VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar, ingediend door België)

2.3.2015 - (COM(2014)0735 – C8-0015/2015 – 2015/2021(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Anneli Jäätteenmäki

Procedure : 2015/2021(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0033/2015
Ingediende teksten :
A8-0033/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar, ingediend door België)

(COM(2014)0735 – C8-0015/2015 – 2015/2021(BUD))

Het Europees Parlement,

–       gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0735 – C8-0015/2015),

–       gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] (EFG-verordening),

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 12 hiervan,

–       gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13 hiervan,

–       gezien de trialoogprocedure waarin is voorzien in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

–       gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–       gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

–       gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0033/2015),

A. overwegende dat de Europese Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.  overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C. overwegende dat de vaststelling van de nieuwe EFG-verordening vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geraamde kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

D. overwegende dat België aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar voor een bijdrage uit het EFG heeft ingediend naar aanleiding van 1030 ontslagen werknemers bij Caterpillar Belgium S.A., een bedrijf dat is ingedeeld in NACE 2-afdeling 28 "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g." van wie 630 personen naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen, gedurende en na de referentieperiode van 1 januari 2014 tot 30 april 2014, in verband met de afnemende vraag in Europa;

E.  overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;

1.  merkt op dat is voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.  stelt vast dat de Belgische autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 22 juli 2014 hebben ingediend, tot en met 16 september 2014 aanvullende informatie hebben verstrekt, en dat de Commissie haar beoordeling op 9 december 2014 bekend heeft gemaakt;

3.   wijst erop dat de totale begroting 2 038 090 EUR bedraagt, waarvan 73 378 EUR bestemd is voor de implementatie, en dat de financiële bijdrage van het EFG 1 222 854 EUR bedraagt, wat goed is voor 60 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen;

4.   is ingenomen met het feit dat de Belgische autoriteiten op 1 april 2014 hebben besloten met de uitvoering van de individuele diensten voor de getroffen werknemers te beginnen om de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het besluit over en de aanvraag voor toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket; wijst erop dat de individuele dienstverlening die al is aangeboden in aanmerking komt voor EFG-financiering;

5.   is van mening dat de ontslagen bij Caterpillar Belgium S.A. verband houden met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering, omdat het fabriceren en importeren van werktuigen vanuit Azië naar Europa goedkoper is geworden dan produceren in Europa voor een afnemende markt; merkt op dat de vestiging Gosselies te lijden heeft gehad van de negatieve upstream- en downstream-effecten voor staal- en metaalproducten in Europa door de concurrentie van opkomende economieën en de crisis van 2009 waardoor de Europese bouw- en mijnbouwsector, de belangrijkste klanten van Caterpillar, is afgezwakt;

6.   wijst erop dat de vraag naar werktuigen voor de bouw is afgenomen vanwege dalende particuliere en publieke investeringen in infrastructuur, veroorzaakt door het inzakken van de wereldwijde economie;

7.  merkt op dat dit de twaalfde EGF-aanvraag is uit de "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g."-sector, waarbij de eerdere aanvragen gelijkelijk waren verdeeld tussen de criteria handel en economische crisis;

8.   betreurt dat een groot deel van de werklozen in de regio Charleroi laagopgeleid is (59% heeft geen hoger middelbaar onderwijs genoten) en dat 43% langer dan 2 jaar werkloos is; betreurt dat het werkgelegenheidspercentage in Charleroi met 52,26% tot de laagste in Wallonië behoort; is daarom ingenomen met het feit dat de autoriteiten hebben besloten EFG-financiering aan te vragen om de ontslagen werknemers te helpen;

9.   merkt op dat de ontslagen bij Caterpillar naar verwachting enorme negatieve gevolgen zullen hebben voor de regio van Charleroi, die al kampt met een zeer moeilijke arbeidsmarktsituatie omdat zij te afhankelijk is van traditionele industriële werkgelegenheid en er te weinig nieuwe industrieën zijn; wijst erop dat het geringe vaardigheidsniveau van de ontslagen werknemers het voor hen moeilijk maakt om een nieuwe baan te vinden in een negatieve economische context; beveelt de Commissie aan onderzoek te doen naar succesvolle ondernemers in de regio om ontslagen werknemers stimulerende ideeën voor projecten aan de hand te doen op basis van succesverhalen in de regio;

10. wijst erop dat 18 % van de beoogde ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen het gevaar loopt van uitsluiting van de arbeidsmarkt, aangezien ze deel uitmaken van de leeftijdsgroep 55 tot 64 jaar;

