VERSLAG over het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van de sluiting door Eurojust van het memorandum van overeenstemming tussen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt en Eurojust

7.12.2015 - (11595/2015 – C8-0303/2015 – 2015/0811(CNS)) - *

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Kostas Chrysogonos

Procedure : 2015/0811(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0353/2015
Ingediende teksten :
A8-0353/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerp van besluit van de Raad tot goedkeuring van de sluiting door Eurojust van het memorandum van overeenstemming tussen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt en Eurojust

(11595/2015 – C8-0303/2015 – 2015/0811(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–  gezien het ontwerp van de Raad (11595/2015),

–  gezien artikel 39, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zoals gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam, en artikel 9 van Protocol (Nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C8-0303/2015),

–  Gezien Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken[1], en met name artikel 26, lid 2,

–  gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van16 april 2015[2],

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A8-0353/2015),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het ontwerp van de Raad;

2.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.

TOELICHTING

Het ontwerpuitvoeringsbesluit in kwestie formaliseert de conclusie van Eurojust van het memorandum van overeenstemming tussen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM), waarvoor de Commissie juridische zaken verantwoordelijk is op grond van Bijlage VI van het Reglement van het Parlement, en Eurojust.

Met het memorandum van overeenstemming (mvo) wordt beoogd de samenwerking tussen Eurojust en het BHIM in overeenstemming met hun respectieve mandaten te bevorderen.

In het bijzonder dient aandacht te worden geschonken aan artikel 3, lid 5, van het mvo, op grond waarvan "de doorgifte van operationele informatie, waaronder gegevens die verband houden met een geïdentificeerde of identificeerbare persoon, is uitgezonderd van de uitwisseling van informatie of ervaring waarin deze mvo voorziet". Het gemeenschappelijke controleorgaan van Eurojust heeft deze verduidelijking positief ontvangen. De rapporteur schaart zich volledig achter deze benadering en roept de Raad op waakzaam te zijn bij de praktische tenuitvoerlegging van de in artikel 3, lid 5 van het mvo vervatte waarborg inzake gegevensbescherming.

Een andere interessante bepaling is artikel 6, waarin de beslechting van geschillen wordt geregeld. Overeenkomstig lid 1 dienen geschillen die verband houden met de interpretatie en toepassing van het mvo worden beslecht "door middel van raadpleging van en onderhandelingen tussen vertegenwoordigers" van Eurojust en het BHIM, waarmee arbitrage door een eventuele derde partij dus wordt uitgesloten. Dit strookt met de meeste andere gelijksoortige overeenkomsten[3].

Tegelijkertijd stipuleert lid 2 van dezelfde bepaling dat in geval van ernstige niet-naleving van de bepalingen van het mvo, of wanneer Eurojust of het BHIM van mening is dat niet-naleving zich in de nabije toekomst kan voordoen, elk van deze agentschappen de toepassing van het mvo kan opschorten in afwachting van de uitkomst van de in lid 1 bedoelde raadplegingen en onderhandelingen. Deze opschortingsclausule is ongebruikelijk in andere door Eurojust gesloten overeenkomsten.

Eurojust en het BHIM zijn klaarblijkelijk toch overeengekomen de mvo aan te gaan omdat zij, zoals zij verwoorden in overweging 6, "bereid waren tot het ontwikkelen van strategische samenwerking die hen zou helpen hun respectieve doelstellingen te verwezenlijken". Geconcludeerd kan worden dat Eurojust en het BHIM van mening zijn dat de bepalingen van het mvo, met inbegrip van artikel 6, ertoe bijdragen dat zij zich beter van hun taken kunnen kwijten. Daaruit volgt dat het mvo in zijn huidige vorm in het algemeen belang is van Eurojust en het BHIM, en als zodanig door de Raad dient te worden goedgekeurd.

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Memorandum van overeenstemming tussen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt en Eurojust

Document- en procedurenummers

11595/2015 – C8-0303/2015 – 2015/0811(CNS)

Datum raadpleging EP

8.10.2015

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

JURI

14.10.2015

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

ITRE

14.10.2015

IMCO

14.10.2015

CULT

14.10.2015

LIBE

14.10.2015

Geen advies

       Datum besluit

ITRE

10.11.2015

IMCO

10.11.2015

CULT

4.11.2015

LIBE

26.10.2015

Rapporteurs

       Datum benoeming

Kostas Chrysogonos

23.10.2015

 

 

 

Datum goedkeuring

3.12.2015

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

2

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Joëlle Bergeron, Marie-Christine Boutonnet, Jean-Marie Cavada, Kostas Chrysogonos, Therese Comodini Cachia, Mady Delvaux, Laura Ferrara, Enrico Gasbarra, Mary Honeyball, Gilles Lebreton, António Marinho e Pinto, Jiří Maštálka, Emil Radev, Evelyn Regner, Pavel Svoboda, József Szájer, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Angel Dzhambazki, Jytte Guteland, Heidi Hautala, Stefano Maullu, Rainer Wieland, Kosma Złotowski

Datum indiening

7.12.2015

  • [1]  PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1.
  • [2]  Arresten van het Hof van Justitie van 16 april 2015 in gevoegde zaken C-317/13 en C-679/13, Parlement/Raad, ECLI: EU:C:2015:223, en in zaak C-540/13, Parlement/Raad, ECLI:EU:C:2015:224.
  • [3]  Zie bijvoorbeeld artikel 9 van het memorandum van overeenstemming inzake samenwerking tussen het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en Eurojust; artikel 9 van het memorandum van overeenstemming tussen Frontex en Eurojust, en artikel 7 van het memorandum van overeenstemming inzake samenwerking tussen Eurojust en het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA). Artikel 21 van de overeenstemming tussen Eurojust en Europol vormt een uitzondering op de regel, waarin wordt voorzien in arbitrage door een ad-hoccommissie.