VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/008 ES/Textiel Comunidad Valenciana, Spanje)
5.3.2014 - (COM(2014)0045 – C7‑0019/2014 – 2014/2013(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur: Frédéric Daerden
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/008 ES/Textiel Comunidad Valenciana, Spanje)
(COM(2014)0045 – C7‑0019/2014 – 2014/2013(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0045 – C7‑0019/2014),
– gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[1], (EFG-verordening),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014‑2020[2], en met name artikel 12,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3] (IIA van 2 december 2013), en met name punt 13,
– gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,
– gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7‑0158/2014),
A. overwegende dat de Europese Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;
B. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op de overlegvergadering van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 2 december 2013 wat betreft het nemen van besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het EFG;
C. overwegende dat Spanje aanvraag EGF/2013/008 ES/Textiel Comunidad Valenciana heeft ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG, naar aanleiding van 560 gedwongen ontslagen in 198 bedrijven die vallen onder afdeling 13 van de NACE Rev. 2 (Vervaardiging van textiel)[4] in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana (ES52) tijdens de referentieperiode van 1 november 2012 tot 1 augustus 2013, waarbij 300 werknemers in aanmerking komen voor maatregelen met medefinanciering door het EFG;
D. overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;
1. is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, onder b), van de EFG-verordening en dat Spanje bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;
2. stelt vast dat de Spaanse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 8 oktober 2013 hebben ingediend en dat de beoordeling daarvan door de Commissie op 28 januari 2014 is gepubliceerd; is ingenomen met de snelle beoordeling van vier maanden;
3. is van oordeel dat de gedwongen ontslagen in de textielbedrijven in de Comunidad Valenciana verband houden met door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, verwijzend naar het aflopen van de overgangsovereenkomst van de WTO inzake textiel- en kledingproducten eind 2004 en een grotere blootstelling aan de internationale concurrentie, met name uit China en andere landen uit het Verre Oosten, die leidt tot een aanzienlijke verhoging van de invoer van textielproducten in de Unie en een verlies aan marktaandeel van de Unie op de wereldwijde markt voor textielproducten;
4. wijst erop dat Comunidad Valenciana ernstig is getroffen door de globalisering en dat de werkloosheid in die regio in het eerste kwartaal van 2013 is gestegen tot 29,19 %; is tevreden met het feit dat de regio weer een beroep doet op EFG-steun ter verlaging van de hoge werkloosheid, door voor de tweede keer maatregelen te treffen in verband met ontslagen in de textielsector;
5. complimenteert Comunidad Valenciana met de aanvraag voor de inzet van EFG-middelen om problemen op te lossen op het gebied van de arbeidsmarkt, die wordt gekenmerkt door een hoog percentage kmo's; herinnert er in dit verband aan dat de regio Valenciana reeds eerder EFG-steun heeft aangevraagd voor de sectoren textiel, keramiek en natuursteen, alsmede voor de bouwsector;
6. benadrukt de taak van het EFG om een bijdrage te leveren aan de aanpak van een fragiele arbeidsmarkt in regio's die afhankelijk zijn van traditionele sectoren zoals textiel of de bouw; benadrukt dat deze taak alleen kan worden uitgevoerd indien nationale en plaatselijke autoriteiten bereid en in staat zijn om EFG-steun aan te vragen;
7. stelt vast dat er tot op heden voor de sector van de textielvervaardiging elf EFG-aanvragen[5] zijn ingediend, die allemaal gebaseerd zijn op de handelsgerelateerde globalisering, terwijl de Comunidad Valenciana al zes EFG-aanvragen heeft ingediend: in september 2009[6] (keramiek), maart 2010[7] (natuursteen), maart 2010[8] (textiel), juli[9] en december 2011[10] (respectievelijk bouw van gebouwen en schoeisel) en 2013[11] (bouwmaterialen);
8. is verheugd dat de Spaanse autoriteiten op 1 januari 2014 hebben besloten met de uitvoering van de individuele diensten voor de getroffen werknemers te beginnen teneinde de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;
9. wijst erop dat het gecoördineerde pakket van individuele diensten waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd, maatregelen omvat voor de terugkeer van 300 ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt zoals profilering, loopbaanbegeleiding, beroepsoriëntering, opleidingen (opleiding in transversale vaardigheden, beroepsopleiding, opleiding op de werkplek, opleiding voor ondernemerschap), ondersteuning van ondernemerschap, intensieve hulp bij het zoeken naar werk, stimuleringsmaatregelen (maatregel om het zoeken naar werk te stimuleren, ondersteuning bij de oprichting van een bedrijf, stimuleringsmaatregelen voor outplacement, bijdrage in de reiskosten en bijdrage voor verzorgers van afhankelijke personen);
