VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/002 BE/Carsid, ingediend door België)
14.10.2014 - (COM(2014)0553 – C8‑0136/2014 – 2014/2071(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur: Petri Sarvamaa
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/002 BE/Carsid, ingediend door België)
(COM(2014)0553 – C8‑0136/2014 – 2014/2071(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0553 – C8‑0136/2014),
– gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[1] (EFG-verordening),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name 12 hiervan,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13 hiervan,
– gezien de trialoogprocedure overeenkomstig punt 13 van het IIA van 2 december 2013,
– gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,
– gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0017/2014),
A. overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;
B. overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);
C. overwegende dat de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1309/2013[4] vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60% van de totale geschatte kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;
D. overwegende dat België aanvraag EGF/2013/02 BE/Carsid heeft ingediend om middelen ter beschikking te stellen uit het EFG naar aanleiding van 939 gedwongen ontslagen, waarbij naar verwachting 752 personen aan de maatregelen zullen deelnemen, die verband houden met de sluiting van de productie-eenheid van Carsid SA ("Carsid")[5] in Marcinelle bij Charleroi in België, tijdens de referentieperiode van 28 september 2012 tot 28 januari 2013;
E. overwegende dat een financiële bijdrage uit het EFG wordt gevraagd ter hoogte van 911 934 EUR (50% van de totale kosten);
F. overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;
1. merkt op dat de aanvraag is gebaseerd op artikel 2, lid a, van de EFG-verordening; is het met de Commissie eens dat is voldaan is aan de voorwaarden van de EFG-verordening en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;
2. stelt vast dat de Belgische autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 2 april 2013 hebben ingediend, tot en met 4 juli 2014 aanvullende informatie hebben verstrekt, en dat de Commissie haar beoordeling op 5 september 2014 bekend heeft gemaakt;
3. wijst erop dat de relatief lange procedure van de datum van de eerste ontslagen tot de beoordeling van de aanvraag het mogelijk maakte om nauwkeurige informatie te vergaren over onderhavig dossier;
4. spreekt zijn bezorgdheid uit over de lengte van deze procedure en herinnert eraan dat het EFG zo snel mogelijk moet worden ingezet;
5. is verheugd dat de Belgische autoriteiten hebben besloten met de uitvoering van de individuele diensten voor de getroffen werknemers te beginnen op 1 oktober 2012 teneinde de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;
6. is ingenomen met het feit dat een dergelijke langdurige procedure tot het verleden zal behoren dankzij de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1309/2013, ook al mag een snelle behandeling van aanvragen van middelen uit het fonds niet ten koste gaan van de efficiëntie;
7. is van mening dat de ontslagen in de productie-eenheid van Carsid SA ("Carsid") verband houden met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering en een snelle daling van het wereldwijde marktaandeel van de EU in de sector van de productie van continu gegoten ruwstaal (onder meer knuppels, bloemen en plakken) en een aanhoudende daling van de productie van gegoten ruwstaal in de Unie vanwege een daling van de vraag naar staal in de automobielsector en de bouwsector;
8. wijst erop dat de ontslagen bij Carsid de werkloosheid in de streek van Charleroi (waar vroeger steenkolenmijnen en staalfabrieken waren en de werkgelegenheid sterk afhankelijk is van de traditionele zware industrie), die wordt gekenmerkt door veel langdurig werklozen en lage kwalificatie- en vaardigheidsniveaus, naar verwachting aanzienlijk zullen verslechteren; wijst erop dat de werkloosheid in 2012 in het arrondissement Charleroi (arrondissement) 21,6% bedroeg, in vergelijking met gemiddeld 15,8% in het Waalse Gewest en 11,2% op nationaal niveau;
9. verwelkomt de actieve arbeidsmarktmaatregelen en juicht het toe dat de individuele dienstverlening die uit het EFG wordt gesteund geen vergoedingen omvat;
10. benadrukt dat de individuele dienstverlening aan de begunstigden efficiënt moet zijn, vooral omdat deze werknemers omgeschoold moeten worden om werk te vinden in andere sectoren, gezien de daling van de werkgelegenheid in de productiesector in de getroffen regio;
11. wijst erop dat de productie van continu gegoten ruwstaal in de EU-27 tussen 2006 en 2011 is gedaald met 13,4%, en dat het marktaandeel van de EU-27 in diezelfde periode is gedaald met 30,7%; benadrukt dat de staalsector in Europa dus te maken heeft met ernstige economische problemen; herinnert er in dit verband aan dat voor de staalsector 4 EFG-aanvragen zijn ingediend[6];
