VERSLAG over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2017
11.4.2016 - (2016/2019(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur: Indrek Tarand
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2017
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20021, en met name artikel 36,
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-20202,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer3,
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie[1],
– gezien zijn resolutie van 16 oktober 2015 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016[2],
– gezien zijn resolutie van 25 november 2015 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure[3],
– gezien het verslag van de secretaris-generaal aan het Bureau met het oog op de opstelling van het voorontwerp van raming van het Parlement voor het begrotingsjaar 2017,
– gezien het voorontwerp van raming, opgesteld door het Bureau op 11 april 2016, overeenkomstig artikel 25, lid 7, en artikel 96, lid 1, van het Reglement van het Parlement,
– gezien de ontwerpraming, opgesteld door de Begrotingscommissie overeenkomstig artikel 96, lid 2, van het Reglement van het Parlement,
– gezien artikel 96 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0131/2016),
A. overwegende dat deze procedure de tweede volledige begrotingsprocedure is tijdens de nieuwe zittingsperiode en het vierde jaar van het meerjarig financieel kader 2014-2020;
B. overwegende dat de begroting 2017, zoals voorgesteld in het verslag van de secretaris-generaal, gekenmerkt zal worden door het voortzetten en versterken van het beleid van de instelling ter verwezenlijking van een grotere efficiency op alle terreinen waar dat mogelijk is, zonder de kwaliteit van de werkomgeving voor de leden en het personeel te verslechteren;
C. overwegende dat de secretaris-generaal voor de begroting 2017 vier prioritaire doelstellingen heeft voorgesteld, te weten: veiligheid en cyberveiligheid, geleidelijke afschaffing van de uitzondering voor de Ierse taal, lopende maatregelen om de leden verder bij te staan bij de uitoefening van hun mandaat, en het aantrekkelijk maken van het Parlement voor het publiek en voor bezoekers;
D. overwegende dat de begrotingsprocedure 2017 moet leiden tot een verhoging van de veiligheid en cyberveiligheid van het Parlement, gezien de huidige politieke en veiligheidsomgeving als gevolg van de terroristische aanslagen in Europa;
E. overwegende dat de secretaris-generaal voor het voorontwerp van raming van het Parlement een begroting heeft voorgesteld van 1 910 073 000 EUR, oftewel een stijging van 3,9 % ten opzichte van de begroting 2016, waarvan 1,7 % wordt beschouwd als gewone uitgaven, en 19,26 % middelen zou betreffen van rubriek V van het MFK 2014-2020;
F. overwegende dat de uitzondering voor het niet vertalen van alle officiële documenten naar het Iers geleidelijk zal worden afgeschaft tussen 2017 en 2022, leidend tot het vertalen van alle officiële documenten in het Iers, en dat bijkomende bijzondere uitgaven van 3,7 miljoen EUR worden gevraagd om aan deze nieuwe taalkundige behoefte tegemoet te komen, neerkomend op 0,2 % van de totale stijging;
G. overwegende dat bijkomende bijzondere investeringen ter hoogte van 47,6 miljoen EUR vereist zijn ter versterking van de veiligheid en cyberveiligheid, oftewel 2,6 % van de totale stijging;
H. overwegende dat het inflatieniveau sinds 2011 voortdurend is gedaald; overwegende dat de daadwerkelijke inflatie in de vergaderplaatsen van het Parlement in 2015 en 2016 lager was dan de feitelijke verhoging van zijn begroting;
I. overwegende dat bijna 60 % van de begroting bestaat uit geïndexeerde uitgaven die voor het grootste deel betrekking hebben op salarissen voor leden en personeel, aangepast overeenkomstig het personeelsstatuut, en contractuele verplichtingen, met toepassing van sectorspecifieke indexeringen die gewoonlijk hoger zijn dan het standaard inflatiepercentage;
J. overwegende dat het Parlement in zijn resolutie van 29 april 2015 over de raming van de ontvangsten en uitgaven van het Parlement voor het begrotingsjaar 20161[4] heeft beklemtoond dat de begroting 2016 op een realistische leest gestoeld moet zijn en volledig in overeenstemming met de beginselen van begrotingsdiscipline en goed financieel beheer;
K. overwegende dat de geloofwaardigheid van het Europees Parlement als tak van de begrotingsautoriteit in hoge mate afhangt van zijn vermogen om de eigen uitgaven te beheersen;
L. overwegende dat het Bureau op 26 oktober 2015 een nieuwe reeks regels voor het beheer van de vergoedingen voor parlementaire bijstand heeft goedgekeurd, waarmee de voorschriften voor de vergoedingen voor plaatselijke medewerkers werden versterkt, namelijk door ten minste 25 % van de toelage voor parlementaire medewerkers toe te wijzen aan uitgaven voor geaccrediteerde medewerkers;
Algemeen kader
1. benadrukt dat de begroting van het Parlement voor 2017 gehandhaafd moet blijven op minder dan 20 % van rubriek V; wijst erop dat het niveau van het voorontwerp van raming voor 2017, door het Bureau goedgekeurd op 7 maart 2016, 19,26 % bedraagt, wat lager is dan het in 2016 verwezenlijkte niveau (19,39 %) en het op een na laagste onderdeel van rubriek V van de afgelopen acht jaar; verlaagt zijn aandeel in rubriek V verder tot 19,17 % voor 2017;
2. is echter van mening dat, rekening houdend met de economische teruggang in de lidstaten, het voorspelde inflatieniveau voor 2017 niet beschouwd moet worden als voornaamste benchmark voor de verhoging van de gewone uitgaven;
3. bevestigt dat bijzondere uitgaven overeenkomend met een stijging van 0,2 % ten opzichte van de begroting 2016 zijn gevraagd voor de geleidelijke afschaffing van de tijdelijke uitzonderingsmaatregelen voor het gebruik de Ierse taal, die waren vastgesteld bij Verordening nr. 1 van 15 april 1958[5], alsmede een verhoging van 2,6 % ten opzichte van de begroting 2016 voor bijkomende behoeften op het gebied van veiligheid en cyberveiligheid;
4. neemt kennis van het verzoek om een verhoging met 2,6 % voor veiligheid en cyberveiligheid, hetgeen tot meer dan een verdubbeling van de in 2016 toegewezen middelen zou leiden; verzoekt de secretaris-generaal met klem de Begrotingscommissie gedetailleerd en op transparante wijze te infomeren over de huidige en geplande veiligheids- en cyberveiligheidsmaatregelen, en de commissie in kwestie ook een gedetailleerd kostenoverzicht te doen toekomen;
5. hecht zijn goedkeuring aan het totaalbedrag aan buitengewone uitgaven voor investeringen op veiligheidsgebied in 2017, naar aanleiding van de analyse die in februari 2016 aan het Bureau is gepresenteerd en is aangevuld met de screening na de gebeurtenissen van 22 maart 2016 (47,6 miljoen EUR) en het totaalbedrag aan buitengewone uitgaven in verband met de geleidelijke afschaffing van de tijdelijke uitzondering voor het gebruik van de Ierse taal (3,7 miljoen EUR);
6. beperkt de verhoging van zijn gewone uitgaven voor 2017, zonder de twee buitengewone totaalbedragen, tot 1,4 % ten opzichte van de begroting 2016;
7. stelt het totale niveau van zijn raming voor 2017 op 1 900 873 000 EUR, neerkomend op een verhoging van 3,4 % ten opzichte van de begroting 2016;
8. benadrukt dat het Parlement moet worden voorzien van afdoende middelen om zijn kerntaken als medewetgever en begrotingsautoriteit te kunnen uitoefenen; onderstreept dat deze middelen in de huidige economische context zorgvuldig, pragmatisch en efficiënt beheerd moeten worden; wijst erop dat het Parlement over voldoende financiële middelen moet beschikken om democratie op Europees niveau te waarborgen, maar dat sterk wordt aangeraden om te streven naar besparingen en een verdere verhoging van de doeltreffendheid van de besteding van publieke middelen;
9. beklemtoont dat het grootste deel van de begroting van het Parlement en de jaarlijkse indexering ervan vastliggen op grond van statutaire of contractuele verplichtingen, waarop het Parlement in de begrotingsprocedure geen invloed heeft;
Transparantie, toegankelijkheid en leesbaarheid
10. verzoekt de secretaris-generaal een voorstel te doen voor het presenteren van de begroting aan het publiek, waarbij de informatie voldoende gedetailleerd en op begrijpelijke en gebruikersvriendelijke wijze wordt aangeboden op de website van het Parlement, om alle burgers in staat te stellen een beter inzicht te krijgen in de activiteiten, prioriteiten en bijbehorende uitgavenpatronen van het Parlement; is van mening dat als eerste stap de grafische informatie die momenteel op het intranet beschikbaar is ook op de website van het Parlement gezet kan worden;
11. is van mening dat alle relevante informatie met betrekking tot alle stadia van de begrotingsprocedure op tijdige, duidelijke en voldoende gedetailleerde en gespecificeerde wijze aan de leden van het Bureau en de Begrotingscommissie gepresenteerd moet worden, om het Bureau, de Begrotingscommissie en de fracties in staat te stellen goed overleg te voeren en hun besluiten te baseren op een volledig beeld van de situatie en de behoeften van de begroting van het Parlement,
12. benadrukt dat met betrekking tot de ontwikkeling van de begroting van jaar tot jaar nauwkeurigheid en transparantie betracht moeten worden; is van mening dat bepaalde buitengewone uitgaven, zoals voor veiligheid, voor de begroting 2017 gerechtvaardigd zijn, maar dat het toenemende gebruik elk jaar van buitengewone uitgaven een probleem is in het licht van begrotingstoezicht en -stabiliteit; vraagt om een nauwkeuriger definitie van buitengewone uitgaven; is van mening dat, met het oog op controleerbaarheid en vergelijkbaarheid van de gegevens in de algemene begroting, beoordeeld moet worden of de buitengewone uitgaven opgenomen moeten worden in de grondslag voor de berekening van het percentage aan verschil tussen de begrotingen van jaar tot jaar;
13. roept nogmaals op tot een begrotingsplanning op middellange en lange termijn, met een duidelijk onderscheid tussen uitgaven voor investeringen en operationele uitgaven in verband met de werking van het Parlement en zijn statutaire verplichtingen (waaronder huur en aankopen), in overeenstemming met zijn resolutie van 29 april 2015 over de raming van de ontvangsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2016[6], en verzoekt in die zin om een wijziging van de nomenclatuur waardoor de uitgaven voor investeringen en de bestedingen in verband met de werking tegen 2017 duidelijk van elkaar worden onderscheiden;
