VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 over afvalstoffen

30.1.2014 - (COM(2013)0516 – C7‑0217/2013 – 2013/0239(COD)) - ***I

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Bart Staes
PR_COD_1amCom


Procedure : 2013/0239(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0069/2014
Ingediende teksten :
A7-0069/2014
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen

(COM(2013)0516 – C7‑0217/2013 – 2013/0239(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0516),

–   gezien art. 294, lid2, en art. 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0217/2013),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien het advies van het Comité van de Regio's van ....[1]

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0069/2014),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1) Regulation (EC) Om het milieu te beschermen zijn bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen voorschriften vastgesteld voor de overbrenging van afvalstoffen binnen de Unie en tussen de lidstaten en derde landen. Er zijn echter lacunes vastgesteld bij de handhaving van de voorschriften en bij de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitgevoerde controles, onder meer als gevolg van onduidelijke bepalingen in die verordening.

(1) Om het milieu te beschermen zijn bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen voorschriften vastgesteld voor de overbrenging van afvalstoffen binnen de Unie en tussen de lidstaten en derde landen. Gecoördineerde controles in de lidstaten tussen 2003 en 2010 hebben uitgewezen dat 20 tot 51 % van de geïnspecteerde afvaltransporten illegaal plaatsvonden, zijn er beduidende discrepanties en lacunes vastgesteld bij de handhaving van de voorschriften en bij de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitgevoerde controles, onder meer als gevolg van onduidelijke bepalingen en te weinig specifieke verplichtingen in die verordening.

_____________

________________

13 PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1.

13 PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1.

Motivering

Het is belangrijk om melding te maken van de zeer hoge frequentie van illegale afvaltransporten die de laatste jaren consistent wordt geconstateerd, om de noodzaak van wijzigingen in de wetgeving te onderstrepen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) Een doeltreffende handhaving van de voorschriften en efficiënte controles van afvaltransporten zouden niet alleen ernstige gevolgen voor het milieu en de gezondheid als gevolg van illegale afvaltransporten voorkomen, maar ook tot aanzienlijke kostenbesparingen leiden en directe economische voordelen voor de lidstaten en meewerkende ondernemingen opleveren. V

Motivering

Volgens een studie van de Commissie * komt 1% illegaal afvaltransport neer op een totaal van 2,8 miljoen ton per jaar. Een percentage van 25% zoals in de meest recente inspectierapporten is geconstateerd betekent dus een totaal van 70 miljoen ton illegaal vervoerd afval per jaar. Afgezien van de ernstige gevolgen voor gezondheid en milieu, ondermijnt het hoge percentage illegale afvaltransporten de bedrijfstakken die afval legaal verwerken en verwijderen. Volledige naleving van de Europese afvalwetgeving zou een kostenbesparing opleveren van €72 miljard /jaar over de gehele EU. Handhaving van de afvaltransportverordening is dus een sine qua non om deze voordelen te kunnen realiseren.

* “Implementing EU waste legislation for green growth”, DG ENV, 29 november 2011,

http://ec.europa.eu/environment/waste/studies/pdf/study%2012%20FINAL%20REPORT.pdf

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2) Een adequate planning van de controles van overbrengingen van afvalstoffen is noodzakelijk om de voor de controles van afvaltransporten vereiste capaciteit op te bouwen en illegale transporten te voorkomen. De bepalingen van artikel 50 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de handhaving van de voorschriften en de controles moeten daarom worden aangescherpt met het oog op een regelmatige en consistente planning van de controles. De planning moet een aantal belangrijke elementen omvatten: risicobeoordelingen, strategieën, doelstellingen, prioriteiten, het aantal en de aard van de geplande controles, de taakverdeling, de instrumenten voor samenwerking tussen autoriteiten en de voorzieningen voor de opleiding van controleurs.

(2) Een adequate planning van de controles van overbrengingen van afvalstoffen is noodzakelijk om in de lidstaten de voor de controles van afvaltransporten vereiste capaciteit en efficiëntie op te bouwen en illegale transporten te voorkomen. De bepalingen van artikel 50 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de handhaving van de voorschriften en de controles moeten daarom worden aangescherpt met het oog op een systematische aanpak voor de regelmatige en consistente planning en uitvoering van de controles. De planning moet een aantal belangrijke elementen omvatten: analyse, risicobeoordelingen, strategieën, doelstellingen, prioriteiten, het aantal en de aard van de geplande controles, de inrichtingen voor inzameling, opslag en sortering van afvalstoffen, de taakverdeling, de instrumenten voor samenwerking tussen autoriteiten, alsook de voorzieningen voor de opleiding en kwalificatie van de controle- en inspectie-instanties. Daadwerkelijke vooruitgang bij de preventie van illegale transporten kan echter alleen worden bereikt door correcte uitvoering van de plannen, in combinatie met krachtige handhavingsactiviteiten door de lidstaten.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis) Voor een betere toegang tot milieugegevens krachtens het Verdrag van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (het Verdrag van Aarhus), dat namens de Unie is goedgekeurd bij Besluit 2005/370/EG van de Raad 1a, moeten het niveau en de kwaliteit van de informatie voor het publiek worden verbeterd. De planning en de resultaten van de controles, de eventueel door de betrokken autoriteiten in vervolg op de controles genomen corrigerende maatregelen, de namen van bij illegale transporten betrokken marktdeelnemers, en de opgelegde sancties moeten permanent voor het publiek toegankelijk zijn, ook langs elektronische weg.

 

____________

 

Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 over de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de toegang tot informatie, inspraak bij de besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van van 17.5.2005, blz.1).

Motivering

Hier is het belangrijk dat wordt verwezen naar het Verdrag van Aarhus dat onder meer de toegang tot milieuinformatie moet bevorderen. De planning en de resultaten van de controles, en in vervolg daarop genomen maatregelen moeten permanent voor het publiek toegankelijk zijn. Dat is een belangrijke manier om te zorgen voor deugdelijke plannen en om samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen. Omdat er geen gevoelige informatie in de plannen besloten ligt moeten zij permanent voor het publiek toegankelijk zijn, en niet alleen op verzoek. Daardoor vermindert ook de werklast voor de lidstaten.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Er bestaan uiteenlopende regels binnen de Unie met betrekking tot de mogelijkheid van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten om informatie van afvalexporteurs te eisen om de legaliteit van transporten te controleren. Deze informatie kan verband houden met de vraag of de stof of het voorwerp "afval" is in de zin van Verordening (EG) nr. 1013/2006, of met de vraag of de afvalstoffen zullen worden vervoerd naar ecologisch verantwoorde installaties in overeenstemming met artikel 49 van de verordening. Artikel 50 van de verordening moet daarom voorzien in de mogelijkheid dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten informatie van verdachte exporteurs van illegaal afval eisen om de legaliteit van transporten te controleren.