12. stelt vast dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd, de volgende maatregelen omvat voor de terugkeer van 752 ontslagen werknemers naar de arbeidsmarkt (per categorie): (1) individuele hulp bij het zoeken van een baan, casemanagement en algemene voorlichting en (2) opleiding en omscholing;
13. is ingenomen met het feit dat de sociale partners en organisaties betrokken waren bij de algemene coördinatie en uitvoering van de maatregelen: de vakbonden (FGTB, CSC), de sectorale centra voor beroeps- en technologische opleiding die actief zijn in het Waalse Gewest, Forem (de Waalse Dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), het Agentschap voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) van de Franstalige Gemeenschap van België en de Waalse regering; merkt verder op dat de vakbonden rechtstreeks betrokken bij het beheer van de speciaal opgerichte omscholingscel en bij de uitvoering van bepaalde maatregelen;
14. herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers verbeterd moet worden door aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;
15. merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele diensten dat uit het EFG moet worden gefinancierd, gegevens bevat over de complementariteit met maatregelen die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; benadrukt dat de Belgische autoriteiten bevestigen dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit andere financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen zodat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en te voorkomen dat door de Unie gefinancierde diensten dubbel worden aangeboden;
16. verzoekt de betrokken instellingen de nodige maatregelen te nemen om de procedurele regelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement in het leven heeft geroepen om de toekenning van subsidies te versnellen, met als doel de beoordeling door de Commissie van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag en het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG samen aan het Parlement en de Raad voor te leggen; benadrukt dat verdere verbeteringen aan de procedure zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 1309/2013) en dat grotere doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bereikt;
17. beklemtoont dat overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet worden gewaarborgd dat met middelen uit het EFG de duurzame herintegratie van individuele ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt wordt gesteund; benadrukt voorts dat met de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kunnen worden medegefinancierd die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;
18. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
19. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie ;
20. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
- [1] PB L 406 van 30.12.06, blz. 1.
- [2] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
- [3] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
- [4] Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855).
- [5] Carsid produceerde staalplakken die bestemd waren om verder te worden verwerkt door fabrieken die behoren tot de Duferco-groep in België (hoofdzakelijk voor de productie van warmgewalste producten en koudgewalste producten die worden gebruikt in de bouwsector, de sector transportmiddelen en de automobielsector). Tussen 2006 en 2011 maakte Carsid deel uit van een joint venture tussen Duferco en NLMK. Deze aanvraag houdt dan ook verband met aanvraag EGF/2013/007 BE/Henegouwen staal (Duferco-NLMK).
- [6] Zie de EFG-database op http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=582.
BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2013/002 BE/Carsid, ingediend door België)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[1], en met name artikel 12, lid 3,
Gezien Verordening (EG) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2], en met name artikel 23, tweede alinea,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[3], en met name artikel 12,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[4], en met name punt 13,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
(2) Het EFG mag het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013.
(3) België heeft op 2 april 2013 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen voor gedwongen ontslagen in het bedrijf Carsid SA; aan de aanvraag werd aanvullen informatie tot en met 4 juli 2014 toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 911 934 EUR beschikbaar te stellen.
(4) Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren voor de door België ingediende aanvraag,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering 911 934 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
TOELICHTING
I. Achtergrond
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2] mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.
Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3] verloopt de procedure om het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt een trialoogprocedure ingeleid.
II. De aanvraag voor Carsid en het voorstel van de Commissie
Op 5 september 2014 heeft de Commissie een nieuw voorstel aangenomen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG aan België, om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die zijn ontslagen bij Carsid SA ("Carsid") in Marcinelle bij Charleroi in België als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in wereldhandelspatronen.
De aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 911 934 EUR uit het EFG voor België is de twaalfde die in het kader van de begroting 2014 wordt behandeld. Het betreft 939 ontslagen bij de productie-eenheid van Carsid SA ("Carsid), waarbij 752 werknemers in aanmerking komen voor maatregelen met medefinanciering door het EFG, gedurende de referentieperiode van 28 september 2012 tot 28 januari 2013. De aanvraag is gebaseerd op het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen.
De aanvraag werd op 2 april 2013 bij de Commissie ingediend. De Commissie heeft besloten dat de aanvraag voldoet aan de in Verordening (EG) nr. 1927/2006, artikel 2, onder a), neergelegde voorwaarden voor het gebruik van het EFG.
Volgens gegevens waarnaar de Belgische autoriteiten verwijzen[4], is de productie van continu gegoten ruwstaal in de EU-27 tussen 2006 en 2011 gedaald van 197,1 miljoen ton tot 170,8 miljoen ton (− 13,%; − 2,8% jaarlijkse groei[5]), terwijl de productie wereldwijd is toegenomen van 1 149,6 miljoen ton tot 1 438,3 miljoen ton (+ 25,1%; + 4,6% jaarlijkse groei). Daardoor daalde het marktaandeel van de EU-27 in de productie van continu gegoten ruwstaal, gemeten in volume, van 17,1% in 2006 tot 11,9% in 2011 (− 30,7%; − 7,1% jaarlijkse groei). Ter vergelijking: tijdens dezelfde periode steeg het marktaandeel van China van 35,5% tot 46,8% (+ 32,0%; + 5,7% jaarlijkse groei).
Ook was er sprake van een daling van de vraag naar staal in de automobielsector en de bouwsector in de EU die werd veroorzaakt door de economische crisis en een relatieve stijging van de productiekosten (grondstoffen, energie, beperkingen op milieugebied enz.). Deze factoren hebben het concurrentievermogen van de staalindustrie van de EU geschaad en hebben de jongste jaren geleid tot een groot aantal ontslagen in de staalsector door sluitingen van fabrieken en herstructureringen bij verschillende staalproducenten in Europa. Tussen 2008 en 2013 is bijvoorbeeld het aantal personen dat in de EU-27 in de metaalindustrie werkt (NACE Rev. 2-afdeling 24 "Vervaardiging van metalen in primaire vorm") gedaald met ongeveer 280 000 van 1,44 miljoen tot 1,16 miljoen (− 19,4%).
Het aantal banen in de verwerkende industrie in het zuiden van Henegouwen (de streek rond Charleroi) is de laatste jaren echter sterk gedaald (− 15,3% tussen 2007 en 2012), in het bijzonder in sectoren waar ondernemingen vaak een groot aantal werknemers in dienst hebben, zoals in de sector vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen (bijvoorbeeld Caterpillar): − 970 banen (−18,6 %), metallurgie (bijvoorbeeld Carsid, Industeel, Aperam, Thy-Marcinelle): − 110 banen (− 30,6%), de vervaardiging van producten van metaal (bijvoorbeeld Cofely Fabricom): − 399 banen (− 12,3%) en de vervaardiging van andere transportmiddelen (bijvoorbeeld Sonaca, SABCA): − 160 banen (− 5,5%). De plaatselijke ondernemingen die actief zijn in deze sectoren beschikken slechts over zeer beperkte mogelijkheden om de ontslagen werknemers van Carsid een baan te geven. Gezien de dalende werkgelegenheid in de verwerkende industrie, ook in aangrenzende regio's (de provincie Namen en het centrum van het land), zullen deze werknemers zich waarschijnlijk moeten omscholen om een baan te vinden in andere beroepen en sectoren.