14. prijst het Bureau en DG ITEC voor de nieuwe lay-out van de persoonlijke pagina's van de leden op de officiële website van het Parlement, die transparanter is over de samenstelling en de status van hun team (toevoeging van een nieuwe tab 'medewerkers' met de volgende subcategorieën: medewerkers, geaccrediteerde medewerkers, (groep) plaatselijke medewerkers, dienstverleners, derdebetalenden, stagiairs); verzoekt de secretaris-generaal erop toe te zien dat de nieuwe regels betreffende de vergoedingen voor parlementaire medewerkers, die op 26 oktober 2015 door het Bureau zijn vastgesteld, daadwerkelijk worden toegepast;
15. vraagt dat minstens eenmaal per vijf jaar een begroting wordt opgesteld op basis van de reële behoeften voor de afzonderlijke begrotingsonderdelen en niet met het systeem van coëfficiënten;
Veiligheid en cyberveiligheid
16. dringt aan op begrotingsplanning op de middellange en lange termijn, met inbegrip van informatie betreffende de uitgaven voor veiligheid en cyberveiligheid; verzoekt het Bureau daarnaast - tegen de achtergrond van de recente gebeurtenissen - het algemene veiligheidsconcept te actualiseren en de geactualiseerde versie op zo kort mogelijke termijn, maar ten laatste in juni 2016, openbaar te maken;
17. is van mening dat iedere maatregel op dit gebied gebaseerd moet zijn op een duidelijke evaluatie van de behoeften van het Parlement en proportioneel moet zijn met de gelopen risico's; verzoekt de secretaris-generaal en het Bureau om tijdig vóór de lezing van het Parlement over de begroting 2017 aan de Begrotingscommissie een algemeen veiligheidsconcept, inclusief een algemene evaluatie van de waargenomen risico's en de beoogde veiligheidsmaatregelen, te presenteren, alsmede alternatieve mogelijkheden, vergezeld van een uitvoerige evaluatie van de gevolgen daarvan voor de begroting 2017 en de begrotingen voor de jaren daarna, met een duidelijk onderscheid tussen investeringen en vaste uitgaven, en aan te geven welke maatregelen worden genomen voor het vergroten van de veiligheid in en rondom de gebouwen van het Parlement, en uiteen te zetten wat de gevolgen van die maatregelen zijn voor de begroting voor 2017; verzoekt om informatie over de financiële gevolgen van de interinstitutionele administratieve samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van beveiliging;
18. verzoekt de secretaris-generaal te beoordelen of er, gezien de terroristische dreigingen, behoefte is aan herziening van de bestaande verzekeringscontracten (voor leden en personeel) en indien nodig voorstellen te doen om eventuele tekortkomingen te verhelpen;
19. is van mening dat de veiligheid buiten de gebouwen van het Parlement door de Belgische autoriteiten gewaarborgd moet blijven worden;
Ondersteuning van het mandaat van de leden
20. neemt nota van de lopende maatregelen om de leden te ondersteunen bij de vervulling van hun mandaat;
21. is ingenomen met de uitbreiding van het digitale portaal van de leden (e-Portal), maar verzoekt de secretaris-generaal om in het licht van het "papierloze initiatief", het huidige systeem van het toezenden van betaalbewijzen op papier aan de leden te verbeteren, en ernaar te streven dit systeem uiterlijk eind 2017 af te schaffen; is van mening dat het e-Portal deze mogelijkheid standaard elektronisch aan alle leden moet aanbieden, hetgeen aanzienlijke tijds- en financiële besparingen zou opleveren;
22. is ingenomen met de toenemende kwaliteit van het advies en het onderzoek ten behoeve van de leden en commissies; herinnert eraan dat bij de oprichting van de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS) in 2013 een tussentijdse evaluatie was voorzien van de doeltreffendheid van de samenwerking tussen de EPRS en de beleidsondersteunende afdelingen; verzoekt de secretaris-generaal daarom een dergelijke evaluatie uit te voeren en de resultaten daarvan uiterlijk eind 2016 te presenteren aan de Begrotingscommissie; is van mening dat deze evaluatie voorstellen moet bevatten om ervoor te zorgen dat de ondersteuning door de EPRS zo goed mogelijk is afgestemd op de ontwikkelingen in de respectievelijke thematische commissies, waarbij tevens wordt tegemoet gekomen aan de behoeften van individuele leden, en geen overlappingen vertoont met hun activiteiten of concurrentie tussen diensten in de hand werkt;
23. is van oordeel dat de behoeften van de leden in hun kiesdistricten in kaart moeten worden gebracht, met inachtneming van de verschillen tussen kiesdistricten, teneinde de leden bij hun werk op kiesdistrictniveau beter te kunnen ondersteunen; is van oordeel dat het aanbieden van mobiele werkruimtes voor leden en ondersteuning in de kiesdistricten gebaseerd moet zijn op een beoordeling van de reële behoeften en het gebruik, en geen aanzienlijke of herhaalde kosten voor het Parlement met zich mee moet brengen; dringt erop aan dat er geen hardware moet worden aangeboden aangezien de vergoeding voor algemene uitgaven toereikend is voor de aankoop van moderne apparatuur; plaatst vraagtekens bij de noodzaak van de ontwikkeling van een particuliere mobiele werkruimte voor leden, aangezien dit niet lijkt overeen te stemmen met de wijze waarop de leden en hun kantoren zijn georganiseerd;
24. is het ermee eens dat de IT-instrumenten voor de leden van groot belang zijn om hun taken te kunnen verrichten; wijst er echter nogmaals op dat het mogelijk moet zijn free-source software te installeren, wat aanzienlijke kostenbesparingen op het gebied van communicatiekosten kan opleveren, en de workflow van de kantoren van de leden kan verbeteren, met inachtneming van cyberveiligheid en waarborging van gegevensbescherming;
25. verlangt dat de mogelijkheid van digitale ondertekening van interne documenten routine wordt in alle gevallen, zoals het ondertekenen van formulieren, schriftelijke verklaringen, enz., waarbij de betrouwbaarheid en veiligheid gewaarborgd moeten zijn; verzoekt te onderzoeken of het mogelijk is een TAN-verificatiesysteem op de gsm's van de leden te installeren; is bovendien van mening dat het gebruik van faxapparaten moet worden ontmoedigd en geleidelijk moet worden beëindigd;
26. verwelkomt de nieuwe hervorming van aanvullende schriftelijke vragen, zoals op 3 september 2015 vastgesteld door de Commissie constitutionele zaken op verzoek van de Begrotingscommissie na de goedkeuring van de begroting van het Parlement voor 2016; verzoekt de secretaris-generaal te voorzien in de nodige controles op de toepassing van de nieuwe interpretatie; verzoekt de Conferentie van voorzitters de nieuwe regels betreffende schriftelijke vragen, met name wat betreft aanvullende vragen, te analyseren om vast te stellen welke besparingen er mee worden gerealiseerd, en de Begrotingscommissie ten laatste in augustus 2016 en in ieder geval vóór de lezing in het Parlement van de begroting in het najaar van 2016 van de resultaten van deze analyse op de hoogte te stellen;
27. acht het wenselijk de kredieten voor de uitgaven voor parlementaire medewerkers voor 2017 te handhaven op hetzelfde niveau als voor 2016, op voorwaarde dat de wettelijk verplichte indexering zoals bedoeld in het personeelsstatuut wordt toegepast;
28. is van mening dat de huidige weergave van de parlementaire werkzaamheden van de leden op de website van het Parlement niet nauwkeurig is en geen weerspiegeling vormt van de daadwerkelijke activiteiten en betrokkenheid van de leden; stelt voor om het huidige gebruik van websites met rankings af te schaffen en de informatie over de activiteiten van de afzonderlijke leden op de officiële website van het Parlement te verbeteren; vraagt met name om de stemverklaringen en interventies van één minuut afzonderlijk van de plenaire interventies te plaatsen en een beoordeling uit te voeren van de meerwaarde van stemverklaringen en van mogelijke alternatieven; verwacht dat de werkgroep van het Bureau die zich hiermee bezighoudt haar agenda en bevindingen zodra deze beschikbaar zijn aan de Begrotingscommissie presenteert;
Uitgaven van de leden
29. bekrachtigt zijn standpunt - zoals tot uitdrukking gebracht in zijn begrotingsresoluties van 29 april 2015 en 28 oktober 2015 - over de vergoeding voor algemene uitgaven; herhaalt de oproep tot meer transparantie betreffende de algemene kostenvergoeding van de leden; verzoekt het Bureau nauwkeuriger regels op te stellen over de verantwoordingsplicht met betrekking tot de uitgaven die uit deze vergoeding kunnen worden gedaan, zonder dat dit voor het Parlement extra kosten met zich brengt;
Gebouwenbeleid
30. herinnert eraan dat de strategie voor het gebouwenbeleid op de middellange termijn, die het Bureau in 2010 heeft vastgesteld, momenteel wordt herzien; betreurt dat het Bureau zijn beraadslagingen over de tussentijdse strategie voor de gebouwen van het Parlement nog niet heeft afgerond; verzoekt de secretaris-generaal de nieuwe strategie voor het gebouwenbeleid op de middellange termijn zo spoedig mogelijk en uiterlijk in augustus 2016, vóór de lezing van de begroting door het Parlement in het najaar van 2016, aan de Begrotingscommissie voor te leggen;
31. roept het Bureau nogmaals op om een langetermijnstrategie voor de gebouwen van het Parlement te presenteren; wijst er nogmaals op dat langetermijninvesteringen, zoals de vastgoedprojecten van het Parlement, op zorgvuldige en transparante wijze moeten worden aangepakt; dringt aan op een strikt kostenbeheer en een strikte planning van en controle op projecten; herhaalt zijn standpunt dat er behoefte is aan een transparant besluitvormingsproces voor het gebouwenbeleid, op basis van vroegtijdige informatie, met inachtneming van artikel 203 van het Financieel Reglement; is van mening dat een verslag over de redenen voor de vertraging en de hogere kosten van het Huis van de Europese geschiedenis moet worden opgesteld, zodat hier bij het formuleren van de strategie voor het gebouwenbeleid op lange termijn rekening mee kan worden gehouden;
32. verzoekt om de situatie van het onroerend goed van het Europees Parlement op getrouwe wijze op de begroting weer te geven; dringt er in dit verband op aan dat de kosten van het Konrad Adenauergebouw duidelijk in de definitieve begroting van het Parlement worden opgenomen, en dat investeringen in onroerend goed in de toekomst in de begroting worden opgenomen zodat er geen gebruik hoeft te worden gemaakt van collectieve overschrijvingen;
33. stelt daarom voor om met ingang van 2018 een specifieke lijn in te voeren voor investeringen in bouwprojecten, waarbij voor de financiering ervan in 2018 middelen worden gebruikt die in 2017 worden voorgesteld voor buitengewone uitgaven;
