AANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

16.11.2015 - (07194/2015 – C8-0147/2015 – 2015/0058(NLE)) - ***

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Mariya Gabriel

Procedure : 2015/0058(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0327/2015
Ingediende teksten :
A8-0327/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

(07194/2015 – C8-0147/2015 – 2015/0058(NLE))

(Goedkeuring)

Het Europees Parlement,

–  gezien het ontwerp van besluit van de Raad (07194/2015),

–  gezien de ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (07125/2015),

–  gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 77, lid 2, onder a), en artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), v), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C8-0147/2015),

–  gezien artikel 99, lid 1, eerste en derde alinea, en lid 2, en artikel 108, lid 7, van zijn Reglement,

–  gezien de aanbeveling van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0327/2015),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Democratische Republiek Oost-Timor.

BEKNOPTE MOTIVERING

Achtergrond van de betrekkingen en de algemene bepalingen van de overeenkomst

De betrekkingen tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor worden geregeld door de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan enerzijds en de Europese Unie en haar lidstaten anderzijds, genaamd de Overeenkomst van Cotonou, waarbij de Democratische Republiek Oost-Timor kort na de onafhankelijkheid partij is geworden; De laatste politieke dialoog met de Oost-Timor is op 16 oktober 2014 in Brussel gehouden, ter gelegenheid waarvan besloten is de samenwerking ten aanzien van de visumregelingen te vergemakkelijken.

In het kader van de wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 door Verordening (EG) nr. 509/2014 van het Europees Parlement en de Raad is de Democratische Republiek Oost-Timor overgeheveld naar bijlage II, die de lijst bevat van derde landen waarvan de onderdanen zijn vrijgesteld van de visumplicht bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten. De gewijzigde Verordening nr. 539/2001 is van toepassing op alle lidstaten, met uitzondering van Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

Na vaststelling van bedoelde verordening op 20 mei 2014 heeft de Raad op 9 oktober 2014 een besluit vastgesteld dat de Commissie machtigt om onderhandelingen te openen over de sluiting van de bilaterale overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor. De onderhandelingen zijn op 19 november 2014 geopend en op 15 december 2014 afgerond. De ondertekening van deze overeenkomst heeft op 26 mei 2015 in Brussel plaatsgevonden. Vanaf deze datum wordt de overeenkomst voorlopig toegepast, in afwachting van de goedkeuring van het Europees Parlement.

De ondertekende overeenkomst voorziet in visumvrij reizen voor de burgers van de Europese Unie en voor de burgers van de Democratische Republiek Oost-Timor die naar het grondgebied van de andere partij reizen voor maximaal 90 dagen binnen een tijdvak van 180 dagen. De visumvrijstelling geldt voor alle categorieën personen (houders van gewone paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, officiële paspoorten en speciale paspoorten) en voor reizen voor alle doeleinden, behalve voor het verrichten van een bezoldigde bezigheid.

**

Motivering van de rapporteur

Deze overeenkomst inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf is een belangrijk positief resultaat in de verdieping van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor, die van grote politieke betekenis is in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, en een bijkomend middel om de economische en culturele betrekkingen te versterken en de politieke dialoog over diverse kwesties, inclusief de mensenrechten en fundamentele vrijheden te intensiveren.

De visumvrijstellingsovereenkomst voor kort verblijf biedt kansen voor het toerisme en om de economische betrekkingen te verbeteren. Met name het toerisme is een sleutelsector voor de ontwikkeling van Oost-Timor, waarvoor de Europese burgers zich als investeerder of als toerist kunnen interesseren. Na Australië en China is de EU thans de derde handelspartner van de landen in de Stille Oceaan. De EU staat niettemin nog steeds op de zesde plaats van de exporteurs naar Oost-Timor. De visumvrijstelling vormt dan ook een extra stimulans voor de Europese investeerders en toeristen.

Deze overeenkomst is ook op regionaal niveau van politiek belang, voor de versterking van de positie van de EU als partner van de landen in het Pacifisch gebied en met het oog op de toetreding van Oost-Timor tot de Asean, waarmee de Unie een versterkt strategisch partnerschap heeft aangekondigd.

De rapporteur merkt tevens op dat Oost-Timor na de onafhankelijkheid een bijzondere snelle en lovenswaardige democratische stabilisering heeft gekend. Het land is vanaf de onafhankelijkheid partner van de Europese Unie en de betrekkingen zijn altijd goed geweest. De verkiezingswaarnemingsmissie van 2012 was ingenomen met de uitvoering van de meeste aanbevelingen van de voorgaande missie in 2007, met de inspanningen om een democratische cultuur in het land te verankeren, alsook met het vredige en inclusieve verloop van de verkiezingen. Voorts legt het nationaal indicatief programma van het elfde EOF de nadruk op de versterking van de staatsinstellingen en op goed bestuur. De mensenrechten en de fundamentele rechten en vrijheden zijn grondwettelijk beschermd. In de politieke dialoog tussen de Unie en Oost-Timor over dit onderwerp staan de mensenrechten, de mediavrijheid en de gendergelijkheid, met name de strijd tegen huiselijk geweld, centraal.

De overgrote meerderheid van de aanvragers van een Schengenvisum worden geacht reizigers te goeder trouw te zijn die geen risico's opleveren en dan ook een visum van kort verblijf verkrijgen: in 2014 werd slechts 4,5 % van de 773 visumaanvragen voor kort verblijf in de Schengenruimte geweigerd. Een zeer laag weigeringspercentage en het beperkte aantal aanvragen zijn twee elementen op grond waarvan veiligheidsrisico's kunnen worden uitgesloten en de voordelen van visumvrijstelling zichtbaar worden.

De rapporteur benadrukt tot slot dat de visumvrijstelling een niet te verwaarlozen factor is voor de toenadering tussen de Europese volkeren en de volkeren van de Stille Oceaan. Dankzij de visumvrijstellingsovereenkomst kunnen de burgers niet alleen ten volle voordeel trekken van de EU-ACS-Partnerschap, maar hier ook aan deelnemen doordat reizen goedkoper en eenvoudiger wordt.

De rapporteur uit haar tevredenheid over de rol van de leden van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, die in grote mate hebben bijgedragen tot de sluiting van deze overeenkomst, welke hun deelname aan vergaderingen van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU bovendien vergemakkelijkt.

**

Uitvoering van en toezicht op de overeenkomst

Met betrekking tot de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de overeenkomst verzoekt de rapporteur de Commissie de eventuele ontwikkelingen van de criteria die oorspronkelijk hebben geleid tot de overheveling van bijlage I naar bijlage II van Verordening (EG) nr. 509/2014, in het oog te houden. Tot deze criteria behoren niet alleen clandestiene immigratie, openbare orde en veiligheid, maar ook de externe betrekkingen van de Unie met het derde land in kwestie, met inbegrip van met name kwesties aangaande mensenrechten en fundamentele vrijheden.

Bovendien verzoekt de rapporteur de Commissie en de autoriteiten van Oost-Timor toe te zien op de volledige wederkerigheid van de visumvrijstelling, die voorziet in gelijke behandeling van alle burgers, met name de burgers van de Unie ten opzichte van elkaar.

De rapporteur vestigt de aandacht op het feit dat de Europese Unie binnen het Gemengd comité voor het beheer van de overeenkomst (artikel 6) alleen vertegenwoordigd wordt door de Europese Commissie. Als instelling die rechtstreeks gekozen is door de Europese burgers en als hoeder van de democratie, de rechten van de mens en de grondbeginselen van de Europese Unie zou het Europees Parlement betrokken kunnen worden bij de werkzaamheden van het Gemengd comité. De rapporteur van het Europese Parlement spoort de Europese Commissie nogmaals aan om de samenstelling van de gemengde comités voor het beheer van de toekomstige overeenkomsten te herzien.

Voorts stelt de rapporteur vraagtekens bij de praktijk om de visumvrijstellingsovereenkomsten te ondertekenen en voorlopig toe te passen, voordat de goedkeuring door het Europees Parlement heeft plaatsgevonden. De rapporteur merkt op dat deze praktijk de manoeuvreerruimte van het Europees Parlement beperkt, ook al gezien het feit dat het Parlement niet tijdig op de hoogte wordt gehouden van de voortgang van de bilaterale onderhandelingen.

**

Bijzondere bepalingen

In de overwegingen van de gesloten overeenkomst is rekening gehouden met de bijzondere situatie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland nemen geen deel aan de gesloten overeenkomst en zijn niet gebonden aan de bepalingen daarvan.

De nauwe betrokkenheid van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis komt tot uiting in een aan de overeenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring. De verklaring roept de autoriteiten van deze landen op zo spoedig mogelijk bilaterale overeenkomsten met de Democratische Republiek Oost-Timor te sluiten over de vrijstelling van visumplicht voor kort verblijf.

De overeenkomst bevat bepalingen betreffende de territoriale toepassing: ten aanzien van Frankrijk en Nederland geldt de visumvrijstelling alleen voor verblijf op het Europese grondgebied van deze twee lidstaten.

**

Ten slotte stelt de rapporteur voor dat de leden van de parlementaire Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken dit verslag steunen en dat het Europees Parlement hieraan zijn goedkeuring verleent.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

10.11.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

50

3

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Martina Anderson, Heinz K. Becker, Malin Björk, Caterina Chinnici, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Tanja Fajon, Laura Ferrara, Monika Flašíková Beňová, Lorenzo Fontana, Mariya Gabriel, Kinga Gál, Nathalie Griesbeck, Jussi Halla-aho, Filiz Hyusmenova, Iliana Iotova, Eva Joly, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Timothy Kirkhope, Barbara Kudrycka, Marju Lauristin, Juan Fernando López Aguilar, Monica Macovei, Vicky Maeijer, Roberta Metsola, Alessandra Mussolini, József Nagy, Birgit Sippel, Branislav Škripek, Csaba Sógor, Helga Stevens, Traian Ungureanu, Bodil Valero, Marie-Christine Vergiat, Udo Voigt, Cecilia Wikström, Kristina Winberg, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Pál Csáky, Anna Hedh, Petr Ježek, Ska Keller, Miltiadis Kyrkos, Artis Pabriks, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Salvatore Domenico Pogliese, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Barbara Spinelli, Kazimierz Michał Ujazdowski, Axel Voss

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Francisco Assis, Eugen Freund

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

50

+

ALDE

Nathalie Griesbeck, Filiz Hyusmenova, Petr Ježek, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Cecilia Wikström

ECR

Jussi Halla-aho, Timothy Kirkhope, Monica Macovei, Helga Stevens, Kazimierz Michał Ujazdowski, Branislav Škripek

EFDD

Laura Ferrara

ENF

Lorenzo Fontana

GUE

Martina Anderson, Malin Björk, Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat

PPE

Heinz K. Becker, Pál Csáky, Rachida Dati, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Frank Engel, Mariya Gabriel, Kinga Gál, Barbara Kudrycka, Roberta Metsola, Alessandra Mussolini, József Nagy, Artis Pabriks, Salvatore Domenico Pogliese, Csaba Sógor, Traian Ungureanu, Axel Voss, Tomáš Zdechovský

S&D

Francisco Assis, Caterina Chinnici, Tanja Fajon, Monika Flašíková Beňová, Eugen Freund, Anna Hedh, Iliana Iotova, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Miltiadis Kyrkos, Marju Lauristin, Juan Fernando López Aguilar, Christine Revault D'Allonnes Bonnefoy, Birgit Sippel

VERTS/ALE

Eva Joly, Ska Keller, Bodil Valero

3

-

EFDD

Kristina Winberg

ENF

Vicky Maeijer

NI

Udo Voigt

 

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding