische en thematische EU-instrumenten voor externe bijstand worden ondersteund. Bij de uitvoering van dergelijke acties dient met name te worden gestreefd naar volledige overeenstemming met de beginselen en de algemene doelstellingen betreffende het externe optreden van de Unie ten aanzien van het land of de regio in kwestie. De uit het Fonds gesteunde maatregelen mogen niet strekken tot ondersteuning van rechtstreeks op ontwikkeling gerichte acties en dienen waar nodig de financiële bijstand uit de instrumenten voor externe hulp aan te vullen. Er dient tevens te worden gezorgd voor samenhang met het humanitair beleid van de Unie, met name wat betreft de verlening van noodhulp.

(25) De uit het Fonds gesteunde maatregelen in of met betrekking tot derde landen dienen te worden genomen in synergie en samenhang met andere acties buiten de Unie die door de geografische en thematische EU-instrumenten voor externe bijstand worden ondersteund. Bij de uitvoering van dergelijke acties dient met name te worden gestreefd naar volledige overeenstemming met de beginselen en de algemene doelstellingen betreffende het externe optreden van de Unie ten aanzien van het land of de regio in kwestie. De uit het Fonds gesteunde maatregelen mogen niet strekken tot ondersteuning van rechtstreeks op ontwikkeling gerichte acties en dienen waar nodig de financiële bijstand uit de instrumenten voor externe hulp aan te vullen. Er dient tevens te worden gezorgd voor samenhang met het humanitair beleid van de Unie, met name wat betreft de verlening van noodhulp. De Commissie dient, bijgestaan door de EDEO, een doeltreffend mechanisme ter waarborging van deze samenhang op te zetten.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 35 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 bis) Bij de vereenvoudiging van de financieringsstructuren – met behoud van flexibiliteit – moet de voorspelbaarheid en betrouwbaarheid worden gehandhaafd en moet via de nationale programma's het juiste evenwicht worden gewaarborgd tussen de toewijzingen uit de fondsmiddelen voor de verschillende doelstellingen van het fonds. Derhalve moet binnen het meerjarig financieel kader 2014-2020 een billijk deel van de financiële middelen aan het Fonds voor asiel en migratie worden toegewezen om te waarborgen dat de ondersteuning van de voor het meerjarig financieel kader 2007-2013 vastgestelde doelstellingen van het Vluchtelingenfonds en het Integratiefonds wordt voortgezet.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 41 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(41 bis) Wanneer de Commissie de communautaire begroting onder gedeeld beheer uitvoert, worden de taken tot uitvoering van de begroting aan de lidstaten gedelegeerd. De Commissie en de lidstaten handelen met inachtneming van de beginselen van gezond financieel beheer, transparantie en non-discriminatie en geven zichtbaarheid aan het optreden van de Unie wanneer zij middelen van de Unie beheren. Daartoe komen de Commissie en de lidstaten hun respectieve controle- en auditverplichtingen na en nemen zij de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden op zich die in deze verordening zijn vastgesteld. Aanvullende voorschriften worden vastgesteld in sectorspecifieke voorschriften.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 42 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(42 bis) De besteding van middelen op dit gebied moet beter gecoördineerd worden om voor complementariteit, meer efficiëntie en een grotere zichtbaarheid te zorgen en meer budgettaire synergie te bereiken.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 42 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(42 ter) De impact van de EU-financiering moet middels het mobiliseren, samenvoegen en stimuleren van openbare en particuliere financieringsbronnen gemaximaliseerd worden.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 42 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(42 quater) Er moet gezorgd worden voor een zo groot mogelijke transparantie, verantwoordingsplicht en democratische toetsing van de instrumenten en mechanismen voor innovatieve financiering waarbij de EU-begroting betrokken is.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 42 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(42 quinquies) Voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het fonds moeten een betere uitvoering en een betere kwaliteit van de bestedingen als richtsnoeren worden gehanteerd, waarbij een optimaal gebruik van de financiële middelen wordt gewaarborgd.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Overweging 42 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(42 sexies) Het is belangrijk ervoor te zorgen dat het fonds financieel goed wordt beheerd en zo doeltreffend en gebruikersvriendelijk mogelijk wordt uitgevoerd, en tegelijk de rechtszekerheid en de toegankelijkheid van het fonds voor alle deelnemers te garanderen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Overweging 42 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(42 septies) De Commissie moet de uitvoering van het fonds jaarlijks controleren met behulp van kernindicatoren voor de beoordeling van resultaten en effecten. De indicatoren, met inbegrip van relevante referentiescenario's, leveren de minimumbasis voor de beoordeling van de mate waarin de doelstellingen van het fonds bereikt zijn.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – letter f – punt i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i) zware migratiedruk in een of meer lidstaten die worden gekenmerkt door een grote en onevenredige instroom van onderdanen van derde landen, waardoor de voorzieningen voor opvang en voor bewaring en de asielstelsels en -procedures onder grote druk komen te staan,