(3) Er bestaan uiteenlopende regels binnen de Unie met betrekking tot de bevoegdheid en mogelijkheid van de betrokken autoriteiten in de lidstaten om informatie van afvalexporteurs te eisen om de legaliteit van transporten te controleren. Deze informatie kan verband houden met de vraag of de stof of het voorwerp "afval" is in de zin van Verordening (EG) nr. 1013/2006, de vraag of het afvaltransport onder artikel 36 valt, of met de vraag of de afvalstoffen zullen worden vervoerd naar ecologisch verantwoorde installaties in overeenstemming met artikel 49 van de verordening. Artikel 50 van de verordening moet daarom voorzien in de mogelijkheid dat de betrokken autoriteiten in de lidstaten informatie van verdachte exporteurs van illegaal afval eisen om de legaliteit van transporten te controleren. Indien de exporteur de gevraagde informatie niet an leveren, moet het transport als illegaal worden beschouwd.

Motivering

Omdat bij controles op transporten niet alleen de bevoegde autoriteiten maar ook politie en douane worden ingeschakeld, is het juister te spreken van betrokken autoriteiten.

De autoriteiten moeten ook het bewijs van de aard van de soort afval kunnen verlangen om de naleving van het uitvoerverbod te kunnen verzekeren.

Het is niet adequaat om de controles te beperken tot gevallen van ‘verdenking van illegaal transport’. Daardoor komen de controles in hun geheel op losse schroeven te staan. De verkeerspolitie kan de papieren van iedereen controleren, en niet alleen van degenen die zij van overtreding verdenkt. Dat moet voor de autoriteiten ook gelden bij afvaltransporten.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4) Illegale overbrengingen van afvalstoffen zijn vaak afkomstig uit ongecontroleerde inrichtingen voor de inzameling, de opslag en het sorteren van afvalstoffen. Deze sites moeten daarom aan controlevoorschriften worden onderworpen.

(4) Illegale overbrengingen van afvalstoffen zijn vaak afkomstig uit ongecontroleerde inrichtingen voor de inzameling, de opslag en het sorteren van afvalstoffen. Deze sites moeten daarom aan controlevoorschriften worden onderworpen. Daarnaast moet de Commissie de mogelijkheid overwegen een voor de gehele EU geldend certificeringssysteem voor gevaarlijke afvalverwerkingsinstallaties in te voeren en, indien nodig, een voorstel indienen.

Motivering

Recycling van hoge kwaliteit is van groot belang voor de terugwinning van secundaire grondstoffen en voor de milieuvriendelijke verwerking van gevaarlijke afvalstoffen. In de verordening wordt aangenomen dat de kwaliteit van de verwerking in de gehele EU gelijk is. Dit is niet het geval. Een in de gehele EU geldend certificeringssysteem zou dus helpen om de situatie te verbeteren. Voorts zal een beter toezicht op en het beter nagaan van afvalstromen bijdragen tot het voorkomen van illegale transporten.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Illegale afvaltransporten kunnen zeer negatieve gevolgen hebben voor het milieu en de gezondheid, de interne markt verstoren en leiden tot een aanmerkelijk verlies van grondstoffen. De lidstaten moeten het belang van deze gevolgen erkennen en naast controlemaatregelen ook de bedrijvigheid van rechtspersonen en natuurlijke personen die illegale transporten faciliteren, beboeten en stilleggen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag moet aan de Commissie worden overgedragen zodat het mogelijk is de nodige technische en organisatorische eisen vast te stellen voor de praktische uitvoering van elektronische gegevensuitwisseling. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau.

(6) De bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet aan de Commissie worden overgedragen, met het oog op aanpassing van de bijlagen aan wetenschappelijke en technische vooruitgang, vaststelling van voorwaarden en eisen in verband met vooraf goedgekeurde inrichtingen voor nuttige toepassing, en vaststelling van de nodige technische en organisatorische eisen voor de praktische uitvoering van elektronische gegevensuitwisseling. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Motivering

De Commissie stelt enkel een gedeeltelijke aanpassing voor van de comitologie-bepalingen van artikel 290 VWEU, omdat voor de rest, de bijlagen, de aanpassing wordt voorgesteld in het kader van het zogenoemde ‘omnibus’ –voorstel (verzamelvoorstel). Dat zou echter twee gedeeltelijke en ongecoördineerde aanpassingsprocedures opleveren. Het is beter met dit amendement de verordening in zijn geheel aan te passen dan hier een gedeelte en andere delen via het omnibus-voorstel.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 bis) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Deze bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad1a .

 

_____________

 

Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

Motivering

Nodig wegens de invoering van twee nieuwe uitvoeringshandelingen, zie volgende overweging.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 ter) De onderzoeksprocedure moet worden gebruikt voor de opstelling van een vergelijkende tabel voor douanecodes en afvalcodes zoals gebruikt in de bijlagen III – V van verordening (EG) nr. 1013/2006 en ook voor de vaststelling van een geharmoniseerd protocol voor verzameling, registratie en rapportering van gegevens over de handhaving van deze verordening en de bestraffing van overtredingen.

Motivering

De procedure voor de nieuwe uitvoeringshandeling moet nader worden beschreven.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(7 quater) De Commissie moet een gegevensbank over illegale afvaltransporten binnen, naar en vanuit de Unie invoeren en onderhouden.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) De Commissie kan richtsnoeren vaststellen voor de toepassing van artikel 12, lid 1, onder g), van de verordening; richtsnoeren voor de toepassing van artikel 15 van de verordening; richtsnoeren voor de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten ten aanzien van illegale overbrengingen; nadere aanwijzingen voor het gebruik van talen; nadere toelichtingen bij de procedurevoorschriften van titel II van de verordening wat betreft de toepassing ervan op de uitvoer, de invoer en de doorvoer van afvalstoffen respectievelijk uit, in en door de Gemeenschap.

(8) De Commissie moet richtsnoeren vaststellen voor methoden voor de berekening van de borgsom of gelijkwaardige verzekering bedoeld in artikel 6 van verordening nr. (EG) nr. 1013/2006, richtsnoeren voor de toepassing van artikel 12, lid 1, onder g), van de verordening; richtsnoeren voor de toepassing van artikel 15 van de verordening; richtsnoeren voor de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten ten aanzien van illegale overbrengingen; nadere aanwijzingen voor het gebruik van talen; nadere toelichtingen bij de procedurevoorschriften van titel II van de verordening wat betreft de toepassing ervan op de uitvoer, de invoer en de doorvoer van afvalstoffen respectievelijk uit, in en door de Unie; richtsnoeren voor sancties die doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, als bedoeld in artikel 50, lid 1, ) van verordening nr. (EG) nr. 1013/2006, en richtsnoeren voor de wijze waarop een risicobeoordeling moet worden uitgevoerd, als bedoeld in artikel 50, lid 2 bis, punt b) van verordening nr. (EG) nr. 1013/2006.

Motivering

In de beoordeling werd geconcludeerd dat een combinatie van wettelijke verplichtingen en richtsnoeren de laagste nettokosten meebrengen en de meest positieve economische, sociale en ecologische effecten hebben. De uitvaardiging van richtsnoeren moet daarom bindend worden voorgeschreven.

Een recente gecoördineerde audit op de handhaving van de afvaltransportverordening bracht grote discrepanties aan het licht tussen de 8 landen op het punt van de bestraffing van overtredingen. Ook bleek dat de meeste landen slechts beperkt gebruik maken van de sanctiemogelijkheden.

