VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van België – EGF/2015/012 BE/Hainaut Machinery)

16.6.2016 - (COM(2016)0242 – C8-0170/2016 – 2016/2074(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Victor Negrescu

Procedure : 2016/2074(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0207/2016
Ingediende teksten :
A8-0207/2016
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van België – EGF/2015/012 BE/Hainaut Machinery)

(COM(2016)0242 – C8-0170/2016 – 2016/2074(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0242) – C8-0170/2016),

–  gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] (EFG-verordening),

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 12 hiervan,

–  gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13,

–  gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

–  gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–  gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0207/2016),

A.  overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de wereldwijde financiële en economische crisis ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.  overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C.  overwegende dat België aanvraag EGF/2015/012 BE/Henegouwen machines heeft ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 - afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.) in de regio's van NUTS-niveau 2 van Henegouwen (BE32) in België, evenals 300 jongeren uit de regio Henegouwen die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen ("NEET's") van jonger dan 25, naar verwachting zullen deelnemen aan de maatregelen; overwegende dat de ontslagen hebben plaatsgevonden bij Carwall SA, Caterpillar Belgium SA en Doosam SA;

D.  overwegende dat de aanvraag weliswaar niet aan de subsidiabiliteitscriteria zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, van de EFG-verordening voldoet, maar ingediend is onder de interventiecriteria zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, dat voorziet in een afwijking op basis van het aantal ontslagen werknemers;

1.  is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening, en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage ter hoogte van 1 824 041 EUR, wat overeenkomt met 60 % van de totale kosten van 3 040 069 EUR;

2.  stelt vast dat de Commissie de termijn van twaalf weken na de ontvangst van de ingevulde aanvraag van de Belgische autoriteiten op 11 februari 2016 heeft gerespecteerd, aangezien zij haar beoordeling van de naleving van de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage afrondde op 4 mei 2016 en het Parlement nog dezelfde dag hiervan in kennis stelde;

3.  stelt vast dat na de ernstige problemen van de afgelopen jaren in de handel in bouwmachines op de Europese markt, de vraag naar de producten die door de drie onder deze aanvraag vallende ondernemingen worden vervaardigd dienovereenkomstig is afgenomen;

4.  stelt vast dat na de aankondiging van Caterpillar Belgium SA op 23 februari 2013 van een collectieve ontslagprocedure voor de fabriek in Gosselies voor de meeste van de 1 399 werknemers aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar werd ingediend en wijst erop dat de onderhavige aanvraag een follow-up van die aanvraag is aangezien het onderdeel uitmaakt van dezelfde ontslagprocedure; benadrukt daarnaast dat de werkgelegenheidssituatie in Henegouwen moeilijk is, met een werkloosheidspercentage van 14,5 %, een verlies van 1 236 banen in 2013 en van 1 878 banen in 2014 in de productiesector, een daling van het aantal vacatures met 13 % sinds 2012 en een groot aantal ongeschoolde werknemers, daar meer dan de helft van de werkzoekenden de bovenbouw van het middelbaar onderwijs niet heeft afgerond, evenals hoge percentages langdurig werklozen, die in de regio Henegouwen 39 % van alle werklozen uitmaken;

5.  is ingenomen met het feit dat de Belgische autoriteiten op 1 januari 2015 zijn begonnen met het verlenen van de individuele diensten aan de beoogde begunstigden, ruimschoots vóór de aanvraag voor de toekenning van EFG-steun;

6.  wijst erop dat België de volgende soorten maatregelen plant voor ontslagen werknemers voor wie in deze aanvraag steun wordt aangevraagd: ondersteuning/begeleiding/integratie; hulp bij het zoeken van werk; geïntegreerde opleidingen; ondersteuning bij het opzetten van een bedrijf; ondersteuning voor collectieve projecten, vergoedingen voor het zoeken van werk en het volgen van opleidingen;

