VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluit 2009/371/JBZ en Besluit 2005/681/JBZ
7.2.2014 - (COM(2013)0173 – C7‑0094/2013 – 2013/0091(COD)) - ***I
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Agustín Díaz de Mera García Consuegra
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluit 2009/371/JBZ en Besluit 2005/681/JBZ
(COM(2013)0173 – C7‑0094/2013 – 2013/0091(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0173),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0094/2013),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie begrotingscontrole en de Commissie constitutionele zaken (A7‑0096/2014),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. benadrukt dat punt 31 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[1] van toepassing dient te zijn op de uitbreiding van het takenpakket van Europol; benadrukt dat elk besluit van de wetgevingsautoriteit met het oog op die uitbreiding geen afbreuk mag doen aan de besluiten van de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure;
3. verzoekt de Commissie, nadat het Europees Parlement en de Raad over de verordening overeenstemming hebben bereikt, ten volle met het akkoord rekening te houden teneinde te voldoen aan de begrotings- en personeelsbehoeften van Europol en zijn behoeften op grond van zijn nieuwe taken, met name het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit (EC3), overeenkomstig artikel 42 van de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie op 19 juli 2012, over de gedecentraliseerde agentschappen;
4. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorstel voor een |
Voorstel voor een |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ |
betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluit 2009/371/JBZ |
Motivering | |
De rapporteur heeft begrepen dat er geen fusie zal plaatsvinden tussen Europol en Cepol. Hoewel beide verband houden met de politie, hebben ze uiteenlopende doelstellingen en taken op het gebied van samenwerking in de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Deze verklaring is van toepassing op alle volgende amendementen tot schrapping van tekst. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Visum 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 88 en artikel 87, lid 2, onder b), |
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 88, |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Artikel 88 van het Verdrag bepaalt dat Europol zal worden gestuurd bij verordeningen die worden aangenomen volgens de gewone wetgevingsprocedure. Volgens dit artikel moeten er ook procedures worden vastgesteld voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen. Het is derhalve noodzakelijk om Besluit 2009/371/JBZ te vervangen door een verordening met regels inzake de parlementaire controle. |
(2) Artikel 88 van het Verdrag bepaalt dat Europol zal worden gestuurd bij verordeningen die worden aangenomen volgens de gewone wetgevingsprocedure. Volgens dit artikel moeten er ook procedures worden vastgesteld voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen, in overeenstemming met artikel 12, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 9 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, teneinde de democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht van Europol tegenover de Europese burgers te versterken. Het is derhalve noodzakelijk om Besluit 2009/371/JBZ te vervangen door een verordening met regels inzake de parlementaire controle. |
Motivering | |
Het is van belang de specifieke doelstellingen van de parlementaire controle van Europol te belichten. Artikel 12 VEU heeft betrekking op de actieve bijdrage van de nationale parlementen aan de goede werking van de Unie, en in het protocol (nr. 1) en artikel 9 daarvan is vastgelegd dat de nationale parlementen, in samenwerking met het Europees Parlement, belast zijn met de organisatie en bevordering van de interparlementaire samenwerking binnen de Unie. Beide artikelen zijn primair EU-recht op het gebied van interparlementaire samenwerking en moeten derhalve worden vermeld. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De Europese Politieacademie (Cepol) werd opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ om de samenwerking tussen nationale politiediensten te bevorderen door het organiseren en coördineren van opleidingsactiviteiten met een Europese politiële dimensie. |
Schrappen |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(4) Het "Programma van Stockholm – Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger" stelt dat Europol zich verder moet ontwikkelen en "een knooppunt [moet] worden voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten, een dienstverlener en een platform voor rechtshandhavingsdiensten". Uit een beoordeling van het functioneren van Europol blijkt dat een verbetering van de operationele doeltreffendheid nodig is om deze doelstelling te bereiken. Een andere doelstelling van het Programma van Stockholm is het oprichten van een werkelijke Europese rechtshandhavingscultuur door het opzetten van Europese opleidingsprogramma's en uitwisselingsprogramma's voor wie beroepsmatig betrokken is bij de rechtshandhaving op nationaal en Europees niveau. |
(4) Het "Programma van Stockholm – Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger" stelt dat Europol zich verder moet ontwikkelen en "een knooppunt [moet] worden voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten, een dienstverlener en een platform voor rechtshandhavingsdiensten". Uit een beoordeling van het functioneren van Europol blijkt dat een verbetering van de operationele doeltreffendheid nodig is om deze doelstelling te bereiken. |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) Grootschalige criminele en terroristische netwerken vormen een belangrijke bedreiging voor de interne veiligheid van de Unie en de veiligheid en het levensonderhoud van haar burgers. Uit beschikbare dreigingsevaluaties blijkt dat criminele groepen steeds vaker een polycrimineel karakter hebben en grensoverschrijdende activiteiten ontplooien. De nationale rechtshandhavingsinstanties dienen derhalve nauwer samen te werken met hun tegenhangers in andere lidstaten. Europol dient dan ook in staat te worden gesteld de lidstaten krachtiger te ondersteunen bij de preventie, analyse en het onderzoek van criminaliteit in de gehele Unie. Dit wordt ook bevestigd in de evaluaties van de Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ. |
(5) Grootschalige criminele en terroristische netwerken vormen een belangrijke bedreiging voor de interne veiligheid van de Unie en de veiligheid en het levensonderhoud van haar burgers. Uit beschikbare dreigingsevaluaties blijkt dat criminele groepen steeds vaker een polycrimineel karakter hebben en grensoverschrijdende activiteiten ontplooien. De nationale rechtshandhavingsinstanties dienen derhalve nauwer samen te werken met hun tegenhangers in andere lidstaten. Europol dient dan ook in staat te worden gesteld de lidstaten krachtiger te ondersteunen bij de preventie, analyse en het onderzoek van criminaliteit in de gehele Unie. Dit wordt ook bevestigd in de evaluatie van Besluit 2009/371/JBZ. |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Gezien de verbanden tussen de taken van Europol en Cepol zouden een integratie en rationalisatie van de functies van de twee agentschappen de doelmatigheid van de operationele activiteiten, de relevantie van de opleidingen en de efficiëntie van de politiële samenwerking in de Unie verbeteren. |
Schrappen |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ dienen derhalve te worden ingetrokken en vervangen door deze verordening, die voortbouwt op de ervaringen die zijn opgedaan bij de tenuitvoerlegging van beide besluiten. Het Europol dat bij deze verordening wordt opgericht, dient de functies van Europol en Cepol als vastgesteld in de twee ingetrokken besluiten, over te nemen. |
(7) Besluit 2009/371/JBZ dient derhalve te worden ingetrokken en vervangen door deze verordening, die voortbouwt op de ervaringen die zijn opgedaan bij de tenuitvoerlegging van dat besluit. Het agentschap Europol dat bij deze verordening wordt opgericht, dient de functies van Europol als vastgesteld in het ingetrokken besluit, over te nemen. |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Aangezien criminaliteit zich vaak uitstrekt over de interne grenzen heen, dient Europol de acties van lidstaten en hun samenwerking bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn, te ondersteunen en te versterken. Aangezien terrorisme een van de belangrijkste bedreigingen van de veiligheid van de Unie is, dient Europol lidstaten te helpen om de gemeenschappelijke uitdagingen op dit gebied aan te pakken. Europol dient, in zijn hoedanigheid van EU-rechtshandhavingsagentschap, de acties en samenwerking ter bestrijding van vormen van criminaliteit die de belangen van de EU schaden, te ondersteunen en te versterken. Ook dient het steun te bieden bij de preventie en bestrijding van hiermee samenhangende strafbare feiten, die worden gepleegd om de middelen te verkrijgen voor het bevorderen, uitvoeren of straffeloos plegen van feiten op de bevoegdheidsgebieden van Europol. |
(8) Europol dient de acties van lidstaten en hun samenwerking bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn, te ondersteunen en te versterken. Aangezien terrorisme een bedreiging vormt voor de veiligheid van de Unie, dient Europol lidstaten te helpen om de gemeenschappelijke uitdagingen op dit gebied aan te pakken. Europol dient, in zijn hoedanigheid van EU-rechtshandhavingsagentschap, de acties en samenwerking ter bestrijding van vormen van criminaliteit die de belangen van de EU schaden, te ondersteunen en te versterken. Ook dient het steun te bieden bij de preventie en bestrijding van hiermee samenhangende strafbare feiten, die worden gepleegd om de middelen te verkrijgen voor het bevorderen, uitvoeren of straffeloos plegen van feiten op de bevoegdheidsgebieden van Europol. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Europol dient de opleiding voor rechtshandhavingsambtenaren van alle rangen beter, coherenter en consistenter te maken in een duidelijk kader, dat is afgestemd op de vastgestelde opleidingsbehoeften. |
Schrappen |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(10) In specifieke gevallen waarin een grensoverschrijdende samenwerking een meerwaarde zou zijn, dient Europol lidstaten te kunnen verzoeken om strafrechtelijke onderzoeken te starten, uit te voeren of te coördineren. Europol moet Eurojust op de hoogte brengen van dergelijke verzoeken. |
(10) In specifieke gevallen waarin een grensoverschrijdende samenwerking een meerwaarde zou zijn, dient Europol lidstaten te kunnen verzoeken om strafrechtelijke onderzoeken te starten, uit te voeren of te coördineren. Europol moet Eurojust op de hoogte brengen van dergelijke verzoeken. Europol moet het verzoek motiveren. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Europol moet zijn deelname aan de activiteiten van gemeenschappelijke onderzoeksteams die zich richten op de bestrijding van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt, vastleggen. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 10 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 ter) Wanneer er voor een specifiek onderzoek wordt samengewerkt tussen Europol en de lidstaten, stellen Europol en de desbetreffende lidstaten in onderling overleg duidelijke bepalingen op waarin de specifieke uit te voeren taken, de omvang van de deelname aan de onderzoeks- en gerechtelijke procedures van de lidstaten en de taakverdeling en de toepasselijke wetgeving met het oog op het gerechtelijke toezicht, worden vastgesteld. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Om de doeltreffendheid van Europol als knooppunt voor informatie-uitwisseling in de Unie te verhogen, moeten duidelijk worden vastgesteld dat de lidstaten verplicht zijn om Europol de gegevens te verstrekken die het nodig heeft om aan zijn doelstellingen te voldoen. Bij de naleving van deze verplichtingen dienen lidstaten er met name voor te zorgen gegevens te verstrekken die relevant zijn voor de bestrijding van strafbare feiten die in de betreffende beleidsinstrumenten van de Unie als een strategische en operationele prioriteit worden aangemerkt. Lidstaten dienen Europol ook een kopie te verstrekken van bilaterale en multilaterale gegevensuitwisseling met andere lidstaten over vormen van criminaliteit die onder de doelstellingen van Europol vallen. Daarnaast dient Europol de ondersteuning aan de lidstaten op te voeren om de onderlinge samenwerking en gegevensuitwisseling te verbeteren. Europol dient bij alle instellingen van de Unie en de nationale parlementen een jaarverslag in te dienen over de mate waarin afzonderlijke lidstaten informatie verstrekken aan Europol. |
(11) Om de doeltreffendheid van Europol als knooppunt voor informatie-uitwisseling in de Unie te verhogen, moeten duidelijk worden vastgesteld dat de lidstaten verplicht zijn om Europol de gegevens te verstrekken die het nodig heeft om aan zijn doelstellingen te voldoen. Bij de naleving van deze verplichtingen dienen lidstaten er met name voor te zorgen alleen gegevens te verstrekken die relevant zijn voor de bestrijding van strafbare feiten die in de betreffende beleidsinstrumenten van de Unie als een strategische en operationele prioriteit worden aangemerkt. Lidstaten dienen Europol ook een kopie te verstrekken van bilaterale en multilaterale gegevensuitwisseling met andere lidstaten over vormen van criminaliteit die onder de doelstellingen van Europol vallen en daarbij aan te geven uit welke bron de gegevens afkomstig zijn. Daarnaast dient Europol de ondersteuning aan de lidstaten op te voeren om de onderlinge samenwerking en gegevensuitwisseling te verbeteren. Europol dient bij alle instellingen van de Unie en de nationale parlementen een jaarverslag in te dienen over de mate waarin afzonderlijke lidstaten informatie verstrekken aan Europol. |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 12 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) Om een effectieve samenwerking tussen Europol en de lidstaten te garanderen, dient in iedere lidstaat een nationale eenheid te worden opgezet. Deze dient het belangrijkste contactpunt te worden tussen nationale rechtshandhavingsinstanties en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving enerzijds, en Europol anderzijds. Om ervoor te zorgen dat er een voortdurende en effectieve uitwisseling van informatie tussen Europol en de nationale eenheden plaatsvindt en dat de samenwerking soepel verloopt, dient iedere nationale eenheid ten minste één verbindingsofficier naar Europol af te vaardigen. |
(12) Om een effectieve samenwerking tussen Europol en de lidstaten te garanderen, dient in iedere lidstaat een nationale eenheid te worden opgezet. In deze verordening moet de rol van de nationale Europoleenheid met betrekking tot het waarborgen en verdedigen van de nationale belangen bij het agentschap, behouden blijven. De nationale eenheden moeten het contactpunt tussen Europol en de bevoegde instantie blijven waardoor deze een centrale en coördinerende rol spelen in de samenwerking van de lidstaten met of via Europol en er voor zorgen dat de lidstaten op een eenduidige manier op de verzoeken van Europol antwoorden. Om ervoor te zorgen dat er een voortdurende en effectieve uitwisseling van informatie tussen Europol en de nationale eenheden plaatsvindt en dat de samenwerking soepel verloopt, dient iedere nationale eenheid ten minste één verbindingsofficier naar Europol af te vaardigen. |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 14 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(14) Om te garanderen dat de opleiding inzake rechtshandhaving in de EU van goede kwaliteit, coherent en consistent is, dient Europol te handelen overeenkomstig het desbetreffende beleid van de Unie. Opleiding inzake rechtshandhaving in de EU dient beschikbaar te zijn voor rechtshandhavingsambtenaren van alle rangen. Europol dient in te staan voor de beoordeling van opleidingen en ervoor te zorgen dat de conclusies van beoordelingen van opleidingsbehoeften worden opgenomen in de planning, teneinde overlappingen te vermijden. Europol dient de erkenning in lidstaten te bevorderen van opleidingen die op het niveau van de Unie worden gegeven. |
Schrappen |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 16 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) De Commissie en de lidstaten dienen in de raad van bestuur van Europol vertegenwoordigd te zijn om zijn werkzaamheden op doeltreffende wijze te controleren. In verband met de dubbele taakstelling van het nieuwe agentschap – operationele ondersteuning en het verzorgen van opleidingen op het gebied van rechtshandhaving – dienen de gewone leden van de raad van bestuur te worden benoemd op grond van hun kennis van de samenwerking bij rechtshandhaving, terwijl de plaatsvervangende leden dienen te worden benoemd op grond van hun kennis van opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren. De plaatsvervangende leden dienen op te treden als gewoon lid wanneer het gewoon lid afwezig is en wanneer opleiding het voorwerp van discussie of beslissing is. De raad van bestuur dient te worden geadviseerd door een wetenschappelijke commissie inzake technische opleidingsvraagstukken. |
(16) De Commissie en de lidstaten dienen in de raad van bestuur van Europol vertegenwoordigd te zijn om zijn werkzaamheden op doeltreffende wijze te controleren. De leden van de raad van bestuur dienen te worden benoemd op grond van hun kennis van de samenwerking bij rechtshandhaving. |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Aan de raad van bestuur dienen de nodige bevoegdheden te worden verleend, in het bijzonder om de begroting vast te stellen, de uitvoering ervan te verifiëren, de passende financiële voorschriften en planningsdocumenten vast te stellen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door de uitvoerend directeur van Europol te bepalen en het jaarlijkse activiteitenverslag aan te nemen. Europol dient de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag uit te oefenen voor personeel van het agentschap en de uitvoerend directeur. Om de besluitvormingsprocedure te stroomlijnen en het toezicht op het administratieve en budgettaire beheer te versterken, dient de raad van bestuur ook een uitvoerende raad te kunnen instellen. |
(17) Aan de raad van bestuur dienen de nodige bevoegdheden te worden verleend, in het bijzonder om de begroting vast te stellen, de uitvoering ervan te verifiëren, de passende financiële voorschriften en planningsdocumenten vast te stellen, maatregelen vast te stellen om de financiële belangen van de Unie te beschermen en fraude te bestrijden, regels vast te stellen om belangenconflicten te voorkomen en te beheersen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door de uitvoerend directeur van Europol te bepalen en het jaarlijkse activiteitenverslag aan te nemen. Europol dient de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag uit te oefenen voor personeel van het agentschap en de uitvoerend directeur. Om de besluitvormingsprocedure te stroomlijnen en het toezicht op het administratieve en budgettaire beheer te versterken, dient de raad van bestuur ook een uitvoerende raad te kunnen instellen. |
Motivering | |
De rapporteur is tegen de mogelijkheid tot instelling van een uitvoerende raad om te waarborgen dat Europol transparant en democratisch wordt geleid. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 19 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) Ten behoeve van de preventie en bestrijding van criminaliteit overeenkomstig zijn doelstellingen is het noodzakelijk dat Europol kan beschikken over zo volledig en actueel mogelijke informatie. Europol dient derhalve in staat te zijn om gegevens afkomstig van lidstaten, derde landen, internationale organisaties, organen van de Unie en uit openbaar beschikbare bronnen te verwerken teneinde inzicht te krijgen in criminele verschijnselen en ontwikkelingen, inlichtingen te verzamelen over criminele netwerken en verbanden tussen verschillende strafbare feiten op te sporen. |
(19) Ten behoeve van de preventie en bestrijding van criminaliteit overeenkomstig zijn doelstellingen is het noodzakelijk dat Europol kan beschikken over zo volledig en actueel mogelijke informatie. Europol dient derhalve in staat te zijn om gegevens afkomstig van lidstaten, derde landen, internationale organisaties, organen van de Unie en uit openbaar beschikbare bronnen te verwerken, teneinde inzicht te krijgen in criminele verschijnselen en ontwikkelingen, inlichtingen te verzamelen over criminele netwerken en verbanden tussen strafbare feiten op te sporen, op voorwaarde dat Europol aangemerkt kan worden als wettig ontvanger van deze gegevens. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(20) Wil Europol de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten op een meer doeltreffende manier voorzien van nauwkeurige criminaliteitsanalyses, dan dient het nieuwe gegevensverwerkingstechnologieën te gebruiken. Europol dient in staat te zijn snel verbanden te leggen tussen onderzoeken en de gemeenschappelijke modus operandi van verschillende criminele groepen, kruiscontroles van gegevens uit te voeren en een goed overzicht van tendensen te krijgen onder handhaving van een hoog beschermingsniveau voor persoonsgegevens van burgers. Het profiel van de gegevensbanken van Europol dient derhalve niet vooraf te worden vastgelegd, zodat Europol de meest doelmatige IT-structuur kan kiezen. Om een hoog niveau van gegevensbescherming te waarborgen, dienen het doel van iedere verwerking, de toegangsrechten, alsook de specifieke aanvullende waarborgen te worden vastgelegd. |
(20) Wil Europol de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten op een meer doeltreffende manier voorzien van nauwkeurige criminaliteitsanalyses, dan dient het nieuwe gegevensverwerkingstechnologieën te gebruiken. Europol dient in staat te zijn snel verbanden te leggen tussen onderzoeken en de gemeenschappelijke modus operandi van verschillende criminele groepen, kruiscontroles van gegevens uit te voeren en een goed overzicht van tendensen te krijgen onder waarborging van een hoog beschermingsniveau voor persoonsgegevens van burgers. Om een hoog niveau van gegevensbescherming te waarborgen, dienen het doel van iedere verwerking, de toegangsrechten, alsook de specifieke aanvullende waarborgen te worden vastgelegd. Het relevantiebeginsel en het evenredigheidsbeginsel moeten bij de verwerking van persoonsgegevens worden nageleefd. |
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 21 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(21) Met het oog op de eigendom van gegevens en de bescherming van informatie dienen de lidstaten, autoriteiten in derde landen en internationale organisaties te kunnen bepalen voor welke doeleinden Europol hun gegevens mag verwerken en de toegangsrechten kunnen beperken. |
(21) Met het oog op de eigendom van gegevens en de bescherming van informatie dienen de lidstaten, autoriteiten in derde landen en internationale organisaties te kunnen bepalen voor welke doeleinden Europol hun gegevens mag verwerken en de toegangsrechten kunnen beperken. Doelbinding leidt tot transparantie, biedt zekerheid en voorspelbaarheid en is met name uiterst belangrijk op het gebied van de politiesamenwerking, waarbij betrokkenen gewoonlijk niet weten dat hun persoonsgegevens vergaard en verwerkt worden en waarbij het gebruik van persoonsgegevens verstrekkende gevolgen kan hebben voor het leven en de vrijheden van personen. |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Om de operationele samenwerking tussen de agentschappen te verbeteren, en met name verbanden te leggen tussen gegevens die reeds in het bezit zijn van de verschillende agentschappen, dient Europol Eurojust en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) toegang te verschaffen tot gegevens die bij Europol beschikbaar zijn en de mogelijkheid te bieden om deze gegevens te vergelijken met hun eigen gegevens. |
(23) Om de operationele samenwerking tussen de agentschappen te verbeteren, en met name verbanden te leggen tussen gegevens die reeds in het bezit zijn van de verschillende agentschappen, dient Europol Eurojust, op basis van de specifieke waarborgen, toegang te verschaffen tot gegevens die bij Europol beschikbaar zijn en de mogelijkheid te bieden om deze gegevens te vergelijken met de eigen gegevens. |
Motivering | |
In artikel 88, lid 2, onder b) en artikel 85, lid 1), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt verwezen naar de bijzondere relatie tussen Europol en Eurojust. Het is in dit verband niet passend om ook OLAF hierbij te betrekken. | |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(24) Voor zover nodig voor de vervulling van zijn taken dient Europol een samenwerkingsverbanden te onderhouden met andere organen van de Unie, rechtshandhavingsinstanties en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving in derde landen, internationale organisaties en private partijen. |
(24) Voor zover nodig voor de vervulling van zijn taken dient Europol samenwerkingsverbanden te onderhouden met andere organen van de Unie en rechtshandhavingsinstanties in derde landen, internationale organisaties en private partijen. |
Motivering | |
Elke verwijzing naar Cepol is geschrapt omdat er, naar de rapporteur begrijpt, geen fusie tussen Europol en Cepol zal plaatsvinden. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 25 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(25) Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken dient Europol, met het oog op operationele doeltreffendheid, alle informatie, met uitzondering van persoonsgegevens, te kunnen uitwisselen met andere organen van de Unie, rechtshandhavingsinstanties en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving in derde landen en internationale organisaties. Aangezien bedrijven, vennootschappen, bedrijfsverenigingen, niet-gouvernementele organisaties en andere private partijen beschikken over ervaring en gegevens die rechtstreeks van belang zijn voor de preventie en bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme, dient Europol ook in staat te zijn dit soort gegevens met particuliere partijen uit te wisselen. Aangezien cybercriminaliteit verband houdt met incidenten op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging, dient Europol, overeenkomstig Richtlijn [titel van aangenomen richtlijn] van het Europees Parlement en de Raad houdende maatregelen om een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie te waarborgen31, samen te werken en informatie, met uitzondering van persoonsgegevens, uit te wisselen met nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor de beveiliging van netwerken en informatiesystemen, wil het agentschap cybercriminaliteit voorkomen en bestrijden. |
(25) Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken dient Europol, met het oog op operationele doeltreffendheid, alle informatie, met uitzondering van persoonsgegevens, te kunnen uitwisselen met andere organen van de Unie, rechtshandhavingsinstanties in derde landen en internationale organisaties. Aangezien cybercriminaliteit verband houdt met incidenten op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging, dient Europol, overeenkomstig Richtlijn [titel van aangenomen richtlijn] van het Europees Parlement en de Raad houdende maatregelen om een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie te waarborgen31, samen te werken en informatie, met uitzondering van persoonsgegevens, uit te wisselen met nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor de beveiliging van netwerken en informatiesystemen, wil het agentschap cybercriminaliteit voorkomen en bestrijden. |
____________________________ |
___________________________ |
31 Verwijzing naar de aangenomen richtlijn (voorstel: COM(2013) 48 final) toe te voegen. |
31 Verwijzing naar de aangenomen richtlijn (voorstel: COM(2013) 48 final) toe te voegen. |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken dient Europol persoonsgegevens te kunnen uitwisselen met ander organen van de Unie. |
(26) Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken dient Europol persoonsgegevens te kunnen uitwisselen met ander organen van de Unie. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming dient ervoor te zorgen dat deze informatie-uitwisseling beperkt is tot burgers die reeds strafbare feiten hebben gepleegd of die ervan verdacht worden strafbare feiten te zullen plegen die onder de bevoegdheid van Europol vallen. |
Motivering | |
De bevoegdheid van Europol om persoonsgegevens uit te wisselen met andere organen van de Unie moet worden beperkt tot enkel die burgers die reeds strafbare feiten hebben gepleegd of die ervan verdacht worden strafbare feiten te zullen plegen die onder de bevoegdheid van Europol vallen. | |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Zware criminaliteit en terrorisme strekken zich vaak uit tot buiten het EU-grondgebied. Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken dient Europol derhalve persoonsgegevens te kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties in derde landen en met internationale organisaties zoals Interpol. |
(27) Zware criminaliteit en terrorisme strekken zich vaak uit tot buiten het EU-grondgebied. Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken dient Europol derhalve persoonsgegevens te kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties in derde landen en met internationale organisaties zoals Interpol. Bij de uitwisseling van persoonsgegevens met derde landen en internationale organisaties moet een passend evenwicht bestaan tussen de noodzaak hiervan voor een doeltreffende strafvervolging en de bescherming van persoonsgegevens. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 31 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(31) Informatie waarvan duidelijk is dat deze door een derde land of een internationale organisatie is verkregen op een wijze die in strijd is met de mensenrechten, dient niet te worden verwerkt. |
(31) Informatie waarvan duidelijk is dat deze verkregen is op een wijze die in strijd is met de mensenrechten, dient niet te worden verwerkt. |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 32 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(32) Om burgers een hoog beschermingsniveau te garanderen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens, dienen de voorschriften inzake gegevensbescherming bij Europol te worden verscherpt en gebaseerd op de beginselen die aan de grondslag liggen van Verordening (EG) nr. 45/200132. Aangezien in de aan het Verdrag gehechte Verklaring nr. 21 de specifieke aard wordt erkend van de verwerking van persoonsgegevens in de rechtshandhavingscontext, moeten de gegevensbeschermingsregels van Europol autonoom zijn en zijn afgestemd op andere relevante gegevensbeschermingsinstrumenten die van toepassing zijn op politiële samenwerking in de Unie, met name Overeenkomst nr. 10833 en Aanbeveling nr. R (87) 15 van de Raad van Europa34 en Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken35. [te vervangen door de relevante richtlijn die op het moment van vaststelling van kracht is]. |