10. is verheugd dat de sociale partners, met inbegrip van de vakbonden (UGT-PV, CCOO-PV), tijdens de opstelling van de EFG-aanvraag zijn geraadpleegd en zijn overeengekomen om 10 % van de totale nationale medefinanciering van de totale kosten van de genomen maatregelen bij te dragen, en dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen zal worden gevoerd en het beginsel van non-discriminatie zal worden toegepast tijdens de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en bij de toegang ertoe;
11. herinnert aan het belang van een verbetering van de inzetbaarheid van alle werknemers door aangepaste opleiding en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;
12. is verheugd dat het gecoördineerde pakket ook beroepsopleiding omvat gericht op sectoren waar kansen op werk zijn of waarschijnlijk zullen komen, alsmede opleiding op de werkplek die aansluit bij de vastgestelde behoeften van lokale ondernemingen;
13. betreurt dat het voorstel van de Commissie geen informatie geeft over het opleidingsniveau van het ontslagen personeel;
14. wijst erop dat het gecoördineerde pakket voorziet in financiële stimulansen voor het zoeken naar werk (vast bedrag van 300 EUR), een mobiliteitsvergoeding, een stimulans voor outplacement (tot 350 EUR) en een bijdrage voor verzorgers van afhankelijke personen; verwelkomt het feit dat het totaalbedrag aan financiële stimulansen relatief beperkt is, waardoor het grootste deel van de bijdragen gebruikt kan worden voor opleidingen, begeleiding, hulp bij het zoeken naar werk en ondersteuning van ondernemerschap;
15. wijst erop dat het voorliggende dossier een typerend beeld schetst van het sociaal en economisch bestel in een regio met een economie die wordt gekenmerkt door een hoog percentage kmo's;
16. merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele diensten dat uit het EFG moet worden gefinancierd, gegevens bevat over de complementariteit met maatregelen die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; benadrukt dat de Spaanse autoriteiten bevestigen dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit andere financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen om ervoor te zorgen dat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en dubbel gebruik van door de Unie gefinancierde diensten wordt voorkomen;
17. verzoekt de betrokken instellingen de nodige maatregelen te nemen om de procedurele regelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement in het leven heeft geroepen om de toekenning van subsidies te versnellen, met als doel de begrotingsautoriteit de beoordeling door de Commissie van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag voor te leggen samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG; benadrukt dat verdere verbeteringen aan de procedure zijn opgenomen in de nieuwe EFG-verordening (2014-2020)[12] en dat grotere doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bereikt;
18. beklemtoont dat overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet worden gewaarborgd dat met middelen uit het EFG de duurzame terugkeer van individuele ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt wordt gesteund; benadrukt voorts dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;
19. is ingenomen met de overeenkomst die tussen het Europees Parlement en de Raad is bereikt betreffende de nieuwe EFG-verordening voor de periode 2014-2020 om het criterium “crisisafwijking” opnieuw in te voeren, om de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geschatte kosten van de voorgestelde maatregelen, om de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Europees Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, om de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en om stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;
20. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
21. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
22. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
- [1] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
- [2] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
- [3] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
- [4] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
- [5] EGF/2007/005 IT Sardegna, COM(2008)0609; EGF/2007/006 IT Piemonte, COM(2008)0609; EGF/2007/007 IT Lombardia, COM(2008)0609; EGF/2008/001 IT Toscana, COM(2008)0609; EGF/2009/003 LT Alytaus Textile, COM(2008)0547; EGF/2009/005 ES Cataluña, COM(2009)0371; EGF/2009/001 PT Norte-Centro, COM(2009)0371; EGF/2009/004 BE Oost en West Vlaanderen Textiel, COM(2009)0515; EGF/2009/005 BE Textiel Limburg, COM(2009)0515, EGF/2010/009 ES Comunidad Valenciana, COM(2010)0613 en EGF/2013/008 Comunidad Valenciana (dit dossier).