De risicobeoordeling is een centraal element in de planning van de controles; as such it would be beneficial to have guidance thereon

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 2 – punt 36

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

‘36. "hergebruik": elke handeling waarbij producten of componenten die geen afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld.

‘36. "hergebruik": hergebruik als omschreven in artikel 3, lid 13, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad*;

 

___________

 

* Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

Motivering

In navolging van soortgelijke definities in de afvaltransportverordening, is het juister om een dynamische definitie te kiezen door verwijzing naar de definitie in de afvalkaderrichtlijn.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 2 – punt 36 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis) aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

’36 bis. "controle": acties door of namens de betrokken autoriteiten om te controleren of een inrichting, een onderneming, een makelaar, een handelaar, een afvaltransport of de daarmee verband houdende nuttige toepassing of verwijdering aan de relevante voorschriften in deze verordening voldoet.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 14– lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter) In artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd:

 

‘6. De Commissie wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 59 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot nadere voorwaarden en eisen in verband met vooraf goedgekeurde inrichtingen voor nuttige toepassing.’

Motivering

Hiermee wordt de uitvoeringmaatregel van art. 59, lid 2, b) van deze verordening overgeheveld naar de aanpassing, die in het voorstel van de Commissie ontbreekt. Vragen rond de nadere voorwaarden en eisen in verband met vooraf goedgekeurde inrichtingen voor nuttige toepassing zijn nog steeds relevant, zodat de Commissie bevoegdheden nodig heeft om hier via gedelegeerde handelingen te kunnen optreden.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 quater (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 26– lid 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 quater) Artikel 26, lid 4, wordt vervangen door:

4. Met goedkeuring van de betrokken bevoegde autoriteiten en van de kennisgever kunnen de in lid 1 bedoelde informatie en documenten worden ingediend en uitgewisseld door middel van elektronische gegevensuitwisseling met elektronische handtekening of elektronische authentificatie als bedoeld in Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen [20], of met een vergelijkbaar elektronisch authentificatiesysteem dat dezelfde mate van beveiliging biedt. In dergelijke gevallen kunnen organisatorische regelingen betreffende de elektronische gegevensuitwisseling worden getroffen.

'4. Met goedkeuring van de betrokken bevoegde autoriteiten en van de kennisgever kunnen de in lid 1 bedoelde informatie en documenten worden ingediend en uitgewisseld door middel van elektronische gegevensuitwisseling met elektronische handtekening of elektronische authentificatie als bedoeld in Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad* of met een vergelijkbaar elektronisch authentificatiesysteem dat dezelfde mate van beveiliging biedt. In dergelijke gevallen kunnen organisatorische regelingen betreffende de elektronische gegevensuitwisseling worden getroffen.

 

Zodra de technische en organisatorische eisen voor de praktische uitvoering van elektronische gegevensuitwisseling zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 26, lid 5, worden de in lid 1 bedoelde informatie en documenten ingediend en uitgewisseld door middel van elektronische gegevensuitwisseling met elektronische handtekening of elektronische authentificatie als bedoeld in Richtlijn 1999/93/EG of met een vergelijkbaar elektronisch authentificatiesysteem dat dezelfde mate van beveiliging biedt.

_____________

_______________

* PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

*Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12).

Motivering

Elektronische gegevensuitwisseling zou het werk van de administraties enorm vergemakkelijken. Zodra de technische en organisatorische eisen zijn goedgekeurd, moet het verplicht worden om de relevante documenten elektronisch in te dienen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 2

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 26 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 59 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot technische en organisatorische eisen voor de praktische uitvoering van elektronische gegevensuitwisseling voor het indienen van documenten en informatie.'

De Commissie stelt uiterlijk … * overeenkomstig artikel 59 gedelegeerde handelingen vast met betrekking tot technische en organisatorische eisen voor de praktische uitvoering van elektronische gegevensuitwisseling voor het indienen van documenten en informatie. .

 

De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 59 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijwerking van deze technische en organisatorische eisen.

 

__________

 

* OJ: datum invoegen: achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Motivering

Elektronische gegevensuitwisseling is essentieel om de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren. Daarom moet er een duidelijke termijn worden vastgesteld voor de technische en organisatorische eisen voor de praktische uitvoering van elektronische gegevensuitwisseling. Aangezien de Commissie hier reeds aan werkt en begin 2014 resultaten verwacht, zou achttien maanden na de datum van inwerkingtreding voldoende moeten zijn voor deze werkzaamheden. De Commissie moet tevens de bevoegdheid krijgen om deze eisen bij te werken.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter a

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'2. De lidstaten voorzien in het kader van de handhaving van deze verordening onder meer in controles van inrichtingen en ondernemingen overeenkomstig artikel 34 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen14, alsmede in steekproefsgewijze controles tijdens de overbrenging van afvalstoffen of de daaraan gerelateerde nuttige toepassing of verwijdering.'

'2. De lidstaten voorzien in het kader van de handhaving van deze verordening onder meer in controles van inrichtingen en ondernemingen overeenkomstig artikel 34 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad14, inclusief makelaars en handelaars, alsmede in controles van de overbrenging van afvalstoffen en de daaraan gerelateerde nuttige toepassing of verwijdering.

__________________

__________________

3.4 PB L 312 van 22.11.2008, blz. 1.

Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake afvalstoffen, PB L 312, 22.11.2008, blz. 3.

Motivering

Makelaars en handelaars worden in artikel 34, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG genoemd en moeten ook worden inbegrepen. De wijziging vloeit voort uit de nieuwe definitie van controles. De lidstaten moeten allebei controleren: de afvaltransporten en de daaraan gerelateerde nuttige toepassing of verwijdering.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening</DocAmend>

Artikel 1 – punt 3 – letter b

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50– lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'2a. De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde autoriteiten plannen opstellen voor controles die tot doel hebben na te gaan of deze verordening wordt nageleefd. De plannen bestrijken het volledige grondgebied van de betrokken lidstaat en zijn van toepassing op alle overeenkomstig lid 2 uitgevoerde controles van overbrengingen van afvalstoffen, met inbegrip van controles van inrichtingen en ondernemingen, weg- en spoorwegtransporten en zendingen in havens. De plannen omvatten onder meer de volgende elementen:

'2a. De lidstaten stellen plannen op voor controles die tot doel hebben na te gaan of deze verordening wordt nageleefd. De plannen bestrijken het volledige grondgebied van de betrokken lidstaat en zijn van toepassing op overeenkomstig lid 2 uitgevoerde controles . De plannen omvatten onder meer de volgende elementen:

a) een strategie en doelstellingen voor controles van overbrengingen van afvalstoffen waarbij verwezen wordt naar de nodige personele, financiële en andere middelen;

a) een strategie en doelstellingen voor controles van overbrengingen van afvalstoffen waarbij verwezen wordt naar de nodige personele, financiële en andere middelen;

(b) een risicobeoordeling van specifieke afvalstromen en bronnen van illegale overbrengingen waarbij rekening wordt gehouden met geheime informatie, zoals politieonderzoeken en analysen van criminele activiteiten;