(32) De regels inzake gegevensbescherming van Europol moeten worden aangescherpt en zijn afgestemd op andere relevante gegevensbeschermingsinstrumenten die van toepassing zijn op verwerking van persoonsgegevens in het kader van politiële samenwerking in de Unie, teneinde individuen een hoog beschermingsniveau te garanderen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. Hoewel Besluit 2009/371/JBZ een solide regeling voor gegevensbescherming voor Europol biedt, is verdere uitwerking ervan geboden om Europol aan te passen aan de vereisten van het Verdrag van Lissabon, om recht te doen aan de groeiende rol van Europol, alsook om de rechten van betrokkenen te verbeteren en het voor een succesvolle informatie-uitwisseling benodigde vertrouwen tussen Europol en de lidstaten verder te bevorderen. Om burgers een hoog beschermingsniveau te garanderen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens, dienen de voorschriften inzake gegevensbescherming bij Europol te worden verscherpt en gebaseerd op de beginselen die aan de grondslag liggen van Verordening (EG) nr. 45/200132, of het instrument dat Verordening (EG) 45/2001 vervangt, alsmede op andere beginselen op het vlak van gegevensbescherming, zoals het verantwoordingsbeginsel, privacyeffectbeoordeling, ingebouwde en standaard privacy, en kennisgeving van inbreuken in verband met persoonsgegevens. Als het nieuwe gegevensbeschermingskader van de EU-instellingen en ‑organen eenmaal is goedgekeurd, dient het tevens voor Europol te gelden. Zoals in de aan het Verdrag gehechte Verklaring nr. 21 wordt onderkend, vereist de specifieke aard van de verwerking van persoonsgegevens in de rechtshandhavingscontext, dat er op basis van artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie specifieke regels worden opgesteld voor Europol inzake gegevensbescherming en het vrije verkeer van dergelijke gegevens en dat deze worden afgestemd op andere relevante gegevensbeschermingsinstrumenten die van toepassing zijn op politiële samenwerking in de Unie, met name Overeenkomst nr. 10833 en het aanvullende protocol daarbij van 8 november 2001, en Aanbeveling nr. R (87) 15 van de Raad van Europa34 en Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken35 [te vervangen door de relevante richtlijn die op het moment van vaststelling van kracht is]. Gegevensbescherming staat of valt met transparantie, omdat andere beginselen en rechten inzake gegevensbescherming op grond hiervan kunnen worden toegepast en uitgeoefend. Europol dient ter verhoging van de transparantie te beschikken over transparant gegevensbeschermingsbeleid dat voor het publiek gemakkelijk toegankelijk moet worden gemaakt en waarin de regels ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens alsook de middelen waarmee betrokkenen hun rechten kunnen inroepen in goed leesbare vorm en in duidelijke taal worden uiteengezet. Europol moet eveneens een overzicht van zijn internationale overeenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten met derde landen, EU-organen en internationale organisaties publiceren. |
___________________________ |
_______________________ |
32 PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. |
32 PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. |
33 Overeenkomst ter bescherming van de mens bij de automatische verwerking van op de persoon betrekking hebbende gegevens, Straatsburg, 28.1.1981. |
33 Overeenkomst ter bescherming van de mens bij de automatische verwerking van op de persoon betrekking hebbende gegevens, Straatsburg, 28.1.1981. |
34 Aanbeveling nr. R (87) 15 van het Comité van ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten tot regeling van het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied, 17.9.1987. |
34 Aanbeveling nr. R (87) 15 van het Comité van ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten tot regeling van het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied, 17.9.1987. |
35 PB L 350 van 30.12.2008, blz. 60. |
35 PB L 350 van 30.12.2008, blz. 60. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 33 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(33) Er dient zoveel mogelijk onderscheid te worden gemaakt tussen persoonsgegevens naar hun graad van juistheid en betrouwbaarheid. Feiten dienen te worden onderscheiden van persoonlijke beoordelingen, zowel om de bescherming van de betrokken personen te waarborgen als om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de door Europol verwerkte informatie te garanderen. |
(33) Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen persoonsgegevens naar hun graad van juistheid en betrouwbaarheid. Feiten dienen te worden onderscheiden van persoonlijke beoordelingen, zowel om de bescherming van de betrokken personen te waarborgen als om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de door Europol verwerkte informatie te garanderen. |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 33 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(33 bis) Gezien zijn bijzondere karakter dient het agentschap over een eigen specifieke regeling te beschikken die ook de gegevensbescherming moet garanderen, welke in geen geval een lager beschermingsniveau biedt dan de algemene regeling die op de Europese Unie en haar agentschappen van toepassing is. Hervormingen van de algemene regels inzake gegevensbescherming dienen dan ook zo spoedig mogelijk en uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe algemene regels op Europol van toepassing te zijn; de specifieke regelingen inzake gegevensbescherming van Europol en de EU moeten uiterlijk twee jaar na de vaststelling van daarmee samenhangende bepalingen op elkaar zijn afgestemd. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(34) In het kader van politiële samenwerking worden persoonsgegevens verwerkt die betrekking hebben op verschillende categorieën betrokkenen. Europol dient een zo duidelijk mogelijk onderscheid maken tussen de persoonsgegevens van de verschillende categorieën betrokkenen. Met name persoonsgegevens van bijvoorbeeld slachtoffers, getuigen, personen die over relevante informatie beschikken en persoonsgegevens van minderjarigen moeten worden beschermd. Europol mag deze gegevens derhalve niet verwerken, tenzij dit strikt noodzakelijk is voor de preventie en bestrijding van criminaliteit die onder zijn bevoegdheid valt en indien deze gegevens een aanvulling vormen op andere persoonsgegevens die al eerder door Europol werden verwerkt. |
(34) In het kader van politiële samenwerking worden persoonsgegevens verwerkt die betrekking hebben op verschillende categorieën betrokkenen. Europol dient een zo duidelijk mogelijk onderscheid maken tussen de persoonsgegevens van de verschillende categorieën betrokkenen. Met name persoonsgegevens van bijvoorbeeld slachtoffers, getuigen, personen die over relevante informatie beschikken en persoonsgegevens van minderjarigen moeten worden beschermd. Europol mag derhalve niet worden toegestaan deze gegevens te verwerken. |
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 35 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(35) Gezien de grondrechten voor de bescherming van persoonsgegevens dient Europol persoonsgegevens niet langer op te slaan dan nodig is voor de uitvoering van zijn taken. |
(35) Gezien de grondrechten voor de bescherming van persoonsgegevens dient Europol persoonsgegevens niet langer op te slaan dan nodig is voor de uitvoering van zijn taken. Uiterlijk drie jaar na invoering van de gegevens dient te worden getoetst of zij nog langer moeten worden bewaard. |
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 36 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(36) Europol dient passende technische en organisatorische maatregelen te nemen, om de veiligheid van persoonsgegevens te garanderen. |
(36) Europol dient alle nodige maatregelen te nemen, om de veiligheid van persoonsgegevens te garanderen. |
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 37 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(37) Iedereen dient het recht te hebben om toegang te krijgen tot zijn persoonsgegevens, onjuiste persoonsgegevens te rectificeren en deze gegevens te laten wissen of blokkeren wanneer deze niet langer noodzakelijk zijn. De rechten die aan betrokkenen zijn toegekend, alsmede de uitoefening daarvan, mogen geen gevolgen hebben voor de aan Europol opgelegde verplichtingen en dienen onderworpen te zijn aan de in deze verordening vastgestelde beperkingen. |
(37) Iedereen dient het recht te hebben om toegang te krijgen tot zijn persoonsgegevens, onjuiste persoonsgegevens te rectificeren en deze gegevens te laten wissen of blokkeren. |
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 38 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(38) In het licht van de bescherming van de rechten en vrijheden van de betrokkenen dienen ieders verantwoordelijkheden op grond van deze verordening duidelijk te worden vastgesteld. De lidstaten dienen met name verantwoordelijk te zijn voor de juistheid van de gegevens die zij aan Europol hebben verstrekt, voor het bijwerken daarvan en voor de rechtmatigheid van de overdracht. Europol dient verantwoordelijk te zijn voor de juistheid van de gegevens die door andere partijen worden verstrekt en voor het bijwerken daarvan. Europol dient er ook voor zorgen dat gegevens op eerlijke en rechtmatige wijze worden verwerkt, dat deze worden verzameld en verwerkt voor specifieke doeleinden, dat ze adequaat en relevant zijn, evenredig zijn met de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, en dat ze niet langer worden opgeslagen dan noodzakelijk is voor de beoogde doeleinden. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 39 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(39) Europol dient gegevens bij te houden over de toegang tot en de verzameling, wijziging, bekendmaking, samenvoeging of uitwissing van persoonsgegevens teneinde te controleren of de gegevensverwerking rechtmatig is, interne controle uit te oefenen en de integriteit en de beveiliging van de gegevens te waarborgen. Europol dient te worden verplicht samen te werken met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de registratiegegevens en documentatie op verzoek over te leggen, zodat deze kunnen worden gebruikt voor de controle van de verwerkingsoperaties. |
(39) Europol dient gegevens bij te houden over de toegang tot en de verzameling, wijziging, bekendmaking, samenvoeging of uitwissing van persoonsgegevens teneinde te controleren of de gegevensverwerking rechtmatig is, interne controle uit te oefenen en de integriteit en de beveiliging van de gegevens te waarborgen. Europol is verplicht samen te werken met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de registratiegegevens en documentatie op verzoek over te leggen, zodat deze kunnen worden gebruikt voor de controle van de verwerkingsoperaties. |
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 40 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(40) Europol dient een gegevensbeschermingsfunctionaris te benoemen die het agentschap helpt bij de controle op de naleving van deze verordening. De gegevensbeschermingsfunctionaris dient in de gelegenheid te worden gesteld zijn functie en taken op onafhankelijke en doelmatige wijze uit te voeren. |
(40) Europol dient een gegevensbeschermingsfunctionaris te benoemen die het agentschap helpt bij de controle op de naleving van deze verordening. De gegevensbeschermingsfunctionaris dient in de gelegenheid te worden gesteld zijn functie en taken op onafhankelijke en doelmatige wijze uit te voeren. De gegevensbeschermingsfunctionaris moet worden voorzien van de voor de uitoefening van zijn taken noodzakelijke middelen. |
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 41 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(41) De nationale instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens dienen te controleren of de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten rechtmatig is. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming dient te controleren of de gegevensverwerking door Europol rechtmatig is en moet hiervoor zijn taken op in volkomen onafhankelijkheid uitvoeren. |
(41) Met het oog op de bescherming van personen in het kader van de verwerking van persoonsgegevens, overeenkomstig artikel 8 van het Handvest van de grondrechten en artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, is een onafhankelijke, van voldoende bevoegdheden voorziene, transparante, rekenschap afleggende en doeltreffende toezichtsstructuur cruciaal. De nationale instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens dienen te controleren of de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten rechtmatig is. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming dient te controleren of de gegevensverwerking door Europol rechtmatig is en moet hiervoor zijn taken op in volkomen onafhankelijkheid uitvoeren. |
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 42 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(42) In specifieke gevallen waarbij nationale betrokkenheid vereist is, en om een coherente toepassing van deze verordening in de gehele Unie te garanderen, dienen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de nationale controleorganen samen te werken. |
(42) Het is van belang te voorzien in aangescherpt en doeltreffend toezicht op Europol, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de op zowel nationaal als EU-niveau beschikbare middelen en opgebouwde expertise. In specifieke gevallen waarbij nationale betrokkenheid vereist is, en om een coherente toepassing van deze verordening in de gehele Unie te garanderen, dienen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de nationale controleorganen samen te werken. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming kan bij de uitvoering van haar werkzaamheden, waaronder audits en inspecties ter plaatse, waar nodig putten uit de expertise en ervaring van nationale gegevensbeschermingsautoriteiten. |
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 43 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(43) Europol dient niet-operationele persoonsgegevens, die geen betrekking hebben op strafrechtelijke onderzoeken, te verwerken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001. |
(43) Europol dient niet-operationele persoonsgegevens, die geen betrekking hebben op strafrechtelijke onderzoeken, zoals de persoonsgegevens van personeelsleden van Europol, dienstverleners en bezoekers, te verwerken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001. |
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 44 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(44) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming dient klachten van betrokkenen te behandelen en onderzoeken. Het onderzoek naar aanleiding van een klacht dient zo ver te gaan als in het specifieke geval nodig wordt geacht, behoudens rechterlijke toetsing. De toezichthoudende autoriteit dient de betrokkene binnen een redelijke termijn te informeren over de voortgang en de resultaten van de klacht. |
(44) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming dient klachten van betrokkenen te behandelen en onderzoeken. Het onderzoek naar aanleiding van een klacht dient zo ver te gaan als in het specifieke geval nodig is voor een volledige opheldering, behoudens rechterlijke toetsing. De toezichthoudende autoriteit dient de betrokkene onverwijld te informeren over de voortgang en de resultaten van de klacht. |
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 48 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Om ervoor te zorgen dat Europol een geheel verantwoordelijke en transparante interne organisatie is, is het gezien artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie noodzakelijk procedures vast te leggen voor de controle op de werkzaamheden van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen, rekening houdend met de noodzaak om de vertrouwelijkheid van de operationele gegevens te waarborgen. |
(48) Om de rol van de parlementen bij het toezicht op de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en de politieke verantwoordelijkheden van de nationale parlementen en van het Europees Parlement met betrekking tot het eerbiedigen en uitoefenen van hun respectieve bevoegdheden in het wetgevingsproces te eerbiedigen, is het noodzakelijk dat Europol een geheel verantwoordelijke en transparante interne organisatie is. Hiertoe moeten, gezien artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, procedures worden vastgesteld voor de controle op de werkzaamheden van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen overeenkomstig de bepalingen over interparlementaire samenwerking zoals vastgelegd in titel II van Protocol nr. 1 betreffende de rol van nationale parlementen in de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak om de vertrouwelijkheid van de operationele gegevens te waarborgen. |
Motivering | |
Met het oog op een intensievere en nauwere parlementaire samenwerking op het gebied van de activiteiten van Europol, stellen de nationale parlementen en het Europees Parlement samen specifieke procedures vast in overeenstemming met titel II van Protocol nr. 1 van het Verdrag van Lissabon betreffende de rol van nationale parlementen in de Europese Unie. | |
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Overweging 50 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(50) Gezien de aard van Europols taken en de rol van de uitvoerend directeur, kan de uitvoerend directeur, voorafgaand aan zijn benoeming of een verlenging van zijn ambtstermijn, worden verzocht een verklaring af te leggen en vragen te beantwoorden ten overstaan van de bevoegde commissie van het Europees Parlement. De uitvoerend directeur dient ook het Europees Parlement en de Raad het jaarverslag te presenteren. Voorts dient het Europees Parlement de uitvoerend directeur te kunnen verzoeken om verslag te doen van de uitvoering van zijn taken. |
(50) Gezien de aard van Europols taken en de rol van de uitvoerend directeur, wordt de uitvoerend directeur, voorafgaand aan zijn benoeming of een verlenging van zijn ambtstermijn, verzocht een verklaring af te leggen en vragen te beantwoorden ten overstaan van de gezamenlijke parlementaire controlegroep. De uitvoerend directeur dient ook deze gezamenlijke parlementaire controlegroep en de Raad het jaarverslag te presenteren. Voorts dient het Europees Parlement de uitvoerend directeur te kunnen verzoeken om verslag te doen van de uitvoering van zijn taken. |
Motivering | |
Op grond van artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dienen bepalingen omtrent parlementaire controle door het Europees Parlement en de nationale parlementen in de verordening worden opgenomen. Daartoe wordt, overeenkomstig artikel 53 van deze verordening, de gezamenlijke parlementaire controlegroep opgericht. | |
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Overweging 56 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement
|
(56) De noodzakelijke bepalingen betreffende de huisvesting van Europol in de lidstaat waar zijn hoofdkwartier is gevestigd, Nederland, en de specifieke voorschriften die gelden voor het personeel van Europol en hun gezinnen dienen te worden vastgelegd in een zetelovereenkomst. De gastlidstaat dient voorts optimale voorwaarden te creëren om ervoor te zorgen dat Europol goed functioneert, inclusief scholen voor kinderen en vervoer, teneinde hooggekwalificeerd personeel te kunnen aantrekken uit een zo groot mogelijk geografisch gebied. |
Schrappen |
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Overweging 57 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(57) Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. Europol dient derhalve hun rechtsopvolger te worden voor alle overeenkomsten, met inbegrip van arbeidsovereenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen. Internationale overeenkomsten gesloten door Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ dienen van kracht te blijven, met uitzondering van de door Cepol gesloten zetelovereenkomst. |
(57) Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ. Europol dient derhalve hun rechtsopvolger te worden voor alle overeenkomsten, met inbegrip van arbeidsovereenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen. Internationale overeenkomsten gesloten door Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ dienen van kracht te blijven. |
Motivering | |
Alle verwijzingen naar Cepol moeten worden geschrapt aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Overweging 58 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(58) Teneinde Europol in staat te stellen om de taken van Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en van Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ naar beste vermogen te vervullen, dienen overgangsmaatregelen te worden vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot de raad van bestuur, de uitvoerend directeur en de bestemming van een deel van Europols begroting voor opleidingen gedurende de eerste drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. |
(58) Teneinde Europol in staat te stellen om de taken van Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ naar beste vermogen te vervullen, dienen overgangsmaatregelen te worden vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot de raad van bestuur en de uitvoerend directeur. |
Motivering | |
Alle verwijzingen naar Cepol moeten worden geschrapt aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Overweging 59 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(59) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de oprichting van een organisatie die op het niveau van de Unie verantwoordelijk is voor samenwerking bij rechtshandhaving en voor het verzorgen van opleidingen, omwille van de omvang en de gevolgen van de actie beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is voor de verwezenlijking van deze doelstelling. |
(59) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de oprichting van een organisatie die op het niveau van de Unie verantwoordelijk is voor samenwerking bij rechtshandhaving, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is voor de verwezenlijking van deze doelstelling. |
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Oprichting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving |
Oprichting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving |
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Hierbij wordt een agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) opgericht om de onderlinge samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties in de Europese Unie te verbeteren, hun optreden te versterken en te ondersteunen, alsook een samenhangend Europees opleidingsbeleid te voeren. |
1. Hierbij wordt een agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) opgericht om de onderlinge samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties in de Europese Unie te verbeteren en hun optreden te versterken en te ondersteunen. |
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. |
2. Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ. |
Motivering | |
Alle verwijzingen naar Cepol moeten worden geschrapt aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Europol is in elke lidstaat verbonden met één overeenkomstig artikel 7 op te richten of aan te wijzen nationale eenheid. |
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) "de bevoegde autoriteiten van de lidstaten": alle bestaande politiële en andere rechtshandhavingsinstanties in de lidstaten die volgens het nationale recht verantwoordelijk zijn voor de preventie en bestrijding van strafbare feiten; |
a) "bevoegde autoriteiten van de lidstaten": alle bestaande overheidsinstanties in de lidstaten die volgens het toepasselijke nationale recht verantwoordelijk zijn voor de preventie en bestrijding van de strafbare feiten waarvoor Europol bevoegd is. |
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) "analyse": het samenvoegen, verwerken of gebruiken van gegevens ter ondersteuning van strafrechtelijk onderzoek; |
(b) "analyse": de zorgvuldige bestudering van informatie om de specifieke betekenis en bijzondere kenmerken daarvan te achterhalen, ter ondersteuning van strafrechtelijk onderzoek en ter uitvoering van alle overige in artikel 4 vermelde taken; |
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) "persoonsgegevens": iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, hierna "betrokkene" genoemd; als identificeerbare persoon wordt beschouwd een persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, in het bijzonder aan de hand van een identificatienummer of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor zijn fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit; |
(i) "persoonsgegevens": iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon ("betrokkene"); als identificeerbaar wordt beschouwd een persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, in het bijzonder aan de hand van een identificatiemiddel, zoals een naam, een identificatienummer, gegevens over de verblijfplaats, een unieke identificatiecode of van een of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele, sociale of genderidentiteit van die persoon; |
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(k) "ontvanger": natuurlijk persoon of rechtspersoon, overheidsorgaan, agentschap of andere entiteit, al dan niet een derde partij, aan wie gegevens worden meegedeeld; autoriteiten die mogelijkerwijs gegevens ontvangen in het kader van een bijzonder onderzoek gelden echter niet als ontvangers; |
(k) "ontvanger": natuurlijk persoon of rechtspersoon, overheidsorgaan, agentschap of andere entiteit, al dan niet een derde partij, aan wie gegevens worden meegedeeld; |
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – letter n | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(n) "toestemming van de betrokkene": elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt; |
(n) "toestemming van de betrokkene": elke vrije, specifieke, uitdrukkelijke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene duidelijk en ondubbelzinnig aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt;
|
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Europol ondersteunt en versterkt het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en hun onderlinge samenwerking bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn, van terrorisme en van vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, als bepaald in bijlage 1. |
1. Europol ondersteunt en versterkt het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en hun onderlinge samenwerking bij de preventie en bestrijding van georganiseerde criminaliteit, terrorisme en andere vormen van zware criminaliteit zoals bepaald in bijlage 1 en waar twee of meer lidstaten dusdanig bij betrokken zijn dat gezien de omvang, de reikwijdte en de gevolgen van de strafbare feiten een gezamenlijke aanpak door de lidstaten geboden is. |
Motivering | |
De doelstellingen van Europol moeten volstrekt helder zijn. De voorgestelde koppeling tussen de noodzaak tot een gezamenlijke aanpak en een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, zou ertoe kunnen leiden dat de bevoegdheden van Europol in gevallen waarin er geen of geen uitdrukkelijk Uniebeleid is, teveel worden beknot. Anderzijds kan als gevolg van het feit dat er geen definitie bestaat over wat nu precies een ernstig misdrijf is, de bevoegdheid van Europol worden uitgebreid zolang het misdrijf ten minste twee of meer lidstaten treft. | |
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Europol ondersteunt, ontwikkelt, verzorgt en coördineert opleidingsactiviteiten voor rechtshandhavingsambtenaren. |
Schrappen |
Motivering | |
Alle verwijzingen naar opleiding moeten worden geschrapt aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de lidstaten onverwijld voorzien van informatie die voor hen van belang is, alsook van informatie over eventuele verbanden tussen strafbare feiten; |
(b) via de nationale Europoleenheden, als bedoeld in artikel 7, de lidstaten onverwijld voorzien van informatie die voor hen van belang is, alsook van informatie over eventuele verbanden tussen strafbare feiten; |
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter c – punt i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) gezamenlijk worden uitgevoerd met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, of |
(i) gezamenlijk worden uitgevoerd met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, hetzij in het kader van reeds door de lidstaten aangevatte onderzoeken, hetzij naar aanleiding van een verzoek van Europol aan een lidstaat om een gerechtelijk onderzoek aan te vatten; of |
Motivering | |
Het rechtskader waarbinnen Europol deze zaak kan uitvoeren, dient uitdrukkelijk te worden omschreven; er moet duidelijk worden aangegeven onder wiens verantwoordelijkheid dergelijke acties plaatsvinden en wie verantwoordelijkheid draagt voor de bescherming van de verwerkte gegevens. | |
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) technische en financiële ondersteuning bieden bij grensoverschrijdende operaties en onderzoeken van lidstaten, inclusief gemeenschappelijke onderzoeksteams; |
(h) technische en financiële ondersteuning bieden bij grensoverschrijdende operaties en onderzoeken van lidstaten, onder meer door gemeenschappelijke onderzoeksteams overeenkomstig artikel 5; |
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – alinea 1 – letter i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) ondersteunen, ontwikkelen, verzorgen, coördineren en uitvoeren van opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren in samenwerking met het netwerk van opleidingsinstellingen in de lidstaten als bedoeld in hoofdstuk III; |
Schrappen |
Motivering | |
Alle verwijzingen naar opleiding moeten worden geschrapt aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) de organen van de Unie die zijn opgericht op basis van Titel V van het Verdrag en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) inlichtingen over criminaliteit verstrekken en analytische ondersteuning bieden op hun bevoegdheidsgebieden; |
Schrappen |
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – letter l bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(l bis) onderzoeken in de lidstaten ondersteunen, met name door de nationale eenheden alle relevante informatie te verstrekken. |
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Europol past geen dwangmaatregelen toe.
|
Motivering | |
Deze bepaling (overgenomen uit artikel 88 VWEU) is op alle activiteiten van Europol van toepassing en dient dan ook in artikel 4 worden opgenomen in plaats van artikel 5, dat uitsluitend gaat over de gemeenschappelijke onderzoeksteams. | |
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Europol kan, binnen de grenzen van het nationale recht van de lidstaat waar het gemeenschappelijke onderzoeksteam optreedt, medewerking verlenen bij alle activiteiten en informatie uitwisselen met alle leden van het gemeenschappelijke onderzoeksteam. |
2. Europol kan, binnen de grenzen van het nationale recht van de lidstaat waar het gemeenschappelijke onderzoeksteam optreedt, medewerking verlenen bij alle activiteiten en informatie uitwisselen met alle leden van het gemeenschappelijke onderzoeksteam. Ambtenaren van Europol nemen niet deel aan de toepassing van dwangmaatregelen. |
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten die samen een gemeenschappelijk onderzoeksteam vormen, moeten tot overeenstemming komen over de deelname van Europol aan het gemeenschappelijke onderzoeksteam en deze deelname moet vooraf in een document worden vastgelegd dat door de directeur van Europol wordt ondertekend en als bijlage bij de betreffende overeenkomst tot oprichting van een gemeenschappelijk onderzoeksteam wordt gevoegd. |
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. In de in lid 3 bis aangehaalde bijlage worden de voorwaarden uiteengezet voor de deelname van ambtenaren van Europol aan een gemeenschappelijk onderzoeksteam, zoals de regeling aangaande voorrechten en immuniteiten van die ambtenaren en de aansprakelijkheid in het geval van een eventueel onregelmatig optreden van die ambtenaren. |
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quater. Met betrekking tot inbreuken waarvan zij het slachtoffer kunnen worden of die zij kunnen plegen, zijn Europolambtenaren die aan een gemeenschappelijk onderzoeksteam deelnemen, onderworpen aan de nationale wetgeving van de lidstaat waarin het gemeenschappelijke onderzoeksteam optreedt die van toepassing is op alle leden van het gemeenschappelijke onderzoeksteam die in de lidstaat in kwestie soortgelijke functies vervullen. |
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 quinquies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 quinquies. De Europolambtenaren die aan een gemeenschappelijk onderzoeksteam deelnemen, kunnen met de overige leden van het team uit de gegevensbanken van Europol afkomstige informatie uitwisselen. Aangezien sprake is van rechtstreeks contact, zoals bedoeld in artikel 7, stelt Europol tegelijkertijd de nationale eenheden in de lidstaten op de hoogte die in het gemeenschappelijk onderzoeksteam zijn vertegenwoordigd en de nationale eenheden in de lidstaten waarvan de informatie afkomstig is. |
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 sexies (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 sexies. Informatie die door een Europolambtenaar in het kader van de deelname aan een gemeenschappelijk onderzoeksteam is verkregen, kan in een van de gegevensbanken van Europol worden vastgelegd, via de nationale eenheden van Europol, met toestemming en onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt. |
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer Europol in specifieke gevallen van mening is dat een strafrechtelijk onderzoek moet worden ingesteld voor een geval van criminaliteit dat onder zijn bevoegdheid valt, informeert het Eurojust. |
1. Wanneer Europol van mening is dat een strafrechtelijk onderzoek moet worden ingesteld voor een geval van criminaliteit dat onder zijn bevoegdheid valt, informeert het Eurojust. |
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Tegelijk verzoekt Europol de op grond van artikel 7, lid 2, opgerichte nationale eenheden van de betrokken lidstaten om een strafrechtelijke onderzoek in te stellen, te voeren of te coördineren. |
2. Tegelijk kan Europol de op grond van artikel 7, lid 2, opgerichte nationale eenheden van de betrokken lidstaten verzoeken om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen, te voeren of te coördineren. |
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. In geval van vermoeden van een kwaadwillende aanval op het netwerk en het informatiesysteem van twee of meerdere lidstaten of EU-organen door een uit een derde land afkomstige dader – een overheid of particulier – opent Europol uit eigen beweging een onderzoek. |
Motivering | |
Dit is om te vermijden dat lidstaten meldingen van kwaadwillende aanvallen niet oppikken en deze daardoor niet worden onderzocht. | |
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De nationale eenheden brengen Europol onverwijld op de hoogte van het ingestelde onderzoek. |
3. De lidstaten nemen dergelijke verzoeken naar behoren in overweging en geven Europol via hun nationale eenheden onverwijld te kennen of zij al dan niet onderzoek instellen. |
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten werken samen met Europol bij de vervulling van zijn taken. |
1. De lidstaten en Europol werken samen bij de vervulling van de taken van Europol. |
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Door elke lidstaat wordt een nationale eenheid opgericht of aangewezen, die het het contact waarborgt tussen Europol, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de opleidingsinstellingen voor rechtshandhavingsambtenaren. Elke lidstaat stelt een ambtenaar aan als hoofd van de nationale eenheid. |
2. Door elke lidstaat wordt een nationale eenheid opgericht of aangewezen, die het contact waarborgt tussen Europol en de aangewezen bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Elke lidstaat benoemt een hoofd van de nationale eenheid. |
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Europol kan met betrekking tot individuele onderzoeken rechtstreeks samenwerken met de bevoegde autoriteiten in de lidstaten. In dit geval stelt Europol de nationale eenheid hiervan onverwijld op de hoogte en verstrekt het een kopie van alle informatie die bij de rechtstreekse contacten tussen Europol en de desbetreffende bevoegde autoriteiten is uitgewisseld. |
4. De nationale eenheid is het enige contactorgaan tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Europol kan echter in het kader van individuele onderzoeken die door bevoegde autoriteiten worden gevoerd, rechtstreeks samenwerken met de bevoegde autoriteiten in de lidstaten wanneer dat rechtstreeks contact een meerwaarde betekent voor de goede afloop van het onderzoek, overeenkomstig de nationale wetgeving. Europol stelt de nationale eenheid tevoren in kennis van de noodzaak van een dergelijk contact. Europol verstrekt zo spoedig mogelijk een kopie van de middels deze rechtstreekse contacten uitgewisselde informatie. |
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Het is met name de taak van de lidstaten om via hun nationale eenheid of een bevoegde autoriteit van een lidstaat: |
5. Het is met name de taak van de lidstaten om via hun nationale eenheid: |
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
a) Europol te voorzien van de informatie die het nodig heeft voor de vervulling van zijn doelstellingen. Dit houdt onder meer in dat informatie die betrekking heeft op vormen van criminaliteit die door de Unie als prioriteit worden beschouwd, onverwijld aan Europol wordt meegedeeld. Het houdt verder in dat de lidstaten Europol een kopie bezorgen van informatie die zij bilateraal of multilateraal met een andere lidstaat of lidstaten uitwisselen, voor zover deze informatie betrekking heeft op een criminele activiteit die onder de bevoegdheid van Europol valt; |
a) Europol uit eigen beweging te voorzien van de informatie en inlichtingen die het nodig heeft voor de vervulling van zijn taken en te antwoorden op de verzoeken van Europol om informatie, gegevensverstrekking en advies; |
|
Onverminderd de uitoefening van de verantwoordelijkheden van de lidstaten op het gebied van de rechts- en ordehandhaving en de bescherming van de interne veiligheid, is een nationale eenheid in een bepaalde zaak niet verplicht informatie en inlichtingen te verstrekken indien daardoor: |
|
(i) wezenlijke nationale veiligheidsbelangen worden geschaad; of |
|
(ii) het welslagen van lopende onderzoeken of de veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht; of |
|
informatie wordt bekendgemaakt die betrekking heeft op specifieke inlichtingendiensten of ‑activiteiten op het gebied van de staatsveiligheid; |
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) zorg te dragen voor een effectieve communicatie en samenwerking tussen Europol en alle betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaten en opleidingsinstellingen voor rechtshandhavingsambtenaren in de lidstaten; |
(b) zorg te dragen voor een effectieve communicatie en samenwerking tussen Europol en alle betrokken bevoegde autoriteiten; |
Motivering | |
Alle verwijzingen naar opleiding moeten worden geschrapt aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) bekendheid te geven aan de activiteiten van Europol. |
Schrappen |
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) bij Europol de relevante informatie op te vragen die de onderzoeken die door de aangewezen bevoegde autoriteiten worden uitgevoerd, kan vergemakkelijken. |
Motivering | |
Het is belangrijk te vermelden dat het vragen aan Europol van informatie die voor hun onderzoek relevant is, tot de functie van de nationale eenheden behoort, want op die manier wordt gezorgd voor een sterkere wederzijdse samenwerking tussen Europol en de lidstaten. | |
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – letter c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c ter) te zorgen voor effectieve communicatie en samenwerking met de bevoegde autoriteiten. |
Motivering | |
Overeenkomstig artikel 7, lid 4, moeten de nationale eenheden instaan voor een effectieve communicatie en samenwerking met de bevoegde autoriteiten, aangezien de nationale eenheden de contactpunten tussen Europol en de lidstaten zijn. | |
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 5 – letter c quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c quater) ervoor te zorgen dat elke uitwisseling van informatie tussen henzelf en Europol rechtmatig is. |
Motivering | |
Deze nieuwe bevoegdheid helpt het in deze verordening uiteengezette solide systeem voor gegevensbescherming te versterken. | |
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De lidstaten zorgen voor een minimale beveiliging van alle systemen waarmee ze zich in verbinding stellen met Europol. |
9. De lidstaten zorgen voor het hoogst mogelijke niveau van beveiliging van alle systemen waarmee ze zich in verbinding stellen met Europol. |
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Verbindingsofficieren verlenen bijstand bij het uitwisselen van informatie tussen Europol en hun lidstaat. |
3. Verbindingsofficieren geven informatie van hun nationale eenheden door aan Europol en van Europol aan de nationale eenheden. |
Motivering | |
In overeenstemming met de andere artikelen moet in dit artikel worden verduidelijkt dat de nationale eenheden het contactpunt tussen de lidstaten en Europol zijn. | |
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De verbindingsofficieren verlenen overeenkomstig hun nationale recht bijstand bij het uitwisselen van informatie tussen hun lidstaat en de verbindingsofficieren van andere lidstaten. De infrastructuur van Europol mag, in overeenstemming met het nationale recht, ook worden gebruikt voor bilaterale uitwisselingen die betrekking hebben op strafbare feiten die buiten de bevoegdheid van Europol vallen. De raad van bestuur stelt de rechten en plichten van de verbindingsofficieren ten aanzien van Europol vast. |
4. De verbindingsofficieren verlenen overeenkomstig hun nationale recht bijstand bij het uitwisselen van informatie tussen hun lidstaat en de verbindingsofficieren van andere lidstaten. De infrastructuur van Europol mag, in overeenstemming met het nationale recht, ook worden gebruikt voor bilaterale uitwisselingen die betrekking hebben op strafbare feiten die buiten de bevoegdheid van Europol vallen. De raad van bestuur stelt de rechten en plichten van de verbindingsofficieren ten aanzien van Europol vast. Al deze informatie-uitwisselingen voldoen aan de EU-wetgeving en de nationale wetgeving, met name Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad of Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, naargelang van toepassing. Europol verwerkt de uit hoofde van deze bepaling ontvangen gegevens uitsluitend wanneer het als rechtmatige ontvanger kan worden beschouwd op grond van de nationale of EU-wetgeving. |
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Hoofdstuk III | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
TAKEN MET BETREKKING TOT OPLEIDINGEN VOOR RECHTSHANDHAVINGSAMBTENAREN |
Schrappen |
Artikel 9 |
|
Europol Academy |
|
1. Een afdeling binnen Europol, de bij deze verordening opgerichte Europol Academy, ondersteunt, ontwikkelt, verzorgt en coördineert opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren, met name op het gebied van de bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn en van terrorisme, het beheer van sportevenementen en evenementen met een groot risico voor de openbare orde, strategische planning en aansturing van niet-militaire missies van de Unie, alsook leiderschap en taalvaardigheden op het gebied van rechtshandhaving, met name met het doel: |
|
a) de bekendheid en kennis te vergroten van: |
|
(i) internationale instrumenten en instrumenten van de Unie betreffende de samenwerking bij rechtshandhaving; |
|
(ii) organen van de Unie, met name Europol, Eurojust en Frontex, hun werking en hun rol; |
|
iii) de gerechtelijke aspecten van de samenwerking bij rechtshandhaving en praktische aspecten van de toegang tot informatiekanalen; |
|
(b) de ontwikkeling te stimuleren van regionale en bilaterale samenwerking tussen de lidstaten en tussen de lidstaten en derde landen; |
|
(c) aandacht te besteden aan specifieke thema's op het gebied van rechtshandhaving en politiediensten waarvoor opleidingen op Unieniveau een toegevoegde waarde hebben; |
|
(d) specifieke gemeenschappelijke opleidingsprogramma's te ontwerpen om rechtshandhavingsambtenaren voor te bereiden op hun deelname aan civiele missies van de Unie; |
|
(e) lidstaten te ondersteunen bij hun bilaterale activiteiten voor de capaciteitsopbouw op het gebied van rechtshandhaving in derde landen; |
|
(f) docenten op te leiden en deze te helpen goede leerpraktijken te verbeteren en uit te wisselen. |
|
2. De Europol Academy ontwikkelt leermiddelen en ‑methoden, werkt deze regelmatig bij en past deze toe op basis van het idee van permanente educatie om de vaardigheden van rechtshandhavingsambtenaren te versterken. De Europol Academy evalueert de resultaten van deze aanpak met het doel de kwaliteit, samenhang en doeltreffendheid van toekomstige activiteiten te verbeteren. |
|
Artikel 10 |
|
Taken van de Europol Academy |
|
1. De Europol Academy stelt meerjarige analyses van strategische opleidingsbehoeften en meerjarige studieprogramma's op. |
|
2. De Europol Academy ontwikkelt en verzorgt opleidingsactiviteiten en leerproducten, waaronder: |
|
(a) cursussen, seminars, conferenties, online- en e‑learningactiviteiten, |
|
(b) gemeenschappelijke leerprogramma's om het bewustzijn te bevorderen, kennistekorten weg te nemen en/of een gemeenschappelijke benadering te bevorderen ten aanzien van grensoverschrijdende criminele verschijnselen, |
|
(c) opleidingsmodules die aansluiten bij de oplopende moeilijkheidsgraad van de door de betrokken doelgroep benodigde vaardigheden, toegespitst op een bepaalde geografische regio, een specifieke categorie van criminele activiteiten of een specifieke reeks beroepsmatige vaardigheden, |
|
(d) uitwisselings- en detacheringsprogramma's voor rechtshandhavingsambtenaren in het kader van een praktijkgerichte opleidingsaanpak. |
|
3. Ter ondersteuning van civiele missies en capaciteitsopbouw in derde landen waarborgt de Europol Academy een samenhangend Europees opleidingsbeleid door: |
|
(a) de effecten te beoordelen van de bestaande beleidsmaatregelen en ‑initiatieven inzake opleiding op het gebied van rechtshandhaving die met de Unie verband houden; |
|
(b) opleidingen te ontwikkelen en te verzorgen om rechtshandhavingsambtenaren uit de lidstaten voor te bereiden op deelname aan civiele missies, door hen onder meer in staat te stellen relevante taalvaardigheden te verwerven; |
|
(c) opleidingen te ontwikkelen en te verzorgen voor rechtshandhavingsambtenaren van derde landen, met name landen die kandidaat zijn om tot de Unie toe te treden; |
|
(d) speciale externe bijstandsfondsen van de Unie te beheren om derde landen te helpen bij de capaciteitsopbouw op de relevante beleidsgebieden, in overeenstemming met de door de Unie vastgestelde prioriteiten. |
|
4. De Europol Academy bevordert de wederzijdse erkenning door de lidstaten van opleidingen op het gebied van rechtshandhaving en de bestaande Europese kwaliteitsnormen die daarmee verband houden. |
|
Artikel 11 |
|
Voor de opleidingen relevant onderzoek |
|
1. De Europol Academy draagt bij aan de ontwikkeling van onderzoek dat relevant is voor de opleidingsactiviteiten die onder dit hoofdstuk vallen. |
|
2. De Europol Academy bevordert en sluit partnerschappen met organen van de Unie en met academische overheids- of particuliere instellingen, en moedigt de totstandkoming aan van hechtere partnerschappen tussen universiteiten en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving in de lidstaten. |
|
Motivering | |
Alle verwijzingen naar opleiding moeten worden geschrapt, en dus geheel hoofdstuk III, aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) een wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten overeenkomstig artikel 20; |
Schrappen |
Motivering | |
De oprichting van een wetenschappelijk comité zou noodzakelijk zijn vanwege een samenvoeging van Europol en Cepol. Aangezien de rapporteur van mening is dat er hier geen aanleiding voor bestaat, moet letter c worden geschrapt. | |
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
e) eventueel een uitvoerende raad overeenkomstig artikelen 21 en 22. |
Schrappen |
Motivering | |
De rapporteur acht het niet raadzaam om een uitvoerende raad op te richten om transparantie en democratie binnen Europol te waarborgen. | |
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en twee vertegenwoordigers van de Europese Commissie, die allen stemrecht hebben. |
1. De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en één vertegenwoordiger van de Europese Commissie, die allen stemrecht hebben. |
Motivering | |
Elke lidstaat wordt heeft slechts één vertegenwoordiger in de raad van bestuur. Het is daarom voor een eerlijkere verdeling wenselijk dat de Commissie eveneens slechts één vertegenwoordiger heeft. | |
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Een vertegenwoordiger van de gezamenlijke parlementaire controlegroep heeft de mogelijkheid als waarnemer deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur. Deze vertegenwoordiger heeft geen stemrecht. |
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Elk lid van de raad van bestuur laat zich vertegenwoordigen door een plaatsvervangend lid, dat wordt benoemd op grond van zijn ervaring met het besturen van organisaties uit de publieke of private sector en zijn kennis van het nationale beleid betreffende opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren. Het plaatsvervangend lid treedt op als lid wanneer het gaat om de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren. Het plaatsvervangend lid vertegenwoordigt het lid indien hij afwezig is. Het lid vertegenwoordigt het plaatsvervangend lid wanneer het gaat om de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren indien laatstgenoemde afwezig is. |
3. Elk lid van de raad van bestuur laat zich vertegenwoordigen door een plaatsvervangend lid, dat wordt benoemd door het lid op grond van de in artikel 13, lid 2, genoemde criteria. Het plaatsvervangend lid vertegenwoordigt het lid indien hij afwezig is. |
Motivering | |
Het is praktischer dat het lid van de raad van bestuur zelf een plaatsvervangend lid benoemt. | |
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Alle partijen in de raad van bestuur trachten het verloop van hun vertegenwoordigers te beperken teneinde de continuïteit van de werkzaamheden van de raad van bestuur te verzekeren. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de raad van bestuur. |
4. Alle partijen in de raad van bestuur streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de raad van bestuur. |
Motivering | |
Aangezien dit afhankelijk is van de benoeming van de leden van de raad van bestuur door de lidstaten, moet het middengedeelte van dit lid worden geschrapt. | |
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De ambtstermijn van de leden en de plaatsvervangende leden bedraagt vier jaar. Deze termijn is verlengbaar. Wanneer hun ambtstermijn afloopt of in het geval zij ontslag nemen, blijven leden in functie totdat hun aanstelling is verlengd of zij vervangen zijn. |
5. De ambtstermijn van de leden en de plaatsvervangende leden is afhankelijk van de termijn die elke lidstaat vaststelt bij de benoeming van zijn lid. |
Motivering | |
De lidstaten benoemen de leden van de raad van bestuur en om de samenhang van dit systeem te vergroten, moet de ambtstermijn van de leden afhankelijk zijn van de termijn die elke lidstaat vaststelt bij de benoeming van zijn lid. | |
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. De voorzitter wordt bijgestaan door het secretariaat van de raad van bestuur. Het secretariaat heeft met name de volgende taken: |
|
a) het is voortdurend nauw betrokken bij de organisatie, de coördinatie en het zorgen voor samenhang van de werkzaamheden van de raad van bestuur. Onder verantwoordelijkheid en leiding van de voorzitter, |
|
(b) verstrekt het de raad van bestuur de benodigde administratieve ondersteuning voor de uitoefening van zijn taken. |
Motivering | |
Uit ervaring blijkt hoe zinvol het secretariaat van de raad van bestuur is, reden waarom dit behouden moet blijven. | |
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 ter. Voor de aanvang van zijn ambtstermijn dient elk lid van de raad van bestuur een verklaring in omtrent zijn belangen. |
Amendement 99 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter d | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(d) stelt een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag over de activiteiten van Europol vast en zendt dit voor 1 juli van het daaropvolgende jaar toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de nationale parlementen. Het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag wordt openbaar gemaakt; |
(d) stelt een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag over de activiteiten van Europol vast, legt dit voor aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep en zendt dit voor 1 juli van het daaropvolgende jaar toe aan de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de nationale parlementen en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag wordt openbaar gemaakt; |
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter g | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) stelt een fraudebestrijdingsstrategie vast, die evenredig is met frauderisico's en rekening houdt met de kosten en voordelen van de uit te voeren maatregelen;
|
Schrappen |
Motivering | |
Europol mag zijn bevoegdheden niet te buiten gaan en inbreuk maken op de bevoegdheden van OLAF. | |
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) stelt regels vast voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden, alsook tot de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten; |
(h) stelt regels vast voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden; |
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter i | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(i) oefent overeenkomstig lid 2 met betrekking tot het personeel van Europol de bevoegdheden uit die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden toekent aan het tot het sluiten van contracten bevoegde gezag ("de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag"); |
Schrappen |
Motivering | |
Deze taken moeten, overeenkomstig de bepalingen van het huidige rechtskader, voorbehouden zijn aan de uitvoerend directeur. Dit stemt overeen met het amendement op artikel 19, letter k bis (nieuw). | |
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter j | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(j) stelt de toepasselijke uitvoeringsregels ten behoeve van de uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vast overeenkomstig artikel 110 van het Statuut; |
(j) stelt, op voorstel van de directeur, de toepasselijke uitvoeringsregels ten behoeve van de uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vast overeenkomstig artikel 110 van het Statuut; |
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter n | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(n) benoemt de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten; |
Schrappen |
Motivering | |
De oprichting van een wetenschappelijk comité zou noodzakelijk zijn vanwege een samenvoeging van Europol en Cepol. Aangezien de rapporteur van mening is dat er hier geen aanleiding voor bestaat, moet letter n worden geschrapt. | |
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter o | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(o) zorgt voor een passende opvolging van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF); |
(o) zorgt voor een passende opvolging van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) en van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming; |
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter p | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(p) neemt alle beslissingen betreffende het opzetten en, waar nodig, het wijzigen van de interne structuren van Europol; |
Schrappen |
Motivering | |
Dit stemt overeen met het amendement op artikel 19, letter k ter (nieuw). | |
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter q bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) benoemt een gegevensbeschermingsfunctionaris, die zijn taken onafhankelijk van de raad van bestuur vervult en belast wordt met het opzetten en het beheer van de e systemen voor geautomatiseerde gegevensverwerking. |
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De raad van bestuur kan in overeenstemming met een op grond van artikel 46, lid 3, onder f), door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming ingediend voorstel, met een tweederdemeerderheid van zijn leden, de verwerking tijdelijk of definitief verbieden. |
Motivering | |
Dit stemt overeen met het amendement op artikel 46, lid 3, letter f, op grond waarvan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming het recht krijgt een tijdelijk of definitief verbod op de verwerking voor te stellen. | |
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De raad van bestuur neemt overeenkomstig artikel 110 van het Statuut een besluit dat is gebaseerd op artikel 2, lid 1, van het Statuut en artikel 6 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag delegeert aan de uitvoerend directeur en de voorwaarden vastlegt voor de opschorting van deze gedelegeerde bevoegdheden. De uitvoerend directeur is bevoegd om deze bevoegdheden op zijn beurt te delegeren. |
Schrappen |
De raad van bestuur kan in uitzonderlijke gevallen door middel van een besluit de delegatie van bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de uitvoerend directeur en de bevoegdheden die hij op zijn beurt heeft gedelegeerd tijdelijk opschorten en deze bevoegdheden zelf uitoefenen of delegeren aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de uitvoerend directeur. |
|
Motivering | |
Deze bevoegdheden komen uitsluitend aan de uitvoerend directeur toe, overeenkomstig de amendementen op artikel 19, letter k bis (nieuw), en artikel 22, lid 3. | |
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De raad van bestuur stelt ieder jaar uiterlijk op 30 november het jaarlijkse werkprogramma vast op basis van een ontwerpvoorstel van de uitvoerend directeur, met inachtneming van het advies van de Commissie. De raad stuurt dit door naar het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en de nationale parlementen. |
1. De raad van bestuur stelt ieder jaar uiterlijk op 30 november het jaarlijkse werkprogramma vast op basis van een ontwerpvoorstel van de uitvoerend directeur dat wordt toegelicht aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep, met inachtneming van het advies van de Commissie. De raad stuurt dit door naar de gezamenlijke parlementaire controlegroep, de Raad en de Commissie, de nationale parlementen en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het jaarlijkse werkprogramma omvat een gedetailleerde beschrijving van de doelstellingen en de beoogde resultaten, inclusief prestatie-indicatoren. Het dient ook een beschrijving te bevatten van de te financieren activiteiten en een indicatie van de financiële en personele middelen die aan iedere activiteit worden toegewezen overeenkomstig de beginselen die gelden voor activiteitsgestuurde begroting en beheer. Het jaarlijkse werkprogramma is consistent met het meerjarige werkprogramma waarvan sprake is in lid 4. Het vermeldt duidelijk de taken die zijn toegevoegd, gewijzigd of geschrapt ten opzichte van het vorige begrotingsjaar. |
2. Het jaarlijkse werkprogramma omvat een gedetailleerde beschrijving van de doelstellingen en de beoogde resultaten, inclusief prestatie-indicatoren. Het dient ook een beschrijving te bevatten van de te financieren activiteiten en een indicatie van de financiële en personele middelen die aan iedere activiteit worden toegewezen overeenkomstig de beginselen die gelden voor activiteitsgestuurde begroting en beheer. Het jaarlijkse werkprogramma is afhankelijk van het meerjarige werkprogramma waarvan sprake is in lid 4. Het vermeldt duidelijk de taken die zijn toegevoegd, gewijzigd of geschrapt ten opzichte van het vorige begrotingsjaar. |
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 3 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Iedere wezenlijke verandering van het jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld door middel van dezelfde procedure als het oorspronkelijke jaarlijkse werkprogramma. De raad van bestuur kan aan de uitvoerend directeur de bevoegdheid delegeren om niet-wezenlijke veranderingen door te voeren in het jaarlijkse werkprogramma. |
Iedere verandering van het jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld door middel van dezelfde procedure als het oorspronkelijke jaarlijkse werkprogramma. De raad van bestuur kan aan de uitvoerend directeur de bevoegdheid delegeren om niet-wezenlijke veranderingen door te voeren in het jaarlijkse werkprogramma. |
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 4 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het vastgestelde meerjarige werkprogramma wordt doorgestuurd naar het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de nationale parlementen. |
Het vastgestelde meerjarige werkprogramma wordt doorgestuurd en toegelicht aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep en doorgestuurd aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 4 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De raad van bestuur stelt ook het meerjarige werkprogramma vast en werkt het ieder jaar uiterlijk op 30 november bij, met inachtneming van het advies van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement en de nationale parlementen. |
De raad van bestuur stelt ook het meerjarige werkprogramma vast en werkt het ieder jaar uiterlijk op 30 november bij, met inachtneming van het advies van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, de nationale parlementen, en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De ambtstermijn van de voorzitter en vicevoorzitter bedraagt vier jaar. De ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd. Indien hun lidmaatschap van de raad van bestuur echter gedurende hun voorzitterschap of vicevoorzitterschap wordt beëindigd, verstrijkt hun ambtstermijn automatisch op dezelfde datum. |
2. De ambtstermijn van de voorzitter en vicevoorzitter bedraagt vijf jaar. De ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd. Indien hun lidmaatschap van de raad van bestuur echter gedurende hun voorzitterschap of vicevoorzitterschap wordt beëindigd, verstrijkt hun ambtstermijn automatisch op dezelfde datum. |
Motivering | |
Met het oog op meer samenhang is het beter een ambtstermijn van vijf jaar te hanteren, net zo lang als de ambtstermijn van de uitvoerend directeur. Voor een beter functioneren van Europol moet hun samenwerking immers stabiel zijn. | |
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Een vertegenwoordiger van de gezamenlijke parlementaire controlegroep heeft de mogelijkheid als waarnemer deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur. |
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Onverminderd artikel 14, lid 1, onder a), b) en c), artikel 16, lid 1, en artikel 56, lid 8, neemt de raad van bestuur besluiten bij meerderheid van zijn leden. |
1. Onverminderd artikel 14, lid 1, alinea 1, onder a), b) en c), artikel 14, lid 1, alinea 1 bis, artikel 16, lid 1, en artikel 56, lid 8, neemt de raad van bestuur besluiten bij meerderheid van zijn leden. |
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De vertegenwoordiger van de gezamenlijke parlementaire controlegroep neemt niet deel aan de stemmingen. |
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De uitvoerend directeur brengt desgevraagd verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan het Europees Parlement. De Raad kan de uitvoerend directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitoefening van zijn taken. |
3. De uitvoerend directeur brengt desgevraagd regelmatig verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep en verschijnt desgevraagd regelmatig voor deze controlegroep. De Raad kan de uitvoerend directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitoefening van zijn taken. |
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(c) de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en het meerjarige werkprogramma en de indiening ervan bij de raad van bestuur na raadpleging van de Commissie; |
(c) de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en het meerjarige werkprogramma en de indiening ervan bij de raad van bestuur, met inachtneming van het advies van de Commissie; |
Motivering | |
Bij de voorafgaande raadpleging geeft de Commissie een advies af, zoals is voorzien in artikel 15, leden 1 en 4, van deze verordening. | |
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) de opstelling van een fraudebestrijdingsstrategie voor Europol en de presentatie daarvan ter goedkeuring aan de raad van bestuur; |
(h) de opstelling van een strategische fraudebestrijdingsanalyse en een strategie om belangenconflicten te voorkomen en te beheersen voor Europol en de presentatie daarvan ter goedkeuring aan de raad van bestuur; |
Motivering | |
Cf. internal references. | |
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5 – letter k | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(k) de voorbereiding van een ontwerp van het meerjarige personeelsbeleidsplan en de indiening ervan bij de raad van bestuur na raadpleging van de Commissie; |
(k) de voorbereiding van een ontwerp van het meerjarige personeelsbeleidsplan en de indiening ervan bij de raad van bestuur, met inachtneming van het advies van de Commissie; |
Motivering | |
De Commissie wordt geraadpleegd via een advies. | |
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5 – letter k bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k bis) de uitoefening met betrekking tot het personeel van Europol van de bevoegdheden die het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden toekent aan het tot het sluiten van contracten bevoegde gezag ("de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag") onverminderd artikel 14, lid 1, onder j); |
Motivering | |
De bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag moeten, zoals in het huidige rechtskader is voorzien, aan de uitvoerend directeur voorbehouden blijven. Dit stemt overeen met de amendementen op artikel 14, lid 1, letter i, en artikel 14, lid 2. | |
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5 – letter k ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(k ter) het nemen van alle beslissingen betreffende het opzetten en, waar nodig, het wijzigen van de interne structuren van Europol; |
Motivering | |
Dit stemt overeen met het amendement op artikel 14, lid 1, letter p. | |
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Afdeling 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
AFDELING 3 |
Schrappen |
WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VOOR OPLEIDINGSACTIVITEITEN |
|
Artikel 20 |
|
Wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten |
|
1. Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten is een onafhankelijk adviesorgaan dat de wetenschappelijke kwaliteit van Europols opleidingsactiviteiten garandeert en bewaakt. Met het oog hierop betrekt de uitvoerend directeur het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten in een vroeg stadium bij de opstelling van alle documenten waarvan sprake is in artikel 14 voor zover zij betrekking hebben op opleiding. |
|
2. Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten bestaat uit elf personen met een grote academische en beroepsmatige deskundigheid op de gebieden waarop hoofdstuk III van deze verordening betrekking heeft. De raad van bestuur benoemt de leden na een transparante sollicitatieoproep en selectieprocedure die in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt gepubliceerd. De leden van de raad van bestuur kunnen geen lid zijn van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten. De leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten zijn onafhankelijk. Zij vragen noch aanvaarden instructies van regeringen of andere organen. |
|
3. De lijst met de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten wordt openbaar gemaakt en door Europol op zijn website bijgewerkt. |
|
4. De ambtstermijn van de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten bedraagt vijf jaar. Deze termijn is niet verlengbaar; de leden kunnen uit hun functie worden ontheven indien zij niet voldoen aan het onafhankelijkheidsvereiste. |
|
5. Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten kiest zijn voorzitter en vicevoorzitter voor een ambtstermijn van vijf jaar. Het neemt adviezen aan bij gewone meerderheid. De voorzitter roept het comité tot vier keer per jaar bijeen. Indien nodig, kan de voorzitter buitengewone vergaderingen beleggen, op eigen initiatief of op verzoek van ten minste vier leden van het comité. |
|
6. De uitvoerend directeur, de plaatsvervangend uitvoerend directeur voor opleidingen of hun respectieve vertegenwoordigers worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen als waarnemer die niet aan de stemming deelneemt. |
|
7. Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten wordt bijgestaan door een secretaris; deze persoon is een personeelslid van Europol dat door het comité wordt aangewezen en door de uitvoerend directeur wordt benoemd. |
|
8. Het is met name de taak van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten om: |
|
(a) de uitvoerend directeur en de plaatsvervangend uitvoerend directeur voor opleidingen te adviseren bij het opstellen van het jaarlijks werkprogramma en andere strategische documenten om de wetenschappelijke kwaliteit daarvan en de samenhang met het relevante beleid en de prioriteiten van de Unie op dit gebied te waarborgen; |
|
(b) de raad van bestuur te onafhankelijke raad en adviezen te verschaffen over de onderwerpen die tot zijn taakgebied behoren; |
|
(c) onafhankelijke raad en adviezen te verschaffen over de kwaliteit van opleidingsprogramma's, toegepaste leermethoden, leeralternatieven en wetenschappelijke ontwikkelingen; |
|
(d) iedere andere adviestaak verrichten die betrekking heeft op de wetenschappelijke aspecten van Europols werkzaamheden op het gebied van opleidingen op verzoek van de raad van bestuur, de uitvoerend directeur of de plaatsvervangend directeur voor opleidingen. |
|
9. De jaarlijkse begroting van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten wordt toegewezen aan een afzonderlijke begrotingslijn van Europol. |
|
Motivering | |
Aangezien de rapporteur van mening is dat er hier geen aanleiding voor bestaat, moet artikel 20 worden geschrapt. | |
Amendement 126 Voorstel voor een verordening Afdeling 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
AFDELING 4 |
Schrappen |
UITVOERENDE RAAD |
|
Artikel 21 |
|
Oprichting |
|
De raad van bestuur kan een uitvoerende raad oprichten. |
|
Artikel 22 |
|
Taken en organisatie |
|
1. De uitvoerende raad staat de raad van bestuur bij. |
|
2. De uitvoerende raad heeft de volgende functies: |
|
(a) opstellen van de besluiten die de raad van bestuur moet aannemen; |
|
(b) samen met de raad van bestuur zorgen voor een passende opvolging van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de onderzoeksverslagen en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF); |
|
(c) onverminderd de taken van de uitvoerend directeur, als bepaald in artikel 19, de uitvoerend directeur bijstaan en adviseren over de tenuitvoerlegging van de besluiten van de raad van bestuur, met het oog op een beter toezicht op het administratieve beheer. |
|
3. Indien nodig, zoals in dringende gevallen, kan de uitvoerende raad in naam van de raad van bestuur bepaalde voorlopige besluiten nemen, met name op het gebied van het administratieve beheer, zoals de opschorting van de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag. |
|
4. De uitvoerende raad bestaat uit de voorzitter van de raad van bestuur, één vertegenwoordiger van de Commissie in de raad van het bestuur en drie andere leden die de raad van bestuur kiest uit zijn leden en benoemt. De voorzitter van de raad van bestuur is ook de voorzitter van de uitvoerende raad. De uitvoerend directeur neemt deel aan de vergaderingen van de uitvoerende raad, maar heeft geen stemrecht. |
|
5. De ambtstermijn van de leden van de uitvoerende raad bedraagt vier jaar. De ambtstermijn van de leden van de uitvoerende raad eindigt wanneer hun lidmaatschap van de raad van bestuur eindigt. |
|
6. De uitvoerende raad houdt ten minste één gewone vergadering per kwartaal. Daarnaast komt de raad bijeen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van zijn leden. |
|
7. De uitvoerende raad neemt het door de raad van bestuur vastgestelde reglement van orde in acht. |
|
Motivering | |
De rapporteur acht het niet raadzaam om een uitvoerende raad op te richten om transparantie en democratie binnen Europol te waarborgen. | |
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Europol mag informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, opvragen en verwerken uit nationale of internationale informatiesystemen, of informatiesystemen van de Unie, waaronder door middel van directe geautomatiseerde toegang, voor zover dit is toegestaan op grond van de rechtsinstrumenten op nationaal, internationaal of Unieniveau. De toegang tot en het gebruik van deze informatie door Europol wordt beheerst door de toepasselijke bepalingen van dergelijke rechtsinstrumenten op nationaal, internationaal of Unieniveau, voor zover deze striktere voorschriften betreffende toegang en gebruik bevatten dan de bepalingen van deze verordening. De toegang tot dergelijke informatiesystemen wordt slechts verleend aan gemachtigde personeelsleden van Europol voor zover nodig voor de vervulling van hun taken. |
3. Europol mag informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, opvragen en verwerken uit nationale of internationale informatiesystemen of informatiesystemen van de Unie, waaronder door middel van directe geautomatiseerde toegang, voor zover dit is toegestaan op grond van de rechtsinstrumenten op nationaal, internationaal of Unieniveau en voor zover kan worden aangetoond dat zulke toegang noodzakelijk is voor en evenredig is aan de vervulling van een taak die onder het mandaat van Europol valt. De toegang tot en het gebruik van deze informatie door Europol wordt beheerst door de toepasselijke bepalingen van dergelijke rechtsinstrumenten op nationaal, internationaal of Unieniveau, voor zover deze striktere voorschriften betreffende toegang en gebruik bevatten dan de bepalingen van deze verordening. |
|
Daarin moeten de doelstellingen, de categorieën persoonsgegevens, de doelen en middelen en de procedure die moet worden gevolgd om de informatie op te vragen en verder te verwerken, worden vastgelegd, met eerbiediging van de toepasselijke gegevensbeschermingsregels en ‑beginselen. De toegang tot dergelijke informatiesystemen wordt slechts verleend aan gemachtigde personeelsleden van Europol voor zover strikt nodig voor en evenredig aan de vervulling van hun taken. |
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 24 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voor zover dit noodzakelijk is voor het bereiken van de in artikel 3, de leden 1 en 2, vastgestelde doelstellingen mag Europol informatie, inclusief persoonsgegevens, uitsluitend verwerken voor de volgende doeleinden: |
1. Voor zover dit noodzakelijk is voor het bereiken van de in artikel 3 vastgestelde doelstellingen mag Europol informatie, inclusief persoonsgegevens, verwerken. |
|
Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden verwerkt voor de volgende doeleinden: |
(a) het uitvoeren van kruiscontroles om verbanden tussen gegevens te leggen, |
(a) het uitvoeren van kruiscontroles om verbanden tussen gegevens te leggen of andere relevante samenhangen te onderzoeken, beperkt tot, |
|
(i) personen die verdacht worden van het plegen van of deelnemen aan een strafbaar feit dat onder de bevoegdheid van Europol valt, of die veroordeeld zijn voor een dergelijk strafbaar feit; |
|
(ii) personen ten aanzien van wie er feitelijke aanwijzingen zijn of een redelijk vermoeden bestaat dat zij strafbare feiten zullen plegen; |
(b) het verrichten van analyses van strategische of thematische aard, |
(b) het verrichten van analyses van strategische of thematische aard, |
(c) het verrichten van operationele analyses in specifieke gevallen. |
(c) het verrichten van operationele analyses in specifieke gevallen: |
|
De uitvoering van deze taken wordt uitgevoerd op volgende voorwaarden: |
|
– de controles als bedoeld onder (a) worden uitgevoerd met inachtneming van de nodige garanties ter bescherming van de gegevens, waarbij in het bijzonder het verzoek om informatie en het doel ervan afdoende worden gemotiveerd. Bovendien moeten de nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat uitsluitend instanties die in eerste instantie bevoegd zijn om deze gegevens te verzamelen deze later kunnen wijzigen; |
|
– voor elke operationele analyse waarvan sprake onder c), gelden de volgende specifieke waarborgen: |
|
(i) er wordt een specifiek doeleinde vastgesteld; persoonsgegevens mogen enkel worden verwerkt wanneer zij relevant zijn voor dit specifieke doeleinde; |
|
(ii) alle kruiscontroles door personeelsleden van Europol worden specifiek gemotiveerd; het opvragen van gegevens naar aanleiding van een raadpleging wordt tot het strikt nodige beperkt en moet specifiek worden gemotiveerd; |
|
(iii) enkel gemachtigde personeelsleden die belast zijn met het doeleinde waarvoor de gegevens aanvankelijk werden vergaard, mogen de gegevens wijzigen. |
|
Europol moet deze activiteiten terdege documenteren. De documentatie wordt op verzoek ter beschikking gesteld van de gegevensbeschermingsfunctionaris en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming opdat zij de rechtmatigheid van de verwerkingsactiviteit kunnen nagaan. |
2. De categorieën persoonsgegevens en de categorieën betrokkenen van wie de gegevens mogen worden verzameld voor de in lid 1 genoemde specifieke doeleinden, zijn opgenomen in bijlage 2. |
2. De categorieën persoonsgegevens en de categorieën betrokkenen van wie de gegevens mogen worden verzameld voor de in lid 1 genoemde specifieke doeleinden, zijn opgenomen in bijlage 2. |
|
2 bis. Europol kan in uitzonderlijke gevallen gegevens tijdelijk verwerken om te bepalen of zij relevant zijn voor zijn taken en voor de doeleinden waarvan sprake in lid 1. De Raad van Bestuur bepaalt op voorstel van de directeur en na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de voorwaarden voor de verwerking van die gegevens, met name met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van de gegevens, alsmede tot de termijnen voor het bewaren en verwijderen van de gegevens, die niet langer mogen zijn dan zes maanden, waarbij de in artikel 34 bedoelde beginselen naar behoren in acht worden genomen. |
|
2 ter. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming stelt ontwerprichtsnoeren vast waarin de doeleinden die zijn opgesomd in lid 1, onder a), b) en c), worden gespecificeerd. |
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een lidstaat, een orgaan van de Unie, een derde land of een internationale organisatie die informatie aan Europol verstrekt, stelt vast voor welke in artikel 24 genoemde doeleinden de informatie wordt verwerkt. Indien de verstrekkende partij dit niet heeft gedaan, stelt Europol de relevantie van dergelijke informatie vast, alsook de doeleinden waarvoor de informatie wordt verwerkt. Europol mag alleen met toestemming van de verstrekkende partij informatie verwerken voor een ander doel dan waarvoor de informatie was verstrekt. |
1. Een lidstaat, een orgaan van de Unie, een derde land of een internationale organisatie die informatie aan Europol verstrekt, stelt vast voor welke in artikel 24 genoemde specifieke en duidelijk omschreven doeleinden de informatie wordt verwerkt. Europol mag alleen met de uitdrukkelijke toestemming van de verstrekkende partij informatie verwerken voor een ander specifiek en uitdrukkelijk vermeld doel dan waarvoor de informatie was verstrekt, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving. |
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 25 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 25 bis |
|
Privacyeffectbeoordeling |
|
1. Voorafgaand aan elke reeks verwerkingen van persoonsgegevens beoordeelt Europol de effecten van de beoogde verwerkingssystemen en procedures inzake de bescherming van persoonsgegevens en stelt Europol de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming hiervan in kennis. |
|
2. De beoordeling bevat minstens een algemene beschrijving van de beoogde verwerkingen, een beoordeling van de risico's voor de rechten en vrijheden van betrokkenen, de maatregelen die worden beoogd om de risico's te beperken, en de waarborgen, beveiligingsmaatregelen en mechanismen die de bescherming van persoonsgegevens verzekeren en aantonen dat aan de bepalingen van deze verordening is voldaan, met inachtneming van de rechten en gerechtvaardigde belangen van de betrokkenen en andere betrokken personen. |
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 26 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Onverminderd het recht van lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties om beperkingen te stellen aan de toegang tot en het gebruik van deze informatie, hebben lidstaten toegang tot alle informatie die is verstrekt voor de doeleinden van artikel 24, lid 1, onder a) en b), en kunnen zij deze informatie opzoeken. De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn om dergelijke zoekopdrachten uit te voeren. |
1. Onverminderd het recht van lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties om beperkingen te stellen aan de toegang tot en het gebruik van deze informatie, hebben lidstaten, indien zij kunnen motiveren dit nodig te hebben voor de uitoefening van hun taken, toegang tot alle informatie die is verstrekt voor de doeleinden van artikel 24, lid 1, onder a) en b), en kunnen zij deze informatie opzoeken. De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn om dergelijke zoekopdrachten uit te voeren. |
2. De lidstaten krijgen op basis van een hit/no hit-systeem indirecte toegang tot informatie die is verstrekt voor de doeleinden van artikel 24, lid 1, onder c), onverminderd eventuele beperkingen gesteld door de lidstaten, organen van de Unie en derde landen of internationale organisaties die de informatie hebben verstrekt, overeenkomstig artikel 25, lid 2. Indien een zoekopdracht een hit oplevert, start Europol de procedure op grond waarvan de informatie die tot de hit heeft geleid, mag worden gedeeld, met inachtneming van het besluit van de lidstaat die de informatie aan Europol heeft verstrekt. |
2. De lidstaten krijgen op basis van een hit/no hit-systeem indirecte toegang tot informatie die is verstrekt voor een specifiek doeleinde in de zin van artikel 24, lid 1, onder c), onverminderd eventuele beperkingen gesteld door de lidstaten, organen van de Unie en derde landen of internationale organisaties die de informatie hebben verstrekt, overeenkomstig artikel 25, lid 2. Indien een zoekopdracht een hit oplevert, brengt Europol de verstrekkende partij op de hoogte van de informatie en start Europol de procedure op grond waarvan de informatie die tot de hit heeft geleid, mag worden gedeeld, met inachtneming van het besluit van de verstrekkende partij en voor zover noodzakelijk voor de rechtmatige vervulling van de taken van de lidstaat in kwestie. |
3. De personeelsleden die daartoe zijn gemachtigd door de uitvoerend directeur, hebben recht op toegang tot de door Europol verwerkte informatie voor zover dit nodig is voor de uitvoering van hun taken. |
3. De personeelsleden die daartoe zijn gemachtigd door de uitvoerend directeur, hebben recht op toegang tot de door Europol verwerkte informatie voor zover dit nodig is voor de uitvoering van hun taken. |
|
3 bis. Europol houdt gedetailleerde gegevens bij over alle hits en informatie waartoe toegang werd verleend, zoals bepaald in artikel 43. |
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Toegang van Eurojust en OLAF tot informatie van Europol |
Toegang van Eurojust tot informatie van Europol |
1. Europol neemt alle nodige maatregelen om Eurojust en het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) in de mogelijkheid te stellen om binnen hun respectieve mandaten toegang te krijgen tot alle informatie die is verstrekt voor de doeleinden voorzien in artikel 24, lid 1, onder a) en b), en deze informatie op te zoeken, onverminderd het recht van lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties om beperkingen te stellen aan de toegang tot en het gebruik van dergelijke informatie. Europol wordt op de hoogte gebracht wanneer een zoekopdracht door Eurojust of OLAF een overeenkomst oplevert met door Europol verwerkte informatie. |
1. Europol neemt alle nodige maatregelen om Eurojust in de mogelijkheid te stellen om binnen zijn mandaat toegang te krijgen tot alle informatie die is verstrekt voor de doeleinden voorzien in artikel 24, lid 1, onder a) en b), en deze informatie op te zoeken, onverminderd het recht van lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties om beperkingen te stellen aan de toegang tot en het gebruik van dergelijke informatie. Europol wordt op de hoogte gebracht wanneer een zoekopdracht door Eurojust een overeenkomst oplevert met door Europol verwerkte informatie. |
2. Europol neemt alle nodige maatregelen om Eurojust en OLAF in de mogelijkheid te stellen om binnen hun respectieve mandaten op basis van een hit/no hit-systeem indirecte toegang te krijgen tot informatie die is verstrekt voor de doeleinden van artikel 24, lid 1, onder c), onverminderd eventuele beperkingen gesteld door de lidstaten, organen van de Unie en derde landen of internationale organisaties die de informatie verstrekt hebben, overeenkomstig artikel 25, lid 2. Indien een zoekopdracht een hit oplevert, start Europol de procedure op grond waarvan de informatie die tot de hit heeft geleid, mag worden gedeeld, met inachtneming van het besluit van de lidstaat, het orgaan van de Unie, het derde land of de internationale organisatie waardoor de informatie aan Europol is verstrekt. |
2. Europol neemt alle nodige maatregelen om Eurojust in de mogelijkheid te stellen om binnen zijn mandaat op basis van een hit/no hit-systeem indirecte toegang te krijgen tot informatie die is verstrekt voor een specifiek doeleinde van artikel 24, lid 1, onder c), onverminderd eventuele beperkingen gesteld door de lidstaten, organen van de Unie en derde landen of internationale organisaties die de informatie verstrekt hebben, overeenkomstig artikel 25, lid 2. Indien een zoekopdracht een hit oplevert, start Europol de procedure op grond waarvan de informatie die tot de hit heeft geleid, mag worden gedeeld, met inachtneming van het besluit van de lidstaat, het orgaan van de Unie, het derde land of de internationale organisatie waardoor de informatie aan Europol is verstrekt. Indien een zoekopdracht een hit oplevert, geeft Eurojust aan welke gegevens het nodig heeft en mag Europol die gegevens alleen verstrekken voor zover de gegevens die de hit opleveren noodzakelijk zijn voor de rechtmatige uitoefening van zijn taken. Europol houdt een register bij waarin wordt vermeld tot welke gegevens toegang is verleend. |
3. Zoekopdrachten naar informatie overeenkomstig leden 1 en 2 worden slechts uitgevoerd om na te gaan of informatie die beschikbaar is bij Eurojust of OLAF overeenkomt met door Europol verwerkte informatie. |
3. Zoekopdrachten naar informatie overeenkomstig leden 1 en 2 worden slechts uitgevoerd om na te gaan of informatie die beschikbaar is bij Eurojust overeenkomt met door Europol verwerkte informatie. |
4. Europol staat zoekopdrachten overeenkomstig leden 1 en 2 slechts toe nadat het van Eurojust respectievelijk OLAF heeft vernomen welke nationale leden, plaatsvervangende leden, assistenten en personeelsleden van Eurojust, respectievelijk welke personeelsleden van OLAF , zijn gemachtigd om dergelijke zoekopdrachten uit te voeren. |
4. Europol staat zoekopdrachten overeenkomstig leden 1 en 2 slechts toe nadat het van Eurojust heeft vernomen welke nationale leden, plaatsvervangende leden, assistenten en personeelsleden van Eurojust zijn gemachtigd om dergelijke zoekopdrachten uit te voeren. |
5. Indien tijdens de informatieverwerkingsactiviteiten van Europol met betrekking tot een individueel onderzoek Europol of een lidstaat coördinatie, samenwerking of ondersteuning overeenkomstig het mandaat van Eurojust of OLAF nodig acht, brengt Europol hen hiervan op de hoogte en start het de procedure voor informatie-uitwisseling, met inachtneming van het besluit van de lidstaat die de informatie heeft verstrekt. In een dergelijk geval overlegt Eurojust of OLAF met Europol. |
5. Indien tijdens de informatieverwerkingsactiviteiten van Europol met betrekking tot een individueel onderzoek Europol of een lidstaat coördinatie, samenwerking of ondersteuning overeenkomstig het mandaat van Eurojust nodig acht, brengt Europol hen hiervan op de hoogte en start het de procedure voor informatie-uitwisseling, met inachtneming van het besluit van de lidstaat die de informatie heeft verstrekt. In een dergelijk geval overlegt Eurojust met Europol. |
6. Eurojust, met inbegrip van het college, de nationale leden, plaatsvervangende leden, assistenten en de personeelsleden van Eurojust, en OLAF nemen de algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen in acht die lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties overeenkomstig artikel 25, lid 2, hebben gesteld. |
6. Eurojust, met inbegrip van het college, de nationale leden, plaatsvervangende leden, assistenten en de personeelsleden van Eurojust, nemen de algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen in acht die lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties overeenkomstig artikel 25, lid 2, hebben gesteld. |
|
6 bis. Indien Europol en Eurojust na raadpleging van elkaars gegevens aanwijzingen hebben dat gegevens mogelijkerwijs onjuist of in tegenspraak met andere gegevens zijn, stellen zij elkaar hiervan in kennis. |
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Indien Europol overeenkomstig zijn taak op grond van artikel 4, lid 1, onder b), een lidstaat in kennis moet stellen van informatie die voor die lidstaat van belang is en deze informatie onderworpen is aan toegangsbeperkingen als bedoeld in artikel 25, lid 2, op grond waarvan het verboden is deze informatie te delen, raadpleegt Europol de verstrekkende partij die de toegangsbeperking heeft gesteld en vraagt het deze om toestemming om de informatie te delen. |
1. Indien Europol overeenkomstig zijn taak op grond van artikel 4, lid 1, onder b), een lidstaat in kennis moet stellen van informatie die voor die lidstaat van belang is en deze informatie onderworpen is aan toegangsbeperkingen als bedoeld in artikel 25, lid 2, op grond waarvan het verboden is deze informatie te delen, raadpleegt Europol de verstrekkende partij die de toegangsbeperking heeft gesteld en vraagt het deze om toestemming om de informatie te delen. |
Zonder deze toestemming wordt de informatie niet gedeeld. |
Zonder deze uitdrukkelijke toestemming wordt de informatie niet gedeeld. |
|
Indien deze informatie niet onderworpen is aan toegangsbeperkingen als bedoeld in artikel 25, brengt Europol de verstrekkende lidstaat op de hoogte van de overdracht ervan. |
Motivering | |
De lidstaat die informatie heeft verstrekt, moet op de hoogte worden gebracht van de onthulling ervan, ook al heeft hij geen beperkingen opgelegd. | |
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 29 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voor zover noodzakelijk voor de verrichting van zijn taken kan Europol samenwerkingsbetrekkingen aangaan en onderhouden met organen van de Unie overeenkomstig de doelstellingen van deze organen, alsook met de rechtshandhavingsinstanties van derde landen, de opleidingsinstituten op het gebied van rechtshandhaving van derde landen, internationale organisaties en private partijen. |
1. Voor zover noodzakelijk voor de verrichting van zijn taken kan Europol samenwerkingsbetrekkingen aangaan en onderhouden met organen van de Unie overeenkomstig de doelstellingen van deze organen, alsook met de rechtshandhavingsinstanties van derde landen, internationale organisaties en private partijen. |
2. Voor zover relevant voor de verrichting van zijn taken en behoudens de beperkingen op grond van artikel 25, lid 2, kan Europol direct alle informatie, met uitzondering van persoonsgegevens, uitwisselen met de entiteiten waarvan sprake is in lid 1. |
2. Voor zover relevant voor de verrichting van zijn taken en behoudens de beperkingen op grond van artikel 25, lid 2, kan Europol direct alle informatie, met uitzondering van persoonsgegevens, uitwisselen met de entiteiten waarvan sprake is in lid 1. |
3. Europol mag persoonsgegevens ontvangen en verwerken van de in lid 1 genoemde instanties, behalve van private partijen, voor zover nodig voor het verrichten van zijn taken en behoudens de bepalingen van dit hoofdstuk. |
3. Europol mag persoonsgegevens ontvangen en verwerken die door de in lid 1 genoemde instanties worden gehouden, behalve van private partijen, voor zover strikt noodzakelijk en evenredig met het oog op de rechtmatige uitoefening van zijn taken en behoudens de bepalingen van dit hoofdstuk. |
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 36, lid 4, mogen persoonsgegevens alleen door Europol worden verstrekt aan organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties, indien dit nodig is voor de preventie en bestrijding van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt, en behoudens de bepalingen van dit hoofdstuk. Indien de over te dragen gegevens zijn verstrekt door een lidstaat, vraagt Europol eerst de lidstaat om toestemming, tenzij: |
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 36, lid 5, mogen persoonsgegevens alleen door Europol worden verstrekt aan organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties, indien dit nodig is voor de preventie en bestrijding van criminaliteit die onder de taken van Europol valt, en behoudens de bepalingen van dit hoofdstuk, en indien de ontvanger zich er expliciet toe verbindt de gegevens uitsluitend te zullen gebruiken voor het doeleinde waarvoor zij worden verstrekt. Indien de over te dragen gegevens zijn verstrekt door een lidstaat, vraagt Europol de lidstaat om voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming, tenzij: |
(a) de toestemming kan worden verondersteld aangezien de lidstaat geen uitdrukkelijke beperkingen heeft gesteld aan verdere overdracht; of |
|
(b) de lidstaat aan een dergelijke verdere overdracht zijn voorafgaande goedkeuring heeft gegeven, in algemene zin dan wel behoudens specifieke voorwaarden. Deze goedkeuring kan te allen tijde worden ingetrokken. |
(b) de lidstaat aan een dergelijke verdere overdracht zijn voorafgaande goedkeuring heeft gegeven, in algemene zin dan wel behoudens specifieke voorwaarden. Deze goedkeuring kan te allen tijde worden ingetrokken. |
5. Verdere overdracht van persoonsgegevens door lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties is niet toegestaan, tenzij Europol zijn uitdrukkelijke goedkeuring heeft gegeven. |
5. Verdere overdracht van persoonsgegevens door lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties is niet toegestaan, tenzij Europol vooraf zijn uitdrukkelijke goedkeuring heeft gegeven en de ontvanger zich er expliciet toe verbindt de gegevens uitsluitend te zullen gebruiken voor het doeleinde waarvoor zij worden verstrekt. |
|
5 bis. Europol moet erop toezien dat alle overdrachten van persoonsgegevens en de redenen daarvoor overeenkomstig deze verordening worden geregistreerd. |
|
5 ter. Gegevens die door een derde land, een internationale organisatie of een private partij in strijd met de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde grondrechten zijn verkregen, worden niet verwerkt. |
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 30 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Behoudens eventuele beperkingen op grond van artikel 25, lid 2 of 3, is Europol gerechtigd persoonsgegevens direct aan de organen van de Unie over te dragen, voor zover dit nodig is voor de verrichting van zijn taken of die van het ontvangende orgaan van de Unie. |
Behoudens eventuele beperkingen op grond van artikel 25, lid 2 of 3, en onverminderd artikel 27 is Europol gerechtigd persoonsgegevens direct aan de organen van de Unie over te dragen, voor zover dit nodig is voor de verrichting van zijn taken of die van het ontvangende orgaan van de Unie. Europol maakt op zijn website een lijst openbaar van de EU-instellingen en organen waarmee het informatie deelt. |
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Deze samenwerkingsovereenkomsten worden geamendeerd vijf jaar na de datum waarop deze verordening in werking treedt en wordt vervangen door een andere overeenkomst conform letter b. |
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – alinea 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor dergelijke overdracht vereist is geen nadere toestemming nodig. |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming wordt voor en tijdens de onderhandelingen tijdig over een in punt b bedoelde internationale overeenkomst geraadpleegd, met name vóór de vaststelling van het onderhandelingsmandaat en vóór de vaststelling van de definitieve tekst van de overeenkomst. |
|
Europol maakt op zijn website een regelmatig bijgewerkte lijst openbaar van de door Europol met derde landen en internationale organisaties gesloten internationale overeenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten. |
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In afwijking van lid 1 mag de uitvoerend directeur de overdracht van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties in individuele gevallen toestaan indien: |
2. In afwijking van lid 1 mag de uitvoerend directeur, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht en het proportionaliteitsbeginsel, de overdracht van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties in individuele gevallen toestaan indien: |
(a) de overdracht van de gegevens absoluut noodzakelijk is om de essentiële belangen te beschermen van een lidstaat of lidstaten overeenkomstig de doelstellingen van Europol; |
(a) de doorgifte noodzakelijk is ter bescherming van een vitaal belang van de betrokkene of van een andere persoon; of |
(b) de overdracht van de gegevens absoluut noodzakelijk is om een dreigend gevaar met betrekking tot criminaliteit of terroristische misdrijven af te wenden; |
(b) de doorgifte noodzakelijk is ter vrijwaring van de rechtmatige belangen van de betrokkene, wanneer het recht van de lidstaat of het derde land vanuit welke de doorgifte van persoonsgegevens plaatsvindt, aldus bepaalt; of |
(c) de overdracht noodzakelijk of wettelijk verplicht is vanwege een zwaarwegend algemeen belang of voor de vaststelling, uitoefening of verdediging van een rechtsvordering; or |
(c) de doorgifte van de gegevens van wezenlijk belang is ter voorkoming van een onmiddellijke en ernstige bedreiging voor de openbare veiligheid van een lidstaat of een derde land; of |
(d) de overdracht noodzakelijk is om een vitaal belang van de betrokkene of een andere persoon te beschermen. |
(d) de doorgifte noodzakelijk is met het oog op de preventie, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen; of |
|
(d bis) de doorgifte in afzonderlijke gevallen noodzakelijk is voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte in verband met de preventie, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van een specifiek strafbaar feit of de tenuitvoerlegging van een specifieke straf; |
|
De uitvoerend directeur neemt in alle gevallen het gegevensbeschermingsniveau in het betrokken derde land of de internationale organisatie in aanmerking, rekening houdend met de aard van de gegevens, het beoogde doeleinde waarvoor de gegevens worden gebruikt, de duur van de beoogde verwerking, de algemene en specifieke gegevensbeschermingsvoorschriften die in dat land van toepassing zijn en de vraag of de ontvanger heeft ingestemd met specifieke door Europol gestelde voorwaarden voor de gegevens. |
|
De afwijking geldt niet voor systematische, massale of structurele gegevensoverdrachten. |
Daarnaast kan de raad van bestuur, in overleg met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, een reeks overdrachten overeenkomstig de bovenstaande punten a) tot en met d) toestaan, met inachtneming van de waarborgen betreffende de bescherming van het privéleven en van de fundamentele rechten en vrijheden van burgers, voor een verlengbare periode van maximaal een jaar. |
Daarnaast kan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een overdracht of een reeks overdrachten overeenkomstig de bovenstaande punten a) tot en met d) toestaan voor een verlengbare periode van maximaal een jaar, op voorwaarde dat passende waarborgen worden geboden betreffende de bescherming van het privéleven en van de fundamentele rechten en vrijheden van burgers. |
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De uitvoerend directeur stelt de raad van bestuur en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in kennis van de gevallen waarin hij lid 2 heeft toegepast. |
3. De uitvoerend directeur stelt de raad van bestuur en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming onverwijld in kennis van de gevallen waarin hij lid 2 heeft toegepast. |
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Europol houdt gedetailleerde registers bij van alle in dit artikel bedoelde overdrachten. |
Amendement 141 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken, mag Europol persoonsgegevens verwerken van private partijen op voorwaarde dat deze zijn ontvangen via: |
1. Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken, mag Europol persoonsgegevens verwerken van private partijen op voorwaarde dat deze niet rechtstreeks van de private partijen, maar uitsluitend zijn ontvangen via: |
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het is Europol niet toegestaan direct contact op te nemen met private partijen om persoonsgegevens op te vragen. |
3. Het is Europol niet toegestaan contact op te nemen met private partijen om persoonsgegevens op te vragen. |
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Europol neemt geen direct contact op met privépersonen om informatie op te vragen. |
3. Europol neemt geen contact op met privépersonen om informatie op te vragen. |
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Artikel 34 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Persoonsgegevens dienen: |
1. Persoonsgegevens dienen: |
(a) op eerlijke en rechtmatige wijze te worden verwerkt; |
(a) rechtmatig, eerlijk en op transparante en controleerbare wijze ten aanzien van de betrokkene te worden verwerkt; |
(b) voor specifieke, expliciete en gerechtvaardigde doeleinden te worden verzameld en niet verder te worden verwerkt op een manier die onverenigbaar is met deze doeleinden. Verdere verwerking van persoonsgegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden wordt niet als onverenigbaar beschouwd op voorwaarde dat Europol passende voorzorgsmaatregelen neemt, met name om ervoor te zorgen dat de gegevens niet voor andere doeleinden worden verwerkt; |
(b) voor specifieke, expliciete en gerechtvaardigde doeleinden te worden verzameld en niet verder te worden verwerkt op een manier die onverenigbaar is met deze doeleinden. |
(c) adequaat, relevant en niet buitensporig te zijn in het licht van de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt; |
(c) adequaat, relevant en tot het noodzakelijke minimum beperkt te zijn in het licht van de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt; zij worden alleen verwerkt wanneer en voor zolang als de doeleinden niet kunnen worden verwezenlijkt door het verwerken van andere gegevens dan persoonsgegevens; |
(d) juist te zijn en, waar nodig, te worden bijgewerkt; alle redelijke stappen moeten worden genomen om te zorgen dat persoonsgegevens die niet juist zijn met betrekking tot de doeleinden waarvoor ze zijn verwerkt, onverwijld worden gewist of gecorrigeerd; |