34. stelt voor om, gezien de buitengewone omstandigheden in 2017 die hogere investeringen in de veiligheidsinfrastructuur nodig maken, middelen die eind 2017 niet zijn benut, te gebruiken voor bouwwerkzaamheden aan het KAD-gebouw, ter voorkoming van rentebetalingen aan banken voor leningen die afgesloten moeten worden om de bouw te financieren;
35. dringt aan op meer informatie over de stand van zaken van het project voor de renovatie van het PHS-gebouw; dringt erop aan een studie over de renovatie uit te voeren en ter bestudering aan het Bureau voor te leggen; verwacht van het Bureau dat het bij het vaststellen van het tijdskader voor de renovatie rekening houdt met de noodzaak van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden; verzoekt het Bureau de Begrotingscommissie telkens van elke nieuwe stap op de hoogte te houden; verzoekt het Bureau in dit verband de basis te leggen voor de transformatie van het PHS-gebouw als voorbeeld van een gebouw met de modernste technieken op het gebied van energie-efficiëntie, en snel over te gaan tot de modernisering van het gebouw;
36. verzoekt de bevoegde ondervoorzitters de Begrotingscommissie een voortgangsverslag over het KAD-gebouw te doen toekomen;
37. is van oordeel dat de structurele en organisatorische hervormingen met het oog op grotere doelmatigheid, milieuduurzaamheid en effectiviteit moeten worden voortgezet door middel van een grondig onderzoek van mogelijke synergieën en besparingen; herinnert aan de aanzienlijke besparingen die gerealiseerd kunnen worden door slechts één werklocatie in plaats van drie (Brussel, Straatsburg, Luxemburg) te hebben; benadrukt dat dit proces moet plaatsvinden zonder afbreuk te doen aan het hoge niveau van wetgeven, de begrotings- en controlebevoegdheden van het Parlement en de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden van de leden, medewerkers en het personeel;
Personeel
38. verwelkomt het voorstel om de personeelsformatie in 2017 in te krimpen met 60 posten, overeenkomstig het akkoord met de Raad over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, op 14 november 2015 goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure,
39. herinnert eraan dat het totale personeelsbestand van de fracties wordt vrijgesteld van de doelstelling tot vermindering van de personeelsformatie met 5 %, in overeenstemming met de beslissingen die zijn genomen met betrekking tot de begrotingsjaren 2014, 2015 en 2016;
40. steunt de extra posten voor vertaling en vertolking naar het Iers; stelt deze extra posten vrij van de reductiedoelstelling van 5 %, in overeenstemming met de aanbeveling van de Commissie; verzoekt de secretaris-generaal overleg te plegen met Ierse leden met het oog op een mogelijke rationalisering van het gebruik van de Ierse taal zonder dat dit ten koste gaat van de gewaarborgde rechten van de leden;
41. steunt de oprichting van een doventolkendienst voor alle debatten in de plenaire vergadering zodat deze ook werkelijk toegankelijk worden voor alle Europese burgers;
42. is ingenomen met de efficiëntieverbeteringen die zijn verwezenlijkt op het gebied van vertaling en vertolking; erkent de kwaliteit en de meerwaarde van de diensten van de tolken; vindt dat op korte termijn een duurzaam akkoord tussen de secretaris-generaal en de vertegenwoordigers van de tolken moet worden gesloten, met bepalingen betreffende zowel kwalitatief hoogwaardige arbeidsomstandigheden als doeltreffend beheer, teneinde onevenwichtige arbeidstijden en algehele onzekerheid bij de tolken te vermijden, rekening houdend met sociale rechten; verzoekt de secretaris-generaal voorstellen voor verdere rationalisering te doen, zoals voor meer vertaling en vertolking op verzoek, met name voor de activiteiten van de interfractiewerkgroepen van het Parlement; beschouwt het systeem voor taalkundige profiling zoals dat sinds oktober 2014 voor amendementen in het commissiestadium bestaat een goed voorbeeld van de verbeteringen die op het gebied van efficiëntie kunnen worden gerealiseerd en die verder ontwikkeld kunnen worden; is van mening dat vertolking en vertaling centraal staan in een Europese democratie die openstaat voor allen, en dringt er in die zin op aan geen hervormingen door te voeren die afbreuk doen aan een zo breed en inclusief mogelijke toegankelijkheid van de activiteiten en documenten van het Europees Parlement;
43. verzoekt het Bureau de regels betreffende het statuut van stagiairs tegen het licht te houden en in voorkomend geval te wijzigen, waaronder door de invoering van een minimumsalaris en harmonisatie van de prijzen van aan catering gerelateerde diensten voor alle stagiairs in zowel de administratie van het Parlement als de kantoren van de leden, teneinde te bewerkstelligen dat alle stagiairs gelijk worden behandeld en hun sociale rechten zijn gewaarborgd;
44. verzoekt het Bureau de regels betreffende de vergoeding van de reiskosten die geaccrediteerde parlementaire medewerkers maken voor verplaatsingen tussen de werklocaties van het Parlement te herzien, teneinde deze gelijk te trekken met de regels die voor de andere personeelsleden gelden;
45. is van mening dat er een derde procedure moet worden ingevoerd om een contract tussen een EP-lid en een medewerker met wederzijds goedvinden te beëindigen;
Chauffeursdiensten/mobiliteit
46. plaatst vraagtekens bij het voorstel tot internalisering van de chauffeursdienst, door de externe dienstverlening te vervangen door arbeidscontractanten van het Parlement, wat zal overeenkomen met ongeveer 3,7 miljoen EUR ogenblikkelijke bijkomende kosten; is van mening dat een goed georganiseerd extern contract, gesloten op grond van toepasselijke regels inzake overheidsopdrachten, waarbij duidelijk is dat de externe dienstverlener verantwoordelijkheid is voor veiligheids- en antecedentenonderzoek, alsmede voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en lonen, als alternatieve optie moet worden overwogen; zou internalisering slechts willen overwegen indien de kosten daarvan de kosten van het huidige systeem niet overschrijden, en indien fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en lonen voor chauffeurs, een beter genderevenwicht en het gebruik van milieuvriendelijker auto's daarbij mogelijk zijn; vindt dat de Begrotingscommissie gedetailleerde informatie moet krijgen alvorens hierover enig besluit kan worden genomen;
47. verzoekt de secretaris-generaal overleg te plegen met de Belgische autoriteiten teneinde te zorgen voor gemakkelijke toegang tot en een optimaal gebruik van de nieuwe rechtstreekse treinverbinding tussen treinstation Brussel-Luxemburg en de luchthaven van Zaventem, onder meer door het accepteren van de toegangspasjes van de leden in plaats van het huidige "laissez passer"-systeem;
48. is van mening dat het wagenpark meer zuinige en veilige auto’s moet bevatten; verzoekt de secretaris-generaal een verslag op te stellen over de mogelijkheid om voor het einde van het decennium een volledige overschakeling op elektrische aandrijving te realiseren;
49. verzoekt de secretaris-generaal overleg te plegen met het reisbureau van het Parlement; moedigt het reisbureau aan een intensievere prijsvergelijking te hanteren; roept het reisbureau op actief op zoek te gaan naar goedkopere tickets en in algemene zin aan de leden en alle personeelscategorieën prijzen te bieden die concurrerender zijn, met waarborging van hetzelfde comfortniveau en passende voorwaarden voor het omwisselen van tickets;
Communicatie
50. verzoekt om het voorleggen van de resultaten van de ex-post evaluatie van de algemene strategie en methodologie van de voorlichtings- en communicatiestrategie voor 2014 (het evaluatieverslag had uiterlijk de 2e helft van 2015 gepresenteerd moeten worden);
51. verzoekt de secretaris-generaal nogmaals aan de Begrotingscommissie verslag uit te brengen over de evaluatie van de campagne voor de Europese verkiezingen van 2014, alsook over de doeltreffendheid van de op het grote publiek gerichte communicatiemaatregelen van het Parlement;
52. wijst op de rol van de informatiebureaus van het Parlement voor de bewustmaking over de activiteiten van het Parlement en van de Unie als geheel; is van mening dat maatregelen moeten worden genomen om de efficiency van de informatiebureaus te vergroten; is van mening dat de informatiebureaus zoveel mogelijk gebouwen en ondersteunende kantoordiensten moeten delen met vertegenwoordigingen van de Commissie; verzoekt om een evaluatie van de doelstellingen, taken en prestaties van de informatiebureaus, op basis waarvan prioriteiten moeten worden vastgesteld;
53. dringt erop aan te bekijken of nauwer kan worden samengewerkt met ARTE in Straatsburg, teneinde een Europees mediaknooppunt tot stand te brengen voor opleiding voor jonge journalisten;
54. verzoekt de secretaris-generaal een verslag op te stellen over de ondernemingen en organisaties aan wie toegang tot het Europees Parlement is verleend om er fora te kunnen houden die verband houden met hun activiteiten; verzoekt de secretaris-generaal te streven naar een balans tussen de verschillende sectoren en de verschillende soorten organisaties waaraan toegang tot het Europees Parlement wordt verleend;
Andere punten
55. dringt er bij de secretaris-generaal op aan een gedetailleerd verslag te presenteren over de implementatie van de administratieve onderdelen van de samenwerkingsovereenkomsten tussen het Parlement, het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité, en op basis daarvan te werken aan mogelijke regelingen voor verdere administratieve samenwerking op gebieden als logistiek, infrastructuur en/of veiligheid;
56. verzoekt de secretaris-generaal met klem opheldering te geven over het huidige beheer van de sportfaciliteiten van het Parlement en de inzet van personeel van het Parlement aldaar; verzoekt daarnaast om informatie over de aanhangig gemaakte zaak en over de mogelijke opties om in de toekomst een doeltreffend en kostenefficiënt beheer van de faciliteiten in kwestie te verwezenlijken;
57. verwelkomt een beperkter en efficiënter gebruik van reiskisten (cantines); moedigt het delen van kisten aan voor de reizen naar Straatsburg;
58. verzoekt de secretaris-generaal om volledige uitvoering te geven aan de letter en de geest van het nieuwe financieel reglement inzake groene en economisch efficiënte overheidsopdrachten door de aankoopstrategie van het Parlement op dit punt te versterken;
59. is van mening dat het streven naar energiebesparing, in het bijzonder bij de verlichting en verwarming van de gebouwen, moet worden voortgezet, aangezien de besprekingen over de begroting 2016 hebben aangetoond dat er ruimte is voor verbetering;
