VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

11.3.2015 - (COM(2014)0358 – C8‑0029/2014 – 2014/0180(COD)) - ***I

Begrotingscommissie
Rapporteur: Ingeborg Gräßle
PR_COD_1amCom


Procedure : 2014/0180(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0049/2015
Ingediende teksten :
A8-0049/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

(COM(2014)0358 – C8‑0029/2014 – 2014/0180(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–       gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0358),

–       gezien artikel 294, lid 2, en artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8‑0029/2014),

–       gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–       gezien het advies van de Rekenkamer nr. 1/2015[1],

–       gezien de brief van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming van 3 december 2014,

–       gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie begrotingscontrole (A8-0049/2015),

1.      stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.      verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.      verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Het is belangrijk om toe te lichten hoe de aanbestedende diensten tot de bescherming van het milieu en het bevorderen van duurzame ontwikkeling kunnen bijdragen, met de verzekering dat zij voor hun opdrachten tegelijkertijd de beste prijs-kwaliteitverhouding kunnen verkrijgen, met name door specifieke keurmerken voor te schrijven en/of van passende gunningsmethoden gebruik te maken.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Bij openbare aanbestedingen van de Unie moet ervoor worden gezorgd dat de middelen van de Unie op een effectieve, transparante en passende manier worden gebruikt, en in dat verband dienen elektronische aanbestedingen bij te dragen aan een betere besteding van publieke middelen en de toegang tot overheidsopdrachten voor alle marktdeelnemers te verbeteren.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis) Onderscheid moet worden gemaakt tussen verschillende situaties die doorgaans als "belangenconflict" worden aangeduid, en deze moeten verschillend behandeld worden. Het begrip "belangenconflict" dient uitsluitend te worden gebruikt voor gevallen waarbij een ambtenaar of personeelslid van een instelling van de Unie zich in een dergelijke situatie bevindt. Wanneer een marktdeelnemer tracht een procedure onrechtmatig te beïnvloeden of om vertrouwelijke informatie te verkrijgen, dient dit te worden behandeld als "ernstige beroepsfout". Tot slot kunnen marktdeelnemers zich in een situatie bevinden waarbij zij een contract niet ten uitvoer kunnen leggen als gevolg van beroepsmatige belangenconflicten. Zo dient een bedrijf geen project te evalueren waaraan het zelf heeft deelgenomen en mag een controleur niet in de positie verkeren dat hij rekeningen controleert die hij eerder zelf heeft gecertificeerd.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 22 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22 bis) In het kader van raamovereenkomsten met een hernieuwde oproep tot mededinging, is vrijstelling van de verplichting tot verstrekking van informatie over de kenmerken en relatieve voordelen van de geselecteerde inschrijving in vergelijking met een niet-geselecteerde contractant passend, aangezien de ontvangst van dergelijke informatie door partijen bij dezelfde raamovereenkomst iedere keer na een hernieuwde oproep tot mededinging, de eerlijke concurrentie tussen hen kan schaden.

Motivering

Deze overweging is bedoeld om de redenering achter de bepalingen van artikel 113, lid 3, te verduidelijken.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 29 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(29 bis) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde beginselen in acht, met name de artikelen 47 tot en met 50 daarvan, waarin wordt bepaald dat het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen geëerbiedigd moet worden en dat eenieder recht heeft op een doeltreffende voorziening in rechte en een eerlijk proces, het recht op verdediging en het recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 58 – lid 8

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-1) In artikel 58 wordt lid 8 vervangen door:

8. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de wijzen van uitvoering van de begroting, met inbegrip van direct beheer, de bevoegdheidsdelegatie aan uitvoerende agentschappen, en specifieke voorschriften voor indirect beheer met internationale organisaties, met in de artikelen 208 en 209 bedoelde organen, met publiekrechtelijke organen of privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, met privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en met personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen binnen het GBVB is toevertrouwd

"8. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de wijzen van uitvoering van de begroting, met inbegrip van direct beheer, de bevoegdheidsdelegatie aan uitvoerende agentschappen, en specifieke voorschriften voor indirect beheer met internationale organisaties, met in de artikelen 208 en 209 bedoelde organen, met publiekrechtelijke organen of privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, met privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en met personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen binnen het GBVB is toevertrouwd Organisaties zonder winstoogmerk die niet over de status beschikken van internationale organisatie die bij intergouvernementele overeenkomst is opgericht, worden niet gelijkgesteld met een dergelijke internationale organisatie."

Motivering

Update van AM 2.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 60 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 bis) Artikel 60, lid 3, wordt vervangen door:

3. In het kader van de hun toevertrouwde taken voor de uitvoering van de begroting doen de krachtens artikel 58, lid 1, onder c) belaste entiteiten en personen aan preventie, opsporing en correctie van onregelmatigheden en fraude. Daartoe verrichten zij, overeenkomstig het proportionaliteitsbeginsel, vooraf en achteraf controles, met inbegrip van toetsen ter plaatse waar zulks dienstig is, op representatieve en/of risicogerichte steekproeven van verrichtingen, om een effectieve en correcte uitvoering van uit de begroting gefinancierde acties te waarborgen. Daarnaast gaan zij over tot terugvordering van onterecht betaalde bedragen en stellen zij in voorkomend geval gerechtelijke procedures in.

"3. In het kader van de hun toevertrouwde taken voor de uitvoering van de begroting doen de krachtens artikel 58, lid 1, onder c) belaste entiteiten en personen aan preventie, opsporing en correctie van onregelmatigheden en fraude. Daartoe verrichten zij, overeenkomstig het proportionaliteitsbeginsel, vooraf en achteraf controles, met inbegrip van toetsen ter plaatse waar zulks dienstig is, op representatieve en/of risicogerichte steekproeven van verrichtingen, om een effectieve en correcte uitvoering van uit de begroting gefinancierde acties te waarborgen. Daarnaast gaan zij over tot terugvordering van onterecht betaalde bedragen, stellen in voorkomend geval gerechtelijke procedures in, en stellen de Commissie in kennis van alle opgespoorde fraudezaken."

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 60 – lid 7

 

Bestaande tekst

Amendement

(1 ter) In artikel 60 wordt lid 7 vervangen door:

7. De leden 5 en 6 zijn niet van toepassing op de bijdrage van de Unie aan entiteiten die het voorwerp zijn van een afzonderlijke kwijtingsprocedure uit hoofde van artikel 208.

"7. De leden 5 en 6 zijn niet van toepassing op de bijdrage van de Unie aan entiteiten die het voorwerp zijn van een afzonderlijke kwijtingsprocedure uit hoofde van de artikelen 208 en 209."

Motivering

Het amendement zorgt voor de omzetting van de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de afzonderlijke kwijtingsprocedure voor gemeenschappelijke ondernemingen overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement (29 mei 2014), zoals bevestigd door alle betrokkenen tijdens de rondetafelbijeenkomst van 13 november 2014 over controle en kwijting van gemeenschappelijke ondernemingen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 quater (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 66 – lid 2 bis (nieuw)

 

Bestaande tekst

Amendement

(1 quater) Aan artikel 66 wordt het volgende lid 2 bis toegevoegd:

 

"2 bis. Bij elk geschil tussen een instelling van de Unie en een of meer van zijn ambtenaren of andere personeelsleden, kunnen de partijen bij dat geschil een overeenkomst ("schikkingsovereenkomst") sluiten om aanhoudende feitelijke of juridische onzekerheid weg te nemen door wederzijds concessies te doen, ingeval de betreffende instelling, naar beste weten, de sluiting van een dergelijke overeenkomst passend acht. De ordonnateur is belast met het innen van de ontvangsten en het verrichten van de uitgaven die uit een dergelijke overeenkomst voortvloeien."

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 quinquies (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 66 – lid 9 – alinea 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 quinquies) In artikel 66 wordt de tweede alinea van lid 9 vervangen door:

Het activiteitsverslag behelst de resultaten van zijn verrichtingen ten opzichte van de hem opgedragen doelstellingen, de aan die verrichtingen verbonden risico's, het gebruik van de middelen die tot zijn beschikking zijn gesteld en de efficiëntie en de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle, met inbegrip van een globale kosten-batenanalyse van de controles.

Het activiteitsverslag behelst de resultaten van zijn verrichtingen ten opzichte van de hem opgedragen doelstellingen, de aan die verrichtingen verbonden risico's, het gebruik van de middelen die tot zijn beschikking zijn gesteld en de efficiëntie en de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle, met inbegrip van een globale kosten-batenanalyse van de controles. Het verslag bevat ook een beoordeling van de mate waarin de verrichtingen hebben bijgedragen aan de beleidsresultaten en de gegenereerde meerwaarde voor de Unie, alsook van de algemene resultaten van die verrichtingen."

Motivering

Het amendement is gebaseerd op de aanbevelingen van de Rekenkamer in de paragrafen 10.63 en 10.65 van haar jaarverslag voor het begrotingsjaar 2013.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 sexies (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 66 – lid 9 – alinea 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 sexies) In artikel 66 wordt de derde alinea van lid 9 vervangen door:

De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 15 juni van elk jaar een samenvatting van de jaarlijkse activiteitenverslagen van het voorgaande jaar voor. De jaarlijkse activiteitenverslagen van elke gedelegeerde ordonnateur worden ook beschikbaar gesteld aan het Europees Parlement en de Raad.

De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 15 juni van elk jaar een samenvatting van de jaarlijkse activiteitenverslagen van het voorgaande jaar voor. De jaarlijkse activiteitenverslagen van elke gedelegeerde ordonnateur, alsmede de jaarlijkse activiteitenverslagen van de ordonnateurs en gedelegeerde ordonnateurs van de andere instellingen, bureaus, organen en agentschappen, worden ook beschikbaar gesteld aan het Europees Parlement en de Raad, en voor het voorafgaande jaar uiterlijk 30 juni van elk jaar op de website van de respectieve instellingen, bureaus, organen of agentschappen gepubliceerd."

