AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Grenada inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf
16.11.2015 - (07190/2015 – C8-0144/2015 – 2015/0057(NLE)) - ***
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Mariya Gabriel
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Grenada inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf
(07190/2015 – C8-0144/2015 – 2015/0057(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het ontwerp van besluit van de Raad (07190/2015),
– gezien de ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en Grenada inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (07113/2015),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 77, lid 2, onder a), en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a) v), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C8-0144/2015),
– gezien artikel 99, lid 1, eerste en derde alinea, en lid 2, en artikel 108, lid 7, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0326/2015),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en Grenada.
KORTE TOELICHTING
Achtergrond van de betrekkingen en algemene bepalingen van de overeenkomst
De betrekkingen tussen de Europese Unie en Grenada worden geregeld door de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan enerzijds en de Europese Unie en haar lidstaten anderzijds, genaamd de Overeenkomst van Cotonou, alsmede door de dialogen in het kader van CELAC-EU en EU-CARIFORUM. Deze laatste heeft geleid tot de invoering van verschillende samenwerkingsinstrumenten, waaronder de partnerschapsovereenkomst EUCARIFORUM (ondertekend in 2008) en het Gezamenlijk strategisch partnerschap Caribisch gebied-EU (2012).
In het kader van de wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 door Verordening (EU) nr. 509/2014 van het Europees Parlement en de Raad is Grenada overgeheveld naar bijlage II, die de lijst bevat van derde landen wier onderdanen zijn vrijgesteld van de visumplicht bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten. De gewijzigde Verordening (EG) nr. 539/2001 geldt voor alle lidstaten, met uitzondering van Ierland en het Verenigd Koninkrijk.
Na goedkeuring van bedoelde verordening op 20 mei 2014 heeft de Raad op 9 oktober 2014 een besluit goedgekeurd dat de Commissie machtigt om onderhandelingen te openen over de sluiting van de bilaterale overeenkomst tussen de Europese Unie en Grenada. De onderhandelingen zijn op 12 november 2014 geopend en op 9 december 2014 afgerond. De ondertekening van deze overeenkomst vond op 28 mei 2015 in Brussel plaats. Sindsdien wordt de overeenkomst voorlopig toegepast, in afwachting van de goedkeuring van het Europees Parlement.
Deze overeenkomst voorziet in visumvrij reizen voor de burgers van de Europese Unie en voor de burgers van Grenada die naar het grondgebied van de andere partij reizen voor maximaal 90 dagen binnen een tijdvak van 180 dagen. De visumvrijstelling geldt voor alle categorieën personen (houders van gewone paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, officiële paspoorten en speciale paspoorten) en voor reizen voor alle doeleinden, behalve voor het verrichten van een bezoldigde bezigheid.
**
Motivering van de rapporteur
De overeenkomst inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf is een belangrijk positief resultaat in de verdieping van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Grenada, die van grote politieke betekenis is in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, en een bijkomend middel om de economische en culturele betrekkingen te versterken en de politieke dialoog over diverse kwesties, inclusief de mensenrechten en de grondrechten, te intensiveren.
Grenada, dat een economie heeft die sterk afhankelijk is van de uitvoer van bananen en specerijen, heeft initiatieven genomen om zijn economie om te vormen en in ruime mate te diversifiëren. Zo zag Grenada het gewicht van de landbouwsector aanzienlijk afnemen ten gunste van de dienstensector, met name het toerisme en de bouwnijverheid. Hoewel het toerisme zich geleidelijk heeft ontwikkeld, blijft de sector nog altijd weinig ontwikkeld in vergelijking met andere landen in de regio. Net als alle andere kleine eilandstaten in ontwikkeling staat Grenada voor tal van uitdagingen, dit vanwege zijn omvang en de afstand tot de markten, de kwetsbaarheid voor externe schokken en zijn beperkte middelen. De visumliberalisering zal de reisvoorwaarden voor ondernemers vereenvoudigen, investeringen vergemakkelijken en voor intensievere economische betrekkingen tussen bedrijven zorgen. De overeenkomst zal het toerisme aanzwengelen en een nieuw elan geven aan de handelsbetrekkingen.