Het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd, omvat de volgende maatregelen voor de terugkeer van 752 ontslagen werknemers naar de arbeidsmarkt (per categorie): (1) individuele hulp bij het zoeken van een baan, casemanagement en algemene voorlichting en (2) opleiding en omscholing.
Volgens de Belgische autoriteiten vormen de maatregelen, die op 1 oktober 2013 in gang zijn gezet, samen een gecoördineerd pakket van individuele diensten en is hierbij sprake van actieve arbeidsmarktmaatregelen die zijn gericht op de terugkeer naar de arbeidsmarkt van de werknemers.
Wat de criteria in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 betreft, hebben de Belgische autoriteiten in de aanvraag bevestigd dat:
• de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;
• de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;
• de maatregelen geen financiële steun zullen ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie.
Wat de beheers- en controlesystemen betreft, heeft België de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage van het EFG wordt beheerd en gecontroleerd door dezelfde instanties die de financiering het Europees Sociaal Fonds (ESF) beheren en controleren. Binnen het ESF-Agentschap van de Federatie Wallonië-Brussel (de voormalige Franstalige Gemeenschap van België) zal één entiteit fungeren als beheersautoriteit en een andere entiteit als betalingsautoriteit. Het secretariaat-generaal van de Federatie Wallonië-Brussel zal fungeren als certificeringsautoriteit en de Forem als bemiddelende instantie.
III. Procedure
Om middelen uit het fonds te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 911 934 EUR uit de EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn (04 04 51).
Dit is het elfde voorstel tot overschrijving voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat tot op heden in 2014 naar de begrotingsautoriteit is gezonden. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het voor het EFG bestemde jaarlijkse maximumbedrag beschikbaar voor toewijzingen gedurende de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven door artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG kan plaatsvinden in een vereenvoudigde vorm, zoals voorzien in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming kunnen komen.
Conform een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
De heer Jean Arthuis
Voorzitter van de Begrotingscommissie
ASP 09G205
Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2013/002 BE/Carsid België (COM(2014)553 def)
Geachte voorzitter,
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2013/002 BE/Carsid onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de werkgroep EFG zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds voor het verlangde doel. De commissie EMPL formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling ter discussie te willen stellen.
Het advies van de commissie is gebaseerd op de volgende overwegingen:
A) overwegende dat deze aanvraag gebaseerd is op artikel 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1927/2006 (EFG-verordening) en betrekking heeft op steun aan 752 van in totaal 939 werknemers die zijn ontslagen bij de productie-eenheid van Carsid SA in Marcinelle (Charleroi) te België, binnen de referentieperiode van 28 september 2012 tot en met 28 januari 2013;
B) overwegende dat de sector productie van continu gegoten ruwstaal, waarin de onderneming werkzaam is, te maken heeft gehad met ernstige economische problemen, met name door een snelle daling van het marktaandeel van de EU;
C) overwegende dat de daling van de vraag naar staal in de automobiel- en bouwsector en een relatieve stijging van de productiekosten de negatieve effecten van de veranderende wereldhandelspatronen nog hebben verergerd, met als gevolg een daling met 19,4% van het aantal arbeidsplaatsen in de metallurgische sector in de EU-27 in de periode 2008 tot 2013;
D) overwegende dat de overgrote meerderheid (98,4%) van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben man is, en 1,6% vrouw; 79,1% van de werknemers is tussen de 25 en 54 jaar oud en meer dan 20,9% is tussen 55 en 64 jaar;
E) overwegende dat de meerderheid van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben behoort tot de categorieën ambachtsberoepen en verwante beroepen en bedieningspersoneel van machines en installaties en assembleurs.