7.  is ingenomen met het feit dat de toelagen en stimulansen, waarvan België heeft bevestigd dat zij afhankelijk zijn van de actieve participatie van de beoogde begunstigden aan het zoeken van werk of opleidingsactiviteiten, (maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening), beperkt blijven tot 5 % van de totale kosten, ruim onder de in de verordening in kwestie voorziene drempel van 35 % van de totale kosten voor het pakket van individuele dienstverlening;

8.  wijst erop dat werknemers in de leeftijdsgroep van 55 tot 64 jaar 35,9 % van de beoogde begunstigden uitmaken; is van mening dat deze werknemers een hoger risico lopen op langdurige werkloosheid en sociale uitsluiting en specifieke behoeften hebben in verband met het aanbieden van individuele dienstverlening overeenkomstig artikel 7 van de EFG-verordening;

9.  dringt er bij de Commissie op aan informatie te verschaffen over de huidige steun voor de ontslagen werknemers van Caterpillar, aangezien een deel van deze aanvraag een vervolg vormt op de eerdere aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar;

10.  is ingenomen met het feit dat naast de 488 ontslagen werknemers 300 jongeren onder de 25 jaar uit dezelfde regio die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen ("NEET's") naar verwachting zullen deelnemen aan de maatregelen en door het EFG medegefinancierde individuele diensten zullen ontvangen, waaronder: mobilisering en begeleiding, zowel voor aanvullend onderwijs of een aanvullende opleiding als voor een introductieprogramma waar deelnemers kunnen verkennen waar hun interesses liggen; specifieke opleidingsprogramma's; gepersonaliseerde bijscholing; zoeken naar werk, opleidings- en mobiliteitstoelagen;

11.  is ingenomen met de verlengde toegang tot het EFG voor NEET's; wijst er evenwel op dat deze toegang volgens de EFG-verordening afloopt op 31 december 2017; dringt aan op een herziening van de EFG-verordening, in het kader van de herziening van het meerjarig financieel kader, opdat de toegang voor NEET's na 2017 kan blijven bestaan;

12.  is ingenomen met het feit dat de Belgische autoriteiten speciale maatregelen voor NEET's voorstellen, om zo specifieker op hun behoeften te kunnen inspringen;

13.  wijst op het belang van de opzet van een informatiecampagne om de NEET's te bereiken die voor deze maatregelen in aanmerking kunnen komen; wijst nogmaals op zijn standpunt dat de steun aan de NEET's op permanente en duurzame wijze gehandhaafd dient te worden;

14.  is ingenomen met het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgezet na verder overleg met alle betrokken partijen, inclusief de sociale partners, het bedrijfsleven en de openbare diensten voor arbeidsbemiddeling, die via een toezichtscommissie de tenuitvoerlegging van de voorgestelde maatregelen tevens zullen volgen;

15.  is met name verheugd over de benadering van de Belgische autoriteiten om, in samenwerking met de sociale partners, steun te verlenen aan collectieve projecten voor werknemers die overwegen als groep een "sociale onderneming" op te zetten, en beschouwt dit als een maatregel met een hoge potentiële toegevoegde waarde;

16.  wijst erop dat de voorgestelde maatregelen actieve arbeidsmarktmaatregelen zijn die onder de in artikel 7 van de EFG-verordening opgenomen subsidiabele acties vallen en herinnert eraan dat overeenkomstig dit artikel in de verstrekte individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat zij gericht moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie, en rekening moeten houden met de ervaring die tot nu toe is opgedaan met de steun voor de ontslagen werknemers in het kader van aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar; wijst er tegelijkertijd op dat deze acties niet in de plaats komen van maatregelen die gericht zijn op een passieve sociale bescherming;

17.  dringt er bij de lidstaten op aan om samen met de sociale partners strategieën te ontwikkelen om in te springen op de verwachte veranderingen op de arbeidsmarkt en om banen en vaardigheden in de Unie te beschermen, met name bij de onderhandelingen over handelsverdragen, teneinde regels voor eerlijke mededinging en gemeenschappelijke maatregelen tegen economische, sociale en milieudumping te waarborgen; herinnert aan zijn oproep tot een deugdelijke herziening van de handelsbeschermingsinstrumenten van de Unie;