11. merkt op dat het gecoördineerde pakket van individuele diensten dat gemedefinancierd moet worden drie belangrijke terreinen betreft: omscholing, opleiding en herscholing en bevordering van ondernemerschap;

12. wijst erop dat ruim de helft van de totale geraamde kosten besteed zullen worden aan diensten gericht op herinzetbaarheid, te weten ondersteunings-, begeleidings- en integratiemaatregelen; wijst erop dat deze diensten verleend zullen worden door FOREM (de Waalse Dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), die bij de uitvoering van deze aanvraag zal fungeren als bemiddelende instantie;

13. is ingenomen met het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele diensten werd opgesteld in overleg met beoogde begunstigden en de sociale partners, rekening houdend met de mogelijkheden van de regio en het ondernemingsklimaat;

14. herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers verbeterd moet worden door middel van aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;

15. pleit ervoor om in de toekomst gebruik te maken van de bepalingen van de EFG-verordening ter ondersteuning van jongeren in deze regio die geen werk hebben en geen onderwijs of een opleiding volgen (NEET's);

16. herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht dient te zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

17. benadrukt dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;

18. verwelkomt het feit dat financiële steun van het Europees Sociaal Fonds in het verleden is verleend aan een project (En Train – En Transition-Reconversion-Accompagnement) dat tot doel had pedagogische methoden voor omscholingscellen in het algemeen te ontwikkelen, en is van mening dat de resultaten van dit project waarschijnlijk nuttig zullen zijn voor de uitvoering van de geplande maatregelen;

19.    hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

20.    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

21.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar, ingediend door België)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1], en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[2], en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)      Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009[3] behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en om hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)      Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013[4] van de Raad staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen het jaarlijkse maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011).

(3)      België heeft op 22 juli 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen bij Caterpillar Belgium S.A. in België en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)      Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 222 854 EUR te leveren voor de door België ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 1 222 854 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                      Voor de Raad

De voorzitter                                                 De voorzitter

  • [1]               PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]               PB C 373 van 20.12. 2013, blz. 1.
  • [3]              Verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.
  • [4]              Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 van de Raad tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[1] en van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006[2], mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.

Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3] verloopt de procedure om het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt een trialoogprocedure ingeleid.

II. De aanvraag voor Caterpillar en het voorstel van de Commissie

Op 9 december 2014 heeft de Commissie een voorstel aangenomen voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering aan België om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die zijn ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.

Deze aanvraag is de tweede die in het kader van de begroting 2015 wordt behandeld en heeft betrekking op de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 1 222 854 EUR uit het EFG voor België . De aanvraag betreft 663 gedwongen ontslagen in de referentieperiode van 1 januari 2014 tot 30 april 2014 en 367 na die periode. De aanvraag is gebaseerd op de het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd bij leveranciers en downstreamproducenten.

De aanvraag werd op 22 juli 2014 bij de Commissie ingediend. De Commissie heeft besloten dat de aanvraag voldoet aan de in Verordening (EG) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, artikel 4, lid 1, onder a), neergelegde voorwaarden voor het gebruik van het EFG.

Volgens de gegevens waarnaar wordt verwezen door de Belgische autoriteiten is Caterpillar sterk getroffen door de afnemende vraag naar dergelijke producten in Europa, waardoor een aanzienlijk deel van de productiecapaciteit naar derde landen werd verplaatst. De fabriek van Caterpillar te Gosselies is gespecialiseerd in autoassemblage, productie van onderdelen, gesoldeerde constructies en structuren. Deze producten zijn uitsluitend op de Europese bouw- en mijnbouwsector gericht. Daarom vormen de specifieke veranderingen in deze sectoren een bedreiging voor de fabriek, die bovendien door schommelingen in de productiemiddelen wordt getroffen.

Volgens gegevens waarnaar de Belgische autoriteiten verwijzen, bevinden de productielocaties van Caterpillar zich dicht bij hun markt, vanwaar het verband tussen de ontwikkelingen op de Europese en op de wereldmarkt en de personeelsinkrimping in de vestiging te Gosselies. Sinds 2007 heeft de Caterpillar Group fabrieken geïnstalleerd in de opkomende economieën in Azië en Latijns-Amerika; de groei van Caterpillar Group hangt vooral met deze markten samen. Met name het aandeel van Azië in de verkoop van Caterpillar is tussen 2007 en 2013 meer dan verdubbeld. Dit hangt samen met de totale groei van de Aziatische economieën, in het bijzonder in China en India, en de bouwnijverheid in deze landen. Anderzijds is de belangrijkste markt voor Caterpillar Gosselies, de Europese Unie, afhankelijk van publieke en private investeringen in infrastructuur in Europa die onlangs zijn gedaald.