i) het feit dat een of meer lidstaten wordt/worden geconfronteerd met een onevenredig aantal asielaanvragen en een grote instroom van onderdanen van derde landen, waardoor de technische, administratieve voorzieningen, infrastructuurvoorzieningen voor opvang en de asielstelsels onder grote druk komen te staan,

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter b – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan indicatoren als de mate waarin onderdanen van derde landen deelnemen aan de arbeidsmarkt, het onderwijs en het democratisch bestel;

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt afgemeten aan kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren zoals de mate waarin onderdanen van derde landen deelnemen aan de arbeidsmarkt, het onderwijs en het democratisch bestel;

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2 – letter d – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d) de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten bevorderen, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen.

d) de solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten bevorderen, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, onder meer door praktische samenwerking.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 5– lid 1 – letter a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis) opzetten en versterken van administratieve structuren, systemen en opleiding van personeel, administratieve en rechterlijke autoriteiten en rechtsbijstandsvoorzieningen, teneinde een eenvoudig, efficiënt en soepel regularisatieproces te waarborgen voor alle verzoeken inzake asiel en migratie;

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 – letter a ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter) opzetten, verbeteren en onderhouden van de infrastructuren en diensten in verband met huisvesting;

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Voor de tenuitvoerlegging van deze verordening is in totaal 3,869 miljard euro beschikbaar.

1. Het financieel referentiebedrag, zoals bepaald in punt [17] van het interinstitutioneel akkoord van XX/201Z tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, voor de tenuitvoerlegging van deze verordening voor de jaren 2014-2020 is 3,869 miljard euro.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De jaarlijkse toewijzing voor het Fonds wordt door de begrotingsautoriteit binnen de grenzen van het financieel kader goedgekeurd.

2. De jaarlijkse toewijzing voor het Fonds wordt door de begrotingsautoriteit goedgekeurd onverminderd de bepalingen van de verordening tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 en het Interinstitutioneel Akkoord van xxx/201z tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 3 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. De totale middelen worden aangewend via:

3. Het voornaamste referentiebudget wordt aangewend via:

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De totale middelen die op grond van deze verordening beschikbaar zijn, worden uitgevoerd onder gedeeld beheer, overeenkomstig [artikel 55, lid 1, onder b), van het nieuw Financieel Reglement]1, behalve wanneer het gaat om de in artikel 21 bedoelde EU-acties, de in artikel 22 bedoelde noodhulp, het in artikel 23 bedoelde Europees migratienetwerk en de in artikel 24 bedoelde technische bijstand.

4. Het financiële referentiebedrag dat op grond van deze verordening beschikbaar is, wordt uitgevoerd onder direct beheer (met name wanneer het gaat om de in artikel 21 bedoelde EU-acties, de in artikel 22 bedoelde noodhulp, het in artikel 23 bedoelde Europees migratienetwerk en de in artikel 24 bedoelde technische bijstand) of onder gedeeld beheer, overeenkomstig [artikel 55, lid 1, onder b), van het nieuw Financieel Reglement]1.

1 Driejaarlijkse herziening van het Financieel Reglement - Voorstel van de Commissie COM(2010)0260.

1 Verordening tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de jaarlijkse begroting van de Unie (COM(2010)815 definitief van 22.12.2010).

Motivering

De uitvoering van de EU-begroting onder gedeeld beheer moet de uitzondering zijn, niet de regel.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. De Commissie blijft conform artikel 317 van het VWEU verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van de Unie en brengt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de operaties die door andere entiteiten dan de lidstaten worden uitgevoerd.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 5 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De totale middelen worden als volgt gebruikt (indicatieve bedragen):

5. Onverminderd de prerogatieven van de begrotingsautoriteit wordt het voornaamste referentiebudget als volgt gebruikt (indicatieve bedragen):

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Een indicatief bedrag van 3,232 miljard euro wordt als volgt toegewezen aan de lidstaten;

1. Onverminderd de prerogatieven van de begrotingsautoriteit wordt een indicatief bedrag van 3,232 miljard euro als volgt toegewezen aan de lidstaten:

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De middelen die worden toegewezen voor de verwezenlijking van de in artikel 3, lid 2, genoemde doelstellingen worden op billijke, evenwichtige en transparante wijze verdeeld. De lidstaten waarborgen dat alle uit dit Fonds ondersteunde acties verenigbaar zijn met het EU-acquis inzake asiel en immigratie, ook als de betrokken maatregelen niet bindend zijn voor, noch van toepassing zijn op hen.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis. De Commissie waarborgt een eerlijke en rechtvaardige verdeling van de middelen voor de in artikel 3, lid 2, bedoelde doelstellingen.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Het Fonds verleent financiële bijstand om in het geval van een noodsituatie te voorzien in dringende en specifieke behoeften.

1. Het Fonds verleent financiële bijstand om in het geval van een noodsituatie als bedoeld in artikel 2, onder f), te voorzien in dringende en specifieke behoeften.

PROCEDURE

Titel

Asiel- en migratiefonds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0751 – C7-0443/2011 – 2011/0366(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

15.12.2011

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

BUDG

15.12.2011

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Monika Hohlmeier

15.2.2012

Datum goedkeuring

6.9.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

31

2

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Richard Ashworth, Reimer Böge, Zuzana Brzobohatá, Jean-Luc Dehaene, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Lucas Hartong, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Sergej Kozlík, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Giovanni La Via, George Lyon, Claudio Morganti, Jan Mulder, Juan Andrés Naranjo Escobar, Dominique Riquet, Derek Vaughan, Angelika Werthmann

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Burkhard Balz, Maria Da Graça Carvalho, Edit Herczog, Jürgen Klute, Constanze Angela Krehl, Peter Šťastný, Georgios Stavrakakis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Luigi Berlinguer

  • [1]  COM(2011)500 definitief van 29 juni 2011.
  • [2]  Bron: mededeling van de Europese Commissie getiteld "De totstandbrenging van een open en veilig Europa: de begroting voor binnenlandse zaken 2014-2020" – COM(2011)0749.

PROCEDURE

Titel

Asiel- en migratiefonds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0751 – C7-0443/2011 – 2011/0366(COD)

Datum indiening bij EP

15.11.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

LIBE

15.12.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

15.12.2011

DEVE

15.12.2011

BUDG

15.12.2011

EMPL

15.12.2011

Geen advies

       Datum besluit

EMPL

15.12.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Sylvie Guillaume

5.12.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

20.3.2012

10.7.2012

11.10.2012

10.12.2012

 

9.1.2014

 

 

 

Datum goedkeuring

9.1.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

45

4

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Philipp Albrecht, Roberta Angelilli, Edit Bauer, Emine Bozkurt, Salvatore Caronna, Philip Claeys, Carlos Coelho, Ioan Enciu, Frank Engel, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Kinga Gál, Kinga Göncz, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Timothy Kirkhope, Baroness Sarah Ludford, Svetoslav Hristov Malinov, Véronique Mathieu Houillon, Anthea McIntyre, Claude Moraes, Antigoni Papadopoulou, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Csaba Sógor, Renate Sommer, Wim van de Camp, Axel Voss, Renate Weber, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka, Auke Zijlstra

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Alexander Alvaro, Mariya Gabriel, Stanimir Ilchev, Ulrike Lunacek, Hubert Pirker, Zuzana Roithová, Joanna Senyszyn, Marie-Christine Vergiat, Janusz Wojciechowski

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Leonardo Domenici, Christian Engström, Enrique Guerrero Salom, Nadja Hirsch, Olle Ludvigsson

Datum indiening

14.1.2014