- [6] EGF/2009/014 ES Keramiek Comunidad Valenciana, COM(2010)0216.
- [7] EGF/2010/005 ES Houwen, bewerken en afwerken van bouw- en siersteen Comunidad Valenciana, COM(2010)0617.
- [8] EGF/2010/020 ES Schoeisel Comunidad Valenciana, COM(2010)0613.
- [9] EGF/2011/006 ES Bouw van gebouwen Comunidad Valenciana, COM(2012)0053.
- [10] EGF/2011/020 ES Schoeisel Comunidad Valenciana, COM(2012)0204.
- [11] EGF/2013/004 ES Bouwmaterialen Comunidad Valenciana, COM(2013)0635.
- [12] 1 Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855).
BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/008 ES/Textiel Comunidad Valenciana, Spanje)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[1], en met name artikel 12, lid 3,
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 12,
gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13,
gezien het voorstel van de Europese Commissie,
overwegende hetgeen volgt:
(1) Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
(2) Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen het jaarlijkse maximum van 150 miljoen EUR.
(3) Spanje heeft op 8 oktober 2013 een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 198 bedrijven die vallen onder afdeling 13 van NACE Rev. 2 (Vervaardiging van textiel) in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana (ES52), en heeft tot en met 5 november 2013 aanvullende informatie toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het bepalen van financiële bijdragen zoals vastgelegd in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 840 000 EUR beschikbaar te stellen.
(4) Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door Spanje ingediende aanvraag.
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 840 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG).
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
TOELICHTING
I. Achtergrond
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die lijden onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.
Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[2] verloopt de procedure om het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt een trialoogprocedure ingeleid.
II. De aanvraag Textiel Comunidad Valenciana en het voorstel van de Commissie
Op 28 januari 2014 heeft de Commissie een voorstel aangenomen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG aan Spanje om de terugkeer op de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die zijn ontslagen in 198 bedrijven die vallen onder afdeling 13 van de NACE Rev. 2 (Vervaardiging van textiel)[3] in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana (ES52) in Spanje als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.
Deze aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 840 000 EUR uit het EFG voor Spanje is de eerste die in het kader van de begroting 2014 wordt behandeld. De aanvraag betreft 560 gedwongen ontslagen in 198 textielbedrijven in de Comunidad Valenciana in Spanje tijdens de referentieperiode van 1 november 2012 tot 1 augustus 2013, waarbij 300 werknemers in aanmerking komen voor maatregelen met medefinanciering door het EFG. Van deze gedwongen ontslagen werden er 117 berekend in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006; 284 gedwongen ontslagen werden berekend overeenkomstig dezelfde alinea, tweede streepje, en nog eens 159 overeenkomstig dezelfde alinea, derde streepje.
De aanvraag is op 8 oktober 2013 aan de Commissie toegezonden en tot en met 5 november 2013 is aanvullende informatie verstrekt. De Commissie heeft besloten dat de aanvraag voldoet aan de in Verordening (EG) nr. 1927/2006 neergelegde voorwaarden voor het gebruik van het EFG.
De Spaanse autoriteiten argumenteren dat de EU-textielmarkt sinds eind 2004, toen de tienjarige overgangsovereenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) inzake textiel- en kledingproducten (ATC – Agreement on Textiles and Clothing) afliep, openstaat voor veel meer internationale concurrentie[4], met name uit China en andere landen uit het Verre Oosten. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat de invoer voor NACE-afdeling 13 sterk is gestegen sinds de ATC is afgelopen. Tijdens de periode 2004-2012 is de EU-handelsbalans voor textiel aanzienlijk verslechterd. De invoer van textiel in de EU is tijdens die periode met 17 % gestegen, terwijl de uitvoer van textiel uit de EU naar de rest van de wereld met 3 % is gedaald. De EU-handelsbalans voor textiel is geëvolueerd van een overschot van 1 107 miljoen EUR in 2004 naar een tekort van 3 067 miljoen EUR in 2012. Terwijl het aandeel van de EU in de wereldwijde uitvoer van textiel tijdens de periode 2000-2011 is gedaald van 10 % tot 8 %, is het aandeel van China in de wereldwijde uitvoer van textiel gestegen van 10 % tot 32 %[5].
De Spaanse autoriteiten stellen dat 11,5 % van alle Spaanse bedrijven in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana, het door de gedwongen ontslagen getroffen gebied, is gevestigd. Hier vertegenwoordigt de verwerkende industrie 26 % van de totale werkgelegenheid, de dienstensector 60 %, de bouw 10 % en de primaire sector 4 %. De Comunidad Valenciana telt veel kleine en middelgrote bedrijven die hoofdzakelijk gespecialiseerd zijn in het maken van meubels, schoenen, textiel, keramiek en speelgoed. Deze sectoren zijn geconcentreerd in gebieden rond een beperkt aantal gemeenten. Er wordt geargumenteerd dat de gedwongen ontslagen in de textielsector in de Comunidad Valenciana de werkloosheid verder zullen doen toenemen, aangezien de regio en met name de NUTS 3-regio Alicante sterk afhankelijk zijn van deze sector. 8,24 % van alle werknemers in de verwerkende industrie in Alicante werkt in de textielsector.
Het gecoördineerde pakket van individuele diensten waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd, omvat maatregelen voor de terugkeer van 300 werknemers op de arbeidsmarkt zoals profilering, loopbaanbegeleiding, beroepsoriëntering, opleidingen (opleiding in transversale vaardigheden, beroepsopleiding, opleiding op de werkplek, opleiding voor ondernemerschap), ondersteuning van ondernemerschap, intensieve hulp bij het zoeken naar werk, stimuleringsmaatregelen (maatregel om het zoeken naar werk te stimuleren, ondersteuning bij de oprichting van een bedrijf, stimuleringsmaatregelen voor outplacement, bijdrage in de reiskosten en bijdrage voor verzorgers van afhankelijke personen).
Volgens de Spaanse autoriteiten vormen de maatregelen die op 1 januari 2014 in gang zijn gezet samen een gecoördineerd pakket van individuele diensten en is hierbij sprake van actieve arbeidsmarktmaatregelen die zijn gericht op de terugkeer op de arbeidsmarkt van de werknemers.
Wat de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 betreft, hebben de Spaanse autoriteiten in de aanvraag:
• bevestigd dat de financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;
• aangetoond dat de maatregelen tot doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;
• bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.
Wat de beheers- en controlesystemen betreft, heeft Spanje de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage wordt beheerd en gecontroleerd door dezelfde instanties die ook de middelen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) beheren en controleren. Het directoraat-generaal voor Europese Projecten en Fondsen van het regionale Ministerie van Financiën en Overheidsdiensten van de Comunidad Valenciana[6] zal fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit.
III. Procedure
Om middelen uit het fonds beschikbaar te kunnen stellen, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 840 000 EUR uit de EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn (04 04 51).
Dit is het eerste voorstel tot overschrijving voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat tot op heden in 2014 naar de begrotingsautoriteit is gezonden. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het voor het EFG bestemde jaarlijkse maximumbedrag beschikbaar voor toewijzingen gedurende de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven door artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG kan plaatsvinden in vereenvoudigde vorm, zoals bepaald in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij er geen overeenstemming wordt bereikt tussen het Parlement en de Raad.
Conform een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.
- [1] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
- [2] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
- [3] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
- [4] De overeenkomst inzake textiel- en kledingproducten (ATC - Agreement on Textiles and Clothing) en alle beperkingen krachtens die overeenkomst zijn op 1 januari 2005 afgelopen. Het feit dat de tienjarige overgangsperiode van de ATC-implementatie afloopt, betekent dat voor de handel in textiel- en kledingproducten niet langer quota gelden in het kader van een speciale regeling buiten de normale WTO/GATT-regels, maar de algemene regels en disciplines van het multilaterale handelssysteem.
- [5] Statistieken van de WTO uit 2012 over de internationale handel.
- [6] Dirección General de Proyectos y Fondos Europeos de la Consellería de Hacienda y Administraciones Públicas de la Generalitat Valenciana
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
EK/nt
D(2014)5436
De heer Alain Lamassoure
Voorzitter van de Begrotingscommissie
ASP 13E158
Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2013/008 ES/Textiel Comunidad Valenciana, Spanje (COM(2014)0045 definitief)
Geachte voorzitter,
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2013/008 ES/Textiel Comunidad Valenciana onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de werkgroep EFG zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds voor het verlangde doel. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling op de helling te willen zetten.
Bij haar beraadslagingen is de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken uitgegaan van de volgende overwegingen:
A) Deze aanvraag is gebaseerd op artikel 2, letter b), van de EFG-verordening en heeft betrekking op de steunverlening aan 300 van de in totaal 560 werknemers in 198 ondernemingen ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 52 ("vervaardiging van textiel") die zijn ontslagen tijdens de referentieperiode van 1 november 2012 tot 1 augustus 2013 in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana (ES52).
B) De Spaanse autoriteiten voeren aan dat de ontslagen werden veroorzaakt door de globalisering die ernstige gevolgen had voor de Spaanse textielsector.
C) Als gevolg van de globalisering is van mening dat de situatie van de EU-handelsbalans voor textiel tijdens de periode 2004-2012 verslechterd, met een stijging van de invoer van textiel in de EU met 17 % een en daling van de uitvoer van textiel uit de EU met 3 %;
D) Terwijl het aandeel van de EU in de wereldwijde uitvoer van textiel tijdens de periode 2000-2011 is gedaald van 10 % tot -8 %, is het aandeel van China tijdens deze periode gestegen van 10 % tot 32 %.
E) Volgens de Commissie houden de 560 ontslagen verband met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen die leiden tot een substantiële toename van de invoer in de EU en een gekrompen marktaandeel van de EU op de wereldmarkt;
F) 56,61 % van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben, zijn mannen en 43,39 % vrouwen. 79,1 % van de werknemers is tussen 25 en 54 jaar oud en 20 % is ouder dan 55 jaar;
G) Van de ontslagen werknemers valt 81,25 % in de categorie ambachtsberoepen en verwante beroepen, 10,71 % in de categorie technici en 6,07 % in de categorie lagere beroepen.