Het gecoördineerde pakket van individuele diensten dat gemedefinancierd moet worden betreft drie belangrijke terreinen: omscholing, opleiding en herscholing en bevordering van ondernemerschap.

Volgens de Belgische autoriteiten vormen de maatregelen, die op 1 april 2014 in gang zijn gezet, samen een gecoördineerd pakket van individuele diensten en is hierbij sprake van actieve arbeidsmarktmaatregelen die zijn gericht op de terugkeer naar de arbeidsmarkt van de werknemers.

De Belgische autoriteiten hebben in hun aanvraag het volgende bevestigd:

–      bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–      aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–      wanneer de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen, hun activiteiten hebben voortgezet, zijn zij hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben zij voor hun werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

–      de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–      de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–      de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

Wat de beheers- en controlesystemen betreft, heeft België de Commissie medegedeeld dat de financiële bijdrage wordt beheerd door dezelfde instanties die ook de middelen uit het ESF beheren. Binnen het ESF-Agentschap van de Federatie Wallonië-Brussel zal één entiteit fungeren als beheersautoriteit en een andere entiteit van het ESF-Agentschap als betalingsautoriteit. Het secretariaat-generaal van de Federatie Wallonië-Brussel zal fungeren als certificeringsautoriteit en FOREM als bemiddelende instantie.

III. Procedure

Om middelen uit het fonds te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 1 222 854 EUR.

Dit het derde voorstel betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat tot op heden in 2015 naar de begrotingsautoriteit is gezonden.

De trialoog over het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG kan plaatsvinden in een vereenvoudigde vorm, zoals voorzien in artikel 12, lid 5, van de rechtsgrondslag, tenzij het Parlement en de Raad niet tot overeenstemming kunnen komen.

Overeenkomstig een interne afspraak zal de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [2]  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

ZP/ch D(2014)60426

De heer Jean Arthuis

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 09G205

Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2014/011 BE/Caterpillar (COM(2014)735)

Geachte voorzitter,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2014/011 BE/Caterpillar onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de werkgroep EFG zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds voor het verlangde doel. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling ter discussie te willen stellen.

Bij haar beraadslagingen is de commissie uitgegaan van de volgende overwegingen:

A) De aanvraag is gebaseerd op artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (EFG-verordening) en heeft betrekking op 1030 werknemers van Caterpillar Belgium S.A., een bedrijf dat actief is in de NACE Rev. 2-afdeling 28 ("Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.") in de provincie Henegouwen, die werkloos zijn geworden binnen de referentieperiode die liep tussen 1 januari 2014 en 30 april 2014;

B) België legt het verband tussen de ontslagen enerzijds en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering anderzijds met het argument dat Caterpillar sterk werd getroffen door de afnemende vraag naar machines en accessoires voor de bouw en exploitatie van mijnen in Europa, waardoor een aanzienlijk deel van de productiecapaciteit naar derde landen werd verplaatst;

C) Tot op heden werden voor de sector "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g." 12 EFG-aanvragen ingediend, waarvan er 6 gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en 6 op de wereldwijde financiële en economische crisis;

D) De overgrote meerderheid (96%) van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben is man en 4% is vrouw; 65% van de werknemers is tussen de 30 en 54 jaar oud en de op een na grootste groep (18%) is tussen de 55 en 64;

E) De ontslagen bij Caterpillar zorgen voor een stijging van 4 % van het aantal werkzoekenden in de regio Charleroi, en de inkrimping van de vestiging Gosselies zal ook leiden tot een aantal ontslagen bij onderaannemers,

F) Door de inkrimping van de activiteiten van Caterpillar in Gosselies zal de werkloosheid in de regio Charleroi aanzienlijk (met een volledig procentpunt) stijgen;

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt derhalve de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Belgische aanvraag op te nemen:

1.  is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening nr. 1309/2013 en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.  betreurt dat een groot deel van de werklozen in de regio Charleroi laagopgeleid is (59% heeft geen hoger middelbaar onderwijs genoten) en dat 43% langer dan 2 jaar werkloos is; betreurt dat het werkgelegenheidspercentage in Charleroi met 52,26% tot de laagste in Wallonië behoort; is daarom ingenomen met het feit dat de autoriteiten hebben besloten EFG-financiering aan te vragen om de ontslagen werknemers te helpen;