(b) een risicobeoordeling van specifieke afvalstromen en bronnen van illegale overbrengingen waarbij, in voorkomend geval, rekening wordt gehouden met geheime informatie, zoals politieonderzoeken en analysen van criminele activiteiten; De details van de risicobeoordeling worden op dusdanige wijze gepresenteerd dat de bronnen van de geheime informatie niet in gevaar worden gebracht;

c) prioriteiten en een beschrijving van de wijze waarop deze prioriteiten zijn geselecteerd op basis van de doelstellingen, de strategieën en de risicobeoordeling;

c) prioriteiten en een beschrijving van de wijze waarop deze prioriteiten zijn geselecteerd op basis van de doelstellingen, de strategieën en de risicobeoordeling;

(d) informatie over het aantal en de soorten geplande controles van afvalsites, weg- en spoorwegtransporten en zendingen in havens;

(d) informatie over het aantal en de soorten geplande controles van inrichtingen, ondernemingen, makelaars en handelaars overeenkomstig artikel 34 van Richtlijn 2008/98/EG, afvalsites, weg-, lucht-, binnenwater- en spoorwegtransporten en zendingen in havens, met vermelding van het aantal geplande fysieke inspecties van installaties en afvaltransporten;

(e) een overzicht van de taken waarmee elke autoriteit die bij de controles van overbrengingen van afvalstoffen betrokken is, is belast;

(e) een overzicht van de taken waarmee elke autoriteit die bij de controles van overbrengingen van afvalstoffen betrokken is, is belast;

(f) de instrumenten voor samenwerking tussen de verschillende autoriteiten die bij de controles betrokken zijn; en

(f) de instrumenten voor samenwerking tussen de verschillende autoriteiten die bij de controles betrokken zijn;

(g) een beoordeling van de mate waarin de controleurs behoefte hebben aan opleidingen over technische of juridische kwesties met betrekking tot afvalbeheer en -overbrengingen en voorzieningen voor regelmatige opleidingsprogramma’s.

(g) een beoordeling van de mate waarin de controleurs behoefte hebben aan opleidingen met betrekking tot controles en voorzieningen voor regelmatige opleidingsprogramma’s en

 

(g bis) informatie over de wijze waarop problemen of onregelmatigheden aan een betroken autoriteit kunnen worden gemeld.

 

De plannen bevatten een minimumaantal fysieke inspecties van installaties of afvaltransporten, volgens de vastgestelde strategie en doelstellingen en de uitgevoerde risicobeoordeling. De plannen bevatten geen details omtrent de operationele programmering.

De plannen worden ten minste jaarlijks geëvalueerd en, waar nodig, bijgewerkt. Geëvalueerd wordt in welke mate de doelstellingen en andere onderdelen van de plannen zijn uitgevoerd.

De plannen worden ten minste jaarlijks geëvalueerd en, waar nodig, bijgewerkt. Geëvalueerd wordt in welke mate de doelstellingen en andere onderdelen van de plannen zijn uitgevoerd.

De plannen worden door de bevoegde autoriteit openbaar gemaakt overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie15.'

De lidstaten zien erop toe dat de plannen permanent voor het publiek toegankelijk zijn, ook elektronisch.

 

De lidstaten zien erop toe dat de resultaten van de controles die ingevolge voornoemde plannen worden uitgevoerd, evenals de eventuele door de betrokken autoriteiten in vervolg op de controles genomen corrigerende maatregelen, de namen van de bij de illegale transporten betrokken marktdeelnemers, en de opgelegde sancties permanent voor het publiek toegankelijk zijn, ook langs elektronische weg.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter b bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50– lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(b bis) lid 3 wordt vervangen door:

3. Controles van overbrengingen kunnen met name plaatsvinden:

'3. Controles van overbrengingen kunnen met name plaatsvinden:

a) op de plaats van verzending, uitgevoerd met de producent, houder of kennisgever;

a) op de plaats van verzending, uitgevoerd met de producent, houder of kennisgever;

 

(a bis) in verzamel-, opslag- en sorteerinrichtingen;

(b) op de plaats van bestemming, uitgevoerd met de inrichting;

(b) op de plaats van bestemming, uitgevoerd met de inrichting;

c) aan de buitengrenzen van de Gemeenschap; en/of

c) aan de buitengrenzen van de Unie; en/of

(d) tijdens het transport in de Gemeenschap;

(d) tijdens het transport binnen de Unie.'

(het originele punt (b) wordt (c), punt (c) wordt (d) en (d) wordt (e))

Motivering

Afstemming op nieuw artikel 50, lid 2, en overweging 4 zoals door de Commissie voorgesteld. De mogelijkheid van controles in verzamel-, opslag- en sorteerinrichtingen moet uitdrukkelijk worden toegevoegd aan de lijst van plaatsen waar controles van transporten kunnen plaatsvinden.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter b ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50– lid 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(b ter) lid 4 wordt vervangen door:

4. De controles op de overbrengingen behelzen controle van de documenten, bevestiging van de aard van de afvalstoffen en, indien daar aanleiding voor is, fysieke controle van de afvalstoffen.

'4. De controles op de overbrengingen behelzen inspectie van de documenten, bevestiging van de aard van de afvalstoffen en, indien daar aanleiding voor is, fysieke inspectie van de afvalstoffen.

Motivering

Wijziging vloeit voort uit nieuwe definitie van controles.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – lid 4 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

'4bis. Om na te gaan of een overbrenging geen afvalstoffen bevat in de zin van artikel 2, punt 1, kan de bevoegde autoriteit:

'4bis. Om na te gaan of over de weg, via het spoor, door de lucht, over zee of via binnenwateren vervoerde stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn of niet kunnen de betrokken autoriteiten, onverminderd het bepaalde in richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad*, van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het bezit is van die stoffen of voorwerpen of die het transport regelt, verlangen:

(i) verifiëren of voorzien is in passende bescherming van de overbrenging tegen beschadiging tijdens het vervoer en het in- en uitladen; en

(i) een kopie te overleggen van de factuur en het contract van de verkoop of de overdracht van eigendom van de stoffen of voorwerpen waarin vermeld wordt dat ze bestemd zijn voor hergebruik, of

(ii) in gevallen van verdachte illegale overbrenging van de persoon die voor de overbrenging verantwoordelijk is, een kopie eisen van de factuur en het contract van de verkoop of de overdracht van eigendom van de stoffen of voorwerpen waarin vermeld wordt dat ze bestemd zijn voor hergebruik in de zin van artikel 2, punt 36, evenals een bewijs dat ze volledig operationeel zijn.

(ii) documentatie overleggen ten bewijze dat het niet om afvalstoffen gaat of geen afvalstoffen meer zijn overeenkomstig artikel 6, lid 1, van richtlijn 2008/98/EG.

 

Wanneer daartoe aanleiding bestaat kunnen de betrokken autoriteiten van deze personen het bewijs verlangen dat de stoffen of de voorwerpen volledig functioneel zijn.

 

De betrokken autoriteiten kunnen ook verifiëren of er voor een deugdelijke bescherming van de stoffen of voorwerpen is gezorgd tegen schade gedurende het transport, en bij het in- en uitladen, inzonderheid door afdoende verpakking en adequate stuwing van de lading.

 

_____________

 

*Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).