(d) juist te zijn en te worden bijgewerkt; alle redelijke stappen moeten worden genomen om te zorgen dat persoonsgegevens die niet juist zijn met betrekking tot de doeleinden waarvoor ze zijn verwerkt, onverwijld worden gewist of gecorrigeerd; |
(e) te worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren en zulks niet langer dan nodig is voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt. |
(e) te worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, maar niet langer dan nodig is voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt; |
|
(e bis) dusdanig te worden verwerkt dat de betrokkene in staat is zijn rechten daadwerkelijk uit te oefenen; |
|
(e ter) met gebruikmaking van gepaste technische of organisatorische middelen op een dusdanige manier te worden verwerkt dat beschermd wordt tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking alsook tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging; |
|
(e quater) uitsluitend te worden verwerkt door daartoe naar behoren gemachtigde personeelsleden die de gegevens voor de uitoefening van hun taken nodig hebben. |
|
1 bis. Europol maakt een document openbaar waarin de voorschriften betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de beschikbare middelen voor de uitoefening van de rechten van de betrokkenen, op begrijpelijke wijze worden beschreven. |
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bron van de uit een lidstaat afkomstige informatie wordt zo veel mogelijk beoordeeld door de lidstaat die de informatie heeft verstrekt, en wel aan de hand van de volgende evaluatiecodes voor de bronnen: |
1. De bron van de uit een lidstaat afkomstige informatie wordt beoordeeld door de lidstaat die de informatie heeft verstrekt, en wel aan de hand van de volgende evaluatiecodes voor de bronnen: |
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 2 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De uit een lidstaat afkomstige informatie wordt zo veel mogelijk beoordeeld door de lidstaat die de informatie heeft verstrekt, en wel op basis van de betrouwbaarheid van de gegevens, aan de hand van de volgende evaluatiecodes voor de informatie: |
2. De uit een lidstaat afkomstige informatie wordt beoordeeld door de lidstaat die de informatie heeft verstrekt, en wel op basis van de betrouwbaarheid van de gegevens, aan de hand van de volgende evaluatiecodes voor de informatie: |
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien Europol van een lidstaat informatie zonder beoordeling ontvangt, tracht het de betrouwbaarheid van de bron of de informatie zo veel mogelijk te beoordelen aan de hand van de reeds beschikbare informatie. De beoordeling van specifieke gegevens en informatie geschiedt in overeenstemming met de lidstaat die de gegevens heeft verstrekt. Een lidstaat kan ook met Europol tot een algemene overeenstemming komen over de beoordeling van bepaalde soorten gegevens en bepaalde bronnen. Indien in een specifiek geval geen overeenstemming wordt bereikt of bij gebreke van een algemene overeenstemming, beoordeelt Europol de informatie of de gegevens overeenkomstig lid 1, code (X), en lid 2, code (4). |
4. Indien Europol van een lidstaat informatie zonder beoordeling ontvangt, beoordeelt het de betrouwbaarheid van de bron of de informatie aan de hand van de reeds beschikbare informatie. De beoordeling van specifieke gegevens en informatie geschiedt in overeenstemming met de lidstaat die de gegevens heeft verstrekt. Een lidstaat kan ook met Europol tot een algemene overeenstemming komen over de beoordeling van bepaalde soorten gegevens en bepaalde bronnen. Indien in een specifiek geval geen overeenstemming wordt bereikt of bij gebreke van een algemene overeenstemming, beoordeelt Europol de informatie of de gegevens overeenkomstig lid 1, code (X), en lid 2, code (4). |
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Informatie uit openbaar beschikbare bronnen wordt door Europol beoordeeld op basis van de evaluatiecodes van de leden 1 en 2. |
6. Informatie uit openbaar beschikbare bronnen wordt door Europol beoordeeld op basis van de evaluatiecodes (X) en (4). |
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Verwerking van persoonsgegevens van slachtoffers van een strafbaar feit, getuigen of overige personen die informatie kunnen verstrekken over strafbare feiten, of van minderjarigen is verboden, tenzij strikt noodzakelijk voor de preventie of bestrijding van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt. |
1. Verwerking van persoonsgegevens van slachtoffers van een strafbaar feit, getuigen of overige personen die informatie kunnen verstrekken over strafbare feiten, of van minderjarigen is verboden, tenzij strikt noodzakelijk voor en gerechtvaardigd om redenen van de preventie of bestrijding van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt. |
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De al dan niet geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke overtuiging, godsdienstige of andere levensbeschouwing of lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, alsmede van persoonsgegevens die betrekking hebben op gezondheid of seksueel gedrag, is verboden, tenzij strikt noodzakelijk voor de preventie of bestrijding van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt en indien deze gegevens een aanvulling vormen op andere persoonsgegevens die reeds zijn verwerkt door Europol. |
2. De al dan niet geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waaruit ras, etnische of sociale afkomst, politieke overtuiging, godsdienstige of andere levensbeschouwing of lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, alsmede van persoonsgegevens die betrekking hebben op gezondheid of seksueel gedrag, is verboden, tenzij strikt noodzakelijk voor en gerechtvaardigd om redenen van de preventie of bestrijding van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt en indien deze gegevens een aanvulling vormen op andere persoonsgegevens die reeds zijn verwerkt door Europol. |
Motivering | |
De toevoeging is gebaseerd op het Handvest van de grondrechten. | |
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Beslissingen met rechtsgevolgen voor een betrokkene mogen niet louter worden gebaseerd op de in lid 2geautomatiseerde verwerking van gegevens waarvan sprake is , tenzij de beslissing uitdrukkelijk is toegestaan door de nationale wetgeving of de wetgeving van de Unie of, indien nodig, door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
4. Beslissingen met rechtsgevolgen voor een betrokkene mogen niet louter worden gebaseerd op de in lid 2 geautomatiseerde verwerking van gegevens waarvan sprake is, tenzij de beslissing uitdrukkelijk is toegestaan door de nationale wetgeving of de wetgeving van de Unie of door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De in lid 1 en 2 genoemde persoonsgegevens worden niet doorgegeven aan lidstaten, organen van de Unie, derde landen of internationale organisaties, tenzij strikt noodzakelijk in individuele gevallen met betrekking tot criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt. |
5. De in lid 1 en 2 genoemde persoonsgegevens worden niet doorgegeven aan lidstaten, organen van de Unie, derde landen of internationale organisaties, tenzij strikt noodzakelijk en gerechtvaardigd in individuele gevallen met betrekking tot criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt. Bij een dergelijke doorgifte worden de bepalingen van hoofdstuk VI van deze verordening in acht genomen. |
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De door Europol verwerkte persoonsgegevens worden door Europol niet langer opgeslagen dan nodig is om zijn doelstellingen te verwezenlijken. |
1. De door Europol verwerkte persoonsgegevens worden door Europol niet langer opgeslagen dan strikt noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor de gegevens worden verwerkt. |
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 6 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) dit de belangen van een betrokkene die moet worden beschermd, zou schaden. In dergelijke gevallen worden de gegevens uitsluitend gebruikt met toestemming van de betrokkene; |
(a) dit de belangen van een betrokkene die moet worden beschermd, zou schaden. In dergelijke gevallen worden de gegevens uitsluitend gebruikt met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de betrokkene; |
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 6 – letter c | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(g) de persoonsgegevens moeten worden bewaard als bewijsmateriaal; |
(c) de persoonsgegevens moeten worden bewaard als bewijsmateriaal of voor de vaststelling, uitoefening of verdediging van een rechtsvordering; |
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 2 – letter g bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(g bis) ervoor te zorgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld welke gegevens door welk personeelslid op welk tijdstip zijn opgevraagd (toegangsregistratie); |
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Artikel 38 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 38 bis |
|
Privacy by design en by default |
|
1. Europol legt zodanig passende technische en organisatorische maatregelen en procedures ten uitvoer dat de verwerking aan de voorwaarden van deze verordening voldoet en de bescherming van de rechten van de betrokkene gewaarborgd is. |
|
2. Europol voorziet in mechanismen om te waarborgen dat, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald, slechts die persoonsgegevens worden verwerkt die voor de doeleinden van de verwerking noodzakelijk zijn. |
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Artikel 38 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 38 ter |
|
Melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
1. In geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens meldt Europol de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming deze inbreuk zonder onnodige vertraging en zo mogelijk niet later dan 24 uur nadat het ervan kennis heeft gekregen. Wanneer de melding niet binnen 24 uur plaatsvindt, doet Europol de melding vergezeld gaan van een motivering. |
|
2. De in lid 1 bedoelde melding bevat ten minste: |
|
(a) een omschrijving van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens, waaronder de betrokken categorieën en aantallen betrokkenen en categorieën en aantallen gegevensrecords; |
|
(b) aanbevelingen voor maatregelen om de mogelijk nadelige gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens te verminderen; |
|
(c) een omschrijving van de mogelijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens; |
|
(d) een omschrijving van de maatregelen die de voor de verwerking verantwoordelijke heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met persoonsgegevens aan te pakken. |
|
3. Europol documenteert alle inbreuken in verband met persoonsgegevens, met inbegrip van de feiten omtrent de inbreuk, de gevolgen van de inbreuk en de corrigerende maatregelen die zijn genomen, teneinde de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in staat te stellen de naleving van dit artikel te controleren. |
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Artikel 38 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 38 quater |
|
Melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene |
|
1. Wanneer de in artikel 38 ter bedoelde inbreuk in verband met persoonsgegevens waarschijnlijk negatieve gevolgen voor de bescherming van de persoonsgegevens of de privacy van de betrokkene heeft, deelt Europol de betrokkene de inbreuk in verband met persoonsgegevens zonder onnodige vertraging mee. |
|
2. De in lid 1 bedoelde mededeling aan de betrokkene bevat een omschrijving van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens en de naam en de contactgegevens van de in artikel 44 genoemde gegevensbeschermingsfunctionaris. |
|
3. Melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene is niet vereist wanneer de Europol tot voldoening van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming aantoont dat het passende technische beschermingsmaatregelen heeft genomen en dat deze maatregelen werden toegepast op de persoonsgegevens waarop de inbreuk in verband met persoonsgegevens betrekking heeft. Dergelijke technologische beschermingsmaatregelen maken de gegevens onbegrijpelijk voor eenieder die geen recht op toegang daartoe heeft. |
|
4. De melding aan de betrokkene kan uitgesteld, beperkt of achterwege gelaten worden, wanneer dit, met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van de persoon in kwestie, een noodzakelijke en evenredige maatregel is: |
|
(a) om belemmering van officiële of gerechtelijke onderzoeken of procedures te voorkomen; |
|
(b) om te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de preventie, de opsporing, het onderzoek of de vervolging ter zake van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen; |
|
(c) ter bescherming van de openbare of de nationale veiligheid; |
|
(d) de rechten en vrijheden van derden te beschermen. |
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke betrokkene heeft het recht om, met redelijke tussenpozen, informatie te vragen over de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens door Europol. Indien dergelijke persoonsgegevens worden verwerkt, verstrekt Europol de betrokkene: |
1. Elke betrokkene heeft het recht om, met redelijke tussenpozen, informatie te vragen over de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens door Europol. Indien dergelijke persoonsgegevens worden verwerkt, verstrekt Europol de betrokkene ten minste: |
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) ten minste informatie over de doeleinden van de verwerking, over de categorieën gegevens waarop de verwerking betrekking heeft en over de ontvangers aan wie de gegevens worden verstrekt; |
(b) ten minste informatie over de doeleinden van de verwerking, over de categorieën gegevens waarop de verwerking betrekking heeft, over de periode gedurende welke de gegevens worden opgeslagen en over de ontvangers aan wie de gegevens worden verstrekt; |
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter c bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c bis) een verwijzing naar de rechtsgrondslag op basis waarvan de gegevens worden verwerkt. |
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter c ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c ter) informatie over het recht van de betrokkene om van Europol rectificatie of wissing van hem betreffende persoonsgegevens of beperking van de verwerking van die gegevens te verlangen; |
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter c quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(c quater) een kopie van de gegevens die worden verwerkt. |
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Elke betrokkene die zijn rechten uit hoofde van dit artikel wil uitoefenen, kan daartoe in de lidstaat van zijn keuze zonder buitensporige kosten een verzoek indienen bij de daartoe aangewezen autoriteit van die lidstaat. Deze autoriteit geeft het verzoek onmiddellijk, en in ieder geval binnen een maand na ontvangst, door aan Europol. |
2. Elke betrokkene die zijn rechten uit hoofde van dit artikel wil uitoefenen, kan daartoe in de lidstaat van zijn keuze kosteloos een verzoek indienen bij de daartoe aangewezen autoriteit van die lidstaat. Deze autoriteit geeft het verzoek onmiddellijk, en in ieder geval binnen een maand na ontvangst, door aan Europol. Europol bevestigt de ontvangst van het verzoek. |
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Europol beantwoordt het verzoek onmiddellijk, en in ieder geval binnen drie maanden na ontvangst. |
3. Europol beantwoordt het verzoek onmiddellijk, en in ieder geval binnen drie maanden na het van de nationale autoriteit te hebben ontvangen. |
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 5 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Toegang tot persoonsgegevens wordt geweigerd of beperkt, indien dit noodzakelijk is om: |
5. De informatieverstrekking naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in lid 1 wordt geweigerd voor zover een dergelijke gedeeltelijke of volledige weigering noodzakelijk is om: |
Motivering | |
Wanneer een uitzondering wordt toegepast, moet worden aangegeven op welke gegevens zij betrekking heeft. In gevallen waarin een uitzondering alleen noodzakelijk is voor een deel van de verwerkte gegevens, moet het verlenen van gedeeltelijke toegang verplicht zijn. | |
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bij elk besluit ten aanzien van de beperking of de weigering van de toegang tot de gevraagde informatie wordt rekening gehouden met de grondrechten en de belangen van de betrokkene. |
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke betrokkene heeft het recht om Europol te verzoeken om zijn persoonsgegevens te corrigeren indien deze onjuist zijn en, waar mogelijk en noodzakelijk, aan te vullen of bij te werken. |
1. Elke betrokkene heeft het recht om Europol te verzoeken om zijn persoonsgegevens te corrigeren indien deze onjuist zijn en aan te vullen of bij te werken. |
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. In het geval de in de leden 1, 2 en 3 genoemde gegevens, die in bezit zijn van Europol, aan deze laatste zijn verstrekt door derde landen of internationale organisaties, dan wel voortvloeien uit eigen onderzoek van Europol, is Europol verplicht deze gegevens te corrigeren, te wissen of af te schermen. |
4. In het geval de in de leden 1, 2 en 3 genoemde gegevens, die in bezit zijn van Europol, aan deze laatste zijn verstrekt door derde landen of internationale organisaties, dan wel voortvloeien uit eigen onderzoek van Europol, is Europol verplicht deze gegevens te corrigeren, te wissen of af te schermen en, indien van toepassing, de aanmakers van de gegevens daarvan in kennis te stellen. |
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – lid 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Europol slaat de persoonsgegevens zodanig op dat ze gecorrigeerd en gewist kunnen worden. |
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de persoonsgegevens in de zin van artikel 34, onder d), ligt bij de lidstaat die de persoonsgegevens aan Europol heeft verstrekt en bij Europol voor die gegevens die zijn verstrekt door organen van de Unie, derde landen of internationale organisaties, alsmede voor persoonsgegevens die door Europol zijn ontleend aanopenbaar beschikbare bronnen. |
2. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de persoonsgegevens in de zin van artikel 34, onder d), ligt bij de lidstaat die de persoonsgegevens aan Europol heeft verstrekt en bij Europol voor die gegevens die zijn verstrekt door organen van de Unie, derde landen of internationale organisaties, alsmede voor persoonsgegevens die door Europol zijn ontleend aan openbaar beschikbare bronnen. Organen van de Unie zijn tot en met het tijdstip van overdracht verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens. |
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – lid 4 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid van de overdracht ligt bij: |
4. De verantwoordelijkheid voor de toepasselijke gegevensbeschermingsbeginselen ligt bij: |
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Europol gaat de bevoegdheid van de ontvanger na en beoordeelt of de doorgifte van de gegevens noodzakelijk is. Bij twijfel over de noodzaak van de doorgifte vraagt Europol de ontvanger om nadere toelichting. De ontvanger draagt er zorg voor dat de noodzaak van de doorgifte van de gegevens kan worden geverifieerd. De ontvanger verwerkt de persoonsgegevens uitsluitend voor de doeleinden waarvoor ze werden doorgegeven. |
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 – inleidende formule | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De persoonsgegevens die worden verwerkt en deel zullen uitmaken van een nieuw bestand, worden vooraf gecontroleerd indien: |
1. De persoonsgegevens die worden verwerkt als onderdeel van een reeks verwerkingen met het oog op één of meerdere onderling verbonden doeleinden in verband met Europols kerntaken, worden vooraf gecontroleerd indien: |
Motivering | |
Dit amendement berust op een voorstel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS). | |
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 3 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geeft zijn advies binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving. Deze termijn kan worden opgeschort totdat de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de aanvullende informatie heeft ontvangen die hij eventueel heeft opgevraagd. Deze periode kan ook worden verlengd met twee maanden bij besluit van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, indien de complexiteit van de zaak dit vereist. Dit besluit wordt meegedeeld aan Europol voordat de oorspronkelijke periode van twee maanden is verstreken. |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geeft zijn advies binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving. Deze termijn kan te allen tijde worden opgeschort totdat de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de aanvullende informatie heeft ontvangen die hij eventueel heeft opgevraagd. Deze periode kan ook worden verlengd met twee maanden bij besluit van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, indien de complexiteit van de zaak dit vereist. Er zijn ten hoogste twee verlengingen mogelijk. Dit besluit wordt meegedeeld aan Europol voordat de oorspronkelijke periode van twee maanden is verstreken. |
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Artikel 43 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Europol houdt gegevens bij betreffende de verzameling, wijziging, toegang, bekendmaking, samenvoeging of uitwissing van persoonsgegevens en van de toegang tot de persoonsgegevens teneinde te controleren of de gegevensverwerking rechtmatig is, interne controle uit te oefenen en de integriteit en de beveiliging van de gegevens te waarborgen. Dergelijke registratie of documentatie wordt na drie jaar weer verwijderd, tenzij de gegevens verder vereist zijn voor een lopende controle. De registratiegegevens kunnen niet worden gewijzigd. |
1. Europol houdt gegevens bij betreffende de verzameling, wijziging, toegang, opvraging, bekendmaking, samenvoeging of uitwissing van persoonsgegevens en van de toegang tot de persoonsgegevens teneinde te controleren of de gegevensverwerking rechtmatig is, interne controle uit te oefenen en de integriteit en de beveiliging van de gegevens te waarborgen. Dergelijke registratie of documentatie wordt na drie jaar weer verwijderd, tenzij de gegevens verder vereist zijn voor een lopende controle. De registratiegegevens kunnen niet worden gewijzigd. |
Amendement 178 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 7 – letter a | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(a) op onafhankelijke wijze toezien op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking en op de naleving van de bepalingen van deze verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens; |
(a) op onafhankelijke wijze toezien op de interne toepassing van de bepalingen van deze verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens; |
Amendement 179 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 7 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) samenwerken met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming; |
(e) samenwerken met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met name wat betreft de in artikel 42 genoemde verwerkingsactiviteiten; |
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 7 – letter f bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f bis) fungeren als contactpersoon voor verzoeken om toegang als bedoeld in artikel 39. |
Amendement 181 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 7 – letter f ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f ter) bijhouden van een register van alle door Europol uitgevoerde gegevensverwerkingsactiviteiten, met inbegrip van, in voorkomend geval, informatie betreffende het doel, categorieën gegevens, ontvangers, termijnen voor afscherming en wissing, gegevensoverdrachten aan derde landen of internationale organisaties en beveiligingsmaatregelen; |
Amendement 182 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 7 – letter f quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(f quater) bijhouden van een register van de incidenten en inbreuken op de beveiliging, zowel met betrekking tot operationele als administratieve persoonsgegevens. |
Amendement 183 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 8 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Daarnaast vervult de gegevensbeschermingsfunctionaris de functies die in Verordening (EG) nr. 45/2001 zijn vastgesteld met betrekking tot zowel alle persoonsgegevens van personeelsleden van Europol als alle administratieve persoonsgegevens. |
8. Daarnaast vervult de gegevensbeschermingsfunctionaris de functies die in Verordening (EG) nr. 45/2001 zijn vastgesteld met betrekking tot alle administratieve persoonsgegevens. |
Amendement 184 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Bij het verrichten van zijn taken heeft de gegevensbeschermingsfunctionaris toegang tot alle door Europol verwerkte gegevens en tot alle dienstruimten van Europol. |
9. Bij het verrichten van zijn taken heeft de gegevensbeschermingsfunctionaris toegang tot alle door Europol verwerkte gegevens en tot alle dienstruimten van Europol. Die toegang is te allen tijde zonder voorafgaand verzoek mogelijk. |
Amendement 185 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11. Uitvoeringsregels met betrekking tot de gegevensbeschermingsfunctionaris worden vastgesteld door de raad van bestuur. De uitvoeringsregels hebben met name betrekking op de selectieprocedure voor de functie van gegevensbeschermingsfunctionaris en zijn ontslag, alsmede de taken, de verplichtingen en bevoegdheden, en de waarborgen voor de onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsfunctionaris. Europol voorziet de gegevensbeschermingsfunctionaris van de nodige personeelsleden en middelen voor de verrichting van zijn taken. Deze personeelsleden hebben alleen toegang tot door Europol verwerkte persoonsgegevens en de dienstruimten van Europol voor zover nodig voor de vervulling van hun taken. |
11. Uitvoeringsregels met betrekking tot de gegevensbeschermingsfunctionaris worden vastgesteld door de raad van bestuur. De uitvoeringsregels hebben met name betrekking op de selectieprocedure voor de functie van gegevensbeschermingsfunctionaris en zijn ontslag, alsmede de taken, de verplichtingen en bevoegdheden, en de waarborgen voor de onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsfunctionaris. Europol voorziet de gegevensbeschermingsfunctionaris van de nodige personeelsleden en middelen voor de verrichting van zijn taken. Deze personeelsleden hebben alleen toegang tot door Europol verwerkte persoonsgegevens en de dienstruimten van Europol voor zover nodig voor de vervulling van hun taken. Die toegang is te allen tijde zonder voorafgaand verzoek mogelijk. |
Amendement 186 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 11 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
11 bis. De gegevensbeschermingsfunctionaris moet worden voorzien van de nodige middelen voor de uitvoering van zijn opdracht. |
Amendement 187 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 2 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) onderzoek voeren op eigen initiatief of naar aanleiding van een klacht, en de betrokkene binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen van de conclusie; |
(b) onderzoek voeren op eigen initiatief of naar aanleiding van een klacht, en de betrokkene onverwijld op de hoogte brengen van de conclusie; |
Amendement 188 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 3 – letter e | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(e) de correctie, afscherming, uitwissing of vernietiging van alle gegevens bevelen wanneer ze in strijd met de bepalingen inzake de verwerking van persoonsgegevens zijn verwerkt, en de melding van dergelijke acties aan de derde partijen aan wie de gegevens zijn bekendgemaakt; |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie) |
Amendement 189 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 3 – letter f | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(f) een tijdelijk of definitief verbod op verwerking opleggen; |
(f) de raad van bestuur voorstellen om een tijdelijk of definitief verbod op verwerking op te leggen; |
Motivering | |
Dit stemt overeen met de wijziging in artikel 14, lid 1, alinea 1 bis (nieuw). | |
Amendement 190 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming stelt een jaarverslag op over de controleactiviteiten met betrekking tot Europol. Dit verslag maakt onderdeel uit van het in artikel 48 van Verordening (EG) nr. 45/2001 bedoelde jaarverslag van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
5. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming stelt een jaarverslag op over de controleactiviteiten met betrekking tot Europol. Dit verslag maakt onderdeel uit van het in artikel 48 van Verordening (EG) nr. 45/2001 bedoelde jaarverslag van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
|
Dit verslag bevat statistische informatie betreffende klachten, onderzoeken, de verwerking van gevoelige gegevens, overdrachten van persoonsgegevens aan derde landen en internationale organisaties, voorafgaande controle en kennisgevingen en de uitoefening van de in lid 3 bedoelde bevoegdheden. |
|
Dit verslag wordt toegestuurd en toegelicht aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep en toegestuurd aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen. Op basis van dit verslag kunnen het Europees Parlement en de Raad de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming verzoeken aanvullende maatregelen te treffen om de toepassing van de bepalingen van deze verordening te verzekeren. |
Amendement 191 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In de gevallen die worden genoemd in lid 1, wisselen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het nationale controleorgaan, elk binnen de eigen bevoegdheden, relevante informatie uit, staan zij elkaar bij in de uitvoering van audits en inspecties, behandelen zij problemen bij de uitlegging of toepassing van deze verordening, buigen zij zich over problemen bij de uitoefening van het onafhankelijk toezicht of bij de uitoefening van de rechten van personen van wie gegevens worden verwerkt, stellen zij geharmoniseerde voorstellen voor gemeenschappelijke oplossingen voor problemen op, en vestigen zij de aandacht op gegevensbeschermingsrechten, voor zover noodzakelijk. |
2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming doet, wanneer relevant, bij de uitoefening van zijn in artikel 46, lid 2, vermelde taken een beroep op de deskundigheid en de ervaring van de nationale gegevensbeschermingsinstanties. Bij het verrichten van activiteiten in samenwerking met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming beschikken leden en personeelsleden van de nationale gegevensbeschermingsinstanties over de in artikel 46, lid 4 vastgestelde bevoegdheden en zijn zij gehouden aan de verplichting van lid 6, met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het nationale controleorgaan wisselen, elk binnen de eigen bevoegdheden, relevante informatie uit, staan elkaar bij in de uitvoering van audits en inspecties, behandelen problemen bij de uitlegging of toepassing van deze verordening, buigen zich over problemen bij de uitoefening van het onafhankelijk toezicht of bij de uitoefening van de rechten van personen van wie gegevens worden verwerkt, stellen geharmoniseerde voorstellen voor gemeenschappelijke oplossingen voor problemen op, en vestigen de aandacht op gegevensbeschermingsrechten, voor zover noodzakelijk. |
Amendement 192 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming houdt de nationale controleorganen op de hoogte van alle kwestie die hen aanbelangen. |
Amendement 193 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 ter (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. In gevallen waarin specifieke kwesties betrekking hebben op gegevens afkomstig van één of meer lidstaten, raadpleegt de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de betrokken en bevoegde nationale controleorganen. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming neemt geen besluit over te nemen maatregelen alvorens de betrokken en bevoegde nationale controleorganen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming hebben geïnformeerd over hun standpunt binnen een door de EDPS bepaalde termijn die niet minder dan twee weken is. De EDPS houdt zo veel mogelijk rekening met het standpunt van de betrokken en bevoegde nationale controleorganen. Wanneer de EDPS van plan is dit standpunt niet te volgen, informeert hij deze organen en verschaft hij een rechtvaardiging. In gevallen die de EDPS extreem dringend acht, kan hij besluiten onmiddellijke maatregelen te nemen. In deze gevallen informeert de EDPS de betrokken en bevoegde nationale controleorganen onmiddellijk en rechtvaardigt hij de urgente aard van de situatie en de door hem genomen maatregelen. |
Amendement 194 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2 quater (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 quater. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming raadpleegt de betrokken en bevoegde nationale controleorganen alvorens één van de in artikel 46, lid 3, punten (e) tot en met (h) vermelde maatregelen te nemen. De EDPS houdt zo veel mogelijk rekening met het standpunt van de betrokken en bevoegde nationale controleorganen, dat binnen een door hem bepaalde termijn die niet minder dan twee weken is, werd medegedeeld. Wanneer de EDPS van plan is het standpunt van de betrokken en bevoegde nationale controleorganen niet te volgen, informeert hij deze organen en verschaft hij een rechtvaardiging. In gevallen die de EDPS extreem dringend acht, kan hij besluiten onmiddellijke maatregelen te nemen. In deze gevallen informeert de EDPS de betrokken en bevoegde nationale controleorganen onmiddellijk en rechtvaardigt hij de urgente aard van de situatie en de door hem genomen maatregelen. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming neemt geen maatregelen als alle nationale controleorganen hem over hun negatief standpunt hebben geïnformeerd. |
Amendement 195 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De nationale controleorganen en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming komen, indien nodig, samen. De kosten en logistieke ondersteuning van deze bijeenkomsten komen ten laste van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een reglement van orde vastgesteld. Indien noodzakelijk worden in onderling overleg verdere werkmethoden vastgesteld. |
3. De hoofden van de nationale controleorganen en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming komen minstens één maal per jaar samen om strategische en algemene beleidskwesties of andere in leden 1 en 2 vermelde kwesties te bespreken. De kosten en logistieke ondersteuning van deze bijeenkomsten komen ten laste van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een reglement van orde vastgesteld. Indien noodzakelijk worden in onderling overleg verdere werkmethoden vastgesteld. |
Amendement 196 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Administratieve persoonsgegevens en gegevens van personeel |
Administratieve persoonsgegevens |
Amendement 197 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – alinea 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op alle persoonsgegevens van personeelsleden van Europol, evenals op alle administratieve persoonsgegevens die in het bezit zijn van Europol. |
Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op alle administratieve persoonsgegevens die in het bezit zijn van Europol. |
Amendement 198 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien de klacht betrekking heeft op een besluit als genoemd in artikel 39 of 40, raadpleegt de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de nationale controleorganen of de bevoegde rechterlijke instantie van de lidstaat waarvan de gegevens afkomstig zijn, dan wel van de rechtstreeks betrokken lidstaat. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming neemt zijn beslissing, die een weigering kan inhouden om gegevens te verstrekken, in nauw overleg met het nationale controleorgaan of de bevoegde rechterlijke instantie. |
2. Indien de klacht betrekking heeft op een besluit als genoemd in artikel 39 of 40, raadpleegt de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de nationale controleorganen of de bevoegde rechterlijke instantie van de lidstaat of lidstaten waarvan de gegevens afkomstig zijn, dan wel van de rechtstreeks betrokken lidstaat of lidstaten. |