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 septies (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 99 – lid 3 bis (nieuw)

 

Bestaande tekst

Amendement

(1 septies) Aan artikel 99 wordt het volgende lid 3 bis toegevoegd:

 

"3 bis. De instelling zendt ieder jaar, in het kader van de kwijtingsprocedure en met inachtneming van de geheimhoudingsvereisten, het jaarlijkse internecontroleverslag zoals vermeld in lid 3, op verzoek aan het Europees Parlement en de Raad."

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 101 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. "Aanbesteding": de verwerving door middel van een overeenkomst van gebouwen, werken, leveringen of diensten door één of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen marktdeelnemers.

1. "Aanbesteding": de verwerving door middel van een overeenkomst van gebouwen, werken, leveringen of diensten, en de verwerving of huur van grond, bestaande gebouwen of ander onroerend goed, door één of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen marktdeelnemers.

Motivering

Aanpassing aan artikel 10, onder a), van de richtlijn inzake overheidsopdrachten 2014/24/EU.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 101 – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis. "Administratief besluit": een besluit van een administratieve autoriteit dat onherroepelijk en bindend is overeenkomstig de wetgeving van het land waar de marktdeelnemer is gevestigd, van de lidstaat van de aanbestedende dienst, of de wetgeving van de Unie.

Motivering

Overeenkomstig artikel 57, lid 2, van de aanbestedingsrichtlijn, zoals aanbevolen door de Rekenkamer.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 102 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Bij de totstandkoming van alle overeenkomsten wordt gezorgd voor een zo ruim mogelijke mededinging, behalve wanneer de in artikel 104, lid 1, onder d), bedoelde procedure van gunning via onderhandelingen wordt toegepast.

2. Bij de totstandkoming van alle overeenkomsten wordt gezorgd voor een zo ruim mogelijke mededinging, behalve wanneer de in artikel 104, lid 1, onder d), bedoelde procedure van gunning via onderhandelingen wordt toegepast.

 

De geraamde waarde van een overeenkomst mag niet worden bepaald met het voornemen de toepasselijke regels te omzeilen. Geen enkele overeenkomst mag met dezelfde bedoeling worden opgesplitst.

 

De aanbestedende dienst motiveert zijn besluit om de opdracht niet in kavels te verdelen.

De aanbestedende diensten gebruiken raamovereenkomsten niet oneigenlijk en evenmin op een wijze die ertoe strekt of ten gevolge heeft dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst.

2 bis. De aanbestedende diensten gebruiken raamovereenkomsten niet oneigenlijk en evenmin op een wijze die ertoe strekt of ten gevolge heeft dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst.

Motivering

Art. 169 van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP), zoals dat door de Commissie tijdens de eerste ronde vergaderingen van de groep deskundigen was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die derhalve in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 102 – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 ter. Overeenkomstig het duurzaamheidsbeginsel treffen de aanbestedende diensten passende maatregelen om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers bij de uitvoering van overeenkomsten voldoen aan de verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van de Uniewetgeving, nationale wetgeving, collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage X bij Richtlijn 2014/24/EU vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht1bis.

 

_____________

 

1bis Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.03.14, blz. 65).

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 103 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Procedures waarvan de waarde lager is dan de in artikel 118 of artikel 190 bedoelde drempelwaarden worden op passende wijze bekendgemaakt.

2. Procedures waarvan de waarde lager is dan de in artikel 118, lid 1, of artikel 190 bedoelde drempelwaarden worden op passende wijze bekendgemaakt.

Motivering

Verduidelijking.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 104 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de soorten aanbestedingsprocedures, het dynamisch aankoopsysteem, gezamenlijke aanbesteding, opdrachten van geringe waarde en betaling op factuur.

5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de soorten procedures voor de gunning van opdrachten met betrekking tot hun waarde in vergelijking met de in artikel 118, lid 1, genoemde drempelwaarden, een dynamisch aankoopsysteem en gezamenlijke aanbesteding.

Motivering

Verduidelijking. De aparte vermelding van het dynamisch aankoopsysteem is gehandhaafd omdat dat geen aanbestedingsprocedure is.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – point 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 105 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De aanbestedende dienst bepaalt in de aanbestedingsstukken het voorwerp van de opdracht door een beschrijving te geven van zijn behoeften en van de vereiste kenmerken van de aan te kopen werken, leveringen of diensten en door de toepasselijke criteria vast te leggen. Hij geeft ook aan welke elementen de minimumeisen zijn waaraan alle inschrijvingen moeten voldoen.

2. De aanbestedende dienst bepaalt in de aanbestedingsstukken het voorwerp van de opdracht door een beschrijving te geven van zijn behoeften en van de vereiste kenmerken van de aan te kopen werken, leveringen of diensten en door de toepasselijke uitsluitings-, selectie- en gunningscriteria vast te leggen. Hij geeft ook aan welke elementen de minimumeisen zijn waaraan alle inschrijvingen moeten voldoen.

Motivering

Verduidelijking.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 1 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) hij is betrokken bij fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie, het witwassen van geld, financiering van terrorisme, met terrorisme verband houdende delicten, kinderarbeid of andere vormen van mensenhandel, zoals blijkt uit bewijsmateriaal en is vastgesteld door de in artikel 108 bedoelde instantie of in een definitieve rechterlijke beslissing;

(d) hij is betrokken bij fraude, belastingfraude, belastingontduiking – waaronder belastingontduiking via onbelaste offshoreconstructies –, misbruik van bedrijfsactiva, verduistering van overheidsgelden, corruptie, deelname aan een criminele organisatie, het witwassen van geld, financiering van terrorisme, met terrorisme verband houdende delicten, kinderarbeid of andere vormen van mensenhandel, zoals blijkt uit bewijsmateriaal en is vastgesteld door de in artikel 108 bedoelde instantie of in een definitieve rechterlijke beslissing;

Motivering

Eén van de belangrijkste beginselen en doelstellingen van het Financieel Reglement is de bescherming van de financiële belangen van de Unie. De EU heeft herhaaldelijk aangegeven zich te willen inzetten voor de bestrijding van belastingfraude en -ontduiking. Uit statistische gegevens blijkt dat de omvang van de schaduweconomie in de EU overeenkomt met bijna een vijfde van het BBP. Tevens blijven tientallen miljarden euro offshore, vaak ongeregistreerd en onbelast. Het intensiveren van de strijd tegen belastingfraude en -ontduiking is niet alleen nodig om het verlies van inkomsten te voorkomen, maar is ook een kwestie van eerlijkheid. De bescherming van de financiële belangen van de Unie kan worden versterkt door belastingontduiking op te nemen als reden voor uitsluiting bij openbare aanbestedingen door de instellingen van de Unie.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder "beroepsfout": overtreding van de wet- of regelgeving of van de ethische normen van de beroepsgroep waartoe de marktdeelnemer behoort, alsook elk onrechtmatig gedrag dat invloed heeft op de professionele geloofwaardigheid van de marktdeelnemer wanneer sprake is van kwaad opzet of grove nalatigheid.

 

Elke van de volgende gedragingen vormt een ernstige beroepsfout:

 

a) op frauduleuze of nalatige wijze afleggen van valse verklaringen;

 

b) sluiting van een overeenkomst met andere marktdeelnemers met als doel de mededinging te vervalsen;

 

c) schending van intellectuele-eigendomsrechten;

 

d) poging tot beïnvloeding van het besluitvormingsproces van de aanbestedende dienst tijdens de procedure;

 

e) poging tot verkrijging van vertrouwelijke informatie over de procedure.

Motivering

Artikel 140, lid 1, van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP), zoals dat door de Commissie tijdens de eerste vergaderingsronde van de groep deskundigen was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die derhalve in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen. Aanvullend lid dat moet worden ingevoegd voor het in amendement 8 opgenomen nieuwe lid van het ontwerpverslag.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter. Bewijs dat een marktdeelnemer in een van de in lid 1 genoemde uitsluitingssituaties verkeert kan het volgende omvatten:

 

a) feiten die zijn vastgesteld in het kader van controles of onderzoek door de Rekenkamer, OLAF, of interne controle, of enige andere verificatie, audit of controle uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de aanbestedende dienst;

 

b) administratieve besluiten, met inbegrip van disciplinaire maatregelen genomen door het bevoegde toezichthoudend orgaan dat verantwoordelijk is voor de verificatie van de toepassing van normen inzake beroepsethiek, besluiten van de ECB, van de EIB, van internationale organisaties, of van de Commissie in verband met schending van de mededingingsregels van de Unie of besluiten van een bevoegde nationale autoriteit.

Motivering

Artikel 140, lid 1, van het ontwerp van gedelegeerde handeling, zoals dat door de Commissie tijdens de eerste ronde van vergaderingen van de groep deskundigen was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die dan ook in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen om duidelijk te maken dat de bepaling van toepassing moet zijn op bewijs voor alle gronden voor uitsluiting.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Behalve in de in lid 1, onder d), bedoelde gevallen, kan de aanbestedende dienst beslissen de betrokken marktdeelnemer niet uit te sluiten wanneer die marktdeelnemer corrigerende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen.

3. Behalve in de in lid 1, onder d), bedoelde gevallen, kan de in artikel 108 bedoelde instantie beslissen de betrokken marktdeelnemer niet uit te sluiten wanneer die marktdeelnemer corrigerende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Overeenkomstig de bepalingen van titel IX brengt de aanbestedende dienst jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over alle besluiten die hij op grond van de tweede alinea heeft genomen.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De aanbestedende dienst kan ook nagaan of een subcontractant niet in een van de in lid 1 bedoelde uitsluitingssituaties verkeert dan wel of hij in een van de in lid 3 bedoelde gevallen verkeert.

7. De aanbestedende dienst kan ook besluiten de leden 1 tot en met 3 toe te passen op een subcontractant van de marktdeelnemer, en stelt de eis dat een gegadigde of inschrijver een subcontractant of een entiteit waarop hij voornemens is een beroep te doen, vervangt wanneer die in een uitsluitingssituatie verkeert.

Motivering

Amendement 9 bijgewerkt: opneming van een aanvullende bepaling uit artikel 141, lid 5, van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP).

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 107 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. In het kader van een bepaalde procedure wordt een opdracht niet gegund aan een marktdeelnemer die:

1. In het kader van een bepaalde procedure kent de aanbestedende dienst geen opdracht toe aan een marktdeelnemer die:

Motivering

Verduidelijking.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 107 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Voordat in een bepaalde procedure een besluit wordt genomen tot afwijzing van een marktdeelnemer stelt de aanbestedende dienst de marktdeelnemer in de gelegenheid opmerkingen te maken, tenzij de afwijzing, overeenkomstig lid 1, onder a), gemotiveerd is door een besluit tot uitsluiting van de marktdeelnemer, nadat met diens opmerkingen rekening is gehouden.

Motivering

Zoals aanbevolen door de Rekenkamer.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 2 – alinea 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a) OLAF, conform Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad*, wanneer uit een lopend OLAF-onderzoek blijkt dat het ter bescherming van de financiële belangen van de Unie passend zou kunnen zijn voorzorgsmaatregelen te nemen;

a) OLAF, conform Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad*, wanneer uit een lopend OLAF-onderzoek blijkt dat het ter bescherming van de financiële belangen van de Unie passend zou kunnen zijn voorzorgsmaatregelen te nemen, waarbij rekening gehouden wordt met de eerbiediging van procedurele en grondrechten, en de bescherming van klokkenluiders;

Motivering

Het amendement neemt een aanbeveling over van Transparency International.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 2 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) een ordonnateur van de Commissie of van een uitvoerend agentschap in het geval van een vermoeden van een ernstige beroepsfout, onregelmatigheden, fraude of een ernstige schending van een overeenkomst;

(b) een ordonnateur van de Commissie of van een uitvoerend agentschap in het geval van een vermoeden van een ernstige beroepsfout, onregelmatigheden, fraude, corruptie of een ernstige schending van een overeenkomst;

Motivering

Zoals aanbevolen door Transparency International.

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 2 – alinea 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) andere instellingen, organen of Europese bureaus in het geval van een vermoeden van een ernstige beroepsfout, onregelmatigheden, fraude of een ernstige schending van een overeenkomst.

(c) andere instellingen, organen of Europese bureaus in het geval van een vermoeden van een ernstige beroepsfout, onregelmatigheden, fraude, corruptie of een ernstige schending van een overeenkomst.

Motivering

Zoals aanbevolen door Transparency International.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in de eerste alinea, onder a), b) en c), bedoelde informatie wordt via het boekhoudsysteem van de Commissie onmiddellijk doorgegeven aan de ordonnateurs van de Commissie en van de uitvoerende agentschappen, alle andere instellingen, organen en Europese bureaus teneinde deze in staat te stellen bij de uitvoering van de begroting tijdelijke preventieve en conservatoire maatregelen te nemen. Deze maatregelen gaan niet verder dan hetgeen is bepaald in de voorwaarden van de aanbestedingsstukken.

De in de eerste alinea, onder a), b) en c), bedoelde informatie wordt via het boekhoudsysteem van de Commissie onmiddellijk doorgegeven aan de ordonnateurs van de Commissie en van de uitvoerende agentschappen, alle andere instellingen, organen en Europese bureaus teneinde deze in staat te stellen bij de uitvoering van de begroting maatregelen te nemen. Deze maatregelen gaan niet verder dan hetgeen is bepaald in de voorwaarden van de aanbestedingsstukken.

Motivering

Verduidelijking.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Ten behoeve van de in artikel 106, lid 1, onder b), d), e) en f), bedoelde situaties, wordt door de Commissie een instantie opgericht op verzoek van een ordonnateur van de Commissie of van een uitvoerend agentschap dan wel een gezamenlijke instantie op verzoek van andere instellingen, organen of Europese bureaus. De instantie past namens de Commissie en haar uitvoerende agentschappen, andere instellingen, organen of Europese bureaus de volgende procedure toe:

3. Ten behoeve van de in artikel 106, lid 1, onder b), d), e) en f), bedoelde situaties, wordt door de Commissie een instantie opgericht op verzoek van een ordonnateur van de Commissie of van een uitvoerend agentschap dan wel een gezamenlijke instantie op verzoek van andere instellingen, organen of Europese bureaus. Deze instantie wijst een vast bestuur op hoog niveau aan dat bestaat uit leden die deskundig zijn op technisch en juridisch gebied. De Commissie waarborgt dat de instantie onafhankelijk kan functioneren. De instantie past namens de Commissie en haar uitvoerende agentschappen, andere instellingen, organen of Europese bureaus de volgende procedure toe:

Motivering

Het amendement neemt bepaalde aanbevelingen over van Transparency International.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 3 – alinea 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) wanneer het verzoek van de ordonnateur onder meer is gebaseerd op de door OLAF verstrekte informatie, werkt OLAF met de instantie samen conform Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013;

(c) wanneer het verzoek van de ordonnateur onder meer is gebaseerd op de door OLAF verstrekte informatie, werkt OLAF met de instantie samen conform Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, waarbij rekening gehouden wordt met de eerbiediging van procedurele en grondrechten, en de bescherming van klokkenluiders;

Motivering

Het amendement neemt een aanbeveling over van Transparency International.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 3 – alinea 1 – letter f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f) de instantie kan op basis van het bewijs dat en de informatie die is ontvangen een besluit tot uitsluiting nemen en ook de duur van de uitsluiting bepalen en/of een financiële sanctie opleggen; daarbij neemt zij het evenredigheidsbeginsel in acht;

(f) de instantie kan op basis van het bewijs dat en de informatie die is ontvangen een besluit tot uitsluiting nemen en ook de duur van de uitsluiting bepalen en/of een financiële sanctie opleggen; daarbij neemt zij het evenredigheidsbeginsel in acht; de financiële sanctie beloopt tussen 2 % en 10 % van de totale waarde van de opdracht, onverminderd de oplegging van een schadevergoeding of andere contractuele sancties;

Motivering

Artikel 145 van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP), zoals dat door de Commissie tijdens de eerste ronde vergaderingen van de groep deskundigen was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die derhalve in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 3 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer het gaat om natuurlijke personen of wanneer de vertrouwelijkheid van het onderzoek of van een nationale gerechtelijke procedure moet worden gewaarborgd, kan de instantie beslissen af te zien van de in dit lid, eerste alinea, onder h), bedoelde bekendmaking van de uitsluiting of van de financiële sanctie, met inachtneming van het recht op privacy en met eerbiediging van de in Verordening (EG) nr. 45/2001 neergelegde rechten.

In uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer het gaat om natuurlijke personen of wanneer de vertrouwelijkheid van het onderzoek of van een nationale gerechtelijke procedure moet worden gewaarborgd, kan de instantie beslissen af te zien van de in dit lid, eerste alinea, onder h), bedoelde bekendmaking van de uitsluiting of van de financiële sanctie, met inachtneming van het recht op privacy en met eerbiediging van de in Verordening (EG) nr. 45/2001 neergelegde rechten. Onverminderd het bovenstaande, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad regelmatig van deze besluiten op de hoogte, met gebruikmaking van passende maatregelen om vertrouwelijkheid te waarborgen.

 

De aanbestedende dienst stelt maatregelen vast die nodig zijn om het besluit van de instantie ten uitvoer te leggen.

Motivering

Indien een publicatie van een besluit van de instantie niet mogelijk is moet de Commissie ten minste het Parlement en de Raad daarvan op de hoogte stellen. Voorts is een nieuwe alinea ingevoegd om het verband te verduidelijken tussen het besluit van de instantie en de tenuitvoerlegging daarvan door de ordonnateurs.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 4 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b) vijf jaar voor het in artikel 106, lid 1, onder d), bedoelde geval;

Schrappen

Motivering

De instantie moet de mogelijkheid hebben marktdeelnemer voorgoed uit te sluiten voor gevallen zoals bedoeld in artikel 106, lid 1, onder d): corruptie, financiering van terrorisme, mensenhandel, enz.

Amendement  37

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4 bis. De verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan marktdeelnemers bedraagt vijf jaar, gerekend vanaf een van de volgende data:

a) vanaf de datum waarop de fout is begaan of, bij voortduring of herhaling van de fout, de datum waarop het gedrag ophoudt in de in artikel 106, lid 1, onder b), c), d) en e) van deze verordening bedoelde gevallen; of

b) de datum van de definitieve rechterlijke beslissing of het definitief administratief besluit van een overheidsinstantie of van een internationale organisatie in de in artikel 106, lid 1, onder b), c) en d) van deze verordening bedoelde gevallen.

De verjaringstermijn wordt geschorst door enige actie van de Commissie of van een andere bij de tenuitvoerlegging van de begroting van de Unie betrokken entiteit, waarvan aan de marktdeelnemer kennis is gegeven en die betrekking heeft op het onderzoek of de gerechtelijke procedure. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen op de dag volgend op de schorsing.

Voor de toepassing van artikel 106, lid 1, onder f), van deze verordening is de verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan marktdeelnemers zoals vastgelegd in artikel 3 van Richtlijn (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van toepassing.

Motivering

Artikel 144, lid 2, van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP), zoals dat door de Commissie tijdens de eerste ronde vergaderingen van de deskundigengroep was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die derhalve in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen.

Amendement  38

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 4 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4 ter. Teneinde de uitsluiting en de duur daarvan, of de financiële sancties overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel vast te stellen, houdt de instantie rekening met de ernst van de situatie, onder meer met de gevolgen ervan voor de financiële belangen en de reputatie van de Unie, de tijd die is verstreken sinds de fout, de duur en herhaling van de fout, de opzet of mate van nalatigheid, de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen en eventuele andere verzachtende omstandigheden.

Motivering

Artikel 144, lid 1, van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP), zoals dat door de Commissie tijdens de eerste ronde vergaderingen van de groep deskundigen was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die derhalve in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen.

Amendement  39

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 5 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. De autoriteiten van de lidstaten en derde landen alsook de ECB, de EIB, het Europees Investeringsfonds en de entiteiten die deelnemen aan de uitvoering van de begroting overeenkomstig de artikelen 58 en 61:

5. De autoriteiten van de lidstaten en derde landen alsook de ECB, de EIB, het Europees Investeringsfonds en de entiteiten die deelnemen aan de uitvoering van de begroting overeenkomstig de artikelen 58 en 61, wanneer het gedrag van marktdeelnemers de financiële belangen van de Unie heeft geschaad:

Motivering

Verduidelijking van toepassingsgebied.

Amendement  40

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Wanneer de autoriteiten van de lidstaten deze voorschriften niet naleven, zijn zij aansprakelijk voor alle schade die daardoor aan de financiële belangen van de Unie is toegebracht.

Motivering

Invoering van een aanvullend sanctiemechanisme voor lidstaten die niet samenwerken met de Commissie in het kader van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting.

Amendement  41

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 5 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien de begroting wordt uitgevoerd in indirect beheer met derde landen, kan de Commissie een besluit tot uitsluiting nemen of een financiële sanctie opleggen overeenkomstig de procedure bedoeld in lid 3 van dit artikel, indien het overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder c), belaste derde land dit heeft nagelaten. Dit laat de verantwoordelijkheid onverlet van het derde land om te doen aan preventie, opsporing en correctie van onregelmatigheden en fraude krachtens artikel 60, lid 3.

Motivering

Aanpassing aan de praktijk van het EOF om te waarborgen dat de Commissie besluiten tot uitsluiting kan nemen wanneer de delegatieverkrijger dit nalaat.

Amendement  42

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake het systeem van de Unie ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, waaronder gestandaardiseerde procedures en de bekend te maken gegevens, de termijnen betreffende uitsluiting, de organisatie van de instantie, de duur van uitsluiting en de financiële sancties.

8. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake het systeem van de Unie ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, waaronder gestandaardiseerde procedures en de bekend te maken gegevens, de termijnen betreffende uitsluiting, de organisatie van de instantie, de criteria voor lidmaatschap van de instantie, de selectieprocedure voor leden van de instantie, de preventie en het beheer van belangenconflicten van leden van de instantie, de duur van uitsluiting en de financiële sancties.

Motivering

Zoals aanbevolen door Transparency International.

Amendement  43

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 110 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) de gegadigde of inschrijver voldoet aan de selectiecriteria die zijn vastgesteld in de aanbestedingsstukken.

(c) de gegadigde of inschrijver voldoet aan de selectiecriteria die zijn vastgesteld in de aanbestedingsstukken en heeft geen conflicterende belangen die de uitvoering van het contract negatief kunnen beïnvloeden.

Amendement  44

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artkel 110 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Voor de gunning van opdrachten baseert de aanbestedende dienst zich op de economisch meest voordelige inschrijving.

2. Voor de gunning van opdrachten baseert de aanbestedende dienst zich op de economisch meest voordelige inschrijving overeenkomstig artikel 67 van Richtlijn 2014/24/EU.

Motivering

Zoals aanbevolen door de Rekenkamer.

Amendement  45

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 110 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis. De aanbestedende dienst kan besluiten de opdracht niet te gunnen aan de inschrijver die de economisch meest voordelige inschrijving ingediend heeft, wanneer de dienst vastgesteld heeft dat de inschrijver niet voldoet aan de toepasselijke verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van de Uniewetgeving, nationale wetgeving, collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage X bij Richtlijn 2014/24/EU vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht.

 

Motivering

Zoals aanbevolen door de Rekenkamer.

Amendement  46

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 111 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Wanneer dit passend en evenredig wordt geacht, kan de aanbestedende dienst, om te waarborgen dat de inschrijvers de door hen ingediende inschrijvingen gestand doen, een voorafgaande garantie verlangen.

3. Wanneer dit passend en evenredig wordt geacht, kan de aanbestedende dienst, om te waarborgen dat de inschrijvers de door hen ingediende inschrijvingen gestand doen, een voorafgaande garantie verlangen. De vereiste garantie is evenredig aan de geraamde waarde van de opdracht en wordt op een zeer laag niveau vastgesteld om discriminatie van verschillende marktdeelnemers te voorkomen.

Motivering

Zoals aanbevolen door de Rekenkamer.

Amendement  47

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 112 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Zolang de aanbestedingsprocedure loopt, mogen de contacten tussen de aanbestedende dienst en de gegadigden of inschrijvers slechts plaatshebben onder voorwaarden die transparantie en een gelijke behandeling garanderen. Na de uiterste datum voor ontvangst van inschrijvingen mogen deze contacten niet leiden tot een wijziging van de aanbestedingsstukken of tot wezenlijke veranderingen in de voorwaarden van de ingediende inschrijving, behalve wanneer in het kader van een in artikel 104, lid 1, bedoelde procedure uitdrukkelijk wordt voorzien in deze mogelijkheid.

1. Zolang de aanbestedingsprocedure loopt, mogen de contacten tussen de aanbestedende dienst en de gegadigden of inschrijvers slechts plaatshebben onder voorwaarden die transparantie, gelijke behandeling en goed bestuur, zoals bedoeld in artikel 96, garanderen. Na de uiterste datum voor ontvangst van inschrijvingen mogen deze contacten niet leiden tot een wijziging van de aanbestedingsstukken of tot wezenlijke veranderingen in de voorwaarden van de ingediende inschrijving, behalve wanneer in het kader van een in artikel 104, lid 1, bedoelde procedure uitdrukkelijk wordt voorzien in deze mogelijkheid.

Amendement  48

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 4

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 114bis – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. De aanbestedende dienst mag, zonder nieuwe aanbestedingsprocedure, een overeenkomst of raamovereenkomst slechts wezenlijk wijzigen in de gevallen die zijn vastgesteld in de overeenkomstig deze verordening aangenomen gedelegeerde handelingen en mits de wezenlijke wijziging het voorwerp van de overeenkomst of de raamovereenkomst niet wijzigt.

2. De aanbestedende dienst mag, zonder nieuwe aanbestedingsprocedure, een overeenkomst of raamovereenkomst slechts wijzigen in de gevallen die zijn vastgesteld in lid 2 bis, of in de overeenkomstig deze verordening aangenomen gedelegeerde handelingen en mits de wijziging het voorwerp of de algemene aard van de overeenkomst of de raamovereenkomst niet wijzigt.

Motivering

Amendement 20 bijgewerkt met een aanvullende verwijzing naar lid 2 bis, na de invoeging daarvan. Einde van de zin aangepast aan artikel 72, lid 1, van Richtlijn 2014/24/EU.

Amendement  49

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 4

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 114bis – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2 bis. Een overeenkomst of een specifieke overeenkomst kan zonder nieuwe aanbestedingsprocedure gewijzigd worden in de volgende gevallen:

 

a) wanneer aanvullende werken, leveringen of diensten door de oorspronkelijke contractant noodzakelijk zijn geworden die niet in de oorspronkelijke aanbesteding opgenomen waren, en aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

 

i) een verandering van contractant niet mogelijk is om technische redenen in verband met eisen van uitwisselbaarheid of interoperabiliteit met bestaande uitrusting, diensten of installaties;

 

ii) een verandering van contractant aanzienlijke extra kosten voor de aanbestedende dienst veroorzaakt;

 

iii) prijsverhogingen, inclusief de netto cumulatieve waarde van achtereenvolgende wijzigingen, niet meer bedragen dan 50 % van de oorspronkelijke waarde van de opdracht;

 

b) indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

 

i) de behoefte aan wijziging is het gevolg van omstandigheden die een zorgvuldig handelende aanbestedende dienst niet kon voorzien;

 

ii) prijsverhogingen niet meer bedragen dan 50 % van de oorspronkelijke waarde van de opdracht;

 

c) indien het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager is dan elk van de volgende bedragen:

 

i) de ten tijde van de wijziging toepasselijke drempelwaarden die zijn vastgelegd in artikel 118, lid 1, en in de uit hoofde van artikel 190, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handelingen op het gebied van extern optreden; alsmede

 

ii) 10 % van de waarde van de oorspronkelijke leverings-, diensten- en concessieovereenkomsten (werken of diensten) en minder dan 15 % van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken;

 

De letters a) en c) van de eerste alinea kunnen ook van toepassing zijn op raamovereenkomsten.

 

In de oorspronkelijke waarde van de overeenkomst wordt geen rekening gehouden met prijswijzigingen.

 

De netto cumulatieve waarde van meerdere achtereenvolgende wijzigingen op grond van de eerste alinea, onder c), bedraagt niet meer dan de daarin vermelde drempelwaarden.

 

De aanbestedende dienst past de ex-post-bekendmakingsmaatregelen toe, zoals bedoeld in artikel 103, lid 1.

Motivering

Op aanbeveling van de Rekenkamer is artikel 162 van het ontwerp gedelegeerde handeling (RAP), zoals dat gepresenteerd is door de Commissie tijdens de eerste ronde van vergaderingen van de groep deskundigen, vanwege zijn essentiële bepalingen op het niveau van het Financieel Reglement gebracht.

Amendement  50

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 4

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 115 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) na de betaling van het saldo de volledige uitvoering van de opdracht te waarborgen.

(c) tijdens de termijn van contractuele aansprakelijkheid de volledige uitvoering van de opdracht te waarborgen.

Motivering

Aanpassing aan de internationaal gebruikelijke praktijk/ correctie van een technische fout: in sommige gevallen vindt de betaling van het saldo aan het einde van de overeenkomst plaats.

Amendement  51

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 5

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 118 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Onder voorbehoud van de uitzonderingen en voorwaarden die zijn vastgesteld in de overeenkomstig deze verordening aangenomen gedelegeerde handelingen, wordt bij opdrachten die de in lid 1 bedoelde drempelwaarden overschrijden de overeenkomst of de raamovereenkomst met de geselecteerde inschrijver pas door de aanbestedende dienst ondertekend wanneer een wachttermijn is verstreken.

2. Onder voorbehoud van de uitzonderingen en voorwaarden die zijn vastgesteld in de overeenkomstig deze verordening aangenomen gedelegeerde handelingen, wordt bij opdrachten die de in lid 1 bedoelde drempelwaarden overschrijden de overeenkomst of de raamovereenkomst met de geselecteerde inschrijver pas door de aanbestedende dienst ondertekend wanneer een wachttermijn is verstreken. Overeenkomsten die ondertekend zijn voor het einde van de wachttermijn, zijn nietig.

Motivering

Zoals aanbevolen door de Rekenkamer.

Amendement  52

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 10 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 139 – lid 5

 

Bestaande tekst

Amendement

(10 bis) In artikel 139 wordt lid 5 vervangen door:

5. Wanneer financieringsinstrumenten worden uitgevoerd in gedeeld beheer met lidstaten worden de op deze instrumenten toe te passen bepalingen, met inbegrip van regels inzake bijdragen aan financieringsinstrumenten die direct of indirect worden beheerd in overeenstemming met deze titel, vastgelegd in de in artikel 175 genoemde verordeningen.

"5. Wanneer financieringsinstrumenten worden uitgevoerd in gedeeld beheer met lidstaten worden de op deze instrumenten toe te passen bepalingen, met inbegrip van regels inzake bijdragen aan financieringsinstrumenten die direct of indirect worden beheerd in overeenstemming met deze titel, vastgelegd in de in artikel 175 genoemde verordeningen. Onverminderd het bovenstaande is artikel 140, lid 8, ook van toepassing op financieringsinstrumenten in gedeeld beheer."

Motivering

Een geharmoniseerde en volledige rapportage over alle financieringsinstrumenten, ongeacht of zij in direct, gedeeld of indirect beheer uitgevoerd worden, is cruciaal om de begrotingsautoriteit in staat te stellen haar toetsingsfunctie te vervullen.

Amendement  53

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 139 – lid 5 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 bis. Er wordt geen financiële steun verleend voor specifieke investeringsinstrumenten, aan financiële intermediairs of aan eindontvangers die in een van de in artikel 106, lid 1, onder a), b) en d), en artikel 107, lid 1, onder b) en c), bedoelde situaties verkeren.

5 bis. Er wordt geen financiële steun verleend voor specifieke investeringsinstrumenten, aan financiële intermediairs of aan eindontvangers die in een van de in artikel 106, lid 1, onder a), b), c) en d), en artikel 107, lid 1, onder b) en c), bedoelde situaties verkeren.

Motivering

Socialezekerheidsfraude, belastingfraude en belangenconflicten moeten ook uitsluitingscriteria voor financiële instrumenten zijn.

Amendement  54

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 162 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

(11 bis) In artikel 162 wordt lid 1 vervangen door:

1. De Rekenkamer doet uiterlijk op 30 juni aan de Commissie en de betrokken instellingen de opmerkingen toekomen die naar haar mening in het jaarverslag dienen te worden opgenomen. Die opmerkingen zijn vertrouwelijk en het voorwerp van een contradictoire procedure. Alle instellingen zenden hun antwoorden uiterlijk op 15 oktober toe aan de Rekenkamer. Tegelijkertijd zenden de andere instellingen hun antwoord aan de Commissie.

"1. De Rekenkamer doet uiterlijk op 30 juni aan de Commissie en de betrokken instellingen de opmerkingen toekomen die naar haar mening in het jaarverslag dienen te worden opgenomen. Die opmerkingen zijn vertrouwelijk en het voorwerp van een contradictoire procedure. Zij worden niettemin op verzoek ter beschikking gesteld aan het Europees Parlement, indien nodig op vertrouwelijke basis. Alle instellingen zenden hun antwoorden uiterlijk op 15 oktober toe aan de Rekenkamer. Tegelijkertijd zenden de andere instellingen hun antwoord aan de Commissie.

Amendement  55

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 ter (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 163 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

(11 ter) In artikel 163 wordt lid 1 vervangen door:

1. De Rekenkamer deelt aan de betrokken instelling of het betrokken orgaan alle opmerkingen mede die naar haar mening in een speciaal verslag dienen te worden opgenomen. Die opmerkingen zijn vertrouwelijk en het voorwerp van een contradictoire procedure.

"1. De Rekenkamer deelt aan de betrokken instelling of het betrokken orgaan alle opmerkingen mede die naar haar mening in een speciaal verslag dienen te worden opgenomen. Die opmerkingen zijn vertrouwelijk en het voorwerp van een contradictoire procedure.

De betrokken instelling of het betrokken orgaan stelt de Rekenkamer binnen twee en een halve maand na toezending van deze opmerkingen in kennis van haar eventuele antwoorden op deze opmerkingen.

De betrokken instelling of het betrokken orgaan stelt de Rekenkamer in het algemeen binnen vijf weken na toezending van deze opmerkingen in kennis van haar eventuele antwoorden op deze opmerkingen.

 

In de antwoorden van de betrokken instelling of het betrokken orgaan wordt rechtstreeks en uitsluitend op die opmerkingen ingegaan.

De Rekenkamer stelt in de maand die volgt op de ontvangst van de antwoorden van de betrokken instelling of het betrokken orgaan de definitieve tekst van het betrokken speciaal verslag vast.

De Rekenkamer zorgt ervoor dat speciale verslagen opgesteld en vastgesteld worden binnen een passende termijn die, in het algemeen, niet langer duurt dan twaalf maanden.

De speciale verslagen worden samen met de antwoorden van de betrokken instellingen of organen onverwijld ter kennis gebracht van het Europees Parlement en de Raad, die elk, eventueel samen met de Commissie, bepalen welk gevolg eraan moet worden gegeven.

De speciale verslagen worden samen met de antwoorden van de betrokken instellingen of organen onverwijld ter kennis gebracht van het Europees Parlement en de Raad, die elk, eventueel samen met de Commissie, bepalen welk gevolg eraan moet worden gegeven.

De Rekenkamer neemt de nodige maatregelen opdat de antwoorden van de betrokken instellingen en organen op haar opmerkingen samen met het speciaal verslag worden gepubliceerd.

De Rekenkamer neemt de nodige maatregelen opdat de antwoorden van de betrokken instellingen en organen op haar opmerkingen, alsmede het tijdschema voor het opstellen van het speciaal verslag, samen met het speciaal verslag worden gepubliceerd."

Motivering

Amendement 22 bijgewerkt.

Amendement  56

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 quater (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 164

 

Bestaande tekst

Amendement

(11 quater) Artikel 164 wordt vervangen door:

1. Vóór 15 mei van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n.

"1. Vóór 15 mei van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, kwijting aan de in de artikelen 208 en 209 vermelde instellingen en organen van de Unie voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n.

2. Indien de in lid 1 bedoelde datum niet in acht kan worden genomen, deelt het Europees Parlement of de Raad de Commissie de redenen mede waarom het besluit moest worden uitgesteld.

2. Indien de in lid 1 bedoelde datum niet in acht kan worden genomen, deelt het Europees Parlement of de Raad de betrokken instellingen en organen de redenen mede waarom het besluit moest worden uitgesteld.

3. Ingeval het Europees Parlement het besluit waarbij kwijting wordt verleend uitstelt, tracht de Commissie zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de factoren die dat besluit in de weg staan, op te heffen.

3. Ingeval het Europees Parlement het besluit waarbij kwijting wordt verleend uitstelt, trachten de betrokken instellingen en organen zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de factoren die dat besluit in de weg staan, op te heffen."

Amendement  57

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 quinquies (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 165 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

(11 quinquies) In artikel 165 wordt lid 3 vervangen door:

3. De Commissie verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 319 VWEU.

"3. De in de artikelen 208 en 209 vermelde instellingen en organen van de Unie verstrekken het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 319 VWEU."

Amendement  58

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 sexies (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 166

 

Bestaande tekst

Amendement

(11 sexies) Artikel 166 wordt vervangen door:

1. Overeenkomstig artikel 319 VWEU en artikel 106 bis van het Euratomverdrag stellen de Commissie en de andere instellingen alles in het werk om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat en de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbeveling tot kwijting vergezeld gaat.

"1. Overeenkomstig artikel 319 VWEU en artikel 106 bis van het Euratomverdrag stellen de Commissie en de andere instellingen en organen vermeld in de artikelen 208 en 209 alles in het werk om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat en de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbeveling tot kwijting vergezeld gaat.

2. Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengen de instellingen verslag uit over de maatregelen die naar aanleiding van deze opmerkingen zijn genomen, met name over de instructies die door de instellingen zijn gegeven aan hun diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. De lidstaten werken met de Commissie samen door haar de maatregelen mede te delen die zij hebben genomen om aan deze opmerkingen gevolg te geven, zodat de Commissie hiermee in haar verslag rekening kan houden. De verslagen van de instellingen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden.

2. Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengen de bovenvermelde instellingen en organen verslag uit over de maatregelen die naar aanleiding van deze opmerkingen zijn genomen, met name over de instructies die door de instellingen zijn gegeven aan hun diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. De lidstaten werken met de Commissie samen door haar de maatregelen mede te delen die zij hebben genomen om aan deze opmerkingen gevolg te geven, zodat de Commissie hiermee in haar verslag rekening kan houden. De verslagen van de instellingen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden.

Amendement  59

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 13

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 190 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de aanbestedingen voor externe maatregelen.

1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de aanbestedingen voor externe maatregelen. Deze regels bevatten specifieke bepalingen betreffende aanbestedingen voor civiele missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) om ervoor te zorgen dat de operaties snel en flexibel kunnen verlopen, waarbij met name aangepaste spoedprocedures worden vastgesteld die voor alle civiele GVDB-missies gelden.

Motivering

GVDB-missies opereren per definitie in een crisis- of postcrisisomgeving en binnen een beperkte termijn. De algemene EU-regels inzake overheidsopdrachten zijn niet aangepast aan deze situaties en de toepassing ervan is de oorzaak van aanzienlijke vertraging en inefficiëntie. De bestaande flexibiliteitsbepalingen per geval toepassen pakt dit probleem ontoereikend aan. Daarom moeten via een gedelegeerde handeling specifieke regels worden vastgesteld, waarbij ter dege rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van civiele crisisbeheersing.

Amendement  60

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 208 – lid 1 – alinea 3 bis (nieuw)

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(14 bis) Aan lid 1 van artikel 208, wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"Met het oog op consistentie stellen organen van de Unie die zichzelf geheel financieren, en waarop deze verordening niet van toepassing is, in voorkomend geval soortgelijke regels vast. Voorts is het noodzakelijk te waarborgen dat de vergoedingen worden vastgesteld op een passende hoogte om de kosten van de dienstverlening te dekken en grote overschotten te voorkomen. In geval van overschotten wordt het geld opgenomen in de begroting."

Amendement  61

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 14 ter (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 209

 

Bestaande tekst

Amendement

(14 ter) Artikel 209 wordt vervangen door:

De bij een basishandeling opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd, stellen hun financiële regels vast.

"1. De bij een basishandeling opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd, stellen hun financiële regels vast.

Deze regels omvatten een geheel van beginselen dat een goed financieel beheer van de middelen van de Unie waarborgt.

Deze regels omvatten een geheel van beginselen dat een goed financieel beheer van de middelen van de Unie waarborgt.

De Commissie is bevoegd door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 210 een financiële modelregeling op basis van artikel 60 vast te stellen waarin de beginselen die noodzakelijk zijn om te komen tot een goed financieel beheer van de middelen van de Unie worden vastgelegd.

De Commissie is bevoegd door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 210 een financiële modelregeling op basis van artikel 60 vast te stellen waarin de beginselen die noodzakelijk zijn om te komen tot een goed financieel beheer van de middelen van de Unie worden vastgelegd.

De financiële regels voor deze organen wijken slechts van de financiële modelregeling af voor zover hun specifieke behoeften zulks vereisen, en met voorafgaande instemming van de Commissie.

De financiële regels voor deze organen wijken slechts van de financiële modelregeling af voor zover hun specifieke behoeften zulks vereisen, en met voorafgaande instemming van de Commissie.

 

2. De kwijting voor de uitvoering van de begroting van de in lid 1 bedoelde organen wordt verleend door het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. De in lid 1 bedoelde organen werken volledig samen met de instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn, en verstrekt, waar nodig, de vereiste aanvullende informatie, onder meer in de vergaderingen van de relevante organen.

 

3. Ten aanzien van de in lid 1 bedoelde organen oefent de intern controleur van de Commissie dezelfde bevoegdheden uit als die welke hij uitoefent met betrekking tot de Commissie.

 

4. Een onafhankelijke extern controleur verifieert dat de jaarrekeningen van elk van de in lid 1 bedoelde organen de inkomsten, uitgaven en financiële positie van het desbetreffende orgaan correct weergeven, voordat deze in de eindrekeningen van de Commissie worden geconsolideerd, of uiterlijk op de datum die in de financiële regels van de relevante organen is vastgelegd. Tenzij anders is bepaald in de basishandeling tot oprichting van een in lid 1 bedoeld orgaan, bereidt de Rekenkamer een speciaal jaarverslag voor over elk orgaan overeenkomstig de eisen van artikel 287, lid 1, VWEU. Bij de voorbereiding van dit verslag houdt de Rekenkamer rekening met de controlewerkzaamheden van de onafhankelijke extern controleur en de maatregelen die naar aanleiding van zijn bevindingen zijn genomen."

Motivering

Het amendement zorgt voor de omzetting van de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de afzonderlijke kwijtingsprocedure voor gemeenschappelijke ondernemingen overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement (29 mei 2014), zoals bevestigd door alle betrokkenen tijdens de rondetafelbijeenkomst van 13 november 2014 over controle en kwijting van gemeenschappelijke ondernemingen.

  • [1]  PB C 52 van12.02.2015, blz.1.

ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (27.1.2015)

aan de Begrotingscommissie

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie
(COM(2014)0358 – C8-0029/2014 – 2014/0180(COD))

Rapporteur voor advies: Christian Ehler

BEKNOPTE MOTIVERING

De Commissie heeft bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel ingediend dat tot doel heeft de financiële regels af te stemmen op de bepalingen van nieuwe richtlijnen betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten. Dit voorstel bevat een wijziging van artikel 190 (Opdrachten voor externe maatregelen), die relevant is voor de Commissie buitenlandse zaken.

De verplichting om de algemene EU-regels inzake overheidsopdrachten toe te passen op crisisbeheersingsoperaties in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en met name op de civiele missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB), is immers de oorzaak van aanzienlijke vertraging bij de aanschaf van essentiële goederen en diensten, wat grote negatieve gevolgen heeft voor de werking van de missies.

GVDB-missies opereren per definitie in een crisisomgeving en binnen een beperkte termijn. Ze worden in gang gezet door een unaniem besluit van de Raad, waarbij wordt erkend dat een snelle reactie op een crisissituatie noodzakelijk is. De toepassing van de bestaande financiële regels, die eerder bedoeld zijn voor de werking van de Europese interne markt dan voor crisissituaties in landen zoals Mali of Zuid-Sudan, houdt in de praktijk evenwel in dat essentiële goederen vaak pas meer dan zes maanden na de lancering van een aanbesteding worden geleverd.

Hier staat de geloofwaardigheid van de EU op het internationaal toneel op het spel, op een ogenblik waarop de Unie belangrijke toezeggingen doet voor vrede en veiligheid, zoals in Georgië in 2008. Vaak staat ook de veiligheid van het eigen personeel op het spel omdat essentiële uitrusting zoals gepantserde voertuigen ontbreekt. De Rekenkamer heeft deze gevaarlijke inefficiëntie aangeklaagd in haar speciaal verslag van 2012 over de bijstand van de EU aan Kosovo, waarin zij concludeert dat de in het Financieel Reglement vastgelegde aanbestedingsprocedures "niet gericht zijn op GVDB-missies ..., waarbij het soms nodig is snel en flexibel te reageren".

De Commissie buitenlandse zaken is daarom van mening dat er specifieke regels moeten worden ingevoerd voor GVDB-missies, die per definitie opereren in een crisis- of postcrisisomgeving. Dit standpunt sluit aan bij de conclusies van de Europese Raad van december 2013, waarin "de Commissie, de hoge vertegenwoordiger en de lidstaten" worden verzocht "ervoor te zorgen dat de procedures en voorschriften voor civiele missies de Unie in staat stellen flexibeler op te treden en sneller civiele EU-missies op de been te brengen".

Hoewel de commissie alle inspanningen steunt om de efficiëntie onder de huidige regels te vergroten, is zij van mening dat enkel een specifieke set regels met flexibelere procedures, waarbij wordt afgestapt van de huidige benadering per geval, een snelle inzet kan waarborgen die past bij de logistieke behoeften en veiligheidseisen. Dergelijke regels moeten, rekening houdend met de belangrijkste veiligheidsdoelstellingen van de EU, zorgen voor een passende bescherming van de financiële belangen van de Unie, wat op zijn beurt moet leiden tot een beter, effectiever en efficiënter financieel beheer.

Daarnaast zijn andere wijzigingen van de financiële regels aangewezen om de efficiëntie van GVDB-missies te vergroten, maar het Parlement kan deze echter niet in het kader van dit voorstel behandelen. Meer bepaald zou de Commissie moeten overwegen artikel 56 te wijzigen om bevoegdheden tot uitvoering van de begroting te delegeren aan de civiele operationele commandant, net zoals zij dat gedaan heeft voor de hoofden van de EU-delegaties. Door deze wijziging zouden GVDB-missies sneller en flexibeler op de been kunnen worden gebracht en werken, waardoor ze hun mandaat efficiënter kunnen uitvoeren en beter aangepast zijn aan de crisisomgeving waarin ze opereren.

AMENDEMENTEN

De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 13

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 190 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de aanbestedingen voor externe maatregelen.

1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 210 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende nadere bepalingen inzake de aanbestedingen voor externe maatregelen. Deze regels bevatten specifieke bepalingen betreffende aanbestedingen voor civiele missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) om ervoor te zorgen dat de operaties snel en flexibel kunnen verlopen, waarbij met name aangepaste spoedprocedures worden vastgesteld die voor alle civiele GVDB-missies gelden.

Motivering

GVDB-missies opereren per definitie in een crisis- of postcrisisomgeving en binnen een beperkte termijn. De algemene EU-regels inzake overheidsopdrachten zijn niet aangepast aan deze situaties en de toepassing ervan is de oorzaak van aanzienlijke vertraging en inefficiëntie. De bestaande flexibiliteitsbepalingen per geval toepassen pakt dit probleem ontoereikend aan. Daarom moeten via een gedelegeerde handeling specifieke regels worden vastgesteld, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van civiele crisisbeheersing.

PROCEDURE

Titel

Financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

Document- en procedurenummers

COM(2014)0358 – C8-0029/2014 – 2014/0180(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

BUDG

3.7.2014

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

AFET

3.7.2014

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Christian Ehler

22.9.2014

Behandeling in de commissie

3.12.2014

 

 

 

Datum goedkeuring

26.1.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

44

3

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Michèle Alliot-Marie, Petras Auštrevičius, Goffredo Maria Bettini, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Arnaud Danjean, Mark Demesmaeker, Eugen Freund, Michael Gahler, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Afzal Khan, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Ilhan Kyuchyuk, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, Andrejs Mamikins, Ramona Nicole Mănescu, David McAllister, Tamás Meszerics, Francisco José Millán Mon, Javier Nart, Alojz Peterle, Tonino Picula, Cristian Dan Preda, Jozo Radoš, Jacek Saryusz-Wolski, Alyn Smith, Jaromír Štětina, Charles Tannock, Eleni Theocharous, László Tőkés, Ivo Vajgl, Johannes Cornelis van Baalen

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Christian Ehler, Mariya Gabriel, Ana Gomes, Liisa Jaakonsaari, Traian Ungureanu, Janusz Zemke

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Jonás Fernández, Ramón Jáuregui Atondo, Liliana Rodrigues

ADVIES van de Commissie begrotingscontrole (27.1.2015)

aan de Begrotingscommissie

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie
(COM(2014)0358 – C8‑0029/2014 – 2014/0180(COD))

Rapporteur voor advies: Tamás Deutsch

AMENDEMENTEN

De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis) Openbare aanbestedingen moeten er aan bijdragen dat EU-middelen op een effectieve, transparante en passende manier worden besteed: in dit verband zouden aanbestedingsprocedures online moeten plaatsvinden, omdat dit veel geld zou besparen in vergelijking met conventionele aanbestedingsprocedures en tevens zou zorgen voor betere toegang tot deze procedures voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis) Het is wenselijk om verschillende gevallen die doorgaans als "belangenconflictsituaties" worden aangeduid te identificeren en afzonderlijk te behandelen. Het begrip "belangenconflict" dient uitsluitend te worden gebruikt voor gevallen waarbij een ambtenaar of personeelslid van een EU-instelling zich in een dergelijke situatie bevindt. Wanneer een marktdeelnemer tracht om een procedure onrechtmatig te beïnvloeden of om vertrouwelijke informatie te verkrijgen, dient dit te worden behandeld als "ernstige beroepsfout". Tot slot kunnen marktdeelnemers zich in een situatie bevinden waarbij zij een contract niet ten uitvoer kunnen leggen als gevolg van een beroepsmatig belangenconflict. Zo dient een bedrijf geen project te evalueren waaraan het zelf heeft deelgenomen en mag een controleur niet in de positie verkeren dat hij rekeningen controleert die hij eerder zelf heeft gecertificeerd.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 29 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(29 bis) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde beginselen in acht, met name de artikelen 47 en 50 daarvan, waarin wordt bepaald dat het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen geëerbiedigd moet worden en dat eenieder recht heeft op een doeltreffende voorziening in rechte en een eerlijk proces, het recht op verdediging en het recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 60 – lid 7

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 bis) Artikel 60, lid 7, wordt vervangen door:

7. De leden 5 en 6 zijn niet van toepassing op de bijdrage van de Unie aan entiteiten die het voorwerp zijn van een afzonderlijke kwijtingsprocedure uit hoofde van artikel 208.

7. De leden 5 en 6 zijn niet van toepassing op de bijdrage van de Unie aan entiteiten die het voorwerp zijn van een afzonderlijke kwijtingsprocedure uit hoofde van artikel 208 en 209.

Motivering

Het Financieel Reglement moet worden gewijzigd in verband met de Gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de afzonderlijke kwijtingsprocedure voor gemeenschappelijke ondernemingen overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement (29 mei 2014).

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 1 ter (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 99 – lid 5

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(1 ter) Artikel 99, lid 5, wordt vervangen door:

5. De instelling zendt het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een overzicht toe van het aantal en de soorten uitgevoerde interne controles, de gedane aanbevelingen en het gevolg dat aan die aanbevelingen is gegeven.

5. De instelling brengt jaarlijks op verzoek van het Parlement verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitgevoerde interne controles, en verstrekt daarbij informatie over het aantal en de soorten van deze controles, de gedane aanbevelingen en het gevolg dat aan die aanbevelingen is gegeven.

Motivering

Overeenkomstig de laatste zin van artikel 319, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: "De Commissie verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle nodige inlichtingen." Het Financieel Reglement moet op zodanige wijze zijn geformuleerd dat de tenuitvoerlegging van deze verdragsbepaling niet wordt gehinderd.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 1 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d) hij is betrokken bij fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie, het witwassen van geld, financiering van terrorisme, met terrorisme verband houdende delicten, kinderarbeid of andere vormen van mensenhandel, zoals blijkt uit bewijsmateriaal en is vastgesteld door de in artikel 108 bedoelde instantie of in een definitieve rechterlijke beslissing;

(d) hij is betrokken bij fraude, belastingfraude, belastingontduiking, waaronder via onbelaste offshore constructies, misbruik van bedrijfsactiva, verduistering van overheidsgelden, corruptie, deelname aan een criminele organisatie, het witwassen van geld, financiering van terrorisme, met terrorisme verband houdende delicten, kinderarbeid of andere vormen van mensenhandel, zoals blijkt uit bewijsmateriaal en is vastgesteld door de in artikel 108 bedoelde instantie of in een definitieve rechterlijke beslissing;

Motivering

Eén van de belangrijkste beginselen en doelstellingen van het Financieel Reglement is de bescherming van de financiële belangen van de Unie. De EU heeft herhaaldelijk aangegeven zich te willen inzetten voor de bestrijding van belastingfraude en -ontduiking. Uit statistische gegevens blijkt dat de omvang van de schaduweconomie in de EU overeenkomt met bijna een vijfde van het BBP. Tevens blijven tientallen miljarden euro offshore, vaak ongeregistreerd en onbelast. Het intensiveren van de strijd tegen belastingfraude en -ontduiking is niet alleen nodig om het verlies van inkomsten te voorkomen, maar is ook een kwestie van eerlijkheid. De bescherming van de financiële belangen van de Unie kan worden versterkt door belastingontduiking op te nemen als reden voor uitsluiting bij openbare aanbestedingen door de instellingen van de Unie.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Bewijs dat een marktdeelnemer in een van de in lid 1 genoemde uitsluitingssituaties verkeert kan het volgende omvatten:

 

a) feiten die zijn vastgesteld in het kader van controles of onderzoek door de Rekenkamer, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) of interne controle, of enige andere verificatie, audit of controle uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de aanbestedende dienst;

 

b) administratieve besluiten, met inbegrip van disciplinaire maatregelen genomen door het bevoegde toezichthoudend orgaan verantwoordelijk voor de verificatie van de toepassing van normen inzake beroepsethiek, besluiten van de ECB, van de EIB, van internationale organisaties, of van de Commissie in verband met schending van de mededingingsregels van de Unie of van een nationale bevoegde autoriteit.

Motivering

Artikel 140, lid 1, van het ontwerp van gedelegeerde handeling, zoals dat door de Commissie tijdens de eerste ronde van vergaderingen van deskundigengroepen was gepresenteerd, bevat enkele essentiële bepalingen die dan ook in het Financieel Reglement zelf moeten worden opgenomen om duidelijk te maken dat de bepaling van toepassing moet zijn op bewijs voor alle gronden voor uitsluiting.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 106 – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Behalve in de in lid 1, onder d), bedoelde gevallen, kan de aanbestedende dienst beslissen de betrokken marktdeelnemer niet uit te sluiten wanneer die marktdeelnemer corrigerende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen.

3. Behalve in de in lid 1, onder d), bedoelde gevallen, kan de in artikel 108 bedoelde instantie beslissen de betrokken marktdeelnemer niet uit te sluiten wanneer die marktdeelnemer corrigerende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Ten behoeve van de in artikel 106, lid 1, onder b), d), e) en f), bedoelde situaties, wordt door de Commissie een instantie opgericht op verzoek van een ordonnateur van de Commissie of van een uitvoerend agentschap dan wel een gezamenlijke instantie op verzoek van andere instellingen, organen of Europese bureaus. De instantie past namens de Commissie en haar uitvoerende agentschappen, andere instellingen, organen of Europese bureaus de volgende procedure toe:

3. Ten behoeve van de in artikel 106, lid 1, onder b), d), e) en f), bedoelde situaties, wordt door de Commissie een neutrale en politiek onafhankelijke instantie opgericht op verzoek van een ordonnateur van de Commissie of van een uitvoerend agentschap dan wel een gezamenlijke instantie op verzoek van andere instellingen, organen of Europese bureaus. De instantie of gezamenlijke instantie wijst een permanent orgaan op hoog niveau aan en bestaat uit leden die deskundig zijn op technisch en juridisch gebied. De Commissie waarborgt dat de instantie of de gezamenlijke instantie onafhankelijk kan functioneren. De instantie of gezamenlijke instantie past namens de Commissie en haar uitvoerende agentschappen, andere instellingen, organen of Europese bureaus de volgende procedure toe:

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 4 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De uitsluiting moet permanent zijn in geval van illegale activiteiten in het kader van georganiseerde misdaad.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 4 – alinea 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan marktdeelnemers bedraagt tien jaar, gerekend vanaf een van de volgende data:

 

a) de datum waarop de fout is begaan of, bij voortduring of herhaling van de fout, de datum waarop het gedrag ophoudt in de in artikel 106, lid 1, onder b), c), d) en e) bedoelde gevallen;

 

b) de datum van de einduitspraak van een nationale rechterlijke instantie of het definitief administratief besluit van een overheidsinstantie of van een internationale organisatie in de in artikel 106, lid 1, onder b), c) en d) bedoelde gevallen.

 

De verjaringstermijn wordt geschorst door enige actie van de Commissie of van een andere bij de tenuitvoerlegging van de begroting van de Unie betrokken entiteit, waarvan aan de marktdeelnemer kennis is gegeven en die betrekking heeft op het onderzoek of de gerechtelijke procedure. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen op de dag volgend op de schorsing.

 

Voor de toepassing van artikel 106, lid 1, onder f), van deze verordening is de verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan marktdeelnemers zoals vastgelegd in artikel 3 van Richtlijn (EG, Euratom) nr. 2988/95* van de Raad van toepassing.

 

__________________

 

* Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Teneinde de uitsluiting en de duur daarvan en/of de financiële sancties vast te stellen overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, houdt de instantie rekening met de ernst van de situatie, waaronder de gevolgen ervan voor de financiële belangen en de reputatie van de Unie, de tijd die is verstreken sinds de fout, de duur en herhaling van de fout, de opzet of mate van nalatigheid, de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen of eventuele andere verzachtende omstandigheden.

Motivering

De bepalingen betreffende de omstandigheden waar rekening mee moet worden gehouden bij het opleggen van uitsluiting en de duur ervan en/of de financiële sancties van artikel 144, lid 1, (EU) van Gedelegeerde verordening nr. 1268/2012 van de Commissie houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 worden overgenomen in nieuw artikel 108, lid 4 bis, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 108 – lid 5 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien de begroting wordt uitgevoerd in indirect beheer met derde landen, kan de Commissie een besluit tot uitsluiting nemen of een financiële sanctie opleggen overeenkomstig de procedure bedoeld in lid 3, indien het overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder c), belaste derde land dit heeft nagelaten. Dit laat de verantwoordelijkheid onverlet van het derde land om te doen aan preventie, opsporing en correctie van onregelmatigheden en fraude uit hoofde van artikel 60, lid 3.

Motivering

Aanpassing aan de praktijk van het EOF om te waarborgen dat de Commissie besluiten tot uitsluiting kan nemen wanneer de delegatieverkrijger dit nalaat.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 3

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 110 – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c) de gegadigde of inschrijver voldoet aan de selectiecriteria die zijn vastgesteld in de aanbestedingsstukken.

(c) de gegadigde of inschrijver voldoet aan de selectiecriteria die zijn vastgesteld in de aanbestedingsstukken en heeft geen conflicterende belangen die de uitvoering van het contract negatief zouden kunnen beïnvloeden.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 162 – lid 1

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(11 bis) Artikel 162, lid 1, wordt vervangen door:

1. De Rekenkamer doet uiterlijk op 30 juni aan de Commissie en de betrokken instellingen de opmerkingen toekomen die naar haar mening in het jaarverslag dienen te worden opgenomen. Die opmerkingen zijn vertrouwelijk en het voorwerp van een contradictoire procedure. Alle instellingen zenden hun antwoorden uiterlijk op 15 oktober toe aan de Rekenkamer. Tegelijkertijd zenden de andere instellingen hun antwoord aan de Commissie.

1. De Rekenkamer doet uiterlijk op 30 juni aan de Commissie en de betrokken instellingen de opmerkingen toekomen die naar haar mening in het jaarverslag dienen te worden opgenomen. Die opmerkingen zijn vertrouwelijk en het voorwerp van een contradictoire procedure. Zij worden niettemin op verzoek ter beschikking gesteld aan het Europees Parlement, indien nodig op vertrouwelijke basis. Alle instellingen zenden hun antwoorden uiterlijk op 15 oktober toe aan de Rekenkamer. Tegelijkertijd zenden de andere instellingen hun antwoord aan de Commissie.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 164

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(11 bis) Artikel 164 wordt vervangen door:

1. Vóór 15 mei van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n.

1. Vóór 15 mei van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, kwijting aan de in de artikelen 208 en 209 vermelde instellingen en organen van de Unie voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n.

2. Indien de in lid 1 bedoelde datum niet in acht kan worden genomen, deelt het Europees Parlement of de Raad de Commissie de redenen mede waarom het besluit moest worden uitgesteld.

2. Indien de in lid 1 bedoelde datum niet in acht kan worden genomen, deelt het Europees Parlement of de Raad de betrokken instellingen en organen de redenen mede waarom het besluit moest worden uitgesteld.

3. Ingeval het Europees Parlement het besluit waarbij kwijting wordt verleend uitstelt, tracht de Commissie zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de factoren die dat besluit in de weg staan, op te heffen.

3. Ingeval het Europees Parlement het besluit waarbij kwijting wordt verleend uitstelt, trachten de betrokken instellingen en organen zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om de factoren die dat besluit in de weg staan, op te heffen.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 165 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(11 bis) Artikel 165, lid 3, wordt vervangen door:

3. De Commissie verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 319 VWEU.

3. De instellingen en organen van de Unie verstrekken het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 319 VWEU.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 11 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 166

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(11 bis) Artikel 166 wordt vervangen door:

1. Overeenkomstig artikel 319 VWEU en artikel 106 bis van het Euratomverdrag stellen de Commissie en de andere instellingen alles in het werk om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat en de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbeveling tot kwijting vergezeld gaat.

1. Overeenkomstig artikel 319 VWEU en artikel 106 bis van het Euratomverdrag stellen de Commissie en de andere instellingen en organen alles in het werk om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat en de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbeveling tot kwijting vergezeld gaat.

2. Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengen de instellingen verslag uit over de maatregelen die naar aanleiding van deze opmerkingen zijn genomen, met name over de instructies die door de instellingen zijn gegeven aan hun diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. De lidstaten werken met de Commissie samen door haar de maatregelen mede te delen die zij hebben genomen om aan deze opmerkingen gevolg te geven, zodat de Commissie hiermee in haar verslag rekening kan houden. De verslagen van de instellingen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden.

2. Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengen de overige instellingen en organen verslag uit over de maatregelen die naar aanleiding van deze opmerkingen zijn genomen, met name over de instructies die door de instellingen zijn gegeven aan hun diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. De lidstaten werken met de Commissie samen door haar de maatregelen mede te delen die zij hebben genomen om aan deze opmerkingen gevolg te geven, zodat de Commissie hiermee in haar verslag rekening kan houden. De verslagen van de instellingen en organen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 208 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Aan artikel 208 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

3 bis. Organen van de Unie die volledig financieel onafhankelijk zijn en waarop de financiële regels vastgelegd in de in lid 1 bedoelde financiële kaderregeling niet van toepassing zijn, dienen indien nodig met het oog op de consistentie vergelijkbare regels op te stellen. Voorts is het noodzakelijk te waarborgen dat de vergoedingen van deze organen worden vastgesteld op een passende hoogte om de kosten van hun dienstverlening te dekken en grote overschotten te voorkomen. In geval van overschotten dient het geld te worden overgedragen naar de EU-begroting.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – punt 14 bis (nieuw)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Artikel 209

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(14 bis) Artikel 209 wordt vervangen door:

Artikel 209

Artikel 209

Financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen

Financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen

De bij een basishandeling opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd, stellen hun financiële regels vast.

1. De bij een basishandeling opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd, stellen hun financiële regels vast.

Deze regels omvatten een geheel van beginselen dat een goed financieel beheer van de middelen van de Unie waarborgt.

Deze regels omvatten een geheel van beginselen dat een goed financieel beheer van de middelen van de Unie waarborgt.

De Commissie is bevoegd door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 210 een financiële modelregeling op basis van artikel 60 vast te stellen waarin de beginselen die noodzakelijk zijn om te komen tot een goed financieel beheer van de middelen van de Unie worden vastgelegd.

De Commissie is bevoegd door middel van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 210 een financiële modelregeling op basis van artikel 60 vast te stellen waarin de beginselen die noodzakelijk zijn om te komen tot een goed financieel beheer van de middelen van de Unie worden vastgelegd.

De financiële regels voor deze organen wijken slechts van de financiële modelregeling af voor zover hun specifieke behoeften zulks vereisen, en met voorafgaande instemming van de Commissie.

De financiële regels voor deze organen wijken slechts van de financiële modelregeling af voor zover hun specifieke behoeften zulks vereisen, en met voorafgaande instemming van de Commissie.

 

2. De kwijting voor de uitvoering van de begroting van de in lid 1 bedoelde organen wordt verleend door het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. Deze organen werken volledig samen met de instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn, en verstrekken, waar nodig, de vereiste aanvullende informatie, onder meer in de vergaderingen van de relevante organen.

 

3. Een onafhankelijke extern controleur verifieert dat de jaarrekeningen van elk van de in lid 1 bedoelde organen de inkomsten, uitgaven en financiële positie van het desbetreffende orgaan correct weergeven, voordat deze in de eindrekeningen van de Commissie worden geconsolideerd, of uiterlijk op de datum die in de financiële regels van de relevante organen is vastgelegd. Tenzij anders is bepaald in de basishandeling bedoeld in lid 1, bereidt de Rekenkamer een speciaal jaarverslag voor over elk orgaan overeenkomstig de eisen van artikel 287, lid 1, VWEU. Bij de voorbereiding van dit verslag houdt de Rekenkamer rekening met de controlewerkzaamheden van de onafhankelijke extern controleur en de maatregelen die naar aanleiding van zijn bevindingen zijn genomen.

Motivering

Deze motivering is ook van toepassing op artikel 60, lid 7.

PROCEDURE

Titel

Financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

Document- en procedurenummers

COM(2014)0358 – C8-0029/2014 – 2014/0180(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

BUDG

3.7.2014

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

CONT

3.7.2014

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Tamás Deutsch

30.9.2014

Behandeling in de commissie

8.1.2015

 

 

 

Datum goedkeuring

27.1.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

22

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Louis Aliot, Jonathan Arnott, Inés Ayala Sender, Zigmantas Balčytis, Ryszard Czarnecki, Dennis de Jong, Tamás Deutsch, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Bernd Kölmel, Bogusław Liberadzki, Verónica Lope Fontagné, Dan Nica, Gilles Pargneaux, Georgi Pirinski, Claudia Schmidt, Igor Šoltes, Michael Theurer, Derek Vaughan, Anders Primdahl Vistisen, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Brian Hayes, Andrey Novakov, Julia Pitera

PROCEDURE

Titel

Financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

Document- en procedurenummers

COM(2014)0358 – C8-0029/2014 – 2014/0180(COD)

Datum indiening bij EP

17.6.2014

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

BUDG

3.7.2014

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

AFET

3.7.2014

INTA

3.7.2014

CONT

3.7.2014

ECON

3.7.2014

 

EMPL

3.7.2014

ENVI

3.7.2014

ITRE

3.7.2014

IMCO

3.7.2014

 

TRAN

3.7.2014

REGI

3.7.2014

CULT

3.7.2014

JURI

3.7.2014

 

LIBE

3.7.2014

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

INTA

3.9.2014

ECON

22.7.2014

EMPL

17.9.2014

ENVI

24.7.2014

 

ITRE

22.7.2014

IMCO

17.7.2014

TRAN

16.7.2014

REGI

22.9.2014

 

CULT

3.9.2014

JURI

3.9.2014

LIBE

15.7.2014

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Ingeborg Gräßle

24.9.2014

 

 

 

Datum goedkeuring

26.2.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Jonathan Arnott, Jean Arthuis, Lefteris Christoforou, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Carlos Iturgaiz, Bernd Kölmel, Vladimír Maňka, Clare Moody, Victor Negrescu, Liadh Ní Riada, Urmas Paet, Pina Picierno, Paul Rübig, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Inese Vaidere, Marco Valli, Marco Zanni

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Janusz Lewandowski, Andrey Novakov, Claudia Tapardel

Datum indiening

12.3.2015