Motivering

Duidelijker bepaling dat de betrokken autoriteiten bij elk transport mogen nagaan of het om afvalstoffen gaat en niet alleen of het om illegaal transport gaat, omdat dat het eigenlijke doel van de controles kan frustreren.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis Om na te gaan of een transport geen afvalstoffen omvat als bedoeld in artikel 36, kunnen de betrokken autoriteiten van de houder van de afvalstoffen of degene die het transport aanmeldt, documenten verlangen die uitsluitsel geven over de aard van de afvalstoffen, alsmede het contract, een brief of een ander door de inrichting voor nuttige toepassing ondertekend document waarin de afvalverwerkingsmethoden, -technologieën en - normen worden vermeld die worden toegepast door de inrichting voor nuttige toepassing in het land van bestemming.'

(Dit amendement stelt invoeging voor van een nieuw punt 4 bis bis (dat nieuw punt 4 ter wordt), 4 ter. van COM voorstel wordt nieuw 4 quater, maar blijft overigens ongewijzigd.)

Motivering

De betrokken autoriteiten moeten ook de aard van de afvalstoffen kunnen verifiëren om zich ervan te vergewissen dat het uitvoerverbod van gevaarlijke en andere afvalstoffen als bedoeld artikel 36 wordt nageleefd.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – lid 4 ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4 ter. Om na te gaan of een overbrenging bestemd is voor nuttige toepassingen die in overeenstemming zijn met artikel 49, kan de bevoegde autoriteit in gevallen van verdachte illegale overbrenging de persoon die voor de overbrenging verantwoordelijk is, verplichten een contract, een brief of een ander door de inrichting voor nuttige toepassing ondertekend document voor te leggen waarin de afvalverwerkingsmethoden, -technologieën en - normen worden vermeld die worden toegepast door de inrichting voor nuttige toepassing in het land van bestemming.'

4 ter. Om na te gaan of een overbrenging bestemd is voor nuttige toepassingen die in overeenstemming zijn met artikel 49, kunnen de betrokken autoriteiten de houder, aanmelder of vertegenwoordiger van de ontvanger verplichten een contract, een brief of een ander door de inrichting voor nuttige toepassing ondertekend document voor te leggen waarin de afvalverwerkingsmethoden, -technologieën en -normen worden vermeld die worden toegepast door de inrichting voor nuttige toepassing in het land van bestemming. De betrokken autoriteiten kunnen verlangen dat die contracten, brieven of andere documenten door de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming zijn goedgekeurd.

 

Voor afvaltransporten die zijn vermeld in bijlage III bij deze verordening moet in het contract , de brief of een ander document zijn aangegeven of de inrichting van nuttige toepassing de definitieve herwinningsinrichting is of een tussentijdse opslagplaats of herwinningsinrichting. Wanneer een afvaltransport vermeld in bijlage III voor een tussentijdse opslagplaats of herwinningsinrichting is bestemd , kunnen de betrokken autoriteiten de houder, aanmelder of vertegenwoordiger van de ontvanger verplichten een contract, een brief of een ander door de tussentijdse opslagplaats of tussentijdse inrichting voor nuttige toepassing ondertekend document voor te leggen met de verklaring dat de afvalstoffen alleen zullen worden vervoerd naar inrichtingen die kunnen aantonen dat de afvalstoffen gedurende het gehele transport, tot en met de definitieve nuttige toepassing, op milieuhygiënisch verantwoorde wijze, zoals bedoeld in artikel 49, zullen worden beheerd. De betrokken autoriteiten kunnen verlangen dat die contracten, brieven of andere documenten door de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming zijn goedgekeurd.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter c

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – leden 4 ter bis en 4 ter ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

'4 ter bis . Om zich ervan te vergewissen dat een transport aan deze verordening voldoet, kunnen de betrokken autoriteiten de houder, aanmelder of vertegenwoordiger van de ontvanger verplichten enig ander documentair bewijs te overleggen.

 

'4 ter ter . Bij ontbreken van het ingevolge de leden 4bis, 4 bis bis, 4ter en 4 ter bis verlangde bewijs, of bij ontbreken van een deugdelijke bescherming van de stoffen of voorwerpen tegen schade gedurende het transport, en bij het in- en uitladen als bedoeld in lid 4bis, nemen de betrokken autoriteiten aan dat sprake is van een illegaal transport.

 

In zulke gevallen stellen de betrokken autoriteiten onverwijld de bevoegde autoriteit in hun land op de hoogte, die op haar beurt:

 

a) terstond de bevoegde autoriteit van verzending en van bestemming hiervan in kennis stelt; en

 

(b) ervoor zorgt dat de stoffen of voorwerpen worden vastgehouden totdat de bevoegde autoriteit van verzending of van bestemming anders beslist en dit schriftelijk aan de bevoegde autoriteit in het land waar de stoffen of voorwerpen worden vastgehouden, meedeelt.

 

Tenzij de bevoegde autoriteit anders beslist wordt de lading behandeld volgens het bepaalde in de artikelen 24 en 25.'

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 quater

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – lid 4 ter quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

'4 ter bis . De Commissie stelt uiterlijk ....* door middel van uitvoeringshandelingen het volgende vast:

 

a) een vergelijkende tabel voor douanecodering en afvalcodering zoals gebruikt in de bijlagen III – V van deze verordening;

 

(b) een geharmoniseerd protocol voor verzameling, registratie en rapportering van gegevens over de handhaving van deze verordening en de bestraffing van overtredingen.

 

Die uitvoeringshandelingen wordt vastgesteld volgens de in artikel 59bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.'

 

__________________

 

*OJ: gelieve datum in te voegen - een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Motivering

Een recente gecoördineerde audit op de handhaving van de afvaltransportverordening liet zien hoe de handhaving werd bemoeilijkt door het bestaan van twee coderingsstelsels: de afvalcodering in deze verordening en de douanecodering zoals bij de douanediensten in gebruik. Er werd aangedrongen op een praktische oplossing zoals een vergelijkingstabel zodat aan de hand van tariefcodes transporten met hoog risico kunnen worden geselecteerd voor douane-inspecties. Ook werd aangedrongen op een EU- protocol voor gegevensverzameling over de handhaving van de verordening omdat zulke gegevens de eigenlijke grondslag vormen voor planning van de controles.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 – letter c bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 50 – lid 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(c bis) lid 5 wordt vervangen door:

'5. De lidstaten werken onderling in bilateraal of multilateraal verband samen ten behoeve van de preventie en opsporing van illegale overbrengingen.

'5. De lidstaten werken onderling in bilateraal en multilateraal verband samen ten behoeve van de preventie en opsporing van illegale overbrengingen. Zij wisselen informatie uit over overbrengingen van afvalstoffen, afvalstromen, exploitanten en installaties en delen ervaringen en kennis over handhavingsmaatregelen, inclusief de namen van illegale exploitanten, inrichtingen en ondernemingen. De Commissie richt daartoe een gemeenschappelijk platform op dat alle lidstaten omvat.'