De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt derhalve de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Belgische aanvraag op te nemen:
1. merkt op dat de aanvraag is gebaseerd op artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering; is het met de Commissie eens dat is voldaan is aan de voorwaarden van de EFG-verordening en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;
2. wijst erop dat de relatief lange procedure van de datum van de eerste ontslagen tot de beoordeling van de aanvraag het mogelijk maakte om nauwkeurige informatie te vergaren over onderhavig dossier; juicht het toe dat de Belgische autoriteiten al op 1 oktober 2012 zijn begonnen met de implementatie van de dienstverlening aan de getroffen werknemers, zodat een snelle ondersteuning gewaarborgd was;
3. merkt op dat slechts een deel van de maatregelen die door de Belgische autoriteiten worden uitgevoerd door het EFG zullen worden medegefinancierd; wijst erop dat maatregelen die verplicht zijn in het kader van de procedures voor collectieve ontslagen in België en die tot de standaardactiviteiten behoren daarom geen deel uitmaken van de EFG-aanvraag;
4. verwelkomt de actieve arbeidsmarktmaatregelen en juicht het toe dat de individuele dienstverlening die uit het EFG wordt gesteund geen vergoedingen omvat;
5. benadrukt dat de individuele dienstverlening aan de begunstigden efficiënt moet zijn, vooral omdat deze werknemers omgeschoold moeten worden om werk te vinden in andere sectoren, gezien de daling van de werkgelegenheid in de productiesector in de getroffen regio;
6. juicht het toe dat de sociale partners betrokken waren bij de onderhandelingen over de te steunen maatregelen; waardeert het bovendien dat de vakbonden rechtstreeks betrokken zijn bij het beheer van de speciaal opgerichte omscholingscel en bij de uitvoering van bepaalde maatregelen.
Hoogachtend,
Marita ULVSKOG,
Waarnemend voorzitter, eerste ondervoorzitter
cc. Thomas Händel
BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING
De heer Jean ARTHUIS
Voorzitter
Begrotingscommissie
Europees Parlement
ASP 09 G 205
1047 Brussel
Geachte heer Arthuis,
Betreft: Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
Vier afzonderlijke Commissievoorstellen voor een besluit om middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen zijn voor advies doorverwezen naar de Commissie regionale ontwikkeling. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat er op 13 oktober en 3 november verslagen over elk van deze voorstellen in de Begrotingscommissie worden goedgekeurd.
De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006; en in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.
- COM(2014)0553 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 911 934 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 939 werknemers die zijn ontslagen na de sluiting van de productie-eenheid voor staalplakken van Carsid SA, in Marcinelle (Charleroi) te België, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.
- COM(2014)0560 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 12 704 605 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 6 120 werknemers die zijn ontslagen bij de fabrikant van auto's, aanhangwagens en opleggers Peugeot Citroën Automobiles (PSA) in de regio's Ile de France en Bretagne in Frankrijk, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.
- COM(2014)0616 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 1 501 200 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 171 werknemers die zijn ontslagen bij Andersen Ireland Limited, actief in de sector bewerking van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen in de regio's Southern en Eastern in Ierland, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.
- COM(2014)0620 behelst een voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG ter hoogte van 7 290 900 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen om 761 werknemers die zijn ontslagen bij Sprider Stores S.A., actief in de detailhandel in de regio's Centraal-Macedonië en Attica in Griekenland, te helpen bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.
De commissiecoördinatoren hebben deze voorstellen besproken, en mij verzocht u te schrijven dat de Commissie regionale ontwikkeling geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van de voornoemde bedragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, zoals door de Commissie voorgesteld.
Hoogachtend,
Iskra MIHAYLOVA
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
13.10.2014 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
21 4 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nedzhmi Ali, Richard Ashworth, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Kaja Kallas, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Clare Moody, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Liadh Ní Riada, Pina Picierno, Petri Sarvamaa, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Marco Valli, Daniele Viotti, Marco Zanni |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Pablo Echenique, Ernest Maragall, Ivan Štefanec |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Emma McClarkin, Virginie Rozière |
||||