Wat de politieke en institutionele situatie betreft, benadrukt het land zijn engagement ten aanzien van de mensenrechten en heeft het zich ertoe verbonden de mechanismen inzake de mensenrechten te versterken. De recente voorstellen voor een hervorming van de grondwet om de mensenrechten te bevorderen en te beschermen, alsook de ondernomen wetgevingshervormingen, met name de goedkeuring van de nieuwe wet inzake huiselijk geweld en van een nieuwe wet op de kinderbescherming, tonen aan dat Grenada vastbesloten is om in het nationale recht de beginselen te integreren die ten grondslag liggen aan de internationale instrumenten betreffende de mensenrechten. Grenada is een democratisch en stabiel land dat, net als de Europese Unie, de waarden en beginselen van de democratie, goed bestuur en eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat verdedigt. Door de sluiting van deze overeenkomst kan de samenwerking worden versterkt en kan de dialoog op verschillende vlakken, waaronder de mensenrechten, worden verdiept.
Wat mobiliteit betreft, blijkt uit de beschikbare gegevens dat het vertrouwen in de aanvragers van visa groot is, daar slechts in weinig gevallen een visum wordt geweigerd. Het land vormt geen enkele bedreiging, noch wat betreft irreguliere migratie, noch voor de veiligheid en openbare orde.
De rapporteur benadrukt tot slot dat de visumvrijstelling een niet te verwaarlozen factor is voor de toenadering tussen de Europese volkeren en de volkeren van het Caribisch gebied. Dankzij de visumvrijstellingsovereenkomst kunnen de burgers niet alleen ten volle profiteren van het EU-ACS-Partnerschap, maar er ook aan deelnemen door voordeliger en met minder rompslomp te reizen.
De rapporteur uit haar tevredenheid over de rol van de leden van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, die in grote mate hebben bijgedragen tot de sluiting van deze overeenkomst, welke hun deelname aan vergaderingen van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU bovendien vergemakkelijkt.
**
Uitvoering van en toezicht op de overeenkomst
Met betrekking tot de uitvoering van en het toezicht op de overeenkomst verzoekt de rapporteur de Commissie de eventuele ontwikkelingen wat betreft de criteria die oorspronkelijk hebben geleid tot de overheveling van bijlage I naar bijlage II van Verordening (EU) nr. 509/2014, in het oog te houden. Tot deze criteria behoren niet alleen illegale immigratie, de openbare orde en veiligheid, maar ook de externe betrekkingen van de Unie met het derde land in kwestie, met inbegrip van met name kwesties aangaande mensenrechten en fundamentele vrijheden.
Bovendien verzoekt de rapporteur de Commissie en de autoriteiten van Grenada toe te zien op de volledige wederkerigheid van de visumvrijstelling, die voorziet in gelijke behandeling van alle burgers, met name de burgers van de Unie ten opzichte van elkaar.
De rapporteur vestigt de aandacht op het feit dat de Europese Unie binnen het Gemengd comité voor het beheer van de overeenkomst (artikel 6) alleen vertegenwoordigd wordt door de Europese Commissie. Als instelling die rechtstreeks gekozen is door de Europese burgers en als hoeder van de democratie, de rechten van de mens en de grondbeginselen van de Europese Unie zou het Europees Parlement betrokken kunnen worden bij de werkzaamheden van het Gemengd comité. De rapporteur van het Europees Parlement spoort de Europese Commissie andermaal aan de samenstelling van de gemengde comités voor het beheer van toekomstige overeenkomsten te herzien.