Motivering

Illegaal grensoverschrijdend transport kan alleen effectief worden tegengegaan als alle lidstaten samenwerken, en daarom moet er een gemeenschappelijk platform worden opgericht. Het netwerk van de Europese Unie voor uitvoering en handhaving van de milieuwetgeving (IMPEL) is gebaseerd op vrijwillige samenwerking waaraan niet wordt deelgenomen door belangrijke lidstaten (bv. Italië, Frankrijk en Griekenland). Versterking en intensivering van de internationale samenwerking en de uitwisseling van informatie werd ook sterk aanbevolen in een recente audit van de WSR.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 –a (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 51– lid 4

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(3 bis) Artikel 51, lid 4, wordt vervangen door:

4. Aan de hand van deze verslagen brengt de Commissie om de drie jaar verslag uit over de uitvoering van deze verordening door de Gemeenschap en haar lidstaten.

'4. Aan de hand van deze verslagen brengt de Commissie om de drie jaar verslag uit over de uitvoering van deze verordening door de Unie en haar lidstaten, inclusief de opgelegde sancties.

Motivering

Een recente gecoördineerde audit op de handhaving van de afvaltransportverordening bracht grote discrepanties aan het licht tussen de 8 landen op het punt van de bestraffing van overtredingen. Ook bleek dat de meeste landen slechts beperkt gebruik maken van de sanctie-instrumenten. In het auditverslag wordt aangedrongen op evaluatie van de vraag of het sanctiebeleid proportioneel is een afschrikkend, en op meer informatie over het gebruik van sancties. Het is dus belangrijk dat de Commissie de feitelijke sancties die door de lidstaten worden toegepast, specifiek in haar rapport vermeldt, wat nu nog niet het geval is.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 58

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(3 ter) Artikel 58 komt als volgt te luiden:

1. De Commissie kan de bijlagen aanpassen aan de laatste wetenschappelijke en technische inzichten. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 59 bis, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Daarnaast:

De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 59 gedelegeerde handelingen vast te stellen om:

 

a) de bijlagen aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang;

a) worden de bijlagen I, II, III, III A, IV en V aangepast aan de wijzigingen die in het kader van het Verdrag van Bazel en van het OESO-besluit zijn overeengekomen;

(b) de bijlagen I, II, III, III A, IV en V aan te passen aan de wijzigingen die in het kader van het Verdrag van Bazel en van het OESO-besluit zijn overeengekomen;

(b) mogen niet-ingedeelde soorten afvalstoffen voorlopig worden toegevoegd aan bijlage III B, IV of V in afwachting van een besluit tot opneming in de desbetreffende bijlagen van het Verdrag van Bazel of het OESO-besluit;

c) niet-ingedeelde soorten afvalstoffen voorlopig toe te voegen aan bijlage III B, IV of V in afwachting van een besluit tot opneming in de desbetreffende bijlagen van het Verdrag van Bazel of het OESO-besluit;

c) mag, in afwachting van een besluit tot opneming in de desbetreffende bijlagen van het Verdrag van Bazel of het OESO-besluit voor mengsels van twee of meer groene soorten afvalstoffen van bijlage III op verzoek van een lidstaat worden overwogen die mengsels voorlopig in de in artikel 3, lid 2, genoemde gevallen toe te voegen aan bijlage III A. Bijlage III A kan de bepaling bevatten dat één of meer van de codes daarin niet van toepassing zijn op uitvoer naar landen waarvoor het OESO-besluit niet geldt;

(d) in afwachting van een besluit tot opneming in de desbetreffende bijlagen van het Verdrag van Bazel of het OESO-besluit, en op verzoek van een lidstaat, mengsels van twee of meer groene soorten afvalstoffen van bijlage III voorlopig in de in artikel 3, lid 2, genoemde gevallen in te voegen in bijlage III A bij deze verordening, en daarbij zonodig als voorwaarde te stellen dat één of meer van de codes daarin niet van toepassing zijn op uitvoer naar landen waarvoor het OESO-besluit niet geldt;

(d) worden de in artikel 3, lid 3, bedoelde uitzonderlijke gevallen vastgesteld, en worden, indien noodzakelijk, de betreffende afvalstoffen toegevoegd aan de bijlagen IV A en V, en geschrapt uit bijlage III;

(e) de in artikel 3, lid 3, bedoelde uitzonderlijke gevallen vast te stellen en, indien noodzakelijk, de betreffende afvalstoffen over te brengen uit bijlage III naar de bijlagen IV A en V;

(e) wordt bijlage V aangepast aan de wijzigingen in de lijst van gevaarlijke afvalstoffen die overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG zijn vastgesteld;

(f) bijlage V aan te passen aan de wijzigingen in de lijst van gevaarlijke afvalstoffen die overeenkomstig artikel 7, van Richtlijn 2008/98/EG zijn vastgesteld;

(f) wordt bijlage VIII aangepast aan de desbetreffende internationale overeenkomsten en akkoorden.

(g) bijlage VIII aan te passen aan de desbetreffende internationale overeenkomsten en akkoorden.

2. Bij wijzigingen in bijlage IX wordt het comité dat is ingesteld bij Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied volledig bij de besluitvorming betrokken.

 

Motivering

De Commissie stelt enkel een gedeeltelijke aanpassing voor van de comitologie-bepalingen an artikel 290 VWEU, omdat voor de rest de aanpassing wordt voorgesteld in het kader van het zogenoemde ‘omnibus’ –voorstel (verzamelvoorstel). Dat zou echter twee gedeeltelijke en ongecoördineerde aanpassingsprocedures opleveren. Het is beter met dit amendement de verordening in zijn geheel aan te passen dan hier een gedeelte en andere delen via het omnibus-voorstel.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 4

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Artikel 59

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 26, lid 5, bedoelde delegatie van bevoegdheden aan de Commissie gebeurt voor onbepaalde tijd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2. De in de artikelen 14, lid 6, 26, lid 5, en 58 bedoelde delegatie van bevoegdheden aan de Commissie gebeurt voor onbepaalde tijd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 26, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 14, lid 6, 26, lid 5, en 58 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 26, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

5. Een overeenkomstig de artikelen 14, lid 6, 26, lid 5, en 58 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Motivering

Afstemming op voorgestelde amendementen op de artikelen 14, lid 6, en 58.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 4 ter (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Bijlage IX – tabel – segment 9 – kolom 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(4 ter) In bijlage IX wordt de omschrijving van de ingevolge artikel 50, lid 2, te verstrekken informatie vervangen door:

Gegevens over steekproeven uitgevoerd op overbrengingen van afvalstoffen of op daarmee in verband staande operaties van nuttige toepassing of verwijdering

Gegevens over controles

Aantal steekproeven op overbrengingen van afvalstoffen of daarmee in verband staande operaties van nuttige toepassing of verwijdering:

 

Aantal inspecties van inrichtingen en ondernemingen, overbrengingen van afvalstoffen, daarmee in verband staande actoren respectievelijk operaties van nuttige toepassing of verwijdering:

Aantal vermeende illegale overbrengingen waarover door deze steekproeven zekerheid is verkregen:

Aantal fysieke inspecties van inrichtingen en ondernemingen, overbrengingen van afvalstoffen, daarmee in verband staande actoren respectievelijk daarmee in verband staande operaties van nuttige toepassing of verwijdering:

Aanvullende opmerkingen:

Aantal inrichtingen en ondernemingen die niet in overeenstemming met deze verordening hebben gehandeld, illegale afvaltransporten, illegale activiteiten van daarmee in verband staande actoren respectievelijk illegale daarmee in verband staande operaties van nuttige toepassing of verwijdering:

 

Aanvullende opmerkingen:

Motivering

Vanwege de nieuwe definitie van controles moet de structurele verslaglegging alle uitgevoerde controles omvatten en niet alleen de steekproefsgewijze. Het aantal controles, fysieke inspecties en aangetroffen onregelmatigheden moet voor elke stap in het proces apart in een lijst worden genoteerd en niet gewoonweg als een totaal, teneinde de planning van de controles beter te informeren.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Bijlage IX –tabel 5 – kolom 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) In bijlage IX, tabel 5, wordt de volgende nieuwe kolom vóór de laatste kolom ingevoegd:

 

"Naam en adres van de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het illegaal handelen"

Motivering

De gestructureerde verslaglegging van informatie aangaande illegale overbrengingen moet de naam en het adres van de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het illegaal handelen bevatten.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EG) nr. 1013/2006

Bijlage IX – tabel 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(4 bis) In bijlage IX komt de kop boven de laatste kolom als volgt te luiden:

Genomen maatregelen met inbegrip van eventuele sancties

Genomen maatregelen met inbegrip van opgelegde sancties

Motivering

Een recente gecoördineerde audit op de handhaving van de afvaltransportverordening bracht grote discrepanties aan het licht tussen de 8 landen op het punt van de bestraffing van overtredingen. Ook bleek dat de meeste landen slechts beperkt gebruik maken van de sanctie-instrumenten. Er moet meer transparantie komen rond de sancties die feitelijk worden toegepast om meer convergentie te krijgen in het gebruik en de zwaarte van de sancties. Dat zou bijdragen aan een betere handhaving van de verordening overal in de EU.

  • [1]  (PB …).

TOELICHTING

1. Achtergrond

Volgens het Europese Milieuagentschap (EEA) hebben de EU-lidstaten in 2009 74 miljoen ton (Mt) gevaarlijk afval gegenereerd (28 % meer dan in 2000)[1]. Volgens Eurostat, hebben de EU-lidstaten in 2010 101 Mt gevaarlijk afval gegenereerd, en in totaal 927 Mt afval, zonder meerekening van de belangrijkste minerale afvalstoffen[2].

De uitvoer van gevaarlijke afvalstoffen naar niet-OESO-landen is ingevolge de afvaltransportverordening (WSR) verboden. Niet-gevaarlijk afval dat bestemd is voor nuttig hergebruik mag wel naar niet-OESO-landen worden uitgevoerd, mits het land van invoer geen bezwaar heeft aangetekend tegen zulke invoer en de inrichting waar het afval heengaat wordt beheerd volgens normen inzake menselijke gezondheid en milieubescherming die in het algemeen gelijkwaardig zijn aan met in de EU-wetgeving vastgelegde normen.

Volgens de effectbeoordeling van de Commissie hebben de lidstaten in 2009 400 gevallen gemeld van illegaal afvaltransport, waarvan de helft van lidstaat naar lidstaat en de andere helft naar of vanuit de EU. De meestvoorkomende vormen van illegaliteit waren afvaltransporten zonder kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten of in strijd met een verbod ingevolge de WSR. Volgens een rapport van de EEA uit 2009 evenwel vormen deze gemelde gevallen slechts het topje van de ijsberg, en moet het aantal illegale transporten zeer aanzienlijk worden geacht[3].

Bij een drietal gezamenlijke handhavingsacties door het Europees Netwerk voor uitvoering en handhaving van de milieuwetgeving (IMPEL) tussen 2003 en 2010, waarbij in meerdere lidstaten afvaltransporten werden geïnspecteerd, bleek 20-51% van die afvaltransporten illegaal te zijn.

Een studie door de Commissie kwam tot de slotsom dat als slechts 1 % van alle afvaltransporten illegaal zouden zijn, de totale tonnage van de illegale afvaltransporten 2,8 MT per jaar zou belopen[4]. Een onregelmatigheidspercentage van 25% zoals in het laatste onderzoek door IMPEL werd geconstateerd zou neerkomen op het verbijsterende volume van 70 Mt aan illegaal getransporteerd afval per jaar.

2. De problemen als gevolg van illegaal transport:

De Commissie vat de problemen tengevolge van illegale transporten als volgt samen:

           -          De dumping of ontoereikende behandeling van afvalstoffen na illegaal transport heeft vaak ernstige gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de bevolking,

           -          hoge kosten voor sanering en repatriëring,

           -          aanzienlijk verlies van middelen,

           -          scheefgroei van de interne markt (geen gelijk speelveld voor bedrijfsleven).

Volgens de Commissie blijft de afvalproductie toenemen, ook de productie van gevaarlijk afval. Er heeft een gestage toename plaatsgevonden van aangemelde afvaltransporten vanuit de lidstaten, maar Europol heeft ook een toename geconstateerd in het volume van illegale transporten. Het nu al hoge aantal illegale afvaltransporten zal dan waarschijnlijk een nog veel groter probleem worden als er geen maatregelen worden genomen.

Daarnaast heeft onderzoek door de Commissie uitgewezen dat bij volledige naleving van een achttal EU-wetsteksten op gebied van afvalstoffen waaronder de WSR, de afvalverwerkingsindustrie haar omzet tegen 2020 zou zien toenemen met €42 miljard/jaar, wat meer dan 400 000 nieuwe banen zou betekenen[5].

Beslist optreden tegen illegaal afvaltransport zorgt dus voor een win-win situatie voor zowel milieu en gezondheid als bedrijfsleven en economie.

3. De oorzaken van illegale transporten

De Commissie noemt de volgende omstandigheden die illegaal afvaltransport in de hand werken:

-          de beduidend lagere kosten in ontwikkelingslanden voor afvalverwerking/-                   verwijdering,

-          georganiseerde en wijdverbreide milieucriminaliteit rond afvalproblematiek,

-          leemten in de handhaving in sommige lidstaten (waarbij handhaving van de WSR in veel lidstaten een lage prioriteit heeft).

Volgens de effectbeoordeling werden er van oktober 2008 tot november 2010 in 22 lidstaten in totaal 26 251 transporten gecontroleerd, waarbij het in 3 334 gevallen om afvaltransporten ging, waarvan 23% niet conform de voorschriften was. Het aantal gecontroleerde transporten en het aantal geconstateerde overtredingen verschillen van lidstaat tot lidstaat aanzienlijk. Sommige landen voeren hoegenaamd geen controles uit (in Frankrijk bijvoorbeeld vonden in totaal 26 controles plaats met 24 fysieke inspecties, tegenover Polen met 4264 controles en 3391 fysieke inspecties). Het onregelmatigheidspercentage varieerde van 14,8 tot 100%, met een gemiddelde van 23 %.

Deze situatie leidt tot "port hopping": exporteurs van illegale afvalstoffen verzenden hun afvalstoffen via lidstaten met de minste controles.