Amendement 199 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien de klacht betrekking heeft op de verwerking van door een lidstaat aan Europol verstrekte gegevens, vergewist de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zich ervan dat de nodige controles correct zijn uitgevoerd, en dit in nauw overleg met het nationale controleorgaan van de lidstaat die de gegevens heeft verstrekt. |
3. Indien de klacht betrekking heeft op de verwerking van door een lidstaat aan Europol verstrekte gegevens, vergewist de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zich ervan, in nauw overleg met het nationale controleorgaan van de lidstaat die de gegevens heeft verstrekt, dat de gegevensverwerking in de betrokken lidstaat rechtmatig was en dat de nodige controles correct zijn uitgevoerd. |
Amendement 200 Voorstel voor een verordening Artikel 53 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Parlementaire controle |
Gezamenlijke parlementaire controle |
|
1. Het mechanisme voor de controle op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, samen met de nationale parlementen, neemt de vorm aan van een gespecialiseerde gezamenlijke parlementaire controlegroep die wordt opgericht binnen de bevoegde commissie van het Europees Parlement en bestaat uit de gewone leden van de bevoegde commissie van het Europees Parlement en één vertegenwoordiger van de bevoegde commissie van het nationale parlement van elke lidstaat en een plaatsvervanger. Lidstaten met een bi‑cameraal parlementair system kunnen worden vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger van elke kamer. |
|
2. De gezamenlijke parlementaire controlegroep vergadert ter zetel van het Europees Parlement en wordt bijeengeroepen door de voorzitter van de bevoegde commissie van het Europees Parlement. De vergaderingen worden gezamenlijk voorgezeten door de voorzitter van de bevoegde commissie van het Europees Parlement en een vertegenwoordiger van het nationale parlement van de lidstaat die op dat moment fungerend voorzitter is van de Raad. |
|
3. De gezamenlijke parlementaire controlegroep ziet toe op de toepassing van de bepalingen van deze verordening, met name wat gezamenlijke parlementaire controlegroep hun gevolgen voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden van natuurlijke personen betreft. |
|
4. Hiertoe is de gezamenlijke parlementaire controlegroep belast met de volgende taken: |
1. De voorzitter van de raad van bestuur en de uitvoerend directeur verschijnen desgevraagd voor het Europees Parlement, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de nationale parlementen, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht, aangelegenheden in verband met Europol te bespreken. |
a) de voorzitter van de raad van bestuur, de uitvoerend directeur en een vertegenwoordiger van de Commissie verschijnen desgevraagd de gezamenlijke parlementaire controlegroep om, indien gepast, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht, aangelegenheden in verband met Europol te bespreken. De groep kan beslissen andere relevante personen op haar vergaderingen uit te nodigen, indien gepast; |
2. De parlementaire controle door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen, op de activiteiten van Europol wordt uitgeoefend overeenkomstig deze verordening. |
b) de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming verschijnt desgevraagd en ten minste één keer per jaar voor de gezamenlijke parlementaire controlegroep om, indien gepast, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht, aangelegenheden betreffende de bescherming van de grondrechten en de fundamentele vrijheden van natuurlijke personen, en in het bijzonder de gegevensbescherming, in verband met de werking van Europol te bespreken. |
|
De volgende documenten worden gepresenteerd en besproken in de vergaderingen van de gezamenlijke parlementaire controlegroep: |
|
– de in artikel 15 bedoelde ontwerpen van de jaarlijkse en meerjarige werkprogramma's; |
|
– het in artikel 14 bedoelde geconsolideerde jaarverslag over de activiteiten van Europol; |
|
– het in artikel 46 bedoelde jaarverslag van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over de controleactiviteiten van Europol; |
|
– het in artikel 70 bedoelde door de Commissie opgestelde evaluatieverslag van de effectiviteit en doelmatigheid van Europol. |
|
De volgende personen verschijnen desgevraagd voor de gezamenlijke parlementaire controlegroep: |
|
– de geselecteerde kandidaten voor de in artikel 56, lid 2, bedoelde functie van uitvoerend directeur; |
|
– de uitvoerend directeur van wie de ambtstermijn naar verwachting wordt verlengd, zoals bepaald in artikel 56, lid5; |
|
– uitvoerend directeur om verslag uit te brengen over de uitoefening van zijn taken. |
|
De voorzitter van de raad van bestuur informeert de gezamenlijke parlementaire controlegroep alvorens de uitvoerend directeur uit zijn functie te ontheffen alsmede over de redenen of grondslagen voor dit besluit. |
3. Behalve de in deze verordening opgenomen verplichtingen van informatie en raadpleging legt Europol aan het Europees Parlement en de nationale parlementen ter informatie en rekening houdend met de zwijg- en geheimhoudingsplicht het volgende over: |
5. Bovendien legt Europol aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep ter informatie en, indien gepast, rekening houdend met de zwijg- en geheimhoudingsplicht het volgende over: |
(a) dreigingsevaluaties, strategische analyses en algemene situatieverslagen met betrekking tot het doel van Europol, alsmede de resultaten van studies en evaluaties die door Europol zijn gelast; |
(a) dreigingsevaluaties, strategische analyses en algemene situatieverslagen met betrekking tot het doel van Europol, alsmede de resultaten van studies en evaluaties die door Europol zijn gelast; |
(b) de werkafspraken die op grond van artikel 31, lid 1, zijn vastgesteld. |
(b) de werkafspraken die op grond van artikel 31, lid 1, zijn vastgesteld. |
|
6. De gezamenlijke parlementaire controlegroep mag alle voor de vervulling van zijn taken relevante documenten opvragen, onderhevig aan Verordening (EG) nr. 1049/20011 bis en de regels betreffende de behandeling van vertrouwelijke informatie door het Europees Parlement. |
|
7. De gezamenlijke parlementaire controlegroep mag samenvattingsconclusies aan het Europees Parlement opstellen over de controleactiviteiten met betrekking tot Europol. |
|
______________ |
|
1 bis Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. |
Amendement 201 Voorstel voor een verordening Artikel 54 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Ten behoeve van de parlementaire controle op de activiteiten van Europol overeenkomstig artikel 53, kan er aan het Europees Parlement en zijn vertegenwoordigers op verzoek toegang worden verleend tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige, niet-gerubriceerde informatie die wordt verwerkt door of via Europol. |
1. Ten behoeve van de parlementaire controle op de activiteiten van Europol overeenkomstig artikel 53, wordt er aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep en zijn vertegenwoordigers op verzoek en, indien nodig, na toestemming door de gegevens verstrekkende partij toegang verleend tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige, niet-gerubriceerde informatie die wordt verwerkt door of via Europol. |
2. Toegang tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie dient in overeenstemming te zijn met de basisbeginselen en minimumnormen die in artikel 69 zijn opgenomen. De details worden geregeld in werkafspraken tussen Europol en het Europees Parlement. |
2. Omdat het gevoelige en gerubriceerde informatie betreft, dient toegang tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie dient in overeenstemming te zijn met de regels betreffende de behandeling van vertrouwelijke informatie door het Europees Parlement1 bis. Nadere details kunnen worden geregeld in werkafspraken tussen Europol en het Europees Parlement. |
|
____________ |
|
1 bis zoals vastgelegd in het Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 15 april 2013. |
Amendement 202 Voorstel voor een verordening Artikel 55 – lid 2 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Het tot aanstelling bevoegde gezag maakt volledig gebruik van de mogelijkheden van het Statuut om gespecialiseerd personeel, zoals IT-deskundigen, in een hogere rang en functiegroep in te delen overeenkomstig hun kwalificaties opdat de taken van het agentschap als bedoeld in artikel 4 op optimale wijze worden vervuld. |
Motivering | |
Op grond van het hoge technische niveau en de snelle groei van cybercriminaliteit en door het internet gefaciliteerde criminaliteit moet Europol goed opgeleid personeel in dienst nemen waar grote vraag naar is. De vergoedingen voor contractanten zijn niet aangepast aan de marktsituatie met betrekking tot bijvoorbeeld IT-deskundigen, die hoognodig zijn om cybercriminaliteit als btw-fraude, kinderpornografie en de handel in illegale goederen te bestrijden. Europol moet in staat worden gesteld vacatures op dat gebied te vullen teneinde de criminaliteit doeltreffend te kunnen bestrijden en Europese toegevoegde waarde te kunnen leveren. | |
Amendement 203 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten. |
2. De uitvoerend directeur wordt door de raad van bestuur benoemd volgens de volgende samenwerkingsprocedure: |
Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt Europol vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur. |
(a) op basis van een lijst van ten minste drie door een comité bestaande uit een vertegenwoordiger van de Commissie in de raad van bestuur en twee andere leden van de raad van bestuur voorgestelde kandidaten, na een openbare en transparante selectieprocedure, worden de kandidaten verzocht de Raad en de gezamenlijke parlementaire controlegroep toe te spreken en vragen te beantwoorden, alvorens een benoeming plaatsvindt; |
Vóór de benoeming kan de door de raad van bestuur gekozen kandidaat worden verzocht een verklaring voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement af te leggen en vragen van de commissieleden te beantwoorden. |
(b) de Raad en de gezamenlijke parlementaire controlegroep spreken zich uit over de kandidaten en geven de volgorde van hun voorkeur aan; |
|
(c) De raad van bestuur benoemt de directeur rekening houdend met deze standpunten. |
Amendement 204 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de beoordeling als bedoeld in lid 3, kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar. |
4. Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de beoordeling als bedoeld in lid 3, kan de raad van bestuur, na het standpunt van de gezamenlijke parlementaire controlegroep te hebben gevraagd, de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar. |
Amendement 205 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De raad van bestuur stelt het Europees Parlement in kennis van zijn voornemen om de ambtstermijn van de uitvoerend directeur te verlengen. In de maand die voorafgaat aan de verlenging van zijn ambtstermijn kan de uitvoerend directeur worden gevraagd een verklaring voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement af te leggen en vragen van de commissieleden te beantwoorden. |
5. De raad van bestuur stelt het Europees Parlement in kennis van zijn voornemen om de ambtstermijn van de uitvoerend directeur te verlengen. In de maand die voorafgaat aan de verlenging van zijn ambtstermijn wordt de uitvoerend directeur gevraagd een verklaring voor de gezamenlijke parlementaire controlegroep af te leggen en vragen van de leden te beantwoorden. |
Amendement 206 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie. |
7. De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur, waarover uitleg wordt gegeven aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep en de Raad. |
Amendement 207 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Vier plaatsvervangende uitvoerende directeurs, waarvan één verantwoordelijk voor opleiding, staan de uitvoerend directeur bij. De plaatsvervangend uitvoerend directeur belast met opleidingen is verantwoordelijk voor het beheer van de Europol Academy en haar activiteiten. De uitvoerend directeur stelt de taken van de anderen vast. |
1. Drie plaatsvervangende uitvoerende directeurs staan de uitvoerend directeur bij. De uitvoerend directeur stelt de taken van de anderen vast. |
Motivering | |
Als Europol en Cepol worden samengevoegd, moet er een vierde plaatsvervangend uitvoerend directeur komen, maar aangezien de rapporteur dat niet aangewezen acht, behouden we het systeem van drie plaatsvervangende directeuren. | |
Amendement 208 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Op basis van dit ontwerp stelt de raad van bestuur een voorlopige ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar. De voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol wordt elk jaar uiterlijk op [datum die in de financiële kaderregeling is vastgesteld] aan de Commissie toegezonden. De raad van bestuur zendt een definitieve ontwerpraming, die tevens een ontwerp van personeelsformatie bevat, uiterlijk op 31 maart aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. |
2. Op basis van dit ontwerp stelt de raad van bestuur een voorlopige ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar. De voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol wordt elk jaar uiterlijk op [datum die in de financiële kaderregeling is vastgesteld] aan de Commissie toegezonden. De raad van bestuur zendt een definitieve ontwerpraming, die tevens een ontwerp van personeelsformatie bevat, uiterlijk op 31 maart aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep, de Commissie, de Raad en de nationale parlementen en dient dit bij deze instellingen in. |
Motivering | |
Op grond van artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dienen bepalingen omtrent parlementaire controle door het Europees Parlement en de nationale parlementen in de verordening worden opgenomen. Daartoe wordt, overeenkomstig artikel 53 van deze verordening, de gezamenlijke parlementaire controlegroep opgericht. | |
Amendement 209 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Europol zendt het verslag over het budgettaire en financiële beheer uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer. |
2. Europol zendt het verslag over het budgettaire en financiële beheer uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar toe aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep, de Raad en de Rekenkamer en dient het bij deze instellingen in. |
Motivering | |
Op grond van artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dienen bepalingen omtrent parlementaire controle door het Europees Parlement en de nationale parlementen in de verordening worden opgenomen. Daartoe wordt, overeenkomstig artikel 53 van deze verordening, de gezamenlijke parlementaire controlegroep opgericht. | |
Amendement 210 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar zendt de uitvoerend directeur de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de nationale parlementen. |
6. Uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar zendt de uitvoerend directeur de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, toe aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep, de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de nationale parlementen en dient deze bij deze instellingen in. |
Motivering | |
Op grond van artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dienen bepalingen omtrent parlementaire controle door het Europees Parlement en de nationale parlementen in de verordening worden opgenomen. Daartoe wordt, overeenkomstig artikel 53 van deze verordening, de gezamenlijke parlementaire controlegroep opgericht. | |
Amendement 211 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De financiële regeling die op Europol van toepassing is, wordt na raadpleging van de Commissie door de raad van bestuur vastgesteld. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van [de nieuwe financiële kaderregeling] indien dit in verband met de activiteiten van het Agentschap een specifiek vereiste is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend. |
1. De financiële regeling die op Europol van toepassing is, wordt na raadpleging van de Commissie door de raad van bestuur vastgesteld. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van [de nieuwe financiële kaderregeling] indien dit in verband met de activiteiten van het Agentschap een specifiek vereiste is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend. Het Europees Parlement wordt van een dergelijke afwijking in kennis gesteld. |
Amendement 212 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Gezien de specifieke aard van de leden van het netwerk van nationale opleidingsinstellingen die de enige organen zijn met specifieke kenmerken en technische bekwaamheden om relevante opleidingen te geven, kunnen deze leden zonder een oproep tot het indienen van een voorstel subsidies ontvangen in overeenstemming met artikel 190, lid 1, onder d), van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/201241 van de Commissie. |
Schrappen |
_______________ |
|
41 PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1. |
|
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar opleiding schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 213 Voorstel voor een verordening Artikel 67 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Verordening (EG) nr. 1049/200143 is van toepassing op documenten van Europol. |
1. Verordening (EG) nr. 1049/200143 is van toepassing op alle administratieve documenten van Europol. |
_______________ |
__________________ |
43 PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43. |
43 PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43. |
Amendement 214 Voorstel voor een verordening Artikel 67 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3a. Europol publiceert op zijn website een lijst van de leden van zijn raad van bestuur en van zijn externe en interne deskundigen, samen met hun respectievelijke belangenverklaringen en curricula vitae. De notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur worden systematisch gepubliceerd. Europol kan de openbaarmaking van documenten tijdelijk of permanent beperken indien openbaarmaking ervan de uitvoering van de taken van Europol in gevaar dreigt te brengen, met inachtneming van zijn verplichtingen inzake discretie en vertrouwelijkheid. |
Amendement 215 Voorstel voor een verordening Artikel 67 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 67 bis |
|
Voorafgaande kennisgeving en rodevlagmechanisme |
|
Wanneer de Commissie op ernstige gronden vreest dat de raad van bestuur besluiten zal nemen die mogelijk niet in overeenstemming zijn met het mandaat van Europol, het Unierecht schenden, of strijdig zijn met de beleidsdoelstellingen van de Unie, stelt zij een alarmsysteem in werking. In dergelijke gevallen stelt de Commissie de zaak formeel aan de orde in de raad van bestuur, en verzoekt hem het besluit niet aan te nemen. Wordt het verzoek afgewezen, dan brengt de Commissie het Europees Parlement en de Raad formeel op de hoogte, opdat de instellingen snel kunnen reageren. De Commissie kan de raad van bestuur verzoeken het omstreden besluit niet toe te passen zolang de vertegenwoordigers van de instellingen de zaak in beraad houden. |
Motivering | |
Zie punt 59 van de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie over gedecentraliseerde agentschappen. | |
Amendement 216 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk vijf jaar na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt] en vervolgens om de vijf jaar geeft de Commissie opdracht een evaluatie te verrichten om de resultaten, effectiviteit en doelmatigheid van Europol en zijn werkwijzen te beoordelen. De evaluatie richt zich met name op de vraag of de doelstellingen van Europol moeten worden gewijzigd en op de financiële gevolgen van dergelijke wijzigingen. |
1. Uiterlijk vijf jaar na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt] en vervolgens om de vijf jaar geeft de Commissie opdracht een evaluatie te verrichten om de resultaten, effectiviteit en doelmatigheid van Europol en zijn werkwijzen te beoordelen, alsmede het functioneren van de mechanismen voor de controle op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement in samenwerking met de nationale parlementen. De evaluatie richt zich met name op de vraag of de doelstellingen van Europol moeten worden gewijzigd en op de financiële gevolgen van dergelijke wijzigingen. |
Motivering | |
De clausule voor de evaluatie en herziening moet ook betrekking hebben op het mechanisme voor de parlementaire controle op Europol. | |
Amendement 217 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie zendt het evaluatieverslag met haar conclusies over het verslag aan het Europees Parlement, de Raad, de nationale parlementen en de raad van bestuur. |
2. De Commissie zendt het evaluatieverslag met haar conclusies over het verslag – indien nodig vergezeld van een voorstel tot wijziging van deze verordening – aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep, de Raad, de nationale parlementen en de raad van bestuur en dient deze documenten bij deze instellingen in. Bovendien verstrekt de Commissie op verzoek het Europees Parlement, de Raad de nationale parlementen alle verdere informatie betreffende de evaluatie. |
Motivering | |
Op grond van artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dienen bepalingen omtrent parlementaire controle door het Europees Parlement en de nationale parlementen in de verordening worden opgenomen. Daartoe wordt, overeenkomstig artikel 53 van deze verordening, de gezamenlijke parlementaire controlegroep opgericht. | |
Amendement 218 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Bij elke tweede evaluatie toetst de Commissie bovendien de door Europol bereikte resultaten aan zijn doelstellingen, opdracht en taken. Indien de Commissie van oordeel is dat voorzetting van Europol niet langer gerechtvaardigd is in het licht van diens doelstellingen en taken, kan zij voorstellen om deze verordening dienovereenkomstig te wijzigen of in te trekken. |
3. Bij elke tweede evaluatie toetst de Commissie bovendien de door Europol bereikte resultaten aan zijn doelstellingen, opdracht en taken. Indien de Commissie van oordeel is dat voorzetting van Europol niet langer gerechtvaardigd is in het licht van diens doelstellingen en taken, kan zij voorstellen om deze verordening dienovereenkomstig te wijzigen of in te trekken volgens de gewone wetgevingsprocedure. |
Amendement 219 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Europol, zoals opgericht bij dit besluit, is de algemene rechtsopvolger voor alle overeenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ, en van Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. |
1. Europol, zoals opgericht bij dit besluit, is de algemene rechtsopvolger voor alle overeenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ. |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 220 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Deze verordening doet niets af aan de rechtsgeldigheid van contracten die voorafgaand aan de datum waarop deze verordening in werking treedt, zijn gesloten door Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. |
Schrappen |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 221 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. In afwijking van het bepaalde in lid 3, wordt de zetelovereenkomst die is gesloten op grond van Besluit 2005/681/JBZ, beëindigd op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
Schrappen |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 222 Voorstel voor een verordening Artikel 74 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur van Cepol zoals aangesteld op grond van artikel 10 van Besluit 2005/681/JBZ, loopt af op [de datum waarop deze verordening in werking treedt]. |
Schrappen |
_ | |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 223 Voorstel voor een verordening Artikel 74 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. De raad van bestuur formuleert een voorstel met gedetailleerde bepalingen met betrekking tot de in artikel 67 bis vastgelegde procedure en legt dit ter goedkeuring aan de Commissie voor. |
Amendement 224 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Aan de directeur van Cepol, die is benoemd op grond van artikel 11, lid 1, van Besluit 2005/681/JBZ, wordt voor de resterende duur van zijn ambtstermijn benoemd de functie van plaatsvervangend uitvoerend directeur voor opleiding van Europol toegewezen. De andere voorwaarden in zijn contract blijven ongewijzigd. Indien zijn ambtstermijn eindigt na [de datum waarop deze verordening in werking treedt], maar voor [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], wordt zijn ambtstermijn automatisch verlengd tot één jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
Schrappen |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 225 Voorstel voor een verordening Artikel 76 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voor elk van de drie begrotingsjaren volgend op de inwerkingtreding van deze verordening, wordt een bedrag van ten minste 8 miljoen EUR van de operationele kosten van Europol gereserveerd voor opleiding, zoals omschreven in hoofdstuk III. |
Schrappen |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 226 Voorstel voor een verordening Artikel 77 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening vervangt Besluit 2009/371/JBZ en Besluit 2005/681/JBZ en trekt deze besluiten in. |
Deze verordening vervangt Besluit 2009/371/JBZ en trekt dit besluit in. |
Verwijzingen naar de vervangen besluiten gelden als verwijzingen naar deze verordening. |
Verwijzingen naar het vervangen besluit gelden als verwijzingen naar deze verordening. |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 227 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Alle wetgevende maatregelen tot uitvoering van Besluit 2009/371/JBZ en Besluit 2005/681/JBZ worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
1. Alle wetgevende maatregelen tot uitvoering van Besluit 2009/371/JBZ worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
2. Alle niet-wetgevende maatregelen die Besluit 2009/371/JBZ tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) en Besluit 2005/681/JBZ tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) ten uitvoer leggen, blijven van kracht na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], tenzij de raad van bestuur van Europol bij de tenuitvoerlegging van deze verordening anders bepaalt. |
2. Alle niet-wetgevende maatregelen die Besluit 2009/371/JBZ tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) ten uitvoer leggen, blijven van kracht na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], tenzij de raad van bestuur van Europol bij de tenuitvoerlegging van deze verordening anders bepaalt. |
Motivering | |
We moeten alle verwijzingen naar Cepol schrappen aangezien de rapporteur van mening is dat Europol en Cepol niet mogen worden samengevoegd. | |
Amendement 228 Voorstel voor een verordening Bijlage 1 – streepje 27 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
– seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen. |
– seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van personen, in het bijzonder vrouwen en kinderen. |
- [1] PB C 373, 20.12.2013, blz. 1.
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
De Europese politiedienst (Europol) werd opgericht op 26 juli 1995, op basis van een overeenkomst tussen de lidstaten. Op dat moment, ten tijde van het Verdrag van Maastricht, was dat het enige instrument dat pas in werking trad nadat alle lidstaten het geratificeerd hadden. Dat betekende ook dat de Europol-overeenkomst alleen kon worden gewijzigd door middel van een protocol, een instrument dat aan de nationale parlementen ter ratificatie moest worden voorgelegd.
Om de werking van Europol te verbeteren werden tussen 2000 en 2003 drie protocollen geratificeerd. Die werden tussen 29 maart en 18 april 2007 van kracht. Het was een bijzonder lange en ingewikkelde procedure. Daaruit blijkt hoe moeilijk, of nagenoeg onmogelijk, het was om het algemene kader snel aan te passen en Europol nieuwe bevoegdheden toe te wijzen opdat de politiedienst dringende situaties het hoofd zou kunnen bieden.
Europol had een efficiënter rechtsinstrument nodig om de misdaad, die steeds vaker geglobaliseerd is, beter te kunnen bestrijden. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam is de Europese politiedienst omgevormd tot een Europees agentschap, dat gefinancierd wordt vanuit de EU-begroting en waarvan het personeel EU-ambtenaren zijn. Daarvoor heeft de Raad op 6 april 2009 een besluit aangenomen tot oprichting van de Europese politiedienst en tot intrekking van de eerdere Europol-overeenkomst.
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 heeft het Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid. Artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure een verordening aannemen waarin ze de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Europol vaststellen.
Overeenkomstig artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bestaat de opdracht van Europol erin "het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken". Europol vergemakkelijkt de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en biedt criminaliteitsanalyse die de nationale politiediensten helpt om grensoverschrijdende onderzoeken uit te voeren.
Bovendien roept het programma van Stockholm, dat een Europese meerjarenstrategie voor recht en veiligheid vaststelt, Europol op te evolueren en "een knooppunt [te] worden voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten, een dienstverlener en een platform voor rechtshandhavingsdiensten". Met deze verordening kunnen we een van de doelstellingen en prioriteiten van het programma van Stockholm verwezenlijken.
Gelet op:
– het standpunt dat het merendeel van de fracties in het Europees Parlement herhaaldelijk hebben ingenomen,
– de mondelinge toelichtingen in het Europees Parlement en de schriftelijke bijdragen van de voorzitters van de raden van bestuur van Cepol en Europol,
– de in het Parlement ingenomen standpunten van de directeuren van Europol en Cepol,
– het standpunt dat het merendeel van de lidstaten heeft ingenomen tijdens de JBZ-Raad van 7 juni 2013,
tegen de samenvoeging van Europol en Cepol.
De rapporteur schaart zich achter deze gezaghebbende standpunten en is van mening dat de Verordening betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ uitsluitend betrekking mag hebben op de Europese politiedienst (Europol) en dat dit wetgevingsvoorstel dus enkel de intrekking van Besluit 2009/371/JBZ mag beogen.
Het afgelopen decennium hebben we vastgesteld dat de zware en georganiseerde criminaliteit in de Europese Unie is toegenomen en dat ze uiteenlopende vormen aanneemt. Uit de EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit die Europol in 2013 heeft uitgevoerd (SOCTA 2013), is gebleken dat zware en georganiseerde criminaliteit in toenemende mate een dynamisch en complex fenomeen vormt, en een aanzienlijke dreiging blijft voor de veiligheid en voorspoed van de EU. In het onderzoek wordt ook opgemerkt dat de gevolgen van de globalisering voor de maatschappij en het bedrijfsleven ook hebben bijgedragen tot het ontstaan van belangrijke nieuwe vormen van criminele activiteiten waarbij criminele netwerken gebruikmaken van lacunes in de wetgeving, het internet en de omstandigheden van de economische crisis om zich op een illegale manier te verrijken zonder veel risico te lopen. Het internet wordt als middel voor communicatie, handel, werving en financiële dienstverlening gebruikt om criminele activiteiten op poten te zetten en uit te voeren. Bovendien maakt het internet het gemakkelijker nieuwe vormen van cybercriminaliteit te ontwikkelen, met betaalkaarten te frauderen en beelden van seksueel misbruik van kinderen te verspreiden.
Wat betreft de veranderingen in de werkwijze van de georganiseerde criminaliteit in de Europese Unie willen we benadrukken dat de huidige georganiseerde misdaadgroepen maximale winst willen boeken en daarvoor tal van strafbare feiten plegen, zoals mensenhandel, drugs- en wapenhandel, en financiële misdrijven zoals corruptie, fraude, witwasactiviteiten en cybercriminaliteit. Al die strafbare feiten vormen niet alleen een bedreiging voor de persoonlijke en economische veiligheid van de Europese burgers, maar genereren ook illegale winsten waarmee deze criminele netwerken hun macht versterken en waardoor de overheid meer dan noodzakelijke inkomsten ontloopt. Terrorisme blijft een grote bedreiging voor de veiligheid van de EU, aangezien de Europese samenleving nog steeds kwetsbaar is voor terreuraanvallen.
Criminaliteit is een van de vijf zaken waarover EU-burgers zich het meest zorgen maken. Ze voelen zich ook bezorgd om cybercriminaliteit, die snel aan het toenemen is, het vertrouwen in internetdiensten kan ondermijnen en de economie van de Europese Unie aanzienlijke schade kan toebrengen. Daarom is op 11 januari 2013 het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit (EC3) opgericht, een instrument voor de coördinatie van de strijd tegen informaticamisdrijven, dat onafhankelijk is van de Europese politiedienst.
Om de eerder genoemde redenen moeten we kunnen rekenen op een Europese politiedienst die op een doelmatige en doeltreffende manier samenwerkt en informatie uitwisselt.
2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
De rechtsgrondslag voor het voorstel is artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
3. DOEL EN INHOUD
In het voorstel worden het werkterrein en de taken van Europol en de samenwerking met de lidstaten duidelijk gedefinieerd. Daarnaast heeft het tot doel:
1. Europol in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Lissabon door het juridische kader van Europol in een verordening vast te leggen en door een mechanisme in te stellen waarbij controle op de activiteiten van Europol kan worden uitgeoefend door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen.
2. De bestuurswijze van Europol te verbeteren door ze efficiënter te maken.
3. Te zorgen voor een solide regeling voor gegevensbescherming door ervoor te zorgen dat de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming volledige onafhankelijkheid geniet om toezicht te houden op de verwerking van persoonsgegevens door Europol.
4. Verbeteren van de informatie-uitwisseling
De verordening bereikt deze doelstellingen op de navolgende wijze.
3.1. De aanpassing van Europol aan het Verdrag van Lissabon en controle door de parlementen
De verordening zorgt ervoor dat de democratisch gekozen vertegenwoordigers van de EU-burgers toezicht houden op de activiteiten van Europol. De voorgestelde regels zijn in overeenstemming met de mededeling van de Commissie betreffende de procedures voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen.
In artikel 53 van deze verordening wordt specifiek verwezen naar de controle door de parlementen, maar ook in de rest van de verordening wordt het vaak genoemd.
De controle op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement en de nationale parlementen wordt verwezenlijkt door een Groep parlementaire controle. Dit gebeurt door de Groep parlementaire controle, een kleine en gespecialiseerde structuur, die bestaat uit de bevoegde commissie van het Europees Parlement (LIBE) en een vertegenwoordiger van de Commissie binnenlandse zaken, of een analoge commissie, van de nationale parlementen van de lidstaten. De Groep komt altijd bijeen in het Europees Parlement, wordt bijeengeroepen door de voorzitter van de bevoegde commissie van het Europees Parlement (LIBE) en wordt voorgezeten door de voorzitter van de LIBE-commissie en een vertegenwoordiger van het nationale parlement van de lidstaat die op dat moment fungerend voorzitter is van de Raad.
Worden aan deze Groep parlementaire controle voorgelegd en daar besproken:
– het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag van Europol,
– het jaarlijks en meerjarig werkprogramma en
– het jaarverslag van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over de toezichtsactiviteiten van Europol.
Bovendien mag deze groep de geselecteerde kandidaat voor de functie van uitvoerend directeur van Europol uitnodigen om een verklaring af te leggen en verslag uit te brengen over zijn prestaties.
In het eerder genoemde artikel 53 staat dat de voorzitter van de raad van bestuur en de uitvoerend directeur desgevraagd voor de Groep parlementaire controle verschijnen om aangelegenheden in verband met Europol te bespreken. Bovendien worden dreigingsevaluaties, strategische analyses en algemene situatieverslagen met betrekking tot het doel van Europol, alsmede de resultaten van studies en evaluaties die door Europol zijn gelast, ter informatie voorgelegd aan het Europees Parlement en aan de nationale parlementen.
Evenmin mag worden vergeten dat het Europees Parlement zijn rol van begrotingsautoriteit moet vervullen: de ramingen en het verslag over het budgettaire en financiële beheer moeten bij het EP ter zetel worden ingediend en het keurt het begrotingsbeheer door de uitvoerend directeur goed.