60. vindt dat gezond en biologisch voedsel sterker moet worden aangemoedigd; dringt er in dit verband bij het Bureau op aan om bij het streven naar het aanbieden van gezond voedsel niet alleen te kijken naar een diversificatie van de diensten, maar ook en vooral naar het aanbieden van vers fruit en verse groenten tegen betaalbaardere prijzen;
o
o o
61. stelt de raming voor het begrotingsjaar 2017 vast;
62. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en de raming te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
BIJLAGE: ONTWERPRAMING
ONTWERPRAMING VAN HET EUROPEES PARLEMENT VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2017
ALS VASTGESTELD DOOR DE BEGROTINGSCOMMISSIE OP HAAR VERGADERING VAN
11 APRIL 2016
|
|
BIJLAGE: ONTWERPRAMING
2017
Bijdrage van de Europese Unie in de financiering van de uitgaven
van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2017
Omschrijving |
Bedrag |
|
|
|
|
Uitgaven |
1.900.873.000 |
|
Eigen inkomsten: |
157.861.070 |
|
Te ontvangen bijdrage |
1.743.011.930 |
|
STAAT VAN ONTVANGSTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
|
|
|
|
|
|
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
|
|
|
|
4 0 |
DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN |
|
|
|
|
4 0 0 |
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden |
73.410.920 |
73.484.272 |
69.454.180 |
|
4 0 3 |
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
p.m |
p.m |
13.613 |
|
4 0 4 |
Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
10.907.330 |
10.797.731 |
9.959.483 |
|
|
|
84.318.250 |
84.282.003 |
79.427.275 |
|
Hoofdstuk 4 0 — Totaal |
|||||
4 1 |
BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING |
|
|
|
|
4 1 0 |
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling |
64.131.820 |
59.667.459 |
58.498.210 |
|
4 1 1 |
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel |
9.200.000 |
9.100.000 |
9.241.578 |
|
4 1 2 |
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling |
10.000 |
10.000 |
57.702 |
|
|
|
73.341.820 |
68.777.459 |
67.797.490 |
|
Hoofdstuk 4 1 — Totaal |
|||||
4 2 |
OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING |
|
|
|
|
4 2 1 |
Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling |
p.m |
p.m |
0 |
|
|
Hoofdstuk 4 2 — Totaal |
0 |
0 |
0 |
|
|
Titel 4 — Totaal |
157.660.070 |
153.059.462 |
147.224.765 |
|
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING |
|
|
|
|
5 0 |
OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN |
|
|
|
|
5 0 0 |
Verkoop van roerende goederen (levering van goederen) |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 0 0 |
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 0 1 |
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
25.526 |
|
5 0 0 2 |
Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
55.871 |
|
5 0 1 |
Verkoop van onroerende goederen |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 2 |
Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
0 |
|
|
Hoofdstuk 5 0 — Totaal |
p.m |
p.m |
81.397 |
|
5 1 |
VERHUUROPBRENGST |
|
|
|
|
5 1 1 |
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten |
p.m |
p.m |
|
|
5 1 1 0 |
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
2.807.906 |
|
5 1 1 1 |
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
16.372 |
|
|
Hoofdstuk 5 1 — Totaal |
p.m |
p.m |
2.824.279 |
|
5 2 |
OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN |
|
|
|
|
5 2 0 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling |
200.000 |
410.000 |
216.417 |
|
|
Hoofdstuk 5 2 — Totaal |
200.000 |
410.000 |
216.417 |
|
5 5 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN |
|
|
|
|
5 5 0 |
Artikel 5 5 0 — Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
5.557.309 |
|
5 5 1 |
Artikel 5 5 1 — Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
729.104 |
|
|
Hoofdstuk 5 5 — Totaal |
p.m |
p.m |
6.286.413 |
|
5 7 |
OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING |
|
|
|
|
5 7 0 |
Artikel 5 7 0 — Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
3.292.213 |
|
5 7 1 |
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 7 2 |
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 7 3 |
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
3.476.281 |
|
|
Hoofdstuk 5 7 — Totaal |
p.m |
p.m |
6.768.495 |
|
5 8 |
DIVERSE VERGOEDINGEN |
|
|
|
|
5 8 1 |
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
179.793 |
|
|
Hoofdstuk 5 8 — Totaal |
p.m |
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 — Totaal |
200.000 |
410.000 |
16.356.793 |
|
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE |
|
|
|
|
6 6 |
OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN |
|
|
|
|
6 6 0 |
Overige bijdragen en terugbetalingen |
p.m |
p.m |
p.m |
|
6 6 0 0 |
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m |
p.m |
11.848.214 |
|
6 6 0 1 |
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming |
p.m |
p.m |
0 |
|
|
Hoofdstuk 6 6 — Totaal |
p.m |
p.m |
11.848.214 |
|
|
Titel 6 — Totaal |
p.m |
p.m |
11.848.214 |
|
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
|
|
|
|
9 0 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
|
|
|
|
9 0 0 |
Diverse ontvangsten |
1.000 |
1.000 |
937.952 |
|
|
Hoofdstuk 9 0 — Totaal |
1.000 |
1.000 |
937.952 |
|
|
Titel 9 — Totaal |
1.000 |
1.000 |
937.952 |
|
|
TOTAAL-GENERAAL |
157.861.070 |
153.470.462 |
176.367.724 |
|
UITGAVEN
Algemene samenvatting van de kredieten (2017 en 2016) en de uitvoering (2015)
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Kredieten 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
|
|
|
|
|
|
1 |
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 0 |
LEDEN VAN DE INSTELLING |
209.825.500 |
213.281.500 |
213.915.852 |
|
1 2 |
AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN |
642.573.000 |
627.305.500 |
597.484.150 |
|
1 4 |
ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN |
135.764.500 |
125.501.000 |
116.618.310 |
|
1 6 |
OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
17.539.500 |
17.772.500 |
17.535.481 |
|
|
Titel 1 — Totaal |
1.005.702.500 |
983.860.500 |
945.553.793 |
|
|
|
|
|
|
|
2 |
GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 0 |
GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN |
256.137.000 |
211.173.440 |
265.369.143 |
|
2 1 |
INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR |
168.142.500 |
166.845.910 |
136.912.387
|
|
|
Reserves (10 0) |
1.892.000 |
|
|
|
2 3 |
LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN |
5.719.000 |
5.992.750 |
4.458.475 |
|
|
Titel 2 — Totaal |
431.890.500 |
384.012.100 |
406.740.005 |
|
|
|
|
|
|
|
3 |
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 0 |
VERGADERINGEN EN CONFERENTIES |
32.827.000 |
35.423.000 |
31.170.192 |
|
3 2 |
EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING |
108.238.000 |
115.433.000 |
107.799.775 |
|
|
Titel 3 — Totaal |
141.065.000 |
150.856.000 |
138.969.967 |
|
|
|
|
|
|
|
4 |
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 0 |
UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN |
111.905.000 |
111.100.000 |
102.924.578 |
|
4 2 |
ASSISTENTIE AAN DE LEDEN |
206.890.000 |
202.140.000 |
184.233.696 |
|
4 4 |
VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN |
420.000 |
420.000 |
400.000 |
|
|
Titel 4 — Totaal |
320.215.000 |
313.660.000 |
287.558.274 |
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen |
|
|
|
|
5 0 |
Uitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 0 |
Beleidsuitgaven van de Autoriteit |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 0 0 |
Beleidsuitgaven van de Autoriteit |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 1 |
Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen |
p.m |
p.m |
0 |
|
5 0 1 0 |
Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen |
p.m |
p.m |
0 |
|
|
Hoofdstuk 5 — Totaal |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
10 |
OVERIGE UITGAVEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 0 |
VOORZIENINGEN |
p.m |
p.m |
0 |
|
10 1 |
RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN |
3.000.000 |
6.000.000 |
0 |
|
10 3 |
RESERVE VOOR DE UITBREIDING |
p.m |
p.m |
0 |
|
10 4 |
RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID |
p.m |
p.m |
0 |
|
10 5 |
VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN |
p.m |
p.m |
0 |
|
10 6 |
RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING |
p.m |
p.m |
0 |
|
10 8 |
Reserve voor EMAS |
p.m |
p.m |
0 |
|
|
Titel 10 — Totaal |
3.000.000 |
6.000.000 |
0 |
|
|
TOTAAL-GENERAAL |
1.900.873.000 |
1.838.388.600 |
1.778.822.039 |
|
Inkomsten — Eigen inkomsten
Titel 4 — Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie
Hoofdstuk 4 0 — Diverse belastingen en inhoudingen
Artikel 4 0 0 — Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
73 410 920 |
73 484 272 |
69 454 180,00 |
|
Rechtsgronden
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).
Artikel 4 0 3 — Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
13 613,00 |
|
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.
Artikel 4 0 4 — Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
10 907 330 |
10 797 731 |
9 959 483,00 |
|
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.
Hoofdstuk 4 1 — Bijdragen aan de pensioenregeling
Artikel 4 1 0 — Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
64 131 820 |
59 667 459 |
58 498 210,00 |
|
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.
Artikel 4 1 1 — Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
9 200 000 |
9 100 000 |
9 241 578,00 |
|
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4 en artikel 11, leden 2 en 3, alsmede bijlage VIII, artikel 48.
Artikel 4 1 2 — Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
10 000 |
10 000 |
57 702,00 |
|
Hoofdstuk 4 2 — Overige bijdragen aan de pensioenregeling
Artikel 4 2 1 — Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Rechtsgronden
Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.
Titel 5 — Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instelling
Hoofdstuk 5 0 — Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen) en onroerende goederen
Artikel 5 0 0 — Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)
Post 5 0 0 0 — Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Post 5 0 0 1 — Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
25 526,00 |
|
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Post 5 0 0 2 — Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
55 871,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.