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt derhalve de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Spaanse aanvraag op te nemen:
1. is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, onder b, van de EFG-verordening (1927/2006) en dat Spanje bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van deze verordening;
2. merkt op dat de Spaanse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 8 oktober 2013 hebben ingediend en dat de beoordeling daarvan door de Commissie op 28 januari 2014 werd gepubliceerd; is ingenomen met het snelle beoordelingsproces;
3. wijst erop dat Comunidad Valenciana ernstig is getroffen door de globalisering en dat het werkloosheidscijfer in die regio in het eerste kwartaal van 2013 is gestegen tot 29,19 %; is tevreden met het feit dat de regio weer een beroep doet op EFG-steun ter verlaging van de hoge werkloosheid, door voor de tweede keer maatregelen te treffen in verband met ontslagen in de textielsector;
4. complimenteert Comunidad Valenciana met de aanvraag voor de inzet van EFG-middelen om problemen op te lossen op het gebied van de arbeidsmarkt, die wordt gekenmerkt door een hoog percentage kmo's; herinnert er in dit verband aan dat de regio Valenciana reeds vijf keer eerder EFG-steun heeft aangevraagd voor de sectoren textiel, keramiek en natuursteen, alsmede voor de bouwsector (de volgende dossiers: EGF/2009/0014, EGF/2010/005 en EGF/2010/009, EGF/2011/006 en EGF/2013/004);
5. benadrukt de taak van het EFG om een bijdrage te leveren aan de aanpak van een fragiele arbeidsmarkt in regio's die afhankelijk zijn van traditionele sectoren zoals textiel of de bouw; benadrukt dat deze taak alleen kan worden uitgevoerd indien nationale en plaatselijke autoriteiten bereid en in staat zijn om EFG-steun aan te vragen;
6. is verheugd dat de Spaanse autoriteiten besloten hebben op 1 januari 2014 met de uitvoering van de maatregelen te beginnen om de werknemers snel bijstand te verlenen, vooruitlopend op het definitieve besluit over de verlening van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerd pakket;
7. wijst erop dat de Spaanse autoriteiten in hun beoordeling op basis van eerdere EFG-aanvragen aangeven dat slechts 300 van de werknemers die in aanmerking komen voor EFG-steun zullen kiezen voor deelname aan de maatregelen;
8. betreurt dat het voorstel van de Commissie geen informatie geeft over het opleidingsniveau van het ontslagen personeel;
9. is verheugd dat het gecoördineerde pakket ook beroepsopleiding omvat gericht op sectoren waar kansen op werk zijn of waarschijnlijk zullen komen, alsmede opleiding op de werkplek die aansluit bij de vastgestelde behoeften van lokale ondernemingen;
10. wijst erop dat het gecoördineerde pakket voorziet in financiële stimulansen voor het zoeken naar werk (vast bedrag van 300 EUR), een mobiliteitsvergoeding, een stimulans voor outplacement (tot 350 EUR) en een bijdrage voor verzorgers van afhankelijke personen; verwelkomt het feit dat het totaalbedrag aan financiële stimulansen relatief beperkt is, waardoor het grootste deel van de bijdragen gebruikt kan worden voor opleidingen, begeleiding, hulp bij het zoeken naar werk en ondersteuning van ondernemerschap;
11. is verheugd dat de sociale partners bij meerdere gelegenheden zijn geraadpleegd over de opzet en uitvoering van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening; merkt op dat de sociale partners ermee akkoord zijn gegaan om 10 % van de nationale medefinanciering bij te dragen;
12. wijst erop dat het voorliggende dossier een typerend beeld schetst van het sociaal en economisch bestel in een regio met een economie die wordt gekenmerkt door een hoog percentage kmo's; benadrukt het feit dat het nieuwe EFG voor de periode 2014-2020, met zijn uitgebreide toepassingsgebied, ook zal kunnen worden gebruikt om hulp te verlenen aan zelfstandigen.
Hoogachtend,
Pervenche Berès
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
4.3.2014 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
33 2 2 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Marta Andreasen, James Elles, Göran Färm, José Manuel Fernandes, Věra Flasarová, Eider Gardiazábal Rubial, Salvador Garriga Polledo, Ivars Godmanis, Ingeborg Gräßle, Lucas Hartong, Jutta Haug, Monika Hohlmeier, Sidonia Elżbieta Jędrzejewska, Anne E. Jensen, Ivailo Kalfin, Jan Kozłowski, Alain Lamassoure, George Lyon, Claudio Morganti, Jan Mulder, Nadezhda Neynsky, Andrej Plenković, Dominique Riquet, Alda Sousa, Helga Trüpel, Angelika Werthmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
François Alfonsi, Frédéric Daerden, Edit Herczog, Paul Rübig, Peter Šťastný, Georgios Stavrakakis, Nils Torvalds, Catherine Trautmann |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Inés Ayala Sender, Antonio Cancian, María Auxiliadora Correa Zamora |
||||