3.2. Beter bestuur
De verordening houdt een verbetering in van de bestuurswijze van Europol omdat er gestreefd wordt naar een grotere efficiëntie en gestroomlijnde procedures, met name met betrekking tot de raad van bestuur en de uitvoerend directeur. Om de goede werking van de raad van bestuur te garanderen zijn de Commissie en de lidstaten elk met een lid vertegenwoordigd.
Jarenlange ervaring heeft ons geleerd dat het goed is voor een doelmatige en doeltreffende werking als de hoofden van de politiediensten van de lidstaten of door de lidstaat benoemde personen wegens hun ervaring met het beheer van politie-eenheden en hun kennis op het gebied van politiesamenwerking de lidstaten vertegenwoordigen in de raad van bestuur. Zij mogen zelf een vervanger aanwijzen die hen in hun afwezigheid vervangt als stemgerechtigd lid. De raad van bestuur stelt ieder jaar Europols werkprogramma voor het komende jaar, het meerjarig werkprogramma, de jaarlijkse begroting van Europol, het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag en de financiële regeling die van toepassing is op Europol, vast. Hij is verantwoordelijk voor de benoeming van een uitvoerend directeur uit een lijst van ten minste drie door een comité bestaande uit een vertegenwoordiger van de Commissie in de raad van bestuur en twee andere leden van de raad van bestuur voorgestelde kandidaten.
Bovendien neemt de raad van bestuur besluiten bij een gewone meerderheid, behalve in uitzonderlijke gevallen, wat de besluitvorming vergemakkelijkt en een snelle uitvoerbaarheid van de besluiten ten goede komt.
Om een efficiënte dagelijkse werking van Europol te verzekeren is de uitvoerend directeur ook de wettelijke vertegenwoordiger en bestuurder. De uitvoerend directeur is volledig onafhankelijk in de uitvoering van zijn taken en zorgt ervoor dat Europol de in deze verordening beschreven opdrachten uitvoert. In het bijzonder dient de uitvoerend directeur verantwoordelijk te zijn voor het opstellen van de begrotings- en planningsdocumenten die ter goedkeuring aan de raad van bestuur worden voorgelegd, en voor het uitvoeren van de jaarlijkse en meerjarige werkprogramma's en andere planningsdocumenten van Europol.
In de verordening staat dat de nationale eenheid van Europol de nationale belangen in Europol waarborgt en beschermt. De nationale eenheid blijft het contactpunt tussen Europol en de bevoegde autoriteiten. Op die manier garanderen we dat de samenwerking tussen de lidstaten met Europol en via Europol gecentraliseerd en gecoördineerd verloopt en dat de lidstaten gelijkvormig reageren op de verzoeken van Europol.
3.3. Een meer robuuste architectuur voor gegevensbescherming
Het voorstel versterkt de gegevensbeschermingsregeling die op de activiteiten van Europol van toepassing is.
• De rol van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, die volledige onafhankelijkheid geniet, wordt geïntroduceerd. Hij heeft aanzienlijke bevoegdheden zoals klachten behandelen en onderzoeken, waken over en toezien op de naleving van de bepalingen in deze verordening, Europol bijstaan in alle aangelegenheden die verband houden met gegevensbescherming, een register bijhouden van alle verwerkingsactiviteiten en voorafgaande controles uitvoeren op de verwerkingen na kennisgeving ervan.
• De verwerking van persoonsgegevens van slachtoffers, getuigen, overige personen dan verdachten, en minderjarigen is verboden, tenzij zulks absoluut noodzakelijk is. Deze beperking geldt ook voor gegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakvereniging blijken, alsook voor gegevens die de gezondheid of het seksuele leven betreffen (gevoelige persoonsgegevens). Bovendien kunnen de gevoelige persoonsgegevens slechts worden verwerkt wanneer ze een aanvulling vormen op andere reeds door Europol in hetzelfde bestand opgeslagen persoonsgegevens.
• De lidstaten krijgen op basis van een hit/no hit-systeem indirect toegang tot persoonsgegevens die in het bezit zijn van Europol en betrekking hebben operationele analyses. Hierbij genereert een geautomatiseerde vergelijking een anonieme "hit", indien de gegevens van de verzoekende lidstaat overeenkomen met de gegevens van Europol. De betreffende persoonsgegevens of dossiergegevens worden slechts verstrekt na een afzonderlijk opvolgingsverzoek.
• Om de transparantie te verhogen wordt het recht van de burger op inzage in de eigen persoonsgegevens die in het bezit zijn van Europol versterkt. De informatie die Europol moet verstrekken aan een burger die verzoekt om toegang tot zijn gegevens, is opgenomen in de verordening.
• Het voorstel bevat duidelijke normen voor de verdeling van de verantwoordelijkheid op het gebied van gegevensbescherming. Dat betekent concreet dat Europol regelmatig moet evalueren of persoonsgegevens nog dienen te worden bewaard.
• De verplichting tot registreren en documenteren wordt uitgebreid van toegang tot een breder scala aan gegevensverwerkingsactiviteiten: verzameling, wijziging, toegang, openbaarmaking, koppeling en uitwissing. Om het gebruik van de gegevens beter te kunnen controleren en om duidelijkheid te scheppen over wie de gegevens heeft verwerkt, verbiedt de verordening registratiegegevens te wijzigen.
• Voor zover nodig voor de verrichting van zijn taken mag Europol persoonsgegevens van private partijen verwerken. Bovendien mag Europol deze gegevens rechtstreeks ontvangen als de nationale wetgeving die van toepassing is op de private partij de overdracht van die gegevens aan de politieautoriteiten toestaat. In dat geval zal Europol alle informatie, in het bijzonder de persoonsgegevens, onverwijld toesturen aan de betrokken nationale eenheid.
• Europol kan aansprakelijk worden gesteld voor de schade die een persoon lijdt ten gevolge van onrechtmatige gegevensverwerking of een handeling in strijd is met de bepalingen van deze verordening. In een dergelijk geval zijn Europol en de lidstaat waar schade is ontstaan gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk (Europol op basis van artikel 340 van het Verdrag en de betrokken lidstaat op grond van zijn nationale wetgeving).
• De nationale gegevensbeschermingsinstanties blijven echter bevoegd voor het toezicht op de invoer, de opvraging en de verstrekking aan Europol van persoonsgegevens door de betrokken lidstaat. Deze instanties blijven ook verantwoordelijk voor het toetsen of de rechten van de betrokkene door deze invoer, opvraging of verstrekking niet worden geschaad.
• De verordening introduceert elementen van "gemeenschappelijk toezicht" op gegevens die aan Europol worden overgedragen en door Europol worden verwerkt. In specifieke gevallen waarin nationale betrokkenheid vereist is, en om een coherente toepassing van deze verordening in de hele Europese Unie te garanderen, moeten de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de nationale controleorganen, elk binnen hun bevoegdheden, met elkaar samenwerken.
3.4. Verbeteren van de informatie-uitwisseling
De verordening beoogt de informatiestroom vanuit de lidstaten naar Europol te versterken. Hiertoe wordt de verplichting om relevante gegevens naar Europol door te sturen, verscherpt. Daarvoor wordt de nationale eenheid gebruikt als contactpunt met Europol.
Door middel van procedurele waarborgen voor alle types informatie voldoet het in de verordening vastgestelde systeem voor de verwerking van gegevens aan hoge normen inzake gegevensbescherming en gegevensbeveiliging. In de verordening worden de doeleinden van gegevensverwerkingsactiviteiten uiteengezet (kruiscontroles, analyses van strategische of algemene aard, operationele analyses in specifieke gevallen), alsook de informatiebronnen en de personen die toegang tot de gegevens hebben. Per specifieke informatieverwerkingsactiviteit wordt vermeld welke categorieën persoonsgegevens mogen worden verzameld en van welke categorie betrokkenen. Ook de bevoegdheden die in deze verordening worden toegewezen aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming vormen een waarborg voor strenge gegevensbeschermingsnormen.
4. EFFECTBEOORDELING
De effectbeoordeling van Europol is gebaseerd op de volgende twee beleidsdoelstellingen: het bevorderen van de informatieverstrekking van de lidstaten aan Europol en het verwezenlijken van een omgeving voor gegevensverwerking waarin Europol de lidstaten volop bijstand kan verlenen bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme. Ten aanzien van de eerste doelstelling werden twee beleidsopties onderzocht: i) verduidelijken dat de lidstaten wettelijk verplicht zijn om gegevens te verstrekken aan Europol en daarbij voorzien in stimuleringsmechanismen en een rapportage over de prestaties van de afzonderlijke lidstaten, en ii) Europol toegang verlenen tot relevante nationale gegevensbanken over rechtshandhaving op basis van een hit/no hit-systeem. Ten aanzien van de beleidsdoelstelling aangaande het tot stand brengen van een omgeving voor gegevensverwerking werden twee beleidsopties beoordeeld: i) het samenvoegen van de twee bestaande analysebestanden (Analyses Work Files) en ii) een nieuwe verwerkingsomgeving met procedurele waarborgen voor de beginselen inzake gegevensbescherming, met bijzondere nadruk op ingebouwde privacy.
Overeenkomstig haar vaste werkwijze heeft de Commissie samen met een gemeenschappelijke stuurgroep onderzocht welk effect elke beleidsoptie had op de veiligheid en de grondrechten.
Volgens de beoordeling zal de uitvoering ervan Europol doeltreffender maken als agentschap dat een omvattende ondersteuning biedt aan de rechtshandhavingsambtenaren in de Europese Unie.
5. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het uiteindelijke aantal posten en de totale begroting zijn afhankelijk van de conclusies van zowel een interne evaluatie van de Commissie van de nodige middelen voor gedecentraliseerde agentschappen voor de periode 2014‑2020 als de onderhandelingen in het kader van het MFK over met name een beoordeling van de "werkelijke behoeften" in de huidige context van een toenemende vraag tegenover erg beperkte financiële middelen en met het oog op het behalen van de reductie met 5% van het personeel in de agentschappen.
ADVIES van de Begrotingscommissie (12.7.2013)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ
(COM(2013)0173 – C7‑0094/2013 – 2013/0091(COD))
Rapporteur voor advies: Jutta Haug
BEKNOPTE MOTIVERING
De Commissie heeft een voorstel ingediend voor een nieuwe verordening betreffende Europol en tot intrekking van de besluiten van de Raad tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) en de Europese Politieacademie (Cepol). Als gevolg hiervan worden de functies van Cepol geïntegreerd in Europol en worden alle operaties samengebracht in de bestaande zetel van Europol in Den Haag.
Het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving zou dus alle bestaande taken van beide agentschappen overnemen op het vlak van ondersteuning van de samenwerking bij rechtshandhaving, informatie-uitwisseling en opleiding.
Het voorstel is in overeenstemming met de door het Parlement, de Raad en de Commissie in juli 2012 goedgekeurde gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen, waarin wordt gesteld dat "samenvoeging moet worden overwogen in geval van overlapping van taken, mogelijkheid tot synergie, of uitzicht op meer efficiëntie bij inpassing in een grotere structuur". Hoewel de kerntaken van beide agentschappen niet rechtstreeks overlappen, valt er veel te zeggen voor een samenvoeging. De combinatie van de kennis van Europol op operationeel gebied en de deskundigheid van Cepol inzake training en opleiding zal zorgen voor directe en indirecte overloopeffecten en synergieën binnen een gezamenlijke structuur. Met 43 personeelsleden en een begroting van 8,4 miljoen EUR is het bovendien duidelijk dat grotere efficiëntie mogelijk is voor Cepol binnen een grotere structuur als Europol, met 592 personeelsleden en een begroting van 82,5 miljoen EUR, in het bijzonder met betrekking tot louter administratieve taken. Hierdoor kunnen middelen worden vrijgemaakt voor de belangrijkste operationele taken.
Agentschappen dienen specifieke verordeningen na te leven, zoals het Financieel Reglement van de EU, de uitvoeringsbepalingen ervan, de financiële kaderregeling van de gedecentraliseerde agentschappen, alsook het statuut van de EU-ambtenaren. Met name kleine agentschappen hebben het moeilijk om deze verordeningen na te leven, en ze hebben eveneens te kampen met het probleem van een onevenredig hoog aantal administratieve posten in vergelijking met het aantal posten voor de eigenlijke taken van het agentschap, als vastgesteld in het mandaat ervan.
De rapporteur steunt bijgevolg de samenvoeging van Europol en Cepol, eveneens gelet op de moeilijke begrotingssituatie van de komende jaren. Ze is zich echter wel bewust van de bezorgdheden die werden geuit met betrekking tot de rol van opleiding op lange termijn binnen de nieuwe structuur van Europol. Daarom wordt voorgesteld specifieke begrotingslijnen te creëren voor zowel politiële samenwerking als voor opleiding, zodat de begrotingsautoriteit het algemene bedrag dat wordt uitgetrokken voor opleiding binnen de operationele uitgaven kan bepalen.
Indien de wetgevingsprocedure niet leidt tot een samenvoeging van Europol en Cepol, blijft de rapporteur voorstander van een verhuizing van Cepol naar de zetel van Europol in Den Haag, gelet op de reeds aangekondigde sluiting van de vestiging in Bramshill door de regering van het Verenigd Koninkrijk. Voor de tenuitvoerlegging van het opleidingsprogramma voor rechtshandhaving door Cepol zullen bijkomende middelen nodig zijn. De beperkte besparingen die een gemeenschappelijke vestigingsplaats voor beide agentschappen met zich zou meebrengen zijn dan ook welgekomen, net als de overloopeffecten door de toegenomen contacten tussen de operationele medewerkers en de medewerkers die actief zijn op het vlak van opleiding.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 bis (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 bis. benadrukt dat punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer1 van toepassing dient te zijn op de uitbreiding van het takenpakket van Europol; benadrukt dat elk besluit van de wetgevingsautoriteit met het oog op die uitbreiding geen afbreuk mag doen aan de besluiten van de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure; |
|
________________ |
|
1 PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. |
Amendement 2 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 ter (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 ter. verzoekt de Commissie een nieuw financieel memorandum in te dienen dat ten volle rekening houdt met de gevolgen van de wetgevingsovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Raad om te voldoen aan de begrotings- en personele eisen van Europol en mogelijk van de diensten van de Commissie; |
Amendement 3 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 quater (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 quater. herinnert de gaststaat aan de gezamenlijke, op 19 juli 2012 ondertekende verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie over de gedecentraliseerde agentschappen en de bijbehorende bijlage, en met name aan de paragrafen 8 en 9 van de gezamenlijke verklaring; |
Amendement 4 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 quinquies (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 quinquies. wijst erop dat er specifieke begrotingslijnen voor beide taken zullen worden gecreëerd om de begrotingsautoriteit in staat te stellen afzonderlijk middelen toe te wijzen aan rechtshandhaving en opleiding, ongeacht de uitkomst van de wetgevingsovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Raad; |
Amendement 5 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 sexies (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 sexies. verzoekt de Commissie in haar financieel memorandum rekening te houden met de nieuwe taken van Europol, in het bijzonder met betrekking tot het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit (EC3), in overeenstemming met punt 42 van de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie van 19 juli 2012 over gedecentraliseerde agentschappen1; |
|
_____________ |
|
1 http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/12/st11/st11450.en12.pdf |
Amendement 6 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 septies (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 septies. benadrukt dat de aanloopkosten niet hoger zullen liggen dan de verwachte besparingen als gevolg van een mogelijke fusie; |
Motivering | |
Onder verwijzing naar de studie over de wijziging van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad waarin de activiteiten van Cepol worden vastgesteld van 24 april 2012 (blz. 116). | |
Amendement 7 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 octies (nieuw) | |
Ontwerpwetgevingsresolutie |
Amendement |
|
1 octies. benadrukt dat het samenvoegen van interne administratieve taken van agentschappen een reële optie is om te kunnen bezuinigen; onderstreept echter dat deze samenvoeging geen gevolgen mag hebben voor de kerntaken van de agentschappen, zoals opleiding en operationele taken; |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(14 bis) Om de begrotingsautoriteit in staat te stellen afzonderlijk middelen toe te wijzen aan rechtshandhaving en opleiding, worden er specifieke begrotingslijnen voor beide taken gecreëerd. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 59 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De uitgaven van Europol omvatten de bezoldiging van het personeel, uitgaven voor administratie en infrastructuur en operationele uitgaven. |
5. De uitgaven van Europol omvatten de bezoldiging van het personeel, uitgaven voor administratie en infrastructuur en operationele uitgaven. De operationele uitgaven voor activiteiten met betrekking tot het opleidingsprogramma voor rechtshandhaving in het kader van deze verordening worden afzonderlijk behandeld, met afzonderlijke budgettaire verslaglegging. |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 76 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Voor elk van de drie begrotingsjaren volgend op de inwerkingtreding van deze verordening, wordt een bedrag van ten minste 8 miljoen EUR van de operationele kosten van Europol gereserveerd voor opleiding, zoals omschreven in hoofdstuk III. |
1. Voor elk van de drie begrotingsjaren volgend op de inwerkingtreding van deze verordening, wordt een bedrag van ten minste 8 miljoen EUR van de operationele kosten van Europol gereserveerd voor opleiding, zoals omschreven in hoofdstuk III en overeenkomstig de bepalingen van artikel 59, lid 5. |
PROCEDURE
Titel |
Europese Politiedienst (Europol) en intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2013)0173 – C7-0094/2013 – 2013/0091(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBERALISERING 21.5.2013 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
Rapporteur voor advies 21.5.2013 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Jutta Haug 15.4.2013 |
||||
Datum goedkeuring |
11.7.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
23 2 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, Richard Ashworth, Zuzana Brzobohatá, Jean-Luc Dehaene, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Jens Geier, Lucas Hartong, Jutta Haug, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, Claudio Morganti, Jan Mulder, Juan Andrés Naranjo Escobar, Andrej Plenković, Dominique Riquet, Alda Sousa, Oleg Valjalo, Angelika Werthmann, Jacek Włosowicz |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Maria Da Graça Carvalho, Edit Herczog, Paul Rübig, Catherine Trautmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Zdravka Bušić |
||||
ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (8.10.2013)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ
(COM(2013)0173 – C7‑0094/2013 – 2013/0091(COD))
Rapporteur voor advies: Inés Ayala Sender
AMENDEMENTEN
De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 17 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Aan de raad van bestuur dienen de nodige bevoegdheden te worden verleend, in het bijzonder om de begroting vast te stellen, de uitvoering ervan te verifiëren, de passende financiële voorschriften en planningsdocumenten vast te stellen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door de uitvoerend directeur van Europol te bepalen en het jaarlijkse activiteitenverslag aan te nemen. Europol dient de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag uit te oefenen voor personeel van het agentschap en de uitvoerend directeur. Om de besluitvormingsprocedure te stroomlijnen en het toezicht op het administratieve en budgettaire beheer te versterken, dient de raad van bestuur ook een uitvoerende raad te kunnen instellen. |
(17) Aan de raad van bestuur dienen de nodige bevoegdheden te worden verleend, in het bijzonder om de begroting vast te stellen, de uitvoering ervan te verifiëren, de passende financiële voorschriften en planningsdocumenten vast te stellen, maatregelen vast te stellen om de financiële belangen van de Unie te beschermen en fraude te bestrijden, regels vast te stellen om belangenconflicten te voorkomen en te beheersen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door de uitvoerend directeur van Europol te bepalen en het jaarlijkse activiteitenverslag aan te nemen. Europol dient de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag uit te oefenen voor personeel van het agentschap en de uitvoerend directeur. Om de besluitvormingsprocedure te stroomlijnen en het toezicht op het administratieve en budgettaire beheer te versterken, dient de raad van bestuur ook een uitvoerende raad te kunnen instellen. |
Motivering | |
Gezien de overlapping van de taken van de uitvoerende raad en die van de raad van bestuur is de rapporteur van mening dat de uitvoerende raad overbodig is. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 23 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(23) Om de operationele samenwerking tussen de agentschappen te verbeteren, en met name verbanden te leggen tussen gegevens die reeds in het bezit zijn van de verschillende agentschappen, dient Europol Eurojust en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) toegang te verschaffen tot gegevens die bij Europol beschikbaar zijn en de mogelijkheid te bieden om deze gegevens te vergelijken met hun eigen gegevens. |
(23) Om de operationele samenwerking tussen de agentschappen te verbeteren, dient Europol, indien noodzakelijk, overeenstemming te bereiken met Eurojust en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) over samenwerkingsregelingen binnen hun respectieve mandaten; |
Motivering | |
Zie de artikelen 13 en 8 van de OLAF-verordening. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 4 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Europol Academy dient een jaarverslag van haar activiteiten en resultaten, waaronder de jaarrekening, in bij de bevoegde commissies van het Europees Parlement. |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De ambtstermijn van de leden en de plaatsvervangende leden bedraagt vier jaar. Deze termijn is verlengbaar. Wanneer hun ambtstermijn afloopt of in het geval zij ontslag nemen, blijven leden in functie totdat hun aanstelling is verlengd of zij vervangen zijn. |
5. De ambtstermijn van de leden en de plaatsvervangende leden bedraagt vier jaar. Deze termijn kan worden verlengd. Wanneer hun ambtstermijn afloopt of in het geval zij ontslag nemen, blijven leden in functie totdat hun aanstelling is verlengd of zij vervangen zijn. |
Motivering | |
Om de tekst van het voorstel in overeenstemming te brengen met de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie over gedecentraliseerde agentschappen. (Zie punt 10.) | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – lid 5 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Voor de aanvang van zijn ambtstermijn dient elk lid van de raad van bestuur een verklaring in omtrent zijn of haar belangen. |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – letter o | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(o) zorgt voor een passende opvolging van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF); |
(o) zorgt voor een passende opvolging van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen van de Europese Rekenkamer alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) uitgevoerde onderzoeken, en zendt het Europees Parlement en de Raad alle informatie toe die voor de uitkomst van de evaluatieprocedures van belang is; |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5 – letter h | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(h) de opstelling van een fraudebestrijdingsstrategie voor Europol en de presentatie daarvan ter goedkeuring aan de raad van bestuur; |
(h) de opstelling van een fraudebestrijdingsstrategie en een strategie om belangenconflicten te voorkomen en te beheersen voor Europol en de presentatie daarvan ter goedkeuring aan de raad van bestuur; |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 9 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 bis. Voor de aanvang van zijn ambtstermijn dient elk lid van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten een verklaring in omtrent zijn of haar belangen. |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Artikel 27 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 27 bis |
|
Samenwerking van Europol met OLAF |
|
1. Europol werkt, in voorkomend geval, samen met OLAF binnen zijn mandaat om de financiële belangen van de Unie te beschermen. Indien dit noodzakelijk is om de samenwerking te faciliteren en overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, komt Europol met OLAF administratieve regelingen overeen. Dergelijke werkafspraken kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van operationele, strategische of technische informatie, met inbegrip van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie en desgevraagd ook van voortgangsverslagen. |
|
2. Europol zendt OLAF onverwijld alle relevant geachte informatie toe waarover hij beschikt met betrekking tot de strijd tegen fraude, corruptie of enige andere illegale activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden. |
|
3. Europol informeert de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten tijdig over dergelijke gevallen en door hen verstrekte informatie wordt door Europol aan OLAF doorgegeven. |
Motivering | |
Zie de artikelen 13 en 8 van de OLAF-verordening. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 3 – letter b | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(b) de werkafspraken die op grond van artikel 31, lid 1, zijn vastgesteld. |
(b) de werkafspraken die op grond van artikel 31, lid 1, zijn vastgesteld, en kennisgevingen van gevallen wanneer de uitvoerend directeur artikel 31, lid 2, toepast. |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De financiële regeling die op Europol van toepassing is, wordt na raadpleging van de Commissie door de raad van bestuur vastgesteld. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van [de nieuwe financiële kaderregeling] indien dit in verband met de activiteiten van het Agentschap een specifiek vereiste is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend. |
1. De financiële regeling die op Europol van toepassing is, wordt na raadpleging van de Commissie door de raad van bestuur vastgesteld. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van [de nieuwe financiële kaderregeling] indien dit in verband met de activiteiten van het Agentschap een specifiek vereiste is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend. Het Europees Parlement wordt van een dergelijke afwijking in kennis gesteld. |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 67 – lid 3 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Europol publiceert op zijn website een lijst van de leden van zijn raad van bestuur en van zijn externe en interne deskundigen, samen met hun respectievelijke belangenverklaringen en curricula vitae. De notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur worden systematisch gepubliceerd. Europol kan de openbaarmaking van documenten tijdelijk of permanent beperken indien openbaarmaking ervan de uitvoering van de taken van Europol in gevaar dreigt te brengen, met inachtneming van zijn verplichtingen inzake discretie en vertrouwelijkheid. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 67 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 67 bis |
|
Voorafgaande kennisgeving en rodevlagmechanisme |
|
Wanneer de Commissie op ernstige gronden vreest dat de raad van bestuur besluiten zal nemen die mogelijk niet in overeenstemming zijn met het mandaat van Europol, het Unierecht schenden, of strijdig zijn met de beleidsdoelstellingen van de Unie, stelt zij een alarmsysteem in werking. In dergelijke gevallen stelt de Commissie de zaak formeel aan de orde in de raad van bestuur, en verzoekt hem het besluit niet aan te nemen. Wordt het verzoek afgewezen, dan brengt de Commissie het Europees Parlement en de Raad formeel op de hoogte, opdat de instellingen snel kunnen reageren. De Commissie kan de raad van bestuur verzoeken het omstreden besluit niet toe te passen zolang de vertegenwoordigers van de instellingen de zaak in beraad houden. |
Motivering | |
Zie punt 59 van de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie over gedecentraliseerde agentschappen. | |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie zendt het evaluatieverslag met haar conclusies over het verslag aan het Europees Parlement, de Raad, de nationale parlementen en de raad van bestuur. |
2. De Commissie zendt het evaluatieverslag met haar conclusies over het verslag aan het Europees Parlement, de Raad, de nationale parlementen en de raad van bestuur. Bovendien verstrekt de Commissie op verzoek het Europees Parlement, de Raad en de nationale parlementen alle verdere informatie betreffende de evaluatie. |
Motivering | |
Zie punt 63 van de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie over gedecentraliseerde agentschappen. | |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Artikel 74 – lid 6 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. De raad van bestuur formuleert een voorstel met gedetailleerde bepalingen met betrekking tot de in artikel 67 bis vastgelegde procedure en legt dit ter goedkeuring aan de Commissie voor. |
PROCEDURE
Titel |
Europese Politiedienst (Europol) en intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2013)0173 – C7-0094/2013 – 2013/0091(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 21.5.2013 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
CONT 21.5.2013 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Inés Ayala Sender 1.7.2013 |
||||
Datum goedkeuring |
2.10.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
16 1 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jean-Pierre Audy, Inés Ayala Sender, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Ingeborg Gräßle, Bogusław Liberadzki, Crescenzio Rivellini |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Philip Bradbourn, Karin Kadenbach, Marian-Jean Marinescu, Markus Pieper, Czesław Adam Siekierski, Barbara Weiler |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
María Auxiliadora Correa Zamora, Spyros Danellis, Wolf Klinz, Gesine Meissner |
||||
ADVIES van de Commissie constitutionele zaken (15.10.2013)
aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ
(COM(2013)0173 – C7-0094/2013 – 2013/0091(COD))
Rapporteur voor advies: Alexandra Thein
BEKNOPTE MOTIVERING
ACHTERGROND
De Europese politiedienst (Europol) was oorspronkelijk een intergouvernementele instantie, opgericht door een overeenkomst tussen de lidstaten die in 1999 in werking trad. Bij besluit van de Raad van 2009 werd Europol omgevormd tot een uit de EU-begroting gefinancierd EU-agentschap. Europol heeft de taak de nationale rechtshandhavingsdiensten van de lidstaten te ondersteunen in hun optreden en hun wederzijdse samenwerking bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.
De Europese Politieacademie (Cepol) werd in 2005 opgericht als een EU-agentschap met verantwoordelijkheid voor activiteiten met betrekking tot de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren. Cepol is erop gericht de samenwerking tussen nationale politiediensten te bevorderen door het organiseren van opleidingen met een Europese politiële dimensie.
Om schaalvoordelen te behalen, en gezien de overlappende belangen en taken van deze twee agentschappen van de Gemeenschap, werd het passend geacht de twee agentschappen samen te voegen. In de gezamenlijke verklaring over de gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen, die in juli 2012 werd goedgekeurd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, worden de beginselen vastgesteld voor de bestuursregelingen van agentschappen zoals Europol en Cepol. Het samenvoegen van Europol en Cepol tot één agentschap, gevestigd in het huidige hoofdkwartier van Europol in Den Haag, zou leiden tot belangrijke synergieën en efficiëntiewinst.
Daarnaast, teneinde het hoofd te bieden aan de sterke toename van zware en georganiseerde misdaad in Europa in de afgelopen tien jaar, bijvoorbeeld op het gebied van mensenhandel, drugshandel, wapenhandel, financiële delicten zoals corruptie, fraude en witwasactiviteiten, en cybercriminaliteit, lijkt het nodig om de samenwerking tussen de lidstaten en het contact tussen de operationele medewerkers en de medewerkers die actief zijn op het vlak van opleiding, verder te versterken.
DOELSTELLINGEN
Het voorstel omvat een aantal doelstellingen:
• Europol in overeenstemming brengen met het Verdrag van Lissabon door het juridische kader van Europol in de verordening vast te leggen en door een mechanisme in te stellen waarbij controle op de activiteiten van Europol kan worden uitgeoefend door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen;
• Europese opleidings- en uitwisselingsprogramma's opzetten voor ieder die op nationaal of Europees niveau beroepshalve bij rechtshandhaving betrokken is;
• Europol nieuwe verantwoordelijkheden toekennen, zodat het een bredere ondersteuning kan bieden aan de rechtshandhavingsautoriteiten in de lidstaten. Dit betekent onder meer dat Europol van Cepol de taken overneemt inzake de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren en de ontwikkeling van een opleidingsprogramma voor rechtshandhaving. Het houdt ook in dat Europol gespecialiseerde EU-kenniscentra kan oprichten voor de bestrijding van bepaalde vormen van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol vallen, zoals het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;
• zorgen voor een solide regeling voor gegevensbescherming voor Europol, met name om te garanderen dat de toezichthouder voor gegevensbescherming van Europol volledige onafhankelijkheid geniet, doeltreffend kan optreden en voldoende handelingsbevoegdheid heeft;
• verbeteren van de bestuurswijze van Europol door te streven naar een grotere efficiëntie.
VERANTWOORDELIJKHEID
Door Europol in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Lissabon en haar verantwoordingsplicht te versterken, zorgt de toekomstige verordening ervoor dat de democratisch gekozen vertegenwoordigers van de EU-burgers toezicht houden op de activiteiten van Europol. Uit praktisch oogpunt zouden het Europees Parlement en de nationale parlementen informatie ontvangen via jaarlijkse activiteitenverslagen en jaarlijkse financiële eindoverzichten, en ter informatie kennis krijgen van dreigingsevaluaties, strategische analyses en algemene situatieverslagen, enz.
Daarnaast zal het Europees Parlement:
• zijn rol van begrotingsautoriteit vervullen (door ramingen en het verslag over het budgettaire en financiële beheer voor het begrotingsjaar te ontvangen, alsmede alle informatie die nodig is voor de kwijtingsprocedure);
• worden geraadpleegd over het meerjarig werkprogramma van Europol en ter informatie het jaarlijkse werkprogramma van Europol ontvangen;
• de kandidaat voor de functie van uitvoerend directeur van Europol kunnen uitnodigen voor een hoorzitting vóór de bevoegde parlementaire commissie of om vragen over zijn/haar prestaties te beantwoorden.
Om het Europees Parlement in staat te stellen zowel controle uit te oefenen als de vertrouwelijkheid van operationele informatie te waarborgen, moeten Europol en het Europees Parlement werkafspraken maken over de toegang tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie die door of via Europol wordt verwerkt.
Europol als knooppunt voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten. Hiertoe wordt de verplichting voor de lidstaten om relevante gegevens naar Europol door te sturen, verscherpt. Als stimulans krijgen rechtshandhavingsdiensten de mogelijkheid financiële steun te ontvangen voor grensoverschrijdende onderzoeken op andere gebieden dan alleen eurovalsemunterij. Er wordt een mechanisme ingevoerd voor verslaglegging over de gegevensverstrekking van de lidstaten aan Europol.
VEREISTE AMENDEMENTEN
De Commissie constitutionele zaken en haar rapporteur willen met de voorgestelde amendementen in het bijzonder benadrukken:
- de taak van het Europees Parlement en de nationale parlementen om samen te bepalen hoe de organisatie en de bevordering van een doeltreffende en regelmatige interparlementaire samenwerking binnen de Unie eruit ziet, met name op het gebied van politiële en judiciële samenwerking wanneer de Unie en de lidstaten gedeelde bevoegdheden hebben;
- dat het samenvoegen van Europol en Cepol niet de juiste manier is om de efficiëntie van Europol te vergroten;
- dat de gegevensbeschermingsregels zoals vastgesteld door het Europees Parlement moeten worden toegepast.
AMENDEMENTEN
De Commissie constitutionele zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorstel voor een |
Voorstel voor een |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ |
betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluit 2009/371/JBZ |
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Deze agentschappen functioneren behoorlijk doeltreffend en zij werken steeds meer en beter samen, teneinde de Europese veiligheid te waarborgen. Daarentegen kan een fusie van Europol en Cepol hun onafhankelijkheid aantasten, hetgeen niet wenselijk is. Derhalve moet de titel alleen betrekking hebben op Europol. | |
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Visum 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 88 en artikel 87, lid 2, onder b), |
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 88, |
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Derhalve moet alleen worden verwezen naar artikel 88 VWEU. | |
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Artikel 88 van het Verdrag bepaalt dat Europol zal worden gestuurd bij verordeningen die worden aangenomen volgens de gewone wetgevingsprocedure. Volgens dit artikel moeten er ook procedures worden vastgesteld voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen. Het is derhalve noodzakelijk om Besluit 2009/371/JBZ te vervangen door een verordening met regels inzake de parlementaire controle. |
(2) Artikel 88 van het Verdrag bepaalt dat Europol zal worden gestuurd bij verordeningen die worden aangenomen volgens de gewone wetgevingsprocedure. Volgens dit artikel moeten er ook procedures worden vastgesteld voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen in overeenstemming met artikel 12, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 9 van protocol nr. 1 betreffende de rol van nationale parlementen in de Europese Unie, teneinde de democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht van Europol tegenover de Europese burgers te versterken. Het is derhalve noodzakelijk om Besluit 2009/371/JBZ te vervangen door een verordening met regels inzake de parlementaire controle. |
Motivering | |
Het is belangrijk te wijzen op de specifieke doelstellingen van de parlementaire controle van Europol. Artikel 12 VEU heeft betrekking op de actieve bijdrage van de nationale parlementen aan de goede werking van de Unie, en in het protocol (nr. 1) en artikel 9 daarvan is vastgelegd dat de nationale parlementen, in samenwerking met het Europees Parlement, belast zijn met de organisatie en bevordering van de interparlementaire samenwerking binnen de Unie. Beide artikelen zijn primair EU-recht op het gebied van interparlementaire samenwerking en moeten derhalve worden vermeld. | |
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) De Europese Politieacademie (Cepol) werd opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ om de samenwerking tussen nationale politiediensten te bevorderen door het organiseren en coördineren van opleidingsactiviteiten met een Europese politiële dimensie. |
(3) Teneinde haar missie te kunnen vervullen, richt Europol ook een bijzondere samenwerking met de Europese Politieacademie (Cepol) op, die werd opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ om de samenwerking tussen nationale politiediensten te bevorderen door het organiseren en coördineren van opleidingsactiviteiten met een Europese politiële dimensie. |
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Deze agentschappen functioneren behoorlijk doeltreffend en het is uitsluitend van belang de onderlinge samenwerking te versterken om de Europese veiligheid te waarborgen. | |
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 6 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Gezien de verbanden tussen de taken van Europol en Cepol zouden een integratie en rationalisatie van de functies van de twee agentschappen de doelmatigheid van de operationele activiteiten, de relevantie van de opleidingen en de efficiëntie van de politiële samenwerking in de Unie verbeteren. |
(6) Gezien de verbanden tussen de taken van Europol en Cepol zou een nauwe samenwerking tussen de twee agentschappen de doelmatigheid van de operationele activiteiten, de relevantie van de opleidingen en de efficiëntie van de politiële samenwerking in de Unie verbeteren. Indien Cepol zijn zetel op een andere locatie vestigt, is het raadzaam dat zijn zetel in de nabijheid van Europol wordt gevestigd. |
Motivering | |
Meer dan aan een fusie wordt gedacht aan een nauwe samenwerking tussen Europol en Cepol. Daarom moet de nieuwe locatie van de zetel van Cepol in de nabijheid van Europol worden gesitueerd. | |
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 7 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ dienen derhalve te worden ingetrokken en vervangen door deze verordening, die voortbouwt op de ervaringen die zijn opgedaan bij de tenuitvoerlegging van beide besluiten. Het Europol dat bij deze verordening wordt opgericht, dient de functies van Europol en Cepol als vastgesteld in de twee ingetrokken besluiten, over te nemen. |
(7) Besluit 2009/371/JBZ dient derhalve te worden ingetrokken en vervangen door deze verordening, die voortbouwt op de ervaringen die zijn opgedaan bij de tenuitvoerlegging van dat besluit. Het Europol dat bij deze verordening wordt opgericht, dient de functies van Europol als vastgesteld in het ingetrokken besluit, over te nemen. |
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet meer nodig naar Cepol te verwijzen. | |
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 48 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(48) Om ervoor te zorgen dat Europol een geheel verantwoordelijke en transparante interne organisatie is, is het gezien artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie noodzakelijk procedures vast te leggen voor de controle op de werkzaamheden van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen, rekening houdend met de noodzaak om de vertrouwelijkheid van de operationele gegevens te waarborgen. |
(48) Om de rol van de parlementen bij het toezicht op de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en de politieke verantwoordelijkheden van de nationale parlementen en van het Europees Parlement met betrekking tot het eerbiedigen en uitoefenen van hun respectieve bevoegdheden in het wetgevingsproces te eerbiedigen, is het noodzakelijk dat Europol een geheel verantwoordelijke en transparante interne organisatie is. Hiertoe moeten, gezien artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, procedures worden vastgesteld voor de controle op de werkzaamheden van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen overeenkomstig de bepalingen over interparlementaire samenwerking zoals vastgelegd in titel II van protocol nr. 1 betreffende de rol van nationale parlementen in de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak om de vertrouwelijkheid van de operationele gegevens te waarborgen. |
Motivering | |
Met het oog op een intensievere en nauwere parlementaire samenwerking op het gebied van de activiteiten van Europol, stellen de nationale parlementen en het Europees Parlement samen specifieke procedures vast in overeenstemming met titel II van protocol nr. 1 van het Verdrag van Lissabon betreffende de rol van nationale parlementen in de Europese Unie. | |
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 48 bis (nieuw) | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(48 bis) Het door het Europees Parlement en de nationale parlementen gezamenlijk uitgeoefende parlementaire toezicht op Europol moet plaatsvinden in het kader van bestaande interparlementaire structuren, versterkt door geïntensiveerde gegevensuitwisseling en bepalingen voor regelmatige gezamenlijke vergaderingen. |
Motivering | |
De voorzitters van de parlementen van de EU hebben in bovengenoemde vergadering in Brussel op 4 en 5 april 2011 gesproken en overeenstemming bereikt over de vorm van de controle voor wat betreft het toezicht op de werkzaamheden van de Europese politiedienst (Europol). | |
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 57 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(57) Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. Europol dient derhalve zijn rechtsopvolger te worden voor alle overeenkomsten, met inbegrip van arbeidsovereenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen. Internationale overeenkomsten gesloten door Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ dienen van kracht te blijven, met uitzondering van de door Cepol gesloten zetelovereenkomst. |
(57) Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ. Europol dient derhalve zijn rechtsopvolger te worden voor alle overeenkomsten, met inbegrip van arbeidsovereenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen. Internationale overeenkomsten gesloten door Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ dienen van kracht te blijven. |
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet meer nodig naar Cepol te verwijzen. | |
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 58 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(58) Teneinde Europol in staat te stellen om de taken van Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en van Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ naar beste vermogen te vervullen, dienen overgangsmaatregelen te worden vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot de raad van bestuur, de uitvoerend directeur en de bestemming van een deel van Europols begroting voor opleidingen gedurende de eerste drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. |
(58) Teneinde Europol in staat te stellen om de taken van Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ naar beste vermogen te vervullen, dienen overgangsmaatregelen te worden vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot de raad van bestuur, de uitvoerend directeur en de bestemming van een deel van Europols begroting voor opleidingen gedurende de eerste drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. |
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet meer nodig naar Cepol te verwijzen. | |
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Oprichting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving |
Oprichting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving |
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Hierbij wordt een agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) opgericht om de onderlinge samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties in de Europese Unie te verbeteren, hun optreden te versterken en te ondersteunen, alsook een samenhangend Europees opleidingsbeleid te voeren. |
1. Hierbij wordt een agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) opgericht om de onderlinge samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties in de Europese Unie te verbeteren en hun optreden te versterken en te ondersteunen. |
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ en Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. |
2. Europol wordt bij deze verordening opgericht ter vervanging en opvolging van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ. |
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Europol ondersteunt, ontwikkelt, verzorgt en coördineert opleidingsactiviteiten voor rechtshandhavingsambtenaren. |
Schrappen |
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Hoofdstuk III – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Hoofdstuk III |
Schrappen |
TAKEN MET BETREKKING TOT OPLEIDINGEN VOOR RECHTSHANDHAVINGSAMBTENAREN |
|
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet nodig naar de taken met betrekking tot opleidingen te verwijzen. | |
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Artikel 9 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 9 |
Schrappen |
Europol Academy |
|
1. Een afdeling binnen Europol, de bij deze verordening opgerichte Europol Academy, ondersteunt, ontwikkelt, verzorgt en coördineert opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren, met name op het gebied van de bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn en van terrorisme, het beheer van sportevenementen en evenementen met een groot risico voor de openbare orde, strategische planning en aansturing van niet-militaire missies van de Unie, alsook leiderschap en taalvaardigheden op het gebied van rechtshandhaving, met name met het doel: |
|
a) de bekendheid en kennis te vergroten van: |
|
(i) internationale instrumenten en instrumenten van de Unie betreffende de samenwerking bij rechtshandhaving; |
|
(ii) organen van de Unie, met name Europol, Eurojust en Frontex, hun werking en hun rol; |
|
(iii) de gerechtelijke aspecten van de samenwerking bij rechtshandhaving en praktische aspecten van de toegang tot informatiekanalen; |
|
b) de ontwikkeling te stimuleren van regionale en bilaterale samenwerking tussen de lidstaten en tussen de lidstaten en derde landen; |
|
c) aandacht te besteden aan specifieke thema's op het gebied van rechtshandhaving en politiediensten waarvoor opleidingen op Unieniveau een toegevoegde waarde hebben; |
|
d) specifieke gemeenschappelijke opleidingsprogramma's te ontwerpen om rechtshandhavingsambtenaren voor te bereiden op hun deelname aan civiele missies van de Unie; |
|
e) lidstaten te ondersteunen bij hun bilaterale activiteiten voor de capaciteitsopbouw op het gebied van rechtshandhaving in derde landen; |
|
f) docenten op te leiden en deze te helpen goede leerpraktijken te verbeteren en uit te wisselen. |
|
2. De Europol Academy ontwikkelt leermiddelen en -methoden, werkt deze regelmatig bij en past deze toe op basis van het idee van permanente educatie om de vaardigheden van rechtshandhavingsambtenaren te versterken. De Europol Academy evalueert de resultaten van deze aanpak met het doel de kwaliteit, samenhang en doeltreffendheid van toekomstige activiteiten te verbeteren. |
|
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet nodig naar de taken met betrekking tot opleidingen te verwijzen. | |
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Artikel 10 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 10 |
Schrappen |
Taken van de Europol Academy |
|
1. De Europol Academy stelt meerjarige analyses van strategische opleidingsbehoeften en meerjarige studieprogramma's op. |
|
2. De Europol Academy ontwikkelt en verzorgt opleidingsactiviteiten en leerproducten, waaronder: |
|
a) cursussen, seminars, conferenties, online- en e-learningactiviteiten, |
|
b) gemeenschappelijke leerprogramma's om het bewustzijn te bevorderen, kennistekorten weg te nemen en/of een gemeenschappelijke benadering te bevorderen ten aanzien van grensoverschrijdende criminele verschijnselen, |
|
c) opleidingsmodules die aansluiten bij de oplopende moeilijkheidsgraad van de door de betrokken doelgroep benodigde vaardigheden, toegespitst op een bepaalde geografische regio, een specifieke categorie van criminele activiteiten of een specifieke reeks beroepsmatige vaardigheden, |
|
d) uitwisselings- en detacheringsprogramma's voor rechtshandhavingsambtenaren in het kader van een praktijkgerichte opleidingsaanpak. |
|
3. Ter ondersteuning van civiele missies en capaciteitsopbouw in derde landen waarborgt de Europol Academy een samenhangend Europees opleidingsbeleid door: |
|
a) de effecten te beoordelen van de bestaande beleidsmaatregelen en -initiatieven inzake opleiding op het gebied van rechtshandhaving die met de Unie verband houden; |
|
b) opleidingen te ontwikkelen en te verzorgen om rechtshandhavingsambtenaren uit de lidstaten voor te bereiden op deelname aan civiele missies, door hen onder meer in staat te stellen relevante taalvaardigheden te verwerven; |
|
c) opleidingen te ontwikkelen en te verzorgen voor rechtshandhavingsambtenaren van derde landen, met name landen die kandidaat zijn om tot de Unie toe te treden; |
|
d) speciale externe bijstandsfondsen van de Unie te beheren om derde landen te helpen bij de capaciteitsopbouw op de relevante beleidsgebieden, in overeenstemming met de door de Unie vastgestelde prioriteiten. |
|
4. De Europol Academy bevordert de wederzijdse erkenning door de lidstaten van opleidingen op het gebied van rechtshandhaving en de bestaande Europese kwaliteitsnormen die daarmee verband houden. |
|
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet nodig naar de taken met betrekking tot opleidingen te verwijzen. | |
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Artikel 11 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 11 |
Schrappen |
Voor de opleidingen relevant onderzoek |
|
1. De Europol Academy draagt bij aan de ontwikkeling van onderzoek dat relevant is voor de opleidingsactiviteiten die onder dit hoofdstuk vallen. |
|
2. De Europol Academy bevordert en sluit partnerschappen met organen van de Unie en met academische overheids- of particuliere instellingen, en moedigt de totstandkoming aan van hechtere partnerschappen tussen universiteiten en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving in de lidstaten. |
|
Motivering | |
Het samenvoegen van Europol en Cepol is niet de juiste manier om de efficiëntie van het agentschap te vergroten. Het is derhalve niet nodig naar de taken met betrekking tot opleidingen te verwijzen. | |
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De uitvoerend directeur brengt desgevraagd verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan het Europees Parlement. De Raad kan de uitvoerend directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitoefening van zijn taken. |
3. De uitvoerend directeur brengt desgevraagd verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan het Europees Parlement en de nationale parlementen en verstrekt zowel in de voorbereidingsfase van het jaarlijkse werkprogramma als bij de uitvoering van de evaluatie achteraf alle relevante informatie. De Raad kan de uitvoerend directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitoefening van zijn taken. |
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Hoofdstuk 4 – afdeling 3 – titel | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
AFDELING 3 |
Schrappen |
WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VOOR OPLEIDINGSACTIVITEITEN |
|
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 20 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
"[...]" |
Schrappen |
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties kunnen op het moment van informatieoverdracht algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen stellen, ook met betrekking tot het wissen of vernietigen van de gegevens. Indien de noodzaak van dergelijke beperkingen pas na de overdracht duidelijk wordt, stellen zij Europol hiervan op de hoogte. Europol neemt deze beperkingen in acht. |
2. Lidstaten, organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties kunnen op het moment van informatieoverdracht algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen stellen, ook met betrekking tot het wissen of vernietigen van de gegevens. Bij het vaststellen van dergelijke beperkingen verhinderen ze zo min mogelijk dat gegevens ter beschikking worden gesteld aan het Europees Parlement en de nationale parlementen wanneer zij parlementaire controle uitoefenen overeenkomstig de bepalingen zoals vastgelegd in hoofdstuk IX van deze verordening. Indien de noodzaak van dergelijke beperkingen pas na de overdracht duidelijk wordt, stellen zij Europol hiervan op de hoogte. Europol neemt deze beperkingen in acht. |
Motivering | |
Er moet rekening worden gehouden met de vertrouwelijkheid van de documenten die gedurende de parlementaire controle beschikbaar worden gesteld. | |
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – leden 1 en 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De voorzitter van de raad van bestuur en de uitvoerend directeur verschijnen desgevraagd voor het Europees Parlement, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de nationale parlementen, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht, aangelegenheden in verband met Europol te bespreken. |
1. De voorzitter van de raad van bestuur en de uitvoerend directeur verschijnen desgevraagd en ten minste twee keer per jaar voor het Europees Parlement, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de nationale parlementen, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht, om aangelegenheden in verband met de strategische documenten en/of de evaluatieverslagen van Europol te bespreken. |
2. De parlementaire controle door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen, op de activiteiten van Europol wordt uitgeoefend overeenkomstig deze verordening. |
2. De parlementaire controle door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen, op de activiteiten van Europol wordt uitgeoefend overeenkomstig de door het Europees Parlement en de nationale parlementen genomen besluiten. |
|
2 bis. Hiertoe wordt die controle uitgeoefend door een interparlementair orgaan, waarbinnen vertegenwoordigers van het Europees Parlement en de nationale parlementen regelmatig bijeenkomen en waarvan de werkwijze door het Europees Parlement en de nationale parlementen wordt vastgesteld, uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van deze verordening. Deze controle wordt in het kader van bestaande interparlementaire structuren georganiseerd. |
Motivering | |
De voorzitters van de parlementen van de EU hebben in bovengenoemde vergadering in Brussel op 4 en 5 april 2011 gesproken en overeenstemming bereikt over de vorm van de controle voor wat betreft het toezicht op de werkzaamheden van de Europese politiedienst (Europol). De praktische aspecten van de werkwijze van dit interparlementaire orgaan moesten in samenwerking met het Europees Parlement en de nationale parlementen worden vastgesteld. | |
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 54 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Ten behoeve van de parlementaire controle op de activiteiten van Europol overeenkomstig artikel 53, kan er aan het Europees Parlement en zijn vertegenwoordigers op verzoek toegang worden verleend tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige, niet-gerubriceerde informatie die wordt verwerkt door of via Europol. |
1. Ten behoeve van de parlementaire controle op de activiteiten van Europol overeenkomstig artikel 53, wordt aan het Europees Parlement en zijn vertegenwoordigers op verzoek toegang verleend tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige, niet-gerubriceerde informatie die wordt verwerkt door of via Europol, na raadpleging van de gegevens verstrekkende partij en na verwijdering van persoonsgegevens. |
2. Toegang tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie dient in overeenstemming te zijn met de basisbeginselen en minimumnormen die in artikel 69 zijn opgenomen. De details worden geregeld in werkafspraken tussen Europol en het Europees Parlement. |
2. Toegang tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie dient in overeenstemming te zijn met de basisbeginselen en minimumnormen die zijn vastgelegd in het Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 15 april 2013 inzake de regels betreffende de behandeling van vertrouwelijke informatie door het Europees Parlement1. De details worden geregeld in werkafspraken tussen Europol en het Europees Parlement op basis van bijlage II van het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie. |
|
_____________ |
|
1 Nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt. |
Motivering | |
De geldende gegevensbeschermingsregels, die door het Europees Parlement zijn vastgesteld, moeten worden toegepast. | |
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 2 – alinea 3 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Vóór de benoeming kan de door de raad van bestuur gekozen kandidaat worden verzocht een verklaring voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement af te leggen en vragen van de commissieleden te beantwoorden. |
Vóór de benoeming legt de door de raad van bestuur gekozen kandidaat een verklaring af voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement en beantwoordt hij vragen van de commissieleden, mits hij hiertoe wordt verzocht. |
Motivering | |
Ook volgens nieuwe regels die van toepassing zijn op andere Europese agentschappen moet de Europese parlementaire controle op de uitvoerend directeur worden verscherpt (ENVI). | |
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Vier plaatsvervangende uitvoerende directeurs, waarvan één verantwoordelijk voor opleiding, staan de uitvoerend directeur bij. De plaatsvervangend uitvoerend directeur belast met opleidingen is verantwoordelijk voor het beheer van de Europol Academy en haar activiteiten. De uitvoerend directeur stelt de taken van de anderen vast. |
1. Drie plaatsvervangende uitvoerende directeurs staan de uitvoerend directeur bij. De uitvoerend directeur stelt hun taken vast. |
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – leden 1 en 2 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk vijf jaar na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt] en vervolgens om de vijf jaar geeft de Commissie opdracht een evaluatie te verrichten om de resultaten, effectiviteit en doelmatigheid van Europol en zijn werkwijzen te beoordelen. De evaluatie richt zich met name op de vraag of de doelstellingen van Europol moeten worden gewijzigd en op de financiële gevolgen van dergelijke wijzigingen. |
1. Uiterlijk vijf jaar na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt] en vervolgens om de vijf jaar geeft de Commissie opdracht een evaluatie te verrichten om de resultaten, effectiviteit en doelmatigheid van Europol en zijn werkwijzen te beoordelen, alsmede het functioneren van de mechanismen voor de controle op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement in samenwerking met de nationale parlementen. De evaluatie richt zich met name op de vraag of de doelstellingen van Europol moeten worden gewijzigd en op de financiële gevolgen van dergelijke wijzigingen. |
2. De Commissie zendt het evaluatieverslag met haar conclusies over het verslag aan het Europees Parlement, de Raad, de nationale parlementen en de raad van bestuur. |
2. De Commissie zendt het evaluatieverslag met haar conclusies over het verslag, indien nodig vergezeld van een voorstel tot wijziging van deze verordening, aan het Europees Parlement, de Raad, de nationale parlementen en de raad van bestuur. |
Motivering | |
De clausule voor de evaluatie en herziening moet ook betrekking hebben op het mechanisme voor de parlementaire controle op Europol. | |
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 1 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Europol, zoals opgericht bij dit besluit, is de algemene rechtsopvolger voor alle overeenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ, en van Cepol als opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ. |
1. Europol, zoals opgericht bij dit besluit, is de algemene rechtsopvolger voor alle overeenkomsten, financiële verplichtingen en eigendommen van Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ. |
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 4 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Aan de directeur van Cepol, die is benoemd op grond van artikel 11, lid 1, van Besluit 2005/681/JBZ, wordt voor de resterende duur van zijn ambtstermijn benoemd de functie van plaatsvervangend uitvoerend directeur voor opleiding van Europol toegewezen. De andere voorwaarden in zijn contract blijven ongewijzigd. Indien zijn ambtstermijn eindigt na [de datum waarop deze verordening in werking treedt], maar voor [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], wordt zijn ambtstermijn automatisch verlengd tot één jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
Schrappen |
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 77 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening vervangt Besluit 2009/371/JBZ en Besluit 2005/681/JBZ en trekt deze besluiten in. |
Deze verordening vervangt Besluit 2009/371/JBZ en trekt dit besluit in. |
Verwijzingen naar de vervangen besluiten gelden als verwijzingen naar deze verordening. |
Verwijzingen naar het vervangen besluit gelden als verwijzingen naar deze verordening. |
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 78 | |
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Alle wetgevende maatregelen tot uitvoering van Besluit 2009/371/JBZ en Besluit 2005/681/JBZ worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
1. Alle wetgevende maatregelen tot uitvoering van Besluit 2009/371/JBZ worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van toepassing wordt. |
2. Alle niet-wetgevende maatregelen die Besluit 2009/371/JBZ tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) en Besluit 2005/681/JBZ tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) ten uitvoer leggen, blijven van kracht na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], tenzij de raad van bestuur van Europol bij de tenuitvoerlegging van deze verordening anders bepaalt. |
2. Alle niet-wetgevende maatregelen die Besluit 2009/371/JBZ tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) ten uitvoer leggen, blijven van kracht na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], tenzij de raad van bestuur van Europol bij de tenuitvoerlegging van deze verordening anders bepaalt. |
PROCEDURE
Titel |
Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2013)0173 – C7-0094/2013 – 2013/0091(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 21.5.2013 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AFCO 21.5.2013 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Alexandra Thein 27.5.2013 |
||||
Behandeling in de commissie |
17.6.2013 |
8.7.2013 |
16.9.2013 |
|
|
Datum goedkeuring |
14.10.2013 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
26 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Alfredo Antoniozzi, Andrew Henry William Brons, Zdravka Bušić, Carlo Casini, Andrew Duff, Ashley Fox, Roberto Gualtieri, Zita Gurmai, Gerald Häfner, Stanimir Ilchev, Constance Le Grip, Morten Messerschmidt, Sandra Petrović Jakovina, Paulo Rangel, Algirdas Saudargas, Søren Bo Søndergaard, Rafał Trzaskowski, Luis Yáñez-Barnuevo García |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Elmar Brok, David Campbell Bannerman, Dimitrios Droutsas, Isabelle Durant, Marietta Giannakou, Alain Lamassoure, Andrej Plenković, Alexandra Thein |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Edward McMillan-Scott, Elisabeth Morin-Chartier, Michèle Striffler, Catherine Trautmann |
||||
PROCEDURE
Titel |
Europese Politiedienst (Europol) en intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2013)0173 – C7-0094/2013 – 2013/0091(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
27.3.2013 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
LIBE 21.5.2013 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
BUDG 21.5.2013 |
CONT 21.5.2013 |
EMPL 21.5.2013 |
JURI 21.5.2013 |
|
|
AFCO 21.5.2013 |
|
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
EMPL 17.4.2013 |
JURI 15.4.2013 |
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Agustín Díaz de Mera García Consuegra 26.11.2012 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
7.5.2013 |
8.7.2013 |
14.11.2013 |
30.1.2014 |
|
Datum goedkeuring |
30.1.2014 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
45 2 3 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Jan Philipp Albrecht, Edit Bauer, Rita Borsellino, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Salvatore Caronna, Philip Claeys, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Ioan Enciu, Frank Engel, Cornelia Ernst, Kinga Gál, Kinga Göncz, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Svetoslav Hristov Malinov, Nuno Melo, Claude Moraes, Georgios Papanikolaou, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Renate Sommer, Axel Voss, Renate Weber, Josef Weidenholzer, Cecilia Wikström, Auke Zijlstra |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Michael Cashman, Anna Maria Corazza Bildt, Cornelis de Jong, Mariya Gabriel, Stanimir Ilchev, Iliana Malinova Iotova, Ulrike Lunacek, Marian-Jean Marinescu, Jan Mulder, Hubert Pirker, Raül Romeva i Rueda, Joanna Senyszyn |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Amelia Andersdotter, Pablo Arias Echeverría, Zuzana Brzobohatá, Erik Bánki, Santiago Fisas Ayxela, Jens Geier, María Irigoyen Pérez, Edvard Kožušník, Evelyn Regner, Czesław Adam Siekierski, Bart Staes, Tadeusz Zwiefka |
||||
Datum indiening |
7.2.2014 |
||||