3.  betreurt dat de situatie op de arbeidsmarkt in de regio zeer ongunstig is; merkt op dat de regio traditioneel zeer afhankelijk is van industriële productie;

4.  pleit ervoor om in de toekomst gebruik te maken van de bepalingen van de EFG-verordening om NEET's te ondersteunen;

5.  is verheugd dat in het verleden financiële steun uit het ESF is verleend aan een project (EnTrain – En Transition-Reconversion-Accompagnement) dat tot doel had pedagogische methoden voor omscholingscellen in het algemeen te ontwikkelen en dat de bevindingen van dit project waarschijnlijk nuttig zullen blijken te zijn voor de tenuitvoerlegging van de geplande maatregelen;

6.  wijst erop dat ruim de helft van de totale geraamde kosten besteed zullen worden aan diensten gericht op herinzetbaarheid, te weten ondersteunings-, begeleidings- en integratiemaatregelen; merkt op dat deze maatregelen zullen worden uitgevoerd door FOREM (Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding van het Waalse Gewest), die als bemiddelingsorgaan optreedt bij de tenuitvoerlegging van deze aanvraag;

7.   herinnert eraan dat in artikel 7 van de verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie.

Hoogachtend,

Marita ULVSKOG,

Waarnemend voorzitter, eerste ondervoorzitter

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

De heer Jean ARTHUIS

Voorzitter

Begrotingscommissie

Europees Parlement

ASP 09 G 205

B-1047 Brussel

Geachte heer Arthuis,

BetreftBeschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering

Er zijn zes afzonderlijke Commissievoorstellen voor een besluit om middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen, voor advies doorverwezen naar de Commissie regionale ontwikkeling. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat er op 26 februari verslagen over elk van deze voorstellen in de Begrotingscommissie worden goedgekeurd.

-          COM(2014)0725: voorstel om uit het EFG 981 956 EUR beschikbaar te stellen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van de reïntegratie van 708 werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de sluiting van Duferco Belgium SA en personeelsinkrimping bij NLMK La Louvière SA, gevestigd in de Belgische provincie Henegouwen en werkzaam op het gebied van de vervaardiging van metalen in primaire vorm.

-          COM(2014)0726: voorstel om uit het EFG 1 094 760 EUR beschikbaar te stellen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van de reïntegratie van 657 werknemers die zijn ontslagen bij aleo solar AG en twee dochterondernemingen, aleo solar Dritte Produktion GmbH (Prenzlau) en aleo solar Deutschland GmbH (Oldenburg), werkzaam op het gebied van de vervaardiging van computer-, elektronica- en optische producten in de Duitse regio's Brandenburg en Weser-Ems.

-          COM(2014)0734: voorstel om uit het EFG 1 591 486 EUR beschikbaar te stellen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van de reïntegratie van 1285 werknemers die zijn ontslagen bij ArcelorMittal Liège S.A., werkzaam op het gebied van de vervaardiging van metalen in primaire vorm in de Belgische regio Luik.

-          COM(2014)0735: voorstel om uit het EFG 1 222 854 EUR beschikbaar te stellen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van de reïntegratie van 1030 werknemers die zijn ontslagen bij Caterpillar Belgium S.A, , werkzaam op het gebied van de vervaardiging van machines en uitrusting in de Belgische provincie Henegouwen.

-          COM(2015)0009: voorstel om uit het EFG 1 339 928 EUR beschikbaar te stellen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van de reïntegratie van 257 werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de sluiting van het productiebedrijf voor autoveiligheidsglas van Saint-Gobain Sekurit Benelux in het Belgische Auvelais.

-          COM(2015)0013: voorstel om uit het EFG 115 205 EUR beschikbaar te stellen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten behoeve van de reïntegratie van 615 werknemers die zijn ontslagen bij chemisch productiebedrijf Zaklady Chemiczne Zachem in Polen.

De commissiecoördinatoren hebben deze voorstellen besproken, en mij verzocht u te schrijven dat de meerderheid in deze commissie geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van de voornoemde bedragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, zoals door de Commissie voorgesteld.

Hoogachtend,

Iskra MIHAYLOVA

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

26.2.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

30

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Jonathan Arnott, Jean Arthuis, Lefteris Christoforou, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Carlos Iturgaiz, Bernd Kölmel, Vladimír Maňka, Clare Moody, Victor Negrescu, Liadh Ní Riada, Urmas Paet, Pina Picierno, Paul Rübig, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Inese Vaidere, Marco Valli, Daniele Viotti, Marco Zanni

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Janusz Lewandowski, Andrey Novakov, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Paulo Rangel