18.  benadrukt dat de inzetbaarheid van alle werknemers moet worden verbeterd door aangepaste opleidingen en verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden aan zowel de behoeften van de werknemers voldoet als aan het ondernemingsklimaat in de regio en de naburige regio's;

19.  verzoekt de Commissie de regels inzake staatssteun zo te herzien dat die steun mag worden verleend om projecten die sociale en milieuvoordelen opleveren te versterken, en noodlijdende kmo's en industrieën te helpen door bij te dragen aan de wederopbouw van hun productiecapaciteit, die ernstig aangetast is door de mondiale financiële en economische crisis;

20.  herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in toekomstige voorstellen meer details te geven over de sectoren met groeipotentieel, waarin dus mensen in dienst kunnen worden genomen, alsook onderbouwde gegevens over de impact van de EFG-financiering te verzamelen, waaronder over de kwaliteit van de banen en het herintredingspercentage dat dankzij het EFG bereikt is;

21.  wijst erop dat de Belgische autoriteiten bevestigen dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit andere financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen zodat bestaande regelingen volledig in acht worden genomen en wordt voorkomen dat door de Unie gefinancierde diensten dubbel worden aangeboden;

22.  stelt vast dat tot op heden voor de sector "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g." 14 EFG-aanvragen zijn ingediend, waarvan 8 gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering en 6 op de wereldwijde financiële en economische crisis;

23.  herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;

24.  waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement heeft ingevoerd om de toekenning van subsidies te versnellen; wijst op de tijdsdruk die het nieuwe tijdschema met zich brengt, en op de mogelijke gevolgen voor de doeltreffendheid van de afhandeling van het dossier;

25.  herhaalt zijn oproep aan de Commissie ervoor te zorgen dat alle documenten in verband met EFG-dossiers openbaar toegankelijk zijn;

26.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

27.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

28.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van België – EGF/2015/012 BE/Hainaut Machinery)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1], en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[2], en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) heeft tot doel steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)  Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden[3].

(3)  Op 17 december 2015 heeft België aanvraag EGF/2015/012 BE/Henegouwen machines ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.) in de regio van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen). Hierbij werd aanvullende informatie ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013. Die aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)  België heeft besloten om door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 ook te verlenen aan 300 NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen).

(5)  Aangezien de ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke, regionale en nationale economie, wordt de aanvraag van België overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 als ontvankelijk beschouwd.

(6)  Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 824 041 EUR te leveren aan de door België ingediende aanvraag.

(7)  Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt een bedrag van 1 824 041 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf ... [datum van vaststelling]*.

[4]Voor het Europees Parlement  Voor de Raad

De Voorzitter  De Voorzitter

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
  • [3]  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020, (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
  • [4] *   Datum in te voegen door het Parlement vóór de publicatie in het PB.

TOELICHTING

I.  Achtergrond

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die lijden onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[1] en van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1309/2013[2] mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.

Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3] verloopt de procedure om het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt er een trialoogprocedure ingeleid.

II.  De aanvraag voor Henegouwen machines en het voorstel van de Commissie

Op 4 mei 2016 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG aan België om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te steunen van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij 3 ondernemingen in NACE Rev. 2 - afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.) in de regio's van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen) in België.

Deze aanvraag is de zesde die in het kader van de begroting 2016 wordt behandeld en de 14e voor de productie van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g., en heeft betrekking op de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 1 824 041 EUR uit het EFG voor België. De aanvraag heeft betrekking op 488 ontslagen werknemers, alsook op maximaal 300 jongeren die niet werken en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's).

De aanvraag werd op donderdag 17 december 2015 bij de Commissie ingediend, en tot en met donderdag 31 december 2015 werd er aanvullende informatie verstrekt. De Commissie heeft overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat de aanvraag aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG voldoet.

De Belgische autoriteiten dat de ontslagen het gevolg zijn van dalende publieke en private investeringen in infrastructuurprojecten in de EU en van de aanzienlijke stijging van de staalprijzen in Europa, die de sector zwaar hebben getroffen en tot een afname van het concurrentievermogen van de Europese machineproductiefaciliteiten heeft geleid. Deze aanvraag is een follow-up van aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar voor ontslagen in de fabriek in Gosselies.