Toen in plaats van de transporten de ondernemingen werden gecontroleerd, bleek veelzeggend genoeg dat 79% van de ondernemingen zich niet aan de voorschriften hield (95 van de 120). Dit wijst erop dat er meer inspecties nodig zijn op de plaatsen waar het afval voorafgaande aan het transport wordt geproduceerd en ingezameld, zodat het probleem bij de wortel wordt aangepakt, in plaats van enkel met transportcontroles aan de grens.

4. Het voorstel van de Commissie

De Commissie stelt een aantal maatregelen voor om de belangrijke leemtes in de handhaving door de lidstaten te vullen. Samengevat gaat het om de volgende maatregelen:

-          alle lidstaten maken een risicogebaseerd controleplan, met een nadere uitwerking van een strategie en doelstellingen voor controles van afvaltransporten en een specificatie de daartoe benodigde middelen,

-          controleplannen worden openbaar gemaakt overeenkomstig richtlijn 2003/4 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie,

-          de bevoegde autoriteiten kunnen bij vermoeden van illegaal transport bewijs verlangen omtrent de aard van het transport (afvalstoffen of niet) of omtrent de aard en wijze van de nuttige toepassing (ecologisch verantwoord beheer).

5. Voorstellen van de rapporteur

Uw rapporteur stelt zich volledig achter de doelstellingen in het voorstel van de Commissie. Zoals reeds gezegd kan beslist optreden tegen illegaal afvaltransport een win-win situatie opleveren voor zowel milieu en gezondheid als bedrijfsleven en economie.

Uw rapporteur stelt daarom voor het voorstel van de Commissie als volgt aan te vullen:

a) verbetering van de basiskennis omtrent illegale transporten,

b) opneming van minimumaantal fysieke inspecties in de controleplannen,

c) de planning en de resultaten van de controles permanent voor het publiek toegankelijk maken,

d) meer bevoegdheden voor de betrokken autoriteiten,

e) betere samenwerking tussen lidstaten.

Ad a) De handhaving op dit moment van de WSR heeft te lijden onder de inadequate informatievoorziening door de lidstaten [6].

Een geharmoniseerd protocol voor verzameling, registratie en rapportering van gegevens over de handhaving van de WSR en een vergelijkende tabel voor douanecodes en afvalcodes zijn nodig, om douanecontroles en controles op afvaltransporten te kunnen combineren. Voorts is informatie nodig omtrent de bestraffing van overtredingen, met het oog op meer harmonisatie op dit gebied.

Ad b) De lidstaten moeten voorzien in een minimumaantal fysieke inspecties van installaties of afvaltransporten, volgens de in hun strategie vastgestelde doelstellingen en de door hen uitgevoerde risicobeoordeling, om te zorgen voor een minimumniveau van controle.

Ad c) Het is van primair belang dat de controleplannen permanent voor het publiek toegankelijk zijn, en niet alleen op verzoek. Dat dient als externe kwaliteitscontrole voor deze plannen en komt de samenwerking tussen de lidstaten ten goede. Zij bevatten op zich geen gevoelige informatie, want de operationele programmering is er niet in opgenomen, en dus kan publicatie van de plannen het doel van de controles niet schaden. Zulke permanente toegankelijkheid van de plannen vermindert ook de werklast voor de lidstaten. De resultaten van de uitvoering van de plannen moeten ook bekend worden gemaakt.

Ad d) De betrokken autoriteiten moeten ook zonder feitelijke verdenking aanvullende informatie kunnen opvragen om de aard van het transport (afval of geen afval) of de bestemming daarvan te verifiëren (ecologisch verantwoorde terugwinning). Hetzelfde geldt voor aanvullende inspecties naar de aard van de afvalstoffen (bv. al dan niet gevaarlijk), om de hand te kunnen houden aan eventuele desbetreffende uitvoerverboden.

Ad e) Illegaal transport kan alleen effectief worden tegengegaan als alle lidstaten samenwerken. Zij moeten daarom informatie uit over afvaltransporten, afvalstromen, exploitanten en inrichtingen en hun ervaringen en inzichten op gebied van handhavingsmaatregelen delen. De Commissie moet daartoe een gemeenschappelijk platform oprichten dat alle lidstaten omvat.

Tenslotte raadt uw rapporteur aan om met het oog op de samenhang alle nog voorkomende comitologie-bepalingen bij deze aan te passen aan artikel 290 VWEU, in plaats van een gedeelte hier en weer een ander gedeelte via het zogenoemde ‘omnibus’ –voorstel.

  • [1]  EEA-verslag, "Movements of waste across the EU's internal and external borders", nr. 7/2012
  • [2]  Environmental statistics and accounts in Europe, Eurostat 2010 edition
  • [3]  Afval zonder grenzen in de EU? Grensoverschrijdend afvaltransport , EEA rapport nr. 1/2009
  • [4]  Assessment and guidance for the implementation of EU waste legislation in Member States, BiPRO, 16 November 2011 Study "Implementation of EU waste legislation for green growth, BioIntelligence Service, 2011
  • [5]  Studie "Implementation of EU waste legislation for green growth, BioIntelligence Service, 2011
  • [6]  Gecoördineerde audit op de handhaving van de afvaltransportverordening op basis van acht nationale audits,oktober 2013

PROCEDURE

Titel

Overbrenging van afvalstoffen

Document- en procedurenummers

COM(2013)0516 – C7-0217/2013 – 2013/0239(COD)

Datum indiening bij EP

11.7.2013

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

8.10.2013

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

Rapporteur(s)

8.10.2013

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

Rapporteur(s)

11.9.2013

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Bart Staes

30.9.2013

 

 

 

Behandeling in de commissie

27.11.2013

 

 

 

Datum goedkeuring

22.1.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

54

5

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pilar Ayuso, Paolo Bartolozzi, Sandrine Bélier, Lajos Bokros, Franco Bonanini, Biljana Borzan, Martin Callanan, Yves Cochet, Spyros Danellis, Chris Davies, Anne Delvaux, Bas Eickhout, Edite Estrela, Jill Evans, Karl-Heinz Florenz, Elisabetta Gardini, Gerben-Jan Gerbrandy, Matthias Groote, Satu Hassi, Jolanta Emilia Hibner, Karin Kadenbach, Christa Klaß, Claus Larsen-Jensen, Jo Leinen, Peter Liese, Kartika Tamara Liotard, Zofija Mazej Kukovič, Linda McAvan, Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Gilles Pargneaux, Antonyia Parvanova, Andrés Perelló Rodríguez, Pavel Poc, Anna Rosbach, Oreste Rossi, Dagmar Roth-Behrendt, Kārlis Šadurskis, Carl Schlyter, Richard Seeber, Salvatore Tatarella, Thomas Ulmer, Glenis Willmott, Sabine Wils, Marina Yannakoudakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Christofer Fjellner, Gaston Franco, Jutta Haug, Filip Kaczmarek, Marusya Lyubcheva, Vittorio Prodi, Giancarlo Scottà, Renate Sommer, Alda Sousa, Rebecca Taylor, Vladimir Urutchev, Andrea Zanoni

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

John Stuart Agnew, Anna Hedh

Datum indiening

30.1.2014