VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de vrijwaringsclausule en het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet in de tijdelijke opschorting van de tariefpreferenties die zijn opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
14.12.2015 - (COM(2015)0154 – C8-0092/2015 – 2015/0079(COD)) - ***I
Commissie internationale handel
Rapporteur: Helmut Scholz
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de vrijwaringsclausule en het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet in de tijdelijke opschorting van de tariefpreferenties die zijn opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
(COM(2015)0154 – C8-0092/2015 – 2015/0079(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0154),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0092/2015),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A8-0364/2015),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Artikel 9 - lid 1 | |||||||||||||
| |||||||||||||
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Artikel 12 - lid 2 | |||||||||||||
|
TOELICHTING
Net als het merendeel van de handelsovereenkomsten die de EU heeft gesloten, bevat de associatieovereenkomst met Moldavië een bilaterale vrijwaringsclausule. Met dit instrument kunnen preferenties tijdelijk worden opgeschort indien de toepassing ervan zou resulteren in een onverwachte en aanzienlijke toename van de invoer waardoor economische schade voor de binnenlandse bedrijfstak van de partij van invoer zou ontstaan (d.w.z. het is mogelijk de verdere tariefliberalisering op te schorten of opnieuw het meestbegunstigingsrecht in te stellen). Voorts bevat deze overeenkomst ook een zogeheten antiontwijkingsmechanisme, dat voorziet in de mogelijkheid opnieuw het meestbegunstigingsrecht in te stellen wanneer de invoer van bepaalde landbouwproducten uit Moldavië een bepaalde drempel overschrijdt zonder dat een passende verklaring met betrekking tot de precieze oorsprong van die producten is verstrekt.
Om de bilaterale vrijwaringsclausule en het antiontwijkingsmechanisme te kunnen toepassen, moet het noodzakelijke instrument door middel van een verordening van het Europees Parlement en de Raad in de interne wetgeving van de EU worden opgenomen.
Het in behandeling zijnde Commissievoorstel is grotendeels gebaseerd op vergelijkbare uitvoeringsverordeningen van verscheidene recente EU-vrijhandelsovereenkomsten die momenteel van kracht zijn, waarover de medewetgevers hebben gedebatteerd en overeenstemming hebben bereikt: EU/Korea (verordening gepubliceerd in 2011), EU/Midden-Amerika (verordening gepubliceerd in 2013) en EU/Colombia en Peru (verordening gepubliceerd in 2013).
De rapporteur wijst erop dat met de voorgestelde verordening de desbetreffende bepalingen van de door het Europees Parlement op donderdag 13 november 2014 goedgekeurde associatieovereenkomst EU-Moldavië worden toegepast. Goedkeuring van de voorgestelde verordening is nodig om de verplichtingen van Moldavië te kunnen handhaven die voortvloeien uit de overeenkomst, zodat producenten in de EU beschermd kunnen worden als dat noodzakelijk blijkt.
De rapporteur is met name ingenomen met de in het voorstel opgenomen verslagleggingsplicht van de Commissie, die inhoudt dat de Commissie de medewetgevers een jaarlijks verslag over de toepassing en tenuitvoerlegging van de verordening moet voorleggen en dit vervolgens openbaar moet maken. Het Europees Parlement kan de Commissie voor een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om vraagstukken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de verordening voor te dragen en toe te lichten. De rapporteur is van oordeel dat deze verslaglegging bijdraagt tot de parlementaire toetsing van de tenuitvoerlegging van het handelsbeleid door de Commissie en tevens tot grotere transparantie daarvan.
De voorgestelde amendementen op het Commissievoorstel hebben tot doel de bewoording van de verordening aan te passen aan de bewoording van de associatieovereenkomst EU-Moldavië.
Amendement 1 verwijst naar de verplichting van de EU om overleg te plegen met de Moldavische autoriteiten voordat definitieve vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld. Dit zijn de EU en Moldavië overeengekomen in artikel 160 van de associatieovereenkomst. Daarom is het gerechtvaardigd dat deze bewoording tot uiting komt in de verordening tot uitvoering van de vrijwaringsclausule.
Met amendement 2 wordt beoogd de terminologie van het Commissievoorstel in overeenstemming te brengen met die van de associatieovereenkomst. Het noemt eveneens de verslagleggingsplicht van de Commissie en vermeldt uitdrukkelijk de toepassing van het antiontwijkingsmechanisme.
Beide amendementen zijn van technische en verduidelijkende aard en mogen een snelle afronding van de wetgevingsprocedure niet in de weg staan.
14.10.2015
ADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
aan de Commissie internationale handel
inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de vrijwaringsclausule en het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet in de tijdelijke opschorting van de tariefpreferenties die zijn opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
(COM(2015)0154 – C8-0092/2015 – 2015/0079(COD))
Rapporteur voor advies: Viorica Dăncilă
BEKNOPTE MOTIVERING
De associatieovereenkomst tussen de Europese Unie (EU) en de Republiek Moldavië ('de overeenkomst') is op 24 juni 2014 ondertekend en is sinds 1 september 2014 voorlopig van toepassing. Het Europees Parlement heeft op 13 november 2014 ingestemd met de sluiting van de overeenkomst.
Met deze overeenkomst wordt een stelsel voor preferentiële handel ingevoerd: de diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area - DCFTA). Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad tot invoering van autonome handelspreferenties voor de Republiek Moldavië is parallel aan deze overeenkomst van toepassing tot 31 december 2015. Deze verordening is onlangs gewijzigd met het oog op verlenging van de rechtenvrije behandeling van wijn afkomstig uit Moldavië en toekenning van rechtenvrije contingenten aan appelen, pruimen en druiven voor tafelgebruik[1].
Moldavië drijft 46,4% van zijn handel met de EU, waarmee de EU de grootste handelspartner van het land is, gevolgd door Rusland (21,9 %) en Oekraïne (11,8 %). De handel met Moldavië maakt 0,1% uit van de totale handel van de Unie. Na de inwerkingtreding van DCFTA in 2014 is de Unie 20 % meer goederen uit Moldavië gaan invoeren, waarbij met name de invoer van landbouwproducten is gestegen, namelijk met 30 %. Landbouwproducten maken een aanzienlijk deel uit van de totale invoer in de Unie uit Moldavië. Moldavië exporteert voornamelijk oliehoudende zaden, verse en gedroogde walnoten, appelsap, wijnen en granen naar de Unie. De Unie exporteert voornamelijk gedistilleerde dranken, bereidingen voor menselijke consumptie, sigaretten, bepaalde groenten en fruit, waaronder citrusvruchten, varkensvlees en diervoeder.
Onderstaande tabel bevat statistische gegevens over de invoer van landbouwproducten uit Moldavië door de EU gedurende de periode 2009-2014.
INVOER uit MOLDAVIË door EU28 |
x 1.000.000 € |
|||||||
|
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
Gemiddelde 2009-2014 |
|
LANDBOUWPRODUCTEN [miljoen €] |
137 |
141 |
256 |
265 |
259 |
347 |
234 |
|
VERWERKTE LANDBOUWPRODUCTEN [miljoen €] |
11 |
12 |
16 |
19 |
23 |
22 |
17 |
|
ALLE LANDBOUWPRODUCTEN [miljoen €] |
148 |
153 |
272 |
284 |
282 |
369 |
251 |
|
VERWERKTE LANDBOUWPRODUCTEN / ALLE LANDBOUWPRODUCTEN |
7,6% |
7,8% |
5,7% |
6,5% |
8,2% |
6,0% |
6,8% |
|
TOTAAL VAN ALLE GOEDEREN [miljoen €] |
423 |
445 |
644 |
669 |
680 |
885 |
624 |
|
ALLE LANDBOUWPRODUCTEN / TOTAAL VAN ALLE GOEDEREN |
34,9% |
34,4% |
42,3% |
42,4% |
41,5% |
41,6% |
40,2% |
|
Net als het overgrote deel van de handelsovereenkomsten van de EU bevat de overeenkomst een bilaterale vrijwaringsclausule (artikelen 165 tot 169). Een vrijwaringsmaatregel kan worden ingesteld wanneer een product van oorsprong uit de Republiek Moldavië, wegens de verlaging of afschaffing van de douanerechten op dat product, in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de productie in de Unie, in de Unie wordt ingevoerd dat de bedrijfstak van de Unie ernstige schade ondervindt of dreigt te ondervinden. Dit kan leiden tot opschorting van een verdere verlaging van het douanerecht op het betreffende product, of tot herinvoering van het meestbegunstigingsrecht. Deze maatregel kan twee jaar lang worden toegepast, en in uitzonderingsgevallen met nog eens twee jaar worden verlengd. Hoofdstuk I van het voorstel bevat gedetailleerde bepalingen inzake de inleiding van procedures, het starten van onderzoeken, de instelling van voorafgaande toezichtmaatregelen en van voorlopige en definitieve vrijwaringsmaatregelen en de duur en herziening van die maatregelen.
Voorts bevat de overeenkomst in artikel 148 bis ook een zogeheten antiontwijkingsmechanisme, dat voorziet in de mogelijkheid opnieuw het meestbegunstigingsrecht in te stellen wanneer de invoer van bepaalde landbouwproducten uit Moldavië (opgenomen in bijlage XV-C) een bepaalde drempel overschrijdt zonder dat een passende verklaring met betrekking tot de precieze oorsprong van die producten is verstrekt. Antiontwijkingsmechanismen zijn belangrijk om te voorkomen dat niet-Moldavische producten via Moldavië in de Unie worden ingevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de voordelen van de overeenkomst om de oorsprongsregels te ontwijken. In hoofdstuk II van het voorstel (artikel 13) worden de procedures vastgesteld voor de toepassing van dit mechanisme, hetgeen de toepassing van de in hoofdstuk 1 gedefinieerde maatregelen (vrijwaringsmaatregelen) onverlet laat. Maatregelen die zijn vastgesteld krachtens bepalingen van beide hoofdstukken mogen evenwel niet tegelijkertijd op dezelfde producten worden toegepast.
De rapporteur is ingenomen met het voorstel van de Commissie en ondersteunt dit, aangezien de instrumenten die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de tijdelijke vrijwaringsmaatregelen in geval van een toename van de invoer die de markt van de Unie en haar producenten economische schade toebrengt, opgenomen moeten worden in de Uniewetgeving.
De materiële onderdelen van het voorstel voor een uitvoeringsverordening weerspiegelen de relevante onderdelen van de overeengekomen tekst van de overeenkomst, Verordening (EU) 2015/478 van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer en, indirect, de bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. De procedurele onderdelen zijn voornamelijk gebaseerd op bestaande uitvoeringsverordeningen van de recente vrijhandelsovereenkomsten die momenteel van kracht zijn, waarover de drie instellingen hebben gedebatteerd en overeenstemming hebben bereikt: Korea (Verordening (EU) nr. 511/2011 van 11 mei 2011), Midden-Amerika (Verordening (EU) nr. 20/2013 van 15 januari 2013) en Colombia en Peru (Verordening (EU) nr. 19/2013 van 15 januari 2013).
De rapporteur merkt evenwel op dat het vanuit praktisch oogpunt nogal problematisch lijkt te zijn een beroep te doen op de bilaterale vrijwaringsclausule, aangezien zowel de materiële[2] als de procedurele vereisten moeilijk aanschouwelijk te maken en toe te passen zijn. Mogelijk is dit de reden waarom de Unie nog nooit een beroep heeft gedaan op dit type clausule, ook al is de clausule in diverse handelsovereenkomsten opgenomen.
******
De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel voor te stellen dat het Europees Parlement zijn standpunt in eerste lezing vaststelt en het voorstel van de Commissie overneemt.
PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE
Titel |
Vrijwaringsclausule en het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet in de tijdelijke opschorting van de tariefpreferenties die zijn opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2015)0154 – C8-0092/2015 – 2015/0079(COD) |
||||
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
INTA 27.4.2015 |
|
|
|
|
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
AGRI 27.4.2015 |
||||
Rapporteur voor advies Datum benoeming |
Viorica Dăncilă 19.5.2015 |
||||
Datum goedkeuring |
13.10.2015 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
36 3 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
John Stuart Agnew, Clara Eugenia Aguilera García, Eric Andrieu, Richard Ashworth, Paul Brannen, Daniel Buda, Nicola Caputo, Viorica Dăncilă, Michel Dantin, Paolo De Castro, Albert Deß, Herbert Dorfmann, Norbert Erdős, Edouard Ferrand, Luke Ming Flanagan, Beata Gosiewska, Anja Hazekamp, Esther Herranz García, Jan Huitema, Peter Jahr, Jarosław Kalinowski, Zbigniew Kuźmiuk, Philippe Loiseau, Giulia Moi, Ulrike Müller, James Nicholson, Maria Noichl, Marijana Petir, Laurenţiu Rebega, Jens Rohde, Bronis Ropė, Jasenko Selimovic, Lidia Senra Rodríguez, Czesław Adam Siekierski, Marc Tarabella, Janusz Wojciechowski |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Ivan Jakovčić, Norbert Lins, Momchil Nekov, Stanislav Polčák |
||||
PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Vrijwaringsclausule en het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet in de tijdelijke opschorting van de tariefpreferenties die zijn opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2015)0154 – C8-0092/2015 – 2015/0079(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
14.4.2015 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
INTA 27.4.2015 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissies Datum bekendmaking |
AFET 27.4.2015 |
ITRE 27.4.2015 |
AGRI 27.4.2015 |
|
|
Geen advies Datum besluit |
AFET 22.6.2015 |
ITRE 7.5.2015 |
|
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Helmut Scholz 13.7.2015 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
22.9.2015 |
19.11.2015 |
10.12.2015 |
|
|
Datum goedkeuring |
10.12.2015 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
28 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
David Borrelli, David Campbell Bannerman, Santiago Fisas Ayxelà, Karoline Graswander-Hainz, Ska Keller, Jude Kirton-Darling, Gabrielius Landsbergis, Bernd Lange, Emmanuel Maurel, Emma McClarkin, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Marietje Schaake, Helmut Scholz, Iuliu Winkler |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Klaus Buchner, Dita Charanzová, Nicola Danti, Sander Loones, Lola Sánchez Caldentey, Ramon Tremosa i Balcells, Marita Ulvskog, Wim van de Camp, Jarosław Wałęsa |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Edward Czesak, Eleonora Evi, Maurice Ponga, Flavio Zanonato |
||||
Datum indiening |
14.12.2015 |
||||
- [1] Verordening (EU) nr. 1383/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 18.12.2014
- [2] Zoals het in artikel 4 van de WTO-Overeenkomst over vrijwaringsmaatregelen gedefinieerde concept "ernstige schade" als een "aanmerkelijke algemene achteruitgang van de situatie van de producenten in de Unie", dat met een identieke definitie in de tekst van de overeenkomst en in artikel 2 quinquies van het huidige voorstel is opgenomen.