De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers wordt aangeboden bestaat uit zes soorten maatregelen: ondersteuning/begeleiding/integratie, ii) hulp bij het zoeken van een baan, iii) geïntegreerde opleiding, iv) ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf, v) ondersteuning van collectieve projecten, en vi) zoeken naar werk en opleidingstoelagen. De aan NEET's te verstrekken individuele dienstverlening bestaat uit de volgende acties: i) mobilisering en begeleiding, zowel voor aanvullend onderwijs of een aanvullende opleiding, als voor een introductieprogramma, ii) opleiding, iii) gepersonaliseerde bijscholing, en iv) zoeken naar werk, opleidings- en mobiliteitstoelagen;

Volgens de Commissie zijn de beschreven maatregelen actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze acties komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op een passieve sociale bescherming.

De Belgische autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–  bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd,

–  aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan,

–  de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

–  de voorgestelde maatregelen zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–  de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de Structuurfondsen worden gefinancierd,

–  de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

België heeft de Commissie meegedeeld dat de Forem (de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) en het Waalse Gewest de bronnen van nationale pre- of medefinanciering zijn. De financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door dezelfde instanties die ook verantwoordelijk zijn voor het Europees Sociaal Fonds (ESF).

III.  Procedure

Om middelen uit het Fonds te kunnen inzetten, heeft de Commissie aan de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 1 824 041 EUR uit de EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn (04 04 01).

Dit is het zesde voorstel tot overschrijving voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat tot op heden in 2016 naar de begrotingsautoriteit is gezonden.

Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van de EFG-verordening de trialoogprocedure ingeleid.

Overeenkomstig een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

CO/jb

De heer Jean Arthuis

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 09G205

Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2015/012 BE/Henegouwen machines (COM(2016)242 definitief)

Geachte voorzitter,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2015/012 BE/Henegouwen machines onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de werkgroep EFG zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds met betrekking tot deze aanvraag. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling ter discussie te willen stellen.

Bij haar beraadslagingen is de commissie uitgegaan van de volgende overwegingen:

A) Overwegende dat de aanvraag weliswaar niet aan de subsidiabiliteitscriteria zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (EFG-verordening) voldoet, maar ingediend is onder de interventiecriteria zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening, dat voorziet in een afwijking op basis van het aantal ontslagen werknemers, en derhalve moet worden gelijkgesteld met een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening op grond van uitzonderlijke omstandigheden die ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke, regionale of nationale economie;

B) Overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op 488 binnen de referentieperiode van 25 december 2014 tot 25 september 2015 ontslagen werknemers bij drie ondernemingen (Carwall SA; Caterpillar Belgium SA; Doosan SA) in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.) in de NUTS-niveau 2-regio van Henegouwen (BE32) in België;

C) Overwegende dat België het verband legt tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de Unie-handel in bouwmachines de laatste jaren ernstig is ontwricht, met negatieve gevolgen voor de winstgevendheid in Europa van de drie ondernemingen die zijn gespecialiseerd in de vervaardiging van machines in de bouwsector; overwegende dat de sector waar het voorstel betrekking op heeft en de drie ondernemingen hoofdzakelijk voor de Europese markt produceren en overwegende dat door de gedaalde publieke en private investeringen in infrastructuur de vraag naar de producten die de drie ondernemingen produceren dienovereenkomstig zijn afgenomen; overwegende dat kleinere schaalvoordelen en hogere eenheidskosten hebben geleid tot een verlies aan concurrentievermogen voor de Europese fabrieken in de sector, met verplaatsing van een substantieel deel van de productiecapaciteit naar derde landen, in het bijzonder Azië, tot gevolg;

D) Overwegende dat het bij de ontslagen werknemers gaat om: de resterende 169 werknemers van de fabriek van Caterpillar Belgium SA in Gosselies; 13 werknemers van Carwall SA, een belangrijke leverancier van stuurcabines voor Caterpillar Belgium, die de vraag naar zijn producten zag dalen, hoofdzakelijk doordat Caterpillar minder bestellingen plaatste; 306 werknemers van Doosan SA, producent van graafmachines, die, als gevolg van de dalende vraag naar zijn producten in Europa, heeft besloten de fabriek in Frameries te sluiten en de Europese markt vanuit haar fabrieken in Zuid-Korea te bevoorraden;

E) overwegende dat 94,3 % van de werknemers waarop de maatregel betrekking heeft man is, en 5,7 % vrouw; overwegende dat 51,4 % van de werknemers tussen de 30 en 54 jaar oud is en meer dan 35,9 % tussen 55 en 64 jaar oud.

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt derhalve de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Belgische aanvraag op te nemen:

1.is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de criteria voor steunverlening die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013, en dat België bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage ter hoogte van 1 824 041 EUR, wat overeenkomt met 60 % van de totale kosten van 3 040 069 EUR;

2.stelt vast dat de Commissie de termijn van twaalf weken na de ontvangst van de ingevulde aanvraag van de Belgische autoriteiten op 11 februari 2016 heeft gerespecteerd, aangezien zij haar beoordeling van de naleving van de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage afrondde op 4 mei 2016 en het Parlement nog dezelfde dag hiervan in kennis stelde;

3.stelt vast dat na de ernstige problemen van de afgelopen jaren in de handel in bouwmachines op de Europese markt, de vraag naar de producten die door de drie ondernemingen worden vervaardigd dienovereenkomstig is afgenomen;

4.stelt vast dat na de aankondiging van Caterpillar Belgium SA op 23 februari 2013 van een collectieve ontslagprocedure voor de fabriek in Gosselies voor de meeste van de 1 399 werknemers aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar werd ingediend en wijst erop dat de onderhavige aanvraag een follow-up van die aanvraag is aangezien het onderdeel uitmaakt van dezelfde ontslagprocedure; benadrukt daarnaast dat de werkgelegenheidssituatie in Henegouwen moeilijk is, met een werkloosheidspercentage van 14,5%, een verlies van 1 236 banen in 2013 en van 1 878 banen in 2014 in de productiesector, een daling van het aantal vacatures met 13 % sinds 2012 en een groot aantal ongeschoolde werknemers, daar meer dan de helft van de werkzoekenden de bovenbouw van het middelbaar onderwijs niet heeft afgerond, evenals hoge percentages langdurig werklozen, die in de regio Henegouwen 39 % van alle werklozen uitmaken;

5.wijst erop dat België de volgende soorten maatregelen plant voor ontslagen werknemers voor wie in deze aanvraag steun wordt aangevraagd: ondersteuning/begeleiding/integratie; hulp bij het zoeken van werk; geïntegreerde opleidingen; ondersteuning bij het opzetten van een bedrijf; ondersteuning voor collectieve projecten, vergoedingen voor het zoeken van werk en het volgen van opleidingen;

6.is met name verheugd over de benadering van de Belgische autoriteiten om, in samenwerking met de sociale partners, steun te verlenen aan collectieve projecten voor werknemers die overwegen als groep een "sociale onderneming" op te zetten, en beschouwt dit als een maatregel met een hoge potentiële toegevoegde waarde;

7.is ingenomen met het feit dat naast de 488 ontslagen werknemers 300 jongeren onder de 25 jaar uit dezelfde regio die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen ("NEET's") naar verwachting zullen deelnemen aan de maatregelen en door het EFG medegefinancierde individuele diensten zullen ontvangen, waaronder: mobilisering en begeleiding, zowel voor aanvullend onderwijs of een aanvullende opleiding als voor een introductieprogramma waar deelnemers kunnen verkennen waar hun interesses liggen; specifieke opleidingsprogramma's gepersonaliseerde bijscholing; zoeken naar werk, opleidings- en mobiliteitstoelagen;

8.is ingenomen met het feit dat de Belgische autoriteiten speciale maatregelen voor NEET's voorstellen, om zo specifieker op hun behoeften te kunnen inspringen;

9.wijst erop dat de hierboven beschreven voorgestelde maatregelen actieve arbeidsmarktmaatregelen zijn die onder de in artikel 7 van de EFG-verordening opgenomen subsidiabele acties vallen en herinnert eraan dat overeenkomstig dit artikel in de verstrekte individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat zij gericht moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie; wijst er tegelijkertijd op dat deze acties niet in de plaats komen van maatregelen die gericht zijn op een passieve sociale bescherming;

10.is verheugd dat de toelagen en stimulansen, waarvan België heeft bevestigd dat zij afhankelijk zijn van de actieve participatie van de beoogde begunstigden aan het zoeken van werk of opleidingsactiviteiten, (maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening), beperkt blijven tot 5 % van de totale kosten, ruim onder de in de verordening voorziene drempel van 35 % van het gehele pakket van individuele dienstverlening;

11.is ingenomen met het feit dat de Belgische autoriteiten op 1 januari 2015 zijn begonnen met het verlenen van de individuele diensten aan de beoogde begunstigden, ruimschoots vóór de aanvraag voor de toekenning van EFG-steun;

12.stelt vast dat tot op heden voor de sector "Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g." 14 EFG-aanvragen zijn ingediend, waarvan 8 gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering en 6 op de wereldwijde financiële en economische crisis;

13.wijst op het belang van de opzet van een informatiecampagne om de NEET's te bereiken die voor deze maatregelen in aanmerking kunnen komen; wijst nogmaals op zijn standpunt dat de steun aan de NEET's op permanente en duurzame wijze gehandhaafd dient te worden;

14.benadrukt dat de inzetbaarheid van alle werknemers moet worden verbeterd door aangepaste opleidingen en verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden aan zowel de behoeften van de werknemers voldoet als aan het ondernemingsklimaat;

15.herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in toekomstige voorstellen meer details te geven over de sectoren met groeipotentieel, waarin dus mensen in dienst kunnen worden genomen, alsook onderbouwde gegevens over de impact van de EFG-financiering te verzamelen, waaronder over de kwaliteit van de banen en het herintredingspercentage dat dankzij het EFG bereikt is;

16.is ingenomen met het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgezet na overleg met alle betrokken partijen, inclusief de sociale partners, het bedrijfsleven en de openbare diensten voor arbeidsbemiddeling, die via een toezichtscommissie de tenuitvoerlegging van de voorgestelde maatregelen tevens zullen volgen;

17.herhaalt zijn oproep aan de Commissie ervoor te zorgen dat alle documenten in verband met EFG-zaken openbaar toegankelijk zijn.

Hoogachtend,

Thomas HÄNDEL

Voorzitter EMPL

BIJLAGE: BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

De heer Jean ARTHUIS

Voorzitter

Begrotingscommissie

Europees Parlement

Betreft:  Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Mijnheer de voorzitter,

Een Commissievoorstel voor een besluit om middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen is voor advies doorverwezen naar de Commissie regionale ontwikkeling. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat op woensdag 15 juni 2016 een verslag over dit voorstel in de Begrotingscommissie wordt goedgekeurd.

-  In COM(2016)0242 wordt voorgesteld uit het EFG een financiële bijdrage van 1 824 041 EUR beschikbaar te stellen voor 488 werknemers die gedwongen zijn ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.). De ontslagen bij de ondernemingen vielen in de regio van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen) in België.

De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

De commissiecoördinatoren hebben deze voorstellen besproken, en mij verzocht u te schrijven dat de meerderheid in deze commissie geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van het voornoemde bedrag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, zoals door de Commissie voorgesteld.

Hoogachtend,

Iskra MIHAYLOVA

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

15.6.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

3

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Reimer Böge, Lefteris Christoforou, Jean-Paul Denanot, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Iris Hoffmann, Monika Hohlmeier, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Ernest Maragall, Victor Negrescu, Liadh Ní Riada, Pina Picierno, Paul Rübig, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Inese Vaidere

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Marco Valli, Tomáš Zdechovský