Artikel 5 0 1 — Verkoop van onroerende goederen
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.
Artikel 5 0 2 — Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.
Hoofdstuk 5 1 — Verhuuropbrengst
Artikel 5 1 1 — Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten
Post 5 1 1 0 — Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
2 807 906,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.
Post 5 1 1 1 — Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
16 372,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Hoofdstuk 5 2 — Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten
Artikel 5 2 0 — Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
200 000 |
410 000 |
216 417,00 |
|
Toelichting
Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.
Hoofdstuk 5 5 — Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden
Artikel 5 5 0 — Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
5 557 309,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Artikel 5 5 1 — Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
729 104,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Hoofdstuk 5 7 — Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling
Artikel 5 7 0 — Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
3 292 213,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Artikel 5 7 1 — Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Artikel 5 7 2 — Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,00 |
|
Toelichting
Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.
Artikel 5 7 3 — Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
3 476 281,00 |
|
Hoofdstuk 5 8 — Diverse vergoedingen
Artikel 5 8 1 — Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
179 793,00 |
|
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.
Titel 6 — Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie
Hoofdstuk 6 6 — Overige bijdragen en terugbetalingen
Artikel 6 6 0 — Overige bijdragen en terugbetalingen
Post 6 6 0 0 — Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
11 848 214,00 |
|
Toelichting
Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die worden aangewend voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Post 6 6 0 1 — Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Titel 9 — Diverse ontvangsten
Hoofdstuk 9 0 — Diverse ontvangsten
Artikel 9 0 0 — Diverse ontvangsten
Cijfers
Begroting 2017 |
Begroting 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 000 |
1 000 |
937 952,00 |
|
Toelichting
Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.
Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.
Uitgaven — Uitgaven
Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen
Hoofdstuk 1 0 — Leden van de instelling
Artikel 1 0 0 — Bezoldigingen en vergoedingen
Post 1 0 0 0 — Bezoldigingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
75 020 000 |
72 520 000 |
71 860 133,95 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.
Post 1 0 0 4 — Normale reiskosten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
69 200 000 |
73 340 000 |
71 418 750,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.
Post 1 0 0 5 — Overige reiskosten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
6 000 000 |
7 050 000 |
5 550 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten, de kosten van reizen in het land van verkiezing.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.
Post 1 0 0 6 — Algemene kostenvergoeding
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
39 886 000 |
39 715 000 |
38 754 450,55 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 75 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.
Post 1 0 0 7 — Ambtsvergoedingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
181 500 |
181 500 |
175 257,06 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Besluit van het Bureau van 17 juni 2009.
Artikel 1 0 1 — Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen
Post 1 0 1 0 — Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
3 097 000 |
3 058 000 |
2 191 208,67 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.
Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij een officiële reis, als gevolg van ernstige ziekte, ongeval of onvoorziene omstandigheden waardoor voortzetting van de reis onmogelijk is. De bijstand omvat het organiseren van de repatriëring en het voor rekening nemen van de aan de repatriëring verbonden kosten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 60 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.
Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.
Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ziekten.
Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.
Post 1 0 1 2 — Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
775 000 |
798 000 |
653 406,83 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.
Artikel 1 0 2 — Overbruggingstoelagen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
930 000 |
1 770 000 |
9 544 350,06 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.
Artikel 1 0 3 — Pensioenen
Post 1 0 3 0 — Ouderdomspensioenen (KVL)
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
11 450 000 |
11 450 000 |
10 675 653,64 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.
Rechtsgronden
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage III bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Post 1 0 3 1 — Invaliditeitspensioenen (KVL)
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
303 000 |
291 000 |
281 721,32 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage II bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Post 1 0 3 2 — Overlevingspensioenen KVL
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
2 313 000 |
2 458 000 |
2 207 741,36 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- en/of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.
Rechtsgronden
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage I bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Post 1 0 3 3 — Vrijwillige pensioenregeling van de leden
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
3 178,74 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Parlement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76 en bijlage VII bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Artikel 1 0 5 — Talen- en informaticacursussen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
670 000 |
650 000 |
600 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en informaticacursussen voor de leden.
Rechtsgronden
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.
Besluit van het Bureau van 4 mei 2009 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.
Artikel 1 0 9 — Voorziening
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van de eventuele aanpassingen van de vergoedingen van de leden van het Parlement.
Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement naar andere begrotingslijnen is overgeschreven.
Hoofdstuk 1 2 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen
Artikel 1 2 0 — Salaris en andere rechten
Post 1 2 0 0 — Salaris en vergoedingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
638 333 000 |
623 007 500 |
594 444 744,13 |
|
Toelichting
Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:
—de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen,
—de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten,
—de forfaitaire vergoedingen voor overuren,
—de overige toelagen en vergoedingen,
—de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst,
—de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt,
—de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.
Het dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van het sportcentrum van het Europees Parlement in Brussel en Straatsburg.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Post 1 2 0 2 — Betaalde overuren
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
135 000 |
248 000 |
66 500,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Post 1 2 0 4 — Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
2 950 000 |
2 950 000 |
2 560 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats,
—de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen,
—de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen,
—de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid,
—de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid,
—het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Artikel 1 2 2 — Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst
Post 1 2 2 0 — Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 155 000 |
1 100 000 |
412 905,67 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen:
—aan ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling,
—aan ambtenaren die op verlof zijn geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instelling,
—aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen van fracties, die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.
Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop (met uitzondering van de personen die vallen onder artikel 42 quater, die geen recht hebben op de aanpassingscoëfficiënt).
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 42 quater en 50, alsmede bijlage IV, en artikel 48 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Post 1 2 2 2 — Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van de Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad,
—de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen,
—de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.
Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).
Hoofdstuk 1 4 — Ander personeel en prestaties van derden
Artikel 1 4 0 — Andere personeelsleden en externen
Post 1 4 0 0 — Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
43 915 000 |
41 867 289 |
38 317 487,57 |
|
Toelichting
Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven, met uitzondering van de uitgaven voor de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het directoraat-generaal dat met beveiliging belast is en die taken uitvoeren die verband houden met de beveiliging van personen en goederen, de informatiebeveiliging alsook met de risicobeoordeling en de uitgaven voor de andere personeelsleden die in het secretariaat-generaal de taken van chauffeur uitvoeren of die zorgen voor de coördinatie ervan:
—de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met inbegrip van arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, voor het grootste deel voor het communautaire stelsel, en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden,
—het inschakelen van uitzendkrachten,
—facturen ingediend door het PMO ter dekking van de kosten voor personeel aangenomen om de administratieve dossiers van personeelsleden van het Parlement te verwerken (met name werkloosheidstoelagen en pensioenrechten).
Een deel van dit krediet dient om personen met een handicap aan te werven als arbeidscontractanten, overeenkomstig het besluit van het Bureau van 7 en 9 juli 2008.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV, titel V en titel VI).
Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).
Post 1 4 0 1 — Andere personeelsleden — Beveiliging
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
24 962 000 |
22 433 711 |
17 222 235,00 |
|
Toelichting
Nieuwe post
Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven voor de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het directoraat-generaal dat verantwoordelijk is voor de beveiliging en die taken uitvoeren die verband houden met de beveiliging van personen en goederen, de informatiebeveiliging alsook met de risicobeoordeling:
—de bezoldiging van arbeidscontractanten en arbeidscontractanten voor hulptaken, met inbegrip van de toelagen en vergoedingen alsook de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden,
—het inschakelen van tijdelijke krachten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).
Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).
Post 1 4 0 2 — Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
6 100 000 |
|
|
|
Toelichting
Nieuwe post
Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven in verband met de andere personeelsleden die in het secretariaat-generaal de taken van chauffeur uitvoeren of die zorgen voor de coördinatie ervan:
—de bezoldiging van arbeidscontractanten en arbeidscontractanten voor hulptaken, met inbegrip van de toelagen en vergoedingen alsook de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden,
—het inschakelen van tijdelijke krachten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).
Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).
Post 1 4 0 4 — Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
6 806 500 |
7 185 000 |
6 379 886,24 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de kosten van de selectie, de aanwerving en het onthaal van de stagiairs,
—emolumenten voor stagiairs (beurzen), met inbegrip van enerzijds eventuele kostwinnerstoelagen en anderzijds de kosten van een bijkomende arbeidsongeschiktheidsuitkering (tot 50 % van de beurs),
—aan stagiairs uitbetaalde vergoedingen,
—reiskosten voor stagiairs,
—de kosten van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen voor stagiairs,
—de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Parlement en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd,
—de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement, met inbegrip van vergoedingen en reiskosten,
—de kosten van ongevallenverzekeringen voor gedetacheerde deskundigen,
—de vergoeding van studiebezoeken,
—de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Rechtsgronden
Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (besluit van het Bureau van 7 maart 2005).
Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 4 mei 2009).
Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2013).
Post 1 4 0 5 — Uitgaven voor tolkendiensten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
45 785 000 |
45 125 000 |
46 423 856,43 |
|
Toelichting
Nieuwe post, oude post 1 4 0 2
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:
—de vergoedingen en hiermee gelijkgestelde toelagen, sociale bijdragen, reiskosten en andere kosten van de conferentietolken die door het Europees Parlement worden aangeworven voor vergaderingen die het Europees Parlement voor zichzelf of andere instellingen of organen organiseert, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd,
—de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden van het Europees Parlement kunnen worden geleverd,
—de kosten in verband met de voor het Parlement verrichte diensten van tolken die werkzaam zijn bij andere regionale, nationale of internationale instellingen,
—de kosten in verband met vertolkingsactiviteiten, in het bijzonder de voorbereiding op vergaderingen en de opleiding en selectie van tolken.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 830 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en de financiële regeling voor de als hulpfunctionaris aangestelde conferentietolken (en de uitvoeringsbepalingen daarvan), vastgesteld op 28 juli 1999, zoals geannoteerd op 13 oktober 2004 en zoals herzien op 31 juli 2008.
Post 1 4 0 6 — Waarnemers
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 13 van het Reglement van orde van het Europees Parlement.
Artikel 1 4 2 — Externe vertalingsdiensten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
8 196 000 |
8 890 000 |
8 274 845,04 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, codering, typewerkzaamheden en technische assistentie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 135 000 EUR.
Hoofdstuk 1 6 — Overige uitgaven in verband met aan de instelling verbonden personen
Artikel 1 6 1 — Uitgaven in verband met personeelsbeheer
Post 1 6 1 0 — Uitgaven in verband met aanwerving
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
214 000 |
254 000 |
215 980,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving,
—de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden.
In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.
Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).
Post 1 6 1 2 — Bijscholing
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
5 515 000 |
6 200 000 |
4 950 971,49 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Artikel 1 6 3 — Voorzieningen voor het personeel van de instelling
Post 1 6 3 0 — Sociale dienst
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
768 000 |
784 000 |
485 584,20 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:
—ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,
—echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,
—kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,
de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend,
—de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren,
—de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan een sociale activiteit zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden,
—andere institutionele of interinstitutionele maatregelen van sociale aard, gericht op de integratie van ambtenaren en ander personeel,
—de financiering van redelijke maatregelen voor het bieden van ondersteuning aan of uitgaven voor medisch of sociaal onderzoek voor ambtenaren, ander personeel en stagiairs met een handicap of ambtenaren en ander personeel met een handicap tijdens de aanwervingsprocedure en stagiairs met een handicap tijdens de selectieprocedure, uit hoofde van artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren, in het bijzonder individuele ondersteuning op de arbeidsplaats of tijdens dienstreizen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 1 quinquies, artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.
Post 1 6 3 1 — Mobiliteit
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
700 000 |
754 000 |
636 049,44 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Post 1 6 3 2 — Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
230 000 |
238 000 |
198 962,27 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele verenigingen van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant) voor vrijetijdsbesteding.
Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.
Artikel 1 6 5 — Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen
Post 1 6 5 0 — Medische dienst
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 275 000 |
1 250 000 |
1 095 232,08 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische dienst in de drie vergaderplaatsen, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.
Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten of werkend met een vervangopdracht van korte duur.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.
Post 1 6 5 2 — Exploitatie van restaurants en kantines
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 380 000 |
1 365 000 |
3 500 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de beheers- en exploitatiekosten van restaurants en kantines.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.
Post 1 6 5 4 — Voorzieningen voor kinderopvang
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
7 162 500 |
6 727 500 |
6 167 701,36 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de kosten voor het kinderdagverblijf en voor de externe crèches waarmee een contract is afgesloten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 400 000 EUR.
Post 1 6 5 5 — Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
295 000 |
200 000 |
285 000,00 |
|
Toelichting
Tenuitvoerlegging van Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen of de terugbetaling van de door de Commissie namens het Europees Parlement betaalde bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen. Het dekt de kosten voor in een type II-Europese school ingeschreven kinderen van personeelsleden van het Europees Parlement die vallen onder het Personeelsstatuut.
Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
Toelichting
Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico's door de algemene begroting van de Europese Unie te worden gedekt.
Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.
Hoofdstuk 2 0 — Gebouwen en daarmee samenhangende kosten
Artikel 2 0 0 — Gebouwen
Post 2 0 0 0 — Huur
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
37 169 000 |
33 058 000 |
28 433 672,09 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.
Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
Post 2 0 0 1 — Erfpacht
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
77 584 999,73 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
Post 2 0 0 3 — Aankoop van gebouwen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
Post 2 0 0 5 — Oprichting van gebouwen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
32 970 000 |
15 770 000 |
19 569 857,83 |
|
Toelichting
Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen (werkzaamheden, honoraria voor studies, eerste inrichting en uitrusting noodzakelijk voor ingebruikneming en alle hieraan gerelateerde kosten).
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
Post 2 0 0 7 — Inrichting van dienstruimten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
85 550 000 |
57 045 440 |
44 515 781,85 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria, enz.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
Post 2 0 0 8 — Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
5 114 000 |
5 256 000 |
4 116 976,99 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:
—het beheer en de behandeling van afval;
—verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving, enz.;
—de technische bibliotheek;
—assistentie bij het beheer (building helpdesk);
—het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal;
—de overige uitgaven.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Artikel 2 0 2 — Uitgaven in verband met de gebouwen
Post 2 0 2 2 — Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
59 440 000 |
62 944 000 |
55 608 835,44 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.
Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.
Post 2 0 2 4 — Energieverbruik
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
16 690 000 |
19 660 000 |
16 058 031,06 |
|
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.
Post 2 0 2 6 — Veiligheid van en toezicht op de gebouwen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
18 420 000 |
16 760 000 |
18 844 027,40 |
|
Toelichting
Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.
Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.
Post 2 0 2 8 — Verzekeringen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
784 000 |
680 000 |
636 941,05 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Hoofdstuk 2 1 — Informatica, materieel en meubilair
Toelichting
Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.
Artikel 2 1 0 — Informatica en telecommunicatie
Post 2 1 0 0 — Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
24 920 000 |
25 310 000 |
24 431 283,98 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten die nodig zijn voor de goede werking van de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen in het bijzonder de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, het materiaal voor de afdelingen en het beheer van het netwerk.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 184 200 EUR.
Post 2 1 0 1 — Informatica en telecommunicatie — Terugkerende activiteiten in verband met de infrastructuur
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
18 382 000 |
19 029 000 |
15 985 141,04 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer en het onderhoud van de infrastructuur in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de infrastructuur in verband met netwerken, bekabeling, telecommunicatie, individuele uitrustingen en stemsystemen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 165 000 EUR.
Post 2 1 0 2 — Informatica en telecommunicatie — Terugkerende activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
13 588 000 |
14 170 985 |
13 370 460,21 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot de bijstand en algemene ondersteuning van gebruikers in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen de ondersteunende diensten voor de leden en andere gebruikers, met name voor administratieve, wetgevende en communicatie-applicaties.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Post 2 1 0 3 —Informatica en telecommunicatie — Terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
23 139 400 |
24 788 302 |
25 259 382,50 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software en de daarmee verband houdende werkzaamheden, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van de ICT-applicaties van de instelling. Deze uitgaven betreffen met name de applicaties voor de leden, de communicatieapplicaties, alsook de administratieve en de wetgevingsapplicaties.
Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor de ICT-apparatuur die gezamenlijk gefinancierd wordt in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied, als gevolg van de besluiten van het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 32 000 EUR.
Post 2 1 0 4 — Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
22 023 500 |
21 824 135 |
23 291 216,22 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot de informatica- en telecommunicatie-infrastructuur van het Europees Parlement. De investeringen betreffen met name de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, de netwerken, de bekabeling, alsook de videoconferentiesystemen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 000 EUR.
Post 2 1 0 5 — Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
28 086 500 |
25 549 621 |
14 417 285,70 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot bestaande of nieuwe ICT-projecten. De investeringen betreffen met name toepassingen voor de leden, toepassingen op wetgevings-, administratief, financieel en communicatiegebied, alsook toepassingen met betrekking tot het beheer van de informatie- en communicatietechnologieën.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 600 EUR.
Artikel 2 1 2 — Meubilair
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
6 005 000 |
6 014 000 |
2 415 168,52 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.
Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Artikel 2 1 4 — Technisch materieel en technische installaties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
29 356 100 |
30 114 385 |
19 982 469,18 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:
—diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, veiligheid (inclusief de IT-software), kantines, gebouwen, enz.;
—apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.;
—speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties;
—installatie van twee extra telefoonlijnen in kantoren van leden die daarom verzoeken.
Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen, alsmede de kosten van technische assistentie (consulting) voor dossiers waarvoor externe expertise nodig is.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.
Artikel 2 1 6 — Vervoer van leden, andere personen en goederen
Cijfers
|
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
2 1 6 |
2 642 000 |
6 682 000 |
5 745 560,21 |
|
Reserves (10 0) |
1 892 000 |
|
|
|
Totaal |
4 534 000 |
6 682 000 |
5 745 560,21 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende types, zoals hybride auto's.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.
Voorwaarden voor vrijmaking van de reserve
De kredieten kunnen worden vrijgemaakt na een besluit van het Bureau betreffende de internalisering van de vervoersdienst van de leden.
Hoofdstuk 2 3 — Lopende huishoudelijke uitgaven
Toelichting
Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.
Artikel 2 3 0 — Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 440 500 |
1 756 000 |
1 406 201,94 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen, enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 EUR.
Artikel 2 3 1 — Financiële kosten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
40 000 |
40 000 |
21 500,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.
Artikel 2 3 2 — Juridische kosten en schadevergoedingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 110 000 |
1 110 000 |
870 825,70 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten;
—de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de juridische dienst;
—de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures;
—de uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen;
—het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van de artikelen 91 en 92 (oude artikelen 69 en 70) van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Artikel 2 3 6 — Porto en verzendkosten
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
271 000 |
303 000 |
209 661,67 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.
Het dient tevens ter financiering van postdiensten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 EUR.
Artikel 2 3 7 — Verhuizingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 434 000 |
1 440 000 |
1 064 561,92 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Artikel 2 3 8 — Overige huishoudelijke uitgaven
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 161 000 |
1 093 750 |
854 287,77 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;
—de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs, receptionisten, magazijnbedienden, verhuizers, alsmede voor het personeel van de diensten bezoekers en studiebijeenkomsten, van het Parlamentarium, de medische dienst, de veiligheidsdienst, de dienst onderhoud gebouwen en diverse technische diensten;
—diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, inclusief de aan PMO betaalde beheerskosten, met betrekking tot de statutaire pensioenen van voormalige leden, alsook aankoop van goederen en diensten waarin niet specifiek wordt voorzien door een andere post;
—diverse aankopen in verband met Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) (voorlichtingscampagnes, enz.).
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Artikel 2 3 9 — EMAS-activiteiten, met name voorlichting, en compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
262 500 |
250 000 |
31 436,10 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voortvloeiend uit EMAS-activiteiten gericht op het verbeteren van de milieuprestaties van het Europees Parlement, met inbegrip van voorlichting over die activiteiten, en uit de compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement.
Titel 3 — Uitgaven voortvloeiende uit de algemene taken van de instelling
Hoofdstuk 3 0 — Vergaderingen en conferenties
Artikel 3 0 0 — Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
25 370 000 |
27 700 000 |
25 160 801,87 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen, stagiairs en personeel van andere Europese of internationale instellingen dat door de instelling is uitgenodigd, tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De gedekte uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfkosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van kosten van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.
Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies als gevolg van dienstreizen en verplaatsingen van het personeel.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 240 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.
Artikel 3 0 2 — Onthaal en representatie
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 015 000 |
1 388 000 |
790 910,91 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden van de afdeling Scientific and Technological Options Assessment (STOA), en representatie van de leden van de instelling;
—de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen;
—de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter;
—de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren;
—diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen, menukaarten, enz.;
—reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling;
—kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen;
—kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden.
Artikel 3 0 4 — Diverse uitgaven voor vergaderingen
Post 3 0 4 0 — Interne vergaderingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 712 000 |
1 400 000 |
1 736 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van de instelling worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Post 3 0 4 2 — Vergaderingen, congressen en conferenties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 565 000 |
1 795 000 |
1 133 175,80 |
|
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van:
—de kosten van het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend, van representatiekosten;
—de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie);
—de terugbetaling aan de Commissie, op basis van een dienstenovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Commissie, van het aandeel van het Parlement in de kosten van het produceren van de laissez-passer van de EU (apparatuur, personeel en voorraden), overeenkomstig het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (artikel 6), artikel 23 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, artikelen 11 en 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie en Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez-passer (PB L 353 van 28.1 2.2013, blz. 26).
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.
Post 3 0 4 3 — Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 005 000 |
1 100 000 |
430 151,67 |
|
Toelichting
Dit krediet dient vooral ter dekking van de kosten, behalve die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 1 0 en artikel 3 0 0, voor de organisatie van de vergaderingen van:
—delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest en hun organen;
—de Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan; deze uitgave omvat de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ;
—de interparlementaire delegaties, ad-hocdelegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, parlementaire delegaties naar de WTO, alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité.
Post 3 0 4 9 — Werkingskosten van het reisbureau
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
2 160 000 |
2 040 000 |
1 919 152,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Hoofdstuk 3 2 — Expertise en informatie: verwerving, archivering, productie en verspreiding
Artikel 3 2 0 — Verwerving van expertise
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
9 211 500 |
9 309 500 |
6 768 247,79 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels of hoorzittingen met deskundigen, conferenties) ten behoeve van de organen van het Europees Parlement, de parlementaire commissies en delegaties en de administratie;
—verwerving of huur van gespecialiseerde informatiebronnen, zoals gespecialiseerde databanken, gerelateerde literatuur en technische ondersteuning, om in voorkomend geval de bovengenoemde expertiseovereenkomsten aan te vullen;
—reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties, studie- en werkgroepen en workshops;
—de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);
—de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden.
Artikel 3 2 1 — Expertise voor de onderzoeksdienst voor de leden, de bibliotheek en de archieven
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
8 314 000 |
8 829 000 |
6 995 311,01 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de activiteiten van het directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS), met name:
—de verwerving van gespecialiseerde expertise en ondersteuning voor de onderzoeksactiviteiten van het Europees Parlement (met inbegrip van artikelen, studies, workshops, seminars, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties), indien nodig in het kader van een partnerschap met andere instellingen, internationale organisaties, onderzoeksafdelingen en bibliotheken van nationale parlementen, thinktanks, onderzoeksinstanties en andere gekwalificeerde deskundigen;
—de verwerving van gespecialiseerde expertise op het gebied van impactbeoordeling/evaluatie ex-ante en ex-post, van de Europese meerwaarde en van de evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (Scientific and Technological Options Assessment, STOA);
—de verwerving of huur van boeken, tijdschriften, kranten, databanken, producten van persagentschappen en elke andere informatiedrager voor de bibliotheek, in diverse vormen, inclusief kosten als gevolg van auteursrechten, kwaliteitsbeheerssysteem, materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren en andere relevante diensten;
—de kosten van de externe archiveringsdiensten (organisatie, selectie, beschrijving, omzetting op verschillende informatiedragers en in papierloze vorm, verwerving van primaire archiefbronnen);
—de verwerving, de installatie, de exploitatie en het onderhoud van speciale bibliotheek- en archiveringsdocumentatie en speciaal mediatheekmateriaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of -systemen, alsmede materiaal in verband met het inbinden en conserveren;
—de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);
—reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en auteurs die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de presentaties, seminars, workshops of andere, soortgelijke activiteiten die door DG EPRS worden georganiseerd;
—de deelname van de STOA aan de werkzaamheden van Europese en internationale wetenschappelijke organen;
—de verplichtingen van het Europees Parlement op grond van internationale en/of interinstitutionele samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de bijdrage van het Parlement aan de dekking van de kosten als gevolg van het beheer van de historische archieven van de Unie overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
Besluit van het Bureau van 28 november 2001 over de regeling inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2011 (PB C 216 van 22.7.2011, blz. 19).
Besluit van het Bureau van 16 december 2002 over de regels betreffende de archieven van het Europees Parlement, zoals geconsolideerd op 3 mei 2004.
Besluit van het Bureau van 10 maart 2014 over de regeling inzake de verwerking van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement.
Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG/Euratom) nr. 354/83, wat betreft de bewaargeving van de historische archieven van de instellingen bij het Europees Universitair Instituut in Florence
Artikel 3 2 2 — Documentatie
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
2 044 000 |
2 010 621 |
378 881,87 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en onlinediensten, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;
—abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;
—kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;
—de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de afdelingen kwaliteit van de wetgeving.
Artikel 3 2 3 — Ondersteuning van de democratie en versterking van de parlementaire capaciteit van de parlementen van derde landen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
1 175 000 |
1 100 000 |
708 187,42 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de kosten als gevolg van de programma's inzake informatie-uitwisseling en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de pretoetredingslanden, met name de Westelijke Balkan en Turkije;
—de uitgaven voor het bevorderen van de (niet onder het vorige streepje bedoelde) betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. De activiteiten in kwestie hebben als doel de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, met name in de (zuidelijke en oostelijke) Europese buurlanden;
—de uitgaven voor de bevordering van activiteiten ter ondersteuning van bemiddeling en van programma's ten gunste van jonge politieke leiders uit de Europese Unie en de Europese buurlanden;
—de kosten van de organisatie van de Sacharovprijs (met name het geldbedrag van de prijs, de kosten in verband met de verplaatsing en het onthaal van de laureaat of laureaten, de werkingskosten van het Sacharovnetwerk en de dienstreizen van de leden van dit netwerk) en van de activiteiten ter bevordering van de mensenrechten.
Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. De kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen.
Rechtsgronden
Besluit van het Bureau van 12 december 2011 tot oprichting van het directoraat Democratieondersteuning binnen DG EXPO.
Artikel 3 2 4 — Productie en verspreiding
Post 3 2 4 0 — Publicatieblad
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
4 500 000 |
4 373 000 |
3 867 901,53 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Post 3 2 4 1 — Digitale en traditionele publicaties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
3 650 000 |
3 771 000 |
3 245 065,10 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie;
—de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 EUR.
Post 3 2 4 2 — Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
10 580 000 |
11 395 930 |
10 990 325,20 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL) en de ontwikkeling van instrumenten of middelen om de toegang ertoe voor het publiek door middel van mobiele apparatuur te verruimen of te vergemakkelijken.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
Post 3 2 4 3 — Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
5 742 500 |
5 841 817 |
5 810 992,39 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het Parlamentarium (het bezoekerscentrum van het Europees Parlement in Brussel), alsmede van installaties, tentoonstellingen en materiaal dat is aangepast of gekopieerd voor afzonderlijk gebruik buiten Brussel.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 300 EUR.
Post 3 2 4 4 — Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
30 845 000 |
30 431 966 |
30 859 064,13 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP) en de kosten van het functioneren van het Euroscola-, het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma. Het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma vinden ieder jaar beurtelings plaats in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of Brussel, behalve tijdens verkiezingsjaren.
Dit krediet wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.
Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste 5 bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal honderdentien bezoekers.
Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.
Rechtsgronden
Besluit van het Bureau van 16 december 2002 betreffende de regeling voor de ontvangst van bezoekersgroepen en voor het Euroscola, EuroMed-Scola- en Euronest-Scola-programma, als laatstelijk gewijzigd op 26 februari 2013.
Post 3 2 4 5 — Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
4 466 000 |
5 262 000 |
4 573 742,50 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of multinationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film;
—de uitvoering van "vergaderzaalactiviteiten" in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma;
—ondersteunende maatregelen en instrumenten voor meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken of vertalers, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en de bevordering van het beroep van tolk of vertaler, met inbegrip van een subsidieprogramma voor universiteiten, scholen en andere instellingen die zich met tolken- en vertaalstudies bezighouden waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele communicatie, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen die tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking worden georganiseerd.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van deze activiteiten, met inbegrip van cateringdiensten en -kosten en de kosten voor de uitnodiging van journalisten bij deze werkzaamheden.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.
Post 3 2 4 6 — Televisiekanaal van het Parlement (Web TV)
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
4 600 000 |
4 509 804 |
4 507 668,22 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de productie en de huisvesting door het Europees Parlement (Europarl TV), clips voor het web en uitzendklaar audiovisueel materiaal, in overeenstemming met de communicatiestrategie van de instelling.
Post 3 2 4 7 — Huis van de Europese geschiedenis
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
7 470 000 |
6 305 844 |
7 318 160,12 |
|
Toelichting
Dit krediet is bestemd voor de financiering van de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de aanschaf van boeken, tijdschriften en andere publicaties die verband houden met de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis.
Het dient ook ter dekking van de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties) ten behoeve van het Huis van de Europese geschiedenis.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.
Post 3 2 4 8 — Audiovisuele voorlichting
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
14 490 000 |
14 506 000 |
13 018 782,11 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand, zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma's, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma's, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector);
—de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement;
—het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.
Rechtsgronden
Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).
Resolutie van het Europees Parlement van dinsdag 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).
Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).
Post 3 2 4 9 — Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
250 000 |
250 000 |
103 180,83 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van:
—uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD);
—de financiering van samenwerkingsprogramma's en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van de bovengenoemde parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten.
Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. De kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen;
—samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein www.ipex.eu, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het ECOPD.
Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.
Rechtsgronden
Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001).
Artikel 3 2 5 — Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
900 000 |
900 000 |
668 683,35 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de algemene uitgaven en diverse incidentele uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement (in het bijzonder kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, opslag, standaardpromotiemateriaal, databanken).
Titel 4 — Uitgaven voortvloeiende uit speciale taken van de instelling
Hoofdstuk 4 0 — Uitgaven in verband met bepaalde instellingen en organen
Artikel 4 0 0 — Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
61 000 000 |
61 000 000 |
58 950 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:
—secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven;
—de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Rechtsgronden
Besluit van het Bureau van 30 juni 2003 betreffende de regeling inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 4 0 0, als laatstelijk gewijzigd op 27 april 2015.
Artikel 4 0 2 — Financiering van de Europese politieke partijen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
31 905 000 |
31 400 000 |
27 913 879,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.
Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).
Besluit van het Bureau van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).
Artikel 4 0 3 — Financiering van Europese politieke stichtingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
19 000 000 |
18 700 000 |
16 060 699,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.
Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).
Besluit van het Bureau van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).
Hoofdstuk 4 2 — Assistentie aan de leden
Artikel 4 2 2 — Uitgaven in verband met assistentie aan de leden
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
206 890 000 |
202 140 000 |
184 233 696,17 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor personeel en dienstverleners die belast zijn met de parlementaire assistentie aan de leden, alsook de kosten verbonden aan derdebetalenden.
Het dient tevens ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire assistentie, alsook de kosten voor de ondersteunende diensten voor het beheer van de parlementaire assistentie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 775 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.
Bepalingen ter uitvoering van het Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.
Besluit van het Bureau van 14 april 2014 betreffende de maatregelen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Hoofdstuk 4 4 — Vergaderingen en andere activiteiten van leden en voormalige leden
Artikel 4 4 0 — Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
210 000 |
210 000 |
200 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele bijkomende kosten.
Artikel 4 4 2 — Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
210 000 |
210 000 |
200 000,00 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.
Titel 5 — Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke Stichtingen en Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen
Hoofdstuk 5 0 — Uitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen
Artikel 5 0 0 — Beleidsuitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen om het volledig en onafhankelijk functioneren daarvan te waarborgen.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 6, leden 1 en 7 en artikel 41.
Artikel 5 0 1 — Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het secretariaat en de financiering van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 11, lid 2.
Titel 10 — Overige uitgaven
Hoofdstuk 10 0 — Voorzieningen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
(*) |
p.m. |
0,— |
|
(*) Op artikel 216 is een reserve gecreëerd van 1 892 000 EUR.
Hoofdstuk 10 1 — Reserve voor onvoorziene uitgaven
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
3 000 000 |
6 000 000 |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.
Hoofdstuk 10 3 — Reserve voor de uitbreiding
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.
Hoofdstuk 10 4 — Reserve voor het voorlichtings- en communicatiebeleid
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.
Hoofdstuk 10 5 — Voorzieningen voor gebouwen
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement heeft verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed en gebouwen vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van de onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.
Hoofdstuk 10 6 — Reserve voor prioritaire projecten in ontwikkeling
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.
Hoofdstuk 10 8 — Reserve voor EMAS
Cijfers
Begroting 2017 |
Kredieten 2016 |
Uitvoering 2015 |
|
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante lijnen voor beleidsuitgaven.
1. S — PERSONEEL
1.1. S 1 — Afdeling I — Europees Parlement
Functiegroep en rang |
2016 |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
||||
Overige |
Fracties |
||||
Niet-ingedeeld |
1 |
0 |
0 |
0 |
|
AD 16 |
13 |
0 |
1 |
7 |
|
AD 15 |
47 |
0 |
1 |
4 |
|
AD 14 |
223 |
2 |
7 |
30 |
|
AD 13 |
443 |
8 |
2 |
40 |
|
AD 12 |
242 |
0 |
12 |
64 |
|
AD 11 |
174 |
0 |
6 |
30 |
|
AD 10 |
195 |
0 |
9 |
25 |
|
AD 9 |
177 |
0 |
6 |
29 |
|
AD 8 |
433 |
0 |
3 |
37 |
|
AD 7 |
286 |
0 |
6 |
59 |
|
AD 6 |
196 |
0 |
8 |
48 |
|
AD 5 |
219 |
0 |
5 |
63 |
|
Total AD |
2 648 |
10 |
66 |
436 |
|
AST 11 |
120 |
10 |
0 |
36 |
|
AST 10 |
84 |
0 |
20 |
33 |
|
AST 9 |
491 |
0 |
4 |
44 |
|
AST 8 |
308 |
0 |
6 |
40 |
|
AST 7 |
388 |
0 |
2 |
43 |
|
AST 6 |
309 |
0 |
6 |
72 |
|
AST 5 |
305 |
0 |
19 |
74 |
|
AST 4 |
393 |
0 |
3 |
78 |
|
AST 3 |
231 |
0 |
16 |
78 |
|
AST 2 |
88 |
0 |
0 |
58 |
|
AST 1 |
45 |
0 |
0 |
67 |
|
Totaal AST |
2 762 |
10 |
76 |
623 |
|
Totaal AST/SC |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
AST/SC 5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
AST/SC 4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
AST/SC 3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
AST/SC 2 |
50 |
0 |
0 |
0 |
|
AST/SC 1 |
100 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal AST/SC |
150 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal |
5 561 |
20 [7] |
142 |
1 059 |
|
Totaal-generaal |
6 762 [8] |
||||
Functiegroep en rang |
2017 |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
||||
Overige |
Fracties |
||||
Niet-ingedeeld |
1 |
0 |
0 |
0 |
|
AD 16 |
13 |
0 |
1 |
7 |
|
AD 15 |
54 |
0 |
1 |
5 |
|
AD 14 |
216 |
2 |
7 |
36 |
|
AD 13 |
443 |
8 |
2 |
38 |
|
AD 12 |
297 |
0 |
13 |
60 |
|
AD 11 |
154 |
0 |
7 |
29 |
|
AD 10 |
220 |
0 |
7 |
25 |
|
AD 9 |
157 |
0 |
6 |
32 |
|
AD 8 |
448 |
0 |
7 |
39 |
|
AD 7 |
315 |
0 |
2 |
66 |
|
AD 6 |
181 |
0 |
8 |
45 |
|
AD 5 |
177 |
0 |
5 |
54 |
|
Total AD |
2 675 |
10 |
66 |
436 |
|
AST 11 |
120 |
10 |
0 |
37 |
|
AST 10 |
84 |
0 |
20 |
35 |
|
AST 9 |
586 |
0 |
4 |
42 |
|
AST 8 |
293 |
0 |
6 |
39 |
|
AST 7 |
333 |
0 |
2 |
47 |
|
AST 6 |
309 |
0 |
6 |
74 |
|
AST 5 |
377 |
0 |
19 |
69 |
|
AST 4 |
358 |
0 |
4 |
89 |
|
AST 3 |
218 |
0 |
15 |
85 |
|
AST 2 |
38 |
0 |
0 |
51 |
|
AST 1 |
45 |
0 |
0 |
55 |
|
Totaal AST |
2 761 |
10 |
76 |
623 |
|
SC 6 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
SC 5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
SC 4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
SC 3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
SC 2 |
50 |
0 |
0 |
0 |
|
SC 1 |
100 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal SC |
150 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal |
5587 |
20 [9] |
142 |
1 059 |
|
Totaal-generaal |
|||||
Bijlage
BESTEMMINGSONTVANGSTEN
Begrotingsonderdeel |
Omschrijving |
Geïnde ontvangsten |
Vooruitzichten |
|
2015 |
2017 |
|||
5000 |
Verkoop van vervoermiddelen |
- |
p.m. |
|
5001 |
Verkoop van andere roerende goederen |
25.526 |
5.000 |
|
5002 |
Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen |
55.871 |
19.000 |
|
502 |
Verkoop van publicaties, drukwerken en films |
- |
1.000 |
|
5110 |
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen |
2.807.906 |
2.760.000 |
|
5111 |
Terugbetaling van huurlasten |
16.372 |
677.000 |
|
550 |
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald |
5.557.309 |
793.000 |
|
551 |
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden |
729.104 |
p.m. |
|
570 |
Terugbetalingen van onverschuldigd betaalde bedragen |
3.292.213 |
295.000 |
|
571 |
Ontvangsten die voor een bepaald doel ter beschikking zijn gesteld, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen eigen ontvangsten |
- |
p.m. |
|
573 |
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling |
3.476.281 |
10.000 |
|
581 |
Ontvangen verzekeringsuitkeringen |
179.793 |
p.m. |
|
6600 |
Overige bestemmingsbijdragen en terugbetalingen |
11.848.214 |
70.000 |
|
|
TOTAAL |
27.988.590 |
4.630.000 |
|
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE
Datum goedkeuring |
11.4.2016 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
27 14 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Nedzhmi Ali, Jonathan Arnott, Richard Ashworth, Reimer Böge, Lefteris Christoforou, Jean-Paul Denanot, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Clare Moody, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Younous Omarjee, Pina Picierno, Paul Rübig, Petri Sarvamaa, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Daniele Viotti, Auke Zijlstra, Stanisław Żółtek |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Xabier Benito Ziluaga, Mercedes Bresso, Sven Giegold, Anneli Jäätteenmäki, Giovanni La Via, Michał Marusik, Andrey Novakov, Nils Torvalds, Marco Valli, Tomáš Zdechovský |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) |
Sylvia-Yvonne Kaufmann, Susanne Melior, Josep-Maria Terricabras |
||||
- [1] PB L 287 van 29.10.2013, blz. 15.
- [2] Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0376.
- [3] Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0407.
- [4] Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0172.
- [5] PB L 17 van 6.10.1958, blz. 385.
- [6] Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0172.
- [7] Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal-generaal.
- [8] De interinstitutionele samenwerkingsovereenkomst tussen het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité, op 5 februari 2014 ondertekend, voorziet in de overplaatsing van maximaal 80 nieuwe posten (60 AD en 20 AST) van deze comités naar het Parlement. Deze operatie vindt in stappen plaats, te beginnen in het najaar van 2014, en de reeds in 2014 gedane opname van de betreffende posten in het organigram van de ambten van het Europees Parlement zal worden gecompenseerd door de afschaffing van een even groot aantal posten in de organigrammen van de twee comités.
- [9] Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal-generaal.
- [10] De interinstitutionele samenwerkingsovereenkomst tussen het Parlement, het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité, op 5 februari 2014 ondertekend, voorziet in de overplaatsing van maximaal 80 nieuwe posten (60 AD en 20 AST) van deze comités naar het Parlement. Deze operatie vindt in stappen plaats, te beginnen in het najaar van 2014, en de reeds in 2014 gedane opname van de betreffende posten in het organigram van de ambten van het Europees Parlement zal worden gecompenseerd door de afschaffing van een even groot aantal posten in de organigrammen van de twee comités.
- [11] De aangekondigde verlaging van het personeelsbestand met 1% (60 posten) zal, per rang en categorie, op het totaal in mindering worden gebracht tijdens de lezing van het EP van de ontwerpbegroting 2017.