Tevens plaatst de rapporteur vraagtekens bij de praktijk dat de overeenkomsten inzake vrijstelling van de visumplicht worden ondertekend en voorlopig toegepast, nog voordat het Europees Parlement de overeenkomsten heeft goedgekeurd. De rapporteur wijst erop dat deze praktijk de manoeuvreerruimte van het Parlement beperkt. Nog problematischer acht zij het feit dat het Parlement niet tijdig wordt geïnformeerd over de voortgang van de bilaterale onderhandelingen.
**
Bijzondere bepalingen
In de overwegingen van de gesloten overeenkomst wordt rekening gehouden met de specifieke situatie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland nemen dus niet deel aan de gesloten overeenkomst en de bepalingen ervan zijn niet op hen van toepassing.
De nauwe betrokkenheid van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis komt tot uiting in een aan de overeenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring. De verklaring roept de autoriteiten van deze landen op zo spoedig mogelijk bilaterale overeenkomsten met Grenada te sluiten over de vrijstelling van visumplicht voor kort verblijf.
De overeenkomst bevat bepalingen betreffende de territoriale toepassing: ten aanzien van Frankrijk en Nederland gelden de bepalingen van de overeenkomst alleen voor het Europese grondgebied van deze twee lidstaten.
**
Ten slotte stelt de rapporteur voor dat de leden van de parlementaire Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken dit verslag steunen en dat het Europees Parlement er zijn goedkeuring aan hecht.
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
10.11.2015 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
50 3 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Martina Anderson, Heinz K. Becker, Malin Björk, Caterina Chinnici, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Tanja Fajon, Monika Flašíková Beňová, Lorenzo Fontana, Mariya Gabriel, Kinga Gál, Nathalie Griesbeck, Jussi Halla-aho, Filiz Hyusmenova, Iliana Iotova, Eva Joly, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Barbara Kudrycka, Marju Lauristin, Juan Fernando López Aguilar, Monica Macovei, Vicky Maeijer, Roberta Metsola, Alessandra Mussolini, József Nagy, Péter Niedermüller, Birgit Sippel, Branislav Škripek, Csaba Sógor, Helga Stevens, Traian Ungureanu, Bodil Valero, Marie-Christine Vergiat, Udo Voigt, Cecilia Wikström, Kristina Winberg, Tomáš Zdechovský |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Pál Csáky, Anna Hedh, Petr Ježek, Ska Keller, Miltiadis Kyrkos, Artis Pabriks, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Salvatore Domenico Pogliese, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Barbara Spinelli, Kazimierz Michał Ujazdowski, Axel Voss |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Francisco Assis, Eugen Freund |
||||
HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
50 |
+ |
|
ALDE |
Nathalie Griesbeck,Filiz Hyusmenova, Petr Ježek, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Cecilia Wikström |
|
ECR |
Jussi Halla-aho, Timothy Kirkhope, Monica Macovei, Helga Stevens, Kazimierz Michał Ujazdowski, Branislav Škripek |
|
EFN |
Lorenzo Fontana |
|
PPE |
Heinz K. Becker, Pál Csáky, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Mariya Gabriel, Kinga Gál, Barbara Kudrycka, Roberta Metsola, Alessandra Mussolini, József Nagy, Artis Pabriks, Salvatore Domenico Pogliese, Csaba Sógor, Traian Ungureanu, Axel Voss, Tomáš Zdechovský |
|
GREENS |
Eva Joly, Jan Keller, Bodil Valero |
|
GUE |
Martina Anderson, Malin Björk, Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat |
|
S&D |
Francisco Assis, Caterina Chinnici, Tanja Fajon, Monika Flašíková Beňová, Eugen Freund, Anna Hedh, Iliana Iotova, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Miltiadis Kyrkos, Marju Lauristin, Juan Fernando López Aguilar, Péter Niedermüller, Christine Revault D'Allonnes Bonnefoy, Birgit Sippel |
|
3 |
- |
|
EFDD |
Kristina Winberg |
|
ENF |
Vicky Maeijer |
|
NI |
Udo Voigt |
|
0 |
0 |
|
|
|
|
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding